Vega VEGATRENN 141 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding
Ex-voedingsscheider voor 4 … 20 mA-
sensoren
VEGATRENN 141
Document ID: 52239
2
Inhoudsopgave
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 3
1.1 Functie ............................................................................................................................. 3
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 3
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 3
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 4
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 4
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 4
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 4
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 4
2.5 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 5
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 6
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 6
3.2 Werking ............................................................................................................................ 6
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 7
3.4 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 7
4 Monteren ................................................................................................................................... 8
4.1 Algemene instructies ........................................................................................................ 8
5 Op de voedingsspanning aansluiten ..................................................................................... 9
5.1 Aansluiting voorbereiden .................................................................................................. 9
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 10
5.3 Aansluitschema .............................................................................................................. 11
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 12
6.1 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 12
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 12
7 Diagnose en service .............................................................................................................. 14
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 14
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 14
7.3 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 14
8 Demonteren ............................................................................................................................ 16
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 16
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 16
9 Certicatenentoelatingen ................................................................................................... 17
9.1 Toelatingen voor Ex-omgeving ....................................................................................... 17
9.2 EU-conformiteit .............................................................................................................. 17
9.3 SIL-conformiteit .............................................................................................................. 17
9.4 Milieumanagementsysteem ........................................................................................... 17
10 Bijlage ..................................................................................................................................... 18
10.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 18
10.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 20
10.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 21
10.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 21
Uitgave: 2021-01-27
3
1 Over dit document
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de montage,
aansluiting en inbedrijfname en bovendien belangrijke instructies voor
het onderhoud, het oplossen van storingen, het vervangen van onder-
delen en de veiligheid van de gebruiker. Lees deze daarom door voor
de inbedrijfname en bewaar deze handleiding als onderdeel van het
product in de directe nabijheid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze handleiding is bedoeld voor opgeleid vakpersoneel. De inhoud
van deze handleiding moet voor het vakpersoneel toegankelijk zijn en
worden toegepast.
1.3 Gebruikte symbolen
Document ID
Dit symbool op de titelpagina van deze handleiding verwijst naar de
Document-ID. Door invoer van de document-ID op www.vega.com
komt u bij de document-download.
Informatie, aanwijzing, tip: dit symbool markeert nuttige aanvullen-
de informatie en tips voor succesvol werken.
Opmerking: dit symbool markeert opmerkingen ter voorkoming van
storingen, functiefouten, schade aan instrument of installatie.
Voorzichtig: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde
informatie kan persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Waarschuwing: niet aanhouden van de met dit symbool gemar-
keerde informatie kan ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
Gevaar: niet aanhouden van de met dit symbool gemarkeerde infor-
matie heeft ernstig of dodelijk persoonlijk letsel tot gevolg.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
4
2 Voor uw veiligheid
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze documentatie beschreven handelingen mogen alleen
door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautoriseerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGATRENN 141 is een [EEx ia]-voedingsscheider met separate
voedingsspanning voor aansluiting van 4 … 20 mA/HART-sensoren in
tweedraadsuitvoering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
" Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit product toepas-
singsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen van
de container door verkeerde montage of instelling. Dit kan materiële,
persoonlijke of milieuschade tot gevolg hebben. Bovendien kunnen
daardoor de veiligheidsspecicaties van het instrument worden
beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te vermijden moeten de op het instrument aangebrachte
veiligheidssymbolen en -instructies worden aangehouden.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
2.5 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Voor Ex-toepassingen mogen alleen apparaten met de bijbehorende
Ex-certicering worden gebruikt. Neem de Ex-specieke veiligheids-
instructies in acht. Deze zijn onderdeel van de handleiding en worden
met elk instrument met Ex-certicering meegeleverd.
6
3 Productbeschrijving
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
VEGATRENN 141
Documentatie
Deze gebruiksaanwijzing
Ex-specieke " Veiligheidsinstructies" (afhankelijk van de
uitvoering)
Evt. andere certicaten
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
Instrumenttype
Informatie betreende toelatingen
Technische gegevens
Serienummer van het instrument
QR-code voor instrumentdocumentatie
Cijfercode voor Bluetooth-toegang
Informatie van de fabrikant
Ga naar " www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer
van uw instrument in.
Daar vindt u het volgende over het instrument:
Opdrachtgegevens
Documentatie
Software
Als alternatief vindt u alles via uw smartphone:
QR-code op de typeplaat van het instrument scannen of
Serienummer handmatig in de VEGA Tools-app invoeren (gratis
beschikbaar via de betreende stores)
3.2 Werking
De VEGATRENN 141 is een [Ex ia] voedingsscheider met separate
voedingsspanning voor aansluiting van 4 … 20 mA/HART-sensoren
in tweedraadsuitvoering. Als bijbehorend elektrisch bedrijfsmaterieel
waarborgt deze een galvanische scheiding tussen sensorcircuit en
meetversterkercircuit en daardoor tussen Ex- en niet-Ex-omgeving.
Een ingebouwde meetversterkervoeding voedt de aangesloten
sensor met energie. De door de sensor verstuurde stroom (4 ... 20
mA) wordt lineair en galvanische gescheiden ten opzichte van de
uitgang overgedragen. Het instrument is HART-transparant, d.w.z.
de HART-signalen worden bidirectioneel tussen ingang en uitgang
overgedragen.
Leveringsomvang
Typeplaat
Documenten en software
Toepassingsgebied
Werkingsprincipe
7
3 Productbeschrijving
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
3.3 Bediening
Op VEGATRENN 141 zelf is geen bediening of conguratie nodig.
Achter de opklapbare frontplaat bevinden zich HART-communicatie-
bussen, waarmee een parametrering van de aangesloten sensoren
kan worden uitgevoerd. De bediening van de aangesloten sensoren
wordt bij voorkeur via een Windows-PC met een parametrerings-
software zoals PACTware en bijbehorende DTM uitgevoerd. Voor
aansluiting van de PC is de interface-adapter VEGACONNECT of een
HART-modem nodig.
3.4 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie " Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Verpakking
Transport
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
8
4 Monteren
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
4 Monteren
4.1 Algemene instructies
De VEGATRENN 141 is geconstrueerd voor DIN-railmontage (DIN-
rail 35 x 7,5 conform DIN EN 50022/60715). Met de beschermings-
klasse IP20 is het instrument bedoeld voor inbouw in schakelkasten.
Deze kan horizontaal en verticaal worden gemonteerd.
Opmerking:
Bij de aaneengesloten montage van meerdere instrumenten zonder
onderlinge afstand mag de omgevingstemperatuur op de inbouw-
plaats van de instrumenten niet hoger zijn dan 60 °C. In de omgeving
van de ventilatiesleuven moet een afstand van minimaal 2 cm tot een
volgend component worden aangehouden.
De VEGATRENN 141 is een bijbehorend intrinsiekveilig bedrijfsmid-
del en mag niet in explosiegevaarlijke omgeving zone 0/1 worden
geïnstalleerd. Veilig gebruik is alleen gewaarborgd onder aanhouding
van de handleiding en het EU-typebeproevingscerticaat. De VEGAT-
RENN 141 mag niet worden geopend.
Bij de inbouw moet een afstand van 50 mm (maat) tot de intrinsiekvei-
lige klemmen zijn gewaarborgd.
Het instrument is geschikt voor normale en aanvullende omgevings-
condities conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Waarborg, dat de in hoofdstuk " Technische gegevens" gespeciceer-
de omgevings- en milieu-omstandigheden worden aangehouden.
Montagemogelijkheden
Omgevingscondities
9
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
Opmerking:
Installeer een goed toegankelijke scheidingsinrichting voor het instru-
ment. De scheidingsinrichting moet voor het instrument zijn gemar-
keerd (IEC/EN61010).
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
De specicaties betreende voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "
Technische gegevens".
De voedingsspanning van de VEGATRENN 141 wordt aangesloten
met standaard kabel conform de nationale installatienormen.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
De sensoren worden met standaard twee-aderige kabel zonder
afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor
industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden
gebruikt. In HART-Multidrop-bedrijf is de kabelafscherming algemeen
nodig.
Sluit de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan.
In de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem wor-
den aangesloten. De externe aardklem op de sensorbehuizing moet
laagohmig met de potentiaalvereening zijn verbonden.
Indien potentiaalvereeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de verbinding aan de signaalzijde via een keramische condensator
(bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De laagfrequente potenti-
aalvereeningsstromen worden nu onderdrukt, de beschermende
werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter behouden.
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen
potentiaalvereeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit
kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing
van een condensator of via een separate potentiaalvereening.
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
10
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Het instrument heeft communicatiebussen op het front voor de aan-
sluiting van een VEGACONNECT of ander HART-bedieningsinstru-
ment en een geïntegreerde HART-weerstand.
Wanneer de weerstand van het aangesloten verwerkingssysteem
minder is dan 230 Ω, dan wordt het digitale bedieningssignaal sterk
gedempt resp. kortgesloten. De digitale communicatie met de PC is
dan niet meer mogelijk. Bij deze laagohmige verwerkingssystemen
moet daarom een weerstand van circa 230 Ω in de 4...20 mA-kabel
worden opgenomen. Deze weerstand is in de VEGATRENN 141 al
geïntegreerd en kan via de keuze van de bijbehorende aansluitklem-
men worden geselecteerd.
In het sensorcircuit is voor de directe aansluiting van een HART-mas-
ter geen extra weerstand nodig. Bij het aansluiten van een VEGADIS
82 moet de communicatieweerstand in de VEGADIS 82 worden
uitgeschakeld.
In HART-Multidrop-bedrijf worden de meetwaarden op dezelfde kabel
(bus) als digitale HART-signalen overgedragen. Een analoge 4...20
mA-overdracht is niet mogelijk, de stroom wordt tot 4 mA begrensd.
Elke aangesloten sensor moet een eigen, uniek adres (adresbereik
1-15) krijgen. In deze bedrijfsmodus kunnen op een kanaal maximaal
vijf sensoren worden aangesloten.
Informatie:
Let erop bij het gebruik van de HART-weerstand, dat hierover een
extra spanningsval ontstaat. Meer informatie hierover vindt u in het
hoofdstuk " Technische gegevens".
5.2 Aansluitstappen
De opsteekbare aansluitklemmen kunnen indien nodig worden los-
getrokken voor een gemakkelijke aansluiting. Ga voor de elektrische
aansluiting als volgt te werk:
1. Monteer het instrument zoals in het voorgaande hoofdstuk be-
schreven staat.
2. Sensorkabel op klem 1 / 2 aansluiten, eventueel afscherming
aansluiten.
3. Spanningsloos geschakelde voeding op klem 16/17 aansluiten.
4. Verwerkingscircuit, bijvoorbeeld van PLC op klem 11/12 of 10/12
(met HART-weerstand) aansluiten, evt. afscherming aansluiten
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
Opmerking:
Wanneer meerdere sensoren in HART-multidropmodus worden
aangesloten, moet aan elke sensor voor de aansluiting op de VEGAT-
RENN 141 een HART-adres worden toegekend.
HART-communicatie
HART-Multidrop-bedrijf
11
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
5.3 Aansluitschema
1
4
3
2
5
10 11 12
-+
-+
-
+H
12
16 17
-+
1 Sensorcircuit (4 … 20 mA/HART, Ex-omgeving)
2 HART-communicatiebus voor aansluiting van een HART-bedieningsinstru-
ment, bijv. VEGACONNECT
3 Verwerkingscircuit (4 … 20 mA/HART, actieve uitgang)
4 Verwerkingsciruit (4...20 mA/HART, actieve uitgang met opgenomen
HART-weerstand)
5 Voedingsspanning
Informatie:
De aansluitklemmen kunnen indien nodig naar voren toe worden
weggetrokken. Dit kan bij weinig ruimte of voor het vervangen van een
instrument zinvol zijn.
12
6 In bedrijf nemen
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
6 In bedrijf nemen
6.1 Bedieningssysteem
1
2
3
Fig. 1: Aanwijs- en bedieningselementen
1 HART-communicatiebussen
2 Controlelampen (LED's)
3 Opklapbare frontplaat
6.2 Bedieningselementen
Controle-LED's in de frontplaat signaleren de bedrijfsgereedheid en
storingsmelding.
Groene bedrijfscontrolelampje brandt bij
Aanwezigheid netspanning, instrument is in bedrijf
Rode storingsmeldlampje brandt bij
Kortsluiting op ingang
Kabelbreuk op uitgang
Te hoge belasting aan uitgang
Interne fouten
Controle-LED's
13
6 In bedrijf nemen
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
De bedieningselementen bevinden zich achter de opklapbare
frontplaat. Gebruik voor het openen een kleine schroevendraaier in
de gleuf aan de bovenkant van de frontplaat. Om te sluiten drukt u
de plaat onder en boven vast op de frontplaat, tot beide borgpunten
hoorbaar vastklikken.
Op de VEGATRENN 141 zelf is geen bediening of conguratie nodig.
Via de HART-communicatiebussen kan een parametrering van de
aangesloten HART-sensoren zonder onderbreking van het meetcir-
cuit worden uitgevoerd. De voor dit doel benodigde weerstand (230
Ω) is al in de VEGATRENN 141 geïntegreerd (alleen bij aansluiting
van klemmen 10/12). De aangesloten sensor wordt bediend via een
Windows-PC met parametrerings-software zoals bijv. PACTware en
bijbehorende DTM.
Frontplaat
HART-communicatiebus-
sen
14
7 Diagnose en service
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
7 Diagnose en service
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
De reiniging zorgt er tevens voor, dat de typeplaat en de markering op
het instrument zichtbaar zijn.
Let hiervoor op het volgende:
Gebruik alleen reinigingsmiddelen, die behuizing, typeplaat en
afdichtingen niet aantasten.
Gebruik alleen reinigingsmethoden, die passen bij de bescher-
mingsklasse van het instrument
7.2 Storingen oplossen
Es liegt in der Verantwortung des Anlagenbetreibers, geeignete
Maßnahmen zur Beseitigung aufgetretener Störungen zu ergreifen.
Er wordt een grote mate aan functionele betrouwbaarheid gewaar-
borgd. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze
kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
Voedingsspanning
Storingen op de kabels
De eerste maatregelen zijn het controleren van het in- en uitgangs-
signaal. In veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden
vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en genomen maatrege-
len moeten evtentueel de in hoofdstuk " Inbedrijfname" beschreven
handelingen opnieuw worden genomen resp. op plausibiliteit en
volledigheid worden gecontroleerd.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr. +49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per
week, 24 uur per dag ter beschikking.
Omdat wij deze service wereldwijd aanbieden, is deze ondersteuning
in het Engels. De service is gratis, alleen de telefoonkosten zijn van
toepassing.
7.3 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Onderhoud
Reiniging
Verhalten bei Störungen
Storingsoorzaken
Storingen verhelpen
Gedrag na oplossen
storing
24-uurs service hotline
15
7 Diagnose en service
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
16
8 Demonteren
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Houdt de hoofdstukken " Monteren" en " Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit recyclebare materialen. Voer het daarom af
naar een gespecialiseerd recyclingbedrijf. Houd daarbij de nationale
voorschriften aan.
17
9 Certicaten en toelatingen
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
9 Certicatenentoelatingen
9.1 Toelatingen voor Ex-omgeving
Voor de instrumentserie zijn toegelaten uitvoeringen voor gebruik in
explosiegevaarlijke omgeving beschikbaar of in voorbereiding.
De betreende documenten vindt u op onze homepage.
9.2 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage.
9.3 SIL-conformiteit
Instrumenten met SIL-optie voldoen aan de eisen van de functionele
veiligheid conform IEC 61508. Meer informatie vindt u in de meegele-
verde Safety Manual.
9.4 Milieumanagementsysteem
De bescherming van de natuurlijke leefomgeving is een uitert belang-
rijke opgave. Daarom hebben wij een milieumanagmentsysteem inge-
voerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming continue te
verbeteren. Het milieumanagementsysteem is conform DIN EN ISO
14001 gecerticeerd. Help ons aan deze eisen te voldoen en houdt
de milieu-instructies in de hoofdstukken " Verpakking, transport en
opslag" en " Afvoeren" van deze handleiding aan.
18
10 Bijlage
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
10 Bijlage
10.1 Technische gegevens
Aanwijzingvoorgecerticeerdeinstrumenten
Voor gecerticeerde instrumenten (bijv. met Ex-certicering) gelden de technische gegevens in
de betreende veiligheidsinstructies. Deze kunnen in afzonderlijke gevallen afwijken van de hier
genoemde specicaties.
Alle toelatingsdocumenten kunnen worden gedownload van onze homepage.
Algemenespecicaties
Model Inbouwinstrument voor montage op rail 35 x 7,5 conform
EN 50022/60715
Gewicht 160 g (5.14 oz)
Materiaal behuizing Polycarbonaat PC-FR
Aansluitklemmen
Ʋ Type klemmen Schroefklem
Ʋ Aderdiameter 0,25 mm² (AWG 23) … 2,5 mm² (AWG 12)
HART-communicatiebussen ø 2 mm
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
Ʋ Nominale spanning AC 24 … 230 V (-15 %, +10 %) 50/60 Hz
Ʋ Nominale spanning DC 24 … 65 V (-15 %, +10 %)
Max. opgenomen vermogen 2 W (10 VA)
Sensoringang
Aantal sensoren 1 x 4 … 20 mA/HART (5 x HART-Multidrop)
Soort ingang Actief (sensorvoeding door VEGATRENN 141)
Klemmenspanning 21 … 16,5 V DC bij 4 … 20 mA
Leegloopspanning 24 V DC (+/- 1 V)
Kortsluitstroom < 26 mA
Restrimpelspanning < 50 mV RMS
Verwerkingscircuit
Aantal 1 x 4 … 20 mA/HART
Uitgangstype Actief
Leegloopspanning < 15,5 V DC
Restrimpelspanning van de uitgangs-
stroom
< 50 µA RMS
Stroom bij kortsluiting op ingang < 10 µA
Stroom zonder aangesloten sensor
Ʋ In bereik +20 … +60 °C
(+68 … +140 °F)
< 50 µA
Ʋ In bereik -20 … +20 °C (-4 … +68 °F) < 200 µA
19
10 Bijlage
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Max. aansluitbare belasting
1)
Ʋ Bij 20 mA 600 Ohm
Ʋ bij 22 mA 550 Ohm
Meetafwijking
Referentie-omstandigheden Kalibratietemperatuur 25 °C (77 °F)
Lineariteit < 0,1 %
Invloed omgevingstemperatuur
Ʋ In bereik +20 … +60 °C
(+68 … +140 °F)
< 0,2 %
Ʋ In bereik -20 … +20 °C (-4 … +68 °F) < 0,6 %
Afwijking door sterke, hoogfrequente
elektromagnetischhe velden (EN 61326)
< 0,5 %
Geïntegreerde HART-weerstand
Weerstandswaarde 232 Ω
Weergaven
LED-indicaties
Ʋ Status bedrijfsspanning LED groen
Ʋ Status storingsmelding LED rood
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur op inbouwplaats
van het instrument
-20 … +60 °C (-4 … +140 °F)
Opslag- en transporttemperatuur -40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Relatieve luchtvochtigheid < 96 %
Mechanische omgevingsomstandigheden
Vibraties (trillingen) Klasse 4M4 conform IEC 60721-3-4 (1 g, 4 … 200 Hz)
Stoten (mechanische schok) Klasse 6M4 conform IEC 60721-3-6 (10 g/11 ms,
30 g/6 ms, 50 g/2,3 ms)
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad IP20
Overspanningscategorie (IEC 61010-1)
Ʋ Tot 2000 m (6562 ft) boven zeeniveau II
Ʋ Tot 5000 m (16404 ft) boven zeeni-
veau
II - alleen met voorgeschakelde overspanningsbeveili-
ging met een aanspreekspanning van < 1000 V
Ʋ Tot 5000 m (16404 ft) boven zeeni-
veau
I
Veiligheidsklasse II
Vervuilingsgraad 2
1)
Zonder interne HART-weerstand (bij aansluiting op klem 11/12).
20
10 Bijlage
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Elektrische scheiding
Veilige scheiding conform VDE 0106 deel 1 tussen alle circuits
Ʋ Nominale spanning 253 V
Ʋ Isolatiebestendigheid (voedingsspan-
ning - uitgang)
5,1 kV DC
Ʋ Isolatiebestendigheid (ingang - uit-
gang)
2,55 kV DC
Zulassungen
Geräte mit Zulassungen können je nach Ausführung abweichende technische Daten haben.
Bei diesen Geräten sind deshalb die zugehörigen Zulassungsdokumente zu beachten. Diese sind
im Gerätelieferumfang enthalten oder können über Eingabe der Seriennummer Ihres Gerätes
im Suchfeld auf www.vega.com sowie über den allgemeinen Downloadbereich heruntergeladen
werden.
10.2 Afmetingen
56 mm
(2.20")
20 mm
(0.79")
113 mm
(4.45")
108 mm
(4.25")
46 mm
(1.81")
92 mm
(3.62")
52 mm
(2.05")
OPEN
Fig. 2: Afmetingen VEGATRENN 141
21
10 Bijlage
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
10.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站< www.vega.com
10.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
22
INDEX
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
INDEX
A
Aansluiting 11
Aansluitklemmen 10
Aarding 9
B
Beschermingsgraad 8
C
Controle-LED's 12
D
DIN-rail 8
Documentatie 6
DTM 7, 13
F
Formulier retourzenden instrument 14
H
HART 6
HART-communicatie 7, 10, 13
HART-multidrop 10
HART-weerstand 10, 13
K
Kabelafscherming 9
L
Last 10
LED's 12
P
PACTware 7, 13
Potentiaalvereening 9
Q
QR-code 6
R
Reparatie 14
S
Serienummer 6
Service-hotline 14
SIL 17
Storingsoorzaken 14
T
Typeplaat 6
V
VEGACONNECT 10
Verbindingskabel 9
Voedingsspanning 9
23
Notes
VEGATRENN 141 •
52239-NL-210218
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
52239-NL-210218
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2021
Phone +49 7836 50-0
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Vega VEGATRENN 141 Handleiding

Type
Handleiding