KA01509K
2 Endress+Hauser
Functionele veiligheid
Een SIL-versie van het instrument is als optie leverbaar. Het kan worden
toegepast in veiligheidsuitrusting conform IEC 61508 tot SIL 2 (SC 3).
Zie het veiligheidshandboek FY01034K voor gebruik van het instrument
in systemen met veiligheidsinstrumentatie conform IEC 61508.
Montage
Montagevoorwaarden
Afmetingen
Breedte (B) x lengte (L) x hoogte (H) (met klemmen): 17,5 mm (0,69 in) x
116 mm (4,57 in) x 107,5 mm (4,23 in)
Montagelocatie
Het instrument is ontworpen voor installatie op 35 mm (1,38 in) DIN-rails
conform IEC 60715 (TH35).
LET OP
‣Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de grenswaarden uit de
certificaten en goedkeuringen worden aangehouden.
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperat
uurbereik
–40 … 60 °C
(–40 … 140 °F)
Opslagtemperatuur –40 … 80 °C
(–40 … 176 °F)
Beschermingsklasse IP 20 Overspanningscateg
orie
II
Vervuilingsgraad 2 Luchtvochtigheid 5 … 95 %
Opstellingshoogte,
versie
explosiegevaarlijke
omgeving
≤ 2 000 m (6 562 ft) Opstellingshoogte,
versie explosieveilige
omgeving
≤
4 000 m (13 123 ft)
Isolatieklasse Klasse II
Installeren van een DIN-rail instrument
Het instrument kan in elke positie (horizontaal of verticaal) worden
geïnstalleerd op de DIN-rail zonder afstand aan de zijkant tot naastgelegen
instrumenten. Er is geen gereedschap nodig voor de installatie. Gebruik van
beugels (type "WEW 35/1" of gelijkwaardig) op de DIN-rail wordt aanbevolen om
het instrument te fixeren.
Wanneer verschillende instrumenten naast elkaar worden geïnstalleerd,
is het van belang dat wordt gewaarborgd dat de maximale
wandtemperatuur van de individuele instrumenten van 80 °C (176 °F) niet
wordt overschreden. Indien dit niet kan worden gegarandeerd, moeten de
instrumenten op een zodanige onderlinge afstand worden gemonteerd,
dat voldoende koeling is gewaarborgd.
Elektrische aansluiting
Aansluitspecificaties
Een platte schroevendraaier is nodig om de elektrische verbinding met schroef-
of insteekklemmen te maken.
0,5-0,6 Nm
5-7 lb In
7 mm (0,28")
AWG 24-14
0,2 -2,5 mm5 ² AWG 24-14
0,2 - ,5 mm5 2 ²
10 (0,39")mm
1.
2.
1.
1. 2.
3.
1 Elektrische aansluiting met schroefklemmen (links) en insteekklemmen (rechts)
LVOORZICHTIG
Onherstelbare beschadiging van onderdelen van de elektronica
‣Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
en aangesloten.
LET OP
Onherstelbare beschadiging of storing van onderdelen van de elektronica
‣ ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm de klemmen en Hart-
aansluitingen op het front tegen elektrostatische ontlading.
‣Gebruik van een afgeschermde kabel wordt voor HART-communicatie
geadviseerd. Let op het aardingsconcept van de installatie.
Gebruik alleen koperen kabels met een minimale temperatuurspecificatie
van 75 °C (167 °F) als verbindingskabel.
Speciale aansluitinstructies
• Scheidingsapparatuur en circuitbeveiligingssystemen met passende AC- of
DC-waarden moeten in de gebouwinstallatie zijn opgenomen.
• De schakelaar/voedingsscheider moet dicht bij de installatie worden
gemonteerd en duidelijk worden gemarkeerd als uitschakelaar voor dit
instrument.
• Een uitschakelaar (nominale stroom ≤ 10 A; uitschakelvermogen 6 kA; bijv.
type B; goed bereikbaar) moet aanwezig zijn in de voedingskabel.
Belangrijke aansluitgegevens
Specificaties
Voedingsspanning 1)
Voedingsspanning 24 … 230 VAC/DC (-20% / +10%, 0/50/60 Hz)
Opgenomen vermogen ≤ 4,9 VA / 2,4 W (20 mA); ≤ 5 VA / 2,5 W (22 mA)
Vermogensverlies ≤ 2 W (20 mA); ≤ 2,1 W (22 mA)
Stroomverbruik bij 24 VDC ≤ 0,1 A (20 mA); ≤ 0,1 A (22 mA)
Stroomverbruik bij 230 VAC ≤ 0,02 A (20 mA); ≤ 0,02 A (22 mA)
1) De specificaties gelden voor het volgende bedrijfsscenario: ingang actief / uitgang
actief / uitgang belasting0 Ω. Wanneer externe spanningen worden aangesloten op
de uitgang, kan het vermogensverlies in het instrument toenemen. Het
vermogensverlies in het instrument kan worden verminderd door een externe
uitgangsbelasting aan te sluiten.
Ingangsspecificaties
Ingangssignaalbereik (bereikover-/-
onderschrijding)
0 … 22 mA
Bedrijfsbereik, ingangssignaal 0/4 … 20 mA
Transmitter voedingsspanning ≥ 16,5 V / (20 mA)
Uitgangsspecificaties
Uitgangssignaalbereik (bereikover-/-
onderschrijding)
0 … 22 mA
Bedrijfsbereik, uitgangssignaal 0/4 … 20 mA
Overdracht 1:1 met ingangssignaal
Staprespons (10 … 90 %) ≤ 1 ms
Belasting ≤ 500 Ω (voor actieve modus)
Overdraagbare communicatieprotocollen HART
Nauwkeurigheid
Overdrachtsfout max. (0 … 20,5 mA) < 0,1 % / van schaaleindwaarde (<20 µA)
Temperatuurcoëfficiënt < 0,01 % /K