Endres+Hauser KA Cerabar PMP11 Short Instruction

Type
Short Instruction
Deze handleiding is een beknopte handleiding en geen vervanging voor de bedieningshandleiding die hoort bij het instrument.
Gedetailleerde informatie over het instrument is opgenomen in de bedieningshandleiding en de andere documentatie:
Beschikbaar voor alle instrumentversies via:
Internet: www.endress.com/deviceviewer
Smartphone/tablet: Endress+Hauser Operations App
Basisveiligheidsinstructies
Voorwaarden voor het personeel
Het personeel moet aan de volgende eisen voldoen voor het uitvoeren van de
taken:
Getraind, gekwalificeerde specialisten moeten voldoende zijn gekwalificeerd
voor het uitvoeren van deze functie en taak
Zijn geautoriseerd door de exploitant/eigenaar van de installatie
Zijn bekend met de nationale/plaatselijke regelgeving
Zij moeten de instructies in het handboek en de aanvullende documentatie
en de certificaten (afhankelijk van de applicatie) hebben gelezen en begrepen
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen
Volg de instructies op en voldoe aan de algemene voorschriften
Bedoeld gebruik
De Cerabar wordt gebruikt voor het meten van absolute en overdruk in gassen,
dampen en vloeistoffen. De materialen die in aanraking komen met het
procesmedium moeten voldoende bestendig zijn tegen deze media.
Het meetinstrument kan worden gebruikt voor de volgende metingen
(procesvariabelen)
Conform de grenswaarden gespecificeerd in de "Technische gegevens"
Conform de voorwaarden zoals opgenomen in de deze handleiding.
Gemeten procesvariabele
PMP11: overdruk
Bedrijfsveiligheid
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Gebruik het instrument alleen in goede technische en fail-safe conditie.
De operator is verantwoordelijk voor een storingsvrije werking van het
instrument.
Explosiegevaarlijke omgeving
Voor het uitsluiten van gevaar voor personen of de installatie, wanneer het
instrument wordt gebruikt in een gecertificeerde omgeving (bijv.
druktoestelbeveiliging):
Controleer de typeplaat teneinde te verifiëren of het bestelde instrument kan
worden gebruikt in de betreffende gecertificeerde omgeving.
Productidentificatie
Adres van de fabrikant
Endress+Hauser SE+Co. KG
Hauptstraße 1
79689 Maulburg, Duitsland
Fabricagelocatie: zie typeplaat.
Montage
Montagevoorwaarden
Vocht mag de behuizing niet binnendringen tijdens de installatie of bediening
van het instrument of bij het uitvoeren van de elektrische aansluiting.
Voor een M12-connector van metaal: verwijder de beschermdop (alleen in
IP69 en Ex ec-uitvoering) van de M12-aansluiting niet tot vlak voor de
elektrische aansluiting.
Maak het membraan niet schoon en raak deze niet aan met harde en/of
puntige voorwerpen.
Verwijder de bescherming op het procesmembraan niet tot vlak voor de
installatie.
Zet de kabelinvoer altijd stevig vast.
Richt zo mogelijk de kabel en connector naar beneden om binnendringen van
vocht te voorkomen (bijv. regen of condenswater).
Bescherm de behuizing tegen schokken
Voor instrumenten met overdrukmeetcel en M12- of ventielconnector, geldt
het volgende:
LET OP
Wanneer een verwarmd instrument wordt afgekoeld tijdens een
reinigingsproces (bijv. door koud water), ontstaat gedurende korte tijd een
vacuüm waardoor vocht de meetcel kan binnendringen via het
drukcompensatie-element (1).
Het instrument kan onherstelbaar beschadigd raken!
Monteer het meetinstrument met het drukcompensatie-element (1) zo ver
mogelijk wijzend diagonaal naar beneden of opzij.
1 1 1
1
Products Solutions Services
Beknopte handleiding
Cerabar PMP11
Procesdrukmeting
KA01603P/15/NL/01.22-00
71611302
2022-09-01
*71611302*
71611302
KA01603P
2 Endress+Hauser
Invloed van de installatiepositie
Elke inbouwrichting is mogelijk. Echter, de inbouwrichting kan een verschuiving
van het nulpunt tot gevolg hebben, d.w.z. de meetwaarde is niet nul wanneer de
tank leeg is of gedeeltelijk gevuld, zie de bedieningshandleiding.
C
AB
Type As procesmembraan
horizontaal (A)
Procesmembraan
wijst naar boven
(B)
Procesmembraan
wijst naar beneden
(C)
PMP11 Kalibratiepositie, geen
invloed
Tot
+4 mbar
(+0,058 psi)
Tot
–4 mbar
(–0,058 psi)
Montagelocatie
Drukmeting in gassen
Monteer het instrument met afsluiter boven het aftappunt zodat condensaat
terug kan stromen in het proces.
Drukmeting in dampen
Gebruik een sifon bij de drukmeting in dampen. Het sifon reduceert de
temperatuur tot praktisch omgevingstemperatuur. Monteer het instrument de
met afsluiter onder of op hetzelfde niveau als het tappunt.
Houd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur van de transmitter aan!
Drukmeting in vloeistoffen
Monteer het instrument de met afsluiter onder of op hetzelfde niveau als het
tappunt.
Niveaumeting
Installeer het instrument altijd onder het onderste meetpunt.
Installeer het instrument NIET op de volgende posities:
In de vulstroom
In de tankuitlaat
In het aanzuiggebied van een pomp
Of op een punt in de tank waar invloed kan bestaan door drukpulsen van
het roerwerk.
Elektrische aansluiting
Aansluiten van het meetinstrument
Klemtoekenning
LWAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel door ongecontroleerd activeren van
processen!
Schakel de voedingsspanning uit voor aansluiten van het instrument.
Waarborg dat de processen stroomafwaarts niet onbedoeld worden gestart.
LWAARSCHUWING
Een verkeerde aansluiting brengt de elektrische veiligheid in gevaar!
Conform IEC/EN61010 moet een afzonderlijke uitschakelaar voor het
instrument worden opgenomen.
De maximale stroom is begrensd tot Ii = 100 mA door de voedingseenheid
van de transmitter wanneer het instrument wordt gebruikt in een
intrinsiekveilig circuit (Ex ia).
Beveiligingscircuits tegen omgekeerde polariteit zijn geïntegreerd.
Sluit het instrument aan in de volgende volgorde:
1. Waarborg dat de voedingsspanning overeenkomt met hetgeen dat is
vermeld op de typeplaat.
2. Sluit het instrument zoals getoond in het volgende diagram.
Voor instrumenten met een kabelaansluiting: sluit de referentieluchtslang niet af
(zie (a) in de volgende tekeningen)! Bescherm de referentieluchtslang tegen
binnendringen van water/condensaat.
4 - 20 mA-uitgang
M12-connector Ventielconnector Kabel*
L–
L+
21
3
0.5A
L–
L+
1
2
34
0.5A
L–
L+
1
2
3
(a)
0.5A
* 1: bruin = L+; 2: blauw = L-; 3: groen/geel = aardverbinding; (a): referentie
luchtslang
0 tot 10 V uitgang
M12-connector Ventielconnector
L–
L+
21
3
0.5A
L–
L+
1
2
3
4
0.5A
Zie voor andere aansluitopties de bedieningshandleiding.
Voedingsspanning
Elektronica versie Voedingsspanning
4 - 20 mA-uitgang 10 tot 30 V DC
0 tot 10 V uitgang 12 tot 30 V DC
Stroomverbruik en alarmsignaal
Elektronica versie Instrument Stroomverbruik Alarmsignaal 1)
4 - 20 mA-uitgang PMP11 ≤ 26 mA > 21 mA
0 tot 10 V uitgang PMP11 < 12 mA 11 V
1) Voor MAX-alarm (fabrieksinstelling)
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Endres+Hauser KA Cerabar PMP11 Short Instruction

Type
Short Instruction