Documenttranscriptie

Voltcraft im Internet http.//www.voltcraft.de B E D I E N U N G S A N L E I T U N G Version 12/04
Impressum 100 % RecyclingPapier. Chlorfrei gebleicht. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft , 92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 723 8. Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
Digital Multimeter VC 220 Seite 4 - 18  Digital Multimeter VC 220  Imprint Page 19 - 33 100 % recycling paper. These operating instructions are publishedby Voltcraft®, 92242 Hirschau, Germany, Phone +49 180/586 582 723 8. No reproduction (including translation) is permitted in whole or part e.g. photocoBleached with- py, microfilming or storage in electronic data processing equipment, without the out express written consent of the publisher. chlorine. The operating instructions reflect the current technical specifications at time of print. We reserve the right to change the technical or physical specifications.  Digital Multimeter VC 220 Page 34 - 48 © Copyright 2004 by Voltcraft. Printed in Germany.  Note de l´éditeur Blanchi sans chlore. Cette notice est une publication de la société Voltcraft®, 92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 723 8. Tous droits réservés, y compris traduction. Toute reproduction, quel que soit le type, par exemple photocopies, microfilms ou saisie dans des traitements de texte electronique est soumise à une autorisation préalable écrite de l`éditeur. Impression, même partielle, interdite. Cette notice est conforme à la règlementation en vigueur lors de l´impression. Données techniques et conditionnement soumis à modifications sans aucun préalable. © Copyright 2004 parVoltcraft. Imprimé en Allemagne. Chloorvrij gebleekt. Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van Voltcraft®, 92242 Hirschau, Duitsland, Tel. +49 180/586 582 723 8. Alle rechten, inclusief de vertaling, voorbehouden. Reprodukties van welke aard dan ook, fotokopie, microfilm of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, alleen met schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook in uittreksel, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het ter perse gaan. Wijzigingen in techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2004 by Voltcraft®. Printed in Germany.  Digitale multimeter VC 220 Page 49 - 63 Best.-Nr. / Item-No. / No de commande / Bestnr.: 12 14 14 Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 6.  These Operating Instructions are part of the product. They contain important information on commissioning and installation. Please follow them, including when passing this product on to third parties. Please keep the Operating Instructions for future reference! The contents page on page 21 lists the contents of these instructions together with the relevant page number.  Le présent mode d'emploi fait partie intégrante du produit. Il comporte des directives importantes pour la mise en service et la manipulation de l’appareil. Tenir compte de ces remarques, même en cas de transfert du produit à un tiers. Conserver le présent mode d'emploi afin de pouvoir le consulter à tout moment. La table des matières se trouve à la page 36.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product en bevat belangrijke richtlijnen voor de ingebruikneming en het gebruik. Let hierop, ook als u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar daarom de gebruiksaanwijzing om deze in voorkomende gevallen te kunnen raadplegen!  Impressum 100 % Recyclingpapier. wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. ® © Copyright 2004 by Voltcraft. Printed in Germany. 100% papier recyclé.
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält *12-04/HK In de inhoudsopgave op pagina 51 vindt u puntsgewijs de behandelde onderwerpen met vermelding van het bijbehorende paginanummer. 2  2 Drehschalter (=Meßfunktionsschalter) zur Einstellung der Betriebsarten (Spannungsmessung, Strommessung usw.) verschiedenen 3 Drucktasten für die Funktionen "EIN/AUS" und "LOW IMP. 400 kΩ" 4 Digitalanzeige 3 1/2 – stellig mit Anzeigesymbolen für die Maßeinheiten und Funktionen und Anschlußanweisungen 5 Gummiholster Inhaltsverzeichnis Einführung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Bestimmungsgemäße Verwendung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Bedienungselemente (Ausklappseite) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Inhaltsverzeichnis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Sicherheitshinweise . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Handhabung, Inbetriebnahme, Batteriewechsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Durchführung von Messungen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Entsorgung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Wartung und Kalibrierung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Technische Daten, Meßtoleranzen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Let op! Een overschrijding van de max. toegestane ingangsgrootheden leidt onder ongunstige omstandigheden tot beschadiging van het meetapparaat resp. tot een bedreiging van het leven van de gebruiker. Vervangen van een zekering Let bij het vervangen van de zekering altijd op de veiligheidsbepalingen! Zorg ervoor dat de zekeringen alleen worden vervangen door zekeringen van het aangegeven type en de aangegeven nominale stroomsterkte. Het gebruik van gerepareerde zekeringen of het overbruggen van de smeltpatroonhouder is niet toegestaan. Voor het vervangen van de zekering koppelt u het meetapparaat los van het meetcircuit en schakelt u het uit. Verwijder alle aangesloten kabels; adapters en teststaven. Open de behuizing voorzichtig met een passende schroevendraaier. Verwijder eerst de holster en verwijder daarna de drie kruiskopschroeven. Wrik de onderste helft van de behuizing los; de zekeringen liggen nu bloot. Neem de defecte zekering(en) uit en vervang deze door zekeringen van hetzelfde type en dezelfde nominale stroomsterkte (zie overbelastingsbeveiliging, max. ingangsgrootheden) Let op! Sluit na het vervangen van de zekering de behuizing weer en draai de schroeven in omgekeerde volgorde weer zorgvuldig vast. Schakel het meetapparaat pas weer in, als de behuizing goed dicht is en de bouten weer zijn vastgedraaid. Sicherheitshinweise Bei Schäden, die durch Nichtbeachtung der Bedienungsanleitung entstehen, erlischt der Garantieanspruch! Für Folgeschäden, die daraus resultieren, übernehmen wir keine Haftung. Bei Sach- oder Personenschäden, die durch unsachgemäße Handhabung oder Nichtbeachtung der Sicherheitshinweise verursacht werden, übernehmen wir keine Haftung. In solchen Fällen erlischt jeder Garantieanspruch. - Dieses Gerät ist gemäß DIN 57 411 Teil 1/VDE 0411 Teil 1, Schutzmaßnahmen für elektronische Meßgeräte, bzw. IEC 1010-1, gebaut und geprüft und hat das Werk in sicherheitstechnisch einwandfreiem Zustand verlassen. Um diesen Zustand zu erhalten und einen gefahrlosen Betrieb sicherzustellen, muß der Anwender die Sicherheitshinweise und Warnvermerke beachten ("Achtung!" und "Hinweis!"), die in dieser Gebrauchsanweisung enthalten sind. Folgende Symbole gilt es zu beachten: 6 63  Wisselstroom ACA (µA en mA en A) 200 µA ±(1,0%+5dgts) 2 mA ±(1,0%+5dgts) 20 mA ±(1,0%+5dgts) 200 mA ±(1,0%+5dgts) 20 A ±(2,0%+5dgts) 0,1µA 1 µA 10 µA 0,1 mA 10 mA Weerstand 200 Ohm 2 kOhm 20 kOhm 200 kOhm 2 MOhm 20 MOhm 0,1 Ohm 1 Ohm 10 Ohm 0,1 kOhm 1 kOhm 10 kOhm ±(0,8%+3dgts) ±(0,8%+3dgts) ±(0,8%+3dgts) ±(0,8%+3dgts) ±(0,8%+3dgts) ±(1,2%+5dgts) 40 tot 400 Hz 40 tot 400 Hz 40 tot 400 Hz 40 tot 400 Hz 40 tot 400 Hz Doorgangscontrole De akoestische weergave van een doorgang vindt plaats bij weerstanden die kleiner zijn dan ca. 50 Ohm. Diodetest De max. meetspanning bij het open meetcircuit bedraagt max. ca. 3 VDC, weergaveresolutie 1 mV Meetstroom ca. 1 mA
 CAT II = Achtung! Berührungsgefährliche Spannungen! Lebensgefahr! = Lesen Sie die Bedienungsanleitung = Überspannungskategorie II (zwei) = Schutzklasse II • Strommessungen dürfen nur in Stromkreisen durchgeführt werden, die selbst mit 20 A abgesichert sind bzw. in welchen keine Spannungen größer als 250 VDC/VACrms auftreten können. Das Meßgerät darf nicht in Installationen der Überspannungskategorie III nach IEC 664 verwendet werden. - Meßgeräte und Zubehör sind kein Spielzeug und gehören somit keinesfalls in Kinderhände ! Batterijtest Belastingsweerstand bij de 1,5 – V – meting ca.38 Ohm en bij de 9 – V – meting ca. 450 Ohm - In gewerblichen Einrichtungen sind die Unfallverhütungsvorschriften des Verbandes der gewerblichen Berufsgenossenschaften für elektrische Anlagen und Betriebsmittel zu beachten. Maximale ingangsgrootheden, overbelastingbeveiliging Spanningsmeting : 1000 VDC resp. 750 VACrms - In Schulen, Ausbildungseinrichtungen, Hobby- und Selbsthilfewerkstätten ist der Umgang mit Meßgeräten durch geschultes Personal verantwortlich zu überwachen. Stroommeting : 20 A AC/DC in het A-bereik10 s, met een aansluitende afkoelfase van tenminste15 min. max. 250 VDC/VACrms, overbelastingbeveiliging: superflinke 10 – A – 250 – V – zekering, 400mA AC/DC in het mA-bereik250 VDC/VACrms, Overbelastingsbeveiliging: superflinke 0,315 A – 250 – V – zekering Weerstandsmeting : overbelastingsbeveiliging 230 V DC/ACrms Diodetest, doorgangscontrole : overbelastingsbeveiliging 230 V DC/ACrms 62 - Es ist sicherzustellen, daß nur Sicherungen vom angegebenen Typ und der angegebenen Nennstromstärke als Ersatz verwendet werden. Die Verwendung geflickter Sicherungen oder ein Überbrücken des Sicherungshalters ist unzulässig. Zum Wechsel der Sicherungen trennen Sie das Meßgerät vom Meßkreis und schalten es aus. Entfernen Sie alle angeschlossenen Leitungen und Prüfspitzen. Nehmen Sie einen passenden Kreuzschlitzschraubendreher zur Hand und öffnen Sie das Gehäuse vorsichtig. Entnehmen Sie die defekte(n) Sicherung(en) und ersetzen Sie diese mit solchen gleichen Typs und Nennstromstärke. Für den uA – / mA – Bereich: 0,315 A superflink, 250 V, High Energy bzw. für den A – Bereich 10 A superflink, 250 V, High Energy. 7  Schließen und verschrauben Sie nach erfolgtem Sicherungswechsel das Gehäuse in umgekehrter Reihenfolge sorgfältig. Nehmen Sie das Meßgerät erst wieder in Betrieb, wenn das Gehäuse sicher geschlossen und verschraubt ist. - Seien Sie besonders vorsichtig beim Umgang mit Spannungen größer 30 V Wechsel- (AC) bzw. größer 60 V Gleichspannung (DC). Bereits bei diesen Spannungen können Sie bei Berührung elektrischer Leiter einen lebensgefährlichen elektrischen Schlag erhalten. Schalten Sie somit zunächst die Spannungsquelle stromlos, verbinden Sie das Meßgerät mit den Anschlüssen der zu messenden Spannungsquelle, stellen Sie am Meßgerät den erforderlichen Spannungsmeßbereich ein und schalten Sie danach die Spannungsquelle ein. Nach Beendigung der Messung schalten Sie die Spannungsquelle stromlos und entfernen die Meßleitungen von den Anschlüssen der Spannungsquelle. Overloopindicatie : "1 ." voor Overload Indicatie batterij vervangen : " + - " Bedrijfstemperatuur : 0°C tot +40°C (32 °F tot 104°F) Opslagtemperatuur : -10°C tot + 50°C (14°F tot 122°F) Relatieve luchtvochtigheid : < 75 %, niet condenserend in het bereik van 0°C tot +30°C resp. < 50%, niet condenserend van +30°C tot +40°C Afmetingen (L X B X H) : ca. 179 x 88 x 39 mm (met holster, zonder meetdraden) Meettoleranties Weergave van precisie in ±(% van de aflezing ± aantal plaatsen = digits = dgt(s) ) - Stellen Sie vor jeder Spannungsmessung sicher, daß sich das Meßgerät nicht im Strommeßbereich befindet. Spätestens dann, wenn das akustische Signal für eine Fehlverbindung ertönt. - Vor jedem Wechsel des Meßbereiches sind die Meßspitzen vom Meßobjekt zu entfernen. - Überprüfen Sie vor jeder Messung Ihr Meßgerät bzw. Ihre Meßleitungen auf Beschädigung(en). - Verwenden Sie zum Messen und zum Laden des Meßgerätes nur die Meßleitungen, welche dem Meßgerät beiliegen. Nur diese sind zulässig. - Die Spannung zwischen Meßgerät und Erde darf 500 VDC / VACrms in der Überspannungskategorie II nicht überschreiten. - Wenn anzunehmen ist, daß ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, so ist das Gerät außer Betrieb zu setzen und gegen unbeabsichtigten Betrieb zu sichern. Es ist anzunehmen, daß ein gefahrloser Betrieb nicht mehr möglich ist, wenn - das Gerät sichtbare Beschädigungen aufweist, - das Gerät nicht mehr arbeitet und - nach längerer Lagerung unter ungünstigen Verhältnissen oder - nach schweren Transportbeanspruchungen. - Schalten Sie das Meßgerät niemals gleich dann ein, wenn es von einem kalten in einen warmen Raum gebracht wird. Das dabei entstandene Kondenswasser kann unter Umständen Ihr Gerät zerstören. Lassen Sie das Gerät uneingeschaltet auf Zimmertemperatur kommen. 8 Precisie 1 jaar lang bij een temperatuur van +18°C ±28°C, bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75%, niet condenserend. De opwarmtijd bedraagt 1 minuut Meetbereik Precisie Gelijkspanning 200 mV ±(0,5%+2dgts) 2V ±(0,5%+2dgt) 20 V ±(0,5%+2dgt) 200 V ±(0,5%+2dgt) 1000 V ±(0,8%+3dgts) Ingangsimpedantie: 10 MOhm Wisselspanning 2V 20 V 200 V 750 V ±(0,8%+5dgts) ±(0,8%+5dgts) ±(0,8%+5dgts) ±(1,0%+5dgts) Resolutie Frequentie 0,1 mV 1 mV 10 mV 100 mV 1V 1 mV 10 mV 100 mV 1V 40 Hz tot 400 Hz 40 Hz tot 400 Hz 40 Hz tot 400 Hz 40 Hz tot 400 Hz Ingangsimpedantie: 10 MOhm, < 100 pF Meting en weergave van de effectieve waarde van de wisselspanning bij sinusvormig meetsignaal Gelijkstroom DCA (µA en mA en A) 200 µA ±(0,8%+2dgts) 2 mA ±(0,8%+2dgts) 20 mA ±(0,8%+2dgts) 200 mA ±(0,8%+2dgts) 20 A ±(1,2%+5dgts) 0,1 µA 1 µA 10 µA 0,1mA 10 mA 61  Let op! - Bij het openen van afdekkingen of verwijderen van onderdelen, behalve als dit met de hand mogelijk is, kunnen onder spanning staande onderdelen bloot worden gelegd.Ook aansluitplaatsen kunnen onder spanning staan. Vóór een uitlijning, onderhoud, een reparatie of het vervangen van onderdelen of modules moet het apparaat van alle spanningsbronnen en meetcircuits zijn gescheiden, als het apparaat geopend moet worden. Als daarna het uitlijnen, onderhoud of een reparatie aan het geopende apparaat onder spanning onvermijdelijk is, mag dit alleen door een vakman gebeuren, die met de daarmee verbonden gevaren resp. de relevante voorschriften daarvoor (VDE0100, VDE-0701, VDE-0683) vertrouwd is. - Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het apparaat van alle spanningsbronnen en meetcircuits is gescheiden. Handhabung, Inbetriebnahme, Batteriewechsel A Anschluß der Meßleitungen Verwenden Sie für Ihre Messungen stets nur die beiliegenden Meßleitungen. Achten Sie vor jedem Anschluß auf den Zustand der Anschlußstecker bzw. Meßspitzen sowie auf die unbeschädigte Isolation. Die beiliegenden Meßleitungen sind zugelassen für Spannungen bis max. 1000 V. Ihr Meßgerät VC 220 ist für Spannungen bis max. 1000 VDC bzw. 750 VACrms in der Überspannungskategorie II ausgelegt. Seien Sie besonders vorsichtig im Umgang mit Spannungen größer 30 V Wechsel- bzw. 60 V Gleichspannung. Achtung! Onderhoud en kalibrering Om de precisie van de multimeter over een langere periode te garanderen, dient deze jaarlijks één keer te worden gekalibreerd. De kalibrering kan door ons kalibreerpunt in "Service 2000" met een minimum aan kosten worden uitgevoerd. Het vervangen van een zekering wordt in het hoofdstuk na de Maximale ingangsgrootheden apart beschreven. Gebruik voor het reinigen van het apparaat resp. van het displayvenster een schone, pluisvrije, antistatische en droge poetsdoek. Überschreiten Sie niemals die max. Eingangsgrößen, da sonst durch Beschädigung des Meßgerätes für Sie Lebensgefahr besteht. B Inbetriebnahme, Batteriewechsel B1 Batterieeinbau, - wechsel Zum Betrieb des Meßgerätes VC – 220 ist eine 9-V-Blockbatterie erforderlich. Wenn das Batteriewechselsymbol in der Anzeige erscheint ist ein Batteriewechsel erforderlich. Dazu gehen Sie wie folgt vor: - Trennen Sie Ihr Meßgerät vom Meßkreis, entfernen Sie die Meßleitungen vom Meßgerät, schalten Sie es aus und entfernen Sie das Gummiholster Let op! Gebruik voor het reinigen geen carbonhoudende reinigingsmiddelen of benzine, alcohol of dergelijke. Daardoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor het reinigen ook geen gereedschap met scherpe kanten, schroevendraaiers of metaalborstels e.dgl.. Technische gegevens en meettoleranties Technische gegevens Display : 31/2 plaatsen tellend display 1999 met automatische polariteitsweergave, symboolweergave, maateenheden en aansluitaanwijzingen Max. meetfrequentie : 2 – 3 metingen per seconde 60 - drehen Sie mit einem geeigneten Schraubendreher (Kreuzschlitz) die Befestigungsschrauben der unteren Gehäusehalbschale heraus. - Heben Sie die untere Gehäusehalbschale vorsichtig ab. Die Batteriekontakte (auf der Platine) Sicherungen für die Stromeingänge sind nun freigelegt. - Sie die verbrauchte Batterie. Legen Sie nun eine unverbrauchte 9 – V – Blockbatterie in die Gehäuseaussparung in der unteren Gehäusehalbschale (Minuspol zum Kopfende zeigend) und setzen Sie das Gehäuseoberteil auf. Achten Sie darauf, dass die Batteriekontakte in die Aussparungen des Batteriefaches gleiten. - Verschließen Sie das Gehäuse wieder sorgfältig. Achtung! Betreiben Sie das Meßgerät auf keinen Fall im geöffneten Zustand. !Lebensgefahr! Lassen Sie keine verbrauchten Batterie im Meßgerät, da selbst auslaufgeschützte Batterien korrodieren können und dadurch Chemikalien freigesetzt 9  werden können, welche Ihrer Gesundheit schaden bzw. das Batteriefach zerstören. Verbrauchte Batterien sind als Sondermüll zu betrachten und müssen daher umweltgerecht entsorgt werden. Hierfür gibt es bei den Fachhändlern bzw. in den Wertstoffhöfen spezielle Sammelbehälter. B2 Grundeinstellung Um eine Meßart auszuwählen, stellen Sie den Drehschalter auf die gewünschte Position. Das Meßgerät wird anschließend über den Taster " " links oberhalb des Drehschalters eingeschaltet. Das Meßgerät wird über diesen Taster auch wieder ausgeschaltet. B3 Tastenbelegungen a) Taster "Low Imp. 400 kΩ" Mit Hilfe dieses Tasters wird der Eingangswiderstand von ca. 10 MΩ für die Dauer des Tastendruckes aber nicht länger als max. 3 s auf 400 kΩ reduziert. Dadurch ist es möglich, unerwünschte Phantomspannungen bei Wechselspannungsmessungen zu unterdrücken. Bij weerstanden groter dan ca. 4 MOhm kan het zijn dat de weergave enige tijd nodig heeft om zich te stabiliseren ("in te stellen"). Zodra "OL" in het display verschijnt en het staafdiagram alle segmenten weergeeft, bent u buiten het meetbereik , resp. is het meettraject onderbroken. In het onderste gedeelte van het display wordt de juiste aansluiting van de meetdraden op het meetapparaat weergegeven. E Meting van 1,5-V-batterijen Let op! Let in ieder geval op de max. ingangsgrootheden Stel de draaischakelaar in op positie " " 1,5 V. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad aan op de "mA"-bus, zoals weergegeven in onderstaande afbeelding. Vervolgens verbindt u de meetstiften volgens de juiste poolrichting met een 1,5-V-batterij. De te meten batterij wordt nu belast en de belastingsspanning wordt weergegeven. De belastingsstroom is relatief hoog, daarom kunt u ook geen knoopcellen meten. Achtung! Die Funktion darf bis max. 250 V Wechselspannung und max. 3 s lang angewandt werden. F Meting van 9-V-blokbatterijen b) Drehschalter Im Vollkreis angeordnet finden Sie folgende Meßfunktionen Let op! Let in ieder geval op de max. ingangsgrootheden V= Gleichspannungsmessung 200m – 2 – 20 – 200 – 1000 V~ Wechselspannungsmessung 750 – 200 – 20 – 2 A~ Wechselstrommessung 200µ – 2m – 20m – 200m – 20 A= Gleichstrommessung 20 – 200m – 20m – 2m – 200µ Durchgangsprüfung und Diodentest Widerstandsmessung 200 – 2k – 20k – 200k – 2M – 20M Ω " " 1,5V Messung (belastet) von 1,5 – V - Batterien " " 9V Messung (belastet) von 9 – V - Blockbatterien C Gebrauchslage Betreiben Sie das Multimeter stets so, daß Sie die Flüssigkeitskristallanzeige (englisch kurz: LCD) lesen können bzw. die Digitalanzeige nach oben zeigt. Zur besseren Ablesung im Standbetrieb befindet sich an der Geräterückseite ein aufklappbarer Standbügel. 10 Stel de draaischakelaar in op positie " " 9 V. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad aan op de "mA"-bus, zoals weergegeven in onderstaande display. Vervolgens verbindt u de meetstiften volgens de juiste poolrichting met een 9-V-batterij. De te meten batterij wordt nu belast en de belastingsspanning wordt weergegeven. Verwijderen Als de digitale multimeter ondanks intacte voeding en zekering niet functioneert resp. niet meer gerepareerd kan worden, moet deze conform de geldende wettelijke voorschriften worden weggegooid. 59  Durchführung von Messungen rode rote meetdraad Meßleitung zwarte schwarze meetdraad Meßleitung Doorlaatrichting Durchlaßrichtung rode rote meetdraad Meßleitung zwarte schwarze meetdraad Meßleitung Sperrichting Sperrichtung Op de display wordt "1" voor Overload bij open of niet-aangesloten meetdraden of hoogohmige (of onderbroken) halfgeleidertrajecten weergegeven. Bij een intacte PNovergang verschijnt bij Si-diodetrajecten een waarde tussen 0,45 en 0,75 VDC, Gediodetrajecten een waarde tussen 0,2 en 0,4 VDC. Indien echter in plaats van een "spanningswaarde" "1" verschijnt (voor overloop) dan is het diodetraject onderbroken of zijn de meetdraden verwisseld. Als bij transistors een "spanning" van meer dan 1V wordt gemeten (weergave 1000), kan het gaan om transistors met ingebouwde weerstanden. Bij lichtdioden wordt een "doorlaatspanning" van ca. 1,4 tot 2,2 VDC gemeten. Als het om een Low-Current-Led gaat, is de meetstroom eventueel voldoende om deze LED te laten branden. Tip! - Bij kabelweerstanden van minder dan ca. 50 Ohm (weergave "100" bij diodetest) klinkt een geluidssignaal. - In het onderste gedeelte van het display wordt de juiste aansluiting van de meetdraden op het meetapparaat weergegeven. A Spannungsmessung V= (DC) ; V~ (AC) Achtung! Überschreiten Sie auf keinen Fall die max. zulässigen Eingangsgrößen, auch nicht bei der Messung von überlagerten Gleichspannungen (z.B. Brummspannung). Max. 1000 VDC bzw. 750 VAC rms. Berühren Sie keine Schaltungen oder Schaltungsteile, wenn Sie höhere Spannungen als 25 VACrms oder 35 VDC darin messen. Zur Messung von Spannungen gehen Sie wie folgt vor (beachten Sie die Abbildungen): 1. Stellen Sie den Drehschalter auf "V~" 2 V oder 20 V oder 200 V oder 750 V für Wechselspannungsmessungen (AC) oder auf "V=" 200mV, 2V, 20V, 200V, 1000V für Gleichspannungsmessungen (DC). 2. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der "VΩ " – Buchse. 3. Verbinden Sie nun die Meßspitzen mit dem Meßobjekt (Last, Schaltung usw.). Die Meßspannung wird angezeigt. Der Eingangswiderstand (Impedanz) beträgt 10 Mohm, bei einer Eingangskapazität von weniger als 100 pF. D Weerstandsmeting "Ω" Let op! Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn. Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk (zie ook de afbeeldingen): 1. Stel de draaischakelaar in op weerstandsmeting "Ω" 200 of 2k of 20k of 200k of 2M of 20M. 2. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad aan op de VΩ " –bus. Sluit nu de meetstiften aan op het meetobject. Na een korte stabilisatiefase krijgt u vervolgens de weerstandswaarde te zien. Hinweise! Dadurch daß der Meßeingang sehr empfindlich ist kann es sein, daß besonders in den unteren Spannungsbereichen bis max. 250 V bei freiliegenden Meßleitungen oder aber auch während der Messung irgendwelche Meßwerte sogenannte Phantomwerte angezeigt werden. Mit Hilfe des Tasters "Low Imp. 400 kΩ" werden diese Phantomspannungen unterdrückt, der Eingangswiderstand auf 400 kOhm reduziert. Die Betätigung darf aber nur bis max. 250 V und weniger als ca. 3s erfolgen. Im unteren Teil des Displays wird der korrekte Anschluss der Messleitungen and das Messgerät angezeigt. Tip! Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee de meetstiften in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen de meetwaarde vervalsen. 58 11  B Strommessung A~ (AC) bzw. A= (DC) B Stroommeting A~ (AC) resp. A= (DC) Zur Messung von Wechselströmen (AC) oder Gleichströmen (DC) gehen Sie wie folgt vor (beachten Sie unbedingt die Abbildungen): Voor het meten van wisselstroom (AC) of gelijkstroom (DC) gaat u als volgt te werk (zie ook de afbeeldingen): 1. Stellen Sie den Drehschalter auf "A=" (DC) bzw. "A~" (AC) "A~" 200µ oder 2m oder 20m oder 200m für Gleich-, oder Wechselströme bis 200 mA oder auf "A=" (DC) bzw. "A~" (AC) 20 für Ströme über 200 mA bis max. 20 A (max. 10 s lang, alle 15 Minuten). 1. Stel de draaischakelaar in op "A=" (DC) resp. "A~" (AC) "A~" 200µ of 2m of 20m of 200m voor gelijk- of wisselstroom tot 200 mA of op "A=" (DC) resp. "A~" (AC) 20 voor stromen boven 200 mA tot max. 20 A (max. gedurende 10 s, om de 15 minuten). 2. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der mA – Buchse für Ströme bis 200 mA bzw. mit der A – Buchse für Ströme über 200 mA. Verbinden Sie anschließend (zur Messung) die Meßleitungen in Serie mit dem Meßobjekt. 2. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en sluit de rode meetdraad aan op de mA-bus voor stromen tot 200 mA resp. op de A–bus voor stromen hoger dan 200 mA. Sluit vervolgens (voor de meting) de meetdraden in serie aan op het meetobject. Fuse Fuse Meetapparaat Messgerät Zekering Sicherung Stromquelle Spannings bron Verbraucher (Last, Schaltung) Verbruiker (belasting, schakeling) Achtung! Let op! Messen Sie keine Ströme in Stromkreisen, in welchen Spannungen größer 250 VDC bzw. VACrms auftreten können, damit das Meßgerät nicht beschädigt wird und dadurch für Sie Lebensgefahr bestehen kann. Im unteren Teil des Displays wird der korrekte Anschluss der Messleitungen and das Messgerät angezeigt. (Unterschiede bei mA und A). Meet geen stromen in stroomkringen, waarin spanningen groter dan 250 VDC resp. VAC rms kunnen optreden. Hierdoor kan het meetapparaat beschadigd raken hetgeen voor u een levensgevaarlijke situatie oplevert. In het onderste gedeelte van het display wordt de juiste aansluiting van de meetdraden op het meetapparaat weergegeven. (Verschillen bei mA en A). C Diodentest und Durchgangsprüfung Achtung! Vergewissern Sie sich, daß alle zu messenden Schaltungsteile, Schaltungen und Bauelemente sowie andere Meßobjekte unbedingt spannungslos sind. Zur Messung von Dioden und anderen Halbleiterstrecken sowie von spannungslosen Leitungen, Kabeln, Verdrahtungen, Schaltungsteilen usw. gehen Sie wie folgt vor (beachten Sie die Abbildung): 1. Stellen Sie den Drehschalter auf " ". 2. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der "VΩ " – Buchse und verbinden Sie die Meßspitzen mit dem spannungslosen Meßobjekt 12 C Diodetest en doorgangstest Let op! Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos zijn. Voor het meten van dioden en andere halfgeleidertrajecten en spanningsloze leidingen, kabels, bedradingen, schakeldelen, enz. gaat u als volgt te werk (zie ook de afbeelding): 1. Stel de draaischakelaar in op " ". 2. Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus en de rode meetdraad aan op de "VΩ " –bus. Sluit nu de meetstiften aan op het spanningsloze meetobject. 57  Uitvoeren van metingen A Gelijkspanningsmeting V= (DC); V~(AC) rote rote Meßleitung Messleitung Voor het meten van spanningen gaat u als volgt te werk (let op de afbeeldingen): 1. Zet de draaischakelaar op V=. 2. Verbind de zwarte meetdraad met het COM-contact en de rode meetdraad met het "VΩ "- contact. rote rote Messleitung Meßleitung Durchlaßrichtung Durchlaßrichtung Let op! Overschrijd nooit de max. toegestane ingangsgrootheden, ook niet bij de meting van interfererende gelijkspanningen (bv. rimpelspanning). Max. 1000 VDC resp. 750 VAC rms. Raak geen schakelingen of schakelonderdelen aan, als u hogere spanningen dan 25 VACrms of 35 VDC daarin meet. schwarze schwarze Meßleitung Messleitung schwarze schwarze Messleitung Meßleitung Sperrichtung Sperrichtung In der Anzeige wird "1" für Overload bei offenen oder nicht angeschlossenen Meßleitungen oder hochohmigen (oder unterbrochenen) Halbleiterstrecken angezeigt. Bei einem intakten PN-Übergang erscheint bei Si – Diodenstrecken ein Wert zwischen 0,45 und 0,75 VDC, Ge – Diodenstrecken ein Wert zwischen 0,2 und 0,4 VDC. Erscheint jedoch statt eines "Spannungswertes" "1" (für Überlauf) so ist die Diodenstrecke unterbrochen oder die Meßleitungen sind vertauscht. Wird bei Transistoren eine "Spannung" von mehr als 1 V (Anzeige 1000) gemessen, kann es sich dabei um Transistoren mit eingebauten Widerständen handeln. Bei Leuchtdioden wird eine "Durchlaßspannung" von ca. 1,4 bis 2,2 VDC gemessen. Handelt es sich um eine Low – Current – Led, reicht der Meßstrom u. U. aus, um diese zum Leuchten zu bringen. 3. Verbind nu de meetstaven met het meetobject (last, schakeling enz.). De meetspanning wordt weergegeven. Hinweis! De ingangsweerstand (impedantie) bedraagt 10 MOhm, bij een ingangscapaciteit van minder dan 100 pF. - Im unteren Teil des Displays wird der korrekte Anschluss der Messleitungen and das Messgerät angezeigt. Aanwijzingen! Doordat de meetingang zeer gevoelig is, kan het gebeuren dat vooral in het mV-bereik bij blootliggende meetdraden (niet met een meetobject verbonden) willekeurige meetwaarden worden weergegeven. Dit "verschijnsel" is normaal en verdwijnt, zodra u de meting uitvoert. In het onderste gedeelte van het display ziet u hoe het meetapparaat moet worden aangesloten. - Bei Leitungswiderständen von weniger als ca. 50 Ohm (Anzeige "100" bei Diodentest) ertönt ein akustisches Signal. D Widerstandsmessung "Ω" Achtung! Vergewissern Sie sich, daß alle zu messenden Schaltungsteile, Schaltungen und Bauelemente sowie andere Meßobjekte unbedingt spannungslos sind. Zur Widerstandsmessung gehen Sie wie folgt vor (beachten Sie die Abbildungen): 1. Stellen Sie den Drehschalter auf Widerstandsmessung "Ω" 200 oder 2k oder 20k oder 200k oder 2M oder 20M.. 2. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der "VΩ " – Buchse und verbinden Sie die Meßspitzen mit dem Meßobjekt. Nach einer kurzen Stabilisierungsphase wird Ihnen der Widerstandswert angezeigt. Hinweis! Wenn Sie eine Widerstandsmessung durchführen, achten Sie darauf, daß die Meßpunkte, welche Sie mit den Meßspitzen zum Messen berühren, frei von 56 13  Schmutz, Öl, Lötlack oder ähnlichem sind. Solche Umstände können den Meßwert verfälschen. Bei Widerständen größer ca. 4 MOhm kann es sein, daß die Anzeige etwas Zeit benötigt, um sich zu stabilisieren ("einzustellen"). Sobald "OL" im Display erscheint und der Bargraph alle Segmente anzeigt, haben Sie den Meßbereich überschritten, bzw. die Meßstrecke ist unterbrochen. Im unteren Teil des Displays wird der korrekte Anschluss der Messleitungen and das Messgerät angezeigt. Lege batterijen zijn klein-chemisch afval en dienen daarom als zodanig te worden weggegooid. Hiervoor zijn er bij de vakhandelaren resp. op de milieuparken speciale verzamelbakken. B2 Basisinstelling Om het soort meting te kiezen, zet u de draaischakelaar op de gewenste positie. Het meetapparaat wordt vervolgens via de knop " " links boven de draaischakelaar ingeschakeld. Het meetapparaat wordt via deze knop ook weer uitgeschakeld. E Messung von 1,5 – V - Batterien B3 Knopbezetting Achtung! Beachten Sie unbedingt die max. Eingangsgrößen Stellen Sie den Drehschalter auf die Schalterstellung " " 1,5 V. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der "mA" – Buchse, wie unten in der Anzeige abgebildet. Anschließend verbinden Sie die Meßspitzen polungsrichtig mit einer 1,5 – V - Batterie. Die zu messende Batterie wird nun belastet und die Lastspannung angezeigt. Der Laststrom ist relativ hoch, daher kann man keine Knopfzellen messen. F Messung von 9 – V – Blockbatterien a) knop "Low Imp. 400 kΩ" Met behulp van deze knop wordt de ingangsweerstand van ca.10 mΩ zolang de knop wordt ingedrukt, maar niet langer dan max. 3 s tot 400 kΩ gereduceerd. Daardoor is het mogelijk om ongewenste fantoomspanningen bij wisselspanningsmetingen te onderdrukken. Let op! De functie mag tot max. 250 V wisselspanning en max. 3 s lang worden toegepast. b) Draaischakelaar Achtung! Beachten Sie unbedingt die max. Eingangsgrößen Stellen Sie den Drehschalter auf die Schalterstellung " " 9 V. Verbinden Sie die schwarze Meßleitung mit der COM – Buchse und die rote Meßleitung mit der "mA" – Buchse, wie unten im Display abgebildet. Anschließend verbinden Sie die Meßspitzen polungsrichtig mit einer 9 – V – Batterie. Die zu messende Batterie wird nun belastet und die Lastspannung angezeigt. In een cirkel gerangschikt vindt u de volgende meetfuncties V= gelijkspanningsmeting 200m – 2 – 20 – 200 – 1000 V~ wisselspanningsmeting 750 – 200 – 20 – 2 A~ wisselstroommeting 200µ– 2m – 20m – 200m – 20 A= gelijkstroommeting 20 – 200m – 20m – 2m – 200µ doorgangscontrole en diodetest Entsorgung Ist das Digitalmultimeter trotz intakter Versorgung und Sicherungen nicht funktionsfähig bzw. nicht mehr reparierbar, so muß es nach den geltenden gesetzlichen Vorschriften entsorgt werden. Ω weerstandsmeting 200 – 2k – 20k – 200k – 2M – 20M " " 1,5V meting (belast) van 1,5 – V - batterijen " " 9V meting (belast) van 9 – V - blokbatterijen C Gebruiksstand Gebruik de multimeter steeds zo dat het LCD-display leesbaar is resp. het digitaal display naar boven wijst. Om de waarden beter te kunnen aflezen als het apparaat rechtop staat, bevindt zich aan de achterkant van het apparaat een uitklapbare standaard. 14 55  Bediening, inbedrijfstelling, vervangen van de batterij A Aansluiting van de meetdraden Gebruik voor uw metingen altijd alleen de meegeleverde meetdraden. Let vóór elke aansluiting erop of de toestand van de aansluitstekkers resp. meetstaven alsmede of de isolatie niet beschadigd is. De meegeleverde meetdraden zijn goedgekeurd voor spanningen tot max. 1000 V. Uw meetapparaat, de VC 220, is geconstrueerd voor spanningen tot max. 1000 VDC resp. 750 VACrms in overspanningscategorie II. Wees zeer voorzichtig in de omgang met spanningen groter dan 30 V wissel- resp. 60 V gelijkspanning. Achtung! - Beim Öffnen von Abdeckungen oder Entfernen von Teilen, außer wenn dies von Hand möglich ist können spannungsführende Teile freigelegt werden. Es können auch Anschlußstellen spannungsführend sein. Vor einem Abgleich, einer Wartung, einer Instandsetzung oder einem Austausch von Teilen oder Baugruppen, muß das Gerät von allen Spannungsquellen und Meßkreisen getrennt sein, wenn ein Öffnen des Gerätes erforderlich ist. Wenn danach ein Abgleich, eine Wartung oder eine Reparatur am geöffneten Gerät unter Spannung unvermeidlich ist, darf das nur durch eine Fachkraft geschehen, die mit den damit verbundenen Gefahren bzw. den einschlägigen Vorschriften dafür (VDE 0100, VDE 0701, VDE 0683...) vertraut ist. - Kondensatoren im Gerät können noch geladen sein, selbst wenn das Gerät von allen Spannungsquellen und Meßkreisen getrennt wurde. Let op! Overschrijd nooit de max. ingangsgrootheden, omdat anders door beschadiging van het meetapparaat voor u levensgevaar bestaat. B Inbedrijfstelling, vervangen van de batterij B1 Plaatsen en vervangen van de batterij Voor de voeding van het meetapparaat VC - 220 is een 9-V-blokbatterij noodzakelijk. Als het symbool Batterij vervangen in het display verschijnt, moet de batterij worden vervangen. Ga hiervoor als volgt te werk: - Scheid het meetapparaat van het meetcircuit, verwijder de meetdraden van het meetapparaat, schakel het apparaat uit en verwijder de rubberholster - verwijder met een passende schroevendraaier (kruiskop) de bevestigingsschroeven uit de onderste helft van de behuizing. - Til het onderste deel van de behuizing nu voorzichtig op. De batterijcontacten (op de printplaat) voor de stroomingangen liggen nu bloot. - Trek wegwerphandschoenen aan neem de oude batterij uit. Plaats nu een nieuwe 9 – V – blokbatterij in de uitsparing in de onderste helft van de behuizing (minpool in richting van de voorkant) en plaats het bovenste deel van de behuizing terug.Let erop dat de batterijcontacten in de uitsparingen van het batterijcompartiment glijden. - Sluit het behuizing weer zorgvuldig. Let op! Schakel het meetapparaat nooit in geopende toestand in. !Levensgevaar! Laat oude batterijen niet in het meetapparaat zitten, omdat zelf lekbeveiligde batterijen kunnen corroderen en daardoor chemicaliën vrij kunnen komen die uw gezondheid schaden resp. het batterijcompartiment beschadigen. 54 Wartung und Kalibrierung Um die Genauigkeit des Multimeters über einen längeren Zeitraum zu gewährleisten, sollte es jährlich einmal kalibriert werden. Die Kalibrierung kann von unserer Kalibrierstelle im "Service 2000" kostengünstig durchgeführt werden. Der Sicherungswechsel ist im Kapitel nach den Maximalen Eingangsgrößen gesondert beschrieben. Zur Reinigung des Gerätes bzw. des Display-Fensters nehmen Sie ein sauberes, fusselfreies, antistatisches und trockenes Reinigungstuch. Achtung! Verwenden Sie zur Reinigung keine carbonhaltigen Reinigungsmittel oder Benzine, Alkohole oder ähnliches. Dadurch wird die Oberfläche des Meßgerätes angegriffen. Außerdem sind die Dämpfe gesundheitsschädlich und explosiv. Verwenden Sie zur Reinigung auch keine scharfkantigen Werkzeuge, Schraubendreher oder Metallbürsten o.ä.. Technische Daten und Meßtoleranzen Technische Daten Display (Anzeige) :31/2– stellige Anzeige 1999 mit automatischer Polaritätsanzeige, Symbolanzeigen, Maßeinheiten und die Anschlußbelegungen Max. Meßrate :2 – 3 Messungen pro Sekunde Überlaufanzeige :"1 ." für Overload 15  Batteriewechselanzeige :" + Arbeitstemperatur :0°C bis +40°C (32 °F bis 104°F) Lagertemperatur :-10°C bis +50°C (14°F bis 122°F) relative Luftfeuchtigkeit :< 75 %, nicht kondensierend im Bereich von 0°C bis +30°C bzw. - " < 50%, nicht kondensierend von +30°C bis +40°C Abmessungen (L X B X H) :ca. 179 x 88 x 39 mm (mit Holster, ohne Meßleitungen) Meßtoleranzen Angabe der Genauigkeit in ±(% der Ablesung + Anzahl der Stellen = digits = dgt(s) ) Genauigkeit 1 Jahr lang bei einer Temperatur von +18°C bis 28°C, bei einer rel. Luftfeuchtigkeit von kleiner als 75 %, nicht kondensierend. Die Warm – up – Zeit beträgt 1 Minute Meßbereich Genauigkeit Gleichspannung 200 mV ±(0,6% + 5 dgts) 2 V ±(0,6% + 5 dgts) 20 V ±(0,6% + 5 dgts) 200 V ±(0,6% + 5 dgts) 1000 V ±(1,0% + 5 dgts) Eingangsimpedanz: 10 MOhm Wechselspannung 2V 20 V 200 V 750 V Auflösung Frequenz - Wees zeer voorzichtig bij de omgang met spanningen groter dan 30 V wissel- (AC) resp. groter dan 60 V gelijkspanning (DC). Reeds bij deze spanningen kunt u bij aanraking van elektrische geleiders een levensbedreigende elektrische schok krijgen. Schakel derhalve om te beginnen de spanningsbron stroomloos, verbind het meetapparaat met de aansluitingen van de te meten spanningsbron, stel op het meetapparaat het vereiste spanningsmeetbereik in en schakel daarna de spanningsbron in. Schakel na beëindiging van de meting de spanningsbron stroomloos en verwijder de meetdraden van de aansluitingen van de spanningsbron. - Controleer vóór elke spanningsmeting of zich het meetapparaat niet in het stroommeetbereik bevindt. Op zijn laatst, als het akoestische signaal voor de foute verbinding wordt afgegeven. - Vóór elke wissel van het meetbereik moeten de meetstaven van het meetobject worden verwijderd. - Controleer vóór elke meting het meetapparaat resp. de meetdraden op beschadiging(en). - Gebruik voor het meten en voor het opladen van het meetapparaat alleen de meetdraden die samen met het meetapparaat zijn geleverd. Alleen deze zijn toegestaan. 0,1 mV 1 mV 10 mV 100 mV 1V - Om een elektrische schok te voorkomen, moet u erop letten dat u de meetstaven en de te meten aansluitingen (meetpunten) tijdens het meten resp. tijdens het opladen niet, ook niet indirect, aanraakt. - De spanning tussen het meetapparaat en aarde mag 500 VDC / VACrms in de overspanningscategorie II niet overschrijden. ±(1,0% + 5 dgts) ±(1,0% + 5 dgts) ±(1,0% + 5 dgts) ±(1,2% + 5 dgts) 1 mV 10 mV 100 mV 1V 40 Hz bis 400 Hz 40 Hz bis 400 Hz 40 Hz bis 400 Hz 40 Hz bis 400 Hz Eingangsimpedanz: 10 MOhm, < 100 pF Messung und Anzeige des Effektivwertes der Wechselspannung bei sinusförmigem Meßsignal Gleichstrom DCA (µ A und mA und A) 200 µA ±(1,0% + 2 dgts) 2 mA ±(1,0% + 2 dgts) 20 mA ±(1,0% + 2 dgts) 200 mA ±(1,0% + 2 dgts) 20 A ±(1,2% + 8 dgts) 16 Sluit na het vervangen van de zekering weer de behuizing en draai de schroeven in omgekeerde volgorde weer zorgvuldig vast. Schakel het meetapparaat pas weer in, als de behuizing goed dicht is en de schroeven weer zijn vastgedraaid. - Als verondersteld kan worden dat een veilige werking niet meer mogelijk is, moet het apparaat worden uitgeschakeld en tegen onbedoeld inschakelen worden beveiligd. Verondersteld kan worden dat een veilige werking niet meer mogelijk is, als - het apparaat zichtbare beschadigingen vertoont, - het apparaat niet meer werkt en - na langere opslag onder ongunstige omstandigheden of 0,1 µ A 1µA 10 µ A 0,1mA 10 mA - na zware transportbelastingen. - Schakel het meetapparaat nooit meteen in, als het vanuit een koude in een warme ruimte is gebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan mogelijk uw apparaat beschadigen. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. 53 
 CAT II = Let op! Contactgevaarlijke spanningen! Levensgevaar! = Lees de bedieningshandleiding = overspanningscategorie II (twee) = veiligheidsklasse II • Stroommetingen mogen alleen worden uitgevoerd in stroomcircuits die zelf met 20 A zijn beveiligd resp. waarin geen spanningen groter dan 250 VDC/VACrms kunnen optreden. Het meetapparaat mag niet worden gebruikt in installaties van overspanningscategorie III conform IEC 664. Wechselstrom ACA (µA und mA und A) 200 µA ±(1,0% + 5dgts) 2 mA ±(1,0% + 5dgts) 20 mA ±(1,0% + 5dgts) 200 mA ±(1,0% + 5dgts) 20 A ±(2,2% + 5dgts) 0,1µ A 1µA 10 µ A 0,1 mA 10 mA Widerstand 200 Ohm 2 kOhm 20 kOhm 200 kOhm 2 MOhm 20 MOhm 0,1 Ohm 1 Ohm 10 Ohm 0,1 kOhm 1 kOhm 10 kOhm ±(1,0% + 3dgts) ±(1,0% + 3dgts) ±(1,0% + 3dgts) ±(1,0% + 3dgts) ±(1,0% + 3dgts) ±(1,5% + 5dgts) 40 bis 400 Hz 40 bis 400 Hz 40 bis 400 Hz 40 bis 400 Hz 40 bis 400 Hz Durchgangsprüfer Die akustische Anzeige eines Durchganges erfolgt bei Widerständen kleiner als ca. 50 Ohm. - Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed en behoren zodoende nooit in handen van kinderen. Diodentest Die max. Meßspannung am offenen Meßkreis beträgt max. ca. 3 VDC, Anzeigeauflösung 1 mV Meßstrom ca. 1 mA - In industriële inrichtingen moeten de ongevallenpreventievoorschriften voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen van de betreffende bond in acht worden genomen. Batterietest Lastwiderstand bei der 1,5 – V – Messung ca. 38 Ohm und bei der 9 – V – Messung ca. 450 Ohm - In scholen en opleidingsinrichtingen, hobby- en doe-het-zelf-werkplaatsen moet op de omgang met meetapparatuur op verantwoordelijke wijze door geschoold personeel toezicht worden gehouden. Maximale Eingangsgrößen, Überlastschutz Spannungsmessung : 1000 VDC bzw. 750 VACrms Strommessung - Zorg ervoor dat de zekeringen alleen worden vervangen door zekeringen van het aangegeven type en de aangegeven nominale stroomsterkte. Het gebruik van gerepareerde zekeringen of het overbruggen van de smeltpatroonhouder is niet toegestaan. Voor het vervangen van de zekering koppelt u het meetapparaat los van het meetcircuit en schakelt u het uit. Verwijder alle aangesloten kabels en teststaven. Open de behuizing met een passende kruiskopschroevendraaier. Neem de defecte zekering(en) uit en vervang deze door zekeringen van hetzelfde type en dezelfde nominale stroomsterkte. Voor het uA – / mA – bereik: 0,315 A superflink, 250 V, High Energy resp. voor het A – bereik 10 A superflink, 250 V, High Energy. 52 : 20 A AC/DC im A-Bereich max. 10 s, mit einer anschließenden Abkühlphase von mind. 15 Min. max. 250 VDC/VACrms, Überlastschutz: Super-Flinke 10 – A – 250 – V – Sicherung, 400mA AC/DC im mA-Bereich, max. 250 VDC/VACrms, Überlastschutz: Super-Flinke 0,315 – A – 250 – V – Sicherung Widerstandsmessung : Überlastschutz 230 V DC/ACrms Diodentest, Durchgangsprüfung : Überlastschutz 230 V DC/ACrms 17  Achtung! 2 Eine Überschreitung der max. zulässigen Eingangsgrößen führt unter ungünstigen Umständen zur Beschädigung des Meßgerätes bzw. zu einer Gefährdung des Lebens des Benutzers. Draaischakelaar (=meetfunctieschakelaar) voor het instellen van de verschillende bedrijfsmodi (spanningsmeting, stroommeting enz.) 3 Drukknoppen voor de functies "AAN/UIT" en "LOW IMP. 400 kΩ" 4 Digitaal display 3 1/2 plaatsend tellend met symbolen voor de maateenheden en functies en aansluitaanwijzingen 5 Rubberholster Sicherungswechsel Beachten Sie beim Sicherungswechsel unbedingt die Sicherheitsbestimmungen! Es ist sicherzustellen, daß nur Sicherungen vom angegebenen Typ und der angegebenen Nennstromstärke als Ersatz verwendet werden. Die Verwendung geflickter Sicherungen oder ein Überbrücken des Sicherungshalters ist unzulässig. Inhoudsopgave Inleiding.....................................................................................................................49 Zum Wechsel der Sicherungen trennen Sie das Meßgerät vom Meßkreis und schalten es aus. Entfernen Sie alle angeschlossenen Leitungen; Adapter und Prüfspitzen. Voorgeschreven gebruik ...........................................................................................50 Bedieningselementen (uitklappagina) .......................................................................50 Nehmen Sie einen passenden Schraubendreher zur Hand und öffnen Sie das Gehäuse vorsichtig. Entfernen Sie zunächst das Holster und drehen Sie dann die drei Kreuzschlitzschrauben heraus. Hebeln Sie die untere Gehäusehalbschale ab; die Sicherungen sind nun freigelegt. Inhoudsopgave .........................................................................................................51 Veiligheidsinstructies.................................................................................................51 Gebruik, ingebruikneming, batterijen plaatsen/vervangen .......................................54 Entnehmen Sie die defekte(n) Sicherung(en) und ersetzen Sie diese mit solchen gleichen Typs und Nennstromstärke (siehe Überlastschutz, max. Eingangsgrößen) Uitvoeren van metingen ............................................................................................56 Verwijdering...............................................................................................................59 Achtung! Schließen und verschrauben Sie nach erfolgtem Sicherungswechsel das Gehäuse in umgekehrter Reihenfolge sorgfältig. Nehmen Sie das Meßgerät erst wieder in Betrieb, wenn das Gehäuse sicher geschlossen und verschraubt ist. Onderhoud en kalibratie............................................................................................60 Technische gegevens, meettoleranties.....................................................................60 Veiligheidsrichtlijnen Bij schade, die is ontstaan door het niet in acht nemen van de bedieningshandleiding, vervalt elke aanspraak op garantie! Voor gevolgschade, die daaruit resulteert, zijn wij niet aansprakelijk. Bij materiële schade of persoonlijk letsel die/dat door onjuist gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsrichtlijnen is veroorzaakt, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt elke aanspraak op garantie. - Dit apparaat is conform DIN 57 411 deel 1/VDE 0411 deel 1, veiligheidsmaatregelen voor elektronische meetapparaten, resp. IEC 1010-1, gebouwd en gekeurd en heeft de fabriek in veiligheidstechnisch probleemloze toestand verlaten. Om deze toestand te behouden en een veilige werking veilig te stellen, dient de gebruiker de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingsaanwijzingen ("Let op!" en "Aanwijzing!") in acht te nemen, die in deze gebruiksaanwijzing staan. Let op de volgende symbolen: 18 51  Juist gebruik van het meetapparaat VC 220: Meten van gelijkspanningen tot maximaal 1000 VDC in overspanningscategorie 2 (II) Meten van wisselspanningen tot maximaal 750 VACrms in overspanningscategorie 2 Meten van gelijk- en wisselspanningen tot max. 20 A, max. 10 s lang om de 15 minuten (gegarandeerd) Meten van weerstanden tot max. 20 MOhm Doorgangscontrole: (onder ca. 50 Ohm akoestisch) en diodetest Een meting onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omgevingscondities zijn: - vocht of te hoge luchtvochtigheid, - stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - onweer resp. onweersomstandigheden zoals sterke elektrostatische velden enz. Ander gebruik dan eerder beschreven, leidt tot beschadiging van het meetapparaat, bovendien zijn hiermee gevaren, zoals bv. kortsluiting, brand, elektrische schok, enz. verbonden. Het totale product mag niet worden gewijzigd resp. worden omgebouwd! De veiligheidsrichtlijnen dienen altijd in acht te worden genomen!  Introduction Dear Customer, In purchasing this Voltcraft® product, you have made a very good decision for which we should like to thank you. You have acquired an above-average quality product from a brand family which has distinguished itself in the field of measuring, charging and network technology by particular competence and permanent innovation. With Voltcraft®, you will be able to cope even with difficult tasks as an ambitious hobbyist just as much as a professional user. Voltcraft® offers you reliable technology at an extraordinarily favourable cost-performance ratio. We are certain: Your start with Voltcraft will at the same time be the commencement of a long and profitable co-operation. We wish you much enjoyment with your new Voltcraft® product! Dear Customer, With the Digital Multimeter VC 220 you have bought a handy 3 1/2 digit state-of-the-art measuring instrument. The individual measuring ranges can be directly set. A special feature is the "Low Impedance" button by means of which voltages known as phantom voltages can be suppressed when measuring alternating voltages. This device has been designed according to DIN VDE 0411, part 1 for measuring instruments = EN 61010-1. In addition, the DMM VC 220 has been tested for electromagnetic compatibility (EMC) and thus meets the requirements of the applicable European and national directives. Proof of conformity has been submitted and the manufacturer has the corresponding documents on file. To maintain the specifications and to ensure risk-free operation, the user should comply with the following operating instructions! Bedieningselementen Afbeelding (uitklappagina) 1 Meetingangen 1a 20 – A – ingang 1b mA – ingang Deze meetingang is beveiligd met een 10 A zekering en goedgekeurd voor gelijk- en wisselstromen tot max. 20 A (max. 10 s lang met 15 min. pauze tussen de metingen). Op deze ingang kunnen gelijk- en wisselstromen tot max. 200 mA worden gemeten (beveiligd met een sterke 0,315 – A – zekering). 1c COM (–) – ingangsbus (COM – resp. minaansluiting) 1d V Ω ingangsbus (= plusaansluiting) voor de overige metingen 50 (+) – 19  Intended Use of the Measuring Instrument VC 220: Measurement of direct voltages up to max. 1000VDC in the over-voltage category 2 (II) Measurement of alternating voltages up to max. 750VACrms in the over-voltage category 2 Measurement of direct and alternating currents up to max. 20A, for a maximum period of 10s with pauses of 15min between the single measurements (secured) Measurement of resistance values up to max. 20MOhm Continuity check (below 50Ohms acoustic) and diode test A measurement must not be carried out under unfavourable ambient conditions. Unfavourable ambient conditions are the following ones: - wetness or excessive humidity - dust or combustible gases, vapours or solvents - electrical storms or stormy conditions and strong electrostatic fields, etc. Use other than that described above will lead to damage to the measuring instrument and additional risks, such as short circuit, fire, electric shock etc. No part of the product may be changed or modified! The safety instructions should be observed without fail! Operating Elements Illustration (foldout page) 1 Geachte klant Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van een Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U heeft een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doehet-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: dat uw keuze voor Voltcraft tegelijkertijd het begin is van een lange en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Met deze digitale multimeter VC 220 heeft u een handzaam meetapparaat bestaande uit 3 1/2 cijfers conform de nieuwste stand van de techniek verworven.De betreffende meetbereiken zijn direct instelbaar. Als bijzonder kenmerk kan de knop "Low Impedance" worden genoemd, waarmee bij de wisselspanningsmeting zogenaamde fantoomspanningen worden onderdrukt. De opstelling voldoet aan de DIN VDE 0411, deel 1 voor meetapparatuur = EN 61010-1. Bovendien is de DMM VC 220 EMC-gekeurd (voor thuisgebruik) en voldoet zodoende aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen. De conformiteit is aangetoond; de bijbehorende documentatie is aanwezig bij de fabrikant. Om deze status te behouden en een veilige werking te waarbogen, moet u als gebruiker deze bedieningshandleiding altijd in acht nemen! Measuring inputs 1a 20A input This measuring input is secured by 10A (fuse) and has been approved for the connection to direct and alternating currents of up to max. 20A (for a max. period of 10s with pauses of 15min between the single measurements). 1b mA input At this input, direct and alternating currents of up to max. 200mA can be measured (secured by a quick-acting 0.315A fuse). 1c COM (–) – input socket (COM or negative connection) 1d V Ω input socket (= positive connection) for the other measurements 20  Inleiding (+) – 49