Stanley STHT0-77364 de handleiding

Type
de handleiding
50
NL
Gebruikershandleiding
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
2000
k
200k
20k
2000
200
200
m
20m
2000
μ
200
μ
200
200
20
2000
m
200
m
300300
10
Meetsnoe-
ren
Hoogste waarde
10 A
Aansluiting
Functie/
Bereik
Schake-
laar
Data-hold
Knop
COM
Aansluiting
Aansluiting
Scherm
Batterij
Laag
Gemeten
waarde
K Type Thermokoppel
STANLEY
®
Multimeter
Deze STANLEY Multimeter is een CAT III
300 V 10 A compacte digitale multimeter voor
het meten van gelijk- en wisselspanning,
gelijkstroom, weerstand, continuïteit, diode
polariteit en temperatuur. De meter is voorzien
van een polariteitsindicatie, data-hold functie
en buiten bereik indicatie.
Gebruikersveiligheid
WAARSCHUWING: Lees en begrijp
alle instructies voordat u dit
product gebruikt. Het niet opvolgen van
alle instructies kan ernstig letsel of een dodelijk
ongeluk veroorzaken:
CAT III – Deze categorie III multimeter is
bestemd voor gebruik met vaste installaties.
Voorbeelden zijn metingen op verdeelkasten,
zekeringen, bedrading en apparatuur zoals
stationaire motoren. Gebruik de meter
niet voor metingen hoger dan categorie III
300 V 10 V.
NOOIT de meter gebruiken als deze is
beschadigd. Inspecteer de behuizing voordat
u de meter gebruikt. Besteed extra aandacht
aan de isolatie rond de connectoren.
ALTIJD de meetsnoeren controleren op
beschadigde isolatie of zichtbaar metaal.
Controleer de meetsnoeren op continuïteit.
Vervang beschadigde meetsnoeren voordat
u de meter gebruikt.
NOOIT de meter gebruiken als deze niet
goed functioneert. De bescherming kan zijn
aangetast.
NOOIT de meter gebruiken in de nabijheid
van gas, damp of stof.
NOOIT meer dan de nominale spanning
toepassen tussen de meetsnoeren of een
meetsnoer en aarde, deze spanning staat
aangegeven op de meter.
ALTIJD controleren of de meter correct werkt
door voor gebruik een bekende spanning te
meten.
ALTIJD het elektrische circuit uitschakelen
voordat u de meter aansluit in het elektrische
circuit om de stroom te meten. Let op
dat u de meter in serie aansluit met het
elektrische circuit.
ALTIJD het elektrische circuit uitschakelen
voordat u de meter aansluit op het
elektrische circuit om de weerstand te meten.
ALTIJD voorzichtig zijn wanneer u werkt
met spanningen hoger dan 30 V AC rms,
42 V piek of 60 V DC. Deze spanningen
kunnen een gevaarlijke elektrische schok
veroorzaken.
ALTIJD uw vingers tijdens gebruik achter
de vingerbescherming van de meetsnoeren
51
houden.
ALTIJD eerst het meetsnoer van de COM
aansluiting aansluiten voordat u het andere
meetsnoer op de fase aansluit. Als u de
meetsnoeren verwijderd, verwijder dan eerst
het meetsnoer dat op de fase is aangesloten.
ALTIJD de meetsnoeren uit de meter
verwijderen voordat u het batterijdeksel of de
behuizing opent.
NOOIT de meter gebruiken als het
batterijdeksel of delen van de behuizing
loszitten.
ALTIJD de batterij vervangen als de batterij
laag indicator verschijnt. Als u dit niet
doet kan dit mogelijk een elektrische schok
of persoonlijk letsel veroorzaken door een
foutieve meting.
NOOIT een geleider aanraken met uw hand
of huid en nooit uzelf aarden.
NOOIT dit instrument gebruiken als uw hand,
een meetsnoer of het meetinstrument nat is.
NOOIT de meter op een andere manier
gebruiken dan aangegeven in deze
gebruikershandleiding, anders kunnen de
veiligheidskenmerken van de meter worden
aangetast.
ALTIJD de plaatselijk en nationaal geldende
veiligheidsregelgeving navolgen. Draag altijd
persoonlijke beschermingsmiddelen om
letsel door elektrische en statische schokken
te voorkomen als gevaarlijke geleiders die
onder spanning staan zichtbaar zijn.
ALTIJD opletten dat wanneer een invoer is
aangesloten op een gevaarlijke spanning,
alle andere invoeren ook onder spanning
kunnen staan.
ALTIJD alleen 9 V batterijen gebruiken
die voor gebruik met dit product zijn
gespeciceerd. Gebruik van andere
batterijen kan brand veroorzaken.
NOOIT het product demonteren, onderhoud
uitvoeren of repareren. Reparaties die
worden uitgevoerd door ongekwaliceerd
personeel kunnen ernstig letsel veroorzaken.
NOOIT het product natspetteren of in water
onderdompelen.
ALTIJD het product uitschakelen als het niet
wordt gebruikt.
ALTIJD controleren of de batterijen op de
juiste manier zijn geplaatst, met de juiste
polariteit.
NOOIT opzettelijk de batterijcontacten
kortsluiten.
NOOIT proberen om alkaline batterijen op te
laden.
NOOIT batterijen in vuur gooien.
ALTIJD de batterijen verwijderen als u het
product langer dan een maand opbergt.
NOOIT het product in het huisvuil gooien.
ALTIJD de plaatselijke regelgeving
raadplegen en de batterijen op de juiste
manier afvoeren.
A.U.B. RECYCLEN in navolging van de
plaatselijke regelgeving voor de inzameling
en afvoer van elektrisch en elektronisch
afval.
WAARSCHUWING: Om het risico op
persoonlijke letsel en/of mogelijke schade
aan de meter te voorkomen, moet u deze
richtlijnen opvolgen: Als deze richtlijnen niet
worden opgevolgd, bestaat het risico op een
elektrische schok.
• Schakel de spanning van het elektrische
circuit uit en ontlaad alle condensatoren
voordat u de weerstand, diode, continuïteit of
temperatuur meet.
• Gebruik de juiste meetsnoeren (toepassing
en lengte) voor uw metingen. De met deze
multimeter meegeleverde meetsnoeren zijn
CAT III voor 300 V 10 A Max.
52
NL
Gebruikershandleiding
• Schakel eerst de spanning uit voordat u de
meter op het elektrische circuit aansluit om
de stroom te meten. Let op dat u de meter in
serie aansluit met het elektrische circuit.
• Verwijder eerst de meetsnoeren van het
elektrische circuit, voordat u de draaiknop
gebruikt om de functie te wisselen.
Elektrischesymbolen
Wisselstroom
Gelijkstroom
Zowel gelijk- als wisselstroom
Let op, risico of gevaar,
raadpleeg voor gebruik de
gebruikershandleiding.
Let op, gevaar voor elektrische
schokken.
Aardcontact (aarde)
Zekering
Voldoet aan de Europese
richtlijnen
Het meetinstrument is beschermt
door een dubbele of versterkte
isolatie.
COM
Min
Specicaties
Scherm: 3 ½-digit LCD, max. waarde 1999
Negatieve polariteit indicatie: “ – “ automatisch afgebeeld
Bemonsteringsfrequentie: Ca. 2-3 keer/seconde
Batterij: 9V (6F22 of gelijkwaardig)
Batterij laag indicatie:
IP classicatie: IP20
Gebruiksomgeving: 0°C tot 50°C (<75%RH)
Opslagtemperatuur: -10°C tot 60°C (<85%RH)
Gespeciceerde nauwkeurigheid bij 18°C tot 28°C met relatieve luchtvochtigheid van (RH)
<75%.
Gespeciceerde nauwkeurigheid als volgt
berekend:
±([% van de meting]+[aantal minst belangrijke
cijfers])
53
Gelijkspanning
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
Buiten
bereik
Indicatie
200 mV 100 µV ±(0,5% + 5)
“1” wordt
weergegeven
op het
scherm
2000 mV 1 mV
±(0,8% + 5)20 V 10 mV
200 V 100 mV
300 V 1 V ±(1,0% + 5) *
Invoerimpedantie: 1 MΩ
Max.toelaatbareingangsspanning: 300 V.
* Als de spanning die wordt gemeten hoger is dan
300 V, kan het scherm de gemeten spanning
weergeven, maar de gemeten waarde is gevaarlijk.
Wisselspanning
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
Buiten
bereik
Indicatie
200 V 100 mV
±(1,2% + 5)
“1” wordt
weergege-
ven op het
scherm
300 V 1 V *
Frequentiebereik:40 Hz - 400 Hz
Max.toelaatbareingangsspanning: 300 V
Reactie: Gemiddeld, gekalibreerd in rms van
sinusgolf.
* Als de spanning die wordt gemeten hoger is dan
300 V, kan het scherm de gemeten spanning
weergeven, maar de gemeten waarde is gevaarlijk.
Gelijkstroom
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
Buiten
bereik
Indicatie
200 µA 0,1 µA ±(1,0% + 5)
“1” wordt
weergege-
ven op het
scherm
2000 µA 1 µA
±(1,2% + 5)20 mA 10 µA
200 mA 100 µA
10 A 10 mA ±(2,0% + 5) —*
Overspanningsbeveiliging:
F1: Zekering, 250 mA/300 V, snel
Min. kortsluitstroom 1500 A
F2: Zekering, 10 A/300 V, snel
(NB: De 10 A/300 V SNEL zekering
kan alleen worden vervangen bij een
gekwaliceerd servicecentrum.)
Max.toelaatbareingangsstroom: 10 A
(voor metingen >2A: tijdsduur meting
<10 seconden met een interval >15 minuten
uit elkaar)
* Als de stroom die wordt gemeten hoger is dan 10A,
kan het scherm de gemeten stroom weergeven,
maar de gemeten waarde is gevaarlijk.
Weerstand
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid
Buiten
bereik
Indicatie
200 Ω 0,1 Ω ±(1,2% + 5)
“1” wordt
weergege-
ven op het
scherm
2000 Ω 1 Ω
±(1,0% + 5)20 kΩ 10 Ω
200 100 Ω
2000
1 ±(1,2% + 5)
Max.opencircuitspanning:Ca. 2,8V
54
NL
Gebruikershandleiding
Diodeencontinuïteit
Bereik Beschrijving Testvoorwaarden
De voorwaartse spanningsval van de diode wordt
weergegeven op het scherm.
Open circuit spanning:
ca. 2,8 V
Teststroom: ca. 1 mA
De ingebouwde zoemer piept als de weerstand
minder is dan ca. 30 Ω. De zoemer piept soms
niet als de weerstand tussen 30 Ω en 150 Ω is.
De zoemer piept niet als de weerstand hoger is
dan 150 Ω.
Open circuit spanning:
ca. 2,8 V
Temperatuur
Bereik Resolutie Nauwkeurigheid Buitenbereikindicatie
0°C - 400°C
1°C
±(1,0% + 5)
*
400°C - 1000°C ±(1,5% + 15)
* Als de temperatuur die wordt gemeten buiten het bereik van 0°C - 1000°C valt, kan het scherm de waarde
weergeven, maar de afwijking kan groot zijn of de thermokoppel kan beschadigd zijn.
Opmerking:
1. Gebruikt een K Type thermokoppel.
2. De nauwkeurigheid is exclusief de afwijking
van de thermokoppel sonde.
3. De nauwkeurigheid specicaties
zijn gebaseerd op een stabiele
omgevingstemperatuur die niet
meer veranderd dan ±1°C. Voor
omgevingstemperatuur veranderingen in
°C, is de nauwkeurigheid na 1 uur van
toepassing.
4. Er is geen nauwkeurigheidscerticaat
bijgevoegd voor het meegeleverde
thermokoppel. Metingen met deze
thermokoppel mogen alleen als referentie
worden gebruikt.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
BATTERIJ
Verwijder het batterijdeksel met een
kruiskopschroevendraaier, open het
batterijdeksel en verbind een 9 V batterij aan
de clip. Plaats de batterij in het batterijvak,
sluit het batterijdeksel en plaats de schroef
terug. Als de batterij laag indicator
op het
scherm verschijnt, is de batterij bijna leeg en
moet deze onmiddellijk worden vervangen.
55
GEBRUIK
Data-holdfunctie
Druk op de HOLD-knop om de data-hold
functie te activeren. De huidige waarde wordt
op het scherm vastgezet. Druk nogmaals
op HOLD om de functie uit te schakelen.
Opmerking: Als het scherm niet is inschakelt
of als de gemeten waarde op het scherm niet
veranderd, kan het zijn dat de HOLD-knop nog
is ingedrukt. Probeer de data-hold functie uit
te schakelen.
Gelijkspanningmeten
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting.
2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste
bereik. Als de hoogte van de te meten
spanning vooraf niet bekend is, stel de
bereik-schakelaar dan eerst in op het
hoogste bereik en verlaag het bereik dan
stapsgewijs tot de juiste spanning is bereikt.
3. Verbindt de meetsnoeren met de
spanningsbron of het circuit dat moet worden
gemeten.
4. Lees de gemeten waarde op het scherm.
De polariteit van de meetsnoeren wordt
aangegeven.
WAARSCHUWING: Om een elektrische
schok of schade aan de meter te voorkomen,
mag u de meetsnoeren niet aansluiten op een
spanning hoger dan 300 V.
Wisselspanningmeten
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting.
2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste
bereik. Als de hoogte van de te meten
spanning vooraf niet bekend is, stel de
bereik-schakelaar dan eerst in op het
hoogste bereik en verlaag het bereik dan tot
de juiste spanning is bereikt.
3. Verbindt de meetsnoeren met de
spanningsbron of het circuit dat moet worden
gemeten.
4. Lees de gemeten waarde op het scherm. Als
de hoogte van de te meten spanning vooraf
niet bekend is, stel de bereik-schakelaar dan
eerst in op het hoogste bereik en verlaag het
bereik dan stapsgewijs tot de juiste spanning
is bereikt.
5. Lees de gemeten waarde op het scherm.
WAARSCHUWING: Om een elektrische
schok of schade aan de meter te voorkomen,
mag u de meetsnoeren niet aansluiten op een
spanning hoger dan 300 V.
Gelijkstroommeten
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting als de stroom die
moet worden gemeten lager is dan 200 mA.
Als de stroom tussen 200 mA en 10 A is,
verbindt dan het rode meetsnoer met de
10 A aansluiting.
2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste
bereik. Opmerking: Als de hoogte van de
te meten stroom vooraf niet bekend is, stel
de bereik-schakelaar dan eerst in op het
hoogste bereik en verlaag het bereik dan
stapsgewijs tot de juiste stroom is bereikt.
3. Schakel de spanning uit van het circuit dat
moet worden gemeten. Ontlaad daarna alle
condensatoren.
4. Verbreek het circuit dat moet worden
gemeten en verbindt de meetsnoeren in
serie met het circuit.
5. Schakel de spanning van het circuit aan.
56
NL
Gebruikershandleiding
6. Lees de gemeten waarde op het scherm.
De polariteit van het rode meetsnoer wordt
aangegeven.
WAARSCHUWING: Om het risico op
persoonlijk letsel en/of mogelijke schade aan
de meter te voorkomen tijdens gebruik van
de 10 A aansluiting, mag u enkel metingen
uitvoeren van maximaal 10 seconden, met een
minimale interval tijd van 15 minuten tussen de
metingen.
WAARSCHUWING: Om een elektrische
schok of schade aan de meter te voorkomen,
mag u de meetsnoeren niet aansluiten op
een stroom hoger dan 200 mA als deze zijn
aangesloten op de aansluiting. Sluit de
meetsnoeren niet aan op een stroomsterkte
hoger dan 10 A als deze zijn aangesloten op
de 10 A aansluiting.
Weerstandmeten
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting.
2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste
bereik.
3. Verbindt de meetsnoeren met het voorwerp
dat moet worden gemeten.
4. Lees de gemeten waarde op het scherm.
Opmerking:
1. Voor metingen >1000 kΩ, heeft de meter
enkele ogenblikken nodig om de meting te
stabiliseren. Dit is normaal voor het meten
van hoge weerstanden.
2. Als de invoer niet is aangesloten, d.w.z.
het circuit is open, verschijnt er “1” op het
scherm om een buiten bereik indicatie aan te
geven.
WAARSCHUWING: Schakel voordat u de
weerstand meet eerst alle spanning in het te
testen circuit uit en ontlaad alle condensatoren
om elektrische schokken of schade aan de
meter te voorkomen.
Continuïteitstest
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting.
2. Stel de bereik-schakelaar in op de
positie.
3. Verbindt de meetsnoeren met het voorwerp
dat moet worden gemeten.
4. Als de weerstand lager is dan ca. 30 Ω, zal
de ingebouwde zoemer piepen.
WAARSCHUWING: Schakel voordat u de
continuïteitstest uitvoert eerst alle spanning
in het te testen circuit uit en ontlaad alle
condensatoren om elektrische schokken of
schade aan de meter te voorkomen.
Diodetest
1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de
COM aansluiting en het rode meetsnoer
met de
aansluiting. Let op of de
polariteit van het rode meetsnoer (+) is.
2. Stel de bereik-schakelaar in op de
positie.
3. Verbindt het rode meetsnoer met de anode
van de diode die moet worden gemeten en
het zwarte meetsnoer met de kathode van de
diode.
4. Het scherm toont de voorwaartse
spanningsval van de diode. Als de verbinding
omgedraaid is wordt “1” weergegeven op het
scherm.
57
Temperatuurmeten
1. Stel de bereik-schakelaar in op de °C
positie.
2. Verbindt de negatieve ( – ) stekker van
de K type thermokoppel met de COM
aansluiting en de positieve ( + ) stekker
van de K type thermokoppel met de
aansluiting.
3. Plaats de sensor van de thermokoppel
voorzichtig op het voorwerp dat moet worden
gemeten.
4. Wacht tot de gemeten waarde stabiliseert
en lees daarna de gemeten waarde op het
scherm.
OPMERKING: Om mogelijke schade
aan de meter of andere apparatuur te
voorkomen, moet u onthouden dat de meter
is geclassiceerd voor 0°C tot +1000°C,
de K Type Thermokoppel meegeleverd met
de meter is geclassiceerd tot 250°C. Voor
temperaturen buiten dit bereik, moet u een
thermokoppel gebruiken met een hogere
classicering.
GARANTIE VAN ÉÉN JAAR
Stanley Tools garandeert elektrische
meetapparatuur tegen defecten in materialen
en afwerking voor één jaar vanaf de datum van
aankoop.
Defecte producten worden gerepareerd of
vervangen naar goeddunken van Stanley
Tools indien ze samen met het aankoopbewijs
worden verzonden naar:
StanleyToolsBenelux,Egide
Walsschaertsstraat14-16,
2800Mechelen,Belgium
Onderhevig aan veranderingen zonder kennisgeving
© 2015 The Stanley Tools
Stanley Europe, Egide Walschaertsstraat 14-16,
2800 Mechelen, Belgium
www.stanleytools.com
79003408
AUGUST 2015

Documenttranscriptie

300 300 300 200 μ 200k 00 2 00 3 00 0 k 2 k0 k0 2 002 0002 200 200 μ 2000 μ 20m 200 m 10 20k 2000 200 003 003 002 002 02 0002 μ 30 0 20 0 20 μ 002 m 0002 k 01 2000 μ 0 0002 m 002 m m 20 0 20 002 0002 0 20m 20 20m 10 00 20 m 200 m 0 20m 10 00 20 k 20k 0k 20 2000 200 00 20 μ 0 30 k002 k02 Meetsnoeren COM Aansluiting Aansluiting • • • Gemeten waarde STANLEY® Multimeter Deze STANLEY Multimeter is een CAT III 300 V 10 A compacte digitale multimeter voor het meten van gelijk- en wisselspanning, gelijkstroom, weerstand, continuïteit, diode polariteit en temperatuur. De meter is voorzien van een polariteitsindicatie, data-hold functie en buiten bereik indicatie. 50 300 200k m02 10 A Aansluiting Batterij Laag 300 200 20 2000 m 200 m 2000 k 002 μ Hoogste waarde 002 m 0002 k k002 k02 02 200 μ 200k 0002 m 01 • 2000 k 02 002 m 300 200 m 002 m02 00 m2 200 2000 m 003 0002 μ 2 02 02 200 002 μ 00 00 m 02 2 0 0 2000 003 3 2 00 20k 002 00 m0 00 m2 01 Scherm Functie/ Bereik Schakelaar zekeringen, bedrading en apparatuur zoals stationaire motoren. Gebruik de meter niet voor metingen hoger dan categorie III 300 V 10 V. NOOIT de meter gebruiken als deze is beschadigd. Inspecteer de behuizing voordat u de meter gebruikt. Besteed extra aandacht aan de isolatie rond de connectoren. ALTIJD de meetsnoeren controleren op beschadigde isolatie of zichtbaar metaal. Controleer de meetsnoeren op continuïteit. Vervang beschadigde meetsnoeren voordat u de meter gebruikt. NOOIT de meter gebruiken als deze niet goed functioneert. De bescherming kan zijn aangetast. NOOIT de meter gebruiken in de nabijheid van gas, damp of stof. NOOIT meer dan de nominale spanning toepassen tussen de meetsnoeren of een meetsnoer en aarde, deze spanning staat aangegeven op de meter. ALTIJD controleren of de meter correct werkt door voor gebruik een bekende spanning te meten. ALTIJD het elektrische circuit uitschakelen voordat u de meter aansluit in het elektrische circuit om de stroom te meten. Let op dat u de meter in serie aansluit met het elektrische circuit. ALTIJD het elektrische circuit uitschakelen voordat u de meter aansluit op het elektrische circuit om de weerstand te meten. ALTIJD voorzichtig zijn wanneer u werkt met spanningen hoger dan 30 V AC rms, 42 V piek of 60 V DC. Deze spanningen kunnen een gevaarlijke elektrische schok veroorzaken. ALTIJD uw vingers tijdens gebruik achter de vingerbescherming van de meetsnoeren 2000k K Type Thermokoppel NL 10 200m • 20 200m 2000 m 00 μ2 00 0 μ 2 300 20m 20 2000 200 Gebruikershandleiding 2000μ 200 20m 200 m 20k 200 200μ 300 2000 μ 10 200k Data-hold Knop 200 200 200 20 2000 m 200 m 2000 k Gebruikersveiligheid WAARSCHUWING: Lees en begrijp alle instructies voordat u dit product gebruikt. Het niet opvolgen van alle instructies kan ernstig letsel of een dodelijk ongeluk veroorzaken: • CAT III – Deze categorie III multimeter is bestemd voor gebruik met vaste installaties. Voorbeelden zijn metingen op verdeelkasten, • 300 300 200 200 200 μ 20 2000 μ 2000 m 200 m 20m 2000 k • • • • 200 m 10 200k 20k 2000 200 k 20 00 20 0 20 houden. • ALTIJD eerst het meetsnoer van de COM aansluiting aansluiten voordat u het andere meetsnoer op de fase aansluit. Als u de meetsnoeren verwijderd, verwijder dan eerst het meetsnoer dat op de fase is aangesloten. • ALTIJD de meetsnoeren uit de meter verwijderen voordat u het batterijdeksel of de behuizing opent. • NOOIT de meter gebruiken als het batterijdeksel of delen van de behuizing loszitten. • ALTIJD de batterij vervangen als de batterij verschijnt. Als u dit niet laag indicator doet kan dit mogelijk een elektrische schok of persoonlijk letsel veroorzaken door een foutieve meting. • NOOIT een geleider aanraken met uw hand of huid en nooit uzelf aarden. • NOOIT dit instrument gebruiken als uw hand, een meetsnoer of het meetinstrument nat is. • NOOIT de meter op een andere manier gebruiken dan aangegeven in deze gebruikershandleiding, anders kunnen de veiligheidskenmerken van de meter worden aangetast. • ALTIJD de plaatselijk en nationaal geldende veiligheidsregelgeving navolgen. Draag altijd persoonlijke beschermingsmiddelen om letsel door elektrische en statische schokken te voorkomen als gevaarlijke geleiders die onder spanning staan zichtbaar zijn. • ALTIJD opletten dat wanneer een invoer is aangesloten op een gevaarlijke spanning, alle andere invoeren ook onder spanning kunnen staan. • ALTIJD alleen 9 V batterijen gebruiken die voor gebruik met dit product zijn gespecificeerd. Gebruik van andere batterijen kan brand veroorzaken. • NOOIT het product demonteren, onderhoud uitvoeren of repareren. Reparaties die worden uitgevoerd door ongekwalificeerd personeel kunnen ernstig letsel veroorzaken. • NOOIT het product natspetteren of in water onderdompelen. • ALTIJD het product uitschakelen als het niet wordt gebruikt. • ALTIJD controleren of de batterijen op de juiste manier zijn geplaatst, met de juiste polariteit. • NOOIT opzettelijk de batterijcontacten kortsluiten. • NOOIT proberen om alkaline batterijen op te laden. • NOOIT batterijen in vuur gooien. • ALTIJD de batterijen verwijderen als u het product langer dan een maand opbergt. • NOOIT het product in het huisvuil gooien. • ALTIJD de plaatselijke regelgeving raadplegen en de batterijen op de juiste manier afvoeren. • A.U.B. RECYCLEN in navolging van de plaatselijke regelgeving voor de inzameling en afvoer van elektrisch en elektronisch afval. • WAARSCHUWING: Om het risico op persoonlijke letsel en/of mogelijke schade aan de meter te voorkomen, moet u deze richtlijnen opvolgen: Als deze richtlijnen niet worden opgevolgd, bestaat het risico op een elektrische schok. • Schakel de spanning van het elektrische circuit uit en ontlaad alle condensatoren voordat u de weerstand, diode, continuïteit of temperatuur meet. • Gebruik de juiste meetsnoeren (toepassing en lengte) voor uw metingen. De met deze multimeter meegeleverde meetsnoeren zijn CAT III voor 300 V 10 A Max. 51 Elektrische symbolen Wisselstroom Gebruikershandleiding Gelijkstroom • Schakel eerst de spanning uit voordat u de meter op het elektrische circuit aansluit om de stroom te meten. Let op dat u de meter in serie aansluit met het elektrische circuit. • Verwijder eerst de meetsnoeren van het NL elektrische circuit, voordat u de draaiknop gebruikt om de functie te wisselen. Zowel gelijk- als wisselstroom Let op, risico of gevaar, raadpleeg voor gebruik de gebruikershandleiding. Let op, gevaar voor elektrische schokken. Aardcontact (aarde) Zekering COM Specificaties Scherm: Negatieve polariteit indicatie: Bemonsteringsfrequentie: Batterij: Batterij laag indicatie: IP classificatie: Gebruiksomgeving: Opslagtemperatuur: Voldoet aan de Europese richtlijnen Het meetinstrument is beschermt door een dubbele of versterkte isolatie. Min 3 ½-digit LCD, max. waarde 1999 “ – “ automatisch afgebeeld Ca. 2-3 keer/seconde 9V (6F22 of gelijkwaardig) IP20 0°C tot 50°C (<75%RH) -10°C tot 60°C (<85%RH) Gespecificeerde nauwkeurigheid bij 18°C tot 28°C met relatieve luchtvochtigheid van (RH) <75%. Gespecificeerde nauwkeurigheid als volgt ±([% van de meting]+[aantal minst belangrijke berekend: cijfers]) 52 Gelijkstroom Gelijkspanning Bereik Buiten Resolutie Nauwkeurigheid bereik Indicatie 200 mV 100 µV ±(0,5% + 5) ±(0,8% + 5) “1” wordt weergegeven op het scherm ±(1,0% + 5) —* 2000 mV 1 mV 20 V 10 mV 200 V 100 mV 300 V 1V Invoer impedantie: 1 MΩ Max. toelaatbare ingangsspanning: 300 V. * Als de spanning die wordt gemeten hoger is dan 300 V, kan het scherm de gemeten spanning weergeven, maar de gemeten waarde is gevaarlijk. Wisselspanning Bereik Resolutie 200 V 100 mV 300 V 1V Nauwkeurigheid ±(1,2% + 5) Buiten bereik Indicatie “1” wordt weergegeven op het scherm —* Frequentiebereik: 40 Hz - 400 Hz Max. toelaatbare ingangsspanning: 300 V Reactie: Gemiddeld, gekalibreerd in rms van sinusgolf. * Als de spanning die wordt gemeten hoger is dan 300 V, kan het scherm de gemeten spanning weergeven, maar de gemeten waarde is gevaarlijk. Bereik Buiten Resolutie Nauwkeurigheid bereik Indicatie 200 µA 0,1 µA 2000 µA 1 µA 20 mA 10 µA 200 mA 100 µA 10 A 10 mA ±(1,0% + 5) ±(1,2% + 5) ±(2,0% + 5) “1” wordt weergegeven op het scherm —* Overspanningsbeveiliging: F1: Zekering, 250 mA/300 V, snel Min. kortsluitstroom 1500 A F2: Zekering, 10 A/300 V, snel (NB: De 10 A/300 V SNEL zekering kan alleen worden vervangen bij een gekwalificeerd servicecentrum.) Max. toelaatbare ingangsstroom: 10 A (voor metingen >2A: tijdsduur meting <10 seconden met een interval >15 minuten uit elkaar) * Als de stroom die wordt gemeten hoger is dan 10A, kan het scherm de gemeten stroom weergeven, maar de gemeten waarde is gevaarlijk. Weerstand Bereik Buiten Resolutie Nauwkeurigheid bereik Indicatie 200 Ω 0,1 Ω 2000 Ω 1Ω 20 kΩ 10 Ω 200 kΩ 100 Ω 2000 kΩ 1 kΩ ±(1,2% + 5) ±(1,0% + 5) “1” wordt weergegeven op het scherm ±(1,2% + 5) Max. open circuit spanning: Ca. 2,8V 53 Gebruikershandleiding Diode en continuïteit Bereik NL Beschrijving Test voorwaarden De voorwaartse spanningsval van de diode wordt weergegeven op het scherm. Open circuit spanning: ca. 2,8 V Teststroom: ca. 1 mA De ingebouwde zoemer piept als de weerstand minder is dan ca. 30 Ω. De zoemer piept soms niet als de weerstand tussen 30 Ω en 150 Ω is. De zoemer piept niet als de weerstand hoger is dan 150 Ω. Open circuit spanning: ca. 2,8 V Temperatuur Bereik 0°C - 400°C 400°C - 1000°C Resolutie Nauwkeurigheid 1°C ±(1,0% + 5) ±(1,5% + 15) Buiten bereik indicatie —* * Als de temperatuur die wordt gemeten buiten het bereik van 0°C - 1000°C valt, kan het scherm de waarde weergeven, maar de afwijking kan groot zijn of de thermokoppel kan beschadigd zijn. Opmerking: 1. Gebruikt een K Type thermokoppel. 2. De nauwkeurigheid is exclusief de afwijking van de thermokoppel sonde. 3. De nauwkeurigheid specificaties zijn gebaseerd op een stabiele omgevingstemperatuur die niet meer veranderd dan ±1°C. Voor omgevingstemperatuur veranderingen in °C, is de nauwkeurigheid na 1 uur van toepassing. 4. Er is geen nauwkeurigheidscertificaat bijgevoegd voor het meegeleverde thermokoppel. Metingen met deze 54 thermokoppel mogen alleen als referentie worden gebruikt. BEDIENINGSINSTRUCTIES BATTERIJ Verwijder het batterijdeksel met een kruiskopschroevendraaier, open het batterijdeksel en verbind een 9 V batterij aan de clip. Plaats de batterij in het batterijvak, sluit het batterijdeksel en plaats de schroef op het terug. Als de batterij laag indicator scherm verschijnt, is de batterij bijna leeg en moet deze onmiddellijk worden vervangen. GEBRUIK Data-hold functie Druk op de HOLD-knop om de data-hold functie te activeren. De huidige waarde wordt op het scherm vastgezet. Druk nogmaals op HOLD om de functie uit te schakelen. Opmerking: Als het scherm niet is inschakelt of als de gemeten waarde op het scherm niet veranderd, kan het zijn dat de HOLD-knop nog is ingedrukt. Probeer de data-hold functie uit te schakelen. Gelijkspanning meten 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting. met de 2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste bereik. Als de hoogte van de te meten spanning vooraf niet bekend is, stel de bereik-schakelaar dan eerst in op het hoogste bereik en verlaag het bereik dan stapsgewijs tot de juiste spanning is bereikt. 3. Verbindt de meetsnoeren met de spanningsbron of het circuit dat moet worden gemeten. 4. Lees de gemeten waarde op het scherm. De polariteit van de meetsnoeren wordt aangegeven. WAARSCHUWING: Om een elektrische schok of schade aan de meter te voorkomen, mag u de meetsnoeren niet aansluiten op een spanning hoger dan 300 V. Wisselspanning meten 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting. met de 2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste bereik. Als de hoogte van de te meten spanning vooraf niet bekend is, stel de bereik-schakelaar dan eerst in op het hoogste bereik en verlaag het bereik dan tot de juiste spanning is bereikt. 3. Verbindt de meetsnoeren met de spanningsbron of het circuit dat moet worden gemeten. 4. Lees de gemeten waarde op het scherm. Als de hoogte van de te meten spanning vooraf niet bekend is, stel de bereik-schakelaar dan eerst in op het hoogste bereik en verlaag het bereik dan stapsgewijs tot de juiste spanning is bereikt. 5. Lees de gemeten waarde op het scherm. WAARSCHUWING: Om een elektrische schok of schade aan de meter te voorkomen, mag u de meetsnoeren niet aansluiten op een spanning hoger dan 300 V. Gelijkstroom meten 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting als de stroom die met de moet worden gemeten lager is dan 200 mA. Als de stroom tussen 200 mA en 10 A is, verbindt dan het rode meetsnoer met de 10 A aansluiting. 2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste bereik. Opmerking: Als de hoogte van de te meten stroom vooraf niet bekend is, stel de bereik-schakelaar dan eerst in op het hoogste bereik en verlaag het bereik dan stapsgewijs tot de juiste stroom is bereikt. 3. Schakel de spanning uit van het circuit dat moet worden gemeten. Ontlaad daarna alle condensatoren. 4. Verbreek het circuit dat moet worden gemeten en verbindt de meetsnoeren in serie met het circuit. 5. Schakel de spanning van het circuit aan. 55 Gebruikershandleiding 6. Lees de gemeten waarde op het scherm. De polariteit van het rode meetsnoer wordt aangegeven. WAARSCHUWING: Om het risico op persoonlijk letsel en/of mogelijke schade aan NL de meter te voorkomen tijdens gebruik van de 10 A aansluiting, mag u enkel metingen uitvoeren van maximaal 10 seconden, met een minimale interval tijd van 15 minuten tussen de metingen. WAARSCHUWING: Om een elektrische schok of schade aan de meter te voorkomen, mag u de meetsnoeren niet aansluiten op een stroom hoger dan 200 mA als deze zijn aangesloten op de aansluiting. Sluit de meetsnoeren niet aan op een stroomsterkte hoger dan 10 A als deze zijn aangesloten op de 10 A aansluiting. Weerstand meten 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting. met de 2. Stel de bereik-schakelaar in op het gewenste bereik. 3. Verbindt de meetsnoeren met het voorwerp dat moet worden gemeten. 4. Lees de gemeten waarde op het scherm. Opmerking: 1. Voor metingen >1000 kΩ, heeft de meter enkele ogenblikken nodig om de meting te stabiliseren. Dit is normaal voor het meten van hoge weerstanden. 2. Als de invoer niet is aangesloten, d.w.z. het circuit is open, verschijnt er “1” op het 56 scherm om een buiten bereik indicatie aan te geven. WAARSCHUWING: Schakel voordat u de weerstand meet eerst alle spanning in het te testen circuit uit en ontlaad alle condensatoren om elektrische schokken of schade aan de meter te voorkomen. Continuïteitstest 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting. met de 2. Stel de bereik-schakelaar in op de positie. 3. Verbindt de meetsnoeren met het voorwerp dat moet worden gemeten. 4. Als de weerstand lager is dan ca. 30 Ω, zal de ingebouwde zoemer piepen. WAARSCHUWING: Schakel voordat u de continuïteitstest uitvoert eerst alle spanning in het te testen circuit uit en ontlaad alle condensatoren om elektrische schokken of schade aan de meter te voorkomen. Diodetest 1. Verbindt het zwarte meetsnoer met de COM aansluiting en het rode meetsnoer aansluiting. Let op of de met de polariteit van het rode meetsnoer (+) is. 2. Stel de bereik-schakelaar in op de positie. 3. Verbindt het rode meetsnoer met de anode van de diode die moet worden gemeten en het zwarte meetsnoer met de kathode van de diode. 4. Het scherm toont de voorwaartse spanningsval van de diode. Als de verbinding omgedraaid is wordt “1” weergegeven op het scherm. Temperatuur meten 1. Stel de bereik-schakelaar in op de °C positie. 2. Verbindt de negatieve ( – ) stekker van de K type thermokoppel met de COM aansluiting en de positieve ( + ) stekker van de K type thermokoppel met de aansluiting. 3. Plaats de sensor van de thermokoppel voorzichtig op het voorwerp dat moet worden gemeten. 4. Wacht tot de gemeten waarde stabiliseert en lees daarna de gemeten waarde op het scherm. GARANTIE VAN ÉÉN JAAR Stanley Tools garandeert elektrische meetapparatuur tegen defecten in materialen en afwerking voor één jaar vanaf de datum van aankoop. Defecte producten worden gerepareerd of vervangen naar goeddunken van Stanley Tools indien ze samen met het aankoopbewijs worden verzonden naar: OPMERKING: Om mogelijke schade aan de meter of andere apparatuur te voorkomen, moet u onthouden dat de meter is geclassificeerd voor 0°C tot +1000°C, de K Type Thermokoppel meegeleverd met de meter is geclassificeerd tot 250°C. Voor temperaturen buiten dit bereik, moet u een thermokoppel gebruiken met een hogere classificering. Onderhevig aan veranderingen zonder kennisgeving Stanley Tools Benelux, Egide Walsschaertsstraat 14-16, 2800 Mechelen, Belgium 57 © 2015 The Stanley Tools Stanley Europe, Egide Walschaertsstraat 14-16, 2800 Mechelen, Belgium www.stanleytools.com 79003408 AUGUST 2015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208

Stanley STHT0-77364 de handleiding

Type
de handleiding