IS 18 - 21 - 24 - 27 50 Hz
- 15
NL
3 E I GENSCHAPPEN VAN DE GENERATOR
3.1 Algemene eigenschappen
De stroomopwekkingsgroepen IS werden ontworpen om
makkelijk in schepen te worden geïnstalleerd.
De geluidsisolerende kast, voorzien van blauw geverfde
alluminiumpanelen, zorgt voor een makkelijke
bereikbaarheid van de motor en de wisselstroomdynamo,
voor een onderhouds- of een controlebeurt, en dempt
tegelijk aanzienlijk het geluid.
De 4-taktdieselmotor met directe injectie, gebouwd door
Yanmar, is bijzonder betrouwbaar en sterk; de
uitstootwaarden aan de uitlaat zijn conform de CARB-
normen.
De synchrone wisselstroomdynamo, met 4 polen, zonder
borstels, beschikt over een elektronische
spanningsregelaar (SR7) die een stabiliteit van ± 5%
garandeert tegenover de nominale waarde. De grote
startcapaciteit van de wisselstroomdynamo maakt de
stroomopwekkingsgroep bijzonder geschikt voor de
voeding van de elektrische motors van airconditionings,
ontzoutingssystemen, compressoren, enz.
De stroomopwekkingsgroep beschikt over een lokaal
bedieningspaneel [afb. 3 ref. 4 ] met bedieningsknoppen
en -instrumenten.
3.2 Koelsysteem
De motor van de stroomopwekkingsgroep wordt afgekoeld
door circulatie, in een gesloten circuit, met een
koelvloeistof die warmte afstaat aan het zeewater, via
een warmtewisselaar [afb. 3 ref. 26] .
Deze warmtewisselaar, werd speciaal door mase
ontworpen voor het gebruik van motors op zee.
Een tweede warmtewisselaar koelt de lucht binnen
in de geluidsisolerende kast en de lucht die nodig is voor
de ventilatie van de wisselstroomdynamo.
Bij de installatie moet voor de koeling een circuit aangelegd
worden dat zeewater aanvoert en een systeem dat het
mengsel van verbrandingsgassen en water afvoert, zoals
aangeduid in de handleiding relatief aan de installatie.
3.3 Bedieningspaneel
Op de stroomopwekkingsgroep bevindt zich een
bedieningspaneel (afb. 4) voor de bediening en de
uitvoering van de start- en stophandelingen. Een
motorbeschermingsmodule [afb. 4, ref. 5] staat in voor
de bescherming van de stroomopwekkingsgroep, door
de motor stil te leggen bij een defect en de opgespoorde
onregelmatigheid te melden m.b.v. de controlelampjes.
- Als het groen controlelampje "RUN" [afb. 4, ref. 6]
brandt, betekent dit dat de groep in werking is en geen
enkele onregelmatigheid werd vastgesteld.
- Als het rood controlelampje "BATT." [afb. 4, ref.
9] brandt, betekent dit dat de wisselstroomdynamo die
de accu oplaadt beschadigd is.
- Als het rood controlelampje "OIL" [afb. 4, ref. 7]
brandt, betekent dit dat de druk van de motorolie
ontoereikend is.
- Als het rood controlelampje "°C" [afb. 4, ref. 10]
brandt, betekent dit dat de temperatuur van de koelvloeistof
of het water dat in de warmtewisselaar stroomt te hoog is.
- Geel controlelampje [fig.4, ref. 11] geeft aan dat de
bougies voor de voorverwarming in werking zijn. De
ontsteking van de bougies vindt plaats vóór de start,
waarbij de sleutel van de stand Stop in de stand ON
wordt gebracht; van zodra de correcte temperatuur
werd bereikt, worden de bougies uitgeschakeld en kan
worden gestart.
- Rood controlelampje [fig.4, ref. 12] geeft aan dat de
noodknop werd ingedrukt. Om de groep opnieuw te
starten, dient deze knop te worden vrijgegeven.
Op het bedieningspaneel bevinden zich ook:
- een magnetothermische bipolaire schakelaar [afb. 4,
ref. 2] die de stroomtoevoer onderbreekt in geval van
overbelasting en kortsluiting;
- een thermische schakelaar [afb. 4, ref. 3] ter
bescherming van de elektrische
laagspanningsinstallatie tegen kortsluiting;
- een urenteller [afb. 4, ref. 1];
- de start/stopknop relatief aan de stroomopwekkingsgroep
[afb. 4, ref. 4].
De stroomopwekkingsgroep is voorzien om m.b.v. van
een connector [afb. 3, ref. 24] te worden aangesloten op
het afstandsstartpaneel, dat als optie wordt geleverd
door mase, en eventueel op de commandobrug kan
worden geïnstalleerd.
Het afstandsstartpaneel is beschikbaar in twee modellen,
zoals geïllustreerd in afb. 5.
Het meest eenvoudige model [afb. 5, ref. 1] beschikt over
de start/stopknop, en een groen controlelampje [afb. 5,
ref. 2] dat brandt als de groep in werking is.
Het tweede model van het paneel [afb. 5, ref. 3] heeft,
naast de start/stopknop en het controlelampje, een
instrument dat de drukwaarde van de motorolie meet
[afb. 5, ref. 4] en een ander instrument dat de temperatuur
van de koelvloeistof meet [afb. 5, ref. 5].
Tijdens het uitvoeren van
onderhoudswerkzaamheden aan de
stroomopwekkingsgroep moet de negative pool van
de startaccu losgekoppeld zijn om een onverwachte
start van de groep te vermijden.