Documenttranscriptie

LEICA M -A Notice d’utilisation | Gebruiksaanwijzing  LEICA M-A Gebruiksaanwijzing  Voorwoord NL 30 VOORWOORD Geachte klant Leica dankt u voor de aanschaf van de LEICA M-A en feliciteert u met deze beslissing. U hebt met deze unieke meetzoekercamera een uitstekende keuze gemaakt. Wij wensen u veel plezier en succes bij het fotograferen met uw nieuwe Leica. Om alle mogelijkheden van uw nieuwe camera goed te kunnen benutten, adviseren wij u eerst deze handleiding te lezen.  INHOUDSOPGAVE NL Inhoudsopgave Voorwoord..................................................................................30 Aanduiding van de onderdelen....................................................32 De indicaties in de zoeker...........................................................33 Bevestigen van de draagriem.......................................................34 De ontspanner............................................................................35 Het tijd-draaiwiel.........................................................................35 De sneltransporthendel...............................................................35 Film wisselen..............................................................................36 De filmgevoeligheidswijzer..........................................................40 Plaatsen en verwijderen van een objectief...................................41 De lichtkader-meetzoeker...........................................................42 De beeldveldkiezer...................................................................42 Afstandsmeting........................................................................44 Belichtingsregeling......................................................................45 Flitsmodus..................................................................................46 Geschikte flitsapparaten............................................................46 Plaatsen en aansluiten van het flitsapparaat...............................46 Systeemaccessoires...................................................................48 Reserveonderdelen ....................................................................51 Onderhoudstips .........................................................................52 Trefwoordenregister ...................................................................53 Technische gegevens .................................................................54 Leica Product Support................................................................56 Leica Customer Care .................................................................56 31  NL AANDUIDING VAN DE ONDERDELEN Aanduiding van de onderdelen Vooraanzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Borgpen van het bodemdeksel Objectief-ontgrendelingsknop Ogen voor draagriem Hendel voor vrijgave terugspoelen Kijkvenster van de afstandsmeter Belichtingsvenster voor de lichtkaders Kijkvenster van de zoeker met spiegelingen Beeldveldkiezer Bovenaanzicht 9. Uittrekbare terugspoelknop 10. Vaststaande ring met a. index voor afstandsinstelling b. Scherptediepteschaal c. Indexknop voor het verwisselen van objectieven 11. Afstandsinstelring 12. Diafragma-instelring 13. Indexpunt voor diafragma-instelling 14. Zonnekap 15. Automatisch beeldtelwerk 16. Ontspanner a. Schroefdraad voor draadontspanner 32 17. Sneltransporthendel voor sluiterlift en filmtransport 18. Tijd-instelknop met klikkende instellingen voor: • Handmatig instelbare sluitertijden van 1s tot 1/1000s, • voor de synchronisatietijd 1/50s voor flitsfunctie • B voor lange belichtingstijden 19. Accessoire-/flitsschoen met a. middencontact b. opening voor borgpen Achteraanzicht 20. Zoekeropening 21. Achterwand 22. Filmgevoeligheidswijzer Onderaanzicht 23. Statiefschroefdraad A 1/4, DIN 4503 (1/4“) 24. Bodemdeksel 25. Vergrendelingsknop voor bodemkap Aanzicht bij verwijderd bodemdeksel en geopende achterwand 26. Opwikkelspoel 27. Koppeling voor motorisch of extern mechanisch filmtransport  DE INDICATIES IN DE ZOEKER a. b. De indicaties in de zoeker a. a. Lichtkaders voor 50mm en 75mm (voorbeeld) b. Meetveld voor afstandsinstelling NL 33  BEVESTIGEN VAN DE DRAAGRIEM Bevestigen van de draagriem NL a 34 b  DE ONTSPANNER HET TIJD-DRAAIWIEL Aanwijzingen: 18 16 16a 15 • Tussenwaarden mogen niet worden gebruikt. • Tussen de stand 1000 en B bevindt zich een aanslag, zodat andere instellingen vanuit stand 1000 alleen door draaien tegen de wijzers van de klok, ofwel vanuit stand B alleen door draaien met de wijzers van de klok mee, mogelijk zijn. 17 DE SNELTRANSPORTHENDEL De ontspanknop heeft een indrukweerstand. Voorbij het drukpunt wordt de sluiter pas ontspannen. De ontspanknop moet rustig – niet snel en hard – worden ingedrukt, totdat de sluiter met licht klikken gaat lopen. De ontspanner heeft genormeerde schroefdraad voor draadontspanners. Met de sneltransporthendel wordt de film verder getransporteerd, de sluiter opgetrokken en het beeldtelwerk automatisch doorgeschakeld. Het transport kan uitgevoerd worden met één beweging van de hendel helemaal tot de aanslag, maar ook met meerdere korte bewegingen van de sneltransporthendel. Om snel te kunnen werken kan de hendel in een “standby-positie” worden gedraaid of blijven staan. De ontspanner / Het tijd-draaiwiel / De sneltransporthendel Met de tijd-instelknop van de Leica M-A kiest u sluitertijden van 1/1000s tot 1s, en de synchronisatietijd 1/50s voor de flitsfunctie. In de B-stand blijft de sluiter - voor lange belichtingstijden - net zo lang open als u de ontspanner ingedrukt houdt. Alle standen klikken duidelijk merkbaar in, geen enkele is vergrendeld. NL 35  NL FILM WISSELEN Film wisselen Ga eerst na of er niet al een film is ingelegd door aan de uittrekbare terugspoelknop in de pijlrichting te draaien . Als u weerstand voelt, gaat u te werk zoals in het hoofdstuk “Terugspoelen en uitnemen van de film“ is beschreven. Neem de camera in de linkerhand, zodat het bodemdeksel naar boven wijst. INLEGGEN VAN EEN FILM OPENEN VAN DE CAMERA 3. 1. 2. 5. Neem de filmpatroon in de rechterhand en plaats hem tot ongeveer voor de helft in de hiervoor bestemde ruimte van de camera, 6. pak de aanloopstrook van de film beet en trek hem, zoals op de schematische afbeelding aan de binnenkant van de behuizing te zien is, in de opwikkelspoel en 7. druk de filmpatroon en de aanloopstrook van de film voorzichtig met de vingertoppen in de camera. 1. 2. 3. 4. 36 Klap het beugeltje van de bodemdeksel omhoog, draai naar links, haal het bodemdeksel eraf en klap de achterwand naar achteren.  Belangrijk: Het filmtransport mag niet bij geopende camera worden gecontroleerd, omdat het bodemdeksel zodanig is uitgevoerd dat bij plaatsing ervan op de camera de film in de juiste positie wordt gebracht. SLUITEN VAN DE CAMERA NL 8. K  lap de achterklep dicht 9. plaats het bodemdeksel op de borgpen aan de zijkant van de camera, 10. klap hem dicht, waarbij u erop moet letten dat de achterwand geheel is aangedrukt, zodat het bodemdeksel deze omvat en 11. vergrendel met de knevel. Film wisselen Aanwijzingen: • De aanloopstrook van de film moet zoals bij elke geconfectioneerde film ingesneden zijn. • Als de aanloopstrook van de film zo ver wordt uitgetrokken, dat deze engiszins uit een tegenoverliggende sleuf van de opwikkelspoel steekt, belemmert dit de functie niet. Alleen bij vorst moet de film precies volgens de schematische voorstelling worden ingelegd, d.w.z. de aanloopstrook van de film mag maar door één sleuf van de opwikkelspoel worden gegrepen. TRANSPORTEREN NAAR DE EERSTE OPNAME 12. Transporteer de film met de sneltransporthendel een opname verder en druk de ontspanner in, 13. span vervolgens de film door de uittrekbare terugspoelknop voorzichtig in de pijlrichting te draaien. De film wordt goed getransporteerd als bij nogmaals bedienen van de sneltransporthendel de terugspoelknop tegen de pijlrichting in meedraait. 14. Ontspan ten slotte de camera opnieuw en span de sluiter voor de derde keer. Het beeldtelwerk staat nu op 1 en de camera is gereed voor opnames. 37  Film wisselen NL 38 TERUGSPOELEN EN UITNEMEN VAN DE FILM Als de film tot en met de laatste opname is belicht, kan de sneltransporthendel niet meer worden bediend. Voordat u de film uitneemt, moet de film in de filmpatroon worden teruggespoeld. Hiertoe handelt u als volgt: 1. Haal de hendel voor terugspoelontgrendeling over naar R, 2. trek de terugspoelknop naar boven (max. ca. 11 mm) en 3. draai deze met de wijzers van de klok mee (pijlrichting) totdat de film na lichte weerstand uit de opwikkelspoel is getrokken. 4. Open vervolgens het bodemdeksel, 5. klap de achterwand open en 6. neem de filmpatroon uit de camera.  Hiertoe handelt u als volgt: 1. Haal in een volledig donkere ruimte het bodemdeksel van de camera, 2. houd de camera vervolgens zodanig dat het geopende bodemdeksel naar beneden wijst en 3. haal de sneltransporthendel meerdere keren langzaam over totdat de film vanzelf zo ver uit de camera komt dat u hem kunt beetpakken en eruit trekken - eventueel moet u de camera licht tegen uw hand tikken. NL Film wisselen Wanneer een film niet goed op de cassettespoel is bevestigd, bijv. bij gebruik van een goedkoop product, kan het voorkomen dat het uiteinde van de film afscheurt en van de opwikkelspoel moet worden gehaald. 39  De filmgevoeligheidswijzer NL 40 DE FILMGEVOELIGHEIDSWIJZER De filmgevoeligheidswijzer is als geheugensteuntje bedoeld. Hiermee kiest u de filmgevoeligheid handmatig door een van de waarden binnen het gebied van ISO 6 tot 6400 in te stellen. (ISO is de internationale aanduiding voor de filmgevoeligheid). Hiervoor moet u de niet-inklikkende schijf 1. indrukken en 2. zodanig instellen dat een van de beide driehoeken - zwart voor zwartwit of rood voor kleur - tegenover de gewenste waarde staat.  PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN HET OBJECTIEF NL VERWIJDEREN 1. Het objectief bij de vaste ring nemen, 2. de rode indexknop van het objectief tegenover de ontgrendelingsknop op de camerabody plaatsen en dan 3. het objectief in deze stand recht plaatsen. 4. Met een korte draai naar rechts klikt het objectief hoor- en voelbaar vast. 1. Het objectief bij de vaste ring nemen, 2. de ontgrendelingsknop op de camerabody indrukken, 3. het objectief naar links draaien, totdat de indexknop ervan tegenover de ontgrendelingsknop staat en 4. dan in een rechte hoek t.o.v. de camera verwijderen. Plaatsen en verwijderen van het objectief PLAATSEN Belangrijk: Bij ingelegde film moet het wisselen van objectief in de schaduw van het lichaam plaatsvinden, omdat bij direct zonlicht lichtinval door de sluiter mogelijk is. 41  De lichtkader-meetzoeker NL 42 DE LICHTKADER-MEETZOEKER De lichtkader-meetzoeker van de Leica M-A is niet alleen een bijzonder hoogwaardige, grote, briljante en heldere zoeker, maar ook een aan het objectief gekoppelde, zeer precieze afstandsmeter. De grootte van de lichtkaders komt overeen met een beeldformaat van 23 x 35 mm (diaformaat) bij de voor elke brandpuntsafstand kortste instelafstand. Bij grotere afstanden wordt door de camera iets meer van het motief geregistreerd dan binnen de lichtkaders is te zien. De lichtkaders zijn zodanig met de afstandsinstelling gekoppeld dat de parallax – de offset tussen de objectief- en zoekeras – automatisch wordt gecompenseerd. De Leica M-A is uitgerust met een zoeker met 0,72-voudige vergroting. Wanneer objectieven met de brandpuntsafstanden 28 (Elmarit vanaf fabricagenummer 2411001), 35, 50, 75, 90 en 135mm worden gebruikt, worden automatisch de bijbehorende lichtkaders in de combinaties 28+90mm, 35+135mm, 50+75mm ingespiegeld. In het midden van het zoekerveld ligt het rechthoekige afstandmeetbeeld, dat helderder is dan het omliggende beeldveld. Alle objectieven met een brandpuntsafstand van 16 tot 135 mm worden bij plaatsing op de Leica M-A aan de afstandsmeter gekoppeld. DE BEELDVELDKIEZER De beeldveldkiezer vergroot de mogelijkheden van de zoeker van de Leica M-A. Met deze ingebouwde universele zoeker kunnen te allen tijde de beeldkaders worden ingespiegeld die niet bij het geplaatste objectief behoren. U ziet dan direct of het voor de beeldvorming gunstiger is het motief met een andere brandpuntsafstand op te nemen. Als de hendel naar buiten, d.w.z. van het objectief weg wordt gedraaid, verschijnen de beeldbegrenzingen voor de 35 en 135mm brandpuntsafstanden. Als hij in de verticale, centrale positie wordt gedraaid, verschijnen de beeldveldbegrenzingen voor 50 en 75 mm brandpuntsafstand. Als hij naar binnen, d.w.z. naar het objectief toe wordt gedraaid, verschijnen de beeldbegrenzingen voor 28 en 90mm brandpuntsafstand. A B Instelling op 0,7m: Instelling op 2m: Instelling op oneindig: Lichtkader Werkelijke beeldveld De film registreert ca. één kaderbreedte minder. De film registreert precies het beeldveld dat door de binnenkanten van het lichtkader wordt getoond. De film detecteert ongeveer 1, ofwel 4 (verticaal of horizontaal) framebreedte(n) meer.  NL B 50mm + 75mm 28mm + 90mm 35mm + 135mm De lichtkader-meetzoeker A 43  De afstandsmeting NL DE AFSTANDSMETING MENGBEELDMETHODE (DUBBELBEELD) Met de afstandsmeter van de Leica M-A kan vanwege zijn grote effectieve meetbasis zeer precies worden gewerkt. Dit blijkt vooral bij het gebruik van groothoekobjectieven met hun relatief grote scherptediepte gunstig te zijn. Het meetveld van de afstandsmeter is in het midden van de zoeker als lichte, scherp afgebakende rechthoek te zien. Als u het grote kijkvenster van de zoeker dichthoudt, blijven slechts het in beeld gespiegelde lichtkader en dit meetveld zichtbaar. De scherpte kan volgens de mengbeeld- of deelbeeldmethode worden ingesteld. Richt bijv. bij een portret het meetveld van de afstandsmeter op het oog, en draai net zo lang aan de afstandsinstelring van het objectief, totdat de contouren in het meetveld samenvallen. Daarna het onderwerp vastleggen. onscherp 44 scherp  BELICHTINGSREGELING Richt bijv. voor een architectuur-opname het meetveld van de afstandsmeter op de verticale of een andere duidelijk afgebakende verticale lijn, en draai met de afstandsinstelring van het objectief net zo lang, totdat de contouren van de kant of lijn op de begrenzingen van het meetveld zonder offset te zien zijn. Daarna het onderwerp vastleggen. Met de Leica M-A stelt u de belichting handmatig in door de sluitertijd en het diafragma te selecteren, afhankelijk van de specificatie van een losse lichtmeter of na schatting. Overige details over het meten en instellen van belichtingsmeters kunt u ontlenen aan de handleiding van de belichtingsmeter. Een duidelijke scheiding van beide instelmethodes komt in de praktijk zelden voor. Beide criteria kunnen heel goed in combinatie worden gebruikt. onscherp NL Belichtingsregeling DEELBEELDMETHODE scherp 45  De flitsmodus NL DE FLITSMODUS GESCHIKTE FLITSAPPARATEN De Leica M-A bezit geen eigen flitsmeting en –sturing. Daarom moet de besturing van de flitsbelichting ofwel door het aangebrachte flitsapparaat zelf worden uitgevoerd (computerbesturing) of moet - volgens berekening van het richtgetal - het diafragma overeenkomstig de afstand van het motief ten opzichte van de camera voor elke opname opnieuw worden ingesteld. De kortst mogelijke belichingstijd voor opnamen met elektronenflitsers, de synchronisatietijd 1/50, is op de tijdinstelknop met gemarkeerd. Voor speciale effecten kunnen ook de langere sluitertijden inclusief de instelling B worden gebruikt. Met zijn compacte afmetingen en zijn op de camera afgestemde design is de Leica SF26 bijzonder geschikt. Dankzij zijn computergestuurde flits-belichtingsautomaat is hij zeer eenvoudig te bedienen. Bovendien biedt hij tal van interessante extra functies. Wij adviseren u moderne thyristorgestuurde elektronenflitsers te gebruiken. Belangrijk: De mechanisch gestuurde ontsteking van de via de accessoireschoen aangesloten flitsapparaten kunt u ook bij ontspannen sluiter laten plaatsvinden door de ontspanner in te drukken. 46 Belangrijk: Bij het plaatsen van een flitsapparaat in de flitsschoen van de Leica M-A dient u erop te letten dat het voetje van het flitsapparaat er geheel in geschoven wordt en, indien aanwezig, met de klemmoer geborgd wordt tegen onbedoeld eruit vallen. Dit is alleen al daarom belangrijk, omdat positieveranderingen in het flitserschoentje het vereiste contact kunnen onderbreken, zodat het geplaatste flitsapparaat niet zou werken.  Aanwijzingen: NL De flitsmodus • Voordat u het flitsapparaat aanbrengt, moeten camera en flitsapparaat worden uitgeschakeld. • Meer over de flitsfunctie alsmede over de verschillende modi van de flitsapparaten vindt u in de betreffende handleiding. 47  Systeemaccessoires NL SYSTEEMACCESSOIRES Leica M objectieven Het Leica M-systeem biedt de basis voor optimale aanpassing aan snel en onopvallend fotograferen. Het assortiment aan objectieven omvat brandpuntsafstanden van 16 tot 135mm en lichtsterkten tot 1:0,95. Filters Voor de huidige Leica M-objectieven, die van gestandaardiseerde filterschroefdraad zijn voorzien, zijn er UV- filters en universele polfilters beschikbaar. 48 Leica universele groothoekzoeker M De Leica Universele groothoekzoeker M is een uitgesproken praktisch accessoire. Deze kan onbeperkt op alle analoge en digitale Leica M-modellen worden gebruikt en biedt – precies zoals in de zoeker van de camera's - met ingespiegelde lichtkaders na bepaling van de beelduitsnede de groothoek-brandpuntsafstanden 16, 18, 21, 24 en 28mm. De zoeker is voorzien van parallaxcompensatie evenals een waterpas voor een nauwkeurige horizontale uitlijning van de camera. (Best.-nr. 12 011) Leica spiegelzoeker M Voor 18-, 21- en 24mm-objectieven zijn er spiegelzoekers beschikbaar. Ze munten uit door hun zeer compacte constructie en heldere zoekerbeeld. Om de beelduitsnede te bepalen wordt er gebruik gemaakt van lichtkaders, net zoals voor de camerazoeker. (Bestelnr. 18mm: 12 022 zwart/ 12 023 zilver/ 21mm: 12 024 zwart/ 12 025 zilver/ 24mm: 12 026 zwart/ 12 027 zilver/  Flitsapparaten De Leica zoekerloepen M 1.25x en M 1.4x vereenvoudigen de beeldvorming bij toepassing van brandpuntsafstanden vanaf 35mm aanzienlijk. Ze kunnen op alle Leica M-modellen worden gebruikt en vergroten het middelste gebied van het zoekerbeeld: De 0,72x-zoeker van de Leica M-A krijgt met de loep 1.25x een 0,85-voudige vergroting, met de loep 1.4x een 0,95-voudige vergroting. Als beveiliging tegen verlies dient een veiligheidskettinkje met snapslot, waarmee de zoeker aan de bevestigingsring van de draagriem kan worden gehangen. De zoekerloep wordt in een leren foedraal geleverd. Met een lus aan het foedraal houdt u de zoekerloep paraat aan de draagriem van de camera en blijft hij beschermd. (Best.-nr. 12 004 M 1.25x/ 12 006 M 1.4x) Het systeem-flitsapparaat Leica SF 58 (bestelnr. 14 488) is met een maximaal richtgetal van 58 (bij 105mm-instelling), een zoomreflector, een naar keuze inschakelbare, tweede reflector, evenals vele overige functies zowel een krachtig als veelzijdig apparaat. Het systeem-flitsapparaat Leica SF 26 (bestelnr. 14 622) is met zijn compacte afmetingen en op de camera afgestemd design bijzonder geschikt. Het is, net als de Leica SF 58, vooral ook bijzonder eenvoudig te bedienen. NL Systeemaccessoires Leica zoekerloep M 1.25x en 1.4x 49  Systeemaccessoires NL Leica objectiefhouder M LEICA MOTOR M Een praktisch klein accessoire waarmee u een tweede objectief veilig en te allen tijde snel en gemakkelijk toegankelijk onder aan de camera paraat hebt. Het tweede objectief kan daarbij dienst doen als gemakkelijke handgreep. De objectiefhouderM wordt bevestigd op het statiefschroefdraad van de camera. (Best.-nr. 14404) Op de Leica M-A kan de Leica Motor M voor automatische bediening van sluiterspannen en filmtransport voor afzonderlijke opnames of een serie van naar keuze 1,5 of 3 foto’s per seconde worden aangesloten. Hij wordt in plaats van het bodemdeksel onder aan de camerabehuizing bevestigd. De Motor M is voor alle belichtingstijden, d.w.z. van 1s tot 1/1000s inclusief B geschikt. Bij uitgeschakelde Motor M of bij lege batterijen zijn filmtransport en sluiterspannen ook handmatig mogelijk. (Best.-nr. 14408) Leica correctielenzen M Voor optimale aanpassing van het oog aan de zoeker van de camera bieden wij correctielenzen aan in de volgende dioptriewaarden (sferisch): 0,5/1/1,5/2/3. 50 LEICAVIT M De Leicavit M is een lichtlopende en geluidsarme handmatige snellift voor filmtransport en sluiterspannen, die in plaats van het bodemdeksel onder aan de camerabehuizing wordt bevestigd. Zonder de camera van het oog te hoeven halen, transporteert u de film door een uitklapbare opwindspoel naar links te trekken, tussenstappen zijn ook mogelijk. Het ontspannen doet u via de cameraontspanner. De sneltransporthendel van de camera kan eveneens worden gebruikt. De Leicavit M is zowel als zilver of zwart verchroomd als zwart gelakt beschikbaar. (Best.-nr. 14008/14450/14009)  Reserveonderdelen Voor de Leica M-A zijn er twee neopreen-paraattassen met verschillende voorvakken voor objectieven van verschillende lengte een klassieke paraattassen in verscheidene leersoorten en kleuren. (Best.-nr. 14 867 kort / 14 868 lang / 14 875/14 876/14 857 - 14 865 leer / 14 856 leer, voor een camera met een geplaatste Leicavit). Bovendien is er voor omvangrijkere camera-uitrustingen de klassieke Billingham combinatietas van waterdichte stof. Deze biedt plaats aan twee body’s met twee objectieven of één body met drie objectieven. Zelfs voor grote objectieven en een gemonteerde handgreep M is er voldoende ruimte. Een vak met ritssluiting biedt ruimte voor een flitser Leica SF 26 en overige accessoires. (Bestelnr. 14 854 zwart / 14 855 khaki). Draagriem ........................................................................... 14 312 Bajonetdop behuizing........................................................... 14 397 Bestelnr. NL Reserveonderdelen Fototassen 51  Onderhoudstips NL 52 ONDERHOUDSTIPS Indien u uw Leica langere tijd moet opbergen, dient u te zorgen voor een droge, voldoende geventileerde bergplaats. Fototassen die bij gebruik nat zijn geworden, moeten worden leeggemaakt om beschadiging van uw uitrusting door vocht en eventueel vrijkomende restanten leerlooimiddel uit te sluiten. Ter bescherming tegen schimmelvorming (fungus) bij gebruik in een vochtig en warm tropisch klimaat moet de camera-uitrusting zo veel mogelijk aan de zon en lucht worden blootgesteld. Het bewaren in dicht afgesloten koffers of tassen is slechts aan te bevelen als bovendien een droogmiddel, bijv. silicagel, wordt gebruikt. Omdat elke vervuiling tevens een voedingsbodem voor microorganismen vormt, moet de uitrusting zorgvuldig worden schoongehouden. Alle mechanisch bewegende lagers en glijvlakken van uw Leica zijn gesmeerd. Denk eraan als u de camera langere tijd niet gebruikt: Om verharsen van de smeerpunten te voorkomen, moet de camera elke drie maanden zonder ingelegde film meerdere keren worden gespannen en op alle sluitertijden worden ontspannen. Ook is het raadzaam alle overige bedieningselementen, zoals bijv. de beeldveldkiezer, regelmatig te verstellen of te gebruiken. Een objectief werkt als een brandglas als het volle zonlicht frontaal op de camera staat. De camera moet daarom in geen geval zonder bescherming tegen de felle zon worden weggelegd. Het plaatsen van een objectiefdeksel, het opbergen van de camera in de schaduw (of gelijk in de tas) kan ertoe bijdragen schade aan het binnenwerk van de camera te voorkomen. Om vlekken en vingerafdrukken te verwijderen dient u de camera met een schone, pluisvrije doek af te vegen. Vuil in moeilijk toegankelijke hoeken van de behuizing kan met een kleine borstel worden verwijderd. Gebruik a.u.b. geen vloeibare schoonmaakmiddelen om de behuizing schoon te maken. Stof en pluizen in het inwendige van de camera (bijv. op de filmgeleiding) kunnen het beste voorzichtig verwijderd worden met een zacht haarpenseel, dat telkens in alcohol ontvet en gedroogd moet worden. Daarbij mag het sluitergordijn, bijv. met de schacht van het penseel, niet beschadigd worden. Noteer het fabricagenummer van uw Leica M-A (op de accessoireschoen gegraveerd), omdat het nummer in geval van verlies buitengewoon belangrijk is.  TREFWOORDENREGISTER NL Trefwoordenregister Accessoires................................................................................48 Afstandsinstelling........................................................................44 Deelbeeldmethode...................................................................45 Mengbeeldmethode..................................................................44 Beeldveldkiezer...........................................................................42 Belichtingsregeling......................................................................45 B instelling................................................................................35 Correctielenzen..........................................................................50 Draagriem...................................................................................34 Film Inleggen...................................................................................36 Terugspoelen en eruit nemen....................................................38 Filmwijzer...................................................................................40 Filters.........................................................................................48 Flitsmodus..................................................................................46 Synchronisatie.........................................................................46 Fototassen..................................................................................51 Lichtkader / meetzoeker............................................................42 Objectieven plaatsen en verwijderen...........................................41 Objectieven, Leica M..................................................................48 Onderhoudstips..........................................................................52 Ontspanner; zie ook Technische gegevens............................ 35/54 Reparaties / Leica Customer-Care..............................................56 Sluiter, zie ontspanner en technische gegevens.................... 35/54 Sneltransporthendel....................................................................35 Technische gegevens..................................................................54 Tijd-instelknop............................................................................35 Zoeker........................................................................................42 Lichtkader......................................................................... 42/43 Opzetbare zoeker.....................................................................48 53  NL 15 TECHNISCHE GEGEVENS Zoeker Zoekerprincipe Grote, heldere lichtkader-meetzoeker met automatische parallax-compensatie. Cameratype LEICA M-A (Typ 127) Compacte kleinbeeldOculair Afgestemd op –-0,5 dioptr.; Correctielenzen verkrijgbaar 17 meetzoeker-systeemcamera met mechanisch gestuurde sluiter van –3 tot +3 dioptrieën 17a Objectief-aansluiting Leica M-bajonet Beeldveldbegrenzing Door inspiegeling van telkens twee Objectiefsysteem Leica M-objectieven van 16–13518mm. lichtkaders: Voor 28 en 90mm, of voor 35 en 135mm, of voor 50 a en 75mm. Automatisch inspiegelen bij vergrendelen van het Belichtingsregeling Handmatige instelling van sluitertijd en objectief diafragma volgens de gegevens an een externe belichtingsmeter of Beeldveldkiezer Hiermee kunt de beide lichtkaders te allen geschat tijde handmatig inspiegelen (bijv. voor het vergelijken van 20b 20a 20 19 uitsneden) Flits-belichtingsregeling Parallax-compensatie Het horizontale en verticale verschil Via accessoireschoen r Rückspulknopf* Aansluiting flitsapparaten 16. Zeit-Einstellrad mit rastenden met Einstellungen für: tussen zoeker- en objectiefas wordt overeenkomstig de re Rückspulkurbel* middencontact Manuell einstellbare Verschlusszeiten von 1s afstandsinstelling bis automatisch gecompenseerd 1/1000 s Synchronisatietijdstip Op het eerste sluitergordijn Ring mit Overeenstemming van zoeker- en filmbeeld De grootte van Synchronzeit 1/50 s für Blitzbetrieb tfernungseinstellung, Flitssynchronisatietijd  für =1/5die 0s; langere sluitertijden mogelijk het lichtkader komt bij de kortste instelafstand voor elke für Langzeit-Belichtungen und Abschale-Skala Flits-belichtingsbesturingB/OFF Door computerbesturing van het brandpuntsafstand overeen met een beeldformaat van ca. 23 x 35 tung der Belichtungsmessung knopf für Objektivwechsel flitsapparaat of door berekening van het richtgetal en handmatige mm. Bij instelling op oneindig wordt, afhankelijk van de 17. Auslöseknopf mit nstellring mit instelling van het vereistea.diafragma brandpuntsafstand, ca. 9% (28 mm) tot 23% (135m) meer door de Gewinde für Drahtauslöser sensor geregistreerd dan het lichtkader toont lring 18. Automatisches Bildzählwerk Vergroting (Bij alle objectieven) 0,72-voudig. Blendeneinstellung 19. Schnellschalthebel für Verschlussaufzug und Filmtransport Grootbasis-afstandsmeter Deelbeeld- en de 20. Zubehör-/Blitzschuh mit mengbeeldafstandsmeter in het midden van het zoekerbeeld als ica à la carte-Programms kann die Bea. Mittenkontakt für Blitzauslösung helder veld gemarkeerd MP wahlweise mit einem der beiden Varib. Bohrung für Sicherungsstift azu auch S.18-19). Effectieve meetbasis 49,9 mm (mechanische meetbasis 69,25 mm x zoekervergroting 0,72x) Technische gegevens 12a 11c    5 54 16  20b 20a 20 19    NL Technische gegevens Camerabody Sluiter en ontspanning Gesloten, geheel metalen behuizing waarvan de Sluiter Horizontaal aflopende spleetsluiter mit vanrastenden rubberdoek, arer Rückspulknopf* 16. Zeit-Einstellrad EinstellungenMateriaal für: achterwand kan worden opengeklapt; afdekkap en bodemdeksel extreem geluidsarm, mechanischManuell gestuurdeinstellbare Verschlusszeiten von bare Rückspulkurbel* 1s bis s uit verchroomd messing Sluitertijden Van 1 s 1/1000s in 1/1000 hele stappen, B voor langdurige er Ring mit Synchronzeit 1/50 s für Blitzbetrieb Entfernungseinstellung, opnames van willekeurige duur,  für (1/50die s) voor flitssynchronisatie B/OFFvoor für Langzeit-Belichtungen tiefe-Skala Statiefschroefdraad A 1/4, DIN 4503 (1/4“) Ontspanner Genormde schroefdraad draadontspanner is und Abschaltung der Belichtungsmessung dexknopf für Objektivwechsel ingebouwd Op achterwand Filmgevoeligheidswijzer 17. Auslöseknopf mit -Einstellring mit Afmetingen (lengte x diepte x hoogte in mm) a. Gewinde für Drahtauslöser e ca. 138 x 38 x 77 Filmtransport stellring 18. Automatisches Bildzählwerk Gewicht Inleggen Handmatig inleggen van de film na verwijderen van het und ür Blendeneinstellung 19. Schnellschalthebel für Verschlussaufzug Film- ca.578g Leveringsomvang bajonetdop behuizing, draagriem deksel en openklappen van de achterwand transport ende Transport vooruit Handmatig met sneltransporthendel of 20. Zubehör-/Blitzschuh mit Leica à la carte-Programms kann die BeLeicavit motorisch Motor-M, Leica Winder-M, a. Mittenkontakt für Blitzauslösung CA MP wahlweise mit einem M, der of beiden Vari- door Leica b. Bohrung Sicherungsstift Leica Winder M4-P, of Leica Winder M4-2 für (vanaf fabr. nr. 10 350) . dazu auch S.18-19). Terugspoelen Handmatig met uittrekbare terugspoelknop, na 5 het omklappen van de R-hendel aan de voorzijde van de camera Beeldtelwerk Op bovenzijde camera; automatische reset na verwijderen van de bodemplaat 55  Leica Serviceadressen NL 56 LEICA PRODUCT SUPPORT LEICA CUSTOMER CARE Technische vragen over toepassingen met Leica-producten worden schriftelijk, telefonisch of per e-mail beantwoord door de Product Support-afdeling van de Leica Camera AG. Ook voor koopadvies en het bestellen van handleidingen is dit uw contactadres. U kunt uw vragen eveneens d.m.v. het contactformulier op de website van Leica Camera AG aan ons richten. Voor het onderhoud van uw Leica-uitrusting en in geval van schade kunt u gebruik maken van de Customer Care van Leica Camera AG of de reparatieservice van een Leica-vertegenwoordiging in uw land (voor adressenlijst zie garantiebewijs). Leica Camera AG Product Support Am Leitz-Park 5 D-35578 Wetzlar Telefoon: +49(0)6441-2080-111 /-108 Fax: +49(0)6441-2080-490 [email protected] Leica Camera AG Customer Care Am Leitz-Park 5 D-35578 Wetzlar Telefoon: +49(0)6441-2080-189 Fax: +49(0)6441-2080-339 [email protected]