44
ULG 3.8 B1
NL
BE
Aansluiten
♦ Voor het opladen en druppelladen van een vast
in een voertuig aangesloten accu maakt u eerst
de aansluitkabel met de minpool (zwart) van
het voertuig los van de minpool van de accu. De
minpool van de accu is in de regel verbonden
met de carrosserie van het voertuig.
♦ Haal vervolgens de aansluitkabel met de plus-
pool (rood) van het voertuig van de pluspool
van de accu.
♦ Klem de aansluitklem van de pluspool (rood)
van de lader op de pluspool van de accu.
♦ Klem de aansluitklem van de minpool (zwart)
van de lader op de minpool van de accu.
♦ Steek de stekker van het netsnoer van de
lader in het stopcontact.
♦ Bij een foutieve aansluiting (omgekeerde
polariteit) van de aansluitklemmen brandt de
LED-indicatie “Fout”
.
Loskoppelen
♦ Koppel het apparaat los van het lichtnet.
♦ Haal de aansluitklem van de minpool (zwart)
van de minpool van de accu.
♦ Haal de aansluitklem van de pluspool (rood)
van de pluspool van de accu.
Laadstand kiezen
Voor het opladen van uiteenlopende accu's bij uit-
eenlopende omgevingstemperaturen kunt u kiezen
uit verschillende laadstanden.
Anders dan de meeste acculaders beschikt dit
apparaat over een speciale functie om een lege
"oplaadbare" accu opnieuw te kunnen gebruiken.
U kunt een volledig ontladen accu opnieuw
opladen. Een beveiliging tegen verkeerde
aansluiting en kortsluiting waarborgt een veilige
laadprocedure. Door de ingebouwde elektronica
begint de acculader niet meteen na aansluiting van
de accu te werken, maar pas nadat een laadstand
is gekozen. Zo worden vonken, die vaak optreden
bij het aansluiten, voorkomen. Verder wordt de accu-
lader door een interne MCU (microcomputer-unit)
aangestuurd.
Reset / instellingen wissen
♦ Nadat het apparaat is aangesloten op het
lichtnet, worden automatisch de basisstand en
de stand-bystand ingeschakeld.
Schakelen tussen stand 1, 2, 3 en 4
Druk een aantal malen achtereen op de selectietoets
MODE .
Het apparaat schakelt de laadstanden in de vol-
gende volgorde in: Stand-by ( ), Stand 1 ( ),
Stand 2 (
), Stand 3 ( ), Stand 4 ( ) en start
daarna de volgende cyclus.
OPMERKING
►
Wanneer u op de selectietoets MODE
drukt, schakelt het apparaat over op de
volgende laadstand en wordt deze uitge-
voerd. Als een 12V-accu wordt aangesloten,
is Stand 1 ( ) niet beschikbaar. Als een
6V-accu wordt aangesloten, zijn Stand 2 ( ),
3 (
) en 4 ( ) niet beschikbaar. Wanneer
een accu na volledig opladen niet van de
lader wordt losgekoppeld, blijft de druppel-
laadstand actief, zelfs wanneer de gebruiker
overschakelt op een andere stand. Dit dient
om een volledig opgeladen accu te bescher-
men tegen beschadiging.
Stand 1 “6V” (7,3V / 0,8A)
Deze stand is geschikt voor het opladen van
6 V-loodaccu's met een capaciteit van minder
dan 14 Ah.
♦ Druk op de selectietoets MODE om Stand
1 ( ) te kiezen. De bijbehorende LED-indicatie
gaat branden. Wanneer u verder niets
doet, wordt de elektronica automatisch samen
met de LED-indicatie geactiveerd en
wordt de laadprocedure gestart.
Als de procedure zonder problemen verloopt,
blijft de LED-indicatie tijdens de volledige
laadprocedure zichtbaar, tot de accu is opge-
laden tot 7,3V/± 0,25V. Wanneer de accu
volledig is opgeladen, brandt de LED-indicatie
en dooft de LED-indicatie .
Het apparaat gaat vervolgens automatisch over
op de druppellaadstand.
IB_59146_ULG3.8B1_LB3.indb 44 26.05.14 10:00