Telair Energy 4000 B - GAS Handleiding

Type
Handleiding
Vers. 013
Energy 4000 B / 4000 GAS 1
NL
GENERATORS
NEDERLANDS
V. 013 - MAART 2008
ENERGY 4000B
ENERGY 4000GAS
NL
INSTALLATIE- EN
GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR DE
GEBRUIKER
NL
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING.........................................................................................................................................5
1.1 Doel en toepassingsgebied van de handleiding ......................................................................... 5
1.2 Symbolen en definities................................................................................................................ 5
1.3 Algemene informatie................................................................................................................... 5
2 IDENTIFICATIE VAN HET GENERATORAGGREGAAT.................................................................6
2.1 Onderdelen (Fig. 1)..................................................................................................................... 6
2.2 Identificatieplaatje (Fig. 2)........................................................................................................... 6
2.3 Totale afmetingen ....................................................................................................................... 6
2.4 Fiche technique .......................................................................................................................... 7
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG............................................................................................7
3.1 Opslag ........................................................................................................................................ 7
3.2 Gewicht....................................................................................................................................... 8
3.3 Hantering .................................................................................................................................... 8
4 INSTALLATIE ...................................................................................................................................8
4.1 Inleidende informatie .................................................................................................................. 8
4.2 Aanwijzingen voor de bevestiging van het generatoraggregaat ................................................. 8
4.3 Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting ............................................................................. 9
4.4 Aansluiting van de accu.............................................................................................................. 9
4.5 Acculader.................................................................................................................................. 10
4.6 Aansluiting van het elektronische bedieningspaneel ................................................................ 10
4.7 Aanwijzingen voor de installatie van de tank ............................................................................ 10
4.8 Brandstofreserve ...................................................................................................................... 11
4.9 Aansluiting van de brandstofpomp ........................................................................................... 11
4.10 Aansluiting van een extra geluiddemper................................................................................. 13
5 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING.........................................................................................14
5.1 Veiligheid van de machines ...................................................................................................... 14
6 GEBRUIK VAN HET GENERATOR-AGGREGAAT.......................................................................14
6.1 Het generatoraggregaat aanzetten........................................................................................... 14
6.2 Het generatoraggregaat uitzetten ............................................................................................. 15
6.3 Informatie over ongeoorloofd gebruik ....................................................................................... 15
6.4 Nuttige tips................................................................................................................................15
6.5 Controle- en alarmfuncties (Fig. 21) ......................................................................................... 15
6.6 Initialisatie van het bedieningspaneel en opheffing van de alarmen......................................... 15
7 AANWIJZINGEN M.B.T. HET ONDERHOUD ................................................................................16
7.1 Onderhoudsoverzicht................................................................................................................ 16
7.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen vakmensen voor nodig zijn ...................................... 16
7.3 Controle van het motoroliepeil .................................................................................................. 17
7.4 Onderhoudswerkzaamheden waar wel vakmensen voor nodig zijn......................................... 17
7.4.1 Verversen van de motorolie............................................................................................... 17
7.4.2 Onderhoud van het luchtfilter............................................................................................. 18
7.4.3 Onderhoud van de bougies................................................................................................ 18
7.4.4 Regolazione della tensione................................................................................................ 19
8 AANWIJZINGEN M.B.T. DE BUITENDIENSTSTELLING EN DE ONTMANTELING....................19
8.1 Lange stilstandperioden............................................................................................................ 19
8.2 Ontmanteling ............................................................................................................................ 20
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
2
NL
9 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN................................................................................................20
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 4000 B .........................................................................................21
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 4000 GAS ....................................................................................22
TEKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 4000 B...............................................................23
TEKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 4000 GAS..........................................................24
ALGEMENE AANWIJZINGEN ENERGY 4000 GAS...........................................................................28
SCHALTPLAN DES GENERATORS FÜR DIE DRÄHTE DER FLÜSSIGGASANLAGE ...................29
SLANGAANSLUITING VAN DE GASFLES OP DE DRUKREGELAAR VOOR ENERGY 4000 GAS30
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN ........................................................................................31
Telkens als de generator minimaal drie weken lang stil blijft staan kan er
zich bezinksel van afgewerkte loodvrije benzine in de carburateur vormen.
Door dit bezinksel kan de motor ernstig beschadigd worden en het is dus
absoluut NOODZAKELIJK om de carburateur vóór een lange stilstand
helemaal te legen door de brandstofkraan dicht te draaien en de generator
te laten functioneren totdat hij afslaat.
Bovendien is het van fundamenteel belang om nooit afgewerkte loodvrije
benzine te gebruiken omdat de motor hierdoor ernstig beschadigd kan
worden vanwege de chemische veranderingen die de benzine ondergaan
heeft.
Als deze maatregelen niet in acht genomen worden dan wordt de
GARANTIE automatisch ONGELDIG.
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
3
NL
Via E. Majorana , 49 48022 Lugo (RA) ITALY
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
volgens de Machinerichtlijn 89/392/EEG, bijlage IIA
Hierbij wordt verklaard dat de generator, waarvan de gegevens hieronder vermeld worden, ontworpen en
geconstrueerd is op een manier die in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en
gezondheidseisen zoals bepaald door de Europese Richtlijn ten aanzien van de Veiligheid van Machines.
Deze verklaring is niet geldig meer indien er zonder onze schriftelijke goedkeuring wijzigingen aan de machine
aangebracht worden.
Machine: GENERATORAGGREGAAT
Model: ENERGY 4000 B / 4000 GAS
Serienummer: ………………..
Referentierichtlijnen:
Machinerichtlijn (89/392/EEG) in de versie 91/31/EEG
Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG)
Elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG) in de versie 93/31/EEG
In het bijzonder toegepaste geharmoniseerde normen: EN 292-1; EN 292-2, EN 60204-1.
DATUM........20/03/2008..........
DE PRESIDENT
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
4
NL
1 INLEIDING
Lees alvorens ook maar
iets aan het generatoraggregaat te gaan doen
eerst deze handleiding aandachtig door.
1.1 Doel en toepassingsgebied van de
handleiding
Deze handleiding is geschreven door de
Constructeur met het doel alle inlichtingen en
aanwijzingen te verstrekken die noodzakelijk zijn
om alle handelingen in het kader van het
onderhoud en het gebruik van het
generatoraggregaat op een juiste en veilige
manier te kunnen verrichten.
De handleiding maakt onlosmakelijk deel uit van
het materiaal dat bij de levering van het
generatoraggregaat inbegrepen is; de
handleiding dient gedurende heel de levensduur
van het generatoraggregaat goed bewaard te
worden en dient beschermd te worden tegen alle
invloeden waardoor de handleiding aangetast
kan worden. De handleiding moet altijd bij het
generatoraggregaat zitten ook indien het
apparaat op een nieuw voertuig geïnstalleerd
wordt of indien het apparaat van eigenaar
verwisselt. De inlichtingen die in deze handleiding
opgenomen zijn, zijn bestemd voor degenen die
het generatoraggregaat zullen installeren en voor
al degenen die bij het onderhoud en het gebruik
betrokken zijn. In de handleiding is het doel
vastgesteld waarvoor het apparaat geconstrueerd
is en de handleiding bevat alle inlichtingen die
noodzakelijk zijn om een veilig en juist gebruik
ervan te waarborgen. De constante inachtneming
van de aanwijzingen die in deze handleiding
staan is een garantie voor de veiligheid van de
gebruiker, een zuinig bedrijf en een langere
levensduur van het apparaat. Om het lezen ervan
te bevorderen is de handleiding ingedeeld in
verschillende delen waarin de belangrijkste
beginselen naar voren komen; raadpleeg de
beschrijvende inhoudsopgave om de
verschillende onderwerpen snel te kunnen
vinden.
De tekstgedeelten waar niet aan voorbij gegaan
mag worden zijn vetgedrukt en worden
voorafgegaan door de hieronder afgebeelde en
vastgestelde symbolen. Er wordt dringend
geadviseerd om datgene wat in deze handleiding
en in de documenten waarnaar verwezen wordt
staat aandachtig te lezen; alleen op die manier
wordt ook na verloop van tijd de goede werking
van het generatoraggregaat, de betrouwbaarheid
ervan en de bescherming van personen en
voorwerpen tegen schade gewaarborgd.
Opmerking: De inlichtingen die in deze publicatie
opgenomen zijn, zijn juist op het moment van het
ter perse gaan van deze publicatie, maar kunnen
zonder voorafgaand bericht gewijzigd worden.
1.2 Symbolen en definities
In dit boekje is gebruik gemaakt van “grafische
veiligheidssymbolen” die het doel hebben om de
verschillende gevarenniveaus of belangrijke
informatie snel te vinden
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ernstige ongelukken of mogelijke schade aan de
gezondheid kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ongelukken of mogelijke schade aan voorwerpen
kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
storingen in de werking of schade aan de
machine kan leiden.
De tekeningen worden bij wijze van voorbeeld
verstrekt. Ook als het apparaat waar u over
beschikt verschilt van de illustraties die in deze
handleiding opgenomen zijn gelden de veiligheid
en de aanwijzingen eveneens voor dat apparaat.
De constructeur, bij het hanteren van een beleid
in het kader waarvan ernaar gestreefd wordt het
product constant te ontwikkelen en te
vernieuwen, kan zonder voorafgaand bericht
wijzigingen aanbrengen.
1.3 Algemene informatie
De generatoraggregaten ENERGY zijn
ontworpen om geïnstalleerd te worden op
voertuigen. De generatoraggregaten zijn in staat
om elektrische stroom met een spanning van 230
V wisselstroom 50 Hz te leveren. De modellen
ENERGY 4000 B moeten met loodvrije benzine
gevoed worden. De modellen ENERGY 4000
GAS met LPG. Om ervoor te zorgen dat de
generatoraggregaten een zo laag mogelijk
geluidsniveau voortbrengen zijn de
generatoraggregaten van de serie ENERGY
voorzien van een geluiddichte kast die aan de
binnenkant geïsoleerd is.
De apparaten zijn makkelijk toegankelijk voor
onderhoudswerkzaamheden en zijn uitgerust met
een afstandsbedieningspaneel dat in het voertuig
geïnstalleerd kan worden.
Het is mogelijk om de generatoraggregaten op de
brandstoftank van het voertuig aan te sluiten mits
de brandstof geschikt is, als dit niet het geval is
kan er een speciale tank geïnstalleerd worden die
op aanvraag verkrijgbaar is.
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
5
NL
2 IDENTIFICATIE VAN HET
GENERATORAGGREGAAT
2.1 Onderdelen (Fig. 1)
1 Geluiddichte kast
2 Steunbeugels
3 Klep
4 Sluiting van de klep
5 Sticker met technische gegevens
6 Trillingsdempende steun
7 Verankeringsbeugel
8 Elektronisch bedieningspaneel
8 Pannello elettronico di comando
2.2 Identificatieplaatje (Fig. 2)
1 Model generatoraggregaat
2 Code van het model
3 Serienummer
4 Bouwjaar
5 Vermogensfactor
6 Frequentie
7 Max. elektrisch vermogen
8 Max. stroom
9 Nominale spanning 230 V wisselstroom
10 Geleverde stroom op 12 V gelijkstroom
1 Gewicht
12 Streepjescode
2
2.3 Totale afmetingen
Op figuur 3 zijn de totale afmetingen van de
generatoraggregaten.
1
3
A B C D E
mm
295 463 665 723 346
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
6
NL
2.4 Fiche technique
ENERGY ENERGY
MOTOR
4000 B 4000 GAS
Type
Eéncilinder 4 slag benzine
keppen in de kop, luchtgekoeld
Eéncilinder 4 slag benzine
keppen in de kop, luchtgekoeld
Motor
Yamaha MZ 250 Yamaha MZ 250 GAS
Cilinderinhoud cm
3
251 251
Boring x Slag mm
70 x 57 70 x 57
Max. brandstofverbruik
2,0 l/h 1,5 kg/h
Voeding
Loodvrije benzine
LPG of Propaan pure als
het koud is
Ontstekingssysteem
Elektronisch Elektronisch
Bougie
BPR4ES (NGK) BPR4ES (NGK)
Inhoud motoroliecarter litres
1,0 1,0
Toerenregelaar
Automatisch met middelpun-
tvliedende krachten
Automatisch met middelpun-
tvliedende krachten
WISSELSTROOMDYNAMO
4000 B 4000 GAS
Type
Synchroon éénfase zelfregelend,
tweepolig, zonder borstels
Synchroon éénfase zelfregelend,
tweepolig, zonder borstels
Max. vermogen kW
3,8 3,8
Continue vermogen kW
3,3 3,3
Spanning/frequentie V/Hz
230 / 50 230 / 50
Gelijkstroomuitgang A / Vdc
10 / 12 10 / 12
Isolatieklasse rotor
H H
Isoaltieklasse stator
F F
Koeling
Centrifugaalventilator Centrifugaalventilator
GENERATOR
4000 B 4000 GAS
Totaal gewight kg
81 85,7
Totale afmetingen
(L x B x H)
mm 665 x 463 x 346 665 x 463 x 346
Startsystem
Elektrisch / handmatig Elektrisch / handmatig
Voeding
Toevoerpomp Met onder-
drunk
Drukregelaar
Geluidsniveau
60 dB
A
-
7 m 60 dB
A
-
7 m
Bedrijfsuren h 7 7
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG
3.1
Opslag
De generator wordt met het oog op het transport
met een adequate kartonnen verpakking en een
houten steunplateau beschermd. De generator
moet horizontaal opgeslagen worden op een
overdekte, droge en geventileerde plaats
.
Bij het gebruik van de
generator in koude omgeving, raden wij
het gebruik van propaan in een hoger
percentage aan ( tot een maximum
temperatuur van -15 ° )
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
7
NL
De verpakking mag niet
ondersteboven geplaatst worden. De juiste
stand blijkt uit het betreffende symbool (
)
dat op de verpakking aangegeven staat.
3.2 Gewicht
Het bruto gewicht inclusief verpakking bedraagt:
ENERGY 4000 B: 81 kg
ENERGY 4000 GAS: 85,7 kg
3.3 Hantering
De generatoraggregaten kunnen inclusief de
verpakking met behulp van gewone hef- en
transportwerktuigen verplaatst worden.
De dozen zijn voorzien van afstandshouders
waardoor het mogelijk is de vorken van de
palletwagens erin te steken.
Tijdens het ophijsen en
verplaatsen van de apparaten moeten de
veiligheids- en de ongevalpreventi-
evoorschriften in acht genomen worden. Er
dienen hef- en transportwerktuigen gebruikt
te worden waarvan het draagvermogen groter
is dan de last die opgehesen dient te worden.
4 INSTALLATIE
4.1 Inleidende informatie
Alvorens het generator-
aggregaat te installeren is het absoluut
noodzakelijk om deze aanwijzingen te lezen
om geen installatiefouten te begaan.
De generator moet op een
zodanige manier geïnstalleerd worden dat
rechtstreekse waterinfiltraties in de dynamo via
de diverse inlaatopeningen vermeden worden;
hij moet dus beschermd worden
.
Een verkeerde installatie van het generator-
aggregaat kan onherstelbare schade aan het
apparaat berokkenen en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Mocht de installatie van het generatoraggregaat
niet overeenstemmen met de aanwijzingen die in
deze handleiding opgenomen zijn dan wijst de
fabrikant elke aansprakelijkheid voor de slechte
werking en de veiligheid van de
generatoraggregaten op grond van de
Machinerichtlijn 89/392/EEG van de hand.
Bovendien kan de fabrikant op geen enkele wijze
aansprakelijk gesteld worden voor schade aan
voorwerpen of personen.
De installatiewerkzaa-
mheden mogen uitsluitend door vakmensen
die naar behoren geïnstrueerd zijn uitgevoerd
worden.
4.2 Aanwijzingen voor de bevestiging van
het generatoraggregaat
De generatoraggregaten model ENERGY 4000 B
/ 4000 GAS standaard uitgerust met beugels
voor de verankering met extra trillingsdempers
(Fig. 4, Ref. 1) en een brandstoffilter dat op de
toevoerleiding van de generator geplaatst moet
worden. Met behulp van de beugels kan het
generatoraggregaat opgehangen worden. Deze
montagewijze biedt de volgende voordelen: het
apparaat neemt minder ruimte in beslag, het
apparaat kan snel geïnstalleerd worden en men
kan er snel bij komen om er klein en groot
onderhoud aan te plegen.
Het is belangrijk dat u zich ervan verzekert dat er
rondom de kap van het generatoraggregaat
voldoende ruimte is voor de doorlaat van lucht
voor de koeling; u moet bovendien minimaal 20
mm ruimte tussen de kap en de delen daar
omheen vrij laten om te voorkomen dat het
generatoraggregaat tijdens de werking of tijdens
het rijden hier door trillingen tegenaan komt.
Indien de luchtinlaatopening van het
generatoraggregaat achter een wiel van het
voertuig geplaatst wordt dan is het belangrijk om
ervoor te zorgen dat er geen water dat bij regen
4
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
8
NL
van het wiel opspat in het generatoraggregaat
terecht kan komen.
4.3 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Gebruik voor de aansluiting van de verbruikers
op het generatoraggregaat een driepolige
elektrische kabel die aan de geldende wettelijke
voorschriften voldoet. De juiste doorsnede staat
in tab. 1
Het generatoraggregaat is voor de aansluiting
van de stroomopnameleiding van 230 Volt
voorzien van een speciale klemmenstrook (fig. 5
ref. 1) waar de kabels op aangesloten moeten
worden. Gebruik de speciale kabelklem (fig. 7
ref. 2) om de kabel te bevestigen en om te
voorkomen dat er water in het
generatoraggregaat terechtkomt. De draad voor
de aarding van het generatoraggregaat moet
aangesloten worden op de speciale klem die aan
de buitenkant van de geluiddichte kast (fig. 7 ref.
1) aangebracht is. Hoewel het
generatoraggregaat aan de binnenzijde uitgerust
is met een thermische beveiligingsschakelaar,
die ervoor zorgt dat in geval van overbelasting of
kortsluiting de stroomtoevoer onderbroken wordt
(fig. 5 ref. 4), is het van belang dat er in het
elektrische schakelpaneel van het voertuig een
thermische magneetschakelaar gemonteerd
wordt die zodanig afgesteld is dat de
stroomtoevoer naar de verbruikers onderbroken
wordt als de stroomopname bij de ENERGY
4000 B/4000 GAS boven de 9,5 Amp stijgt.
Indien de thermische beveiligingsschakelaar van
het generatoraggregaat inschakelt moet u op de
knop drukken om het circuit weer te sluiten en
om de stroomtoevoer weer in te schakelen.
Controleer zorgvuldig of
de positie van de aansluiting van de
stroomopnameleiding van 230 Volt juist is;
door een verkeerde aansluiting kan het
generatoraggregaat onherstelbaar
beschadigd worden of kan er gevaarlijke
kortsluiting ontstaan.
De elektrische
aansluitingen op het generatoraggregaat
moeten door vakmensen tot stand gebracht
worden.
Op de elektrische installatie van het voertuig
dient u een relais of een schakelaar (accessoire
code 05423) (fig. 6) te installeren die de taak
heeft om het generatoraggregaat te isoleren als
het aggregaat op een extern voedingsnet
aangesloten is.
Sluit het relais aan waarbij u de volgende
aanwijzingen aan moet houden:
Sluit de beide draden van de 230 V leiding
van het generatoraggregaat aan op PIN 1 - 3.
Sluit de leiding van de verbruikers aan op PIN
7 - 9.
Sluit de externe leiding aan op PIN 6 - 4.
Overbrug PIN 4 - A.
Overbrug PIN 6 – B.
6
4.4 Aansluiting van de accu
Om het generatoraggregaat in werking te kunnen
stellen moet u de aansluiting op de accu van het
voertuig tot stand brengen met een kabel die aan
de geldende voorschriften voldoet, die voorzien
is van een kabelmantel en waarvan de
doorsnede in tab. 1 staat.
Daartoe is het generatoraggregaat voorzien van
twee speciale klemmen die gebruikt moeten
worden voor de aansluiting op de plus- en de
minpool van de accu.
Sluit de kabel van de pluspool (rode kabel) aan
op de klem (fig. 5 ref. 3) en de kabel van de
minpool op de klem (fig. 5 ref. 2).
De kabel van de minpool moet dezelfde
doorsnede hebben als de pluskabel en moet met
het chassis van het voertuig verbonden worden.
U moet zich ervan overtuigen dat het contact
goed is en indien nodig de lak of roest van het
oppervlak verwijderen en de verbinding met vet
beschermen.
De capaciteit van de accu die voor het starten
gebruikt moet worden mag niet minder zijn dan
30 A/h.
5
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
9
NL
De geluiddichte kast is voorzien van twee
kabelklemmen die gebruikt moeten worden voor
de doorvoer van de aansluitkabels van de accu
(Fig. 7 Rif. 3).
Plaats altijd een zekering
van 70 A op de kabel waarmee het
generatoraggregaat op de pluspool van de
accu aangesloten is.
230 Volt AC
Leng. < 4 m
230 Volt AC
Leng. > 4 m
12 Volt CC
Leng. < 6 m
12 Volt CC
Leng. > 6 m
2,5 mm
2
4 mm
2
10 mm
2
16 mm
2
230 V LINE CONNECTION BATTERY CONNECTION
TAB. 1
4.5 Acculader
De generatoraggregaten ENERGY 4000 B/4000
GAS zijn uitgerust met een acculader die in staat
is om op 12 V een stroom van 10 Amp te leveren
en die gebruikt kan worden voor het opladen van
de startaccu van het generatoraggregaat of voor
de accu’s die voor de werking van het voertuig
dienen. Om de acculader te gebruiken moet de
pluspool van de accu die u wilt opladen door
middel van een elektrische kabel met een
doorsnede van 2,5 mm
2
op de speciale klem (fig.
5 ref. 6) aangesloten te worden en de minpool op
de klem die op figuur 5 ref. 2 aangegeven is.
Het generatoraggregaat
laadt de accu die voor het starten gebruikt
wordt niet vanzelf op, als deze niet op de
acculader aangesloten is.
4.6 Aansluiting van het elektronische
bedieningspaneel
Kies de plaats waar het bedieningspaneel
aangebracht moet worden in het voertuig en boor
een rechthoekig gat dat de volgende afmetingen
heeft: 30 x 32 mm; bevestig het elektronische
bedieningspaneel (fig. 8) met de zelftappende
schroeven maat 3 x 20 mm en controleer daarbij
of de achterkant niet tegen andere oppervlakken
aankomt; bevestig het plastic omrandingsprofiel
door er voorzichtig op te drukken totdat u hoort
dat de bevestigingslipjes vastklikken.
Het elektronische bedieningspaneel is uitgerust
met een 5 meter lange verbindingskabel die naar
behoren aangesloten moet worden op het
generatoraggregaat door middel van de
betreffende connector (fig. 9 ref. 1).
7
8
9
4.7 Aanwijzingen voor de installatie van de
tank
Alleen voor ENERGY 4000 B
De plaats van de brandstoftank (fig. 10) moet
zodanig gekozen worden dat de lengte van de
brandstofleiding (fig. 12 ref. 2) tot een minimum
beperkt kan worden. Vermijd bovendien dat de
doorsnede van de leiding verkleind wordt doordat
de leiding afgekneld wordt, er knikken in zitten of
doordat de leiding ingedrukt wordt. Bovendien
wordt geadviseerd om de tank op dezelfde
hoogte als het generatoraggregaat te installeren
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
10
NL
en als de tank lager geplaatst wordt dat het
hoogteverschil nooit meer bedraagt dan 20 cm
(Fig. 10).
Indien het niet mogelijk is om het aangegeven
maximum hoogteverschil van de brandstoftank
ten opzichte van het generatoraggregaat aan te
houden kan er een elektrische brandstofpomp
geïnstalleerd worden, die als optie verkrijgbaar is
(code 05469) en die hoogteverschillen van meer
dan een meter makkelijk kan overbruggen.
Plaats de brandstoftank
niet in de buurt van warmtebronnen; plaats
de tank op een zodanige plek dat er geen
water van buitenaf in terecht kan komen.
Gebruik voor de aansluiting van de tank en het
generatoraggregaat een rubber slang die
geschikt is voor loodvrije benzine en die een
binnendiameter heeft van 5 mm en plaats er een
brandstoffilter tussen (fig. 10 ref. 1).
De tank heeft ontluchting nodig en met het oog
daarop dient er een slang op de speciale
slanghouder (fig. 11 ref. 1) aangesloten te
worden en moet u zich ervan verzekeren dat
deze slang omhoog loopt (fig. 11 ref. 2) en dat er
geen gedeelten zijn waar bochten in zitten (fig.
11 ref. 3).
Bij de dealers zijn twee verschillende modellen
brandstoftanks verkrijgbaar die aan alle
installatie-eisen kunnen voldoen:
Voor de standaard installatie op het voertuig
moet u de tank met code 05421 (fig. 12)
(capaciteit 15 liter) gebruiken: de vulopening
(fig. 12 ref. 3) is voorzien van een dop.
De tank met code 05466 (fig. 13) (capaciteit:
circa 15 liter) is ontworpen om op
verschillende plaatsen geïnstalleerd te worden
om de beschikbare ruimten op het voertuig
beter te benutten en maakt de aansluiting van
de vulopening (fig. 14) op twee verschillende
punten mogelijk (fig. 13 ref. 1 en 2) waarbij op
die manier de mogelijkheid aan de installateur
geboden wordt om telkens al naar gelang het
type installatie de meest geschikte oplossing
te kiezen. Ook de brandstofafsluitkraan (fig.
13 ref. 3) kan op twee verschillende
schroefdraadkoppelingen (fig. 13 ref. 4)
gedraaid worden, te gebruiken al naar gelang
de installatieplaats.
Om de tank aan het voertuig te bevestigen moet
er naar behoefte gebruik gemaakt worden van de
speciale schroefdraadverbindingen (fig. 13 ref.
5).
Door middel van een rubber slang moet de
ontluchtingsopening van de tank op de
vulopening aangesloten worden zoals afgebeeld
op figuur 13 ref. 6.
4.8 Brandstofreserve
Alleen voor ENERGY 4000 B
De beide modellen brandstoftanks zijn uitgerust
met een kraan met een elektrische
brandstofreservewijzer (fig. 12 ref. 4). Om de
elektrische aansluiting van dit onderdeel tot stand
te brengen moet de connector op de
brandstoftank (fig. 12 ref. 5) door middel van een
elektrische kabel verbonden worden met de
connector op het apparaat (fig. 5 ref. 5). De
brandstofreserve voor beide tanks bedraagt circa
4 liter.
Het speciale controlelampje op het
bedieningspaneel (fig. 15 ref. 1) zal gaan
branden als het brandstofniveau in de tank onder
het reserveniveau daalt.
4.9 Aansluiting van de brandstofpomp
Alleen voor ENERGY 4000 B
Indien het toelaatbare maximum hoogteverschil
tussen de tank en het generatoraggregaat niet
aangehouden kan worden, dan kan er een
elektrische pomp (code 05469) geïnstalleerd
worden om het hoogteverschil te overbruggen.
Het installeren van de brandstoftank is bijzonder
eenvoudig. Deze pomp moet eenvoudigweg tussen
de tank en het generatoraggregaat geplaatst
worden en op de brandstofleiding aangesloten
worden
.
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
11
NL
Er wordt geadviseerd om de pomp zo dicht
mogelijk bij de tank te plaatsen (een leiding voor
het terugstromen van de brandstof in de tank is niet
nodig).
De elektrische aansluiting van de brandstofpomp
moet als volgt tot stand gebracht worden:
- sluit de minpool van de pomp aan op de
connector die daarvoor bestemd is en die aan
de binnenkant van het generatoraggregaat
aangebracht is (fig. 16 ref. 1);
- sluit de pluspool van de pomp aan op de
plusklem van de accu (fig. 5 ref. 3).
Maak voor de elektrische aansluiting gebruik van
een tweepolige kabel met een minimum
doorsnede van 1 mm
2
.
11
13
12
14
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
12
NL
4.10 Aansluiting van een extra geluiddemper
Om het door het generatoraggregaat
voortgebrachte geluid in sterkere mate te
beperken, is de mogelijkheid voorhanden om aan
de buitenkant een extra geluiddemper te
installeren (code 05468).
De extra geluiddempingsset (code 05422)
bestaat uit een geluiddemper (fig. 17 ref. 1), een
flexibel stuk pijp van staal (fig. 17 ref. 2) en twee
bandjes voor het vastzetten van de aansluitingen
(fig. 17 ref. 3). Om de geluiddemper op het
generatoraggregaat aan te sluiten moeten eerst
alle vonkdovers (fig. 18 ref. 1) van het uiteinde
van de uitlaat aan de binnenkant van het
generatoraggregaat verwijderd worden en moet
de geluiddemper door middel van het speciale
bandje aan het uiteinde van de buitenste
geluiddemper (fig. 20 ref. 1) bevestigd worden.
Maak met behulp van een tang de beide
diafragma’s (fig. 19 ref. 1) los die dienen om het
sleufgat af te sluiten, dat speciaal gemaakt is
voor de doorvoer van de flexibele pijp voor de
verbinding tussen de uitlaat aan de binnenkant
van het generatoraggregaat en de uitwendige
geluiddemper. Bevestig de flexibele pijp aan het
uiteinde van de uitlaat en de geluiddemper zoals
afgebeeld op fig. 20. De geluiddemper is
voorzien van een beugel die gebruikt moet
worden om hem aan het voertuig te bevestigen.
Gebruik geen
geluiddempers die niet door . geleverd
zijn. Door geluiddempers waarvan de grootte
niet geschikt is kan schade aan de motor
toegebracht worden.
15
17
16
18
19
20
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
13
NL
5 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING
De generatoren van de ENERGY serie bestaan
uit verbrandingsmotoren op benzine of gas die
aangesloten zijn op een wisselstroomdynamo die
wisselstroom of gelijkstroom kan produceren. De
generatoraggregaten zijn in een plaatstalen kast
gemonteerd en zijn geïsoleerd en geluiddicht
gemaakt met speciale geluiddempende
materialen.
De brandstoftoevoer naar de endothermische
motor vindt plaats door middel van een pomp die
standaard op het generatoraggregaat
gemonteerd is (alleen bij het model op benzine).
5.1 Veiligheid van de machines
De generatoraggregaten zijn voorzien van
volledig afgesloten kappen en het gevaar bestaat
dus niet dat men in aanraking kan komen met
bewegende delen, bijzonder hete oppervlakken
of onder spanning staande geleiders.
De kleppen zijn uitgerust met openingen met
sloten. De sleutels mogen niet binnen het bereik
van kinderen of personen die er geen verstand
van hebben gehouden worden.
De generatoraggregaten
mogen uitsluitend gebruikt worden als de
klep dicht is.
Houd brandbare stoffen zoals benzine, verf,
oplosmiddelen enz. uit de buurt van de
generatoren.
Verzeker u ervan dat de hete delen van de
generatoraggregaten niet in aanraking komen
met licht ontvlambare materialen.
Tank geen brandstof terwijl de motor draait.
Raak de generatoraggregaten of de
elektrische verbindingen niet met natte
handen aan.
Vervang de zekeringen of de thermische
schakelaars niet door nieuwe onderdelen met
een hogere ampèresterkte.
Eventuele controles van elektrische
onderdelen moeten verricht worden terwijl de
motor uitgeschakeld is en dit mag uitsluitend
door vakmensen gedaan worden.
De generatoraggregaten zijn gemaakt volgens de
veiligheidsvoorschriften die op de EG-verklaring
van overeenstemming vermeld staan.
6 GEBRUIK VAN HET GENERATOR-
AGGREGAAT
6.1 Het generatoraggregaat aanzetten
De generatoraggregaten zijn uitgerust met een
elektronisch afstandsbedieningspaneel waarmee
het mogelijk is om het generatoraggregaat aan-
/uit te zetten en om de werkingsomstandigheden
te controleren. De elementen waar het
bedieningspaneel uit bestaat zijn:
1 AAN/UIT schakelaar
2 Display
3 Led-signaleringslampje “temperatuur te hoog”
4 Led-signaleringslampje “minimum
motoroliepeil”
5 Led-signaleringslampje “motor niet gestart”
6 Led-signaleringslampje “generator in werking”
(knipperend)
7 Led-signaleringslampje “motorolie verversen”
8 Led-signaleringslampje “benzine in reserve”
9 Tijdknop
10 Reset
Als u de aan/uit schakelaar (fig. 21 ref. 1) op de
stand “ON” zet, dan zal gedurende 8 sec. het
opschrift “WAIT” op het display verschijnen,
waarna het elektrische bedieningspaneel de 1
e
automatische startprocedure van het
generatoraggregaat zal beginnen. Als na afloop
van deze fase de motor gestart is zal het led-
signaleringslampje “generator in werking” (fig. 21
ref. 6) beginnen te knipperen.
Indien de motor niet start dan zal deze
automatische procedure maximaal 4 keer
herhaald worden. Indien de motor na de
volledige cyclus nog niet start dan zal het led-
signaleringslampje “motor niet gestart” (fig. 21
ref. 5) gaan branden, om aan te geven dat de
motor niet gestart is.
Als alleen het led-signaleringslampje “motor niet
gestart” (fig. 21 ref. 5) blijft branden dan kan de
startprocedure meerdere keren herhaald worden.
Als na afloop van herhaaldelijke pogingen het
generatoraggregaat niet in werking treedt dan
moet u zich tot de servicedienst wenden.
Alleen bij het model op benzine, indien de accu
leeg is dan kunnen de generatoraggregaten met
de hand gestart worden door middel van de
handgreep van de zelfwikkeling van de motor
(fig. 22 ref. 1), nadat u de keuzeschakelaar op de
stand “ON” (fig. 22 ref. 2) gezet heeft en het
elektronische bedieningspaneel op “ON” staat.
Is de motor met de hand gestart dan moet de
keuzeschakelaar weer op de stand “OFF” (fig. 22
ref. 2) gezet worden.
De startaccu mag nooit losgekoppeld worden; in
dat geval wordt het elektronische
bedieningspaneel namelijk niet gevoed waardoor
de werking van de generatoraggregaten
belemmerd wordt.
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
14
NL
6.2 Het generatoraggregaat uitzetten
Door schakelaar 1 (fig. 21 ref. 1) op de stand
“OFF” te zetten schakelen de
generatoraggregaten uit.
IHet generatoraggregaat
is uitgerust met een verbrandingsmotor, de
brandstof die gebruikt wordt is dus bijzonder
brandbaar.
Onder de kap worden de uitlaatgassen geleid
die onvermijdelijk behoorlijk heet zijn
ondanks het feit dat zij vermengd worden met
de koellucht.
Raak de gedeelten van de kap in de buurt van
de uitlaat niet aan en steek uw handen of
verschillende voorwerpen niet in de kap.
6.3 Informatie over ongeoorloofd gebruik
De generatoraggregaten
mogen alleen door bevoegde vakmensen
geïnstalleerd worden die daarbij de door de
constructeur verstrekte aanwijzingen in acht
moeten nemen.
De generatoraggregaten mogen uitsluitend
gebruikt worden voor het voortbrengen van
elektrische stroom op voertuigen die uitgerust
zijn met een elektrische installatie die
aangelegd is volgens de voorschriften en op
basis van het geleverde elektrische vermogen
.
6.4 Nuttige tips
Om de generatoraggregaten op de juiste manier
te gebruiken doet u er goed aan om er rekening
mee te houden dat overbelasting ook in geringe
mate op den duur het openen van het contact
van de thermische beveiligingsschakelaar (fig. 22
ref. 3) teweegbrengt.
Tijdens de inloopperiode is het belangrijk om de
nieuwe motor tenminste tijdens de eerste 50
werkingsuren niet aan een hogere belasting dan
70% van de nominale belasting bloot te stellen.
6.5 Controle- en alarmfuncties (Fig. 21)
2 Display: Als het generatoraggregaat aan staat
wordt de totale tijd (in uren) weergegeven
gedurende welke het apparaat in werking is
geweest. Door op de knop onder het display van
het bedieningspaneel (fig. 21 ref. 9) te drukken
wordt de tijd (in uren) weergegeven gedurende
welke het apparaat na de laatste keer olie
verversen in werking is geweest.
21
3 Led-signaleringslampje “temperatuur te
hoog”: Deze led gaat branden als de
temperatuur van het generatoraggregaat boven
de veiligheidswaarde stijgt; de motor zal dan
tegelijkertijd afslaan.
4 Led-signaleringslampje “minimum
motoroliepeil”: Deze led gaat branden als het
motoroliepeil onder het minimum daalt. Een
veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
onmiddellijk afgezet wordt om beschadigingen te
voorkomen.
22
5 Led-signaleringslampje “motor niet
gestart”: Deze led gaat branden om te
signaleren dat het generatoraggregaat na afloop
van alle vier de startpogingen niet in werking is
getreden.
7 Led-signaleringslampje “olie verversen”:
Deze led gaat branden als de motor na de laatste
keer olie verversen 100 bedrijfsuren bereikt
heeft. Telkens als er olie ververst wordt dan moet
de servicedienst de timer resetten door de timer
weer op nul in te stellen.
8 Led-signaleringslampje “benzine in
reserve”: Deze led gaat branden als het
benzineniveau in de extra tank onder het
minimum niveau daalt (circa 4 liter).
9 Tijdknop: Door op deze knop te drukken wordt
de tijd (in uren) gedurende welke het apparaat na
de laatste keer olie verversen in werking is
geweest op het display weergegeven.
10 Reset: Als het display tekens laat zien die
geen enkel logisch verband hebben moet het
paneel opnieuw geïnitialiseerd worden. Druk op
de resettoets en zet terwijl u de toets ingedrukt
houdt het paneel aan. Als er 4 nullen (0000) op
het display verschijnen is het paneel opnieuw
geïnitialiseerd.
6.6 Initialisatie van het bedieningspaneel en
opheffing van de alarmen
Tijdens het gebruik van het generatoraggregaat
kunnen er alarmmeldingen weergegeven worden
die betrekking hebben op de controle van de olie
van de motor. Nadat u deze controle verricht
heeft moet u om de alarmen op te heffen als
volgt te werk gaan:
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
15
NL
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
knippert.
Oorzaak: Na de laatste keer motorolie verversen
zijn er 50 uur verstreken en het oliepeil moet
gecontroleerd worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Druk op
de knop van de deelteller (fig. 21 ref. 9) en zet
terwijl u de knop ingedrukt houdt het paneel aan
en laat de knop pas los als het
generatoraggregaat ingeschakeld is.
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
brandt.
Oorzaak: Na het verversen van de olie zijn er
100 uur verstreken en de olie moet ververst
worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Zet het
paneel aan en wacht totdat het
generatoraggregaat ingeschakeld is. Druk op de
knop die onder het kleine gat rechtsonder
verborgen is (fig. 21 ref. 10) en laat de knop
meteen los. Wacht twee minuten alvorens het
generatoraggregaat uit te zetten.
In bijzondere situaties kunnen de gegevens die in
de microprocessor in het paneel opgeslagen zijn
veranderingen ondergaan. Dit kan gebeuren
omdat de accu erg leeg is of omdat de
doorsnede van de kabels die voor de verbinding
tussen de accu en het generatoraggregaat
gebruikt zijn niet voldoende is. In dat geval kan
de verandering van de gegevens de werking van
het generatoraggregaat beletten. Om de werking
van het generatoraggregaat te herstellen moet u
als volgt te werk gaan:
Alarm: Het display laat tekens zien die geen
logica hebben.
Oorzaak: Storing in de werking te wijten aan lage
spanning tijdens het starten (accu erg leeg,
doorsnede van de kabels onvoldoende).
Het paneel moet opnieuw geïnitialiseerd worden.
Hoe het bedieningspaneel opnieuw
geïnitialiseerd moet worden: Druk op de knop
en zet terwijl u de knop ingedrukt houdt het
paneel aan. Laat de knop pas los als er 4 nullen
(0000) op het paneel weergegeven worden. Dan
is het paneel opnieuw geïnitialiseerd.
7 AANWIJZINGEN M.B.T. HET
ONDERHOUD
Gebruik uitsluitend
originele reserveonderdelen. Door het
gebruik van reserveonderdelen die niet van
gelijkwaardige kwaliteit zijn kan het
generatoraggregaat beschadigd worden.
De periodieke controle en de afstelling zijn
van essentieel belang opdat het hoge
prestatieniveau gehandhaafd blijft. Door
regelmatig onderhoud bent u verder
verzekerd van een lange levensduur van het
generatoraggregaat.
Before performing any
check or maintenance operation on the
generating set, turn the selector switch (Fig.
22 ref. 2) to the position 1 “manual” in order
to avoid accidentally starting the generating
set up.
7.1 Onderhoudsoverzicht
Zie de tabel onderaan de bladzijde.
7.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen
vakmensen voor nodig zijn
Om deze controles te verrichten moet de klep
van het generatoraggregaat opengedaan worden
en in verband hiermee moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen getroffen worden:
1 Het generatoraggregaat mag niet in werking
zijn en alle onderdelen ervan moeten koud
zijn.
2 Laat het generatoraggregaat afkoelen.
3 Draai de keuzeschakelaar op de stand “ON”
(handbediening) (Fig. 22 ref. 2)
N.B. Denk eraan dat u de keuzeschakelaar na
afloop van de controles weer op “OFF”
PERIODIEKE SERVICE INTERVALL
Binnen de aangegeven termijnen of na het aangegeven
aantal bedrijfsuren te verrichten afhanklijk van wat zich het
eerst voordoet.
Na elk ge-
bruik
Eerste
maand of
20 uur
Elke ma-
anden of
100 uur
Elke jaar
of
100 uur
Inspecteren
Motorolie
Verversen
(2) (2)
Luchtfilter Reinigen
(1)
(2)
Bougies
Inspecteren -
hk
(2)
Kleppen stelling Controleren - afstellen
(2)
Tank met brandstoffilter Schoonmaken
(2)
Minimum toerental of frequentie Afstellen
(2)
Ophangpunten trillingsdempers Controleren
(2)
Brandstofleidingen
Controleren (indien
nodig vervangen)
Na elke twee jaar
Opmerkingen: (1) vaker schoonmaken indien het apparaat in een zeer stoffige omgeving wordt gebruikt
(2) deze werkzaamheden mogen uitsluitend door vakmensen uitgevoerd worden
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
16
NL
(automatisch) moet zetten.
7.3 Controle van het motoroliepeil
Verwijder de olievuldop met de oliepeilstok en
maak de peilstok (fig. 23 ref. 1) schoon.
Steek de peilstok er weer in maar draai hem
niet vast.
Trek de oliepeilstok er weer uit en controleer
of het oliepeil zich tussen de beide inkepingen
(min. en max.) bevindt. Wanneer het oliepeil
zich onder de minimum inkeping bevindt moet
de hoeveelheid olie weer op peil gebracht
worden door er geadviseerde motorolie in te
gieten (raadpleeg de gebruiks- en
onderhoudshandleiding van de motor).
Doe de dop met de peilstok er weer op en
draai hem goed vast.
Pas op dat u het maximum
aangegeven oliepeil niet overschrijdt omdat
dit tot storingen in de werking van de
brandstofpomp en dus in de werking van het
generatoraggregaat kan leiden.
Alle controles van het
motoroliepeil moeten verricht worden terwijl
het generatoraggregaat volledig horizontaal
staat.
7.4 Onderhoudswerkzaamheden waar wel
vakmensen voor nodig zijn
Met het oog op sommige
onderhoudswerkzaamheden is het mogelijk om
het motor-dynamoblok te laten zakken door de
zeskantbouten aan beide kanten van het
generatoraggregaat (fig. 24 ref. 1) eruit te
draaien en de beide pennen (fig. 24 ref. 2) iets
los te draaien.
Op die manier is het makkelijk om bij alle
inwendige delen van het generatoraggregaat te
komen om alle grote onderhoudswerk-
zaamheden of reparaties uit te voeren.
7.4.1 Verversen van de motorolie
Gebruik een reinigende olie voor
vierslagbenzinemotoren type multigrade met een
SAE viscositeit die geschikt is voor het
bedrijfsklimaat (zie de tabel en de gedetailleerde
aanwijzingen die in de gebruiks- en onderhoud-
shandleiding van de motor vermeld staan).
Om het aftappen van de motorolie te
vergemakkelijken verdient het de voorkeur om de
motor circa 3 - 5 minuten warm te laten draaien;
p die manier is de olie vloeibaarder en kao
a
n het
ftappen sneller en op een volledigere wijze
gebeuren. Draai de speciale dop op het oliecarte
(fig. 25 ref. 1), waar u via een opening
onderkant van de geluiddichte kast
is (fig. 18 ref. 2) bij kunt komen, los
olie in een opvangbak lopen.
n
r
die aan de
angeba racht
en laat alle
Draai na afloop hiervan de dop er weer op e
breng het oliepeil in het oliecarter weer op het
juiste niveau door er via de speciale vulopening
(fig. 23 ref. 2) olie in te gieten.
Draai na afloop hiervan de dop er weer op en
breng het oliepeil in het oliecarter weer op het
juiste niveau door er via de speciale vulopening
(fig. 23 ref. 2) olie in te gieten.
Voor wat de hoeveelheid olie betreft die in het
carter gegoten moet worden moet u
onderstaande tabel raadplegen (tab. 2).
MOD.
Hoeveelheid olie
(liter)
Energy 4000 B / 4000 GAS
1,0
Tab. 2
Hete olie kan brandwonden veroorzaken.
Als u de motor met een onvoldoende
24
23
25
Voor een
klimaat
koud
Voor een wa
klim
rm
aat
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
17
NL
oliepeil laat draaien kan de motor ernstig
beschadigd worden.
Controleer het oliepeil terwijl de motor
uitgeschakeld is.
De verbru
achteloos weggegooid worden maar moet bij
recyclin drijven
ingeleverd worden, waarbij de we
voorschriften die in het land waar dit gedaan
7.4
ikte olie mag niet
de afvalverwerkings-/ gbe
ttelijke
wordt gelden in acht genomen moeten
worden.
.2 Onderhoud van het luchtfilter
het luchtfilter vuil is dan
de luchtstrovermindert om naar de carburateur.
Om storingen in de werking van de carburateur
te voorkomen moet het luchtfilter regelmatig
gecontroleerd worden. Als de motor in een
bijzonder stoffige omgeving gebruikt wordt,
wordt geadviseerd het luchtfilter telkens voor
het starten te controleren
.
Gebruik geen diesel of
ingspunt
t van het
luchtfilter, hierdoo
hroeven waarmee het
deksel aan het luchtfilterhuis bevestigd is
losgedraaid zijn.
t element goed uit om
voor beide modellen generatoraggregaten
bougies model BP6ES, BPR6ES (NGK) W20EP-U,
W20EPR-U (ND) of bougies van andere
constructeurs maar die van hetzelfde soort als de
aangegeven bougies zijn.
Gebruik nooit bougies met een andere
warmtegraad dan aangegeven
.
Haal de kap van de bougie af (fig. 26 ref. 2)
en haal met een speciale sleutel de bougie
eruit.
Verricht een visuele controle. Vervang de bo
indien de bougie duidelijke tekenen van slij
vertoont of als de isolator defect of beschadigd
7.4.3 Onderhoud van de bougies
oplosmiddelen met een laag verdamp
voor de reiniging van het filterelemen
r kunnen namelijk vlammen
en ontploffingen ontstaan
.
Laat de motor nooit zonder luchtfilter functioneren;
door het stof dat in de lucht zit slijt de motor binnen
korte tijd.
Om bij het filterelement te kunnen komen moet het
deksel van het luchtfilter (fig. 24 ref. 3) verwijderd
worden, nadat de beide sc
Verwijder het filterelement (fig. 26 ref. 1) en was het
element met een oplossing van een neutraal
reinigingsmiddel af en spoel het goed na; laat het
filterelement goed opdrogen en dompel het daarna
schone motorolie. Wring hein
het van de overtollige olie te ontdoen.
Vervang het filterelement alleen als uit een visuele
controle blijkt dat het element niet meer intact is
.
Gebruik
ugie
tage
is.
Maak de bougie met een staalborstel schoon als
de bougie opnieuw gebruikt kan worden.
Meet de afstand tussen de elektroden met een
diktemeter op. De juiste afstand moet tussen de
0.7 en de 0.8 mm liggen (fig
. 27).
Corrigeer de afstand indien nodig door de
elektrode aan de zijkant te buigen.
Controleer of de onderlegring van de bougie in
goede staat verkeert en draai de bougie daarna
weer met de hand aan om te voorkomen dat hij
er verkeerd in komt te zitten.
Draai de bougie vervolgens met het juiste
aanhaalmoment aan (zie de aanwijzingen die
in de gebruiks- en onderhoudshandleiding van
de motor staan).
Als er een nieuwe bou
emonteerd wordt moet u hem een halve slag
g
he
kw
dichtingsring ingedrukt heeft.
gie
g
draaien nadat de bougie de dichtingsring
edrukt heeft. Indien u din aarentegen
dezelfde bougie, die u daarvoor verwijderd
eft, weer monteert moet u de bougie een
artslag draaien nadat de bougie de
26
27
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
18
NL
De bougie moet goed
ngedraaid worden. Een niet goed
plaatste bougie kan erg heet worden en
schadigingen aa
aa
ge
e n de motor veroorzaken.
7.4.4 Regolazion
senza nessuna
utenza inserita.
Se non si riscontra o
iri
el motore e conseguentemente la tensione.
ione.
E BUITENDIENST TELLING EN DE ONTMANTELING
b
e della tensione
La regolazione della tensione deve essere ese-
guita a motore caldo senza nessun carico inseri-
to e col generatore in funzione.
Controllare la tensione del gruppo elettrogeno
con voltmetro attraverso una presa di corrente a
230 V dell'automezzo La tensione deve essere
compresa tra i 230 V e i 245 V
n tali valori è necessario ri-
pristinarli agendo sulla vite di regolazione di giri
motore (Fig. 28 Rif. 1).
Ruotando la vite in senso orario aumentano i g
d
Ruotando in senso antiorario diminuiscono i giri
motore e la tens
28
8 AANWIJZINGEN M.B.T. D S
8.1 Lange stilstandperioden
elkens als de generator minimaal drie weken lang stil blijft staan kan er
zich bezinksel van afgewerkte loodvrije benzine in de carburateur vormen.
Door dit bezinksel kan de motor ernstig beschadigd worden en het is dus
absoluut NOODZAKELIJK om de carburateur vóór een lange stilstand
elemaal te legen door de brandstofkraan dicht te draaien en de generator
T
h
te laten functioneren totdat hij afslaat.
Bovendien is het van fundamenteel belang om nooit afgewerkte loodvrije
benzine te gebruiken omdat de motor hierdoor ernstig beschadigd kan
worden vanwege de chemische veranderingen die de benzine ondergaan
heeft.
Als deze maatregelen niet in acht genomen worden dan wordt de
GARANTIE automatisch ONGELDIG.
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
19
NL
8.2 Ontmanteling
Indien het generatoraggregaat ontmanteld moet
worden moet u zich tot een gespecialiseerde
garage wenden
.
9 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN
mag u uitsluitend goedgekeurde brandblussers
gebruiken.
In geval van brand mag u de kap van het
generatoraggregaat absoluut niet opendoen en
Gebruik nooit water om
de vlammen die in het generatoraggregaat zijn
ontstaan te doven
.
Connector elektr. bedieningspaneel
WIT ORANJE
GRUS ZWART
PAARS ROOD
BLAUW WIT
GROEN BLAUW
GEEL GEEL
ORANJE ROSE
ROOD GRUS
BRUIN GROEN
GENERATOR
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
20
NL
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 4000 B
Elektromagneet van de automatische luchtstroom
Brandstofreserve
Thermostaat motortempe
Vlotter laag oliepeil
Aansluitklemmen startaccu
Uitschakelrelais
Relais voor tijdgeschakelde ui ing
Klem acculader
ratuur
tschakel
17
18
19
20
21
22
23
A
Conden r
Vermog saansluit-klemmenstrook
Thermi eveiligingsschakelaar
Diodenb
Schakelaar "handbediening/automatisch"
Startmotor
Inscha esturing
Externe ndstofpomp (optie)
sato
en
sche b
rug
kelb
bra
9
10
11
12
13
14
15
16
1Elektronisch bedieningspaneel
Connector aansluiting bedieningspaneel
Startrelais
Start/stoprelais
Relais elektro
Rotor
Wisselstroom
Stator
m
dyn
agneet automatische lucht
amo
1
2
3
4
5
6
7
8
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
21
NL
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 4000 GAS
Drukregelaar
Elektromagnetische gasklep
Vlotter laag oliepeil
Aansluitklemmen startaccu
t motortempeThermostaa ratuur
ing
t motortemperatuur
er
Relais voor tijdgeschakelde uitschakel
Thermostaa
Klem acculad
18
19
20
21
22
23
24
A
Vermogensaansluit-klemmenstrook
r Thermische beveiligingsschakelaa
rug Diodenb
Niet gebruikt
Startmotor
Inschakelbesturing
Zekering
Extra gasknop
10
11
12
13
14
15
16
17
1Elektronisch bedieningspaneel
Connector aansluiting bedieningspaneel
s
s
mo
densator
Startrelai
Start/stoprelai
Niet gebruikt
Rotor
Wisselstroomdyna
Stator
Con
3
4
5
6
7
8
9
1
2
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
22
NL
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
NL
23
EKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 4000 B
T
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
23
NL
TEKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 4000 GAS
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
24
NL
Pos. Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
1 02015 N. 1
Cofano superiore
Upper cowling
Capot supérieur
Obere Haube
Bovenste kap
Capo superior
2 00632 N. 4
Antivibrante
Vib.damper ANTIOIL
Anti-vibr. 30x30 I 8MA FF SH 45 AN-
TIHUILE
Schwing.bdämpf. 30x30 I 8MA FF SH
45 ÖLABW.
Trillingsdemp. 30x30 I 8MA FF SH 45
OLIEWEREND
Silenc. 30x30 I 8MA FF SH 45 AN-
TIACEITE
3 01671 N. 2
Staffa ancoraggio
Anchor clamp
Bride de fixation
Befestigungsbügel
Verankeringsbeugel
Estribo de anclaje
4 05505
N.
16
Rondella 6x18x1 UNI 6593
Washer 6x18x1 UNI 6593
Rondelle 6x18x1 UNI 6593
Scheibe 6x18x1 UNI 6593
Onderlegring 6x18x1 UNI 6593
Arandela 6x18x1 UNI 6593
5 02049 N. 1
Vite fissagio alternatore
Alternator fastening screw
Vis de fixation de l’alternateur
“Befestigungsschraube der Lichtma-
schine”
Bevestigingsschroef dynamo
Tornillo sujecion alternador
6 01429 N. 1
FUSIONE 2501/A1
CASTING 2501/A1
MOULAGE 2501/A1
GUSSTEIL 2501/A1
GIETWERK 2501/A1
FUNDICION 2501/A1
7 01086 N. 4
Vite M6x160 UNI5931
Screw M6x160 UNI5931
Vis M6x160 UNI5931
Schraube M6x160 UNI5931
Schroef M6x160 UNI5931
Tornillo M6x160 UNI5931
8 02050 N. 1
Rondella alternatore
Alternator washer
Rondelle de l’alternateur
Scheibe der Lichtmaschine
Onderlegring dynamo
Arandela alternador
9 02051 N. 1
Cuscinetto alternatore
Alternator bearing
Palier de l’alternateur
Lager der Lichtmaschine
Lager dynamo
Cojinete alternador
10 02054 N. 2
Diodo alternatore
Alternator diode
Diode de l’alternateur
Diode der Lichtmaschine
Diode dynamo
Diodo alternador
11 01989 N. 3
Antivibrante
Vibration damper
Anti-vibrations
Schwingungsdämpfer
Trillingsdemper
Silenciador
12 02714 N. 1
Statore alternatore
Alternator stator
Stator de l’alternateur
Stator der Lichtmaschine
Stator dynamo
Estator alternador
13 02054 N. 2
Diodo alternatore
Alternator diode
Diode de l’alternateur
Diode der Lichtmaschine
Diode dynamo
Diodo alternador
14 02715 N. 1
Rotore alternatore
Alternator rotor
Rotor de l’alternateur
Rotor der Lichtmaschine
Rotor dynamo
Rotor alternador
15 00299 N. 1
Motore EL. 12 V 0,30 kW
El. Motor 12 V 0.30 kW
Moteur él. 12 V 0,30 kW
Elektromotor 12 V 0,30 kW
El. motor 12 V 0,30 kW
Motor el. 12 V 0,30 kW
16 03833 N. 1
Fusione ATR 4000/B1
Casting ATR 4000/B1
Moulage ATR 4000/B1
Gussteil ATR 4000/B1
Gietwerk ATR 4000/B1
Fundicion ATR 4000/B1
17 03727 N. 1
Corona dentata x mozzo flangiato
Ring gear for flanged hub
Couronne dentée pour moyeu bridé
Zahnkranz für Flanschnabe
Conisch tandwiel geflensde naaf
Corona dentada cubo embridado
18 03829 N. 1
Ghiera
Ring nut
Bague
Nutmutter
Klemring
Virola
19 03574 N. 1
Ventola
Fan
Ventilateur
Lufterrad
Ventilator
Ventilador
20 02717 N. 1
Fusione ATR 4000/C1
Casting ATR 4000/C1
Moulage ATR 4000/C1
Gussteil ATR 4000/C1
Gietwerk ATR 4000/C1
Fundicion ATR 4000/C1
21 00958 N. 1
Pompa a depressione
Vacuum pump
Pompè à dépression
Vakuumpumpe
Vacuumpomp
Bomba de vacio
22 01127 N. 4
Fascetta stringitubo
Hose clamp
Collier serre-tube
Schlauchschelle
Pijpklembandje
Abrazadera para tubo
23 01442
0,7
m
Tubo
Pipe
Tuyau
Rohr
Pijp
Tubo
24 02188 N. 1
Staffa supp. pompa carburante
Fuel pump bearing bracket
Bride de support pompe à carburant
Befestigungsbügel der Kraftstoffpumpe
Steunbeugel brandstofpomp
Estribo soporte bomba carburante
25 02690 N. 1
Tappo filettato
Threaded cap
Bouchon filetè
Verschluss mit Gewinde
Schroefdraaddop
Tapòn roscado
26 00478 N. 2
Raccordo 90° 1/8 MF
Fitting 90° 1/8 MF
Raccord 90° 1/8 MF
Anschlussstuck 90° 1/8 MF
Koppeling 90° 1/8 MF
Empalme 90° 1/8 MF
27 01648 N. 1
Motore YAMAHA MZ 250
YAMAHA motor MZ 250
Moteur YAMAHA MZ 250
Motor YAMAHA MZ 250
YAMAHA motor MZ 250
Motor YAMAHA MZ 250
28 02729 N. 1
Filtro aria
Air cleaner
Filtre à air
Luftfilter
Luchtfilter
Filtro aire
29 02619 N. 2
Supporto inferiore (optional)
Lower support (optional)
Support inférieur (option)
Unterer Halter (option)
Onderste steun (optie)
Soporte inferior (opcional)
31 02743 N. 1
Candela
Plug
Bougie
Kerze
Bougie
Bujia
32 00093 N. 1
Relè 12 V 70 A
Relay 12 V 70 A
Relais 12 V 70 A
Relais 12 V 70 A
Relais 12 V 70 A
Rele 12 V 70 A
33 02014 N. 1
Basamento cassa
Case base
Base de la caisse
Kasten-Grundrahmen
Onderstel kast
Base caja
34 00370 N. 3
Passacavo SKINTOP PG16
SKINTOP PG16 fairlead
Serre-câble SKINTOP PG16
Kabeldurchführung SKINTOP PG16
Kabeldoorvoer SKINTOP PG16
Pasacable SKINTOP PG16
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
25
NL
Pos. Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
35 00369 N. 3
Dado plastica PG16 Ecrou plastique PG16
Kunststoffmutter PG16
M 6
Tuerca plástico PG16 plastic nut
oer plastic PG1
36 00863 N. 2
Pressacavo SKINTOP PG9
SKIN and Kabelsch OP PG9 Prensacable SKINTOP PG9 TOP cable gl
Serre-câble SKINTOP PG9
elle SKINT
Kabelklem SKINTOP PG9
37 00854 N. 4
UNI 5739 screw Sch 39 Tor 39
Vite UNI 5739 Vis UNI 5739
raube UNI 57
Schroef UNI 5739
nillo UNI 57
38 01251 N. 2
Dio re
Bridge rectifier diode
Diod ont
Gle de
D
Dio or
do ponte raddrizzato e redresseur en p
ichrichterbrückendio
iode gelijkrichterbrug
do puente rectificad
39 01324 N. 1
Fascetta porta condensatore
Condenser-holding clamp
Collier porte-condenseur
Tragband fur Kondensator
Draagbandje condensator
A brazadera para condensador
40 01997 N. 1
Condensatore 18 µF
Condenser 18 µF
Condensateur 18 µF
Kondensator 18 µF
Condensator 18 µF
Condensador 18 µF
41 02615 N. 1
Boitier du ppement
S
Scatola marmitta
Muffler box
pot d'écha
challdampfergehause
Knaldemperkast
Caja silenciador
42 00578 N. 4
V
S Sc 9
S ite M 8x16 UNI 5739
crew M 8x16 UNI 5739
Vis M 8x16 UNI 5739
hraube M 8x16 UNI 573
chroef M 8x16 UNI 5739
Tornillo M 8x16 UNI5739
43 02186 N. 1
Coll ent
Bund use
Collare scatola marmitta
Muffler box collar
ier boitier du pot d'échappem
ring fur Schalldampfergeha
Kraagring knaldemperkast
Collar caja silenciador
44 02408 N. 1
Silenciador de escape
Marmitta
Muffler
Pot d’échappement
Auspufftopf
Knaldemper
45 02630 N. 1
C e
V Ci r
hiusura convogliator
Conveyor closure
Fermeture du convoyeur
erschluss Luftleitblech
Afdekking geleider
erre transportado
46 02183 N. 1
Con ore
Alte or Luftlei chine
Geleid
Tran dor
vogliatore alternat
rnator convey
Convoyeur alternateur
tblech Lichtmas
er wisselstroomdynamo
sportador alterna
47 02185 N. 1
Chiusura scatola marmitta
Ferme p-
Verschluss Schalldampfergehause
Afdek kast
Cierre caja silenciador
Muffler box closure
ture du boitier du pot d'ècha
pement
king knaldemper
48 00810 N. 1
Tappo
Cap
Bouchon
Kappe
Dop
Tapon
49 01407 N. 1
Inter om.
Manual/Automatic Switch
Interr tique Schak tom.
Inter om.
ruttore Manuale/Aut upteur Manuel/Automa
Schalter Hand/Auto
elaar handb./au
ruptor Manual/Aut
50 01838 N. 1
Scatola di comando
Control box
Boîtier de commande
Schaltkasten
Besturingskast
Caja de mando
51 01209 N. 2
M
K
Aa 0 orsetto LEGRAND 2x10
Clamp LEGRAND 2x10
Borne LEGRAND 2x10
lemme LEGRAND 2x10
nsluitklem LEGRAND 2x1
Borne LEGRAND 2x10
52 01139 N. 2
Morsetto
Terminal
Borne
Klemme
Aansluitklem
Mordaza
53 01120 N. 1
Raccordo L ottone
Brass union D10 GPL
Raccord D en cuivre
Anschluss s Messing
Messing ling D10
Union D L laton
D10 GP 10 GPL
D10 GPL au
LPG-koppe
10 GP
54 01929 N. 1
Protezione termica
Therma ection
Prot que
Wärmeschutz
Thermische beveiliging
Protección térmica l prot
ection thermi
55 01839 N. 1
Fondo scatola di comando Fo e O
Control box bottom
nd du boîtier de command
Schaltkastenboden
nderkant besturingskast
Fondo caja de mando
56 02013 N. 1
Distanziatore ottone
Brass spacer
Entretoise en cuivre
Distanzstück aus Messung
Messing afstandshouder
Riostra laton
57 01144 N. 1
Circuito REV. C
Printed circuit T0101 C version
Circuit imprimé T0101 version C
Gedruckte Version C
Gedrukte schakeling T0101 versie C
Circ ion
stampato C.S. T0101
Schaltung T0101 uito Impreso T0101 vers
58 02187 N. 1
Staffa supporto choke
Choke bearing bracket
Bride de support bobine
Choke-Be ngsbügel
Steunbeugel choke
Estribo soporte bobina festigu
59 00242 N. 1
Bobina
Choke
Bobine
Spule
Bobine
Bobina
60 02072 N. 1
Boccola magnete
Magnet bush
Bague aimant
Magnet-Buchse
Magneetbus
Casquillo iman
61 00704 N. 1
Molla
Spring
Ressort
Feder
Veer
Resorte
62 02073 N. 1
Ancoretta magnete
Magnet armature
Magnetanker
Armature de l’aimant
Magneetanker
Ancla iman
63 03648 N. 1
Molla comando choke
Choke pushing spring
Ressort d e bobine
Choke-
Bedieningsveer choke
Resorte accionamiento bobina
e command
Betätigungsfeder
64 02016 N. 1
Lamiera di chiusura sportello
Door closing plate
Tôle de fermeture de porte
Türblech
Afdekplaat deurtje
Chapa cierre puerta
65 00642 N. 5
Vite M 5739
Screw M 6x16 UNI 5739
Vis M 6x16 UNI 5739
Schraube
Schroef NI 5739
Tornillo M
6x16 UNI
M 6x16 UNI 5739
M 6x16 U
6x16 UNI 5739
66 01224 N. 1
Serratura
Lock
Serrure
Schloss
Slot
Cerradura
67 02697 N. 1
Cablaggio
Harness
Câblage
Verkabelung
Bedrading
Cableado
68 01128 N. 1
Termostato 90°
Thermostat 90°
Thermostat 90°
Thermostat 90°
Thermostaat 90°
Termostato 90°
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
26
NL
Pos. Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
69 03789 N. 4
Pannello di controllo ENERGY
ENER panel
T Y Schakelpaneel ENERGY
P GY control
ableau/contrôle ENERG
Bedienpanel ENERGY anel de control ENERGY
70 03830 N. 1
Cav llo
5 m cabl g set to
n-
5 m Kabel von Generator zu
5
Cable panel
o 5 m da generatore a Panne
di controllo
e from generatin
control panel
ble 5 m du Générateur au Pa
neau de Contrôle
Bedienpanel
m kabel van generator naar
bedieningspaneel
5 m de generador a
de control
71 01772 N. 1
Vite ISO 7380
ISO 7380 screw
Vis ISO 7380
Schraube ISO 7380
Schroef ISO 7380
Tornillo ISO 7380
72 02046 N. 2
Gom iodi
Diode met
Prote nt de
Gummiteil zum Schutz der Diodenbrü-
B g
mino protezione ponte di D
bridge protection grom
ction en caoutchouc du po
diodes
cke
eschermrubbertje gelijkrichterbru
Proteccion de caucho puente de
diodos
73 02732 N. 1
Tappo olio
Oil cap
Bouchon de l’huile
Ölschraube
Oliedop
Tapon aceite
74 01251 N. 2
D D t iodo ponte raddrizzatore
Bridge rectifier diode
iode redresseur en pon
Gleichrichterbrückendiode
Diode gelijkrichterbrug
Diodo puente rectificador
75 02712 N. 1
Kit coibentazione
Insulation kit
Kit de calorifugeage
Isolierset
Isolatieset Kit
Aislamiento termico
76 00931 N. 2
Rondella in alluminio
Alum sher
R Onderl inium
inium wa
ondelle en aluminium
Alu-Scheibe
egring van alum
Arandela aluminio
78 01132 N. 1
Resca
nion for vacuum pipU e
Ra ion
Koppeling voor vacuümpijp
Union omba
c scord pour tuyau à dépres
Schlauchanschluss
para tubo depresion b
gasolina
80 02701 N. 1
Scatola filtro aria
Air filter box
Boitier du filtre à air
Luftfiltergehause
Behuizing luchtfilter
Cajà filtro aire
81 00401 N. 2
Distanziatore acciaio
Steel spacer
Entretoise en acier
Distanzstück aus Stahl
Stalen afstandshouder
Riostra acero
82 01388 N. 1
Passacavo
Fairlead Kabeldurchführung
Kabeldoorvoer
Pasacable
Serre-câble
83 02184 N. 1
Staffa fissaggio motore
Engine fastening bracket
Bride de fixation du moteur
M el otor-Befestigungsbug
Bevestigingsbeugel motor
Abrazadera sujeciòn motor
84 02614 N. 1
Distanziale ventola
Fan spacer
E r
Distanzstuck Lufter
Afstandshouder ventilator ntretoise du ventilateu
Riostra ventilador
85 03573 N. 1
Ventola 160
Fan 160
Ventilateur 160
Lufterrad 160
Ventilator 160
Ventilador 160
86 02468 N. 1
Minirelè temporizzato
Timed minirelay
Mini-relais temporisè
Zeitgeschaltetes minirelais
Minirelè tijdgeschakeld
Minirelè temporizado
87 02189 N. 4
Staffe fissaggio cofano
H
Abrazaderas sujeciòn capò ood fastening brackets
Bride de fixation de l'habillage
Befestigungsbugel fur motorhaube
Bevestigingsbeugels kap
88 02720 N. 1
D istanziale di supporto
Support spacer
Entretoise de support
D r
istanzstuck halte
Afstandshouder steun
Riostra soporte
90 02727 N. 1
Scatola filtro aria
Air filter box
Boitier du filtre à air
Luftfiltergehause
Behuizing luchtfilter
Cajà filtro aire
91 02728 N. 1
Supporto filtro aria
Air filter support Soporte filtro aire
Support du filtre à air
Luftfilteraufnahme
Steun luchtfilter
92 02730 N. 1
Coperchio filtro aria
Air filter lid
Couvercle du filtre à air
Luftfilterdeckel
Kap luchfilter
Tapa filtro aire
93 03831 N. 1
Cavo nello
7 m cable fr rating set to
control panel
Câb an-
7 m Kabel von Generator zu
Bedienpanel
7 m
Cable 7 m d dor a panel
de control
7 m da generatore a Pan
di controllo
om gene
le 7 m du Générateur au P
neau de Contrôle
kabel van generator naar
bedieningspaneel
e genera
94 01349 N. 1
R e
R n
iduttore di pression
Pressure reducer
Manodétendeur
Druckreduzierer
Drukregelaar
eductor de presio
95 02292 N. 1
Bobina di starter
Starter coil
Bobine d'allumage
Starterspule
Starterspoel
Bobina de starter
96 01344 N. 1
Bobina 12 Vcc
Choke 12 Vcc
Bobine 12 Vcc
Spule 12 Vcc
Bobine 12 Vcc
Bobina 12 Vcc
97 01343 N. 1
Cablaggio esterno gas
Gas external harness
Câblage extérieur du gaz
Externe Verkabelung Gas
Externe gasbedrading
Cableado exterior gas
98 03832
Ca el-
15 m et to
Câb an-
15 zu
15 m naar
Ca nel
vo 15 m da generatore a Pann
lo di controllo
cable from generating s
control panel
le 15 m du Générateur au P
nea ôle u de Contr
m Kabel von Generator
Bedienpanel
kabel van generator
bedieningspaneel
ble 15 m de generador a pa
de control
99 03941
Cavo el-
lo di controllo
10 m cable ting set to
control panel
Câb n-
nea rôle
10 m Kab erator zu
10 m kabel van generato
bedieningspaneel
Cable 10 m or a panel
10 m d e a Panna generator
from genera
le 10 m d teur au Pau Généra
u de Cont
el von Gen
Bedienpanel
r naar
de generad
de control
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
27
NL
ALGEMENE AANWIJZINGEN ENERGY 4000 GAS
ETO BELANG
Zet de elektrom v
o t tfilter sch
L P RIJK
agn n de
oon.
etische kleppen i erticale stand.
H ud he
luch
1 en op de PLUS pool van de accu en op een klem van de
2 ra D Nr. 2 n PLU n die s
a n ntils.
3 n op een klem ringsknop en n de
c
4 ra . elkleurig aangesloten op de minklemm beide elektroma leppen
en aangesloten d
5 EleKtromagnetische activeringsklep.
6 Activeringsknop.
7 a n ntil.
8 e r
9 E TS N Z klan
Draad nr. 1 bruinkleurig aangeslot
activeringsknop.
B uner raht , angeschlossen a SPOL der Batterie und a positive Klemme de
G s-Mag etve
Draad nr. 3 blauwkleurig aangeslote van de active d vae plusklem
elektromagnetische a tiveringsklep.
D ad nr 4 ge en van de gnetische k
op een andere geel-groene raad in de generator.
G s-Mag etve
G nerato .
T PLAA E EKERING – 5 A (door de t).
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
28
NL
SCHALTPLAN DES GENERATORS FÜR DIE DRÄHTE DER FLÜSSIGGASANLAGE
ALLEEN VOOR
ENERGY 4000 B
1 Bruine draad van de plusklem van de accu naar één van de klemmen van de activeringsknop.
rdraad van het externe circuit van de gasinstallatie.
2 Bruine draad van de plusklem van de accu naar de pluskem van de elektromagnetische gasklep.
Gell-groene retou3
4 Gell-groene draad in de generator waar de retourdraad op aangesloten moet worden.
5 Klem waar de plusaansluiting van de accu op aangesloten moet worden.
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
29
NL
SLANGAANSLUITING VAN DE GASFLES OP DE DRUKREGELAAR VOOR ENERGY
4000 GAS
Fig. A rator (
TELAIR een geschikte drukregelaar (2)
en een één meter lange gasslang (3) om
de drukregelaar op de generator aan te
kunnen sluiten.
De gasslang (4) die van de drukregelaar
op de gasfles (5) aangesloten moet
worden wordt niet meegeleverd.
Voor deze aansluiting moet de
installateur een geschikte goedgekeurde
slang gebruiken die voorzien is van de
nodige koppelingen.
: Bij de gene 1) levert
Bij het gebruik
van de generator in koude
omgeving, raden wij het gebruik
an propaan in een hoger
mperatuur van -15 ° )
et is VERBODEN om de aansluiting zowel op
rengen zoals getoond op Fig. B.
De juiste aansluiting is zoals getoond op fig. C
ng waar de koppeling (6) op
vastgezet is. Doe de spits toelopende ring (7)
steeksleutel vast en draai de klemmoer (9) aan.
Fi
v
percentage aan ( tot een maximum
te
Fig. A
met een speciale sla
H
de drukregelaar als op de gasfles tot stand te
ertussen, houd de zeskantmoer (8) met een
b
g
. B Fi
g
. C
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
30
NL
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN
TELAIR verleent garantie op haar producten voor gebreken door materiaal-
garantie op nieuwe motoren geldt gedurende een periode van
nt van levering aan de eindgebruiker of
rijfsuren, afhankelijk van welke van deze
eerste bereikt wordt. In ieder geval verloopt de
maanden (28 maanden als de levering
ering franco fabriek.
t elektrische en hydraulische onderdelen, slangen, riemen,
ichtingselementen, injectieverstuivers, koppelingen, transmissie is de
et moment van levering aan de
eindgebruiker of maximaal 1000 bedrijfsuren afhankelijk van welke van
t eerste bereikt wordt. In ieder geval verloopt
na 14 maanden (16 maanden als de levering
vering franco fabriek.
en/of fabrieksfouten.
Het recht op
24 maanden vanaf het mome
gedurende maximaal 1000 bed
maximum termijnen het
garantieperiode uiterlijk na 26
buiten Europa plaatsvindt) na lev
Voor wat betref
d
garantietermijn 12 maanden vanaf h
deze maximum termijnen he
de garantieperiode uiterlijk
buiten Europa plaatsvindt) na le
De kosten van smeermiddelen en verbruiksmaterialen zullen in ieder geval wel
in rekening gebracht worden.
koper.
Eventuele verzendkosten zijn voor reke
inspecties waar de koper om gevraagd h
zijn ook voor rekening van de
De garantie is alleen geldig als:
•de klant de periodieke onderhoudsvoorschriften in acht genomen heeft en als
de klant zich indien nodig onmiddellijk tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
gewend heeft;
•de klant in staat is om een bewijs te laten zien waaruit de verkoopdatum blijkt
(rekening of kassabon).
Het bewijs moet zodanig bewaard worden dat het intact blijft en moet bij het
aanvragen van service aan het Servicecentrum van TELAIR getoond worden.
In ieder geval wordt elk recht van de koper op het volgende uitgesloten geacht:
het contract te ontbinden;
schadevergoeding voor schade aan personen en voorwerpen te vragen;
in geval van gebreken of storingen aan het product om verlenging van de
garantie te vragen.
ning van de koper en de kosten van
eeft en die door TELAIR aanvaard zijn,
Vers. 013 Energy 4000 B / 4000 GAS
31
NL
Contro Copertina
Energy 4000 B / 4000 GAS Vers. 013
32
Telair
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Telair Energy 4000 B - GAS Handleiding

Type
Handleiding