NL
6.4 Nuttige tips
Om de generatoraggregaten op de juiste manier
te gebruiken doet u er goed aan om er rekening
mee te houden dat overbelasting ook in geringe
mate op den duur het openen van het contact
van de thermische beveiligingsschakelaar (Fig.
10 ref. 5) teweegbrengt.
Tijdens de inloopperiode is het belangrijk om de
nieuwe motor tenminste tijdens de eerste 50
werkingsuren niet aan een hogere belasting dan
70% van de nominale belasting bloot te stellen.
6.5 Controle- en alarmfuncties (Fig. 24)
2 Display: Als het generatoraggregaat aan staat
wordt de totale tijd (in uren) weergegeven
gedurende welke het apparaat in werking is
geweest. Door op de knop onder het display van
het bedieningspaneel (Fig. 24 ref. 9) te drukken
wordt de tijd (in uren) weergegeven gedurende
welke het apparaat na de laatste keer olie
verversen in werking is geweest.
3 Led-signaleringslampje “temperatuur te
hoog”: Deze led gaat branden als de
temperatuur van het generatoraggregaat boven
de veiligheidswaarde stijgt; de motor zal dan
tegelijkertijd afslaan.
4 Led-signaleringslampje “minimum
motoroliepeil”: Deze led gaat branden als het
motoroliepeil onder het minimum daalt. Een
veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de motor
onmiddellijk afgezet wordt om beschadigingen te
voorkomen.
5 Led-signaleringslampje “motor niet
gestart”: Deze led gaat branden om te
signaleren dat het generatoraggregaat na afloop
van alle vier de startpogingen niet in werking is
getreden.
6 Indicatielampje “generator in werking”: Dit
lampje knippert tijdens de juiste werking van de
generator.
7 Led-signaleringslampje “olie verversen”:
Deze led gaat branden als de motor na de laatste
keer olie verversen 100 bedrijfsuren bereikt
heeft. Telkens als er olie ververst wordt dan moet
de servicedienst de timer resetten door de timer
weer op nul in te stellen.
8 Indicatielampje “GAS in reserve”: Als er in
de gastank een detector van het reserveniveau
geplaatst is kan de speciale kabel die zich in de
generator bevindt aangesloten worden (Fig. 10
Ref. 8). Op die manier gaat het lampje branden
als het gasniveau onder het reserveniveau
gedaald is.
9 Tijdknop: Door op deze knop te drukken wordt
de tijd (in uren) gedurende welke het apparaat na
de laatste keer olie verversen in werking is
geweest op het display weergegeven.
10 Reset: Als het display tekens laat zien die
geen enkel logisch verband hebben moet het
paneel opnieuw geïnitialiseerd worden. Druk op
de resettoets (Fig. 24 ref. 10) en zet terwijl u de
toets ingedrukt houdt het paneel aan. Als er 4
nullen (0000) op het display verschijnen is het
paneel opnieuw geïnitialiseerd.
6.6 Oorzaken en uitschakeling van alarmen
van het bedieningspaneel
Tijdens het gebruik van het generatoraggregaat
kunnen er alarmmeldingen weergegeven worden
die betrekking hebben op de controle van de olie
van de motor. Nadat u deze controle verricht
heeft moet u om de alarmen op te heffen als
volgt te werk gaan:
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
knippert.
Oorzaak: Na de laatste keer motorolie verversen
zijn er 50 uur verstreken en het oliepeil moet
gecontroleerd worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Druk op
de knop van de deelteller (Fig. 24 ref. 9) en zet
terwijl u de knop ingedrukt houdt het paneel aan
en laat de knop pas los als het
generatoraggregaat ingeschakeld is.
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
brandt.
Oorzaak: Na het verversen van de olie zijn er
100 uur verstreken en de olie moet ververst
worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Zet het
paneel aan en wacht totdat het
generatoraggregaat ingeschakeld is. Druk op de
knop die onder het kleine gat rechtsonder
verborgen is (Fig. 24 ref. 10) en laat de knop
meteen los. Wacht twee minuten alvorens het
generatoraggregaat uit te zetten.
In bijzondere situaties kunnen de gegevens die in
de microprocessor in het paneel opgeslagen zijn
veranderingen ondergaan. Dit kan gebeuren
omdat de accu erg leeg is of omdat de
doorsnede van de kabels die voor de verbinding
tussen de accu en het generatoraggregaat
gebruikt zijn niet voldoende is. In dat geval kan
de verandering van de gegevens de werking van
het generatoraggregaat beletten. Om de werking
van het generatoraggregaat te herstellen moet u
als volgt te werk gaan:
Alarm: Het display laat tekens zien die geen
logica hebben.
Oorzaak: Storing in de werking te wijten aan lage
spanning tijdens het starten (accu erg leeg,
doorsnede van de kabels onvoldoende).
Het paneel moet opnieuw geïnitialiseerd worden.
Hoe het bedieningspaneel gereset moet
worden: Druk op de knop (Fig. 24 ref. 10) en zet
terwijl u de knop ingedrukt houdt het paneel aan.
Laat de knop pas los als er 4 nullen (0000) op
het paneel weergegeven worden. Dan is het
paneel opnieuw geïnitialiseerd.
Energy 2500 G Vers. 022
16