Telair Energy 2510D Handleiding

Type
Handleiding
Energy 2510D
Vers. 002
NL
1
INDICE
GEBRUIKS- EN
ONDERHOUDSHANDLEIDING EN
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
NL
2510D
V. 00
4
April 201
8
GENERATORS
Energy 2510D
Rev. 004
2
NL
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING ...................................................................................................................................... 4
2 IDENTIFICATIE VAN HET GENERATORAGGREGAAT ................................................................ 5
2.1 Onderdelen (fig. 1) .................................................................................................................... 5
2.2 Identificatieplaatje (fig. 2) .......................................................................................................... 5
2.3 Totale afmetingen ..................................................................................................................... 5
2.4 Technische specificaties ........................................................................................................... 6
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG .......................................................................................... 6
3.1 Opslag ...................................................................................................................................... 6
3.2 Gewicht ..................................................................................................................................... 6
3.3 Hantering .................................................................................................................................. 7
4 INSTALLATIE ................................................................................................................................. 7
4.1 Inleidende informatie ................................................................................................................. 7
4.2 Aanwijzingen voor de bevestiging van het generatoraggregaat ................................................. 7
4.2.1 De generator hangend bevestigen ...................................................................................... 7
4.2.2 De generator op de vloer bevestigen................................................................................... 8
4.3 Aansluiten van de uitlaatpijpen/knaldempers ............................................................................. 9
4.4 Aansluiten van de brandstofslangen ........................................................................................ 10
4.5 Aansluiten van de brandstofreserve ......................................................................................... 10
4.6 Aansluiten van extra acculader ................................................................................................ 11
5 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN ................................................................................................. 11
5.1 Voorbereiding van de elektrische aansluiting ........................................................................... 11
5.2 Accuaansluiting ........................................................................................................................ 11
5.3 Elektrische 230 Vac aansluiting ............................................................................................... 12
5.4 Relaisaansluiting van extern net ............................................................................................. 12
5.5 Aansluiten van het elektronische bedieningspaneel ................................................................ 13
6 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING ....................................................................................... 14
6.1 Brandstof ................................................................................................................................. 14
6.2 Veiligheid van de apparaten ..................................................................................................... 14
6.3 Informatie over niet toegestaan gebruik ................................................................................... 14
6.4 Nuttige tips ............................................................................................................................... 15
7 GEBRUIK VAN HET GENERATOR-AGGREGAAT ....................................................................... 15
7.1 Het generatoraggregaat aanzetten ......................................................................................... 15
7.2 Het generatoraggregaat uitzetten ............................................................................................ 15
7.3 Controle- en alarmfuncties (Fig. 24) ........................................................................................ 16
7.3.1 Oorzaken en uitschakeling van alarmen van het bedieningspaneel ................................... 16
7.3.2 Automatisch model (optie) ................................................................................................ 16
7.4 HANDBEDIENDE werking ...................................................................................................... 17
7.4.1 AUTOMATISCHE werking ................................................................................................ 17
8 AANWIJZINGEN M.B.T. HET ONDERHOUD ................................................................................ 17
8.1 Onderhoudsoverzicht ............................................................................................................... 18
8.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen vakmensen voor nodig zijn ...................................... 18
8.2.1 Controle van het motoroliepeil .......................................................................................... 18
8.3 Onderhoudswerkzaamheden waar wel vakmensen voor nodig zijn ........................................ 19
8.3.1 Verversen van de motorolie ............................................................................................. 19
8.3.2 Onderhoud aan het luchtfilter ........................................................................................... 19
8.3.3 Onderhoud aan het oliefilter .............................................................................................. 20
8.3.4 Controle van de dynamosnaar ......................................................................................... 21
8.3.5 Afstellen van de dynamosnaar ......................................................................................... 22
9 AANWIJZINGEN M.B.T. DE BUITENDIENSTSTELLING EN DE ONTMANTELING .................... 22
10 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN .............................................................................................. 22
11 ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN ................................................................................. 23
12 ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 2510 D .................................................................................. 24
13 LIJST MET RESERVEONDERDELEN ENERGY 2510 D ............................................................ 25
Rev. 004
Energy 2510D
NL
3
Via E. Majorana , 49 48022 Lugo (RA) ITALY
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
volgens de Machinerichtlijn 2006/42/CE, bijlage IIA
Hierbij wordt verklaard dat de generator, waarvan de gegevens hieronder vermeld worden, ontworpen en
geconstrueerd is op een manier die in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en
gezondheidseisen zoals bepaald door de Europese Richtlijn ten aanzien van de Veiligheid van Machines.
Deze verklaring is niet geldig meer indien er zonder onze schriftelijke goedkeuring wijzigingen aan de machine
aangebracht worden.
Machine: GENERATORAGGREGAAT
Model: ENERGY 2510 D
Maximaal vermogen: 2,2 KW @ 3000 r.p.m.
Serienummer: ………………..
Referentierichtlijnen:
Machinerichtlijn 2006/42/UE.
Laagspanningsrichtlijn 2014/35/UE.
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/UE.
In het bijzonder toegepaste geharmoniseerde normen: EN 60204-1.
Akoestische Emissie Environmental richtlijn: 2005/88/CE, 2000/14/CE (Bijlage VI, procedure 1),
DLGS 262/2002
Gemeten geluidsvermogen LWA: 88 dB
Gegarandeerd geluidsvermogen LWA: 90 dB
Certificaat afgegeven door: ECO Certificazioni S.p.a.
via Mengolina 33; 48018 Faenza (RA) Italy
Organismo notificato n° 0714
Verantwoordelijke voor het beheer van het technische dossier: Eng. Raul Fabbri
Lugo, ........ 01/03/2017..........
DE PRESIDENT
Raul Fabbri
Energy 2510D
Rev. 004
4
NL
1 INLEIDING
Lees alvorens ook maar iets
aan het generatoraggregaat te gaan doen
eerst deze handleiding aandachtig door.
1.1 Doel en toepassingsgebied van de
handleiding
Deze handleiding is geschreven door de
Fabrikant met het doel alle inlichtingen en
aanwijzingen te verstrekken die noodzakelijk zijn
om alle handelingen in het kader van het
onderhoud en het gebruik van het
generatoraggregaat op een juiste en veilige
manier te kunnen verrichten.
De handleiding maakt onlosmakelijk deel uit van
het materiaal dat bij de levering van het
generatoraggregaat inbegrepen is; de
handleiding dient gedurende heel de levensduur
van het generatoraggregaat goed bewaard te
worden en dient beschermd te worden tegen alle
invloeden waardoor de handleiding aangetast
kan worden. De handleiding moet altijd bij het
generatoraggregaat zitten ook indien het
apparaat op een nieuw voertuig geïnstalleerd
wordt of indien het apparaat van eigenaar
verwisselt. De inlichtingen die in deze handleiding
opgenomen zijn, zijn bestemd voor degenen die
het generatoraggregaat zullen installeren en voor
al degenen die bij het onderhoud en het gebruik
betrokken zijn. In de handleiding is het doel
vastgesteld waarvoor het apparaat geconstrueerd
is en de handleiding bevat alle inlichtingen die
noodzakelijk zijn om een veilig en juist gebruik
ervan te waarborgen. De constante inachtneming
van de aanwijzingen die in deze handleiding
staan is een garantie voor de veiligheid van de
gebruiker, een zuinig bedrijf en een langere
levensduur van het apparaat. Om het lezen ervan
te bevorderen is de handleiding ingedeeld in
verschillende delen waarin de belangrijkste
beginselen naar voren komen; raadpleeg de
beschrijvende inhoudsopgave om de
verschillende onderwerpen snel te kunnen
vinden.
De tekstgedeelten waar niet aan voorbij gegaan
mag worden zijn vetgedrukt en worden
voorafgegaan door de hieronder afgebeelde en
vastgestelde symbolen. Er wordt dringend
geadviseerd om datgene wat in deze handleiding
en in de documenten waarnaar verwezen wordt
staat aandachtig te lezen; alleen op die manier
wordt ook na verloop van tijd de goede werking
van het generatoraggregaat, de betrouwbaarheid
ervan en de bescherming van personen en
voorwerpen tegen schade gewaarborgd.
Opmerking: De inlichtingen die in deze publicatie
opgenomen zijn, zijn juist op het moment van het
ter perse gaan van deze publicatie, maar kunnen
zonder voorafgaand bericht gewijzigd worden.
1.2 Symbolen en definities
In dit boekje is gebruik gemaakt van “grafische
veiligheidssymbolen” die het doel hebben om de
verschillende gevarenniveaus of belangrijke
informatie snel te vinden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ernstige ongelukken of mogelijke schade aan de
gezondheid kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ongelukken of mogelijke schade aan voorwerpen
kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
storingen in de werking of schade aan de
machine kan leiden.
De tekeningen worden bij wijze van voorbeeld
verstrekt. Ook als het apparaat waar u over
beschikt verschilt van de illustraties die in deze
handleiding opgenomen zijn gelden de veiligheid
en de aanwijzingen eveneens voor dat apparaat.
De fabrikant, bij het hanteren van een beleid in
het kader waarvan ernaar gestreefd wordt het
product constant te ontwikkelen en te
vernieuwen, kan zonder voorafgaand bericht
wijzigingen aanbrengen.
1.3 Algemene informatie
De generatoraggregaten ENERGY zijn
ontworpen om geïnstalleerd te worden op
voertuigen. De generatoraggregaten zijn in staat
om elektrische stroom met een spanning van 230
V wisselstroom 50 Hz te leveren.
Het model ENERGY 2510D moet met diesel
gevoed worden.
Om ervoor te zorgen dat de generatoraggregaten
een zo laag mogelijk geluidsniveau voortbrengen
zijn de generatoraggregaten van de serie
Rev. 004
Energy 2510D
NL
5
ENERGY 2510D voorzien van een geluiddichte
kast die aan de binnenkant geïsoleerd is.
De apparaten zijn makkelijk toegankelijk voor
onderhoudswerkzaamheden en zijn uitgerust met
een afstandsbedieningspaneel dat in het voertuig
geïnstalleerd kan worden.
Het is mogelijk om de generatoraggregaten op de
brandstoftank van het voertuig aan te sluiten mits
de brandstof geschikt is, als dit niet het geval is
kan er een speciale tank geïnstalleerd worden die
op aanvraag verkrijgbaar is.
2 IDENTIFICATIE VAN HET
GENERATORAGGREGAAT
2.1 Onderdelen (fig. 1)
1 Geluiddichte kast
2 Steunbeugels
3 Sluiting van de klep
4 Klep
5 Elektronisch bedieningspaneel
6 Trillingsdempende steun
7 Verankeringsbeugel
8 Sticker met technische gegevens
2.2 Identificatieplaatje (fig. 2)
1 Model generatoraggregaat
2 Serienummer
3 Frequentie
4 Vermogensfactor
5 Max. elektrisch vermogen
6 Max. stroom
7 Nominale spanning 230V wisselstroom
8 Geleverde stroom op 12V gelijkstroom
9 Gewicht
2.3 Totale afmetingen
Op figuur 3 zijn de totale afmetingen aangegeven
van het generatoraggregaat: Energy 2510D.
A B C D E
mm
295 415 660 710 377
Energy 2510D
Rev. 004
6
NL
2.4 Technische specificaties
ENERGY
MOTOR
2510 D
Type Ééncilinder diesel, luchtgekoeld
Motor
Hatz 1B20V
Cilinderinhoud cm
3
232
Boring x Slag mm
69 x 62
Max. brandstofverbruik gkW / h
260
Voeding
Diesel
Ontstekingssysteem liter
0,950
Bougie
Middelpuntvliedende krachten
WISSELSTROOMDYNAMO
2510 D
Type
Synchroon éénfase, zelfregelend, tweepolig,
zonder borstels
Max. vermogen kW
2,2
Continue vermogen kW
2
Spanning/frequentie V / Hz
230 / 50
Gelijkstroomuitgang A / Vdc
5,0 / 12
Isolatieklasse rotor
H
Isoaltieklasse stator
F
Koeling
Centrifugaalventilator
GENERATOR
2510 D
Totaal gewicht kg
98
Totale afmetingen (L x B x H) mm
660 x 415 x 377
Startsysteem
Elektrisch
Toevoerpomp
Elektrisch
Geluidsniveau
65 dBA @
7 m
Bedrijfsuren h
7
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG
3.1 Opslag
De generator wordt met het oog op het transport
met een adequate kartonnen verpakking en een
houten steunplateau beschermd. De generator
moet horizontaal opgeslagen worden op een
overdekte, droge en geventileerde plaats
.
De verpakking mag niet
ondersteboven geplaatst worden. De juiste
stand blijkt uit het betreffende symbool (
)
dat op de verpakking aangegeven staat.
3.2 Gewicht
Het bruto gewicht ENERGY 2510D, inclusief
verpakking bedraagt: 110 kg
Rev. 004
Energy 2510D
NL
7
3.3 Hantering
De generatoraggregaten kunnen inclusief de
verpakking met behulp van gewone hef- en
transportwerktuigen verplaatst worden.
De dozen zijn voorzien van afstandshouders
waardoor het mogelijk is de vorken van de
palletwagens erin te steken.
Tijdens het ophijsen en
verplaatsen van de apparaten moeten de
veiligheids- en de
ongevalpreventievoorschriften in acht
genomen worden. Er dienen hef- en
transportwerktuigen gebruikt te worden
waarvan het draagvermogen groter is dan de
last die opgehesen dient te worden.
4 INSTALLATIE
4.1 Inleidende informatie
Alvorens het generator-
aggregaat te installeren is het absoluut
noodzakelijk om deze aanwijzingen te lezen
om geen installatiefouten te begaan.
De generator moet op een
zodanige manier geïnstalleerd worden dat
rechtstreekse waterinfiltraties in de dynamo via
de diverse inlaatopeningen vermeden worden;
hij moet dus beschermd worden
.
Een verkeerde installatie van het generator-
aggregaat kan onherstelbare schade aan het
apparaat berokkenen en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Mocht de installatie van het generatoraggregaat
niet overeenstemmen met de aanwijzingen die in
deze handleiding opgenomen zijn dan wijst de
fabrikant elke aansprakelijkheid voor de slechte
werking en de veiligheid van de
generatoraggregaten op grond van de
Machinerichtlijn 2006/42/EC van de hand.
Bovendien kan de fabrikant op geen enkele wijze
aansprakelijk gesteld worden voor schade aan
voorwerpen of personen.
De installatie-
werkzaamheden mogen uitsluitend door
vakmensen die naar behoren geïnstrueerd zijn
uitgevoerd worden.
4.2 Aanwijzingen voor de bevestiging van het
generatoraggregaat
De generatoraggregaten model ENERGY 2510D
zijn standaard uitgerust met beugels voor de
bevestiging met extra trillingsdempers (fig. 4, ref.
1) en een brandstoffilter (fig. 4 ref. 2) dat op de
toevoerslang naar de generator geplaatst moet
worden. Met deze beugels is het mogelijk om de
generator hangend of op de vloer te monteren.
Deze montagewijze biedt de volgende voordelen:
het apparaat neemt minder ruimte in beslag, het
apparaat kan snel geïnstalleerd worden en men
kan er snel bij komen om er klein en groot
onderhoud aan te plegen.
Het is belangrijk dat u zich ervan verzekert dat er
rondom de kast van het generatoraggregaat
voldoende ruimte is voor de doorlaat van lucht
voor de koeling; u moet bovendien minimaal 10
cm ruimte tussen de kast en de delen daar om
heen vrij laten.
Als het generatoraggregaat achter een wiel van
het voertuig terechtkomt moet ervoor gezorgd
worden dat er geen water dat bij regen van het
wiel opspat in het generatoraggregaat terecht kan
komen.
4.2.1 De generator hangend bevestigen
Als u de generator uit de verpakking haalt is hij
ingesteld om hangend bevestigd te worden zoals
afgebeeld op fig. 5.
Energy 2510D
Rev. 004
8
NL
In de verpakking zitten ook 4 trillingsdempende
cilinders (fig. 6 ref. 1) en 2 ophangbeugels (fig. 6
ref. 2).
De trillingsdempende
cilinders moeten persé gemonteerd worden
zoals getoond op fig. 6. Het gewicht ervan
moet zo zijn dat de generator ze indrukt en
NIET uitrekt, zoals afgebeeld op fig. 7.
4.2.2 De generator op de vloer bevestigen
In elke verpakking zit een boormal waardoor de
plaat waarop de generator gezet zal worden snel
voorbereid kan worden, fig. 8.
Rondom de opening waar de
uitlaatpijp uitkomt moet een sponsachtige
hittebestendige afdichting aangebracht
worden. Deze afdichting moet net zo hoog zijn
als de bodem van de generator en dient om de
hete lucht niet in de ruimte waar de generator
ondergebracht is te laten verspreiden.
Om de Energy 2510D op de plaat te bevestigen
moeten de beugels van de generator verplaatst
worden.
Verwijder aan beide kanten de afdichtingsdoppen
van de gaten (fig. 9 ref. 1) en draai de schroeven
(fig. 9 ref. 2) eruit om de beugel (fig. 9 ref. 3) te
kunnen verwijderen.
Rev. 004
Energy 2510D
NL
9
Plaats de beugel (fig. 10 ref. 3) op de 4 gaten die
met de doppen afgedekt waren en gebruik
dezelfde schroeven (fig. 10 ref. 2). Doe daarna de
doppen (fig. 10 ref. 1) in de gaten waar eerst de
schroeven in zaten.
Nu kan de generator op de plaat waar eerst gaten
in geboord zijn geplaatst worden (fig. 8) waarbij
de speciale trillingsdempende cilinders (fig. 11 ref.
1) gebruikt moeten worden.
4.3 Aansluiten van de
uitlaatpijpen/knaldempers
Bij het generatoraggregaat model Energy 2510D
wordt standaard een speciale set uitlaatpijpen
meegeleverd, bestaande uit 2 knaldempers, 2
uitlaatpijpen en bijbehorende verbindingen.
Schuif op een uiteinde van de pijp van 2 m code
00705 eerst de U-klem code 00828 en schuif dit
pijpeinde (fig. 12 ref. 3) via de speciale opening
minimaal 3 cm in het uitlaatspruitstuk van de
generator (fig. 12 ref. 1) en zet daarna de U-klem
(fig. 12 ref. 2) op de verbinding pijp-spruitstuk
vast.
Sluit aan het andere uiteinde van de pijp van 2 m
(fig. 13 ref. 1) de knaldemper met 2 uiteinden
code 01760 (fig. 13 ref. 3) aan en let daarbij op de
pijl die de gasstroomrichting aangeeft. Zet alles
vast met een klem D. 32-35 code 01655 (fig. 13
ref. 2). Plaats de knaldemper (fig. 13 ref. 3) onder
de vloer van het voertuig met het ophangrubbertje
code 02440 (fig. 13 ref. 4) en zet de pijp van 2 m
Energy 2510D
Rev. 004
10
NL
op meerdere punten vast (fig. 13 ref. 1) waarbij u
erop moet letten dat hierdoor niet verhinderd
wordt dat de generator voor normaal onderhoud
er in zijn geheel uitgehaald kan worden.
Steek nu de pijp van 40 cm code 03161 (fig. 13
ref. 6) in het andere uiteinde van de knaldemper
(fig. 13 ref. 3) en zet dit vast met een klem D. 32-
35 code 01655 (fig. 13 ref. 5).
Steek daarna het andere uiteinde van de pijp van
40 cm (fig. 14 ref. 6) in de knaldemper met 1
uiteinde (fig. 14 ref. 8) en zet dit vast met een
klem D. 32-35 code 01655 (fig. 14 ref. 7).
Plaats de knaldemper (fig. 14 ref. 8) met de 2
ophangrubbertjes code 02440 (fig. 14 ref. 9 en 10)
onder de vloer van het voertuig.
4.4 Aansluiten van de brandstofslangen
Uit de generator komen 2 slangen. Die met de
grootste inwendige diameter (7 mm) waarop het
dieselfilter geplaatst is, is de toevoerleiding van de
brandstof. Die met de kleinste inwendige diameter
(5 mm) is de terugstroomleiding van de brandstof
naar de tank.
Indien er een aparte tank geïnstalleerd wordt
moet de plaats zodanig gekozen worden dat de
lengte van de brandstofslang tot een minimum
beperkt wordt. Er moet bovendien vermeden
worden dat de doorsnede van de slang
verminderd kan worden door vernauwingen,
bochten of knelpunten.
Er wordt bovendien geadviseerd om de tank op
dezelfde hoogte als het generatoraggregaat te
installeren en in ieder geval nooit op een lager
punt dan 20 cm.
Plaats de brandstoftank niet in de buurt van
warmtebronnen; plaats de tank ook op een
beschutte plaats voor waterinfiltraties van
buitenaf.
Gebruik voor de verbinding tank-
generatoraggregaat rubber slangen die geschikt
zijn voor diesel met een inwendige diameter van 7
mm (code 00536) voor de dieseltoevoer naar de
generator en inwendige diameter van 5 mm (code
01548) voor het terugstromen van de brandstof.
Zowel de brandstofopname
als het terugstromen ervan moeten vanuit en
in de tank gebeuren en NIET via
slangaftakkingen.
Als de toevoer van diesel naar de generator
onvoldoende is vanwege een lang verloop van de
toevoerslang, wordt geadviseerd om een extra
brandstofpomp code 00507 te installeren. Deze
pomp wordt net als die in de generator
geïnstalleerd is van stroom voorzien. De
elektrische bediening om de extra pomp in te
schakelen is ondergebracht in een 3-pins
connector (fig. 15 ref. 1) binnenin de generator in
de buurt van de 12 Vdc klemmen.
4.5 Aansluiten van de brandstofreserve
Als de tank voorzien is van een elektrische
brandstofreservemeter. Voor de elektrische
aansluiting van dit onderdeel moet de draad van
Rev. 004
Energy 2510D
NL
11
de brandstofreserve op de brandstoftank op de
aansluitklem van de 3-pins connector (fig. 15 ref.
2) binnenin de generator in de buurt van de 12
Vdc klemmen aangesloten worden.
Als de brandstofreservemeter van de tank
voorzien is van 2 draden moet de andere draad
op de massa aangesloten worden.
Het speciale controlelampje op het
bedieningspaneel (fig. 24 ref. 8) zal gaan branden
als het brandstofniveau in de tank onder het
reserveniveau daalt.
4.6 Aansluiten van extra acculader
Met de 2-pins stekkerverbinding (fig. 15 ref. 3),
waar een wisselspanning van 12 V 50 Hz en een
maximale stroomsterkte van 5 A op staat, kan een
andere accu opgeladen worden dan die op de
generator aangesloten is, door een laadregelaar
RCB (optie code 05424) tussen deze
stekkerverbinding en de accu te plaatsen.
Niet direct een accu aan te
sluiten op deze aansluiting!
5 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
5.1 Voorbereiding van de elektrische
aansluiting
Gebruik de speciale sleutel om het slot open te
maken en verwijder het voorste paneel (fig. 16 ref.
3).
Verwijder daarna aan beide kanten de
borgschroef (fig.16 ref.1) van het onderste blad.
Trek het onderste blad met de motor tot aan de
borg (fig. 17) eruit.
Als u het onderste blad met de motor er helemaal
uit wilt trekken moet u ook de borgschroeven (fig.
16 ref. 2) eruit draaien.
5.2 Accuaansluiting
Om het generatoraggregaat in werking te kunnen
stellen moet de aansluiting op de accu van het
voertuig tot stand gebracht worden met een kabel
die aan de geldende voorschriften voldoet,
die voorzien is van een kabelmantel en waarvan
de doorsnede in Tabel 1 staat.Daartoe is het
generatoraggregaat voorzien van twee speciale
klemmen (fig. 18) die gebruikt moeten worden
voor de aansluiting van de plus- en minpool van
de accu.
Sluit de kabel van de pluspool (rode kabel) op de
klem die reeds van een rode kabel (fig. 18 ref. 3)
voorzien is aan en de kabel van de minpool
(zwarte kabel) op de klem die reeds van een
zwarte kabel (fig. 18 ref. 4) voorzien is. De kabel
van de minpool moet dezelfde doorsnede hebben
als de pluskabel en moet zowel met de minpool
van de accu als met het chassis van het voertuig
verbonden worden.
U moet zich ervan overtuigen dat het contact
goed is en indien nodig de lak of de roest van het
oppervlak verwijderen en de verbinding met vet
beschermen.
De capaciteit van de accu die voor het starten
gebruikt moet worden mag niet minder zijn dan 80
A/h.
De aangesloten accu wordt opgeladen door de
generator met een max stroom van 5 A.
Energy 2510D
Rev. 004
12
NL
Tabel 1
230 Vac LIJNAANSLUITING
Lengte < 6 m
Lengte > 6 m
Doorsnede 2,5 mm
2
Doorsnede 4 mm
2
ACCUAANSLUITING
Lengte < 6 m
Lengte > 6 m
Doorsnede 25 mm
2
Doorsnede 36 mm
2
Monteer altijd een zekering
van 100 A op de kabel waarmee het
generatoraggregaat op de pluspool van de
accu aangesloten is.
5.3 Elektrische 230 Vac aansluiting
Gebruik voor de aansluiting van de verbruikers op
het generatoraggregaat een driepolige elektrische
kabel die aan de geldende wettelijke voorschriften
voldoet. De juiste doorsnede staat in tabel 1.
Het generatoraggregaat is voor de aansluiting van
de stroomopnameleiding van 230 Volt voorzien
van een speciale klemmenstrook (fig. 18 ref. 2)
waar de kabels op aangesloten moeten worden.
Zorg ervoor dat de rubberen fairlead is goed
gepositioneerd om waterinsijpeling te voorkomen.
Hoewel het generatoraggregaat aan de
binnenzijde uitgerust is met een thermische
beveiligingsschakelaar, die ervoor zorgt dat in
geval van overbelasting of kortsluiting de
stroomtoevoer onderbroken wordt (fig. 18 ref. 1),
is het verstandig dat er in het elektrische
schakelpaneel van het voertuig een thermische
magneetschakelaar gemonteerd wordt die
zodanig afgesteld is dat de stroomtoevoer naar de
verbruikers onderbroken wordt als de
stroomopname bij boven de 9,5 Amp stijgt.
Indien de thermische beveiligingsschakelaar van
het generatoraggregaat inschakelt moet u op de
knop (fig. 18 ref. 1) drukken om het circuit weer te
sluiten en om de stroomtoevoer weer in te
schakelen.
Controleer zorgvuldig of
de positie van de aansluiting van de
stroomopnameleiding van 230 Volt
gelijkstroom juist is. Door een verkeerde
aansluiting kan het generatoraggregaat
onherstelbaar beschadigd worden of kan er
gevaarlijke kortsluiting ontstaan.
5.4 Relaisaansluiting van extern net
Op de elektrische installatie van het voertuig dient
u een relais of een schakelaar (optie) code 05423
(fig. 19) te installeren die de taak heeft om het
generatoraggregaat te isoleren als het aggregaat
op een extern voedingsnet aangesloten is.
Sluit het relais (fig. 20) aan waarbij u de volgende
aanwijzingen aan moet houden:
Sluit de beide draden van de 230 V leiding van
het generatoraggregaat aan op PIN 1 - 3.
Sluit de leiding van de verbruikers aan op PIN
7 - 9.
Sluit de externe leiding aan op PIN 6 - 4.
Overbrug PIN 4 - A.
Overbrug PIN 6 - B.
Rev. 004
Energy 2510D
NL
13
De elektrische
aansluitingen op het generatoraggregaat
moeten door vakmensen tot stand gebracht
worden.
5.5 Aansluiten van het elektronische
bedieningspaneel
Kies de plaats waar u het bedieningspaneel in het
voertuig wilt aanbrengen en boor een rechthoekig
gat dat de volgende afmetingen heeft: 30 x 32
mm.
Stel het verloop voor het aanleggen van de
verbindingskabel (fig. 22) tussen het
bedieningspaneel en de generator vast.
Er wordt aan herinnerd dat de standaard
meegeleverde kabel 5 meter lang is. Als optie is
er ook een 7 meter lange kabel (code 03797),
een 10 meter lange kabel (code 03798) en een 15
meter lange kabel (code 03799) verkrijgbaar.
Plaats de verbindingskabel (fig. 22) en let erop dat
de zijde die op het bedieningspaneel aangesloten
moet worden die met de zwarte connector is (fig.
22 ref. 1) terwijl de witte connector (fig. 22 ref. 2)
op de generator aangesloten zal worden.
Nadat u de verbindingskabel die afkomstig is van
de generator uit het gat heeft laten lopen moet u
Energy 2510D
Rev. 004
14
NL
de zwarte connector van de kabel (fig. 22 ref 1)
aan de achterkant van het elektronische paneel
aansluiten. Bevestig daarna het elektronische
bedieningspaneel (fig. 21) met zelftappende
schroeven maat 3 x 20 mm en controleer of de
achterkant niet tegen andere oppervlakken
aankomt; bevestig het plastic omrandingsprofiel
door er voorzichtig op te drukken totdat u hoort
dat de bevestigingslipjes vastklikken.
Sluit het andere uiteinde van de verbindingskabel
(fig. 22 ref. 2) op de betreffende witte connector
(fig. 23 ref. 1) aan de zijkant van de
bedieningskast van de generator aan, let daarbij
op de aansluitrichting.
6 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING
De generatoren van de ENERGY serie bestaan
uit verbrandingsmotoren op diesel die
aangesloten zijn op een wisselstroomdynamo die
wisselstroom of gelijkstroom kan produceren. De
generatoraggregaten zijn in een plaatstalen kast
gemonteerd en zijn geïsoleerd en geluiddicht
gemaakt met speciale geluiddempende
materialen.
De brandstoftoevoer naar de verbrandingsmotor
vindt plaats via een pomp die standaard op het
generatoraggregaat gemonteerd is.
6.1 Brandstof
De diesel die gebruikt wordt moet aan de
minimum eisen die door de volgende specificaties
bepaald worden voldoen: EN-590 of BS-2869-
A1/A2 of ASTM-D-975-1D/2D.
Bij buitentemperaturen beneden de 0°C moet
winterdiesel gebruikt.
6.2 Veiligheid van de apparaten
De generatoraggregaten zijn voorzien van volledig
afgesloten kappen en het gevaar bestaat dus niet
dat men in aanraking kan komen met bewegende
delen, bijzonder hete oppervlakken of onder
spanning staande geleiders.
De kleppen zijn uitgerust met openingen met
sloten. De sleutels mogen niet binnen het bereik
van kinderen of personen die er geen verstand
van hebben gehouden worden.
De generatoraggregaten zijn gemaakt volgens de
veiligheidsvoorschriften die in de verklaring van
overeenstemming vermeld staan.
De generatoraggregaten
mogen uitsluitend gebruikt worden als de klep
dicht is.
Houd brandbare stoffen zoals benzine, verf,
oplosmiddelen enz. uit de buurt van de
generatoren.
Verzeker u ervan dat de hete delen van de
generatoraggregaten niet in aanraking komen
met licht ontvlambare materialen.
Tank geen brandstof terwijl de motor draait.
Raak de generatoraggregaten of de elektrische
verbindingen niet met natte handen aan.
Vervang de zekeringen of de thermische
schakelaars niet door nieuwe onderdelen met
een hogere ampèresterkte.
Eventuele controles van elektrische
onderdelen moeten verricht worden terwijl de
motor uitgeschakeld is en dit mag uitsluitend
door vakmensen gedaan worden.
Het generatoraggregaat is
voorzien van een verbrandingsmotor en de
brandstof die gebruikt wordt is dus zeer licht
ontvlambaar. Onder de kap worden de
uitlaatgassen geleid die, en dit is
onvermijdelijk, behoorlijk heet zijn ook als
deze met koellucht vermengd worden. Raak de
gedeelten van de kap in de buurt van de uitlaat
niet aan en steek uw handen of andere
voorwerpen niet binnenin de kap.
6.3 Informatie over niet toegestaan gebruik
Het generatoraggregaat
mag uitsluitend door bevoegde vakmensen
Rev. 004
Energy 2510D
NL
15
volgens de door de fabrikant verstrekte
aanwijzingen geïnstalleerd worden. Het
generatoraggregaat mag uitsluitend gebruikt
worden voor het opwekken van stroom bij
voertuigen die uitgerust zijn met een
elektrische installatie die volgens de
voorschriften uitgevoerd is en op basis van
het geleverde elektrisch vermogen.
6.4 Nuttige tips
Om storingen aan de verbruikers te voorkomen
die door de generator van stroom voorzien
worden, moet het volgende gedaan worden:
- Alvorens te starten moet u de verbruikers
afkoppelen (bijvoorbeeld met de thermische
magneetschakelaar die tussen de generator en
de installatie geplaatst is zoals beschreven op
een ander punt in dit document) totdat de
generator weer start en zich gestabiliseerd
heeft.
- Alvorens de generator uit te schakelen
moeten de verbruikers afgekoppeld of ten minste
uitgeschakeld worden.
Om de generatoraggregaten op de beste manier
te gebruiken is het verstandig om er rekening mee
te houden dat overbelasting, ook van geringe
omvang, als deze lang duurt, het openen van het
contact van de thermische beveiliging (fig. 18 ref.
1) tot gevolg heeft.
Tijdens de eerste 50 werkingsuren (inloopperiode)
is het belangrijk dat de generator niet aan een
grotere belasting dan 75% van de nominale
belasting wordt onderworpen.
7 GEBRUIK VAN HET GENERATOR-
AGGREGAAT
De generatoraggregaten zijn uitgerust met een
elektronisch afstandsbedieningspaneel waarmee
het mogelijk is om het generatoraggregaat aan/uit
te zetten en om de werkingsomstandigheden te
controleren.
De elementen waar het bedieningspaneel uit
bestaat zijn (fig. 24):
1 AAN/UIT schakelaar
2 Display
3 Led-signaleringslampje “temperatuur te hoog”
4 Led-signaleringslampje “minimum
motoroliepeil
5 Led-signaleringslampje “motor niet gestart”
6 Led-signaleringslampje “generator in werking”
7 Led-signaleringslampje “motorolie verversen”
8 Led-signaleringslampje “benzine in reserve”
9 Displayomschakelaar
10 Reset
7.1 Het generatoraggregaat aanzetten
Controleer vóór de eerste keer starten eerst het
oliepeil.
Als u de aan/uit schakelaar (fig. 24 ref. 1) op de
stand “ON zet, dan zal gedurende 8 sec. het
opschrift “WAIT” op het display verschijnen,
waarna het elektrische bedieningspaneel de 1
e
automatische startprocedure van het
generatoraggregaat zal beginnen. Als na afloop
van deze fase de motor gestart is zal het led-
signaleringslampje “generator in werking” (fig. 24
ref. 6) beginnen te knipperen.
Indien de motor niet start dan zal deze
automatische procedure maximaal 4 keer
herhaald worden. Indien de motor na de volledige
cyclus nog niet start dan zal het led-
signaleringslampje “motor niet gestart” (fig. 24 ref.
5) gaan branden, om aan te geven dat de motor
niet gestart is.
Als alleen het led-signaleringslampje motor niet
gestart” (fig. 24 ref. 5) blijft branden dan kan de
startprocedure meerdere keren herhaald worden.
Als het na diverse pogingen niet lukt om het
generatoraggregaat te starten moet u zich tot de
servicedienst wenden.
7.2 Het generatoraggregaat uitzetten
Het generatoraggregaat stopt door de “aan/uit
schakelaar” op de stand “OFF” te zetten (fig. 24
ref. 1).
Schakel de generator nadat
de belasting uitgeschakeld is altijd uit.
Energy 2510D
Rev. 004
16
NL
7.3 Controle- en alarmfuncties (Fig. 24)
2 Display: Als het generatoraggregaat aan staat
wordt de totale tijd (in uren) weergegeven
gedurende welke het apparaat in werking is
geweest. Door op de toets fig. 24 ref. 9 te drukken
worden de deelwerkingsuren van de generator
weergegeven nadat de laatste keer de motorolie
ververst is.
3 Led-signaleringslampje “temperatuur te
hoog”: Deze led gaat branden als de temperatuur
van het generatoraggregaat boven de
veiligheidswaarde stijgt; de motor zal dan
tegelijkertijd afslaan.
4 Led-signaleringslampje “minimum
motoroliedruk”: Als deze led gaat branden dan
duidt dit erop dat het motoroliepeil onder het
minimum gedaald is; de motor zal dan
tegelijkertijd afslaan.
5 Led-signaleringslampje “motor niet gestart”:
Deze led gaat branden om te signaleren dat het
generatoraggregaat na afloop van alle vier de
startpogingen niet in werking is getreden.
7 Led-signaleringslampje “olie verversen”:
Deze led gaat branden als de motor na de laatste
keer olie verversen 100 bedrijfsuren bereikt heeft.
Telkens als er olie ververst wordt dan moet de
servicedienst de timer resetten door de timer weer
op nul in te stellen.
8 Led-signaleringslampje “benzine in reserve”:
Deze led gaat branden als het benzineniveau in
de extra tank onder het minimum niveau daalt
(circa 4 liter).
9 Displayomschakelaar: Door op deze knop te
drukken wordt de tijd (in uren) gedurende welke
het apparaat na de laatste keer olie verversen in
werking is geweest op het display weergegeven.
10 Reset: Deze onzichtbare knop dient om het
paneel te resetten (dit mag alleen gedaan worden
als het paneel onverklaarbaar gedrag vertoont of
als het display tekens laat zien die geen enkel
logisch verband hebben).
7.3.1 Oorzaken en uitschakeling van alarmen
van het bedieningspaneel
Tijdens het gebruik van het generatoraggregaat
kunnen er alarmmeldingen weergegeven worden
die betrekking hebben op de controle van de olie
van de motor. Nadat u deze controle verricht heeft
moet u om de alarmen op te heffen als volgt te
werk gaan:
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
knippert.
Oorzaak: Na de laatste keer motorolie verversen
zijn er 50 uur verstreken en het oliepeil moet
gecontroleerd worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Met
bedieningspaneel off, druk op de knop van de
deelteller (fig.24 ref. 9) en zet terwijl u de knop
ingedrukt houdt het paneel aan en laat de knop
pas los als het generatoraggregaat ingeschakeld
is.
Alarm: Het rode lampje van het onderhoud
brandt.
Oorzaak: Na het verversen van de olie zijn er 100
uur verstreken en de olie moet ververst worden.
Hoe het alarm gereset moet worden: Zet het
paneel aan en wacht totdat het
generatoraggregaat ingeschakeld is. Druk op de
knop die onder het kleine gat rechtsonder
verborgen is (fig.24 ref. 10) en laat de knop
meteen los. Wacht twee minuten alvorens het
generatoraggregaat uit te zetten.
Alarm: Het display laat tekens zien die geen
logica hebben.
Oorzaak: Storing in de werking te wijten aan lage
spanning tijdens het starten (accu erg leeg,
doorsnede van de kabels onvoldoende).
Uitschakelen en herstart het paneel..
In bijzondere situaties kunnen de gegevens die in
de microprocessor in het paneel opgeslagen zijn
veranderingen ondergaan blijvende en voorkomen
dat de werking van de generator. In dit geval, om
het herstel van de functionaliteit van het paneel is
nodig om helemaal opnieuw geïnitialiseerd
worden (contact technische servicedienst).
7.3.2 Automatisch model (optie)
Als u het opladen van de startaccu bij de
generatoraggregaten model En 2510D
automatisch wilt maken is het mogelijk om het
automatische bedieningspaneel (fig. 25) ASP
(optie) in plaats van het handbedieningspaneel te
installeren.
Het paneel bestaat uit de volgende onderdelen:
1 ON/OFF schakelaar voor de in- en
uitschakelfunctie
2 Display
3 Indicatielampje “hoge temperatuur”
4 Indicatielampje “minimum oliepeil”
5 Indicatielampje “niet gestart”
6 Indicatielampje “generator in werking”
(knippert)
7 Indicatielampje “onderhoud vereist”
8 Indicatielampje “brandstof in reserve”
9 Omschakelknop tijd of voltmeter
Rev. 004
Energy 2510D
NL
17
10 Reset
11 Indicatielampje “accu geladen”
12 Indicatielampje “automatische werkingsfunctie
13 AUTO/MAN schakelaar voor de automatische
of handbediende werkingsfunctie
7.4 HANDBEDIENDE werking
Zie paragraaf 7.1
7.4.1 AUTOMATISCHE werking
Zet de AUTO/MAN schakelaar (fig. 25 ref. 13) op
de stand AUTO en zet de ON/OFF schakelaar
(fig. 25 ref. 1) daarna op de stand ON.
Het indicatielampje “automatische
werkingsfunctie” (fig. 25 ref. 12) zal gaan branden.
Als er op de aansluitpolen van de 12 VDC
klemmen van de generator een spanning van
minder dan 11,5 Volt is gaat begint de generator
met de startprocedure die lijkt op die van de
werking op de handbediende stand.
Tijdens de automatische werkingsfunctie wordt
het totaal aantal werkingsuren van de generator
op de display (fig. 25 ref. 2) weergegeven. Als u
op de omschakelknop tijd of voltmeter (fig. 25 ref.
9) drukt zal de spanning die op de aansluitpolen
van de 12 VDC klemmen aanwezig is of op de
aansluitpolen van de accu weergegeven worden.
Als de accu geladen is en in ieder geval na
minimaal 15 minuten werking, gaat het
indicatielampje “accu geladen” (fig. 25 ref. 11)
branden en zorgt het elektronische
bedieningspaneel ervoor dat de generator
uitgeschakeld wordt.
Om de automatische of de
handbedieningsfunctie te selecteren moet
eerst de AUTO/MAN schakelaar ingesteld
worden voordat het paneel met de ON/OFF
schakelaar aangezet wordt.
Er wordt op gewezen dat afhankelijk van de
toestand van de accu, het aantal accu’s dat
aangesloten is en de omgevingstemperatuur de
tijd die de generator tijdens de automatische
werkingsfunctie voor het opladen nodig heeft kan
verschillen.
Over het algemeen is de tijd die voor het opladen
nodig is naarmate de temperatuur daalt korter.
Door een hogere belasting
dan de hoeveelheid energie die op dat moment
beschikbaar is van de accu in te schakelen
kan de generator niet ingeschakeld worden
vanwege te weinig spanning.
8 AANWIJZINGEN M.B.T. HET
ONDERHOUD
Alvorens controles of
onderhoudswerkzaamheden aan het
generatoraggregaat uit te voeren moet de
ON/OFF schakelaar van het bedieningspaneel
op de stand OFF gezet worden en de
AUTO/MAN schakelaar van het
bedieningspaneel op de stand MAN.
Koppel daarna de rode 12 V d.c. kabel van de
aansluitklem (fig. 18 ref. 3) los.
Op die manier kan er veilig gewerkt worden
omdat de generator niet plotseling kan gaan
functioneren.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen. Door het gebruik van
reserveonderdelen die niet van gelijkwaardige
kwaliteit zijn kan het generatoraggregaat
beschadigd worden. De periodieke controle en
de afstelling zijn van essentieel belang opdat
het hoge prestatieniveau gehandhaafd blijft.
Door regelmatig onderhoud bent u verder
verzekerd van een lange levensduur van het
generatoraggregaat.
Als het voertuig niet gebruikt
wordt, wordt geadviseerd om de generator
regelmatig te starten om te garanderen dat de
accu altijd geladen is.
Energy 2510D
Rev. 004
18
NL
8.1 Onderhoudsoverzicht
8.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen
vakmensen voor nodig zijn
Om deze controles te verrichten moet de klep
van het generatoraggregaat open gedaan
worden en in verband hiermee moeten de
volgende voorzorgsmaatregelen getroffen
worden:
1) Het generatoraggregaat mag niet in werking
zijn.
2) Alle onderdelen ervan moeten koud zijn.
8.2.1 Controle van het motoroliepeil
Alle controles van het
motoroliepeil moeten verricht worden terwijl
het generatoraggregaat volledig horizontaal
staat.
Trek de oliepeilstok (fig. 26 en 27 ref. 1) eruit.
Als het oliepeil de bovenste merkstreep niet
bereikt moet het peil met de geadviseerde olie
hersteld worden door de olie via de speciale
vulopening (fig. 26 ref. 2) erin te gieten: (zie
het gebruiks- en onderhoudsboekje van de
motor).
PERIODIEKE SERVICE
-
INTERVAL
Binnen de aangegeven termijnen of na het aangegeven
aantal bedrijfsuren te verrichten afhankelijk van wat zich
het eerst voordoet
Eerste
maand of
20 uur
Elke 3
maanden
of 50 uur
Elke 6
maanden of
100 uur
Elke 12
maanden of
300 uur
Motorolie
Controleren
Verversen
(2)
Luchtfilter Reinigen of vervangen
(1) (2)
Kleppen stellen Controleren - afstellen
(2)
Brandstoftank en -filter Reinigen
(2) (2)
Motortoerental of -frequentie Afstellen (2)
(2)
Trillingsdempende ophangpunten Controleren of vervangen
(2)
Dynamosnaar Controleren
(2)
Dynamosnaar Vervangen Elke 1000 uur
Brandstofleidingen
Controleren (indien nodig
vervangen)
Elke twee jaar
OPMERKINGEN
: (1) Vaker schoonmaken
indien het apparaat in een zeer stoffige omgeving gebruikt wordt
(2) Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door vakmensen uitgevoerd worden
Rev. 004
Energy 2510D
NL
19
8.3 Onderhoudswerkzaamheden waar wel
vakmensen voor nodig zijn
Voor sommige onderhoudswerkzaamheden is de
mogelijkheid voorhanden om de generator uit de
kast te halen. Gebruik de speciale sleutel om het
slot open te maken en verwijder het voorste
paneel (fig. 16 ref 3).
Verwijder daarna aan beide kanten de
borgschroef (fig. 16 ref. 1) van het onderste blad.
Trek het onderste blad met de motor tot aan de
borg (fig. 17) eruit.
Als u het onderste blad met de motor er helemaal
uit wilt trekken moet u ook de borgschroeven (fig.
16 ref. 2) eruit draaien.
Op die manier is het makkelijk om bij alle
inwendige delen van het generatoraggregaat te
komen om alle grote
onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit te
voeren.
8.3.1 Verversen van de motorolie
Gebruik reinigingsolie voor dieselmotoren, soort
multigrade, met SAE viscositeit die geschikt is
voor het gebruiksklimaat (zie de tabel en de
gedetailleerde aanwijzingen die in de gebruiks-
en onderhoudshandleiding van de motor vermeld
staan).
Om het aftappen van de motorolie te
vergemakkelijken verdient het de voorkeur om de
motor circa 3 - 5 minuten warm te laten draaien;
op die manier is de olie vloeibaarder en kan het
aftappen sneller en op een volledigere wijze
gebeuren.
Verwijder de speciale dop van het oliecarter (fig.
28 ref. 1) en laat alle olie die erin zit in een
opvangbak lopen.
Draai na afloop de dop er weer op en herstel het
oliepeil in het oliecarter waarbij u de speciale
vulopening (fig. 26 ref. 2) moet gebruiken om de
olie erin te gieten.
De hoeveelheid olie die in het carter gegoten
moet worden is 1,1 liter. In ieder geval moet het
maximum peil dat op de peilstok aangegeven is
(fig. 27 ref. 1) aangehouden worden.
Hete olie kan brandwonden veroorzaken.
Als u de motor met een onvoldoende
oliepeil laat draaien kan de motor ernstig
beschadigd worden.
Controleer het oliepeil terwijl de motor
uitgeschakeld is.
De verbruikte olie mag niet
achteloos weggegooid worden maar moet bij
de afvalverwerkings- / recyclingbedrijven
ingeleverd worden, waarbij de wettelijke
voorschriften die in het land waar dit gedaan
wordt gelden in acht genomen moeten
worden.
8.3.2 Onderhoud aan het luchtfilter
Voer de
onderhoudswerkzaamheden alleen uit bij
uitgeschakelde motor.
Als het luchtfilter vuil is dan
vermindert de luchtstroom naar de motor. Om
storingen in de werking van de motor te
voorkomen moet het luchtfilter regelmatig
gecontroleerd worden. Als de motor in een
bijzonder stoffige omgeving gebruikt wordt,
wordt geadviseerd het luchtfilter telkens voor
het starten te controleren.
Gebruik geen diesel of
oplosmiddelen met een laag
verdampingspunt voor de reiniging van het
Voor koude klimaten
Voor warme klimaten
Energy 2510D
Rev. 004
20
NL
filterelement van het luchtfilter, hierdoor
kunnen namelijk vlammen en ontploffingen
ontstaan.
Laat de motor nooit zonder luchtfilter functioneren
;
hierdoor slijt de motor snel.
Het filterelement is in een plastic houder (fig. 29
ref. 1) geplaatst. Om het filterelement te
verwijderen hoeft u slechts de deksel van de
houder open te maken door aan de betreffende
knop (fig. 29 ref. 2) te draaien.
Nadat u de deksel verwijderd heeft moet u de
knop van het filter (fig. 30 ref. 2) losdraaien en
het luchtfilter (fig. 30 ref. 1) eruit trekken.
Klop het element een paar keer voorzichtig op
een hard oppervlak uit om het overtollige stof te
verwijderen of blaas met perslucht van binnen
naar buiten (fig. 31 ref. 1). Borstel het
filterelement nooit af, omdat hierdoor het stof in
de vezels geduwd wordt. Vervang het
filterelement als het erg vuil is.
Om de motoroliefilterpatroon te reinigen moet dit
van zijn plaats verwijderd worden.
8.3.3 Onderhoud aan het oliefilter
Voer het onderhoud aan het
filter elke 500 werkuren uit.
Risico van verbranding
door de hete olie. Vang de verbruikte olie op
en gooi dit weg zonder het milieu te vervuilen,
door de geldende wettelijke voorschriften in
acht te nemen.
Om de olie filter te reinigen, haal hem uit zijn
zetel.
Draai de sluitdop (fig. 32 ref. 1) los.
Rev. 004
Energy 2510D
NL
21
Haal het filter uit zijn behuizing (fig. 33 ref. 1).
Reinig de oliefilterpatroon door met perslucht van
binnen naar buiten te blazen (fig. 34).
Controleer of de dichtingsring (fig. 35 ref. 2) niet
beschadigd is en of hij stevig op zijn plaats zit,
vervang hem eventueel.
Controleer of de dichtingsring (fig. 35 ref. 1) niet
beschadigd is en of hij stevig op zijn plaats zit,
vervang het oliefilter eventueel.
Smeer de dichtingsringen met olie voordat u een
nieuwe filterpatroon monteert.
Monteer het oliefilter weer en duw totdat het er
volledig in zit (fig. 35 en 36 ref. 1 en 2) en draai
het weer vast.
8.3.4 Controle van de dynamosnaar
Energy 2510D
Rev. 004
22
NL
Om de snaar waarmee de motor met de dynamo
verbonden is te kunnen controleren moet de
generator eerst uit de kap gehaald worden; zie
paragraaf 8.3.
Draai daarna de speciale schroeven (fig. 37 ref.
1) los om de kap van de poeliekast (fig. 37 ref. 2)
te verwijderen.
Druk de snaar halverwege het gedeelte tussen
de twee poelies naar het midden in (fig. 38 ref.
1). De snaar moet met een kracht van 35 N (3,5
kg) ingedrukt worden.
Met deze uitgeoefende kracht moet de snaar zich
15 mm verplaatsen (fig. 38 ref. 2).
8.3.5 Afstellen van de dynamosnaar
Als de snaarspanning niet is zoals beschreven in
paragraaf 8.4.1 moet dit afgesteld worden.
Draai de schroef van de snaarspanschijf (fig. 39
ref. 3) los en span de snaar met de stelschroef
(fig. 39 ref. 2) zoals beschreven in paragraaf
8.3.4 Draai de spanschijf weer met de speciale
schroef (fig. 38 ref. 3) aan.
9 AANWIJZINGEN M.B.T. DE
BUITENDIENSTSTELLING EN DE
ONTMANTELING
Indien u de generatoreenheid wilt afdanken is het
verstandig om u tot gespecialiseerde bedrijven te
wenden.
10 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN
In geval van brand mag u de kap van het
generatoraggregaat absoluut niet open maken
en mag u uitsluitend goedgekeurde
brandblussers gebruiken.
Gebruik nooit water om de
vlammen die in het generatoraggregaat zijn
ontstaan te doven
.
Rev. 004
Energy 2510D
NL
23
11 ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN
TELAIR verleent garantie op haar producten voor gebreken door materiaal-
en/of fabrieksfouten.
Het recht op garantie op nieuwe producten geldt gedurende een periode
van 24 maanden vanaf het moment van levering aan de eindgebruiker of
gedurende maximaal 1000 bedrijfsuren, afhankelijk van welke van deze
maximum termijnen het eerste bereikt wordt. In ieder geval verloopt de
garantieperiode uiterlijk na 26 maanden (28 maanden als de levering buiten
Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
Voor wat betreft elektrische en hydraulische onderdelen, sla
ngen, riemen,
dichtingselementen, injectieverstuivers, koppelingen, transmissie is de
garantietermijn 12 maanden vanaf het moment van levering aan de
eindgebruiker of maximaal 1000 bedrijfsuren afhankelijk van welke van
deze maximum termijnen het eerste be
reikt wordt. In ieder geval verloopt
de garantieperiode uiterlijk na 14 maanden (16 maanden als de levering
buiten Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
De kosten van smeermiddelen en verbruiksmaterialen zullen in ieder geval wel
in rekening gebracht worden.
Eventuele verzendkosten zijn voor rekening van de koper en de kosten van
inspecties waar de koper om gevraagd heeft en die door TELAIR aanvaard zijn,
zijn ook voor rekening van de koper.
De garantie is alleen geldig als:
de klant de periodieke onderhoudsvoorschriften in acht genomen heeft en als
de klant zich indien nodig onmiddellijk tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
gewend heeft;
de klant in staat is om een bewijs te laten zien waaruit de verkoopdatum blijkt
(rekening of kassabon).
Het bewijs moet zodanig bewaard worden dat het intact blijft en moet bij het
aanvragen van service aan het Servicecentrum van TELAIR getoond
worden.
In ieder geval wordt elk recht van de koper op het volgende uitgesloten geacht:
het contract te ontbinden;
schadevergoeding voor schade aan personen en voorwerpen te vragen;
in geval van gebreken of storingen aan het product om verlenging van de
garantie te vragen.
Energy 2510D
Rev. 004
24
NL
12 ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 2510 D
Rev. 004
Energy 2510D
NL
25
13 LIJST MET RESERVEONDERDELEN ENERGY 2510 D
Energy 2510D
Rev. 004
26
NL
Rev. 004
Energy 2510D
NL
27
Energy 2510D
Rev. 004
28
NL
Rev. 004
Energy 2510D
NL
29
Energy 2510D
Rev. 004
30
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
1 03789
N. 1
Pannello di controllo
ENERGY
Tableau/contrôle ENERGY Schakelpaneel ENERGY
ENERGY control panel Bedienpanel ENERGY Panel de control ENERGY
2 03796
N. 1
Cavo 5 m da generatore a
Pannello di controllo
Câble 5 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
5 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
5 m cable from generating
set to control panel
5 m Kabel von Generator zu
Bedienpanel
Cable 5 m de generador a
panel de control
3 03797
N. 1
Cavo 7 m da generatore a
Pannello di controllo
Câble 7 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
7 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
7 m cable from generating
set to control panel
7 m Kabel von Generator zu
Bedienpanel
Cable 7 m de generador a
panel de control
4 03798
N. 1
Cavo 10 m da generatore a
Pannello di controllo
Câble 10 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
10 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
10 m cable from generating
set to control panel
10 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
Cable 10 m de generador a
panel de control
5 03799
N. 1
Cavo 15 m da generatore a
Pannello di controllo
Câble 15 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
15 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
15 m cable from generating
set to control panel
15 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
Cable 15 m de generador a
panel de control
6 03804
N. 1
Tassello Portacavi
Carburante
Serre-câbles Carburant Kabeldoorvoer Brandstof
Fuel Cable Holder Kabelschelle Kraftstoff
Taco Portacables
Carburante
7 01059
N. 1
Filtro gasolio Filtre diesel Dieselfilter
Diesel filter Dieselfilter Filtro diesel
8 04808
N. 1
Sportello cassa Porte du boîtier Deurtje kast
Case door Tür Puerta caja
9 04764
N. 1
Adesivo sportello
Image adhésive de porte du
boîtier
Zelfklevend beeld van
gevaldeur
Adhesive image of case
door Anhaftendes Bild der Falltür
Imagen adhesiva de la
puerta
10 01224
N. 1
Serratura Serrure Slot
Lock Schloss Cerradura
11 04053
N. 1
Coppia Chiavi Serratura Clef de serrure Sleutel van slot
Key of lock Schlüssel des Verschlusses
llave de la cerradura
12 04873
N. 1
Isolante alto Sportello
Haute d'Isulation de porte
du boîtier
Hoge d' Isulation van deur
van
Isulation hight of case door Hohes d' Isulation der Tür Alto d' Isulation de puerta
13 04874
N. 1
Isolante Basso Sportello
Le bas d'Isulation de porte
du boîtier
Isulation laag van gevaldeur
Isulation low of case door Isulation Tief der Falltür
Bajo de Isulation de la
puerta
Rev. 004
Energy 2510D
NL
31
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
14 04804
N. 1
Cofano superiore Capot supérieur Bovenste kap
Upper hood Obere Haube Capó superior
15 04855
N. 1
Isolante Anteriore Tetto Toit avant d'isulation Voor isulationdak
Front isulation roof Vorderes isulation Dach
Azotea delantera del
isulation
16 04854
N. 1
Isolante Posteriore Tetto Toit postérieur d'isulation Later isulationdak
Posterior isulation roof Hinteres isulation Dach
Azotea posterior del
isulation
17 04858
N. 1
Isolante Posteriore Cofano Isolation Arrière Capot Isolatie achter voor kap
Rear hood insulation Isolierung hinten für Haube Aislante Trasero Capó
18 04856
N. 1
Isolante Sinistro Cofano Isolation Gauche Capot Isolatie links voor kap
Left hood insulation Isolierung links für Haube Aislante Izquierdo Ca
19 04857
N. 1
Isolante Destro Cofano Isolation Droite Capot Isolatie rechts voor kap
Right hood insulation Isolierung rechts für Haube Aislante Derecho Capó
20 04799
N. 1
Basamento cassa Base de la caisse Onderstel kast
Case base Kasten-Grundrahmen Base caja
21 04872
N. 1
Isolante anteriore
Basamento
Isolation anterieur Base
Voorafgaand Isolatie voor
onderstel
Base front insulation
Vorderes Isolierung für
Grundrahmen
Aislante delantera Base
22 04871
N. 1
Isolante Posteriore DX
Fondo
Isulation postérieur droit du
fond
Juiste latere isulation van
bodem
Right Posterior isulation of
bottom
Rechtes hinteres isulation
der Unterseite
Isulation posterior derecho
de la parte inferior
23 04870
N. 1
Isolante Posteriore SX
Fondo
Isulation postérieur gauche
du fond
Linker latere isulation van
bodem
Left Posterior isulation of
bottom
Linkes hinteres isulation der
Unterseite
Isulation posterior izquierdo
de la parte inferior
24 04798
N. 1
Scatola Marmitta Boîte de silencieux Geluiddemper doos
Muffler box Abblasdämpferkasten Caja del silenciador
25 04865
N. 1
Isolante Esterno Scatola
Marmitta
Isolateur externe Boîte de
silencieux
Externe isolatie van de doos
van de Geluiddemper
External insulator of Muffler
box
Externe Isolierung
Abblasdämpferkasten
Aislador externo de la Caja
del silenciador
26 04869
N. 1
Isolante del Deflettore Isolateur du déflecteur Isolatie van het keerschot
Insulator of the baffle plate Isolierung des Staublechs Aislador de la placa de bafle
27 04790
N. 1
Deflettore Déflecteur Keerschot
Baffle plate Staublech Placa de bafle
Energy 2510D
Rev. 004
32
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
28 04878
N. 1
Isolante interno Scatola
Marmitta
Isolateur intérieur boîte de
silencieux
Binnen isolatie van de doos
van de Geluiddemper
Inside insulator of Muffler
box
Innere Isolierung des
Abblasdämpferkastens
Aislador interior de la caja
del silenciador
29 04867
N. 1
Isolante esterno Tetto Toit externe d'isolateur Extern isolatiedak
External insulator roof Externes Isolierungsdach Azotea externa del aislador
30 04864
N. 1
Isolante interno Tetto Toit intérieur d'isolateur Binnen isolatiedak
Inner insulator roof Inneres Isolierungsdach Azotea interna del aislador
31 04729
N. 1
Ventola 12 V 1 velocità Ventilat. 12V 1 vitesse Ventilator 12 V 1 snelh.
1-speed 12 V fan Lüfterrad 12V 1 Geschw. Rueda de álabes 12 V 1 vel.
32 04866
N. 1
Isolante Zona Termostato
Thermostat de zone
d'isolateur
De Thermostaat van de
Streek van de isolatie
Insulator Zone Thermostat
Isolierungs-Zonen-
Thermostat
Termóstato de la zona del
aislador
33 04868
N. 1
Isolante Lato Interno Côté intérieur d'isolateur
De binnenkant van de
isolatie
Insulator inner side Innere Seite der Isolierung Lado interno del aislador
34 04797
N. 1
Staffa del Termostato Étrier du thermostat
Stijgbeugel van de
thermostaat
Braket of the thermostat Steigbügel des Thermostats
Estribo del termóstato
35 04728
N. 1
Termostato Thermostat Thermostaat
Thermostat Thermostat Termóstato
36 01652
N. 2
Collare Metallo-Gomma D6-
F6
Métal/caoutchouc de collier
D6-F6
Kraag metaal/rubber D6-F6
Collar metal/rubber D6-F6 Kragenmetall/-gummi D6-F6
Metal/caucho del collar D6-
F6
37 02783
N. 1
Pressostato Olio Motore
Huile de moteur de mano-
contact
De olie van de de
schakelaarmotor van de
druk
Pressure switch motor oil Druckschalter-Bewegungsöl
Aceite de motor del
interruptor de presión
38 02612
N. 1
Termosonda del Motore Thermostat du moteur Thermostaat van de motor
Thermostat of the motor Thermostat des Motors Termóstato del motor
39 01388
N. 1
Tappo in Gomma Taquet en caoutchouc Kurk in rubber
Stopper in rubber Stopper im Gummi Tapón en caucho
40 04710
N. 1
Adesivo Manutenzione
Image adhésive de
l'entretien
Zelfklevend beeld van
onderhoud
Adhesive image of
maintenance
Anhaftendes Bild der
Wartung
Imagen adhesiva del
mantenimiento
Rev. 004
Energy 2510D
NL
33
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
41 01065
N. 5
Vite M8 x 40 UNI 5739 Vis M8 x 40 UNI 5739 Schroef M8 x 40 UNI 5739
Screw M8 x 40 UNI 5739
Schraube M8 x 40 UNI
5739
Tornillo M8 x 40 UNI 5739
42 00725
N. 8
Rondella 8 UNI 6592 Rondelle 8 UNI 6592 Onderlegring 8 UNI 6592
Washer 8 UNI 6592 Scheibe 8 UNI 6592 Arandela 8 UNI 6592
43 03735
N. 4
Dado M6 DIN 985 Ecrou M6 DIN 985 Moer M6 DIN 985
Nut M6 DIN 985 Mutter M6 DIN 985 Tuerca M6 DIN 985
44 03236
N. 3
Rondella 8 x 32 UNI 6593 Rondelle 8 x 32 UNI 6593
Onderlegring 8 x 32 UNI
6593
Washer 8 x 32 UNI 6593 Scheibe 8 x 32 UNI 6593 Arandela 8 x 32 UNI 6593
45 04767
N. 1
Scatola Pulegge Carter poulies Riemschijfafscherming
Pulley casing
Abdeckung der
Riemenscheiben
Cárter poleas
46 04862
N. 1
Isolante lato lungo scatola
pulegge
Long côté d'isolateur Carter
poulies
De lange kant van de
isolatie
Riemschijfafscherming
Insulator long side Pulley
casing
Lange Seite der Isolierung
Abdeckung der
Riemenscheiben
Lado largo del aislador
Cárter poleas
47 04859
N. 1
Isolante esterno Scatola
Pulegge
Isolateur externe Carter
poulies
Externe isolatie
Riemschijfafscherming
External insulator Pulley
casing
Externe Isolierung
Abdeckung der
Riemenscheiben
Aislador externo Cárter
poleas
48 04860
N. 1
Isolante interno Scatola
Pulegge
Isolateur intérieur Carter
poulies
Binnen isolatie
Riemschijfafscherming
Inner insulator Pulley casing
Innere Isolierung
Abdeckung der
Riemenscheiben
Aislador interno Cárter
poleas
49 04690
N. 1
Isolante lato corto scatola
pulegge
Côté courtd'isolateur Carter
poulies
Korte kant van de isolatie
Riemschijfafscherming
Insulator short side Pulley
casing
Kurze Seite der Isolierung
Abdeckung der
Riemenscheiben
Lado corto del aislador
Cárter poleas
50 04861
N. 1
Isolante Scatola Pulegge
Bordo Corto
Isolant Boîte Pulegge Bord
Court
De Korte Rand van de Doos
van Pulegge van de isolatie
Insulator Pulegge Box Short
Edge
Isolierung Pulegge Kasten-
Kurzschluss-Rand
Aislando Caja Pulegge
Borde Corto
51 04673
N. 1
Isolante Scatola Pulegge
Tunnel aria
Isolant Boîte Pulegge
Tunnel air
Isolerend Doos Pulegge
Tunnel lucht
Insulator Pulegge Box
Tunnel air
Isoliert Boîte Pulegge
Tunnel Luft
Aislando Caja Pulegge
Túnel aire
Energy 2510D
Rev. 004
34
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
52 04875
N. 1
Isolante coperchio Scatola
Pulegge
Isolateur Couvercle boîtier
poulies
Isolatie Deksel
riemschijfkast
Insulator Pulley box lid
Isolierung Gehäusedeckel
Riemenscheiben
Aislador Tapa caja poleas
53 04809
N. 1
Coperchio scatola pulegge Couvercle boîtier poulies Deksel riemschijfkast
Pulley box lid
Gehäusedeckel
Riemenscheiben
Tapa caja poleas
54 03103
N.12
Vite M8 x 14 UNI 5739 Vis M8 x 14 UNI 5739 Schroef M8 x 14 UNI 5739
Screw M8 x 14 UNI 5739
Schraube M8 x 14 UNI
5739
Tornillo M8 x 14 UNI 5739
55 02644
N.23
Rondella 8 x 18 DIN 6796 Rondelle 8 x 18 DIN 6796
Onderlegring 8 x 18 DIN
6796
Washer 8 x 18 DIN 6796 Scheibe 8 x 18 DIN 6796 Arandela 8 x 18 DIN 6796
56 00854
N. 7
Vite M8 x 20 UNI 5739 Vis M8 x 20 UNI 5739 Schroef M8 x 20 UNI 5739
Screw M8 x 20 UNI 5739
Schraube M8 x 20 UNI
5739
Tornillo M8 x 20 UNI 5739
57 00899
N. 2
Antiv.40x30 M8 FF Sh60
ANTIOLIO
Anti-ibr. 40x30 M8 FF Sh60
ANTIHUILE
Trillingsdemp.40x30 M8 FF
Sh60 OLIEWEREND
Vib.damper ANTIOIL 40x30
M8 FF Sh60
Schwing.dämpf.40x30 M8
FF Sh60 ÖLABW.
Silenc.40x30 M8 FF Sh60
ANTIACEITE
58 04768
N. 1
Staffa Antiv.Orizzontali
Alternatore
Étrier Anti-ibr. horizontales
alternateur
Vlak ijzer Trillingsdemp.
horizontaal van de
alternator
Flat iron Vib.damper
horizontal of the alternator
Flaches Eisen
Schwing.dämpf. horizontal
vom Lichtmaschine
Hierro plano Silenc.
horizontal del alternador
59 04769
N. 1
Staffa Antiv. Orizzontali
motore
Étrier Anti-ibr. horizontales
moteur
Vlak ijzer Trillingsdemp.
horizontaal van de motor
Flat iron Vib.damper
horizontal of the motor
Flaches Eisen
Schwing.dämpf. horizontal
vom motor
Hierro plano Silenc.
horizontal del motor
60 04642
N. 1
Staffa puleggia tendicinghia
Bride poulie tend./courr. Beugel riemspanschijf
Tightener pulley clamp Riemenspannbügel Estribo polea tensor correa
61 04641
N. 1
Staffa tendicinghia Bride tend./courroie Riemspanbeugel
Tightener clamp Riemenspannbügel Estribo tensor correa
62 01934
N. 1
Dado M12x1,75 UNI 5587 Ecrou M12x1,75 UNI 5587 Moer M12x1,75 UNI 5587
Nut M12x1,75 UNI 5587 Mutter M12x1,75 UNI 5587 Tuerca M12x1,75 UNI 5587
63 00517
N. 1
Rondella 12 DIN 6798A C70
Rondelle 12 DIN 6798A
C70
Onderlegring 12 DIN6798A
C70
Washer 12 DIN 6798 C70 Scheibe 12 DIN 6798A C70
Arandela 12 DIN6798A C70
64 02080
N. 1
Rondella 12 UNI 6592 Rondelle 12 UNI 6592 Onderlegring 12 UNI 6592
Washer 12 UNI 6592 Scheibe 12 UNI 6592 Arandela 12 UNI 6592
Rev. 004
Energy 2510D
NL
35
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
65 00841
N. 1
Rondella 12 x 48 UNI 6593 Rondelle 12 x 48 UNI 6593
Onderlegring 12 x 48 UNI
6593
Washer 12 x 48 UNI 6593 Scheibe 12 x 48 UNI 6593 Arandela 12 x 48 UNI 6593
66 02903
N. 1
Distanziale 22 x 12 x 7,5 Entretoise 22 x 12 x 7,5 Afstandshouder 22x12x7,5
Spacer 22 x 12 x 7,5 Distanzstück 22 x 12 x 7,5 Riostra 22 x 12 x 7,5
67 00510
N. 2
Cuscinetto 6201 2RS Palier 6201 2RS Lager 6201 2RS
Bearing 6201 2RS Lager 6201 2RS Rodamiento 6201 2RS
68 04564
N. 1
Puleggia tendicinghia Poulie tend./courroie Riemspanschijf
Tightener pulley Riemenspannscheibe Polea tensor correa
69 01893
N. 1
Distanziale 18 x 12,5 x 6 Entretoise 18 x 12,5 x 6 Afstandshouder 18x12,5x6
Spacer 18 x 12,5 x 6 Distanzstück 18 x 12,5 x 6 Riostra 18 x 12,5 x 6
70 03096
N. 1
Vite M12x65 UNI5737 Vis M12x65 UNI5737 Schroef M12x65 UNI5737
Screw M12x65 UNI5737 Schraube M12x65 UNI5737
Tornillo M12x65 UNI5737
71 04305
N. 2
Puleggia Alternatore e
Motore
Poulie alternateur et de
moteur
De katrol van de alternator
en van de Motor
Alternator and Motor pulley
Riemenscheibe Alternator
und Motor
Polea del alternador y del
motor
72 03883
N.2
Linguetta 8 x 12 x 15 Languette 8 x 12 x 15 Spie 8 x 12 x 15
Tongue 8 x 12 x 15 Federkeil 8 x 12 x 15 Chaveta 8 x 12 x 15
73 04303
N. 1
Albero altrernatore Arbre de l’alternateur Dynamoas
Alternator shaft Welle Lichtmaschine Eje alternador
74 04419
N. 2
Vite M6x06 UNI5927 Vis M6x06 UNI5927 Schroef M6x06 UNI5927
Screw M6x06 UNI5927 Schraube M6x06 UNI5927
Tornillo M6x06 UNI5927
75 05532
N. 4
Dado Autobloccante M8
UNI 7474
Ecrou M8 UNI 7474 Moer M8 UNI 7474
Nut M8 UNI 7474 Mutter M8 UNI 7474 Tuerca M8 UNI 7474
76 00444
N. 4
Vite M8 x 30 UNI 5739 Vis M8 x 30 UNI 5739 Schroef M8 x 30 UNI 5739
Screw M8 x 30 UNI 5739
Schraube M8 x 30 UNI
5739
Tornillo M8 x 30 UNI 5739
77 01723
N. 1
Supporto Support UCF Steun UCF
UCF bearing Halter UCF Soporte UCF
78 02033
N. 1
Flangia Alternatore Bride de l'alternateur Flens van de alternator
Flange of the alternator Flansch des alternator Reborde del alternador
Energy 2510D
Rev. 004
36
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
79 04996
N. 1
Rotore Alternatore con
Ventola
Rotor Alternateur avec
Ventilateur
De Alternator van de rotor
met Drijvende kracht
Rotor Alternator with
Impeller
Rotor-
Wechselstromerzeuger mit
Antreiber
Alternador del rotor con el
impeledor
80 04742
N. 1
Fusione Superiore
Alternatore
Fusion Supérieure
Alternateur
Hogere fusie
Wisselstroomdynamo
Advanced fusion Alternator
Höhere Fusion
Wechselstromerzeuger
Fusión Superior Alternador
81 03419
N. 1
Staffa per Condensatore Étrier pour Consensateur Beugel voor Consensateur
Bracket for Condenser
Steigbügel für
Consensateur
Abrazadera para
Consensateur
82 00524
N. 1
Condensatore 13 µF 450 V Condensateur 13 µF 450 V Condensator 13 µF 450 V
Condenser 13 µF 450 V Kondensator 13 µF 450 V Condensador 13 µF 450 V
83 04997
N. 1
Statore alternatore Stator de l’alternateur Stator dynamo
Alternator stator Stator der Lichtmaschine Estator alternador
84 04998
N. 1
Fascia Intermedia
Alternatore
Il bande Intermédiaire de
l'Alternateur
Hij verbindt Bemiddelaar
van l' Wisselstroomdynamo
Wrap Intermediate of the
Alternator
Er verbindet l'vermittler;
Wechselstromerzeuger
Venda a Intermediario de
l' Alternador
85 04743
N. 1
Fusione Inferiore
Alternatore
Fusion Inférieure
Alternateur
Lagere fusie
Wisselstroomdynamo
Inferior fusion Alternator
Niedrigerere Fusion
Wechselstromerzeuger
Fusión Inferior Alternador
86 02046
N. 1
Gommino protezione ponte
di diodi
Protection en caoutchouc
du pont de diodes
Beschermrubbertje
gelijkrichterbrug
Diode bridge protection
grommet
Gummiteil zum Schutz der
Diodenbrücke
Proteccion de caucho
puente de diodos
87 01251
N. 1
Diodo ponte raddrizzatore Diode redresseur en pont Diode gelijkrichterbrug
Bridge rectifier diode Gleichrichterbrückendiode Diodo puente rectificador
88 04421
N. 2
Cuscinetto 6203 2RS Palier 6203 2RS Lager 6203 2RS
Bearing 6203 2RS Lager 6203 2RS Rodamiento 6203 2RS
89 04999
N. 1
Vite fissagio alternatore
Vis de fixation de
l’alternateur
Bevestigingsschroef
dynamo
Alternator fastening screw
“Befestigungsschraube der
Lichtmaschine”
Tornillo fijación alternador
90 01603
N. 1
Piastra fissaggio
Potafusibile
Plaque de fixation tableau
fusibles
Bevestigingsplaat
zekeringhouder
Fastening plate for fuse
carrier
Befestigungsplatte
Sicherungshalter
Placa fijación Portafusible
Rev. 004
Energy 2510D
NL
37
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
91 01605
N. 1
Potafusibile Tableau des fusibles Zekeringhouder
Fuse carrier Sicherungshalter Portafusible
92 01607
N. 1
Fusibile 15 A Fusible 15 A Zekering 15 A
15 A fuse 15 A Sicherung Fusible 15 A
93 04994
N. 1
Alternatore SE100E-
En2510D
Alternateur SE100E-
En2510D
Dynamo SE100E-En2510D
Alternat. SE100E-En2510D
Lichtmaschine SE100E-
En2510D
Alternador SE100E-
En2510D
94 03025
N. 1
Cinghia trapezoidale
13x1160
Courroie trapéz. 13x1160 V-snaar 13x1160
V belt 13x1160 Keilriemen 13x1160 Correa trapezoidal 13x1160
95 00854
N. 1
Vite M8 x 20 UNI 5739 Vis M8 x 20 UNI 5739 Schroef M8 x 20 UNI 5739
Screw M8 x 20 UNI 5739
Schraube M8 x 20 UNI
5739
Tornillo M8 x 20 UNI 5739
96 02586
N. 9
Rondella Dentellata 8 UNI
8842A
Rondelle 8 UNI 8842A Onderlegring 8 UNI 8842A
Washer 8 UNI 8842A Scheibe 8 UNI 8842A Arandela 8 UNI 8842A
97 03236
N. 1
Rondella 8 x 32 UNI 6593 Rondelle 8 x 32 UNI 6593
Onderlegring 8 x 32 UNI
6593
Washer 8 x 32 UNI 6593 Scheibe 8 x 32 UNI 6593 Arandela 8 x 32 UNI 6593
98 00374
N.10
Rondella 8 x 24 UNI 6593 Rondelle 8 x 24 UNI 6593
Onderlegring 8 x 24 UNI
6593
Washer 8 x 24 UNI 6593 Scheibe 8 x 24 UNI 6593 Arandela 8 x 24 UNI 6593
99 03957
N. 3
Rondella 25 x 35 x 1 Rondelle 25 x 35 x 1 Onderlegring 25 x 35 x 1
Washer 25 x 35 x 1 Scheibe 25 x 35 x 1 Arandela 25 x 35 x 1
100
04800
N. 1
Flangia mozzo puleggia Bride du moyeu de poulie Flens riemschijfnaaf
Pulley hub flange
Flansch der
Riemenscheibennabe
Brida cubo polea
101
03885
N. 3
Vite M6 x 35 UNI 5739 Vis M6 x 35 UNI 5739 Schroef M6 x 35 UNI 5739
Screw M6 x 35 UNI 5739
Schraube M6 x 35 UNI
5739
Tornillo M6 x 35 UNI 5739
102
00967
N. 3
Rondella 6 UNI 6592 Rondelle 6 UNI 6592 Onderlegring 6 UNI 6592
Washer 6 UNI 6592 Scheibe 6 UNI 6592 Arandela 6 UNI 6592
103
00114
N. 1
Motore Elettrico Avviamento
Démarreur de moteur
électrique
Elektrische motorAanzet
Electric motor Starter Elektromotor Starter
Arrancador del motor
eléctrico
104
00701
N. 1
Motore 1B30-V Diesel Moteur Diesel Dieselmotor
Diesel engine Dieselmotor Motor diesel
Energy 2510D
Rev. 004
38
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
105
01197
N. 1
Filtro aria Filtre à air Luchtfilter
Air cleaner Luftfilter Filtro aire
106
03157
N. 1
Coperchio filtro aria Couvercle du filtre à air Kap luchfilter
Air cleaner lid Luftfilterdeckel Tapa filtro aire
107
03160
N. 1
Pomello del Coperchio filtro
aria
Moletage de Couvercle du
filtre à air
Uitsteeksel van Kap
luchfilter
Knurl of Air cleaner lid Knoten von Luftfilterdeckel Nudo de Tapa filtro aire
108
01871
N. 1
ElettroStop Carburante ElettroStop Carburant ElettroStop voor Brandstof
ElettroStop for Fuel ElettroStop für Kraftstoff
ElettroStop para el
combustible
109
04749
N. 1
Guarnizione 22x18x1,2 Joint 22x18x1.2 Afdichting 22x18x1.2
Gasket 22x18x1.2 Dichtung 22x18x1.2 Junta 22x18x1.2
110
03168
N. 1
Raccordo tappo olio motore
Raccord bouchon huile
moteur
Koppeling oliedop
Motor oil cap union Anschluss der Ölschraube
Unión tapón aceite
111
00478
N. 1
Raccordo 90° 1/8 MF Raccord 90° 1/8 MF Koppeling 90° 1/8 MF
1/8 MF union elbow Anschlussstuck 90° 1/8 MF Empalme 90° 1/8 MF
112
00931
N. 1
Rondella in alluminio Rondelle en aluminium Onderlegring van aluminium
Aluminium washer Alu-Scheibe Arandela aluminio
113
00810
N. 1
Tappo Bouchon Dop
Cap Kappe Tapón
114
04739
N. 1
Asta livello olio motore
Vente aux enchères niveau
je huile moteur
Veiling niveau ik motorolie
Auction level motor oil
Versteigerung Niveau ich
Motoröl
Venta a las pujas nivel
engraso motor
115
03653
N. 1
Guarnizione Tappo
Rabbocco Olio
Garniture Je bouche entrée
huile moteur
Versiering stop ik toegang
motorolie
Packing for stopper
income motor
oil
Garnitur verstopfe ich
Eingang Motoröl
Guarnición tapo entrada
aceite motor
116
01202
N. 1
Tappo Rabbocco Olio
Motore
Je bouche entrée huile
moteur
Ik stop toegang motorolie
Stopper income motor oil
Ich verstopfe Eingang
Motoröl
Tapo entrada aceite motor
117
02332
N. 1
Filtro olio Filtre olie Oilfilter
Oil filter Oilfilter Filtro aceite
Rev. 004
Energy 2510D
NL
39
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
118
01877
N. 1
Distanziale Esagonale
M6x20
Entretoise Hexagonale
M6x20
Zeskantafstandshouder
M6x20
Hexagonal M6x20 spacer
Distanzstück Sechskant
M6x20
Separador Hexagonal
M6x20
119
00507
N. 1
Pompa carburante Pompe à essence Benzinepomp
Fuel pump Benzinpumpe Bomba gasolina
120
01127
N. 3
Fascetta stringitubo 12/14 Collier serre-tube 12/14 Pijpklembandje 12/14
Hose clamp 12/14 Schlauchschelle 12/14 Abrazadera para tubo 12/14
121
04737
N. 1
Tubo Carburante Uscita
Pompa
Tube Carburant Sortie
Pompe
Buis die Output Pomp
carbureert
Pipe of Fuel output Pump
Röhre, die Pumpenausgang
verbrennt,
Tubo que Carbura Salida
Bomba
122
04736
N. 1
Tubo Carburante Ingresso
Pompa
Tuyau de la pompe d'entrée
de carburant
De pijp van Brandstof
voerde Pomp in
Pipe of Fuel Input Pump
Rohr der Kraftstoff-
Eingangs-Pumpe
Tubo de la bomba de la
entrada del combustible
123
04735
N. 1
Tubo Ritorno Carburante Tube Je reviens Carburant
Buis kom ik Brandstof terug
Pipe Return Fuel
Röhre komme ich zurück
Treibstoff
Tubo vuelvo de nuevo
Combustible
124
00633
N. 3
Fascetta stringitubo 10/12 Collier serre-tube 10/12 Pijpklembandje 10/12
Hose clamp 10/12 Schlauchschelle 10/12 Abrazadera para tubo 10/12
125
01405
N.
0,2
Morsetto Legrand 35 mm
2
Borne Legrand 35 mm
2
Aansluitklem Legrand 35
mm
2
Terminal Legrand 35 mm
2
Klemme Legrand 35 mm
2
Terminal Legrand 35 mm2
126
04842
N. 1
Staffa Morsettiera Étrier pour Borne Beugel voor grenssteen
Bracket for terminal Steigbügel für Klemme Abrazadera para terminal
127
04766
N. 1
Piastra motore-alternatore Plaque moteur-alternateur Plaat motor-dynamo
Motor-alternator plate
Platte für Motor und
Lichtmaschine Chapa motor-alternator
128
04837
N. 1
Collettore di scarico Collecteur d’échappement Uitlaatspruitstuk
Exhaust manifold Auspuffkrümmer Colector de descarga
129
00828
N. 1
Fascetta mar D.I.32 mm Collier pot/éch. D.I.32 mm
Bandje knaldemper inw.
diam. 32 mm
Clamp id 32 mm
Schelle Innendurchm. 32
mm
Abrazadera mar. D.I. 32
mm
130
00705
N. 1
Tubo flessibile ø30 L = 2 mt
Tuyau souple ø30 L = 2 mt Slang ø30 L = 2 mt
Hose ø30 L = 2 mt Schlauch ø30 L = 2 mt Tubo flexible ø30 L = 2 mt
Energy 2510D
Rev. 004
40
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
131
01655
N. 3
Fascetta acc. speciale 32-
35
Collier acier spéc. 32-35 Bandje speciaal staal 32-35
Special st. clamp 32-35 Schelle Spezialstahl 32-35
Abrazadera acero espec.
32-35
132
02440
N. 4
Gommino Protezione
Marmitta
Joint de protection pour pot
d'echappement
Beschermend rubber voor
geluiddemper
Protective rubber for muffler
Haltegummki zur
befestigung von
auspuffanlage
Caucho protector para el
silenciador
133
01760
N. 1
Marmitta intermedia Pot d’échappement Knaldemper
Middle Muffler Auspuff Silenciador de escape
134
03161
N. 1
Tubo flessibile ø30 L=0,42
m
Tuyau flex ø30 L=0,42 m Flexibele pijp ø30 L=0,42 m
Flex pipe ø30 L=0,42 m Schlauch ø30 L=0,42 m Tubo flexible ø30 L=0,42 m
135
01761
N. 1
Marmitta finale Pot d’échappement Knaldemper
Final Muffler Auspuff Silenciador de escape
136
04580
N. 2
Staffa Fissaggio Generatore
Étrier Fixation du
Générateur
De Inplanting van de
stijgbeugel van de
Generator
Bracket Implantation of the
Generator
Steigbügel-Einpflanzung
des Generators
Implantación del estribo del
generador
137
00725
N. 8
Rondella 8 UNI 6592 Rondelle 8 UNI 6592 Onderlegring 8 UNI 6592
Washer 8 UNI 6592 Scheibe 8 UNI 6592 Arandela 8 UNI 6592
138
00578
N.12
Vite M8x16 UNI 5739 Vis 8x16 UNI 5739 Schroef M8x16 UNI 5739
Screw M8x16 UNI 5739 Schraube M8x16 UNI 5739 Tornillo M8x16 UNI5739
139
03381
N. 4
Antivibrante 30x40 M8 MF
Sh60
Anti-ibr. 30x40 M8 MF Sh60
Trillingsdemp. 30x40 M8
MF Sh60
Vib. damper 30x40 M8 MF
Sh60
Schwing.dämpf. 30x40 M8
MF Sh60
Anti-vibrador 30x40 M8 MF
Sh60
140
01232
N. 4
Dado Autobloc. M8 UNI
7473
Ecrou M8 UNI 7473 Moer M8 UNI 7473
Nut M8 UNI 7473 Mutter M8 UNI 7473 Tuerca M8 UNI 7473
141
04547
N. 2
Staffa ancoraggio 2009 Bride de fixation 2009 Verankeringsbeugel 2009
Anchor clamp 2009 Befestigungsbügel 2009 Estribo de anclaje 2009
142
04255
N. 8
Tappo in Gomma M8 Taquet en caoutchouc M8 Kurk in rubber M8
Stopper in rubber M8 Stopper im Gummi M8 Tapón en caucho M8
143
00967
N. 4
Rondella 6 UNI 6592 Rondelle 6 UNI 6592 Onderlegring 6 UNI 6592
Washer 6 UNI 6592 Scheibe 6 UNI 6592 Arandela 6 UNI 6592
Rev. 004
Energy 2510D
NL
41
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
144
00642
N. 2
Vite M6 x 16 UNI 5739 Vis M6 x 16 UNI 5739 Schroef M6 x 16 UNI 5739
Screw M6 x 16 UNI 5739
Schraube M6 x 16 UNI
5739
Tornillo M6 x 16 UNI 5739
145
01772
N. 2
Vite M6 x 16 ISO 7380 Vis M6 x 16 ISO 7380 Schroef M6 x 16 ISO 7380
Screw M6 x 16 ISO 7380 Schraube M6 x 16 IS0 7380
Tornillo M6 x 16 ISO 7380
146
04203
N. 8
Dado Flangiato M8 DIN
6923
Ecrou M8 DIN 6923 Moer M8 DIN 6923
Nut M8 DIN 6923 Mutter M8 DIN 6923 Tuerca M8 DIN 6923
147
01443
N. 5
Antiv.30x40 M8X22 Sh45 Anti-ibr. 30x40 M8X22 Sh45
Trillingsdemp. 30x40
M8X22 Sh45
Vib. damper 30x40 M8X22
Sh45
Schwing.dämpf. 30x40
M8X22 Sh45
Anti-vibrador 30x40 M8X22
Sh45
148
04751
N. 3
Antiv.30x40 M8X12 Sh45 Anti-ibr. 30x40 M8X12 Sh45
Trillingsdemp. 30x40
M8X12 Sh45
Vib. damper 30x40 M8X12
Sh45
Schwing.dämpf. 30x40
M8X12 Sh45
Anti-vibrador 30x40 M8X12
Sh45
149
01584
N. 1
Protezione termica Protection thermique Thermische beveiliging
Thermal protection Thermoschutz Protección térmica
150
01015
N.
0,3
Morsetto 6 mmq Borne 6 mmq Aansluitklem 6 mmq
Terminal 6 mmq Klemme 6 mmq Mordaza 6 mmq
151
00448
N. 2
Vite M6x10 UNI 5739 Vis M6x10 UNI 5739 Schroef M6x10 UNI 5739
Screw M6x10 UNI 5739 Schraube M6x10 UNI 5739 Tornillo M6x10 UNI5739
152
03571
N. 2
Rondella 6 x 14 DIN 6796 Rondelle 6 x 14 DIN 6796
Onderlegring 6 x 14 DIN
6796
Washer 6 x 14 DIN 6796 Scheibe 6 x 14 DIN 6796 Arandela 6 x 14 DIN 6796
153
04655
N. 1
Scatola di Comando Boîtier de Commande Besturingskast
Control box Steuerbox Caja de Mando
154
03663
N. 2
Vite M3 x 12 UNI 7687 Vis M3 x 12 UNI 7687 Schroef M3 x 12 UNI 7687
Screw M3 x 12 UNI 7687
Schraube M3 x 12 UNI
7687
Tornillo M3 x 12 UNI 7687
155
02792
N. 1
Vite M3 x 16 UNI 6107 Vis M3 x 16 UNI 6107 Schroef M3 x 16 UNI 6107
Screw M3 x 16 UNI 6107
Schraube M3 x 16 UNI
6107
Tornillo M3 x 16 UNI 6107
156
00395
N. 2
Vite M3 x 25 UNI 7687 Vis M3 x 25 UNI 7687 Schroef M3 x 25 UNI 7687
Screw M3 x 25 UNI 7687
Schraube M3 x 25 UNI
7687
Tornillo M3 x 25 UNI 7687
157
00376
N.10
Rondella 3 UNI 6592 Rondelle 3 UNI 6592 Onderlegring 3 UNI 6592
Washer 3 UNI 6592 Scheibe 3 UNI 6592 Arandela 3 UNI 6592
Energy 2510D
Rev. 004
42
NL
Pos
Code
Q.tà
Descrizione Dèsignation Denomination
Description Bezeichnung Descripcion
158
02575
N. 7
Dado M3 x 0,5 UNI 5588 Ecrou M3 x 0,5 UNI 5588 Moer M3 x 0,5 UNI 5588
Nut M3 x 0,5 UNI 5588 Mutter M3 x 0,5 UNI 5588 Tuerca M3 x 0,5 UNI 5588
159
02578
N. 4
Dado Autobloccante M3
UNI 7473
Ecrou M3 UNI 7473 Moer M3 UNI 7473
Nut M3 UNI 7473 Mutter M3 UNI 7473 Tuerca M3 UNI 7473
160
04840
N. 1
Cablaggio con scheda
elettronica
Câblage avec carte
électronique
Bedrading met
elektronische kaart
Wiring with electronic board
Verkabelung mit
elektronischer Platine
Cableado con tarjeta
electrónica
161
04715
N. 5
Vite 3,9 x 6,5 UNI 6954 Vis 3,9 x 6,5 UNI 6954 Schroef 3,9 x 6,5 UNI 6954
Screw 3,9 x 6,5 UNI 6954
Schraube 3,9 x 6,5 UNI
6954
Tornillo 3,9 x 6,5 UNI 6954
162
01128
N. 1
Termostato 90° Thermostat 90° Thermostaat 90°
Thermostat 90° Thermostat 90° Termostato 90°
163
04654
N. 1
Coperchio della Scatola di
Comando
Couverture de Boîtier de
Commande
Dekking van Besturingskast
Cover of Control box Abdeckung von Steuerbox Cubierta de Caja de Mando
164
04993
N. 1
Cablaggio completo
En4010D
Accomplissez le câblage
En4010D
Volledige bedrading
En4010D
Complete wiring En4010D
Schließen Sie Verdrahtung
ab En4010D
Termine el cableado
En4010D
165
04863
N. 1
Isolante Zona Termostato
Le bas d'Isulation de
Thermostat
Isulation laag Thermostaat
Insulation low of Thermostat
Isulation Tief der
Thermostat
Bajo de Isulation de
Termóstato
166
04801
N. 2
Distanziale Motore Entretoise Moteur
Zeskantafstandshouder
Motorolie
Spacer of motor Distanzstück Motoröl Separador Motor
Rev. 004
Energy 2510D
NL
43
Aantekeningen
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
.....................................................................................................................................................................
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Telair Energy 2510D Handleiding

Type
Handleiding