Documenttranscriptie
3-091-477-41(1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
DE
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera
sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel
gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog
kunt raadplegen.
DSC-P100/P120
© 2004 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
NL
2
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan
3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Opmerking
In sommige landen en gebieden zijn regels voor
het weggooien van de accu die gebruikt wordt om
dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies
aan de plaatselijke overheid.
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Auteursrechten
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn
met de wetten op de auteursrechten.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden
welke met deze camera zijn opgenomen kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met "Memory Stick" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm
kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing
veroorzaken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm naspoor vertonen. Dit is
normaal.
NL
NL
3
De elektrische zoomlens
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
4
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Maak het venster van de flitser
schoon voor deze te gebruiken
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Laat de camera niet nat worden
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera
binnendringt, kan een storing veroorzaken die
niet in alle gevallen kan worden verholpen.
Wanneer er condensvorming optreedt, zie dan
blz. 118 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
NL
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
De beelden in deze gebruiksaanwijzing
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
•
•
•
•
•
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate"
zijn handelsmerken van
Duo",
en
Sony Corporation.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Picture Package is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig gede
poneerde handelsmerken of handelsmerken van
Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de betreffende
ontwikkelaars of fabrikanten. Verder zijn in deze
gebruiksaanwijzing de aanduidingen ™ en ® in
alle voorkomende gevallen weggelaten.
NL
5
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken....... 3
Onderdelen................................................ 8
Modusdraaiknop ................................. 10
Voorbereidingen
Opladen van de accu ............................... 11
Gebruik van de netspanningsadapter ...... 14
Gebruik van de camera in het
buitenland ....................................... 14
In- en uitschakelen van de camera .......... 15
Gebruik van de regelknop....................... 15
De datum en tijd instellen ....................... 16
Opnemen van stilstaande
beelden
NL
6
Plaatsen en verwijderen van een "Memory
Stick" .............................................. 18
Instellen van het beeldformaat van de
stilstaande beelden.......................... 19
Beeldformaat en -kwaliteit...................... 20
Basisopname van stilstaande beelden
— met automatische regeling......... 22
Controleren van het laatst opgenomen
beeld
— Quick Review ............................ 24
Gebruik van de zoomfunctie............... 24
Opnemen van close-up — Macro ....... 26
Zelfontspanner gebruiken ................... 27
Een flitsmodus kiezen......................... 28
Beelden opnemen met de zoeker ........ 30
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld............................... 31
Opnemen in overeenstemming met de
situatie — Scènekeuze ................... 32
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera ...................................... 36
Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 38
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 40
Formatteren van een "Memory Stick" .... 42
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ............................... 44
De menu-instellingen wijzigen .......... 44
De onderdelen van het SET UP-scherm
wijzigen.......................................... 45
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen ............................................. 45
Een map aanmaken of kiezen ................. 46
Aanmaken van een nieuwe map......... 46
Veranderen van de opnamemap ......... 46
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen..............................................47
Een scherpstelbereik-zoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker ........................47
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie..................................48
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze ..........49
Opnemen met handmatige sluitertijd en
diafragma instellingen
— Handmatige belichting...............50
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................53
Een histogram afbeelden.....................54
Keuze van de lichtmeetfunctie ................55
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ...................................56
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau ..............................57
Continu opnemen ....................................58
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst.................................59
Opnemen met speciale effecten
— Beeldeffect.................................60
Het Cyber-shot Station gebruiken...........60
Geavanceerd bekijken van
stilstaande eelden
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map ............................................61
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten .........................................62
Beeld vergroten
— Weergavezoom ..........................62
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................63
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................63
Stilstaande beelden roteren
— Roteren.......................................64
Beelden opgenomen in de Multi Burst
functie weergeven...........................64
Continu weergeven .............................65
Frame-voor-frame weergeven.............65
Stilstaande beelden
bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging.................................66
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen ...................67
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF) .........68
Stilstaande beelden
afdrukken (PictBridge-printer)
Een PictBridge-compatibel printer aansluiten ............................................. 70
Beelden afdrukken .................................. 71
Index-beelden afdrukken ........................ 73
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden.......... 76
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ................................... 77
Bewegende beelden wissen .................... 78
Knippen van bewegende beelden ........... 79
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows ........................................ 81
Het USB-stuurprogramma
installeren ....................................... 82
De camera aansluiten op de
computer......................................... 83
Beelden kopiëren ................................ 84
Bekijken van de beelden op uw
computer......................................... 86
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen ............................... 86
Beeldbestanden bekijken met de camera
nadat ze naar de computer zijn
gekopieerd.......................................88
Installeren van "Picture Package" .......88
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ...........................90
"Picture Package" gebruiken...............91
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh........................................92
"ImageMixer VCD2" gebruiken .........94
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................96
Waarschuwingen en meldingen ............107
Zelfdiagnosefunctie ...............................109
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur ..............................110
Menuonderdelen....................................111
SET UP-onderdelen...............................115
Voorzorgsmaatregelen ..........................117
Over "Memory Stick"............................120
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ...121
Technische gegevens.............................123
Het LCD-scherm ...................................125
Index
Index......................................................129
NL
7
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
1
7
2
8
3
9
Vastmaken van de riem
q;
qa
4
5
qs
6
A
B
C
D
E
F
G
H
I
NL
8
J
POWER-knop (15)
Sluiterknop (23)
Oog voor polsriem
Flitser (28)
Multi-aansluiting (onderzijde)
Schroefgang voor statief
(onderkant)
POWER-lampje (15)
Zoekervenster
Zelfontspanner-lampje (27)/
AF-illuminator (29, 115)
Microfoon
K Lens
L Luidspreker (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet stevig aan het
statief worden bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
6
1
7
8
2
9
3
q;
4
qa
qs
5
qd
qf
A Zoeker (30)
Zelfontspanner (27)/
opnamelampje (rood) (23)
AE/AFvergrendellampje
(groen) (23)
/CHG-lampje (oranje)
(12, 28)
B LCD-scherm
Voor informatie over de onderdelen
van het LCD-scherm, zie pagina 125
tot 128.
E Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
(15)/
Menu uitschakelen: / /7/
(28/27/24/26)
Modusschakelaar "M":
Sluitertijd/diafragmawaarde (50)
F Modusdraaiknop (10, 111)
G Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/
T) (24)
Voor weergeven:
/
(Weergavezoom) toets (62)/
(Index) toets (37)
H DC IN-busbeschermdop (11, 14)
I Batterij/"Memory Stick"-deksel
J RESET-toets (96)
K Toegangslampje (18)
L DC IN-aansluitbus (11, 14)
M Batterij-uitwerphendel (11)
N
(Beeldformaat/Wissen)toets (19, 40)
C
(Display/LCD aan/uit)-toets
(30)
D MENU-toets (44, 111)
NL
9
Modusdraaiknop
Stel, voor het gebruik van de camera, de
modusschakelaar in op de gewenste
markering
.
M (Opname met handmatige
belichting)
Hiermee kunt u zelf de diafragmawaarde en
de sluitertijd instellen (blz. 50). Bovendien
kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 44 en 111).
SCN (Scènekeuze)
(Automatische instelfunctie)
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld zodat u
gemakkelijk kunt opnemen. De
beeldkwaliteit is op [Fine] ingesteld
(blz. 45).
P (Geprogrammeerd automatisch
opnemen)
De belichtingsinstellingen worden, net
zoals in de automatische opnamestand,
automatisch ingesteld, maar u kunt
desgewenst de scherpstelling en andere
instellingen veranderen. Bovendien kunt u
verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 44 en 111).
NL
10
Hiermee kunt u, met een opnamestand die
bij het onderwerp past, met het beste
resultaat opnamen maken (blz. 32).
Bovendien kunt u verscheidene
voorgeprogrammeerde opnamestanden met
behulp van menu’s instellen (blz. 44 en
111).
SET UP (Instellingen)
Hiermee kunt u de instellingen van de
camera veranderen (blz. 45 en 115).
(Opnemen van bewegende
beelden)
Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen (blz. 76).
(Weergave/bewerken)
Hiermee kunt u stilstaande en bewegende
beelden weergeven en bewerken (blz. 36 en
66).
Voorbereidingen
Opladen van de accu
Voorbereidingen
DC IN-busbeschermdop
De zijde met het "InfoLITHIUM" logo
Netspanningsadapter
1
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 15).
• Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM"
NP-FR1 accu (R-type) (bijgeleverd). U kunt
alleen een R-type accu gebruiken (blz. 121).
2
Batterij-uitwerphendel
, Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
Gleuf voor de accu
Plaats de accu dusdanig,
dat de punt van de vsymbolen, op de zijkant
van de accu, wijst naar de
punt van het v-symbool
op de gleuf voor de accu.
• De accu kan op eenvoudige wijze geplaatst
worden, door de batterij uitwerphefboom, aan
de voorzijde van het batterijcompartiment, naar
de voorkant van de camera te drukken.
3
Gelijkstroomstekker
, Open de DC INbusbeschermdop en sluit de
netspanningsadapter aan op
de DC IN-aansluitbus van uw
camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
gelijkstroomstekker, met de aanduiding v
naar het LCD-scherm gericht, aan.
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter
niet met een vuile stekker. Als u de
netspanningsadapter met een vuile stekker
gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed
wordt geladen.
NL
11
De accu verwijderen
2 Naar het stopcontact
Batterij-restladingsindicatie
De batterij-restladingsindicatie op het
LCD-scherm geeft aan hoeveel tijd er nog
beschikbaar is voor opnemen of bekijken.
Restladingsindicatie
1
60min
4
Netsnoer
Resterende tijd
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op
een stopcontact.
Het /CHG-lampje gaat branden wanneer
het opladen begint en gaat uit wanneer het
opladen klaar is.
Batterij-uitwerphendel
Open het batterij/"Memory Stick"-deksel.
Schuif de batterij-uitwerphendel in de
richting van het pijltje en verwijder de accu.
• Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
• Wanneer u het LCD-scherm aan-/uitschakelt,
duurt het ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accutijd wordt aangegeven.
• Het is mogelijk dat de aangegeven resterende
tijd niet juist is vanwege de omstandigheden of
vanwege de omgeving.
Oplaadtijd
/CHG-lampje
• Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de
gelijkstroomstekker uit de DC IN-aansluiting
van de camera.
NL
12
Tijd (bij benadering) nodig om een volledig
ontladen accu op te laden met behulp van de
netspanningsadapter bij een temperatuur
van 25°C.
Accu
Oplaadtijd (min.)
NP-FR1 (bijgeleverd)
Circa 200
• De oplaadtijd kan langer worden afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden en de
omgeving.
De tabellen vermelden bij benadering het
aantal beelden en de levensduur van de
batterij, dat kan worden opgenomen/
bekeken met een volledig opgeladen accu
(meegeleverd), onder normale condities, bij
een temperatuur van 25°C. Het aantal
beelden dat kan worden opgenomen of
weergegeven maken het mogelijk de
"Memory Stick" te wisselen, indien
noodzakelijk. De werkelijke aantallen
kunnen lager zijn al naar gelang de
omstandigheden.
• Het batterijvermogen wordt minder naarmate u
de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 121).
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde omstandigheden1)
NP-FR1 (bijgeleverd)
BeeldLevensduur
Aantal
formaat LCDvan batterij
scherm beelden
(min.)
Aan
Circa 360 Circa 180
5M
Uit
Circa 500 Circa 250
Aan
Circa 360 Circa 180
VGA
(E-Mail) Uit
Circa 500 Circa 250
1)
Opnemen in de volgende situaties:
–
(P.Quality) staat op [Fine]
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste
W- en T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal
afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan
en uit gaat
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Single] in de SET UP instellingen
De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Bekijken van stilstaande
beelden2)
NP-FR1 (bijgeleverd)
Levensduur
Beeldformaat Aantal
beelden
van batterij
(min.)
5M
Circa 7200 Circa 360
VGA (E-Mail) Circa 7200 Circa 360
2)
Opnemen van bewegende
beelden3)
NP-FR1 (bijgeleverd)
LCD-scherm ann LCD-scherm uit
Circa 160 min.
Circa 220 min.
3)
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Voorbereidingen
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de accu
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Als de camera is veelvuldig in- en
uitgeschakeld
– Als de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] in de SET UP instellingen
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] in de SET UP instellingen
– Als de batterij zwak is
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
NL
13
Gebruik van de netspanningsadapter
DC IN-busbeschermdop
2 Naar het
stopcontact
1
Netspanningsadapter
1
Gelijkstroomstekker
, Open de beschermklep van het
gelijkstroomaansluitpunt (DC
IN) en sluit de
netspanningsadapter
(meegeleverd) aan op het
gelijkstroomaansluitpunt van
uw camera.
Open het deksel in de richting van de pijl,
zoals hierboven is aangegeven. Sluit de
gelijkstroomstekker, met de aanduiding v
naar het LCD-scherm gericht, aan.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
NL
14
2
Gebruik van de camera
in het buitenland
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in alle landen en
gebieden gebruiken met de
netspanningsadapter (bijgeleverd) binnen
100 V t/m 240 V wisselspanning van
50/60 Hz. Als de stekker van de adapter niet
in het stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
• Nadat het opladen klaar is haalt u de
netspanningsadapter uit de DC IN-aansluitbus
van de camera en trekt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
• Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
AC-LS5/LS5B
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
In- en uitschakelen van de camera
POWER-knop
POWER
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 16).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
• U moet de camera, met een uitgerekt
lensgedeelte, niet voor een langere tijd
uitgeschakeld of zonder een
aangesloten netspanningsadapter, enz.
achterlaten, aangezien dit tot storingen
kan leiden.
• Indien u de camera inschakelt terwijl de
modusdraaiknop op
, P, M, SCN of
staat, of wanneer u de RESET indrukt, beweegt
het lensgedeelte. Raak het lensgedeelte niet aan
wanneer dit in werking is.
Automatische
uitschakelingsfunctie
Wanneer u de camera tijdens het opnemen
of bekijken of tijdens het uitvoeren van SET
UP gedurende circa drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de batterij te sparen. De
automatische uitschakelingsfunctie werkt
alleen wanneer de camera op een accu
wordt bediend. In de volgende situaties zal
de camera echter niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
• Bij het aansluiten van een USB-kabel of
een A/V-multikabel.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
SELECT
Setup 2
Voorbereidingen
POWER-lampje
Gebruik van de
regelknop
File Number:
USB Connect:
1
Video Out:
OK
Clock Set:
Cancel
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het SET
UP-scherm (blz. 45) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen te maken.
Voor instelling van een menuonderdeel,
drukt u op v/V/b/B op de regelknop, om
het gewenste onderdeel en instelling te
kiezen, en de instelling te realiseren. Voor
instelling van de SET UP-onderdelen, drukt
u op v/V/b/B op de regelknop om het
gewenste onderdeel en instelling te kiezen
en druk daarna op z om de instelling te
realiseren.
NL
15
De datum en tijd instellen
Modusdraaiknop
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 /
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2004 / 1 /
OK
AM
Cancel
1
12 : 00
OK
AM
Cancel
POWER
2
1
, Zet de modusdraaiknop op
.
• Om de datum en tijd te
veranderen, zet u de
modusschakelaar op SET UP,
kiest u [Clock Set] in
(Setup 2)
(blz. 45 en 116), en voert u de
procedure vanaf stap 3 uit.
2
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, SCN,
of
.
NL
16
POWER-knop
, Druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 118),
die de stroom levert voor het opslaan van de
tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap 3
hierboven.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 /
1
12 : 00
2005 / 1 /
OK
AM
Cancel
4
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2005 / 1 /
10 : 00
OK
AM
Cancel
5
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal stap 4 en
5 totdat alle onderdelen zijn ingesteld.
1
10 : 30
OK
AM
Cancel
Voorbereidingen
Clock Set
Clock Set
Clock Set
6
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de
regelknop en daarna drukt u op z.
• Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
• Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
NL
17
Opnemen van stilstaande beelden
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick"
Kant met
aansluitingen
1
, Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Voor verdere informatie over "Memory Stick",
zie blz. 120.
NL
18
2
Etiketzijde
, Breng de "Memory Stick" aan.
Steek een "Memory Stick" helemaal naar
binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen
zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als
de "Memory Stick" niet juist in de camera is
geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden
op de "Memory Stick" op te nemen of weer te
geven.
3
Toegangslampje
, Sluit het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick"
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick" en duw tegen de "Memory Stick"
zodat deze eruit springt.
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick" nooit verwijderen en
nooit het apparaat uitschakelen. De data
kunnen beschadigd zijn.
Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden
Modusdraaiknop
5M
5M
5M
3:2
3M
1M
VGA(E-Mail)
Image Size
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M of SCN staat.
2
, Druk op
3M
1M
1M
VGA(E-Mail)
Image Size
3
(Beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 20.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Opnemen van stilstaande beelden
3:2
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu
Beeldformaat van het LCD-scherm
verdwijnt.
• Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
NL
19
Beeldformaat en -kwaliteit
Korte beschrijving van het beeldformaat
Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een maximuminstelling
en een minimuminstelling aan.
640
1944
NL
Grootte weergave: VGA (E-Mail)
Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels=307.200 pixels
Voorbeelden m.b.t. beeldformaat
Beeldformaat
5M1) (2592×1944)
Aanwijzingen voor gebruik
Groter
2)
3:2 (2592×1728)
• Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken
op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden
met een hoge resolutie
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
VGA (E-Mail)
(640×480)
1)
2)
20
Grootte weergave: 5M
Beeldformaat: 5M
2592 pixels × 1944 pixels=5.038.848 pixels
2592
480
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de hand
van het soort beelden dat u wilt opnemen.
Het beeldformaat wordt aangegeven door
het aantal pixels (beeldpunten) (horizontaal
× verticaal), waaruit een beeld is
opgebouwd. Bijvoorbeeld, een
beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft
aan dat er horizontaal 2592 pixels en
verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker het
aantal pixels des te groter het beeldformaat.
U kunt kiezen uit Fine (hoge) beeldkwaliteit
of Standard (normale) beeldkwaliteit. Bij
elk wordt een andere mate van
comprimeren gebruikt.
Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit
verhoogd bij vergroting van het
beeldformaat, echter de gegevensopslag
wordt ook vergroot wat betekent dat u
minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick". Raadpleeg de tabel aan de
rechterzijde en kies het beeldformaat en de
beeldkwaliteit dat geschikt is voor het soort
beelden dat u wilt opnemen.
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat
Kleiner
• Voor het opnemen van een groot aantal beelden
• Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten,
of voor het maken van een homepage
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit
(Mate van comprimeren)
Standard
Minimaal comprimeren • Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit.
(ziet er beter uit)
Maximaal comprimeren
(normaal)
• Voor een groot aantal opnamen.
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" opgeslagen kan
worden3)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)4) wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX256
MSX512
MSX-1G
5M
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3:2
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
617
(1097)
1M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
1482
(2694)
VGA (E-Mail)
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
5928
(14821)
Beeldformaat
Opnemen van stilstaande beelden
Fine
Gebruiksadvies
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven op
deze camera, kan het display anders zijn dan
het werkelijke beeldformaat.
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
• Het aantal opneembare beelden kan variëren,
afhankelijk van de opname-omstandigheden.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
• Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (Beeldformaat-instelfunctie,
blz. 67).
3)
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat.
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 110.
4)
Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz. 45.
NL
21
Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling
Op de juiste manier
vasthouden van de camera
Modusdraaiknop
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Als u een foto maakt met de camera moet u
ervoor zorgen dat u de zoomlens, de zoeker,
de flitser of de luidspreker niet met uw
vingers blokkeert (blz. 8).
NL
22
• De lensafdekking gaat open wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
• Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de
camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u
op POWER drukt om de camera in te schakelen
of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 24).
• Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om op de "Memory Stick"
op te slaan (blz. 46).
2
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
• De minimaal vereiste afstand voor
scherpstelling op een onderwerp bedraagt
50 cm. Om onderwerpen op te nemen die zich
dichterbij bevinden, gebruikt u de close-up
(macro)-opnamefunctie (blz. 26).
• Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 47).
60min
60min
VGA FINE 101
3
30 F2.8
AE/AF
vergrendelingsindicatie
Knippert groen t Is aan
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog
niet opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
• U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als de
camera geen pieptoon laat horen, maar er wordt
dan niet goed scherpgesteld.
101
S AF
4
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick".
Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit
gaat, kunt u het volgende beeld opnemen.
• Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een tijdje
niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 15).
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AFvergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: "AFbereikzoekerframe" waarbij scherpstelling
plaats vindt d.m.v. de positie en de grootte
van het onderwerp, en de "Automatische
scherpstelling" waarmee het de begintijd en
de stoptijd van de scherpstelling ingesteld
wordt. Zie blz. 47 voor verdere informatie.
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
Automatische scherpstelling
VGA
95
96
NL
23
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
60min
VGA
101
8/8
Gebruik van de zoomfunctie
60min
Review
VGA
T
W
60min
101
96
S AF
VGA
T
W
101
96
5.0
1.1
101-0029
Zoom
W (groothoek- T (teleopnamen)
opnamen)
S AF
2005 1 1 10:30PM
RETURN
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt.
1 Druk op
(Wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
NL
24
, Druk op de zoomknoppen om
de gewenste zoomstand voor
de opname te kiezen.
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak
• Het lensgedeelte beweegt wanneer de
zoomfunctie in werking is. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
• U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet veranderen
(blz. 76).
Uw camera is uitgerust met zoomfuncties
die het beeld vergroten door middel van
optisch zoomen en twee soorten digitale
bewerking. U kunt het type digitalezoomfunctie kiezen uit slimmezoomfunctie en precizie-digitalezoomfunctie. Als de digitale zoom is
ingesteld, schakelt de zoomfunctie om van
optische zoom naar digitale zoom wanneer
de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan
3×.
Voor gebruik van alleen de optische zoom,
moet [Digital Zoom] op [Off] gezet worden
in de SET UP instellingen (blz. 115). In dat
geval verschijnt het digitale-zoomgebied
niet op de zoom-vergrotingsindicatie op het
LCD-scherm, en is de maximale
zoomvergrotingsfactor 3×. De
vergrotingsmethode en de
zoomvergrotingsfactor verschillen
afhankelijk van het beeldformaat en de
soort zoomfunctie. Kies daarom de
zoomfunctie aan de hand van het doel van
de opname.
Als u op de zoomknop drukt verschijnt de
indicator van de zoomverhouding als volgt
op het LCD-scherm.
Zoomvergrotingsindicatie
• De indicator van de zoomverhouding verandert
al naar gelang het type zoom.
– Optische zoom:
– Slimme-zoomfunctie:
– Precizie digitale zoom:
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
m
Slimme-zoomfunctie
Optische zoom
Slimmezoomfunctie
Beeldformaat Maximale
zoomvergrotingsfactor
3M
3.8×
1M
6.1×
VGA (E-Mail)
12×
Precizie digitale zoom
m
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom. Om slimme
zoom in te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Smart] gezet worden in de SET UP
instellingen (blz. 115). Bij aankoop van de
camera, staat deze ingesteld op slimme
zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor hangt
als volgt af van het gekozen beeldformaat.
Optische zoom
Precizie digitale
zoom
Alle beeldformaten worden vergroot tot een
maximum van 6×. Met deze functie kunt u
een bepaald deel van het beeld uitknippen
en vergroten, maar de beeldkwaliteit
verslechtert. Om precizie digitale zoom in
te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Precision] gezet worden in de SET UPinstellingen (blz. 115).
Opnemen van stilstaande beelden
De kant van de W van deze lijn betreft het
optische zoomgebied en de kant van de T
van deze lijn betreft het digitale
zoomgebied
Slimme zoom kan niet worden
gebruikt wanneer het beeldformaat
is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel dus
een ander beeldformaat in als u
slimme zoom wilt gebruiken. Bij
aankoop van de camera, staat het
beeldformaat ingesteld op [5M].
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi
Burst-functie.
NL
25
Opnemen van close-up — Macro
60min
VGA
60min
101
2
1
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 6 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
Circa 30 cm van het lensoppervlak
NL
26
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op B ( ) op de
regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie).
101
S AF
S AF
De close-up (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u
onderwerpen opnemen op een afstand van
minimaal slechts 6 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal naar
de W-kant gebracht.
VGA
95
96
(macro-
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop is ingesteld op P, M of SCN
(anders dan
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie),
(vuurwerkfunctie),
of (Kaarslichtfunctie), blz. 35) of
.
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherpte steuen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Terugkeren naar de normale
opnamemodus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
Zelfontspanner gebruiken
60min
VGA
60min
101
VGA
FINE
S AF
S AF
1
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
De
indicatie verschijnt (zelfontspannerindicatie) op het LCD-scherm.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M, SCN of
staat.
101
96
96
30 F2.8
2
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Opnemen van stilstaande beelden
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie moet u het LCD-scherm
gebruiken. Wanneer u opneemt met
gebruikmaking van de zoeker, kan het bereik
dat zichtbaar is in de zoeker verschillen van het
werkelijke opnamebereik. Dit komt door de
parallax.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer
gering en het kan voorkomen dat op het gehele
onderwerp is scherpgesteld.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om
nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op
onderwerpen dichtbij.
Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
10 seconden later).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop. De
indicatie verdwijnt van het LCD-scherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
NL
27
Een flitsmodus kiezen
60min
VGA
101
96
S AF
, Zet de modusdraaiknop op
en druk herhaald elijk op v ( )
op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
NL
28
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u beelden
opneemt op een donkere plaats of tegen een
lichtbron in. De fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL (Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze bediening ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop is ingesteld op P, M of SCN
(anders dan
(schemerfunctie),
(schemer-portretfunctie),
(vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie)).
• De aanbevolen opnameafstand met gebruik van
de flitser is ongeveer 0,2 m tot 3,5 m (W)/0,3 m
tot 2,5 m (T) (Wanneer [ISO] is ingesteld op
[Auto] in de menu-instellingen).
• De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de
voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.
• De helderheid van de flitser kunt u, met
(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 57). (U kunt de intensiteit van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op
staat.)
• Wanneer u de instelling SL (langzame
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het
/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,
gaat het lampje uit.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Opnemen van beelden met
tegenlicht
Als u in de automatische instelfunctie
opneemt met tegenlicht, zal de flitser
automatisch afgaan, zelfs als er voldoende
licht rondom het onderwerp is (daglichtsynchro).
Voor flitsen
Tijdens flitsen
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is
het mogelijk dat met daglicht-synchro niet het
gewenste effect wordt verkregen.
• Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, stelt u
de flitserfunctie in op
(niet flitsen).
Beelden opnemen met de AFilluminator
Zet in de SET UP-instellingen (blz. 115)
[Red Eye Reduction] op [On]. De
indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat vóór het opnemen af om het
rode-ogeneffect te verminderen.
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt rood
licht uit wanneer de sluiterknop halverwege
ingedrukt is totdat de scherpstelling is
vergrendeld.
VGA FINE 101
60min
96
ON
m
S AF
• Wanneer de afstand van de scherpstelling
vooraf is ingesteld (blz. 49), werkt de AFilluminator niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
• De AF-illuminator werkt niet als SCN is
ingesteld op
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie)
in het instelmenu.
• De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang kan
komen, wordt het niet aangeraden om van
dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor
automatisch scherpstellen te kijken.
Opnemen van stilstaande beelden
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
30 F2.8
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het SETUPscherm (blz. 115).
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren.
• Als [Red Eye Reduction] is ingesteld op [On],
gaat de flits twee keer of vaker af.
• Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal
3,5 m (W)/en 2,5 m (T) wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het
rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
NL
29
Beelden opnemen met de zoeker
Zoeker
Histogram aan
(Histogram aan Beeldinformatie kan ook worden
afgebeeld tijdens weergave.)
60min
VGA
101
96
S AF
r
Indicaties uit
De zoeker is handig voor het geval u
acculading wilt besparen of wanneer het
moeilijk is het beeld te bepalen op het LCDscherm.
Bij elke druk op
, verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
S AF
r
LCD-scherm uit
r
Indicaties aan
60min
VGA
101
96
S AF
NL
30
• Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk
opneembare bereik aan. Dit komt door de
parallax. Om het opneembare bereik te bepalen
gebruikt u het LCD-scherm.
• Net als met de AE/AF-vergrendelingsindicatie
op het LCD-scherm, wanneer het AE/AFvergrendellampje van het zoekergedeelte stopt
met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen
met het opnemen (blz. 23).
• Wanneer het LCD-scherm wordt uitgeschakeld:
– De digitale-zoomfunctie werkt niet (blz. 25).
– Wordt de [AF Mode] ingesteld op [Single]
(blz. 48).
– En u op (flitserfunctie)/
(zelfontspannerfunctie)/
(macrofunctie)
drukt, zal het beeld gedurende ongeveer twee
seconden op het LCD-scherm worden
afgebeeld zodat u de instelling kunt
controleren of veranderen.
• Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties
aan.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 125.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 54.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld
Camera
2
Camera
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Camera
Day&Time
Date
Off
1
2
SELECT
1
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
• De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm. De huidige datum en tijd worden in het
rood, alleen tijdens weergave, in de rechter
benedenhoek getoond.
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Day&Time
Off
Auto
Off
PAGE SELECT
2
, Kies
(Camera) met v op de
regelknop en druk daarna op
B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
3
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Opnemen van stilstaande beelden
1
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Day&Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de
modusdraaiknop op
en maakt u de
opname.
• U kunt ook opnamen maken als de
modusschakelaar op P, M of SCN ingesteld is.
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
NL
31
Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze
U kunt opnamen met een beter resultaat
maken door een toepasselijke opnamestand
te kiezen en daarna op de sluiterknop te
drukken.
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer,
dus is het gebruik van een statief aan te
bevelen.
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
NL
32
Zachte-opname-modus
Met deze modus kunt u huidskleur
opnemen met heldere en warme tinten
waardoor uw opnamen mooier worden.
Daarnaast geeft het zachtescherpstellingseffect een vriendelijke
atmosfeer aan uw portretten van mensen,
bloemen, enz.
Sneeuwfunctie
Korte-sluitertijdfunctie
Gebruik deze functie om bewegende
onderwerpen buitenshuis of op andere
helder verlichte plaatsen op te nemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen
opgenomen op donkere plaatsen worden
donkerder.
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
Kaarslichtfunctie
U kunt opnamen maken op feestjes,
kerkdiensten en andere scènes met
kaarslicht, zonder de ambiance van het
kaarslicht te verstoren. De sluitertijd wordt
langer, dus is het gebruik van een statief aan
te bevelen.
Opnemen van stilstaande beelden
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
Vuurwerkfunctie
U kunt opnamen maken van vuurwerk in al
zijn pracht. De afstand voor de
scherpstelling wordt ingesteld op oneindig
en de sluitertijd wordt langer, zodat het
gebruik van een statief wordt aanbevolen.
• U kunt de sluitertijd veranderen door een EVwaarde in te stellen (blz. 53).
NL
33
Scene
1
Scene
WB
SCN
ISO
MENU
, Zet de modusdraaiknop op
SCN en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
SCN
WB
ISO
2
, Kies SCN (Scene) met b op de
regelknop en kies daarna het
gewenste beeldformaat met v/
V.
Om terug te keren naar de normale
modus
Zet de modusdraaiknop op een andere
functie.
• De instelling blijft bewaard, zelfs nadat de
camera is uitgeschakeld.
NL
34
Lange sluitertijd NR
Bij opnamen met de scènekeuzefunctie, is de combinatie van functies, zoals de flitsfunctie,
van te voren bepaald om optimale instellingen te verkrijgen die in overeenstemming zijn met
de scène. Zie onderstaande tabel voor de functie-instellingen van elke opnamestand.
De lange suluitertijd-functie NR (lange
sluitertijd) vermindert de ruis op de
opnamen, zodat heldere beelden verkregen
worden. Bij een sluitertijd van 1/6 of langer,
stelt de camera automatisch de functie "NR
slow shutter" in werking en de aanduiding
"NR" verschijnt bij de aanduiding van de
sluitertijd.
Functie
Opname-
Macro
stand
AFScherpstelFlitsmodusBurst/Multi
Witbalans
bereikzoelingindicatie
Burst
kerframe voorkeuze
a
—
a
a
a
—
Auto/ WB
—
a
a
SL
a
—
/
a
a
a
a
a
a
a
a
/
a
a
a
a
a
/
a
a
a
a
a
/
a
a
a
a
Druk de sluiterknop
volledig in.
r
Capturing
—
—
—
Center AF
Opnemen van stilstaande beelden
Opnamen met scènekeuze
Daarna wordt het scherm
zwart.
—
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
• Met a wordt aangeduid dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden.
—
r
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" is uit
gegaan, is het beeld
opgenomen.
• Om de invloed van trillingen te elimineren,
raden we u aan een statief te gebruiken.
• Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld, kan
de verwerking enige tijd duren.
NL
35
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Individuele beelden
bekijken
60min
Enkelvoudig scherm
60min
Index-scherm
101
8/9
101-0008
BACK/NEXT
BACK/NEXT
8/9
VGA
101
101-0008
VGA
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
1
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. U kunt uit de
volgende twee methoden kiezen voor het
bekijken van beelden.
Enkelvoudig scherm
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
NL
36
Index-scherm
Op het scherm worden negen beelden
tegelijk weergegeven, met elk beeld in een
apart vakje op het LCD-scherm.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 77.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 127.
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 61) verschijnt op het
LCD-scherm.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
Een index-scherm bekijken
60min
VGA
101
BACK/NEXT
2005 1 1 10:30PM
2
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
• SINGLE DISPLAY
• SINGLE DISPLAY
VOLUME
2
1
, Druk eenmaal op
(Index).
Het display schakelt over naar de indexscherm .
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met v/V/b/B op de
regelknop.
Het beeld in het gele kader is gekozen.
Bekijken van stilstaande beelden
101-0003
3/9
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk op de T-zoomtoets, of druk op z op
de regelknop.
NL
37
Beelden bekijken op een TV-scherm
60min
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
2/9
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
Naar het aansluitpunt
van de multikabel
1
A/V-multikabel
, Sluit de A/V-multikabel
(meegeleverd) aan op het
aansluitpunt van de camera en
de audio/video-aansluitpunten
van de TV.
Leg de camera neer met het LCD-scherm
naar boven gericht. Als uw TV is uitgerust
met stereo-ingangsaansluitbussen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de A/Vmultikabel aan op de linker audioaasluitbus.
• Schakel zowel uw camera als de TV uit
alvorens u de camera en de TV aansluit met de
A/V-multikabel.
NL
38
2
TV/Video-schakelaar
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
• De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie
leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV.
3
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 116).
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een A/Vmultikabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
NL
39
Beelden wissen
60min
60min
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
2/9
101
VOLUME
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
2/9
2/9
Delete
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2
, Druk op
VGA
101
Delete
Exit
2005 1 1 10:30PM
1
60min
VGA
3
(Wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 66).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
40
Beelden wissen in de index-modus
Delete
Exit
Delete
Select
All In This Folder
, Terwijl er een index-scherm
(blz. 37) wordt weergegeven,
drukt u op
(Wissen).
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
Select
All In This Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
SELECT
TO NEXT
3
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De indicatie
(Wissen) wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
Stilstaande beelden wissen
1
Exit
• Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk
daarna nogmaals op de z van de regelknop,
zodat de aanduiding
verschijnt.
NL
41
Formatteren van
een "Memory Stick"
Delete
Exit
OK
4
, Druk op
(Wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop en
druk daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
beelden met de
indicatie zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
42
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In This Folder] met B op de
regelknop in stap 2 en druk daarna op z.
Kies [OK] en druk daarna op z. Alle nietbeveiligde beelden in de map worden
gewist. Om te stoppen met wissen, kiest u
[Cancel] en drukt u daarna op z.
1
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick" op het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd.
• De "Memory Stick" die met uw camera
geleverd werd en de in de handel verkrijgbare
"Memory Stick" zijn al geformatteerd en
kunnen gelijk gebruikt worden.
• U moet zich realiseren, dat bij het
formatteren van een "Memory Stick",
alle gegevens op de "Memory Stick"
permanent gewist worden. Beveiligde
beelden worden ook gewist.
60min
Memory Stick Tool
Format
OK
Format:
Create REC. folder: Cancel
Change REC. folder:
POWER
All data will be erased
1
Ready?
OK
Cancel
2
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP en schakel de camera
in.
3
, Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
4
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
Stilstaande beelden wissen
2
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
NL
43
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Hieronder worden de menu’s en onderdelen
van het SET UP-scherm beschreven zoals
die vaak worden gebruikt.
Modusdraaiknop
De menu-instellingen
wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op
P, M, SCN,
of
.
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
0EV
0EV
EV
WB
ISO
• De weergegeven onderdelen verschillen per
instelling van de modusschakelaar.
c Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
MENU
Regelknop
• Een uitvoerige beschrijving van de
modusdraaiknop vindt u op blz. 10.
400
200
100
Auto
ISO
WB
ISO
• Als de modusschakelaar is ingesteld op
,
druk op z op de regelknop na keuze van het
onderdeel.
d Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
NL
44
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
Bij het verschijnen van de
aanduiding v boven of de
aanduiding V onder het
onderdeel.
Sommige onderdelen worden niet op het
scherm getoond. Druk op v/V op de
regelknop om deze onderdelen zichtbaar te
maken.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk opnieuw op MENU.
• Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 111.
De onderdelen van het SET
UP-scherm wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
Single
Modusdraaiknop
Smart
c Kies
(P. Quality) met b/B en
kies daarna de gewenste
beeldkwaliteit met v/V.
Fine
FINE
Standard
P.Quality
WB
ISO
Off
Off
Auto
Off
SELECT
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
1
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
c Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
Om de SET UP-schermweergave
uit te schakelen
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
b Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
Zet de modusdraaiknop in een willekeurige
stand behalve SET UP.
• Een uitvoerige beschrijving van de SET UP
vindt u op blz. 115.
NL
45
Een map aanmaken of
kiezen
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick". U kunt
de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Modusdraaiknop
Aanmaken van een nieuwe
map
Veranderen van de
opnamemap
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk daarna op z.
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B en [OK] met B/v en druk
vervolgens op z.
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
60 min
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick" en deze map wordt de
opnamemap.
MENU
Regelknop
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
NL
46
BACK/NEXT
c Kies met b/B de gewenste
map en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap (blz. 86).
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt de beelden niet
verplaatsen naar een andere map met deze
camera.
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een automatische
scherpstellingsmethode
kiezen
Een scherpstelbereikzoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker
Multipoint AF (
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp
gesteld moet worden, in overeenstemming
met de positie en grootte van het onderwerp
kiezen.
Hiermee kunt u de begintijd en de stoptijd
van de scherpstelling instellen.
Modusdraaiknop
De camera berekent in vijf gebieden, links,
rechts, boven, onder en in het midden van
het beeld, de afstand, zodat u, zonder
zorgen over de beeldcompositie, de
automatische scherpstelling kunt
gebruiken. Deze functie is handig wanneer
het lastig is om scherp te stellen op een
onderwerp, dat zich niet in het midden van
de zoeker bevindt. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld met
behulp van het groene frame.
De fabrieksinstelling is Multipoint AF.
Midden-AF (
)
Deze functie is handig voor het
scherpstellen op een onderwerp dat zich bij
het midden van de zoeker bevindt. Gebruik
tezamen met de AF-vergrendelfunctie om
de gewenste beeldcompositie te kunnen
opnemen.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, SCN of .
MENU
Regelknop
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
Multipoint AF
60min
P
VGAFINE 101
98
AFbereikzoeker
frame
S AF
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
Midden-AF
60min
P
VGAFINE 101
98
AFbereikzoeker
frame
S AF
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
• Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF
kiest, wordt de afstand tot het midden van het
scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de
automatische scherpstelling zelfs bij een
bepaalde mate van trillingen nog werkt. AFbereikzoekerframe is
. Midden-AF stelt
automatisch scherp op alleen één gekozen
frame, dus dit is handig als u alleen wilt
scherpstellen op het onderwerp waarop u richt.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
AF-modus
)
c Kies 9 (Focus) met b/B, kies
daarna [Multi AF] of [Center
AF] met v/V.
NL
47
• Als u de digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval gaan de aanduidingen
of
branden en het AF-bereikzoekerframe
wordt niet getoond.
• Keuze van het AF-bereikzoekerframe wordt
beperkt door de scènekeuzefunctie (blz. 35).
Een
scherpstellingsmethode
kiezen
— AF-functie
Enkelvoudige-AF (S A F )
Deze functie is handig bij het opnemen van
stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
AF-bewaking ( M A F )
Door deze functie wordt de tijdsduur,
benodigd voor scherpstelling, korter. De
camera stelt automatisch scherp voordat de
sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt
en vastgehouden, zodat u beelden kunt
samenstellen die al zijn scherpgesteld.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
NL
48
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies
(Camera) met v, [AF
Mode] met B/v, kies de
gewenste functie met B/v/V en
druk daarna op z.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
xSingle
Monitor
• Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker
en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt
de camera in de enkelvoudige-AF-functie.
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF gebruikt,
kan de camera scherpstellen op het midden in
plaats van op het onderwerp aan de rand van
het frame. In dergelijke gevallen gebruikt u
AF-vergrendeling om op het onderwerp scherp
te stellen, stelt u het beeld opnieuw samen en
neemt u het op.
VGA
FINE
101
98
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze
F2.8 30
S AF
AF-bereikzoekerframe
AE/AF-vergrendelingsindicatie
m
60min
P
VGAFINE 101
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
98
Modusdraaiknop
S AF
F2.8 30
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
al het aan de rand van het beeldkader ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, SCN of .
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
60min
P
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
49
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies daarna met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m,
(oneindige afstand)
3.0m
1.0m
1.0m
0.5m
Center AF
Multi AF
Focus
WB
ISO
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
a Zet de modusdraaiknop op M.
Opnemen met
handmatige sluitertijd
en diafragma
instellingen
— Handmatige belichting
Hiermee kunt u zelf de sluitertijd en de
diafragmawaarde instellen.
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de toepasselijke belichting berekend door
de camera wordt op het LCD-scherm
afgebeeld als de EV-waarde (blz. 53). Met
0EV wordt de waarde aangeduid die het
meest geschikt is voor de camera.
• De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dient uitsluitend als richtwaarde.
• Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout
vergroot.
• De keuze van de afstand wordt beperkt door de
scènekeuzefunctie (blz. 35).
Sluiter
Regelknop
NL
De aanduiding "Set" linksonder in het
LCD-scherm verandert naar "Return"
en de camera neemt de functie
handmatige belichting aan.
c Kies een sluitertijd met v/V.
60min
VGA
FINE
Return
SAF
101
98
M
250 F2.8
0 EV
U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot
30 seconden kiezen.
Modusdraaiknop
Kies [Multi AF] of [Center AF] bij stap 3.
50
b Druk op z.
Bij een sluitertijd van 1/6 seconde of
langer, verschijnt de indicatie "NR"
voor de indicatie van de sluitertijd en
wordt de NR-lange-sluitertijdfunctie
automatisch in werking gesteld
(blz. 35).
d Kies een diafragmawaarde met
b/B.
U kunt, afhankelijk van de
zoompositie, uit twee
diafragmawaarden kiezen.
Wanneer de zoom helemaal naar de Wkant is gebracht: F2.8/F5.6
Wanneer de zoom helemaal naar de Tkant is gebracht: F5.2/F10
60min
VGA
FINE
101
98
M
Return
SAF
• Sluitertijden van een seconde of langer worden
aangeduid met ["] zoals 1".
• Als de juiste hoeveelheid belichting na het
instellen niet bereikt kan worden, gaat bij het
half indrukken van de sluiterknop de EVwaarde op het LCD-scherm knipperen. U kunt,
in deze situatie, verder gaan met opnemen maar
we raden aan om de instellingen weer te
wijzigen.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
200 F2.8
0 EV
Het gebruik van de functies
Quick Review, close-up (macro)
of zelfontspanner, of het
veranderen van de functie
flitsen.
Na stap 4, druk op z om de instelfunctie
handmatige belichting te annuleren. De
aanduiding "Return" verandert naar "Set".
Het annuleren van de functie
handmatige belichting
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
e Neem het beeld op.
Zet de modusdraaiknop op een andere stand
dan M.
NL
51
Belichting
Openen (kleinere F-waarde)
Naast het scherpstellen en andere
instellingen, is het, voor het maken van
goede foto’s, ook belangrijk om de
belichting in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die de
CCD van de digitale camera kan
verwerken. Deze waarde verandert en is
afhankelijk van de combinatie van
diafragmawaarde en sluitertijd. Als de
hoeveelheid licht te groot is, wordt het
beeld lichter (wit), en als de hoeveelheid
licht te gering is, wordt het beeld
donkerder. De juiste hoeveelheid licht
wordt aangeduid met "juiste belichting".
De juiste belichting kan gehandhaafd
worden door een kortere sluitertijd te
kiezen bij een kleinere diafragmawaarde, of
een langere sluitertijd bij een grotere
diafragmawaarde.
• Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
• Het scherpte-dieptebereik
wordt kleiner.
Instellen met behulp van de
diafragmawaarde
De diafragmawaarde geeft de opening van
de lens aan waardoor het licht de camera
binnenkomt. De grootte van de lensopening
wordt de "diafragmawaarde (F-waarde)"
genoemd.
Sluiten (grotere Fwaarde)
• Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
• Het scherptedieptebereik
wordt groter.
Instellen met behulp van de
sluitertijd
De sluitertijd regelt de tijd waarin het licht
de camera binnenkomt.
NL
Juiste belichting
Korter
• Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
• Bewegende onderwerpen
lijken gestopt.
Langer
• Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
• Bewegende onderwerpen
lijken te bewegen.
Bij een langere sluitertijd
raden wij het gebruik van een statief aan.
52
Overbelichting
• De lensopening vergroten
• Een langere sluitertijd
Onderbelichting
• De lensopening verkleinen
• Een kortere sluitertijd instellen
Belichting regelen
Modusdraaiknop
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
— EV-afstelling
U kunt handmatig de door de camera
gekozen belichting bijstellen. Gebruik deze
functie als het onmogelijk is om de juiste
belichting te verkrijgen, als bijvoorbeeld
het contrast (verschil tussen licht en donker)
tussen onderwerp en achtergrond extreem
groot is.
De compensatiewaarde kan in stappen van
1/3EV ingesteld worden tussen +2,0EV en
–2,0EV.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap 4 [0EV].
MENU
Regelknop
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
Stel een
hogere
waarde (–)
in
(EV) met b.
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
0EV
EV
WB
ISO
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
a Zet de modusdraaiknop op P,
SCN of .
Stel een
hogere
waarde (+)
in
d Kies de gewenste
belichtingswaarde met v/V.
NL
53
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten. De
grafiek geeft een helder beeld aan wanneer
deze schuin naar rechts wijst, een donker
beeld wanneer deze schuin naar links wijst.
U kunt een histogram gebruiken om de
belichting te controleren als het scherm
moeilijk zichtbaar is tijdens opname en
weergave.
80
8M
FINE
101
Aantal pixels
4
Helderheid
Donker
Helder
0 EV
a Zet de modusdraaiknop op P
of SCN.
b Druk op
om het histogram
af te beelden.
c Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
NL
54
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de
modusdraaiknop op
of M wordt gezet,
maar u kunt de belichting dan niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op
drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 36) of tijdens Quick Review
(blz. 24).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Wanneer het menu wordt afgebeeld
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Bij opname en weergave van bewegende
beelden
•
verschijnt en het histogram wordt in de
volgende gevallen niet getoond:
– Bij opname met digitale zoom
– Wanneer het beeldformaat [3:2] is
– Bij weergave van beelden die met MultiBurst zijn opgenomen
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afgebeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor en
nadat u op de sluiterknop drukt. Controleer in
dit geval het histogram tijdens de weergave van
een enkele opname, of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Opnametechnieken
Bij het maken van opnamen stelt de camera
automatisch de belichting in.
Bij opname van een overheersend wit
onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp met
tegenlicht of een sneeuwscène, kan de camera
vaststellen dat het onderwerp licht is en stelt
dan ook een geringere belichting voor het
beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om
de belichting bij te stellen in de + (plus)
richting.
Bij opname van een beeldvullend donker
onderwerp, kan de camera vaststellen dat het
onderwerp donker is en stelt dan ook meer
belichting voor het beeld in. In zulke gevallen,
kan het helpen om de belichting bij te stellen in
de – (min) richting.
Keuze van de
lichtmeetfunctie
Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen welk
gedeelte van het onderwerp gebruikt moet
worden om door meting de belichting vast
te stellen.
Lichtmeting met meerdere
patronen (geen indicatie)
m
m
Bijstellen in de + richting
Spot lichtmeting (
Raadpleeg het histogram en stel dusdanig bij
zodat het beeld niet overbelicht (te licht) of
onderbelicht (te donker) is.
Maak verscheidene foto’s met verschillende
belichtingen om de helderheid naar uw zin te
ontdekken.
)
Slechts een klein gedeelte van het
onderwerp wordt gebruikt voor de meting.
Hiermee kunt u opnamen maken van
onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs
bij tegenlicht, of de belichting bijstellen van
een onderwerp waarvan het contrast met de
achtergrond groot is.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Bijstellen in de – richting
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is lichtmeting met
meerdere patronen.
NL
55
Modusdraaiknop
d Als u [Spot] heeft gekozen in
stap 3, moet het richtmerk
van de puntmeting, een deel
van het onderwerp, waarvan u
een opname wilt maken, raken.
60min
VGA
FINE
101
98
P
Dradenkruis
van de spot
lichtmeting
SAF
MENU
250 F2.8
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, SCN of
.
b Druk op MENU.
• Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt
scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt de
instelling 9 (Focus) op [Center AF]
aangeraden (blz. 47).
Kleurtinten afstellen
— Witbalans
U kunt de witbalans in overeenstemming
met opnameomstandigheden instellen. De
natuurlijke kleur van het onderwerp wordt
beïnvloed door de
belichtings-omstandigheden. Als u de
belichtingsomstandigheden wilt corrigeren,
of als de kleur van de gehele opname een
beetje onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
Auto (Geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen. De
fabrieksinstelling is Auto.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Metering Mode) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
NL
56
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
WB (Flitser)
Past de witbalans alleen aan aan de
flitsomstandigheden.
Modusdraaiknop
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap 3 [Auto].
• Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
(fluorescerend)
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
WB (flitser) functie).
• Keuze van de witbalans wordt beperkt door de
scènekeuzefunctie (blz. 35).
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Modusdraaiknop
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, SCN of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
MENU
NL
57
c Kies [ ] (Flash Level) met b/
B en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
+: Dit maakt het flitserniveau hoger
dan normaal.
Normal: Normale instelling.
–: Dit maakt het flitserniveau lager dan
normaal.
Continu opnemen
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Het maximale aantal
foto’s dat u bij een opname kunt schieten, is
afhankelijk van het beeldformaat en de
instellingen van de beeldkwaliteit.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Burst] met
v/V.
d Neem het beeld op.
Als u op de sluiterknop drukt en deze
ingedrukt houdt, zal de camera het
maximale aantal foto’s na elkaar
opnemen. Zodra u de sluiterknop
loslaat, stopt het opnemen op dat punt.
Wanneer "Recording" verdwijnt kunt u
het volgende beeld opnemen.
Modusdraaiknop
Sluiter
Het maximale aantal continu
opgenomen beelden
(Eenheden: beelden)
Beeldkwaliteit
Fine
Beeldformaat
MENU
Regelknop
• Als de accucapaciteit tijdens gebruik afneemt
of de "Memory Stick" vol raakt, zal de opname
stoppen, ook al drukt u op de sluiterknop en
houdt deze ingedrukt.
a Zet de modusdraaiknop op
P, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
58
,
Standard
5M
9
15
3:2
9
15
3M
13
24
1M
32
59
VGA (E-Mail) 100
100
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
• De flitser staat op
(niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt
iedere keer dat u op de sluiterknop drukt, een
serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Wanneer de modusschakelaar in de stand M
staat, kunt u geen sluitertijden kiezen van 1/6
seconde of langer.
• Afhankelijk van de scènekeuzefunctie (blz. 35)
kunt u geen beelden achter elkaar opnemen.
d Kies M (Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] of [1/30].
— Multi Burst
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
1/7.5
1/15
1/30
1/30
Interval
Mode
Modusdraaiknop
M
PFX
e Neem het beeld op.
Sluiter
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
P, M of SCN.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Multi
Burst] met v.
,
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als de modusschakelaar op
staat, wordt
het frame-interval automatisch ingesteld op
[1/30].
• Als de modusschakelaar op M staat, kunt u de
sluitertijd niet lager instellen dan 1/30 seconde.
• Zie blz. 64 om beelden opgenomen in de Multi
Burst-modus weer te geven met behulp van
deze camera.
• Voor het aantal beelden dat kan worden
opgenomen in Multi Burst, zie blz. 110.
• Afhankelijk van de scènekeuzefunctie (blz. 35)
kunt u geen beelden opnemen in de MultiBurstfunctie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
MENU
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
frame (beeldformaat 1M).
NL
59
Opnemen met
speciale effecten
Modusdraaiknop
— Beeldeffect
Het Cyber-shot
Station gebruiken
Sluiter
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
B&W
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
MENU
Sepia
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, SCN of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
d Neem het beeld op.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap 3 [Off].
NL
60
Het opladen begint onmiddellijk nadat u de
camera in het Cyber-shot Station (niet
bijgeleverd) hebt geplaatst. Hiermee kunt u
gemakkelijk de camera opladen zodat deze
altijd klaar is voor gebruik.
De afstandsbediening, die bij het Cybershot Station wordt geleverd, maakt het
mogelijk vanaf afstand de beelden weer te
geven op een TV. Bovendien, als een
PictBridge-compatibel printer is
aangesloten, kunt u met behulp van de
afstandsbediening beelden afdrukken.
Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzing die bij het Cyber-shot
Station werd geleverd.
Geavanceerd bekijken van stilstaande eelden
Enkelvoudig scherm
60min
VGA
101
9/9
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
— Map
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
OK
Cancel
101-0009
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Modusdraaiknop
Index-scherm
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De keuze annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
• SINGLE
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory
Stick"
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Folder) met b en druk
daarna op z.
.
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
DISPLAY
Geavanceerd bekijken van stilstaande eelden
d Kies de gewenste map met b/
B.
Een map kiezen en
beelden weergeven
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, verschijnt de melding "No file in this
folder".
NL
61
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
Modusdraaiknop
e Pas het beeldformaat aan met
de / (weergavezoom) toets.
Beeld vergroten
— Weergavezoom
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met b/B.
c Druk op
(weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
Druk op v
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op z.
Druk
op b
MENU
Regelknop
Druk
op B
Druk op V
v: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B: Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
NL
62
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
• Als u op de
(weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm (blz. 37).
• U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 24) vergroten
door de stappen c t/m e uit te voeren.
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Weergave van
opeenvolgende
beelden
— Diavoorstelling
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Modusdraaiknop
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All:
Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
Geavanceerd bekijken van stilstaande eelden
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
De diavoorstelling begint.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
• Beelden afgebeeld met Quick Review worden
niet getrimd.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap 3 [Cancel].
MENU
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Slide) met b/B en
druk daarna op z.
Stel de volgende onderdelen in met v/
V/b/B.
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op B (volgende) of b (vorige).
• De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
NL
63
Stilstaande beelden
roteren
a Zet de modusdraaiknop op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
— Roteren
b Druk op MENU.
U kunt een beeld opgenomen in portretformaat
roteren en weergeven in landschapsformaat.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Rotate) met b/B en
druk daarna op z.
Beelden opgenomen
in de Multi Burst
functie weergeven
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
d Kies
met v en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
Modusdraaiknop
Regelknop
Stoppen met roteren
Kies bij stap 4 of 5 [Cancel] en druk
daarna op z.
Modusdraaiknop
NL
64
MENU
Regelknop
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat de informatie van het roteren
van het beeld niet door de computer wordt
herkend, afhankelijk van de software.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een camera
zonder de Multi Burst-functie, worden de 16
frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd
weergegeven als onderdeel van één beeld.
• U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
60min
M
101
101-0014
PAUSE
a Zet de modusdraaiknop op
VOLUME
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
Naar de normale weergave
terugkeren
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
14/14
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
Frame-voor-frame
weergeven
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
60min
101
PLAY
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
M
14/14
Step
12/16
101-0014
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
(Wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
Geavanceerd bekijken van stilstaande eelden
Continu weergeven
2005 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Draai het frame door met b/B.
B: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
NL
65
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Modusdraaiknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies - (Protect) met b/B en
druk daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
60min
VGA
101
MENU
2/9
Regelknop
Protect
Exit
BACK/NEXT
• Merk op dat door de "Memory Stick" te
formatteren alle data in de "Memory Stick"
gewist zullen worden, zelfs als de beelden
beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B
en drukt u vervolgens op z.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie - gaat uit.
NL
66
In de index-modus
.
a Zet de modusdraaiknop op
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm weer te
geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies - (beveiliging) met b/B
en druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
•
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
d Kies
(Resize) met b/B en
druk daarna op z.
Beeldformaat
veranderen
e Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
— Formaat veranderen
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Modusdraaiknop
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z. De indicatie - wordt
grijs. Herhaal deze procedure voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [Off] en druk
daarna op z.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
• Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden veranderd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een beeld van 3:2
verandert, worden de zwarte gedeelten aan de
boven- en onderkant weergegeven op het beeld.
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [On] en druk
daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
MENU
Stilstaande beelden bewerken
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
67
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)
U kunt stilstaande beelden opgenomen met
uw camera markeren om later af te drukken.
Deze functie is handig wanneer u beelden
wilt laten afdrukken in een winkel of een
printer gebruikt die compatibel is met de
DPOF-standaard (Digital Print Order
Format) of een PictBridge-compatibel
printer.
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(DPOF) met b/B en
druk daarna op z.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering
aangebracht.
60min
VGA
101
2/9
Modusdraaiknop
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B en drukt u vervolgens op
z.
MENU
NL
68
Regelknop
.
a Zet de modusdraaiknop op
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm weer te
geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(DPOF) met B en
druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
• U kunt de afdrukmarkering
niet
aanbrengen op [All In This Folder].
DPOF
Exit
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op
beelden die zijn opgenomen in de Multi Burstmodus, worden alle beelden afgedrukt op één
vel dat is onderverdeeld in 16 panelen.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
In de index-modus
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie
gaat uit.
e Kies het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
daarna op z.
De groene markering
op het gekozen beeld.
•
SELECT
MENU
verschijnt
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie
wordt wit. Het
aanbrengen van de markering
voltooid.
is
Kies het beeld waarvan u de markering wilt
verwijderen met v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z.
Alle markeringen
opheffen
in een map
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op
z.
Stilstaande beelden bewerken
De afdrukmarkering
verwijderen
Om de functie voor het
aanbrengen van
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
NL
69
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Een PictBridgecompatibel printer
aan-sluiten
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch
gemakkelijk de beelden die u met deze
camera hebt opgenomen afdrukken, door de
camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibel printer. Als voorbereiding hoeft
u alleen de USB-verbinding in te stellen op
het SET UP-scherm en de camera aan te
sluiten op de printer met een USBmultikabel.
Door een PictBridge-compatibel printer te
gebruiken, kunt u gemakkelijk het indexblad afdrukken*.
De camera voorbereiden
Stel de USB-functie in op de camera om de
camera op de printer te kunnen aansluiten.
Modusdraaiknop
• Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken om te voorkomen dat tijdens het
afdrukken de stroomvoorziening wegvalt.
Sluit de multistekker van de camera en de
USB-aansluiting van de printer op elkaar
aan met behulp van de bijgeleverde USBkabel, en zet daarna de camera en de printer
aan.
De camera schakelt over naar de
weergavefunctie, ongeacht de stand van de
modusdraaiknop, en geeft een beeld in de
gekozen weergavemap weer op het LCDscherm.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies
(Setup 2) met V en
kies daarna [USB Connect]
met v/V/B.
2
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
De camera aansluiten op de
printer
Nadat de verbinding
tot stand is gekomen,
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm.
c Kies [PictBridge] met B/v en
druk daarna op z.
1
Setup 2
File Number:
PictBridge
USB Connect:
PTP
NTSC
Normal
Video Out:
Clock Set:
1M
101
101-0002
2005 1 1 10:30AM
BACK/NEXT
2
Printer
De USB modus is nu ingesteld.
NL
70
2/9
VOLUME
Wanneer de [USB Connect] niet
ingesteld is op [PictBridge] in de
SET UP-instellingen.
U kunt het beeld kiezen en afdrukken. Stel
de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 70 en sluit de printer
aan.
Regelknop
In de enkelbeeld-modus
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
1M
101
MENU
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de
indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden.
2/9
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity
1
Exit
OK
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Zelfs als u de camera inschakelt, kunt u de
PictBridge-functie niet gebruiken.
Koppel de USB-multikabel los en stel [USB
Connect] in op [PictBridge] (blz. 70).
Beelden afdrukken
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met b/
B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
NL
71
f Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-multikabel niet los
terwijl de
(USB-multikabel niet
losmaken) indicator op het LCDscherm wordt afgebeeld.
Printing
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 6
[Exit].
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 5 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Indien u [Date]
kiest, wordt de datum in de volgorde die
werd gekozen bij "De datum en tijd
instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
In de index-modus
a Druk op
(Index) om het
index-scherm weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt afdrukken en druk
daarna op z.
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie
.
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 6 en kies daarna
[Print] met v.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
NL
72
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
g Druk op MENU.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
Exit
OK
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
h Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met b/
B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
Van alle gekozen beelden wordt het
ingestelde aantal afgedrukt.
i Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
Printing
2/3
Exit
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 9
[Exit].
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 8 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Indien u [Date]
kiest, wordt de datum in de volgorde die
werd gekozen bij "De datum en tijd
instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Index-beelden
afdrukken
U kunt meerdere beelden naast elkaar
afdrukken. Deze functie wordt de indexblad-afdrukfunctie genoemd*. U kunt ook
het ingestelde aantal van hetzelfde beeld
naast elkaar als een index-blad afdrukken
(zie dan "In de enkelbeeld-modus"), of u
kunt een groep beelden kiezen om naast
elkaar af te drukken als een index-blad en
het gewenste aantal kopieën afdrukken (zie
dan "In de index-modus").
Stel de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 70 en sluit de printer aan.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
Regelknop
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity 1
Het afdrukken annuleren
MENU
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de
indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
NL
73
In de enkelbeeld-modus
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
1M
101
2/9
f Kies [Quantity] met v/V en
kies daarna het aantal kopieën
van het beeld dat op het indexblad moet worden afgedrukt
met b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. U
kunt de indeling van het gekozen
aantal index-bladen kiezen.
g Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-multikabel niet los
terwijl de
(USB-multikabel niet
losmaken) indicator op het LCDscherm wordt afgebeeld.
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity
1
Exit
OK
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
NL
74
Printing Index
1/1
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 7
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 7. Kies [Print] met
v en herhaal daarna de procedure vanaf
stap 4.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 6 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Indien u [Date]
kiest, wordt de datum in de volgorde die
werd gekozen bij "De datum en tijd
instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
• Het is mogelijk dat niet alle beelden op één
blad passen, afhankelijk van het aantal beelden.
In de index-modus
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met B en druk
daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
j Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
e Kies het gewenste beeld met
v/V/b/B en druk daarna op z.
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie
.
Printing Index
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 0
[Exit].
•
SELECT
MENU
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 9 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Indien u [Date]
kiest, wordt de datum in de volgorde die
werd gekozen bij "De datum en tijd
instellen" (blz. 16) op het beeld
geprojecteerd.
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
a Druk op
(Index) om het
index-scherm weer te geven.
i Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën dat u
wilt afdrukken met b/B.
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
g Druk op MENU.
h Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
NL
75
Bewegende beelden
d Druk de sluiterknop volledig
in.
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
STD
60min
101
640
REC 00:00:02[00:10:48]
Modusdraaiknop
Sluiter
• Het opnemen stopt wanneer de "Memory
Stick" vol is.
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Regelknop
Indicaties tijdens het opnemen
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op
.
(Beeld formaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
U kunt kiezen uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
• [640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op
"Memory Stick PRO".
NL
76
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 126.
Opnemen van dichtbij (Macro)
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 26.
en volg de
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 27.
en volg de
• Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
– De vergrotingsfactor veranderen
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als u het beeldformaat instelt op [640(Fine)]
terwijl de A/V-multikabel is aangesloten op de
multistekker, wordt het onderwerp niet op het
LCD-scherm weergegeven. Het LCD-scherm
wordt blauw.
• Zie blz. 110 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
a Zet de modusdraaiknop op
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
.
b Kies met b/B het gewenste
bewegende beeld.
Bewegende beelden van het formaat
[640(Fine)] of [640(Standard)] worden
op het volledige scherm weergegeven.
STD
60min
10/10
00:00:00
Modusdraaiknop
101_0010
PLAY
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
• Bewegende beelden met het beeldformaat
[160] worden een formaat kleiner
weergegeven.
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt B
(weergave) op het scherm.
STD
60min
640
101
101_0010
STOP
10/10
00:00:03
2005 1 1 10:30PM
REV/CUE
Elke keer wanneer u
indrukt verandert
de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 128.
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 38).
• Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
Bewegende beelden
c Druk op z.
Luidspreker Regelknop
Druk tijdens het weergeven op B (cueweergave) of op b (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
640
101
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Weergavebalk
VOLUME
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op z.
Om het volume af te stellen
Druk op v/V om het volume af te stellen.
NL
77
Bewegende beelden
wissen
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Modusdraaiknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
In de index-modus
.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met b/
B.
c Druk op
(Wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Regelknop
• U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
• Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
a Zet de modusdraaiknop op
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm weer te
geven.
b Druk op
(Wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met b/B
en herhaalt u vervolgens stap
4.
De groene
(Wissen) indicator wordt
afgebeeld op de gekozen bewegende
beelden.
Om te stoppen met wissen
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
SELECT
Kies [Exit] bij stap 4 of 5.
TO NEXT
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
f Druk op
NL
78
(Wissen).
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap 3 of 7.
Alle beelden in de map wissen
Kies bij stap 3 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [OK] met B en druk
daarna op z. Om te stoppen met wissen,
kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op
z.
Knippen van
bewegende beelden
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen functie om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden als bijlage met uw emailberichten verstuurt.
Merk op dat het oorspronkelijke bewegende
beeld wordt gewist wanneer u erin knipt.
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1. Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
Knippunt 101_0002
2. Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
101_0005
B
Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
101_0006
Wissen
Bewegende beelden
Toewijzen van
bestandsnummers wanneer
bewegende beelden worden
geknipt
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
B
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1
3
2
101_0006
NL
79
e Kies een knippunt.
Druk op de middelste z op het
Modusdraaiknop
gewenste knippunt.
60min
STD
640
101
Divide
Dividing
Point
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(Divide) met B en druk
daarna op z. Kies vervolgens
[OK] met v en druk daarna op
z.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
NL
80
Kies [Exit] bij stap 5 of 7. De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
10/10
00:00:02
OK
Cancel
Exit
MENU
Het knippen annuleren
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame
terugspoelen/vooruit) en past u het
knippunt aan met b/B. Als u een
ander knippunt wilt kiezen, kiest u
[Cancel]. Het weergeven van de
bewegende beelden begint opnieuw.
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De bewegende beelden worden
geknipt.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden niet lang genoeg om te
knippen
– Beveiligde bewegende beelden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
• De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
Bekijken van de beelden op uw computer
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen computeromgeving
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(voldoet aan USB 2.0)
• Door aan te sluiten via een USB-interface die
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid
(snelle overdracht) mogelijk.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
USB-modus
Inhoud van de CD-ROM
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functies.
De standaardinstelling is de [Normal]functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
* Compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 61.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
x Picture Package
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer. Het stelt u
tevens in staat de diverse functies te
gebruiken.
Bij de installatie van "Picture Package",
wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd.
• De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrator).
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in
een computeromgeving die is
opgewaardeerd tot de hierboven beschreven
besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB -poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren)
of beter
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
NL
81
Het USB-stuurprogramma
installeren
b Klik op [USB Driver] op het
titelscherm.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
Het scherm "InstallShield Wizard"
verschijnt.
c Klik op [Next].
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld. Indien het niet verschijnt,
dubbelklik dan op
(My Computer)
t
(PICTUREPACKAGE) in die
volgorde.
• Als u het "Picture Package"
softwareprogramma wilt gaan gebruiken,
klikt u op [Picture Package]. Het USBstuurprogramma wordt geïnstalleerd nadat
"Picture Package" is geïnstalleerd
(blz. 88).
• Als de computer reeds gebruikt
wordt, sluit u alle
softwareprogramma’s af voordat u
het USB-stuurprogramma
installeert.
NL
82
d Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] (Ja, ik wil
mijn computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
e Haal de CD-ROM eruit.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats de "Memory Stick"
waarop de beelden staan die u
wilt kopiëren, in de camera en
sluit het accu/"Memory Stick"deksel.
• Wanneer u beelden kopieert naar uw computer
terwijl de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van de accu, kan het kopiëren
mislukken of kunnen de gegevens beschadigd
raken doordat de accu leeg raakt. We raden u
aan de netspanningsadapter te gebruiken.
c Zet de modusdraaiknop op
Schakel uw computer en de
camera in.
.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op SET UP staat.
• Leg de camera neer met het LCD-scherm naar
boven gericht.
e Sluit de USB-multikabel aan op
de computer.
USB Mode
Normal
Toegangsin
dicaties*
Switch on
MENU
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer
er voor het eerst een USB-verbinding
tot stand wordt gebracht, draait uw
computer automatisch het gebruikte
programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit
zijn geworden.
• Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap
5, druk op MENU, kies [USB Connect] en
stel [Normal] in.
Bekijken van de beelden op uw computer
d Sluit de USB-multistekker
(bijgeleverd) aan op de multiaansluiting van de camera.
b Open de afdekking van de DC
IN aansluiting, sluit daarna de
netspanningsadapter
(bijgeleverd) erop aan, en
steek tenslotte de
netspanningsadapter in een
stopcontact.
• Als u een PC gebruikt, adviseren wij u de USBmultikabel aan te sluiten op de USB-aansluiting
op het achterpaneel van de computer.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar blz. 85.
2 Naar een
stopcontact
1
Netspanning
sadapter
NL
83
P De USB-multikabel
loskoppelen, de "Memory Stick"
eruit halen of de camera
uitschakelen tijdens een USBverbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
3 Controleer dat het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster
en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
5 Koppel de USB-multikabel los, haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de
camera uit.
NL
84
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 83) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
Beelden kopiëren
– Windows 98/98SE/2000/Me
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick" in
de camera verschijnt.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 85.
• Wanneer u Windows XP gebruikt, zie blz. 85.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin de beelden zijn
opgeslagen die u wilt
kopiëren.
c Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu af te beelden en kies
daarna [Copy] op het menu.
d Dubbelklik de map [My
Documents], klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" om
het menu af te beelden en kies
daarna [Paste] op het menu.
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat in
de bestemmingsmap
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande
beeld overschrijft met een nieuw beeld,
wordt het oorspronkelijke bestand gewist.
De bestandsnaam veranderen
Voor het kopiëren van een beeldbestand,
zonder overschrijving, moet u de
bestandsnaam in de gewenste naam
wijzigen en daarna het beeldbestand
kopiëren. Merk echter op dat wanneer u de
bestandsnaam verandert, u dat beeld
mogelijk niet meer kan weergeven met de
camera. Als u beelden wilt weergeven met
de camera, voert u de bediening uit op
blz. 88.
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden en
klik daarna op [Properties].
Het "System Properties"
(Systeemeigenschappen)-scherm
verschijnt.
3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld,
gooit u dit weg.
1 Klik met de rechter muistoets op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall].
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
• Voor gebruikers van Windows 98,
98SE, Me en [Remove].
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer nogmaals het USBstuurprogramma te installeren met behulp
van de CD-ROM (blz. 82).
Kopiëren van beelden met
behulp van Windows XP
AutoPlay wizard
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 83). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het scherm "Scanner and Camera
Wizard" (Wizard voor scanner en
camera)-scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik in het selectievakje van de
beelden die u niet naar de
computer wilt kopiëren om het
vinkje te verwijderen en klik
daarna op [Next].
Het scherm "Picture Name and
Destination" (Naam en bestemming
van beeld)-scherm verschijnt.
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om door te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 84 om de USB-multikabel los te
koppelen en weer aan te sluiten. Voer daarna de
procedure vanaf stap 1 opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op uw computer
2 Beeld [Device Manager] af.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager].
• Voor gebruikers van Windows 98,
98SE en Me is stap 1 overbodig.
Klik op het tabblad [Device
Manager].
– Windows XP
NL
85
Bekijken van de beelden op
uw computer
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory
Stick".
Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP
• Hieronder wordt de procedure beschreven voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
• Als u niet Windows XP gebruikt, dubbelklikt u
op [My Documents] op het bureaublad.
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie
Het beeld wordt weergegeven.
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met uw camera. Als u geen
mappen creëert, is er alleen de map
"101MSDCF"
Map met daarin bewegende beelden, enz.,
die werden opgenomen met een camera
zonder map-creëerfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden
in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
• Voor verdere informatie over de map, zie blz. 46, 61.
NL
86
Map
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
– Normale modus (blz. 22)
– Burst-modus (blz. 58)
– Multi Burst-modus (blz. 59)
MOV0ssss.MPG
• Bewegende-beeldbestanden (blz. 76)
MOV0ssss.THM
• Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 76)
Bekijken van de beelden op uw computer
• ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende
indexbeeldbestand zijn dezelfde.
NL
87
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
• Stap 1 is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
• Als een beeldbestand is verwerkt door de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
• Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap 1 een ander
nummer in.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 46).
NL
88
a Klik met de rechter muisknop
op het beeldbestand en klik
daarna op [Rename]. Verander
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor ssss.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie voor stilstaande beelden is
JPG, en de bestandsextensie voor bewegende
beelden is MPG. U mag de bestandsextensie
niet veranderen.
b Kopieer het beeldbestand naar
de map "Memory Stick".
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
2 Kies en dubbelklik op de map
[DCIM] van de [Removable Disk]
of [Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3 Klik met de rechter muisknop op de
map [sssMSDCF] in de map
[DCIM] en klik op [Paste]. sss
betekent ieder willekeurig nummer
van 100 t/m 999.
Installeren van "Picture
Package"
"Picture Package" is alleen voor
Windows computers.
U kunt het programma "Picture Package"
op uw Windows-computer gebruiken voor
het kopiëren, bekijken en bewerken van de
opnamen die u met uw camera hebt
gemaakt. Bij de installatie van "Picture
Package", wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd.
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture
Package" installeert.
Voor computeromgeving
Zie blz. 81 voor een eenvoudige Windowsbesturingsomgeving. Andere
systeemvereisten zijn als volgt.
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger,
DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 200 MB
Grafisch: Videokaart (ondersteuning van
Direct Draw) met 4 MB VRAM
• Om automatisch diavoorstellingen
(blz. 92) te maken, is een Pentium III
500 MHz of een snellere CPU vereist.
• Deze software is geschikt voor DirectX.
Voor gebruik moet "DirectX"
geïnstalleerd zijn.
• Voor het gebruik van een schrijver, om
CD-R’s te branden, gelden andere
vereisten.
d Klik op [Next].
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje "I accept the terms of the
license agreement" (ik accepteer de
licentie overeenkomst) aan en klikt u
op [Next].
Het "Choose Setup Language" (Kies
de te installerentaal) scherm verschijnt.
c Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet
hebt geïnstalleerd (blz. 82), mag u de
camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de "Picture Package"-software
hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows
XP).
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Bekijken van de beelden op uw computer
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
b Klik op [Picture Package].
NL
89
e Klik op [Next].
g Controleer dat het
selectievakje "Yes, I want to
restart my computer now" (Ja,
ik wil de computer nu opnieuw
starten) is aangevinkt en klik
daarna op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
f Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program"
(Klaar om het programma te
installeren).
De installatie begint.
De snelkoppelingen van "Picture
Package Menu " en "Picture Package
destination Folder" worden afgebeeld.
h Haal de CD-ROM eruit.
Als het scherm "Welcome to setup for
Direct X" (Welkom bij de installatie
van Direct X) wordt afgebeeld nadat
de installatie van het
softwareprogramma klaar is, volgt u de
aanwijzingen op het scherm.
NL
90
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
Sluit de camera en de computer op
elkaar aan met behulp van de USBmultikabel.
"Picture Package" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt
"Picture Package Viewer" opgestart en
worden de gekopieerde beelden afgebeeld.
"Picture Package"
gebruiken
Start [Picture Package Menu]
(beeldpakketmenu) op het bureaublad op
om de diverse functies te gebruiken.
• Het opstartscherm kan er, afhankelijk van uw
computer, anders uitzien. U kunt de
menuweergave naar wens aanpassen door op
[Settings], rechtsonder op het scherm, te
klikken.
• Voor verdere informatie over het
softwareprogramma, klikt u op
in de
rechterbovenhoek van ieder scherm om de online Helpfunctie af te beelden.
Technische ondersteuning van
"Picture Package" wordt geleverd door
het Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie leest u de informatie
die bij de CD-ROM werd geleverd.
Beelden bekijken op een
computer
Klik op [Viewing video and pictures on PC]
(Video en beelden bekijken op de PC) aan
de linkerkant van het scherm en klik daarna
op [Viewing video and pictures on PC]
(Video en beelden bekijken op de PC) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
bekijken van de beelden, wordt
afgebeeld.
Bekijken van de beelden op uw computer
• Normaal gesproken worden de "Picture
Package" en "Date" mappen aangemaakt in de
"My Picture" map en worden alle
beeldbestanden opgenomen met de camera naar
deze mappen gekopieerd.
• Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de "OS AutoPlay Wizard" uitschakelt,
kunt u het inschakelen opheffen met [Settings]
op het "Picture Package Menu".
• Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in
[Copy automatically].
NL
91
Beelden opslaan op een CD-R
Een diavoorstelling maken
Klik op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) aan
de linkerkant van het scherm, en klik daarna
op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
(Automatische diavoorstelling
samensteller) aan de linkerkant van het
scherm, en klik daarna op [Automatic
Slideshow Producer] (Automatische
diavoorstelling samensteller) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2,
of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
opslaan van beelden op een CD-R,
wordt afgebeeld.
• Om beelden op een CD-R op te slaan is
een cd-schrijver nodig. Voor meer
informatie betreffende geschikte
schrijvers, moet u de volgende homepage
van het Pixela User Support Center
raadplegen.
http://www.ppackage.com/
NL
92
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
maken van een diavoorstelling, wordt
afgebeeld.
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functies.
De standaardinstelling is de [Normal]functies. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Nadere bijzonderheden vindt u op blz. 83.
De USB-multikabel loskoppelen, de
"Memory Stick" eruit halen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Sleep het pictogram van het station of de
"Memory Stick" en zet het neer op het
"Trash" pictogram, koppel daarna de USBmultikabel los, verwijder de "Memory
Stick" of schakel de camera uit.
• Als u Mac OS XV 10.0 gebruikt, koppelt u de
USB-multikabel los, enz., nadat u de computer
hebt uitgeschakeld.
b Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick" in de
camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin de beelden
die u hebt gekopieerd, zijn opgeslagen.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
harde schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van de
beelden en de bestandsnamen, leest u blz. 86.
c Bekijken van de beelden op uw
computer
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
Bekijken van de beelden op uw computer
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map die is geselecteerd door de
camera gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 61.
a Uw camera aansluiten op uw
computer
• "Picture Package" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
NL
93
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
"ImageMixer VCD2" is alleen voor
Macintosh (Mac OS X (v10.1.5) of
hoger) computer.
Met behulp van "ImageMixer VCD2" op de
CD-ROM die bij de camera werd geleverd,
kunt u een video-CD maken met stilstaande
beelden en bewegende beelden opgeslagen
op de computer. U kunt een imagebestand
maken dat compatibel is met de video-CD creëerfunctie van Toast van Roxio (niet
bijgeleverd).
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u
"ImageMixer VCD2" installeert.
Technische ondersteuning van "ImageMixer
VCD2" wordt geleverd door het Pixela User
Support Center. Voor verdere informatie leest
u de informatie die bij de CD-ROM werd
geleverd.
Vereiste computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
PowerMac G3/G4-serie
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 250 MB
Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer,
32.000 kleuren of meer
• Installatie van QuickTime 4 of hoger is vereist.
(QuickTime 5 wordt aanbevolen.)
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
a Installeren van "ImageMixer
VCD2"
1 Schakel uw computer in.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
punten of meer, en 32.000-bits of meer
zijn.
2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand
[IMXINST.SIT] in de
kopieerbestemmingsmap.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
7 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
b Een video-CD maken
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Klik op [Video CD].
De videodiscfunctie start op.
• U kunt niet een DVD-Video disc maken.
NL
94
4 Selecteer de map waarin de gewenste
bestanden zijn opgeslagen.
1 Selecteer de gewenste map in het
linkerkader en klik daarna op [Add].
De geselecteerde mappen worden
naar het rechterkader verplaatst.
2 Klik op [Next].
5 Stel de menu achtergrond, knoppen,
titels, enz., in en klik daarna op [Next].
Bevestig dat de instellingen
overeenkomstig uw wensen zijn.
Bekijken van de beelden op uw computer
6 Bevestig het voorbeeld van het VideoCD-bestand.
1 Klik in het linkerkader op het
bestand waarvan u een voorbeeld
wilt bekijken.
2 Klik op [B] om een voorbeeld te
bekijken.
7 Klik op [Next] en voer de discnaam en
bestemming in.
De voorbereidingen voor het opslaan
van de bestanden op een CD-R zijn
voltooid.
• "ImageMixer VCD2" kan alleen het discimage
maken. Om het imagebestand op een CD-R op
te slaan in het video-CD-formaat, hebt u Toast
van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
NL
95
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 109).
2 Als uw camera nog steeds niet goed
werkt, drukt u op de RESET-toets
binnenin het batterij/"Memory Stick"deksel met een scherpgepunt voorwerp,
en schakelt u daarna de stroom weer in.
(Door indrukken van deze toets gaan alle
instellingen inclusief de datum en tijd
verloren.)
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESET-knop
Accu en spanning
NL
96
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt de accu niet
opladen.
• De camera is ingeschakeld.
p Schakel de camera uit (blz. 15).
De accu kan niet worden
geplaatst.
• De accu is niet correct geplaatst.
p Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel naar de voorkant
van de camera duwt met behulp van de voorrand van de accu
(blz. 11).
p Plaats de accu correct (blz. 11).
Het /CHG-lampje
knippert wanneer er een
accu wordt opgeladen.
• De accu is niet correct geplaatst.
• In de accu is een defect opgetreden.
p Plaats de accu correct (blz. 11).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het /CHG-lampje gaat
niet branden wanneer er
een accu wordt
opgeladen.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De accu is volledig opgeladen.
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 14).
De batterijrestladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de
batterijrestladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
• U hebt de camera in een bijzonder hete of een
bijzonder koude omgeving gebruikt.
• Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
p Zie blz. 122.
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
p Plaats de accu correct (blz. 11).
—
p Ontlaad de accu volledig en laad deze daarna weer volledig op
zodat de batterij-restladingsindicatie goed werkt (blz. 12).
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
p Vervang de accu door een nieuwe.
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
De camera schakelt
plotseling uit.
• De accu is niet correct geplaatst.
• De netspanningsadapter is niet goed
aangesloten.
• Er is een storing opgetreden in de
netspanningsadapter.
• De accu is leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
p Plaats de accu correct (blz. 11).
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 14).
p Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
p Vervang de accu door een nieuwe.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet
p Schakel de camera weer in (blz. 15) of gebruik de
bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
netspanningsadapter (blz. 14).
camera automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de batterijen leeg raken (blz. 15).
• De accu is leeg.
p Plaats een opgeladen accu (blz. 11).
Verhelpen van storingen
De accu raakt te snel leeg. • U hebt de camera in een buitengewoon koude
p Zie blz. 122.
omgeving gebruikt.
• De gelijkstroomstekker is vuil zodat de accu niet p Maak de pennen van de gelijkstroomstekker schoon met een
voldoende is opgeladen.
wattenstaafje o.i.d. en laad de accu op (blz. 11).
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 122).
p Vervang de accu door een nieuwe.
NL
97
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 30).
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
• De modusdraaiknop staat niet op
SCN of
.
p Zet deze op
Het LCD-scherm wordt
blauw en het onderwerp
wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
• Het beeldformaat wordt op [640(Fine)] ingesteld p Koppel de A/V-multikabel los.
zolang een A/V-multikabel is aangesloten op de p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
multi-aansluiting.
[640(Fine)].
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
, P, M,
•
(schemerfunctie),
(landschapsfunctie)
of
(vuurwerkfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
p Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg bij het
opnemen dat u de lens verder van het onderwerp positioneert
dan de kortste opnameafstand (blz. 26).
p Zet deze in een andere stand dan
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie) (blz. 35).
p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 49).
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
—
De digitale precisiezoomfunctie werkt niet.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off]
in de SET UP-instellingen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (blz. 25, 45 en 115).
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of
[Off] in de SET UP-instellingen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2].
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (blz. 25, 45 en 115).
• U neemt op in de Multi-Burstfunctie.
98
(blz. 10).
De zoomfunctie werkt
niet.
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
NL
, P, M, SCN of
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
—
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en
[3:2] (blz. 19 en 25).
p De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de MultiBurst-functie (zie blz. 25 en 59).
—
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Kies van de lichtmeetfunctie (blz. 55).
p Regel de belichting (blz. 52, 53 en 111).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 52, 53 en 111).
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
• [PFX] (P. Effect) staat op [B&W].
p Stel in op een andere functie dan [B&W] (blz. 60).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit verschijnsel duidt niet op een storing.
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk
te verhelderen onder onderbelichte
omstandigheden.
De camera kan geen
beelden opnemen.
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
• De "Memory Stick" is vol.
p Plaats een "Memory Stick" (blz. 18).
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (zie
blz. 40 en 78).
p Verwissel de "Memory Stick".
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
—
p Zet deze op
, P, M of SCN (blz. 10).
p Zet deze op
(blz. 76).
Verhelpen van storingen
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
beelden opnemen.
• De modusdraaiknop staat niet op
, P, M of
SCN tijdens het opnemen van een stilstaand
beeld.
• De modusschakelaar staat bij het opnemen van
bewegende beelden niet op
.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 76 en 120).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
NL
99
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Het opnemen duurt erg
lang.
• De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd.
p Zie blz. 35.
De flitser werkt niet.
• De modusdraaiknop staat in de stand
UP of
.
• De flitser staat op
(niet flitsen).
p Zet deze op
, SET
•
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie)
of
(Kaarslichtfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
•
(Landschapsfunctie),
(Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of
(Kortesluitertijdfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
• [Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Burst] of
[Multi Burst].
NL
100
, P, M of SCN (blz. 10).
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd
flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 28).
p Stel in op een andere functie dan
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie) (blz. 35).
p Stel de flitser in op
(altijd flitsen) (blz. 28).
p Stel in op een andere functie dan [Burst] of [Multi Burst].
De close-up (macro)•
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie),
(Vuurwerkfunctie)
opnamefunctie werkt niet.
(Kaarslichtfunctie) is gekozen als de
of
scènekeuzefunctie bij het opnemen van
stilstaande beelden.
p Stel in op een andere functie dan
(Schemerfunctie)
(Landschapsfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie) (blz. 35).
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
p Stel in de SET UP-instellingen [Red Eye Reduction] in op [On]
(blz. 29 en 115).
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 16 en 116).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed.
p Stel de belichting goed in (blz. 53).
In de zoeker is een
horizontale lijn zichtbaar.
• Dit komt door de structuur van de zoeker.
p Dit is geen storing.
Beelden bekijken
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden weergeven.
• De modusdraaiknop staat niet op
.
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de
computer.
• De camera kan een beeldbestand dat van de
vaste schijf van de computer is gekopieerd niet
weergeven als het bestand is bewerkt.
• De camera staat in de USB-functie.
p Zet deze op
p Zie blz. 88.
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
• Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij
de SET UP-instellingen onjuist ingesteld.
• De aansluiting is niet goed.
p Verander de instellingen (blz. 45 en 116).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Zie blz. 102.
(blz. 36).
—
p Annuleer de USB-communicatie (zie blz. 84 en 93).
p Controleer de aansluiting (blz. 38).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Annuleer de beveiliging (blz. 66).
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 66).
p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in
de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist (blz. 120).
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden —
en Multi Burst-beelden niet veranderen.
Verhelpen van storingen
Beelden wissen/bewerken
NL
101
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden.
—
Bewegende beelden
kunnen niet worden
geknipt.
• De bewegende beelden duren niet lang genoeg —
om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden kunnen niet
p Annuleer de beveiliging (blz. 66).
worden geknipt.
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. —
Computers
NL
102
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
—
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving"
(blz. 81 en 92).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 81).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Uw computer herkent de
camera niet.
•
•
•
•
p Schakel de camera in (blz. 15).
p Gebruik de AC netspanningsadapter (blz. 14).
p Zie de bijgeleverde USB-multikabel (zie blz. 83 en 93).
p Koppel de USB-multikabel los van zowel de computer als de
camera en sluit deze vervolgens weer stevig aan. Zorg ervoor
dat "USB Mode" wordt afgebeeld op het LCD-scherm (blz. 83).
p Zet deze op [Normal] (blz. 45 en 116).
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt de bijgeleverde USB-multikabel niet.
De USB-multikabel is niet stevig aangesloten.
p Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve
het toetsenbord en de muis (blz. 81).
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een
USB hub of ander apparaat (blz. 81).
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 82).
p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer
(blz. 85) en installeer het USB-stuurprogramma (blz. 82).
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
• Als u geprobeerd heeft een opname te maken
met een "Memory Stick" die geformatteerd was
met een computer.
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de bijgeleverde USB-kabel (blz. 83).
p Volg de aangewezen kopieerprocedure voor uw
besturingssysteem (blz. 84, 85, 90 en 92).
p Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd
is door uw camera.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Picture
Package" niet
automatisch.
—
—
p Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 83).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op
help rechtsboven in elk scherm klikken.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
—
Verhelpen van storingen
• [USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in
de SET UP-instellingen.
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
• De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de
computer.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• Uw computer herkent het apparaat niet goed
omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel
voordat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
bijgeleverde CD-ROM.
NL
103
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks
vanaf de "Memory Stick" weer.
p Kopieer de bewegende beelden naar de harde schijf van uw
computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de
harde schijf weer (blz. 84, 85, 90 en 92).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
—
p Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer
naar de computer
gekopieerd zijn kunnen
niet door de camera
weergegeven worden.
• Naar de verkeerde map gekopieerd.
p Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
(blz. 88).
"Memory Stick"
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick" in de camera
plaatsen.
• U probeert deze achterstevoren in de camera te
plaatsen.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 18).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick".
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• De "Memory Stick" is vol.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120).
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
NL
104
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (zie
blz. 40 en 78).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 76 en 120).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
U kunt een "Memory
Stick" niet formatteren.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120).
U hebt een "Memory
Stick" per ongeluk
geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" worden
gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120).
PictBridge-compatibel printer
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De verbinding komt niet
tot stand.
• De printer is niet PictBridge-compatibel.
• De printer is niet ingesteld voor een aansluiting
met de camera.
• [USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge]
in de SET UP-instellingen.
• De verbinding komt, afhankelijk van de
omstandigheden, niet tot stand.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
p Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan
worden op de camera.
p Zet deze op [PictBridge] (blz. 116).
• De camera is niet aangesloten op de printer.
p Controleer of de camera en de printer op de juiste wijze met een
USB-multikabel zijn aangesloten.
p Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de
handleiding, die u meegeleverd kreeg, raadplegen.
p Koppel de USB-multikabel los en sluit deze weer aan. Als u nog
steeds niet kunt afdrukken, moet u de USB multikabel
losmaken, de printer uitschakelen en daarna weer inschakelen,
en dan weer de USB-multikabel aansluiten.
—
U kunt geen beelden
afdrukken.
• De printer is niet ingeschakeld.
• Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen,
is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer,
het afdrukken niet kunt hervatten.
p Koppel de USB-multikabel los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de
handleiding van de printer raadplegen.
De afdrukopdracht is
geannuleerd.
• U hebt de USB-multikabel losgekoppeld
voordat de aanduiding
(USB-multikabel
niet loskoppelen) verdwenen was.
—
U kunt in de functie
indexweergave geen
datum invoeren of de
afbeeldingen afdrukken.
• De printer heeft deze functies niet.
p Raadpleeg de fabrikant of de printer deze functies kan uitvoeren
of niet.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
"---- -- --" wordt afgedrukt
op de plaats van de
ingevoegde datum.
• De datumgegevens zijn niet opgenomen met het
beeld.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in
de functie indexweergave ingevoerd worden.
Verhelpen van storingen
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt
worden.
• Beelden die bewerkt zijn met een computer of
—
beelden die met een andere camera dan deze zijn
opgenomen kunnen mogelijk niet afgedrukt
worden.
p Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden
met de datum ingevoegd. Stel [Date] in op [Off] en druk daarna
af.
NL
105
Overige
NL
106
Symptoom
Oorzaak
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu.
p Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 121).
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.) p Laad de accu op (blz. 11).
• De AC netspanningsadapter is niet goed
p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
aangesloten.
en op een stopcontact (blz. 14).
Oplossing
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut
weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u
met behulp van een puntig voorwerp op de RESET-toets die
zich achter het batterij/"Memory Stick" -deksel bevindt, en
schakelt u daarna de camera weer in. (Hierdoor worden de
datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
U kunt een indicatie op het —
scherm niet herkennen.
p Controleer de indicatie (blz. 125 tot 128).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden.
p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen,
alvorens de camera te gebruiken (blz. 118).
De camera wordt warm
wanneer u deze lang
achtereen gebruikt.
—
p Dit is normaal.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
• De accu is leeg.
p Vervang deze door een opgeladen accu (blz. 11) of gebruik de
netspanningsadapter (blz. 14).
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (blz. 18).
System error
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 15).
Memory Stick error
•
•
•
•
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 120).
Format error
• De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 42).
Memory Stick locked
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif deze in de opnamestand
(blz. 120).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 40
en 78).
De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 120).
De "Memory Stick" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick" zijn vuil.
Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 18).
• De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick".
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerst drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen
mappen aanmaken.
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 46).
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 67).
For "InfoLITHIUM" battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Verhelpen van storingen
Read only memory
NL
107
Melding
Betekenis/Oplossing
Cannot divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te onderverdelen.
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Invalid operation
• U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 11). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is.
• Door onvolcloende licht, is de camera gevoelig voor beueging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier vast.
Turn the power off and on
again
• Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
640(Fine) is not available
• 640(Fine) kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO". Plaats een "Memory Stick PRO" of stel het
beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Enable printer to connect
• [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridgecompatibel is. Controleer het apparaat.
• De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-multikabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
Connect to
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken voordat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
device
No printable image
• U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding
te controleren.
• U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden
opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer busy
• Aangezien de printer bezig is kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
• Er is een storing met papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer.
Ink error
• Er is een storing met de inktvoorziening opgetreden. Controleer de printer.
Printer error
• De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto, die u wilt
afdrukken, op beschadigingen.
• Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Sluit geen USB-multikabel aan.
NL
108
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Zelfdiagnosefunctie
Oorzaak
Remedie
C:32: ss
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(blz. 15).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick".
• Plaats de "Memory Stick" meerdere keren
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
• Formatteer de "Memory Stick" (blz. 42).
De geplaatste "Memory Stick"
kan niet in deze camera worden
gebruikt, of de gegevens zijn
beschadigd.
• Plaats een nieuwe "Memory Stick"
(blz. 18).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
• Druk op de RESET-toets (blz. 96)
binnenin het batterij/"Memory Stick"deksel, en schakel daarna de stroom weer
in.
E:61: ss
E:91: ss
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u
het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande
oplossingen hebt uitgeprobeerd.
Verhelpen van storingen
C:32:ss
Code
NL
109
Aanvullende informatie
Multi Burst
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick", het
beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u een
"Memory Stick" kiest.
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kan
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 21.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
NL
110
1M
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
MSX-256 MSX-512
MSX-1G
357 (649) 726 (1320) 1482 (2694)
Bewegend beeld
640(Fine)
640(Standard)
160
16MB
—
0:00:42
0:11:12
32MB
—
0:01:27
0:22:42
64MB
—
0:02:56
0:45:39
128MB
—
0:05:54
1:31:33
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
0:02:57
0:06:02
0:12:20
0:10:42
0:21:47
0:44:27
2:51:21
5:47:05
11:44:22
De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten, 45
seconden".
• Het beeldformaat is als volgt:
640(Fine): 640×480
640(Standard): 640×480
160: 160×112
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen kunnen,
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar of de instellingen,
verschillen.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Mode (REC Mode)
Multi Burst
– Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 59).
– Continu opnemen (blz. 58).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
Burst
x Normal
Wanneer de modusdraaiknop op P, M of SCN
Onderdeel
SCN (Scene)1)
Instelling
/
/
(EV)2)
9 (Focus)
/
/
/
/
/x
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x 0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 53).
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / x Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 47), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 49).
Spot / x Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 55). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering Mode)
WB (White Bal)
Instellen van de scènekeuzemodus (blz. 32).
WB /
/
/
/
/ xAuto
Aanvullende informatie
/
Beschrijving
De witbalans instellen (blz. 56).
NL
111
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
ISO
400 / 200 / 100 / x Auto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt.
x Fine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 45).
Multi Burst
– Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 59).
– Continu opnemen (blz. 58).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
(P.Quality)
Mode (REC Mode)
Burst
x Normal
M
(Interval)3)
1/7.5 / 1/15 / x 1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 59). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
(Flash Level)4)
+ / x Normal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 57).
B&W / Sepia / x Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
(Saturation)5)
+ / x Normal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)5)
+ / x Normal / –
De contrast van het beeld instellen. De
de instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer
+ / x Normal / –
De scherpte van het beeld regelen. De
de instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer
PFX (P.Effect)
(Sharpness)5)
1) Dit
indicatie verschijnt (behalve
gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op P of M.
gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op M.
gebeurt niet als
(Schemerfunctie),
(Schemer-portretfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in SCN.
4) Dit gebeurt niet als
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in SCN.
5) Dit gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op SCN.
2) Dit
3) Dit
NL
112
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
(EV)
9 (Focus)
(Metering mode)
WB (White Bal)
PFX (P.Effect)
staat
Instelling
Beschrijving
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x 0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 53).
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 47), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 49).
AF / x Multi AF
Spot / xMulti
/
/
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 55). Het lichtmeetbereik instellen.
/
B&W / Sepia / xOff
/ x Auto
De witbalans instellen (blz. 56).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 60).
Aanvullende informatie
NL
113
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
(Folder)
OK / Cancel
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 61).
(Protect)
—
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 66).
(DPOF)
—
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken, en deze opheffen (blz. 68).
(Print)
—
Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is
(blz. 70).
(Slide)
Interval
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 63). (Alleen in de
enkelbeeldmodus)
x 3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
x Folder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
x On / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
NL
114
5M / 3M / 1M / VGA / Cancel
(Rotate)
(links) /
(Divide)
OK / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 67). (Alleen in
de enkelbeeldmodus)
(rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 64). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 79). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
SET UP-onderdelen
Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het
SET UP-scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
(Camera)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
AF Mode
x Single / Monitor
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 48).
Digital Zoom
x Smart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 24).
Date/time
Day&Time / Date / x Off
Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 31).
De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burstfunctie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet
tijdens het opnemen.
On / x Off
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 29).
x Auto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het
moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 29).
Auto Review
On / x Off
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Indien ingesteld op [On],
wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven.
Gedurende deze periode kunt u het volgende beeld niet opnemen.
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Format
OK / Cancel
De "Memory Stick" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens van de "Memory Stick"
verloren gaan, inclusief beveiligde beelden (blz. 42).
Create REC.
Folder
OK / Cancel
Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 46).
Change REC.
Folder
OK / Cancel
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 46).
Aanvullende informatie
Red Eye Reduction
AF Illuminator
NL
115
1
(Setup 1)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
LCD Backlight
Bright / x Normal /
Dark
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere
goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt. Wordt
alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de accu.
Shutter
Off
– Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
– Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt.
– De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
—
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
Beep
x On
A Language
2
NL
116
(Setup 2)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
File Number
x Series
Reset
– Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt verwisseld
of een andere opnamemap wordt gebruikt.
– De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het
hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
USB Connect
PictBridge / PTP /
xNormal
Voor het veranderen van de functie USB bij aansluiting van een computer of een printer
PictBridge-compatibel is, met behulp van een USB-multikabel (blz. 70, 81, 83 en 93).
Video Out
NTSC
PAL
– Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
Clock Set
OK / Cancel
Voor het instellen van datum en tijd (blz. 16 en 45).
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
– Chemische producten zoals verdunner,
benzine, alcohol, wegwerpdoeken,
insecticiden enz.
– Aanraking van de camera met een
bovenstaande stof aan uw handen
– Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Aanvullende informatie
• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan verkleurd of vervormd raken
of hierdoor kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Reiniging
NL
117
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht
• De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
NL
118
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Ingebouwde oplaadbare
knopbatterij
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een muurstopcontact
met behulp van de AC netspanningsadapter
of plaats een volledig opgeladen accu, en
laat de camera 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
De interne oplaadbare
knoopbatterij verwijderen
a Open het batterij/"Memory
Stick"-deksel.
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de
knoopbatterij is verwijderd, kunt u
deze niet terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij
b Duw de punt van het
gereedschap in de sleuf in de
houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij, aan
de kant van de batterijinsteekopening, en trek deze
in de richting van de pijl.
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
d Pak gedeelte A met uw vingers
en verwijder de interne
oplaadbare knoopbatterij uit
de houder.
A
Aanvullende informatie
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
c Trek de batterijhouder in de
richting van de pijl naar buiten
en trek de flexibele kabel
waarmee de batterijhouder
vast zit eraf.
NL
119
2)
Over "Memory Stick"
"Memory Stick" is een compacte draagbare
IC-opnamemedium met een
gegevenscapaciteit groter dan dat van een
floppy disk.
De typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt met deze camera staan
vermeld in de onderstaande tabel. Een
goede werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
"Memory Stick" type
Memory Stick
a
Memory Stick Duo1)
a
Memory Stick Duo
(Compatibel met
MagicGate/hoge
gegevensoverdrachtsnelheid)1)
a2) 3)
MagicGate Memory Stick
a2)
MagicGate Memory Stick
Duo1)
a2)
Memory Stick PRO
a2) 3)
Memory Stick PRO Duo1)
a2) 3)
1)
NL
120
Opnemen/
weergeven4)
Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u het dan in
een Memory Stick Duo-adapter.
"MagicGate Memory Stick" en "Memory
Stick PRO" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van encryptietechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
3)
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
4)
Bewegende beelden in het beeldformaat
640(Fine) kunnen alleen opgenomen en
weergegeven worden met behulp van
"Memory Stick PRO" of "Memory Stick PRO
Duo".
• Als een "Memory Stick" is geformatteerd op
een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick" (bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK staat.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Plaats van het etiket
De stand of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend
zijn afhankelijk van de "Memory Stick" die u
gebruikt.
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u de "Memory
Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting wordt geplaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in deze camera, die geplaatst is in een Memory
Stick Duo-adapter, moet u ervoor zorgen dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
• Als u de "Memory Stick Duo" wilt formatteren,
moet u de "Memory Stick Duo" in de Memory
Stick Duo-adapter steken.
• Als de "Memory Stick Duo" uitgerust is met
een schrijfbeveiligingsschakelaar, moet u deze
uit de stand Lock halen.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" accu is een lithiumionaccu uitgerust met functies voor het
communiceren van informatie over de
bedrijfsomstandigheden tussen de camera
en de netspanningsadapter.
De "InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te laden
bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot
30°C. Indien u de accu buiten dit
temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans
dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
Aanvullende informatie
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald
of de camera is uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven
– wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op
de daartoe voorziene plaats.
• Bevestig het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
• U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of
bewaren op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
Een "Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal 1GB is getest en goed bevonden voor
gebruik met deze camera.
NL
121
Doeltreffend gebruik van de
accu
• Bij lage temperaturen verminderen de
prestaties van de accu. Op koude plaatsen
kan de accu daarom minder lang worden
gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om
de accu langer mee te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen,
en plaats deze in de camera vlak
voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de batterij
sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor
twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en om
proefopnamen te maken alvorens u de
eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
NL
122
Batterij-restladingsindicatie
Levensduur van de batterijen
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de batterij-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad de
accu volledig op zodat de batterijrestladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien de
accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter
niet altijd opnieuw de juiste batterijrestladingsindicatie worden aangegeven.
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter is geworden, is
waarschijnlijk het einde van de
levensduur van de accu bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede
bepaald door de manier waarop deze
wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
• Zelfs als u de accu gedurende een lang
tijd niet denkt te gebruiken, dient u deze
volledig op te laden en de lading eenmaal
per jaar volledig op te gebruiken. Haal de
accu van de camera af en bewaar deze op
een droge, koele plaats. Op deze manier
zal de accu naar behoren blijven werken.
• Om de accu helemaal leeg te maken in de
camera, laat u POWER aan staan in de
diavoorstelling-weergavefunctie
(blz. 63) totdat de camera wordt
uitgeschakeld.
• Bewaar en transporteer de accu altijd in
de accuhouder om te voorkomen dat de
accupolen vuil worden of kortgesloten
worden.
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
[LCD-scherm]
LCD-scherm
4,6 cm (1,8 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
134 000 (560×240) beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Gebruikte accu
NP-FR1
Voeding 3,6 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen met
het LCD-scherm ingeschakeld)
1,3 W
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
108×51,5×26,6 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 183 g (inclusief accu NP-FR1,
"Memory Stick", en polsriem)
Microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
x AC-LS5/LS5B
netspanningsadapter
Ingangsspanning
100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 11 W, 0,16 A tot 0,09 A
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
Circa 48×29×81 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 130 g exclusief voedingskabel
x NP-FR1 accu
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit4,4 Wh (1 220 mAh)
Aanvullende informatie
Beeldsysteem
9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2,8 – 5,2
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting, Scènekeuze
(9 functies)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Kaarslicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
overeenkomstig JPEG, compatibel
met DPOF
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO ingesteld
op Auto):
0,2 m op 3,5 m (W)
0,3 m op 2,5 m (T)
Multi-aansluiting
USB verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0)
NL
123
x Accessoires
•
•
•
•
•
•
•
•
•
AC-LS5/LS5B netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
NP-FR1 accu (DSC-P100:1, DSC-P120:2)
Batterijhouder (DSC-P100:1, DSC-P120:2)
USB-multikabel (1)
A/V-multikabel (1)
Polsriem (1)
"Memory Stick" (32 MB) (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
• Zachte draagtas (alleen DSC-P120) (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
124
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande beelden
1
2
3
4
5
60min
101
VGA
1/30”
C:32:00
ql
w;
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
+
Return
S AF
125 F3.5 +2.0EV
wd
wf
wg
F Scherpte-indicatie (112)/
Verzadiging-indicatie (112)/
Contrast-indicatie (112)/
AF-illuminator-indicatie (29, 115)
G Lichtmeetmodus-indicatie (55)/
Beeldeffect-indicatie (60)
H Waarschuwsaanduiding lege
batterij (108)
I Aanduiding instelfunctie
handmatige belichting (50)
J Macro-indicatie (26)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Aanvullende informatie
A Opnamemodus-indicatie (58, 59)/
Beeldformaat-indicatie (19)
B Zelfontspanner-indicatie (27)
C AE/AF-vergrendelingsindicatie
(23, 49)
D Batterij-restladingsindicatie (12)
E Witbalans-indicatie (56)/
Modusdraaiknop-indicator (10)/
Flitsmodus-indicatie (28)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (29)
wa
ws
K AF-functie (48)/Indicatie van AFframe van bereikzoeker (47)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(49)
L Dradenkruis van de spot
lichtmeting (56)
M Lange sluitertijd NR-indicatie
(35)/Sluitertijd-indicatie
N Multi Burst-intervalindicatie (59)
O Beeldkwaliteitsindicatie (45)
P Opnamemapindicatie (46)
Q Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (21)
R Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
S Zelfdiagnosefunctie (109)/
Datum/tijd-indicatie (31)
T ISO-richtgetalindicatie (112)
U Histogram-indicatie (54)
V Menu/Gidsmenu (44)
W Diafragmawaarde-indicatie (50)/
EV-niveauwaarde-indicatie (53)
X Trillingswaarschuwing-indicatie
(108)
Y AF-bereikzoekerframe (47)
NL
125
Bij opname van bewegende beelden
1
9
q;
qa
2
3
4
60min
STBY
STD
640
101
00:00:00 [00:28:25]
5
C:32:00
qs
qd
qf
+
6
7
8
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
NL
126
Opnamemodus-indicatie (76)
Batterij-restladingsindicatie (12)
Witbalans-indicatie (56)
Waarschuwsaanduiding lege
batterij (108)
Aanduiding lichtmeetfunctie (55)/
Aanduiding beeldeffecten (60)
Dradenkruis van de spot
lichtmeting (56)
Macro-indicatie (26)
Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (47)/Scherpstellingvoorkeuzewaarde (49)
Beeldformaat-indicatie (76)
Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur] (110)
qg
qh
qj
K Opnamemapindicatie (46)
L Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
M Zelfdiagnosefunctie (109)
N Zelfontspanner-indicatie (27)
O Menu/Gidsmenu (44)
P EV-niveauwaarde-indicatie (53)
Q AF-bereikzoekerframe (47)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij weergave van stilstaande beelden
1
2
3
4
5
60min
M
101
VGA
101
1.3
6
500 F3.5
7
8
BACK/NEXT
A
B
C
D
F
G
H
I
J
K
Beeldformaat-indicatie (19)
Opnamemodus-indicatie (58, 59)
Map-veranderen-indicatie (61)
Beveiligingsindicatie (66)/
Afdrukmarkering (DPOF)indicatie (68)
Zoom-vergrotingsindicatie/
Beeld-voor-beeld-weergaveindicatie (65)
Aanduiding USB-multikabel niet
loskoppelen (72)
EV-niveauwaarde-indicatie (53)/
ISO-richtgetalindicatie (112)
Map-bestandsnummer (86)
PictBridge-aansluitingsindicatie
(70)
Weergavemapindicatie (61)
Opnamemapindicatie (46)
VOLUME
qj
qk
L Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
M Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
N Zelfdiagnosefunctie (109)
O Lichtmeetmodus-indicatie (55)/
Flits-indicatie/Kleurbalansindicatie (56)
P Sluitertijd indicatie (50)/
diafragmawaarde indicatie (50)
Q Histogram-indicatie (54)
R Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (31)/Menu/
Gidsmenu (44)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Aanvullende informatie
E
12/12
C:32:00
+2.0EV
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
127
Bij weergave van bewegende beelden
1
2
3
4
5
6
60min
101
160
101
VOL.
8/8
00:00:12
qs
qd
qf
DPOF
A
B
C
D
E
F
G
H
I
Beeldformaat-indicatie (77)
Opnamemodus-indicatie (77)
Weergave-indicatie (77)
Volume-indicatie (77)
Map-veranderen-indicatie (61)
Weergavemapindicatie (61)
Beeldnummer
Opnamemapindicatie (46)
Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
J Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
NL
128
7
8
9
0
qa
K
L
M
N
Teller (77)
Weergavebeeld (77)
Weergavebalk (77)
Menu/Gidsmenu (44)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Index
Index
A
Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/
weergegeven .............................13, 21, 110
Accu opladen ............................................11, 121
AE .....................................................................23
AE/AF-vergrendeling .................................23, 49
AF-bereikzoekerframe ......................................47
AF-bewaking (Monitor) ...................................48
Afdrukmarkering (DPOF) ................................68
AF-functie ........................................................48
AF-illuminator ..........................................29, 115
AF-vergrendeling .............................................49
Auto Review ...................................................115
Automatisch opnemen van stilstaande
beelden ..............................................10, 47
Automatische instelfunctie ...............................22
Automatische scherpstelling ......................23, 47
Automatische uitschakelingsfunctie .................15
A/V-multikabel .................................................38
B
C
CD-ROM ............................................. 82, 89, 94
Clock Set ................................................. 16, 116
Closeup (macro)-opnamefunctie ..................... 26
Condensvorming ............................................ 118
Contrast ......................................................... 112
D
Daglicht ........................................................... 56
Daglicht-synchro ............................................. 28
Datum en tijd instellen ............................ 16, 115
Diafragmawaarde ............................................ 50
Diavoorstelling ................................................ 63
Digitale zoom .................................................. 24
DPOF ............................................................... 68
E
F
Flitserniveau ............................................ 57, 112
Flitsmodus ....................................................... 28
Fluorescerend ................................................... 56
Formaat veranderen ......................................... 67
Formatteren ...................................................... 42
G
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 14
Gelijkstroomstekker ................................... 11, 14
Geprogrammeerd automatisch opnemen ......... 10
Gloeilamp ........................................................ 57
H
Handmatige belichting ..................................... 50
Het Cyber-shot Station gebruiken ................... 60
Histogram ........................................................ 54
I
ImageMixer VCD2 .......................................... 94
In- en uitschakelen ........................................... 15
Index-scherm ................................................... 36
"InfoLITHIUM" accu .................................... 121
Installeren ............................................ 82, 88, 94
ISO ................................................................. 112
Enkelvoudig scherm ........................................ 36
Enkelvoudige-AF (Single) ............................... 48
EV-afstelling .................................................... 53
Index
Batterij-restladingsindicatie .....................12, 122
Beeld vergroten ................................................62
Beeldeffect ........................................................60
Beelden bekijken op een TV-scherm ................39
Beelden bekijken op het LCD-scherm .............36
Beelden bekijken op uw computer ...................86
Beelden kopiëren naar uw
computer ...............................84, 85, 90, 92
Beeldformaat ..............................................19, 20
Beeldkwaliteit .............................................20, 45
Bestandsnamen ................................................ 86
Beveiliging ....................................................... 66
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm .......................................... 77
Bewegende beelden wissen ............................. 78
Bewolkt ............................................................ 56
Burst ................................................................ 58
B&W ............................................................... 60
NL
129
J
N
S
JPG .................................................................. 87
Netspanningsadapter .................................. 11, 14
NTSC-systeem ......................................... 39, 116
Scènekeuze ...................................................... 32
Schemerfunctie ................................................ 32
Schemer-portretfunctie .................................... 32
Schermweergave ...................................... 30, 125
Scherpstellen .................................................... 47
Scherpstelling-voorkeuze ................................. 49
Scherpte ......................................................... 112
SEPIA .............................................................. 60
SET UP .................................................... 45, 115
Slimme-zoomfunctie ........................................ 24
Sluitertijd ......................................................... 50
Sneeuwfunctie .................................................. 33
Spot lichtmeting ............................................... 55
Stilstaande beelden wissen .............................. 40
Strandfunctie .................................................... 33
K
Kaarslichtfunctie ............................................. 33
Knippen van bewegende beelden .................... 79
Korte-sluitertijdfunctie .................................... 33
L
Landschapsfunctie ........................................... 32
Lange sluitertijd NR ........................................ 35
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ................ 30
LCD-achterverlichting ................................... 116
Levensduur van de batterijen ................... 13, 122
Lichtmeetmodus .............................................. 55
Lichtmeting met meerdere patronen ................ 55
M
Map ............................................................ 46, 61
Memory Stick .......................................... 42, 120
"Memory Stick" aanbrengen ........................... 18
Menu-instellingen .................................... 44, 111
Midden-AF ...................................................... 47
Modusdraaiknop ........................................ 10, 16
MPG ................................................................ 87
Multi AF .......................................................... 47
Multi Burst ...................................................... 59
Multipoint AF .................................................. 47
NL
130
O
Onderverdelen ................................................. 79
Oplaadtijd ........................................................ 12
Opnemen van bewegende beelden ................... 76
Opslagbestemming van bestanden ................... 86
P
PAL-systeem ............................................ 39, 116
PictBridge ........................................................ 70
Picture Package ................................................ 88
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 116
Precizie digitale zoom ..................................... 25
Projecteren van de datum en tijd ..................... 31
PTP .................................................... 81, 93, 116
Q
T
Toegangslampje ............................................... 18
Trimmen ........................................................... 63
TV-kleursysteem .............................................. 39
Quick Review .................................................. 24
R
Regelknop .............................................. 9, 15, 44
Reiniging ....................................................... 117
RESET-toets .................................................... 96
Resterende opname/weergave-tijd ........... 12, 110
Roteren ............................................................. 64
U
USB-bus ..................................................... 70, 83
USB-modus ...................................................... 81
USB-multikabel ......................................... 70, 83
USB-stuurprogramma ...................................... 82
USB-verbinding ......................................... 70, 83
V
Vermindering van het rode-ogeneffect .............29
Verzadiging .....................................................112
VGA .................................................................20
Voorzorgsmaatregelen ....................................117
Vuurwerkfunctie ...............................................33
W
Waarschuwingen en meldingen ......................107
Weergavezoom .................................................62
Witbalans ..........................................................56
Z
Zachte-opname-modus .....................................32
Zelfdiagnosefunctie ........................................109
Zelfontspanner ..................................................27
Zoeker ...............................................................30
Zoom ................................................................24
Index
NL
131
Gedruckt auf 100%
Recyclingpapier mit Druckfarbe
auf Pflanzenölbasis ohne VOC
(flüchtige organische Bestandteile).
3091477410
Gedrukt op 100%
kringlooppapier met VOC
(vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis
van plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.