Documenttranscriptie
2-548-269-41 (1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
DE
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera sorgfältig
durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
DSC-T3/T33
© 2004 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
NL
2
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter
dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Lees dit eerst
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen,
is het verstandig om eerst een proefopname te
maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat de
camera naar behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen,
kunnen worden weergegeven op andere
apparatuur, of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of bewerkt, kunnen
worden weergegeven op deze camera.
Auteursrechten
Televisieprogramma’s, films, videobanden
en ander materiaal kunnen beschermd zijn
met auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd
zijn met de wetten op de auteursrechten.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met de "Memory Stick Duo"
of aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
NL
NL
3
NL
4
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en lens
Maak het venster van de flitser
schoon vóór deze te gebruiken
Stel de camera niet bloot aan zand
of stof
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker
zijn vervaardigd met behulp van
precisietechnologie waardoor meer dan
99,99% van de pixels operationeel is. Soms
kunnen er op het LCD-scherm en in de LCDzoeker echter kleine zwarte en/of heldere
puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent
zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen
enkele invloed op het opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij
een venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Het
scherm kan ongelijkmatig zijn en daardoor een
storing veroorzaken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden
op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de
flitser kan eventueel vuil op het venster van de
flitser doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Laat de camera niet nat worden
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden, moet u erop
letten dat de camera niet nat wordt. Water
dat de camera binnendringt, kan een storing
veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden
verholpen. Wanneer er condensvorming optreedt,
zie pagina 129 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd
of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk
dat de camera dan niet goed kan opnemen of
weergeven.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem
dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
Afbeeldingen
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing
betreffen steeds de DSC-T3 tenzij anders is
aangegeven.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing
gebruikt worden als voorbeelden, zijn
gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk
met deze camera zijn opgenomen.
NL
5
Alvorens u de camera gaat gebruiken
"Memory Stick" die compatibel
zijn met deze camera
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt is de "Memory Stick Duo".
Er zijn twee formaten "Memory Stick".
Kies het formaat "Memory Stick" dat in
uw camera past.
"Memory Stick Duo" (formaat dat in deze
camera past)
"Memory Stick"
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick Duo", zie pagina 131.
• "Memory Stick PRO" en "Memory Stick
PRO Duo" kunnen alleen worden gebruikt in
apparaten die compatibel zijn met "Memory
Stick PRO".
• Zie bladzijde 28 of 120 voor het aantal beelden
dat kan worden opgeslagen met deze camera.
NL
6
Een "Memory Stick Duo" gebruiken
in een apparaat dat compatibel is
met "Memory Stick"
Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo"
in de bijgeleverde Memory Stick Duoadapter steekt.
Memory Stick Duo-adapter
Over de "InfoLITHIUM"-accu
De accu voor het eerst gebruiken
U moet de bijgeleverde NP-FT1 accu eerst
opladen (blz. 14).
Opnieuw opladen
De accu kan worden opgeladen, zelfs als
deze nog niet geheel leeg is. Bovendien
kan de accu worden gebruikt als deze
slechts gedeeltelijk is opgeladen.
De levensduur van de accu
verlengen
Wanneer u de camera gedurende een lange
tijd niet gaat gebruiken, schakelt u de
camera uit, haalt u de accu eruit en bewaart
u deze op een koele plaats om de werking
van de accu niet te schaden (blz. 133).
• Zie bladzijde 132 voor verdere informatie over
de "InfoLITHIUM"-accu.
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick",
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO Duo",
, "MagicGate" en
zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Picture Package is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows Media
en DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere
landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac,
iBook, PowerBook, Power Mac en eMac
zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
• Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Intel Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn
in het algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
7
Inhoud
Lees dit eerst ............................................. 3
Alvorens u de camera gaat gebruiken ....... 6
Onderdelen .............................................. 10
Camera ................................................ 10
Cyber-shot Station .............................. 12
Voorbereidingen
Opladen van de accu ............................... 14
Gebruik van de netspanningsadapter ...... 19
Gebruik van de camera in het buitenland ... 19
In- en uitschakelen van de camera .......... 20
Gebruik van de regelknop ....................... 20
De datum en tijd instellen ....................... 21
De taalinstelling wijzigen ....................... 23
Opnemen van stilstaande
beelden
NL
8
Plaatsen en verwijderen van een
"Memory Stick Duo" ...................... 24
Instellen van het beeldformaat van de
stilstaande beelden .......................... 25
Beeldformaat en -kwaliteit ...................... 26
Het aantal stilstaande beelden dat
opgeslagen kan worden .................. 28
Basisopname van stilstaande beelden
— Met automatische regeling ........ 29
Controleren van het laatst opgenomen
beeld — Quick Review................... 32
Indicaties op het LCD-scherm tijdens
het opnemen ................................... 32
Gebruik van de zoomfunctie ............... 33
Opnemen van close-up — Macro ....... 35
Zelfontspanner gebruiken ................... 36
Een flitsmodus kiezen ......................... 37
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld ............................... 38
Opnemen in overeenstemming met de
situatie — Scènekeuze.................... 40
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera....................................... 44
Beelden bekijken op een TV-scherm ...... 46
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen........................................ 49
Formatteren van een
"Memory Stick Duo" ...................... 51
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ................................ 53
De menu-instellingen wijzigen ........... 53
De onderdelen van het Setup-scherm
wijzigen .......................................... 54
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen.............................................. 54
Een map aanmaken of kiezen ................. 55
Een nieuwe map aanmaken ................ 55
De opnamemap veranderen ................ 56
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen.............................................. 57
Een scherpstelbereik-zoekerkader
kiezen
— AF-bereikzoeker ........................ 57
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie .................................. 58
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze .......... 59
Belichting regelen
— EV-instelling .............................. 60
Een histogram afbeelden .................... 61
Keuze van de lichtmeetfunctie ................ 62
Drie beelden opnemen met verschoven
belichting
— Exposure Bracket ...................... 63
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ................................... 65
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau .............................. 66
Continu opnemen .................................... 66
16 Frames achter elkaar opnemen
— Multi Burst ................................ 67
Opnemen met speciale effecten
— Beeldeffect ................................. 68
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven ... 69
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten ......................................... 70
Een beeld vergroten
— Weergavezoom........................... 70
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen .................................... 71
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling .......................... 71
Stilstaande beelden roteren ..................... 72
Beelden opgenomen in de Multi Burst
functie weergeven ........................... 72
Continu weergeven ............................. 73
Frame-voor-frame weergeven ............. 73
Beelden beveiligen
— Beveiliging ................................ 74
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen ................... 75
Stilstaande beelden
afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken ................ 76
Rechtstreeks afdrukken ........................... 77
Beelden afdrukken in een winkel ............ 81
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden .......... 84
Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm ............................................ 85
Bewegende beelden wissen ..................... 86
Knippen van bewegende beelden ............ 87
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van Windows ... 89
Het USB-stuurprogramma
installeren ....................................... 90
De camera aansluiten op de
computer ......................................... 91
Beelden kopiëren ................................ 92
Bekijken van de beelden op uw
computer ......................................... 94
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen................................ 95
Beeldbestanden bekijken met de camera
nadat ze naar de computer zijn
gekopieerd ...................................... 97
Installeren van "Picture Package" en
"ImageMixer VCD2" ...................... 97
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ........................... 99
"Picture Package" gebruiken ............ 100
Beelden afdrukken ............................ 102
Beelden kopiëren naar uw computer
—Voor gebruikers van
Macintosh ..................................... 102
"ImageMixer VCD2" gebruiken ....... 104
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen ........................ 106
Waarschuwingen en meldingen ............ 116
Zelfdiagnosefunctie .............................. 119
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur .............................. 120
Menuonderdelen ................................... 121
SET UP-onderdelen .............................. 125
Voorzorgsmaatregelen ...............................128
"Memory Stick" .................................... 131
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ... 132
Opmerkingen over het onderwaterhuis ... 134
Technische gegevens ............................. 134
LCD-scherm.......................................... 136
Index
Index ..................................................... 141
NL
9
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
POWER-toets (20)
POWER-lampje (20)
Gleuf voor de accu (14)
Camera
Gleuf voor de "Memory Stick
Duo" (24)
1
9
2
0
qa
qs
Batterij/"Memory Stick Duo"deksel
Accu-valpreventielip (14)
Multi-aansluiting (16, 19)
Accu-uitwerphendel (14)
Sluiterknop (29)
Microfoon (84)
Flitser (37)
qd
3
5
4
6
7
8
NL
10
Lens
Zelfontspannerlampje (36)/
AF-illuminator (38, 125)
1
8
2
9
0
Luidspreker
3
4
Modusschakelaar (21, 121)
: Voor het opnemen van
bewegende beelden
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden
: Voor het bekijken of
bewerken van beelden
qa
5
6
7
qs
/CHG-lampje (oranje) (15)
Voor opnemen: Zoomtoetsen
(W/T) (33)
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets (70)/
(Index) toets (45)
(Display/LCD-achtergrondverlichting aan/uit)-toets
(32)
LCD-scherm
Voor informatie over de onderdelen van het
LCD-scherm, zie pagina 136 tot 139.
MENU-toets (53, 121)
(Beeldformaat/Wissen)toets (25, 49)
Oog voor polsriem
Vastmaken van de riem
Wij adviseren u de polsriem te bevestigen
om te voorkomen dat de camera valt.
Toegangslampje (24)
Regelknop
Menu aan: //// (20)/
Menu uit: / // (37/36/32/35)
RESET-toets (106)
NL
11
Cyber-shot Station
Dit wordt gebruikt bij het opladen van de
accu of als u de camera wilt aansluiten op
een tv, computer, enz.
De camera aansluiten
Een statief bevestigen
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Sluit de camera aan op het Cyber-shotstation met behulp van de bijgeleverde
camerahouder voor een statief.
1
• Lees de gebruiksaanwijzing van het statief dat
u wilt gebruiken voor de bevestigingsmethode
van het statief.
2
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
De camera loskoppelen
3
4
5
Aansluiting van de camera
(USB)-aansluiting (91)
DC IN-aansluiting (15)
A/V OUT (MONO) aansluiting (46)
NL
12
Statiefaansluiting (op onderkant)
Pak de camera en het Cyber-shot-station
(bijgeleverd) vast, zoals afgebeeld, en
koppel de camera los.
De camerahouder voor een statief
bevestigen
Sluit de camera aan op het Cybershot-station en bevestig daarna de
camerahouder voor een statief in de
richting van de pijl totdat deze vastklikt.
De camerahouder voor een statief
eraf halen
Druk de knoppen in en trek de
camerahouder voor een statief eraf, zoals
afgebeeld, en koppel daarna de camera los
van het Cyber-shot-station.
2
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Als het statief een grotere
schroeflengte heeft, kan het Cyber-shot-station
niet stevig worden bevestigd op het statief en
kan het Cyber-shot-station worden beschadigd.
• Bevestig het statief zodat de camera stabiel
staat. Als u opneemt terwijl de camera niet
stabiel staat, kan de camera vallen met
beschadiging of storing als gevolg.
• Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld
voordat u deze op het Cyber-shot-station
aansluit of van het Cyber-shot-station
loskoppelt.
• Koppel de camera niet los van het
Cyber-shot-station terwijl de USBaansluiting in gebruik is.
Zie op bladzijde 92 (Windows) of
op bladzijde 103 (Macintosh) om de
USB-verbinding te verbreken.
NL
13
Opladen van de accu
Accu-valpreventielip
Accuuitwerphendel
1
Open het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Druk de accu-uitwerpknop in
de richting van de pijl.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
De accu-valpreventielip opent naar u toe.
• Schakel uw camera uit wanneer u de
accu oplaadt (blz. 20).
• Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NPFT1 accu (type T) (bijgeleverd). U kunt alleen
een type T accu gebruiken (blz. 132).
NL
14
2
3
Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
Gleuf voor de accu
Plaats de accu dusdanig,
dat de punt van de
-symbolen, op de
zijkant van de accu,
wijst naar de punt van
het -symbool op de
gleuf voor de accu.
4
DC IN-bus
Gelijkstroomstekker
Naar een stopcontact
Netspanningsadapter
Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC
IN-aansluitbus van het Cybershot-station (bijgeleverd).
Sluit de gelijkstroomstekker aan met het
teken omhoog.
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp, omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter
niet met een vuile stekker. Als u de
netspanningsadapter met een vuile stekker
gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed
wordt geladen.
5
Netsnoer
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter aan op
een stopcontact.
Voorbereidingen
Cyber-shotstation
6
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Controleer dat de camera goed aangesloten
is op het Cyber-shot-station.
Het /CHG-lampje licht op wanneer het
opladen begint.
NL
15
De netspanningsadapter
loskoppelen van het Cybershot-station
/CHG-lampje
Houd de gelijkstroomstekker van het
Cyber-shot-station vast zoals afgebeeld en
koppel de kabel los.
Het /CHG-lampje gaat uit wanneer het
opladen klaar is.
• Nadat het opladen klaar is, koppelt u de camera
los van het Cyber-shot-station.
De accu opladen met alleen de
netspanningsadapter
U kunt de accu opladen zonder het Cybershot-station, bijvoorbeeld wanneer u op
reis bent. Sluit de gelijkstroomstekker van
de netspanningsadapter aan op de camera
met de aanduiding in de afgebeelde
richting.
Netspanningsadapter
Multi-aansluiting
Naar stopcontact
Gelijkstroomstekker
Netsnoer
Gelijkstroomstekker
• Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 20).
• Leg de camera zo neer dat het LCD-scherm
omhoog wijst.
• Nadat de accu is opgeladen, koppelt u de
netspanningsadapter los van zowel de multiaansluiting op de camera als het stopcontact.
NL
16
De accu verwijderen
Voorbereidingen
Accu-restladingsindicatie
De accu-restladingsindicatie op het
LCD-scherm geeft aan hoeveel tijd er nog
beschikbaar is voor opnemen of bekijken.
Restladingsindicatie
60min
Resterende tijd
• Het is mogelijk dat de aangegeven resterende
tijd niet juist is vanwege de omstandigheden of
vanwege de omgeving.
Oplaadtijd
Benodigde tijd (bij benadering) om een
volledig ontladen accu op te laden met
behulp van de netspanningsadapter bij een
temperatuur van 25 °C.
Accu
Open het deksel van de accu/"Memory
Stick Duo" en de accu-valpreventielip,
houd daarna de camera zodanig dat deze
omlaag wijst en haal de accu eruit.
• Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
Oplaadtijd (min.)
NP-FT1 (bijgeleverd) Circa 150
• De oplaadtijd kan langer worden afhankelijk
van de gebruiksonstamdigheden en de
omgeving.
NL
17
Aantal beelden dat kan
worden opgenomen/
weergegeven en levensduur
van de accu
De tabel geeft bij benadering de levensduur
van de accu en het aantal beelden aan dat
kan worden opgenomen/weergegeven
wanneer u beelden opneemt in de normale
functie met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een temperatuur van
25 °C. Het aantal beelden dat kan worden
opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo"
te wisselen, indien noodzakelijk. De
werkelijke aantallen kunnen lager zijn al
naar gelang de omstandigheden.
• Het accuvermogen wordt minder naarmate
u de accu meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 133).
NL
18
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde
omstandigheden1)
Bekijken van stilstaande
beelden2)
Beeldformaat
NP-FT1 (bijgeleverd)
Aantal
beelden
Levensduur van
accu (min.)
Circa 3800
Circa 180
VGA (E-Mail) Circa 3800
Circa 180
5M
AchtergrondBeeld- verformaat lichting
van het
LCDscherm
Aantal
beelden
5M
Aan
Circa 180 Circa 90
NP-FT1 (bijgeleverd)
Uit
Circa 210 Circa 105
Aan
Circa 180 Circa 90
LSD-scherm LCD-achtergrondverAan
lichting Uit
Uit
Circa 210 Circa 105
VGA
(EMail)
1)
Levensduur
van accu
(min.)
NP-FT1 (bijgeleverd)
2)
Weergeven van enkelbeelden op volgorde met
tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden3)
Opnemen in de volgende situaties:
–
(P.Quality) staat op [Fine]
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste
W- en T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan
en uit gaat
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Single]
op het Setup-scherm
De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Circa 80 min.
3)
Circa 100 min.
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de
volgende omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] op het Setup-scherm
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] op het Setup-scherm
– Wanneer de batterij zwak is
Gebruik van de netspanningsadapter
1
Netspanningsadapter
Gelijkstroomstekker
Naar een stopcontact
2
Netsnoer
Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de multiaansluiting van de camera.
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op
een stopcontact.
Leg de camera zo neer dat het LCDscherm omhoog wijst.
Sluit de gelijkstroomstekker aan, met de
aanduiding naar boven.
• Gebruik de netspanningsadapter niet in een
nauwe ruimte, zoals tussen een muur en
meubels.
• Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, koppelt u deze los van de
multi-aansluiting van de camera, en trekt u de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
• Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in alle landen
en gebieden gebruiken met de
netspanningsadapter/netsnoer (bijgeleverd)
tussen 100 V en 240 V wisselspanning van
50/60 Hz. Als de stekker van de adapter
niet in het stopcontact [a] past, moet u een
in de handel verkrijgbaar verloopstuk [b]
gebruiken.
Voorbereidingen
Multi-aansluiting
Gebruik van de camera
in het buitenland
AC-LM5/LM5A
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
NL
19
In- en uitschakelen van de camera
POWER-lampje
POWER-toets
Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 21).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje gaat uit en de camera is nu
uitgeschakeld.
NL
20
Automatische
uitschakelingsfunctie
Wanneer u de camera tijdens het opnemen
of bekijken of tijdens het uitvoeren van
Setup gedurende circa drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de accu te sparen. De
automatische uitschakelingsfunctie werkt
alleen wanneer de camera op een accu
wordt bediend. In de volgende situaties zal
de camera ook niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
• Wanneer een stekker in de (USB-)
aansluiting of de A/V OUT (MONO)
aansluiting zit met de camera
aangesloten op het Cyber-shot-station
Gebruik van de
regelknop
Camera 1
1
2
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
MENU
SELECT
1
File Number:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
Setup 2
2
1
USB Connect:
Video Out:
OK
Clock Set:
Cancel
2
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het
Setup-scherm (blz. 54) op en gebruikt u
de regelknop om de veranderingen aan te
brengen.
Voor instelling van een menuonderdeel
drukt u op /// op de regelknop
om het gewenste onderdeel en instelling
te kiezen, en de instelling te realiseren.
Voor instelling van een Setup-onderdeel
drukt u op /// op de regelknop om
het gewenste onderdeel en instelling te
kiezen, en drukt u vervolgens op om de
instelling te realiseren.
De datum en tijd instellen
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 /
Voorbereidingen
Modusschakelaar
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
12 : 00
2004 / 1 /
OK
AM
Cancel
1
12 : 00
OK
AM
Cancel
POWER-toets
1
Zet de modusschakelaar in de
stand .
• Om de datum en tijd te veranderen
op het Setup-scherm, kiest u [Clock
Set] in 2 (Setup 2) (blz. 54 en 127),
en volgt u de procedure vanaf stap
.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
of
staat.
2
Druk op POWER om de
camera in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
Kies de gewenste
datumweergave met / op de
regelknop en druk daarna op
.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare batterij (blz. 129),
die de stroom levert voor het opslaan van
de tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap
hierboven.
NL
21
Clock Set
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 /
1
12 : 00
2005 / 1 /
OK
AM
Cancel
4
Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met / op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met /.
1
NL
2005 / 1 /
10 : 00
OK
AM
Cancel
5
1
10 : 30
OK
AM
Cancel
6
Stel de numerieke waarde
in met / op de regelknop
en druk daarna op de
om de ingestelde waarde te
bevestigen.
Kies [OK] met op de
regelknop en druk daarna op
.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat /
naar het volgende onderdeel. Herhaal
stap en totdat alle onderdelen zijn
ingesteld.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met /// op
de regelknop en daarna drukt u op .
• Indien u bij stap [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
• Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
22
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
De taalinstelling wijzigen
Voorbereidingen
U kunt een gewenste taal kiezen voor
de schermen met menuonderdelen,
waarschuwingen en meldingen.
Om de taalinstelling te veranderen, kiest
u (Language) in
(Setup 1) in het
Setup-scherm (blz. 54 en 126), en kiest u
de gewenste taal.
1
NL
23
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick Duo"
1
Open het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
• Bij gebruik van deze camera is de
Memory Stick Duo-adapter (bijgeleverd)
niet noodzakelijk.
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick Duo", zie blz. 131.
NL
24
Kant met aansluitingen
Toegangslampje
2
3
Plaats de "Memory Stick Duo".
Steek een "Memory Stick Duo" helemaal
naar binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst en deze helemaal in
de aansluiting steekt. Als de "Memory Stick
Duo" niet juist in de camera is geplaatst, kan
het onmogelijk zijn de beelden op de "Memory
Stick Duo" op te nemen of weer te geven.
Bovendien kan dit leiden tot een storing in
zowel de camera als de "Memory Stick Duo".
Sluit het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick
Duo"
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick Duo" en duw tegen de "Memory
Stick Duo" zodat deze eruit springt.
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze
een beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick Duo" nooit verwijderen
en nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden
Modusschakelaar
5M
5M
5M
3:2
1
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
3M
1M
VGA(E-Mail)
Image Size
VGA
3
2
Druk op
Opnemen van stilstaande beelden
3:2
3M
1M
VGA(E-Mail)
Image Size
(Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 26.
Kies het gewenste
beeldformaat met / op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken
van instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu Image
Size van het LCD-scherm verdwijnt.
• Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
NL
25
Beeldformaat en -kwaliteit
Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een
maximuminstelling en een minimuminstelling aan.
2592
640
1944
NL
26
Korte beschrijving van het beeldformaat
480
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de
hand van het soort beelden dat u wilt
opnemen.
Het beeldformaat wordt aangegeven
door het aantal pixels (beeldpunten)
(horizontaal × verticaal), waaruit een
beeld is opgebouwd. Bijvoorbeeld, een
beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft
aan dat er horizontaal 2592 pixels en
verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker
het aantal pixels, des te groter het
beeldformaat.
U kunt kiezen uit Fine (hoge)
beeldkwaliteit of Standard (normale)
beeldkwaliteit. Bij elk wordt een andere
mate van comprimeren gebruikt.
Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit
verhoogd bij vergroting van het
beeldformaat, echter de gegevensopslag
wordt ook vergroot wat betekent dat
u minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick Duo". Raadpleeg de
tabel aan de rechterzijde en kies het
beeldformaat en de beeldkwaliteit dat
geschikt is voor het soort beelden dat u
wilt opnemen.
Grootte weergave
5M 5M
2592 pixels × 1944 pixels = 5.038.848 pixels
Grootte weergave
VGA (E-Mail) VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Voorbeelden m.b.t. beeldformaat
Beeldformaat
1)
5M (2592×1944)
Gebruiksadvies
Groter
3:22) (2592×1728)
• Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken op
A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden met
een hoge resolutie
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
VGA (E-Mail)
(640×480)
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat
Kleiner
• Voor het opnemen van een groot aantal beelden
• Voor het versturen van beelden met e-mailberichten, of
voor het maken van een homepage
1)
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
2)
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit
Fine
Minimaal
comprimeren (ziet er
beter uit)
Gebruiksadvies
Opnemen van stilstaande beelden
Beeldkwaliteit
(Mate van comprimeren)
• Voor opnamen of afdrukken met een hogere beeldkwaliteit.
Standard
Maximaal
comprimeren
(normaal)
• Voor een groot aantal opnamen.
NL
27
Het aantal stilstaande beelden dat opgeslagen kan worden
Het aantal beelden dat op een opgeslagen kan worden "Memory
Stick Duo"1)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling [P.Quality] [Fine]
([Standard])2) wordt hieronder aangegeven.
• Onderstaande tabel laat bij benadering het aantal beelden zien dat kan worden opgenomen op een
"Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
1)
16MB
32MB
64MB
128MB
256MB
512MB
5M
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
3:2
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
3M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
1M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
VGA (E-Mail)
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat.
Voor het aantal beelden dat in andere instellingen kan worden opgeslagen, zie blz.120.
2)
Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz.54.
NL
28
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven
op deze camera, kan het display anders zijn
dan het werkelijke beeldformaat.
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van
de camera worden bekeken, zijn ze allemaal
even groot.
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen kan verschillen afhankelijk van de
opnamefunctie, opnameomstandigheden en
onderwerp.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op
te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
• Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (Beeldformaat-instelfunctie, blz.
75).
Basisopname van stilstaande beelden — Met automatische regeling
Op de juiste manier
vasthouden van de camera
Modusschakelaar
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Als u een foto maakt met de camera moet
u ervoor zorgen dat u de zoomlens, de
zoeker, de flitser of de luidspreker niet met
uw vingers blokkeert. (blz. 10)
Opnemen van stilstaande beelden
1
2
Houd de camera stevig
met beide handen vast en
positioneer het onderwerp
in het midden van het
scherpstelframe.
• De minimaal vereiste afstand voor
scherpstelling op een onderwerp bedraagt circa
50 cm. Om onderwerpen op te nemen die zich
dichterbij bevinden, gebruikt u de close-up
(macro)-opnamefunctie (blz. 35).
• Het frame, aangegeven op het LCD-scherm,
laat het instelbereik van de scherpstelling zien
(AF-bereikzoeker, blz. 57).
NL
29
60min
S AF
3
VGA FINE 101
30 F3.5
AE/AF-vergrendelingsindicatie
Knippert groen
Is aan
NL
VGA
101
95
S AF
4
Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
Druk de sluiterknop volledig
in.
De pieptoon klinkt, maar het beeld
is nog niet opgenomen. Wanneer de
AE/AF-vergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick
Duo". Het opgenomen beeld wordt
gedurende ongeveer twee seconden
afgebeeld (Auto Review, blz. 125).
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het
opnemen geannuleerd.
• U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als
de camera geen pieptoon laat horen, maar er
wordt dan niet goed scherpgesteld.
• Wanneer op het Setup-scherm [Beep] is
ingesteld op [Off] zal geen pieptoon klinken
(blz. 126).
30
60min
96
• Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een
tijdje niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 20).
Modusschakelaar
Program
Auto
Camera
Geprogrammeerd opnemen van
stilstaande beelden [Program]
De noodzakelijke instellingen
worden automatisch gemaakt, zoals
bij het automatisch opnemen van
stilstaande beelden, maar u kunt ook de
scherpstellingen en andere instellingen
naar wens veranderen. Daarnaast kunt u
ook de gewenste opnamefuncties instellen
met behulp van menu’s (blz. 53 en 121).
De opnamemethode
omschakelen
1 Zet de modusschakelaar in de stand
2 Druk op MENU.
3 Kies
(Camera) met op de
.
Opnemen van stilstaande beelden
Wanneer u de modusschakelaar op
zet, veranderen de functies die u kunt
gebruiken als volgt volgens
(Camera)
op het menu.
regelknop.
4 Kies het gewenste opnamefunctie met
/ op de regelknop.
Mode
Automatisch opnemen van
stilstaande beelden [Auto]
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld voor
gemakkelijk opnemen. Bovendien wordt
de beeldkwaliteit ingesteld op [Fine]
(blz. 54), wordt het AF-bereikzoekerframe
ingesteld op [Multi AF], en wordt de
lichtmeetfunctie ingesteld op lichtmeting
met meerdere patronen [Multi] (blz. 57
en 62).
Alleen
(Camera), [Mode] (REC Mode)
en
(Setup) verschijnen op het menu.
(Vergrootglasfunctie) (blz. 40)
(Schemerfunctie) (blz. 40)
(Schemer-portretfunctie) (blz. 40)
(Landschapsfunctie) (blz. 40)
(Sneeuwfunctie) (blz. 41)
(Strandfunctie) (blz. 41)
(Korte-sluitertijdfunctie) (blz. 41)
(Vuurwerkfunctie) (blz. 41)
(Kaarslichtfunctie) (blz. 41)
NL
31
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp
op te nemen waarop moeilijk
scherpgesteld kan worden, gaat de
AE/AF-vergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient
u de sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van
de camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel
of een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
NL
32
Er zijn twee automatische scherpstellingsfuncties: "AF-bereikzoekerframe" waarbij
scherpstelling plaats vindt d.m.v. de positie
en de grootte van het onderwerp, en de
"Automatische scherpstelling" waarmee de
begintijd en stoptijd van de scherpstelling
ingesteld wordt. Zie blz. 57 voor verdere
informatie.
60min
VGA
101
Indicaties op het LCD-scherm
tijdens het opnemen
8/8
Review
101-0029
2005 1 1 10:30PM
RETURN
Druk op () op de
regelknop.
Bij elke druk op
, verandert de
indicatie in de hierna aangegeven volgorde.
Om terug te keren naar de normale
opnamefunctie, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op ().
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 136.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 61.
• U kunt de resterende accutijd verlengen
door de LCD-achtergrondverlichting uit te
schakelen.
• Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit LCD-achtergrondverlichting
uit Indicaties aan
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt
1 Druk op
(Wissen).
2 Kies [Delete] met op de regelknop en
druk daarna op .
Het beeld wordt gewist.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort
na het begin van de weergave, het beeld er
korrelig uitzien.
Gebruik van de zoomfunctie
Histogram aan (Beeldinformatie kan ook
worden afgebeeld tijdens weergave.)
60min
W
VGA
1.1
101
VGA
T
60min
101
96
W
5.0
VGA
T
101
96
96
S AF
S AF
S AF
Indicaties uit
Optische zoom
Druk op de zoomknoppen om
de gewenste zoomstand voor
de opname te kiezen.
S AF
LCD-achtergrondverlichting uit
Indicaties aan
60min
S AF
VGA
101
96
Uw camera is uitgerust met de volgende
zoomfuncties.
De vergrotingsmethode en de zoomvergrotingsfactor verschillen afhankelijk van
het beeldformaat en de soort zoomfunctie.
Kies daarom de zoomfunctie aan de hand
van het doel van de opname.
Opnemen van stilstaande beelden
60min
Zoom
W (groothoek- T (teleopnamen)
opnamen)
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak voor
beide W/T standen.
• U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet veranderen
(blz. 84).
De telefoto- en groothoek-instellingen
worden met benhulp van de lens
gemaakt op dezelfde manier als bij een
conventionele camera.
De maximale optische zoomvergroting is
3×.
Digitale zoom
Deze camera is uitgerust met de volgende
twee soorten digitale zoomfuncties.
Slimme-zoomfunctie
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor in
de slimme-zoomfunctie hangt af van het
gekozen beeldformaat, zoals afgebeeld in
de volgende tabel.
NL
33
Precisie-digitale-zoomfunctie
Alle beeldformaten worden vergroot
tot een maximum van 6×. Met precisie
digitale zoom kunt u een bepaald deel van
het beeld uitknippen en vergroten, maar de
beeldkwaliteit verslechtert.
Optische zoom
Maximale
slimmeBeeldzoomverformaat
grotingsfactor
Precisie digitale
zoom
Maximale
precisie-digitale-zoomvergrotingsfactor
5M
—*
6×
3:2
—*
6×
3M
Circa 3,8×
6×
1M
Circa 6,1×
6×
VGA
(E-Mail)
Circa 12×
6×
* De maximale optische zoomvergroting is 3×.
NL
34
• De maximale slimme-zoom- en precisiedigitale-zoomvergrotingsfactoren zijn inclusief
de optische zoomvergrotingsfactor.
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• U kunt slimme zoom niet gebruiken in de
Multi Burst-functie.
Instellen van digitale zoom
Stel [Digital Zoom] in op [Smart] of
[Precision] op het Setup-scherm (blz. 125).
(Bij aankoop van uw camera staat [Digital
Zoom] ingesteld op [Smart].)
Wanneer u op de zoomtoets drukt,
verschijnt de zoomvergroting-indicatie op
het LCD-scherm als volgt.
De W-kant van deze lijn is de optische
zoom en de T-kant is de digitale zoom
Zoomvergroting-indicatie
• De zoomvergroting-indicatie verandert al naar
gelang het type zoom.
– Optische zoom:
– Slimme zoom:
– Precisie digitale zoom:
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom.
De
,
of
indicaties knipperen en
de automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
Opnemen van close-up — Macro
60min
VGA
101
96
Opnemen van stilstaande beelden
• Wij adviseren u Punt-AF te gebruiken
(blz. 57).
• Om van nog dichterbij op te nemen dan
mogelijk in de closeup (macro)-opnamefunctie,
gebruikt u de
(vergrootglasfunctie)
(blz. 40).
S AF
1
De close-up (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt
u onderwerpen opnemen op een minimale
afstand van slechts 8 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal
naar de W-kant gebracht.
Wanneer de zoom helemaal naar de Wkant is gebracht:
Circa 8 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de Tkant is gebracht:
Circa 25 cm van het lensoppervlak
Zet de modusdraaiknop in de
stand
en druk op ( ) op
de regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie) vergroot (blz. 125).
(macro-
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
staat.
• U kunt deze functie niet gebruiken wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op
(Vergrootglasfunctie),
(Schemerfunctie),
(landschapsfunctie), en
(Vuurwerkfunctie) en (Kaarslichtfunctie).
NL
35
Zelfontspanner gebruiken
60min
VGA
95
S AF
2
NL
36
60min
101
VGA
101
S AF
1
Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop tot halverwege ingedrukt om scherp
te stellen en druk daarna de
sluiterknop helemaal omlaag.
Zet de modusdraaiknop in de
stand
en druk op ( ) op
de regelknop.
Terugkeren naar de normale
opnamefunctie
Druk opnieuw op ( ) op de regelknop.
De indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Wij adviseren u een statief te gebruiken als
u opneemt met de zelfontspanner. Als u de
camera voor opnemen rechtstreeks op een
onstabiele plaats zet, kan de camera vallen en
beschadigd of defect raken.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op
staat.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de scherptediepte zeer
gering en het kan voorkomen dat op het gehele
onderwerp is scherpgesteld.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op onderwerpen
dichtbij.
60min
96
Op het LCD-scherm verschijnt
(zelfontspanner-indicatie) vergroot
(blz. 125).
S AF
VGA
FINE
101
96
30 F3.5
2
Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop tot halverwege ingedrukt om scherp
te stellen en druk daarna de
sluiterknop helemaal omlaag.
Het zelfontspannerlampje (blz. 10)
knippert en een pieptoon klinkt nadat u
op de sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (circa
10 seconden later).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op ( ) op de regelknop. De
indicatie verdwijnt van het LCD-scherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
Een flitsmodus kiezen
60min
VGA
101
96
Zet de modusschakelaar op
en druk herhaaldelijk op
( ) op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Op het LCD-scherm verschijnt de gekozen
flitsmodus-indicatie vergroot (blz. 125).
Bij elke druk op ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• De aanbevolen opnameafstand is met gebruik
van de flitser ongeveer 0,1 m tot 1,7 m (W)/
0,5 m tot 1,6 m (T) (DSC-T3), circa 0,1 m tot
1,6 m (W)/ 0,5 m tot 1,5 m (T) (DSC-T33)
(Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] bij de
menu-instellingen).
• De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de
voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.
• De helderheid van de flitser kunt u, met
(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 66). (U kunt de helderheid van de flitser
niet instellen terwijl
(Camera) is ingesteld
op [Auto] op het menu.)
• Wanneer u de instelling SL (langzame
synchro) of
(niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
• Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert
het /CHG-lampje. Wanneer het opladen is
voltooid, gaat het lampje uit en is de flitsmodus
klaar voor gebruik.
• De instelling van de flitsmodus blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
De flitser gaat vóór het opnemen twee of
meerdere malen af om het rode-ogeneffect
te verminderen.
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] op het
Setup-scherm (blz. 125). De
-indicatie
verschijnt op het LCD-scherm.
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
SL (Langzame synchro): De flitser gaat
altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is
de sluitertijd lang zodat u de achtergrond
die buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
De vermindering van het rode-ogeneffect
duurt ongeveer 1 seconde voordat het beeld
daadwerkelijk wordt opgenomen, dus moet
u de camera stevig vasthouden om trillen te
voorkomen.
Bovendien moet u het onderwerp vragen
stil te blijven staan.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren. Bovendien werkt de functie
voor vermindering van het rode-ogeneffect
effectiever onder felle belichting en op kortere
afstand tot het onderwerp.
NL
37
De datum en tijd opnemen
op een stilstaand beeld
Beelden opnemen met de AFilluminator
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt
rood licht uit wanneer de sluiterknop
halverwege ingedrukt is totdat de
scherpstelling is vergrendeld.
VGA FINE 101
60min
96
ON
S AF
30 F3.5
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het Setup-scherm
(blz. 125).
• Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal
2,4 m (W)/3,7 m (T) wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als
het rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
NL
38
• Wanneer de afstand van de scherpstelling
vooraf is ingesteld (blz. 59), werkt de AFilluminator niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet.
De
,
of
indicaties knipperen en
de automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
• De AF-illuminator werkt alleen wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto], [Program],
(Vergrootglasfunctie),
(Schemerportretfunctie),
(Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of (Kaarslichtfunctie) op het
menu.
• De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang
kan komen, wordt het niet aangeraden om
van dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor
automatisch scherpstellen te kijken.
Program
Auto
Camera
Mode
1
MENU
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen
de datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
• De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm. De huidige datum en tijd worden in
het rood, alleen tijdens weergave, in de rechter
benedenhoek getoond.
• U kunt deze bediening tevens uitvoeren met de
modusschakelaar in de stand
of
.
Camera 1
1
1
2
Setup t
Camera 1
Day&Time
Date
Off
1
2
1
2
Mode
2
Druk op op de regelknop om
naar
te gaan en druk daarna
nogmaals op .
Het Setup-scherm verschijnt.
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Opnemen van stilstaande beelden
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Day&Time
Off
Auto
Off
PAGE SELECT
3
4
Kies
(Camera 1) met op
de regelknop en druk daarna
op .
Kies [Date/Time] met / en
druk daarna op .
1
Kies de gewenste
datumweergave met / op de
regelknop en druk daarna op
.
Day&Time: Datum, uur en minuten worden
op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het
beeld geprojecteerd.
Nadat de instelling klaar is, drukt u eerst
op MENU zodat het menu verdwijnt,
neemt u daarna het beeld op.
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum
en tijd instellen" (blz. 21) op het beeld
geprojecteerd.
• De instelling van de datum en tijd blijft ook na
het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
39
Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze
U kunt opnamen met een beter resultaat
maken door een toepasselijke opnamestand
te kiezen en daarna op de sluiterknop te
drukken.
Vergrootglasfunctie
Het onderwerp verschijnt 3,3× vergroot op
het LCD-scherm. Hierdoor kunt u details
zien die anders moeilijk met het blote ook
te zien zijn.
Afstand tot het
onderwerp
Vergrotingsfactor
1 cm
3,3×
2 cm
2,1×
5 cm
1,0×
10 cm
0,5×
20 cm
0,3×
• De scherpstelafstand tot het onderwerp is circa
1 cm tot 20 cm.
• De optische zoom is vergrendeld op de W-kant
en kan niet worden gebruikt.
• Wanneer u op de zoomknop drukt, wordt het
beeld vergroot met behulp van de digitale
zoom.
1.1
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes
opnemen vanaf grote afstand zonder de
atmosfeer van de donkere omgeving te
verliezen.
NL
• De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
• De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
40
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen.
Voor het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen, zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat.
Korte-sluitertijdfunctie
Gebruik deze functie om bewegende
onderwerpen buitenshuis of op andere
helder verlichte plaatsen op te nemen.
• De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen
opgenomen op donkere plaatsen worden
donkerder.
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of
langs het meer, wordt met deze functie
de blauwe kleur van het water duidelijk
opgenomen.
Kaarslichtfunctie
U kunt opnamen maken op feestjes,
kerkdiensten en andere scènes met
kaarslicht, zonder de ambiance van het
kaarslicht te verstoren.
Opnemen van stilstaande beelden
Sneeuwfunctie
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
• De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Vuurwerkfunctie
U kunt opnamen maken van vuurwerk
in al haar pracht. De afstand voor de
scherpstelling wordt ingesteld op oneindig.
• U kunt de sluitertijd veranderen door een EVwaarde in te stellen (blz. 60).
• De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
NL
41
Program
Auto
Camera
Program
Auto
Camera
Mode
1
MENU
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
WB
ISO
2
Kies
(Camera) met op de
regelknop en kies daarna met
/ de gewenste modus.
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies [Auto] of [Program] met / op de
regelknop.
• De instelling van de scènekeuze blijft ook na
het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
42
Lange sluitertijd NR
Bij opnamen met de scènekeuzefunctie, is de combinatie van functies, zoals de flitserfunctie,
van te voren bepaald om optimale instellingen te verkrijgen die in overeenstemming zijn met
de scène. Zie onderstaande tabel voor de functie-instellingen van elke opnamestand.
De lange sluitertijd-functie NR (lange
sluitertijd) vermindert de ruis op
de opnamen, zodat heldere beelden
verkregen worden. Bij een sluitertijd van
1/6 seconden of langer, stelt de camera
automatisch de functie "NR slow shutter"
in werking en de aanduiding "NR"
verschijnt bij van de sluitertijd.
Functie
Opnamestand
Macro
—
AFScherpstelFlitserExposure
bereikzoeker- ling-voorfunctie
bracket
frame
keuze
/
—
—
SL
Witbalans
Burst/
FlitserSpeed Burst/
niveau
Multi Burst
—
—
—
—
—
—
Auto/ WB
—
—
/
/
/
/
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Center AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
• duidt aan dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden.
Opnemen van stilstaande beelden
Opnamen met scènekeuze
Druk de sluiterknop
volledig in.
Capturing
Daarna wordt het scherm
zwart.
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" uit is
gegaan, is het beeld
opgenomen.
• Beweeg de camera niet terwijl "Capturing"
wordt afgebeeld. Om de effecten van trillingen
tegen te gaan, adviseren wij u een statief te
gebruiken.
• Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld door
de camera, kan dit enige tijd vergen.
NL
43
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Enkelvoudig scherm
(enkelbeeld)
60min
VGA
101
Index-scherm
(met negen beelden)
Individuele beelden
bekijken
Index-scherm
(met zestien beelden)
60min
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
101
8/9
8/9
101-0008
101-0008
VGA
• SINGLE DISPLAY
• SINGLE
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
DISPLAY
1
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. Voor het
bekijken van beelden hebt u de keuze uit
de volgende drie methoden.
Enkelvoudig scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
NL
44
Index-scherm (met negen/zestien
beelden)
Op het scherm worden negen of zestien
beelden tegelijk weergegeven, met elk
beeld in een apart vakje op het LCDscherm.
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 85.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 138.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort
na het begin van de weergave, het beeld er
korrelig uitzien.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 69) verschijnt op het
LCD-scherm.
Een index-scherm (met negen of zestien beelden) bekijken
60min
BACK/NEXT
101
3/9
• SINGLE DISPLAY
2005 1 1 10:30PM
• SINGLE DISPLAY
VOLUME
2
Kies het gewenste stilstaande
beeld met / op de
regelknop.
: Om het vorige beeld weer te geven
: Om het volgende beeld weer te geven
1
Druk eenmaal op
Bekijken van stilstaande beelden
101-0003
VGA
2
(Index).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met negen beelden).
Om het volgende (vorige)
indexscherm weer te geven
Druk op /// op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Druk nogmaals op
(Index).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met zestien beelden).
Om het volgende (vorige)
indexscherm weer te geven
Druk op /// op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
NL
45
Beelden bekijken op een TV-scherm
A/V-aansluitkabel
• SINGLE DISPLAY
3
Kies het gewenste stilstaande
beeld met /// op de
regelknop.
Het beeld in het gele kader is gekozen.
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk op de T-zoomtoets, of druk op op
de regelknop.
NL
46
1
Naar de A/V OUT (MONO)
aansluiting
Sluit de audio/videoaansluitkabel (bijgeleverd)
aan op de A/V OUT (MONO)
aansluiting van het Cybershot-station (bijgeleverd)
en op de audio/videoingangsaansluitingen van de
televisie.
Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de audio/video-aansluitkabel aan
op de linker audio-aansluitbus.
• Wanneer de USB-kabel is aangesloten op het
Cyber-shot-station, koppelt u de USB-kabel los
van het Cyber-shot-station.
• Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de televisie
met behulp van de audio/video-aansluitkabel.
2
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
POWER
VGA
BACK/NEXT
3
TV/Video-schakelaar
2/9
2005 1 1 10:30PM
Bekijken van stilstaande beelden
101-0002
101
VOLUME
4
Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
• De naam en locatie van deze schakelaar
kan per TV verschillend zijn. Voor verdere
informatie leest u de gebruiksaanwijzing van
de TV.
Druk op / op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat
van uw TV-systeem (blz.127).
NL
47
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluiting en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
fotocamera. Raadpleeg de onderstaande
lijsten:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
NL
48
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Beelden wissen
60min
101-0002
BACK/NEXT
VGA
101
60min
2/9
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Druk op / op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
101
60min
2/9
Delete
Exit
101
2/9
Delete
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
3
2
Druk op
VGA
Stilstaande beelden wissen
1
VGA
(Wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 74).
Kies [Delete] met op de
regelknop en druk daarna op
.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
/ op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met en druk daarna op .
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met op de regelknop en druk
daarna op .
NL
49
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden of met zestien beelden)
Delete
Exit
Select
Delete
Exit
All In This Folder
1
Terwijl er een index-scherm
(met negen/zestien beelden)
(blz. 45) wordt weergegeven,
drukt u op
(Wissen).
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
Select
• SELECT
All In This Folder
2
Kies [Select] met / op de
regelknop en druk daarna op
.
TO NEXT
3
Kies een te wissen beeld met
/// op de regelknop en
druk daarna op .
De (Wissen) indicatie wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor
alle beelden die u wilt wissen.
• Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk
daarna nogmaals op op de regelknop, zodat
de indicatie
verdwijnt.
NL
50
Formatteren van een
"Memory Stick Duo"
Wissen van alle beelden in
de map
Delete
Exit
OK
Druk op
(Wissen)
en kies [OK] met op de
regelknop, en druk daarna op
.
De melding "Access" wordt afgebeeld en
beelden met de indicatie zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met op de regelknop en druk
daarna op .
• U kunt ook bewegende beelden wissen
(blz. 86).
Stilstaande beelden wissen
4
Kies [All In This Folder] met op de
regelknop in stap en druk daarna
op . Kies [OK] en druk daarna op
. Alle niet-beveiligde beelden in de
map worden gewist. Om te stoppen
met wissen, kiest u [Cancel] en drukt u
daarna op .
Kant met
aansluitingen
1
Plaats de "Memory Stick Duo"
die u wilt formatteren in de
camera.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick Duo" op
het opnemen van beelden. Dit proces wordt
ook "initialiseren" genoemd.
• De "Memory Stick Duo" die met uw camera
geleverd werd en de in de handel verkrijgbare
"Memory Stick Duo" zijn al geformatteerd en
kunnen gelijk gebruikt worden.
• Merk op dat door de "Memory Stick
Duo" te formatteren alle data in de
"Memory Stick Duo" gewist zullen
worden, zelfs als de beelden beveiligd
zijn, en niet kunnen worden hersteld.
NL
51
60min
Memory Stick Tool
1
2
MENU
Format
OK
Format:
Create REC. Folder: Cancel
Change REC. Folder:
All data will be erased
1
Setup t
Ready?
OK
Cancel
2
Mode
2
Schakel de camera in en druk
daarna op MENU.
Druk op op de regelknop om
naar
te gaan en druk daarna
nogmaals op .
Het Setup-scherm verschijnt.
• Deze procedure is beschikbaar ongeacht de
stand van de modusschakelaar.
NL
52
3
Kiest u
(Memory Stick Tool)
met / op de regelknop.
Kies [Format] met en druk
daarna op .
Kies [OK] met en druk
daarna op .
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met op de regelknop en
druk daarna op .
4
Kies [OK] met op de
regelknop en druk daarna op
.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
Aanwijzingen
voor instelling en
bediening van uw
camera
Het gebruik van de menu’s en de
onderdelen van het Setup-scherm worden
hieronder beschreven.
Modusschakelaar
Regelknop
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Program
Auto
Camera
WB
ISO
• De afgebeelde onderdelen verschillen
afhankelijk van de stand van de
modusschakelaar.
Druk op / op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
Wanneer de /// aanduiding
boven bij een onderdeel worden
afgebeeld
Sommige onderdelen worden niet op het
scherm getoond. Druk op /// op de
regelknop om deze onderdelen zichtbaar
te maken.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk op MENU.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
MENU
De menu-instellingen
wijzigen
• Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 121.
400
200
100
Auto
ISO
WB
ISO
• Wanneer de modusschakelaar in de stand
staat, drukt u op op de regelknop nadat u het
onderdeel hebt gekozen.
Druk op / op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
NL
53
De onderdelen van het
Setup-scherm wijzigen
Het Setup-scherm verlaten
Druk op MENU.
Terugkeren naar het menu
vanaf het Setup-scherm
Het menu verschijnt.
Druk op op de regelknop om
verder te gaan naar
en druk
daarna nogmaals op .
Het Setup-scherm verschijnt.
Druk opnieuw op MENU.
Druk op op de regelknop om terug te
keren naar de positie ingesloten door het
kader in stap en druk daarna nogmaals
op .
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
Setup-onderdelen leest u blz. 125.
Setup t
Druk op /// op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
1
2
1
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
2
Druk op op de regelknop
om de instelling in te voeren.
NL
54
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] (hoge) of [Standard].
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op
een andere instelling dan [Auto] (blz. 53
en 121).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(P.Quality) met /
en kies daarna met / de
gewenste beeldkwaliteit.
FINE
Standard
P.Quality
Mode BRK
M
PFX
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick Duo".
U kunt vóór het opnemen de map kiezen
waarin de opgenomen beelden zullen
worden opgeslagen.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als
de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Een nieuwe map aanmaken
Kies
(Memory Stick Tool)
met /, [Create REC. Folder]
met // en [OK] met /, en
druk daarna op .
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
60 min
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Fine
Een map aanmaken
of kiezen
Kies [OK] met en druk
daarna op .
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick Duo" en deze map wordt de
opnamemap.
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies [Cancel] bij stap of .
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt,
kunt u de nieuwe map niet wissen met de
camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
NL
55
De opnamemap veranderen
Kies
(Memory Stick Tool)
met /, [Change REC. Folder]
met / en [OK] met /, en
druk daarna op .
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
BACK/NEXT
Kies de gewenste map met
/, en [OK] met , en druk
daarna op .
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies [Cancel] bij stap of .
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap (blz. 95).
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt de beelden niet
verplaatsen naar een andere map met deze
camera.
NL
56
Een automatische
scherpstellingsmethode kiezen
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp
gesteld moet worden, in overeenstemming
met de positie en grootte van het
onderwerp kiezen.
Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van
de scherpstelling instellen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande beelden
(Camera) op het menu in op een andere
instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Multipoint AF (
)
De camera berekent in vijf gebieden,
links, rechts, boven, onder en in het
midden van het beeld, de afstand, zodat u,
zonder zorgen over de beeldcompositie,
de automatische scherpstelling kunt
gebruiken. Deze functie is handig wanner
het lastig is om scherp te stellen op een
onderwerp, dat zich niet in het midden
van de zoeker bevindt. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld
met behulp van het groene frame.
De fabrieksinstelling is Multipoint AF.
Midden-AF (
)
Deze functie is handig voor het scherpstellen op een onderwerp dat zich bij het
midden van de zoeker bevindt. Gebruik
tezamen met de AF-vergrendelfunctie om
de gewenste beeldcompositie te kunnen
opnemen.
Punt-AF (
)
Dit is handig wanneer u scherpstelt op
een bijzonder klein onderwerp of en zeer
smal gebied. Gebruik tezamen met de
AF-vergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen. Let
erop dat u de camera stil houdt zodat het
onderwerp niet buiten het frame van de
bereikzoeker komt.
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Focus) met / en
kies daarna het gewenste AFbereik met /.
60min
P
VGAFINE 101
98
AFbereikzoekerframe
S AF
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
• Wanneer u een film opneemt en MultipointAF kiest, wordt de afstand tot het midden
van het scherm bepaald als een gemiddelde,
zodat de automatische scherpstelling zelfs bij
een bepaalde mate van trillingen nog werkt.
AF-bereikzoekerframe is
. Midden-AF en
Punt-AF stellen automatisch scherp op alleen
één gekozen frame, dus deze zijn handig als
u alleen wilt scherpstellen op het onderwerp
waarop u richt.
• Als u de digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval knippert
,
of
en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
• Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
AF-functie
Een scherpstelbereikzoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker
NL
57
Een scherpstellingsmethode
kiezen — AF-functie
Enkelvoudige-AF ( S AF )
Deze functie is handig bij het opnemen
van stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
AF-bewaking ( M AF )
Door deze functie wordt de tijdsduur,
benodigd voor scherpstelling, korter.
De camera stelt automatisch scherp
voordat de sluiterknop tot halverwege
wordt ingedrukt en vastgehouden, zodat
u beelden kunt samenstellen die al zijn
scherpgesteld. Wanneer de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden en
de AF-vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
NL
58
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Kies
(Camera 1) met en
kies vervolgens [AF Mode]
met /.
1
Kies de gewenste functie met
// en druk daarna op .
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF of Punt-AF
gebruikt, kan de camera scherpstellen op het
midden in plaats van op het onderwerp aan
de rand van het frame. In dergelijke gevallen
gebruikt u AF-vergrendeling om op het
onderwerp scherp te stellen, stelt u het beeld
opnieuw samen en neemt u het op.
60min
P
S AF
VGA FINE 101
98
30 F3.5
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze
Wanneer u een beeld opneemt met
een eerder ingestelde afstand tot het
onderwerp, of wanneer u een onderwerp
opneemt door een net of een ruit, is het
moeilijk goed scherp te stellen met behulp
van de automatische scherpstelling. In
dergelijke gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp
zich binnen de AF-bereikzoeker bevindt en druk
de sluiterknop tot halverwege in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt
u een onderwerp scherpgesteld opnemen,
zelfs al het aan de rand van het beeldkader
ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden
(Camera) op het menu in op
een andere instelling dan [Auto] (blz. 53
en 121).
AF-bereikzoekerframe
AE/AF-vergrendelingindicatie
60min
P
S AF
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
VGAFINE 101
98
30
F3.5
NL
59
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
Belichting regelen
Druk op MENU.
— EV-instelling
Het menu verschijnt.
Kies (Focus) met /
en kies daarna met / de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m,
(onbeperkte afstand)
1.0m
0.5m
0.5m
U kunt handmatig de door de camera
gekozen belichting bijstellen. Gebruik
deze functie als het onmogelijk is om de
juiste belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld
als het contrast (verschil tussen licht en
donker) tussen onderwerp en achtergrond
extreem groot is.
De compensatiewaarde kan in stappen van
1/3EV ingesteld worden tussen +2.0EV
t/m −2.0EV.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Spot AF
Center AF
Multi AF
Focus
WB
ISO
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
Kies bij stap [Multi AF], [Center AF]
of [Spot AF].
• De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dient uitsluitend als richtwaarde.
• Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
Stel een
lagere waarde
in (–)
Stel en
hogere
waarde in (+)
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(EV) met .
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
0EV
EV
WB
NL
60
ISO
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap [0EV].
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten.
De afgebeelde grafiek geeft een donker
beeld aan wanneer deze links hoger is en
geeft een helder beeld aan wanneer deze
rechts hoger is.
U kunt een histogram gebruiken om de
belichting te controleren als het scherm
moeilijk zichtbaar is tijdens opname en
weergave.
80
Helderheid
Donker
Helder
VGA
FINE
101
4
0 EV
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op
om het histogram
af te beelden.
Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
• Het histogram verschijnt ook wanneer de
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto],
maar u kunt de belichting niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer
u op
drukt terwijl u een enkelbeeld
weergeeft (blz. 44) of tijdens Quick Review
(blz. 32).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Wanneer het menu wordt afgebeeld
– Tijdens Quick Review van een beeld
opgenomen in de Exposure Bracket-modus
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Bij opname en weergave van bewegende
beelden
•
verschijnt en het histogram wordt in de
volgende gevallen niet afgebeeld:
– Bij opname met digitale zoom
– Wanneer het beeldformaat [3:2] is
– Bij weergave van beelden die met MultiBurst zijn opgenomen
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afgebeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor
en nadat u op de sluiterknop drukt. Nadat
u een beeld hebt opgenomen, controleert u
het histogram terwijl een enkel beeld wordt
weergegeven of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Een histogram afbeelden
Beeldpunten
Kies de gewenste
belichtingswaarde met /.
NL
61
Opnametechnieken
Bij het maken van opnamen stelt de
camera automatisch de belichting in.
Bij opname van een overheersend wit
onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp
met tegenlicht of een sneeuwscène, kan de
camera vaststellen dat het onderwerp licht
is en stelt dan ook een geringere belichting
voor het beeld in. In zulke gevallen, kan
het helpen om de belichting bij te stellen in
de + (plus) richting.
Bij opname van een beeldvullend donker
onderwerp, kan de camera vaststellen dat
het onderwerp donker is en stelt dan ook
meer belichting voor het beeld in. In zulke
gevallen, kan het helpen om de belichting
bij te stellen in de – (min) richting.
Bijstellen in de + richting
Raadpleeg het histogram en stel dusdanig
bij zodat het beeld niet overbelicht (te
licht) of onderbelicht (te donker) is.
Maak verscheidene foto’s met
verschillende belichtingen om te zien
welke u het mooist vindt.
NL
Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen
welk gedeelte van het onderwerp gebruikt
moet worden om door meting de belichting
vast te stellen.
Lichtmeting met meerdere
patronen (geen indicatie)
Bijstellen in de – richting
62
Keuze van de
lichtmeetfunctie
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is lichtmeting met
meerdere patronen.
Spot lichtmeting (
)
Slechts een klein gedeelte van het
onderwerp wordt gebruikt voor de meting.
Hiermee kunt u opnamen maken van
onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs
bij tegenlicht, of de belichting bijstellen
van een onderwerp waarvan het contrast
met de achtergrond groot is.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Als u [Spot] heeft gekozen in
stap , moet het dradenkruis
van de puntmeting een deel
van het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken, raken.
60min
Modusschakelaar
Regelknop
P
VGA
FINE
101
98
Dradenkruis
van de Spot
lichtmeting
MENU
SAF
250 F3.5
— Exposure Bracket
De Exposure Bracket-functie neemt een
reeks van drie beelden op waarbij de
belichtingswaarde automatisch wordt
verschoven. Hierdoor kunt u het beeld
met de juiste belichting kiezen in het
geval waarin u geen goede beelden kunt
opnemen vanwege de helderheid van het
onderwerp.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
• Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt
scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt
de instelling (Focus) op [Center AF]
aangeraden (blz. 57).
Drie beelden
opnemen met
verschoven belichting
Alvorens over te gaan tot
bediening
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(Lichtmeetmodus)
met / en kies daarna met
/ de gewenste modus.
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
NL
63
1ste beeld (verschoven
in de + richting)
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
2de beeld (de juiste
belichting voor de
camera)
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Exp
Brktg] met /.
Kies [BRK] (Bracket Step)
met / en kies daarna de
gewenste belichtingswaarde
met /.
±1.0EV: Verandert de
3de beeld (verschoven in
de – richting)
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
Neem het beeld op.
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies bij stap [Normal].
NL
64
• In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
• De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
• Wanneer de belichting handmatig wordt
ingesteld (blz. 60), wordt de belichting
verschoven op basis van de aangepaste
helderheid.
• Het opname-interval bedraagt circa 0,36
seconden.
• Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen
in de Exposure Bracket-functie afhankelijk van
de Scènekeuzefunctie (blz. 43).
Kleurtinten afstellen
— Witbalans
U kunt de witbalans in overeenstemming
met de opnameomstandigheden instellen.
De natuurlijke kleur van het onderwerp
wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Als u de belichtingso
mstandigheden wilt corrigeren, of als de
kleur van de gehele opname een beetje
onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
WB (Flitser)
Past de witbalans alleen aan, aan de
flitsomstandigheden
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap [Auto].
• Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
(fluorescerend)
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
WB (flitser) functie).
• Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Auto (geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
Druk op MENU.
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
Het menu verschijnt.
Kies [WB] (White Bal) met /
en kies daarna met / de
gewenste instelling.
NL
65
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Kies [ ] (Flash Level) met de
gewenste instelling /, en
kies daarna met /.
+: Dit maakt het flitserniveau hoger
dan normaal.
Normal: Normale instelling.
–: Dit maakt het flitserniveau lager
dan normaal.
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen
in het ingestelde flitserniveau afhankelijk van
de Scènekeuzefunctie (blz. 43).
Continu opnemen
Deze functie wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Het maximale aantal
foto’s dat u bij een opname kunt schieten,
is afhankelijk van het beeldformaat en de
instellingen van de beeldkwaliteit.
Snelle Burst ( S )
De beelden worden opgenomen met een
kort interval (circa 0,33 seconde).
Burst ( )
Het opname-interval (circa 0,83 seconde)
is langer dan Snelle Burst, maar u kunt nog
meer beelden achtereenvolgend opnemen.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
66
• Als de batterijlading achteruit gaat of de
"Memory Stick Duo" vol is, stopt het opnemen,
zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt.
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Burst
Beeldkwaliteit
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Speed
Burst] of [Burst] met /.
Standard
5M
9
15
— Multi Burst
3:2
9
15
3M
13
24
In deze functie worden er bij elke druk
op de sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te evalueren.
1M
32
59
VGA (E-Mail)
100
100
Neem het beeld op.
(Eenheden: beelden)
Fine
Standard
5M
4
4
3:2
4
4
3M
4
4
1M
4
4
VGA (E-Mail)
4
4
Beeldformaat
Om terug te keren naar de
normale functie
MENU
Kies bij stap [Normal].
• De flitser staat op
(niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt
voor iedere keer dat u op de sluiterknop
drukt, een serie van maximaal vijf beelden
opgenomen.
• Afhankelijk van de scènekeuzefunctie (blz. 43)
kunt u mogelijk geen beelden achter elkaar
opnemen.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Het maximale aantal continu
opgenomen beelden
Beeldkwaliteit
Modusschakelaar
Regelknop
Als u op de sluiterknop drukt en
deze ingedrukt houdt, zal de camera
het maximale aantal foto’s na elkaar
opnemen. Zodra u de sluiterknop
loslaat, stopt het opnemen op dat punt.
Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt
u het volgende beeld opnemen.
Snelle Burst
16 Frames achter
elkaar opnemen
Fine
Beeldformaat
Het menu verschijnt.
(Eenheden: beelden)
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Multi
Burst] met .
NL
67
Kies M (Interval) met /
en kies daarna met / het
gewenste frame-interval.
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] of [1/30] seconde.
Opnemen met
speciale effecten
— Beeldeffect
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
1/7.5
1/15
1/30
M
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
stilstaand beeld (beeldformaat 1M).
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de Multi Burst-functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als
(Camera) is ingesteld op [Auto] op
het menu, wordt frame-interval automatisch
ingesteld op [1/30].
• Zie pagina 72 om beelden opgenomen in de
Multi Burst-modus weer te geven met behulp
van deze camera.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
pagina 120.
• Afhankelijk van de Scènekeuzefunctie kunt u
mogelijk geen beelden opnemen in de MultiBurstfunctie (blz. 43).
NL
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
PFX
Neem het beeld op.
68
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u
(Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
B&W
1/30
Interval
Mode BRK
Alvorens over te gaan tot
bediening
Sepia
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
Zet de modusschakelaar in de
stand
of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [PFX] (P. Effect) met /
en kies daarna met /.
Neem het beeld op.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap [Off].
• De instelling van het beeldeffect wordt
niet onthouden wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
Een map kiezen en
beelden weergeven
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Kies de gewenste map met
/.
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
Enkelbeeld-scherm
60min
101-0009
BACK/NEXT
VGA
101
9/9
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
BACK/NEXT
Index-scherm (met negen beelden)
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De keuze annuleren
Kies bij stap [Cancel].
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(Folder) met en druk
daarna op .
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
DISPLAY
• SINGLE
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Wanneer meerdere mappen
zijn aangemaakt in de "Memory
Stick Duo"
• SINGLE
Index-scherm (met zestien beelden)
DISPLAY
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, wordt de melding "No file in this folder"
afgebeeld.
NL
69
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
U kunt een deel van een beeld vergroten
tot vijfmaal het oorspronkelijke formaat.
U kunt het vergrote beeld ook vastleggen
als een nieuw bestand.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
/
Een beeld vergroten
— Weergavezoom
Pas het beeldformaat aan met
/ (weergavezoom).
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met /.
Druk op (weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
Selecteer het gewenste deel
van het beeld met ///.
Druk op
Druk
op
Druk
op
Druk op
NL
70
: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
: Om meer van de rechterkant van
het beeld te zien
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op .
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
• Als u op de
(weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm. (blz. 45)
• U kunt de beelden die worden weergegeven
met de functie Quick Review (blz. 32)
vergroten door de stappen t/m uit te
voeren.
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Trimming] met en druk
daarna op .
Kies het gewenste
beeldformaat met / en druk
daarna op .
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor
het controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All: Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick Duo".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de diavoorstelling.
Kies [Start] met / en druk
daarna op .
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
De diavoorstelling begint.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
• Beelden afgebeeld met Quick Review worden
niet getrimd.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap [Cancel].
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(Slide) met / en
druk daapna op .
Stel de volgende onderdelen in met
///.
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Druk op , kies [Exit] met en druk
daarna opnieuw op .
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op (volgende) of (vorige).
• De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
NL
71
Stilstaande beelden
roteren
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
Zet de modusschakelaar op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(Rotate) met / en
druk daarna op .
Kies
met en roteer
vervolgens het beeld met /.
Beelden opgenomen
in de Multi Burst
functie weergeven
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt
om het beeld te controleren.
Regelknop
Modusschakelaar
Kies [OK] met / en druk
daarna op .
Stoppen met roteren
Kies bij stap of [Cancel] en druk
daarna op .
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
NL
72
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat, afhankelijk van de software,
de informatie van het roteren van het beeld niet
door de computer wordt herkend.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een
camera zonder de Multi Burst-functie,
worden de 16 frames die u hebt opgenomen
tegelijkertijd weergegeven als onderdeel van
één beeld.
• U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
Continu weergeven
Frame-voor-frame weergeven
Opgenomen beelden wissen
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Kies het Multi Burst-beeld met
/.
Kies het Multi Burst-beeld met
/.
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet slechts één bepaalde frame wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
60min
M
1M
101
101-0014
PAUSE
14/14
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
Druk op . Om het weergeven te
hervatten, drukt u nogmaals op . Het
weergeven wordt hervat vanaf het frame
afgebeeld op het LCD-scherm.
Druk op wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
(Wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op .
Alle frames worden gewist.
"Step" verschijnt.
60min
101-0014
PLAY
M
1M
101
Step
12/16
14/14
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Het weergeven pauzeren
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
2005 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
Draai het frame door met /.
: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u ingedrukt
houdt, blijven de frames doordraaien.
: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u ingedrukt
houdt, blijven de frames achterwaarts
doordraaien.
Naar de normale weergave
terugkeren
Druk op in stap . Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
NL
73
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
In de enkelbeeld-functie
In de index-functie
Zet de modusschakelaar
op .
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Geef met / het beeld weer
dat u wilt beveiligen.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Protect) met / en
druk daarna op .
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
60min
• Merk op dat door de"Memory Stick Duo" te
formatteren alle data in de "Memory Stick
Duo" gewist zullen worden, zelfs als de
beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden
hersteld.
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
VGA
101
2/9
Protect
Exit
BACK/NEXT
Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met /
en drukt u vervolgens op .
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap of opnieuw op . De
indicatie verdwijnt.
NL
74
Druk tweemaal op
(Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Protect) met / en
druk daarna op .
Kies [Select] met / en druk
daarna op .
Kies met /// het beeld
dat u wilt beveiligen en druk
daarna op .
De groene indicatie verschijnt op
het gekozen beeld.
•
SELECT
MENU
TONEXT
Herhaal stap om andere
beelden te beveiligen.
Druk op MENU.
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De indicatie wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Kies bij stap de optie [Cancel] of kies
bij stap de optie [Exit] en druk daarna
op .
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap de optie [All In This
Folder] en druk op . Kies [On] en druk
daarna op .
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
Kies bij stap de optie [All In This
Folder] en druk op . Kies [Off] en druk
daarna op .
— Formaat veranderen
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Modusschakelaar
Regelknop
MENU
Zet de modusschakelaar
op .
Kies
(Resize) met / en
druk daarna op .
Kies met / het gewenste
formaat en druk daarna op .
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in
de opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies bij stap [Cancel].
• Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden
veranderd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld
verandert, zullen de bovenste en onderste
zwarte gedeelten in het beeld worden
afgebeeld.
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met /// in stap
en druk daarna op . De indicatie
wordt grijs. Herhaal deze procedure voor
alle beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op .
Beeldformaat
veranderen
Geef met / het beeld weer
waarvan u het formaat wilt
veranderen.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
NL
75
Stilstaande beelden
afdrukken
U kunt de beelden die u op uw camera
hebt opgenomen op de volgende manieren
afdrukken.
Rechtstreeks afdrukken (op een PictBridgecompatibele printer) (blz. 77)
U kunt afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
Rechtstreeks afdrukken (op een "Memory Stick"compatibele printer)
U kunt afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de printer werd geleverd voor
verdere informatie.
Afdrukken met een computer (blz. 102)
U kunt beelden afdrukken die naar een computer zijn overgebracht met
behulp van de software "Picture Package" dat op de CD-ROM staat die
bij de camera werd geleverd. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij
de printer werd geleverd voor de bedieningsinstructies voor de printer.
Afdrukken in een winkel (blz. 81)
Ga met uw "Memory Stick Duo" en Memory Stick Duo-adapter naar
een fotoafdrukwinkel. U kunt ook van tevoren de foto’s die u wilt
afdrukken markeren met afdrukmarkeringen.
NL
76
Rechtstreeks afdrukken
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch
gemakkelijk de beelden die u met deze
camera hebt opgenomen afdrukken, door
de camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibel printer. Als voorbereiding
hoeft u alleen de USB-aansluiting in te
stellen op het Setup-scherm en sluit u de
camera, geplaatst in het Cyber-shot-station,
met behulp van de USB-kabel aan op de
printer.
Door een PictBridge-compatibele printer te
gebruiken, kunt u gemakkelijk het indexblad* afdrukken.
• Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken om te voorkomen dat tijdens het
afdrukken de stroomvoorziening wegvalt.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de
indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
De camera voorbereiden
Stel de USB-functie in op de camera om de
camera op de printer te kunnen aansluiten.
Index-afdruk
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
• Als u hetzelfde beeld naast elkaar wilt
rangschikken, kiest u [This image] in de
enkelbeeld-functie en stelt u [Index] in op [On]
(blz. 79).
• Het aantal beelden dat op één indexvel wordt
afgedrukt verschilt afhankelijk van de printer.
Stilstaande beelden afdrukken
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar
is.
Enkelbeeld-afdruk
Kies
(Setup 2) met en
kies daarna [USB Connect]
met //.
2
Kies [PictBridge] met / en
druk daarna op .
1
2
1
Setup 2
File Number:
PictBridge
USB Connect:
PTP
Normal
Video Out:
Clock Set:
2
De USB-functie is nu ingesteld.
NL
77
De camera aansluiten op de
printer
Plaats de camera in het Cyber-shotstation. Sluit vervolgens de (USB)
aansluiting van het Cyber-shot-station
en de USB-aansluiting van de printer op
elkaar aan met behulp van de USB-kabel
(bijgeleverd). Schakel de camera en de
printer in.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet ongeacht de stand van de
modusschakelaar en een beeld in de
gekozen weergavemap en het afdrukmenu
worden afgebeeld op het LCD-scherm.
Nadat de verbinding
tot stand is gekomen,
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm.
Als [USB Connect] niet is
ingesteld op [PictBridge] op het
Setup-scherm
Zelfs als u de camera inschakelt, kunt
u de PictBridge-functie niet gebruiken.
Koppel de USB-kabel los van het Cybershot station en stel [USB Connect] in op
[PictBridge]. (blz. 77)
Afdrukken in de enkelbeeldfunctie
Zodra u de camera op een printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld.
Regelknop
Kies het gewenste afdruktype
met / en druk daarna op .
1M
1M
Print
All In This Folder
DPOF image
Select
This image
Cancel
Printer
NL
78
101
2/ 9
Modusschakelaar
MENU
101
2/ 9
Printing
All In This Folder
DPOF image
Select
This image
Cancel
All In This Folder
Drukt alle beelden in de map af.
DPOF image
Drukt alle beelden met de
markering (blz. 82) af, ongeacht het
weergegeven beeld.
Select
Kiest de beelden op volgorde. Drukt
alle gekozen beelden af.
1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken
met behulp van / en druk
daarna op .
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Herhaal deze stap om andere beelden
te kiezen.
2 Kies [Print] met en druk daarna
op .
This image
Drukt het huidig gekozen beeld af.
Stel de afdrukinstelling in met
///.
1M
Print
Index
Off
Size
Default
Date
Off
Quantity
1
Exit
101
2/ 9
OK
Index
Kies [On] om indexbeelden af te
drukken.
Size
Kies het gewenste papierformaat.
Date
Om de datum en tijd op de beelden
in te voegen, kiest u [Date] of
[Day&Time].
Als [Index] is ingesteld op [Off]: het
aantal vellen van het gekozen beeld.
Als [Index] is ingesteld op [On]: het
aantal vellen met indexbeelden. Als
in stap [This image] is gekozen,
is dit het aantal dezelfde beelden dat
op een enkel indexvel kan worden
gerangschikt.
• Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan
het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te
rangschikken.
Kies [OK] met / en druk
daarna op .
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
indicatie (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt afgebeeld op het
LCD-scherm.
Stilstaande beelden afdrukken
• Als u in stap [This image] kiest en
indexbeelden afdrukt, wordt hetzelfde beeld
naast elkaar gerangschikt.
• Wanneer u de instelling [Date] instelt op
[Date], wordt de datum ingevoegd in de
volgorde ingesteld in "De datum en tijd
instellen" (blz. 21). Het is mogelijk dat de
datuminvoegfunctie niet wordt ondersteund
afhankelijk van de printer.
• Instellingen die niet door de printer worden
ondersteund, worden niet weergegeven.
Kies [Quantity] met en kies
het aantal vellen met /.
Printing
2/3
Exit
NL
79
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld met / na stap en kies
vervolgens [Print].
Afdrukken in de indexfunctie
Als u uw camera op de printer aansluit,
wordt het afdrukmenu afgebeeld. Druk op
[Cancel] om het afdrukmenu te verlaten.
Druk op
(Index) om het
index-scherm (met negen
beelden) af te beelden.
Druk tweemaal op
(Index) om het
index-scherm (met zestien beelden) af
te beelden.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(Print) met en druk
daarna op .
NL
80
Kies het gewenste afdruktype
met / en druk daarna op .
Print
Cancel
Select DPOF image
Select
Kiest de beelden op volgorde. Drukt
alle gekozen beelden af.
1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken
met behulp van /// en druk
daarna op .
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Herhaal deze stap om andere
beelden te selecteren.
2 Druk op MENU.
DPOF image
Alle beelden met het merkteken
worden afgedrukt, ongeacht het
weergegeven beeld (blz. 82).
All In This Folder
Alle beelden in de map afdrukken.
Stel de afdrukinstelling in met
///.
Print
Index
Off
Size
Default
Date
Off
Quantity
1
Exit
OK
Index
Kies [On] om indexbeelden af te
drukken.
Size
Kies het gewenste papierformaat.
Date
Om de datum en tijd op beelden
te projecteren, kies [Date] of
[Day&Time].
Als [Index] is ingesteld op [Off]: het
aantal vellen van het gekozen beeld.
Als [Index] is ingesteld op [On]: het
aantal vellen met indexbeelden.
• Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan
het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te
rangschikken.
Kies [OK] met / en druk
daara op .
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
(USB-kabel niet losmaken)
indicatie op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
Beelden afdrukken in
een winkel
Let op de volgende punten
wanneer u beelden laat
afdrukken in een winkel.
• Neem contact op met de
fotoafdrukwinkel om te vragen welke
typen "Memory Stick" ze ondersteunen.
• Als de fotoafdrukwinkel de "Memory
Stick" niet ondersteunt, kopieert u de
beelden naar een CD-R, enz., en neemt u
die mee naar de winkel.
• Vergeet niet de Memory Stick Duoadapter mee te nemen naar de winkel.
• Zorg ervoor dat u een kopie van de
beelden thuis achterlaat voordat u naar
de afdrukwinkel gaat.
Stilstaande beelden afdrukken
• Wanneer u de instelling [Date] instelt op
[Date], wordt de datum ingevoegd in de
volgorde ingesteld in "De datum en tijd
instellen" (blz. 21). Afhankelijk van de
printer is het mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is.
Kies [Quantity] met en kies
het aantal kopieën met /.
Printing
2/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
NL
81
Afdrukmarkeringen
aanbrengen
Afdrukmarkeringen aanbrengen
in de enkelbeeld-functie
Afdrukmarkeringen aanbrengen
in de index-functie
Wanneer u beelden wilt laten afdrukken
in een afdrukwinkel, is het handig om van
tevoren de beelden te markeren die u wilt
laten afdrukken met een afdrukmarkering.
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Geef met / het beeld weer
dat u wilt markeren.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(DPOF) met /, en
druk daarna op .
Op het weergegeven beeld wordt de
afdrukmarkering
aangebracht.
60min
• U kunt niet bewegende beelden markeren.
• Wanneer u beelden markeert die in de Multi
Burst-functie zijn opgenomen, worden alle
beelden afgedrukt op één vel van 16 velden.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1M
101
2/9
DPOF
Exit
BACK/NEXT
Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, kiest u
het gewenste beeld met /
en drukt u vervolgens op .
Druk tweemaal op
(Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies
(DPOF) met / en
druk daarna op .
Kies [Select] met /, en druk
daarna op .
• U kunt de afdrukmarkering
niet
aanbrengen op [All In This Folder].
Kies met /// het beeld
dat u wilt markeren, en druk
daarna op .
De groene afdrukmarkering
verschijnt op het gekozen beeld.
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap of opnieuw op . De
afdrukmarkering
verdwijnt.
NL
82
•
SELECT
MENU
TONEXT
Herhaal stap om andere
beelden te markeren.
Druk op MENU.
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De afdrukmarkering
wordt
wit. Het aanbrengen van de
afdrukmarkering
is voltooid.
De afdrukmarkering
verwijderen
Kies het beeld waarvan u de
afdrukmarkering wilt annuleren met
/// en druk vervolgens op in stap
.
Stilstaande beelden afdrukken
Alle afdrukmarkeringen
een map opheffen
in
Kies bij stap [All In This Folder] en
druk daarna op . Kies [Off] en druk
daarna op .
Om de functie voor het
aanbrengen van een
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
NL
83
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
Modusschakelaar
Sluiterknop
Druk de sluiterknop volledig
in.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
60min
101
640
REC 00:00:02[00:10:48]
STD
Microfoon
• Het opnemen stopt wanneer de "Memory
Stick Duo" vol is.
Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Regelknop
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op
(Image Size).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
Kies het gewenste
beeldformaat met /.
U kunt kiezen uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
NL
84
• [640(Fine)] kan alleen worden
opgenomen op "Memory Stick PRO
Duo".
Indicaties tijdens het opnemen
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit LCD-achtergrondverlichting uit
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 137.
Opnemen van close-ups (Macro)
Zet de modusschakelaar op
procedure op blz. 35.
en volg de
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusschakelaar op
procedure op blz. 36.
en volg de
• Raak de microfoon niet aan tijdens het
opnemen van bewegend beelden.
• Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
− De vergrotingsfactor veranderen
− Flitser
− De datum en tijd projecteren
• Als het beeldformaat is ingesteld op
[640(Fine)] en u de audio/video-aansluitkabel
(bijgeleverd) aansluit op de A/V OUT
(MONO) aansluiting, zal het onderwerp niet
verschijnen op het LCD-scherm. Het LCDscherm wordt blauw.
• Zie blz. 120 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
U kunt bewegende beelden bekijken op
het LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
Regelknop
Kies het gewenste bewegende
beeld met /.
Bewegende beelden met het
beeldformaat [640(Fine)] of
[640(Standard)] worden op het
volledige scherm weergegeven.
60min
STD
101
101_0010
PLAY
10/10
00:00:00
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
• Bewegende beelden met het beeldformaat
[160] worden een formaat kleiner
weergegeven.
Druk op .
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt
(weergave) op het scherm.
60min
STD
640
101
101_0010
STOP
10/10
00:00:03
2005 1 1 10:30PM
REV/CUE
Elke keer wanneer u
indrukt,
verandert de status van het scherm
als volgt: Indicaties uit LCDachtergrondverlichting uit Indicaties
aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 139.
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 46).
• Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
Bewegende beelden
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk tijdens het weergeven op (cueweergave) of op (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op .
640
Modusschakelaar
Luidspreker
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Weergavebalk
VOLUME
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op .
Om het volume in te stellen
Druk op / om het volume in te stellen.
NL
85
Bewegende beelden
wissen
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Regelknop
Modusschakelaar
In de enkelbeeld-functie
In de index-functie
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op
(Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met
/.
Druk op
(Wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
Kies [Delete] met en druk
daarna op .
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
• U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
• Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met /
en herhaalt u vervolgens stap
.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap of .
Druk tweemaal op
(Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op
(Wissen).
Kies [Select] met / en druk
daarna op .
Kies met /// het beeld
dat u wilt wissen en druk
daarna op .
De groene indicatie (Wissen)
verschijnt op de gekozen bewegende
beelden.
SELECT
TONEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
Herhaal stap om andere
bewegende beelden te wissen.
NL
86
Druk op
(Wissen).
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap of .
• Wissen van alle beelden in de map, zie blz. 51.
Knippen van
bewegende beelden
U kunt bewegende beelden knippen
of overbodige gedeelten wissen. Dit is
de aanbevolen functie om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer
u bewegende beelden als bijlage met uw
e-mailberichten verstuurt.
Merk op dat het oorspronkelijke
bewegende beeld wordt gewist wanneer u
erin knipt.
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
101_0001
1
101_0002
1
A
B
2
3
Knippunt 101_0002
2. Knippen van scène B.
101_0004
3
A
2
B
101_0005
Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
Bewegende beelden
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe bestandsnummers toegewezen
en worden in de gekozen opnamemap
opgeslagen als de meest recente bestanden.
De oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat bestandsnummer
wordt overgeslagen.
3
2
1. Knippen van scène A.
1
Toewijzen van bestandsnummers
wanneer bewegende beelden
worden geknipt
101_0003
B
101_0006
Wissen
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1
3
2
101_0006
NL
87
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Kies een knippunt.
Druk op de midden op het gewenste
knippunt.
60min
Divide
Dividing
Point
STD
640
101
10/10
00:00:02
OK
Cancel
Exit
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Geef de bewegende beelden
die u wilt knippen weer met
/.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Divide) met en druk
daarna op . Kies vervolgens
[OK] met en druk daarna op
.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
NL
88
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [/] (frame
terugspoelen/vooruit) en past u het
knippunt aan met /. Als u een
ander knippunt wilt kiezen, kiest
u [Cancel]. Het weergeven van de
bewegende beelden begint opnieuw.
Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met /
en drukt u op .
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het knippen annuleren
Kies [Exit] bij stap of . De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn
om te knippen (ongeveer langer dan twee
seconden)
– Beveiligde bewegende beelden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze
hebt geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van Windows
Aanbevolen computeromgeving
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB voldoet aan 2.0).
• Door aan te sluiten via een USB-interface
die compatibel is met Hi-Speed USB (USB
voldoet aan 2.0) wordt overdracht op hoge
snelheid (snelle overdracht) mogelijk.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
USB-functie
Inhoud van de CD-ROM
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]
functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
* Voor verdere informatie over de PTP-verbinding,
zie blz. 127.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-functie is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig
zijn, kunt u beelden kopiëren via een
extern apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition, of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem
dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
die is opgewaardeerd tot de hierboven
beschreven besturingssystemen of in
een computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 pixels of meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Picture Package
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk
over te dragen naar een computer. Het
stelt u tevens in staat de diverse functies te
gebruiken.
Als u "Picture Package" installeert,
wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd.
• De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens
het USB-stuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of 2000, logt u in
als beheerder (Administrator).
NL
89
Het USB-stuurprogramma
installeren
Klik op [USB Driver] op het
titelscherm.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma
eenmaal is geïnstalleerd, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
Schakel de computer in
en plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
Klik op [Next].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld. Indien het niet verschijnt,
dubbelklik dan op
(My Computer)
(PICTUREPACKAGE) in die
volgorde.
•
•
NL
90
Als u ook het bijgeleverde
softwareprogramma "Picture Package"
gebruikt, klikt u op [Picture Package].
Het USB-stuurprogramma wordt
geïnstalleerd nadat "Picture Package" is
geïnstalleerd (blz. 97).
Als de computer reeds
gebruikt wordt, sluit u alle
softwareprogramma’s af voordat
u het USB-stuurprogramma
installeert.
Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] (Ja, ik wil
mijn computer nu opnieuw
opstarten) en vervolgens op
[Finish].
Haal de CD-ROM eruit.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat
het installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
De camera aansluiten op de
computer
Schakel de computer in.
Sluit de USB-kabel aan op de
(USB) aansluiting van het
Cyber-shot-station.
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station en schakel
de camera in.
POWER
Plaats de "Memory Stick Duo"
met de te kopiëren beelden in
de camera.
USB-kabel
Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
Netspanningsadapter
Cyber-shotstation
• Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
USB Mode
Normal
Naar een
stopcontact
Switch on
• Als u met gebruikmaking van de accu beelden
kopieert naar uw computer, kan door het
uitvallen van de accu het kopiëren mislukken
of kunnen de gegevens verminkt raken.
Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken.
Bekijken van de beelden op uw computer
Sluit het Cyber-shotstation (bijgeleverd) en
de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan en steek de
netspanningsadapter in een
stopcontact.
• Indien u Windows XP gebruikt, verschijnt
de AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar blz. 94.
Toegangsindicaties*
MENU
"USB Mode Normal" verschijnt op
het LCD-scherm van de camera.
Wanneer er voor het eerst een USBverbinding tot stand wordt gebracht,
draait uw computer automatisch het
gebruikte programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood. Gebruik de
computer niet totdat de aanduidingen wit
zijn geworden.
NL
91
• Als "USB Mode Normal" niet wordt afgebeeld
in stap , drukt u op MENU, kiest u [USB
Connect], en stelt dit in op [Normal].
• Koppel de camera niet los van het
Cyber-shot-station tijdens de USBverbinding omdat de beeldgegevens
hierdoor verminkt kunnen worden. Lees
de opmerking om de USB-verbinding
te verbreken.
Loskoppelen van de USBkabel van uw computer,
verwijderen van de "Memory
Stick Duo" uit uw camera, of
uitschakelen van de camera
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me, of XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) als dit wordt
afgebeeld en klik daarna op [Stop].
3 Controleer dat het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster
en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor gebruikers van
Windows XP.
5 Koppel de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick Duo" eruit of schakel
de camera uit.
NL
92
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 91) op het scherm wit zijn en voer
alleen bovenstaande stap 5 uit.
Beelden kopiëren
– Windows 98/98SE/2000/Me
Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick
Duo" in de camera verschijnt.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 93.
• Indien u Windows XP gebruikt, zie blz. 94.
Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de
map waarin de beelden
zijn opgeslagen die u wilt
kopiëren.
Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu af te beelden en kies
daarna [Copy] op het menu.
Dubbelklik de map [My
Documents], klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" om
het menu af te beelden en kies
daarna [Paste] op het menu.
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het
bestaande beeld overschrijft met een
nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
De bestandsnaam veranderen
Voor het kopiëren van een beeldbestand,
zonder overschrijving, moet u de
bestandsnaam in de gewenste naam
wijzigen en daarna het beeldbestand
kopiëren. Merk echter op dat wanneer
u de bestandsnaam verandert, u dat
beeld mogelijk niet meer kan weergeven
met de camera. Als u beelden wilt
weergeven met de camera, voert u de
bediening uit op blz. 97.
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden
en klik daarna op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt
geopend.
Bekijken van de beelden op uw computer
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat
in de bestemmingsmap
2 Beeld [Device Manager] af.
Klik op [Hardware].
Klik op [Device Manager].
• Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me is stap overbodig. Klik op het
tabblad [Device Manager].
3 Als [
Sony DSC] wordt afgebeeld,
gooit u dit weg.
Klik met de rechtermuisknop op
[
Sony DSC].
Klik op [Uninstall].
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
• Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me, klik op [Remove].
Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer de installatie van het USBstuurprogramma nogmaals met de
CD-ROM (blz. 90).
NL
93
— Windows XP
Beelden kopiëren met behulp
van de Windows XP AutoPlay
wizard
Breng een USB-verbinding
tot stand (blz. 91). Klik op
[Copy pictures to a folder on
my computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory
Stick Duo" zijn opgeslagen, worden
weergegeven.
Klik in het selectievakje van
de beelden die u niet naar de
computer wilt kopiëren om het
vinkje te verwijderen en klik
daarna op [Next].
NL
94
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met
het bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien
van wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om verder te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven
onder op blz. 92 om de USB-kabel los te
maken en weer aan te sluiten. Voer daarna de
procedure vanaf stap opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op
uw computer
Klik op [Start] en klik daarna
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
• Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het
bekijken van gekopieerde beelden in de map
"My Documents".
• Indien u niet Windows XP gebruikt, dubbelklik
dan op [My Documents] op het bureaublad.
Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory
Stick Duo".
Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP
Bekijken van de beelden op uw computer
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met uw camera. Als u geen mappen
creëert, is er alleen de map "101MSDCF"
Map met daarin bewegende beelden enz., die
werden opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De
beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
• Voor verdere informatie over de map, zie blz. 55 en 69.
NL
95
Map
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
MOV0.MPG
• Bewegende-beeldbestanden (blz. 84)
MOV0.THM
• Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldfunctie (blz. 84)
− Normale functie (blz. 29)
− Exposure Bracket-functie (blz. 63)
− Burst-functie (blz. 66)
− Multi Burst-functie (blz. 67)
• betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende
indexbeeldbestand zijn dezelfde.
NL
96
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
• Stap is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
• Als een beeldbestand is bewerkt op de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
• Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap een ander
nummer in.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 55).
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor .
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie voor stilstaande beelden
is JPG en de bestandsextensie voor bewegende
beelden is MPG. U mag de bestandsextensie
niet veranderen.
Kopieer het beeldbestand naar
de map "Memory Stick Duo".
Klik met de rechtermuisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
Kies en dubbelklik op de map
[DCIM] van de [Removable Disk]
of [Sony MemoryStick] in [My
Computer].
Klik met de rechtermuisknop op de
map [MSDCF] in de map
[DCIM] en klik op [Paste].
betekent ieder willekeurig nummer
van 100 t/m 999.
Installeren van "Picture
Package" en "ImageMixer
VCD2"
"Picture Package" is alleen voor
Windows-computers.
U kunt het softwareprogramma "Picture
Package" op uw Windows-computer
gebruiken voor het kopiëren, bekijken en
bewerken van de opnamen die u met uw
camera hebt gemaakt. Bij de installatie van
"Picture Package", wordt tegelijkertijd ook
het USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
Bekijken van de beelden op uw computer
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick Duo" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand en
klik daarna op [Rename].
Verander de bestandsnaam in
"DSC0".
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit
u alle programma’s af voordat u "Picture
Package" installeert.
Vereiste computeromgeving
Zie blz. 89 voor een eenvoudige
Windows-besturingsomgeving. Andere
systeemvereisten zijn als volgt.
Software: Macromedia Flash Player 6.0
of hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa. 500 MB
Grafisch: Videokaart (ondersteuning van
Direct Draw) met 4 MB VRAM
NL
97
• Om automatisch diavoorstellingen
(blz. 101) te maken, is een Pentium III
500 MHz of een snellere CPU vereist.
• Wanneer u "ImageMixer VCD2"
gebruikt, wordt een computer met
een Pentium III 800 MHz of sneller
aanbevolen.
• Deze software is geschikt voor
DirectX. Voor gebruik moet "DirectX"
geïnstalleerd zijn.
• Voor het gebruik van een schrijver,
om CD-R’s te branden, gelden andere
vereisten.
Schakel de computer in
en plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
Klikt op [Picture Package/
ImageMixer VCD2].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
Klik op [Next].
Het scherm "Licence Agreement"
(Licentieovereenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden van
de overeenkomst accepteert, vinkt
u het selectievakje "I accept the
terms of the license agreement" (Ik
accepteer de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) aan en klikt u
op [Next].
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet
hebt geïnstalleerd (blz. 90), mag u de camera
niet op de computer aansluiten vóórdat u het
softwareprogramma "Picture Package" hebt
geïnstalleerd (behalve voor Windows XP).
NL
98
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Klik op [Next].
Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program"
(Klaar om het programma te
installeren).
De installatie begint.
Controleer dat het
selectievakje "Yes, I want to
restart my computer now" (Ja,
ik wil de computer nu opnieuw
starten) is aangevinkt en klik
daarna op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Klik op [Next] en volg de
instructies op het scherm.
Als het scherm "Welcome to
setup for Direct X" (Welkom bij
de installatie van Direct X) wordt
afgebeeld nadat de installatie van het
softwareprogramma klaar is, volgt u
de aanwijzingen op het scherm.
Sluit de camera en de computer
op elkaar aan met behulp van de
USB-kabel.
"Picture Package" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt
"Picture Package Viewer" opgestart en
worden de gekopieerde beelden afgebeeld.
Bekijken van de beelden op uw computer
Nadat het installeren klaar is, wordt
het scherm "Welcome to setup for
ImageMixer VCD2" (Welkom bij de
installatie van ImageMixer VCD2)
afgebeeld.
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
De snelkoppelingen van "Picture
Package Menu" en "Picture Package
destination Folder" worden afgebeeld.
Haal de CD-ROM eruit.
• Normaal gesproken worden de mappen
"Picture Package" en "Date" aangemaakt in
de map "My Picture" en worden alle beelden,
opgenomen met de camera, in deze mappen
gekopieerd.
• Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in
[Copy automatically].
NL
99
"Picture Package"
gebruiken
Start [Picture Package Menu] op het
bureaublad op om de diverse functies te
gebruiken.
• Het opstartscherm kan er, afhankelijk van
uw computer, anders uitzien. U kunt de
menuweergave naar wens aanpassen door
op [Settings], rechtsonder op het scherm, te
klikken.
• Voor verdere informatie over het
softwareprogramma, klikt u op
in de
rechterbovenhoek van ieder scherm om de online Helpfunctie af te beelden.
Technische ondersteuning van "Picture
Package" wordt geleverd door het
Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie leest u de informatie
die bij de CD-ROM werd geleverd.
NL
100
Beelden bekijken op een
computer
Klik op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
aan de linkerkant van het scherm en klik
daarna op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
in de rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het bekijken van de beelden, wordt
afgebeeld.
Beelden opslaan op een CD-R
Klik op [Save the images on CD-R]
(Beelden opslaan op de PC) aan de
linkerkant van het scherm en klik daarna
op [Save the images on CD-R] (Beelden
opslaan op de PC) in de rechteronderhoek
van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het opslaan van beelden op een CD-R,
wordt afgebeeld.
• Om beelden op een CD-R op te slaan is een
cd-schrijver nodig. Voor meer informatie
betreffende geschikte schrijvers, moet u de
volgende homepage van het Pixela User
Support Center raadplegen.
http://www.ppackage.com/
Een video-CD met een menu
maken ("ImageMixer VCD2")
"ImageMixer VCD2" is compatibel met
video-CD voor stilstaande beelden met een
hoge resolutie.
Stel de menu achtergrond,
knoppen, titels, enz., in en klik
daarna op [Next].
Bevestig dat de instellingen
overeenkomstig uw wensen zijn.
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
aan de linkerkant van het scherm en klik
vervolgens op [Automatic Slideshow
Producer] in de rechteronderhoek van op
het scherm.
Bevestig het voorbeeld van
het Video-CD-bestand.
Klik in het linkerkader op het
bestand waarvan u een voorbeeld
wilt bekijken.
Klik op [] om een voorbeeld te
bekijken.
Klik op [Next] en voer de
discnaam in.
Het "ImageMixer VCD2"-scherm
verschijnt.
Een diavoorstelling maken
Bekijken van de beelden op uw computer
Klik op [Burning Video CD]
aan de linkerkant van het
scherm en klik vervolgens
op [Burning Video CD] in de
rechteronderhoek van het
scherm.
Klik op [Next].
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het maken van een diavoorstelling,
wordt afgebeeld.
Wanneer u een CD-R plaatst in het
CD-R-station en op [Write] klikt,
wordt het scherm afgebeeld voor het
schrijven naar een disc.
Klik op [Video CD].
Selecteer de map waarin de
gewenste bestanden zijn
opgeslagen.
Selecteer de gewenste map in
het linkerkader en klik daarna op
[Add]. De geselecteerde mappen
worden naar het rechterkader
verplaatst.
NL
101
Beelden afdrukken
Voer de procedures uit zoals
beschreven onder "Beelden
bekijken op een computer"
(blz. 100) om de lijst met
beelden af te beelden.
Klik op [File] in de
linkerbovenhoek van het
scherm en kiest daarna [Print].
—Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Dubbelklik en kies de beelden
op de lijst die u wilt afdrukken.
Klik op de
scherm.
toets op het
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2, of
Het scherm van de Wizard afdrukken
wordt afgebeeld.
Stel het papierformaat en het
aantal af te drukken vellen in
en druk de beelden of.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het afdrukken van beelden wordt
afgebeeld.
NL
102
Beelden kopiëren
naar uw computer
Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-functie
Er zijn twee functies voor een USBverbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]
functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-functie is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig
zijn, kunt u beelden kopiëren via een
extern apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Voor verdere informatie zie blz. 91.
Loskoppelen van de USB-kabel van
uw computer, verwijderen van de
"Memory Stick Duo" uit uw camera
of uitschakelen van de stroom
tijdens een USB-verbinding
Sleep het pictogram van het station of de
"Memory Stick" en zet het neer op het
"Trash" pictogram, koppel daarna de USBkabel los, verwijder de "Memory Stick
Duo" of schakel de camera uit.
• Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, maakt u de
USB-kabel los, enz., nadat u de computer hebt
uitgezet.
Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick Duo"
in de camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin de
beelden die u hebt gekopieerd, zijn
opgeslagen.
Bekijken van de beelden op uw computer
* Voor verdere informatie over de PTP-verbinding,
zie blz. 127.
De camera aansluiten op de
computer
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de vaste schijf en zet ze
erop neer.
• De beeldbestanden worden naar de vaste
schijf gekopieerd. Voor informatie over
de opslaglocatie van de beelden en de
bestandsnamen, zie blz. 95.
De beelden bekijken op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten. Het
beeldbestand wordt geopend.
• "Picture Package" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
NL
103
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
"ImageMixer VCD2" is ook compatibel
met Macintosh (Mac OS X (v10.1.5 of
hoger)).
Met behulp van "ImageMixer VCD2"
op de CD-ROM die bij de camera werd
geleverd, kunt u een video-CD maken met
stilstaande beelden en bewegende beelden
opgeslagen op de computer.
• "ImageMixer VCD2" voor Macintosh kan
alleen met behulp van een disk-image het
beeldbestand op een CD-R opslaan in het
video-CD-formaat. De door Roxio gemaakte
"Toast" software (niet bijgeleverd) is vereist
om een video-CD te maken.
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit
u alle softwareprogramma’s af voordat u
"ImageMixer VCD2" installeert.
Technische ondersteuning van
"ImageMixer VCD2" wordt geleverd
door het Pixela User Support Center.
Voor verdere informatie leest u de
informatie die bij de CD-ROM werd
geleverd.
NL
104
Vereiste computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4-series
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 250 MB
Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer,
32.000 kleuren of meer
• Installatie van QuickTime 4 of hoger is vereist.
(QuickTime 5 wordt aanbevolen.)
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Installeren van "ImageMixer
VCD2"
1 Schakel de computer in.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000 kleuren of meer
zijn.
2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram van de
CD-ROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.
SIT] in de kopieerbestemmingsmap.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
7 Nadat het gebruikersinformatiescherm
is afgebeeld, voert u de gewenste naam
en het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
Een video-CD met een menu
maken
"ImageMixer VCD2" is compatibel met
video-CD voor stilstaande beelden met een
hoge resolutie.
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
Bekijken van de beelden op uw computer
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Voer de stappen t/m uit op
blz. 101.
4 Klik op [Next] en voer de discnaam en
bestemming in.
De voorbereidingen voor het opslaan
van de bestanden op een CD-R zijn
voltooid.
NL
105
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met
de camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C::" op het
scherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 119).
2 Als de camera nog steeds niet juist
werkt, drukt u op de RESET toets
rechtsonder op de regelknop met
behulp van een puntig voorwerp, en
schakelt u daarna de camera weer
in. (Door indrukken van deze toets
gaan alle instellingen inclusief de
datum en tijd verloren en worden de
fabrieksinstellingen ingesteld.)
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESETtoets
Accu en spanning
Symptoom
Oorzaak/oplossing
U kunt de accu niet opladen.
• De camera is ingeschakeld. Schakel de camera uit (blz. 20).
De accu kan niet worden geplaatst.
• Druk op de accu-valpreventielip en open deze (blz. 14).
• Plaats de accu correct (blz.14).
Het /CHG-lampje knippert wanneer er • Plaats de accu correct (blz.14).
• In de accu is een defect opgetreden. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
een accu wordt opgeladen.
technische dienst van Sony.
• De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op.
NL
106
Oorzaak/oplossing
Het /CHG-lampje gaat niet branden
wanneer er een accu wordt
opgeladen.
• De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19).
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
• Plaats de accu correct (blz. 14).
• De accu is volledig opgeladen.
• De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op.
• Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De accu-restladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de accurestladingsindicatie nog voldoende
stroom, maar toch is de stroom
spoedig op.
• U hebt de camera in een bijzonder hete of een bijzonder koude omgeving gebruikt (blz. 128).
• Er is een verandering opgetreden in de resterende gebruiksduur van de accu. Ontlaad de accu
volledig en laad deze daarna weer volledig op zodat de accu-restladingsindicatie goed werkt
(blz. 17).
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
• U hebt de camera in een buitengewoon koude omgeving gebruikt (blz. 128).
• De accupool is vuil. Maak de accupool schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks, en laad de
accu op.
• Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de gelijkstroomstekker uit de camera.
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
• Plaats de accu correct (blz. 14).
• De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19).
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
• Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De camera schakelt plotseling uit.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in
(blz. 20) of gebruik de netspanningsadapter (blz. 19).
• De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
• Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
107
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Symptoom
Oorzaak/oplossing
Het LCD-scherm wordt niet
ingeschakeld wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
• De LCD-achtergrondverlichting is uitgeschakeld met
en u bevindt zich op een donkere plaats.
Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
(blz. 32).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het • Zet de modusschakelaar op
LCD-scherm.
NL
108
of
(blz. 31 en 84).
Het LCD-scherm wordt blauw en het
onderwerp wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van bewegende
beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V
OUT (MONO) aansluiting. Koppel de audio/video-aansluitkabel los of stel het beeldformaat anders
in dan [640(Fine)].
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zet de camera in de close-up (macro)-opnamefunctie en
plaats de camera verder weg dan de minimale scherpstelafstand (circa. 8 cm voor de W-kant en circa.
25 cm voor de T-kant) en neem vervolgens het beeld op (blz. 35). Of stel
(vergrootglasfunctie)
op het menu in en stel scherp binnen het bereik van 1 cm t/m 20 cm tot het onderwerp.
• Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie).
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Stel de automatische scherpstellingsfunctie in
(blz. 59).
De optische zoom werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
• Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Vergrootglasfunctie).
De digitale precisie-zoomfunctie
werkt niet.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op
[Precision] (blz. 33 en 125).
• De modusschakelaar staat in de stand
. Zet de modusschakelaar in de stand .
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op
[Smart] (blz. 33 en 125).
• Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[5M] en [3:2] (blz. 25).
• De slimme-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de Multi-Burst-functie (blz. 33 en 67).
• De modusschakelaar staat op
. Zet de modusschakelaar in de stand .
Oorzaak/oplossing
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter. Kies de lichtmeetfuncite (blz. 62) of regel de
belichting (blz. 60 en 121).
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag. Verhoog de helderheid van het LCD-scherm
(blz. 126).
• Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
(blz. 32).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium. Stel de belichting in (blz. 60 en 121).
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog. Verhoog de helderheid van het LCD-scherm
(blz. 126).
Het beeld is monochroom (zwart-wit).
• Stel [PFX] (P.Effect) in op een andere functie dan [B&W] (blz. 68).
Bij het opnemen van een zeer helder
onderwerp verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Wanneer u op een donkere plaats
naar het LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk te
verhelderen onder onderbelichte omstandigheden. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
De camera kan geen beelden
opnemen.
• Er is geen "Memory Stick Duo" geplaatst. Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo"
(blz. 49 en 86) of laad de huidige batterijen op "Memory Stick Duo".
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusschakelaar op
(blz. 31) voor het opnemen van stilstaande beelden.
• Zet de modusschakelaar op
(blz. 84) voor het opnemen van stilstaande beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 131) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Het opnemen duurt erg lang.
• De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd (blz. 43).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
109
NL
110
Symptoom
Oorzaak/oplossing
De flitser werkt niet.
• Zet de modusschakelaar in de stand
(blz. 31).
• De flitser staat op
(niet flitsen). Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd flitsen)
of SL (langzame synchro) (blz. 37).
• Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie).
• Wanneer
(Vergrootglasfunctie),
(Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of
(Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen als scène-keuzefunctie, stelt u de
flitsermodus in op (Altijd flitsen) (blz. 37).
• Stel [Mode] (REC Mode) in op [Normal].
Wazige vlekjes verschijnen op
beelden opgenomen met de flitser.
• Stof in de lucht reflecteerde het flitslicht en werd met het beeld opgenomen. Dit is normaal.
De close-up (macro)-opnamefunctie
werkt niet.
• Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43). dan
(Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie).
U kunt niet ononderbroken opnemen.
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo"
(blz. 49 en 86) of verwissel de "Memory Stick Duo".
• De accu-restlading is onvoldoende, u kunt alleen een enkel beeld opnemen. Plaats een opgeladen
accu (blz. 14).
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel [Red Eye Reduction] op het Setup-scherm in op [On] (blz. 37 en 125).
• Verklein de afstand tot het onderwerp tot de aanbevolen afstand en neem het beeld op met gebruik
van de flitser (blz. 37).
• Bij opnamen binnenshuis, verbeter de verlichting en neem het beeld op.
De datum en tijd worden onjuist
opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (blz. 21 en 127).
Symptoom
Oorzaak/oplossing
De F-waarde en de sluitertijd
knipperen wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• Stel de juiste belichting in (blz. 60).
Beelden bekijken
Oorzaak/oplossing
De camera kan geen beelden
weergeven.
• Zet de modusschakelaar in de stand
(blz. 44).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 97).
• Als een beeldbestand is berwerkt door de computer of als het beeldbestand werd opgenomen door
een ander model camera dan die van u, kunnen wij niet garanderen dat het beeldbestand kan worden
weergegeven.
• De camera staat in de USB-functie. Annuleer de USB-communicatie (blz. 92 en 103).
Onmiddellijk nadat de weergave is
begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien. Dit is geen defect.
Het beeld verschijnt niet op het TVscherm.
• Het video-uitgangssignaal van de camera is verkeerd ingesteld op het Setup-scherm. Verander de
instellingen (blz. 54 en 127).
• De aansluiting is niet goed. Controleer de aansluiting (blz. 46).
• De USB-kabel zit nog in de USB-aansluiting (blz. 46). Volg de procedure in de opmerking op
blz. 92 (Windows) of op blz. 103 (Macintosh) en koppel de USB-kabel los.
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een computer.
• Zie blz. 112.
Verhelpen van storingen
Symptoom
Beelden wissen/bewerken
Symptoom
Oorzaak/oplossing
De camera kan geen beeld wissen.
• Het beeld is beveiligd. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Door de markering (beveiliging) in te stellen, voortkomt u dat beelden per ongeluk worden
gewist (blz. 74).
• We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te
zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131).
NL
111
Symptoom
Oorzaak/oplossing
De functie voor verandering van het
formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet afbeelden op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet
worden geknipt.
• De bewegende beelden duren niet lang genoeg om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
Computers
Symptoom
Oorzaak/oplossing
U weet niet of het besturingssysteem
van uw computer compatibel is.
• Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 89 en 102).
U kunt het USB-stuurprogramma niet
installeren.
• In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde beheerders) (blz. 89).
Uw computer herkent de camera niet.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
NL
112
Schakel de camera in (blz. 20).
De accu is zwak. Gebruik de netspanningsadapter (blz. 19).
Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 91 en 102).
Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als het Cyber-shot-Station en sluit deze daarna
opnieuw stevig aan. Zorg dat er "USB Mode" op het LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 91).
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
Stel [USB Connect] op het Setup-scherm in op [Normal] (blz. 54 en 127).
De USB-aansluitingen van uw computer zijn verbonden met andere apparatuur, afgezien van het
toetsenbord, de muis en het Cyber-shot-station. Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen
los, behalve het toetsenbord en de muis (blz. 89).
De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de computer. Sluit de camera rechtstreeks aan op de
computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 89).
Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 90).
Uw computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer
met behulp van een USB-kabel voordat u de "USB Driver" (USB-stuurprogramma) hebt
geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. Wis het verkeerd herkende apparaat van uw computer
(blz. 93) en installeer daarna het USB-stuurprogramma (blz. 90).
Oorzaak/oplossing
U kunt geen beelden kopiëren.
• Vormt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91 en 103).
• Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 92, 94, 99 en 102).
• U hebt geprobeerd een opname te maken met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd was
met een computer. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw
camera.
Na een USB-verbinding tot stand
te hebben gebracht, start "Picture
Package" niet automatisch.
• Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
• Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is ingeschakeld (blz. 91).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een computer.
• Als u het softwareprogramma "Picture Package" gebruikt, kunt u op Help rechtsboven in elk scherm
klikken.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op
een computer bekijkt, worden beeld
en geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick Duo" weer. Kopieer de
bewegende beelden naar de vaste schijf van uw computer en geef vervolgens de bewegende beelden
vanaf de vaste schijf weer (blz. 92, 94, 99 en 102).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Verhelpen van storingen
Symptoom
Beelden die al een keer naar de
• Naar de verkeerde map gekopieerd. Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
computer gekopieerd zijn kunnen niet
(blz. 97).
door de camera weergegeven worden. • De map- of bestandsnaam op uw computer is veranderd (blz. 97).
"Memory Stick Duo"
Symptoom
Oorzaak/oplossing
U kunt geen "Memory Stick Duo" in
de camera plaatsen.
• U probeert de "Memory Stick Duo" achtertevoren in de camera te plaatsen. Plaats de "Memory Stick
Duo" op de juiste wijze (blz. 24).
U kunt niet opnemen op een "Memory • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
Stick Duo".
staat. Schuif deze in de opnamestand (blz. 131).
• De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (blz. 49 en 86).
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats een
"Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 132) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
NL
113
Symptoom
Oorzaak/oplossing
U kunt een "Memory Stick Duo" niet
formatteren.
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif deze in de opnamestand (blz. 131).
U hebt een "Memory Stick Duo" per
ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" worden gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen. We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand
LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131).
PictBridge-compatibel printer
Symptoom
Oorzaak/oplossing
De verbinding komt niet tot stand.
•
•
•
•
U kunt geen beelden afdrukken.
• De camera is niet aangesloten op de printer. Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze
zijn aangesloten met behulp van de USB kabel.
• Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u bijgeleverd kreeg,
raadplegen.
• Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen, is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer, het
afdrukken niet kunt hervatten. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog steeds niet
kunt afdrukken, moet u de USB-kabel losmaken, de printer uitschakelen en daarna weer inschakelen,
en dan weer de USB-kabel aansluiten.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Beelden die bewerkt zijn met een computer of beelden die met een andere camera dan deze zijn
opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt worden.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de indicatie
U kunt in de functie indexweergave
geen datum invoeren of de
afbeeldingen afdrukken.
• Vraag aan de fabrikant of de printer de datumfunctie of indexafdrukfunctie kan uitvoeren of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Raadpleeg de fabrikant van de printer.
Het papierformaat waarop u wilt
afdrukken verschijnt niet.
• Vraag aan de fabrikant of de printer het papierformaat waarop u wilt afdrukken, ondersteunt.
Raadpleeg de fabrikant of de printer compatibel is met PictBridge of niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan worden op de camera.
Stel [USB Connect] in op [PictBridge] op het Setup-scherm (blz. 127).
De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los
en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding
van de printer raadplegen.
(USB-kabel niet loskoppelen) uit ging.
"---- -- --" wordt afgedrukt op de plaats • Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden met de datum ingevoegd. Stel [Date]
van de ingevoegde datum.
in op [Off] en druk daarna het beeld af.
NL
114
Symptoom
Oorzaak/oplossing
U kunt niet afdrukken met de huidige • Als het printerpapier werd veranderd naar papier van een ander formaat nadat de camera werd
papierformaatinstelling van de printer.
aangesloten op de printer, koppelt u de USB-kabel los van de printer en sluit u deze weer aan.
• De afdrukinstelling van de camera verschilt van de printerinstelling. Verander de
papierformaatinstelling van de camera (blz. 79 en 81) of verander de printerinstelling.
U kunt geen andere bedieningen
uitvoeren nadat het afdrukken is
gestopt.
• De printer voert de printer-stop-procedure uit. Wacht tot deze procedure is voltooid. (Deze procedure
kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer.)
Overige
Oorzaak/oplossing
De camera werkt niet.
• U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 132).
• De accu is zwak. (De indicatie verschijnt.) Laad de accu op (blz. 14).
• Sluit de netspanningsadapter goed aan op de multi-aansluiting van de camera en op een stopcontact
(blz. 19).
• Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De camera is wel ingeschakeld, maar
werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en sluit
deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u op de RESET toets
rechtsonder op de regelknop met behulp van een puntig voorwerp, en schakelt u daarna de camera
weer in. (Hierdoor worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.) (blz. 106)
U kunt een indicatie op het scherm
niet herkennen.
• Controleer de indicatie (blz. 136 t/m 139).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen, alvorens de camera te gebruiken (blz. 129).
De camera wordt warm wanneer u
deze lang achtereen gebruikt.
• Dit is normaal.
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
115
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
NL
116
Melding
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24).
System error
• Schakel de camera uit en daarna weer in (blz. 20).
Memory Stick error
•
•
•
•
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131).
Format error
• De "Memory Stick Duo" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick Duo" opnieuw (blz. 51).
Memory Stick locked
• U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijfbeveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif
deze in de opnamestand (blz. 131).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick Duo" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige
beelden (blz. 49 en 86).
Read only memory
• De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick Duo".
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more
folders
• De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". U kunt
geen mappen aanmaken.
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 56).
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131).
De "Memory Stick Duo" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil.
Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze (blz. 24).
Melding
Betekenis/Oplossing
For "InfoLITHIUM" battery
only
• De accu is niet van het type "InfoLITHIUM".
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Cannot divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (meer dan ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Invalid operation
• U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De accu is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 14). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 t/m 10 minuten acculading over is.
• Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een
statief of zet de camera op een andere manier vast.
• Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
640(Fine) is not available
• 640(Fine) kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of
stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Enable printer to connect
• [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridgecompatibel is. Controleer het apparaat.
• De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
Connect to
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
device
No printable image
• U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de markering
te controleren.
• U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren, terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden
opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer busy
• Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
• Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierstoring, enz. Controleer de printer.
Ink error
• Een inktfout is opgetreden in de aangesloten printer, of de inkt is (bijna) op. Controleer de printer.
Printer error
• De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto die u wilt
afdrukken, op beschadigingen.
Verhelpen van storingen
Turn the power off and on
again
NL
117
Melding
Betekenis/Oplossing
• Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Sluit geen USB-kabel aan.
Processing
NL
118
• De printer voert de printer-stopprocedure uit. Afdrukken is niet mogelijk totdat deze procedure is afgerond. Deze
procedure kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer.
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Oorzaak
Oplossing
C:32:
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(blz. 20).
C:13:
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick Duo".
• Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere
keren opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick Duo" geplaatst.
• Formatteer de "Memory Stick Duo"
(blz. 51).
De geplaatste "Memory Stick
Duo" kan niet in deze camera
worden gebruikt, of de gegevens
zijn beschadigd.
• Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo"
(blz. 24).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
• Druk op de RESET-toets rechtsonder
op de regelknop, en schakel daarna de
camera weer in. (blz. 106)
E:61:
E:91:
Verhelpen van storingen
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met
een combinatie van één letter en vier
cijfers. Indien dat gebeurt, raadpleeg
dan de volgende codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ) verschillen afhankelijk van
de toestand van de camera.
Code
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien
u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande
oplossingen hebt uitgeprobeerd.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
NL
119
Aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick Duo",
het beeldformaat en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u
een "Memory Stick Duo" kiest.
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur
kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en
het aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 28.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
• Onderstaande tabel laat bij benadering
het aantal beelden en de opnameduur
zien die kunnen worden opgenomen op
een "Memory Stick Duo" die in deze
camera is geformatteerd.
NL
120
Multi Burst
(Eenheden: beelden)
16MB
32MB
64MB
128MB
256MB
512MB
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
357 (649)
726 (1320)
16MB
32MB
64MB
128MB
256MB
512MB
—
—
—
—
0:02:57
0:06:02
640(Standard)
0:00:42
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
160
0:11:12
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
1M
Bewegend beeld
640(Fine)
De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten, 45
seconden".
• Het beeldformaat is als volgt:
640(Fine): 640×480
640(Standard): 640×480
160: 160×112
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen kunnen,
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar of de instellingen,
verschillen.
De menuonderdelen worden onthouden,
zelfs nadat de camera is uitgeschakeld of
de modusschakelaar in een andere stand
wordt gezet (behalve [PFX] (P.Effect)).
Wanneer de modusschakelaar op
staat
Onderdeel
Instelling
(Camera)
/
/
(EV)1)
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met .
Beschrijving
/
/
/ /
/ Program / Auto
/
/
De camerafunctie kiezen (blz. 31).
De belichting regelen (blz. 60).
(Focus)1)5)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Spot AF / Center AF / Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 59).
(Metering
Mode)1)
Spot / Multi
Instellen van met de belichting aan de hand van het onderwerp dat u wilt
opnemen (blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)1)5)
WB
//
/
/
/ Auto
De kleurbalans instellen (blz. 65).
1)5)
400 / 200 / 100 / Auto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoge waarde wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een lage waarde om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt.
(P.Quality)1)
Fine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 54).
ISO
Aanvullende informatie
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV
/ +0.7EV / +0.3EV / 0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
NL
121
Onderdeel
5)
Mode (REC Mode)
Instelling
Beschrijving
Multi Burst
Exp Brktg
– Neemt een ononderbroken reeks van 16 frames in een enkele beeld (blz. 67).
– Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 63).
– Neemt ononderbroken op met een kort opname-interval (blz. 66).
– Neemt ononderbroken nog meer beelden op (blz. 66).
– Neemt een beeld in de normale opnamefunctie op.
Speed Burst
Burst
Normal
BRK (Bracket
Step)3)
±1.0EV / ±0.7EV / ±0.3EV
De belichtingscompensatiewaarde instellen voor het opnemen van drie beelden
met verschoven belichting (blz. 63). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling
dan [Exp Brktg].)
1/7.5 / 1/15 / 1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 67). (Deze instelling kan niet worden
gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere
instelling dan [Multi Burst].)
+ / Normal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 66).
B&W / Sepia / Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68).
(Saturation)
+ / Normal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)2)
+ / Normal / –
De contrast van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is).
+ / Normal / –
De scherpte van het beeld regelen. De
de instelling Normal is).
M
(Interval)3)
(Flash Level)4)
1)
PFX (P.Effect)
2)
(Sharpness)2)
1)
indicatie verschijnt (behalve wanneer
Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto].
Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op anders dan [Program].
3)
(Vergrootglasfunctie),
Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto],
(Schemerfunctie),
(Schemer-portretfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie).
4)
Dit verschijnt niet wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto],
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie).
5)
De beschikbare instellingen zijn beperkt afhankelijk van de
(Camera) instellingen op het menu.
2)
NL
122
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV
/ +0.7EV / +0.3EV / 0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 60).
(Focus)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Spot AF / Center AF / Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 59).
(Metering
Mode)
Spot / Multi
Instellen van de belichting aan de hand van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)
/
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia / Off
(EV)
/
/
/ Auto
De kleurbalans instellen (blz. 65).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68).
Aanvullende informatie
NL
123
Wanneer de modusschakelaar op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
OK / Cancel
De map kiezen die de beelden bevat die u wilt weergeven (blz. 69).
—
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen en de beveiliging opheffen (blz. 74).
(DPOF)
—
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken en deze opheffen (blz. 82).
(Print)
—
Beelden afdrukken op een printer die PictBridge-compatibel is (blz. 77).
Interval
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 71). (Alleen in de
enkelbeeldfunctie)
3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
Folder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
On / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
(Folder)
(Protect)
(Slide)
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
(Rotate)
(Divide)
NL
124
5M / 3M / 1M / VGA / Cancel
(links) /
OK / Cancel
(rechts) / OK / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 75). (Alleen in
de enkelbeeldfunctie)
Het stilstaande beeld roteren (blz. 72). (Alleen in de enkelbeeldfunctie)
Een bewegend beeld knippen (blz. 87). (Alleen in de enkelbeeldfunctie)
SET UP-onderdelen
Het Setup-scherm verschijnt wanneer
u verder gaat naar
op het menu en
nogmaals op drukt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met .
1
(Camera 1)
Instelling
Beschrijving
AF Mode
Single / Monitor
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 58).
Digital Zoom
Smart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 33).
Date/Time
Day&Time / Date / Off
Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 38). De datum
en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burst-functie.
Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet tijdens het
opnemen.
Red Eye Reduction
On / Off
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 37).
AF Illuminator
Auto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het
moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 38).
Auto Review
On / Off
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Als dit is ingesteld op [On],
wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. Als u
gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, gaat het opgenomen beeld
uit en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Enlarged Icon
On / Off
Kiezen of de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroot worden afgebeeld
wanneer u op (flitserfunctie),
(zelfontspanner) of
(macro) drukt.
2
Aanvullende informatie
Onderdeel
(Camera 2)
NL
125
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Format
OK / Cancel
De "Memory Stick Duo" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens van
de "Memory Stick Duo" gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 51).
Create REC. Folder
OK / Cancel
Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 55).
Change REC.
Folder
OK / Cancel
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 56).
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
LCD Backlight
Bright / Normal
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door
[Bright] te kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera
buiten of op een andere goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan
meer acculading verbruikt. Wordt alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom
voorziet met behulp van de accu.
Beep
Shutter
On
− Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
− Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop
indrukt.
− De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
1
(Setup 1)
Off
Language
NL
126
—
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde
taal.
2
(Setup 2)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
File Number
Series
− Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick Duo"
wordt verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt.
− De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de
opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
Reset
USB Connect
PictBridge
PTP
Normal
Video Out
Clock Set
NTSC
− Verbindt de camera met een PictBridge-compatibele printer (blz. 78).
− Wanneer een PTP-verbinding tot stand is gebracht, start de Copy Wizard
automatisch en kopieert de beelden in de opnamemap (blz. 95) die in de camera is
ingesteld naar de computer. (Dit wordt ondersteund voor Windows XP en Mac OS
X.)
− Maakt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91 en 103).
PAL
− Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-functie (bijvoorbeeld de VS of
Japan).
− Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-functie (bijvoorbeeld Europa).
OK / Cancel
Voor het instellen van datum en tijd (blz. 21 en 54).
Aanvullende informatie
NL
127
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op
de volgende plaatsen
• Op bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd.
De behuizing van de camera kan
vervormd raken of hierdoor kan een
storing optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan verkleurd of vervormd raken
of hierdoor kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch
veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of
stof in de camera komt. Hierdoor kan
in de camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Dragen
Ga niet op een stoel of andere plaats zitten
met de camera in uw achterzak van uw
broek of rok omdat hierdoor een storing
kan optreden of de camera beschadigd kan
raken.
NL
128
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met
LCD-reinigingsmiddel (niet bijgeleverd)
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte
doek om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van
de netspanningsadapter schoon met
een droog wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met
een droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
− Chemische producten zoals verdunner,
benzine, alcohol, wegwerpdoeken,
insecticiden, enz.
− Aanraking van de camera met een
bovenstaande stof aan uw handen
− Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik
bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude
of warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een
koude naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige
ruimte wordt neergelegd, kan er vocht
condenseren in of op de behuizing van de
camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare batterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare batterij wordt tijdens het
gebruik van de camera continu opgeladen.
Indien u de camera echter alleen voor korte
perioden gebruikt, raakt deze de batterij
geleidelijk uitgeput. Indien u de camera
helemaal niet gebruikt, is de batterij na
circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare batterij altijd
volledig op te laden voordat u de camera
gaat gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare batterij niet
wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een stopcontact
met behulp van de netspanningsadapter
of plaats een opgeladen accu en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
Aanvullende informatie
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Opmerkingen over de interne
oplaadbare batterij
NL
129
De interne oplaadbare batterij
verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare batterij uit de camera
verwijderen.
Open het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
Houder van de interne
oplaadbare batterij
Raak de interne oplaadbare batterij niet
aan tijdens het gebruik. Wanneer de
batterij is verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare batterij
weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
batterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
NL
130
Duw de punt van het
gereedschap in de sleuf in
de houder van de interne
oplaadbare batterij, aan de
linkerkant van de batterijinsteekopening, en trek deze
in de richting van de pijl.
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
Trek de batterijhouder in de
richting van de pijl naar buiten
en trek de flexibele kabel
waarmee de batterijhouder
vast zit eraf.
Draai de batterijhouder om
en duw de batterij er met
het gereedschap vanaf de
onderkant uit.
Interne oplaadbare
batterij
2)
"Memory Stick"
"Memory Stick" is een compact, draagbaar ICopnamemedium.
De typen "Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in de
onderstaande tabel. Een goede werking kan
echter niet worden gegarandeerd voor alle
functies van de "Memory Stick".
Type "Memory Stick"
Opnemen/
weergeven3)
Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface.
3)
Bewegende beelden in het beeldformaat
640(Fine) kunnen alleen opgenomen en
weergegeven worden met behulp van "Memory
Stick PRO Duo".
• Als een "Memory Stick Duo" is geformatteerd
op een computer, kan de juiste werking ervan
in deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte
"Memory Stick Duo" en apparatuur.
–
Memory Stick (MagicGate/
hoge gegevensoverdrachts
nelheid)
Opmerkingen over het gebruik van
"Memory Stick Duo" (bijgeleverd)
–
Memory Stick Duo
Memory Stick Duo
(MagicGate/hoge gegevens
overdrachtsnelheid)
• U kunt beelden niet opnemen, bewerken of
wissen als u de schrijf-beveiligingsschakelaar4)
met een puntig voorwerp verschuift naar
LOCK.
1)2)
MagicGate Memory Stick
–
MagicGate Memory Stick
Duo
1)
Memory Stick PRO
–
Memory Stick PRO Duo
1)2)
1)
"MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory
Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een copyrightbeschermingstechnologie die gebruik maakt
van encryptietechnologie. Opnemen/weergeven
van gegevens waarbij MagicGate functies
zijn vereist, kan niet met deze camera worden
uitgevoerd.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar4)
Plaats voor notities
De stand of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar4) kan verschillend zijn
afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u
gebruikt.
4)
De "Memory Stick Duo" die bij deze
camera werd geleverd heeft geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u de bijgeleverde
"Memory Stick Duo" gebruikt, moet u opletten
niet per ongeluk gegevens te wissen of te
bewerken.
Aanvullende informatie
Memory Stick
• Wanneer de "Memory Stick Duo" bezig is met
het lezen of wegschrijven van gegevens, mag u
de "Memory Stick Duo" niet verwijderen.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick Duo" eruit is
gehaald of de camera is uitgeschakeld tijdens
het lezen of schrijven
– wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische
elektriciteit of elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Druk niet te hard wanneer u een notitie op het
memo gebied schrijft.
• Bevestig geen sticker op de "Memory Stick
Duo" of op een Memory Stick Duo-adapter.
• Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje
dat erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitingen van een "Memory Stick
Duo" nooit aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
• De "Memory Stick Duo" niet slaan, verbuigen
of laten vallen.
• De "Memory Stick Duo" mag niet worden
gedemonteerd of gemodificeerd.
• Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
• Houd de "Memory Stick Duo" uit de buurt
van kinderen. Ze kunnen hen per ongeluk
inslikken.
NL
131
• U mag de "Memory Stick Duo" niet gebruiken
of bewaren op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht
– vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerkingen over het gebruik
van Memory Stick Duo-adapter
(bijgeleverd)
NL
132
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met een "Memory Stick" compatibel
apparaat, moet u ervoor zorgen dat de
"Memory Stick Duo" in een Memory Stick
Duo-adapter wordt geplaatst.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting wordt geplaatst en vervolgens
steekt u het er helemaal in. Onjuiste plaatsing
kan leiden tot een storing.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gestoken
in een Memory Stick Duo-adapter gebruikt
in een "Memory Stick" compatibel apparaat,
controleert u dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting erin wordt gestoken. Merk op
dat door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
• Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik
van "Memory Stick PRO Duo" (niet
bijgeleverd)
De "Memory Stick PRO Duo" met een
capaciteit van maximaal 512 MB is getest en
goedbevonden voor gebruik in deze camera.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" accu is een
lithiumionaccu uitgerust met functies voor
het communiceren van informatie over de
bedrijfsomstandigheden tussen de camera
en de netspanningsadapter.
De "InfoLITHIUM" accu berekent
het stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de accu
nog meegaat.
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te
laden bij een omgevingstemperatuur van
10°C tot 30°C. Indien u de accu buiten
dit temperatuurbereik oplaadt, bestaat de
kans dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
Doeltreffend gebruik van de
accu
Levensduur van de accu
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de accu-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad
de accu volledig op zodat de accurestladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien
de accu veelvuldig wordt gebruikt, zal
echter niet altijd opnieuw de juiste accurestladingsindicatie worden aangegeven.
• De levensduur van de accu is beperkt.
De capaciteit van de accu neemt
geleidelijk af naarmate u deze meer
gebruikt en de tijd verstrijkt. Wanneer
de gebruiksduur van de accu aanzienlijk
korter is geworden, is waarschijnlijk het
einde van de levensduur van de accu
bereikt. Koop een nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt
mede bepaald door de manier waarop
deze wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
• Zelfs als u de accu gedurende een
lang tijd niet denkt te gebruiken, dient
u deze volledig op te laden en de
lading eenmaal per jaar volledig op te
gebruiken. Haal de accu uit de camera en
bewaar deze op een droge, koele plaats.
Op deze manier zal de accu naar behoren
blijven werken.
• Om de accu in de camera te gebruiken
totdat deze helemaal leeg is, laat u de
POWER-toets in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 71) op "Aan" staan
totdat de accu geen stroom meer levert.
• Bewaar en transporteer de accu altijd in
de accuhouder om te voorkomen dat de
accupolen vuil of kortgesloten worden.
Aanvullende informatie
• Bij lage temperaturen verminderen
de prestaties van de accu. Op koude
plaatsen kan de accu daarom minder
lang worden gebruikt. Wij bevelen het
volgende aan om de accu langer mee te
laten gaan:
− Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen en
plaats deze in de camera vlak voordat u
begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de accu
sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s
voor twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en
om proefopnamen te maken alvorens u
de eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
• Laat de camera niet liggen op een hete
plaats, zoals in een hete auto of in direct
zonlicht.
Accu-restladingsindicatie
NL
133
Opmerkingen over
het onderwaterhuis
Door de camera in een speciaal
onderwaterhuis (niet bijgeleverd) te
plaatsen, kunt u opnemen onderwater of op
andere natte plaatsen, zoals op het strand
of in het zwembad.
Het speciale onderwaterhuis voor de
DSC-T3 en DCS-T33 heet de MPK-THB.
Wanneer u de camera DSC-T33 in het
onderwaterhuis plaatst, raadpleegt u
onderstaande afbeelding en verwijdert u
van tevoren de delen A en B binnenin het
onderwaterhuis in de richting van de pijlen.
(De delen A en B hoeven niet te worden
verwijderd wanneer u de camera DSC-T3
in het onderwaterhuis plaatst.)
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij
het onderwaterhuis werd geleverd voor
verdere informatie over het gebruik ervan.
A
NL
134
B
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
7,66 mm (1/2,4 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 6,7 – 20,1 mm (38 – 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F3,5 – 4,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting, scènekeuze
(9 standen)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Gloeilamp, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif ver. 2.2
voldoet aan JPEG-standaard,
compatibel met DPOF
Bewegende beelden: voldoet aan
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick Duo"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO op Auto):
DSC-T3
0,1 m tot 1,7 m (W)
0,5 m tot 1,6 m (T)
DSC-T33
0,1 m tot 1,6 m (W)
0,5 m tot 1,5 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multi-aansluiting
USB verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
6,2 cm (2,5 type) TFT drive
Totaal aantal pixels
230 400 (960×240) pixels
[Stroomvoorziening, algemeen]
Gebruikte accu
NP-FT1
Voeding 3,6 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen)
1,4 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
DSC-T3
Circa 91×60×17,8 mm
DSC-T33
Circa 99,4×60,9×20,7 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht DSC-T3
Circa 171 g
DSC-T33
Circa 150 g
(inclusief accu NP-FT1, "Memory
Stick Duo" en polsriem)
Microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
UC-TC/UC-TD Cyber-shot-Station
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Ingangsspanning
100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
AC-LM5
10 W
AC-LM5A
11 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
AC-LM5
Circa 47×30×80 mm
AC-LM5A
Circa 48×29×81 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht AC-LM5
Circa 170 g
AC-LM5A
Circa 160 g
exclusief netsnoer
Accessories
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
AC-LM5/LM5A netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
NP-FT1 accu (1)
Cyber-shot-station (1)
UC-TC (DSC-T3)/UC-TD (DSC-T33)
Camerahouder voor een statief (1)
USB-kabel (1)
A/V-aansluitkabel (1)
Polsriem (1)
"Memory Stick Duo" (32 MB) (1)
Memory Stick Duo-adapter (1)
CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012)
(1)
Gebruiksaanwijzing (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Aanvullende informatie
A/V OUT (MONO) aansluitbus (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch,
negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 1 kΩ
USB-bus B
USB-verbinding
Hi-Speed USB (compatibel met USB
2.0 voor hoge snelheid)
DC IN-bus
Aansluiting van de camera
AC-LM5/LM5A
netspanningsadapter
NP-FT1 accu
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
2,4 Wh (680 mAh)
NL
135
LCD-scherm
/
Verdere belangrijke informatie vindt u op
de tussen haakjes vermelde bladzijden.
Bij opname van stilstaande
beelden
1
3
60min
VGA
101
1/30”
2
/ SL /
Flitserfunctie-indicatie (37)
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (37)
4
5
S AF
125 F3.5 +2.0EV
Scherpte-indicatie (121)
Verzadiging-indicatie (121)
Contrast-indicatie (121)
ON
60min
AF-illuminator-indicatie (38, 125)
Accu-restladings-indicatie (17)
AE/AF-vergrendelingsindicatie (30,
59)
/ BRK / S /
Opnamefunctie-indicatie (67, 63, 66)
M
WB /
/
/
/
Kleurbalans-indicatie (65)
NL
136
/
1.3 /
/ 1.3 /
1.3
Zoomvergrotings-indicatie (33)
C:32:00
+
/
/
/ /
/
/
/
Opnamemodus-indicatie (31)
Lichtmeetfunctie-indicatie (62)
Macro-indicatie (35)
S AF / M AF
Scherpstellingsmethode-indicatie
(58)
/
/
Indicatie van AF-bereikzoekerframe
(57)
0.5m
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(59)
5M / 3:2 / 3M / 1M / VGA
Beeldformaat-indicatie (25)
FINE/STD
Beeldkwaliteit-indicatie (54)
101
Opnamemap-indicatie (55)
Beeldeffect-indicatie (68)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
1/30"
Multi Burst-intervalindicatie (67)
400
Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (28)
Zelfontspanner-indicatie (36)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
Datum- en tijd-indicatie (38)
ISO-waarde-indicatie (121)
60min
STBY
1
Lange sluitertijd NR-indicatie (43)
125
Sluitertijd-indicatie
F3.5
Diafragmawaarde-indicatie
STD
640
101
00:00:00 [00:28:25]
C:32:00
+
Histogram-indicatie (61)
2
3
4
5
60min
+2.0EV
EV-niveau-waarde-indicatie (60)
Accu-restladingsindicatie (17)
Menu/Gidsmenu (53)
Opnamefunctie-indicatie (84)
/
/
/
Kleurbalans-indicatie (65)
Trillingswaarschuwing-indicatie
(116)
Bij opname van bewegende
beelden
Aanvullende informatie
±0.7EV
Bracket-stapgrootte-indicatie (63)
+
Dradenkruis van de spot lichtmeting
(63)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
STBY / REC
Opname-indicatie voor bewegende
beelden (84)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke accu (116)
1.3
Zoomvergroting-indicatie (33)
AF-bereikzoekerframe (57)
Lichtmeetfunctie-indicatie (62)
Beeldeffect-indicatie (68)
NL
137
Macro-indicatie (35)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke accu (116)
/
/
Indicatie van AF-bereikzoekerframe
(57)
0.5m
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(59)
/ 640 / 160
Beeldformaat-indicatie (84)
FINE
640
STD
+2.0EV
EV-niveau-waarde-indicatie (60)
Menu/Gidsmenu (53)
Opnamemap-indicatie (55)
00:00:00 [00:28:05]
Opnameduur-indicatie [maximale
opnameduur] (120)
Zelfontspanner-indicatie (36)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
NL
138
M
101
VGA
101
1.3
12/12
C:32:00
+2.0EV
500 F3.5
+
Dradenkruis van de spot lichtmeting
(63)
101
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
60min
1
AF-bereikzoekerframe (57)
Bij weergave van stilstaande
beelden
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
2
3
4
5
BACK/NEXT
VOLUME
M
Opnamefunctie-indicatie (72)
5M / 3:2 / 3M / 1M / VGA
Beeldformaat-indicatie (25)
Beveiligingsindicatie (74)
Afdrukmarkering-indicatie (DPOF)
(82)
/
/
Map-veranderen-indicatie (69)
1.3
Weergavezoomvergroting-indicatie
(70)
Step 12/16
Beeld-voor-beeld-weergave-indicatie
(73)
101-0012
Map-bestandsnummer (95)
ISO-waarde-indicatie (121)
Bij weergave van bewegende
beelden
Lichtmeetfunctie-indicatie (62)
1
60min
/
Flitsfunctie-indicatie
PictBridge-aansluiting-indicatie (78)
WB /
/
/
/
Kleurbalans-indicatie (65)
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
101
Weergavemap-indicatie (69)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
F3.5
Diafragmawaarde-indicatie
101
101
8/8
00:00:12
3
4
2
DPOF
5
Opnamefunctie-indicatie (85)
Histogram-indicatie (61)
640
0
/ 6 4STD
/ 160
Beeldformaat-indicatie (85)
FINE
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (38)
/
Weergave-/stop-indicatie (85)
Menu/Gidsmenu (53)
/
/
Map-veranderen-indicatie (69)
Aanvullende informatie
12/12
Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
500
Sluitertijd-indicatie
160
VOL.
VOL.
Indicatie USB-multikabel niet
loskoppelen (79, 116)
+2.0EV
EV-niveau-waarde-indicatie (60)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Volume-indicatie (85)
Weergavebalk (85)
NL
139
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
101
Weergavemap-indicatie (69)
8/8
Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
00:00:12
Teller (85)
Weergavebeeld (85)
Menu/Gidsmenu (53)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
NL
140
Index
A
A/V-verbindingskabel ..................................... 46
Aanbevolen computeromgeving ............. 89, 102
Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/
weergegeven ............................ 18, 28, 120
Accu ................................................................ 14
Accu bewaren ................................................ 133
Accu opladen .................................................. 14
Achtergrondverlichting van het
LCD-scherm ........................................ 126
AE ................................................................... 32
AE/AF-vergrendeling.......................... 30, 32, 59
AF-bereikzoekerframe .................................... 57
AF-bewaking ................................................... 58
AF-functie ....................................................... 58
AF-illuminator ........................................ 38, 125
AF-vergrendeling ............................................ 59
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 82
Altijd flitsen .................................................... 37
Automatische instelfunctie.............................. 29
Automatische scherpstelling ..................... 32, 57
Automatische uitschakelingsfunctie ............... 20
Auto Review ................................................. 125
B&W ............................................................... 68
Batterij-restladingsindicatie .................... 17, 133
Beeldeffect ...................................................... 68
Beelden bekijken op de televisie ..................... 46
Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 44
Beelden bekijken op uw computer .......... 94, 103
E
C
G
Camera .................................................... 31, 121
CD-ROM ........................................... 90, 98, 104
Condensvorming ........................................... 129
Contrast ......................................................... 122
Cyber-shot-station ........................................... 12
Gebruikers van Macintosh ............................ 102
Gebruikers van Windows ................................ 89
Gebruik van de camera in het buitenland........ 19
Gelijkstroomstekker .................................. 15, 19
Geprogrammeerd opnemen van stilstaande
beelden .................................................. 31
Gloeilamp........................................................ 65
D
Daglicht ........................................................... 65
Datum en tijd instellen ............................ 21, 127
Diavoorstelling ................................................ 71
Digitale zoom .................................................. 33
DPOF .............................................................. 82
Enkelvoudige-AF (Single) .............................. 58
Enkelvoudig scherm ........................................ 44
EV-afstelling ................................................... 60
Extensie ..................................................... 95, 97
F
Flitser .............................................................. 65
Flitserniveau ............................................ 66, 122
Flitsmodus ....................................................... 37
Fluorescerend .................................................. 65
Formaat veranderen......................................... 75
Formatteren ..................................................... 51
H
Histogram........................................................ 61
Index
B
Beelden kopiëren naar uw
computer ...................... 89, 92, 94, 99, 102
Beeldformaat ............................................. 25, 26
Beeldkwaliteit ........................................... 26, 54
Beeld vergroten ............................................... 70
Belichtingscategorie ........................................ 63
Bestandsnamen ............................................... 95
Bestandsnummer ........................................... 127
Beveiliging ...................................................... 74
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm .......................................... 85
Bewegende beelden wissen ............................. 86
Bewolkt ........................................................... 65
Burst ................................................................ 66
I
“InfoLITHIUM” accu ................................... 132
ImageMixer VCD2.......................... 97, 101, 104
In- en uitschakelen .......................................... 20
Index-scherm................................................... 44
NL
141
Indexbeelden afdrukken .................................. 77
Initialisatie....................................................... 51
Installeren.......................................... 90, 97, 104
Instellingen...................................................... 54
Interval .................................................... 68, 122
ISO ................................................................ 121
J
JPG .................................................................. 96
K
Kaarslichtfunctie ............................................. 41
Klok instellen .......................................... 21, 127
Knippen van bewegende beelden .................... 87
Korte-sluitertijdfunctie .................................... 41
L
Landschapsfunctie........................................... 40
Lange sluitertijd NR........................................ 43
Langzame synchro .......................................... 37
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ............... 32
Levensduur van de batterijen .................. 18, 133
Lichtmeetfunctie ............................................. 62
Lichtmeting met meerdere patronen ............... 62
M
“Memory Stick Duo” plaatsen ........................ 24
Macro .............................................................. 35
Map ........................................................... 55, 69
Mate van comprimeren ................................... 26
NL
142
Memory Stick Duo........................................ 131
Menu-instellingen ................................... 53, 121
Midden-AF...................................................... 57
Mode (REC Mode) ....................................... 122
Modusschakelaar................................. 21, 25, 31
MPG ................................................................ 96
Multipoint AF ................................................. 57
Multi Burst ...................................................... 67
M AF ............................................................... 58
N
Netspanningsadapter ................................. 15, 19
Niet flitsen ....................................................... 37
NTSC-systeem ........................................ 48, 127
O
Onderverdelen ................................................. 87
Oplaadbare batterij ........................................ 129
Oplaadtijd........................................................ 17
Opnemen van bewegende beelden .................. 84
Opnemen van close-up (Macro)...................... 35
Opnemen van stilstaande beelden ................... 29
Opslagbestemming van bestanden .................. 95
Optische zoom ................................................ 33
P
PAL-systeem ........................................... 48, 127
PictBridge ....................................................... 77
Picture Package ............................................... 90
Pieptoon/sluitergeluid ................................... 126
Precizie digitale zoom ..................................... 34
Programmafunctie voor automatisch
opnemen ................................................ 31
Projecteren van de datum en tijd ............. 38, 125
PTP.................................................. 89, 103, 127
Punt-AF ........................................................... 57
Q
Quick Review .................................................. 32
R
Regelknop ....................................................... 20
Reiniging ....................................................... 128
Reisadapter...................................................... 19
RESET-toets .................................................. 106
Resterende opname/weergave-tijd .......... 18, 120
Roteren ............................................................ 72
S
Scènekeuze ...................................................... 40
Schemer-portretfunctie ................................... 40
Schemerfunctie ............................................... 40
Schermweergave ..................................... 32, 136
Scherpstellen ................................................... 57
Scherpstelling-voorkeuze ................................ 59
Scherpte......................................................... 122
Sepia................................................................ 68
Slimme-zoomfunctie ....................................... 33
Sneeuwfunctie ................................................. 41
Snelle Burst ..................................................... 66
Spot lichtmeting .............................................. 62
Stilstaande beelden wissen.............................. 49
Strandfunctie ................................................... 41
S AF ................................................................ 58
T
W
Taal .......................................................... 23, 126
Toegangslampje .............................................. 24
Trimmen .......................................................... 71
TV-kleursysteem ............................................. 48
Waarschuwingen en meldingen .................... 116
Weergavezoom ................................................ 70
Witbalans ........................................................ 65
U
USB-aansluiting .................................. 12, 78, 91
USB-kabel ....................................................... 91
USB-modus ..................................................... 89
USB-stuurprogramma ..................................... 90
USB-verbinding .............................. 91, 103, 127
Z
Zelfdiagnosefunctie....................................... 119
Zelfontspanner ................................................ 36
Zoom ............................................................... 33
Zoomvergrotingsfactor.................................... 33
V
Vergrootglasfunctie ......................................... 40
Vergroot icoon ............................................... 125
Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 37
Verzadiging ................................................... 122
VGA ................................................................ 26
Video-CD .............................................. 101, 105
Volume ............................................................ 85
Voorzorgsmaatregelen ................................... 128
Vuurwerkfunctie ............................................. 41
Index
NL
143
2548269410
Gedruckt auf 100%
Recyclingpapier mit Druckfarbe
auf Pflanzenölbasis ohne
VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis
van plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.