Sony Cyber-SHOT DSC-T3 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
2-186-580-43 (1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera sorgfältig
durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat
bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt
raadplegen.
© 2004 Sony Corporation
DSC-T3
DE
NL
2
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter
dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
wordt onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Opmerking
In sommige landen en gebieden zijn regels voor
het weggooien van de accu die gebruikt wordt
om dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag
advies aan de plaatselijke overheid.
3
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen,
is het verstandig om eerst een proefopname te
maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat de
camera naar behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen,
kunnen worden weergegeven op andere
apparatuur, of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd,
kunnen worden weergegeven op deze camera.
Auteursrechten
Televisieprogramma’s, films, videobanden
en ander materiaal kunnen beschermd zijn
met auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd
zijn met de wetten op de auteursrechten.
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met de "Memory Stick Duo"
of aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
NL
4
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en lens
Het LCD-scherm en de LCD-zoeker
zijn vervaardigd met behulp van
precisietechnologie waardoor meer dan
99,99% van de pixels operationeel is. Soms
kunnen er op het LCD-scherm en in de LCD-
zoeker echter kleine zwarte en/of heldere
puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent
zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen
enkele invloed op het opgenomen beeld.
Wees voorzichtig wanneer u de camera bij
een venster of buiten neerzet. Indien het LCD-
scherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
Druk niet hard op het LCD-scherm. Het
scherm kan ongelijkmatig zijn en daardoor een
storing veroorzaken.
In een koude omgeving kunnen de beelden
op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
Maak het venster van de flitser
schoon vóór deze te gebruiken
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de
flitser kan eventueel vuil op het venster van de
flitser doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Laat de camera niet nat worden
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden, moet u erop
letten dat de camera niet nat wordt. Water
dat de camera binnendringt, kan een storing
veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden
verholpen. Wanneer er condensvorming optreedt,
zie pagina 129 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
Stel de camera niet bloot aan zand
of stof
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd
of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk
dat de camera dan niet goed kan opnemen of
weergeven.
5
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-
lens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem
dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing
gebruikt worden als voorbeelden, zijn
gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk
met deze camera zijn opgenomen.
6
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Alvorens u de camera gaat gebruiken
"Memory Stick" die compatibel
zijn met deze camera
Het IC-opnamemedium dat in deze camera
wordt gebruikt is de "Memory Stick Duo".
Er zijn twee formaten "Memory Stick".
Kies het formaat "Memory Stick" dat in
uw camera past.
"Memory Stick Duo" (formaat dat in deze
camera past)
"Memory Stick"
Voor verdere informatie over de "Memory
Stick Duo", zie pagina 131.
"Memory Stick PRO" en "Memory Stick
PRO Duo" kunnen alleen worden gebruikt in
apparaten die compatibel zijn met "Memory
Stick PRO".
Zie bladzijde 28 of 120 voor het aantal beelden
dat kan worden opgeslagen met deze camera.
Een "Memory Stick Duo" gebruiken
in een apparaat dat compatibel is
met "Memory Stick"
Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo"
in de bijgeleverde Memory Stick Duo-
adapter steekt.
Memory Stick Duo-adapter
Over de "InfoLITHIUM"-accu
De accu voor het eerst gebruiken
U moet de bijgeleverde NP-FT1 accu eerst
opladen (blz. 14).
Opnieuw opladen
De accu kan worden opgeladen, zelfs als
deze nog niet geheel leeg is. Bovendien
kan de accu worden gebruikt als deze
slechts gedeeltelijk is opgeladen.
De levensduur van de accu
verlengen
Wanneer u de camera gedurende een lange
tijd niet gaat gebruiken, schakelt u de
camera uit, haalt u de accu eruit en bewaart
u deze op een koele plaats om de werking
van de accu niet te schaden (blz. 133).
Zie bladzijde 132 voor verdere informatie over
de "InfoLITHIUM"-accu.
7
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Handelsmerken
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
"Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO Duo",
, "MagicGate" en
zijn handelsmerken van
Sony Corporation.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Picture Package is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media
en DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere
landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac,
iBook, PowerBook, Power Mac en eMac
zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn
in het algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
8
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken .......3
Alvorens u de camera gaat gebruiken .......6
Onderdelen ..............................................10
Camera ................................................ 10
Cyber-shot Station ..............................12
Voorbereidingen
Opladen van de accu ............................... 14
Gebruik van de netspanningsadapter ...... 19
Gebruik van de camera in het buitenland
... 19
In- en uitschakelen van de camera ..........20
Gebruik van de regelknop .......................20
De datum en tijd instellen ....................... 21
De taalinstelling wijzigen .......................23
Opnemen van stilstaande
beelden
Plaatsen en verwijderen van een
"Memory Stick Duo" ......................24
Instellen van het beeldformaat van de
stilstaande beelden .......................... 25
Beeldformaat en -kwaliteit ......................26
Het aantal stilstaande beelden dat
opgeslagen kan worden ..................28
Basisopname van stilstaande beelden
— met automatische
regeling ...........29
Controleren van het laatst opgenomen
beeld — Quick Review ...................32
Indicaties op het LCD-scherm tijdens het
opnemen .............................................32
Gebruik van de zoomfunctie ...............33
Opnemen van close-up — Macro .......35
Zelfontspanner gebruiken ................... 36
Een flitsmodus kiezen .........................37
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld ...............................38
Opnemen in overeenstemming met de
situatie — Scènekeuze ....................40
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera .......................................44
Beelden bekijken op een TV-scherm ......46
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ........................................49
Formatteren van een
"Memory Stick Duo" ......................51
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ................................53
De menu-instellingen wijzigen ...........53
De onderdelen van het Setup-scherm
wijzigen ..........................................54
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen ..............................................54
Een map aanmaken of kiezen .................55
Een nieuwe map aanmaken ................55
De opnamemap veranderen ................56
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen ..............................................57
Een scherpstelbereik-zoekerkader
kiezen
AF-bereikzoeker ........................ 57
Een scherpstellingsmethode kiezen
AF-functie ..................................58
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze ..........59
Belichting regelen
— EV-afstelling ..............................60
Een histogram afbeelden ....................61
Keuze van de lichtmeetfunctie ................62
Drie beelden opnemen met verschoven
belichting
— Exposure Bracket ......................63
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ................................... 65
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau ..............................66
Continu opnemen ....................................66
9
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
16 Frames achter elkaar opnemen
— Multi Burst ................................67
Opnemen met speciale effecten
— Beeldeffect .................................68
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven ... 69
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten ......................................... 70
Een beeld vergroten
Vergrote weergave .....................70
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................71
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................71
Stilstaande beelden roteren ..................... 72
Beelden opgenomen in de Multi Burst
functie weergeven ...........................72
Continu weergeven .............................73
Frame-voor-frame weergeven ............. 73
Beelden beveiligen
— Beveiliging ................................ 74
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen ...................75
Stilstaande beelden
afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken ................76
Rechtstreeks afdrukken ...........................77
Beelden afdrukken in een winkel ............81
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden ..........84
Bewegende beelden bekijken op het LCD-
scherm ............................................85
Bewegende beelden wissen .....................86
Knippen van bewegende beelden ............ 87
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
Voor gebruikers van Windows ...89
Het USB-stuurprogramma
installeren ....................................... 90
De camera aansluiten op de
computer .........................................91
Beelden kopiëren ................................92
Bekijken van de beelden op uw
computer .........................................94
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen ................................95
Beeldbestanden bekijken met de camera
nadat ze naar de computer zijn
gekopieerd ......................................97
Installeren van "Picture Package" en
"ImageMixer VCD2" ...................... 97
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ........................... 99
"Picture Package" gebruiken ............ 100
Beelden afdrukken ............................102
Beelden kopiëren naar uw computer
—Voor gebruikers van
Macintosh .....................................102
"ImageMixer VCD2" gebruiken ....... 104
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen ........................106
Waarschuwingen en meldingen ............116
Zelfdiagnosefunctie ..............................119
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur .............................. 120
Menuonderdelen ...................................121
SET UP-onderdelen .............................. 125
Voorzorgsmaatregelen ...............................128
"Memory Stick" ....................................131
Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ...132
Technische gegevens .............................134
LCD-scherm ..........................................136
Index
Index .....................................................141
10
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
Camera
4
5
6
7
8
3
1
2
9
qa
0
qs
qd
POWER-toets (20)
POWER-lampje (20)
Gleuf voor de accu (14)
Gleuf voor de "Memory Stick
Duo" (24)
Batterij/"Memory Stick Duo"-
deksel
Accu-valpreventielip (14)
Multi-aansluiting
Akkuauswerfhebel (14)
Sluiterknop (30)
Microfoon (84)
Flitser (37)
Lens
Zelfontspannerlampje (36)/
AF-illuminator (38, 125)
11
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
8
9
0
qs
qa
1
2
3
4
5
6
7
/CHG-lampje (oranje) (15)
(Display/LCD-achter-
grondverlichting aan/uit)-toets
(32)
LCD-scherm
Voor informatie over de onderdelen van het
LCD-scherm, zie pagina 136 tot 139.
MENU-toets (53, 121)
(Beeldformaat/Wissen)-
toets (25, 49)
Regelknop
Menu aan: //// (20)/
Menu uit: / // (37/36/32/35)
RESET-toets (106)
Voor opnemen: Zoomtoetsen
(W/T) (33)
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets (70)/
(Index) toets (45)
Luidspreker
Modusschakelaar (21, 121)
: Voor het opnemen van
bewegende beelden
: Voor het opnemen van
stilstaande beelden
: Voor het bekijken of
bewerken van beelden
Oog voor polsriem
Vastmaken van de riem
Wij adviseren u de polsriem te bevestigen
om te voorkomen dat de camera valt.
Toegangslampje (24)
12
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Cyber-shot Station
Dit wordt gebruikt bij het opladen van de
accu of als u de camera wilt aansluiten op
een tv, computer, enz.
1
3
4
5
2
Aansluiting van de camera
(USB)-aansluiting (91)
DC IN-bus (15)
A/V OUT (MONO) aansluiting (46)
Statiefaansluiting (op onderkant)
De camera aansluiten
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
De camera loskoppelen
Pak de camera en het Cyber-shot-station
(bijgeleverd) vast, zoals afgebeeld, en
koppel de camera los.
Een statief bevestigen
Sluit de camera eerst aan op het Cyber-
shot-station met behulp van de bijgeleverde
statief-camerahouder.
Lees de gebruiksaanwijzing van het statief dat
u wilt gebruiken voor de bevestigingsmethode
van het statief.
De statief-camerahouder bevestigen
Sluit de camera aan op het Cyber-shot-
station en bevestig daarna de statief-
camerahouder in de richting van de pijl
totdat deze vastklikt.
13
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
De statief-camerahouder eraf halen
Druk de knoppen in en trek de statief-
camerahouder eraf, zoals afgebeeld, en
koppel daarna de camera los van het
Cyber-shot-station.
2
Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Als het statief een grotere
schroeflengte heeft, kan het Cyber-shot-station
niet stevig worden bevestigd op het statief en
kan het Cyber-shot-station worden beschadigd.
Bevestig het statief zodat de camera stabiel
staat. Als u opneemt terwijl de camera niet
stabiel staat, kan de camera vallen met
beschadiging of storing als gevolg.
Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld
voordat u deze op het Cyber-shot-station
aansluit of van het Cyber-shot-station
loskoppelt.
Koppel de camera niet los van het
Cyber-shot-station terwijl de USB-
aansluiting in gebruik is. Zie op
bladzijde 92 (Windows) of op
bladzijde 103 (Macintosh) om de USB-
verbinding te verbreken.
14
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Opladen van de accu
1
Open het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 20).
Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NP-
FT1 accu (type T) (bijgeleverd). U kunt alleen
een type T accu gebruiken (blz. 132).
Accu-valpreventielip
Accu-
uitwerpknop
Druk de accu-uitwerpknop in
de richting van de pijl.
De accu-valpreventielip opent naar u toe.
3
Installeer de batterij en sluit
daarna het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Controleer dat de accu helemaal erin is
geplaatst en sluit daarna het deksel.
Gleuf voor de accu
Plaats de accu dusdanig,
dat de punt van de
-symbolen, op de
zijkant van de accu,
wijst naar de punt van
het -symbool op de
gleuf voor de accu.
15
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorbereidingen
NL
4
DC IN-bus
Cyber-shot-
station
Net-
spannings-
adapter
Gelijkstroomstekker
Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de DC
IN-aansluitbus van het Cyber-
shot-station (bijgeleverd).
Sluit de gelijkstroomstekker aan et het
teken omhoog.
Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp, omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter
niet met een vuile stekker. Als u de
netspanningsadapter met een vuile stekker
gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed
wordt geladen.
5
Naar een stopcontact
Netsnoer
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op
een stopcontact.
6
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Controleer dat de camera goed aangesloten
is op het Cyber-shot-station.
Het /CHG/-lampje licht op wanneer het
opladen begint.
16
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
/CHG-lampje
Het /CHG-lampje gaat uit wanneer het
opladen klaar is.
Nadat het opladen klaar is, koppelt u de camera
los van het Cyber-shot-station.
De netspanningsadapter
loskoppelen van het Cyber-
shot-station
Houd de gelijkstroomstekker van het
Cyber-shot-station vast zoals afgebeeld en
koppel de kabel los.
Gelijkstroomstekker
De accu opladen met alleen de
netspanningsadapter
U kunt de accu opladen zonder het Cyber-
shot-station, bijvoorbeeld wanneer u op
reis bent. Sluit de gelijkstroomstekker van
de netspanningsadapter aan op de camera
met de aanduiding in de afgebeelde
richting.
Netspanningsadapter
Multi-aansluiting Naar stopcontact
Netsnoer
Gelijkstroomstekker
Schakel uw camera uit wanneer u de
batterij oplaadt (blz. 20).
Leg de camera zo neer dat het LCD-scherm
omhoog wijst.
Nadat de accu is opgeladen, koppelt u de
netspanningsadapter los van zowel de multi-
aansluiting op de camera als het stopcontact.
17
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorbereidingen
NL
Batterij-restladingsindicatie
De batterij-restladingsindicatie op het
LCD-scherm geeft aan hoeveel tijd er nog
beschikbaar is voor opnemen of bekijken.
Restladingsindicatie
60min
Resterende tijd
Het is mogelijk dat de aangegeven resterende
tijd niet juist is vanwege de omstandigheden of
vanwege de omgeving.
Oplaadtijd
Benodigde tijd (bij benadering) om een
volledig ontladen accu op te laden met
behulp van de netspanningsadapter bij een
temperatuur van 25°C.
Accu Oplaadtijd (min.)
NP-FT1 (bijgeleverd) Circa 150
De oplaad tijd kan langer worden afhankelijk
van de gebruiksonstandigheden en de
omgeving.
De accu verwijderen
Open het deksel van de accu/"Memory
Stick Duo" en de accu-valpreventielip,
houd daarna de camera zodanig dat deze
omlaag wijst en haal de accu eruit.
Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u
deze verwijdert.
18
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Aantal beelden dat kan
worden opgenomen/
weergegeven en levensduur
van de accu
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden en de levensduur van de accu aan
dat kan worden opgenomen/weergegeven
wanneer u beelden opneemt in de normale
functie met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een temperatuur van
25°C. Het aantal beelden dat kan worden
opgenomen of weergegeven maken
het mogelijk de "Memory Stick Duo"
te wisselen, indien noodzakelijk. De
werkelijke aantallen kunnen lager zijn al
naar gelang de omstandigheden.
Het batterijvermogen wordt minder naarmate
u de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 132).
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde
omstandigheden
1)
Beeld-
formaat
NP-FT1 (bijgeleverd)
Achter-
grond-
ver-
lichting
van het
LCD-
scherm
Aantal
beelden
Levensduur
van batterij
(min.)
5M Aan Circa 180 Circa 90
Uit Circa 210 Circa 105
VGA
(E-
Mail)
Aan Circa 180 Circa 90
Uit Circa 210 Circa 105
1)
Opnemen in de volgende situaties:
(P.Quality) staat op [Fine].
Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
Als de zoom beurtelings tussen de uiterste
W- en T-kant omschakelt
Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan
en uit gaat
Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Single]
op het Setup-scherm
De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Bekijken van stilstaande
beelden
2)
Beeld-
formaat
NP-FT1 (bijgeleverd)
Aantal
beelden
Levensduur van
batterij (min.)
5M Circa 3800 Circa 180
VGA (E-mail)
Circa 3800 Circa 180
2)
Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden
3)
NP-FT1 (bijgeleverd)
LSD-scherm
Aan
LCD-achtergrondver-
lichting Uit
Circa 80 min. Circa 100 min.
3)
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de accu
worden versneld lager/korter onder de
volgende omstandigheden:
Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
Wanneer de flitser wordt gebruikt
Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] op het Setup-scherm
Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] op het Setup-scherm
Wanneer de batterij zwak is
19
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorbereidingen
NL
Gebruik van de netspanningsadapter
1
Netspanningsadapter
Multi-aansluiting
Gelijkstroomstekker
Sluit de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan op de multi-
aansluiting van de camera.
Leg de camera zo neer dat het LCD-
scherm omhoog wijst.
Sluit de gelijkstroomstekker aan, met de
aanduiding naar boven.
Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
2
Naar een stopcontact
Netsnoer
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en op
een stopcontact.
Nadat u klaar bent met het gebruik van de
netspanningsadapter, koppelt u deze los van de
multi-aansluiting van de camera, en trekt u de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
Gebruik van de camera
in het buitenland
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in alle landen
en gebieden gebruiken met de
netspanningsadapter/Netsnoer (bijgeleverd)
tussen 100 V t/m 240 V wisselspanning
van 50/60 Hz. Als de stekker van de
adapter niet in het stopcontact [a] past,
moet u een in de handel verkrijgbaar
verloopstuk [b] gebruiken.
AC-LM5/LM5A
Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
20
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
In- en uitschakelen van de camera
POWER-lampje
POWER-toets
Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 21).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het
POWER-lampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
Automatische
uitschakelingsfunctie
Wanneer u de camera tijdens het opnemen
of bekijken of tijdens het uitvoeren van
Setup gedurende circa drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de batterij te sparen. De
automatische uitschakelingsfunctie werkt
alleen wanneer de camera op een accu
wordt bediend. In de volgende situaties zal
de camera ook niet automatisch worden
uitgeschakeld.
Wanneer u bewegende beelden bekijkt
Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
Wanneer een stekker in de (USB-)
aansluiting of de A/V OUT (MONO)
aansluiting zit met de camera
aangesloten op het Cyber-Shot-Station
Gebruik van de
regelknop
2
1
2
1
2
1
2
1
Camera 1
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
SELECTMENU
Cancel
OK
Setup 2
File Number:
USB Connect:
Video Out:
Clock Set:
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het
Setup-scherm (blz. 54) op en gebruikt u
de regelknop om de veranderingen aan te
brengen.
Voor instelling van een menuonderdeel
drukt u op /// op de regelknop
om het gewenste onderdeel en instelling
te kiezen, en de instelling te realiseren.
Voor instelling van een Setup-onderdeel
drukt u op /// op de regelknop om
het gewenste onderdeel en instelling te
kiezen, en drukt u vervolgens op om de
instelling te realiseren.
21
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorbereidingen
NL
De datum en tijd instellen
1
Modusschakelaar
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Om de datum en tijd te veranderen
op het Setup-scherm, kiest u [Clock
Set] in
2
) (Setup 2) (blz. 54 en 127),
en volgt u de procedure vanaf stap
.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op of staat.
2
2004
/ :/
1 1
12 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
POWER-toets
Druk op POWER om de
camera in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
2004
/ :/
1 1
12 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
Kies de gewenste
datumweergave met / op de
regelknop en druk daarna op
.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 129),
die de stroom levert voor het opslaan van
de tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap
hierboven.
22
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
4
2004
/ :/
1 1
12 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met / op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met /.
5
2005
/ :/
1 1
10 00
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
Stel de numerieke waarde
in met / op de regelknop
en druk daarna op de
om de ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat /
naar het volgende onderdeel. Herhaal
stap en totdat alle onderdelen zijn
ingesteld.
Indien u bij stap [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24-
urensysteem.
Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
6
2005
/ :/
1 1
10 30
AM
OK
Cancel
Clock Set
D/M/Y
M/D/Y
Y/M/D
Kies [OK] met op de
regelknop en druk daarna op
.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met /// op
de regelknop en daarna drukt u op .
23
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorbereidingen
NL
De taalinstelling wijzigen
U kunt een gewenste taal kiezen voor
de schermen met menuonderdelen,
waarschuwingen en meldingen.
Om de taalinstelling te veranderen, kiest
u (Language) in
1
(Setup 1) in het
Setup-scherm (blz. 54 en 126), en kiest u
de gewenste taal.
24
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick Duo"
1
Open het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Schuif het deksel in de richting van het
pijltje.
Bij gebruik van deze camera is de
Memory Stick Duo-adapter (bijgeleverd)
niet noodzakelijk.
Voor verdere informatie over de "Memory
Stick Duo", zie pagina 131.
2
Kant met aansluitingen
Plaats de "Memory Stick Duo".
Steek een "Memory Stick Duo" helemaal
naar binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
Zorg ervoor dat u de"Memory Stick Duo" in
de juiste richting plaatst en deze helemaal in
de aansluiting steekt. Als de "Memory Stick
Duo" niet juist in de camera is geplaatst, kan
het onmogelijk zijn de beelden op de "Memory
Stick Duo" op te nemen of weer te geven.
Bovendien kan dit leiden tot een storing in
zowel de camera als de "Memory Stick Duo".
3
Toegangslampje
Sluit het batterij/"Memory
Stick Duo" deksel.
Verwijderen van een "Memory Stick
Duo"
Open het deksel van de batterij/"Memory
Stick Duo" en duw tegen de "Memory
Stick Duo" zodat deze eruit springt.
Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze
een beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick Duo" nooit verwijderen
en nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
25
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden
1
Modusschakelaar
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
2
VGA(E-Mail)
1M
3M
3:2
5M
5M
Image Size
Druk op (Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie pagina 26.
3
VGA(E-Mail)
1M
3M
3:2
5M
VGA
Image Size
Kies het gewenste
beeldformaat met / op de
regelknop.
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken
van instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu Image
Size van het LCD-scherm verdwijnt.
Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
26
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beeldformaat en -kwaliteit
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de
hand van het soort beelden dat u wilt
opnemen.
Het beeldformaat wordt aangegeven
door het aantal pixels (beeldpunten)
(horizontaal × verticaal), waaruit een
beeld is opgebouwd. Bijvoorbeeld, een
beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft
aan dat er horizontaal 2592 pixels en
verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker
het aantal pixels, des te groter het
beeldformaat.
U kunt kiezen uit Fine (hoge)
beeldkwaliteit of Standard (normale)
beeldkwaliteit. Bij elk wordt een andere
mate van comprimeren gebruikt.
Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit
verhoogd bij vergroting van het
beeldformaat, echter de gegevensopslag
wordt ook vergroot wat betekent dat
u minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick Duo". Raadpleeg de
tabel aan de rechterzijde en kies het
beeldformaat en de beeldkwaliteit dat
geschikt is voor het soort beelden dat u
wilt opnemen.
Korte beschrijving van het beeldformaat
Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een
maximuminstelling en een minimuminstelling aan.
2592
1944
480
640
Grootte weergave
5M
5M
2592 pixels × 1944 pixels = 5.038.848 pixels
Grootte weergave
VGA (E-Mail)
VGA
640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels
Voorbeelden m.b.t. beeldformaat
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
5M
1)
(2592×1944) Groter
Kleiner
Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken op
A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden met
een hoge resolutie
3:2
2)
(2592×1728)
3M (2048×1536)
1M (1280×960) Voor het afdrukken op briefkaartformaat
VGA (E-Mail)
(640×480)
Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten, of
voor het maken van een homepage
1)
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
2)
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
27
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit
(Mate van comprimeren)
Gebruiksadvies
Fine
Minimaal
comprimeren (ziet er
beter uit)
Maximaal
comprimeren
(normaal)
Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit.
Standard
Voor een groot aantal opnamen.
28
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Het aantal stilstaande beelden dat opgeslagen kan worden
Het aantal beelden dat op een opgeslagen kan worden "Memory
Stick Duo"
1)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling [P.Quality][Fine]
([Standard])
2)
wordt hieronder aangegeven.
Onderstaande tabel laat bij benadering het aantal beelden zien dat kan worden opgenomen op een
"Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
Beeldformaat
16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB
5M
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
3:2
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
3M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
1M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
VGA (E-Mail)
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
1)
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat.
Voor het aantal beelden dat in andere instellingen kan worden opgeslagen, zie blz.120.
2)
Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz.54.
Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven
op deze camera, kan het display anders zijn
dan het werkelijke beeldformaat.
Wanneer de beelden op het LCD-scherm van
de camera worden bekeken, zijn ze allemaal
even groot.
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen kan verschillen afhankelijk van de
opnamefunctie, opnameomstandigheden en
onderwerp.
Wanneer het aantal resterende beelden om op
te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (Beeldformaat-instelfunctie,
blz.75).
29
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Basisopname van stilstaande beelden — met automatische
regeling
Op de juiste manier
vasthouden van de camera
Als u een foto maakt met de camera moet
u ervoor zorgen dat u de zoomlens, de
zoeker, de flitser of de luidspreker niet met
uw vingers blokkeert. (blz.10)
1
Modusschakelaar
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
2
Houd de camera stevig
met beide handen vast en
positioneer het onderwerp
in het midden van het
scherpstelframe.
De minimaal vereiste afstand voor
scherpstelling op een onderwerp bedraagt circa
50 cm. Om onderwerpen op te nemen die zich
dichterbij bevinden, gebruikt u de close-up
(macro)-opnamefunctie (blz.35).
Het frame, aangegeven op het LCD-scherm,
laat het instelbereik van de scherpstelling zien
(AF-bereikzoeker, blz.57).
30
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
3
96
60
min
VGA
FINE
101
F3.530
S AF
AE/AF-vergrende-
lingsindicatie
Knippert groen
Is aan
Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld
is nog niet opgenomen. Wanneer de
AE/AF-vergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
Als u de sluiterknop loslaat, wordt het
opnemen geannuleerd.
U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als
de camera geen pieptoon laat horen, maar er
wordt dan niet goed scherpgesteld.
Wanneer op het Setup-scherm [Beep] is
ingesteld op [Off] zal geen pieptoon klinken
(blz. 126).
4
95
60
min
VGA
101
S AF
Druk de sluiterknop volledig
in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick
Duo". Het opgenomen beeld wordt
gedurende ongeveer twee seconden
afgebeeld (Auto Review, blz. 125).
Wanneer de camera van stroom wordt voorzien
met behulp van een accu en u de camera tijdens
het opnemen of weergeven gedurende een
tijdje niet bedient, schakelt de camera zichzelf
automatisch uit om te voorkomen dat de accu
leeg raakt (blz. 20).
31
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Modusschakelaar
Wanneer u de modusschakelaar op
zet, veranderen de functies die u kunt
gebruiken als volgt volgens (Camera)
op het menu.
Mode
Auto
Camera
Program
Automatisch opnemen van
stilstaande beelden [Auto]
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld voor
gemakkelijk opnemen. Bovendien wordt
de beeldkwaliteit ingesteld op [Fine]
(blz. 54), wordt het AF-bereikzoekerframe
ingesteld op [Multi AF], en wordt de
lichtmeetfunctie ingesteld op lichtmeting
met meerdere patronen [Multi] (blz. 57
en 62).
Alleen (Camera), [Mode] (REC Mode)
en (Setup) verschijnen op het menu.
Geprogrammeerd opnemen van
stilstaande beelden [Program]
De noodzakelijke instellingen
worden automatisch gemaakt, zoals
bij het automatisch opnemen van
stilstaande beelden, maar u kunt ook de
scherpstellingen en andere instellingen
naar wens veranderen. Daarnaast kunt u
ook de gewenste opnamefuncties instellen
met behulp van menu’s (blz. 53 en 121).
(Vergrootglasfunctie) (blz. 40)
(Schemerfunctie) (blz. 40)
(Schemer-portretfunctie) (blz. 40)
(Landschapsfunctie) (blz. 40)
(Sneeuwfunctie) (blz. 41)
(Strandfunctie) (blz. 41)
(Korte-sluitertijdfunctie) (blz. 41)
(Vuurwerkfunctie) (blz. 41)
(Kaarslichtfunctie) (blz. 41)
De opnamemethode
omschakelen
1 Zet de modusschakelaar in de stand .
2 Druk op MENU.
3 Kies (Camera) met op de
regelknop.
4 Kies het gewenste opnamefunctie met
/ op de regelknop.
32
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Automatische scherpstelling
Wanneer u probeert een onderwerp
op te nemen waarop moeilijk
scherpgesteld kan worden, gaat de
AE/AF-vergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient
u de sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
Het onderwerp is te ver verwijderd van
de camera en te donker.
Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
Een snel bewegend onderwerp.
Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel
of een lichtgevend lichaam.
Een flitsend onderwerp.
Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische scherpstellings-
functies: "AF-bereikzoekerframe" waarbij
scherpstelling plaats vindt d.m.v. de positie
en de grootte van het onderwerp, en de
"Automatische scherpstelling" waarmee
de begintijd en stoptijd van de scherpstel-
ling ingesteld wordt. Zie pagina 57 voor
verdere informatie.
Controleren van het laatst
opgenomen beeld Quick Review
10:30PM2005 1 1101
-
0029
Review
60min
8/8
101
VGA
RETURN
Druk op () op de
regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op ().
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt
1 Druk op (Wissen).
2 Kies [Delete] met op de regelknop en
druk daarna op .
Het beeld wordt gewist.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort
na het begin van de weergave, het beeld er
korrelig uitzien.
Indicaties op het LCD-scherm
tijdens het opnemen
Bij elke druk op , verandert de
indicatie in de hierna aangegeven volgorde.
Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 136.
Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 61.
U kunt de resterende accutijd verlengen
door de LCD-achtergrondverlichting uit te
schakelen.
Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit LCD-achtergrondverlichting
uit Indicaties aan
Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
33
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Histogram aan (Beeldinformatie kan ook
worden afgebeeld tijdens weergave.)
VGA
101
96
S AF
60min
Indicaties uit
S AF
LCD-achtergrondverlichting uit
Indicaties aan
VGA
101
96
S AF
60min
Gebruik van de zoomfunctie
T
W
T
W
60
min
60
min
101 101
96
VGA
S AF
96
VGA
1.1
5.0
S AF
W (groothoek-
opnamen)
T (tele-
opnamen)
Druk op de zoomknoppen om
de gewenste zoomstand voor
de opname te kiezen.
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak voor
beide W/T standen.
U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet veranderen
(blz. 84).
Zoom
Uw camera is uitgerust met de volgende
zoomfuncties.
De vergrotingsmethode en de zoomver-
grotingsfactor verschillen afhankelijk van
het beeldformaat en de soort zoomfunctie.
Kies daarom de zoomfunctie aan de hand
van het doel van de opname.
Optische zoom
De telefoto- en groothoek-instellingen
worden met benhulp van de lens
gemaakt op dezelfde manier als bij een
conventionele camera.
De maximale optische zoomvergroting is
3×.
Digitale zoom
Deze camera is uitgerust met de volgende
twee soorten digitale zoomfuncties.
Slimme-zoomfunctie
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor in
de slimme-zoomfunctie hangt af van het
gekozen beeldformaat, zoals afgebeeld in
de volgende tabel.
34
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Precizie digitale zoom
Alle beeldformaten worden vergroot
tot een maximum van 6×. Met precisie
digitale zoom kunt u een bepaald deel van
het beeld uitknippen en vergroten, maar de
beeldkwaliteit verslechtert.
Optische zoom Precizie digitale
zoom
Beeld-
formaat
Maximale
slimme-
zoomver-
grotings-
factor
Maximale
precisie-digi-
tale-zoomver-
grotingsfactor
5M —*
3:2 —*
3M Circa 3,8×
1M Circa 6,1×
VGA
(E-Mail)
Circa 12×
* De maximale optische zoomvergroting is 3×.
De maximale slimme-zoom- en precisie-
digitale-zoomvergrotingsfactoren zijn inclusief
de optische zoomvergrotingsfactor.
Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
U kunt slimme zoom niet gebruiken in de
Multi Burst-functie.
Instellen van digitale zoom
Stel [Digital Zoom] in op [Smart] of
[Precision] op het Setup-scherm (blz.
125). (Bij aankoop van uw camera staat
[Digital Zoom] ingesteld op [Smart].)
Wanneer u op de zoomtoets drukt,
verschijnt de zoom-vergrotingsindicatie op
het LCD-scherm als volgt.
De W-kant van deze lijn is de optische
zoom en de T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicatie
De indicator van de zoomverhouding verandert
al naar gelang het type zoom.
Optische zoom:
Slimme-zoomfunctie:
Precizie digitale zoom:
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom.
De , of indicaties knipperen en
de automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
35
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Opnemen van close-up — Macro
De close-up (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt
u onderwerpen opnemen op een afstand
van minimaal slechts 8 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal
naar de W-kant gebracht.
Wanneer de zoom helemaal naar de W-
kant is gebracht:
Circa 8 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de T-
kant is gebracht:
Circa 25 cm van het lensoppervlak
Wij adviseren u Punt-AF te gebruiken
(blz. 57).
Om van nog dichterbij op te nemen dan
mogelijk in de closeup (macro)-opnamefunctie,
gebruikt u de (vergrootglasfunctie)
(blz. 40).
1
60
min
96
VGA
101
S AF
Zet de modusdraaiknop in de
stand en druk op ( ) op
de regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt (macro-
indicatie) vergroot (blz. 125).
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op staat.
U kunt deze functie niet gebruiken wanneer
(Camera) op het menu is ingesteld op
(Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie),
(landschapsfunctie), en
(Vuurwerkfunctie) en (Kaarslichtfunctie).
36
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
2
60
min
95
VGA
101
S AF
Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop halver-
wege ingedrukt om scherp
te stellen en druk daarna de
sluiterknop helemaal omlaag.
Terugkeren naar de normale
opname-modus
Druk opnieuw op ( ) op de regelknop.
De indicatie verdwijnt van het LCD-
scherm.
Tijdens het opnemen in de close-up (macro)-
opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer
gering en het kan voorkomen dat op het gehele
onderwerp is scherpgesteld.
Tijdens het opnemen in de close-up (macro)-
opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om nauwkeu-
riger scherp te kunnen stellen op onderwerpen
dichtbij.
Zelfontspanner gebruiken
1
60min
VGA
101
96
S AF
Zet de modusdraaiknop in de
stand en druk op ( ) op
de regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
(zelfontspanner-indicatie) vergroot
(blz. 125).
Zet de camera op een stabiele plaats als u
opneemt met de zelfontspanner. Als u de
camera voor opnemen op een onstabiele plaats
zet, kan de camera vallen en beschadigd of
defect raken.
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusschakelaar op staat.
2
60min
VGA
FINE
101
96
F3.530
S AF
Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop halver-
wege ingedrukt om scherp
te stellen en druk daarna de
sluiterknop helemaal omlaag.
Het zelfontspannerlampje (blz.10)
knippert en een pieptoon klinkt nadat u
op de sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (circa
10 seconden later).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op ( ) op de regelknop. De
indicatie verdwijnt van het LCD-scherm.
Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
37
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Een flitsmodus kiezen
60min
VGA
101
96
S AF
Zet de modusschakelaar op
en druk herhaaldelijk op
( ) op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Op het LCD-scherm verschijnt de gekozen
flitsmodus-indicatie vergroot (blz. 125).
Bij elke druk op ( ) verandert de
indicatie als volgt.
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL
(Langzame synchro): De flitser gaat
altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is
de sluitertijd lang zodat u de achtergrond
die buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
De aanbevolen opnameafstand is met gebruik
van de flitser ongeveer 0,1 m tot 1,7 m
(W)/0,5 m tot 1,6 m (T) (Wanneer [ISO] is
ingesteld op [Auto] bij de menu-instellingen).
De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de
voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.
De helderheid van de flitser kunt u, met
(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 66). (U kunt de helderheid van de flitser
niet instellen terwijl (Camera) is ingesteld
op [Auto] op het menu.)
Wanneer u de instelling
SL
(langzame
synchro) of (niet flitsen) gebruikt, wordt de
sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert
het /CHG-lampje. Wanneer het opladen is
voltooid, gaat het lampje uit en is de flitsmodus
klaar voor gebruik.
De instelling van de flitsmodus blijft ook na het
uitschakelen van de camera bewaard.
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
De flitser gaat vóór het opnemen twee of
meerdere malen af om het rode-ogeneffect
te verminderen.
Stel [Red Eye Reduction] in op [On] op het
Setup-scherm (blz. 125). De -indicatie
verschijnt op het LCD-scherm.
De vermindering van het rode-ogeneffect
duurt ongeveer 1 seconde voordat het beeld
daadwerkelijk wordt opgenomen, dus moet
u de camera stevig vasthouden om trillen te
voorkomen.
Bovendien moet u het onderwerp vragen
stil te blijven staan.
Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rode-
ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren. Bovendien werkt de functie
voor vermindering van het rode-ogeneffect
effectiever onder felle belichting en op kortere
afstand tot het onderwerp.
38
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden opnemen met de AF-
illuminator
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De
ON
indicatie verschijnt op het LCD-
scherm en de AF-illuminator werpt
rood licht uit wanneer de sluiterknop
halverwege ingedrukt is totdat de
scherpstelling is vergrendeld.
VGA
60min
101
96
ON
FINE
F3.530
S AF
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het Setup-scherm
(blz. 125).
Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal
2,4 m (W)/3,7 m (T) wordt aanbevolen.)
De camera kan scherpstellen zolang de AF-
illuminator het onderwerp bereikt, zelfs als
het rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
Wanneer de afstand van de scherpstelling
vooraf is ingesteld (blz. 59), werkt de AF-
illuminator niet.
Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet.
De , of indicaties knipperen en
de automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
De AF-illuminator werkt alleen wanneer
(Camera) is ingesteld op [Auto], [Program],
(Vergrootglasfunctie), (Schemer-
portretfunctie), (Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of (Kaarslichtfunctie) op het
menu.
De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang
kan komen, wordt het niet aangeraden om
van dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor
automatisch scherpstellen te kijken.
De datum en tijd opnemen
op een stilstaand beeld
1
Mode
Program
Auto
Camera
MENU
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen
de datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
De datum en tijd verschijnen niet op het LCD-
scherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de indicatie op het LCD-
scherm. De huidige datum en tijd worden in
het rood, alleen tijdens weergave, in de rechter
benedenhoek getoond.
U kunt deze bediening tevens uitvoeren met de
modusschakelaar in de stand of .
39
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
2
Setup
t
Mode
Druk op op de regelknop om
naar te gaan en druk daarna
nogmaals op .
Het Setup-scherm verschijnt.
3
Day&Time
Date
Off
Camera 1
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
2
1
2
1
Kies
1
(Camera 1) met op
de regelknop en druk daarna
op .
Kies [Date/Time] met / en
druk daarna op .
4
2
1
2
1
PAGE SELECT
Camera 1
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction
:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Day&Time
Off
Auto
Off
Kies de gewenste
datumweergave met / op de
regelknop en druk daarna op
.
Day&Time: Datum, uur en minuten worden
op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het
beeld geprojecteerd.
Nadat de instelling klaar is, drukt u eerst
op MENU zodat het menu verdwijnt,
neemt u daarna het beeld op.
Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum
en tijd instellen" (blz. 21) op het beeld
geprojecteerd.
De instelling van de datum en tijd blijft ook na
het uitschakelen van de camera bewaard.
40
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze
U kunt opnamen met een beter resultaat
maken door een toepasselijke opnamestand
te kiezen en daarna op de sluiterknop te
drukken.
Vergrootglasfunctie
Het onderwerp verschijnt 3.3× vergroot op
het LCD-scherm. Hierdoor kunt u details
zien die anders moeilijk met het blote ook
te zien zijn.
Afstand tot het
onderwerp
Vergrotings-
factor
1 cm 3.3×
2 cm 2.1×
5 cm 1.0×
10 cm 0.5×
20 cm 0.3×
De scherpstelafstand tot het onderwerp is circa
1 cm tot 20 cm.
De optische zoom is vergrendeld op de W-kant
en kan niet worden gebruikt.
Wanneer u op de zoomknop drukt, wordt het
beeld vergroot met behulp van de digitale
zoom.
1.1
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes
opnemen vanaf grote afstand zonder de
atmosfeer van de donkere omgeving te
verliezen.
De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen.
Voor het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen, zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat.
De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
41
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Sneeuwfunctie
Bij het opnemen van sneeuwscènes of
andere plaatsen waar de gehele omgeving
wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse
kleuren te voorkomen en heldere, scherpe
beelden op te nemen.
Strandfunctie
Bij het opnemen van scènes aan zee of
langs het meer, wordt met deze functie
de blauwe kleur van het water duidelijk
opgenomen.
Korte-sluitertijdfunctie
Gebruik deze functie om bewegende
onderwerpen buitenshuis of op andere
helder verlichte plaatsen op te nemen.
De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen
opgenomen op donkere plaatsen worden
donkerder.
Vuurwerkfunctie
U kunt opnamen maken van vuurwerk
in al haar pracht. De afstand voor de
scherpstelling wordt ingesteld op oneindig.
U kunt de sluitertijd veranderen door een EV-
waarde in te stellen (blz.60).
De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Kaarslichtfunctie
U kunt opnamen maken op feestjes,
kerkdiensten en andere scènes met
kaarslicht, zonder de ambiance van het
kaarslicht te verstoren.
De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
42
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
1
Mode
Program
Auto
Camera
MENU
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op MENU.
Het menu verschijnt.
2
WB
ISO
Program
Auto
Camera
Kies (Camera) met op de
regelknop en kies daarna met
/ de gewenste modus.
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies [Auto] of [Program] met / op de
regelknop.
De instelling van de scènekeuze blijft ook na
het uitschakelen van de camera bewaard.
43
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Opnemen van stilstaande beelden
NL
Opnamen met scènekeuze
Bij opnamen met de scènekeuzefunctie, is de combinatie van functies, zoals de flitsfunctie,
van te voren bepaald om optimale instellingen te verkrijgen die in overeenstemming zijn met
de scène. Zie onderstaande tabel voor de functie-instellingen van elke opnamestand.
Functie
Opneme-
stand
Macro
Flits-
modus
AF-
bereikzoeker-
frame
Scherpstel-
ling-voor-
keuze
Exposure
bracket
Witbalans
Flitser-
niveau
Burst/
Speed Burst/
Multi Burst
/
SL
Auto
/
WB
/
/
/
/
Center AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
duidt aan dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden.
Lange sluitertijd NR
De lange sluitertijd-functie NR (lange
sluitertijd) vermindert de ruis op
de opnamen, zodat heldere beelden
verkregen worden. Bij een sluitertijd van
1/6 seconden of langer, stelt de camera
automatisch de functie "NR slow shutter"
in werking en de aanduiding "NR"
verschijnt bij van de sluitertijd.
Druk de sluiterknop
volledig in.
Capturing
Daarna wordt het scherm
zwart.
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" uit is
gegaan, is het beeld
opgenomen.
Beweeg de camera niet terwijl "Capturing"
wordt afgebeeld. Om de effecten van trillingen
tegen te gaan, adviseren wij u een statief te
gebruiken.
Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld door
de camera, kan dit enige tijd vergen.
44
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
BACK/NEXT VOLUME
VGA
60min
10:30PM2005 1 1101
-
0008
8/9
101
SINGLE DISPLAY
SINGLE DISPLAY
Enkel scherm
(enkelbeeld)
IIndex-scherm
(met negen beelden)
Index-scherm
(met zestien beelden)
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. Voor het
bekijken van beelden hebt u de keuze uit
de volgende drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
Index-scherm (met negen/zestien
beelden)
Op het scherm worden negen of zestien
beelden tegelijk weergegeven, met elk
beeld in een apart vakje op het LCD-
scherm.
Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz.
85.
Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 138.
Individuele beelden
bekijken
1
BACK/NEXT VOLUME
VGA
60min
10:30PM2005 1 1101
-
0008
8/9
101
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 69) verschijnt op het
LCD-scherm.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort
na het begin van de weergave, het beeld er
korrelig uitzien.
45
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van stilstaande beelden
NL
2
BACK/NEXT
10:30PM2005 1 1101
-
0003
VOLUME
VGA
60min
3/9
101
Kies het gewenste stilstaande
beeld met / op de
regelknop.
: Om het vorige beeld te tonen
: Om het volgende beeld te tonen
Een index-scherm (met negen of zestien beelden) bekijken
1
SINGLE DISPLAY
Druk eenmaal op (Index).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met negen beelden).
Om het volgende (vorige)
indexscherm weer te geven
Druk op /// op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
2
SINGLE DISPLAY
Druk nogmaals op (Index).
Op het LCD-scherm verschijnt nu het
index-scherm (met zestien beelden).
Om het volgende (vorige)
indexscherm weer te geven
Druk op /// op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
46
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
3
SINGLE DISPLAY
Kies het gewenste stilstaande
beeld met /// op de
regelknop.
Het beeld in het gele kader is gekozen.
Om terug te keren naar het
enkelbeeld-scherm
Druk op de T-zoomtoets, of druk op op
de regelknop.
Beelden bekijken op een TV-scherm
1
A/V-verbindingskabel
Naar de A/V OUT (MONO)
aansluiting
Sluit de audio/video-
aansluitkabel (bijgeleverd)
aan op de A/V OUT (MONO)
aansluiting van het Cyber-
shot-station (bijgeleverd)
en op de audio/video-
ingangsaansluitingen van de
televisie.
Als uw TV is uitgerust met stereo-
ingangsaansluitbussen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de audio/video-aansluitkabel aan
op de linker audio-aansluitbus.
Wanneer de USB-kabel is aangesloten op het
Cyber-shot-station, koppelt u de USB-kabel los
van het Cyber-shot-station.
Schakel zowel de camera als de televisie uit
voordat u de camera aansluit op de televisie
met behulp van de audio/video-aansluitkabel.
2
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station.
Sluit de camera aan zoals afgebeeld.
Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
47
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van stilstaande beelden
NL
3
TV/Video-schakelaar
Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
De naam en locatie van deze schakelaar
kan per TV verschillend zijn. Voor verdere
informatie leest u de gebruiksaanwijzingen van
de TV.
10:30PM2005 1 1101-0002
VGA
2/9
101
BACK/NEXT VOLUME
4
POWER
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Druk op / op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat
van uw TV-systeem (blz.127).
48
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
49
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden wissen
NL
Beelden wissen
1
10:30PM2005 1 1101-0002
2/9
VGA
101
BACK/NEXT VOLUME
60min
Zet de modusschakelaar op
en schakel de camera in.
Druk op / op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
2
VGA
2/9
101
Delete
Exit
60min
BACK/NEXT
Druk op (Wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 74).
3
VGA
2/9
101
60min
Delete
Exit
BACK/NEXT
Kies [Delete] met op de
regelknop en druk daarna op
.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
/ op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met en druk daarna op .
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met op de regelknop en druk
daarna op .
50
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden of met zestien beelden)
1
Delete
SelectExit
All In This Folder
Terwijl er een index-scherm
(met negen/zestien beelden)
(blz. 45) wordt weergegeven,
drukt u op (Wissen).
Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
2
Delete
SelectExit
All In This Folder
Kies [Select] met / op de
regelknop en druk daarna op
.
3
TO NEXTSELECT
Kies een te wissen beeld met
/// op de regelknop en
druk daarna op .
De (Wissen) indicatie wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor
alle beelden die u wilt wissen.
Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk
daarna nogmaals op de van de regelknop,
zodat de indicatie verdwijnt.
51
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden wissen
NL
4
Delete Exit OK
Druk op (Wissen)
en kies [OK] met op de
regelknop, en druk daarna op
.
De mededeling "Access" wordt afgebeeld
en beelden met de indicator zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met op de regelknop en druk
daarna op .
Wissen van alle beelden in
de map
Kies [All In This Folder] met op de
regelknop in stap en druk daarna
op . Kies [OK] en druk daarna op
. Alle niet-beveiligde beelden in de
map worden gewist. Om te stoppen
met wissen, kiest u [Cancel] en drukt u
daarna op .
U kunt ook bewegende beelden wissen
(blz. 86).
Formatteren van een
"Memory Stick Duo"
1
Kant met
aansluitingen
Plaats de"Memory Stick Duo"
die u wilt formatteren in de
camera.
De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick Duo" op
het opnemen van beelden. Dit proces wordt
ook "initialiseren" genoemd.
De "Memory Stick Duo"die met uw camera
geleverd werd en de in de handel verkrijgbare
"Memory Stick Duo" zijn al geformatteerd en
kunnen gelijk gebruikt worden.
Merk op dat door de "Memory Stick
Duo" te formatteren alle data in de
"Memory Stick Duo" gewist zullen
worden, zelfs als de beelden beveiligd
zijn, en niet kunnen worden hersteld.
52
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
2
Mode
Setup
t
MENU
Schakel de camera in en druk
daarna op MENU.
Druk op op de regelknop om
naar te gaan en druk daarna
nogmaals op .
Het instelmenu verschijnt.
Deze procedure is beschikbaar ongeacht de
stand van de modusschakelaar.
3
2
1
2
1
Memory Stick Tool
Format:
Create REC. Folder:
Change REC. Folder:
OK
Cancel
Kiest u (Memory Stick Tool)
met / op de regelknop.
Kies [Format] met en druk
daarna op .
Kies [OK] met en druk
daarna op .
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met op de regelknop en
druk daarna op .
4
Format
All data will be erased
60min
Ready?
OK
Cancel
Kies [OK] met op de
regelknop en druk daarna op
.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
53
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
NL
Aanwijzingen
voor instelling en
bediening van uw
camera
Het gebruik van de menu’s en de
onderdelen van het Setup-scherm worden
hieronder beschreven.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
De menu-instellingen
wijzigen
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
WB
ISO
Auto
Camera
Program
De afgebeelde onderdelen verschillen
afhankelijk van de stand van de
modusschakelaar.
Druk op / op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
WB
ISO
100
200
400
ISO
Auto
Wanneer de modusschakelaar in de stand
staat, drukt u op op de regelknop nadat u het
onderdeel hebt gekozen.
Druk op / op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
Wanneer de /// aanduiding
boven bij een onderdeel worden
afgebeeld
Sommige onderdelen worden niet op het
scherm getoond. Druk op /// op de
regelknop om deze onderdelen zichtbaar
te maken.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk op MENU.
Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 121.
54
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
De onderdelen van het
Setup-scherm wijzigen
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Druk op op de regelknop om
verder te gaan naar en druk
daarna nogmaals op .
Het Setup-scherm verschijnt.
Setup t
Druk op /// op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
2
1
2
1
Cancel
OK
Setup 2
File Number:
USB Connect:
Video Out:
Clock Set:
Druk op op de regelknop
om de instelling in te voeren.
Het Setup-scherm verlaten
Druk opnieuw op MENU.
Terugkeren naar het menu
vanaf het Setup-scherm
Druk op op de regelknop om terug te
keren naar de positie ingesloten door het
kader in stap en druk daarna nogmaals
op .
Voor een gedetailleerde beschrijving van de
Setup-onderdelen leest u blz. 125.
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden (Camera) op het menu in op
een andere instelling dan [Auto] (blz. 53
en 121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
55
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
NL
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (P.Quality) met /
en kies daarna met / de
gewenste beeldkwaliteit.
PFX
FINE
Mode BRK
M
Standard
P.Quality
Fine
Een map aanmaken
of kiezen
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick Duo".
U kunt vóór het opnemen de map kiezen
waarin de opgenomen beelden zullen
worden opgeslagen.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als
de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
Een nieuwe map aanmaken
Kies (Memory Stick Tool)
met /, [Create REC. Folder]
met // en [OK] met /, en
druk daarna op .
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
60
min
Kies [OK] met en druk
daarna op .
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick Duo" en deze map wordt de
opnamemap.
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies [Cancel] bij stap of .
Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt,
kunt u de nieuwe map niet wissen met de
camera.
De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
56
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
De opnamemap veranderen
Kies (Memory Stick Tool)
met /, [Change REC. Folder]
met / en [OK] met /, en
druk daarna op .
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
BACK/NEXT
Select REC. Folder
Cancel
OK
Folder Name:
102 2/2
Created:
No. Of Files:
2005
102MSDCF
0
1 1 1::05:34AM
Kies de gewenste map met
/, en [OK] met , en druk
daarna op .
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies [Cancel] bij stap of .
U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap (blz. 95).
Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt de beelden niet
verplaatsen naar een andere map met deze
camera.
57
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Een automatische
scherpstellings-
methode kiezen
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp
gesteld moet worden, in overeenstemming
met de positie en grootte van het
onderwerp kiezen.
AF-functie
Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van
de scherpstelling instellen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande beelden
(Camera) op het menu in op een andere
instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Een scherpstelbereik-
zoekerkader kiezen
— AF-bereikzoeker
Multipoint AF ( )
De camera berekent in vijf gebieden,
links, rechts, boven, onder en in het
midden van het beeld, de afstand, zodat u,
zonder zorgen over de beeldcompositie,
de automatische scherpstelling kunt
gebruiken. Deze functie is handig wanner
het lastig is om scherp te stellen op een
onderwerp, dat zich niet in het midden
van de zoeker bevindt. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld
met behulp van het groene frame.
De fabrieksinstelling is Multipoint AF.
Midden-AF ( )
Deze functie is handig voor het scherp-
stellen op een onderwerp dat zich bij het
midden van de zoeker bevindt. Gebruik
tezamen met de AF-vergrendelfunctie om
de gewenste beeldcompositie te kunnen
opnemen.
Punt-AF ( )
Dit is handig wanneer u scherpstelt op
een bijzonder klein onderwerp of en zeer
smal gebied. Gebruik tezamen met de
AF-vergrendelfunctie om de gewenste
beeldcompositie te kunnen opnemen. Let
erop dat u de camera stil houdt zodat het
onderwerp niet buiten het frame van de
bereikzoeker komt.
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Focus) met / en
kies daarna het gewenste AF-
bereik met /.
VGA
FINE
98
101
S AF
60min
P
AF-
bereikzoeker-
frame
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AF-
bereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
Wanneer u een film opneemt en Multipoint
AF kiest, wordt de afstand tot het midden
van het scherm bepaald als een gemiddelde,
zodat de automatische scherpstelling zelfs bij
een bepaalde mate van trillingen nog werkt.
AF-bereikzoekerframe is . Midden-AF en
Punt-AF stellen automatisch scherp op alleen
één gekozen frame, dus deze zijn handig als
u alleen wilt scherpstellen op het onderwerp
waarop u richt.
Als u de digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval knippert , of en
wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
58
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Een scherpstellingsmethode
kiezen — AF-functie
Enkelvoudige-AF (
S A F
)
Deze functie is handig bij het opnemen
van stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AF-
vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
AF-bewaking (
M A F
)
Door deze functie wordt de tijdsduur,
benodigd voor scherpstelling, korter.
De camera stelt automatisch scherp
voordat de sluiterknop tot halverwege
wordt ingedrukt en vastgehouden, zodat
u beelden kunt samenstellen die al zijn
scherpgesteld. Wanneer de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden en
de AF-vergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Kies
1
(Camera 1) met en
kies vervolgens [AF Mode]
met /.
Kies de gewenste functie met
// en druk daarna op .
59
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF of Punt-AF
gebruikt, kan de camera scherpstellen op het
midden in plaats van op het onderwerp aan
de rand van het frame. In dergelijke gevallen
gebruikt u AF-vergrendeling om op het
onderwerp scherp te stellen, stelt u het beeld
opnieuw samen en neemt u het op.
Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp
zich binnen de AF-bereikzoeker bevindt en druk
de sluiterknop tot halverwege in.
Wanneer de indicatie van de AE/AF-
vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
VGA
60min FINE
98P
101
S AF
F 3 .53 0
AF-bereikzoekerframe
AE/AF-vergrendeling-
indicatie
VGA
60min FINE
98
101
S AF
P
F 3 . 53 0
Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt
u een onderwerp scherpgesteld opnemen,
zelfs al het aan de rand van het beeldkader
ligt.
U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling-voorkeuze
Wanneer u een beeld opneemt met
een eerder ingestelde afstand tot het
onderwerp, of wanneer u een onderwerp
opneemt door een net of een ruit, is het
moeilijk goed scherp te stellen met behulp
van de automatische scherpstelling. In
dergelijke gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel bij het opnemen van stilstaande
beelden (Camera) op het menu in op
een andere instelling dan [Auto] (blz. 53
en 121).
Regelknop Modusschakelaar
MENU
60
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Focus) met /
en kies daarna met / de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m,
(onbeperkte afstand)
WB
ISO
Multi AF
Focus
Center AF
Spot AF
0.5m
1.0m
0.5m
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
Kies bij stap [Multi AF], [Center AF]
of [Spot AF].
De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dient uitsluitend als richtwaarde.
Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
Belichting regelen
— EV-afstelling
U kunt handmatig de door de camera
gekozen belichting bijstellen. Gebruik
deze functie als het onmogelijk is om de
juiste belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld
als het contrast (verschil tussen licht en
donker) tussen onderwerp en achtergrond
extreem groot is.
De compensatiewaarde kan in stappen van
1/3EV ingesteld worden tussen +2.0EV en
−2.0EV.
Stel bij
richting –
Stel bij
richting +
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (EV) met .
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
WB
ISO
0 EV
EV
61
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Kies de gewenste
belichtingswaarde met /.
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap [0EV].
Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten.
De afgebeelde grafiek geeft een donker
beeld aan wanneer deze links hoger is en
geeft een helder beeld aan wanneer deze
rechts hoger is.
U kunt een histogram gebruiken om de
belichting te controleren als het scherm
moeilijk zichtbaar is tijdens opname en
weergave.
80
VGA
4
FINE
101
0EV
Aantal pixels
Helderheid
Donker
Helder
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op om het histogram
af te beelden.
Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
Het histogram verschijnt ook wanneer de
(Camera) op het menu is ingesteld op [Auto],
maar u kunt de belichting niet instellen.
Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 44) of tijdens Quick Review
(blz. 32).
Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
Wanneer het menu wordt afgebeeld
Tijdens Quick Review van een beeld
opgenomen in de Exposure Bracket-modus
Tijdens het gebruik van weergavezoom
Bij opname en weergave van bewegende
beelden
verschijnt en het histogram wordt in de
volgende gevallen niet getoond:
Bij opname met digitale zoom
Wanneer het beeldformaat [3:2] is
Bij weergave van beelden die met Multi-
Burst zijn opgenomen
Wanneer u een stilstaand beeld roteert
Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afgebeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor
en nadat u op de sluiterknop drukt. Nadat
u een beeld hebt opgenomen, controleert u
het histogram terwijl een enkel beeld wordt
weergegeven of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
Wanneer de flitser afgaat
Wanneer de sluitertijd lang of kort is
Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
62
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Opnametechnieken
Bij het maken van opnamen stelt de
camera automatisch de belichting in.
Bij opname van een overheersend wit
onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp
met tegenlicht of een sneeuwscène, kan de
camera vaststellen dat het onderwerp licht
is en stelt dan ook een geringere belichting
voor het beeld in. In zulke gevallen, kan
het helpen om de belichting bij te stellen in
de + (plus) richting.
Bijstellen in de + richting
Bij opname van een beeldvullend donker
onderwerp, kan de camera vaststellen dat
het onderwerp donker is en stelt dan ook
meer belichting voor het beeld in. In zulke
gevallen, kan het helpen om de belichting
bij te stellen in de – (min) richting.
Bijstellen in de – richting
Raadpleeg het histogram en stel dusdanig
bij zodat het beeld niet overbelicht (te
licht) of onderbelicht (te donker) is.
Maak verscheidene foto’s met
verschillende belichtingen om de
helderheid naar uw zin te ontdekken.
Keuze van de
lichtmeetfunctie
Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen
welk gedeelte van het onderwerp gebruikt
moet worden om door meting de belichting
vast te stellen.
Lichtmeting met meerdere
patronen (geen indicatie)
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is lichtmeting met
meerdere patronen.
Puntmeting ( )
Slechts een klein gedeelte van het
onderwerp wordt gebruikt voor de meting.
Hiermee kunt u opnamen maken van
onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs
bij tegenlicht, of de belichting bijstellen
van een onderwerp waarvan het contrast
met de achtergrond groot is.
63
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Lichtmeetmodus)
met / en kies daarna met
/de gewenste modus.
Als u [Spot] heeft gekozen in
stap , moet het dradenkruis
van de puntmeting een deel
van het onderwerp waarvan u
een opname wilt maken, raken.
60min
VGA
F3.5250
98
FINE
SAF
101
P
Dradenkruis
van de
puntmeting
Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt
scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt
de instelling (Focus) op [Center AF]
aangeraden (pagina 57).
Drie beelden
opnemen met
verschoven belichting
— Exposure Bracket
De Exposure Bracket-functie neemt een
reeks van drie beelden op waarbij de
belichtingswaarde automatisch wordt
verschoven. Hierdoor kunt u het beeld
met de juiste belichting kiezen in het
geval waarin u geen goede beelden kunt
opnemen vanwege de helderheid van het
onderwerp.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
64
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
1ste beeld (verschoven
in de + richting)
2de beeld (de juiste
belichting voor de
camera)
3de beeld (verschoven in
de – richting)
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Exp
Brktg] met /.
Kies [BRK] (Bracket Step)
met / en kies daarna de
gewenste belichtingswaarde
met /.
±1.0EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
1,0 EV.
±0.7EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,7 EV.
±0.3EV: Verandert de
belichtingswaarde met plus of min
0,3 EV.
Neem het beeld op.
Om terug te keren naar de normale
modus
Kies bij stap [Normal].
In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken.
Tijdens het opnemen in deze modus worden de
beelden niet op het LCD-scherm weergegeven.
Maak de beeldcompositie alvorens u de
sluiterknop indrukt.
De scherpstelling en witbalans worden
ingesteld voor het eerste beeld, en deze
instellingen worden ook gebruikt voor de
andere beelden.
Wanneer de belichting handmatig wordt
ingesteld (blz. 60), wordt de belichting
verschoven op basis van de aangepaste
helderheid.
Het opname-interval bedraagt circa 0,36
seconden.
Als het onderwerp te helder of te donker is, kan
het onmogelijk zijn goed op te nemen met de
gekozen stapwaarde voor de categorie.
Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen
in de Exposure Bracket-functie afhankelijk van
de Scènekeuzefunctie (blz. 43).
65
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Kleurtinten afstellen
Witbalans
U kunt de witbalans in overeenstemming
met de opnameomstandigheden instellen.
De natuurlijke kleur van het onderwerp
wordt beïnvloed door de belichtings-
omstandigheden. Als u de belichtingso
mstandigheden wilt corrigeren, of als de
kleur van de gehele opname een beetje
onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
Auto (geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
(Gloeilamp)
Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
WB
(Flitser)
Past de witbalans alleen aan, aan de
flitsomstandigheden
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [WB] (White Bal) met /
en kies daarna met / de
gewenste instelling.
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap [Auto].
Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als (fluorescerend)
is gekozen.
Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de
WB
(flitser) functie).
Sommige instellingen kunnen niet worden
gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 43).
66
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [ ] (Flash Level) met de
gewenste instelling /, en
kies daarna met /.
+: Dit maakt het flitserniveau hoger
dan normaal.
Normal: Normale instelling.
–: Dit maakt het flitserniveau lager
dan normaal.
Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen
in het ingestelde flitserniveau afhankelijk van
de Scènekeuzefunctie (blz. 43).
Continu opnemen
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Het maximale aantal
foto’s dat u bij een opname kunt schieten,
is afhankelijk van het beeldformaat en de
instellingen van de beeldkwaliteit.
Snelle Burst (
S
)
De beelden worden opgenomen met een
kort interval (circa 0,33 seconde).
Burst ( )
Het opname-interval (circa 0,83 seconde)
is langer dan Snelle Burst, maar u kunt nog
meer beelden achtereenvolgend opnemen.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Als de batterijlading achteruit gaat of de
"Memory Stick Duo" vol is, stopt het opnemen,
zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt.
67
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
NL
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Speed
Burst] of [Burst] met /.
Neem het beeld op.
Als u op de sluiterknop drukt en
deze ingedrukt houdt, zal de camera
het maximale aantal foto’s na elkaar
opnemen. Zodra u de sluiterknop
loslaat, stopt het opnemen op dat punt.
Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt
u het volgende beeld opnemen.
Het maximale aantal continu
opgenomen beelden
Snelle Burst (Eenheden: beelden)
Beeldkwaliteit
Beeldformaat
Fine Standard
5M 4 4
3:2 4 4
3M 4 4
1M 4 4
VGA (E-Mail) 4 4
Burst (Eenheden: beelden)
Beeldkwaliteit
Beeldformaat
Fine Standard
5M 9 15
3:2 9 15
3M 13 24
1M 32 59
VGA (E-Mail) 100 100
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap [Normal].
De flitser staat op (niet flitsen).
Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt
voor iedere keer dat u op de sluiterknop
drukt, een serie van maximaal vijf beelden
opgenomen.
Afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43)
kunt u mogelijk geen beelden achter elkaar
opnemen.
16 Frames achter
elkaar opnemen
— Multi Burst
In deze modus worden er bij elke druk
op de sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Mode] (REC Mode) met
/ en kies vervolgens [Multi
Burst] met .
68
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Kies
M
(Interval) met /
en kies daarna met / het
gewenste frame-interval.
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] of [1/30] seconde.
1/30
PFX
Mode BRK
M
1/15
1/7.5
1/30
Interval
Neem het beeld op.
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
frame (beeldformaat 1M).
U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de Multi Burst-functie:
Slimme-zoomfunctie
Flitser
De datum en tijd projecteren
Als (Camera) is ingesteld op [Auto] op
het menu, wordt frame-interval automatisch
ingesteld op [1/30].
Zie pagina 72 om beelden opgenomen in de
Multi Burst-modus weer te geven met behulp
van deze camera.
Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
pagina 120.
Afhankelijk van de Scènekeuzefunctie kunt u
mogelijk geen beelden opnemen in de Multi-
Burstfunctie (blz. 43).
Opnemen met
speciale effecten
— Beeldeffect
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
B&W
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
Sepia
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Voor het opnemen van stilstaande beelden,
stelt u (Camera) op het menu in op een
andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en
121).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand of .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [PFX] (P. Effect) met /
en kies daarna met /.
Neem het beeld op.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap [Off].
De instelling voor Beeldeffect wordt niet
onthouden wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
69
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
Een map kiezen en
beelden weergeven
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Folder) met en druk
daarna op .
Kies de gewenste map met
/.
BACK/NEXT
Select Folder
Cancel
OK
Folder Name:
102 2/2
Created:
No. Of Files:
2005
102MSDCF
9
1 1 1::05:34AM
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De keuze annuleren
Kies bij stap [Cancel].
Wanneer meerdere mappen
zijn aangemaakt in de "Memory
Stick Duo"
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
Enkelvoudig scherm
VGA
60min
10:30PM2005 1 1101-0009
9/9
101
BACK/NEXT VOLUME
Index-scherm (met negen beelden)
SINGLE DISPLAY
Index-scherm (met zestien beelden)
SINGLE DISPLAY
Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, wordt de melding "No file in this folder"
afgebeeld.
70
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
U kunt een deel van een beeld vergroten
tot vijfmaal het oorspronkelijke formaat.
U kunt het vergrote beeld ook vastleggen
als een nieuw bestand.
/
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Een beeld vergroten
Vergrote weergave
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met /.
Druk op (weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
Selecteer het gewenste deel
van het beeld met ///.
Druk op
Druk
op
Druk
op
Druk op
: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
: Om meer van de rechterkant van
het beeld te zien
Pas het beeldformaat aan met
/ (weergavezoom).
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op .
U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
Als u op de (weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het index-
scherm. (blz. 45)
U kunt de beelden die worden weergegeven
met de functie Quick Review (blz. 32)
vergroten door de stappen t/m uit te
voeren.
71
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
Een vergroot beeld
vastleggen Trimmen
Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
Kies [Trimming] met en druk
daarna op .
Kies het gewenste
beeldformaat met / en druk
daarna op .
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
Beelden afgebeeld met Quick Review worden
niet getrimd.
Weergave van opeen-
volgende beelden
— Diavoorstelling
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor
het controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Slide) met / en
druk daapna op .
Stel de volgende onderdelen in met
///.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All: Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick Duo".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de diavoorstelling.
Kies [Start] met / en druk
daarna op .
De diavoorstelling begint.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap [Cancel].
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
Druk op , kies [Exit] met en druk
daarna opnieuw op .
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op (volgende) of (vorige).
De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
72
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Stilstaande beelden
roteren
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Rotate) met / en
druk daarna op .
Kies met en roteer
vervolgens het beeld met /.
Kies [OK] met / en druk
daarna op .
Stoppen met roteren
Kies bij stap of [Cancel] en druk
daarna op .
U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat, afhankelijk van de software,
de informatie van het roteren van het beeld niet
door de computer wordt herkend.
Beelden opgenomen
in de Multi Burst
functie weergeven
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt
om het beeld te controleren.
Regelknop
Modusschakelaar
Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een
camera zonder de Multi Burst-functie,
worden de 16 frames die u hebt opgenomen
tegelijkertijd weergegeven als onderdeel van
één beeld.
U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
73
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
Continu weergeven
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Kies het Multi Burst-beeld met
/.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
10:30
PM
2005 1 1101-0014
14
/
14
101
M
PAUSE BACK/NEXT VOLUME
60min
1M
Het weergeven pauzeren
Druk op . Om het weergeven te
hervatten, drukt u nogmaals op . Het
weergeven wordt hervat vanaf het frame
afgebeeld op het LCD-scherm.
Frame-voor-frame weergeven
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Kies het Multi Burst-beeld met
/.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
Druk op wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
10:30
PM
2005 1 1101-0014
14
/
14
101
12/16
M
1M
60min
Step
PLAY FRAME BACK/NEXT
VOLUME
Draai het frame door met /.
: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u ingedrukt
houdt, blijven de frames doordraaien.
: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u ingedrukt
houdt, blijven de frames achterwaarts
doordraaien.
Naar de normale weergave
terugkeren
Druk op in stap . Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt
u niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op (Wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op .
Alle frames worden gewist.
74
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Merk op dat door de"Memory Stick Duo" te
formatteren alle data in de "Memory Stick
Duo" gewist zullen worden, zelfs als de
beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden
hersteld.
Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
In de enkelbeeld-modus
Zet de modusschakelaar
op .
Laat met / het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Protect) met / en
druk daarna op .
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
60min
VGA
101
2/9
Protect
Exit
BACK/NEXT
Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met /
en drukt u vervolgens op .
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap of opnieuw op . De
indicatie verdwijnt.
In de index-modus
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op (Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Protect) met / en
druk daarna op .
Kies [Select] met / en druk
daarna op .
Kies met /// het beeld
dat u wilt beveiligen en druk
daarna op .
De groene indicatie verschijnt op
het gekozen beeld.
TO NEXT
MENU
SELECT
Herhaal stap om andere
beelden te beveiligen.
Druk op MENU.
75
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
NL
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De indicatie wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Kies bij stap de optie [Cancel] of kies
bij stap de optie [Exit] en druk daarna
op .
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met ///in stap
en druk daarna op . De indicatie
wordt grijs. Herhaal deze procedure voor
alle beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op .
Alle beelden in een map
beveiligen
Kies bij stap de optie [All In This
Folder] en druk op . Kies [On] en druk
daarna op .
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
Kies bij stap de optie [All In This
Folder] en druk op . Kies [Off] en druk
daarna op .
Beeldformaat
veranderen
— Formaat veranderen
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar
op .
Laat met / het beeld verschi-
jnen waarvan u het formaat wilt
veranderen.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Resize) met / en
druk daarna op .
Kies met /het gewenste
formaat en druk daarna op .
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in
de opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Kies bij stap [Cancel].
Voor bewegende beelden of Multi Burst-
beelden kan het formaat niet worden
veranderd.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld
verandert, zullen de bovenste en onderste
zwarte gedeelten in het beeld worden
afgebeeld.
76
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Stilstaande beelden
afdrukken
U kunt de beelden die u op uw camera
hebt opgenomen op de volgende manieren
afdrukken.
Rechtstreeks afdrukken (op een Pictbridge-
compatibele printer) (blz. 77)
U kunt afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibele printer.
Rechtstreeks afdrukken (op een "Memory Stick"-
compatibele printer)
U kunt afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de printer werd geleverd voor
verdere informatie.
Afdrukken met een computer (blz. 102)
U kunt beelden afdrukken die naar een computer zijn overgebracht met
behulp van de software "PicturePackage" dat op de CD-ROM staat die
bij de camera werd geleverd. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij
de printer werd geleverd voor de bedieningsinstructies voor de printer.
Afdrukken in een winkel (blz. 81)
Ga met uw "Memory Stick Duo" en Memory Stick Duo-adapter naar
een fotoafdrukwinkel. U kunt ook van tevoren de foto’s die u wilt
afdrukken markeren met afdrukmarkeringen.
77
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden afdrukken
NL
Rechtstreeks afdrukken
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch
gemakkelijk de beelden die u met deze
camera hebt opgenomen afdrukken, door
de camera aan te sluiten op een PictBridge-
compatibel printer. Als voorbereiding
hoeft u alleen de USB-aansluiting in te
stellen op het Setup-scherm en sluit u de
camera, geplaatst in het Cyber-shot-station,
met behulp van de USB-kabel aan op de
printer.
Door een PictBridge-compatibele printer te
gebruiken, kunt u gemakkelijk het index-
blad* afdrukken.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar
is.
Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken om te voorkomen dat tijdens het
afdrukken de stroomvoorziening wegvalt.
U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
Enkelbeeld-afdruk
Index-afdruk
Als u hetzelfde beeld naast elkaar wilt
rangschikken, kiest u [This image] in de
enkelbeeld-modus en stelt u [Index] in op [On]
(blz. 79).
Het aantal beelden dat op één indexvel wordt
afgedrukt verschilt afhankelijk van de printer.
De camera voorbereiden
Stel de USB-functie in op de camera om de
camera op de printer te kunnen aansluiten.
Alvorens over te gaan tot
bediening
Stel het menu in op het Setup-scherm
(blz. 54 en 125).
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Kies
2
(Setup 2) met en
kies daarna [USB Connect]
med //.
Kies [PictBridge] met / en
druk daarna op .
Setup 2
Video Out:
Clock Set:
File Number:
USB Connect:
PictBridge
Normal
PTP
2
1
1
2
De USB-functie is nu ingesteld.
78
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
De camera aansluiten op de
printer
Plaats de camera in het Cyber-shot-
station. Sluit vervolgens de (USB)
aansluiting van het Cyber-shot-station
en de USB-aansluiting van de printer op
elkaar aan met behulp van de USB-kabel
(bijgeleverd). Schakel de camera en de
printer in.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet ongeacht de stand van de
modusschakelaar en een beeld in de
gekozen weergavemap en het afdrukmenu
worden afgebeeld op het LCD-scherm.
2/9
101
1M
Pr i nt
All In This Folder
DPOF image
Select
This image
Cancel
Nadat de verbinding
tot stand is gekomen,
verschijnt de
indicatie op het LCD-
scherm.
Printer
Als [USB Connect] niet is
ingesteld op [PictBridge] op het
Setup-scherm
Zelfs als u de camera inschakelt, kunt
u de PictBridge-functie niet gebruiken.
Koppel de USB-kabel los van het Cyber-
shot station en stel [USB connect] in op
[PictBridge]. (blz.77)
Afdrukken in de enkelbeeld-
modus
Zodra u de camera op een printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld.
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Kies het gewenste afdruktype
met / en druk daarna op .
2/9
101
1M
Pr i nti ng
All In This Folder
DPOF image
Select
This image
Cancel
All In This Folder
Drukt alle beelden in de map af.
DPOF image
Drukt alle beelden met de
markering (blz. 81) af, ongeacht het
weergegeven beeld.
79
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden afdrukken
NL
Select
Kiest de beelden op volgorde. Drukt
alle gekozen beelden af.
1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken
met behulp van / en druk
daarna op .
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Herhaal deze stap om andere beelden
te kiezen.
2 Kies [Print] met en druk daarna
op .
This image
Drukt het huidig gekozen beeld af.
Stel de afdrukinstelling in met
///.
2/9
101
1M
Exit
OK
1
Off
Default
Size
Date
Quantity
Off
Index
Print
Index
Kies [On] om indexbeelden af te
drukken.
Size
Kies het gewenste papierformaat.
Date
Om de datum en tijd op de beelden
in te voegen, kiest u [Date] of
[Day&Time].
Als u in stap [This image] kiest en
indexbeelden afdrukt, wordt hetzelfde beeld
naast elkaar gerangschikt.
Wanneer u de instelling [Date] instelt op
[Date], wordt de datum ingevoegd in de
volgorde ingesteld in "De datum en tijd
instellen" (blz. 21). Het is mogelijk dat de
datuminvoegfunctie niet wordt ondersteund
afhankelijk van de printer.
Instelonderdelen die niet door de printer
worden ondersteund, worden niet weergegeven.
Kies [Quantity] met en kies
het aantal vellen met /.
Als [Index] is ingesteld op [Off] : het
aantal vellen van het gekozen beeld.
Als [Index] is ingesteld op [On] : het
aantal vellen met indexbeelden. Als
in stap [This image] is gekozen,
is dit het aantal dezelfde beelden dat
op een enkel indexvel kan worden
gerangschikt.
Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan
het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te
rangschikken.
Kies [OK] met / en druk
daarna op .
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de indicatie (USB-kabel niet
loskoppelen) wordt afgebeeld op het
LCD-scherm.
Exit
Printing
2/3
80
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld met / na stap en kies
vervolgens [Print].
Afdrukken in de index-
modus
Als u uw camera op de printer aansluit,
wordt het afdrukmenu afgebeeld. Druk op
[Cancel] om het afdrukmenu te verlaten.
Druk tweemaal op (Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) af te beelden.
Druk tweemaal op (Index) om het
index-scherm (met zestien beelden) af
te beelden.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Print) met en druk
daarna op .
Kies het gewenste afdruktype
met / en druk daarna op .
Cancel Select
DPOF image
Print
Select
Kiest de beelden op volgorde. Drukt
alle gekozen beelden af.
1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken
met behulp van /// en druk
daarna op .
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Herhaal deze stap om andere
beelden te selecteren.
2 Druk op MENU.
DPOF image
Alle beelden met het merkteken
worden afgedrukt, ongeacht het
weergegeven beeld (blz. 81).
All In This Folder
Alle beelden in de map afdrukken.
81
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden afdrukken
NL
Stel de afdrukinstelling in met
///.
Exit
OK
1
Off
Default
Size
Date
Quantity
Off
Index
Print
Index
Kies [On] om indexbeelden af te
drukken.
Size
Kies het gewenste papirformaat.
Date
Om de datum en tijd op beelden
projecteren, kies [Date] of
[Day&Time].
Wanneer u de instelling [Date] instelt op
[Date], wordt de datum ingevoegd in de
volgorde ingesteld in "De datum en tijd
instellen" (blz. 21). Afhankelijk van de
printer is het mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is.
Kies [Quantity] met en kies
het aantal kopieën met /.
Als [Index] is ingesteld op [Off] : het
aantal vellen van het gekozen beeld.
Als [Index] is ingesteld op [On] : het
aantal vellen met indexbeelden.
Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan
het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te
rangschikken.
Kies [OK] met / en druk
daara op .
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de (USB-kabel niet losmaken)
indicator op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
Exit
Printing
2/3
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
Beelden afdrukken in
een winkel
Let op de volgende punten
wanneer u beelden laat
afdrukken in een winkel.
Neem contact op met de
fotoafdrukwinkel om te vragen welke
typen "Memory Stick" ze ondersteunen.
Als de fotoafdrukwinkel de "Memory
Stick" niet ondersteunt, kopieert u de
beelden naar een CD-R, enz., en neemt u
die mee naar de winkel.
Vergeet niet de Memory Stick Duo-
adapter mee te nemen naar de winkel.
Zorg ervoor dat u een kopie van de
beelden thuis achterlaat voordat u naar
de fotoafdrukwinkel gaat.
82
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Afdrukmarkeringen
aanbrengen
Wanneer u beelden wilt laten afdrukken in
een fotoafdrukwinkel, is het handig om van
tevoren de beelden te markeren die u wilt
laten afdrukken met een afdrukmarkering.
Regelknop Modusschakelaar
MENU
U kunt niet bewegende beelden markeren.
Wanneer u beelden markeert die in de Multi
Burst-modus zijn opgenomen, worden alle
beelden afgedrukt op één vel van 16 velden.
U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
Afdrukmarkeringen aanbrengen
in de enkelbeeld-modus
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Laat met / het beeld
verschijnen dat u wilt
markeren.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (DPOF) met /, en
druk daarna op .
Op het weergegeven beeld wordt de
markering aangebracht.
1M
60min
101
2/9
DPOF
Exit
BACK/NEXT
Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, kiest u
het gewenste beeld met /
en drukt u vervolgens op .
De afdrukmarkering
verwijderen
Druk bij stap of opnieuw op . De
indicatie verdwijnt.
Afdrukmarkeringen aanbrengen
in de index-modus
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op (Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (DPOF) met / en
druk daarna op .
Kies [Select] met /, en druk
daarna op .
U kunt de afdrukmarkering niet
aanbrengen op [All In This Folder].
Kies met /// het beeld
dat u wilt markeren, en druk
daarna op .
De groene markering verschijnt
op het gekozen beeld.
TO NEXT
MENU
SELECT
83
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Stilstaande beelden afdrukken
NL
Herhaal stap om andere
beelden te markeren.
Druk op MENU.
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De indicatie wordt wit. Het
aanbrengen van de markering is
voltooid.
De afdrukmarkering
verwijderen
Kies het beeld waarvan u de markering
wilt annuleren met /// en druk
vervolgens op in stap .
Alle markeringen in een map
opheffen
Kies bij stap [All In This Folder] en
druk daarna op . Kies [Off] en druk
daarna op .
Om de functie voor het
aanbrengen van een
afdrukmarkering te verlaten
Kies bij stap [Cancel] of kies bij stap
[Exit].
84
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
Modusschakelaar
Sluiterknop
Microfoon
Regelknop
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Druk op (Beeld formaat).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
Kies het gewenste formaat
met /.
U kunt kiezen uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
[640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op
"Memory Stick PRO Duo".
Druk de sluiterknop volledig
in.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
REC
00:00:02[00:10:48]
60min
101
STD
6 4 0
Het opnemen stopt wanneer de "Memory
Stick Duo" vol is.
Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Indicaties tijdens het opnemen
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit LCD-achtergrondverlichting uit
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op pagina 137.
Opnemen van close-ups (Macro)
Zet de modusschakelaar op en volg de
procedure op pagina 35.
Zelfontspanner gebruiken
Zet de modusschakelaar op en volg de
procedure op pagina 36.
Raak de microfoon niet aan tijdens het
opnemen van bewegend beelden.
Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
− De vergrotingsfactor veranderen
− Flitser
− De datum en tijd projecteren
Als het beeldformaat is ingesteld op
[640(Fine)] en u de audio/video-aansluitkabel
(bijgeleverd) aansluit op de A/V OUT
(MONO) aansluiting, zal het onderwerp niet
verschijnen op het LCD-scherm. Het LCD-
scherm wordt blauw.
Zie pagina 120 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
85
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bewegende beelden
NL
Bewegende beelden
bekijken op het LCD-
scherm
U kunt bewegende beelden bekijken op
het LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
Regelknop
Modusschakelaar
Luidspreker
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Kies het gewenste bewegende
beeld net /.
Bewegende beelden van het formaat
[640(Fine)] of [640(Standard)] worden
op het volledige scherm weergegeven.
10/10
00:00:00
60min
101
10:30PM2005 1 1101
_
0010
STD
6 4 0
PLAY BACK/NEXT VOLUME
Bewegende beelden met het beeldformaat
[160] worden een formaat kleiner
weergegeven.
Druk op .
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt
(weergave) op het scherm.
00:00:03
60min
10:30PM2005 1 1101
_
0010
10/10
101
STD
6 4 0
STOP REV/CUE VOLUME
Weergavebalk
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op .
Om het volume af te stellen
Druk op / om het volume af te stellen.
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Druk tijdens het weergeven op (cue-
weergave) of op (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op .
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
Elke keer wanneer u indrukt,
verandert de status van het scherm
als volgt: Indicaties uit LCD-
achtergrondverlichting uit Indicaties
aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op pagina 139.
De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 46).
Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
86
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Bewegende beelden
wissen
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Regelknop
Modusschakelaar
U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
In de enkelbeeld-modus
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met
/.
Druk op (Wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
Kies [Delete] met en druk
daarna op .
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met /
en herhaalt u vervolgens stap
.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap of .
In de index-modus
Zet de modusschakelaar op
en druk daarna op (Index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op (Index) om
het index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
Druk op (Wissen).
Kies [Select] met / en druk
daarna op .
Kies met /// het beeld
dat u wilt wissen en druk
daarna op .
De groene indicatie (Wissen)
verschijnt op de gekozen bewegende
beelden.
TO NEXTSELECT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
Herhaal stap om andere
bewegende beelden te wissen.
Druk op (Wissen).
87
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bewegende beelden
NL
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap of .
Wissen van alle beelden in de map, zie pagina
51.
Knippen van
bewegende beelden
U kunt bewegende beelden knippen
of overbodige gedeelten wissen. Dit is
de aanbevolen functie om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer
u bewegende beelden als bijlage met uw
e-mailberichten verstuurt.
Merk op dat het oorspronkelijke
bewegende beeld wordt gewist wanneer u
erin knipt.
Toewijzen van
bestandsnummers wanneer
bewegende beelden worden
geknipt
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden
in de gekozen opnamemap opgeslagen
als de meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
<Voorbeeld> Knippen van bewegende
beelden genummerd 101_0002
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1. Knippen van scène A.
1
2
3A B
101_0002
Knippunt
2. Knippen van scène B.
101_0004
1 23 B
A
101_0005
Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
1 3
2
101_0006
101_0004 101_0007
A B
Wissen Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1 3
2
101_0006
88
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Regelknop
Modusschakelaar
MENU
Zet de modusschakelaar in de
stand .
Geef de bewegende beelden
die u wilt knippen weer met
/.
Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Kies (Divide) met en druk
daarna op . Kies vervolgens
[OK] met en druk daarna op
.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
Kies een knippunt.
Druk op de midden op het gewenste
knippunt.
00:00:02
60min
10/10
101
STD
6 4 0
Divide
Dividing
Point
O K
Cancel
Exit
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [/] (frame
terugspoelen/vooruit) en past u het
knippunt aan met /. Als u een
ander knippunt wilt kiezen, kiest
u [Cancel]. Het weergeven van de
bewegende beelden begint opnieuw.
Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met /
en drukt u op .
Kies [OK] met en druk
daarna op .
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het knippen annuleren
Kies [Exit] bij stap of . De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
Stilstaand beeld
Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn
om te knippen (ongeveer langer dan twee
seconden)
Beveiligde bewegende beelden
U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze
hebt geknipt.
De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
89
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Beelden kopiëren
naar uw computer
Voor gebruikers van Windows
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition, of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem
dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving
die is opgewaardeerd tot de hierboven
beschreven besturingssystemen of in
een computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten
of meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Deze camera is compatibel met High-Speed
USB (USB voldoet aan 2.0).
Door aan te sluiten via een USB-interface die
compatibel is met High-Speed USB (voldoet
aan 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid
(snelle overdracht) mogelijk.
Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type -apparatuur
mogelijk niet werken.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
USB-modus
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]-
functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
* Voor verdere informatie over de PTP-
verbinding, zie pagina 127.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-Website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Inhoud van de CD-ROM
USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Picture Package
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk
over te dragen naar een computer. Het
stelt u tevens in staat de diverse functies te
gebruiken.
Als u "Picture Package" installeert,
wordt tegelijkertijd ook het USB-
stuurprogramma geïnstalleerd.
De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens
het USB-stuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
Bij gebruik van Windows 2000 of XP, logt u in
als beheerder (Administrator).
90
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Het USB-stuurprogramma
installeren
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma
eenmaal is geïnstalleerd, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
Schakel de computer in
en plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROM-
station.
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld. Indien het niet verschijnt,
dubbelklik dan op (My Computer)
(PICTUREPACKAGE) in die
volgorde.
Als u ook de bijgeleverde software
"Picture Package" gebruikt,
klikt u op [Picture Package].
Het USBstuurprogramma wordt
geïnstalleerd nadat "Picture Package" is
geïnstalleerd (blz. 97).
Als de computer reeds
gebruikt wordt, sluit u alle
softwareprogramma’s af voordat
u het USB-stuurprogramma
installeert.
Klik op [USB Driver] op het
titelscherm.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
Klik op [Next].
Het installeren van het USB-
stuurprogramma begint. Nadat
het installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
Klik op [Yes, I want to restart
my computer now] (Ja, ik wil
mijn computer nu opnieuw
opstarten) en vervolgens op
[Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
Haal de CD-ROM eruit.
91
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
De camera aansluiten op de
computer
Schakel de computer in.
Plaats de "Memory Stick Duo"
met de te kopiëren beelden in
de camera.
Sluit het Cyber-shot-
station (bijgeleverd) en
de netspanningsadapter
(bijgeleverd) aan en steek de
netspanningsadapter in een
stopcontact.
Netspanningsadapter
Cyber-shot-
station
Naar een
stopcontact
Als u met gebruikmaking van de accu beelden
kopieert naar uw computer, kan door het
uitvallen van de accu het kopiëren mislukken
of kunnen de gegevens verminkt raken.
Wij adviseren u de netspanningsadapter te
gebruiken.
Sluit de USB-kabel aan op de
(USB) aansluiting van het
Cyber-shot-station.
USB-kabel
Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
Indien u Windows XP gebruikt, verschijnt
de AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar pagina 94.
Sluit de camera aan op het
Cyber-shot-station en schakel
de camera in.
POWER
Controleer dat de camera goed aangesloten is
op het Cyber-shot-station.
USB Mode
MENU
Switch on
Normal
Toegangs-
indicaties*
"USB Mode Normal" verschijnt op
het LCD-scherm van de camera.
Wanneer er voor het eerst een USB-
verbinding tot stand wordt gebracht,
draait uw computer automatisch het
gebruikte programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood. Gebruik de computer
niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden.
92
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Als "USB Mode Normal" niet wordt afgebeeld
in stap , drukt u op MENU, kiest u [USB
Connect], en stelt dit in op [Normal].
Koppel de camera niet los van het
Cyber-shot-station tijdens de USB-
verbinding omdat de beeldgegevens
hierdoor verminkt kunnen worden. Lees
de opmerkingom de USB-verbinding
te verbreken.
Loskoppelen van de USB-
kabel van uw computer,
verwijderen van de "Memory
Stick Duo" uit uw camera, of
uitschakelen van de camera
tijdens een USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me, of XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
Dubbelklik hier
2 Klik op (Sony DSC) als dit wordt
afgebeeld en klik daarna op [Stop].
3 Controleer dat het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster
en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
5 Koppel de USB-multikabel los, haal de
"Memory Stick Duo" eruit of schakel
de camera uit.
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 91) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
Beelden kopiëren
Windows 98/98SE/2000/Me
Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick
Duo" in de camera verschijnt.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie pagina 93.
Indien u Windows XP gebruikt, zie pagina 94.
Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de
map waarin de beelden
zijn opgeslagen die u wilt
kopiëren.
Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu af te beelden en kies
daarna [Copy] op het menu.
93
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Dubbelklik de map [My
Documents], klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" om
het menu af te beelden en kies
daarna [Paste] op het menu.
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat
in de bestemmingsmap
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het
bestaande beeld overschrijft met een
nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke
bestand gewist.
De bestandsnaam veranderen
Voor het kopiëren van een beeldbestand,
zonder overschrijving, moet u de
bestandsnaam in de gewenste naam
wijzigen en daarna het beeldbestand
kopiëren. Merk echter op dat wanneer
u de bestandsnaam verandert, u dat
beeld mogelijk niet meer kan weergeven
met de camera. Als u beelden wilt
weergeven met de camera, voert u de
bediening uit op pagina 97.
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden
en klik daarna op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt
geopend.
2 Beeld [Device Manager] af.
Klik op [Hardware].
Klik op [Device Manager].
Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me is stap overbodig. Klik op het
tabblad [Device Manager].
3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld,
gooit u dit weg.
Klik met de rechter muistoets op
[ Sony DSC].
Klik op [Uninstall].
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
Voor gebruikers van Windows 98, 98SE
en Me, klik op [Remove].
Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer de installatie van het USB-
stuurprogramma nogmaals met de
CD-ROM (blz. 90).
94
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Windows XP
Beelden kopiëren met behulp
van de Windows XP AutoPlay
wizard
Breng een USB-verbinding
tot stand (blz. 91). Klik op
[Copy pictures to a folder on
my computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory
Stick Duo" zijn opgeslagen, worden
weergegeven.
Klik in het selectievakje van
de beelden die u niet naar de
computer wilt kopiëren om het
vinkje te verwijderen en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met
het bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien
van wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
Om verder te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven
onder op pagina 92 om de USB-kabel los te
maken en weer aan te sluiten. Voer daarna de
procedure vanaf stap opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op
uw computer
Klik op [Start] en klik daarna
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het
bekijken van gekopieerde beelden in de map
"My Documents".
Indien u niet Windows XP gebruikt, dubbelklik
dan op [My Document] op het bureaublad.
Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
95
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory
Stick Duo".
Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met een camera zonder map-
creëerfunctie
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met uw camera. Als u geen mappen
creëert, is er alleen de map "101MSDCF"
Map met daarin bewegende beelden enz., die
werden opgenomen met een camera zonder map-
creëerfunctie
U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De
beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
Voor verdere informatie over de map, zie blz. 55, 69.
96
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Map Bestandsnaam Betekenis van bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0.JPG
Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
− Normale modus (blz. 29)
− Exposure Bracket modus (blz. 63)
− Burst-modus (blz. 66)
− Multi Burst-modus (blz. 67)
MOV0.MPG
Bewegende-beeldbestanden (blz. 84)
MOV0.THM
Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 84)
 betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende
indexbeeldbestand zijn dezelfde.
97
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick Duo" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick Duo".
Stap is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
Als een beeldbestand is verwerkt door de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap een ander
nummer in.
Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 55).
Klik met de rechter muisknop
op het beeldbestand en
klik daarna op [Rename].
Verander de bestandsnaam in
"DSC0".
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor .
De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie voor stilstaande beelden
is JPG en de bestandsextensie voor bewegende
beelden is MPG. U mag de bestandsextensie
niet veranderen.
Kopieer het beeldbestand naar
de map "Memory Stick Duo".
Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
Kies en dubbelklik op de map
[DCIM] van de [Removable Disk]
of [Sony MemoryStick] in [My
Computer].
Klik met de rechter muisknop op
de map [MSDCF] in de map
[DCIM] en klik op [Paste]. 
betekent ieder willekeurig nummer
van 100 t/m 999.
Installeren van "Picture
Package" en "ImageMixer
VCD2"
"Picture Package" is alleen voor
Windows computers.
U kunt het programma "Picture Package"
op uw Windows-computer gebruiken voor
het kopiëren, bekijken en bewerken van
de opnamen die u met uw camera hebt
gemaakt. Bij de installatie van "Picture
Package", wordt tegelijkertijd ook het
USB-stuurprogramma geïnstalleerd.
Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture
Package" installeert.
Voor computeromgeving
Zie pagina 89 voor een eenvoudige
Windows-besturingsomgeving. Andere
systeemvereisten zijn als volgt.
Software: Macromedia Flash Player 6.0
of hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa. 500 MB
Grafisch: Videokaart (ondersteuning van
Direct Draw) met 4 MB VRAM
98
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Om automatisch diavoorstellingen
(blz. 101) te maken, is een Pentium III
500 MHz of een snellere CPU vereist.
Wanneer u "ImageMixer VCD2"
gebruikt, wordt een computer met
een Pentium III 800 MHz of sneller
aanbevolen.
Deze software is geschikt voor
DirectX. Voor gebruik moet "DirectX"
geïnstalleerd zijn.
Voor het gebruik van een schrijver, om
CD-ROM’s te branden, gelden andere
vereisten.
Schakel de computer in
en plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROM-
station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 90), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de "Picture
Package"-software hebt geïnstalleerd (behalve
voor Windows XP).
Klikt op [Picture Package/
ImageMixer VCD2].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Klik op [Next].
Het scherm "Licence Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje "I accept the terms of the
license agreement" (ik accepteer de
licentie overeenkomst) aan en klikt u
op [Next].
Klik op [Next].
99
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program"
(Klaar om het programma te
installeren).
De installatie begint.
Nadat het installeren klaar is, wordt
het scherm "Welcome to setup for
ImageMixer VCD2" (Welkom bij de
installatie van ImageMixer VCD2)
afgebeeld.
Klik op [Next] en volg de
instructies op het scherm.
Als het scherm "Welcome to
setup for Direct X" (Welkom bij
de installatie van Direct X) wordt
afgebeeld nadat de installatie van het
softwareprogramma klaar is, volgt u
de aanwijzingen op het scherm.
Controleer dat het
selectievakje "Yes, I want to
restart my computer now" (Ja,
ik wil de computer nu opnieuw
starten) is aangevinkt en klik
daarna op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
De snelkoppelingen van "Picture
Package Menu" en "Picture Package
destination Folder" worden afgebeeld.
Haal de CD-ROM eruit.
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
Sluit de camera en de computer
op elkaar aan met behulp van de
USB-kabel.
"Picture Package" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt
"Picture Package Viewer" opgestart en
worden de gekopieerde beelden afgebeeld.
Normaal gesproken worden de mappen
"Picture Package" en "Date" aangemaakt in
de map "My Picture" en worden alle beelden,
opgenomen met de camera, in deze mappen
gekopieerd.
Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in
[Copy automatically].
100
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
"Picture Package"
gebruiken
Start [Picture Package Menu] op het
bureaublad op om de diverse functies te
gebruiken.
Het opstartscherm kan er, afhankelijk van
uw computer, anders uitzien. U kunt de
menuweergave naar wens aanpassen door
op [Settings], rechtsonder op het scherm, te
klikken.
Voor verdere informatie over het
softwareprogramma, klikt u op in de
rechterbovenhoek van ieder scherm om de on-
line Helpfunctie af te beelden.
Technische ondersteuning van "Picture
Package" wordt geleverd door het
Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie leest u de informatie
die bij de CD-ROM werd geleverd.
Beelden bekijken op een
computer
Klik op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
aan de linkerkant van het scherm en klik
daarna op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
in de rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het bekijken van de beelden, wordt
afgebeeld.
Beelden opslaan op een CD-R
Klik op [Save the images on CD-R]
(Beelden opslaan op de PC) aan de
linkerkant van het scherm en klik daarna
op [Save the images on CD-R] (Beelden
opslaan op de PC) in de rechteronderhoek
van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het opslaan van beelden op een CD-R,
wordt afgebeeld.
Om beelden op een CD-R op te slaan is een
cd-schrijver nodig. Voor meer informatie
betreffende geschikte schrijvers, moet u de
volgende homepage van het Pixela User
Support Center raadplegen.
http://www.ppackage.com/
101
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Een video-CD met een menu
maken ("ImageMixer VCD2")
"ImageMixer VCD2" is compatibel met
video-CD voor stilstaande beelden met een
hoge resolutie.
Klik op [Burning Video CD]
aan de linkerkant van het
scherm en klik vervolgens
op [Burning Video CD] in de
rechtsonder op het scherm.
Het "ImageMixer VCD2"-scherm
verschijnt.
Klik op [Video CD].
Selecteer de map waarin de
gewenste bestanden zijn
opgeslagen.
Selecteer de gewenste map in
het linkerkader en klik daarna op
[Add]. De geselecteerde mappen
worden naar het rechterkader
verplaatst.
Klik op [Next].
Stel de menu achtergrond,
knoppen, titels, enz., in en klik
daarna op [Next].
Bevestig dat de instellingen
overeenkomstig uw wensen zijn.
Bevestig het voorbeeld van
het Video-CD-bestand.
Klik in het linkerkader op het
bestand waarvan u een voorbeeld
wilt bekijken.
Klik op [] om een voorbeeld te
bekijken.
Klik op [Next] en voer de
discnaam in.
Wanneer u een CD-r plaatst in het
CD-R-station en op [Write] klikt,
wordt het scherm afgebeeld voor het
schrijven naar een disc.
Een diavoorstelling maken
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
aan de linkerkant van het scherm en klik
vervolgens op [Automatic Slideshow
Producer] in de rechtsonder op het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het maken van een diavoorstelling,
wordt afgebeeld.
102
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Beelden afdrukken
Voer de procedures uit zoals
beschreven onder "Beelden
bekijken op een computer"
(blz. 100) om de lijst met
beelden af te beelden.
Dubbelklik en kies de beelden
op de lijst die u wilt afdrukken.
Klik op de toets op het
scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor
het afdrukken van beelden wordt
afgebeeld.
Klik op [File] in de
linkerbovenhoek van het
scherm en kiest daarna [Print].
Het scherm van de Wizard afdrukken
wordt afgebeeld.
Stel het papierformaat en het
aantal af te drukken vellen en
beelden in.
Beelden kopiëren
naar uw computer
—Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2, of
Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type -apparatuur
mogelijk niet werken.
Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
103
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
USB-modus
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]-
functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
* Voor verdere informatie over de PTP-
verbinding, zie blz. 127.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig
zijn, kunt u beelden kopiëren via een
extern apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Uw camera aansluiten op uw
computer
Voor verdere informatie zie pagina 91.
Loskoppelen van de USB-kabel van
uw computer, verwijderen van de
"Memory Stick Duo" uit uw camera
of uitschakelen van de stroom
tijdens een USB-verbinding
Sleep het pictogram van het station of de
"Memory Stick" en zet het neer op het
"Trash" pictogram, koppel daarna de USB-
kabel los, verwijder de "Memory Stick
Duo" of schakel de camera uit.
Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, maakt u de
USB-kabel los, enz., nadat u de computer hebt
uitgezet.
Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick Duo"
in de camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin de
beelden die u hebt gekopieerd, zijn
opgeslagen.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de harde
schijf gekopieerd. Voor informatie over
de opslaglocatie van de beelden en de
bestandsnamen, zie pagina 95.
De beelden bekijken op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten. Het
beeldbestand wordt geopend.
"Picture Package" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
104
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
"ImageMixer VCD 2" is ook compatibel
met Macintosh (Mac OS X (v10. 1. 5 of
hoger)).
Met behulp van "ImageMixer VCD2"
op de CD-ROM die bij de camera werd
geleverd, kunt u een video-CD maken met
stilstaande beelden en bewegende beelden
opgeslagen op de computer.
"ImageMixer VCD2" voor Macintosh kan
alleen met behulp van een disk-image het
beeldbestand op een CD-R opslaan in het
video-CD-formaat. De door Roxio gemaakte
"Toast" software (niet bijgeleverd) is vereist
om een video-CD te maken.
Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit
u alle softwareprogramma’s af voordat u
"ImageMixer VCD2" installeert.
Technische ondersteuning van
"ImageMixer VCD2" wordt geleverd
door het Pixela User Support Center.
Voor verdere informatie leest u de
informatie die bij de CD-ROM werd
geleverd.
Vereiste computeromgeving
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4-series
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 250 MB
Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer,
32.000 kleuren of meer
Installatie van QuickTime 4 of hoger is vereist.
(QuickTime 5 wordt aanbevolen.)
Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Installeren van "ImageMixer
VCD2"
1 Schakel uw computer in.
De displayinstellingen moeten 1024 × 768
punten of meer en 32.000-bits of meer zijn.
2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram van de
CD-ROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.
SIT] in de kopieerbestemmingsmap.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
7 Nadat het gebruikersinformatiescherm
is afgebeeld, voert u de gewenste naam
en het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
105
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Bekijken van de beelden op uw computer
NL
Een video-CD met een menu
maken
"ImageMixer VCD2" is compatibel met
video-CD voor stilstaande beelden met een
hoge resolutie.
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Voer de stappen t/m uit op
blz. 101.
4 Klik op [Next] en voer de discnaam en
bestemming in.
De voorbereidingen voor het opslaan
van de bestanden op een CD-R zijn
voltooid.
106
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met
de camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C::" op het
scherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 119).
2 Als de camera nog steeds niet juist
werkt, drukt u op de RESET toets
rechtsonder op de regelknop met
behulp van een puntig voorwerp, en
schakelt u daarna de camera weer
in. (Door indrukken van deze toets
gaan alle instellingen inclusief de
datum en tijd verloren en worden de
fabrieksinstellingen ingesteld.)
RESET-
toets
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sony-
dealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
Accu en spanning
Symptoom Oorzaak/oplossing
U kunt de accu niet opladen.
De camera is ingeschakeld. Schakel de camera uit (blz. 20).
De accu kan niet worden geplaatst.
Druk op de accu-valpreventielip en open deze (blz. 14).
Plaats de accu correct (blz.14).
Het /CHG-lampje knippert wanneer er
een batterij wordt opgeladen.
Plaats de accu correct (blz.14).
In de accu is een defect opgetreden. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke
technische dienst van Sony.
De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op.
107
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
Het /CHG-lampje gaat niet branden
wanneer er een accu wordt
opgeladen.
De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19).
Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
Plaats de accu correct (blz. 14).
De accu is volledig opgeladen.
De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op.
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De batterij-restladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de batterij-
restladingsindicatie nog voldoende
stroom, maar toch is de stroom
spoedig op.
U hebt de camera in een bijzonder hete of een bijzonder koude omgeving gebruikt (blz. 128).
Er is een verandering opgetreden in de resterende gebruiksduur van de accu. Ontlaad de accu
volledig en laad deze daarna weer volledig op zodat de batterij-restladingsindicatie goed werkt
(blz. 17).
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
U hebt de camera in een buitengewoon koude omgeving gebruikt (blz. 128).
De accupool is vuil. Maak de accupool schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks, en laad de
accu op.
Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de gelijkstroomstekker uit de camera.
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
Plaats de accu correct (blz. 14).
De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19).
Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe.
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De camera schakelt plotseling uit.
Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeg raken. Schakel de camera weer in
(blz. 20) of gebruik de netspanningsadapter (blz. 19).
De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14).
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
108
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Symptoom Oorzaak/oplossing
Het LCD-scherm wordt niet
ingeschakeld wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
De LCD-achtergrondverlichting is uitgeschakeld met
en u bevindt zich op een donkere plaats.
Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
(blz. 32).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het
LCD-scherm.
Zet de modusschakelaar op of (blz. 31 en 84).
Het LCD-scherm wordt blauw en het
onderwerp wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van bewegende
beelden.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V
OUT (MONO) aansluiting. Koppel de audio/video-aansluitkabel los of stel het beeldformaat anders
in dan [640(Fine)].
Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zet de camera in de close-up (macro)-opnamefunctie en
plaats de camera verder weg dan de minimale scherpstelafstand (circa. 8 cm voor de W-kant en circa.
25 cm voor de T-kant) en neem vervolgens het beeld op (blz. 35). Of stel (vergrootglasfunctie)
op het menu in en stel scherp binnen het bereik van 1 cm t/m 20 cm tot het onderwerp.
Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of (Vuurwerkfunctie).
De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Stel de automatische scherpstellingsfunctie in
(blz. 59).
De optische zoom werkt niet.
U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Vergrootglasfunctie).
De digitale precisie-zoomfunctie
werkt niet.
[Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op
[Precision] (blz. 33 en 125).
De modusschakelaar staat in de stand . Zet de modusschakelaar in de stand .
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
[Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op
[Smart] (blz. 33 en 125).
Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[5M] en [3:2] (blz. 25).
De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de Multi-Burst-functie (blz. 33 en 67).
De modusschakelaar staat in de stand . Zet de modusschakelaar in de stand .
109
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
Het beeld is te donker.
U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter. Kies de lichtmeetfuncite (blz. 62) of regel de
belichting (blz. 60 en 121).
De helderheid van het LCD-scherm is te laag. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 126).
Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met
(blz. 32).
Het beeld is te licht.
U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium. Regel de belichting (blz. 60 en 121).
De helderheid van het LCD-scherm is te hoog. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 126).
Het beeld is monochroom (zwart-wit).
Stel [PFX] (P.Effect) in op een andere functie dan [B&W] (blz. 68).
Bij het filmen van een zeer helder
onderwerp verschijnen er verticale
strepen.
Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
Wanneer u op een donkere plaats
naar het LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
De camera probeert de zichtbaarheid van het LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk te
verhelderen onder onderbelichte omstandigheden. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
De camera kan geen beelden
opnemen.
Er is geen "Memory Stick Duo" geplaatst. Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24).
De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo"
(blz. 49 en 86) of laad de huidige batterijen op"Memory Stick Duo".
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz.131).
Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
Zet de modusschakelaar op (blz. 31) voor het opnemen van stilstaande beelden.
Zet de modusschakelaar op (blz. 84) voor het opnemen van stilstaande beelden.
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats
een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 131) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Het opnemen duurt erg lang.
De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd (blz. 43).
110
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
De flitser werkt niet.
Zet de modusschakelaar in de stand (blz. 31).
De flitser staat op (niet flitsen). Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd flitsen)
of
SL
(langzame synchro) (blz. 37).
Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan
(Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie).
Wanneer (Vergrootglasfunctie), (Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of (Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen als scène-keuzefunctie, stelt u de
flitsermodus in op (Altijd flitsen) (blz. 37).
Stel [Mode] (REC Mode) in op [Normal].
Wazige vlekjes verschijnen op
beelden opgenomen met de flitser.
Stof in de lucht reflecteerde het flitslicht en werd met het beeld opgenomen. Dit is normaal.
De close-up (macro)-opnamefunctie
werkt niet.
Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43). dan
(Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie), (Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie).
U kunt niet ononderbroken opnemen
De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo"
(blz. 49 en 86) of verwissel de "Memory Stick Duo"
De batterij-restlading is onvoldoende, u kunt alleen een enkel beeld opnemen. Plaats een opgeladen
accu (blz. 14).
De ogen van het onderwerp zijn rood.
Stel [Red Eye Reduction] op het Setup-scherm in op [On] (blz. 37 en 125).
Verklein de afstand tot het onderwerp tot de aanbevolen afstand en neem het beeld op met gebruik
van de flitser (blz. 37).
Bij opnamen binnenshuis, verbeter de verlichting en neem het beeld op.
De datum en tijd worden onjuist
opgenomen.
Stel de juiste datum en tijd in (blz. 21 en 127).
111
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
De F-waarde en de sluitertijd
knipperen wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
Stel de juiste belichting in (blz. 60).
Beelden bekijken
Symptoom Oorzaak/oplossing
De camera kan geen beelden
weergeven.
Zet de modusschakelaar in de stand (blz. 44).
De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 97).
Als een beeldbestand is verwerkt door de computer of als het beeldbestand werd opgenomen door
een ander model camera dan die van u, kunnen wij niet garanderen dat het beeldbestand kan worden
weergegeven.
De camera staat in de USB-modus. Annuleer de USB-communicatie (blz. 92 en 103).
Onmiddellijk nadat de weergave is
begonnen, ziet het beeld er grof uit.
Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien. Dit is geen defect.
Het beeld verschijnt niet op het TV-
scherm.
Het video-uitgangssignaal van de camera is verkeerd ingesteld op het Setup-scherm. Verander de
instellingen (blz. 54 en 127).
De aansluiting is niet goed. Controleer de aansluiting (blz. 46).
De USB-kabel zit nog in de USB-aansluiting (blz. 46). Volg de procedure in de opmerking op blz.
92 (Windows) of op blz. 103 (Macintosh) en koppel de USB-kabel los.
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een computer.
Zie blz. 112.
Beelden wissen/bewerken
Symptoom Oorzaak/oplossing
De camera kan geen beeld wissen.
Het beeld is beveiligd. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
Door de markering (beveiliging) in te stellen, voortkomt u dat beelden per ongeluk LOCK
worden gewist (blz. 74).
We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand te zetten
om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131).
112
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
De functie voor verandering van het
formaat werkt niet.
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet afbeelden op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet
worden geknipt.
De bewegende beelden duren niet lang genoeg om te knippen.
Beveiligde bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
Computers
Symptoom Oorzaak/oplossing
U weet niet of het besturingssysteem
van uw computer compatibel is.
Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 89 en 102).
U kunt het USB-stuurprogramma niet
installeren.
In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde beheerders) (blz. 89).
Uw computer herkent de camera niet.
Schakel de camera in (blz. 20).
De batterij is zwak. Gebruik de netspanningsadapter (blz. 19).
Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 91 en 102).
Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als het Cyber-shot-Station en sluit deze daarna
opnieuw stevig aan. Zorg dat er "USB Mode" op het LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 91).
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
Stel [USB Connect] op het Setup-scherm in op [Normal] (blz. 54 en 127).
De USB-aansluitingen van uw computer zijn verbonden met andere apparatuur, afgezien van het
toetsenbord, de muis en het Cyber-shot-station. Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen
los, behalve het toetsenbord en de muis (blz. 89).
De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de computer. Sluit de camera rechtstreeks aan op de
computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 89).
Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 90).
Uw computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer
met behulp van een USB-kabel voordat u de "USB Driver" (USB-stuurprogramma) hebt
geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. Wis het verkeerd herkende apparaat van uw computer
(blz.93) en installeer daarna het USB-stuurprogramma (blz. 90).
113
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
U kunt geen beelden kopiëren.
Vormt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91, 103).
Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 92, 94, 99 en 102).
U hebt geprobeerd een opname te maken met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd was
met een computer. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw
camera.
Na een USB-verbinding tot stand
te hebben gebracht, start "Picture
Package" niet automatisch.
Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is ingeschakeld (blz. 91).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een computer.
Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op help rechtsboven in elk scherm klikken.
Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op
een computer bekijkt, worden beeld
en geluid onderbroken door storing.
U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick Duo" weer. Kopieer de
bewegende beelden naar de harde schijf van uw computer en geef vervolgens de bewegende beelden
vanaf de harde schijf weer (blz. 92, 94, 99 en 102).)
U kunt een beeld niet afdrukken.
Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer naar de
computer gekopieerd zijn kunnen niet
door de camera weergegeven worden.
Naar de verkeerde map gekopieerd. Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
(blz. 97).
De map- of bestandsnaam op uw computer is veranderd (blz. 97).
"Memory Stick Duo"
Symptoom Oorzaak/oplossing
U kunt geen "Memory Stick Duo" in
de camera plaatsen.
U probeert de "Memory Stick Duo" achtertevoren in de camera te plaatsen. Plaats de "Memory Stick
Duo" op de juiste wijze (blz. 24).
U kunt niet opnemen op een "Memory
Stick Duo".
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz.131).
De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (blz. 49 en 86).
Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats een
"Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 131) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
114
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
U kunt een "Memory Stick Duo" niet
formatteren.
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK
staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131).
U hebt een "Memory Stick Duo" per
ongeluk geformatteerd.
Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" worden gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen. We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand
LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131).
PictBridge-compatibel printer
Symptoom Oorzaak/oplossing
De verbinding komt niet tot stand.
Raadpleeg de fabrikant of de printer compatibel is met PicBridge of niet.
Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan worden op de camera.
Stel [USB Connect] in op [PictBridge] op het Setup-scherm (blz. 127).
De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-multikabel
los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de
handleiding van de printer raadplegen.
U kunt geen beelden afdrukken.
De camera is niet aangesloten op de printer. Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze
zijn aangesloten met behulp van de USB kabel.
Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u meegeleverd kreeg,
raadplegen.
Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen, is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer, het
afdrukken niet kunt hervatten. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog steeds niet
kunt afdrukken, moet u de USB-kabel losmaken, de printer uitschakelen en daarna weer inschakelen,
en dan weer de USB-kabel aansluiten.
Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
Beelden die bewerkt zijn met een computer of beelden die met een andere camera dan deze zijn
opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt worden.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de aanduiding (USB-multikabel niet loskoppelen)
verdwenen was.
U kunt in de functie indexweergave
geen datum invoeren of de
afbeeldingen afdrukken.
Raadpleeg de fabrikant of de printer de datum functie of index afdruk functie kan uitvoeren of niet.
Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Raadpleeg de fabrikant van de printer.
Het papierformaat waarop u wilt
afdrukken verschijnt niet
Raadpleeg de fabrikant of de printer het papierformaat waarop u wilt afdrukken, ondersteunt.
"---- -- --" wordt afgedrukt op de plaats
van de ingevoegde datum.
Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden met de datum ingevoegd. Stel [Date]
in op [Off] en druk daarna het beeld af.
115
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Symptoom Oorzaak/oplossing
U kunt niet afdrukken met de huidige
papierformaatinstelling van de printer.
Als het printerpapier werd veranderd naar papier van een ander formaat nadat de camera werd
aangesloten op de printer, koppelt u de USB-kabel los van de printer en sluit u deze weer aan.
De afdrukinstelling van de camera verschilt van de printerinstelling. Verander de
papierformaatinstelling van de camera (blz. 79 en 81) of verander de printerinstelling.
U kunt geen andere bedieningen
uitvoeren nadat het afdrukken is
gestopt.
De printer voert de printer-stop-procedure uit. Wacht tot deze procedure is voltooid. (Deze procedure
kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer).
Overige
Symptoom Oorzaak/oplossing
Een zacht ratelgeluid is hoorbaar in
de camera wanneer u deze beweegt.
Voor sommige lensfuncties van de camera worden lineaire mechanismen gebruikt. Dit is normaal.
De camera werkt niet.
U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 132).
De batterij is zwak. (De indicatie verschijnt.) Laad de accu op (blz.14).
Sluit de netspanningsadapter goed aan op de multi-aansluiting van de camera en op een stopcontact
(blz. 19).
Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12).
De camera is wel ingeschakeld, maar
werkt niet.
De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en sluit
deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u op de RESET toets
rechtsonder op de regelknop met behulp van een puntig voorwerp, en schakelt u daarna de camera
weer in. (Hierdoor worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.) (blz. 106)
U kunt een indicatie op het scherm
niet herkennen.
Controleer de indicatie (blz. 136 tot 139).
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen, alvorens de camera te gebruiken (blz. 129).
De camera wordt warm wanneer u
deze lang achtereen gebruikt.
Dit is normaal.
116
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24).
System error
Schakel de camera uit en daarna weer in (blz. 20).
Memory Stick error
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131).
De"Memory Stick Duo" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil.
Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze (blz. 24).
Memory Stick type error
De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131).
Format error
De "Memory Stick Duo" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick Duo" opnieuw (blz. 51).
Memory Stick locked
U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif
het in de opnamestand (blz. 131).
No memory space
De capaciteit van de "Memory Stick Duo" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige
beelden (blz. 49 en 86).
Read only memory
De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick Duo".
No file in this folder
Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more
folders
De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". U kunt
geen mappen aanmaken.
Cannot record
De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 56).
File error
Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
Het beeld is beveiligd tegen wissen. Annuleer de beveiliging (blz. 74).
117
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Melding Betekenis/Oplossing
For "InfoLITHIUM" battery
only
De batterij is niet van het type "InfoLITHIUM".
Image size over
U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Cannot divide
De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen (meer dan ongeveer twee seconden).
Het bestand is geen bewegend beeld.
Invalid operation
U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 14). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of
het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is.
Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een
statief of zet de camera op een andere manier vast.
Turn the power off and on
again
Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
640(Fine) is not available
640(Fine) kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of
stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Enable printer to connect
[USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridge-
compatibel is. Controleer het apparaat.
De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze
weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
Connect to device
U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
No printable image
U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding te controleren.
U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden
opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer busy
Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer.
Ink error
Een inktfout is opgetreden in de aangesloten printer, of de inkt is (bijna) op. Controleer de printer.
Printer error
De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto die u wilt
afdrukken, op beschadigingen.
118
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Melding Betekenis/Oplossing
Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Sluit geen USB-kabel aan.
Processing
De printer voert de printer-stopprocedure uit. Afdrukken is niet mogelijk totdat deze procedure is afgerond. Deze
procedure kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer.
119
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Verhelpen van storingen
NL
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met
een combinatie van één letter en vier
cijfers. Indien dat gebeurt, raadpleeg
dan de volgende codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ) verschillen afhankelijk van
de toestand van de camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
Code Oorzaak Oplossing
C:32: 
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
Schakel de camera uit en daarna weer in
(blz. 20).
C:13: 
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick Duo".
Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere
keren opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick Duo" geplaatst.
Formatteer de "Memory Stick Duo"
(blz. 51).
De geplaatste "Memory Stick
Duo" kan niet in deze camera
worden gebruikt, of de gegevens
zijn beschadigd.
Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo"
(blz. 24).
E:61: 
E:91: 
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
Druk op de RESET-toets rechtsonder
op de regelknop, en schakel daarna de
camera weer in. (blz. 106)
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien
u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande
oplossingen hebt uitgeprobeerd.
120
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Aantal beelden
dat kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick Duo",
het beeldformaat en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u
een "Memory Stick Duo" kiest.
Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur
kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Voor de normale opnameduur en
het aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 28.
Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
Onderstaande tabel laat bij benadering
het aantal beelden en de opnameduur
zien die kunnen worden opgenomen op
een "Memory Stick Duo" die in deze
camera is geformatteerd.
Multi Burst (Eenheden: beelden)
16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB
1M 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1320)
Bewegend beeld
16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB
640(Fine) 0:02:57 0:06:02
640(Standard) 0:00:42 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47
160 0:11:12 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05
De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten, 45
seconden".
Het beeldformaat is als volgt:
640(Fine): 640×480
640(Standard): 640×480
160: 160×112
121
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen kunnen,
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar of de instellingen,
verschillen.
De menuonderdelen worden onthouden,
zelfs nadat de camera is uitgeschakeld of
de modusschakelaar in een andere stand
wordt gezet (behalve [PFX] (P.Effect)).
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met
.
Wanneer de modusschakelaar op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
(Camera)
/ / / / / / /
/ / Program /
Auto
De camerafunctie kiezen (blz. 31).
(EV)
1)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV /
0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 60).
(Focus)
1)5)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Spot AF / Center AF /
Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 59).
(Metering
Mode)
1)
Spot /
Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)
1)5)
WB
/ / / / /
Auto
De kleurbalans instellen (blz. 65).
ISO
1)5)
400 / 200 / 100 /
Auto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-
gevoeligheidswaarde hoger wordt.
(P.Quality)
1)
Fine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 54).
122
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Onderdeel Instelling Beschrijving
Mode (REC Mode)
5)
Multi Burst – Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 67).
Exp Brktg – Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders
(blz. 63).
Speed Burst – Neemt ononderbroken op met een kort opname-interval (blz. 66).
Burst – Neemt ononderbroken nog meer beelden op (blz. 66).
Normal
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
BRK (Bracket
Step)
3)
±1.0EV /
±0.7EV / ±0.3EV
De belichtingscompensatiewaarde instellen voor het opnemen van drie beelden
met verschoven belichting (blz. 63). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling
dan [Exp Brktg].)
M
(Interval)
3)
1/7.5 / 1/15 /
1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 67). (Deze instelling kan niet worden
gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere
instelling dan [Multi Burst].)
(Flash Level)
4)
+ /
Normal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 66).
PFX (P.Effect)
1)
B&W / Sepia /
Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68).
(Saturation)
2)
+ /
Normal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)
2)
+ /
Normal / –
De contrast van het beeld instellen. De indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is).
(Sharpness)
2)
+ /
Normal / –
De scherpte van het beeld regelen. De indicatie verschijnt (behalve wanneer
de instelling Normal is).
1)
Dit verschijnt niet wanneer (Camera) op het menu is ingesteld op [Auto].
2)
Dit verschijnt niet wanneer (Camera) op het menu is ingesteld op anders dan [Program].
3)
Dit verschijnt niet wanneer (Camera) is ingesteld op [Auto],
(Vergrootglasfunctie),
(Schemerfunctie), (Schemer-portretfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie).
4)
Dit verschijnt niet wanneer (Camera) is ingesteld op [Auto], (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) .
5)
De beschikbare instellingen zijn beperkt afhankelijk van de (Camera) instellingen op het menu.
123
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
Wanneer de modusschakelaar op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
(EV)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV /
0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 60).
(Focus)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m /
Spot AF / Center AF /
Multi AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 59).
(Metering
Mode)
Spot /
Multi
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen.
WB (White Bal)
/ / / /
Auto
De kleurbalans instellen (blz. 65).
PFX (P.Effect)
B&W / Sepia /
Off
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68).
124
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Wanneer de modusschakelaar op staat
Onderdeel Instelling Beschrijving
(Folder)
OK / Cancel De map kiezen die de beelden bevat die u wilt weergeven (blz. 69).
(Protect)
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen en de beveiliging opheffen (blz. 74).
(DPOF)
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken en deze opheffen (blz. 82).
(Print)
Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is
(blz. 77).
(Slide)
Interval – Het interval voor een diavoorstelling instellen.(blz. 71). (Alleen in de
enkelbeeldmodus)
3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
Image – Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
Folder / All
Repeat – De beelden herhaaldelijk weergeven.
On / Off
Start – De diavoorstelling laten beginnen.
Cancel – De diavoorstelling annuleren.
(Resize)
5M / 3M / 1M / VGA / Cancel Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 75). (Alleen in
de enkelbeeldmodus)
(Rotate)
(links) / (rechts) / OK / Cancel
Het stilstaande beeld roteren (blz. 72). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
(Divide)
OK / Cancel Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 87). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
125
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
SET UP-onderdelen
Het Setup-scherm verschijnt wanneer
u verder gaat naar op het menu en
nogmaals op drukt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met
.
1
(Camera 1)
Onderdeel Instelling Beschrijving
AF Mode
Single / Monitor
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 58).
Digital Zoom
Smart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 33).
Date/Time
Day&Time / Date /
Off
Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld. De datum en tijd
worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burstfunctie. Bovendien
verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet tijdens het opnemen.
(blz. 38).
The date and time are not inserted in movie or Multi Burst mode. Also, the date and
time appear only during playback, and do not appear during recording.
Red Eye Reduction
On /
Off
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 37).
AF Illuminator
Auto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het
moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 38).
Auto Review
On / Off
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Als dit is ingesteld op [ON],
wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. Als u
gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld
weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
2
(Camera 2)
Onderdeel Instelling Beschrijving
Enlarged Icon
On / Off
Kiezen of de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroot worden afgebeeld
wanneer u op (flitsermodus), (zelfontspanner) of (macro) drukt.
126
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
(Memory Stick Tool)
Onderdeel Instelling Beschrijving
Format
OK / Cancel De "Memory Stick Duo" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens van
de "Memory Stick Duo" gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 51).
Create REC. Folder
OK / Cancel Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 55).
Change REC.
Folder
OK / Cancel De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 56).
1
(Setup 1)
Onderdeel Instelling Beschrijving
LCD Backlight
Bright /
Normal
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door
[Bright] te kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera
buiten of op een andere goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan
meer batterijstroom verbruikt. Wordt alleen afgebeeld wanneer u de camera van
stroom voorziet met behulp van de accu.
Beep
Shutter Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
On
Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop
indrukt.
Off De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
Language
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde
taal.
127
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
2
(Setup 2)
Onderdeel Instelling Beschrijving
File Number
Series
Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick Duo"
wordt verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt.
Reset − De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de
opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
USB Connect
PictBridge Verbindt de camera met een PictBridge-compatibele printer (blz. 78).
PTP Wanneer een PTP-verbinding tot stand is gebracht, start de Copy Wizard
automatisch en kopieert de beelden in de opnamemap (blz. 95) die in de camera is
ingesteld naar de computer. (Dit wordt ondersteund voor Windows XP en Mac OS
X.)
Normal
Maakt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91 en 103).
Video Out
NTSC Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-functie (bijvoorbeeld de VS of
Japan).
PAL Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-functie (bijvoorbeeld Europa).
Clock Set
OK / Cancel Voor het instellen van datum en tijd (blz. 21 en 54).
128
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op
de volgende plaatsen
In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd.
De behuizing van de camera kan
vervormd raken of hierdoor kan een
storing optreden.
Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan verkleurd of vervormd raken
of hierdoor kan een storing optreden.
Op plaatsen met trillingen
In de buurt van een sterk magnetisch
veld
Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of
stof in de camera komt. Hierdoor kan
in de camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
Dragen
Ga niet op een stoel of andere plaats zitten
met de camera in uw achterzak van uw
broek of rok omdat hierdoor een storing
kan optreden of de camera beschadigd kan
raken.
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte
doek om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
Reiniging van de
gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van
de netspanningsadapter schoon met
een droog wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met
een droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
Chemische producten zoals verdunner,
benzine, alcohol, wegwerpdoeken,
insecticiden enz.
Aanraking van de camera met een
bovenstaande stof aan uw handen
Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik
bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude
of warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een
koude naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige
ruimte wordt neergelegd, kan er vocht
condenseren in of op de behuizing van de
camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
129
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.
De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter
alleen voor korte perioden gebruikt, raakt
deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien
u de camera helemaal niet gebruikt, is
de batterij na circa één maand volledig
uitgeput. In dit geval dient u de oplaadbare
knoopbatterij altijd op te laden voordat u
de camera gaat gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera
nog altijd gebruiken zolang u de datum en
tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een stopcontact
met behulp van de netspanningsadapter
of plaats een opgeladen accu en laat
de camera gedurende 24 uur of langer
uitgeschakeld liggen.
130
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
De interne oplaadbare knoopbatterij
verwijderen
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de knoopbatterij
is verwijderd, kunt u deze niet
terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
Open het batterij/"Memory
Stick Duo"-deksel.
Houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij
Duw de punt van het
gereedschap in de sleuf in
de houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij, aan
de linkerkant van de batterij-
insteekopening, en trek deze
in de richting van de pijl.
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
Trek de batterijhouder in de
richting van de pijl naar buiten
en trek de flexibele kabel
waarmee de batterijhouder
vast zit eraf.
Draai de batterijhouder om
en duw de knoopbatterij er
met het gereedschap vanaf de
onderkant uit.
Interne oplaadbare
knoopbatterij
131
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
"Memory Stick"
"Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-
opnamemedium.
De typen "Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in de
onderstaande tabel. Een goede werking kan
echter niet worden gegarandeerd voor alle
functies van de "Memory Stick".
Type "Memory Stick"
Opnemen/
weergeven
3)
Memory Stick
Memory Stick (MagicGate/
hoge gegevensoverdrachts
nelheid)
Memory Stick Duo
Memory Stick Duo
(MagicGate/hoge gegevens
overdrachtsnelheid)
1)2)
MagicGate Memory Stick
MagicGate Memory Stick
Duo
1)
Memory Stick PRO
Memory Stick PRO Duo
1)2)
1)
"MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory
Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een copyright-
beschermingstechnologie die gebruik maakt
van encryptietechnologie. Opnemen/weergeven
van gegevens waarbij MagicGate functies
zijn vereist, kan niet met deze camera worden
uitgevoerd.
2)
Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnel-
heid via een parallelle interface.
3)
Bewegende beelden in het beeldformaat
640(Fine) kunnen alleen opgenomen en
weergegeven worden met behulp van "Memory
Stick PRO Duo".
Als een "Memory Stick Duo" is geformatteerd
op een computer, kan de juiste werking ervan
in deze camera niet worden gegarandeerd.
De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte
"Memory Stick Duo" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van
"Memory Stick Duo" (bijgeleverd)
U kunt beelden niet opnemen, bewerken of
wissen als u de schrijf-beveiligingsschakelaar
4)
met een puntig voorwerp verschuift naar
LOCK.
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
4)
Plaats voor notities
De stand of de vorm van de schrijf-
beveiligingsschakelaar
4)
kan verschillend zijn
afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u
gebruikt.
4)
De "Memory Stick Duo" die bij deze
camera werd geleverd heeft geen schrijf-
beveiligingsschakelaar. Als u de bijgeleverde
"Memory Stick Duo" gebruikt, moet u opletten
niet per ongeluk gegevens te wissen of te
bewerken.
Wanneer de "Memory Stick Duo" bezig is met
het lezen of wegschrijven van gegevens, mag u
de "Memory Stick" niet verwijderen.
De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
wanneer de "Memory Stick Duo" eruit is
gehaald of de camera is uitgeschakeld tijdens
het lezen of schrijven
wanneer de "Memory Stick Duo" wordt
gebruikt op plaatsen met statische
elektriciteit of elektrische ruis
We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
Druk niet te hard wanneer u een notitie op het
memo gebied schrijft.
Bevestig geen sticker op de "Memory Stick
Duo" of op een Memory Stick Duo-adapter.
Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt
of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje
dat erbij geleverd werd.
Raak de aansluitingen van een "Memory Stick
Duo" nooit aan met uw hand of een metalen
voorwerp.
De "Memory Stick Duo" niet slaan, verbuigen
of laten vallen.
De "Memory Stick Duo" mag niet worden
gedemonteerd of gemodificeerd.
Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan
water.
Houd de "Memory Stick Duo" uit de buurt
van kinderen. Ze kunnen hen per ongeluk
inslikken.
132
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
U mag de "Memory Stick Duo" niet gebruiken
of bewaren op de volgende plaatsen:
plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht
vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerkingen over het gebruik
van Memory Stick Duo-adapter
(bijgeleverd)
Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met een "Memory Stick" compatibel
apparaat, moet u ervoor zorgen dat de
"Memory Stick Duo" in een Memory Stick
Duo-adapter wordt geplaatst.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in
de juiste richting wordt geplaatst en vervolgens
steekt u het er helemaal in. Onjuiste plaatsing
kan leiden tot een storing.
Wanneer u een "Memory Stick Duo" gestoken
in een Memory Stick Duo-adapter gebruikt
in een "Memory Stick" compatibel apparaat,
controleert u dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting erin wordt gestoken. Merk op
dat door onjuist gebruik de camera kan worden
beschadigd.
Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
Opmerkingen over het gebruik
van "Memory Stick Pro Duo" (niet
bijgeleverd)
De "Memory Stick PRO Duo" met een
capaciteit van maximaal 512 MB is getest en
goedbevonden voor gebruik in deze camera.
Betreffende de
"InfoLITHIUM" accu
Wat is de "InfoLITHIUM" accu?
De "InfoLITHIUM" accu is een
lithiumionaccu uitgerust met functies voor
het communiceren van informatie over de
bedrijfsomstandigheden tussen de camera
en de netspanningsadapter.
De "InfoLITHIUM" accu berekent
het stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de accu
nog meegaat.
Opladen van de accu
Aanbevolen wordt om de accu op te
laden bij een omgevingstemperatuur van
10°C tot 30°C. Indien u de accu buiten
dit temperatuurbereik oplaadt, bestaat de
kans dat u de accu niet doeltreffend kunt
opladen.
133
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
Doeltreffend gebruik van de
accu
Bij lage temperaturen verminderen
de prestaties van de accu. Op koude
plaatsen kan de accu daarom minder
lang worden gebruikt. Wij bevelen het
volgende aan om de accu langer mee te
laten gaan:
Doe de accu in een zak tegen uw
lichaam aan om de accu op te warmen en
plaats deze in de camera vlak voordat u
begint met opnemen.
Bij veelvuldig gebruik van de
zoomfunctie of de flitser zal de batterij
sneller uitgeput raken.
Wij bevelen u aan om extra accu’s
voor twee- tot driemaal de verwachte
opnameduur bij de hand te houden, en
om proefopnamen te maken alvorens u
de eigenlijke opnamen gaat maken.
De accu mag niet worden blootgesteld
aan water. De accu is niet waterdicht.
Laat de camera niet liggen op een hete
plaats, zoals in een hete auto of in direct
zonlicht.
Batterij-restladingsindicatie
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt
ondanks dat de batterij-restladingsindicatie
aangeeft dat er nog voldoende lading
aanwezig is om het apparaat te bedienen.
Gebruik de acculading helemaal en laad
de accu volledig op zodat de batterij-
restladingsindicatie correct is. Indien de
camera langdurig bij hoge temperaturen
wordt gebruikt of in volledig geladen
toestand wordt opgeborgen, of indien de
accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter
niet altijd opnieuw de juiste batterij-
restladingsindicatie worden aangegeven.
Hoe u de accu moet bewaren
Zelfs als u de accu gedurende een
lang tijd niet denkt te gebruiken, dient
u deze volledig op te laden en de
lading eenmaal per jaar volledig op te
gebruiken. Haal de accu van de camera
af en bewaar deze op een droge, koele
plaats. Op deze manier zal de accu naar
behoren blijven werken.
Om de accu op de camera te gebruiken
totdat deze helemaal leeg is, laat u de
POWER-toet in de diavoorstelling-
weergavemodus (blz. 71) op "Aan" staan
totdat de accu geen stroom meer levert.
Bewaar en transporteer de accu altijd in
de accuhouder om te voorkomen dat de
accupolen vuil of kortgesloten worden.
Levensduur van de batterijen
De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de
accu aanzienlijk korter is geworden,
is waarschijnlijk het einde van de
levensduur van de accu bereikt. Koop
een nieuwe accu.
De levensduur van de accu wordt
mede bepaald door de manier waarop
deze wordt bewaard, en door de
bedieningsvoorwaarden en de omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
134
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
7,66 mm (1/2,4 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 6,7 – 20,1 mm (38 – 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F3,5 – 4,4
Belichtingsregeling
Automatische belichting, scènekeuze
(9 standen)
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Kaarslicht, Flitser
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif ver. 2.2
overeenkomstig aan JPEG-standaard,
compatibel met DPOF
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick Duo"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO op Auto):
0,1 m tot 1,7 m (W)
0,5 m tot 1,6 m (T)
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multi-aansluiting
USB verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
6,2 cm (2,5 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
230 400 (960×240) beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Gebruikte accu
NP-FT1
Voeding
3,6 V
Stroomverbruik (tijdens opnemen)
1,4 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Circa 91×60×17,8 mm (B/H/D, excl.
uitstekende delen)
Gewicht Circa 171 g (inclusief accu NP-FT1,
"Memory Stick Duo" en polsriem)
Microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
UC-TC Cyber-shot-Station
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
A/V OUT (MONO) aansluitbus (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75 , asymmetrisch,
negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een belasting
van 47 k) Uitgangsimpedantie
1 k
USB-bus B
USB-verbinding
High-Speed USB (compatibel met
USB 2.0 voor hoge snelheid)
DC IN-bus
Aansluiting van de camera
AC-LM5/LM5A
Netspanningsadapter
Ingangsspanning
100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz
AC-LM5
10 W
AC-LM5A
11 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
AC-LM5
Circa 47×30×80 mm
AC-LM5A
Circa 48×29×81 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
135
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
Gewicht AC-LM5
Circa 170 g
AC-LM5A
Circa 160 g
exclusief netsnoer
NP-FT1 accu
Gebruikte batterij
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
2,4 Wh (680 mAh)
Accessories
• AC-LM5/LM5A netspanningsadapter (1)
• Netsnoer (1)
• NP-FT1 accu (1)
• UC-TC Cyber-shot-station (1)
• Statief-camerahouder
• USB-kabel (1)
• A/V-verbindingskabel (1)
• Polsriem (1)
• "Memory Stick Duo" (32 MB) (1)
• Memory Stick Duo-adapter (1)
• CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
136
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
LCD-scherm
Bij opname van stilstaande
beelden
Verdere belangrijke informatie vindt u op
de tussen haakjes vermelde bladzijden.
60min
+2.0EV
C:32:00
F3.5125
1/30”
101
VGA
S AF
+
1
2
3
4
5
60min
Batterij-restladings-indicatie (17)
AE/AF-vergrendelings-indicatie (30,
59)
M
/ BRK /
S
/
Opnamemodus-indicatie (67, 63, 66)
WB
/ / / /
Kleurbalans-indicatie (65)
/ / / / / / / /
/
Opnamemodus-indicatie (31)
/
SL
/
Flitsmodus-indicatie (37)
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (37)
/
1.3
/
1.3
/
1.3
Zoomschaal-indicatie (33)
Scherpte-indicatie (121)
Verzadiging-indicatie (121)
Contrast-indicatie (121)
ON
AF-illuminator-indicatie (38, 125)
Lichtmeetmodus-indicatie (62)
Beeldeffect-indicatie (68)
Macro-indicatie (35)
S A F
/
M A F
Lichtmeetmodus-indicatie (58)
/ /
Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (57)
0.5m
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(59)
5M
/
3:2
/
3M
/
1M
/
VGA
Beeldformaat-indicatie (26)
FINE/STD
Beeldkwaliteits-indicatie (54)
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
137
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
1/30"
Multi Burst-intervalindicatie (67)
400
Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (28)
Zelfontspanner-indicatie (36)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
Datum- en tijds-indicatie (38)
ISO-richtgetal-indicatie (121)
±0.7EV
Bracket-stapgrootte-indicatie (63)
Trillingswaarschuwing-indicatie
(116)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (116)
AF-bereikzokerframe (57)
+
Dradenkruis van de spot lichtmeting
(63)
Histogram-indicatie (61)
Lange sluitertijd NR-indicatie (43)
125
Sluitertijd-indicatie
F3.5
Diafragmawaarde-indicatie
+2.0EV
EV-niveau-waarde-indicatie (60)
Menu/Gidsmenu (53)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Bij opname van bewegende
beelden
101
[
00:28:25
]
00:00:00
STBY
60min
STD
6 4 0
+
C:32:00
1
2
3
4
5
60min
Batterij-restladings-indicatie (17)
Opnamemodus-indicatie (84)
/ / /
Kleurbalans-indicatie (65)
STBY / REC
Opname-indicatie voor bewegende
beelden (84)
1.3
Zoomschaal-indicatie (33)
Lichtmeetmodus-indicatie (62)
Beeldeffect-indicatie (68)
138
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Macro-indicatie (35)
/ /
Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (57)
0.5m
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(59)
FI NE
6 4 0
/
ST D
6 4 0
/
1 6 0
Beeldformaat-indicatie (84)
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
00:00:00 [00:28:05]
Opnameduur-indicatie [maximale
opnameduur] (120)
Zelfontspanner-indicatie (36)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
Waarschuwingsindicatie voor
zwakke batterij (116)
AF-bereikzoekerframe (57)
+
Dradenkruis van de spot lichtmeting
(63)
+2.0EV
EV-niveau-waardeaanduiding (60)
Menu/Gidsmenu (53)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Bij weergave van stilstaande
beelden
C:32:00
+2.0EV
F3.5500
12/12
VGA
101
1.3
M
60min
VOLUMEBACK/NEXT
1
2
3
4
5
101
M
Opnamemodus-indicatie (72)
5M
/
3:2
/
3M
/
1M
/
VGA
Beeldformaat-indicatie (26)
Beveiligings-indicatie (74)
Afdrukmarkerings-indicatie (DPOF)
(82)
/ /
Map-veranderen-indicatie (69)
1.3
Weergave zoomschaal-indicatie (70)
Step 12/16
Beeld-voor-beeld-weergave-indicatie
(73)
139
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Aanvullende informatie
NL
101-0012
Map-bestandsnummer (95)
PictBridge-aansluitings-indicatie
(78)
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
101
Weergavemap-indicatie (69)
12/12
Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (119)
Aanduiding USB-multikabel niet
loskoppelen (79, 116)
+2.0EV
EV-niveau-waarde-indicatie (60)
ISO-richtgetal-indicatie (121)
Lichtmeetmodus-indicatie (62)
/
Flitsmodus-indicatie
WB
/ / / /
Kleurbalans-indicatie (65)
500
Sluitertijd-indicatie
F3.5
Diafragmawaarde-indicatie
Histogram-indicatie (61)
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (38)
Menu/Gidsmenu (53)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Bij weergave van bewegende
beelden
00:00:12
8/ 8
101
160
DPOF
60min
VOL.
1
2
3
4
5
101
Opnamemodus-indicatie (85)
FI NE
6 4 0
/
ST D
6 4 0
/
1 6 0
Beeldformaat-indicatie (85)
/
Weergave-/stop-indicatie (85)
/ /
Map-veranderen-indicatie (69)
VOL.
Volume-indicatie (85)
Weergavebalk (85)
140
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
101
Opnamemap-indicatie (55)
Resterende "Memory Stick"
geheugencapaciteit-indicatie
101
Weergavemap-indicatie (69)
8/8
Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map-
indicatie
00:00:12
Teller (85)
Weergavebeeld (85)
Menu/Gidsmenu (53)
Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
141
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Index
NL
Index
A
A/V-verbindingskabel ..................................... 46
Aanbevolen computeromgeving ............. 89, 102
Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/
weergegeven ............................ 18, 28, 120
Accu ................................................................ 14
Accu bewaren ................................................ 133
Accu opladen .................................................. 14
Achtergrondverlichting van het
LCD-scherm ........................................ 126
AE ................................................................... 32
AE/AF-vergrendeling .......................... 30, 32, 59
AF-bereikzoekerframe .................................... 57
AF-bewaking (Monitor) .................................. 58
AF-functie ....................................................... 58
AF-illuminator ........................................ 38, 125
AF-vergrendeling ............................................ 59
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 82
Altijd flitsen .................................................... 37
Automatische instelfunctie .............................. 29
Automatische scherpstelling ..................... 32, 57
Automatische uitschakelingsfunctie ............... 20
Auto Review ................................................. 125
B
B&W ............................................................... 68
Batterij-restladingsindicatie .................... 17, 133
Beeldeffect ...................................................... 68
Beelden bekijken op de televisie ..................... 46
Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 44
Beelden bekijken op uw computer .......... 94, 103
Beelden kopiëren naar uw
computer ...................... 89, 92, 94, 99, 102
Beeldformaat ............................................. 25, 26
Beeldkwaliteit ........................................... 26, 54
Beeld vergroten ............................................... 70
Belichtingscategorie ........................................ 63
Bestandsnamen ............................................... 95
Bestandsnummer ........................................... 127
Beveiliging ...................................................... 74
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm .......................................... 84
Bewegende beelden wissen ............................. 86
Bewolkt ........................................................... 65
Burst ................................................................ 66
C
Camera .................................................... 31, 121
CD-ROM ........................................... 90, 98, 104
Condensvorming ........................................... 129
Contrast ......................................................... 122
Cyber-shot-station ........................................... 12
D
Daglicht ........................................................... 65
Datum en tijd instellen ............................ 21, 127
Diavoorstelling ................................................ 71
Digitale zoom .................................................. 33
DPOF .............................................................. 82
E
Enkelvoudige-AF (Single) .............................. 58
Enkelvoudig scherm ........................................ 44
EV-afstelling ................................................... 60
Extensie ..................................................... 95, 97
F
Flitser .............................................................. 65
Flitserniveau ............................................ 66, 122
Flitsmodus ....................................................... 37
Fluorescerend .................................................. 65
Formaat veranderen ......................................... 75
Formatteren ..................................................... 51
G
Gebruikers van Macintosh ............................ 102
Gebruikers van Windows ................................ 89
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 19
Gelijkstroomstekker .................................. 15, 19
Geprogrammeerd opnemen van stilstaande
beelden .................................................. 31
Gloeilamp ........................................................ 65
H
Histogram ........................................................ 61
I
“InfoLITHIUM” accu ................................... 132
ImageMixer VCD2 .......................... 97, 101, 104
In- en uitschakelen .......................................... 20
Index-scherm ................................................... 44
142
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
NL
Indexbeelden afdrukken .................................. 77
Initialisatie ....................................................... 51
Installeren .......................................... 90, 97, 104
Instellingen ...................................................... 54
Interval .................................................... 68, 122
ISO ................................................................ 121
J
JPG .................................................................. 96
K
Kaarslichtfunctie ............................................. 41
Klok instellen .......................................... 21, 127
Knippen van bewegende beelden .................... 87
Korte-sluitertijdfunctie .................................... 41
L
Landschapsfunctie ........................................... 40
Lange sluitertijd NR ........................................ 43
Langzame synchro .......................................... 37
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ............... 32
Levensduur van de batterijen .................. 18, 133
Lichtmeetfunctie ............................................. 62
Lichtmeting met meerdere patronen ............... 62
M
“Memory Stick Duo” plaatsen ........................ 24
Macro .............................................................. 35
Map ........................................................... 55, 69
Mate van comprimeren ................................... 26
Memory Stick Duo ........................................ 131
Menu-instellingen ................................... 53, 121
Midden-AF ...................................................... 57
Mode (REC Mode) ....................................... 122
Modusschakelaar ................................. 21, 25, 31
MPG ................................................................ 96
Multipoint AF ................................................. 57
Multi Burst ...................................................... 67
N
Netspanningsadapter ................................. 15, 19
Niet flitsen ....................................................... 37
NTSC-systeem ........................................ 48, 127
O
Onderverdelen ................................................. 87
Oplaadbare knoopbatterij .............................. 129
Oplaadtijd ........................................................ 17
Opnemen van bewegende beelden .................. 84
Opnemen van close-up (Macro) ...................... 35
Opnemen van stilstaande beelden ................... 29
Opslagbestemming van bestanden .................. 95
Optische zoom ................................................ 33
P
PAL-systeem ........................................... 48, 127
PictBridge ....................................................... 77
Picture Package ............................................... 90
Pieptoon/sluitergeluid ................................... 126
Precizie digitale zoom ..................................... 34
Programmafunctie voor automatisch
opnemen ................................................ 31
Projecteren van de datum en tijd ............. 38, 125
PTP .................................................. 89, 103, 127
Punt-AF ........................................................... 57
Q
Quick Review .................................................. 32
R
Regelknop ....................................................... 20
Reiniging ....................................................... 128
Reisadapter ...................................................... 19
RESET-toets .................................................. 106
Resterende opname/weergave-tijd .......... 18, 120
Roteren ............................................................ 72
S
Scènekeuze ...................................................... 40
Schemer-portretfunctie ................................... 40
Schemerfunctie ............................................... 40
Schermweergave ..................................... 32, 136
Scherpstellen ................................................... 57
Scherpstelling-voorkeuze ................................ 59
Scherpte ......................................................... 122
Sepia ................................................................ 68
Slimme-zoomfunctie ....................................... 33
Sneeuwfunctie ................................................. 41
Snelle Burst ..................................................... 66
Spot lichtmeting .............................................. 62
Stilstaande beelden wissen .............................. 49
Strandfunctie ................................................... 41
143
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Index
NL
T
Taal .......................................................... 23, 126
Toegangslampje .............................................. 24
Trimmen .......................................................... 71
TV-kleursysteem ............................................. 48
U
USB-aansluiting .................................. 12, 78, 91
USB-kabel ....................................................... 91
USB-modus ..................................................... 89
USB-stuurprogramma ..................................... 90
USB-verbinding .............................. 91, 103, 127
V
Vergrootglasfunctie ......................................... 40
Vergroot icoon ............................................... 125
Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 37
Verzadiging ................................................... 122
VGA ................................................................ 26
Video-CD .............................................. 101, 105
Volume ............................................................ 85
Voorzorgsmaatregelen ................................... 128
Vuurwerkfunctie ............................................. 41
W
Waarschuwingen en meldingen .................... 116
Weergavezoom ................................................ 70
Witbalans ........................................................ 65
Z
Zelfdiagnosefunctie ....................................... 119
Zelfontspanner ................................................ 36
Zoom ............................................................... 33
Zoomvergrotingsfactor .................................... 33
DSC-T3 2-186-580-43(1) [OpenType FONT]
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis
van plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan
2186580430
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Gedruckt auf 100%
Recyclingpapier mit Druckfarbe
auf Pflanzenölbasis ohne
VOC (flüchtige organische
Bestandteile).

Documenttranscriptie

2-186-580-43 (1) Digital Still Camera Bedienungsanleitung DE Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf. Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog kunt raadplegen. DSC-T3 © 2004 Sony Corporation NL Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Om elektrische schokken te vermijden, mag de behuizing niet worden geopend. Laat reparaties uitsluitend door vakkundig personeel uitvoeren. Voor klanten in Nederland Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). NL 2 Informatie voor kopers in Europa Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden. Let op Een elektromagnetisch veld van de opgegeven frequenties kan het beeld en geluid van deze camera beïnvloeden. Opmerking Als door statische elektriciteit of elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt onderbroken (of mis gaat), start u het applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan. Opmerking In sommige landen en gebieden zijn regels voor het weggooien van de accu die gebruikt wordt om dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies aan de plaatselijke overheid. Alvorens u de camera gaat gebruiken Proefopname Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het verstandig om eerst een proefopname te maken, dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar behoren werkt. Geen schadevergoeding voor mislukte opnamen Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van uw camera of opnamemedia, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. Reservekopieën Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u altijd een reservekopie op een disc maakt. Betreffende de uitwisseling van beeldgegevens • Deze camera voldoet aan de "Design rule for Camera File system", de universele normen van de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • Er worden geen garanties gegeven dat beelden, welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd, kunnen worden weergegeven op deze camera. Auteursrechten Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot, kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen, incompatibiliteit met de "Memory Stick Duo" of aantasting, beschadiging of verlies van beeldgegevens en geheugeninhoud. NL NL 3 NL 4 LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen modellen met een LCD-zoeker) en lens Maak het venster van de flitser schoon vóór deze te gebruiken Stel de camera niet bloot aan zand of stof • Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn vervaardigd met behulp van precisietechnologie waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm en in de LCDzoeker echter kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. • Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. • Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing veroorzaken. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het venster van de flitser doen verbranden of vastbakken waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt. Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen gebruikt, kunnen storingen optreden. Laat de camera niet nat worden Bij het maken van opnamen in de regen of soortgelijke omstandigheden, moet u erop letten dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera binnendringt, kan een storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden verholpen. Wanneer er condensvorming optreedt, zie pagina 129 en volg de aanwijzingen voor het verwijderen van de condens alvorens u de camera gaat gebruiken. Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. Of het kan een storing van de camera veroorzaken. Opmerkingen betreffende de gebruikslocatie van de camera Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de camera dan niet goed kan opnemen of weergeven. Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland. De beelden in deze gebruiksaanwijzing De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. NL 5 Alvorens u de camera gaat gebruiken "Memory Stick" die compatibel zijn met deze camera Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt is de "Memory Stick Duo". Er zijn twee formaten "Memory Stick". Kies het formaat "Memory Stick" dat in uw camera past. "Memory Stick Duo" (formaat dat in deze camera past) "Memory Stick" • Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie pagina 131. • "Memory Stick PRO" en "Memory Stick PRO Duo" kunnen alleen worden gebruikt in apparaten die compatibel zijn met "Memory Stick PRO". • Zie bladzijde 28 of 120 voor het aantal beelden dat kan worden opgeslagen met deze camera. NL 6 Een "Memory Stick Duo" gebruiken in een apparaat dat compatibel is met "Memory Stick" Zorg ervoor dat u de "Memory Stick Duo" in de bijgeleverde Memory Stick Duoadapter steekt. Memory Stick Duo-adapter Over de "InfoLITHIUM"-accu De accu voor het eerst gebruiken U moet de bijgeleverde NP-FT1 accu eerst opladen (blz. 14). Opnieuw opladen De accu kan worden opgeladen, zelfs als deze nog niet geheel leeg is. Bovendien kan de accu worden gebruikt als deze slechts gedeeltelijk is opgeladen. De levensduur van de accu verlengen Wanneer u de camera gedurende een lange tijd niet gaat gebruiken, schakelt u de camera uit, haalt u de accu eruit en bewaart u deze op een koele plaats om de werking van de accu niet te schaden (blz. 133). • Zie bladzijde 132 voor verdere informatie over de "InfoLITHIUM"-accu. Handelsmerken • is een handelsmerk van Sony Corporation. • "Memory Stick", , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO Duo", , "MagicGate" en zijn handelsmerken van Sony Corporation. • "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony Corporation. • Picture Package is een handelsmerk van Sony Corporation. • Microsoft, Windows, Windows Media en DirectX zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere landen. • Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook, PowerBook, Power Mac en eMac zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. • Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Intel, MMX en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. • Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde systeem- en productnamen zijn in het algemeen handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars of fabrikanten. Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende gevallen weggelaten. NL 7 Inhoud Alvorens u de camera gaat gebruiken ....... 3 Alvorens u de camera gaat gebruiken ....... 6 Onderdelen .............................................. 10 Camera ................................................ 10 Cyber-shot Station .............................. 12 Voorbereidingen Opladen van de accu ............................... 14 Gebruik van de netspanningsadapter ...... 19 Gebruik van de camera in het buitenland ... 19 In- en uitschakelen van de camera .......... 20 Gebruik van de regelknop ....................... 20 De datum en tijd instellen ....................... 21 De taalinstelling wijzigen ....................... 23 Opnemen van stilstaande beelden NL 8 Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick Duo" ...................... 24 Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden .......................... 25 Beeldformaat en -kwaliteit ...................... 26 Het aantal stilstaande beelden dat opgeslagen kan worden .................. 28 Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling........... 29 Controleren van het laatst opgenomen beeld — Quick Review................... 32 Indicaties op het LCD-scherm tijdens het opnemen .............................................32 Gebruik van de zoomfunctie ............... 33 Opnemen van close-up — Macro ....... 35 Zelfontspanner gebruiken ................... 36 Een flitsmodus kiezen ......................... 37 De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld ............................... 38 Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze.................... 40 Bekijken van stilstaande beelden Beelden bekijken op het LCD-scherm van uw camera....................................... 44 Beelden bekijken op een TV-scherm ...... 46 Stilstaande beelden wissen Beelden wissen........................................ 49 Formatteren van een "Memory Stick Duo" ...................... 51 Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen Aanwijzingen voor instelling en bediening van uw camera ................................ 53 De menu-instellingen wijzigen ........... 53 De onderdelen van het Setup-scherm wijzigen .......................................... 54 Kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen.............................................. 54 Een map aanmaken of kiezen ................. 55 Een nieuwe map aanmaken ................ 55 De opnamemap veranderen ................ 56 Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Een automatische scherpstellingsmethode kiezen.............................................. 57 Een scherpstelbereik-zoekerkader kiezen — AF-bereikzoeker ........................ 57 Een scherpstellingsmethode kiezen — AF-functie .................................. 58 De afstand tot het onderwerp instellen — Scherpstelling-voorkeuze .......... 59 Belichting regelen — EV-afstelling .............................. 60 Een histogram afbeelden .................... 61 Keuze van de lichtmeetfunctie ................ 62 Drie beelden opnemen met verschoven belichting — Exposure Bracket ...................... 63 Kleurtinten afstellen — Witbalans ................................... 65 Het flitserniveau instellen — Flitserniveau .............................. 66 Continu opnemen .................................... 66 16 Frames achter elkaar opnemen — Multi Burst ................................ 67 Opnemen met speciale effecten — Beeldeffect ................................. 68 Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Een map kiezen en beelden weergeven ... 69 Een deel van een stilstaand beeld vergroten ......................................... 70 Een beeld vergroten — Vergrote weergave ..................... 70 Een vergroot beeld vastleggen — Trimmen .................................... 71 Weergave van opeenvolgende beelden — Diavoorstelling .......................... 71 Stilstaande beelden roteren ..................... 72 Beelden opgenomen in de Multi Burst functie weergeven ........................... 72 Continu weergeven ............................. 73 Frame-voor-frame weergeven ............. 73 Beelden beveiligen — Beveiliging ................................ 74 Beeldformaat veranderen — Formaat veranderen ................... 75 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken ................ 76 Rechtstreeks afdrukken ........................... 77 Beelden afdrukken in een winkel ............ 81 Bewegende beelden Opnemen van bewegende beelden .......... 84 Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm ............................................ 85 Bewegende beelden wissen ..................... 86 Knippen van bewegende beelden ............ 87 Bekijken van de beelden op uw computer Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Windows ... 89 Het USB-stuurprogramma installeren ....................................... 90 De camera aansluiten op de computer ......................................... 91 Beelden kopiëren ................................ 92 Bekijken van de beelden op uw computer ......................................... 94 Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen................................ 95 Beeldbestanden bekijken met de camera nadat ze naar de computer zijn gekopieerd ...................................... 97 Installeren van "Picture Package" en "ImageMixer VCD2" ...................... 97 Beelden kopiëren met "Picture Package" ........................... 99 "Picture Package" gebruiken ............ 100 Beelden afdrukken ............................ 102 Beelden kopiëren naar uw computer —Voor gebruikers van Macintosh ..................................... 102 "ImageMixer VCD2" gebruiken ....... 104 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen ........................ 106 Waarschuwingen en meldingen ............ 116 Zelfdiagnosefunctie .............................. 119 Aanvullende informatie Aantal beelden dat kan worden opgeslagen of opnameduur .............................. 120 Menuonderdelen ................................... 121 SET UP-onderdelen .............................. 125 Voorzorgsmaatregelen ...............................128 "Memory Stick" .................................... 131 Betreffende de "InfoLITHIUM" accu ... 132 Technische gegevens ............................. 134 LCD-scherm.......................................... 136 Index Index ..................................................... 141 NL 9 Onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.  POWER-toets (20)  POWER-lampje (20)  Gleuf voor de accu (14) Camera  Gleuf voor de "Memory Stick Duo" (24) 1 9 2 0 qa qs  Batterij/"Memory Stick Duo"deksel  Accu-valpreventielip (14)  Multi-aansluiting  Akkuauswerfhebel (14)  Sluiterknop (30)  Microfoon (84)  Flitser (37) qd 3 5 4 6 7 8 NL 10  Lens  Zelfontspannerlampje (36)/ AF-illuminator (38, 125) 1 8 2 9 0  Luidspreker 3 4  Modusschakelaar (21, 121) : Voor het opnemen van bewegende beelden : Voor het opnemen van stilstaande beelden : Voor het bekijken of bewerken van beelden qa 5 6 7 qs  /CHG-lampje (oranje) (15)   Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T) (33) Voor weergeven: / (Weergavezoom) toets (70)/ (Index) toets (45) (Display/LCD-achtergrondverlichting aan/uit)-toets (32)  LCD-scherm Voor informatie over de onderdelen van het LCD-scherm, zie pagina 136 tot 139.  MENU-toets (53, 121)  (Beeldformaat/Wissen)toets (25, 49)  Oog voor polsriem Vastmaken van de riem Wij adviseren u de polsriem te bevestigen om te voorkomen dat de camera valt.  Toegangslampje (24)  Regelknop Menu aan: //// (20)/ Menu uit: / // (37/36/32/35)  RESET-toets (106) NL 11 Cyber-shot Station Dit wordt gebruikt bij het opladen van de accu of als u de camera wilt aansluiten op een tv, computer, enz. De camera aansluiten Een statief bevestigen Sluit de camera aan zoals afgebeeld. Sluit de camera eerst aan op het Cybershot-station met behulp van de bijgeleverde statief-camerahouder. 1 • Lees de gebruiksaanwijzing van het statief dat u wilt gebruiken voor de bevestigingsmethode van het statief. 2 • Controleer dat de camera goed aangesloten is op het Cyber-shot-station. De camera loskoppelen 3 4 5  Aansluiting van de camera  (USB)-aansluiting (91)  DC IN-bus (15)  A/V OUT (MONO) aansluiting (46) NL 12  Statiefaansluiting (op onderkant) Pak de camera en het Cyber-shot-station (bijgeleverd) vast, zoals afgebeeld, en koppel de camera los. De statief-camerahouder bevestigen Sluit de camera aan op het Cyber-shotstation en bevestig daarna de statiefcamerahouder in de richting van de pijl totdat deze vastklikt. De statief-camerahouder eraf halen Druk de knoppen in en trek de statiefcamerahouder eraf, zoals afgebeeld, en koppel daarna de camera los van het Cyber-shot-station. 2 • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Als het statief een grotere schroeflengte heeft, kan het Cyber-shot-station niet stevig worden bevestigd op het statief en kan het Cyber-shot-station worden beschadigd. • Bevestig het statief zodat de camera stabiel staat. Als u opneemt terwijl de camera niet stabiel staat, kan de camera vallen met beschadiging of storing als gevolg. • Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld voordat u deze op het Cyber-shot-station aansluit of van het Cyber-shot-station loskoppelt. • Koppel de camera niet los van het Cyber-shot-station terwijl de USBaansluiting in gebruik is. Zie  op bladzijde 92 (Windows) of  op bladzijde 103 (Macintosh) om de USBverbinding te verbreken. NL 13 Opladen van de accu Accu-valpreventielip Accuuitwerpknop 1  Open het batterij/"Memory Stick Duo" deksel.  Druk de accu-uitwerpknop in de richting van de pijl. Schuif het deksel in de richting van het pijltje. De accu-valpreventielip opent naar u toe. • Schakel uw camera uit wanneer u de batterij oplaadt (blz. 20). • Uw camera werkt op een "InfoLITHIUM" NPFT1 accu (type T) (bijgeleverd). U kunt alleen een type T accu gebruiken (blz. 132). NL 14 2 3  Installeer de batterij en sluit daarna het batterij/"Memory Stick Duo" deksel. Controleer dat de accu helemaal erin is geplaatst en sluit daarna het deksel. Gleuf voor de accu Plaats de accu dusdanig, dat de punt van de -symbolen, op de zijkant van de accu, wijst naar de punt van het -symbool op de gleuf voor de accu. 4 DC IN-bus Naar een stopcontact Netspanningsadapter Gelijkstroomstekker  Sluit de netspanningsadapter (bijgeleverd) aan op de DC IN-aansluitbus van het Cybershot-station (bijgeleverd). Sluit de gelijkstroomstekker aan et het  teken omhoog. • Sluit de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter niet kort met een metalen voorwerp, omdat hierdoor een storing kan ontstaan. • Maak de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter schoon met een droog wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter niet met een vuile stekker. Als u de netspanningsadapter met een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt geladen. 5 Netsnoer  Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en op een stopcontact. Voorbereidingen Cyber-shotstation 6  Sluit de camera aan op het Cyber-shot-station. Sluit de camera aan zoals afgebeeld. Controleer dat de camera goed aangesloten is op het Cyber-shot-station. Het /CHG/-lampje licht op wanneer het opladen begint. NL 15 De netspanningsadapter loskoppelen van het Cybershot-station /CHG-lampje Houd de gelijkstroomstekker van het Cyber-shot-station vast zoals afgebeeld en koppel de kabel los. Het /CHG-lampje gaat uit wanneer het opladen klaar is. • Nadat het opladen klaar is, koppelt u de camera los van het Cyber-shot-station. De accu opladen met alleen de netspanningsadapter U kunt de accu opladen zonder het Cybershot-station, bijvoorbeeld wanneer u op reis bent. Sluit de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter aan op de camera met de aanduiding  in de afgebeelde richting. Netspanningsadapter Multi-aansluiting Naar stopcontact Gelijkstroomstekker Netsnoer Gelijkstroomstekker • Schakel uw camera uit wanneer u de batterij oplaadt (blz. 20). • Leg de camera zo neer dat het LCD-scherm omhoog wijst. • Nadat de accu is opgeladen, koppelt u de netspanningsadapter los van zowel de multiaansluiting op de camera als het stopcontact. NL 16 De accu verwijderen Voorbereidingen Batterij-restladingsindicatie De batterij-restladingsindicatie op het LCD-scherm geeft aan hoeveel tijd er nog beschikbaar is voor opnemen of bekijken. Restladingsindicatie 60min Resterende tijd • Het is mogelijk dat de aangegeven resterende tijd niet juist is vanwege de omstandigheden of vanwege de omgeving. Oplaadtijd Benodigde tijd (bij benadering) om een volledig ontladen accu op te laden met behulp van de netspanningsadapter bij een temperatuur van 25°C. Accu Open het deksel van de accu/"Memory Stick Duo" en de accu-valpreventielip, houd daarna de camera zodanig dat deze omlaag wijst en haal de accu eruit. • Pas op dat u de accu niet laat vallen wanneer u deze verwijdert. Oplaadtijd (min.) NP-FT1 (bijgeleverd) Circa 150 • De oplaad tijd kan langer worden afhankelijk van de gebruiksonstandigheden en de omgeving. NL 17 Aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven en levensduur van de accu De tabel geeft bij benadering het aantal beelden en de levensduur van de accu aan dat kan worden opgenomen/weergegeven wanneer u beelden opneemt in de normale functie met een volledig opgeladen accu (bijgeleverd) bij een temperatuur van 25°C. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen of weergegeven maken het mogelijk de "Memory Stick Duo" te wisselen, indien noodzakelijk. De werkelijke aantallen kunnen lager zijn al naar gelang de omstandigheden. • Het batterijvermogen wordt minder naarmate u de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd verstrijkt (blz. 132). NL 18 Opnemen van stilstaande beelden Onder gemiddelde omstandigheden1) Bekijken van stilstaande beelden2) Beeldformaat NP-FT1 (bijgeleverd) Aantal beelden Levensduur van batterij (min.) 5M Circa 3800 Circa 180 VGA (E-mail) Circa 3800 Circa 180 AchtergrondBeeld- verformaat lichting van het LCDscherm Aantal beelden 5M Aan Circa 180 Circa 90 NP-FT1 (bijgeleverd) Uit Circa 210 Circa 105 Aan Circa 180 Circa 90 LSD-scherm LCD-achtergrondverAan lichting Uit Uit Circa 210 Circa 105 VGA (EMail) 1) Levensduur van batterij (min.) NP-FT1 (bijgeleverd) 2) Weergeven van enkelvoudige beelden op volgorde met tussenpozen van drie seconden Opnemen van bewegende beelden3) Opnemen in de volgende situaties: – (P.Quality) staat op [Fine]. – Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt – Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W- en T-kant omschakelt – Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat – Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en uit gaat – Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Single] op het Setup-scherm De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) Circa 80 min. 3) Circa 100 min. Continu bewegende beelden opnemen met beeldformaat [160] • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/ weergegeven en de levensduur van de accu worden versneld lager/korter onder de volgende omstandigheden: – Wanneer de omgevingstemperatuur laag is – Wanneer de flitser wordt gebruikt – Wanneer de camera veelvuldig in- en uitgeschakeld wordt – Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt – Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op [Bright] op het Setup-scherm – Wanneer [AF Mode] is ingesteld op [Monitor] op het Setup-scherm – Wanneer de batterij zwak is Gebruik van de netspanningsadapter 1 Netspanningsadapter Gelijkstroomstekker Naar een stopcontact 2 Netsnoer  Sluit de netspanningsadapter (bijgeleverd) aan op de multiaansluiting van de camera.  Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter en op een stopcontact. Leg de camera zo neer dat het LCDscherm omhoog wijst. Sluit de gelijkstroomstekker aan, met de aanduiding  naar boven. • Nadat u klaar bent met het gebruik van de netspanningsadapter, koppelt u deze los van de multi-aansluiting van de camera, en trekt u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. • Het apparaat is niet losgekoppeld van de netspanning zolang de stekker nog in het stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf uitgeschakeld is. • Sluit de netspanningsadapter aan op een makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de adapter een of ander probleem voordoet, trek dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact. Spanningsbronnen U kunt uw camera in alle landen en gebieden gebruiken met de netspanningsadapter/Netsnoer (bijgeleverd) tussen 100 V t/m 240 V wisselspanning van 50/60 Hz. Als de stekker van de adapter niet in het stopcontact [a] past, moet u een in de handel verkrijgbaar verloopstuk [b] gebruiken. Voorbereidingen Multi-aansluiting Gebruik van de camera in het buitenland AC-LM5/LM5A • Gebruik geen elektronische transformator (reisadapter) omdat deze een defect kan veroorzaken. NL 19 In- en uitschakelen van de camera POWER-lampje POWER-toets  Druk op POWER. Het POWER-lampje (groen) gaat branden en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 21). Uitschakelen van de camera Druk opnieuw op POWER. Het POWER-lampje dooft en de camera is nu uitgeschakeld. NL 20 Automatische uitschakelingsfunctie Wanneer u de camera tijdens het opnemen of bekijken of tijdens het uitvoeren van Setup gedurende circa drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om de batterij te sparen. De automatische uitschakelingsfunctie werkt alleen wanneer de camera op een accu wordt bediend. In de volgende situaties zal de camera ook niet automatisch worden uitgeschakeld. • Wanneer u bewegende beelden bekijkt • Wanneer u een diavoorstelling weergeeft • Wanneer een stekker in de (USB-) aansluiting of de A/V OUT (MONO) aansluiting zit met de camera aangesloten op het Cyber-Shot-Station Gebruik van de regelknop Camera 1 1 2 1 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: MENU SELECT 1 File Number: Single Smart Off Off Auto Off Setup 2 2 1 USB Connect: Video Out: OK Clock Set: Cancel 2 Om de huidige instellingen van de camera te veranderen, roept u het menu of het Setup-scherm (blz. 54) op en gebruikt u de regelknop om de veranderingen aan te brengen. Voor instelling van een menuonderdeel drukt u op /// op de regelknop om het gewenste onderdeel en instelling te kiezen, en de instelling te realiseren. Voor instelling van een Setup-onderdeel drukt u op /// op de regelknop om het gewenste onderdeel en instelling te kiezen, en drukt u vervolgens op  om de instelling te realiseren. De datum en tijd instellen Clock Set Clock Set Y/M/D M/D/Y D/M/Y 2004 / 1 / Voorbereidingen Modusschakelaar 1 Y/M/D M/D/Y D/M/Y 12 : 00 2004 / 1 / OK AM Cancel 1 12 : 00 OK AM Cancel POWER-toets 1  Zet de modusschakelaar in de stand . • Om de datum en tijd te veranderen op het Setup-scherm, kiest u [Clock Set] in 2 ) (Setup 2) (blz. 54 en 127), en volgt u de procedure vanaf stap . • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusschakelaar op of staat. 2  Druk op POWER om de camera in te schakelen. Het POWER-lampje (groen) gaat branden en het Clock Set-scherm verschijnt op het LCD-scherm. 3  Kies de gewenste datumweergave met / op de regelknop en druk daarna op . U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/ dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/ Y] (dag/maand/jaar). • Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 129), die de stroom levert voor het opslaan van de tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen. Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd opnieuw instellen door te beginnen bij stap  hierboven. NL 21 Clock Set Clock Set Clock Set Y/M/D M/D/Y D/M/Y Y/M/D M/D/Y D/M/Y 2004 / 1 / 1 12 : 00 2005 / 1 / OK AM Cancel 4  Kies het onderdeel (jaar, maand, dag, uur of minuut) dat u wilt instellen met / op de regelknop. Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt aangegeven met /. 1 NL 2005 / 1 / 10 : 00 OK AM Cancel 5 1 10 : 30 OK AM Cancel 6  Stel de numerieke waarde in met / op de regelknop en druk daarna op de  om de ingestelde waarde te bevestigen.  Kies [OK] met  op de regelknop en druk daarna op . Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat / naar het volgende onderdeel. Herhaal stap  en  totdat alle onderdelen zijn ingesteld. • Om de instelling van de datum en tijd te annuleren, kiest u [Cancel] met /// op de regelknop en daarna drukt u op . • Indien u bij stap  [D/M/Y] hebt gekozen, wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem. • Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM, en midden op de dag met 12:00 PM. 22 Y/M/D M/D/Y D/M/Y De datum en tijd worden ingevoerd en de klok begint te lopen. De taalinstelling wijzigen Voorbereidingen U kunt een gewenste taal kiezen voor de schermen met menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen. Om de taalinstelling te veranderen, kiest u (Language) in (Setup 1) in het Setup-scherm (blz. 54 en 126), en kiest u de gewenste taal. 1 NL 23 Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick Duo" 1  Open het batterij/"Memory Stick Duo" deksel. Schuif het deksel in de richting van het pijltje. • Bij gebruik van deze camera is de Memory Stick Duo-adapter (bijgeleverd) niet noodzakelijk. • Voor verdere informatie over de "Memory Stick Duo", zie pagina 131. NL 24 Kant met aansluitingen Toegangslampje 2 3  Plaats de "Memory Stick Duo". Steek een "Memory Stick Duo" helemaal naar binnen zoals aangegeven totdat deze vastklikt. • Zorg ervoor dat u de"Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst en deze helemaal in de aansluiting steekt. Als de "Memory Stick Duo" niet juist in de camera is geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden op de "Memory Stick Duo" op te nemen of weer te geven. Bovendien kan dit leiden tot een storing in zowel de camera als de "Memory Stick Duo".  Sluit het batterij/"Memory Stick Duo" deksel. Verwijderen van een "Memory Stick Duo" Open het deksel van de batterij/"Memory Stick Duo" en duw tegen de "Memory Stick Duo" zodat deze eruit springt. • Wanneer het toegangslampje brandt, neemt de camera op of leest deze een beeld. In deze situatie mag u de "Memory Stick Duo" nooit verwijderen en nooit het apparaat uitschakelen. De gegevens kunnen beschadigd worden. Instellen van het beeldformaat van de stilstaande beelden Modusschakelaar 5M 5M 5M 3:2 1  Zet de modusschakelaar op en schakel de camera in. 3M 1M VGA(E-Mail) Image Size VGA 3 2  Druk op Opnemen van stilstaande beelden 3:2 3M 1M VGA(E-Mail) Image Size (Beeldformaat). Het Image Size-instelmenu wordt afgebeeld. • Voor verdere informatie over het beeldformaat, zie pagina 26.  Kies het gewenste beeldformaat met / op de regelknop. Het beeldformaat is nu ingesteld. Nadat u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u op (Beeldformaat) zodat het instelmenu Image Size van het LCD-scherm verdwijnt. • Het hier gekozen beeldformaat blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 25 Beeldformaat en -kwaliteit Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een maximuminstelling en een minimuminstelling aan. 2592 640 1944 NL 26 Korte beschrijving van het beeldformaat 480 U kunt het beeldformaat (aantal beeldpunten) en de beeldkwaliteit (compressieverhouding) kiezen aan de hand van het soort beelden dat u wilt opnemen. Het beeldformaat wordt aangegeven door het aantal pixels (beeldpunten) (horizontaal × verticaal), waaruit een beeld is opgebouwd. Bijvoorbeeld, een beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft aan dat er horizontaal 2592 pixels en verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker het aantal pixels, des te groter het beeldformaat. U kunt kiezen uit Fine (hoge) beeldkwaliteit of Standard (normale) beeldkwaliteit. Bij elk wordt een andere mate van comprimeren gebruikt. Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit verhoogd bij vergroting van het beeldformaat, echter de gegevensopslag wordt ook vergroot wat betekent dat u minder beelden kunt opslaan op de "Memory Stick Duo". Raadpleeg de tabel aan de rechterzijde en kies het beeldformaat en de beeldkwaliteit dat geschikt is voor het soort beelden dat u wilt opnemen. Grootte weergave 5M 5M 2592 pixels × 1944 pixels = 5.038.848 pixels Grootte weergave VGA (E-Mail) VGA 640 pixels × 480 pixels = 307.200 pixels Voorbeelden m.b.t. beeldformaat Beeldformaat 1) 5M (2592×1944) Aanwijzingen voor gebruik Groter 3:22) (2592×1728) • Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden met een hoge resolutie 3M (2048×1536) 1M (1280×960) VGA (E-Mail) (640×480) • Voor het afdrukken op briefkaartformaat Kleiner • Voor het opnemen van een groot aantal beelden • Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten, of voor het maken van een homepage 1) De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera. 2) De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz. Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit Fine Minimaal comprimeren (ziet er beter uit) Gebruiksadvies Opnemen van stilstaande beelden Beeldkwaliteit (Mate van comprimeren) • Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit.  Standard Maximaal comprimeren (normaal) • Voor een groot aantal opnamen. NL 27 Het aantal stilstaande beelden dat opgeslagen kan worden Het aantal beelden dat op een opgeslagen kan worden "Memory Stick Duo"1) Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling [P.Quality][Fine] ([Standard])2) wordt hieronder aangegeven. • Onderstaande tabel laat bij benadering het aantal beelden zien dat kan worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd. (Eenheden: aantal beelden) Capaciteit Beeldformaat 1) 16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 5M 6 (11) 12 (23) 25 (48) 51 (96) 92 (174) 188 (354) 3:2 6 (11) 12 (23) 25 (48) 51 (96) 92 (174) 188 (354) 3M 10 (18) 20 (37) 41 (74) 82 (149) 148 (264) 302 (537) 1M 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1320) VGA (E-Mail) 97 (243) 196 (491) 394 (985) 790 (1975) 1428 (3571) 2904 (7261) Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat. Voor het aantal beelden dat in andere instellingen kan worden opgeslagen, zie blz.120. 2) Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz.54. NL 28 • Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera, kan het display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat. • Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de camera worden bekeken, zijn ze allemaal even groot. • Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen kan verschillen afhankelijk van de opnamefunctie, opnameomstandigheden en onderwerp. • Wanneer het aantal resterende beelden om op te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de ">9999" indicatie op het LCD-scherm. • Het formaat van de beelden kunt u later veranderen (Beeldformaat-instelfunctie, blz.75). Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling Op de juiste manier vasthouden van de camera Modusschakelaar  Zet de modusschakelaar op en schakel de camera in. Als u een foto maakt met de camera moet u ervoor zorgen dat u de zoomlens, de zoeker, de flitser of de luidspreker niet met uw vingers blokkeert. (blz.10) Opnemen van stilstaande beelden 1 2  Houd de camera stevig met beide handen vast en positioneer het onderwerp in het midden van het scherpstelframe. • De minimaal vereiste afstand voor scherpstelling op een onderwerp bedraagt circa 50 cm. Om onderwerpen op te nemen die zich dichterbij bevinden, gebruikt u de close-up (macro)-opnamefunctie (blz.35). • Het frame, aangegeven op het LCD-scherm, laat het instelbereik van de scherpstelling zien (AF-bereikzoeker, blz.57). NL 29 60min S AF 3 VGA FINE 101 30 F3.5 AE/AF-vergrendelingsindicatie Knippert groen  Is aan NL VGA 101 95 S AF 4  Houd de sluiterknop tot halverwege ingedrukt.  Druk de sluiterknop volledig in. De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog niet opgenomen. Wanneer de AE/AF-vergrendelingsindicatie stopt met knipperen en continu gaat branden, is de camera gereed voor opname. (Het LCD-scherm kan een fractie van een seconde bevroren worden, afhankelijk van het onderwerp.) De sluiter maakt een geluid. Het beeld wordt vastgelegd op de "Memory Stick Duo". Het opgenomen beeld wordt gedurende ongeveer twee seconden afgebeeld (Auto Review, blz. 125). • Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen geannuleerd. • U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als de camera geen pieptoon laat horen, maar er wordt dan niet goed scherpgesteld. • Wanneer op het Setup-scherm [Beep] is ingesteld op [Off] zal geen pieptoon klinken (blz. 126). 30 60min 96 • Wanneer de camera van stroom wordt voorzien met behulp van een accu en u de camera tijdens het opnemen of weergeven gedurende een tijdje niet bedient, schakelt de camera zichzelf automatisch uit om te voorkomen dat de accu leeg raakt (blz. 20). Modusschakelaar Program Auto Camera Geprogrammeerd opnemen van stilstaande beelden [Program] De noodzakelijke instellingen worden automatisch gemaakt, zoals bij het automatisch opnemen van stilstaande beelden, maar u kunt ook de scherpstellingen en andere instellingen naar wens veranderen. Daarnaast kunt u ook de gewenste opnamefuncties instellen met behulp van menu’s (blz. 53 en 121). De opnamemethode omschakelen 1 Zet de modusschakelaar in de stand 2 Druk op MENU. 3 Kies (Camera) met  op de . Opnemen van stilstaande beelden Wanneer u de modusschakelaar op zet, veranderen de functies die u kunt gebruiken als volgt volgens (Camera) op het menu. regelknop. 4 Kies het gewenste opnamefunctie met / op de regelknop. Mode Automatisch opnemen van stilstaande beelden [Auto] De scherpstelling, belichting en witbalans worden automatisch ingesteld voor gemakkelijk opnemen. Bovendien wordt de beeldkwaliteit ingesteld op [Fine] (blz. 54), wordt het AF-bereikzoekerframe ingesteld op [Multi AF], en wordt de lichtmeetfunctie ingesteld op lichtmeting met meerdere patronen [Multi] (blz. 57 en 62). Alleen (Camera), [Mode] (REC Mode) en (Setup) verschijnen op het menu. (Vergrootglasfunctie) (blz. 40) (Schemerfunctie) (blz. 40) (Schemer-portretfunctie) (blz. 40) (Landschapsfunctie) (blz. 40) (Sneeuwfunctie) (blz. 41) (Strandfunctie) (blz. 41) (Korte-sluitertijdfunctie) (blz. 41) (Vuurwerkfunctie) (blz. 41) (Kaarslichtfunctie) (blz. 41) NL 31 Controleren van het laatst opgenomen beeld — Quick Review Automatische scherpstelling Wanneer u probeert een onderwerp op te nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden, gaat de AE/AF-vergrendelingsindicatie langzaam knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon van de AE-vergrendelingsfunctie niet. Onder de volgende omstandigheden bestaat de kans dat de automatische scherpstelling niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de sluiterknop los te laten, een nieuwe compositie van het beeld te maken en de scherpstelling opnieuw te regelen. • Het onderwerp is te ver verwijderd van de camera en te donker. • Er is te weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond. • Het onderwerp bevindt zich achter glas, zoals een raam. • Een snel bewegend onderwerp. • Het onderwerp reflecteert of heeft een glanzende afwerking, zoals een spiegel of een lichtgevend lichaam. • Een flitsend onderwerp. • Een onderwerp met tegenlicht. NL 32 Er zijn twee automatische scherpstellingsfuncties: "AF-bereikzoekerframe" waarbij scherpstelling plaats vindt d.m.v. de positie en de grootte van het onderwerp, en de "Automatische scherpstelling" waarmee de begintijd en stoptijd van de scherpstelling ingesteld wordt. Zie pagina 57 voor verdere informatie. 60min VGA 101 Indicaties op het LCD-scherm tijdens het opnemen 8/8 Review 101-0029 2005 1 1 10:30PM RETURN  Druk op  () op de regelknop. Bij elke druk op , verandert de indicatie in de hierna aangegeven volgorde. Om terug te keren naar de normale opnamemodus, drukt u zachtjes op de sluiterknop of drukt u opnieuw op  (). • Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 136. • Een uitvoerige beschrijving van de histogram vindt u op blz. 61. • U kunt de resterende accutijd verlengen door de LCD-achtergrondverlichting uit te schakelen. • Tijdens het opnemen/weergeven van bewegende beelden veranderen de aanduidingen op het LCD-scherm als volgt: Indicaties uit  LCD-achtergrondverlichting uit  Indicaties aan • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. Het wissen van een foto die op het LCD-scherm weergegeven wordt 1 Druk op (Wissen). 2 Kies [Delete] met  op de regelknop en druk daarna op . Het beeld wordt gewist. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. Gebruik van de zoomfunctie Histogram aan (Beeldinformatie kan ook worden afgebeeld tijdens weergave.) 60min W VGA 1.1 101 VGA T 60min 101 96 W 5.0 VGA T 101 96 96 S AF S AF S AF  Indicaties uit Optische zoom  Druk op de zoomknoppen om de gewenste zoomstand voor de opname te kiezen. S AF  LCD-achtergrondverlichting uit  Indicaties aan 60min S AF VGA 101 96 Uw camera is uitgerust met de volgende zoomfuncties. De vergrotingsmethode en de zoomvergrotingsfactor verschillen afhankelijk van het beeldformaat en de soort zoomfunctie. Kies daarom de zoomfunctie aan de hand van het doel van de opname. Opnemen van stilstaande beelden 60min Zoom W (groothoek- T (teleopnamen) opnamen) Minimale scherpstelafstand tot het onderwerp Circa 50 cm van het lensoppervlak voor beide W/T standen. • U kunt tijdens het opnemen van bewegende beelden de zoomvergroting niet veranderen (blz. 84). De telefoto- en groothoek-instellingen worden met benhulp van de lens gemaakt op dezelfde manier als bij een conventionele camera. De maximale optische zoomvergroting is 3×. Digitale zoom Deze camera is uitgerust met de volgende twee soorten digitale zoomfuncties. Slimme-zoomfunctie Het beeld wordt nagenoeg zonder vervorming vergroot. Hiermee kunt u slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde gebruiken als optische zoom. De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie hangt af van het gekozen beeldformaat, zoals afgebeeld in de volgende tabel. NL 33 Precizie digitale zoom Alle beeldformaten worden vergroot tot een maximum van 6×. Met precisie digitale zoom kunt u een bepaald deel van het beeld uitknippen en vergroten, maar de beeldkwaliteit verslechtert. Optische zoom Maximale slimmeBeeldzoomverformaat grotingsfactor Precizie digitale zoom Maximale precisie-digitale-zoomvergrotingsfactor 5M —* 6× 3:2 —* 6× 3M Circa 3,8× 6× 1M Circa 6,1× 6× VGA (E-Mail) Circa 12× 6× * De maximale optische zoomvergroting is 3×. NL 34 • De maximale slimme-zoom- en precisiedigitale-zoomvergrotingsfactoren zijn inclusief de optische zoomvergrotingsfactor. • Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt, kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. • U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi Burst-functie. Instellen van digitale zoom Stel [Digital Zoom] in op [Smart] of [Precision] op het Setup-scherm (blz. 125). (Bij aankoop van uw camera staat [Digital Zoom] ingesteld op [Smart].) Wanneer u op de zoomtoets drukt, verschijnt de zoom-vergrotingsindicatie op het LCD-scherm als volgt. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Zoom-vergrotingsindicatie • De indicator van de zoomverhouding verandert al naar gelang het type zoom. – Optische zoom: – Slimme-zoomfunctie: – Precizie digitale zoom: • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De , of indicaties knipperen en de automatische scherpstelling werkt met voorrang op onderwerpen dicht bij het midden van de zoeker. Opnemen van close-up — Macro 60min VGA 101 96 Opnemen van stilstaande beelden • Wij adviseren u Punt-AF te gebruiken (blz. 57). • Om van nog dichterbij op te nemen dan mogelijk in de closeup (macro)-opnamefunctie, gebruikt u de (vergrootglasfunctie) (blz. 40). S AF 1 De close-up (macro)-opnamefunctie wordt gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen zoals bloemen en insecten. Door de zoom helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u onderwerpen opnemen op een afstand van minimaal slechts 8 cm. De minimale scherpstelafstand verschilt afhankelijk van de zoomvergroting. Daarom bevelen wij aan op te nemen met de zoom helemaal naar de W-kant gebracht. Wanneer de zoom helemaal naar de Wkant is gebracht: Circa 8 cm van het lensoppervlak Wanneer de zoom helemaal naar de Tkant is gebracht: Circa 25 cm van het lensoppervlak  Zet de modusdraaiknop in de stand en druk op  ( ) op de regelknop. Op het LCD-scherm verschijnt indicatie) vergroot (blz. 125). (macro- • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusschakelaar op staat. • U kunt deze functie niet gebruiken wanneer (Camera) op het menu is ingesteld op (Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie), (landschapsfunctie), en (Vuurwerkfunctie) en (Kaarslichtfunctie). NL 35 Zelfontspanner gebruiken 60min VGA 95 S AF 2 NL 36 60min 101 VGA 101 S AF 1  Zorg dat het onderwerp zich midden in het frame bevindt. Houd de sluiterknop halverwege ingedrukt om scherp te stellen en druk daarna de sluiterknop helemaal omlaag.  Zet de modusdraaiknop in de stand en druk op  ( ) op de regelknop. Terugkeren naar de normale opname-modus Druk opnieuw op  ( ) op de regelknop. De indicatie verdwijnt van het LCDscherm. • Zet de camera op een stabiele plaats als u opneemt met de zelfontspanner. Als u de camera voor opnemen op een onstabiele plaats zet, kan de camera vallen en beschadigd of defect raken. • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer de modusschakelaar op staat. • Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer gering en het kan voorkomen dat op het gehele onderwerp is scherpgesteld. • Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de automatische scherpstelling lager om nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op onderwerpen dichtbij. 60min 96 Op het LCD-scherm verschijnt (zelfontspanner-indicatie) vergroot (blz. 125). S AF VGA FINE 101 96 30 F3.5 2  Zorg dat het onderwerp zich midden in het frame bevindt. Houd de sluiterknop halverwege ingedrukt om scherp te stellen en druk daarna de sluiterknop helemaal omlaag. Het zelfontspannerlampje (blz.10) knippert en een pieptoon klinkt nadat u op de sluiterknop hebt gedrukt totdat de zelfontspanner in werking treedt (circa 10 seconden later). Om de zelfontspanner halverwege de procedure uit te schakelen Druk opnieuw op  ( ) op de regelknop. De indicatie verdwijnt van het LCD-scherm. • Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór de camera staat, is de kans aanwezig dat de scherpstelling en de belichting niet correct worden geregeld. Een flitsmodus kiezen 60min VGA 101 96  Zet de modusschakelaar op en druk herhaaldelijk op  ( ) op de regelknop om een flitsmodus te kiezen. Op het LCD-scherm verschijnt de gekozen flitsmodus-indicatie vergroot (blz. 125). Bij elke druk op  ( ) verandert de indicatie als volgt. Geen indicatie (Automatisch): De flitser gaat automatisch af wanneer u beelden opneemt op donkere plaatsen. De fabrieksinstelling is Auto. (Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de omgeving. • Indien het menu nog wordt weergegeven, druk dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt. • De aanbevolen opnameafstand is met gebruik van de flitser ongeveer 0,1 m tot 1,7 m (W)/0,5 m tot 1,6 m (T) (Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] bij de menu-instellingen). • De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid flitslicht in te stellen en de tweede keer is de eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt. • De helderheid van de flitser kunt u, met (Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen (blz. 66). (U kunt de helderheid van de flitser niet instellen terwijl (Camera) is ingesteld op [Auto] op het menu.) • Wanneer u de instelling SL (langzame synchro) of (niet flitsen) gebruikt, wordt de sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het verstandig is een statief te gebruiken. • Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het /CHG-lampje. Wanneer het opladen is voltooid, gaat het lampje uit en is de flitsmodus klaar voor gebruik. • De instelling van de flitsmodus blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. Voorkomen dat de ogen van het onderwerp rood worden De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af om het rode-ogeneffect te verminderen. Stel [Red Eye Reduction] in op [On] op het Setup-scherm (blz. 125). De -indicatie verschijnt op het LCD-scherm. Opnemen van stilstaande beelden S AF SL (Langzame synchro): De flitser gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de omgeving. In een donkere omgeving is de sluitertijd lang zodat u de achtergrond die buiten het bereik van de flitser ligt, duidelijk kunt opnemen. (Niet flitsen): De flitser gaat niet af.  De vermindering van het rode-ogeneffect duurt ongeveer 1 seconde voordat het beeld daadwerkelijk wordt opgenomen, dus moet u de camera stevig vasthouden om trillen te voorkomen. Bovendien moet u het onderwerp vragen stil te blijven staan. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. Bovendien werkt de functie voor vermindering van het rode-ogeneffect effectiever onder felle belichting en op kortere afstand tot het onderwerp. NL 37 De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld Beelden opnemen met de AFilluminator De AF-illuminator levert vullicht om gemakkelijker op een onderwerp in een donkere omgeving te kunnen scherpstellen. De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt rood licht uit wanneer de sluiterknop halverwege ingedrukt is totdat de scherpstelling is vergrendeld. VGA FINE 101 60min 96 ON S AF 30 F3.5 Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF Illuminator] in op [Off] op het Setup-scherm (blz. 125). • Als de AF-illuminator het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Een afstand van maximaal 2,4 m (W)/3,7 m (T) wordt aanbevolen.) • De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. NL 38 • Wanneer de afstand van de scherpstelling vooraf is ingesteld (blz. 59), werkt de AFilluminator niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De , of indicaties knipperen en de automatische scherpstelling werkt met voorrang op onderwerpen dicht bij het midden van de zoeker. • De AF-illuminator werkt alleen wanneer (Camera) is ingesteld op [Auto], [Program], (Vergrootglasfunctie), (Schemerportretfunctie), (Sneeuwfunctie), (Strandfunctie) of (Kaarslichtfunctie) op het menu. • De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit. Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang kan komen, wordt het niet aangeraden om van dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor automatisch scherpstellen te kijken. Program Auto Camera Mode 1 MENU  Zet de modusschakelaar op en druk daarna op MENU. Het menu verschijnt. • Wanneer opnamen worden gemaakt met de datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de datum en tijd later niet meer worden verwijderd. • De datum en tijd worden niet opgenomen in de Multi Burst-functie. • De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan verschijnt de indicatie op het LCDscherm. De huidige datum en tijd worden in het rood, alleen tijdens weergave, in de rechter benedenhoek getoond. • U kunt deze bediening tevens uitvoeren met de modusschakelaar in de stand of . Camera 1 1 1 2 Setup t Camera 1 Day&Time Date Off 1 2 1 2 Mode 2  Druk op  op de regelknop om naar te gaan en druk daarna nogmaals op . Het Setup-scherm verschijnt. AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Single Smart Opnemen van stilstaande beelden 2 AF Mode: Digital Zoom: Date/Time: Red Eye Reduction: AF Illuminator: Auto Review: Day&Time Off Auto Off PAGE SELECT 3 4  Kies (Camera 1) met  op de regelknop en druk daarna op . Kies [Date/Time] met / en druk daarna op . 1  Kies de gewenste datumweergave met / op de regelknop en druk daarna op . Day&Time: Datum, uur en minuten worden op het beeld geprojecteerd. Date: Jaar, maand en dag worden op het beeld geprojecteerd. Off: Datum en tijd worden niet op het beeld geprojecteerd. Nadat de instelling klaar is, drukt u eerst op MENU zodat het menu verdwijnt, neemt u daarna het beeld op. • Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de volgorde die werd gekozen bij "De datum en tijd instellen" (blz. 21) op het beeld geprojecteerd. • De instelling van de datum en tijd blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 39 Opnemen in overeenstemming met de situatie — Scènekeuze U kunt opnamen met een beter resultaat maken door een toepasselijke opnamestand te kiezen en daarna op de sluiterknop te drukken. Vergrootglasfunctie Het onderwerp verschijnt 3.3× vergroot op het LCD-scherm. Hierdoor kunt u details zien die anders moeilijk met het blote ook te zien zijn. Afstand tot het onderwerp Vergrotingsfactor 1 cm 3.3× 2 cm 2.1× 5 cm 1.0× 10 cm 0.5× 20 cm 0.3× • De scherpstelafstand tot het onderwerp is circa 1 cm tot 20 cm. • De optische zoom is vergrendeld op de W-kant en kan niet worden gebruikt. • Wanneer u op de zoomknop drukt, wordt het beeld vergroot met behulp van de digitale zoom. 1.1 Schemerfunctie Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van de donkere omgeving te verliezen. NL • De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. Landschapsfunctie Om alleen de achtergrond scherp te laten uitkomen, zoals voor landschapsopnamen, enz. • De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. 40 Schemer-portretfunctie Geschikt voor het maken van portretopnamen op donkere plaatsen. Voor het maken van scherpe opnamen van mensen op donkere plaatsen, zonder dat daarbij de donkere sfeer van de omgeving verloren gaat. Korte-sluitertijdfunctie Gebruik deze functie om bewegende onderwerpen buitenshuis of op andere helder verlichte plaatsen op te nemen. • De sluitertijd wordt korter, dus onderwerpen opgenomen op donkere plaatsen worden donkerder. Strandfunctie Bij het opnemen van scènes aan zee of langs het meer, wordt met deze functie de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen. Kaarslichtfunctie U kunt opnamen maken op feestjes, kerkdiensten en andere scènes met kaarslicht, zonder de ambiance van het kaarslicht te verstoren. Opnemen van stilstaande beelden Sneeuwfunctie Bij het opnemen van sneeuwscènes of andere plaatsen waar de gehele omgeving wit lijkt, gebruikt u deze functie om fletse kleuren te voorkomen en heldere, scherpe beelden op te nemen. • De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. Vuurwerkfunctie U kunt opnamen maken van vuurwerk in al haar pracht. De afstand voor de scherpstelling wordt ingesteld op oneindig. • U kunt de sluitertijd veranderen door een EVwaarde in te stellen (blz.60). • De sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik van een statief aan te bevelen. NL 41 Program Auto Camera Program Auto Camera Mode 1 MENU  Zet de modusschakelaar op en druk daarna op MENU. Het menu verschijnt. WB ISO 2  Kies (Camera) met  op de regelknop en kies daarna met / de gewenste modus. Om terug te keren naar de normale modus Kies [Auto] of [Program] met / op de regelknop. • De instelling van de scènekeuze blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 42 Lange sluitertijd NR Bij opnamen met de scènekeuzefunctie, is de combinatie van functies, zoals de flitsfunctie, van te voren bepaald om optimale instellingen te verkrijgen die in overeenstemming zijn met de scène. Zie onderstaande tabel voor de functie-instellingen van elke opnamestand. De lange sluitertijd-functie NR (lange sluitertijd) vermindert de ruis op de opnamen, zodat heldere beelden verkregen worden. Bij een sluitertijd van 1/6 seconden of langer, stelt de camera automatisch de functie "NR slow shutter" in werking en de aanduiding "NR" verschijnt bij van de sluitertijd. Functie Opnemestand Macro — AFScherpstelFlitsExposure bereikzoeker- ling-voormodus bracket frame keuze / —  —   SL   Witbalans Burst/ FlitserSpeed Burst/ niveau Multi Burst —   — —  — — — Auto/ WB  —     — /   /        /        /       — — — — — — — — — Center AF 0.5m/1.0m/ 3.0m/7.0m •  duidt aan dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden. Opnemen van stilstaande beelden Opnamen met scènekeuze Druk de sluiterknop volledig in.  Capturing Daarna wordt het scherm zwart.  Processing Tenslotte, nadat "Processing" uit is gegaan, is het beeld opgenomen. • Beweeg de camera niet terwijl "Capturing" wordt afgebeeld. Om de effecten van trillingen tegen te gaan, adviseren wij u een statief te gebruiken. • Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld door de camera, kan dit enige tijd vergen. NL 43 Beelden bekijken op het LCD-scherm van uw camera IIndex-scherm (met negen beelden) Enkel scherm (enkelbeeld) 60min VGA 101 Individuele beelden bekijken Index-scherm (met zestien beelden) 60min BACK/NEXT BACK/NEXT 2005 1 1 10:30PM VOLUME 101 8/9 8/9 101-0008 101-0008 VGA • SINGLE DISPLAY • SINGLE 2005 1 1 10:30PM VOLUME DISPLAY 1 De beelden die u met de camera hebt opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk bekijken op het LCD-scherm. Voor het bekijken van beelden hebt u de keuze uit de volgende drie methoden. Enkel scherm (enkelbeeld) U kunt de beelden één voor één bekijken waarbij elk beeld het gehele scherm vult. NL 44 Index-scherm (met negen/zestien beelden) Op het scherm worden negen of zestien beelden tegelijk weergegeven, met elk beeld in een apart vakje op het LCDscherm.  Zet de modusschakelaar op en schakel de camera in. • Voor verdere informatie over het bekijken van bewegende beelden, leest u blz. 85. • Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op blz. 138. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. Het laatst opgenomen beeld in de gekozen opnamemap (blz. 69) verschijnt op het LCD-scherm. Een index-scherm (met negen of zestien beelden) bekijken 60min BACK/NEXT 101 3/9 • SINGLE DISPLAY 2005 1 1 10:30PM • SINGLE DISPLAY VOLUME 2  Kies het gewenste stilstaande beeld met / op de regelknop.  : Om het vorige beeld te tonen  : Om het volgende beeld te tonen 1  Druk eenmaal op Bekijken van stilstaande beelden 101-0003 VGA 2 (Index). Op het LCD-scherm verschijnt nu het index-scherm (met negen beelden). Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven Druk op /// op de regelknop om het gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te verplaatsen.  Druk nogmaals op (Index). Op het LCD-scherm verschijnt nu het index-scherm (met zestien beelden). Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven Druk op /// op de regelknop om het gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te verplaatsen. NL 45 Beelden bekijken op een TV-scherm A/V-verbindingskabel • SINGLE DISPLAY 3  Kies het gewenste stilstaande beeld met /// op de regelknop. Het beeld in het gele kader is gekozen. Om terug te keren naar het enkelbeeld-scherm Druk op de T-zoomtoets, of druk op  op de regelknop. NL 46 1 Naar de A/V OUT (MONO) aansluiting  Sluit de audio/videoaansluitkabel (bijgeleverd) aan op de A/V OUT (MONO) aansluiting van het Cybershot-station (bijgeleverd) en op de audio/videoingangsaansluitingen van de televisie. Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de audiostekker (zwart) van de audio/video-aansluitkabel aan op de linker audio-aansluitbus. • Wanneer de USB-kabel is aangesloten op het Cyber-shot-station, koppelt u de USB-kabel los van het Cyber-shot-station. • Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie met behulp van de audio/video-aansluitkabel. 2  Sluit de camera aan op het Cyber-shot-station. Sluit de camera aan zoals afgebeeld. • Controleer dat de camera goed aangesloten is op het Cyber-shot-station. POWER VGA BACK/NEXT 3 TV/Video-schakelaar 2/9 2005 1 1 10:30PM Bekijken van stilstaande beelden 101-0002 101 VOLUME 4  Schakel de TV in en zet de TV/ Video-schakelaar op "Video".  Zet de modusschakelaar op en schakel de camera in. • De naam en locatie van deze schakelaar kan per TV verschillend zijn. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV. Druk op / op de regelknop om het gewenste beeld te kiezen. • Wanneer u uw camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van uw TV-systeem (blz.127). NL 47 Beelden bekijken op een TV-scherm Als u beelden op een TV-scherm wilt weergeven hebt u een TV nodig met een video-ingangsaansluitbus en een audio/ video-aansluitkabel (bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijsten: NTSC-systeem Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz. NL 48 PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. Beelden wissen 60min 101-0002 BACK/NEXT VGA 101 60min 2/9 2005 1 1 10:30PM VOLUME  Zet de modusschakelaar op en schakel de camera in. Druk op / op de regelknop om het beeld te kiezen dat u wilt wissen. • Merk op dat het niet mogelijk is gewiste beelden te herstellen. 101 60min 2/9 Delete Exit 101 2/9 Delete Exit BACK/NEXT BACK/NEXT 3 2  Druk op VGA Stilstaande beelden wissen 1 VGA (Wissen). Het beeld is nu nog niet gewist. • U kunt een beveiligd beeld niet wissen (blz. 74).  Kies [Delete] met  op de regelknop en druk daarna op . De melding "Access" verschijnt en het beeld is gewist. Doorgaan en andere beelden wissen Geef het beeld dat u wilt wissen weer met / op de regelknop. Kies vervolgens [Delete] met  en druk daarna op . Om het wissen te annuleren Kies [Exit] met  op de regelknop en druk daarna op . NL 49 Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden of met zestien beelden) Delete Exit Select Delete Exit All In This Folder 1  Terwijl er een index-scherm (met negen/zestien beelden) (blz. 45) wordt weergegeven, drukt u op (Wissen). • Merk op dat het niet mogelijk is gewiste beelden te herstellen. Select • SELECT All In This Folder 2  Kies [Select] met / op de regelknop en druk daarna op . TO NEXT 3  Kies een te wissen beeld met /// op de regelknop en druk daarna op . De (Wissen) indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle beelden die u wilt wissen. • Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk daarna nogmaals op de  van de regelknop, zodat de indicatie verdwijnt. NL 50 Formatteren van een "Memory Stick Duo" Wissen van alle beelden in de map Delete Exit OK  Druk op (Wissen) en kies [OK] met  op de regelknop, en druk daarna op . De mededeling "Access" wordt afgebeeld en beelden met de indicator zijn gewist. Om het wissen te annuleren Kies [Exit] met  op de regelknop en druk daarna op . • U kunt ook bewegende beelden wissen (blz. 86). Stilstaande beelden wissen 4 Kies [All In This Folder] met  op de regelknop in stap  en druk daarna op . Kies [OK] en druk daarna op . Alle niet-beveiligde beelden in de map worden gewist. Om te stoppen met wissen, kiest u [Cancel] en drukt u daarna op . Kant met aansluitingen 1  Plaats de"Memory Stick Duo" die u wilt formatteren in de camera. • De term "formatteren" betekent het voorbereiden van een "Memory Stick Duo" op het opnemen van beelden. Dit proces wordt ook "initialiseren" genoemd. • De "Memory Stick Duo"die met uw camera geleverd werd en de in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" zijn al geformatteerd en kunnen gelijk gebruikt worden. • Merk op dat door de "Memory Stick Duo" te formatteren alle data in de "Memory Stick Duo" gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld. NL 51 60min Memory Stick Tool 1 2 MENU Format OK Format: Create REC. Folder: Cancel Change REC. Folder: All data will be erased 1 Setup t Ready? OK Cancel 2 Mode 2  Schakel de camera in en druk daarna op MENU. Druk op  op de regelknop om naar te gaan en druk daarna nogmaals op . Het instelmenu verschijnt. • Deze procedure is beschikbaar ongeacht de stand van de modusschakelaar. NL 52 3  Kiest u (Memory Stick Tool) met / op de regelknop. Kies [Format] met  en druk daarna op . Kies [OK] met  en druk daarna op . Annuleren van het formatteren Kies [Cancel] met  op de regelknop en druk daarna op . 4  Kies [OK] met  op de regelknop en druk daarna op . De melding "Formatting" verschijnt. Wanneer deze melding verdwijnt is het formatteren klaar. Aanwijzingen voor instelling en bediening van uw camera Het gebruik van de menu’s en de onderdelen van het Setup-scherm worden hieronder beschreven. Modusschakelaar Regelknop  Druk op MENU. Het menu verschijnt. Program Auto Camera WB ISO • De afgebeelde onderdelen verschillen afhankelijk van de stand van de modusschakelaar.  Druk op / op de regelknop om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. Wanneer de /// aanduiding boven bij een onderdeel worden afgebeeld Sommige onderdelen worden niet op het scherm getoond. Druk op /// op de regelknop om deze onderdelen zichtbaar te maken. Om de menuweergave uit te schakelen Druk op MENU. Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen MENU De menu-instellingen wijzigen • Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet worden gekozen. • Voor een gedetailleerde beschrijving van de menu-onderdelen leest u blz. 121. 400 200 100 Auto ISO WB ISO • Wanneer de modusschakelaar in de stand staat, drukt u op  op de regelknop nadat u het onderdeel hebt gekozen.  Druk op / op de regelknop om de gewenste instelling te kiezen. De gekozen instelling wordt vergroot en de instelling wordt ingevoerd. NL 53 De onderdelen van het Setup-scherm wijzigen Het Setup-scherm verlaten  Druk op MENU. Terugkeren naar het menu vanaf het Setup-scherm Het menu verschijnt.  Druk op  op de regelknop om verder te gaan naar en druk daarna nogmaals op . Het Setup-scherm verschijnt. Druk opnieuw op MENU. Druk op  op de regelknop om terug te keren naar de positie ingesloten door het kader in stap  en druk daarna nogmaals op . • Voor een gedetailleerde beschrijving van de Setup-onderdelen leest u blz. 125. Setup t  Druk op /// op de regelknop om het onderdeel te kiezen dat u wilt instellen. De omframing van het gekozen onderdeel verandert in geel. 1 2 1 Setup 2 File Number: USB Connect: OK Video Out: Cancel Clock Set: 2  Druk op  op de regelknop om de instelling in te voeren. NL 54 Kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld kiezen uit [Fine] of [Standard]. Alvorens over te gaan tot bediening Stel bij het opnemen van stilstaande beelden (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Modusschakelaar Regelknop MENU  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (P.Quality) met / en kies daarna met / de gewenste beeldkwaliteit. FINE Standard P.Quality Mode BRK M PFX Uw camera kan meerdere mappen aanmaken in een "Memory Stick Duo". U kunt vóór het opnemen de map kiezen waarin de opgenomen beelden zullen worden opgeslagen. Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. U kunt mappen aanmaken tot en met "999MSDCF". Alvorens over te gaan tot bediening Stel het menu in op het Setup-scherm (blz. 54 en 125). Modusschakelaar Regelknop MENU Een nieuwe map aanmaken  Kies (Memory Stick Tool) met /, [Create REC. Folder] met // en [OK] met /, en druk daarna op . Het map-aanmaakscherm verschijnt. 60 min Create REC. Folder Creating REC. folder 102MSDCF Ready? OK Cancel Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen Fine Een map aanmaken of kiezen  Kies [OK] met  en druk daarna op . Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer volgend op het hoogste nummer in de "Memory Stick Duo" en deze map wordt de opnamemap. Het aanmaken van een map annuleren Kies [Cancel] bij stap  of . • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. • Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt u de nieuwe map niet wissen met de camera. • De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. NL 55 De opnamemap veranderen  Kies (Memory Stick Tool) met /, [Change REC. Folder] met / en [OK] met /, en druk daarna op . Het opnamemap-keuzescherm verschijnt. Select REC. Folder 102 2/2 Folder Name:102MSDCF No. Of Files: 0 Created: 2005 1 1 1::05:34AM OK Cancel BACK/NEXT  Kies de gewenste map met /, en [OK] met , en druk daarna op . Het veranderen van de opnamemap annuleren Kies [Cancel] bij stap  of . • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap (blz. 95). • Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw gekozen map. U kunt de beelden niet verplaatsen naar een andere map met deze camera. NL 56 Een automatische scherpstellingsmethode kiezen U kunt het AF-frame van de bereikzoeker en de AF-functie instellen. AF-bereikzoekerframe Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp gesteld moet worden, in overeenstemming met de positie en grootte van het onderwerp kiezen. Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van de scherpstelling instellen. Alvorens over te gaan tot bediening Stel bij het opnemen van stilstaande beelden (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Modusschakelaar Regelknop MENU Multipoint AF ( ) De camera berekent in vijf gebieden, links, rechts, boven, onder en in het midden van het beeld, de afstand, zodat u, zonder zorgen over de beeldcompositie, de automatische scherpstelling kunt gebruiken. Deze functie is handig wanner het lastig is om scherp te stellen op een onderwerp, dat zich niet in het midden van de zoeker bevindt. U kunt de positie controleren waarop werd scherpgesteld met behulp van het groene frame. De fabrieksinstelling is Multipoint AF. Midden-AF ( ) Deze functie is handig voor het scherpstellen op een onderwerp dat zich bij het midden van de zoeker bevindt. Gebruik tezamen met de AF-vergrendelfunctie om de gewenste beeldcompositie te kunnen opnemen. Punt-AF ( ) Dit is handig wanneer u scherpstelt op een bijzonder klein onderwerp of en zeer smal gebied. Gebruik tezamen met de AF-vergrendelfunctie om de gewenste beeldcompositie te kunnen opnemen. Let erop dat u de camera stil houdt zodat het onderwerp niet buiten het frame van de bereikzoeker komt.  Zet de modusschakelaar in de stand of .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies  (Focus) met / en kies daarna het gewenste AFbereik met /. 60min P VGAFINE 101 98 AFbereikzoekerframe S AF De scherpstelling wordt automatisch geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit naar groen. • Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF kiest, wordt de afstand tot het midden van het scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de automatische scherpstelling zelfs bij een bepaalde mate van trillingen nog werkt. AF-bereikzoekerframe is . Midden-AF en Punt-AF stellen automatisch scherp op alleen één gekozen frame, dus deze zijn handig als u alleen wilt scherpstellen op het onderwerp waarop u richt. • Als u de digitale zoom of de AF-illuminator gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op onderwerpen dicht bij of in het midden van het frame. In dit geval knippert , of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld. • Sommige instellingen kunnen niet worden gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43). Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden AF-functie Een scherpstelbereikzoekerkader kiezen — AF-bereikzoeker NL 57 Een scherpstellingsmethode kiezen — AF-functie Enkelvoudige-AF ( S AF ) Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Er wordt niet scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de scherpstelling vergrendeld. De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF. AF-bewaking ( M AF ) Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. De camera stelt automatisch scherp voordat de sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt en vastgehouden, zodat u beelden kunt samenstellen die al zijn scherpgesteld. Wanneer de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden en de AF-vergrendeling voltooid is, wordt de scherpstelling vergrendeld. • Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in de enkelvoudige-AF-functie. NL 58 Alvorens over te gaan tot bediening Stel het menu in op het Setup-scherm (blz. 54 en 125).  Kies (Camera 1) met  en kies vervolgens [AF Mode] met /. 1  Kies de gewenste functie met // en druk daarna op . Opnametechnieken Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame, of als u Midden-AF of Punt-AF gebruikt, kan de camera scherpstellen op het midden in plaats van op het onderwerp aan de rand van het frame. In dergelijke gevallen gebruikt u AF-vergrendeling om op het onderwerp scherp te stellen, stelt u het beeld opnieuw samen en neemt u het op. 60min P S AF VGA FINE 101 98 30 F3.5 De afstand tot het onderwerp instellen — Scherpstelling-voorkeuze Wanneer u een beeld opneemt met een eerder ingestelde afstand tot het onderwerp, of wanneer u een onderwerp opneemt door een net of een ruit, is het moeilijk goed scherp te stellen met behulp van de automatische scherpstelling. In dergelijke gevallen is het gebruik van de scherpstelling-voorkeuzefunctie handig. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Stel het beeld zodanig samen dat het onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in. Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in. • Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs al het aan de rand van het beeldkader ligt. • U kunt het beeld met AF-vergrendeling samenstellen voordat u de sluiterknop volledig indrukt. Alvorens over te gaan tot bediening Stel bij het opnemen van stilstaande beelden (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). AF-bereikzoekerframe AE/AF-vergrendelingindicatie 60min P S AF Regelknop Modusschakelaar MENU VGAFINE 101 98 30 F3.5 NL 59  Zet de modusschakelaar in de stand of . Belichting regelen  Druk op MENU. — EV-afstelling Het menu verschijnt.  Kies  (Focus) met / en kies daarna met / de afstand tot het onderwerp. U hebt de keuze uit de volgende afstandsinstellingen. 0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m, (onbeperkte afstand) 1.0m 0.5m 0.5m U kunt handmatig de door de camera gekozen belichting bijstellen. Gebruik deze functie als het onmogelijk is om de juiste belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld als het contrast (verschil tussen licht en donker) tussen onderwerp en achtergrond extreem groot is. De compensatiewaarde kan in stappen van 1/3EV ingesteld worden tussen +2.0EV en −2.0EV. Alvorens over te gaan tot bediening Voor het opnemen van stilstaande beelden, stelt u (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Regelknop Modusschakelaar MENU Spot AF Center AF Multi AF Focus WB ISO Terugkeren naar automatische scherpstelling Kies bij stap  [Multi AF], [Center AF] of [Spot AF]. • De scherpstellingsinformatie is bij benadering en dient uitsluitend als richtwaarde. • Sommige instellingen kunnen niet worden gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43).  Zet de modusschakelaar in de stand of . Stel bij richting – Stel bij richting +  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (EV) met . De waarde van de aangepaste belichting wordt afgebeeld. 0EV 0EV EV WB NL 60 ISO Regel de belichting terwijl u de helderheid van de achtergrond controleert. Om de automatische belichting opnieuw te activeren Kies bij stap  [0EV]. Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Op de horizontale as staat de helderheid en op de verticale as staat het aantal beeldpunten. De afgebeelde grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is. U kunt een histogram gebruiken om de belichting te controleren als het scherm moeilijk zichtbaar is tijdens opname en weergave. 80 Helderheid Donker Helder VGA FINE 101 4 0 EV  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op om het histogram af te beelden.  Stel de belichting in aan de hand van het histogram. • Het histogram verschijnt ook wanneer de (Camera) op het menu is ingesteld op [Auto], maar u kunt de belichting niet instellen. • Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u op drukt terwijl u een enkelvoudig beeld weergeeft (blz. 44) of tijdens Quick Review (blz. 32). • Het histogram wordt niet afgebeeld in de volgende gevallen: – Wanneer het menu wordt afgebeeld – Tijdens Quick Review van een beeld opgenomen in de Exposure Bracket-modus – Tijdens het gebruik van weergavezoom – Bij opname en weergave van bewegende beelden • verschijnt en het histogram wordt in de volgende gevallen niet getoond: – Bij opname met digitale zoom – Wanneer het beeldformaat [3:2] is – Bij weergave van beelden die met MultiBurst zijn opgenomen – Wanneer u een stilstaand beeld roteert • Het histogram vóór het opnemen geeft het histogram weer van het beeld dat op dat moment op het LCD-scherm werd afgebeeld. Een verschil treedt op in het histogram voor en nadat u op de sluiterknop drukt. Nadat u een beeld hebt opgenomen, controleert u het histogram terwijl een enkel beeld wordt weergegeven of tijdens Quick Review. Met name in de volgende gevallen kan een groot verschil optreden: – Wanneer de flitser afgaat – Wanneer de sluitertijd lang of kort is • Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. Een histogram afbeelden Aantal pixels  Kies de gewenste belichtingswaarde met /. NL 61 Opnametechnieken Bij het maken van opnamen stelt de camera automatisch de belichting in. Bij opname van een overheersend wit onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp met tegenlicht of een sneeuwscène, kan de camera vaststellen dat het onderwerp licht is en stelt dan ook een geringere belichting voor het beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om de belichting bij te stellen in de + (plus) richting. Bij opname van een beeldvullend donker onderwerp, kan de camera vaststellen dat het onderwerp donker is en stelt dan ook meer belichting voor het beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om de belichting bij te stellen in de – (min) richting. Bijstellen in de + richting Raadpleeg het histogram en stel dusdanig bij zodat het beeld niet overbelicht (te licht) of onderbelicht (te donker) is. Maak verscheidene foto’s met verschillende belichtingen om de helderheid naar uw zin te ontdekken. NL Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen welk gedeelte van het onderwerp gebruikt moet worden om door meting de belichting vast te stellen. Lichtmeting met meerdere patronen (geen indicatie) Bijstellen in de – richting 62 Keuze van de lichtmeetfunctie Het beeld wordt opgesplitst in meerdere velden en voor elk veld afzonderlijk wordt er een lichtmeting verricht. De camera beoordeelt de positie van het onderwerp en de helderheid van de achtergrond, en zorgt op basis daarvan voor een evenwichtige belichting. De fabrieksinstelling is lichtmeting met meerdere patronen. Puntmeting ( ) Slechts een klein gedeelte van het onderwerp wordt gebruikt voor de meting. Hiermee kunt u opnamen maken van onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs bij tegenlicht, of de belichting bijstellen van een onderwerp waarvan het contrast met de achtergrond groot is. Alvorens over te gaan tot bediening Voor het opnemen van stilstaande beelden, stelt u (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121).  Als u [Spot] heeft gekozen in stap , moet het dradenkruis van de puntmeting een deel van het onderwerp waarvan u een opname wilt maken, raken. 60min Modusschakelaar Regelknop P VGA FINE 101 98 Dradenkruis van de puntmeting MENU SAF 250 F3.5 — Exposure Bracket De Exposure Bracket-functie neemt een reeks van drie beelden op waarbij de belichtingswaarde automatisch wordt verschoven. Hierdoor kunt u het beeld met de juiste belichting kiezen in het geval waarin u geen goede beelden kunt opnemen vanwege de helderheid van het onderwerp. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden • Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt de instelling  (Focus) op [Center AF] aangeraden (pagina 57). Drie beelden opnemen met verschoven belichting Alvorens over te gaan tot bediening  Zet de modusschakelaar in de stand of .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Lichtmeetmodus) met / en kies daarna met / de gewenste modus. Stel (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Modusschakelaar Regelknop MENU NL 63 1ste beeld (verschoven in de + richting)  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Het menu verschijnt. 2de beeld (de juiste belichting voor de camera)  Kies [Mode] (REC Mode) met / en kies vervolgens [Exp Brktg] met /.  Kies [BRK] (Bracket Step) met / en kies daarna de gewenste belichtingswaarde met /. ±1.0EV: Verandert de 3de beeld (verschoven in de – richting) belichtingswaarde met plus of min 1,0 EV. ±0.7EV: Verandert de belichtingswaarde met plus of min 0,7 EV. ±0.3EV: Verandert de belichtingswaarde met plus of min 0,3 EV.  Neem het beeld op. Om terug te keren naar de normale modus Kies bij stap  [Normal]. NL 64 • In deze modus kunt u de flitser niet gebruiken. • Tijdens het opnemen in deze modus worden de beelden niet op het LCD-scherm weergegeven. Maak de beeldcompositie alvorens u de sluiterknop indrukt. • De scherpstelling en witbalans worden ingesteld voor het eerste beeld, en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. • Wanneer de belichting handmatig wordt ingesteld (blz. 60), wordt de belichting verschoven op basis van de aangepaste helderheid. • Het opname-interval bedraagt circa 0,36 seconden. • Als het onderwerp te helder of te donker is, kan het onmogelijk zijn goed op te nemen met de gekozen stapwaarde voor de categorie. • Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de Exposure Bracket-functie afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43). Kleurtinten afstellen — Witbalans U kunt de witbalans in overeenstemming met de opnameomstandigheden instellen. De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Als u de belichtingso mstandigheden wilt corrigeren, of als de kleur van de gehele opname een beetje onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de witbalans in te stellen. WB (Flitser) Past de witbalans alleen aan, aan de flitsomstandigheden Alvorens over te gaan tot bediening Voor het opnemen van stilstaande beelden, stelt u (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Modusschakelaar Regelknop MENU Terugkeren naar automatische regeling Kies bij stap  [Auto]. • Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als (fluorescerend) is gekozen. • Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige instelling geannuleerd en wordt het beeld opgenomen in de [Auto] functie (behalve in de WB (flitser) functie). • Sommige instellingen kunnen niet worden gekozen afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43). Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Auto (geen indicatie) Witbalans automatisch regelen. De fabrieksinstelling is Auto. (Daglicht) Buitenshuis opnemen en opnemen van nachtelijke scènes, neonverlichting, vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net voor en na zonsondergang (Bewolkt) Opnemen onder een bewolkte lucht  Zet de modusschakelaar in de stand of . (Fluorescerend) Opnemen onder een fluorescerende verlichting  Druk op MENU.  (Gloeilamp) • Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden snel veranderen • Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s Het menu verschijnt.  Kies [WB] (White Bal) met / en kies daarna met / de gewenste instelling. NL 65 Het flitserniveau instellen — Flitserniveau U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen. Alvorens over te gaan tot bediening Stel (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). Modusschakelaar Regelknop MENU  Kies [ ] (Flash Level) met de gewenste instelling /, en kies daarna met /. +: Dit maakt het flitserniveau hoger dan normaal. Normal: Normale instelling. –: Dit maakt het flitserniveau lager dan normaal. • Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in het ingestelde flitserniveau afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43). Continu opnemen Deze modus wordt gebruikt voor een doorlopende opname. Het maximale aantal foto’s dat u bij een opname kunt schieten, is afhankelijk van het beeldformaat en de instellingen van de beeldkwaliteit. Snelle Burst ( S ) De beelden worden opgenomen met een kort interval (circa 0,33 seconde). Burst ( ) Het opname-interval (circa 0,83 seconde) is langer dan Snelle Burst, maar u kunt nog meer beelden achtereenvolgend opnemen. Modusschakelaar Regelknop MENU  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Het menu verschijnt. NL 66 • Als de batterijlading achteruit gaat of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt het opnemen, zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt.  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Burst Beeldkwaliteit  Kies [Mode] (REC Mode) met / en kies vervolgens [Speed Burst] of [Burst] met /. Standard 5M 9 15 — Multi Burst 3:2 9 15 3M 13 24 In deze modus worden er bij elke druk op de sluiterknop 16 frames achter elkaar opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. 1M 32 59 VGA (E-Mail) 100 100  Neem het beeld op. (Eenheden: beelden) Fine Standard 5M 4 4 3:2 4 4 3M 4 4 1M 4 4 VGA (E-Mail) 4 4 Beeldformaat Om terug te keren naar de normale modus MENU Kies bij stap  [Normal]. • De flitser staat op (niet flitsen). • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt voor iedere keer dat u op de sluiterknop drukt, een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 43) kunt u mogelijk geen beelden achter elkaar opnemen. Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden Het maximale aantal continu opgenomen beelden Beeldkwaliteit Modusschakelaar Regelknop Als u op de sluiterknop drukt en deze ingedrukt houdt, zal de camera het maximale aantal foto’s na elkaar opnemen. Zodra u de sluiterknop loslaat, stopt het opnemen op dat punt. Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen. Snelle Burst 16 Frames achter elkaar opnemen Fine Beeldformaat Het menu verschijnt. (Eenheden: beelden)  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies [Mode] (REC Mode) met / en kies vervolgens [Multi Burst] met . NL 67  Kies M (Interval) met / en kies daarna met / het gewenste frame-interval. U kunt het frame-interval kiezen uit de [1/7.5], [1/15] of [1/30] seconde. Opnemen met speciale effecten — Beeldeffect U kunt beelden digitaal bewerken om speciale effecten tot stand te brengen. 1/7.5 1/15 1/30 M Een continue Burst van 16 frames wordt opgenomen binnen een enkel frame (beeldformaat 1M). • U kunt de volgende functies niet gebruiken in de Multi Burst-functie: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – De datum en tijd projecteren • Als (Camera) is ingesteld op [Auto] op het menu, wordt frame-interval automatisch ingesteld op [1/30]. • Zie pagina 72 om beelden opgenomen in de Multi Burst-modus weer te geven met behulp van deze camera. • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen in de Multi Burst-modus staat vermeld op pagina 120. • Afhankelijk van de Scènekeuzefunctie kunt u mogelijk geen beelden opnemen in de MultiBurstfunctie (blz. 43). NL Modusschakelaar Regelknop MENU Het beeld is monochroom (zwart-wit). PFX  Neem het beeld op. 68 Voor het opnemen van stilstaande beelden, stelt u (Camera) op het menu in op een andere instelling dan [Auto] (blz. 53 en 121). B&W 1/30 Interval Mode BRK Alvorens over te gaan tot bediening Sepia Het beeld is sepia, zoals een oude foto.  Zet de modusschakelaar in de stand of .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies [PFX] (P. Effect) met / en kies daarna met /.  Neem het beeld op. Om het beeldeffect te annuleren Kies bij stap  [Off]. • De instelling voor Beeldeffect wordt niet onthouden wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Een map kiezen en beelden weergeven Kies de map waarin de beelden die u wilt weergeven zijn opgeslagen. Modusschakelaar Regelknop MENU  Kies de gewenste map met /. Select Folder 102 2/2 Folder Name:102MSDCF No. Of Files: 9 Created: 2005 1 1 1::05:34AM OK Cancel Enkelvoudig scherm 60min 101-0009 BACK/NEXT VGA 101 9/9 2005 1 1 10:30PM VOLUME BACK/NEXT Index-scherm (met negen beelden)  Kies [OK] met  en druk daarna op . De keuze annuleren Kies bij stap  [Cancel].  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Folder) met  en druk daarna op . Wanneer het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, verschijnen de volgende indicaties op het scherm. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : U kunt naar zowel de volgende als voorgaande map gaan. DISPLAY • SINGLE Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden  Zet de modusschakelaar in de stand . Wanneer meerdere mappen zijn aangemaakt in de "Memory Stick Duo" • SINGLE Index-scherm (met zestien beelden) DISPLAY • Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de map, wordt de melding "No file in this folder" afgebeeld. NL 69 Een deel van een stilstaand beeld vergroten U kunt een deel van een beeld vergroten tot vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U kunt het vergrote beeld ook vastleggen als een nieuw bestand. Modusschakelaar Regelknop MENU / Een beeld vergroten — Vergrote weergave  Pas het beeldformaat aan met / (weergavezoom).  Zet de modusschakelaar in de stand .  Geef het beeld dat u wilt vergroten weer met /.  Druk op (weergavezoom) om op het beeld in te zoomen.  Selecteer het gewenste deel van het beeld met ///. Druk op  Druk op  Druk op  Druk op  NL 70 : Om meer van de bovenkant van het beeld te zien : Om meer van de onderkant van het beeld te zien : Om meer van de linkerkant van het beeld te zien : Om meer van de rechterkant van het beeld te zien Om de weergavezoom uit te schakelen Druk op . • U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor bewegende beelden en Multi Burst-beelden. • Als u op de (weergavezoom) drukt terwijl een niet-vergroot beeld wordt weergegeven, schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm. (blz. 45) • U kunt de beelden die worden weergegeven met de functie Quick Review (blz. 32) vergroten door de stappen  t/m  uit te voeren. Een vergroot beeld vastleggen — Trimmen  Druk na de weergavezoom op MENU. Het menu verschijnt.  Kies [Trimming] met  en druk daarna op .  Kies het gewenste beeldformaat met / en druk daarna op . Weergave van opeenvolgende beelden — Diavoorstelling U kunt de vastgelegde beelden op volgorde weergeven. Deze functie is handig voor het controleren van uw beelden of voor presentaties, enz. Modusschakelaar Regelknop MENU Image Folder: Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map. All: Geeft alle beelden weer in de "Memory Stick Duo". Repeat On: Continu herhaalde weergave van beelden. Off: Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling.  Kies [Start] met / en druk daarna op . Het beeld wordt opgenomen en na de opname verschijnt op het LCD-scherm weer het beeld met het normale formaat. De diavoorstelling begint. Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden • Het getrimde beeld wordt opgenomen als het meest recente bestand in de geselecteerde opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft behouden. • De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets lager zijn. • Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden getrimd. • Beelden afgebeeld met Quick Review worden niet getrimd. Interval 3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min Om de instelling van de diavoorstelling uit te schakelen Kies bij stap  [Cancel].  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Slide) met / en druk daapna op . Stel de volgende onderdelen in met ///. Om te stoppen met de weergave van de diavoorstelling Druk op , kies [Exit] met  en druk daarna opnieuw op . Om tijdens de diavoorstelling rechtstreeks naar het volgende/ vorige beeld te gaan Druk op  (volgende) of  (vorige). • De intervaltijd-instellingen zijn slechts richtlijnen, dus deze kunnen variëren afhankelijk van het beeld. NL 71 Stilstaande beelden roteren U kunt een beeld opgenomen in portretformaat roteren en weergeven in landschapsformaat.  Zet de modusschakelaar op en geef het beeld weer dat u wilt roteren.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Rotate) met / en druk daarna op .  Kies met  en roteer vervolgens het beeld met /. Beelden opgenomen in de Multi Burst functie weergeven U kunt Multi Burst-beelden continu weergeven of deze frame-voor-frame weergeven. Deze functie wordt gebruikt om het beeld te controleren. Regelknop Modusschakelaar  Kies [OK] met / en druk daarna op . Stoppen met roteren Kies bij stap  of  [Cancel] en druk daarna op . Modusschakelaar Regelknop MENU NL 72 • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden bekijkt op een computer is het mogelijk dat, afhankelijk van de software, de informatie van het roteren van het beeld niet door de computer wordt herkend. • Wanneer Multi Burst-beelden worden weergegeven op een computer of op een camera zonder de Multi Burst-functie, worden de 16 frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd weergegeven als onderdeel van één beeld. • U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen. Continu weergeven Frame-voor-frame weergeven Opgenomen beelden wissen  Zet de modusschakelaar in de stand .  Zet de modusschakelaar in de stand .  Kies het Multi Burst-beeld met /.  Kies het Multi Burst-beeld met /. Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u niet alleen bepaalde frames wissen. Wanneer u beelden wist, worden alle 16 frames tegelijkertijd gewist. Het gekozen Multi Burst-beeld wordt continu weergegeven. 60min M 1M 101 101-0014 PAUSE 14/14 2005 1 1 10:30PM BACK/NEXT VOLUME Druk op . Om het weergeven te hervatten, drukt u nogmaals op . Het weergeven wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op het LCD-scherm.  Druk op  wanneer het gewenste frame wordt weergegeven. 1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld weer dat u wilt wissen. 2 Druk op (Wissen). 3 Kies [Delete] en druk daarna op . Alle frames worden gewist. "Step" verschijnt. 60min 101-0014 PLAY M 1M 101 Step 12/16 14/14 Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Het weergeven pauzeren Het gekozen Multi Burst-beeld wordt continu weergegeven. 2005 1 1 10:30PM FRAME BACK/NEXT VOLUME  Draai het frame door met /. : Het volgende frame wordt afgebeeld. Wanneer u  ingedrukt houdt, blijven de frames doordraaien. : Het voorgaande frame wordt afgebeeld. Wanneer u  ingedrukt houdt, blijven de frames achterwaarts doordraaien. Naar de normale weergave terugkeren Druk op  in stap . Het weergeven wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op het LCD-scherm. NL 73 Beelden beveiligen — Beveiliging Met deze functie kunt u beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Modusschakelaar Regelknop MENU In de enkelbeeld-modus In de index-modus  Zet de modusschakelaar op .  Zet de modusschakelaar op en druk daarna op (Index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven.  Laat met / het beeld verschijnen dat u wilt beveiligen.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies  (Protect) met / en druk daarna op . Het weergegeven beeld is beveiligd. De indicatie  (beveiliging) verschijnt op het beeld. 60min • Merk op dat door de"Memory Stick Duo" te formatteren alle data in de "Memory Stick Duo" gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van de beelden kan enige tijd duren. VGA 101 2/9 Protect Exit BACK/NEXT  Om verder te gaan en andere beelden te beveiligen, kiest u het gewenste beeld met / en drukt u vervolgens op . Druk tweemaal op (Index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies  (Protect) met / en druk daarna op .  Kies [Select] met / en druk daarna op .  Kies met /// het beeld dat u wilt beveiligen en druk daarna op . De groene indicatie  verschijnt op het gekozen beeld. • Om de beveiliging te annuleren Druk bij stap  of  opnieuw op . De indicatie  verdwijnt. NL 74 SELECT MENU TONEXT  Herhaal stap  om andere beelden te beveiligen.  Druk op MENU.  Kies [OK] met  en druk daarna op . De indicatie  wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. Om de beveiligingsfunctie te verlaten Kies bij stap  de optie [Cancel] of kies bij stap  de optie [Exit] en druk daarna op . Om de beveiliging van afzonderlijke beelden te annuleren Alle beelden in een map beveiligen Kies bij stap  de optie [All In This Folder] en druk op . Kies [On] en druk daarna op . De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Kies bij stap  de optie [All In This Folder] en druk op . Kies [Off] en druk daarna op . — Formaat veranderen U kunt het formaat van een vastgelegd beeld veranderen en het gewijzigde beeld opslaan als een nieuw bestand. U hebt de keuze uit de volgende formaten: 5M, 3M, 1M, VGA Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. Modusschakelaar Regelknop MENU  Zet de modusschakelaar op .  Kies (Resize) met / en druk daarna op .  Kies met / het gewenste formaat en druk daarna op . Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. Om de verandering van het formaat te annuleren Kies bij stap  [Cancel]. • Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden veranderd. • Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. • Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd. • Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld verandert, zullen de bovenste en onderste zwarte gedeelten in het beeld worden afgebeeld. Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt annuleren met /// in stap  en druk daarna op . De indicatie  wordt grijs. Herhaal deze procedure voor alle beelden waarvan u de beveiliging wilt annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en druk daarna op . Beeldformaat veranderen  Laat met / het beeld verschijnen waarvan u het formaat wilt veranderen.  Druk op MENU. Het menu verschijnt. NL 75 Stilstaande beelden afdrukken U kunt de beelden die u op uw camera hebt opgenomen op de volgende manieren afdrukken. Rechtstreeks afdrukken (op een Pictbridgecompatibele printer) (blz. 77) U kunt afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer. Rechtstreeks afdrukken (op een "Memory Stick"compatibele printer) U kunt afdrukken op een "Memory Stick"-compatibele printer. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de printer werd geleverd voor verdere informatie. Afdrukken met een computer (blz. 102) U kunt beelden afdrukken die naar een computer zijn overgebracht met behulp van de software "PicturePackage" dat op de CD-ROM staat die bij de camera werd geleverd. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de printer werd geleverd voor de bedieningsinstructies voor de printer. Afdrukken in een winkel (blz. 81) Ga met uw "Memory Stick Duo" en Memory Stick Duo-adapter naar een fotoafdrukwinkel. U kunt ook van tevoren de foto’s die u wilt afdrukken markeren met afdrukmarkeringen. NL 76 Rechtstreeks afdrukken Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch gemakkelijk de beelden die u met deze camera hebt opgenomen afdrukken, door de camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibel printer. Als voorbereiding hoeft u alleen de USB-aansluiting in te stellen op het Setup-scherm en sluit u de camera, geplaatst in het Cyber-shot-station, met behulp van de USB-kabel aan op de printer. Door een PictBridge-compatibele printer te gebruiken, kunt u gemakkelijk het indexblad* afdrukken. • Wij adviseren u de netspanningsadapter te gebruiken om te voorkomen dat tijdens het afdrukken de stroomvoorziening wegvalt. • U kunt bewegende beelden niet afdrukken. • Als een foutmelding wordt ontvangen van de aangesloten printer, knippert de indicatie gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer de aangesloten printer. De camera voorbereiden Stel de USB-functie in op de camera om de camera op de printer te kunnen aansluiten. Index-afdruk Alvorens over te gaan tot bediening Stel het menu in op het Setup-scherm (blz. 54 en 125). Regelknop Modusschakelaar MENU • Als u hetzelfde beeld naast elkaar wilt rangschikken, kiest u [This image] in de enkelbeeld-modus en stelt u [Index] in op [On] (blz. 79). • Het aantal beelden dat op één indexvel wordt afgedrukt verschilt afhankelijk van de printer. Stilstaande beelden afdrukken * Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is. Enkelbeeld-afdruk  Kies (Setup 2) met  en kies daarna [USB Connect] med //. 2  Kies [PictBridge] met / en druk daarna op . 1 2 1 Setup 2 File Number: PictBridge USB Connect: PTP Normal Video Out: Clock Set: 2 De USB-functie is nu ingesteld. NL 77 De camera aansluiten op de printer Plaats de camera in het Cyber-shotstation. Sluit vervolgens de (USB) aansluiting van het Cyber-shot-station en de USB-aansluiting van de printer op elkaar aan met behulp van de USB-kabel (bijgeleverd). Schakel de camera en de printer in. De camera wordt in de weergavefunctie gezet ongeacht de stand van de modusschakelaar en een beeld in de gekozen weergavemap en het afdrukmenu worden afgebeeld op het LCD-scherm. Nadat de verbinding tot stand is gekomen, verschijnt de indicatie op het LCDscherm. Als [USB Connect] niet is ingesteld op [PictBridge] op het Setup-scherm Zelfs als u de camera inschakelt, kunt u de PictBridge-functie niet gebruiken. Koppel de USB-kabel los van het Cybershot station en stel [USB connect] in op [PictBridge]. (blz.77) Afdrukken in de enkelbeeldmodus Zodra u de camera op een printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu afgebeeld. Regelknop  Kies het gewenste afdruktype met / en druk daarna op . 1M 1M Print All In This Folder DPOF image Select This image Cancel Printer NL 78 101 2/ 9 Modusschakelaar MENU 101 2/ 9 Printing All In This Folder DPOF image Select This image Cancel All In This Folder Drukt alle beelden in de map af. DPOF image Drukt alle beelden met de markering (blz. 81) af, ongeacht het weergegeven beeld. Select Kiest de beelden op volgorde. Drukt alle gekozen beelden af. 1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken met behulp van / en druk daarna op . De markering verschijnt op het gekozen beeld. • Herhaal deze stap om andere beelden te kiezen. 2 Kies [Print] met  en druk daarna op . This image Drukt het huidig gekozen beeld af.  Stel de afdrukinstelling in met ///. 1M Print Index Off Size Default Date Off Quantity 1 Exit 101 2/ 9 OK Index Kies [On] om indexbeelden af te drukken. Size Kies het gewenste papierformaat. Date Om de datum en tijd op de beelden in te voegen, kiest u [Date] of [Day&Time]. Als [Index] is ingesteld op [Off] : het aantal vellen van het gekozen beeld. Als [Index] is ingesteld op [On] : het aantal vellen met indexbeelden. Als in stap  [This image] is gekozen, is dit het aantal dezelfde beelden dat op een enkel indexvel kan worden gerangschikt. • Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te rangschikken.  Kies [OK] met / en druk daarna op . Het beeld wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de indicatie (USB-kabel niet loskoppelen) wordt afgebeeld op het LCD-scherm. Stilstaande beelden afdrukken • Als u in stap  [This image] kiest en indexbeelden afdrukt, wordt hetzelfde beeld naast elkaar gerangschikt. • Wanneer u de instelling [Date] instelt op [Date], wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 21). Het is mogelijk dat de datuminvoegfunctie niet wordt ondersteund afhankelijk van de printer. • Instelonderdelen die niet door de printer worden ondersteund, worden niet weergegeven.  Kies [Quantity] met  en kies het aantal vellen met /. Printing 2/3 Exit NL 79 Het afdrukken annuleren Kies bij stap  [Cancel] of kies bij stap  [Exit]. Andere beelden afdrukken Kies het beeld met / na stap  en kies vervolgens [Print]. Afdrukken in de indexmodus  Kies het gewenste afdruktype met / en druk daarna op . Als u uw camera op de printer aansluit, wordt het afdrukmenu afgebeeld. Druk op [Cancel] om het afdrukmenu te verlaten.  Druk tweemaal op (Index) om het index-scherm (met negen beelden) af te beelden. Druk tweemaal op (Index) om het index-scherm (met zestien beelden) af te beelden.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Print) met  en druk daarna op . Print Cancel Select DPOF image Select Kiest de beelden op volgorde. Drukt alle gekozen beelden af. 1 Kies het beeld dat u wilt afdrukken met behulp van /// en druk daarna op . De markering verschijnt op het gekozen beeld. • Herhaal deze stap om andere beelden te selecteren. 2 Druk op MENU. DPOF image Alle beelden met het merkteken worden afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld (blz. 81). All In This Folder Alle beelden in de map afdrukken. NL 80  Stel de afdrukinstelling in met ///. Print Index Off Size Default Date Off Quantity 1 Exit OK Index Kies [On] om indexbeelden af te drukken. Size Kies het gewenste papirformaat. Date Om de datum en tijd op beelden projecteren, kies [Date] of [Day&Time]. Als [Index] is ingesteld op [Off] : het aantal vellen van het gekozen beeld. Als [Index] is ingesteld op [On] : het aantal vellen met indexbeelden. • Afhankelijk van het aantal indexbeelden kan het onmogelijk zijn alle beelden op één vel te rangschikken.  Kies [OK] met / en druk daara op . Het beeld wordt afgedrukt. Koppel de USB-kabel niet los terwijl de (USB-kabel niet losmaken) indicator op het LCD-scherm wordt afgebeeld. Beelden afdrukken in een winkel Let op de volgende punten wanneer u beelden laat afdrukken in een winkel. • Neem contact op met de fotoafdrukwinkel om te vragen welke typen "Memory Stick" ze ondersteunen. • Als de fotoafdrukwinkel de "Memory Stick" niet ondersteunt, kopieert u de beelden naar een CD-R, enz., en neemt u die mee naar de winkel. • Vergeet niet de Memory Stick Duoadapter mee te nemen naar de winkel. • Zorg ervoor dat u een kopie van de beelden thuis achterlaat voordat u naar de fotoafdrukwinkel gaat. Stilstaande beelden afdrukken • Wanneer u de instelling [Date] instelt op [Date], wordt de datum ingevoegd in de volgorde ingesteld in "De datum en tijd instellen" (blz. 21). Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is.  Kies [Quantity] met  en kies het aantal kopieën met /. Printing 2/3 Exit Het afdrukken annuleren Kies bij stap  [Cancel] of kies bij stap  [Exit]. NL 81 Afdrukmarkeringen aanbrengen Afdrukmarkeringen aanbrengen in de enkelbeeld-modus Afdrukmarkeringen aanbrengen in de index-modus Wanneer u beelden wilt laten afdrukken in een fotoafdrukwinkel, is het handig om van tevoren de beelden te markeren die u wilt laten afdrukken met een afdrukmarkering.  Zet de modusschakelaar in de stand .  Zet de modusschakelaar op en druk daarna op (Index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven. Regelknop Modusschakelaar MENU  Laat met / het beeld verschijnen dat u wilt markeren.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (DPOF) met /, en druk daarna op . Op het weergegeven beeld wordt de markering aangebracht. 60min • U kunt niet bewegende beelden markeren. • Wanneer u beelden markeert die in de Multi Burst-modus zijn opgenomen, worden alle beelden afgedrukt op één vel van 16 velden. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. 1M 101 2/9 Druk tweemaal op (Index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (DPOF) met / en druk daarna op .  Kies [Select] met /, en druk daarna op . • U kunt de afdrukmarkering niet aanbrengen op [All In This Folder]. DPOF Exit BACK/NEXT  Om verder te gaan en andere beelden te markeren, kiest u het gewenste beeld met / en drukt u vervolgens op .  Kies met /// het beeld dat u wilt markeren, en druk daarna op . De groene markering op het gekozen beeld. De afdrukmarkering verwijderen NL 82 Druk bij stap  of  opnieuw op . De indicatie verdwijnt. • SELECT MENU TONEXT verschijnt  Herhaal stap  om andere beelden te markeren.  Druk op MENU.  Kies [OK] met  en druk daarna op . De indicatie wordt wit. Het aanbrengen van de markering voltooid. is De afdrukmarkering verwijderen Kies het beeld waarvan u de markering wilt annuleren met /// en druk vervolgens op  in stap . in een map Stilstaande beelden afdrukken Alle markeringen opheffen Kies bij stap  [All In This Folder] en druk daarna op . Kies [Off] en druk daarna op . Om de functie voor het aanbrengen van een afdrukmarkering te verlaten Kies bij stap  [Cancel] of kies bij stap  [Exit]. NL 83 Opnemen van bewegende beelden U kunt met uw camera bewegende beelden met geluid opnemen. Modusschakelaar Sluiterknop  Druk de sluiterknop volledig in. "REC" verschijnt op het scherm en de camera begint met de opname van het beeld en geluid. 60min 101 640 REC 00:00:02[00:10:48] STD Microfoon • Het opnemen stopt wanneer de "Memory Stick Duo" vol is.  Druk de sluiterknop opnieuw helemaal in om met opnemen te stoppen. Regelknop  Zet de modusschakelaar in de stand .  Druk op (Beeld formaat). Het Image Size-instelmenu wordt afgebeeld.  Kies het gewenste formaat met /. U kunt kiezen uit [640(Fine)], [640(Standard)] en [160]. • [640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO Duo". NL 84 Indicaties tijdens het opnemen De indicaties op het scherm worden niet mee opgenomen. Bij iedere druk op verandert de status van het LCD-scherm als volgt: Indicaties uit  LCD-achtergrondverlichting uit  Indicaties aan. Er wordt geen histogram weergegeven. Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op pagina 137. Opnemen van close-ups (Macro) Zet de modusschakelaar op procedure op pagina 35. en volg de Zelfontspanner gebruiken Zet de modusschakelaar op procedure op pagina 36. en volg de • Raak de microfoon niet aan tijdens het opnemen van bewegend beelden. • Tijdens het opnemen van bewegende beelden kunt u de volgende functies niet gebruiken: − De vergrotingsfactor veranderen − Flitser − De datum en tijd projecteren • Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] en u de audio/video-aansluitkabel (bijgeleverd) aansluit op de A/V OUT (MONO) aansluiting, zal het onderwerp niet verschijnen op het LCD-scherm. Het LCDscherm wordt blauw. • Zie pagina 120 voor de opnametijd in iedere opnamefunctie. Bewegende beelden bekijken op het LCDscherm U kunt bewegende beelden bekijken op het LCD-scherm met het geluid uit de luidspreker. Regelknop  Kies het gewenste bewegende beeld net /. Bewegende beelden van het formaat [640(Fine)] of [640(Standard)] worden op het volledige scherm weergegeven. 60min STD 640 101 10/10 00:00:00 101_0010 PLAY 2005 1 1 10:30PM BACK/NEXT VOLUME • Bewegende beelden met het beeldformaat [160] worden een formaat kleiner weergegeven.  Druk op . De bewegende beelden en het geluid worden weergegeven. Tijdens weergave verschijnt  (weergave) op het scherm. 60min STD 640 101 101_0010 STOP 10/10 00:00:03 2005 1 1 10:30PM REV/CUE Weergavebalk Elke keer wanneer u indrukt, verandert de status van het scherm als volgt: Indicaties uit  LCDachtergrondverlichting uit  Indicaties aan. Er wordt geen histogram weergegeven. Een uitvoerige beschrijving van de indicaties vindt u op pagina 139. • De procedure voor het bekijken van bewegende beelden op een TV is dezelfde als voor het bekijken van stilstaande beelden (blz. 46). • Bewegende beelden die zijn opgenomen met voorgaande Sony-modellen kunnen ook een formaat kleiner worden weergegeven. Bewegende beelden  Zet de modusschakelaar in de stand . Druk tijdens het weergeven op  (cueweergave) of op  (review-weergave). Om terug te keren naar normale weergave, drukt u op . Indicaties tijdens het bekijken van bewegende beelden Modusschakelaar Luidspreker Om de bewegende beelden vooruit of terug te spoelen VOLUME Om de weergave te stoppen Druk opnieuw op . Om het volume af te stellen Druk op / om het volume af te stellen. NL 85 Bewegende beelden wissen Ongewenste bewegende beelden kunt u wissen. Regelknop Modusschakelaar In de enkelbeeld-modus In de index-modus  Zet de modusschakelaar in de stand .  Zet de modusschakelaar op en druk daarna op (Index) om het index-scherm (met negen beelden) weer te geven.  Geef de bewegende beelden die u wilt wissen weer met /.  Druk op (Wissen). De bewegende beelden zijn op dit moment nog niet gewist.  Kies [Delete] met  en druk daarna op . De melding "Access" verschijnt en de bewegende beelden zijn gewist. • U kunt beveiligde bewegende beelden niet wissen. • Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet kunt herstellen.  Om verder te gaan en andere bewegende beelden te wissen, geeft u de bewegende beelden weer die u wilt wissen met / en herhaalt u vervolgens stap . Om te stoppen met wissen Kies [Exit] bij stap  of . Druk tweemaal op (Index) om het index-scherm met zestien beelden weer te geven.  Druk op (Wissen).  Kies [Select] met / en druk daarna op .  Kies met /// het beeld dat u wilt wissen en druk daarna op . De groene indicatie (Wissen) verschijnt op de gekozen bewegende beelden. SELECT TONEXT De bewegende beelden zijn op dit moment nog niet gewist.  Herhaal stap  om andere bewegende beelden te wissen. NL 86  Druk op (Wissen).  Kies [OK] met  en druk daarna op . De melding "Access" verschijnt en de bewegende beelden zijn gewist. Om te stoppen met wissen Kies [Exit] bij stap  of . • Wissen van alle beelden in de map, zie pagina 51. Knippen van bewegende beelden U kunt bewegende beelden knippen of overbodige gedeelten wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van de "Memory Stick Duo" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw e-mailberichten verstuurt. Merk op dat het oorspronkelijke bewegende beeld wordt gewist wanneer u erin knipt. <Voorbeeld> Knippen van bewegende beelden genummerd 101_0002 101_0001 1 101_0002 1 A B 2 3 Knippunt 101_0002 2. Knippen van scène B. 101_0004 3 A 2 B 101_0005 Knippunt 3. Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 Bewegende beelden De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegewezen en worden in de gekozen opnamemap opgeslagen als de meest recente bestanden. De oorspronkelijke bewegende beelden worden gewist en dat nummer wordt overgeslagen. 3 2 1. Knippen van scène A. 1 Toewijzen van bestandsnummers wanneer bewegende beelden worden geknipt 101_0003 B 101_0006 Wissen Wissen 4. Alleen de gewenste scènes blijven over. 1 3 2 101_0006 NL 87 Regelknop Modusschakelaar MENU  Kies een knippunt. Druk op de midden  op het gewenste knippunt. 60min Divide Dividing Point STD 640 101 10/10 00:00:02 OK Cancel Exit  Zet de modusschakelaar in de stand .  Geef de bewegende beelden die u wilt knippen weer met /.  Druk op MENU. Het menu verschijnt.  Kies (Divide) met  en druk daarna op . Kies vervolgens [OK] met  en druk daarna op . Het weergeven van de bewegende beelden begint. NL 88 Als u het knippunt wilt aanpassen, drukt u op [/] (frame terugspoelen/vooruit) en past u het knippunt aan met /. Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Cancel]. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw.  Als u een knippunt hebt gekozen, kiest u [OK] met / en drukt u op .  Kies [OK] met  en druk daarna op . De bewegende beelden worden geknipt. Het knippen annuleren Kies [Exit] bij stap  of . De bewegende beelden worden weer op het scherm weergegeven. • U kunt de onderstaande beelden niet knippen. – Stilstaand beeld – Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (ongeveer langer dan twee seconden) – Beveiligde bewegende beelden • U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt geknipt. • De geknipte bewegende beelden worden opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. Beelden kopiëren naar uw computer — Voor gebruikers van Windows Aanbevolen computeromgeving • Deze camera is compatibel met High-Speed USB (USB voldoet aan 2.0). • Door aan te sluiten via een USB-interface die compatibel is met High-Speed USB (voldoet aan 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid (snelle overdracht) mogelijk. Wanneer uw computer niet is uitgerust met een USB-poort USB-modus Inhoud van de CD-ROM Er zijn twee functies voor een USB verbinding wanneer u aansluit op een computer: de [Normal] en [PTP]* functie. De standaardinstelling is de [Normal]functie. Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als voorbeeld.  USB-stuurprogramma Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de camera aan te sluiten op een computer. Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het USB-stuurprogramma niet te installeren. * Voor verdere informatie over de PTPverbinding, zie pagina 127. Communicatie met uw computer Na herstel van uw computer vanuit de Suspend- of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Wanneer zowel een USB-poort als een "Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn, kunt u beelden kopiëren via een extern apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie. http://www.sony.net/ Bekijken van de beelden op uw computer Besturingssysteem: Microsoft Windows 98, Windows 98SE, Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition, of Windows XP Professional Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot de hierboven beschreven besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen. CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller USB-poort: Standaard geleverd Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of meer High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter • Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op één en dezelfde computer aansluit, zal bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw camera, al naar gelang het type -apparatuur mogelijk niet werken. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd.  Picture Package Deze applicatie wordt gebruikt om de beelden vanaf de camera gemakkelijk over te dragen naar een computer. Het stelt u tevens in staat de diverse functies te gebruiken. Als u "Picture Package" installeert, wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd. • De vereiste bediening kan al naar gelang uw besturingssysteem verschillend zijn. • Sluit alle programma’s die op de computer draaien af alvorens het USB-stuurprogramma en het softwareprogramma te installeren. • Bij gebruik van Windows 2000 of XP, logt u in als beheerder (Administrator). NL 89 Het USB-stuurprogramma installeren  Klik op [USB Driver] op het titelscherm. Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het USB-stuurprogramma niet te installeren. Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is geïnstalleerd, hoeft u het USB-stuurprogramma niet nogmaals te installeren.  Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROMstation. Het "InstallShield Wizard"-scherm verschijnt.  Klik op [Next]. De computer wordt opnieuw opgestart. Hierna kunt u de USB-aansluiting tot stand brengen. Sluit uw camera nu nog niet aan op uw computer. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. Indien het niet verschijnt, dubbelklik dan op (My Computer)  (PICTUREPACKAGE) in die volgorde. • • NL 90 Als u ook de bijgeleverde software "Picture Package" gebruikt, klikt u op [Picture Package]. Het USBstuurprogramma wordt geïnstalleerd nadat "Picture Package" is geïnstalleerd (blz. 97). Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u het USB-stuurprogramma installeert.  Klik op [Yes, I want to restart my computer now] (Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten) en vervolgens op [Finish].  Haal de CD-ROM eruit. Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het installeren klaar is, wordt een mededeling hieromtrent op het scherm afgebeeld. De camera aansluiten op de computer  Schakel de computer in.  Sluit de USB-kabel aan op de (USB) aansluiting van het Cyber-shot-station.  Sluit de camera aan op het Cyber-shot-station en schakel de camera in. POWER  Plaats de "Memory Stick Duo" met de te kopiëren beelden in de camera. USB-kabel  Sluit de USB-kabel aan op de computer. Netspanningsadapter Cyber-shotstation • Controleer dat de camera goed aangesloten is op het Cyber-shot-station. USB Mode Normal Naar een stopcontact Switch on • Als u met gebruikmaking van de accu beelden kopieert naar uw computer, kan door het uitvallen van de accu het kopiëren mislukken of kunnen de gegevens verminkt raken. Wij adviseren u de netspanningsadapter te gebruiken. Bekijken van de beelden op uw computer  Sluit het Cyber-shotstation (bijgeleverd) en de netspanningsadapter (bijgeleverd) aan en steek de netspanningsadapter in een stopcontact. • Indien u Windows XP gebruikt, verschijnt de AutoPlay wizard automatisch op het bureaublad. Ga verder naar pagina 94. Toegangsindicaties* MENU "USB Mode Normal" verschijnt op het LCD-scherm van de camera. Wanneer er voor het eerst een USBverbinding tot stand wordt gebracht, draait uw computer automatisch het gebruikte programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. NL 91 • Als "USB Mode Normal" niet wordt afgebeeld in stap , drukt u op MENU, kiest u [USB Connect], en stelt dit in op [Normal]. • Koppel de camera niet los van het Cyber-shot-station tijdens de USBverbinding omdat de beeldgegevens hierdoor verminkt kunnen worden. Lees de opmerking om de USB-verbinding te verbreken.  Loskoppelen van de USBkabel van uw computer, verwijderen van de "Memory Stick Duo" uit uw camera, of uitschakelen van de camera tijdens een USB-verbinding Voor gebruikers van Windows 2000, Me, of XP 1 Dubbelklik op de taakbalk. Dubbelklik hier 2 Klik op (Sony DSC) als dit wordt afgebeeld en klik daarna op [Stop]. 3 Controleer dat het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. Stap 4 is niet nodig voor Windows XP gebruikers. 5 Koppel de USB-multikabel los, haal de "Memory Stick Duo" eruit of schakel de camera uit. NL 92 Voor gebruikers van Windows 98 of 98SE Controleer dat de toegangsindicaties (blz. 91) op het LCD-scherm wit zijn en voer alleen bovenstaande stap 5 uit. Beelden kopiëren – Windows 98/98SE/2000/Me  Dubbelklik op [My Computer] en dubbelklik daarna op [Removable Disk]. De inhoud van de "Memory Stick Duo" in de camera verschijnt. • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. • Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet wordt afgebeeld, zie pagina 93. • Indien u Windows XP gebruikt, zie pagina 94.  Dubbelklik op [DCIM] en dubbelklik daarna op de map waarin de beelden zijn opgeslagen die u wilt kopiëren.  Klik met de rechtermuisknop op het beeldbestand om het menu af te beelden en kies daarna [Copy] op het menu.  Dubbelklik de map [My Documents], klik met de rechtermuisknop in het venster "My Documents" om het menu af te beelden en kies daarna [Paste] op het menu. De overschrijven-bevestigingsmelding wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. De bestandsnaam veranderen Voor het kopiëren van een beeldbestand, zonder overschrijving, moet u de bestandsnaam in de gewenste naam wijzigen en daarna het beeldbestand kopiëren. Merk echter op dat wanneer u de bestandsnaam verandert, u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera. Als u beelden wilt weergeven met de camera, voert u de bediening uit op pagina 97. Wanneer het pictogram van een verwisselbare schijf niet wordt afgebeeld 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het "System Properties" venster wordt geopend. Bekijken van de beelden op uw computer De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. Als een beeld met dezelfde bestandsnaam reeds bestaat in de bestemmingsmap 2 Beeld [Device Manager] af.  Klik op [Hardware].  Klik op [Device Manager]. • Voor gebruikers van Windows 98, 98SE en Me is stap  overbodig. Klik op het tabblad [Device Manager]. 3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld, gooit u dit weg. Klik met de rechter muistoets op [ Sony DSC].  Klik op [Uninstall]. Het "Confirm Device Removal" (Bevestigen van verwijderen van apparaat)-scherm verschijnt. • Voor gebruikers van Windows 98, 98SE en Me, klik op [Remove].  Klik op [OK]. Het apparaat is verwijderd. Probeer de installatie van het USBstuurprogramma nogmaals met de CD-ROM (blz. 90). NL 93 — Windows XP Beelden kopiëren met behulp van de Windows XP AutoPlay wizard  Breng een USB-verbinding tot stand (blz. 91). Klik op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] (Kopieer beelden naar een map op mijn computer met behulp van Microsoft Scanner en Camera Wizard) en klik daarna op [OK]. Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.  Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick Duo" zijn opgeslagen, worden weergegeven.  Klik in het selectievakje van de beelden die u niet naar de computer wilt kopiëren om het vinkje te verwijderen en klik daarna op [Next]. NL 94 Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.  Kies een naam en bestemming voor uw beelden en klik vervolgens op [Next]. Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options" (Overige opties).  Kies [Nothing. I’m finished working with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het bewerken van deze afbeeldingen) en klik daarna op [Next]. Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" (Voltooien van wizard voor scanner en camera) verschijnt.  Klik op [Finish]. De wizard wordt afgesloten. • Om verder te gaan met het kopiëren van andere beelden, volgt u de procedure beschreven onder  op pagina 92 om de USB-kabel los te maken en weer aan te sluiten. Voer daarna de procedure vanaf stap  opnieuw uit. Bekijken van de beelden op uw computer  Klik op [Start] en klik daarna op [My Documents]. De inhoud van de map "My Documents" wordt weergegeven. • Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de map "My Documents". • Indien u niet Windows XP gebruikt, dubbelklik dan op [My Document] op het bureaublad.  Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory Stick Duo". Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP Bekijken van de beelden op uw computer Map met daarin beeldgegevens die werden opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie Map met daarin beeldgegevens die werden opgenomen met uw camera. Als u geen mappen creëert, is er alleen de map "101MSDCF" Map met daarin bewegende beelden enz., die werden opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • Voor verdere informatie over de map, zie blz. 55, 69. NL 95 Map Bestandsnaam Betekenis van bestand 101MSDCF tot 999MSDCF DSC0.JPG • Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de MOV0.MPG • Bewegende-beeldbestanden (blz. 84) MOV0.THM • Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 84) − Normale modus (blz. 29) − Exposure Bracket modus (blz. 63) − Burst-modus (blz. 66) − Multi Burst-modus (blz. 67) •  betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999. • De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende indexbeeldbestand zijn dezelfde. NL 96 Beeldbestanden bekijken met de camera nadat ze naar de computer zijn gekopieerd • Stap  is niet nodig als de bestandsnaam ingesteld in de camera, niet is veranderd. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. • Als een beeldbestand is verwerkt door de computer of als het beeldbestand werd opgenomen door een ander model camera dan die van u, kunnen wij niet garanderen dat het beeldbestand kan worden weergegeven. • Als de overschrijven-bevestigingsmelding wordt afgebeeld, voert u in stap  een ander nummer in. • Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe map aan met uw camera en kopieert u daarna het beeldbestand (blz. 55). Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor . • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen.  Kopieer het beeldbestand naar de map "Memory Stick Duo".  Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Copy].  Kies en dubbelklik op de map [DCIM] van de [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in [My Computer].  Klik met de rechter muisknop op de map [MSDCF] in de map [DCIM] en klik op [Paste].  betekent ieder willekeurig nummer van 100 t/m 999. Installeren van "Picture Package" en "ImageMixer VCD2" "Picture Package" is alleen voor Windows computers. U kunt het programma "Picture Package" op uw Windows-computer gebruiken voor het kopiëren, bekijken en bewerken van de opnamen die u met uw camera hebt gemaakt. Bij de installatie van "Picture Package", wordt tegelijkertijd ook het USB-stuurprogramma geïnstalleerd. Bekijken van de beelden op uw computer Als een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd niet meer in een "Memory Stick Duo" is opgeslagen, kunt u dat beeld nogmaals op de camera bekijken door het beeldbestand in de computer te kopiëren naar een "Memory Stick Duo".  Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0". • Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture Package" installeert. Voor computeromgeving Zie pagina 89 voor een eenvoudige Windows-besturingsomgeving. Andere systeemvereisten zijn als volgt. Software: Macromedia Flash Player 6.0 of hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger, DirectX 9.0b of hoger Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luidsprekers Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie: circa. 500 MB Grafisch: Videokaart (ondersteuning van Direct Draw) met 4 MB VRAM NL 97 • Om automatisch diavoorstellingen (blz. 101) te maken, is een Pentium III 500 MHz of een snellere CPU vereist. • Wanneer u "ImageMixer VCD2" gebruikt, wordt een computer met een Pentium III 800 MHz of sneller aanbevolen. • Deze software is geschikt voor DirectX. Voor gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn. • Voor het gebruik van een schrijver, om CD-ROM’s te branden, gelden andere vereisten.  Schakel de computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROMstation.  Klikt op [Picture Package/ ImageMixer VCD2].  Klik op [Next]. Het scherm "Licence Agreement" (Licentie overeenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, vinkt u het selectievakje "I accept the terms of the license agreement" (ik accepteer de licentie overeenkomst) aan en klikt u op [Next]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt.  Kies de gewenste taal en klik daarna op [Next]. Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. • Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt geïnstalleerd (blz. 90), mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de "Picture Package"-software hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows XP). NL 98 • Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.  Klik op [Next].  Klik op [Install] op het scherm "Ready to Install the Program" (Klaar om het programma te installeren). De installatie begint.  Controleer dat het selectievakje "Yes, I want to restart my computer now" (Ja, ik wil de computer nu opnieuw starten) is aangevinkt en klik daarna op [Finish]. De computer wordt opnieuw opgestart.  Klik op [Next] en volg de instructies op het scherm. Als het scherm "Welcome to setup for Direct X" (Welkom bij de installatie van Direct X) wordt afgebeeld nadat de installatie van het softwareprogramma klaar is, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Sluit de camera en de computer op elkaar aan met behulp van de USB-kabel. "Picture Package" wordt automatisch opgestart en de beelden worden automatisch naar de computer gekopieerd. Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt "Picture Package Viewer" opgestart en worden de gekopieerde beelden afgebeeld. Bekijken van de beelden op uw computer Nadat het installeren klaar is, wordt het scherm "Welcome to setup for ImageMixer VCD2" (Welkom bij de installatie van ImageMixer VCD2) afgebeeld. Beelden kopiëren met "Picture Package" De snelkoppelingen van "Picture Package Menu" en "Picture Package destination Folder" worden afgebeeld.  Haal de CD-ROM eruit. • Normaal gesproken worden de mappen "Picture Package" en "Date" aangemaakt in de map "My Picture" en worden alle beelden, opgenomen met de camera, in deze mappen gekopieerd. • Als "Picture Package" de beelden niet automatisch kan kopiëren, start u "Picture Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in [Copy automatically]. NL 99 "Picture Package" gebruiken Start [Picture Package Menu] op het bureaublad op om de diverse functies te gebruiken. • Het opstartscherm kan er, afhankelijk van uw computer, anders uitzien. U kunt de menuweergave naar wens aanpassen door op [Settings], rechtsonder op het scherm, te klikken. • Voor verdere informatie over het softwareprogramma, klikt u op in de rechterbovenhoek van ieder scherm om de online Helpfunctie af te beelden. Technische ondersteuning van "Picture Package" wordt geleverd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie leest u de informatie die bij de CD-ROM werd geleverd. NL 100 Beelden bekijken op een computer Klik op [Viewing video and pictures on PC] (Video en beelden bekijken op de PC) aan de linkerkant van het scherm en klik daarna op [Viewing video and pictures on PC] (Video en beelden bekijken op de PC) in de rechteronderhoek van het scherm. Het scherm dat gebruikt wordt voor het bekijken van de beelden, wordt afgebeeld. Beelden opslaan op een CD-R Klik op [Save the images on CD-R] (Beelden opslaan op de PC) aan de linkerkant van het scherm en klik daarna op [Save the images on CD-R] (Beelden opslaan op de PC) in de rechteronderhoek van het scherm. Het scherm dat gebruikt wordt voor het opslaan van beelden op een CD-R, wordt afgebeeld. • Om beelden op een CD-R op te slaan is een cd-schrijver nodig. Voor meer informatie betreffende geschikte schrijvers, moet u de volgende homepage van het Pixela User Support Center raadplegen. http://www.ppackage.com/ Een video-CD met een menu maken ("ImageMixer VCD2") "ImageMixer VCD2" is compatibel met video-CD voor stilstaande beelden met een hoge resolutie. Bevestig dat de instellingen overeenkomstig uw wensen zijn. Klik op [Automatic Slideshow Producer] aan de linkerkant van het scherm en klik vervolgens op [Automatic Slideshow Producer] in de rechtsonder op het scherm.  Bevestig het voorbeeld van het Video-CD-bestand.  Klik in het linkerkader op het bestand waarvan u een voorbeeld wilt bekijken.  Klik op [] om een voorbeeld te bekijken.  Klik op [Next] en voer de discnaam in. Het "ImageMixer VCD2"-scherm verschijnt. Een diavoorstelling maken Bekijken van de beelden op uw computer  Klik op [Burning Video CD] aan de linkerkant van het scherm en klik vervolgens op [Burning Video CD] in de rechtsonder op het scherm.  Stel de menu achtergrond, knoppen, titels, enz., in en klik daarna op [Next]. Het scherm dat gebruikt wordt voor het maken van een diavoorstelling, wordt afgebeeld. Wanneer u een CD-r plaatst in het CD-R-station en op [Write] klikt, wordt het scherm afgebeeld voor het schrijven naar een disc.  Klik op [Video CD].  Selecteer de map waarin de gewenste bestanden zijn opgeslagen.  Selecteer de gewenste map in het linkerkader en klik daarna op [Add]. De geselecteerde mappen worden naar het rechterkader verplaatst.  Klik op [Next]. NL 101 Beelden afdrukken  Voer de procedures uit zoals beschreven onder "Beelden bekijken op een computer" (blz. 100) om de lijst met beelden af te beelden.  Klik op [File] in de linkerbovenhoek van het scherm en kiest daarna [Print]. —Voor gebruikers van Macintosh Aanbevolen computeromgeving  Dubbelklik en kies de beelden op de lijst die u wilt afdrukken.  Klik op de scherm. toets op het Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2, of Het scherm van de Wizard afdrukken wordt afgebeeld.  Stel het papierformaat en het aantal af te drukken vellen en beelden in. Het scherm dat gebruikt wordt voor het afdrukken van beelden wordt afgebeeld. NL 102 Beelden kopiëren naar uw computer Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3) Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. USB-poort: Standaard geleverd • Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk op één en dezelfde computer aansluit, zal bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw camera, al naar gelang het type -apparatuur mogelijk niet werken. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. USB-modus Er zijn twee functies voor een USB verbinding wanneer u aansluit op een computer: de [Normal] en [PTP]* functie. De standaardinstelling is de [Normal]functie. Dit gedeelte neemt de [Normal] functie als voorbeeld. Communicatie met uw computer Na herstel van uw computer vanuit de Suspend- of Sleep-modus is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. Wanneer uw computer niet is uitgerust met een USB-poort Wanneer zowel een USB-poort als een "Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn, kunt u beelden kopiëren via een extern apparaat. Zie de Sony-website voor informatie. http://www.sony.net/ Voor verdere informatie zie pagina 91. Loskoppelen van de USB-kabel van uw computer, verwijderen van de "Memory Stick Duo" uit uw camera of uitschakelen van de stroom tijdens een USB-verbinding Sleep het pictogram van het station of de "Memory Stick" en zet het neer op het "Trash" pictogram, koppel daarna de USBkabel los, verwijder de "Memory Stick Duo" of schakel de camera uit. • Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, maakt u de USB-kabel los, enz., nadat u de computer hebt uitgezet.  Beelden kopiëren 1 Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram op het bureaublad. De inhoud van de "Memory Stick Duo" in de camera verschijnt. 2 Dubbelklik op [DCIM]. 3 Dubbelklik op de map waarin de beelden die u hebt gekopieerd, zijn opgeslagen. Bekijken van de beelden op uw computer * Voor verdere informatie over de PTPverbinding, zie blz. 127.  Uw camera aansluiten op uw computer 4 Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de harde schijf en zet ze erop neer. • De beeldbestanden worden naar de harde schijf gekopieerd. Voor informatie over de opslaglocatie van de beelden en de bestandsnamen, zie pagina 95.  De beelden bekijken op uw computer 1 Dubbelklik op het pictogram van de harde schijf. 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde bestanden zitten. Het beeldbestand wordt geopend. • "Picture Package" kan niet worden gebruikt op een Macintosh. NL 103 "ImageMixer VCD2" gebruiken "ImageMixer VCD 2" is ook compatibel met Macintosh (Mac OS X (v10. 1. 5 of hoger)). Met behulp van "ImageMixer VCD2" op de CD-ROM die bij de camera werd geleverd, kunt u een video-CD maken met stilstaande beelden en bewegende beelden opgeslagen op de computer. • "ImageMixer VCD2" voor Macintosh kan alleen met behulp van een disk-image het beeldbestand op een CD-R opslaan in het video-CD-formaat. De door Roxio gemaakte "Toast" software (niet bijgeleverd) is vereist om een video-CD te maken. • Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u alle softwareprogramma’s af voordat u "ImageMixer VCD2" installeert. Technische ondersteuning van "ImageMixer VCD2" wordt geleverd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie leest u de informatie die bij de CD-ROM werd geleverd. NL 104 Vereiste computeromgeving Besturingssysteem: Mac OS X (v10.1.5 of hoger) Het bovenstaande besturingssysteem dient in de fabriek te zijn geïnstalleerd. CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, Power Mac G3/G4-series Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie: circa 250 MB Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer, 32.000 kleuren of meer • Installatie van QuickTime 4 of hoger is vereist. (QuickTime 5 wordt aanbevolen.) • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd.  Installeren van "ImageMixer VCD2" 1 Schakel uw computer in. • De displayinstellingen moeten 1024 × 768 punten of meer en 32.000-bits of meer zijn. 2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 3 Dubbelklik op het pictogram van de CD-ROM. 4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de map [MAC] naar de vaste schijf. 5 Dubbelklik op het bestand [IMXINST. SIT] in de kopieerbestemmingsmap. 6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand [ImageMixer VCD2_Install]. 7 Nadat het gebruikersinformatiescherm is afgebeeld, voert u de gewenste naam en het wachtwoord in. De installatie van de software begint.  Een video-CD met een menu maken "ImageMixer VCD2" is compatibel met video-CD voor stilstaande beelden met een hoge resolutie. 1 Open de map [ImageMixer] in [Application]. Bekijken van de beelden op uw computer 2 Klik op [ImageMixer VCD2]. 3 Voer de stappen  t/m  uit op blz. 101. 4 Klik op [Next] en voer de discnaam en bestemming in. De voorbereidingen voor het opslaan van de bestanden op een CD-R zijn voltooid. NL 105 Verhelpen van storingen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 1 Controleer eerst de punten in de onderstaande tabellen. Indien er codes "C::" op het scherm verschijnen, is de zelfdiagnosefunctie in werking getreden (blz. 119). 2 Als de camera nog steeds niet juist werkt, drukt u op de RESET toets rechtsonder op de regelknop met behulp van een puntig voorwerp, en schakelt u daarna de camera weer in. (Door indrukken van deze toets gaan alle instellingen inclusief de datum en tijd verloren en worden de fabrieksinstellingen ingesteld.) 3 Mocht het probleem hiermee nog niet zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. RESETtoets Accu en spanning Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt de accu niet opladen. • De camera is ingeschakeld. Schakel de camera uit (blz. 20). De accu kan niet worden geplaatst. • Druk op de accu-valpreventielip en open deze (blz. 14). • Plaats de accu correct (blz.14). Het /CHG-lampje knippert wanneer er • Plaats de accu correct (blz.14). • In de accu is een defect opgetreden. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke een batterij wordt opgeladen. technische dienst van Sony. • De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op. NL 106 Oorzaak/oplossing Het /CHG-lampje gaat niet branden wanneer er een accu wordt opgeladen. • De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19). • Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. • Plaats de accu correct (blz. 14). • De accu is volledig opgeladen. • De accu is leeg. Sluit de netspanningsadapter opnieuw aan en laad de accu op. • Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12). De batterij-restladingsindicatie is onjuist of er is volgens de batterijrestladingsindicatie nog voldoende stroom, maar toch is de stroom spoedig op. • U hebt de camera in een bijzonder hete of een bijzonder koude omgeving gebruikt (blz. 128). • Er is een verandering opgetreden in de resterende gebruiksduur van de accu. Ontlaad de accu volledig en laad deze daarna weer volledig op zodat de batterij-restladingsindicatie goed werkt (blz. 17). • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe. De accu raakt te snel leeg. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe. • U hebt de camera in een buitengewoon koude omgeving gebruikt (blz. 128). • De accupool is vuil. Maak de accupool schoon met een wattenstaafje of iets dergelijks, en laad de accu op. • Nadat u de accu hebt opgeladen, trekt u de gelijkstroomstekker uit de camera. De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de accu correct (blz. 14). • De netspanningsadapter is niet goed aangesloten. Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 19). • Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 133). Vervang de accu door een nieuwe. • Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12). De camera schakelt plotseling uit. • Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen leeg raken. Schakel de camera weer in (blz. 20) of gebruik de netspanningsadapter (blz. 19). • De accu is leeg. Plaats een opgeladen accu (blz. 14). • Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12). Verhelpen van storingen Symptoom NL 107 Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Symptoom Oorzaak/oplossing Het LCD-scherm wordt niet ingeschakeld wanneer de camera wordt ingeschakeld. • De LCD-achtergrondverlichting is uitgeschakeld met en u bevindt zich op een donkere plaats. Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met (blz. 32). Het onderwerp is niet zichtbaar op het • Zet de modusschakelaar op LCD-scherm. NL 108 of (blz. 31 en 84). Het LCD-scherm wordt blauw en het onderwerp wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op de A/V OUT (MONO) aansluiting. Koppel de audio/video-aansluitkabel los of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)]. Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Zet de camera in de close-up (macro)-opnamefunctie en plaats de camera verder weg dan de minimale scherpstelafstand (circa. 8 cm voor de W-kant en circa. 25 cm voor de T-kant) en neem vervolgens het beeld op (blz. 35). Of stel (vergrootglasfunctie) op het menu in en stel scherp binnen het bereik van 1 cm t/m 20 cm tot het onderwerp. • Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan (Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of (Vuurwerkfunctie). • De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 59). De optische zoom werkt niet. • U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan (Vergrootglasfunctie). De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet. • [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (blz. 33 en 125). • De modusschakelaar staat in de stand . Zet de modusschakelaar in de stand . De slimme-zoomfunctie werkt niet. • [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of [Off] op het Setup-scherm. Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (blz. 33 en 125). • Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en [3:2] (blz. 25). • De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de Multi-Burst-functie (blz. 33 en 67). • De modusschakelaar staat in de stand . Zet de modusschakelaar in de stand . Oorzaak/oplossing Het beeld is te donker. • U filmt een onderwerp met een lichtbron erachter. Kies de lichtmeetfuncite (blz. 62) of regel de belichting (blz. 60 en 121). • De helderheid van het LCD-scherm is te laag. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 126). • Schakel de LCD-achtergrondverlichting in met (blz. 32). Het beeld is te licht. • U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een podium. Regel de belichting (blz. 60 en 121). • De helderheid van het LCD-scherm is te hoog. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 126). Het beeld is monochroom (zwart-wit). • Stel [PFX] (P.Effect) in op een andere functie dan [B&W] (blz. 68). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. Wanneer u op een donkere plaats naar het LCD-scherm kijkt, is het beeld gestoord. • De camera probeert de zichtbaarheid van het LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk te verhelderen onder onderbelichte omstandigheden. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De camera kan geen beelden opnemen. • Er is geen "Memory Stick Duo" geplaatst. Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24). • De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo" (blz. 49 en 86) of laad de huidige batterijen op"Memory Stick Duo". • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif het in de opnamestand (blz.131). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de modusschakelaar op (blz. 31) voor het opnemen van stilstaande beelden. • Zet de modusschakelaar op (blz. 84) voor het opnemen van stilstaande beelden. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 131) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)]. Het opnemen duurt erg lang. • De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd (blz. 43). Verhelpen van storingen Symptoom NL 109 NL 110 Symptoom Oorzaak/oplossing De flitser werkt niet. • Zet de modusschakelaar in de stand (blz. 31). • De flitser staat op (niet flitsen). Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 37). • Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43) dan (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie). • Wanneer (Vergrootglasfunctie), (Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie), (Strandfunctie) of (Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen als scène-keuzefunctie, stelt u de flitsermodus in op (Altijd flitsen) (blz. 37). • Stel [Mode] (REC Mode) in op [Normal]. Wazige vlekjes verschijnen op beelden opgenomen met de flitser. • Stof in de lucht reflecteerde het flitslicht en werd met het beeld opgenomen. Dit is normaal. De close-up (macro)-opnamefunctie werkt niet. • Kies bij het opnemen van stilstaande beelden een andere scène-keuzefunctie (blz. 43). dan (Vergrootglasfunctie), (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie). U kunt niet ononderbroken opnemen • De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick Duo" (blz. 49 en 86) of verwissel de "Memory Stick Duo" • De batterij-restlading is onvoldoende, u kunt alleen een enkel beeld opnemen. Plaats een opgeladen accu (blz. 14). De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Red Eye Reduction] op het Setup-scherm in op [On] (blz. 37 en 125). • Verklein de afstand tot het onderwerp tot de aanbevolen afstand en neem het beeld op met gebruik van de flitser (blz. 37). • Bij opnamen binnenshuis, verbeter de verlichting en neem het beeld op. De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • Stel de juiste datum en tijd in (blz. 21 en 127). Symptoom Oorzaak/oplossing De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • Stel de juiste belichting in (blz. 60). Beelden bekijken Oorzaak/oplossing De camera kan geen beelden weergeven. • Zet de modusschakelaar in de stand (blz. 44). • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer (blz. 97). • Als een beeldbestand is verwerkt door de computer of als het beeldbestand werd opgenomen door een ander model camera dan die van u, kunnen wij niet garanderen dat het beeldbestand kan worden weergegeven. • De camera staat in de USB-modus. Annuleer de USB-communicatie (blz. 92 en 103). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na het begin van de weergave, het beeld er korrelig uitzien. Dit is geen defect. Het beeld verschijnt niet op het TVscherm. • Het video-uitgangssignaal van de camera is verkeerd ingesteld op het Setup-scherm. Verander de instellingen (blz. 54 en 127). • De aansluiting is niet goed. Controleer de aansluiting (blz. 46). • De USB-kabel zit nog in de USB-aansluiting (blz. 46). Volg de procedure in de opmerking  op blz. 92 (Windows) of  op blz. 103 (Macintosh) en koppel de USB-kabel los. Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Zie blz. 112. Verhelpen van storingen Symptoom Beelden wissen/bewerken Symptoom Oorzaak/oplossing De camera kan geen beeld wissen. • Het beeld is beveiligd. Annuleer de beveiliging (blz. 74). • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131). U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Door de markering  (beveiliging) in te stellen, voortkomt u dat beelden per ongeluk LOCK worden gewist (blz. 74). • We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131). NL 111 Symptoom Oorzaak/oplossing De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen. U kunt een afdrukmarkering (DPOF) niet afbeelden. • U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet afbeelden op bewegende beelden. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden duren niet lang genoeg om te knippen. • Beveiligde bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. Annuleer de beveiliging (blz. 74). • Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. Computers Symptoom Oorzaak/oplossing U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is. • Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 89 en 102). U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren. • In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde beheerders) (blz. 89). Uw computer herkent de camera niet. • • • • • • • • • • NL 112 Schakel de camera in (blz. 20). De batterij is zwak. Gebruik de netspanningsadapter (blz. 19). Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 91 en 102). Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als het Cyber-shot-Station en sluit deze daarna opnieuw stevig aan. Zorg dat er "USB Mode" op het LCD-scherm wordt aangegeven (blz. 91). Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12). Stel [USB Connect] op het Setup-scherm in op [Normal] (blz. 54 en 127). De USB-aansluitingen van uw computer zijn verbonden met andere apparatuur, afgezien van het toetsenbord, de muis en het Cyber-shot-station. Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve het toetsenbord en de muis (blz. 89). De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de computer. Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 89). Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 90). Uw computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera hebt aangesloten op de computer met behulp van een USB-kabel voordat u de "USB Driver" (USB-stuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de bijgeleverde CD-ROM. Wis het verkeerd herkende apparaat van uw computer (blz.93) en installeer daarna het USB-stuurprogramma (blz. 90). Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt geen beelden kopiëren. • Vormt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91, 103). • Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 92, 94, 99 en 102). • U hebt geprobeerd een opname te maken met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd was met een computer. Maak een opname met een "Memory Stick Duo" die geformatteerd is door uw camera. Na een USB-verbinding tot stand te hebben gebracht, start "Picture Package" niet automatisch. • Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings]. • Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is ingeschakeld (blz. 91). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op help rechtsboven in elk scherm klikken. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick Duo" weer. Kopieer de bewegende beelden naar de harde schijf van uw computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de harde schijf weer (blz. 92, 94, 99 en 102).) U kunt een beeld niet afdrukken. • Controleer de printerinstellingen. Verhelpen van storingen Beelden die al een keer naar de • Naar de verkeerde map gekopieerd. Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF" computer gekopieerd zijn kunnen niet (blz. 97). door de camera weergegeven worden. • De map- of bestandsnaam op uw computer is veranderd (blz. 97). "Memory Stick Duo" Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt geen "Memory Stick Duo" in de camera plaatsen. • U probeert de "Memory Stick Duo" achtertevoren in de camera te plaatsen. Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze (blz. 24). U kunt niet opnemen op een "Memory • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK Stick Duo". staat. Schuif het in de opnamestand (blz.131). • De "Memory Stick Duo" is vol. Wis overbodige beelden (blz. 49 en 86). • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Plaats een "Memory Stick PRO Duo" (blz. 84 en 131) of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)]. NL 113 Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt een "Memory Stick Duo" niet formatteren. • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131). U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick Duo" worden gewist bij het formatteren. U kunt deze niet herstellen. We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 131). PictBridge-compatibel printer NL 114 Symptoom Oorzaak/oplossing De verbinding komt niet tot stand. • • • • U kunt geen beelden afdrukken. • De camera is niet aangesloten op de printer. Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze zijn aangesloten met behulp van de USB kabel. • Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u meegeleverd kreeg, raadplegen. • Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen, is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer, het afdrukken niet kunt hervatten. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog steeds niet kunt afdrukken, moet u de USB-kabel losmaken, de printer uitschakelen en daarna weer inschakelen, en dan weer de USB-kabel aansluiten. • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Beelden die bewerkt zijn met een computer of beelden die met een andere camera dan deze zijn opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt worden. De afdrukopdracht is geannuleerd. • U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de aanduiding verdwenen was. U kunt in de functie indexweergave geen datum invoeren of de afbeeldingen afdrukken. • Raadpleeg de fabrikant of de printer de datum functie of index afdruk functie kan uitvoeren of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. Raadpleeg de fabrikant van de printer. Het papierformaat waarop u wilt afdrukken verschijnt niet • Raadpleeg de fabrikant of de printer het papierformaat waarop u wilt afdrukken, ondersteunt. Raadpleeg de fabrikant of de printer compatibel is met PicBridge of niet. Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan worden op de camera. Stel [USB Connect] in op [PictBridge] op het Setup-scherm (blz. 127). De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-multikabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. (USB-multikabel niet loskoppelen) "---- -- --" wordt afgedrukt op de plaats • Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden met de datum ingevoegd. Stel [Date] van de ingevoegde datum. in op [Off] en druk daarna het beeld af. Symptoom Oorzaak/oplossing U kunt niet afdrukken met de huidige • Als het printerpapier werd veranderd naar papier van een ander formaat nadat de camera werd papierformaatinstelling van de printer. aangesloten op de printer, koppelt u de USB-kabel los van de printer en sluit u deze weer aan. • De afdrukinstelling van de camera verschilt van de printerinstelling. Verander de papierformaatinstelling van de camera (blz. 79 en 81) of verander de printerinstelling. U kunt geen andere bedieningen uitvoeren nadat het afdrukken is gestopt. • De printer voert de printer-stop-procedure uit. Wacht tot deze procedure is voltooid. (Deze procedure kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer). Overige Oorzaak/oplossing Een zacht ratelgeluid is hoorbaar in de camera wanneer u deze beweegt. • Voor sommige lensfuncties van de camera worden lineaire mechanismen gebruikt. Dit is normaal. De camera werkt niet. • U gebruikt geen "InfoLITHIUM" accu. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 132). • De batterij is zwak. (De indicatie  verschijnt.) Laad de accu op (blz.14). • Sluit de netspanningsadapter goed aan op de multi-aansluiting van de camera en op een stopcontact (blz. 19). • Sluit de camera goed aan op het Cyber-shot-station (blz. 12). De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet. • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u op de RESET toets rechtsonder op de regelknop met behulp van een puntig voorwerp, en schakelt u daarna de camera weer in. (Hierdoor worden de datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.) (blz. 106) U kunt een indicatie op het scherm niet herkennen. • Controleer de indicatie (blz. 136 tot 139). De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen, alvorens de camera te gebruiken (blz. 129). De camera wordt warm wanneer u deze lang achtereen gebruikt. • Dit is normaal. Verhelpen van storingen Symptoom NL 115 Waarschuwingen en meldingen Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen. NL 116 Melding Betekenis/Oplossing No Memory Stick • Plaats een "Memory Stick Duo" (blz. 24). System error • Schakel de camera uit en daarna weer in (blz. 20). Memory Stick error • • • • Memory Stick type error • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131). Format error • De "Memory Stick Duo" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick Duo" opnieuw (blz. 51). Memory Stick locked • U gebruikt een "Memory Stick Duo" met een schrijf-beveiligingsschakelaar die in de stand LOCK staat. Schuif het in de opnamestand (blz. 131). No memory space • De capaciteit van de "Memory Stick Duo" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 49 en 86). Read only memory • De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick Duo". No file in this folder • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. Folder error • Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan. Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick Duo". U kunt geen mappen aanmaken. Cannot record • De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 56). File error • Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden. File protect • Het beeld is beveiligd tegen wissen. Annuleer de beveiliging (blz. 74). De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 131). De"Memory Stick Duo" is beschadigd. De aansluitpunten van de "Memory Stick Duo" zijn vuil. Plaats de "Memory Stick Duo" op de juiste wijze (blz. 24). Melding Betekenis/Oplossing For "InfoLITHIUM" battery only • De batterij is niet van het type "InfoLITHIUM". Image size over • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. Cannot divide • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen (meer dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen bewegend beeld. Invalid operation • U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.  • De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de accu op (blz. 14). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is. • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief of zet de camera op een andere manier vast. • Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt. 640(Fine) is not available • 640(Fine) kan alleen worden opgenomen op "Memory Stick PRO Duo". Plaats een "Memory Stick PRO Duo" of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)]. Enable printer to connect • [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridgecompatibel is. Controleer het apparaat. • De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. Connect to • U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is. device No printable image • U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding te controleren. • U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken. Printer busy • Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer. Paper error • Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer. Ink error • Een inktfout is opgetreden in de aangesloten printer, of de inkt is (bijna) op. Controleer de printer. Printer error • De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto die u wilt afdrukken, op beschadigingen. Verhelpen van storingen Turn the power off and on again NL 117 Melding Betekenis/Oplossing • Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Sluit geen USB-kabel aan. Processing NL 118 • De printer voert de printer-stopprocedure uit. Afdrukken is niet mogelijk totdat deze procedure is afgerond. Deze procedure kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Zelfdiagnosefunctie – Indien er een code verschijnt die met een letter begint Oorzaak Oplossing C:32:  Er is een probleem met de hardware van de camera. • Schakel de camera uit en daarna weer in (blz. 20). C:13:  De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick Duo". • Plaats de "Memory Stick Duo" meerdere keren opnieuw. Er is een ongeformatteerde "Memory Stick Duo" geplaatst. • Formatteer de "Memory Stick Duo" (blz. 51). De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet in deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. • Plaats een nieuwe "Memory Stick Duo" (blz. 24). Er heeft zich een probleem voorgedaan dat u zelf niet kunt oplossen. • Druk op de RESET-toets rechtsonder op de regelknop, en schakel daarna de camera weer in. (blz. 106) E:61:  E:91:  Verhelpen van storingen Deze camera beschikt over een zelfdiagnosefunctie. Met deze functie wordt de toestand van de camera weergegeven op het LCD-scherm met een combinatie van één letter en vier cijfers. Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de volgende codetabel en probeer de bijbehorende oplossingen uit. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Code Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande oplossingen hebt uitgeprobeerd. C:32:ss Zelfdiagnosefunctie NL 119 Aantal beelden dat kan worden opgeslagen of opnameduur Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen en de opnameduur verschillen, afhankelijk van de "Memory Stick Duo", het beeldformaat en de beeldkwaliteit. Raadpleeg tabellen hiernaast wanneer u een "Memory Stick Duo" kiest. • Het aantal beelden is vermeld in de volgorde Fine (Standard). • Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen en de opnameduur kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. • Voor de normale opnameduur en het aantal beelden dat kan worden opgenomen, zie blz. 28. • Wanneer het aantal resterende beelden om op te nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de ">9999" indicatie op het LCD-scherm. • Onderstaande tabel laat bij benadering het aantal beelden en de opnameduur zien die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick Duo" die in deze camera is geformatteerd. NL 120 Multi Burst (Eenheden: beelden) 16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 24 (46) 50 (93) 101 (187) 202 (376) 357 (649) 726 (1320) 16MB 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB — — — — 0:02:57 0:06:02 640(Standard) 0:00:42 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 160 0:11:12 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 1M Bewegend beeld 640(Fine) De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten, 45 seconden". • Het beeldformaat is als volgt: 640(Fine): 640×480 640(Standard): 640×480 160: 160×112 Menuonderdelen De te wijzigen menuonderdelen kunnen, afhankelijk van de positie van de modusschakelaar of de instellingen, verschillen. De menuonderdelen worden onthouden, zelfs nadat de camera is uitgeschakeld of de modusschakelaar in een andere stand wordt gezet (behalve [PFX] (P.Effect)). Wanneer de modusschakelaar op staat Onderdeel Instelling (Camera) / / (EV)1) De fabrieksinstellingen zijn aangegeven met . Beschrijving / / / / / Program /  Auto / / De camerafunctie kiezen (blz. 31). De belichting regelen (blz. 60).  (Focus)1)5) / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Spot AF / Center AF /  Multi AF De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling vooraf instellen (blz. 59). (Metering Mode)1) Spot /  Multi Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen (blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen. WB (White Bal)1)5) WB // / / /  Auto De kleurbalans instellen (blz. 65). 1)5) 400 / 200 / 100 / Auto De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt. (P.Quality)1)  Fine / Standard Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 54). ISO Aanvullende informatie +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / 0EV / –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV / –2.0EV NL 121 Onderdeel 5) Mode (REC Mode) Instelling Beschrijving Multi Burst – Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele afbeelding (blz. 67). – Drie beelden opnemen met de belichtingswaarde van ieder beeld iets anders (blz. 63). – Neemt ononderbroken op met een kort opname-interval (blz. 66). – Neemt ononderbroken nog meer beelden op (blz. 66). – Een beeld met de normale opnamemodus opnemen. Exp Brktg Speed Burst Burst  Normal BRK (Bracket Step)3) ±1.0EV / ±0.7EV / ±0.3EV De belichtingscompensatiewaarde instellen voor het opnemen van drie beelden met verschoven belichting (blz. 63). (Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Exp Brktg].) 1/7.5 / 1/15 / 1/30 Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 67). (Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan [Multi Burst].) + /  Normal / – De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 66). B&W / Sepia /  Off Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68).  (Saturation) + /  Normal / – De verzadiging van het beeld instellen. De  indicatie verschijnt (behalve wanneer de instelling Normal is).  (Contrast)2) + /  Normal / – De contrast van het beeld instellen. De  indicatie verschijnt (behalve wanneer de instelling Normal is). + /  Normal / – De scherpte van het beeld regelen. De de instelling Normal is). M (Interval)3) (Flash Level)4) 1) PFX (P.Effect) 2) (Sharpness)2) 1) indicatie verschijnt (behalve wanneer Dit verschijnt niet wanneer (Camera) op het menu is ingesteld op [Auto]. Dit verschijnt niet wanneer (Camera) op het menu is ingesteld op anders dan [Program]. (Vergrootglasfunctie), Dit verschijnt niet wanneer (Camera) is ingesteld op [Auto], (Schemerfunctie), (Schemer-portretfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie). 4) Dit verschijnt niet wanneer (Camera) is ingesteld op [Auto], (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) . 5) De beschikbare instellingen zijn beperkt afhankelijk van de (Camera) instellingen op het menu. 2) 3) NL 122 Wanneer de modusschakelaar op Onderdeel staat Instelling Beschrijving +2.0EV / +1.7EV / +1.3EV /+1.0EV / +0.7EV / +0.3EV / 0EV / –0.3EV / –0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV / –2.0EV De belichting regelen (blz. 60).  (Focus) / 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Spot AF / Center AF /  Multi AF De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 57), of de scherpstelling vooraf instellen (blz. 59). (Metering Mode) Spot /  Multi Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen (blz. 62). Het lichtmeetbereik instellen. WB (White Bal) / PFX (P.Effect) B&W / Sepia /  Off (EV) / / /  Auto De kleurbalans instellen (blz. 65). Speciale beeldeffecten instellen (blz. 68). Aanvullende informatie NL 123 Wanneer de modusschakelaar op Onderdeel staat Instelling Beschrijving OK / Cancel De map kiezen die de beelden bevat die u wilt weergeven (blz. 69). — Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen en de beveiliging opheffen (blz. 74). (DPOF) — Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt afdrukken en deze opheffen (blz. 82). (Print) — Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is (blz. 77). Interval – Het interval voor een diavoorstelling instellen.(blz. 71). (Alleen in de enkelbeeldmodus)  3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min – Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.  Folder / All – De beelden herhaaldelijk weergeven.  On / Off – De diavoorstelling laten beginnen. – De diavoorstelling annuleren. (Folder)  (Protect) (Slide) Image Repeat Start Cancel (Resize) (Rotate) (Divide) NL 124 5M / 3M / 1M / VGA / Cancel (links) / OK / Cancel (rechts) / OK / Cancel Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 75). (Alleen in de enkelbeeldmodus) Het stilstaande beeld roteren (blz. 72). (Alleen in de enkelbeeldmodus) Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 87). (Alleen in de enkelbeeldmodus) SET UP-onderdelen Het Setup-scherm verschijnt wanneer u verder gaat naar op het menu en nogmaals op  drukt. De fabrieksinstellingen zijn aangegeven met . 1 (Camera 1) Instelling Beschrijving AF Mode  Single / Monitor De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 58). Digital Zoom  Smart / Precision / Off De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 33). Date/Time Day&Time / Date /  Off Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld. De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burstfunctie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet tijdens het opnemen. (blz. 38). The date and time are not inserted in movie or Multi Burst mode. Also, the date and time appear only during playback, and do not appear during recording. Red Eye Reduction On /  Off Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 37). AF Illuminator  Auto / Off Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 38). Auto Review  On / Off Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Als dit is ingesteld op [ON], wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven. Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. Onderdeel Instelling Beschrijving Enlarged Icon  On / Off Kiezen of de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroot worden afgebeeld wanneer u op (flitsermodus), (zelfontspanner) of (macro) drukt. 2 Aanvullende informatie Onderdeel (Camera 2) NL 125 (Memory Stick Tool) Onderdeel Instelling Beschrijving Format OK / Cancel De "Memory Stick Duo" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens van de "Memory Stick Duo" gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 51). Create REC. Folder OK / Cancel Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 55). Change REC. Folder OK / Cancel De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 56). Onderdeel Instelling Beschrijving LCD Backlight Bright /  Normal De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt. Wordt alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de accu. Beep Shutter  On − Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt. − Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt. − De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen. 1 (Setup 1) Off Language NL 126 — De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal. 2 (Setup 2) Onderdeel Instelling Beschrijving File Number  Series − Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick Duo" wordt verwisseld of een andere opnamemap wordt gebruikt. − De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) Reset USB Connect PictBridge PTP  Normal Video Out Clock Set NTSC − Verbindt de camera met een PictBridge-compatibele printer (blz. 78). − Wanneer een PTP-verbinding tot stand is gebracht, start de Copy Wizard automatisch en kopieert de beelden in de opnamemap (blz. 95) die in de camera is ingesteld naar de computer. (Dit wordt ondersteund voor Windows XP en Mac OS X.) − Maakt een USB-verbinding tussen de camera en een computer (blz. 91 en 103). PAL − Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-functie (bijvoorbeeld de VS of Japan). − Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-functie (bijvoorbeeld Europa). OK / Cancel Voor het instellen van datum en tijd (blz. 21 en 54). Aanvullende informatie NL 127 Voorzorgsmaatregelen Laat de camera niet liggen op de volgende plaatsen • In bijzonder hete plaatsen, zoals in een auto die in de volle zon is geparkeerd. De behuizing van de camera kan vervormd raken of hierdoor kan een storing optreden. • Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron. De behuizing van de camera kan verkleurd of vervormd raken of hierdoor kan een storing optreden. • Op plaatsen met trillingen • In de buurt van een sterk magnetisch veld • Op zanderige of stoffige plaatsen, dus wees voorzichtig dat er geen zand of stof in de camera komt. Hierdoor kan in de camera een storing optreden en in bepaalde gevallen kan deze storing niet worden verholpen. Dragen Ga niet op een stoel of andere plaats zitten met de camera in uw achterzak van uw broek of rok omdat hierdoor een storing kan optreden of de camera beschadigd kan raken. NL 128 Reiniging Het LCD-scherm reinigen Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Reiniging van de lens Veeg de lens schoon met een zachte doek om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Reiniging van de gelijkstroomstekker Maak de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter schoon met een droog wattenstaafje. Gebruik de netspanningsadapter niet met een vuile stekker. Als u de netspanningsadapter met een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt geladen. De buitenkant van de camera reinigen Maak de buitenkant van de camera schoon met een zachte doek bevochtigd met water en veeg het oppervlak daarna droog met een droge doek. Gebruik de onderstaande middelen niet omdat deze de afwerking of de behuizing kunnen beschadigen. − Chemische producten zoals verdunner, benzine, alcohol, wegwerpdoeken, insecticiden enz. − Aanraking van de camera met een bovenstaande stof aan uw handen − Aanraking door rubber of vinyl gedurende een lange tijd Bedrijfstemperatuur Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. Condensvorming Als de camera rechtstreeks van een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte wordt neergelegd, kan er vocht condenseren in of op de behuizing van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: • De camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht. • De camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Hoe condensvorming te voorkomen Wanneer u de camera van een koude naar een warme ruimte brengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze langzaam (ongeveer een uur) acclimatiseren. Deze camera is voorzien van een ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor handhaving van de datum en tijd en andere instellingen, ongeacht of het apparaat is ingeschakeld of uitgeschakeld. Deze oplaadbare knoopbatterij wordt tijdens het gebruik van de camera continu opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig uitgeput. In dit geval dient u de oplaadbare knoopbatterij altijd op te laden voordat u de camera gaat gebruiken. Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog altijd gebruiken zolang u de datum en tijd niet opneemt. Oplaadmethode Sluit de camera aan op een stopcontact met behulp van de netspanningsadapter of plaats een opgeladen accu en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. Aanvullende informatie Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. Ingebouwde oplaadbare knoopbatterij NL 129 De interne oplaadbare knoopbatterij verwijderen Wanneer u de camera afdankt, moet u de interne oplaadbare knoopbatterij uit de camera verwijderen.  Open het batterij/"Memory Stick Duo"-deksel. Houder van de interne oplaadbare knoopbatterij richting van de pijl naar buiten en trek de flexibele kabel waarmee de batterijhouder vast zit eraf. Raak de interne oplaadbare knoopbatterij niet aan tijdens het gebruik. Wanneer de knoopbatterij is verwijderd, kunt u deze niet terugplaatsen. Volg de richtlijnen voor klein chemisch afval wanneer u de oplaadbare knoopbatterij weggooit. Met de volgende procedure kunt u de knoopbatterij eenvoudig verwijderen. Gereedschap: een platkopschroevendraaier of een gelijkaardig gereedschap. Controleer of de camera is uitgeschakeld voordat u de volgende bewerking uitvoert. Verwijder ook de netspanningsadapter en de accu.  Duw de punt van het gereedschap in de sleuf in de houder van de interne oplaadbare knoopbatterij, aan de linkerkant van de batterijinsteekopening, en trek deze in de richting van de pijl. Zorg ervoor dat u de batterijhouder hierbij niet aanraakt.  Trek de batterijhouder in de NL 130  Draai de batterijhouder om en duw de knoopbatterij er met het gereedschap vanaf de onderkant uit. Interne oplaadbare knoopbatterij 2) "Memory Stick" "Memory Stick" is een compact, draagbaar ICopnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera staan vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". Type "Memory Stick" Opnemen/ weergeven3) Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. 3) Bewegende beelden in het beeldformaat 640(Fine) kunnen alleen opgenomen en weergegeven worden met behulp van "Memory Stick PRO Duo". • Als een "Memory Stick Duo" is geformatteerd op een computer, kan de juiste werking ervan in deze camera niet worden gegarandeerd. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick Duo" en apparatuur. – Memory Stick (MagicGate/ hoge gegevensoverdrachts nelheid) Opmerkingen over het gebruik van "Memory Stick Duo" (bijgeleverd) – Memory Stick Duo  Memory Stick Duo (MagicGate/hoge gegevens overdrachtsnelheid) • U kunt beelden niet opnemen, bewerken of wissen als u de schrijf-beveiligingsschakelaar4) met een puntig voorwerp verschuift naar LOCK. 1)2) MagicGate Memory Stick – MagicGate Memory Stick Duo 1) Memory Stick PRO – Memory Stick PRO Duo 1)2) 1) "MagicGate Memory Stick Duo" en "Memory Stick PRO Duo" zijn uitgerust met MagicGate functies. MagicGate is een copyrightbeschermingstechnologie die gebruik maakt van encryptietechnologie. Opnemen/weergeven van gegevens waarbij MagicGate functies zijn vereist, kan niet met deze camera worden uitgevoerd. Aansluiting Schrijfbeveiligingsschakelaar 4) Plaats voor notities De stand of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar4) kan verschillend zijn afhankelijk van de "Memory Stick Duo" die u gebruikt. 4) De "Memory Stick Duo" die bij deze camera werd geleverd heeft geen schrijfbeveiligingsschakelaar. Als u de bijgeleverde "Memory Stick Duo" gebruikt, moet u opletten niet per ongeluk gegevens te wissen of te bewerken. Aanvullende informatie Memory Stick • Wanneer de "Memory Stick Duo" bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens, mag u de "Memory Stick" niet verwijderen. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – wanneer de "Memory Stick Duo" eruit is gehaald of de camera is uitgeschakeld tijdens het lezen of schrijven – wanneer de "Memory Stick Duo" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • We raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Druk niet te hard wanneer u een notitie op het memo gebied schrijft. • Bevestig geen sticker op de "Memory Stick Duo" of op een Memory Stick Duo-adapter. • Wanneer u de "Memory Stick Duo" meeneemt of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat erbij geleverd werd. • Raak de aansluitingen van een "Memory Stick Duo" nooit aan met uw hand of een metalen voorwerp. • De "Memory Stick Duo" niet slaan, verbuigen of laten vallen. • De "Memory Stick Duo" mag niet worden gedemonteerd of gemodificeerd. • Stel de "Memory Stick Duo" niet bloot aan water. • Houd de "Memory Stick Duo" uit de buurt van kinderen. Ze kunnen hen per ongeluk inslikken. NL 131 • U mag de "Memory Stick Duo" niet gebruiken of bewaren op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve middelen aanwezig zijn Opmerkingen over het gebruik van Memory Stick Duo-adapter (bijgeleverd) NL 132 • Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt gebruiken met een "Memory Stick" compatibel apparaat, moet u ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter wordt geplaatst. Als u een "Memory Stick Duo" in een "Memory Stick" compatibel apparaat steekt zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat kunt halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst en vervolgens steekt u het er helemaal in. Onjuiste plaatsing kan leiden tot een storing. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" gestoken in een Memory Stick Duo-adapter gebruikt in een "Memory Stick" compatibel apparaat, controleert u dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken. Merk op dat door onjuist gebruik de camera kan worden beschadigd. • Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick" compatibel apparaat zonder dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. Opmerkingen over het gebruik van "Memory Stick Pro Duo" (niet bijgeleverd) De "Memory Stick PRO Duo" met een capaciteit van maximaal 512 MB is getest en goedbevonden voor gebruik in deze camera. Betreffende de "InfoLITHIUM" accu Wat is de "InfoLITHIUM" accu? De "InfoLITHIUM" accu is een lithiumionaccu uitgerust met functies voor het communiceren van informatie over de bedrijfsomstandigheden tussen de camera en de netspanningsadapter. De "InfoLITHIUM" accu berekent het stroomverbruik op basis van de bedieningsomstandigheden van de camera en geeft in minuten aan hoe lang de accu nog meegaat. Opladen van de accu Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend kunt opladen. Doeltreffend gebruik van de accu Levensduur van de batterijen Het is mogelijk dat de spanning wegvalt ondanks dat de batterij-restladingsindicatie aangeeft dat er nog voldoende lading aanwezig is om het apparaat te bedienen. Gebruik de acculading helemaal en laad de accu volledig op zodat de batterijrestladingsindicatie correct is. Indien de camera langdurig bij hoge temperaturen wordt gebruikt of in volledig geladen toestand wordt opgeborgen, of indien de accu veelvuldig wordt gebruikt, zal echter niet altijd opnieuw de juiste batterijrestladingsindicatie worden aangegeven. • De levensduur van de batterijen is beperkt. De capaciteit van de batterijen neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Wanneer de gebruiksduur van de accu aanzienlijk korter is geworden, is waarschijnlijk het einde van de levensduur van de accu bereikt. Koop een nieuwe accu. • De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, en door de bedieningsvoorwaarden en de omgeving waarin de accu wordt gebruikt. Hoe u de accu moet bewaren • Zelfs als u de accu gedurende een lang tijd niet denkt te gebruiken, dient u deze volledig op te laden en de lading eenmaal per jaar volledig op te gebruiken. Haal de accu van de camera af en bewaar deze op een droge, koele plaats. Op deze manier zal de accu naar behoren blijven werken. • Om de accu op de camera te gebruiken totdat deze helemaal leeg is, laat u de POWER-toet in de diavoorstellingweergavemodus (blz. 71) op "Aan" staan totdat de accu geen stroom meer levert. • Bewaar en transporteer de accu altijd in de accuhouder om te voorkomen dat de accupolen vuil of kortgesloten worden. Aanvullende informatie • Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen kan de accu daarom minder lang worden gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan: − Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan om de accu op te warmen en plaats deze in de camera vlak voordat u begint met opnemen. • Bij veelvuldig gebruik van de zoomfunctie of de flitser zal de batterij sneller uitgeput raken. • Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken. • De accu mag niet worden blootgesteld aan water. De accu is niet waterdicht. • Laat de camera niet liggen op een hete plaats, zoals in een hete auto of in direct zonlicht. Batterij-restladingsindicatie NL 133 Technische gegevens  Camera [Systeem] Beeldsysteem 7,66 mm (1/2,4 type) kleuren-CCD Primair kleurfilter Totaal aantal pixels van de camera Circa 5 255 000 pixels Effectief aantal pixels van de camera Circa 5 090 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Tessar 3× zoomlens f = 6,7 – 20,1 mm (38 – 114 mm omgerekend naar een 35 mm fotocamera) F3,5 – 4,4 Belichtingsregeling Automatische belichting, scènekeuze (9 standen) Witbalans Automatisch, Daglicht, Bewolkt, Fluorescerend, Kaarslicht, Flitser Bestandsformaat (voldoet aan DCF) Stilstaande beelden: Exif ver. 2.2 overeenkomstig aan JPEG-standaard, compatibel met DPOF Bewegende beelden: overeenkomstig MPEG1 (mono) Opnamemedium "Memory Stick Duo" Flitser Aanbevolen afstand (ISO op Auto): 0,1 m tot 1,7 m (W) 0,5 m tot 1,6 m (T) NL 134 [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] Multi-aansluiting USB verbinding Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) [LCD-scherm] LCD-scherm 6,2 cm (2,5 type) TFT drive Totaal aantal beeldpunten 230 400 (960×240) beeldpunten [Stroomvoorziening, algemeen] Gebruikte accu NP-FT1 Voeding 3,6 V Stroomverbruik (tijdens opnemen) 1,4 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen Circa 91×60×17,8 mm (B/H/D, excl. uitstekende delen) Gewicht Circa 171 g (inclusief accu NP-FT1, "Memory Stick Duo" en polsriem) Microfoon Electret-condensatormicrofoon Luidspreker Dynamische luidspreker Exif Print Compatibel PRINT Image Matching II Compatibel PictBridge Compatibel  UC-TC Cyber-shot-Station [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] A/V OUT (MONO) aansluitbus (mono) Mini-aansluiting Video: 1 Vp-p, 75 Ω, asymmetrisch, negatieve sync Audio: 327 mV (bij een belasting van 47 kΩ) Uitgangsimpedantie 1 kΩ USB-bus B USB-verbinding High-Speed USB (compatibel met USB 2.0 voor hoge snelheid) DC IN-bus Aansluiting van de camera  AC-LM5/LM5A Netspanningsadapter Ingangsspanning 100 V tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz AC-LM5 10 W AC-LM5A 11 W Uitgangsspanning 4,2 V gelijkstroom, 1,5 A Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen AC-LM5 Circa 47×30×80 mm AC-LM5A Circa 48×29×81 mm (B/H/D, excl. uitstekende delen) Gewicht AC-LM5 Circa 170 g AC-LM5A Circa 160 g exclusief netsnoer  NP-FT1 accu Gebruikte batterij Lithiumion-accu Maximale spanning 4,2 V gelijkstroom Nominale spanning 3,6 V gelijkstroom Capaciteit 2,4 Wh (680 mAh)  Accessories AC-LM5/LM5A netspanningsadapter (1) Netsnoer (1) NP-FT1 accu (1) UC-TC Cyber-shot-station (1) Statief-camerahouder USB-kabel (1) A/V-verbindingskabel (1) Polsriem (1) "Memory Stick Duo" (32 MB) (1) Memory Stick Duo-adapter (1) CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012) (1) • Gebruiksaanwijzing (1) Aanvullende informatie • • • • • • • • • • • Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. NL 135 LCD-scherm / / / / / / / / Opnamemodus-indicatie (31) Bij opname van stilstaande beelden Verdere belangrijke informatie vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 1 3 60min VGA 101 1/30” + 2 S AF S AF / M AF Lichtmeetmodus-indicatie (58) Indicatie van vermindering van rode-ogeneffect (37) 1.3 4 5 125 F3.5 +2.0EV Scherpte-indicatie (121)  Verzadiging-indicatie (121)  Contrast-indicatie (121)  ON 60min AF-illuminator-indicatie (38, 125) Batterij-restladings-indicatie (17)  AE/AF-vergrendelings-indicatie (30, 59) / BRK / S / Opnamemodus-indicatie (67, 63, 66) M WB / / / / Kleurbalans-indicatie (65) NL 136 Lichtmeetmodus-indicatie (62) Beeldeffect-indicatie (68)  Macro-indicatie (35) / SL / Flitsmodus-indicatie (37) 1.3 / / 1.3 / Zoomschaal-indicatie (33) C:32:00 / / / Indicatie van AF-frame van bereikzoeker (57) 0.5m Scherpstelling-voorkeuzewaarde (59)  5M / 3:2 / 3M / 1M / VGA Beeldformaat-indicatie (26) FINE/STD Beeldkwaliteits-indicatie (54) 101 Opnamemap-indicatie (55) Resterende "Memory Stick" geheugencapaciteit-indicatie 1/30" Multi Burst-intervalindicatie (67) 400 Indicatie van resterend aantal opneembare beelden (28) Zelfontspanner-indicatie (36) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (119) Datum- en tijds-indicatie (38) ISO-richtgetal-indicatie (121) 60min STBY 1  Lange sluitertijd NR-indicatie (43) 125 Sluitertijd-indicatie F3.5 Diafragmawaarde-indicatie STD 640 101 00:00:00 [00:28:25] C:32:00 + Histogram-indicatie (61) 2 3 4 5  60min +2.0EV EV-niveau-waarde-indicatie (60) Batterij-restladings-indicatie (17) Menu/Gidsmenu (53) Opnamemodus-indicatie (84) / / / Kleurbalans-indicatie (65)  Trillingswaarschuwing-indicatie (116) Bij opname van bewegende beelden Aanvullende informatie ±0.7EV Bracket-stapgrootte-indicatie (63) + Dradenkruis van de spot lichtmeting (63) • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. STBY / REC Opname-indicatie voor bewegende beelden (84)  Waarschuwingsindicatie voor zwakke batterij (116) 1.3 Zoomschaal-indicatie (33) AF-bereikzokerframe (57) Lichtmeetmodus-indicatie (62) Beeldeffect-indicatie (68) NL 137   Macro-indicatie (35)  Waarschuwingsindicatie voor zwakke batterij (116) / / Indicatie van AF-frame van bereikzoeker (57) 0.5m Scherpstelling-voorkeuzewaarde (59) / 640 / 160 Beeldformaat-indicatie (84) FINE 640 STD +2.0EV EV-niveau-waardeaanduiding (60) Menu/Gidsmenu (53) Opnamemap-indicatie (55) 00:00:00 [00:28:05] Opnameduur-indicatie [maximale opnameduur] (120) Zelfontspanner-indicatie (36) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (119) NL 138 M 101 VGA 101 1.3 12/12 C:32:00 +2.0EV 500 F3.5 + Dradenkruis van de spot lichtmeting (63) 101 Resterende "Memory Stick" geheugencapaciteit-indicatie 60min 1 AF-bereikzoekerframe (57)   Bij weergave van stilstaande beelden • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. 2 3 4 5 BACK/NEXT VOLUME  M Opnamemodus-indicatie (72) 5M / 3:2 / 3M / 1M / VGA Beeldformaat-indicatie (26)  Beveiligings-indicatie (74) Afdrukmarkerings-indicatie (DPOF) (82) / / Map-veranderen-indicatie (69) 1.3 Weergave zoomschaal-indicatie (70) Step 12/16 Beeld-voor-beeld-weergave-indicatie (73)  101-0012 Map-bestandsnummer (95)  PictBridge-aansluitings-indicatie (78) 101 Opnamemap-indicatie (55) Resterende "Memory Stick" geheugencapaciteit-indicatie 101 12/12 Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen map Bij weergave van bewegende beelden Lichtmeetmodus-indicatie (62) 1 60min Aanduiding USB-multikabel niet loskoppelen (79, 116) +2.0EV EV-niveau-waarde-indicatie (60) 101 101 8/8 00:00:12 / Flitsmodus-indicatie WB / / / / Kleurbalans-indicatie (65) 500 Sluitertijd-indicatie F3.5 Diafragmawaarde-indicatie 3 4 2 DPOF 5  Opnamemodus-indicatie (85)  Histogram-indicatie (61) 640 0 / 6 4STD / 160 Beeldformaat-indicatie (85) FINE Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld (38) / Weergave-/stop-indicatie (85) Menu/Gidsmenu (53) / / Map-veranderen-indicatie (69) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (119)  160 VOL. Aanvullende informatie Weergavemap-indicatie (69) ISO-richtgetal-indicatie (121) VOL. • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. Volume-indicatie (85)  Weergavebalk (85) NL 139  101 Opnamemap-indicatie (55) Resterende "Memory Stick" geheugencapaciteit-indicatie 101 Weergavemap-indicatie (69) 8/8 Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen mapindicatie 00:00:12 Teller (85)  Weergavebeeld (85)  Menu/Gidsmenu (53) • Door op de toets MENU te drukken zal het menu/helpmenu verschijnen/uitgaan. NL 140 Index A A/V-verbindingskabel ..................................... 46 Aanbevolen computeromgeving ............. 89, 102 Aantal beelden die kunnen worden opgenomen/ weergegeven ............................ 18, 28, 120 Accu ................................................................ 14 Accu bewaren ................................................ 133 Accu opladen .................................................. 14 Achtergrondverlichting van het LCD-scherm ........................................ 126 AE ................................................................... 32 AE/AF-vergrendeling.......................... 30, 32, 59 AF-bereikzoekerframe .................................... 57 AF-bewaking (Monitor) .................................. 58 AF-functie ....................................................... 58 AF-illuminator ........................................ 38, 125 AF-vergrendeling ............................................ 59 Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 82 Altijd flitsen .................................................... 37 Automatische instelfunctie.............................. 29 Automatische scherpstelling ..................... 32, 57 Automatische uitschakelingsfunctie ............... 20 Auto Review ................................................. 125 B&W ............................................................... 68 Batterij-restladingsindicatie .................... 17, 133 Beeldeffect ...................................................... 68 Beelden bekijken op de televisie ..................... 46 Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 44 Beelden bekijken op uw computer .......... 94, 103 E C G Camera .................................................... 31, 121 CD-ROM ........................................... 90, 98, 104 Condensvorming ........................................... 129 Contrast ......................................................... 122 Cyber-shot-station ........................................... 12 Gebruikers van Macintosh ............................ 102 Gebruikers van Windows ................................ 89 Gebruik van de camera in het buitenland........ 19 Gelijkstroomstekker .................................. 15, 19 Geprogrammeerd opnemen van stilstaande beelden .................................................. 31 Gloeilamp........................................................ 65 D Daglicht ........................................................... 65 Datum en tijd instellen ............................ 21, 127 Diavoorstelling ................................................ 71 Digitale zoom .................................................. 33 DPOF .............................................................. 82 Enkelvoudige-AF (Single) .............................. 58 Enkelvoudig scherm ........................................ 44 EV-afstelling ................................................... 60 Extensie ..................................................... 95, 97 F Flitser .............................................................. 65 Flitserniveau ............................................ 66, 122 Flitsmodus ....................................................... 37 Fluorescerend .................................................. 65 Formaat veranderen......................................... 75 Formatteren ..................................................... 51 H Histogram........................................................ 61 Index B Beelden kopiëren naar uw computer ...................... 89, 92, 94, 99, 102 Beeldformaat ............................................. 25, 26 Beeldkwaliteit ........................................... 26, 54 Beeld vergroten ............................................... 70 Belichtingscategorie ........................................ 63 Bestandsnamen ............................................... 95 Bestandsnummer ........................................... 127 Beveiliging ...................................................... 74 Bewegende beelden bekijken op het LCD-scherm .......................................... 84 Bewegende beelden wissen ............................. 86 Bewolkt ........................................................... 65 Burst ................................................................ 66 I “InfoLITHIUM” accu ................................... 132 ImageMixer VCD2.......................... 97, 101, 104 In- en uitschakelen .......................................... 20 Index-scherm................................................... 44 NL 141 Indexbeelden afdrukken .................................. 77 Initialisatie....................................................... 51 Installeren.......................................... 90, 97, 104 Instellingen...................................................... 54 Interval .................................................... 68, 122 ISO ................................................................ 121 J JPG .................................................................. 96 K Kaarslichtfunctie ............................................. 41 Klok instellen .......................................... 21, 127 Knippen van bewegende beelden .................... 87 Korte-sluitertijdfunctie .................................... 41 L Landschapsfunctie........................................... 40 Lange sluitertijd NR........................................ 43 Langzame synchro .......................................... 37 LCD-achtergrondverlichting aan/uit ............... 32 Levensduur van de batterijen .................. 18, 133 Lichtmeetfunctie ............................................. 62 Lichtmeting met meerdere patronen ............... 62 M “Memory Stick Duo” plaatsen ........................ 24 Macro .............................................................. 35 Map ........................................................... 55, 69 Mate van comprimeren ................................... 26 NL 142 Memory Stick Duo........................................ 131 Menu-instellingen ................................... 53, 121 Midden-AF...................................................... 57 Mode (REC Mode) ....................................... 122 Modusschakelaar................................. 21, 25, 31 MPG ................................................................ 96 Multipoint AF ................................................. 57 Multi Burst ...................................................... 67 N Netspanningsadapter ................................. 15, 19 Niet flitsen ....................................................... 37 NTSC-systeem ........................................ 48, 127 O Onderverdelen ................................................. 87 Oplaadbare knoopbatterij .............................. 129 Oplaadtijd........................................................ 17 Opnemen van bewegende beelden .................. 84 Opnemen van close-up (Macro)...................... 35 Opnemen van stilstaande beelden ................... 29 Opslagbestemming van bestanden .................. 95 Optische zoom ................................................ 33 P PAL-systeem ........................................... 48, 127 PictBridge ....................................................... 77 Picture Package ............................................... 90 Pieptoon/sluitergeluid ................................... 126 Precizie digitale zoom ..................................... 34 Programmafunctie voor automatisch opnemen ................................................ 31 Projecteren van de datum en tijd ............. 38, 125 PTP.................................................. 89, 103, 127 Punt-AF ........................................................... 57 Q Quick Review .................................................. 32 R Regelknop ....................................................... 20 Reiniging ....................................................... 128 Reisadapter...................................................... 19 RESET-toets .................................................. 106 Resterende opname/weergave-tijd .......... 18, 120 Roteren ............................................................ 72 S Scènekeuze ...................................................... 40 Schemer-portretfunctie ................................... 40 Schemerfunctie ............................................... 40 Schermweergave ..................................... 32, 136 Scherpstellen ................................................... 57 Scherpstelling-voorkeuze ................................ 59 Scherpte......................................................... 122 Sepia................................................................ 68 Slimme-zoomfunctie ....................................... 33 Sneeuwfunctie ................................................. 41 Snelle Burst ..................................................... 66 Spot lichtmeting .............................................. 62 Stilstaande beelden wissen.............................. 49 Strandfunctie ................................................... 41 T W Taal .......................................................... 23, 126 Toegangslampje .............................................. 24 Trimmen .......................................................... 71 TV-kleursysteem ............................................. 48 Waarschuwingen en meldingen .................... 116 Weergavezoom ................................................ 70 Witbalans ........................................................ 65 U USB-aansluiting .................................. 12, 78, 91 USB-kabel ....................................................... 91 USB-modus ..................................................... 89 USB-stuurprogramma ..................................... 90 USB-verbinding .............................. 91, 103, 127 Z Zelfdiagnosefunctie....................................... 119 Zelfontspanner ................................................ 36 Zoom ............................................................... 33 Zoomvergrotingsfactor.................................... 33 V Vergrootglasfunctie ......................................... 40 Vergroot icoon ............................................... 125 Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 37 Verzadiging ................................................... 122 VGA ................................................................ 26 Video-CD .............................................. 101, 105 Volume ............................................................ 85 Voorzorgsmaatregelen ................................... 128 Vuurwerkfunctie ............................................. 41 Index NL 143 2186580430 Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische Bestandteile). Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige olie. Sony Corporation Printed in Japan Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen. Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292

Sony Cyber-SHOT DSC-T3 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor