Documenttranscriptie
2-582-856-43 (1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
DE
Störungsbehebung _____________
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing/
NL
Problemen oplossen____________
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door voordat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar het voor latere naslag.
DSC-P200
Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für
Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera.
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/
weergeven met uw camera.
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
© 2005 Sony Corporation
Printed in Japan
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Geschikte accessoire: "Memory Stick"
NL
2
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt
Opmerkingen over de
netspanningsadapter
Deze camera gebruikt het
IC-opnamemedium "Memory Stick". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp, omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje of soortgelijk voorwerp. Gebruik
de stekker niet als deze vuil is. Als u een vuile
stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet
goed wordt opgeladen.
• "Memory Stick"
• "Memory Stick Duo": Plaats de "Memory Stick
Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
Memory Stick Duo-adapter
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick", zie blz. 87.
Opmerkingen over de "InfoLITHIUM"
accu
• Laad de meegeleverde NP-FR1 accu op voordat
u de camera voor het eerst gebruikt.
(t stap 1 in"Lees dit eerst")
• De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
• Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Op deze manier zal de accu naar
behoren blijven werken (blz. 89).
• Voor verdere informatie over de
"InfoLITHIUM" accu, zie blz. 89.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens,
die scherpe beelden met uitstekend contrast
reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd onder
een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd
door Carl Zeiss in overeenstemming met de
kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 91).
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Naast storingen en het weigeren om
beelden op te nemen, kan dit ook het
opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór deze
te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het afgaan
van de flitser kan eventueel vuil op het venster van
de flitser doen verbranden of vastbakken
waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
• Om mogelijk verlies van beeldgegevens te
voorkomen, dient u altijd een (reserve) kopie
van de gegevens op een ander medium te maken.
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
NL
NL
3
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of
groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal
en heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan DCF (Design rule for
Camera File system universal standard) zoals
vastgesteld door de JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
NL
4
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem op in de automatische
instelfunctie
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu opladen
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick"
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/Beelden wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiksaanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/Handmatig opnemen) t blz. 22
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 24
1
2
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 42
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiksaanwijzing
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers)
t blz. 65
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 52
NL
5
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9
Scherp-stellen – Het onderwerp met succes scherpstellen.............................. 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 12
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13
Indicaties op het scherm ......................................................................... 15
Schermweergave veranderen ................................................................. 19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20
Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
bekeken .................................................................................................. 21
De modusdraaiknop gebruiken ............................................................... 22
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 24
Menuonderdelen ................................................................................ 25
Menu voor opnemen ............................................................................... 26
SCN (Scène)
(EV)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
M (Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
NL
6
Menu voor weergeven .............................................................................35
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................42
1
Camera 1 ...........................................................................................43
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff
AF-verlicht.
Auto Review
2
Camera 2 ...........................................................................................46
Vergroot
Memory Stick tool ..............................................................................47
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
1
Setup 1 ...............................................................................................49
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
2
Setup 2 ...............................................................................................50
Bestandsnr
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
NL
7
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 52
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera ..60
De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 61
Uw Macintosh computer gebruiken......................................................... 63
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 65
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer .....66
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 69
Uw camera op uw TV aansluiten
Beelden bekijken op een TV-scherm ...................................................... 71
Problemen oplossen
Problemen oplossen ............................................................................... 73
Foutcodes en meldingen......................................................................... 84
Overige
Informatie over de "Memory Stick".......................................................... 87
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu................................................... 89
Het Cyber-shot Station gebruiken........................................................... 90
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 91
Technische gegevens.............................................................................. 93
Index...................................................................................................... 95
NL
8
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Scherpstellen
Belichting
Kleur
Kwaliteit
Scherpstellen
De camera leren gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Het
beschrijft het gebruik van diverse
camerafuncties, zoals de modusdraaiknop
(blz. 22), de menu’s (blz. 24), enz.
Het onderwerp met succes scherpstellen
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Gelijk helemaal
indrukken
Tot halverwege
Knippert,licht op/
indrukken, daarna piept
60min
Helemaal indrukken
VGA FINE 101
96
S AF
30 F2.8
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen]
(blz. 28)
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren door
tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
NL
9
Belichting De lichtintensiteit instellen
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting:
Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
NL
10
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de juiste
waarde. U kunt deze echter ook handmatig
instellen met behulp van de hieronder beschreven
functies.
[Handmatige belichting]:
Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde
handmatig instellen. t blz. 23
[EV]:
Hiermee kunt u de belichting die door de camera
is ingesteld veranderen. t blz. 26
[Lichtmeetfun.]:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de belichting
in te stellen. t blz. 29
Eigenschappen van "sluitertijd"
Eigenschappen van "diafragma"
(F-getal)
Korter
Bewegende
onderwerpen lijken
gestopt.
Open
Het
scherpstellingsbereik
wordt kleiner, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
Langer
Bewegende
onderwerpen lijken
te zweven.
Dicht
Het
scherpstellingsbereik
wordt groter, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
De ISO-gevoeligheid instellen
De camera leren gebruiken
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
een beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting
hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Met [ISO] stelt u de gevoeligheid in t blz. 31
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een korrelvrij beeld op.
Het beeld is echter donkerder.
Kleur
Over het effect van de lichtbron
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
Weer/lichtbron
Eigenschappen van
het licht
Daglicht
Bewolkt
Fluorescerend
Gloeilamp
Wit (standaard)
Blauwachtig
Blauwgetint
Roodachtig
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 30).
NL
11
Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
1 Beeldformaat: 7M
3.072 pixels×2.304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels×480 pixels = 307.200 pixels
Pixels
Het beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
Pixel
Veel (Hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: Afdrukken op groot
formaat
Weinig (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld versturen als
bijlage bij e-mailberichten
Beeldformaat
Aanwijzingen voor gebruik
7M (3072×2304) (standaardinstelling)
Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie
3:2 (3072×2048)
Voor afdrukken op fotoformaat met hoge resolutie
5M (2592×1944)
Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie
3M (2048×1536)
Voor afdrukken op A4-formaat
1M (1280×960)
Voor afdrukken op briefkaartformaat
VGA(E-Mail) (640×480)
Voor versturen als bijlage bij e-mailberichten of het
maken van een homepage
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 31)
NL
12
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
2
6
7
8
3
9
q;
qa
qs
qd
9
4
5
6
7
8
qf
qg
qh
qj
3
4
5
2
De camera leren gebruiken
1
1
q;
A POWER-toets/lampje (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
A AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
B
/Laadlampje (oranje) (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D LCD-scherm
D Multifunctionele aansluiting
(onderkant) (55)
E
E Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
langere schroeven kan de camera niet stevig
aan het statief worden bevestigd en kan de
camera beschadigd raken.
G Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
Menu uitschakelen: / / /
(t stap 5 in"Lees dit eerst")
F Microfoon
G Zoekervenster (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
H Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (45)
I Lens
J Luidspreker (onderkant)
(Display/LCD aan/uit)-toets (19)
F MENU-toets (24)
Modusschakelaar "M": Sluitertijd/
diafragmawaarde (23)
H
(Beeldformaat/Wissen)-toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
I Modusdraaiknop (22)
J Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 5 in"Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/
(Index) toets
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
K Oog voor polsriem (t "Lees dit
eerst")
NL
13
L Deksel van de accu/"Memory Stick"
(t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
M Afdekking van de DC IN-aansluiting
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
N RESET-toets (73)
O Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
P DC IN-aansluiting (t stap 1 in "Lees
dit eerst")
Q Accu-uitwerphendel (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
NL
14
Indicaties op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A
Scherm
60min
z
AE/AF-vergrendeling
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
min
Opnamefunctie (22, 32)
M
WB
Terug
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
De camera leren gebruiken
Bij opname van stilstaande beelden
Indicatie
STBY
OPNEMEN
Witbalans (30)
Standby/Opname voor
bewegende beelden
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Scènekeuze (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Bij opname van bewegende beelden
M
Modusdraaiknop (22)
SL
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Vermindering van het rodeogeneffect (44)
Scherpte (34)
5
Verzadiging (34)
6
Contrast (34)
ON
AF-verlichting (45)
Lichtmeetfunctie (29)
Beeldeffect (34)
B
Scherm
Indicatie
Handmatigebelichtingsinstelfunctie (23)
Macro (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
S AF M AF
AF-functie (43)
AF-bereikzoekerframe (28)
1.0m
Scherpstellingvoorkeuzeafstand (28)
z Terug
Handmatige belichting
NL
15
C
E
Scherm
3:2
7M
3M
FINE
640
Indicatie
5M
1M
STD
640
VGA
101
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (20)
1/30"
Multi Burst-interval (33)
Resterend aantal beelden
dat opgenomen kan worden
(20)
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (84)
Datum/Tijd (44)
ISO-nummer (31)
D
Scherm
Indicatie
Trillingswaarschuwing (9)
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld niet
goed opgenomen zal
worden. Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
camera stil te houden zodat
de indicatie verdwijnt om
de invloed van trillingen te
vermijden.
E
Waarschuwing voor
zwakke accu (21)
+
Dradenkruis van de spot
lichtmeting (29)
AF-bereikzoekerframe (28)
NL
16
•
Beeldkwaliteit (31)
Opnamemap (47)
Indicatie
Histogram (19, 27)
160
FINE STD
400
Scherm
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Lange sluitertijd NR (23)
125
Sluitertijd (23)
F2.8
Diafragmawaarde (23)
+2.0EV
EV-niveau-waardeindicatie (26)
DPOF
(niet afgebeeld
in de
linkerkolom)
Menu/Gidsmenu (24)
Bij weergave van stilstaande beelden
60min
M
101
VGA
101
A
Scherm
12/12
Indicatie
C:32:00
1.3
+2.0EV
500 F2.8
3:2
7M
3M
5M
1M
FINE
STD
640
640
VGA
VOLUME
Opnamefunctie (22, 32)
N
Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Volumeniveau (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Bij weergave van bewegende beelden
min
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
160
M
VORIGE/VOLGENDE
De camera leren gebruiken
Accu-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
60min
Beveiliging (36)
-
Afdrukmarkering (DPOF)
(69)
Map veranderen (35)
1.3
Stap
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Beeld-voor-beeld-weergave
(32)
B
Scherm
Indicatie
101-0012
Map-bestandsnummer (35)
Weergavebalk (t stap 6
in "Lees dit eerst")
C
Scherm
Indicatie
PictBridge-aansluiting (67)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
101
Weergavemap (35)
8/8 12/12
Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map (35)
C:32:00
Zelfdiagnosefunctie (84)
00:00:12
Teller (20)
NL
17
D
Scherm
Indicatie
De kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet loskoppelen (68)
+2.0EV
EV-niveau-waardeindicatie (26)
ISO-nummer (31)
Lichtmeetfunctie (29)
Flitser
WB
Witbalans (30)
500
Sluitertijd (23)
F2.8
Diafragmawaarde (23)
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
E
Scherm
Indicatie
Histogram (19, 27)
•
2005 1 1
DPOF
wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (44)
Menu/Gidsmenu (24)
VORIGE/ Beelden kiezen
VOLGENDE
VOLUME
NL
18
Volumeniveau instellen
Schermweergave veranderen
Iedere keer als u op de
(Display/LCDscherm aan/uit) toets drukt, verandert de
schermweergave als volgt.
60 min
101
VGA
96
S AF
Histogram (blz. 27)
De camera leren gebruiken
Histogram aan
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd is veranderd.
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, werkt de
digitale zoom niet (blz. 43) en is [AF-functie]
ingesteld op [Enkelvoud.] (blz. 43). Als u
(flitser)/ (zelfontspanner)/ (macro) kiest,
wordt het beeld gedurende ongeveer twee
seconden afgebeeld.
Indicaties uit
S AF
LCD-scherm uit
Indicaties aan
60 min
VGA
101
96
S AF
• Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
• Het histogram wordt niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen wanneer:
– het menu wordt afgebeeld.
– u de digitale zoom gebruikt.
– het beeldformaat is ingesteld op [3:2].
– bewegende beelden worden weergegeven.
Tijdens het weergeven wanneer:
– het menu wordt afgebeeld.
– in de indexfunctie.
– u de weergavezoom gebruikt.
– de Multi Burst-functie is ingeschakeld.
– u stilstaande beelden roteert.
– bewegende beelden worden weergegeven.
NL
19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende
beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick" die in deze
camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.) (Eenheid: beelden)
Capaciteit
Formaat
32MB
7M
3M
1M
VGA(E-Mail)
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
9
18
37
67
137
279
573
18
36
73
132
268
548
1125
3:2
5M
64MB
9
18
37
67
137
279
573
18
36
73
132
268
548
1125
12
25
51
92
188
384
789
23
48
96
174
354
723
1482
20
41
82
148
302
617
1266
37
74
149
264
537
1097
2250
50
101
202
357
726
1482
3038
93
187
376
649
1320
2694
5524
196
394
790
1428
2904
5928
12154
491
985
1975
3571
7261
14821
30385
• Het vermelde aantal beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
• De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst].
• Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicatie ">9999" afgebeeld.
De opnameduur van bewegende beelden (uren : minuten : seconden)
Capaciteit
Formaat
640(Fijn)
32MB
64MB
128MB
256MB
512MB
1GB
2GB
0:25:18
–
–
–
0:02:57
0:06:02
0:12:20
640(Standaard)
0:01:27
0:02:56
0:05:54
0:10:42
0:21:47
0:44:27
1:31:09
160
0:22:42
0:45:39
1:31:33
2:51:21
5:47:05
11:44:22
24:18:25
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 12.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan het display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
NL
20
Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken
• De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 89).
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
en/of weergegeven en de levensduur van de
accu nemen af onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat
– Wanneer de accu zwak is
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
De camera leren gebruiken
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden dat kan worden opgenomen en/of
weergegeven en de levensduur van de accu aan
wanneer u beelden opneemt in de [Normaal]
functie met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25 °C. Het aantal beelden dat kan worden
opgenomen of weergegeven, maken het
mogelijk de "Memory Stick" te wisselen,
indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
Weergeven van stilstaande beelden
Aantal beelden
Levensduur
van accu
(min.)
7M
Ong.
8200
Ong.
410
VGA(E-Mail)
Ong.
8200
Ong.
410
Formaat
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
LCD-scherm aan
LCD-scherm uit
Ong. 160 min.
Ong. 220 min.
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Bij opname van stilstaande beelden
Formaat
7M
VGA(EMail)
LCDscherm
Aantal
beelden
(Ong.)
Levensduur
van accu
(min.)
Aan
370
185
Uit
500
250
Aan
370
185
Uit
500
250
• Opnemen in de volgende situaties:
–
(Beeldkwaliteit) staat op [Fijn]
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
NL
21
De modusdraaiknop gebruiken
Zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Modusdraaiknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit eerst"
Regelknop
: Weergave/Bewerken
t stap 6 in "Lees dit eerst"
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
:
Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
SCN:
Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
P:
Programmafunctie voor automatisch opnemen
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25)
M:
Opnamefunctie met handmatige belichting
Voor opnemen nadat u de belichting handmatig hebt ingesteld (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 23).
U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25)
NL
22
De belichting handmatig instellen
1 Zet de modusdraaiknop op M en druk op z op de regelknop.
De "Instellen" indicatie in de linkeronderhoek van het LCD-scherm verandert in "Terug," en de camera
stelt de handmatige-belichtingsinstelfunctie in.
De camera leren gebruiken
2 Verander de instelling met behulp van de regelknop.
b/B: Diafragma (F-getal)
v/V: Sluitertijd
60 min
VGA
FINE
101
98
M
"Terug"
Diafragmawaarde
Terug
SAF
250 F2.8
0 EV
Sluitertijd
3 Neem het beeld op.
• Als u Quick Review, de close-up (macro)-opnamefunctie of de zelfontspannerfunctie wilt gebruiken, of de
flitsfunctie wilt veranderen, drukt u na stap 1 op z op de regelknop om de handmatigebelichtingsinstelfunctie te annuleren. (De "Terug" indicatie verandert in "Instellen".)
• De flitser is ingesteld op (Altijd flitsen) of
(Niet flitsen).
• U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30 seconden kiezen.
• Sluitertijden van een seconde of langer worden afgebeeld met ["], bijvoorbeeld, 1".
• Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te
vermijden.
• Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie
ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld.
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
• Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het
scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 26). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest
geschikt is voor de camera.
NL
23
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
v/V/b/B toets
Modusdraaiknop
z toets
Regelknop
MENU-toets
1 Schakel de camera in en zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regelknop.
• Als het gewenste menuonderdeel niet zichtbaar is,
houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm
wordt afgebeeld.
• Als u een menuonderdeel hebt gekozen terwijl de
modusdraaiknop op
staat, moet u op z
drukken.
400
200
100
Autom.
ISO
WB
ISO
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicatie v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicatie met de regelknop.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
NL
24
Menuonderdelen
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. Alleen de
beschikbare menuonderdelen worden op het LCD-scherm afgebeeld.
(
Modusdraaiknop:
P
M
—
—
: beschikbaar)
SCN
Menu voor opnemen (blz. 26)
SCN (Scène)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Mode (Opn.functie)
M
(Interval)
—
—
(Flitsniveau)
—
—
PFX (Beeldeffect)
—
—
—
—
(Verzadiging)
—
—
—
—
(Contrast)
—
—
—
—
—
—
—
—
(Scherpte)
Het menu gebruiken
(EV)
(Setup)
Menu voor weergeven (blz. 35)
(Map)
—
—
—
—
—
- (Beveiligen)
—
—
—
—
—
DPOF
—
—
—
—
—
(Afdrukken)
—
—
—
—
—
—
(Dia)
—
—
—
—
(Ander form.)
—
—
—
—
—
(Roteren)
—
—
—
—
—
(Opdelen)
—
—
—
—
—
(Setup)
—
—
—
—
—
NL
25
Menu voor opnemen
Voor informatie over de bediening t blz. 24
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
SCN (Scène)
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om het beeld op de juiste wijze op te nemen afhankelijk van de scène, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
(
Macro
Flitser
: u kunt de gewenste instelling kiezen)
ScherpstellingAF-bereikzoeker
voorkeuze
Burst/Multi
Burst
Witbalans
—
—
Autom./
SL
/
—
WB
—
—
Midden-AF
0,5m/1,0m
3,0m/7,0m
—
/
/
/
/
—
—
—
(EV)
Met deze instelling kunt u de belichting
handmatig instellen.
Naar –
NL
26
Naar +
M +2,0EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
m –2,0EV
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
Voor informatie over de bediening t blz. 24
z [EV] instellen door een histogram af te beelden
80min
8M
FINE
101
4
A
0 EV
B
Donker
Helder
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Zet de modusdraaiknop
van tevoren op P of SCN en druk daarna
herhaaldelijk op
om het histogram af te
beelden. De afgebeelde grafiek geeft een donker
beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft
een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is. Een histogram kan worden gebruikt om de
belichting te controleren en [EV] in te stellen.
Het menu gebruiken
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
– Wanneer de modusdraaiknop op
of M staat
– Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
– Tijdens Quick Review
NL
27
Voor informatie over de bediening t blz. 24
9 (Scherpstellen)
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
(oneindige afstand)
7.0m
3.0m
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp
van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelling-voorkeuze)
0.5m
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit
opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de
automatische-scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is
het handig om [Scherpstellen] te gebruiken.
Punt-AF
( )
Hiermee wordt scherpgesteld op een heel klein onderwerp of
binnen een klein bereik.
1.0m
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stil zodat
het onderwerp niet buiten het bereikzoekerframe komt.
Midden-AF
(
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
vlakbij het midden van het frame.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
60min
P
VGAFINE 101
98
AF-bereikzoekerframe
Indicatie van
AF-bereikzoekerframe
S AF
Multi-AF
(Multipoint AF) (
)
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
60min
P
VGAFINE 101
98
AF-bereikzoekerframe
S AF
NL
28
Indicatie van
AF-bereikzoekerframe
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• De instelbare afstanden zijn beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert
,
of
en wordt het
AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
Voor informatie over de bediening t blz. 24
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] of
[Punt-AF] gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt. In dergelijke gevallen
handelt u als volgt.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AFbereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp
te stellen (AF-vergrendeling).
60min
P
VGA
FINE
101
98
AE/AF-vergrendelingsindicatie
Het menu gebruiken
AF-bereikzoekerframe
S AF
F2.8 30
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt herhalen.
2 Wanneer de indicatie van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
60min
P
S AF
VGAFINE 101
98
F2.8 30
(Lichtmeetfun.)
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
Punt (Spot lichtmeting)
( )
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
60 min
VGA
FINE
101
98
P
Dradenkruis van de spot
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
SAF
250 F2.8
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
NL
29
Voor informatie over de bediening t blz. 24
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u
[9] (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting
(blz. 28).
WB (Witbalans)
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden
tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken.
(Eenmaal drukken
SET)
(Eenmaal drukken)
Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de
(Eenmaal drukken) functie.
Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de
(Eenmaal drukken) functie. Nadat u
hebt ingesteld,
gaat u als volgt te werk.
1 Richt de lens op een wit onderwerp, zoals een vel papier dat het
hele scherm vult, onder dezelfde belichtingsomstandigheden
waaronder u het onderwerp wilt opnemen.
2 Kies [
] (Eenmaal drukken SET) met v. Het scherm
wordt tijdelijk zwart en de
indicatie knippert snel.
Wanneer de witbalans is ingesteld en in het geheugen is
opgeslagen, wordt
(Eenmaal drukken) opnieuw
gekozen.
• Als de
indicatie langzaam knippert, is de witbalans nog niet
ingesteld of kan niet worden ingesteld. Gebruik de automatische
witbalans.
• Beweeg of stoot de camera niet terwijl de
indicatie knippert.
• Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op (Altijd flitsen) of
SL (Langzame synchro), wordt de witbalans aangepast aan de
omstandigheden met afgaande flitser.
WB (Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
n (Gloeilamp)
WB(Fluorescerend)
NL
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
30
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal
of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
Voor informatie over de bediening t blz. 24
• Voor verdere informatie over [WB] t blz. 11
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u WB(Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de witbalansfunctie automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de
functies [
] en [ WB ].
• De instelling is beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
ISO
400
200
Het menu gebruiken
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
100
Autom.
• Voor verdere informatie over de [ISO] lichtgevoeligheid t blz. 11
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
(Beeldkwaliteit)
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 12
NL
31
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Mode (Opn.functie)
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of
niet wanneer u op de sluiterknop drukt.
Multi Burst ( M )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 33).
Burst (
)
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Wanneer "Neemt op" verdwijnt, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
Over [Multi Burst]
• U kunt de opgenomen beelden weergeven met [Multi Burst] met de volgende procedure:
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regelknop.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de [Multi Burst] functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
– Een serie beelden onderverdelen opgenomen met [Multi Burst]
– Een frame wissen in een serie opgenomen met [Multi Burst]
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer de modusdraaiknop op
staat
– De sluitertijd langer instellen dan 1/30 seconde wanneer de modusdraaiknop op M staat
• Wanneer u een serie beelden opgenomen met [Multi Burst] weergeeft met behulp van een computer of een
camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, dan wordt het beeld weergegeven als een
enkelbeeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden opgenomen in de [Multi Burst] functie is 1M.
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Multi Burst] functie afhankelijk van de
Scènekeuzefunctie (blz. 26).
Over [Burst]
• De flitser staat op
(Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de modusdraaiknop op M staat, kunt u de sluitertijd in de [Burst] functie niet instellen op 1/6 seconde
of langer.
• Als de acculading laag is, of wanneer de "Memory Stick" vol is, stopt de [Burst].
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Burst] functie afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 26).
NL
32
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Kwaliteit
Standaard
7M
5
8
3:2
5
8
5M
6
11
3M
9
17
1M
22
41
VGA(E-Mail)
85
100
M
Het menu gebruiken
Fijn
Formaat
(Interval)
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 32).
1/7.5 (1/7.5")
1/15 (1/15")
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) in het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 32).
1/30 (1/30")
• Dit wordt niet afgebeeld wanneer
(Schemerfunctie),
(Schemer-portretfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
(Flitsniveau)
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
• Dit wordt niet afgebeeld wanneer
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
(Kaarslichtfunctie)
NL
33
Voor informatie over de bediening t blz. 24
PFX (Beeldeffect)
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
Z-W (
)
Sepia (
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
)
Uit
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Geen effect.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
(Verzadiging)
De verzadiging van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
–(
)
Naar –: De kleuren worden donkerder.
(Contrast)
De contrast van het beeld instellen.
+(
)
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
–(
)
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
De scherpte van het beeld regelen.
+(
)
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
–(
)
(Setup)
Zie blz. 42.
NL
34
Naar –: Het beeld wordt waziger.
Menu voor weergeven
Voor informatie over de bediening t blz. 24
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
(Map)
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
Het menu gebruiken
1 Kies de gewenste map met b/B op de regelknop.
Map kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 9
Gemaakt:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de [Map]
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick" (blz. 47). U kunt
de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 47)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 48)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende indicaties afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
NL
35
Voor informatie over de bediening t blz. 24
- (Beveiligen)
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (beveiligings-)indicatie wordt op het beeld afgebeeld.
60 min
VGA
101
2/9
-
Beveiligen
Sluiten
VORIGE/VOLGENDE
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op
(index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
- (groen)
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in map] in stap 4 en drukt u daarna op z. Kies
[Aan] met B en druk daarna op z.
NL
36
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 op "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie".
2 Druk op z om de - indicatie grijs te laten worden.
Het menu gebruiken
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B, en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in map] in stap 4 op "Beelden beveiligen in de indexfunctie", en druk daarna op
z. Kies [Uit] met B en druk daarna op z.
• Merk op dat door de"Memory Stick" te formatteren alle data in de "Memory Stick" gewist zullen worden,
zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF
Met deze instelling kunt u een
afdrukken (blz. 69).
(afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
(Afdrukken)
Zie blz. 66.
(Dia)
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
NL
37
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Beeld
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick" zijn
opgeslagen.
Herhalen
Aan
Continu herhaalde weergave van beelden.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de diavoorstelling geannuleerd.
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regelknop.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
• Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De [Interval] tijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
(Ander form.)
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
7M
5M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
3M
1M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
] (Ander form.) met b/B en druk daarna op z.
4 Selecteerd het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
NL
38
Voor informatie over de bediening t blz. 24
•
•
•
•
•
Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst"
U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of [Multi Burst] beelden niet veranderen.
Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd.
Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld verandert, zullen de bovenste en onderste zwarte gedeelten in het
beeld worden afgebeeld.
(Roteren)
Het menu gebruiken
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
4 Kies [
] (Roteren) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en [Multi Burst] beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
(Opdelen)
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van de
"Memory Stick" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw emailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
NL
39
Voor informatie over de bediening t blz. 24
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1 Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Wissen
Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
1
3
2
101_0006
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [
] (Opdelen) met B op de regelknop en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
NL
40
Voor informatie over de bediening t blz. 24
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
60 min
STD
640
101
Opdelen
Knippunt
10/10
00:00:02
OK
Annul.
Sluiten
Het menu gebruiken
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 36)
(Setup)
Zie blz. 42.
NL
41
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
v/V/b/B toets
Modusdraaiknop
z toets
Regelknop
MENU-toets
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regelknop en kies
(Setup).
4 Druk op v/V/b/B op de regelknop en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
1
2
De omframing van het gekozen onderdeel verandert
in geel.
1
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Setup 2
Bestandsnr:
USB-aansl.:
OK
Video-uit:
Annul.
Klokinstel.:
1
2
Setup 2
Bestandsnr:
USB-aansl.:
OK
Video-uit:
Annul.
Klokinstel.:
1
Druk op MENU om het
De
(Setup)-scherm uit te schakelen.
(Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regelknop. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
NL
42
1
Camera 1
Voor informatie over de bediening t blz. 42
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
AF-functie
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
Het Setup-scherm gebruiken
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Enkelvoud.].
• Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de
[Enkelvoud.] functie.
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-zoomfunctie.
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
(
)
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor van [Slim] wordt vermeld
in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-zoomfunctie)
(
)
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit ( )
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van [Slim]
Formaat
Maximale
zoomvergrotingsfactor
5M
Ong. 3,6×
3M
Ong. 4,5×
1M
Ong. 7,2×
VGA(E-Mail)
Ong. 14,0×
NL
43
Voor informatie over de bediening t blz. 42
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicatie als volgt afgebeeld.
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicatie
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of
indicatie
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Datum/Tijd
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
• De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood afgebeeld in de
rechterbenedenhoek van het scherm.
indicatie
Dag&Tijd
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Datum
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
• De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (t stap 2 "De klok instellen" in "Lees dit eerst")
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
• U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de [Multi Burst]
functie.
• De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
Rode-ogeneff
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
NL
44
Voor informatie over de bediening t blz. 42
Aan (
)
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt het rode-ogeneffect verminderen niet
gebruikt.
• Omdat het ongeveer een seconde duurt eerdat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed
van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
AF-verlicht.
Het Setup-scherm gebruiken
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicatie afgebeeld.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 3,8 m voor groothoek-W of
2,8 m voor telefoto-T aan te houden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer [Scherpstellen] is ingesteld (blz. 28), werkt de [AF-verlicht.] functie niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of
indicatie knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Auto Review
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
• Terwijl u een beeld met Auto Review weergeeft, kunt u het volgende beeld niet opnemen. Als u gedurende
deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
NL
45
2
Camera 2
Voor informatie over de bediening t blz. 42
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Vergroot
Met deze instelling kunt u de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroten wanneer u op
(Flitsfunctie),
(Zelfontspanner) of
(Macro) drukt.
NL
46
Aan
Hiermee worden de indicaties vergroot.
Uit
Hiermee worden de indicaties niet vergroot.
Memory Stick tool
Voor informatie over de bediening t blz. 42
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Formaat
De "Memory Stick" formatteren. Zowel de bijgeleverde "Memory Stick" als een in de handel
verkrijgbare "Memory Stick" zijn reeds geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden
gebruikt.
• Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde beelden.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
1 Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" verschijnt.
Het Setup-scherm gebruiken
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Opnamemap maken
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick" om opgenomen beelden
in op te slaan.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
60min
Opnamemap maken
Maakt opnamemap
102MSDCF
Klaar?
OK
Annul.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
•
•
•
•
Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35.
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59).
NL
47
Voor informatie over de bediening t blz. 42
Opnamemap wijz.
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap
geannuleerd.
1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
Opnamemap kiezen
102
2/2
Mapnaam: 102MSDCF
Aant. best.: 0
Gemaakt:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Annul.
VORIGE/VOLGENDE
2 Kies de gewenste map met b/B, kies daarna [OK] met v, en druk tenslotte op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
NL
48
1
Setup 1
Voor informatie over de bediening t blz. 42
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
LCD-verlicht
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen.
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Donker
Hiermee wordt het scherm donkerder.
• Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
• De instelling wordt niet afgebeeld als u de camera van stroom voorziet met behulp van de
netspanningsadapter.
Het Setup-scherm gebruiken
Pieptoon
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat wordt voortgebracht wanneer de camera wordt
bediend.
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordtde pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regelknop/sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
NL
49
2
Setup 2
Voor informatie over de bediening t blz. 42
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick"
wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick"
een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst
toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger
dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op
een computer of een PictBridge-compatibel printer.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibel printer (blz. 66).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap ingesteld in de camera,
gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP
en Mac OS X.)
Normaal
Hiermee wordt de camera aangesloten op een computer
(blz. 55).
Video-uit
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het aangesloten
apparaat.
NL
50
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Voor informatie over de bediening t blz. 42
Klokinstel.
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
OK
Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
Het Setup-scherm gebruiken
NL
51
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh computer gebruiken" (blz. 63).
Voorbereiding
Beelden naar uw computer kopiëren (blz. 54)
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
• Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen
stuurprogramma te installeren.
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 61)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 61).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 61)
Een video-CD maken
NL
52
"ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
Aanbevolen computeromgeving
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd):
Microsoft Windows 98, Windows 98SE,
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of meer,
Hoge kleuren (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBapparat dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 50.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-functie is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
• Als de computer zowel geen USB-aansluiting
als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de
beelden kopiëren met behulp van een extern
apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie.
De camera met uw computer gebruiken
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
• Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
• U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R's.
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor
installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart (ondersteuning
van Direct Draw) met 4 MB VRAM
• Om automatisch muziekvideo's of
diavoorstellingen te maken (blz. 61) is een
Pentium III-processor van 500 MHz of sneller
vereist.
• Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III-processor van 800 MHz of sneller
aanbevolen.
NL
53
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick" uit de camera en
plaats de "Memory Stick" in de "Memory
Stick"-gleuf van de computer. Kopieer
vervolgens de beelden.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
• Als het installatiemenu niet wordt
afgebeeld, dubbelklikt u op
(My
Computer) t
(PICTUREPACKAGE).
3 Klik op [Next].
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden
54 t/m 58 om de beelden te kopiëren.
Fase 1: Het USBstuurprogramma installeren
• Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
• Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
• Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, kunt u
Fase 1 overslaan.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
4 Klik in het aankruisvakje naast
[Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer opnieuw opstarten) om
het aan te kruisen en klik daarna
op [Finish].
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
1
1 Sluit alle softwareprogramma's af
2
die geopend zijn.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
2 Plaats de CD-ROM in de computer
en, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, klik op [USB
Driver].
NL
54
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
1 Plaats een "Memory Stick" met
daarop opgenomen beelden in de
camera.
Naar de
multifunctionele
aansluiting
2 Sluit de camera, met behulp van
de netspanningsadapter, aan op
een stopcontact.
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Naar de USB-aansluiting
De camera met uw computer gebruiken
Naar een
stopcontact
Netspanningsadapter
• Als u de beelden naar de computer kopieert
terwijl de camera van stroom wordt
voorzien door middel van de accu, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
tussentijds leegraakt.
3 Zet de modusdraaiknop op
en
schakel daarna de camera en de
computer in.
POWER
• Als op de computer Windows XP draait, wordt
de wizard AutoPlay automatisch afgebeeld.
"USB-functie Normaal" wordt afgebeeld op
het scherm van de camera.
USB-functie
Normaal
Toegangsindicaties*
Schakel
MENU
in
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties
rood. Gebruik de computer niet totdat de
aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Normaal" niet wordt afgebeeld,
stelt u [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50).
NL
55
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
• Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in
"Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren
(voor Windows 98/98SE/2000/Me)" op
bladzijde 57.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
3 Klik in het aankruisvakje van niet
gewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn aangekruist en niet
worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
1
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera's) t [OK].
2
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
1
1
2
2
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick" in
de camera zijn opgeslagen worden op
het computerscherm weergegeven.
NL
56
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
5 Klik in het aankruisvakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om het aan te kruisen en
klik daarna op [Next].
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
1
2
De camera met uw computer gebruiken
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
Als u geen andere mappen hebt
aangemaakt, wordt alleen de map
"101MSDCF" afgebeeld.
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 80.
2 Dubbelklik op de map waarin de
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Als u toch verder wilt gaan met het kopiëren
van andere beelden, koppelt u de kabel voor
de multifunctionele aansluiting los (blz. 59)
en sluit u deze opnieuw aan. Volg daarna
opnieuw de procedure beschreven in
"Fase 3: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op blz. 55.
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
1
2
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 56.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
NL
57
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
1
2
1 Klik op [Start] t
[My
Documents].
2
1
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap van de
kopieerbediening al een beeld met dezelfde
bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert, u dat beeld mogelijk niet meer
kan weergeven met de camera (blz. 60).
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
NL
58
De USB-verbinding vanaf de
computer wissen
Volg de onderstaande procedure voor het:
• Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
• Eruit halen van een "Memory Stick"
• Uitschakelen van de camera
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
Voorbeeld: mappen afbeelden onder
Windows XP
Dubbelklik hier
2 Klik op
(Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
x Voor Windows 98/98SE
1 Controleer of de toegangsindicaties op het
computerscherm (blz. 55) wit zijn.
2 Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, haal de "Memory Stick"
eruit of schakel de camera uit.
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick".
B
De camera met uw computer gebruiken
5 Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, haal de "Memory Stick"
eruit of schakel de camera uit.
A
C
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als u geen mappen hebt aangemaakt,
bestaat alleen de map "101MSDCF".
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF" of de map "MSSONY". De
beelden in deze map zijn alleen beschikbaar
voor weergave.
• Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35.
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaand-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
NL
59
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op
de camera
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 47) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
1
2
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u in
stap 1 een ander nummer invoeren.
NL
60
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM], en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Overzicht van de bijgeleverde
software
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma's: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
A
B
C
D
De software installeren
U kunt de softwareprogramma's
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 54), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
• In Windows 2000/XP, logt u in als beheerder.
• Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
Hiermee kunt u:
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
A Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op
(My Computer) t
(PICTUREPACKAGE)
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
D Viewing video and pictures on PC
(Stilstaande en bewegende beelden op een
PC bekijken)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-D en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
De camera met uw computer gebruiken
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Het scherm "Licence Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, klikt u in het
aankruisvakje naast [I accept the terms
of the license agreement] (Ik accepteer
de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) en klikt u daarna
op [Next].
NL
61
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
• "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
• Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 U kunt de CD-ROM uit de
computer halen, want de
snelkoppelingen "PicturePackage
Menu" (PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackagebestemmingsmap) worden na het
installeren op het bureaublad
afgebeeld.
De software opstarten
• Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackagemenu) op het bureaublad.
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie raadpleegt u de
informatie die op de CD-ROM wordt
geleverd.
NL
62
Uw Macintosh computer gebruiken
U kunt de beelden naar een computer
kopiëren en een video-CD maken met
behulp van "ImageMixer
VCD2" (bijgeleverd).
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1, 9.2,
of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 50.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-functie is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
• Als de computer zowel geen USB-aansluiting
als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de
beelden kopiëren met behulp van een extern
apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie.
USB-poort: Standaard geleverd
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "ImageMixer VCD2"
• QuickTime 4 of hoger moet vooraf zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 of hoger wordt
aanbevolen.)
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USBapparat dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 55.
De camera met uw computer gebruiken
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
PowerMac G3/G4-serie
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1.024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 55.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt weergeven
zijn opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 59.
NL
63
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
De kabel voor de multifunctionele
aansluiting loskoppelen/de "Memory
Stick" eruit halen/de camera
uitschakelen
Sleep het pictogram van de schijf of het
pictogram van de "Memory Stick" naar het
pictogram van de "Trash" (prullenbak) en
zet deze erop neer. Koppel daarna de kabel
voor de multifunctionele aansluiting los,
haal de "Memory Stick" eruit of schakel de
camera uit.
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
"ImageMixer VCD2" installeren
• Sluit alle softwareprogramma's af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [Image Mixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd
door het Pixela User Support Center.
Voor verdere informatie raadpleegt u
de informatie die op de CD-ROM
wordt geleverd.
• U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
"Toast" van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
NL
64
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 66)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
Stilstaande beelden afdrukken
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 69)
U kunt een "Memory Stick" met daarop de beelden die u met uw
camera hebt opgenomen, meenemen naar een winkel. U kunt van
tevoren een
(afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die
u wilt afdrukken.
NL
65
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridgecompatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
Fase 1: De camera voorbereiden
U dient de camera voor te bereiden op het
aansluiten op de printer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
Indextoets
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
Regelknop
MENU-toets
• Gebruik de netspanningsadapter om te
voorkomen dat de stroomvoorziening tijdens het
afdrukken wegvalt.
1 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
2 Druk op B op de regelknop en
1
3 Kies [
2
kies
(Setup).
] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met V/B.
2
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de
indicatie gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
NL
66
1
2
Setup 2
Bestandsnr:
USB-aansl.:
Video-uit:
Klokinstel.:
PictBridge
PTP
NTSC
Normaal
1
2
De USB-functie is nu ingesteld.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
1 Sluit de multifunctionele
aansluiting van de camera met
behulp van de bijgeleverde kabel
voor de multifunctionele
aansluiting aan op de USBaansluiting van de printer.
Naar de multifunctionele aansluiting
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regelknop en druk
daarna op z.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 69), ongeacht
welk beeld wordt weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De
markering verschijnt op het
gekozen beeld.
Stilstaande beelden afdrukken
Naar de USBaansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Fase 3: Afdrukken
Ongeacht de stand van de modusdraaiknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat
Fase 2 is voltooid.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
2 Schakel de camera en de printer in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt deze
indicatie afgebeeld
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het
afdrukmenu op het scherm worden
afgebeeld.
NL
67
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te projecteren.
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit
eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken.
Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1,
kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat
u naast en onder elkaar op hetzelfde
afdrukvel als een indexbeeld wilt
afdrukken.
Andere beelden afdrukken
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 66) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 67) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het afdrukmenu
te verlaten en ga daarna als volgt verder.
1 Druk op
(Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
4 Kies de gewenste afdrukmethode met
b/B en druk daarna op z.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal
beelden, niet alle beelden op één blad passen.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los zolang de indicatie
(kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen) op het scherm
wordt afgebeeld.
indicatie
Bezig met afdrukken
2/3
Sluiten
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met v/
V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 67).
NL
68
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick" met daarop de
beelden die u met uw camera hebt
opgenomen, meenemen naar een winkel.
Als de winkel een fotoafdrukservice heeft
die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een
(afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regelknop
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u in staat bent een
(afdruk-)markering aan te brengen op
beelden die u later wilt afdrukken.
Als u een "Memory Stick" meeneemt
naar een winkel
• Vraag aan de winkel welke typen "Memory
Stick" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick" niet door de winkel kan
worden verwerkt, kopieert u de beelden die u
wilt afdrukken naar een ander medium, zoals
een CD-R en neemt u die mee naar de winkel.
• Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt,
vergeet u niet ook de Memory Stick Duoadapter mee te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
Stilstaande beelden afdrukken
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
MENU-toets
daarna op z.
Een
(afdruk-)markering wordt
afgebeeld op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
NL
69
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
1 Geef het indexscherm weer.
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De
markering wordt wit.
(t stap 6 in"Lees dit eerst")
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen
[Alle in map].
markering aanbrengen in
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene
markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
Groene
markering
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
NL
70
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in map] in stap 4 en druk daarna
op z. Kies [Uit] en druk daarna op z.
Uw camera op uw TV aansluiten
Beelden bekijken op een TV-scherm
U kunt de beelden weergeven op een
TV-scherm door de camera aan te sluiten
op een TV.
Schakel zowel de camera als de TV uit
voordat u deze op elkaar aansluit met
behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
3 Zet de modusdraaiknop op
Modusdraaiknop
60min
Naar de audio/videoingangsaansluitingen
VGA
101
101-0002
1 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd) aan op de
multifunctionele aansluiting van
de camera en op de audio/videoingangsaansluitingen van de TV.
en
schakel de camera in.
2/9
2005 1 1 10:30PM
VORIGE/VOLGENDE
VOLUME
Regelknop
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het TV-scherm
afgebeeld.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
Uw camera op uw TV aansluiten
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
TV-systeem (blz. 50).
Naar het aansluitpunt
van de multikabel
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm omhoog.
• Als de TV is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudioingangsaansluiting van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de
TV/video-ingang in op "video".
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de TV.
NL
71
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt
weergeven, hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
NL
72
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 74 t/m 83.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld, zie blz. 84.
2 Druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop en schakel daarna de
camera in (terugstellen).
Door indrukken van deze toets gaan alle instellingen inclusief de datum en tijd verloren.
RESET-toets
3 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
Problemen oplossen
NL
73
Accu en spanning
U kunt de accu niet opladen.
• De accu kan niet worden opgeladen wanneer de camera is ingeschakeld. Schakel de camera
uit (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel in de richting van de voorkant van de camera
duwt met behulp van de voorrand van de accu, en laat de beveiligingspal los (t stap 1 in
"Lees dit eerst").
• Plaats de accu in de juiste richting (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Het
/laadlampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens
de accu op.
• Er is een storing opgetreden in de accu. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
Het
/laadlampje brandt niet tijdens het opladen van de accu.
• Sluit de netspanningsadapter goed aan.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is volledig opgeladen.
• De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens
de accu op.
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer
of de plaatselijke technische dienst van Sony.
De accu-restladingsindicatie is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 89).
• De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur. Verbruik de
acculading volledig en laad daarna de accu volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 89).
• De aansluitpunten van de accu zijn vuil waardoor de accu niet volledig is opgeladen. Maak de
aansluitpunten schoon met een wattenstaafje of soortgelijk voorwerp.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
• Koppel de gelijkstroomstekker los van de camera nadat het opladen klaar is.
NL
74
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter goed aan.
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer
of de plaatselijke technische dienst van Sony.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de
camera weer in of gebruik de netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 19).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Plaats een "Memory Stick" (t stap 3 in "Lees dit eerst").
• Controleer de vrije ruimte op de "Memory Stick" (blz. 16). Als de "Memory Stick" vol is,
Problemen oplossen
doet u het volgende:
– Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (t stap 6 in "Lees dit eerst")
– Plaats een andere "Memory Stick".
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusdraaiknop op
, P, M of SCN wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
• Zet de modusdraaiknop op
wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 87).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de modusdraaiknop op
, P, M, SCN of
(blz. 22).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 23). Dit is normaal.
NL
75
Het scherm wordt blauw en het onderwerp wordt niet weergegeven tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] terwijl de kabel voor de multifunctionele
aansluiting is aangesloten op de multifunctionele aansluiting. Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los of stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fijn)] (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek-W/30 cm voor telefoto-T (t stap 5 in "Lees
dit eerst").
• De
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie) is gekozen in de
Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 28).
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 43).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 43).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
– U opneemt in de [Multi Burst] functie.
– Opnemen van bewegende beelden.
De flitser werkt niet.
• De flitserfunctie is ingesteld op
(Niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 32).
– De
(Schemerfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de
Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst").
(Bewegende beelden) is gekozen.
• Stel de flitserfunctie in op (Altijd flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") om stilstaande
beelden op te nemen wanneer
(Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of
(Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie
(t stap 5 in "Lees dit eerst").
–
NL
76
De close-up (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• De
(Schemerfunctie),
(Landschapsfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 23).
In de zoeker is een horizontale lijn zichtbaar.
• Dit komt door de structuur van de zoeker. Dit is geen defect.
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 29) of
stel de belichting in (blz. 23).
• Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
• Schakel het scherm in (blz. 19).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium. Stel de belichting in (blz. 23).
• Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
Problemen oplossen
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de speciale effecten (blz. 34).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff] in op [Aan] (blz. 44).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
NL
77
Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Wanneer het onderwerp dichtbij is, treedt het zogenaamde parallax-fenomeen op. Als u het
opneembare bereik wilt controleren, gebruikt u het scherm.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu.
Beelden bekijken
Raadpleeg "Computers" (blz. 79) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Zet de modusdraaiknop op
(blz. 22).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding vanaf de computer (blz. 58).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (blz. 50).
• Controleer of de aansluiting juist is (blz. 71).
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten. Koppel deze los volgens de
juiste procedure (blz. 59).
Beelden wissen/Bewerken
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 37).
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de beveiliging van een beeld in te stellen (blz. 36),
of de schrijfbeveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87).
NL
78
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 37).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
Computers
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Raadpleeg "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 53) voor Windows en "Aanbevolen
computeromgeving" (blz. 63) voor Macintosh.
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 54).
Uw computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Gebruik de netspanningsadapter wanneer de accu bijna leeg is (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 55).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de
Problemen oplossen
camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie" wordt afgebeeld
(blz. 55).
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50).
• Koppel alle apparatuur, behalve het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van
de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 55).
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USBstuurprogramma", dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het foutief
herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende
punt).
NL
79
Het pictogram van de externe schijf wordt niet op de computermonitor
afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Apparaatbeheer" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste
wijze aan op de computer (blz. 55).
• Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz. 56, 63).
• Het kan onmogelijk zijn een "Memory Stick" te gebruiken die op een computer is geformatteerd.
Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd is door uw camera (blz. 47).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
• Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick" weer. Kopieer de
bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende
beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
NL
80
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
• Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 59).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 60).
"Memory Stick"
De "Memory Stick" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick" kan niet worden opgenomen.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
• De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het
beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
U hebt een "Memory Stick" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87).
PictBridge-compatibel printer
Problemen oplossen
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel op het
(Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 50).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer
raadplegen.
NL
81
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
• Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u bijgeleverd kreeg,
raadplegen.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicatie
(kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 68).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 68) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan enige tijd duren,
afhankelijk van de printer.
NL
82
Overige
De camera werkt niet.
• Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 89).
• De accu is bijna leeg (De E indicatie wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees
dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de camera en op een
stopcontact in de muur (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en
sluit deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als het probleem hiermee niet is
opgelost, moet u de camera terugstellen (blz. 73).
Ik ken de betekenis van een indicatie op het scherm niet.
• Zie blz. 15.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 91).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De accu is leeg. Vervang de lege accu door een volledig opgeladen accu of gebruik de
netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Problemen oplossen
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
NL
83
Foutcodes en meldingen
Zelfdiagnosefunctie
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
Meldingen
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
Schakel uit en weer in
• Door een probleem met de lens is een
storing opgetreden.
E
• De accu is zwak. Laad de accu op
(t stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort
accu, kan de indicatie knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
Alleen voor "InfoLITHIUM" accu
C:13: ss
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory
Stick". Plaats de "Memory Stick"
meerdere keren opnieuw.
• Er is een ongeformatteerde "Memory
Stick"geplaatst. Formatteer de
"Memory Stick" (blz. 47).
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in deze camera worden gebruikt, of de
gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick" (blz. 87).
E:61: ss
E:91: ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. U moet de camera (blz. 73)
terugstellen en daarna weer inschakelen.
• De accu is geen "InfoLITHIUM"-type
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Geen Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (t stap 3
in "Lees dit eerst").
Fout van Memory Stick
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste
wijze.
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt (blz. 87).
• De "Memory Stick" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt (blz. 87).
NL
84
Formatteringsfout
• Formatteer de "Memory Stick" opnieuw
(blz. 47).
Memory Stick vergrendeld
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van
de "Memory Stick" in de stand voor
opnemen (blz. 87).
Geen geheugenruimte
• Wis overbodige beelden en bestanden
Bestandsfout
• Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 37).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Kan niet opdelen
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick".
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om onder te verdelen (korter
dan ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 60).
Mapfout
• Op de "Memory Stick" staat al een map
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick" staat een map
waarvan de naam begint met "999". U
kunt in dat geval geen mappen meer
aanmaken.
Kan niet opnemen
• U probeert een bestand weer te geven
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
(Trillingswaarschuwingindicatie)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
Problemen oplossen
met dezelfde drie eerste cijfers.
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE) Kies een andere map of
maak een nieuwe map aan (blz. 47).
Ongeldige bediening
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick
PRO". Plaats een "Memory Stick PRO"
of stel het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 48).
NL
85
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is. Controleer
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de handleiding van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder èèn DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in map] uit te voeren
terwijl een map was gekozen waarin
uitsluitend bewegende beelden zitten. U
kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
NL
86
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan enige tijd duren,
afhankelijk van de printer.
Overige
Informatie over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
"Memory Stick"-type
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat.
Aansluiting
Opnemen/
Weergeven
Memory Stick
a
Memory Stick (MagicGate/
Gegevensoverdracht op hoge
snelheid)
a*2*3
Memory Stick Duo*1
a
Memory Stick (MagicGate/
Gegevensoverdracht op hoge
snelheid)*1
a*2*3
MagicGate Memory Stick
a*2
MagicGate Memory Stick
Duo *1
a*2
Memory Stick PRO
a*2*3*4
Memory Stick PRO Duo
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick" (bijgeleverd)
*1
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Plaats van het etiket
a*2*3*4
*1Wanneer
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick" die op een computer is geformatteerd niet
garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– De "Memory Stick" uit de camera halen of de
camera uitschakelen tijdens het lezen of
schrijven van gegevens
– wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats.
• Bevestig het bijgeleverde etiket uitsluitend op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
Overige
u een "Memory Stick Duo" in deze
camera wilt gebruiken, moet u deze eerst in een
Memory Stick Duo-adapter steken.
*2"MagicGate Memory Stick" en "Memory Stick
PRO" zijn uitgerust met MagicGate-functies.
MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
*3
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*4Bewegende beelden kunnen worden opgenomen
op beeldformaat 640(Fijn).
De standen/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick" die u gebruikt.
NL
87
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet op
de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera
wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo"
eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken.
Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt
zonder gebruik te maken van een Memory Stick
Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze
vervolgens weer uit het apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er dan
goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken met
deze camera gebruikt, let u er dan goed op dat
de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist
gebruik de camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
• Als u een "Memory Stick Duo" wilt
formatteren, steekt u eerst de "Memory Stick
Duo" in de Memory Stick Duo-adapter.
• Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met een
schrijfbeveiligingsschakelaar, zorgt u ervoor dat
deze niet in de stand lock staat.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
• Typen "Memory Stick PRO" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
NL
88
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
Deze camera werkt alleen op een
"InfoLITHIUM" accu (R-serie).
Wat is een "InfoLITHIUM" accu?
Een "InfoLITHIUM" accu is een
lithiumion-accu met functionaliteit voor het
uitwisselen van informatie met de camera
over de bedieningsomstandigheden. De
"InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Hoe u de accu moet opladen
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
Doeltreffend gebruik van de accu
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt ondanks
dat de accu-restladingsindicatie aangeeft dat er
nog voldoende lading aanwezig is om het apparaat
te bedienen. Gebruik de acculading helemaal en
laad de accu volledig op zodat de accurestladingsindicatie correct is. Merk echter op dat
de juiste accu-restladingsindicatie soms niet kan
worden verkregen als de camera gedurende een
lange tijd wordt gebruikt bij hoge temperaturen of
volledig opgeladen wordt bewaard, of als de accu
veelvuldig wordt gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
• Zelfs als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt zal gaan worden, moet u deze minstens
eenmaal per jaar volledig opladen en daarna de
lading geheel opgebruiken. Haal de accu uit de
camera en bewaar deze op een koele, droge
plaats. Op deze manier zal de accu naar behoren
blijven werken.
• U kunt de lading van de accu in de camera
helemaal opgebruiken door de POWER-toets
aan te laten staan in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 37) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Bewaar en transporteer de accu altijd in de
accuhouder om te voorkomen dat de accupolen
vuil worden of kortgesloten worden.
Levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
Overige
• Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de zoomfunctie of de
flitser zal de accu sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld aan
water. De accu is niet waterdicht.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Accu-restladingsindicatie
NL
89
Het Cyber-shot Station gebruiken
Met het Cyber-shot Station (niet
bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk
opladen. Plaats de camera gewoon in het
Cyber-shot Station en het opladen begint
automatisch. Terwijl de accu wordt
opgeladen, kunt u de lading controleren aan
de hand van de CHARGE-lampjes op het
Cyber-shot Station.
De afstandsbediening van het Cyber-shot
Station maakt het mogelijk de volgende
bedieningen op afstand uit te voeren.
– Beelden weergeven op een TV
– Stilstaande beelden en bewegende
beelden opnemen
– Intervalopnamen
Als een PictBridge-compatibel printer is
aangesloten, kunnen bovendien beelden
worden afgedrukt met behulp van de
afstandsbediening.
Voor verdere informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot
Station.
NL
90
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
Het camerahuis kan verkleuren of vervormen,
waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Reiniging van de gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik geen vuile stekkers. Als u
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
Overige
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet omdat
deze de afwerking of het camerahuis kunnen
beschadigen.
• Chemische producten, zoals verdunner, benzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, insecticiden, enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
NL
91
x Ingebouwde oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een ingebouwde,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze ingebouwde batterij wordt tijdens het
gebruik van de camera voortdurend opgeladen.
Indien u de camera echter alleen voor korte
perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk
uitgeput. Indien u de camera helemaal niet
gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig
uitgeput. In dat geval moet u de oplaadbare
batterij opladen voordat u de camera gaat
gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een stopcontact met behulp
van de netspanningsadapter of plaats een
opgeladen accu en laat de camera gedurende
24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
NL
92
Technische gegevens
Camera
[Stroomvoorziening, algemeen]
Gebruikte accu
[Systeem]
Beeldopnemer
NP-FR1
9,11 mm (1/1,8 type) kleurenCCD, Primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 7 410 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 7 201 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 - 23,7 mm (38 - 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2,8 - 5,2
Voeding
3,6 V
Stroomverbruik
(tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm)
1,2 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (9 functies)
104,5×51,5×27,9 mm
(B/H/D, excl. uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 180 g, (incl. accu (NPFR1), "Memory Stick" en
polsriem)
Witbalans
Microfoon
Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print
Compatibel
Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Gloeilamp, Flitser, Eenmaal
drukken
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif
Versie 2.2
Voldoet aan de JPEG-norm,
compatibel met DPOF
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium "Memory Stick"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto): 0,2 m t/m
3,5 m voor groothoek-W en 0,3
m t/m 2,5 m voor telefoto-T
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
USB-verbinding
PictBridge
Ingangsspanning 100 V t/m 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 11 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom*
* Zie de sticker op de
netspanningsadapter voor de
overige technische gegevens.
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen
Ong. 48×29×81 mm
(W×H×D, excl. uitstekende
delen)
Gewicht
Ong. 130 g, excl. netsnoer
[LCD-scherm]
LCD-scherm
5,1 cm (2,0 type) TFTaansturing
Compatibel
Netspanningsadapter AC-LS5/LS5B
Overige
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
PRINT Image Matching II
Compatibel
Totaal aantal beeldpunten
134 000 (560×240)
beeldpunten
NL
93
Accu NP-FR1
Gebruikte accu
Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit
4,4 Wh (1 220 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
NL
94
Index
Index
A
B
D
Aansluiten
Beeldbestandgeheugenlocaties........... 59
Daglicht ................................30
Beeldbestandgeheugenlocaties en
bestandsnamen .............. 59
Datum&tijd...........................44
Beeldeffect ........................... 34
DC IN-aansluiting
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Computer .......................55
Printer ............................67
TV..................................71
Aantal beelden/
opnameduur ...................20
Accu
Accu-restladingsindicatie
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-indicatie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe ..........28
Afdrukken .............................65
Enkelbeeldfunctie..........66
Indexfunctie...................66
Afdrukmarkering ..................69
AF-functie.............................43
AF-vergrendeling..................29
AF-verlichting.......................45
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Beelden afdrukken in een
afdrukwinkel ................. 69
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 54
Beeldformaat ........................ 12
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit ................ 12, 31
Datum ...................................44
Datum/tijd.............................44
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Bestandsnaam....................... 59
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Bestandsnummer .................. 50
Dia ........................................37
Besturingssysteem.......... 53, 63
Diafragma .......................10, 23
Beveiliging ........................... 36
Digitale zoom .......................43
Bewolkt ................................ 30
DirectX .................................62
Burst ..................................... 32
DPOF ....................................69
C
Dradenkruis van de spot
lichtmeting.....................29
Belichting ............................. 23
Camera 1 .............................. 43
Camera 2 .............................. 46
CD-ROM.............................. 54
Compressieverhouding......... 12
Computer
Aanbevolen computeromgeving................. 53, 63
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 60
Macintosh...................... 63
E
Een beeld vergroten
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Eenmaal drukken ..................30
Effectief aantal pixels ...........93
Enkelbeeld ............................43
Enkelbeeldfunctie .................66
EV.........................................26
Extensie ................................60
Software ........................ 61
F
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaande beelden
kopieren ........................ 54
F-getal...................................10
Windows ....................... 52
Index
Auto Review .........................45
Fijn........................................31
Flitser ....................................30
Automatische scherpstelling... 9
Condensvorming .................. 91
Automatische uitschakelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Contrast ................................ 34
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Cyber-shot Station................ 90
Flitsniveau.............................33
NL
95
Fluoriserend..........................30
Klokinstelling....................... 51
Formaat veranderen ..............38
Korte-sluitertijdfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Formatteren...........................47
Foutcodes en meldingen .......84
Opnamestand................. 26
Weergeven ..................... 35
L
Menu voor opnemen.............26
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Menu voor weergeven .......... 35
G
Lange sluitertijd NR............. 23
Monochroom ........................ 34
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Multi ..................................... 29
LCDachtergrondverlichting .. 49
Multi Burst ...........................32
Gloeilamp .............................30
H
Handmatige belichting .........23
Histogram .......................19, 27
Midden-AF ...........................28
Monitor................................. 43
Multi AF............................... 28
Multipoint-AF ......................28
LCD-scherm........ zie "Scherm"
I
Lichtmeetfunctie .................. 29
N
ImageMixer ..........................61
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 29
Netsnoer
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
ImageMixer VCD2...............64
Indexfunctie..........................66
Lichtmeting met nadruk op het
midden .......................... 29
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
M
Indicatie van AFbereikzoekerframe.........28
Macintosh-computer ............ 63
"InfoLITHIUM" accu...........89
Ingebouwde oplaadbare
batterij ...........................92
M AF.................................... 43
Aanbevolen
computeromgeving ....... 63
Installeren .................54, 61, 64
Macro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Instelfunctie ..............34, 41, 42
Map ...................................... 35
Camera 1 .......................43
Maken ........................... 47
Camera 2 .......................46
Wijzigen........................ 48
Memory Stick tool.........47
Setup 1...........................49
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
Setup 2...........................50
"Memory Stick" ................... 87
Interval..................................33
Aantal beelden/
opnameduur .................. 20
ISO............................10, 11, 31
K
Kaarslichtfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
96
onderdelen..................... 25
Functie ..................................32
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................22
NL
Menu..................................... 24
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting ...............55, 71
Netspanningsadapter
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NTSC....................................50
O
Onderbelichting ....................10
Opdelen ................................ 39
Opnamefunctie ..................... 32
Opnamemap aanmaken ........ 47
Opnamemap wijzigen...........48
Opnamestand
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Formatteren................... 47
Opnemen van bewegende
beelden .......................... 22
Schrijfbeveiligingsschakelaar... 87
Optische zoom......................43
Memory Stick tool ............... 47
Overbelichting ......................10
P
P.Effect ................................. 34
PAL .......................................50
Scherm
Parallax .................................78
Indicatie ........................ 15
PC ....................zie "Computer"
LCD-achtergrondverlichting ..................... 49
PFX .......................................34
Schermweergave
veranderen..................... 19
PictBridge .............................66
PicturePackage......................61
Pieptoon ................................49
Pixel ......................................12
Plaats van de onderdelen ......13
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 in "Lees dit
eerst"
Vermindering van het rodeogeneffect ......................44
Verzadiging...........................34
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Scherpstellen .................... 9, 28
Video-CD........................61, 64
Scherpstelling-voorkeuze ..... 28
Volume
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Scherpte................................ 34
Schrijfbeveiligingsschakelaar .. 87
Schroefgang voor statief ...... 13
Voorzorgsmaatregelen ..........91
Vuurwerkfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Playback......... zie "Weergeven"
SCN ...................................... 26
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Sepia..................................... 34
Slimme-zoomfunctie ............ 43
W
Precisie-zoom .......................43
Sluitertijd........................ 10, 23
Wazige beelden.......................9
Problemen oplossen ..............73
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
WB........................................30
PTP .......................................50
Punt-AF ................................28
Weergave/bewerken ..............22
Weergeven
Software ............................... 61
Standaard.............................. 31
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Spot lichtmeting ................... 29
Q
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer...............52
R
Rechtstreeks beelden
afdrukken.......................66
T
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Reiniging ..............................91
Reset (terugstellen) ...............73
Roteren..................................39
Aanbevolen
computeromgeving........53
Taal ....................................... 49
Technische gegevens ............ 93
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans ..............................30
Tot halverwege indrukken ...... 9
S
S AF ......................................43
Scène.....................................26
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Z
TV ........................................ 71
Zachte-klikfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
U
Zelfdiagnosefunctie ..............84
USB-aansluiting ................... 50
USB-stuurprogramma .......... 54
V
Vergrote indicaties................ 46
Index
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
97
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
•
•
•
•
•
NL
98
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate",
is een handelsmerk van
Duo",
en
Sony Corporation.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de V.S. en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.