Sony DSC-P200 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und
Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie
auf unserer Kundendienst-Website finden.
Extra informatie over deze camera en antwoorden
op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer
Support-website voor klantenondersteuning.
2-582-856-43 (1)
© 2005 Sony Corporation
Printed in Japan
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf
Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige
organische verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung/
Störungsbehebung _____________
Bedienungsanleitung
Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der
Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing/
Problemen oplossen____________
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door voordat u de camera
voor het eerst bedient, en bewaar het voor latere naslag.
DSC-P200
„Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band)
Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für
Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera.
"Lees dit eerst" (los boekje)
Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/
weergeven met uw camera.
DE
NL
NL
2
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij
die niet vervangen hoeft te worden tijdens de
levensduur van het apparaat.
Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch
vervangen moet worden.
De batterij mag alleen vervangen worden door
vakbekwaam servicepersoneel.
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
Lever het apparaat aan het einde van de
levensduur in voor recycling, de batterij zal dan
op correcte wijze verwerkt worden.
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht
tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u
het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u
de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u
deze weer aan.
Verwijdering van Oude Elektrische en
Elektronische Apparaten (Toepasbaar
in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
ophaalsystemen)
Het symbool op het product of op de verpakking
wijst erop dat dit product niet als huishoudafval
mag worden behandeld. Het moet echter naar een
plaats worden gebracht waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier
wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor
mens en milieu negatieve gevolgen die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalbehandeling. De recyclage van materialen
draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke
bronnen. Voor meer details in verband met het
recyclen van dit product, neemt u het best contact
op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of
de dienst belast met de verwijdering van
huishoudafval of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Geschikte accessoire: "Memory Stick"
Nederlands
WAARSCHUWING
Voor klanten in Nederland
Informatie voor kopers in
Europa
NL
3
Opmerkingen over het gebruik van de camera
Typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt
Deze camera gebruikt het
IC-opnamemedium "Memory Stick". Er
zijn twee typen "Memory Stick".
• "Memory Stick"
• "Memory Stick Duo": Plaats de "Memory Stick
Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
Memory Stick Duo-adapter
• Voor verdere informatie over de "Memory
Stick", zie blz. 87.
Opmerkingen over de "InfoLITHIUM"
accu
• Laad de meegeleverde NP-FR1 accu op voordat
u de camera voor het eerst gebruikt.
(t stap 1 in"Lees dit eerst")
• De accu kan zelfs worden opgeladen als deze
nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs
als de accu niet volledig opgeladen is, de
gedeeltelijke lading van de accu gewoon
gebruiken.
• Als u van plan bent de accu gedurende een lange
tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de
resterende lading, verwijdert u daarna de accu
uit de camera, en bewaart u deze op een droge,
koele plaats. Op deze manier zal de accu naar
behoren blijven werken (blz. 89).
• Voor verdere informatie over de
"InfoLITHIUM" accu, zie blz. 89.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens,
die scherpe beelden met uitstekend contrast
reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd onder
een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd
door Carl Zeiss in overeenstemming met de
kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland.
Opmerkingen over de
netspanningsadapter
• Sluit de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter niet kort met een metalen
voorwerp, omdat hierdoor een storing kan
ontstaan.
• Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje of soortgelijk voorwerp. Gebruik
de stekker niet als deze vuil is. Als u een vuile
stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet
goed wordt opgeladen.
Opmerkingen over opnemen/
weergeven
• Maak een proefopname om te controleren of de
camera juist werkt voordat u eenmalige
gebeurtenissen opneemt.
• Let er goed op dat de camera niet nat wordt.
Water dat de camera binnendringt, kan een
storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan
worden verholpen.
• Richt de camera niet naar de zon of ander fel
licht. Dit kan leiden tot onherstelbare
beschadiging van uw ogen. Of het kan een
storing van de camera veroorzaken.
• Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
• Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
• Als er condens op de camera is gevormd,
verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt
(blz. 91).
• Niet met de camera schudden of er tegenaan
stoten. Naast storingen en het weigeren om
beelden op te nemen, kan dit ook het
opnamemedium onbruikbaar maken, en
beeldgegevens vervormen, beschadigen of
verloren doen gaan.
• Maak het venster van de flitser schoon vóór deze
te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het afgaan
van de flitser kan eventueel vuil op het venster van
de flitser doen verbranden of vastbakken
waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
• Om mogelijk verlies van beeldgegevens te
voorkomen, dient u altijd een (reserve) kopie
van de gegevens op een ander medium te maken.
• Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
NL
NL
4
Opmerkingen over het LCD-scherm,
de LCD-zoeker (voor modellen met
een LCD-zoeker) en de lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het
LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of
groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal
en heeft geen enkele invloed op het opgenomen
beeld.
• Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens
langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht,
kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een venster of buiten
neerzet.
• Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan
dan verkleuren, waardoor een storing wordt
veroorzaakt.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
• Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Opmerkingen over de compatibiliteit
van beeldgegevens
• Deze camera voldoet aan DCF (Design rule for
Camera File system universal standard) zoals
vastgesteld door de JEITA (Japan Electronics
and Information Technology Industries
Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen
worden weergegeven op andere apparatuur, of
dat beelden die met andere apparatuur zijn
opgenomen of gemonteerd, kunnen worden
weergegeven op deze camera.
Waarschuwing over copyright
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de
wetten op de auteursrechten.
De beelden in deze
gebruiksaanwijzing
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
NL
5
Alle mogelijkheden van de camera gebruiken
Bereid de camera voor en neem op in de automatische
instelfunctie
"Lees dit eerst" (los boekje)
1 De accu opladen
2 De camera inschakelen/de klok instellen
3 Plaats een "Memory Stick"
4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken
5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie)
Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie)
6 Beelden weergeven/Beelden wissen
Leer uw camera beter kennen
Deze gebruiks-
aanwijzing
• Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd
automatisch opnemen/Handmatig opnemen) t blz. 22
• Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het
menu t blz. 24
• De standaardinstellingen veranderen t blz. 42
De camera aansluiten op een PC of printer
Deze gebruiks-
aanwijzing
• Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten
op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers)
t blz. 65
• Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse
manieren te bewerken t blz. 52
2
1
NL
6
Inhoud
Opmerkingen over het gebruik van de camera.........................................3
Basistechnieken voor betere beelden....................................................... 9
Scherp-stellen – Het onderwerp met succes scherpstellen.............................. 9
Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10
Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11
Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 12
Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13
Indicaties op het scherm......................................................................... 15
Schermweergave veranderen ................................................................. 19
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20
Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/
bekeken .................................................................................................. 21
De modusdraaiknop gebruiken ............................................................... 22
De menuonderdelen gebruiken...................................................... 24
Menuonderdelen ................................................................................ 25
Menu voor opnemen ............................................................................... 26
SCN (Scène)
(EV)
9 (Scherpstellen)
(Lichtmeetfun.)
WB (Witbalans)
ISO
(Beeldkwaliteit)
Mode (Opn.functie)
(Interval)
(Flitsniveau)
PFX (Beeldeffect)
(Verzadiging)
(Contrast)
(Scherpte)
(Setup)
De camera leren gebruiken
Het menu gebruiken
M
NL
7
Menu voor weergeven .............................................................................35
(Map)
- (Beveiligen)
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................42
Camera 1 ...........................................................................................43
AF-functie
Digitale zoom
Datum/Tijd
Rode-ogeneff
AF-verlicht.
Auto Review
Camera 2 ...........................................................................................46
Ve rg ro o t
Memory Stick tool ..............................................................................47
Formaat
Opnamemap maken
Opnamemap wijz.
Setup 1 ...............................................................................................49
LCD-verlicht
Pieptoon
Taal
Setup 2 ...............................................................................................50
Bestandsnr
USB-aansl.
Video-uit
Klokinstel.
Het Setup-scherm gebruiken
1
2
1
2
NL
8
Werken met uw Windows-computer ....................................................... 52
Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera ..60
De bijgeleverde software gebruiken........................................................ 61
Uw Macintosh computer gebruiken......................................................... 63
Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 65
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer .....66
Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 69
Beelden bekijken op een TV-scherm ...................................................... 71
Problemen oplossen ............................................................................... 73
Foutcodes en meldingen......................................................................... 84
Informatie over de "Memory Stick".......................................................... 87
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu................................................... 89
Het Cyber-shot Station gebruiken........................................................... 90
Voorzorgsmaatregelen............................................................................ 91
Technische gegevens.............................................................................. 93
De camera met uw computer gebruiken
Stilstaande beelden afdrukken
Uw camera op uw TV aansluiten
Problemen oplossen
Overige
Index
...................................................................................................... 95
NL
9
De camera leren gebruiken
De camera leren gebruiken
Basistechnieken voor betere beelden
Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp
(Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege
ingedrukt moet worden.
Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen]
(blz. 28)
Scherp-
stellen
Het onderwerp met succes scherpstellen
Gelijk helemaal
indrukken
Tot halverwege
indrukken, daarna
Knippert,licht op/
piept Helemaal indrukken
Tips om wazige beelden te voorkomen
Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren door
tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een
statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is.
Scherp-
stellen
Belichting Kleur Kwaliteit
Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen
voor het gebruik van de camera. Het
beschrijft het gebruik van diverse
camerafuncties, zoals de modusdraaiknop
(blz. 22), de menu’s (blz. 24), enz.
96
60
min
VGA
FINE
101
F2.830
S
AF
NL
10
U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop
indrukt.
Belichting
De lichtintensiteit instellen
Overbelichting
= te veel licht
Te licht beeld
In de automatische instelfunctie wordt de
belichting automatisch ingesteld op de juiste
waarde. U kunt deze echter ook handmatig
instellen met behulp van de hieronder beschreven
functies.
[Handmatige belichting]:
Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde
handmatig instellen.
t
blz. 23
[EV]:
Hiermee kunt u de belichting die door de camera
is ingesteld veranderen.
t
blz. 26
[Lichtmeetfun.]:
Hiermee kunt u het deel van het onderwerp
veranderen dat wordt gemeten om de belichting
in te stellen.
t
blz. 29
Juiste belichting
Onderbelichting
= te weinig licht
Te donker beeld
Eigenschappen van "sluitertijd" Eigenschappen van "diafragma"
(F-getal)
Korter
Bewegende
onderwerpen lijken
gestopt.
Langer
Bewegende
onderwerpen lijken
te zweven.
Open
Het
scherpstellingsbereik
wordt kleiner, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
Dicht
Het
scherpstellingsbereik
wordt groter, zowel
aan de voorkant als
aan de achterkant.
S
luitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in
de camera valt
Diafragma = De grootte van de opening waardoor het
licht in de camera valt
ISO =
Gevoeligheid van het opnamemedium
Belichting:
De camera leren gebruiken
NL
11
De ISO-gevoeligheid instellen
ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op
een beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting
hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid.
Met [ISO] stelt u de gevoeligheid in t blz. 31
De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden.
Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen
In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld.
U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 30).
Hoge ISO-gevoeligheid
Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen.
Het beeld wordt echter korrelig.
Lage ISO-gevoeligheid
Neemt een korrelvrij beeld op.
Het beeld is echter donkerder.
Kleur
Over het effect van de lichtbron
Weer/lichtbron
Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp
Eigenschappen van
het licht
Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig
NL
12
Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels.
Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag
nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven
met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien,
verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of
weergegeven op een computerscherm.
Beschrijving van de pixels en het beeldformaat
Het beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst")
De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 31)
U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale
beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is
het beeldbestand kleiner.
Kwaliteit
Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat"
1 Beeldformaat: 7M
3.072 pixels×2.304 pixels = 7.077.888 pixels
2 Beeldformaat: VGA(E-Mail)
640 pixels×480 pixels = 307.200 pixels
Pixel
Veel (Hoge
beeldkwaliteit en groot
bestand)
Voorbeeld: Afdrukken op groot
formaat
Weinig (Lage
beeldkwaliteit en klein
bestand)
Voorbeeld: Beeld versturen als
bijlage bij e-mailberichten
Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik
7M (3072×2304) (standaardinstelling) Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie
3:2 (3072×2048) Voor afdrukken op fotoformaat met hoge resolutie
5M (2592×1944) Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie
3M (2048×1536) Voor afdrukken op A4-formaat
1M (1280×960) Voor afdrukken op briefkaartformaat
VGA(E-Mail) (640×480) Voor versturen als bijlage bij e-mailberichten of het
maken van een homepage
Pixels
De camera leren gebruiken
NL
13
Plaats van de onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
A POWER-toets/lampje (t stap 2 in
"Lees dit eerst")
B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D Multifunctionele aansluiting
(onderkant) (55)
E Schroefgat voor statief (onderkant)
• Gebruik een statief met een schroeflengte
van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van
langere schroeven kan de camera niet stevig
aan het statief worden bevestigd en kan de
camera beschadigd raken.
F Microfoon
G Zoekervenster (t stap 5 in "Lees dit
eerst")
H Zelfontspannerlampje (t stap 5 in
"Lees dit eerst")/AF-verlichting (45)
I Lens
J Luidspreker (onderkant)
A AE/AF-vergrendelingslampje (groen)
(t stap 5 in "Lees dit eerst")
B /Laadlampje (oranje) (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst")
D LCD-scherm
E (Display/LCD aan/uit)-toets (19)
F MENU-toets (24)
G Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/
z
(t stap 2 in "Lees dit eerst")
Menu uitschakelen: / / /
(t stap 5 in"Lees dit eerst")
Modusschakelaar "M": Sluitertijd/
diafragmawaarde (23)
H (Beeldformaat/Wissen)-toets
(t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst")
I Modusdraaiknop (22)
J Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T)
(t stap 5 in"Lees dit eerst")
Voor weergeven: /
(Weergavezoom) toets/ (Index) toets
(t stap 6 in "Lees dit eerst")
K Oog voor polsriem (t "Lees dit
eerst")
1
2
4
5
3
6
7
8
9
q;
1
2
4
5
6
7
8
9
q;
qa
qs
qd
qf
qg
qh
q
j
3
NL
14
L Deksel van de accu/"Memory Stick"
(t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst")
M Afdekking van de DC IN-aansluiting
(t stap 1 in "Lees dit eerst")
N RESET-toets (73)
O Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit
eerst")
P DC IN-aansluiting (t stap 1 in "Lees
dit eerst")
Q Accu-uitwerphendel (t stap 1 in
"Lees dit eerst")
De camera leren gebruiken
NL
15
Indicaties op het scherm
Nadere bijzonderheden over de bediening
vindt u op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van stilstaande beelden
Bij opname van bewegende beelden
A
B
min
Terug
Scherm Indicatie
Accu-restlading (t stap 1
in "Lees dit eerst")
z AE/AF-vergrendeling
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Opnamefunctie (22, 32)
Witbalans (30)
STBY
OPNEMEN
Standby/Opname voor
bewegende beelden
(t stap 5 in "Lees dit
eerst")
Scènekeuze (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
M Modusdraaiknop (22)
Flitsfunctie (t stap 5 in
"Lees dit eerst")
Vermindering van het rode-
ogeneffect (44)
Scherpte (34)
5 Verzadiging (34)
6 Contrast (34)
AF-verlichting (45)
Lichtmeetfunctie (29)
Beeldeffect (34)
Scherm Indicatie
Handmatige-
belichtingsinstelfunctie (23)
Macro (t stap 5 in "Lees
dit eerst")
AF-functie (43)
AF-bereikzoekerframe (28)
1.0m Scherpstelling-
voorkeuzeafstand (28)
z Ter u g Handmatige belichting
60min
M
WB
SL
ON
S AF M A F
NL
16
C
D
E
Scherm Indicatie
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
FINE STD Beeldkwaliteit (31)
Opnamemap (47)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
00:00:00
[00:28:05]
Opnameduur [maximale
opnameduur] (20)
1/30" Multi Burst-interval (33)
400 Resterend aantal beelden
dat opgenomen kan worden
(20)
Zelfontspanner (t stap 5
in "Lees dit eerst")
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (84)
Datum/Tijd (44)
ISO-nummer (31)
Scherm Indicatie
Trillingswaarschuwing (9)
• Waarschuwt dat door
trillingen het beeld niet
goed opgenomen zal
worden. Zelfs als de
trillingswaarschuwing
wordt afgebeeld, kunt u
toch het beeld opnemen.
Wij adviseren u echter de
camera stil te houden zodat
de indicatie verdwijnt om
de invloed van trillingen te
vermijden.
E Waarschuwing voor
zwakke accu (21)
+ Dradenkruis van de spot
lichtmeting (29)
AF-bereikzoekerframe (28)
7M
3:2
5M
3M 1M VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
101
Scherm Indicatie
Histogram (19, 27)
• wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
Lange sluitertijd NR (23)
125 Sluitertijd (23)
F2.8 Diafragmawaarde (23)
+2.0EV EV-niveau-waarde-
indicatie (26)
(niet afgebeeld
in de
linkerkolom)
Menu/Gidsmenu (24)
DPOF
De camera leren gebruiken
NL
17
Bij weergave van stilstaande beelden
Bij weergave van bewegende beelden
A
B
C
60
C:32:00
101
VGA
1.3
M
101
12/12
+2.0EV
F2.8500
VOLUMEVORIGE/VOLGENDE
min
min
Scherm Indicatie
Accu-restlading
(t stap 1 in "Lees dit
eerst")
Beeldformaat (t stap 4 in
"Lees dit eerst")
Opnamefunctie (22, 32)
N Weergave (t stap 6 in
"Lees dit eerst")
Volumeniveau (t stap 6
in "Lees dit eerst")
- Beveiliging (36)
Afdrukmarkering (DPOF)
(69)
Map veranderen (35)
Zoomvergroting (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Stap Beeld-voor-beeld-weergave
(32)
Scherm Indicatie
101-0012 Map-bestandsnummer (35)
Weergavebalk (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Scherm Indicatie
PictBridge-aansluiting (67)
Resterende ruimte op de
"Memory Stick" (20)
Weergavemap (35)
8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal
beelden opgenomen in de
gekozen map (35)
C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (84)
00:00:12 Teller (20)
60min
3:2
5M
7M
3M 1M VGA
FINE
6 40
STD
6 40
160
M
1.3
101
NL
18
D
E
Scherm Indicatie
De kabel voor de
multifunctionele aansluiting
niet loskoppelen (68)
+2.0EV EV-niveau-waarde-
indicatie (26)
ISO-nummer (31)
Lichtmeetfunctie (29)
Flitser
Witbalans (30)
500 Sluitertijd (23)
F2.8 Diafragmawaarde (23)
Weergavebeeld (t stap 6
in "Lees dit eerst")
Scherm Indicatie
Histogram (19, 27)
• wordt afgebeeld
wanneer het histogram is
uitgeschakeld.
2005 1 1
Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (44)
Menu/Gidsmenu (24)
VORIGE/
VOLGENDE
Beelden kiezen
VOLUME
Volumeniveau instellen
WB
DPOF
De camera leren gebruiken
NL
19
Schermweergave veranderen
Iedere keer als u op de (Display/LCD-
scherm aan/uit) toets drukt, verandert de
schermweergave als volgt.
• Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens
de weergave beeldinformatie afgebeeld.
• Het histogram wordt niet afgebeeld:
Tijdens het opnemen wanneer:
– het menu wordt afgebeeld.
– u de digitale zoom gebruikt.
– het beeldformaat is ingesteld op [3:2].
– bewegende beelden worden weergegeven.
Tijdens het weergeven wanneer:
– het menu wordt afgebeeld.
– in de indexfunctie.
– u de weergavezoom gebruikt.
– de Multi Burst-functie is ingeschakeld.
– u stilstaande beelden roteert.
– bewegende beelden worden weergegeven.
• Er kan een groot verschil optreden tussen het
histogram dat wordt afgebeeld tijdens het
opnemen en tijdens het weergeven wanneer:
– de flitser afgaat.
– de sluitertijd is veranderd.
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
• Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, werkt de
digitale zoom niet (blz. 43) en is [AF-functie]
ingesteld op [Enkelvoud.] (blz. 43). Als u
(flitser)/ (zelfontspanner)/ (macro) kiest,
wordt het beeld gedurende ongeveer twee
seconden afgebeeld.
S AF
VGA
101
96
S AF
VGA
101
96
S AF
60
60
min
min
Histogram aan
Indicaties uit
LCD-scherm uit
Indicaties aan
Histogram (blz. 27)
NL
20
Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende
beelden
De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van
bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick" die in deze
camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn],
zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.) (Eenheid: beelden)
• Het vermelde aantal beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal].
• De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst].
• Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicatie ">9999" afgebeeld.
De opnameduur van bewegende beelden (uren : minuten : seconden)
• Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op
een "Memory Stick PRO".
• Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 12.
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera,
kan het display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat.
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
7M 9 18 37 67 137 279 573
18 36 73 132 268 548 1125
3:2 9 18 37 67 137 279 573
18 36 73 132 268 548 1125
5M 12 25 51 92 188 384 789
23 48 96 174 354 723 1482
3M 20 41 82 148 302 617 1266
37 74 149 264 537 1097 2250
1M 50 101 202 357 726 1482 3038
93 187 376 649 1320 2694 5524
VGA(E-Mail) 196 394 790 1428 2904 5928 12154
491 985 1975 3571 7261 14821 30385
Capaciteit
Formaat
32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB
640(Fijn) – – – 0:02:57 0:06:02 0:12:20 0:25:18
640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09
160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25
De camera leren gebruiken
NL
21
Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden
opgenomen/bekeken
De tabel geeft bij benadering het aantal
beelden dat kan worden opgenomen en/of
weergegeven en de levensduur van de accu aan
wanneer u beelden opneemt in de [Normaal]
functie met een volledig opgeladen accu
(bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur
van 25 °C. Het aantal beelden dat kan worden
opgenomen of weergegeven, maken het
mogelijk de "Memory Stick" te wisselen,
indien noodzakelijk.
Merk op dat afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden de werkelijke
aantallen lager kunnen uitvallen dan hier
aangegeven.
• De acculading neemt af naarmate deze langer
wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van
de tijd (blz. 89).
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
en/of weergegeven
en de levensduur van de
accu nemen af onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat
– Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat
– Wanneer de accu zwak is
Bij opname van stilstaande beelden
• Opnemen in de volgende situaties:
– (Beeldkwaliteit) staat op [Fijn]
– Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste W-
en T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat
• De meetmethode is gebaseerd op de CIPA-
norm.
(CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Weergeven van stilstaande beelden
• Weergeven van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Bij opname van bewegende beelden
• Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
Formaat
LCD-
scherm
Aantal
beelden
(Ong.)
Levensduur
van accu
(min.)
7M Aan 370 185
Uit 500 250
VGA(E-
Mail)
Aan 370 185
Uit 500 250
Formaat Aantal beelden
Levensduur
van
accu
(min.)
7M Ong.
8200
Ong.
410
VGA(E-Mail) Ong.
8200
Ong.
410
LCD-scherm aan LCD-scherm uit
Ong. 160 min. Ong. 220 min.
NL
22
De modusdraaiknop gebruiken
Zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Opnamefuncties voor stilstaande beelden
: Automatische instelfunctie
Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in
"Lees dit eerst"
SCN: Scènekeuzefunctie
Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène.
t stap 5 in "Lees dit eerst"
P: Programmafunctie voor automatisch opnemen
Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25)
M: Opnamefunctie met handmatige belichting
Voor opnemen nadat u de belichting handmatig hebt ingesteld (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 23).
U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu.
(Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25)
Regelknop
Modusdraaiknop
: Opnemen van bewegende
beelden
t stap 5 in "Lees dit eerst"
: Weergave/Bewerken
t stap 6 in "Lees dit eerst"
De camera leren gebruiken
NL
23
De belichting handmatig instellen
1 Zet de modusdraaiknop op M en druk op z op de regelknop.
De "Instellen" indicatie in de linkeronderhoek van het LCD-scherm verandert in "Terug," en de camera
stelt de handmatige-belichtingsinstelfunctie in.
2 Verander de instelling met behulp van de regelknop.
b/B: Diafragma (F-getal)
v/V: Sluitertijd
3 Neem het beeld op.
• Als u Quick Review, de close-up (macro)-opnamefunctie of de zelfontspannerfunctie wilt gebruiken, of de
flitsfunctie wilt veranderen, drukt u na stap 1 op z op de regelknop om de handmatige-
belichtingsinstelfunctie te annuleren. (De "Terug" indicatie verandert in "Instellen".)
• De flitser is ingesteld op (Altijd flitsen) of (Niet flitsen).
• U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30 seconden kiezen.
• Sluitertijden van een seconde of langer worden afgebeeld met ["], bijvoorbeeld, 1".
• Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te
vermijden.
• Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie
ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld.
• Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken.
• Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het
scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 26). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest
geschikt is voor de camera.
250 0
EV
98
FINE
SAF
101
F2.8
VGA
60
Terug
M
min
"Te r ug "
Diafragmawaarde
Sluitertijd
NL
24
Het menu gebruiken
De menuonderdelen gebruiken
1 Schakel de camera in en zet de modusdraaiknop op de gewenste functie.
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies het gewenste menuonderdeel met
b/B op de regelknop.
• Als het gewenste menuonderdeel niet zichtbaar is,
houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm
wordt afgebeeld.
• Als u een menuonderdeel hebt gekozen terwijl de
modusdraaiknop op staat, moet u op z
drukken.
4 Kies de gewenste instelling met v/V.
De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld.
5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
• Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicatie v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar
de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te
beelden, kiest u deze indicatie met de regelknop.
• Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen.
v/V/b/B toets
z toets
Modusdraaiknop
Regelknop
MENU-toets
100
200
400
ISO
WB
ISO
Autom.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
Het menu gebruiken
NL
25
Menuonderdelen
Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. Alleen de
beschikbare menuonderdelen worden op het LCD-scherm afgebeeld.
( : beschikbaar)
Modusdraaiknop: P M SCN
Menu voor opnemen (blz. 26)
SCN (Scène) — — — — —
(EV) — — —
9 (Scherpstellen) — —
(Lichtmeetfun.) — —
WB (Witbalans) — —
ISO — — —
(Beeldkwaliteit) — — —
Mode (Opn.functie) — —
(Interval) — — —
(Flitsniveau) — — —
PFX (Beeldeffect) — —
(Verzadiging) — — — —
(Contrast) — — — —
(Scherpte) — — — —
(Setup)
Menu voor weergeven (blz. 35)
(Map) —————
- (Beveiligen) — — — — —
DPOF —————
(Afdrukken) — — — — —
(Dia) —————
(Ander form.) — — — — —
(Roteren) — — — — —
(Opdelen) — — — — —
(Setup) —————
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
26
Menu voor opnemen
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst"
Om het beeld op de juiste wijze op te nemen afhankelijk van de scène, bepaalt de camera de
meest geschikte combinatie van functie-instellingen.
( : u kunt de gewenste instelling kiezen)
Met deze instelling kunt u de belichting
handmatig instellen.
Naar – Naar +
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
SCN (Scène)
Macro Flitser AF-bereikzoeker
Scherpstelling-
voorkeuze
Witbalans
Burst/Multi
Burst
——
Autom./ / —
— Midden-AF
0,5m/1,0m
3,0m/7,0m
—
— /
/
/
/
—— —
(EV)
M +2,0EV
Naar +: Maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
m –2,0EV
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
SL
WB
Het menu gebruiken
NL
27
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
z [EV] instellen door een histogram af te beelden
Een histogram is een grafiek die de helderheid
van een beeld weergeeft. Zet de modusdraaiknop
van tevoren op P of SCN en druk daarna
herhaaldelijk op om het histogram af te
beelden. De afgebeelde grafiek geeft een donker
beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft
een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is. Een histogram kan worden gebruikt om de
belichting te controleren en [EV] in te stellen.
A Aantal pixels
B Helderheid
• Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen.
– Wanneer de modusdraaiknop op of M staat
– Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven
– Tijdens Quick Review
8M
4
FINE
101
0
EV
80min
HelderDonker
A
B
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
28
Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het
moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie.
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en
neer beweegt, wordt de fout vergroot.
• De instelbare afstanden zijn beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
• Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken omdat dan de
automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen.
• Wanneer u [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van
onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert , of en wordt het
AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld.
9 (Scherpstellen)
(oneindige afstand)
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp
van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelling-voorkeuze)
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit
opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de
automatische-scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is
het handig om [Scherpstellen] te gebruiken.
7.0m
3.0m
1.0m
0.5m
Punt-AF
()
Hiermee wordt scherpgesteld op een heel klein onderwerp of
binnen een klein bereik.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stil zodat
het onderwerp niet buiten het bereikzoekerframe komt.
Midden-AF
()
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
vlakbij het midden van het frame.
• Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de
gewenste beeldcompositie opnemen.
Multi-AF
(Multipoint AF) ( )
Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp
in het hele bereik van het zoekerframe.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het
midden van het frame bevindt.
60
VGA
FINE
98
101
P
S AF
min
AF-bereikzoekerframe
Indicatie van
AF-bereikzoekerframe
60
VGA
FINE
98P
101
S AF
min
AF-bereikzoekerframe
Indicatie van
AF-bereikzoekerframe
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
29
z Als het onderwerp niet scherpgesteld is
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] of
[Punt-AF] gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt. In dergelijke gevallen
handelt u als volgt.
1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AF-
bereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp
te stellen (AF-vergrendeling).
Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt herhalen.
2 Wanneer de indicatie van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u
terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp
wordt gemeten voor de berekening van de belichting.
(Lichtmeetfun.)
Punt (Spot lichtmeting)
()
Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt
voor de lichtmeting.
• Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren
wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het
onderwerp en de achtergrond.
Midden (Lichtmeting met
nadruk op het midden) ( )
Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de
lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van
de helderheid van dat deel van het onderwerp.
Multi (Lichtmeting met
meerdere patronen)
Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en
wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera
berekent een uitgebalanceerde belichting.
F2.8 30
VGA
60min FINE
98P
101
S AF
AE/AF-vergrendelingsindicatie
AF-bereikzoekerframe
VGA
60 FINE
98
101
S AF
P
F2.8 30
min
60
VGA
F2.8250
98
FINE
SAF
101
P
min
Dradenkruis van de spot
lichtmeting
Plaats dit op het onderwerp.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
30
• Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10
• Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u
[9] (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting
(blz. 28).
Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden
tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken.
WB (Witbalans)
(Eenmaal drukken
SET)
Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de
(Eenmaal drukken) functie.
(Eenmaal drukken)
Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de
(Eenmaal drukken) functie. Nadat u hebt ingesteld,
gaat u als volgt te werk.
1
Richt de lens op een wit onderwerp, zoals een vel papier dat het
hele scherm vult, onder dezelfde belichtingsomstandigheden
waaronder u het onderwerp wilt opnemen.
2
Kies [ ] (Eenmaal drukken SET) met
v
. Het scherm
wordt tijdelijk zwart en de indicatie knippert snel.
Wanneer de witbalans is ingesteld en in het geheugen is
opgeslagen, wordt (Eenmaal drukken) opnieuw
gekozen.
• Als de indicatie langzaam knippert, is de witbalans nog niet
ingesteld of kan niet worden ingesteld. Gebruik de automatische
witbalans.
• Beweeg of stoot de camera niet terwijl de indicatie knippert.
• Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op (Altijd flitsen) of
(Langzame synchro), wordt de witbalans aangepast aan de
omstandigheden met afgaande flitser.
(Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser.
• U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt.
n (Gloeilamp)
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de
lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal
of onder felle verlichting zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht.
(Daglicht)
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen
van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of
voor omstandigheden voor of na zonsondergang.
Autom.
Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans
automatisch ingesteld.
SL
WB
W
B
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
31
• Voor verdere informatie over [WB] t blz. 11
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren,
ondanks dat u (Fluorescerend) hebt ingesteld.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de witbalansfunctie automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de
functies [ ] en [ ].
• De instelling is beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de
waarde, hoe gevoeliger voor licht.
• Voor verdere informatie over de [ISO] lichtgevoeligheid t blz. 11
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt.
Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden.
• Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 12
ISO
400
Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of
een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag
nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
200
100
Autom.
(Beeldkwaliteit)
Fijn (FINE)
Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie)
opgenomen.
Standaard (STD)
Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie)
opgenomen.
W
B
WB
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
32
Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of
niet wanneer u op de sluiterknop drukt.
Over [Multi Burst]
• U kunt de opgenomen beelden weergeven met [Multi Burst] met de volgende procedure:
– Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regelknop.
– Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te
hervatten.
• U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de [Multi Burst] functie:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
– Een serie beelden onderverdelen opgenomen met [Multi Burst]
– Een frame wissen in een serie opgenomen met [Multi Burst]
– Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer de modusdraaiknop op staat
– De sluitertijd langer instellen dan 1/30 seconde wanneer de modusdraaiknop op M staat
• Wanneer u een serie beelden opgenomen met [Multi Burst] weergeeft met behulp van een computer of een
camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, dan wordt het beeld weergegeven als een
enkelbeeld met 16 frames.
• Het beeldformaat van beelden opgenomen in de [Multi Burst] functie is 1M.
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Multi Burst] functie afhankelijk van de
Scènekeuzefunctie (blz. 26).
Over [Burst]
• De flitser staat op (Niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen.
• Als de modusdraaiknop op M staat, kunt u de sluitertijd in de [Burst] functie niet instellen op 1/6 seconde
of langer.
• Als de acculading laag is, of wanneer de "Memory Stick" vol is, stopt de [Burst].
• Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Burst] functie afhankelijk van de Scènekeuzefunctie
(blz. 26).
Mode (Opn.functie)
Multi Burst ( )
Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaand-
beeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt.
• Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren.
• U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval]
functie (blz. 33).
Burst ( )
Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar
opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u
de sluiterknop ingedrukt houdt.
• Wanneer "Neemt op" verdwijnt, kunt u het volgende beeld
opnemen.
Normaal
Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar
opgenomen.
M
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
33
Maximaal aantal opnamen achter elkaar
(Eenheden: beelden)
Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 32).
• Dit wordt niet afgebeeld wanneer (Schemerfunctie), (Schemer-portretfunctie),
(Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen.
• Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst"
• Dit wordt niet afgebeeld wanneer (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie)
is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
Kwaliteit
Formaat
Fijn Standaard
7M 5 8
3:2 5 8
5M 6 11
3M 9 17
1M 22 41
VGA(E-Mail) 85 100
(Interval)
1/7.5 (1/7.5")
• Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode]
(Opn.functie) in het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi
Burst] (blz. 32).
1/15 (1/15")
1/30 (1/30")
(Flitsniveau)
+ ( +)
Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger.
Normaal
– ( –)
Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager.
M
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
34
Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten.
• Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
De verzadiging van het beeld instellen.
De contrast van het beeld instellen.
De scherpte van het beeld regelen.
Zie blz. 42.
PFX (Beeldeffect)
Z-W ( )
Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit)
opgenomen.
Sepia ( )
Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse
foto) opgenomen.
Uit
Geen effect.
(Verzadiging)
+ ( )
Naar +: De kleuren worden helderder.
Normaal
– ( )
Naar –: De kleuren worden donkerder.
(Contrast)
+ ( )
Naar +: Het contrast wordt groter.
Normaal
– ( )
Naar –: Het contrast wordt kleiner.
(Scherpte)
+ ( )
Naar +: Het beeld wordt scherper.
Normaal
– ( )
Naar –: Het beeld wordt waziger.
(Setup)
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
Het menu gebruiken
NL
35
Menu voor weergeven
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven.
1 Kies de gewenste map met b/B op de regelknop.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
z Over de [Map]
De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick" (blz. 47). U kunt
de map veranderen of een nieuwe aanmaken.
• Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 47)
• Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 48)
• Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick" en het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, worden de volgende indicaties afgebeeld.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan.
(Map)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de keuze geannuleerd.
VORIGE/VOLGENDE
Map kiezen
Annul.
OK
Mapnaam:
102 2/2
Gemaakt:
Aant. best.:
2005
102MSDCF
9
111::05:34
AM
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
36
Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen.
Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie
1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
Het beeld is beveiligd en de - (beveiligings-)indicatie wordt op het beeld afgebeeld.
4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op z.
Beelden beveiligen in de indexfunctie
1 Druk op (index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z.
5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene - indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in map] in stap 4 en drukt u daarna op z. Kies
[Aan] met B en druk daarna op z.
- (Beveiligen)
Beveiligen (-)
Zie de onderstaande procedure.
Sluiten
Hiermee wordt de beveiliging opgeheven.
60
VGA
101
2/9
Beveiligen
Sluiten
VORIGE/VOLGENDE
min
-
- (groen)
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
37
Om de beveiliging te annuleren
In de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4 op "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie".
In de indexfunctie
1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap
5 van "Beelden beveiligen in de
indexfunctie
".
2 Druk op z om de - indicatie grijs te laten worden.
3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen.
4 Druk op MENU, kies [OK] met B, en druk daarna op z.
De beveiliging van alle beelden in een map annuleren
Kies [Alle in map] in stap 4 op "Beelden beveiligen in de indexfunctie", en druk daarna op
z. Kies [Uit] met B en druk daarna op z.
• Merk op dat door de"Memory Stick" te formatteren alle data in de "Memory Stick" gewist zullen worden,
zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
• Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren.
Met deze instelling kunt u een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt
afdrukken (blz. 69).
Zie blz. 66.
Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling).
Interval
DPOF
(Afdrukken)
(Dia)
3 sec
Het interval voor een diavoorstelling instellen.
5 sec
10 sec
30 sec
1 min
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
38
Beeld
Herhalen
1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regelknop.
2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z.
• Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B.
• De [Interval] tijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz.
Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat
veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Ander form.) met b/B en druk daarna op z.
4 Selecteerd het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het
meest recente bestand.
Map
Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map.
Alle
Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick" zijn
opgeslagen.
Aan
Continu herhaalde weergave van beelden.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling.
Start
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt de diavoorstelling geannuleerd.
(Ander form.)
7M
Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn.
t stap 4 in "Lees dit eerst"
5M
3M
1M
VGA
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat
geannuleerd.
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
39
• Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst"
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of [Multi Burst] beelden niet veranderen.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld verandert, zullen de bovenste en onderste zwarte gedeelten in het
beeld worden afgebeeld.
Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld
roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Roteren) met b/B op de regelknop en druk daarna op z.
4 Kies [
] met v en roteer daarna het beeld met b/B.
5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en [Multi Burst] beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd.
• Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat
de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt.
Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende
beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van de
"Memory Stick" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw e-
mailberichten verstuurt.
• Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal
worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt.
(Roteren)
Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande
procedure.
OK
Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de
onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het roteren geannuleerd.
(Opdelen)
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het knippen geannuleerd.
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
40
Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen
Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer
101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist.
1 Knippen van scène A.
Opdelen
101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Knippen van scène B.
Opdelen
101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn.
Wissen Wissen
4 Alleen de gewenste scène blijft over.
Procedure
1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Kies [ ] (Opdelen) met B op de regelknop en druk daarna op z.
4 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het weergeven van de bewegende beelden begint.
1
2
101_0002
101_0003
3
101_0001
1
2
3AB
101_0002
101_0004
123 B
A
101_0005
13
101_0004 101_0007
101_0006
AB2
13
2
101_0006
Het menu gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 24
NL
41
5 Druk op z op het gewenste knippunt.
• Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt
aan met behulp van b/B.
• Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden
begint opnieuw.
6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z.
7 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
De bewegende beelden worden geknipt.
• De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen
als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap.
• De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden)
– Beveiligde bewegende beelden (blz. 36)
Zie blz. 42.
(Setup)
00:00:02
60
10/10
101
STD
6 40
Opdelen
Knippunt
OK
Annul.
Sluiten
min
NL
42
Het Setup-scherm gebruiken
De Setup-onderdelen gebruiken
U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm.
1 Schakel de camera in.
2 Druk op MENU om het menu af te beelden.
3 Druk op B op de regelknop en kies (Setup).
4 Druk op v/V/b/B op de regelknop en
kies het onderdeel dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen onderdeel verandert
in geel.
5 Druk op z om de instelling in te
voeren.
Druk op MENU om het (Setup)-scherm uit te schakelen.
De (Setup)-instelling annuleren
Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regelknop. Als dit niet wordt
afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
v/V/b/B toets
z toets
Modusdraaiknop
Regelknop
MENU-toets
1
1
2
Annul.
OK
Setup 2
Bestandsnr:
USB-aansl.:
Video-uit:
Klokinstel.:
1
1
2
Annul.
OK
Setup 2
Bestandsnr:
USB-aansl.:
Video-uit:
Klokinstel.:
Het Setup-scherm gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
43
Camera 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen.
• Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de
[Enkelvoud.] functie.
De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom
(max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de
slimme-zoomfunctie of de precisie-zoomfunctie.
Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van [Slim]
AF-functie
Enkelvoud. (S AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de
sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze
functie is handig bij het opnemen van stilstaande
onderwerpen.
Monitor (M AF)
Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor
scherpstelling, korter.
• Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie
[Enkelvoud.].
Digitale zoom
Slim
(Slimme-zoomfunctie)
()
Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal
vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is
ingesteld op [7M] of [3:2].
• De maximale zoomvergrotingsfactor van [Slim] wordt vermeld
in de onderstaande tabel.
Nauwkeurig
(Precisie-zoomfunctie)
()
Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6×
vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert.
Uit ( )
Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt.
Formaat Maximale
zoomvergrotingsfactor
5M Ong. 3,6×
3M Ong. 4,5×
1M Ong. 7,2×
VGA(E-Mail) Ong. 14,0×
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
44
• Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicatie als volgt afgebeeld.
• De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de
optische-zoomvergrotingsfactor.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De of indicatie
knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame
bevinden.
• Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft
echter geen effect op het opgenomen beeld.
Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd.
Maak deze instelling voordat u begint met opnemen.
• De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de indicatie
afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood afgebeeld in de
rechterbenedenhoek van het scherm.
• U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de [Multi Burst]
functie.
• De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd.
Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect
verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze
instelling voordat u begint met opnemen.
Datum/Tijd
Dag&Tijd
Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld
geprojecteerd.
Datum
Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld
geprojecteerd.
• De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt
gekozen. (t stap 2 "De klok instellen" in "Lees dit eerst")
Uit
Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld
geprojecteerd.
Rode-ogeneff
De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de
T-kant is de digitale zoom
Zoom-vergrotingsindicatie
Het Setup-scherm gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
45
• Omdat het ongeveer een seconde duurt eerdat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed
van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt.
• Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de
voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering
van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren.
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is
vergrendeld. Op dat moment wordt de indicatie afgebeeld.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 3,8 m voor groothoek-W of
2,8 m voor telefoto-T aan te houden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer [Scherpstellen] is ingesteld (blz. 28), werkt de [AF-verlicht.] functie niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicatie knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of
(Vuurwerkfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden.
• Terwijl u een beeld met Auto Review weergeeft, kunt u het volgende beeld niet opnemen. Als u gedurende
deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u
onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
Aan ( )
Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect.
• De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af.
Uit
Hiermee wordt het rode-ogeneffect verminderen niet
gebruikt.
AF-verlicht.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
ON
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
46
Camera 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroten wanneer u op
(Flitsfunctie), (Zelfontspanner) of (Macro) drukt.
Vergroot
Aan
Hiermee worden de indicaties vergroot.
Uit
Hiermee worden de indicaties niet vergroot.
Het Setup-scherm gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
47
Memory Stick tool
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De "Memory Stick" formatteren. Zowel de bijgeleverde "Memory Stick" als een in de handel
verkrijgbare "Memory Stick" zijn reeds geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden
gebruikt.
• Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde beelden.
1 Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z.
De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" verschijnt.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Het formatteren is klaar.
Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick" om opgenomen beelden
in op te slaan.
1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z.
Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld.
2 Kies [OK] met v en druk daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer,
en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
• Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35.
• Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap.
• U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF".
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of
gekozen.
• U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer
enz.
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is
opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt.
• Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59).
Formaat
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het formatteren geannuleerd.
Opnamemap maken
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd.
60
Opnamemap maken
102MSDCF
Maakt opnamemap
Klaar?
Annul.
OK
min
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
48
Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen.
1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z.
Het map-keuzescherm wordt afgebeeld.
2 Kies de gewenste map met b/B, kies daarna [OK] met v, en druk tenslotte op z.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap.
• U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Opnamemap wijz.
OK
Zie de onderstaande procedure.
Annul.
Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap
geannuleerd.
102 2/2
2005
102MSDCF
0
111::05:34
AM
VORIGE/VOLGENDE
Opnamemap kiezen
Annul.
OK
Mapnaam:
Gemaakt:
Aant. best.:
Het Setup-scherm gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
49
Setup 1
1
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen.
• Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt.
• De instelling wordt niet afgebeeld als u de camera van stroom voorziet met behulp van de
netspanningsadapter.
Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat wordt voortgebracht wanneer de camera wordt
bediend.
Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en
meldingen worden afgebeeld.
LCD-verlicht
Helder
Hiermee wordt het scherm helderder.
Normaal
Donker
Hiermee wordt het scherm donkerder.
Pieptoon
Sluiter
Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de
sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Aan
Hiermee wordtde pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als
u de regelknop/sluiterknop indrukt, ingeschakeld.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
50
Setup 2
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met .
Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden
toegekend aan de beelden.
Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de
camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op
een computer of een PictBridge-compatibel printer.
Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het aangesloten
apparaat.
Bestandsnr
Reeks
Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden
toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick"
wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick"
een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst
toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger
dan het hoogste bestandsnummer toegekend.)
Terugstel.
Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere
keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt
veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een
nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer
toegewezen.)
USB-aansl.
PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridge-
compatibel printer (blz. 66).
PTP
Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de
camera is aangesloten op een computer, worden de beelden
opgeslagen in de opnamemap ingesteld in de camera,
gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP
en Mac OS X.)
Normaal
Hiermee wordt de camera aangesloten op een computer
(blz. 55).
Video-uit
NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de
PAL-functie (bijv. voor Europa).
Het Setup-scherm gebruiken
Voor informatie over de bediening
t
blz. 42
NL
51
Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen.
Klokinstel.
OK
Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z. Volg
vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen"
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Annul.
Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd.
NL
52
De camera met uw computer gebruiken
Werken met uw Windows-computer
Voor informatie over het gebruik van een
Macintosh-computer, leest u "Uw
Macintosh computer gebruiken" (blz. 63).
Beelden naar uw computer kopiëren (blz. 54)
Voorbereiding
Beelden bekijken op uw
computer
Het USB-stuurprogramma
installeren.
• Als op de computer Windows XP
draait, hoeft u geen
stuurprogramma te installeren.
Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 61)
Beelden weergeven die op de
computer zijn opgeslagen
"PicturePackage" installeren
(blz. 61).
Beelden opslaan op een CD-R
Een muziekvideo/diavoorstelling
maken
Beelden afdrukken
Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 61)
Een video-CD maken "ImageMixer VCD2" wordt
automatisch geïnstalleerd
wanneer u "PicturePackage"
installeert.
De camera met uw computer gebruiken
NL
53
Een computer die op de camera wordt
aangesloten dient aan de volgende vereisten
te voldoen.
Aanbevolen computeromgeving voor
het kopiëren van beelden
Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd):
Microsoft Windows 98, Windows 98SE,
Windows 2000 Professional, Windows
Millennium Edition, Windows XP Home
Edition, of Windows XP Professional
• De juiste werking kan niet worden
gegarandeerd in een computeromgeving die
is opgewaardeerd tot een van de
bovenstaande besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen (multi-boot).
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Computerscherm: 800 × 600 pixels of meer,
Hoge kleuren (16-bit kleuren, 65.000
kleuren) of beter
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "PicturePackage"/
"ImageMixer VCD2"
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of
hoger, DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met
luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer
wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor
installatie—ongeveer 500 MB
Computerscherm: Videokaart (ondersteuning
van Direct Draw) met 4 MB VRAM
• Om automatisch muziekvideo's of
diavoorstellingen te maken (blz. 61) is een
Pentium III-processor van 500 MHz of sneller
vereist.
• Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een
Pentium III-processor van 800 MHz of sneller
aanbevolen.
• Deze software is geschikt voor DirectX. Voor
gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn.
• U hebt een afzonderlijk softwareprogramma
nodig om het opnameapparaat te bedienen voor
het branden van CD-R's.
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
apparat dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 50.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspend-
of Sleep-functie is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
• Als de computer zowel geen USB-aansluiting
als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de
beelden kopiëren met behulp van een extern
apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie.
Aanbevolen computeromgeving
NL
54
Beelden kopiëren naar uw computer
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
U kunt als volgt de beelden vanaf de camera
naar de computer kopiëren.
Voor een computer met een "Memory
Stick"-gleuf
Haal de "Memory Stick" uit de camera en
plaats de "Memory Stick" in de "Memory
Stick"-gleuf van de computer. Kopieer
vervolgens de beelden.
Voor een computer zonder een
"Memory Stick"-gleuf
Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden
54 t/m 58 om de beelden te kopiëren.
• Een stuurprogramma is software dat ervoor
zorgt dat de apparatuur die op de computer is
aangesloten goed werkt.
• Als op de computer Windows XP draait, begint
u bij Fase 2.
• Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, kunt u
Fase 1 overslaan.
OPMERKING: Sluit de camera op dit
moment nog niet aan op de
computer.
1 Sluit alle softwareprogramma's af
die geopend zijn.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder
(geautoriseerde beheerders).
2 Plaats de CD-ROM in de computer
en, nadat het installatiemenu
wordt afgebeeld, klik op [USB
Driver].
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
• Als het installatiemenu niet wordt
afgebeeld, dubbelklikt u op (My
Computer) t (PICTUREPACKAGE).
3 Klik op [Next].
Het installeren van het USB-
stuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt u dit via een
melding op het computerscherm
medegedeeld.
4 Klik in het aankruisvakje naast
[Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer opnieuw opstarten) om
het aan te kruisen en klik daarna
op [Finish].
De computer wordt opnieuw opgestart.
U kunt nu de USB-verbinding tot stand
brengen.
Haal de CD-ROM uit de computer nadat het
installeren klaar is.
Fase 1: Het USB-
stuurprogramma installeren
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
55
1 Plaats een "Memory Stick" met
daarop opgenomen beelden in de
camera.
2 Sluit de camera, met behulp van
de netspanningsadapter, aan op
een stopcontact.
• Als u de beelden naar de computer kopieert
terwijl de camera van stroom wordt
voorzien door middel van de accu, kan het
kopiëren mislukken of kunnen de
beeldgegevens beschadigd raken als de accu
tussentijds leegraakt.
3 Zet de modusdraaiknop op en
schakel daarna de camera en de
computer in.
• Als op de computer Windows XP draait, wordt
de wizard AutoPlay automatisch afgebeeld.
"USB-functie Normaal" wordt afgebeeld op
het scherm van de camera.
Als een USB-verbinding voor het eerst tot
stand wordt gebracht, draait de computer
automatisch een programma om de camera
te herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties
rood. Gebruik de computer niet totdat de
aanduidingen wit zijn geworden.
• Als "USB-functie Normaal" niet wordt afgebeeld,
stelt u [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50).
Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden
Naar een
stopcontact
Netspannings-
adapter
POWER
Fase 3: De camera en de
computer op elkaar aansluiten
Naar de
multifunctionele
aansluiting
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Naar de USB-aansluiting
USB-functie
MENU
Schakel in
Normaal
Toegangs-
indicaties*
NL
56
• Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me
draait, volgt u de procedure beschreven in
"Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren
(voor Windows 98/98SE/2000/Me)" op
bladzijde 57.
Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van
beelden naar de map "My Documents".
1 Nadat u een USB-verbinding tot
stand hebt gebracht in Fase 3 en
het wizard-venster automatisch
op het computerscherm wordt
afgebeeld, klikt u op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Beelden kopiëren naar een map
op mijn computer met de
Microsoft-wizard voor scanners
en camera's) t [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)-
scherm verschijnt.
2 Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick" in
de camera zijn opgeslagen worden op
het computerscherm weergegeven.
3 Klik in het aankruisvakje van niet
gewenste beelden, zodat ze niet
meer zijn aangekruist en niet
worden gekopieerd, en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)-
scherm verschijnt.
4 Kies de naam en de bestemming
van de beelden en klik daarna op
[Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
Fase 4-A: Beelden naar een
computer kopiëren
1
2
1
2
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
57
5 Klik in het aankruisvakje naast
[Nothing. I'm finished working
with these pictures] (Niets. Ik ben
klaar met het werken met deze
beelden) om het aan te kruisen en
klik daarna op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
6 Klik op [Finish].
Het wizard-venster wordt gesloten.
• Als u toch verder wilt gaan met het kopiëren
van andere beelden, koppelt u de kabel voor
de multifunctionele aansluiting los (blz. 59)
en sluit u deze opnieuw aan. Volg daarna
opnieuw de procedure beschreven in
"Fase 3: De camera en de computer op
elkaar aansluiten" op blz. 55.
• Als op de computer Windows XP draait, volgt u
de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden
naar een computer kopiëren" op blz. 56.
Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My
Documents" map.
1 Dubbelklik op [My Computer] t
[Removable Disk] t [DCIM].
Als u geen andere mappen hebt
aangemaakt, wordt alleen de map
"101MSDCF" afgebeeld.
• Als het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 80.
2 Dubbelklik op de map waarin de
beeldbestanden die u wilt
kopiëren zijn opgeslagen.
Klik daarna met de
rechtermuisknop op een
beeldbestand zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Copy].
Fase 4-B: Beelden naar een
computer kopiëren
1
2
2
1
NL
58
3 Dubbelklik op de map [My
Documents]. Klik daarna met de
rechtermuisknop in het venster
"My Documents" zodat het
contextuele menu wordt
afgebeeld en klik op de
menuopdracht [Paste].
De beeldbestanden worden naar de map
"My Documents" gekopieerd.
• Als in de bestemmingsmap van de
kopieerbediening al een beeld met dezelfde
bestandsnaam zit, wordt een
bevestigingsmelding voor overschrijven
afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld
overschrijft met een nieuw beeld, wordt het
oorspronkelijke bestand gewist. Als u het
beeldbestand naar de computer wilt
kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig
beeldbestand te overschrijven, verandert u
eerst de bestandnaam in een andere naam en
kopieert u daarna het beeldbestand. Merk
echter op dat wanneer u de bestandsnaam
verandert, u dat beeld mogelijk niet meer
kan weergeven met de camera (blz. 60).
Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor
het bekijken van gekopieerde beelden in de
map "My Documents".
1 Klik op [Start] t [My
Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt afgebeeld.
• Als op de computer een ander
besturingssysteem dan Windows XP draait,
dubbelklikt u op [My Documents] op het
bureaublad.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Het beeld wordt weergegeven.
Volg de onderstaande procedure voor het:
• Loskoppelen van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
• Eruit halen van een "Memory Stick"
• Uitschakelen van de camera
Fase 5: Beelden bekijken op uw
computer
1
2
De USB-verbinding vanaf de
computer wissen
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
59
x Voor Windows 2000/Me/XP
1 Dubbelklik op de taakbalk.
2 Klik op (Sony DSC) t [Stop].
3 Controleer of het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster en
klik op [OK].
4 Klik op [OK].
• Als op de computer Windows XP draait,
kunt u stap 4 overslaan.
5 Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, haal de "Memory Stick"
eruit of schakel de camera uit.
x Voor Windows 98/98SE
1 Controleer of de toegangsindicaties op het
computerscherm (blz. 55) wit zijn.
2 Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, haal de "Memory Stick"
eruit of schakel de camera uit.
De beeldbestanden die op de camera zijn
opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op
de "Memory Stick".
Voorbeeld: mappen afbeelden onder
Windows XP
A Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen met een camera zonder de
map-aanmaakfunctie
B Een map met beeldgegevens die zijn
opgenomen op deze camera
Als u geen mappen hebt aangemaakt,
bestaat alleen de map "101MSDCF".
C Een map met bewegende-beeldgegevens,
enz., die zijn opgenomen met een camera
zonder de map-aanmaakfunctie
• U kunt geen beelden opnemen in de map
"100MSDCF" of de map "MSSONY". De
beelden in deze map zijn alleen beschikbaar
voor weergave.
• Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35.
• Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven,
waarbij ssss staat voor ieder getal binnen
het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke
deel van de bestandsnaam van bewegende
beelden opgenomen in de bewegend-
beeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het
bijbehorende indexbeeldbestand.
– Stilstaand-beeldbestanden: DSC0
ssss
.JPG
– Bewegende-beeldbestanden:
MOV0ssss.MPG
– Indexbeeldbestanden die worden opgenomen
wanneer u bewegende beelden opneemt:
MOV0ssss.THM
Beeldbestand-geheugenlocaties
en bestandsnamen
Dubbelklik hier
A
B
C
NL
60
Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op
de camera
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
Wanneer een beeldbestand dat naar de
computer is gekopieerd, niet meer op een
"Memory Stick" staat, kunt u dat beeld
weer op de camera weergeven door het
beeldbestand op de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
• Als de bestandsnaam die door de camera werd
gegeven niet is veranderd op de computer, kunt
u stap 1 overslaan.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een
computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera,
kan het weergeven van het beeldbestand op uw
camera niet gegarandeerd worden.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera (blz. 47) en kopieert u
daarna het beeldbestand.
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna
op [Rename]. Verander de
bestandsnaam in "DSC0ssss".
Voer een nummer in van 0001 t/m 9999
voor ssss.
• Als de bevestigingsmelding voor
overschrijven wordt afgebeeld, moet u in
stap 1 een ander nummer invoeren.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de
computer. De bestandsextensie voor
stilstaande beelden is JPG en de
bestandsextensie voor bewegende beelden is
MPG. U mag de bestandsextensie niet
veranderen.
2 Kopieer het beeldbestand naar de
map op de "Memory Stick"
volgens de onderstaande
procedure.
1Klik met de rechter muisknop op het
beeldbestand en klik daarna op [Copy].
2Dubbelklik op [Removable Disk] of
[Sony MemoryStick] in het venster [My
Computer].
3Klik met de rechtermuisknop op de map
[sssMSDCF] in de map [DCIM], en
klik daarna op de menuopdracht [Paste].
• sss betekent ieder willekeurig
nummer van 100 t/m 999.
1
2
De camera met uw computer gebruiken
NL
61
De bijgeleverde software gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de bediening op een
Windows-computer.
De bijgeleverde CD-ROM bevat twee
softwareprogramma's: "PicturePackage" en
"ImageMixer".
PicturePackage
Hiermee kunt u:
A Burning Video CD (Een video-CD
branden)
Het scherm van "ImageMixer VCD2"
wordt afgebeeld.
B Music Video/Slideshow Producer (Een
muziekvideo/diavoorstelling maken)
C Save the images on CD-R (Beelden
opslaan op een CD-R)
D Viewing video and pictures on PC
(Stilstaande en bewegende beelden op een
PC bekijken)
De functies opstarten:
Klik op een van de onderdelen A-D en
klik daarna op de knop rechtsonder op het
computerscherm.
U kunt de softwareprogramma's
"PicturePackage" en "ImageMixer VCD2"
installeren volgens de onderstaande
procedure.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt
geïnstalleerd (blz. 54), mag u de camera niet op
de computer aansluiten vóórdat u de
"PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd
(behalve voor Windows XP).
• In Windows 2000/XP, logt u in als beheerder.
• Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt
automatisch het USB-stuurprogramma
geïnstalleerd.
1 Schakel de computer in en plaats
de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u
op (My Computer) t
(PICTUREPACKAGE)
2 Klik op [PicturePackage].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
3 Kies de gewenste taal en klik
daarna twee keer achter elkaar op
[Next].
Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
Het scherm "Licence Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig door.
Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, klikt u in het
aankruisvakje naast [I accept the terms
of the license agreement] (Ik accepteer
de voorwaarden in de
licentieovereenkomst) en klikt u daarna
op [Next].
Overzicht van de bijgeleverde
software
A
B
C
D
De software installeren
NL
62
4 Volg de aanwijzingen op het
scherm om het installeren te
voltooien.
• "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen
worden geïnstalleerd, mits deze nog niet
geïnstalleerd zijn.
• Wanneer de bevestigingsmelding voor
opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u
de computer opnieuw op aan de hand van de
aanwijzingen op het scherm.
5 U kunt de CD-ROM uit de
computer halen, want de
snelkoppelingen "PicturePackage
Menu" (PicturePackage-menu) en
"PicturePackage destination
Folder" (PicturePackage-
bestemmingsmap) worden na het
installeren op het bureaublad
afgebeeld.
De software opstarten
• Dubbelklik op de snelkoppeling
"PicturePackage Menu" (PicturePackage-
menu) op het bureaublad.
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
De technische ondersteuning voor
"PicturePackage"/"ImageMixer
VCD2" wordt verzorgd door het
Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie raadpleegt u de
informatie die op de CD-ROM wordt
geleverd.
De camera met uw computer gebruiken
NL
63
Uw Macintosh computer gebruiken
U kunt de beelden naar een computer
kopiëren en een video-CD maken met
behulp van "ImageMixer
VCD2" (bijgeleverd).
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1, 9.2,
of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
USB-poort: Standaard geleverd
Aanbevolen computeromgeving voor
het gebruik van "ImageMixer VCD2"
Besturingssysteem
(voorgeïnstalleerd): Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
PowerMac G3/G4-serie
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie—ongeveer 250 MB
Computerscherm: 1.024 × 768 pixels of
meer, 32.000 kleuren of meer
• QuickTime 4 of hoger moet vooraf zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 of hoger wordt
aanbevolen.)
Opmerkingen over het aansluiten van
de camera op een computer
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
• Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd
op een computer aansluit, is het mogelijk dat
sommige apparaten, waaronder ook uw camera,
niet werken afhankelijk van het type USB-
apparat dat is aangesloten.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB
(USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit
op een computer via een USB-interface die ook
compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u
gebruik kunt maken van geavanceerde
gegevensoverdracht (snelle overdracht).
• Er zijn twee functies voor de USB-verbinding
met een computer, [Normaal]
(standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte
neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor
verdere informatie over [PTP], zie blz. 50.
• Na herstel van uw computer vanuit de Suspend-
of Sleep-functie is de kans aanwezig dat de
communicatie tussen uw camera en uw
computer niet op hetzelfde moment hersteld
wordt.
• Als de computer zowel geen USB-aansluiting
als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de
beelden kopiëren met behulp van een extern
apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie.
1 Bereid de camera en Macintosh-
computer voor.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 2: De camera en de
computer voorbereiden" op blz. 55.
2 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting aan.
Volg dezelfde procedure als beschreven
onder "Fase 3: De camera en de computer
op elkaar aansluiten" op blz. 55.
3 Kopieer beeldbestanden naar de
Macintosh-computer.
1Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram t [DCIM] t de map
waarin de beelden die u wilt weergeven
zijn opgeslagen.
2Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
vaste schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van
de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie
blz. 59.
Aanbevolen computeromgeving
Beelden kopiëren naar en
weergeven op een computer
NL
64
4 Beelden weergeven op de
computer.
Dubbelklik op het pictogram van de
vaste schijf t het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde beeldbestanden zijn
opgeslagen, om dat beeldbestand te
openen.
De kabel voor de multifunctionele
aansluiting loskoppelen/de "Memory
Stick" eruit halen/de camera
uitschakelen
Sleep het pictogram van de schijf of het
pictogram van de "Memory Stick" naar het
pictogram van de "Trash" (prullenbak) en
zet deze erop neer. Koppel daarna de kabel
voor de multifunctionele aansluiting los,
haal de "Memory Stick" eruit of schakel de
camera uit.
• Als op de computer Mac OS X v10.0 draait,
volgt u bovenstaande procedure nadat u de
computer hebt uitgeschakeld.
• U kunt een beeldbestand maken dat compatibel
is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de
gegevens op te slaan in het video-CD-formaat
op een CD-R, hebt u het softwareprogramma
"Toast" van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
"ImageMixer VCD2" installeren
• Sluit alle softwareprogramma's af die geopend
zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn.
1 Schakel de Macintosh-computer in en
plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
2 Dubbelklik op het pictogram van de CD-
ROM.
3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de
map [MAC] naar de vaste schijf.
4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT]
in de kopieerbestemmingsmap.
5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
"ImageMixer VCD2" opstarten
Open [Image Mixer] in [Application] en
dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2].
Informatie over het gebruik van de
software
Klik op [?] in de rechterbovenhoek van
ieder venster om de online-helpfunctie af te
beelden.
Een video-CD maken met
"ImageMixer VCD2"
De technische ondersteuning voor
"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd
door het Pixela User Support Center.
Voor verdere informatie raadpleegt u
de informatie die op de CD-ROM
wordt geleverd.
Stilstaande beelden afdrukken
NL
65
Stilstaande beelden afdrukken
Stilstaande beelden afdrukken
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 66)
U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten
op een PictBridge-compatibel printer.
Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer
U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"-
compatibel printer.
Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de
printer.
Beelden afdrukken met behulp van een computer
U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met
behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze
vervolgens vanaf de computer afdrukken.
Beelden afdrukken in een winkel (blz. 69)
U kunt een "Memory Stick" met daarop de beelden die u met uw
camera hebt opgenomen, meenemen naar een winkel. U kunt van
tevoren een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die
u wilt afdrukken.
NL
66
Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-
compatibel printer
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de
beelden die u hebt opgenomen met uw
camera afdrukken door de camera
rechtstreeks aan te sluiten op een
PictBridge-compatibel printer.
• "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA:
Camera & Imaging Products Association)
In de enkelbeeldfunctie
U kunt één beeld afdrukken op één
afdrukvel.
In de indexfunctie
U kunt meerdere beelden op kleiner
formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt
een aantal van dezelfde beelden (1) of een
aantal verschillende beelden (2)
afdrukken.
12
• Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
• De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld
kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk
van de printer.
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als de indicatie gedurende ongeveer vijf
seconden op het scherm van de camera knippert
(foutmelding), controleert u de aangesloten
printer.
U dient de camera voor te bereiden op het
aansluiten op de printer met behulp van de
kabel voor de multifunctionele aansluiting.
• Gebruik de netspanningsadapter om te
voorkomen dat de stroomvoorziening tijdens het
afdrukken wegvalt.
1 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
2 Druk op B op de regelknop en
kies (Setup).
3 Kies [ ] (Setup 2) met V en kies
daarna [USB-aansl.] met V/B.
4 Kies [PictBridge] met B/v en druk
daarna op z.
De USB-functie is nu ingesteld.
Fase 1: De camera voorbereiden
Indextoets
Regelknop
MENU-toets
2
2
1
2
1
Setup 2
Video-uit:
Klokinstel.:
NTSC
Bestandsnr:
USB-aansl.:
PictBridge
Normaal
PTP
Stilstaande beelden afdrukken
NL
67
1 Sluit de multifunctionele
aansluiting van de camera met
behulp van de bijgeleverde kabel
voor de multifunctionele
aansluiting aan op de USB-
aansluiting van de printer.
Naar de multifunctionele aansluiting
2 Schakel de camera en de printer in.
Nadat de verbinding tot stand
is gebracht, wordt deze
indicatie afgebeeld
De camera wordt in de weergavefunctie
gezet waarna een beeld en het
afdrukmenu op het scherm worden
afgebeeld.
Ongeacht de stand van de modusdraaiknop,
wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat
Fase 2 is voltooid.
1 Kies de gewenste afdrukmethode
met v/V op de regelknop en druk
daarna op z.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af (blz. 69), ongeacht
welk beeld wordt weergegeven.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
1Kies de beelden die u wilt afdrukken
met b/B en druk daarna op z.
De markering verschijnt op het
gekozen beeld.
• Als u meerdere beelden wilt kiezen,
herhaalt u deze procedure.
2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna
op z.
[Dit beeld]
Drukt het weergegeven beeld af.
• Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op
[Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van
dezelfde beelden afdrukken als een
indexbeeld.
2 Kies de afdrukinstellingen met
v/V/b/B.
Fase 2: De camera aansluiten
op de printer
Kabel voor de
multifunctionele
aansluiting
Naar de USB-
aansluiting
Fase 3: Afdrukken
NL
68
[Index]
Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken.
[Formaat]
Kies de grootte van het afdrukvel.
[Datum]
Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de
datum en tijd op de beelden te projecteren.
• Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd
in de gekozen volgorde worden
geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit
eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet
beschikbaar is, afhankelijk van de printer.
[Aantal]
Als [Index] is ingesteld op [Uit]:
Kies het aantal vellen waarop u het
beeld wilt afdrukken. Het beeld zal
worden afgedrukt als een enkelbeeld.
Als [Index] is ingesteld op [Aan]:
Kies het aantal vellen waarop u het
indexbeeld wilt afdrukken.
Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1,
kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat
u naast en onder elkaar op hetzelfde
afdrukvel als een indexbeeld wilt
afdrukken.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal
beelden, niet alle beelden op één blad passen.
3 Kies [OK] met V/B en druk daarna
op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet los zolang de indicatie
(kabel voor de multifunctionele
aansluiting niet loskoppelen) op het scherm
wordt afgebeeld.
Andere beelden afdrukken
Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste
beeld met v/V en volg vervolgens de
procedure vanaf stap 1.
Beelden op het indexscherm afdrukken
Voer "Fase 1: De camera voorbereiden"
(blz. 66) en "Fase 2: De camera aansluiten
op de printer" (blz. 67) uit en ga daarna als
volgt verder.
Nadat u de camera op de printer hebt
aangesloten, wordt het afdrukmenu
afgebeeld. Kies [Annul.] om het afdrukmenu
te verlaten en ga daarna als volgt verder.
1 Druk op (Index).
Het indexscherm wordt weergegeven.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk
daarna op z.
4 Kies de gewenste afdrukmethode met
b/B en druk daarna op z.
[Kiezen]
U kunt beelden kiezen en alle gekozen
beelden afdrukken.
Kies het beeld dat u wilt afdrukken met v/
V/b/B en druk daarna op z om de
markering af te beelden. (Als u meerdere
beelden wilt kiezen, herhaalt u deze
procedure.) Druk daarna op MENU.
[DPOF-beeld]
Drukt alle beelden met een
(afdruk-)markering af, ongeacht welk
beeld wordt weergegeven.
[Alle in map]
Drukt alle beelden in de map af.
5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3:
Afdrukken" (blz. 67).
Sluiten
Bezig met afdrukken
2/3
indicatie
Stilstaande beelden afdrukken
NL
69
Beelden afdrukken in een winkel
U kunt een "Memory Stick" met daarop de
beelden die u met uw camera hebt
opgenomen, meenemen naar een winkel.
Als de winkel een fotoafdrukservice heeft
die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van
tevoren een (afdruk-)markering op de
beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij
het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen.
Wat is DPOF?
DPOF (Digital Print Order Format) is een
functie waarmee u in staat bent een
(afdruk-)markering aan te brengen op
beelden die u later wilt afdrukken.
• U kunt ook de beelden met een
(afdruk-)markering afdrukken op een printer die
compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print
Order Format) of een PictBridge-compatibel
printer gebruiken.
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u beelden markeert die zijn
opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden
alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld
in 16 vakjes.
Als u een "Memory Stick" meeneemt
naar een winkel
• Vraag aan de winkel welke typen "Memory
Stick" ze kunnen verwerken.
• Als een "Memory Stick" niet door de winkel kan
worden verwerkt, kopieert u de beelden die u
wilt afdrukken naar een ander medium, zoals
een CD-R en neemt u die mee naar de winkel.
• Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt,
vergeet u niet ook de Memory Stick Duo-
adapter mee te nemen.
• Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een
winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie
ervan op een vaste schijf.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
1 Geef het beeld weer dat u wilt
afdrukken.
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
Een (afdruk-)markering wordt
afgebeeld op het beeld.
4 Als u andere beelden wilt
markeren, geeft u het gewenste
beeld weer met b/B en drukt u
daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de enkelbeeldfunctie
Druk op z in stap 3 of 4.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de
enkelbeeldfunctie
Regelknop
MENU-toets
NL
70
1 Geef het indexscherm weer.
(t stap 6 in"Lees dit eerst")
2 Druk op MENU om het menu af te
beelden.
3 Kies DPOF met b/B en druk
daarna op z.
4 Kies [Kiezen] met v/V en druk
daarna op z.
• U kunt geen markering aanbrengen in
[Alle in map].
5 Kies het beeld dat u wilt markeren
met v/V/b/B en druk daarna op z.
Een groene markering wordt op het
gekozen beeld afgebeeld.
6 Herhaal stap 5 om andere beelden
te markeren.
7 Druk op MENU.
8 Kies [OK] met B en druk daarna
op z.
De markering wordt wit.
Als u het markeren wilt annuleren, drukt u
in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8
[Sluiten], en drukt u daarna op z.
Een afdrukmarkering verwijderen in
de indexfunctie
Kies de beelden waarvan u de
afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5
en druk daarna op z.
Alle afdrukmarkeringen in de map
verwijderen
Kies [Alle in map] in stap 4 en druk daarna
op z. Kies [Uit] en druk daarna op z.
Een afdrukmarkering
aanbrengen in de indexfunctie
Groene
markering
Uw camera op uw TV aansluiten
NL
71
Uw camera op uw TV aansluiten
Beelden bekijken op een TV-scherm
U kunt de beelden weergeven op een
TV-scherm door de camera aan te sluiten
op een TV.
Schakel zowel de camera als de TV uit
voordat u deze op elkaar aansluit met
behulp van de kabel voor de
multifunctionele aansluiting.
1 Sluit de kabel voor de
multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd) aan op de
multifunctionele aansluiting van
de camera en op de audio/video-
ingangsaansluitingen van de TV.
Kabel voor de multifunctionele aansluiting
• Leg de camera neer met het scherm omhoog.
• Als de TV is uitgerust met stereo-
ingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker
(zwart) van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting aan op de linkeraudio-
ingangsaansluiting van de TV.
2 Schakel de TV in en stel de
TV/video-ingang in op "video".
• Voor verdere informatie leest u de
gebruiksaanwijzingen van de TV.
3 Zet de modusdraaiknop op en
schakel de camera in.
De beelden die met de camera zijn
opgenomen, worden op het TV-scherm
afgebeeld.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt,
kan het noodzakelijk zijn de
videosignaaluitgang in te stellen
overeenkomstig dat van het plaatselijke
TV-systeem (blz. 50).
Naar de audio/video-
ingangsaansluitingen
Naar het aansluitpunt
van de multikabel
10:30
PM
2005 1 1101-0002
VGA
2/9
101
VORIGE/VOLGENDE VOLUME
60min
Regelknop
Modusdraaiknop
NL
72
TV-kleursystemen
Als u de beelden op een TV-scherm wilt
weergeven, hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluiting en de kabel voor
de multifunctionele aansluiting
(bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV
moet overeenstemmen met dat van uw
digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Problemen oplossen
NL
73
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen.
1 Controleer de punten op bladzijde 74 t/m 83.
Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld, zie blz. 84.
2 Druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop en schakel daarna de
camera in (terugstellen).
Door indrukken van deze toets gaan alle instellingen inclusief de datum en tijd verloren.
3 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst
van Sony.
RESET-toets
NL
74
U kunt de accu niet opladen.
• De accu kan niet worden opgeladen wanneer de camera is ingeschakeld. Schakel de camera
uit (t stap 2 in
"Lees dit eerst").
De accu kan niet worden geplaatst.
• Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel in de richting van de voorkant van de camera
duwt met behulp van de voorrand van de accu, en laat de beveiligingspal los (t stap 1 in
"Lees dit eerst").
• Plaats de accu in de juiste richting (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Het /laadlampje knippert tijdens het opladen van de accu.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens
de accu op.
• Er is een storing opgetreden in de accu. Neem contact op met uw Sony-dealer of de
plaatselijke technische dienst van Sony.
Het /laadlampje brandt niet tijdens het opladen van de accu.
• Sluit de netspanningsadapter goed aan.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is volledig opgeladen.
• De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens
de accu op.
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer
of de plaatselijke technische dienst van Sony.
De accu-restladingsindicatie is onjuist, of voldoende resterende acculading
wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt.
• Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt
(blz. 89).
• De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur. Verbruik de
acculading volledig en laad daarna de accu volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
De accu raakt te snel leeg.
• U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 89).
• De aansluitpunten van de accu zijn vuil waardoor de accu niet volledig is opgeladen. Maak de
aansluitpunten schoon met een wattenstaafje of soortgelijk voorwerp.
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
• Koppel de gelijkstroomstekker los van de camera nadat het opladen klaar is.
Accu en spanning
Problemen oplossen
NL
75
De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter goed aan.
• Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer
of de plaatselijke technische dienst van Sony.
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe.
De camera schakelt plotseling uit.
• Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de
camera weer in of gebruik de netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• Schakel het scherm in (blz. 19).
De camera kan geen beelden opnemen.
• Plaats een "Memory Stick" (t stap 3 in "Lees dit eerst").
• Controleer de vrije ruimte op de "Memory Stick" (blz. 16). Als de "Memory Stick" vol is,
doet u het volgende:
– Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (t stap 6 in "Lees dit eerst")
– Plaats een andere "Memory Stick".
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen.
• Zet de modusdraaiknop op , P, M of SCN wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen.
• Zet de modusdraaiknop op wanneer u bewegende beelden wilt opnemen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden.
Doe het volgende:
– Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)].
– Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 87).
Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm.
• Zet de modusdraaiknop op , P, M, SCN of (blz. 22).
Het opnemen duurt erg lang.
• De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 23). Dit is normaal.
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
NL
76
Het scherm wordt blauw en het onderwerp wordt niet weergegeven tijdens het
opnemen van bewegende beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] terwijl de kabel voor de multifunctionele
aansluiting is aangesloten op de multifunctionele aansluiting. Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los of stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fijn)] (t stap 4 in "Lees dit eerst").
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg
ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale
opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek-W/30 cm voor telefoto-T (t stap 5 in "Lees
dit eerst").
• De (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of (Vuurwerkfunctie) is gekozen in de
Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie
(blz. 28).
• Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29.
De zoomfunctie werkt niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 43).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden.
De slimme-zoomfunctie werkt niet.
• Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 43).
• Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer:
– Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2].
– U opneemt in de [Multi Burst] functie.
– Opnemen van bewegende beelden.
De flitser werkt niet.
• De flitserfunctie is ingesteld op (Niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• U kunt de flitser niet gebruiken wanneer:
– [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 32).
– De (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de
Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst").
– (Bewegende beelden) is gekozen.
• Stel de flitserfunctie in op (Altijd flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") om stilstaande
beelden op te nemen wanneer (Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie),
(Strandfunctie) of (Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie
(t stap 5 in "Lees dit eerst").
Problemen oplossen
NL
77
De close-up (macro)-opnamefunctie werkt niet.
• De (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie), (Vuurwerkfunctie) of
(Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26).
De datum en tijd worden onjuist opgenomen.
• Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot
halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 23).
In de zoeker is een horizontale lijn zichtbaar.
• Dit komt door de structuur van de zoeker. Dit is geen defect.
Het beeld is te donker.
• U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 29) of
stel de belichting in (blz. 23).
• Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
• Schakel het scherm in (blz. 19).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium. Stel de belichting in (blz. 23).
• Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49).
De kleuren van het beeld zijn niet juist.
• De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de speciale effecten (blz. 34).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood.
• Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff] in op [Aan] (blz. 44).
• Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij
gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst").
• Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
NL
78
Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk
opneembare bereik.
• Wanneer het onderwerp dichtbij is, treedt het zogenaamde parallax-fenomeen op. Als u het
opneembare bereik wilt controleren, gebruikt u het scherm.
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen.
• De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu.
Raadpleeg "Computers" (blz. 79) met betrekking tot de onderstaande punten.
De camera kan geen beelden weergeven.
• Zet de modusdraaiknop op (blz. 22).
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer.
• Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd
opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op
uw camera niet gegarandeerd worden.
• De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding vanaf de computer (blz. 58).
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit.
• Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm.
• Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (blz. 50).
• Controleer of de aansluiting juist is (blz. 71).
• De kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten. Koppel deze los volgens de
juiste procedure (blz. 59).
De camera kan geen beeld wissen.
• Annuleer de beveiliging (blz. 37).
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87).
U hebt per ongeluk een beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Om te voorkomen dat beelden
per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de beveiliging van een beeld in te stellen (blz. 36),
of de schrijfbeveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87).
Beelden bekijken
Beelden wissen/Bewerken
Problemen oplossen
NL
79
De functie voor verandering van het formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen.
De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld.
• De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden.
Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt.
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee
seconden).
• Annuleer de beveiliging (blz. 37).
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt.
U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de
camera.
• Raadpleeg "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 53) voor Windows en "Aanbevolen
computeromgeving" (blz. 63) voor Macintosh.
U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren.
• In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 54).
Uw computer herkent de camera niet.
• Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
• Gebruik de netspanningsadapter wanneer de accu bijna leeg is (t stap 1 in "Lees dit eerst").
• Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 55).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de
camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie" wordt afgebeeld
(blz. 55).
• Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50).
• Koppel alle apparatuur, behalve het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van
de computer.
• Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat
(blz. 55).
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54).
• De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera met de kabel voor de
multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USB-
stuurprogramma", dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het foutief
herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende
punt).
Computers
NL
80
Het pictogram van de externe schijf wordt niet op de computermonitor
afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit.
• Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De
onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait.
1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna
op [Properties].
Het "System Properties" venster wordt geopend.
2 Klik op [Hardware] t [Device Manager].
• Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager].
Het venster "Apparaatbeheer" wordt afgebeeld.
3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK].
Het apparaat is verwijderd.
4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54).
U kunt geen beelden kopiëren.
• Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste
wijze aan op de computer (blz. 55).
• Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz. 56, 63).
• Het kan onmogelijk zijn een "Memory Stick" te gebruiken die op een computer is geformatteerd.
Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd is door uw camera (blz. 47).
Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet
automatisch op.
• Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings].
• Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55).
Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer.
• Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van
ieder venster.
• Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick" weer. Kopieer de
bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende
beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54).
U kunt een beeld niet afdrukken.
• Controleer de printerinstellingen.
Problemen oplossen
NL
81
Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de
camera weergegeven worden.
•
Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 59).
• Bedien op de juiste wijze (blz. 60).
De "Memory Stick" kan niet worden geplaatst.
• Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst").
Op de "Memory Stick" kan niet worden opgenomen.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
• De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst").
• Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het
beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)].
De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd.
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen
(blz. 87).
U hebt een "Memory Stick" per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de
schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87).
Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen.
• De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of
niet.
• Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten.
• Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 50).
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer
raadplegen.
"Memory Stick"
PictBridge-compatibel printer
NL
82
Kan geen beelden afdrukken.
• Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele
aansluiting op de printer is aangesloten.
• Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u bijgeleverd kreeg,
raadplegen.
• Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de
beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele
aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de
multifunctionele aansluiting weer aan.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden.
• Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden
die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt.
De afdrukopdracht is geannuleerd.
• U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicatie
(kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan.
In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de
beelden niet worden afgedrukt.
• De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze
functies heeft of niet.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden.
Vraag het de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld.
• Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum
erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 68).
Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld.
• Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
• Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
• De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
de camera (blz. 68) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
• Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan enige tijd duren,
afhankelijk van de printer.
Problemen oplossen
NL
83
De camera werkt niet.
• Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 89).
• De accu is bijna leeg (De E indicatie wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees
dit eerst").
• Sluit de netspanningsadapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de camera en op een
stopcontact in de muur (t stap 1 in "Lees dit eerst").
De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en
sluit deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als het probleem hiermee niet is
opgelost, moet u de camera terugstellen (blz. 73).
Ik ken de betekenis van een indicatie op het scherm niet.
• Zie blz. 15.
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 91).
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
• Dit is normaal.
De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt.
• De accu is leeg. Vervang de lege accu door een volledig opgeladen accu of gebruik de
netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst").
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
• Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst").
Overige
NL
84
Foutcodes en meldingen
Als een foutcode met een letter begint, heeft
de zelfdiagnosefunctie van de camera een
storing vastgesteld. De laatste twee cijfers
(hieronder aangeduid met twee blokjes
ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
Als u niet in staat bent de storing te
verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen
de vermelde corrigerende handelingen hebt
uitgevoerd, neemt u contact op met uw
Sony-dealer of het plaatselijke erkende
Sony-servicecentrum.
C:32:ss
• Er is een probleem met de hardware van
de camera. Schakel het apparaat uit en
daarna weer in.
C:13: ss
• De camera kan geen gegevens lezen
vanaf of schrijven op de "Memory
Stick". Plaats de "Memory Stick"
meerdere keren opnieuw.
• Er is een ongeformatteerde "Memory
Stick"geplaatst. Formatteer de
"Memory Stick" (blz. 47).
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in deze camera worden gebruikt, of de
gegevens zijn beschadigd. Plaats een
nieuwe "Memory Stick" (blz. 87).
E:61: ss
E:91: ss
• Er is een storing opgetreden in de
camera. U moet de camera (blz. 73)
terugstellen en daarna weer inschakelen.
Als een van de onderstaande meldingen
wordt afgebeeld, voert u de vermelde
instructies uit.
Schakel uit en weer in
• Door een probleem met de lens is een
storing opgetreden.
E
• De accu is zwak. Laad de accu op
(t stap 1 in "Lees dit eerst").
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden of het soort
accu, kan de indicatie knipperen
ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten
acculading over is.
Alleen voor "InfoLITHIUM" accu
• De accu is geen "InfoLITHIUM"-type
accu.
Systeemfout
• Schakel de camera uit en daarna weer in
(t stap 2 in "Lees dit eerst").
Geen Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (t stap 3
in "Lees dit eerst").
Fout van Memory Stick
• Plaats de "Memory Stick" op de juiste
wijze.
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt (blz. 87).
• De "Memory Stick" is beschadigd.
• De aansluitpunten van de "Memory
Stick" zijn vuil.
Verkeerd type Memory Stick
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet
in de camera worden gebruikt (blz. 87).
Zelfdiagnosefunctie Meldingen
Problemen oplossen
NL
85
Formatteringsfout
• Formatteer de "Memory Stick" opnieuw
(blz. 47).
Memory Stick vergrendeld
• Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van
de "Memory Stick" in de stand voor
opnemen (blz. 87).
Geen geheugenruimte
• Wis overbodige beelden en bestanden
(t stap 6 in "Lees dit eerst").
Geheugen voor alleen-lezen
• De camera kan geen beelden opnemen
of wissen op deze "Memory Stick".
Geen bestanden in deze map
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze
map.
• U hebt de bediening niet juist
uitgevoerd toen u beelden kopieerde
vanaf uw computer (blz. 60).
Mapfout
• Op de "Memory Stick" staat al een map
met dezelfde drie eerste cijfers.
(Bijvoorbeeld: 123MSDCF en
123ABCDE) Kies een andere map of
maak een nieuwe map aan (blz. 47).
Kan geen mappen meer maken
• Op de "Memory Stick" staat een map
waarvan de naam begint met "999". U
kunt in dat geval geen mappen meer
aanmaken.
Kan niet opnemen
• De camera kan geen beelden opnemen
in de gekozen map. Kies een andere
map (blz. 48).
Bestandsfout
• Tijdens weergave van het beeld is er een
fout opgetreden.
Bestandsbeveiliging
• Schakel de beveiliging uit (blz. 37).
Te groot beeldformaat
• U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw
camera.
Kan niet opdelen
• De bewegende beelden zijn niet lang
genoeg om onder te verdelen (korter
dan ongeveer twee seconden).
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Ongeldige bediening
• U probeert een bestand weer te geven
dat werd aangemaakt op een ander
apparaat dan deze camera.
(Trillingswaarschuwing-
indicatie)
• Door onvoldoende licht, is de camera
gevoelig voor beweging. Gebruik de
flitser, bevestig de camera op een statief
of zet de camera op een andere manier
vast.
640(Fijn) is niet beschikbaar
• Bewegende beelden met beeldformaat
640(Fijn) kunnen alleen worden
opgenomen op een "Memory Stick
PRO". Plaats een "Memory Stick PRO"
of stel het beeldformaat in op een ander
formaat dan [640(Fijn)].
NL
86
Maak printer-verbinding mogelijk
• [USB-aansl.] is ingesteld op
[PictBridge], echter de camera is
aangesloten op een apparaat dat niet
PictBridge-compatibel is.
Controleer
het apparaat.
• Er is geen verbinding tot stand gebracht.
Koppel de kabel voor de
multifunctionele aansluiting los en sluit
deze weer aan. Bij het verschijnen van
een foutmelding op de printer, moet u
de handleiding van de printer
raadplegen.
Aansluiten op PictBridge apparaat
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken
vóórdat de printer was aangesloten.
Sluit een printer aan die PictBridge-
compatibel is.
Geen afdrukbaar beeld
• U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder èèn DPOF (afdruk-)markering
op een of meerdere beelden aan te
brengen.
• U probeerde [Alle in map] uit te voeren
terwijl een map was gekozen waarin
uitsluitend bewegende beelden zitten. U
kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer bezet
Papierfout
Geen papier
Inktfout
Inkt bijna op.
Inkt helemaal op.
• Controleer de printer.
Printerfout
• Controleer de printer.
• Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken beschadigd is.
• Het is mogelijk dat de
gegevensoverdracht naar de printer nog
niet voltooid is. Koppel de kabel voor
de multifunctionele aansluiting niet los.
Verwerkt
• De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat
dit klaar is. Dit kan enige tijd duren,
afhankelijk van de printer.
Overige
NL
87
Overige
Informatie over de "Memory Stick"
Een "Memory Stick" is een compact,
draagbaar IC-opnamemedium. De typen
"Memory Stick" die kunnen worden
gebruikt met deze camera staan vermeld in
de onderstaande tabel. Een goede werking
kan echter niet worden gegarandeerd voor
alle functies van de "Memory Stick".
*1
Wanneer u een "Memory Stick Duo" in deze
camera wilt gebruiken, moet u deze eerst in een
Memory Stick Duo-adapter steken.
*2
"MagicGate Memory Stick" en "Memory Stick
PRO" zijn uitgerust met MagicGate-functies.
MagicGate is een technologie ter bescherming
van auteursrechten waarbij gebruik wordt
gemaakt van versleutelingstechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
*3
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
*4
Bewegende beelden kunnen worden opgenomen
op beeldformaat 640(Fijn).
• Wij kunnen de juiste werking van een "Memory
Stick" die op een computer is geformatteerd niet
garanderen in deze camera.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
Opmerkingen over het gebruik van
een "Memory Stick" (bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar
in de stand LOCK staat.
De standen/of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan
verschillend zijn afhankelijk van de
"Memory Stick" die u gebruikt.
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– De "Memory Stick" uit de camera halen of de
camera uitschakelen tijdens het lezen of
schrijven van gegevens
– wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats.
• Bevestig het bijgeleverde etiket uitsluitend op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
"Memory Stick"-type Opnemen/
Weergeven
Memory Stick a
Memory Stick (MagicGate/
Gegevensoverdracht op hoge
snelheid)
a
*2*3
Memory Stick Duo
*1
a
Memory Stick (MagicGate/
Gegevensoverdracht op hoge
snelheid)
*1
a
*2*3
MagicGate Memory Stick
a
*2
MagicGate Memory Stick
Duo
*1
a
*2
Memory Stick PRO a
*2*3*4
Memory Stick PRO Duo
*1
a
*2*3*4
Aansluiting
Schrijf-
beveiligings-
schakelaar
Plaats van het etiket
NL
88
• Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet op
de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich
corrosieve stoffen bevinden
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick Duo" (niet bijgeleverd)
• Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera
wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo"
eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken.
Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt
zonder gebruik te maken van een Memory Stick
Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze
vervolgens weer uit het apparaat te halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er dan
goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste
richting erin wordt gestoken.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een
Memory Stick Duo-adapter is gestoken met
deze camera gebruikt, let u er dan goed op dat
de "Memory Stick Duo" in de juiste richting
wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist
gebruik de camera kan worden beschadigd.
• Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in
een "Memory Stick"-compatibel apparaat
zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit
toch doet, kan een storing in de camera
optreden.
• Als u een "Memory Stick Duo" wilt
formatteren, steekt u eerst de "Memory Stick
Duo" in de Memory Stick Duo-adapter.
• Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met een
schrijfbeveiligingsschakelaar, zorgt u ervoor dat
deze niet in de stand lock staat.
Opmerkingen betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
• Typen "Memory Stick PRO" met een
opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor
gebruik in deze camera.
Overige
NL
89
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
Deze camera werkt alleen op een
"InfoLITHIUM" accu (R-serie).
Wat is een "InfoLITHIUM" accu?
Een "InfoLITHIUM" accu is een
lithiumion-accu met functionaliteit voor het
uitwisselen van informatie met de camera
over de bedieningsomstandigheden. De
"InfoLITHIUM" accu berekent het
stroomverbruik op basis van de
bedieningsomstandigheden van de camera
en geeft in minuten aan hoe lang de batterij
nog meegaat.
Hoe u de accu moet opladen
Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een
omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien
u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt,
bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend
kunt opladen.
Doeltreffend gebruik van de accu
• Bij lage temperaturen verminderen de prestaties
van de accu. Op koude plaatsen kan de accu
daarom minder lang worden gebruikt. Wij
bevelen het volgende aan om de accu langer mee
te laten gaan:
– Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan
om de accu op te warmen, en plaats deze in de
camera vlak voordat u begint met opnemen.
• Bij veelvuldig gebruik van de zoomfunctie of de
flitser zal de accu sneller uitgeput raken.
• Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot
driemaal de verwachte opnameduur bij de hand
te houden, en om proefopnamen te maken
alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken.
• De accu mag niet worden blootgesteld aan
water. De accu is niet waterdicht.
• Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen,
zoals in een voertuig of in direct zonlicht.
Accu-restladingsindicatie
Het is mogelijk dat de spanning wegvalt ondanks
dat de accu-restladingsindicatie aangeeft dat er
nog voldoende lading aanwezig is om het apparaat
te bedienen. Gebruik de acculading helemaal en
laad de accu volledig op zodat de accu-
restladingsindicatie correct is. Merk echter op dat
de juiste accu-restladingsindicatie soms niet kan
worden verkregen als de camera gedurende een
lange tijd wordt gebruikt bij hoge temperaturen of
volledig opgeladen wordt bewaard, of als de accu
veelvuldig wordt gebruikt.
Hoe u de accu moet bewaren
• Zelfs als de accu gedurende een lange tijd niet
gebruikt zal gaan worden, moet u deze minstens
eenmaal per jaar volledig opladen en daarna de
lading geheel opgebruiken. Haal de accu uit de
camera en bewaar deze op een koele, droge
plaats. Op deze manier zal de accu naar behoren
blijven werken.
• U kunt de lading van de accu in de camera
helemaal opgebruiken door de POWER-toets
aan te laten staan in de diavoorstelling-
weergavefunctie (blz. 37) totdat de camera
wordt uitgeschakeld.
• Bewaar en transporteer de accu altijd in de
accuhouder om te voorkomen dat de accupolen
vuil worden of kortgesloten worden.
Levensduur van de accu
• De levensduur van de accu is beperkt. De
capaciteit van de accu neemt geleidelijk af
naarmate u deze meer gebruikt en de tijd
verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu
aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de
meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van
de levensduur van de accu is bereikt. Koop een
nieuwe accu.
• De levensduur van de accu wordt mede bepaald
door de manier waarop deze wordt bewaard,
alsmede de omstandigheden en omgeving
waarin de accu wordt gebruikt.
NL
90
Het Cyber-shot Station gebruiken
Met het Cyber-shot Station (niet
bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk
opladen. Plaats de camera gewoon in het
Cyber-shot Station en het opladen begint
automatisch. Terwijl de accu wordt
opgeladen, kunt u de lading controleren aan
de hand van de CHARGE-lampjes op het
Cyber-shot Station.
De afstandsbediening van het Cyber-shot
Station maakt het mogelijk de volgende
bedieningen op afstand uit te voeren.
– Beelden weergeven op een TV
– Stilstaande beelden en bewegende
beelden opnemen
– Intervalopnamen
Als een PictBridge-compatibel printer is
aangesloten, kunnen bovendien beelden
worden afgedrukt met behulp van de
afstandsbediening.
Voor verdere informatie raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot
Station.
Overige
NL
91
Voorzorgsmaatregelen
x Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
Het camerahuis kan verkleuren of vervormen,
waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
x Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de gelijkstroomstekker
Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik geen vuile stekkers. Als u
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de
accu niet goed wordt opgeladen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet omdat
deze de afwerking of het camerahuis kunnen
beschadigen.
• Chemische producten, zoals verdunner, benzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoeken,
insectenspray, insecticiden, enz.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zit.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
x Bedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
x Condensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren binnenin of op de buitenkant
van de camera. Deze vochtcondensatie kan een
storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt overgebracht
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enz.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
NL
92
x Ingebouwde oplaadbare batterij
Deze camera is uitgerust met een ingebouwde,
oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede
andere instellingen bij te houden, ongeacht of de
camera is ingeschakeld of niet.
Deze ingebouwde batterij wordt tijdens het
gebruik van de camera voortdurend opgeladen.
Indien u de camera echter alleen voor korte
perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk
uitgeput. Indien u de camera helemaal niet
gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig
uitgeput. In dat geval moet u de oplaadbare
batterij opladen voordat u de camera gaat
gebruiken.
Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt,
kunt u de camera toch gebruiken zolang u de
datum en tijd niet opneemt.
Oplaadmethode
Sluit de camera aan op een stopcontact met behulp
van de netspanningsadapter of plaats een
opgeladen accu en laat de camera gedurende
24 uur of langer uitgeschakeld liggen.
Overige
NL
93
Technische gegevens
Camera
[Systeem]
Beeldopnemer 9,11 mm (1/1,8 type) kleuren-
CCD, Primair kleurenfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Ong. 7 410 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Ong. 7 201 000 pixels
Lens Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 - 23,7 mm (38 - 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2,8 - 5,2
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting,
Scènekeuze (9 functies)
Witbalans Automatisch, Daglicht,
Bewolkt, Fluorescerend,
Gloeilamp, Flitser, Eenmaal
drukken
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif
Versie 2.2
Voldoet aan de JPEG-norm,
compatibel met DPOF
Bewegende beelden: Voldoet
aan MPEG1 (mono)
Opnamemedium "Memory Stick"
Flitser Aanbevolen afstand (ISO
ingesteld op Auto): 0,2 m t/m
3,5 m voor groothoek-W en 0,3
m t/m 2,5 m voor telefoto-T
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Multifunctionele aansluiting
USB-verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm 5,1 cm (2,0 type) TFT-
aansturing
Totaal aantal beeldpunten
134 000 (560×240)
beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
Gebruikte accu
NP-FR1
Vo e d i n g
3,6 V
Stroomverbruik
(tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm)
1,2 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen 104,5×51,5×27,9 mm
(B/H/D, excl. uitstekende
delen)
Gewicht Ong. 180 g, (incl. accu (NP-
FR1), "Memory Stick" en
polsriem)
Microfoon Electret-condesatormicrofoon
Luidspreker Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge Compatibel
Netspanningsadapter AC-LS5/LS5B
Ingangsspanning 100 V t/m 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 11 W
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom*
* Zie de sticker op de
netspanningsadapter voor de
overige technische gegevens.
Bedrijfstemperatuur
0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur
–20°C tot +60°C
Afmetingen Ong. 48×29×81 mm
(W×H×D, excl. uitstekende
delen)
Gewicht Ong. 130 g, excl. netsnoer
NL
94
Accu NP-FR1
Gebruikte accu Lithiumion-accu
Maximale spanning
4,2 V gelijkstroom
Nominale spanning
3,6 V gelijkstroom
Capaciteit 4,4 Wh (1 220 mAh)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Index
NL
95
Index
Index
A
Aansluiten
Computer.......................55
Printer ............................67
TV..................................71
Aantal beelden/
opnameduur...................20
Accu
Accu-restladingsindicatie
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Plaatsen/Verwijderen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Accu opladen
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Achteruitspoelen/
Vooruitspoelen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
AE/AF-indicatie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
AF-bereikzoekerframe..........28
Afdrukken.............................65
Enkelbeeldfunctie..........66
Indexfunctie...................66
Afdrukmarkering ..................69
AF-functie.............................43
AF-vergrendeling..................29
AF-verlichting.......................45
Altijd flitsen
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Auto Review .........................45
Automatische instelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Automatische scherpstelling... 9
Automatische uitschakelfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
B
Beeldbestand-
geheugenlocaties........... 59
Beeldbestand-
geheugenlocaties en
bestandsnamen..............59
Beeldeffect ...........................34
Beelden afdrukken in een
afdrukwinkel................. 69
Beelden kopiëren naar uw
computer ....................... 54
Beeldformaat........................12
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Beeldkwaliteit ................12, 31
Belichting ............................. 23
Bestandsnaam....................... 59
Bestandsnummer.................. 50
Besturingssysteem.......... 53, 63
Beveiliging ........................... 36
Bewolkt ................................30
Burst..................................... 32
C
Camera 1 ..............................43
Camera 2 ..............................46
CD-ROM.............................. 54
Compressieverhouding......... 12
Computer
Aanbevolen computer-
omgeving................. 53, 63
Beeldbestanden
opgeslagen op de
computer weergeven op de
camera........................... 60
Macintosh......................63
Software........................61
Stilstaande beelden
kopieren ........................ 54
Windows ....................... 52
Condensvorming .................. 91
Contrast ................................ 34
Cyber-shot Station................ 90
D
Daglicht ................................30
Datum ...................................44
Datum&tijd...........................44
Datum/tijd.............................44
DC IN-aansluiting
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera in het buitenland
gebruiken
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
De camera vasthouden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
De klok instellen
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Dia ........................................37
Diafragma.......................10, 23
Digitale zoom .......................43
DirectX .................................62
DPOF....................................69
Dradenkruis van de spot
lichtmeting.....................29
E
Een beeld vergroten
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Eenmaal drukken..................30
Effectief aantal pixels ...........93
Enkelbeeld ............................43
Enkelbeeldfunctie.................66
EV.........................................26
Extensie ................................60
F
F-getal...................................10
Fijn........................................31
Flitser ....................................30
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Flitsniveau.............................33
NL
96
Fluoriserend..........................30
Formaat veranderen..............38
Formatteren...........................47
Foutcodes en meldingen.......84
Functie ..................................32
G
Geprogrammeerd automatisch
opnemen ........................22
Gloeilamp .............................30
H
Handmatige belichting .........23
Histogram .......................19, 27
I
ImageMixer ..........................61
ImageMixer VCD2...............64
Indexfunctie..........................66
Indexscherm
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Indicatie van AF-
bereikzoekerframe.........28
"InfoLITHIUM" accu...........89
Ingebouwde oplaadbare
batterij ...........................92
Installeren.................54, 61, 64
Instelfunctie..............34, 41, 42
Camera 1 .......................43
Camera 2 .......................46
Memory Stick tool.........47
Setup 1...........................49
Setup 2...........................50
Interval..................................33
ISO............................10, 11, 31
K
Kaarslichtfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Kabel voor de multifunctionele
aansluiting ...............55, 71
Klokinstelling....................... 51
Korte-sluitertijdfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
L
Landschapsfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Lange sluitertijd NR............. 23
Langzame synchro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
LCD-
achtergrondverlichting .. 49
LCD-scherm........ zie "Scherm"
Lichtmeetfunctie .................. 29
Lichtmeting met meerdere
patronen ........................ 29
Lichtmeting met nadruk op het
midden.......................... 29
M
M AF.................................... 43
Macintosh-computer ............ 63
Aanbevolen
computeromgeving ....... 63
Macro
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Map...................................... 35
Maken........................... 47
Wijzigen........................ 48
Meegeleverde accessoires
t in "Lees dit eerst"
"Memory Stick"................... 87
Aantal beelden/
opnameduur .................. 20
Formatteren................... 47
Schrijf-
beveiligingsschakelaar... 87
Memory Stick tool............... 47
Menu.....................................24
onderdelen..................... 25
Opnamestand.................26
Weergeven.....................35
Menu voor opnemen.............26
Menu voor weergeven ..........35
Midden-AF...........................28
Monitor.................................43
Monochroom ........................ 34
Multi.....................................29
Multi AF...............................28
Multi Burst ...........................32
Multipoint-AF ......................28
N
Netsnoer
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
Netspanningsadapter
t stap 1 in "Lees dit
eerst"
NTSC....................................50
O
Onderbelichting....................10
Opdelen ................................39
Opnamefunctie .....................32
Opnamemap aanmaken ........47
Opnamemap wijzigen...........48
Opnamestand
Bewegende beelden
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Opnemen van bewegende
beelden..........................22
Optische zoom......................43
Overbelichting......................10
P
P.Effect .................................34
Index
NL
97
PAL .......................................50
Parallax .................................78
PC ....................zie "Computer"
PFX.......................................34
PictBridge .............................66
PicturePackage......................61
Pieptoon................................49
Pixel ......................................12
Plaats van de onderdelen ......13
Plaatsen/Verwijderen
t stap 3 in "Lees dit
eerst"
Playback.........zie "Weergeven"
Polsriem
t in "Lees dit eerst"
Precisie-zoom .......................43
Problemen oplossen..............73
PTP .......................................50
Punt-AF ................................28
Q
Quick Review
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
R
Rechtstreeks beelden
afdrukken.......................66
Reiniging ..............................91
Reset (terugstellen) ...............73
Roteren..................................39
S
S AF......................................43
Scène.....................................26
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemerfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Schemer-portretfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Scherm
Indicatie ........................15
LCD-achtergrond-
verlichting..................... 49
Schermweergave
veranderen.....................19
Scherpstellen.................... 9, 28
Scherpstelling-voorkeuze..... 28
Scherpte................................ 34
Schrijf-
beveiligingsschakelaar .. 87
Schroefgang voor statief ......13
SCN......................................26
Sepia..................................... 34
Slimme-zoomfunctie............ 43
Sluitertijd........................10, 23
Sneeuwfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Software ............................... 61
Spot lichtmeting ................... 29
Standaard.............................. 31
Strandfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
T
Taal.......................................49
t stap 2 in "Lees dit
eerst"
Technische gegevens ............ 93
Tot halverwege indrukken...... 9
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
TV ........................................71
U
USB-aansluiting ...................50
USB-stuurprogramma .......... 54
V
Vergrote indicaties................46
Vermindering van het rode-
ogeneffect......................44
Verzadiging...........................34
VGA
t stap 4 in "Lees dit
eerst"
Video-CD........................61, 64
Vo l u m e
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Voorzorgsmaatregelen ..........91
Vuurwerkfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
W
Wazige beelden.......................9
WB........................................30
Weergave/bewerken ..............22
Weergeven
Bewegende beelden
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Stilstaand beeld
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Windows-computer...............52
Aanbevolen
computeromgeving........53
Wissen
t stap 6 in "Lees dit
eerst"
Witbalans ..............................30
Z
Zachte-klikfunctie
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zelfdiagnosefunctie ..............84
Zelfontspanner
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
Zoom
t stap 5 in "Lees dit
eerst"
NL
98
Handelsmerken
• is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• "Memory Stick", , "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
Duo", , "MagicGate",
en is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• PicturePackage is een handelsmerk van Sony
Corporation.
• Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van Microsoft
Corporation in de V.S. en/of andere landen.
• Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
• Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
• Intel, MMX en Pentium zijn wettig
gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken
van Intel Corporation.
• Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.

Documenttranscriptie

2-582-856-43 (1) Digital Still Camera Bedienungsanleitung/ DE Störungsbehebung _____________ Bedienungsanleitung Bitte lesen Sie diese Anleitung und „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) vor der Benutzung der Kamera aufmerksam durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf. Gebruiksaanwijzing/ NL Problemen oplossen____________ Gebruiksaanwijzing Lees deze gebruiksaanwijzing en "Lees dit eerst" (los boekje) zorgvuldig door voordat u de camera voor het eerst bedient, en bewaar het voor latere naslag. DSC-P200 Zusätzliche Informationen zu diesem Produkt und Antworten zu häufig gestellten Fragen können Sie auf unserer Kundendienst-Website finden. Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning. „Bitte zuerst lesen“ (getrennter Band) Erläutert die Einrichtung und grundlegende Bedienung für Aufnahme/Wiedergabe mit Ihrer Kamera. Gedruckt auf 100% Recyclingpapier mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis ohne VOC (flüchtige organische Bestandteile). "Lees dit eerst" (los boekje) Beschrijft het instellen en de basisbedieningen voor opnemen/ weergeven met uw camera. Gedrukt op 100% kringlooppapier met VOC (vluchtige organische verbinding)-vrije inkt op basis van plantaardige olie. © 2005 Sony Corporation Printed in Japan Nederlands WAARSCHUWING Om het gevaar van brand of elektrische schokken te voorkomen, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht. Om elektrische schokken te vermijden, mag de behuizing niet worden geopend. Laat reparaties uitsluitend door vakkundig personeel uitvoeren. Voor klanten in Nederland Dit apparaat bevat een vast ingebouwde batterij die niet vervangen hoeft te worden tijdens de levensduur van het apparaat. Raadpleeg uw leverancier indien de batterij toch vervangen moet worden. De batterij mag alleen vervangen worden door vakbekwaam servicepersoneel. Informatie voor kopers in Europa Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3 meter en voldoet aan de hierin gestelde voorwaarden. Let op Een elektromagnetisch veld van de opgegeven frequenties kan het beeld en geluid van deze camera beïnvloeden. Opmerking Als door statische elektriciteit of elektromagnetisme de gegevensoverdracht tussentijds wordt onderbroken (mislukt), start u het softwareprogramma opnieuw op of koppelt u de aansluitkabel (USB-kabel, enz.) los en sluit u deze weer aan. Verwijdering van Oude Elektrische en Elektronische Apparaten (Toepasbaar in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden ophaalsystemen) Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). Lever het apparaat aan het einde van de levensduur in voor recycling, de batterij zal dan op correcte wijze verwerkt worden. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. De recyclage van materialen draagt bij tot het vrijwaren van natuurlijke bronnen. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. Geschikte accessoire: "Memory Stick" NL 2 Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt Opmerkingen over de netspanningsadapter Deze camera gebruikt het IC-opnamemedium "Memory Stick". Er zijn twee typen "Memory Stick". • Sluit de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter niet kort met een metalen voorwerp, omdat hierdoor een storing kan ontstaan. • Maak de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter schoon met een droog wattenstaafje of soortgelijk voorwerp. Gebruik de stekker niet als deze vuil is. Als u een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt opgeladen. • "Memory Stick" • "Memory Stick Duo": Plaats de "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter. Memory Stick Duo-adapter • Voor verdere informatie over de "Memory Stick", zie blz. 87. Opmerkingen over de "InfoLITHIUM" accu • Laad de meegeleverde NP-FR1 accu op voordat u de camera voor het eerst gebruikt. (t stap 1 in"Lees dit eerst") • De accu kan zelfs worden opgeladen als deze nog niet volledig leeg is. Bovendien kunt u zelfs als de accu niet volledig opgeladen is, de gedeeltelijke lading van de accu gewoon gebruiken. • Als u van plan bent de accu gedurende een lange tijd niet te gebruiken, verbruikt u eerst de resterende lading, verwijdert u daarna de accu uit de camera, en bewaart u deze op een droge, koele plaats. Op deze manier zal de accu naar behoren blijven werken (blz. 89). • Voor verdere informatie over de "InfoLITHIUM" accu, zie blz. 89. Carl Zeiss-lens Deze camera is uitgerust met een Carl Zeiss-lens, die scherpe beelden met uitstekend contrast reproduceert. De lens van deze camera is geproduceerd onder een kwaliteitborgingssysteem dat is gecertificeerd door Carl Zeiss in overeenstemming met de kwaliteitsnormen van Carl Zeiss, Duitsland. Opmerkingen over opnemen/ weergeven • Maak een proefopname om te controleren of de camera juist werkt voordat u eenmalige gebeurtenissen opneemt. • Let er goed op dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera binnendringt, kan een storing veroorzaken die niet in alle gevallen kan worden verholpen. • Richt de camera niet naar de zon of ander fel licht. Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van uw ogen. Of het kan een storing van de camera veroorzaken. • Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats waar sterke radiogolven worden gegenereerd of straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de camera dan niet goed kan opnemen of weergeven. • Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen gebruikt, kunnen storingen optreden. • Als er condens op de camera is gevormd, verwijdert u dit voordat u de camera gebruikt (blz. 91). • Niet met de camera schudden of er tegenaan stoten. Naast storingen en het weigeren om beelden op te nemen, kan dit ook het opnamemedium onbruikbaar maken, en beeldgegevens vervormen, beschadigen of verloren doen gaan. • Maak het venster van de flitser schoon vóór deze te gebruiken. De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser kan eventueel vuil op het venster van de flitser doen verbranden of vastbakken waardoor onvoldoende licht het voorwerp bereikt. • Om mogelijk verlies van beeldgegevens te voorkomen, dient u altijd een (reserve) kopie van de gegevens op een ander medium te maken. • Voor mislukte opnamen door een gebrekkige werking van uw camera of opnamemedia, enz. kan geen schadevergoeding worden geëist. NL NL 3 Opmerkingen over het LCD-scherm, de LCD-zoeker (voor modellen met een LCD-zoeker) en de lens • Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn vervaardigd met behulp van precisietechnologie waardoor meer dan 99,99% van de pixels operationeel is. Soms kunnen er op het LCD-scherm en in de LCD-zoeker echter kleine zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld. • Indien het LCD-scherm, de zoeker of de lens langdurig wordt blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot defecten leiden. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een venster of buiten neerzet. • Druk niet op het LCD-scherm. Het scherm kan dan verkleuren, waardoor een storing wordt veroorzaakt. • In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal. • Deze camera is uitgerust met een elektrische zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de lens stoot en er geen kracht op uitoefent. Opmerkingen over de compatibiliteit van beeldgegevens • Deze camera voldoet aan DCF (Design rule for Camera File system universal standard) zoals vastgesteld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • Er worden geen garanties gegeven dat beelden, welke met deze camera zijn opgenomen, kunnen worden weergegeven op andere apparatuur, of dat beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd, kunnen worden weergegeven op deze camera. Waarschuwing over copyright Televisieprogramma’s, films, videobanden en ander materiaal kunnen beschermd zijn met auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd zijn met de wetten op de auteursrechten. NL 4 De beelden in deze gebruiksaanwijzing De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. Alle mogelijkheden van de camera gebruiken Bereid de camera voor en neem op in de automatische instelfunctie "Lees dit eerst" (los boekje) 1 De accu opladen 2 De camera inschakelen/de klok instellen 3 Plaats een "Memory Stick" 4 Het beeldformaat kiezen dat u wilt gebruiken 5 Beelden eenvoudig opnemen (Automatische instelfunctie) Stilstaande beelden opnemen (Scènekeuzefunctie) 6 Beelden weergeven/Beelden wissen Leer uw camera beter kennen Deze gebruiksaanwijzing • Opnemen met uw favoriete instellingen (Geprogrammeerd automatisch opnemen/Handmatig opnemen) t blz. 22 • Opnemen/weergeven op diverse manieren met behulp van het menu t blz. 24 1 2 • De standaardinstellingen veranderen t blz. 42 De camera aansluiten op een PC of printer Deze gebruiksaanwijzing • Beelden afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een printer (alleen PictBridge-compatibele printers) t blz. 65 • Beelden naar een computer kopiëren om ze op diverse manieren te bewerken t blz. 52 NL 5 Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera ......................................... 3 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden ....................................................... 9 Scherp-stellen – Het onderwerp met succes scherpstellen.............................. 9 Belichting – De lichtintensiteit instellen ........................................................... 10 Kleur – Over het effect van de lichtbron .......................................................... 11 Kwaliteit – Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" ......................................... 12 Plaats van de onderdelen ....................................................................... 13 Indicaties op het scherm ......................................................................... 15 Schermweergave veranderen ................................................................. 19 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden.... 20 Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/ bekeken .................................................................................................. 21 De modusdraaiknop gebruiken ............................................................... 22 Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken ...................................................... 24 Menuonderdelen ................................................................................ 25 Menu voor opnemen ............................................................................... 26 SCN (Scène) (EV) 9 (Scherpstellen) (Lichtmeetfun.) WB (Witbalans) ISO (Beeldkwaliteit) Mode (Opn.functie) M (Interval) (Flitsniveau) PFX (Beeldeffect) (Verzadiging) (Contrast) (Scherpte) (Setup) NL 6 Menu voor weergeven .............................................................................35 (Map) - (Beveiligen) DPOF (Afdrukken) (Dia) (Ander form.) (Roteren) (Opdelen) (Setup) Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken ....................................................42 1 Camera 1 ...........................................................................................43 AF-functie Digitale zoom Datum/Tijd Rode-ogeneff AF-verlicht. Auto Review 2 Camera 2 ...........................................................................................46 Vergroot Memory Stick tool ..............................................................................47 Formaat Opnamemap maken Opnamemap wijz. 1 Setup 1 ...............................................................................................49 LCD-verlicht Pieptoon Taal 2 Setup 2 ...............................................................................................50 Bestandsnr USB-aansl. Video-uit Klokinstel. NL 7 De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer ....................................................... 52 Beelden kopiëren naar uw computer ...................................................... 54 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera ..60 De bijgeleverde software gebruiken ........................................................ 61 Uw Macintosh computer gebruiken......................................................... 63 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken................................................................ 65 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer .....66 Beelden afdrukken in een winkel ............................................................ 69 Uw camera op uw TV aansluiten Beelden bekijken op een TV-scherm ...................................................... 71 Problemen oplossen Problemen oplossen ............................................................................... 73 Foutcodes en meldingen......................................................................... 84 Overige Informatie over de "Memory Stick".......................................................... 87 Informatie over de "InfoLITHIUM" accu................................................... 89 Het Cyber-shot Station gebruiken........................................................... 90 Voorzorgsmaatregelen ............................................................................ 91 Technische gegevens.............................................................................. 93 Index...................................................................................................... 95 NL 8 De camera leren gebruiken Basistechnieken voor betere beelden Scherpstellen Belichting Kleur Kwaliteit Scherpstellen De camera leren gebruiken Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen voor het gebruik van de camera. Het beschrijft het gebruik van diverse camerafuncties, zoals de modusdraaiknop (blz. 22), de menu’s (blz. 24), enz. Het onderwerp met succes scherpstellen Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, stelt de camera automatisch scherp (Automatische scherpstelling). Vergeet niet dat de sluiterknop slechts tot halverwege ingedrukt moet worden. Gelijk helemaal indrukken Tot halverwege Knippert,licht op/ indrukken, daarna piept 60min Helemaal indrukken VGA FINE 101 96 S AF 30 F2.8 Een stilstaand beeld opnemen waarop moeilijk scherpgesteld kan worden t [Scherpstellen] (blz. 28) Tips om wazige beelden te voorkomen Houd de camera stil en uw armen langs uw zijde. U kunt ook de camera stabiliseren door tegen de zijkant van een boom of gebouw te leunen. Wij adviseren u bovendien een statief te gebruiken en de flitser te gebruiken als het donker is. NL 9 Belichting De lichtintensiteit instellen U kunt diverse beelden creëren door de belichting en de ISO-gevoeligheid in te stellen. Belichting is de hoeveelheid licht die door de lens in de camera valt wanneer u de sluiterknop indrukt. Belichting: Sluitertijd = De tijdsduur gedurende welke het licht in de camera valt Diafragma = De grootte van de opening waardoor het licht in de camera valt ISO = Gevoeligheid van het opnamemedium Overbelichting = te veel licht Te licht beeld Juiste belichting Onderbelichting = te weinig licht Te donker beeld NL 10 In de automatische instelfunctie wordt de belichting automatisch ingesteld op de juiste waarde. U kunt deze echter ook handmatig instellen met behulp van de hieronder beschreven functies. [Handmatige belichting]: Hiermee kunt u de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen. t blz. 23 [EV]: Hiermee kunt u de belichting die door de camera is ingesteld veranderen. t blz. 26 [Lichtmeetfun.]: Hiermee kunt u het deel van het onderwerp veranderen dat wordt gemeten om de belichting in te stellen. t blz. 29 Eigenschappen van "sluitertijd" Eigenschappen van "diafragma" (F-getal) Korter Bewegende onderwerpen lijken gestopt. Open Het scherpstellingsbereik wordt kleiner, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. Langer Bewegende onderwerpen lijken te zweven. Dicht Het scherpstellingsbereik wordt groter, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. De ISO-gevoeligheid instellen De camera leren gebruiken ISO is de eenheid waarin de gevoeligheid wordt uitgedrukt door te schatten hoeveel licht er op een beeldopnameapparaat (soortgelijk aan fotofilm) valt. Zelfs wanneer de belichting hetzelfde is, zullen de beelden verschillen afhankelijk van de ISO-gevoeligheid. Met [ISO] stelt u de gevoeligheid in t blz. 31 Hoge ISO-gevoeligheid Neemt een helder beeld op, zelfs op donkere plaatsen. Het beeld wordt echter korrelig. Lage ISO-gevoeligheid Neemt een korrelvrij beeld op. Het beeld is echter donkerder. Kleur Over het effect van de lichtbron De natuurlijke kleur van het onderwerp wordt beïnvloed door de belichtings-omstandigheden. Voorbeeld: De kleur van een beeld wordt beïnvloed door de lichtbronnen Weer/lichtbron Eigenschappen van het licht Daglicht Bewolkt Fluorescerend Gloeilamp Wit (standaard) Blauwachtig Blauwgetint Roodachtig In de automatische instelfunctie worden de kleurtinten automatisch ingesteld. U kunt de kleurtinten echter ook handmatig instellen met [Witbalans] (blz. 30). NL 11 Kwaliteit Over "beeldkwaliteit" en "beeldformaat" Een digitaal beeld is samengesteld uit een groot aantal kleine puntjes, genaamd pixels. Als een beeld uit veel pixels bestaat, zal het beeld groot zijn, meer geheugenruimte in beslag nemen, en met scherpe details worden weergegeven. Het "Beeldformaat" wordt aangegeven met het aantal pixels. Ondanks dat u op het scherm van de camera het verschil niet kunt zien, verschillen de kleine details en de verwerkingstijd wanneer het beeld wordt afgedrukt of weergegeven op een computerscherm. Beschrijving van de pixels en het beeldformaat 1 Beeldformaat: 7M 3.072 pixels×2.304 pixels = 7.077.888 pixels 2 Beeldformaat: VGA(E-Mail) 640 pixels×480 pixels = 307.200 pixels Pixels Het beeldformaat kiezen (t stap 4 in "Lees dit eerst") Pixel Veel (Hoge beeldkwaliteit en groot bestand) Voorbeeld: Afdrukken op groot formaat Weinig (Lage beeldkwaliteit en klein bestand) Voorbeeld: Beeld versturen als bijlage bij e-mailberichten Beeldformaat Aanwijzingen voor gebruik 7M (3072×2304) (standaardinstelling) Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie 3:2 (3072×2048) Voor afdrukken op fotoformaat met hoge resolutie 5M (2592×1944) Voor afdrukken op groter formaat met hoge resolutie 3M (2048×1536) Voor afdrukken op A4-formaat 1M (1280×960) Voor afdrukken op briefkaartformaat VGA(E-Mail) (640×480) Voor versturen als bijlage bij e-mailberichten of het maken van een homepage De beeldkwaliteit kiezen (compressieverhouding) in combinatie (blz. 31) NL 12 U kunt de compressieverhouding kiezen die gebruikt wordt voor het opslaan van de digitale beelden. Als u een hoge compressieverhouding kiest, mist het beeld de fijne details, maar is het beeldbestand kleiner. Plaats van de onderdelen Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. 2 6 7 8 3 9 q; qa qs qd 9 4 5 6 7 8 qf qg qh qj 3 4 5 2 De camera leren gebruiken 1 1 q; A POWER-toets/lampje (t stap 2 in "Lees dit eerst") A AE/AF-vergrendelingslampje (groen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") B /Laadlampje (oranje) (t stap 1 in "Lees dit eerst") B Sluiterknop (t stap 5 in "Lees dit eerst") C Zoeker (t stap 5 in "Lees dit eerst") C Flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst") D LCD-scherm D Multifunctionele aansluiting (onderkant) (55) E E Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere schroeven kan de camera niet stevig aan het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken. G Regelknop Menu inschakelen: v/V/b/B/z (t stap 2 in "Lees dit eerst") Menu uitschakelen: / / / (t stap 5 in"Lees dit eerst") F Microfoon G Zoekervenster (t stap 5 in "Lees dit eerst") H Zelfontspannerlampje (t stap 5 in "Lees dit eerst")/AF-verlichting (45) I Lens J Luidspreker (onderkant) (Display/LCD aan/uit)-toets (19) F MENU-toets (24) Modusschakelaar "M": Sluitertijd/ diafragmawaarde (23) H (Beeldformaat/Wissen)-toets (t stap 4 en 6 in "Lees dit eerst") I Modusdraaiknop (22) J Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/T) (t stap 5 in"Lees dit eerst") Voor weergeven: / (Weergavezoom) toets/ (Index) toets (t stap 6 in "Lees dit eerst") K Oog voor polsriem (t "Lees dit eerst") NL 13 L Deksel van de accu/"Memory Stick" (t stap 1 en 3 in "Lees dit eerst") M Afdekking van de DC IN-aansluiting (t stap 1 in "Lees dit eerst") N RESET-toets (73) O Toegangslampje (t stap 4 in "Lees dit eerst") P DC IN-aansluiting (t stap 1 in "Lees dit eerst") Q Accu-uitwerphendel (t stap 1 in "Lees dit eerst") NL 14 Indicaties op het scherm Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden. A Scherm 60min z AE/AF-vergrendeling (t stap 5 in "Lees dit eerst") min Opnamefunctie (22, 32) M WB Terug Accu-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") De camera leren gebruiken Bij opname van stilstaande beelden Indicatie STBY OPNEMEN Witbalans (30) Standby/Opname voor bewegende beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst") Scènekeuze (t stap 5 in "Lees dit eerst") Bij opname van bewegende beelden M Modusdraaiknop (22) SL Flitsfunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst") Vermindering van het rodeogeneffect (44) Scherpte (34) 5 Verzadiging (34) 6 Contrast (34) ON AF-verlichting (45) Lichtmeetfunctie (29) Beeldeffect (34) B Scherm Indicatie Handmatigebelichtingsinstelfunctie (23) Macro (t stap 5 in "Lees dit eerst") S AF M AF AF-functie (43) AF-bereikzoekerframe (28) 1.0m Scherpstellingvoorkeuzeafstand (28) z Terug Handmatige belichting NL 15 C E Scherm 3:2 7M 3M FINE 640 Indicatie 5M 1M STD 640 VGA 101 Resterende ruimte op de "Memory Stick" (20) 00:00:00 [00:28:05] Opnameduur [maximale opnameduur] (20) 1/30" Multi Burst-interval (33) Resterend aantal beelden dat opgenomen kan worden (20) Zelfontspanner (t stap 5 in "Lees dit eerst") C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (84) Datum/Tijd (44) ISO-nummer (31) D Scherm Indicatie Trillingswaarschuwing (9) • Waarschuwt dat door trillingen het beeld niet goed opgenomen zal worden. Zelfs als de trillingswaarschuwing wordt afgebeeld, kunt u toch het beeld opnemen. Wij adviseren u echter de camera stil te houden zodat de indicatie verdwijnt om de invloed van trillingen te vermijden. E Waarschuwing voor zwakke accu (21) + Dradenkruis van de spot lichtmeting (29) AF-bereikzoekerframe (28) NL 16 • Beeldkwaliteit (31) Opnamemap (47) Indicatie Histogram (19, 27) 160 FINE STD 400 Scherm Beeldformaat (t stap 4 in "Lees dit eerst") wordt afgebeeld wanneer het histogram is uitgeschakeld. Lange sluitertijd NR (23) 125 Sluitertijd (23) F2.8 Diafragmawaarde (23) +2.0EV EV-niveau-waardeindicatie (26) DPOF (niet afgebeeld in de linkerkolom) Menu/Gidsmenu (24) Bij weergave van stilstaande beelden 60min M 101 VGA 101 A Scherm 12/12 Indicatie C:32:00 1.3 +2.0EV 500 F2.8 3:2 7M 3M 5M 1M FINE STD 640 640 VGA VOLUME Opnamefunctie (22, 32) N Weergave (t stap 6 in "Lees dit eerst") Volumeniveau (t stap 6 in "Lees dit eerst") Bij weergave van bewegende beelden min Beeldformaat (t stap 4 in "Lees dit eerst") 160 M VORIGE/VOLGENDE De camera leren gebruiken Accu-restlading (t stap 1 in "Lees dit eerst") 60min Beveiliging (36) - Afdrukmarkering (DPOF) (69) Map veranderen (35) 1.3 Stap Zoomvergroting (t stap 6 in "Lees dit eerst") Beeld-voor-beeld-weergave (32) B Scherm Indicatie 101-0012 Map-bestandsnummer (35) Weergavebalk (t stap 6 in "Lees dit eerst") C Scherm Indicatie PictBridge-aansluiting (67) Resterende ruimte op de "Memory Stick" (20) 101 Weergavemap (35) 8/8 12/12 Beeldnummer/Aantal beelden opgenomen in de gekozen map (35) C:32:00 Zelfdiagnosefunctie (84) 00:00:12 Teller (20) NL 17 D Scherm Indicatie De kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen (68) +2.0EV EV-niveau-waardeindicatie (26) ISO-nummer (31) Lichtmeetfunctie (29) Flitser WB Witbalans (30) 500 Sluitertijd (23) F2.8 Diafragmawaarde (23) Weergavebeeld (t stap 6 in "Lees dit eerst") E Scherm Indicatie Histogram (19, 27) • 2005 1 1 DPOF wordt afgebeeld wanneer het histogram is uitgeschakeld. Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld (44) Menu/Gidsmenu (24) VORIGE/ Beelden kiezen VOLGENDE VOLUME NL 18 Volumeniveau instellen Schermweergave veranderen Iedere keer als u op de (Display/LCDscherm aan/uit) toets drukt, verandert de schermweergave als volgt. 60 min 101 VGA 96 S AF Histogram (blz. 27) De camera leren gebruiken Histogram aan • Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt afgebeeld tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer: – de flitser afgaat. – de sluitertijd is veranderd. • Het histogram wordt misschien niet afgebeeld voor beelden opgenomen op andere camera’s. • Als het LCD-scherm is uitgeschakeld, werkt de digitale zoom niet (blz. 43) en is [AF-functie] ingesteld op [Enkelvoud.] (blz. 43). Als u (flitser)/ (zelfontspanner)/ (macro) kiest, wordt het beeld gedurende ongeveer twee seconden afgebeeld. Indicaties uit S AF LCD-scherm uit Indicaties aan 60 min VGA 101 96 S AF • Als het histogram is ingeschakeld, wordt tijdens de weergave beeldinformatie afgebeeld. • Het histogram wordt niet afgebeeld: Tijdens het opnemen wanneer: – het menu wordt afgebeeld. – u de digitale zoom gebruikt. – het beeldformaat is ingesteld op [3:2]. – bewegende beelden worden weergegeven. Tijdens het weergeven wanneer: – het menu wordt afgebeeld. – in de indexfunctie. – u de weergavezoom gebruikt. – de Multi Burst-functie is ingeschakeld. – u stilstaande beelden roteert. – bewegende beelden worden weergegeven. NL 19 Aantal stilstaande beelden en opnameduur van bewegende beelden De tabellen geven bij benadering het aantal stilstaande beelden en de opnameduur van bewegende beelden aan die kunnen worden opgenomen op een "Memory Stick" die in deze camera is geformatteerd. De waarden kunnen variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. Het aantal stilstaande beelden (wanneer de beeldkwaliteit is ingesteld op [Fijn], zie bovenste regel en op [Standaard] zie onderste regel.) (Eenheid: beelden) Capaciteit Formaat 32MB 7M 3M 1M VGA(E-Mail) 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 9 18 37 67 137 279 573 18 36 73 132 268 548 1125 3:2 5M 64MB 9 18 37 67 137 279 573 18 36 73 132 268 548 1125 12 25 51 92 188 384 789 23 48 96 174 354 723 1482 20 41 82 148 302 617 1266 37 74 149 264 537 1097 2250 50 101 202 357 726 1482 3038 93 187 376 649 1320 2694 5524 196 394 790 1428 2904 5928 12154 491 985 1975 3571 7261 14821 30385 • Het vermelde aantal beelden geldt voor wanneer [Mode] is ingesteld op [Normaal]. • De grootte van een enkel beeld is 1M wanneer [Mode] is ingesteld op [Multi Burst]. • Als het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, wordt de indicatie ">9999" afgebeeld. De opnameduur van bewegende beelden (uren : minuten : seconden) Capaciteit Formaat 640(Fijn) 32MB 64MB 128MB 256MB 512MB 1GB 2GB 0:25:18 – – – 0:02:57 0:06:02 0:12:20 640(Standaard) 0:01:27 0:02:56 0:05:54 0:10:42 0:21:47 0:44:27 1:31:09 160 0:22:42 0:45:39 1:31:33 2:51:21 5:47:05 11:44:22 24:18:25 • Als het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] kunnen bewegende beelden alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO". • Voor verdere informatie over het beeldformaat en de beeldkwaliteit, zie blz. 12. • Wanneer beelden die zijn opgenomen met eerdere Sony modellen worden weergegeven op deze camera, kan het display anders zijn dan het werkelijke beeldformaat. NL 20 Levensduur van accu en aantal beelden dat kan worden opgenomen/bekeken • De acculading neemt af naarmate deze langer wordt gebruikt en tevens met het verstrijken van de tijd (blz. 89). • Het aantal beelden dat kan worden opgenomen en/of weergegeven en de levensduur van de accu nemen af onder de volgende omstandigheden: – Wanneer de omgevingstemperatuur laag is – Wanneer de flitser wordt gebruikt – Wanneer de camera veelvuldig in- en uitgeschakeld wordt – Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt – Wanneer [LCD-verlicht] op [Helder] staat – Wanneer [AF-functie] op [Monitor] staat – Wanneer de accu zwak is – Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en uit gaat • De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) De camera leren gebruiken De tabel geeft bij benadering het aantal beelden dat kan worden opgenomen en/of weergegeven en de levensduur van de accu aan wanneer u beelden opneemt in de [Normaal] functie met een volledig opgeladen accu (bijgeleverd) bij een omgevingstemperatuur van 25 °C. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen of weergegeven, maken het mogelijk de "Memory Stick" te wisselen, indien noodzakelijk. Merk op dat afhankelijk van de gebruiksomstandigheden de werkelijke aantallen lager kunnen uitvallen dan hier aangegeven. Weergeven van stilstaande beelden Aantal beelden Levensduur van accu (min.) 7M Ong. 8200 Ong. 410 VGA(E-Mail) Ong. 8200 Ong. 410 Formaat • Weergeven van enkelvoudige beelden op volgorde met tussenpozen van drie seconden Bij opname van bewegende beelden LCD-scherm aan LCD-scherm uit Ong. 160 min. Ong. 220 min. • Continu bewegende beelden opnemen met beeldformaat [160] Bij opname van stilstaande beelden Formaat 7M VGA(EMail) LCDscherm Aantal beelden (Ong.) Levensduur van accu (min.) Aan 370 185 Uit 500 250 Aan 370 185 Uit 500 250 • Opnemen in de volgende situaties: – (Beeldkwaliteit) staat op [Fijn] – Wanneer [AF-functie] op [Enkelvoud.] staat – Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt – Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt – Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat NL 21 De modusdraaiknop gebruiken Zet de modusdraaiknop op de gewenste functie. Modusdraaiknop : Opnemen van bewegende beelden t stap 5 in "Lees dit eerst" Regelknop : Weergave/Bewerken t stap 6 in "Lees dit eerst" Opnamefuncties voor stilstaande beelden : Automatische instelfunctie Voor eenvoudig opnemen met automatisch ingestelde instellingen. t stap 5 in "Lees dit eerst" SCN: Scènekeuzefunctie Voor opnemen met vooraf ingestelde instellingen voor de betreffende scène. t stap 5 in "Lees dit eerst" P: Programmafunctie voor automatisch opnemen Voor opnemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25) M: Opnamefunctie met handmatige belichting Voor opnemen nadat u de belichting handmatig hebt ingesteld (zowel de sluitertijd als de diafragmawaarde) (blz. 23). U kunt ook de diverse instellingen kiezen op het menu. (Voor verdere informatie over de beschikbare functies t blz. 25) NL 22 De belichting handmatig instellen 1 Zet de modusdraaiknop op M en druk op z op de regelknop. De "Instellen" indicatie in de linkeronderhoek van het LCD-scherm verandert in "Terug," en de camera stelt de handmatige-belichtingsinstelfunctie in. De camera leren gebruiken 2 Verander de instelling met behulp van de regelknop. b/B: Diafragma (F-getal) v/V: Sluitertijd 60 min VGA FINE 101 98 M "Terug" Diafragmawaarde Terug SAF 250 F2.8 0 EV Sluitertijd 3 Neem het beeld op. • Als u Quick Review, de close-up (macro)-opnamefunctie of de zelfontspannerfunctie wilt gebruiken, of de flitsfunctie wilt veranderen, drukt u na stap 1 op z op de regelknop om de handmatigebelichtingsinstelfunctie te annuleren. (De "Terug" indicatie verandert in "Instellen".) • De flitser is ingesteld op (Altijd flitsen) of (Niet flitsen). • U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30 seconden kiezen. • Sluitertijden van een seconde of langer worden afgebeeld met ["], bijvoorbeeld, 1". • Als u de sluitertijd langer instelt, adviseren wij u een statief te gebruiken om de invloed van trillingen te vermijden. • Als u een sluitertijd van 1/6 seconde of langer instelt, wordt automatisch de NR lange-sluitertijdfunctie ingeschakeld om beeldruis te verminderen en wordt "NR" afgebeeld. • Als u een lange sluitertijd instelt, duurt het langer om de beeldgegevens te verwerken. • Het verschil tussen de instellingen en de juiste belichting zoals berekend door de camera, wordt op het scherm afgebeeld als een EV-waarde (blz. 26). Met 0EV wordt de waarde aangeduid die het meest geschikt is voor de camera. NL 23 Het menu gebruiken De menuonderdelen gebruiken v/V/b/B toets Modusdraaiknop z toets Regelknop MENU-toets 1 Schakel de camera in en zet de modusdraaiknop op de gewenste functie. Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies het gewenste menuonderdeel met b/B op de regelknop. • Als het gewenste menuonderdeel niet zichtbaar is, houdt u b/B ingedrukt totdat het op het scherm wordt afgebeeld. • Als u een menuonderdeel hebt gekozen terwijl de modusdraaiknop op staat, moet u op z drukken. 400 200 100 Autom. ISO WB ISO 4 Kies de gewenste instelling met v/V. De instelling die u kiest wordt groter en ingesteld. 5 Druk op MENU om het menu uit te schakelen. • Als een menuonderdeel niet wordt afgebeeld, wordt de indicatie v/V afgebeeld aan het uiteinde van waar de menuonderdelen normaal gesproken worden afgebeeld. Om de niet afgebeelde menuonderdelen af te beelden, kiest u deze indicatie met de regelknop. • Grijs afgebeelde menuonderdelen kunnen niet worden gekozen. NL 24 Menuonderdelen Voor informatie over de bediening t blz. 24 Afhankelijk van de gekozen functie, zijn niet alle menuonderdelen beschikbaar. Alleen de beschikbare menuonderdelen worden op het LCD-scherm afgebeeld. ( Modusdraaiknop: P M — — : beschikbaar) SCN Menu voor opnemen (blz. 26) SCN (Scène) 9 (Scherpstellen) (Lichtmeetfun.) WB (Witbalans) ISO (Beeldkwaliteit) — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — Mode (Opn.functie) M (Interval) — — (Flitsniveau) — — PFX (Beeldeffect) — — — — (Verzadiging) — — — — (Contrast) — — — — — — — — (Scherpte) Het menu gebruiken (EV) (Setup) Menu voor weergeven (blz. 35) (Map) — — — — — - (Beveiligen) — — — — — DPOF — — — — — (Afdrukken) — — — — — — (Dia) — — — — (Ander form.) — — — — — (Roteren) — — — — — (Opdelen) — — — — — (Setup) — — — — — NL 25 Menu voor opnemen Voor informatie over de bediening t blz. 24 De standaardinstellingen worden aangegeven met . SCN (Scène) Voor verdere informatie t stap 5 in "Lees dit eerst" Om het beeld op de juiste wijze op te nemen afhankelijk van de scène, bepaalt de camera de meest geschikte combinatie van functie-instellingen. ( Macro Flitser : u kunt de gewenste instelling kiezen) ScherpstellingAF-bereikzoeker voorkeuze Burst/Multi Burst Witbalans — — Autom./ SL / — WB — — Midden-AF 0,5m/1,0m 3,0m/7,0m — / / / / — — — (EV) Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen. Naar – NL 26 Naar + M +2,0EV Naar +: Maakt het beeld helderder. 0EV De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld. m –2,0EV Naar –: Maakt het beeld donkerder. • Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10 • De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld. Voor informatie over de bediening t blz. 24 z [EV] instellen door een histogram af te beelden 80min 8M FINE 101 4 A 0 EV B Donker Helder Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Zet de modusdraaiknop van tevoren op P of SCN en druk daarna herhaaldelijk op om het histogram af te beelden. De afgebeelde grafiek geeft een donker beeld aan wanneer deze links hoger is en geeft een helder beeld aan wanneer deze rechts hoger is. Een histogram kan worden gebruikt om de belichting te controleren en [EV] in te stellen. Het menu gebruiken A Aantal pixels B Helderheid • Het histogram wordt tevens in de volgende gevallen afgebeeld, zonder dat u de belichting kunt instellen. – Wanneer de modusdraaiknop op of M staat – Wanneer een enkelbeeld wordt weergegeven – Tijdens Quick Review NL 27 Voor informatie over de bediening t blz. 24 9 (Scherpstellen) Met deze instelling kunt u de scherpstellingsmethode veranderen. Gebruik het menu als het moeilijk is goed scherp te stellen met de automatische-scherpstellingsfunctie. (oneindige afstand) 7.0m 3.0m Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp. (Scherpstelling-voorkeuze) 0.5m • Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de automatische-scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is het handig om [Scherpstellen] te gebruiken. Punt-AF ( ) Hiermee wordt scherpgesteld op een heel klein onderwerp of binnen een klein bereik. 1.0m • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. Houd de camera stil zodat het onderwerp niet buiten het bereikzoekerframe komt. Midden-AF ( ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp vlakbij het midden van het frame. • Als u dit gebruikt met de AF-vergrendelfunctie, kunt u de gewenste beeldcompositie opnemen. 60min P VGAFINE 101 98 AF-bereikzoekerframe Indicatie van AF-bereikzoekerframe S AF Multi-AF (Multipoint AF) ( ) Hiermee wordt automatisch scherpgesteld op een onderwerp in het hele bereik van het zoekerframe. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp zich niet in het midden van het frame bevindt. 60min P VGAFINE 101 98 AF-bereikzoekerframe S AF NL 28 Indicatie van AF-bereikzoekerframe • AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling). • De informatie over de ingestelde afstand in [Scherpstellen] is slechts bij benadering. Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout vergroot. • De instelbare afstanden zijn beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26). • Voor het opnemen van bewegende beelden adviseren wij u [Multi-AF] te gebruiken omdat dan de automatische scherpstelling ook werkt bij een bepaalde hoeveelheid trillingen. • Wanneer u [Digitale zoom] of [AF-verlicht.] gebruikt, wordt voorrang gegeven aan bewegingen van onderwerpen in of vlakbij het midden van het frame. In dit geval knippert , of en wordt het AF-bereikzoekerframe niet afgebeeld. Voor informatie over de bediening t blz. 24 z Als het onderwerp niet scherpgesteld is Als u opneemt met het onderwerp aan de rand van het frame (of het scherm), of wanneer u [Midden-AF] of [Punt-AF] gebruikt, is het mogelijk dat de camera het onderwerp niet scherpstelt. In dergelijke gevallen handelt u als volgt. 1 Stel het beeld opnieuw samen, zodat het onderwerp zich in het midden van het AFbereikzoekerframe bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege in om op het onderwerp scherp te stellen (AF-vergrendeling). 60min P VGA FINE 101 98 AE/AF-vergrendelingsindicatie Het menu gebruiken AF-bereikzoekerframe S AF F2.8 30 Zolang u de sluiterknop maar niet helemaal indrukt, kunt u deze procedure zo vaak als u wilt herhalen. 2 Wanneer de indicatie van de AE/AF-vergrendeling stopt met knipperen en aan blijft, keert u terug naar het volledig samengestelde beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in. 60min P S AF VGAFINE 101 98 F2.8 30 (Lichtmeetfun.) Met deze instelling kunt u de lichtmeetfunctie kiezen die bepaalt welk deel van het onderwerp wordt gemeten voor de berekening van de belichting. Punt (Spot lichtmeting) ( ) Hiermee wordt slechts een deel van het onderwerp gebruikt voor de lichtmeting. • Deze functie is handig wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht of wanneer er een sterk contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond. 60 min VGA FINE 101 98 P Dradenkruis van de spot lichtmeting Plaats dit op het onderwerp. SAF 250 F2.8 Midden (Lichtmeting met nadruk op het midden) ( ) Hiermee wordt het midden van het beeld gebruikt voor de lichtmeting en wordt de belichting berekend aan de hand van de helderheid van dat deel van het onderwerp. Multi (Lichtmeting met meerdere patronen) Hiermee wordt het beeld onderverdeeld in meerdere delen en wordt op ieder deel een lichtmeting uitgevoerd. De camera berekent een uitgebalanceerde belichting. NL 29 Voor informatie over de bediening t blz. 24 • Voor verdere informatie over de belichting t blz. 10 • Bij gebruik van spot lichtmeting of lichtmeting met nadruk op het midden, adviseren wij u [9] (Scherpstellen) in te stellen op [Midden-AF] om scherp te stellen op de plaats van de lichtmeting (blz. 28). WB (Witbalans) Met deze instelling kunt u de kleurtinten compenseren aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld vreemd lijken. (Eenmaal drukken SET) (Eenmaal drukken) Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de (Eenmaal drukken) functie. Hiermee wordt de witte basiskleur vastgelegd voor de (Eenmaal drukken) functie. Nadat u hebt ingesteld, gaat u als volgt te werk. 1 Richt de lens op een wit onderwerp, zoals een vel papier dat het hele scherm vult, onder dezelfde belichtingsomstandigheden waaronder u het onderwerp wilt opnemen. 2 Kies [ ] (Eenmaal drukken SET) met v. Het scherm wordt tijdelijk zwart en de indicatie knippert snel. Wanneer de witbalans is ingesteld en in het geheugen is opgeslagen, wordt (Eenmaal drukken) opnieuw gekozen. • Als de indicatie langzaam knippert, is de witbalans nog niet ingesteld of kan niet worden ingesteld. Gebruik de automatische witbalans. • Beweeg of stoot de camera niet terwijl de indicatie knippert. • Wanneer de flitsfunctie is ingesteld op (Altijd flitsen) of SL (Langzame synchro), wordt de witbalans aangepast aan de omstandigheden met afgaande flitser. WB (Flitser) Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet kiezen als u bewegende beelden opneemt. n (Gloeilamp) WB(Fluorescerend) NL Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerende verlichting. (Bewolkt) Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht. (Daglicht) Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen van nachtscènes, neonreclame, vuurwerk of zonsopkomst, of voor omstandigheden voor of na zonsondergang. Autom. 30 Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen waar de lichtomstandigheden snel veranderen, zoals in een feestzaal of onder felle verlichting zoals in een fotostudio. Hiermee wordt automatisch gecompenseerd en de witbalans automatisch ingesteld. Voor informatie over de bediening t blz. 24 • Voor verdere informatie over [WB] t blz. 11 • Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, ondanks dat u WB(Fluorescerend) hebt ingesteld. • Wanneer de flitser afgaat, wordt de witbalansfunctie automatisch ingesteld op [Autom.], behalve in de functies [ ] en [ WB ]. • De instelling is beperkt afhankelijk van de instelling van de Scènekeuzefunctie (blz. 26). ISO 400 200 Het menu gebruiken Met deze instelling kunt u de lichtgevoeligheid instellen in de eenheid ISO. Hoe hoger de waarde, hoe gevoeliger voor licht. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een hoge beeldkwaliteit te krijgen. 100 Autom. • Voor verdere informatie over de [ISO] lichtgevoeligheid t blz. 11 • Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISO-gevoeligheidswaarde hoger wordt. (Beeldkwaliteit) Met deze instelling kunt u de kwaliteit kiezen van stilstaande beelden. Fijn (FINE) Hiermee wordt op hoge kwaliteit (lage compressie) opgenomen. Standaard (STD) Hiermee wordt op standaardkwaliteit (hoge compressie) opgenomen. • Voor verdere informatie over de beeldkwaliteit t blz. 12 NL 31 Voor informatie over de bediening t blz. 24 Mode (Opn.functie) Met deze instelling kunt u kiezen of de camera meerdere beelden achter elkaar opneemt of niet wanneer u op de sluiterknop drukt. Multi Burst ( M ) Hiermee worden 16 frames achter elkaar als een stilstaandbeeldbestand opgenomen wanneer u op de sluiterknop drukt. • Dit is handig om bijvoorbeeld uw sportprestaties te controleren. • U kunt het sluiterinterval voor Multi Burst instellen bij [Interval] functie (blz. 33). Burst ( ) Hiermee wordt het maximale aantal beelden achter elkaar opgenomen (zie de tabel op de volgende bladzijde) wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. • Wanneer "Neemt op" verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen. Normaal Hiermee worden niet meerdere beelden achter elkaar opgenomen. Over [Multi Burst] • U kunt de opgenomen beelden weergeven met [Multi Burst] met de volgende procedure: – Pauzeren/hervatten: Druk op z op de regelknop. – Frame-voor-frame weergeven: Druk in de pauzestand op b/B. Druk op z om de weergave in series te hervatten. • U kunt de volgende bedieningen niet uitvoeren in de [Multi Burst] functie: – Slimme-zoomfunctie – Flitser – De datum en tijd projecteren – Een serie beelden onderverdelen opgenomen met [Multi Burst] – Een frame wissen in een serie opgenomen met [Multi Burst] – Het frame-interval instellen op een andere waarde dan [1/30] wanneer de modusdraaiknop op staat – De sluitertijd langer instellen dan 1/30 seconde wanneer de modusdraaiknop op M staat • Wanneer u een serie beelden opgenomen met [Multi Burst] weergeeft met behulp van een computer of een camera die niet is uitgerust met de Multi Burst-functie, dan wordt het beeld weergegeven als een enkelbeeld met 16 frames. • Het beeldformaat van beelden opgenomen in de [Multi Burst] functie is 1M. • Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Multi Burst] functie afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 26). Over [Burst] • De flitser staat op (Niet flitsen). • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een serie van maximaal vijf beelden opgenomen. • Als de modusdraaiknop op M staat, kunt u de sluitertijd in de [Burst] functie niet instellen op 1/6 seconde of langer. • Als de acculading laag is, of wanneer de "Memory Stick" vol is, stopt de [Burst]. • Het kan onmogelijk zijn beelden op te nemen in de [Burst] functie afhankelijk van de Scènekeuzefunctie (blz. 26). NL 32 Voor informatie over de bediening t blz. 24 Maximaal aantal opnamen achter elkaar (Eenheden: beelden) Kwaliteit Standaard 7M 5 8 3:2 5 8 5M 6 11 3M 9 17 1M 22 41 VGA(E-Mail) 85 100 M Het menu gebruiken Fijn Formaat (Interval) Met deze instelling kunt u het frame-interval van de [Multi Burst] functie instellen (blz. 32). 1/7.5 (1/7.5") 1/15 (1/15") • Deze instelling kan niet worden gemaakt wanneer [Mode] (Opn.functie) in het menu is ingesteld op iets anders dan [Multi Burst] (blz. 32). 1/30 (1/30") • Dit wordt niet afgebeeld wanneer (Schemerfunctie), (Schemer-portretfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26). (Flitsniveau) Met deze instelling kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + ( +) Naar +: Hiermee wordt het flitsniveau hoger. Normaal – ( –) Naar –: Hiermee wordt het flitsniveau lager. • Om de flitsfunctie te veranderen t stap 5 in "Lees dit eerst" • Dit wordt niet afgebeeld wanneer (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26). (Kaarslichtfunctie) NL 33 Voor informatie over de bediening t blz. 24 PFX (Beeldeffect) Met deze instelling kunt u een beeld opnemen met speciale effecten. Z-W ( ) Sepia ( Hiermee wordt een beeld in monochroom (zwart-wit) opgenomen. ) Uit Hiermee wordt een beeld in sepia (bruin als een ouderwetse foto) opgenomen. Geen effect. • Deze instelling wordt niet bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld. (Verzadiging) De verzadiging van het beeld instellen. +( ) Naar +: De kleuren worden helderder. Normaal –( ) Naar –: De kleuren worden donkerder. (Contrast) De contrast van het beeld instellen. +( ) Naar +: Het contrast wordt groter. Normaal –( ) Naar –: Het contrast wordt kleiner. (Scherpte) De scherpte van het beeld regelen. +( ) Naar +: Het beeld wordt scherper. Normaal –( ) (Setup) Zie blz. 42. NL 34 Naar –: Het beeld wordt waziger. Menu voor weergeven Voor informatie over de bediening t blz. 24 De standaardinstellingen worden aangegeven met . (Map) De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de keuze geannuleerd. Het menu gebruiken 1 Kies de gewenste map met b/B op de regelknop. Map kiezen 102 2/2 Mapnaam: 102MSDCF Aant. best.: 9 Gemaakt: 2005 1 1 1::05:34AM OK Annul. VORIGE/VOLGENDE 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. z Over de [Map] De camera slaat de opgenomen beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick" (blz. 47). U kunt de map veranderen of een nieuwe aanmaken. • Om een nieuwe map voor opgenomen beelden aan te maken t [Opnamemap maken] (blz. 47) • Om de map voor opgenomen beelden te veranderen t [Opnamemap wijz.] (blz. 48) • Wanneer meerdere mappen worden aangemaakt in de "Memory Stick" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende indicaties afgebeeld. : U kunt naar de voorgaande map gaan. : U kunt naar de volgende map gaan. : U kunt naar zowel de voorgaande als volgende map gaan. NL 35 Voor informatie over de bediening t blz. 24 - (Beveiligen) Met deze instelling kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. Beveiligen (-) Zie de onderstaande procedure. Sluiten Hiermee wordt de beveiliging opgeheven. Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z. Het beeld is beveiligd en de - (beveiligings-)indicatie wordt op het beeld afgebeeld. 60 min VGA 101 2/9 - Beveiligen Sluiten VORIGE/VOLGENDE 4 Als u andere beelden wilt beveiligen, kiest u het gewenste beeld met b/B en drukt u daarna op z. Beelden beveiligen in de indexfunctie 1 Druk op (index) om het indexscherm weer te geven. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [-] (Beveiligen) met b/B op de regelknop en druk daarna op z. 4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z. 5 Kies het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B en druk daarna op z. Een groene - indicatie wordt op het gekozen beeld afgebeeld. - (groen) 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU. 8 Kies [OK] met B en druk daarna op z. De indicatie - wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd. • Om alle beelden in de map te beveiligen, kiest u [Alle in map] in stap 4 en drukt u daarna op z. Kies [Aan] met B en druk daarna op z. NL 36 Voor informatie over de bediening t blz. 24 Om de beveiliging te annuleren In de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4 op "Beelden beveiligen in de enkelbeeldfunctie". In de indexfunctie 1 Kies het beeld waarvan u de beveiliging wilt opheffen in stap 5 van "Beelden beveiligen in de indexfunctie". 2 Druk op z om de - indicatie grijs te laten worden. Het menu gebruiken 3 Herhaal bovenstaande bediening bij alle beelden waarvan u de beveiliging wilt opheffen. 4 Druk op MENU, kies [OK] met B, en druk daarna op z. De beveiliging van alle beelden in een map annuleren Kies [Alle in map] in stap 4 op "Beelden beveiligen in de indexfunctie", en druk daarna op z. Kies [Uit] met B en druk daarna op z. • Merk op dat door de"Memory Stick" te formatteren alle data in de "Memory Stick" gewist zullen worden, zelfs als de beelden beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld. • Het activeren van de beveiliging van een beeld kan enige tijd duren. DPOF Met deze instelling kunt u een afdrukken (blz. 69). (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt (Afdrukken) Zie blz. 66. (Dia) Met deze instelling kunt u de opgenomen beelden op volgorde weergeven (diavoorstelling). Interval 3 sec Het interval voor een diavoorstelling instellen. 5 sec 10 sec 30 sec 1 min NL 37 Voor informatie over de bediening t blz. 24 Beeld Map Geeft alle beelden weer in de geselecteerde map. Alle Geeft alle beelden weer die op de "Memory Stick" zijn opgeslagen. Herhalen Aan Continu herhaalde weergave van beelden. Uit Nadat alle beelden zijn weergegeven, eindigt de diavoorstelling. Start Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt de diavoorstelling geannuleerd. 1 Kies [Interval], [Beeld] en [Herhalen] met v/V/b/B op de regelknop. 2 Kies [Start] met V/B en druk daarna op z. De diavoorstelling begint. Om de diavoorstelling te beëindigen, drukt u op z, kiest u [Sluiten] met B en drukt u daarna op z. • Tijdens een diavoorstelling kunt u het voorgaande/volgende beeld weergeven met b/B. • De [Interval] tijd is slechts een richtlijn en kan dus variëren afhankelijk van het beeldformaat, enz. (Ander form.) Met deze instelling kunt u het beeldformaat van een opgenomen beeld veranderen (Formaat veranderen) en het opslaan als een nieuw bestand. Ook nadat u het formaat hebt veranderd, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard. 7M 5M Het ingestelde beeldformaat is slechts een richtlijn. t stap 4 in "Lees dit eerst" 3M 1M VGA Annul. Hiermee wordt het veranderen van het beeldformaat geannuleerd. 1 Geef het beeld weer waarvan u het beeldformaat wilt veranderen. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [ ] (Ander form.) met b/B en druk daarna op z. 4 Selecteerd het gewenste formaat met v/V en druk daarna op z. Het beeld met het nieuwe formaat wordt opgenomen en opgeslagen in de opnamemap als het meest recente bestand. NL 38 Voor informatie over de bediening t blz. 24 • • • • • Voor verdere informatie over [Beeldformaat] t stap 4 in "Lees dit eerst" U kunt het beeldformaat van bewegende beelden of [Multi Burst] beelden niet veranderen. Wanneer u van een klein formaat overschakelt op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit achteruit. Een beeld kan niet naar een beeldformaat van 3:2 worden veranderd. Wanneer u het formaat van een 3:2 beeld verandert, zullen de bovenste en onderste zwarte gedeelten in het beeld worden afgebeeld. (Roteren) Het menu gebruiken Met deze instelling kunt u een stilstaand beeld roteren. Hiermee wordt een beeld geroteerd. Zie de onderstaande procedure. OK Hiermee wordt het geroteerde beeld vastgelegd. Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het roteren geannuleerd. 1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [ 4 Kies [ ] (Roteren) met b/B op de regelknop en druk daarna op z. ] met v en roteer daarna het beeld met b/B. 5 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z. • U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden en [Multi Burst] beelden niet roteren. • Beelden die met andere camera’s zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, is het afhankelijk van de gebruikte software mogelijk dat de beeldrotatie-informatie niet tot uitdrukking komt. (Opdelen) Met deze instelling kunt u bewegende beelden knippen of overbodige delen van bewegende beelden wissen. Dit is de aanbevolen functie om te gebruiken wanneer de capaciteit van de "Memory Stick" onvoldoende is, of wanneer u bewegende beelden als bijlage met uw emailberichten verstuurt. • Vergeet niet dat de oorspronkelijke bewegende beelden zullen worden gewist en dat het nummer zal worden overgeslagen. Bovendien kunt u de bestanden niet herstellen nadat deze eenmaal zijn geknipt. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het knippen geannuleerd. NL 39 Voor informatie over de bediening t blz. 24 Voorbeeld: Bewegende beelden met nummer 101_0002 knippen Dit gedeelte beschrijft onderstaand voorbeeld waarin bewegende beelden met nummer 101_0002 worden geknipt en gedeeltelijk worden gewist. 101_0003 101_0001 1 3 2 101_0002 1 Knippen van scène A. 1 A B 2 3 101_0002 Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005. 2 Knippen van scène B. 101_0004 1 3 A 2 B 101_0005 Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007. 3 Wissen van scènes A en B als deze overbodig zijn. 101_0004 1 3 101_0007 A 2 B 101_0006 Wissen Wissen 4 Alleen de gewenste scène blijft over. 1 3 2 101_0006 Procedure 1 Geef de bewegende beelden weer die u wilt knippen. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [ ] (Opdelen) met B op de regelknop en druk daarna op z. 4 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het weergeven van de bewegende beelden begint. NL 40 Voor informatie over de bediening t blz. 24 5 Druk op z op het gewenste knippunt. 60 min STD 640 101 Opdelen Knippunt 10/10 00:00:02 OK Annul. Sluiten Het menu gebruiken • Als u het knippunt wilt aanpassen, kiest u [c/C] (frame achteruit/vooruit) en past u het knippunt aan met behulp van b/B. • Als u een ander knippunt wilt kiezen, kiest u [Annul.]. Het weergeven van de bewegende beelden begint opnieuw. 6 Kies [OK] met v/V en druk daarna op z. 7 Kies [OK] met v en druk daarna op z. De bewegende beelden worden geknipt. • De geknipte bewegende beelden krijgen nieuwe nummers toegekend en worden vervolgens opgenomen als de meest recente bestanden in de gekozen opnamemap. • De volgende soorten beelden kunnen niet worden geknipt. – Stilstaand beeld – Bewegende beelden die niet lang genoeg zijn om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde bewegende beelden (blz. 36) (Setup) Zie blz. 42. NL 41 Het Setup-scherm gebruiken De Setup-onderdelen gebruiken U kunt de standaardinstellingen veranderen met behulp van het Setup-scherm. v/V/b/B toets Modusdraaiknop z toets Regelknop MENU-toets 1 Schakel de camera in. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Druk op B op de regelknop en kies (Setup). 4 Druk op v/V/b/B op de regelknop en kies het onderdeel dat u wilt instellen. 1 2 De omframing van het gekozen onderdeel verandert in geel. 1 5 Druk op z om de instelling in te voeren. Setup 2 Bestandsnr: USB-aansl.: OK Video-uit: Annul. Klokinstel.: 1 2 Setup 2 Bestandsnr: USB-aansl.: OK Video-uit: Annul. Klokinstel.: 1 Druk op MENU om het De (Setup)-scherm uit te schakelen. (Setup)-instelling annuleren Kies [Annul.] als dit wordt afgebeeld en druk daarna op z op de regelknop. Als dit niet wordt afgebeeld, kiest u de voorgaande instelling opnieuw. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard. NL 42 1 Camera 1 Voor informatie over de bediening t blz. 42 De standaardinstellingen worden aangegeven met . AF-functie Met deze instelling kunt u de werking van de automatische scherpstelling instellen. Enkelvoud. (S AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Deze functie is handig bij het opnemen van stilstaande onderwerpen. Monitor (M AF) Hiermee wordt het beeld automatisch scherpgesteld voordat de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Door deze functie wordt de tijdsduur, benodigd voor scherpstelling, korter. Het Setup-scherm gebruiken • Er wordt meer acculading verbruikt dan in de functie [Enkelvoud.]. • Wanneer u opneemt via de zoeker en het LCD-scherm uitgeschakeld is, werkt de camera in de [Enkelvoud.] functie. Digitale zoom De digitale zoomfunctie kiezen. De camera vergroot het beeld met behulp van optische zoom (max. 3×). Zodra de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan 3×, gebruikt de camera de slimme-zoomfunctie of de precisie-zoomfunctie. Slim (Slimme-zoomfunctie) ( ) Hiermee wordt het beeld vrijwel zonder vervorming digitaal vergroot. Dit is niet beschikbaar wanneer het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. • De maximale zoomvergrotingsfactor van [Slim] wordt vermeld in de onderstaande tabel. Nauwkeurig (Precisie-zoomfunctie) ( ) Hiermee worden alle beeldformaten tot maximaal 6× vergroot, maar de beeldkwaliteit verslechtert. Uit ( ) Hiermee wordt de digitale zoomfunctie niet gebruikt. Beeldformaat en maximale zoomvergrotingsfactor bij gebruik van [Slim] Formaat Maximale zoomvergrotingsfactor 5M Ong. 3,6× 3M Ong. 4,5× 1M Ong. 7,2× VGA(E-Mail) Ong. 14,0× NL 43 Voor informatie over de bediening t blz. 42 • Wanneer u op de zoomtoets drukt, wordt de zoomvergrotingsindicatie als volgt afgebeeld. De W-kant van deze lijn is de optische zoom en de T-kant is de digitale zoom Zoom-vergrotingsindicatie • De maximale zoomvergrotingsfactor in de slimme-zoomfunctie/precisie-zoomfunctie is inclusief de optische-zoomvergrotingsfactor. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet tijdens het gebruik van de digitale zoom. De of indicatie knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • Bij gebruik van de slimme-zoomfunctie kan het beeld op het scherm er grof uitzien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Datum/Tijd Met deze instelling kunt u instellen hoe de datum en tijd op het beeld worden geprojecteerd. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. • De datum en tijd worden niet tijdens het opnemen afgebeeld. In plaats daarvan wordt de afgebeeld. De datum en tijd worden alleen tijdens het weergeven in rood afgebeeld in de rechterbenedenhoek van het scherm. indicatie Dag&Tijd Hiermee worden de datum, uren en minuten op het beeld geprojecteerd. Datum Hiermee worden het jaar, de maand en de dag op het beeld geprojecteerd. • De datum wordt geprojecteerd in de volgorde die u hebt gekozen. (t stap 2 "De klok instellen" in "Lees dit eerst") Uit Hiermee worden de datum en tijd niet op het beeld geprojecteerd. • U kunt de datum en tijd niet projecteren op bewegende beelden en beelden opgenomen in de [Multi Burst] functie. • De geprojecteerde datum en tijd kunnen later niet meer uit het beeld worden verwijderd. Rode-ogeneff Met deze instelling kunt u het rode-ogeneffect verminderen bij gebruik van de flitser. Maak deze instelling voordat u begint met opnemen. NL 44 Voor informatie over de bediening t blz. 42 Aan ( ) Hiermee vermindert u het rode-ogeneffect. • De flitser gaat vóór het opnemen twee of meerdere malen af. Uit Hiermee wordt het rode-ogeneffect verminderen niet gebruikt. • Omdat het ongeveer een seconde duurt eerdat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te vermijden. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, zal de functie voor vermindering van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat opleveren. AF-verlicht. Het Setup-scherm gebruiken De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat moment wordt de ON indicatie afgebeeld. Autom. Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt. Uit Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt. • Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 3,8 m voor groothoek-W of 2,8 m voor telefoto-T aan te houden.) • De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets buiten het midden van het onderwerp valt. • Wanneer [Scherpstellen] is ingesteld (blz. 28), werkt de [AF-verlicht.] functie niet. • Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicatie knippert en AF werkt met voorrang voor onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden. • De AF-verlichting werkt niet wanneer (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of (Vuurwerkfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26). • De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken. Auto Review Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddelijk nadat een stilstaand beeld is opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm afbeelden. Aan Hiermee wordt de Auto Review gebruikt. Uit Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt. • Terwijl u een beeld met Auto Review weergeeft, kunt u het volgende beeld niet opnemen. Als u gedurende deze tijd de sluiterknop tot halverwege indrukt, wordt het opgenomen beeld weergegeven en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen. NL 45 2 Camera 2 Voor informatie over de bediening t blz. 42 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Vergroot Met deze instelling kunt u de indicaties van de instellingen tijdelijk vergroten wanneer u op (Flitsfunctie), (Zelfontspanner) of (Macro) drukt. NL 46 Aan Hiermee worden de indicaties vergroot. Uit Hiermee worden de indicaties niet vergroot. Memory Stick tool Voor informatie over de bediening t blz. 42 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Formaat De "Memory Stick" formatteren. Zowel de bijgeleverde "Memory Stick" als een in de handel verkrijgbare "Memory Stick" zijn reeds geformatteerd en kunnen onmiddellijk worden gebruikt. • Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde beelden. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het formatteren geannuleerd. 1 Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z. De melding "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" verschijnt. Het Setup-scherm gebruiken 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Het formatteren is klaar. Opnamemap maken Met deze instelling kunt u een map aanmaken op een "Memory Stick" om opgenomen beelden in op te slaan. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het aanmaken van een map geannuleerd. 1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z. Het map-aanmaakscherm wordt afgebeeld. 60min Opnamemap maken Maakt opnamemap 102MSDCF Klaar? OK Annul. 2 Kies [OK] met v en druk daarna op z. Een nieuwe map wordt aangemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap. • • • • Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35. Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MSDCF" gekozen als de opnamemap. U kunt mappen aanmaken tot en met nummer "999MSDCF". De beelden worden opgeslagen in de nieuw aangemaakte map totdat een andere map wordt aangemaakt of gekozen. • U kunt een map niet vanaf de camera wissen. Als u een map wilt wissen, doet u dit vanaf een computer enz. • Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van de map is opgebruikt, wordt automatisch een nieuwe map aangemaakt. • Voor verdere informatie, zie "Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen" (blz. 59). NL 47 Voor informatie over de bediening t blz. 42 Opnamemap wijz. Met deze instelling kunt u de huidig ingestelde opnamemap veranderen. OK Zie de onderstaande procedure. Annul. Hiermee wordt het veranderen van de opnamemap geannuleerd. 1 Selecteer [OK] met B/v op de regelknop en druk daarna op z. Het map-keuzescherm wordt afgebeeld. Opnamemap kiezen 102 2/2 Mapnaam: 102MSDCF Aant. best.: 0 Gemaakt: 2005 1 1 1::05:34AM OK Annul. VORIGE/VOLGENDE 2 Kies de gewenste map met b/B, kies daarna [OK] met v, en druk tenslotte op z. • U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de opnamemap. • U kunt de opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map. NL 48 1 Setup 1 Voor informatie over de bediening t blz. 42 De standaardinstellingen worden aangegeven met . LCD-verlicht De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Helder Hiermee wordt het scherm helderder. Normaal Donker Hiermee wordt het scherm donkerder. • Als u [Helder] instelt, wordt meer acculading verbruikt. • De instelling wordt niet afgebeeld als u de camera van stroom voorziet met behulp van de netspanningsadapter. Het Setup-scherm gebruiken Pieptoon Met deze instelling kunt u het geluid kiezen dat wordt voortgebracht wanneer de camera wordt bediend. Sluiter Hiermee wordt het sluitergeluid, dat klinkt als u de sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Aan Hiermee wordtde pieptoon/het sluitergeluid die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt, ingeschakeld. Uit Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld. Taal Met deze instelling kunt u de taal kiezen waarin de menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen worden afgebeeld. NL 49 2 Setup 2 Voor informatie over de bediening t blz. 42 De standaardinstellingen worden aangegeven met . Bestandsnr Met deze instelling kunt u de methode kiezen volgens welke bestandsnummers worden toegekend aan de beelden. Reeks Hiermee worden de nummers op volgorde aan de bestanden toegekend, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick" wordt veranderd. (Als de nieuw geplaatste "Memory Stick" een bestand bevat met een hoger nummer dan het laatst toegekende bestandsnummer, wordt een nummer één hoger dan het hoogste bestandsnummer toegekend.) Terugstel. Hiermee beginnen de toegekende bestandsnummers iedere keer opnieuw vanaf 0001 wanneer de opnamemap wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.) USB-aansl. Met deze instelling kunt u de USB-functie kiezen die moet worden gebruikt wanneer de camera, met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting, wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibel printer. PictBridge Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibel printer (blz. 66). PTP Als [PTP] (Picture Transfer Protocol) is gekozen en de camera is aangesloten op een computer, worden de beelden opgeslagen in de opnamemap ingesteld in de camera, gekopieerd naar de computer. (Compatibel met Windows XP en Mac OS X.) Normaal Hiermee wordt de camera aangesloten op een computer (blz. 55). Video-uit Met deze instelling kunt u de videosignaaluitgang instellen overeenkomstig het aangesloten apparaat. NL 50 NTSC Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijv. voor de VS en Japan). PAL Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijv. voor Europa). Voor informatie over de bediening t blz. 42 Klokinstel. Met deze instelling kunt u de datum en tijd instellen. OK Kies [OK] met v op de regelknop en druk daarna op z. Volg vervolgens de procedure beschreven in "De klok instellen" (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Annul. Hiermee wordt het instellen van de klok geannuleerd. Het Setup-scherm gebruiken NL 51 De camera met uw computer gebruiken Werken met uw Windows-computer Voor informatie over het gebruik van een Macintosh-computer, leest u "Uw Macintosh computer gebruiken" (blz. 63). Voorbereiding Beelden naar uw computer kopiëren (blz. 54) Beelden bekijken op uw computer Het USB-stuurprogramma installeren. • Als op de computer Windows XP draait, hoeft u geen stuurprogramma te installeren. Werken met beelden in "PicturePackage" (blz. 61) Beelden weergeven die op de computer zijn opgeslagen "PicturePackage" installeren (blz. 61). Beelden opslaan op een CD-R Een muziekvideo/diavoorstelling maken Beelden afdrukken Een video-CD maken met "ImageMixer" (blz. 61) Een video-CD maken NL 52 "ImageMixer VCD2" wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u "PicturePackage" installeert. Aanbevolen computeromgeving Een computer die op de camera wordt aangesloten dient aan de volgende vereisten te voldoen. Aanbevolen computeromgeving voor het kopiëren van beelden Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Microsoft Windows 98, Windows 98SE, Windows 2000 Professional, Windows Millennium Edition, Windows XP Home Edition, of Windows XP Professional • De juiste werking kan niet worden gegarandeerd in een computeromgeving die is opgewaardeerd tot een van de bovenstaande besturingssystemen of in een computeromgeving met meerdere besturingssystemen (multi-boot). USB-poort: Standaard geleverd Computerscherm: 800 × 600 pixels of meer, Hoge kleuren (16-bit kleuren, 65.000 kleuren) of beter Aanbevolen computeromgeving voor het gebruik van "PicturePackage"/ "ImageMixer VCD2" Software: Macromedia Flash Player 6.0 of hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger, DirectX 9.0b of hoger Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart met luidsprekers Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of meer wordt aanbevolen.) Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBapparat dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn twee functies voor de USB-verbinding met een computer, [Normaal] (standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 50. • Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-functie is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. • Als de computer zowel geen USB-aansluiting als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de beelden kopiëren met behulp van een extern apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie. De camera met uw computer gebruiken CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller • Deze software is geschikt voor DirectX. Voor gebruik moet "DirectX" geïnstalleerd zijn. • U hebt een afzonderlijk softwareprogramma nodig om het opnameapparaat te bedienen voor het branden van CD-R's. Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 500 MB Computerscherm: Videokaart (ondersteuning van Direct Draw) met 4 MB VRAM • Om automatisch muziekvideo's of diavoorstellingen te maken (blz. 61) is een Pentium III-processor van 500 MHz of sneller vereist. • Voor gebruik van "ImageMixer VCD2", is een Pentium III-processor van 800 MHz of sneller aanbevolen. NL 53 Beelden kopiëren naar uw computer Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. U kunt als volgt de beelden vanaf de camera naar de computer kopiëren. Voor een computer met een "Memory Stick"-gleuf Haal de "Memory Stick" uit de camera en plaats de "Memory Stick" in de "Memory Stick"-gleuf van de computer. Kopieer vervolgens de beelden. Het "InstallShield Wizard"-scherm verschijnt. • Als het installatiemenu niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op (My Computer) t (PICTUREPACKAGE). 3 Klik op [Next]. Voor een computer zonder een "Memory Stick"-gleuf Voer de Fasen 1 t/m 5 uit op bladzijden 54 t/m 58 om de beelden te kopiëren. Fase 1: Het USBstuurprogramma installeren • Een stuurprogramma is software dat ervoor zorgt dat de apparatuur die op de computer is aangesloten goed werkt. • Als op de computer Windows XP draait, begint u bij Fase 2. • Als "PicturePackage" al is geïnstalleerd, kunt u Fase 1 overslaan. Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het installeren klaar is, wordt u dit via een melding op het computerscherm medegedeeld. 4 Klik in het aankruisvakje naast [Yes, I want to restart my computer now] (Ja, ik wil mijn computer opnieuw opstarten) om het aan te kruisen en klik daarna op [Finish]. OPMERKING: Sluit de camera op dit moment nog niet aan op de computer. 1 1 Sluit alle softwareprogramma's af 2 die geopend zijn. • In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders). De computer wordt opnieuw opgestart. U kunt nu de USB-verbinding tot stand brengen. 2 Plaats de CD-ROM in de computer en, nadat het installatiemenu wordt afgebeeld, klik op [USB Driver]. NL 54 Haal de CD-ROM uit de computer nadat het installeren klaar is. Fase 2: De camera en de computer voorbereiden Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten 1 Plaats een "Memory Stick" met daarop opgenomen beelden in de camera. Naar de multifunctionele aansluiting 2 Sluit de camera, met behulp van de netspanningsadapter, aan op een stopcontact. Kabel voor de multifunctionele aansluiting Naar de USB-aansluiting De camera met uw computer gebruiken Naar een stopcontact Netspanningsadapter • Als u de beelden naar de computer kopieert terwijl de camera van stroom wordt voorzien door middel van de accu, kan het kopiëren mislukken of kunnen de beeldgegevens beschadigd raken als de accu tussentijds leegraakt. 3 Zet de modusdraaiknop op en schakel daarna de camera en de computer in. POWER • Als op de computer Windows XP draait, wordt de wizard AutoPlay automatisch afgebeeld. "USB-functie Normaal" wordt afgebeeld op het scherm van de camera. USB-functie Normaal Toegangsindicaties* Schakel MENU in Als een USB-verbinding voor het eerst tot stand wordt gebracht, draait de computer automatisch een programma om de camera te herkennen. Wacht een poosje. * Tijdens communicatie zijn de toegangsindicaties rood. Gebruik de computer niet totdat de aanduidingen wit zijn geworden. • Als "USB-functie Normaal" niet wordt afgebeeld, stelt u [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50). NL 55 Fase 4-A: Beelden naar een computer kopiëren • Als op de computer Windows 98/98SE/2000/Me draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren (voor Windows 98/98SE/2000/Me)" op bladzijde 57. Dit gedeelte beschrijft het kopiëren van beelden naar de map "My Documents". 3 Klik in het aankruisvakje van niet gewenste beelden, zodat ze niet meer zijn aangekruist en niet worden gekopieerd, en klik daarna op [Next]. 1 1 Nadat u een USB-verbinding tot stand hebt gebracht in Fase 3 en het wizard-venster automatisch op het computerscherm wordt afgebeeld, klikt u op [Copy pictures to a folder on my computer using Microsoft Scanner and Camera Wizard] (Beelden kopiëren naar een map op mijn computer met de Microsoft-wizard voor scanners en camera's) t [OK]. 2 Het "Picture Name and Destination" (Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt. 4 Kies de naam en de bestemming van de beelden en klik daarna op [Next]. 1 1 2 2 Het "Scanner and Camera Wizard" (Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt. 2 Klik op [Next]. De beelden die op de "Memory Stick" in de camera zijn opgeslagen worden op het computerscherm weergegeven. NL 56 Het beeld wordt nu gekopieerd. Wanneer het kopiëren is voltooid, verschijnt het scherm "Other Options" (Overige opties). • Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. 5 Klik in het aankruisvakje naast [Nothing. I'm finished working with these pictures] (Niets. Ik ben klaar met het werken met deze beelden) om het aan te kruisen en klik daarna op [Next]. 1 Dubbelklik op [My Computer] t [Removable Disk] t [DCIM]. 1 2 De camera met uw computer gebruiken Het scherm "Completing the Scanner and Camera Wizard" (Voltooien van wizard voor scanner en camera) verschijnt. Als u geen andere mappen hebt aangemaakt, wordt alleen de map "101MSDCF" afgebeeld. • Als het pictogram "Removable Disk" niet wordt afgebeeld, zie blz. 80. 2 Dubbelklik op de map waarin de 6 Klik op [Finish]. Het wizard-venster wordt gesloten. • Als u toch verder wilt gaan met het kopiëren van andere beelden, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los (blz. 59) en sluit u deze opnieuw aan. Volg daarna opnieuw de procedure beschreven in "Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 55. Fase 4-B: Beelden naar een computer kopiëren beeldbestanden die u wilt kopiëren zijn opgeslagen. Klik daarna met de rechtermuisknop op een beeldbestand zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Copy]. 1 2 • Als op de computer Windows XP draait, volgt u de procedure beschreven in "Fase 4-A: Beelden naar een computer kopiëren" op blz. 56. Dit deel beschrijft een voorbeeld van het kopiëren van beelden naar de "My Documents" map. NL 57 3 Dubbelklik op de map [My Documents]. Klik daarna met de rechtermuisknop in het venster "My Documents" zodat het contextuele menu wordt afgebeeld en klik op de menuopdracht [Paste]. 1 2 1 Klik op [Start] t [My Documents]. 2 1 De inhoud van de map "My Documents" wordt afgebeeld. • Als op de computer een ander besturingssysteem dan Windows XP draait, dubbelklikt u op [My Documents] op het bureaublad. De beeldbestanden worden naar de map "My Documents" gekopieerd. • Als in de bestemmingsmap van de kopieerbediening al een beeld met dezelfde bestandsnaam zit, wordt een bevestigingsmelding voor overschrijven afgebeeld. Wanneer u het bestaande beeld overschrijft met een nieuw beeld, wordt het oorspronkelijke bestand gewist. Als u het beeldbestand naar de computer wilt kopiëren zonder een bestaand, gelijknamig beeldbestand te overschrijven, verandert u eerst de bestandnaam in een andere naam en kopieert u daarna het beeldbestand. Merk echter op dat wanneer u de bestandsnaam verandert, u dat beeld mogelijk niet meer kan weergeven met de camera (blz. 60). 2 Dubbelklik op het gewenste beeldbestand. Het beeld wordt weergegeven. Fase 5: Beelden bekijken op uw computer Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het bekijken van gekopieerde beelden in de map "My Documents". NL 58 De USB-verbinding vanaf de computer wissen Volg de onderstaande procedure voor het: • Loskoppelen van de kabel voor de multifunctionele aansluiting • Eruit halen van een "Memory Stick" • Uitschakelen van de camera x Voor Windows 2000/Me/XP 1 Dubbelklik op de taakbalk. Voorbeeld: mappen afbeelden onder Windows XP Dubbelklik hier 2 Klik op (Sony DSC) t [Stop]. 3 Controleer of het juiste apparaat wordt aangegeven in het bevestigingsvenster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. • Als op de computer Windows XP draait, kunt u stap 4 overslaan. x Voor Windows 98/98SE 1 Controleer of de toegangsindicaties op het computerscherm (blz. 55) wit zijn. 2 Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, haal de "Memory Stick" eruit of schakel de camera uit. Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen De beeldbestanden die op de camera zijn opgenomen, zijn gegroepeerd in mappen op de "Memory Stick". B De camera met uw computer gebruiken 5 Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, haal de "Memory Stick" eruit of schakel de camera uit. A C A Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie B Een map met beeldgegevens die zijn opgenomen op deze camera Als u geen mappen hebt aangemaakt, bestaat alleen de map "101MSDCF". C Een map met bewegende-beeldgegevens, enz., die zijn opgenomen met een camera zonder de map-aanmaakfunctie • U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave. • Voor verdere informatie over mappen, zie blz. 35. • Beeldbestandsnamen worden als volgt gegeven, waarbij ssss staat voor ieder getal binnen het bereik van 0001 t/m 9999. Het numerieke deel van de bestandsnaam van bewegende beelden opgenomen in de bewegendbeeldopnamefunctie is hetzelfde als dat van het bijbehorende indexbeeldbestand. – Stilstaand-beeldbestanden: DSC0ssss.JPG – Bewegende-beeldbestanden: MOV0ssss.MPG – Indexbeeldbestanden die worden opgenomen wanneer u bewegende beelden opneemt: MOV0ssss.THM NL 59 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Wanneer een beeldbestand dat naar de computer is gekopieerd, niet meer op een "Memory Stick" staat, kunt u dat beeld weer op de camera weergeven door het beeldbestand op de computer te kopiëren naar een "Memory Stick". • Als de bestandsnaam die door de camera werd gegeven niet is veranderd op de computer, kunt u stap 1 overslaan. • Afhankelijk van het beeldformaat kan het onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te geven. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe map aan met uw camera (blz. 47) en kopieert u daarna het beeldbestand. 1 Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Rename]. Verander de bestandsnaam in "DSC0ssss". Voer een nummer in van 0001 t/m 9999 voor ssss. 1 2 • Als de bevestigingsmelding voor overschrijven wordt afgebeeld, moet u in stap 1 een ander nummer invoeren. NL 60 • De bestandsextensie kan worden afgebeeld, afhankelijk van de instelling van de computer. De bestandsextensie voor stilstaande beelden is JPG en de bestandsextensie voor bewegende beelden is MPG. U mag de bestandsextensie niet veranderen. 2 Kopieer het beeldbestand naar de map op de "Memory Stick" volgens de onderstaande procedure. 1Klik met de rechter muisknop op het beeldbestand en klik daarna op [Copy]. 2Dubbelklik op [Removable Disk] of [Sony MemoryStick] in het venster [My Computer]. 3Klik met de rechtermuisknop op de map [sssMSDCF] in de map [DCIM], en klik daarna op de menuopdracht [Paste]. • sss betekent ieder willekeurig nummer van 100 t/m 999. De bijgeleverde software gebruiken Dit gedeelte beschrijft de bediening op een Windows-computer. Overzicht van de bijgeleverde software De bijgeleverde CD-ROM bevat twee softwareprogramma's: "PicturePackage" en "ImageMixer". PicturePackage A B C D De software installeren U kunt de softwareprogramma's "PicturePackage" en "ImageMixer VCD2" installeren volgens de onderstaande procedure. • Als u het USB-stuurprogramma nog niet hebt geïnstalleerd (blz. 54), mag u de camera niet op de computer aansluiten vóórdat u de "PicturePackage"-software hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows XP). • In Windows 2000/XP, logt u in als beheerder. • Nadat "PicturePackage" is geïnstalleerd, wordt automatisch het USB-stuurprogramma geïnstalleerd. 1 Schakel de computer in en plaats Hiermee kunt u: Het installatie-menuscherm wordt afgebeeld. A Burning Video CD (Een video-CD branden) Het scherm van "ImageMixer VCD2" wordt afgebeeld. • Als het niet wordt afgebeeld, dubbelklikt u op (My Computer) t (PICTUREPACKAGE) B Music Video/Slideshow Producer (Een muziekvideo/diavoorstelling maken) C Save the images on CD-R (Beelden opslaan op een CD-R) D Viewing video and pictures on PC (Stilstaande en bewegende beelden op een PC bekijken) De functies opstarten: Klik op een van de onderdelen A-D en klik daarna op de knop rechtsonder op het computerscherm. De camera met uw computer gebruiken de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 2 Klik op [PicturePackage]. Het scherm "Choose Setup Language" (Kies taal voor installatie) verschijnt. 3 Kies de gewenste taal en klik daarna twee keer achter elkaar op [Next]. Deze tekst beschrijft het Engelse scherm. Het scherm "Licence Agreement" (Licentie overeenkomst) verschijnt. Lees de overeenkomst aandachtig door. Als u de voorwaarden van de overeenkomst accepteert, klikt u in het aankruisvakje naast [I accept the terms of the license agreement] (Ik accepteer de voorwaarden in de licentieovereenkomst) en klikt u daarna op [Next]. NL 61 4 Volg de aanwijzingen op het scherm om het installeren te voltooien. • "ImageMixer VCD2" en "DirectX" zullen worden geïnstalleerd, mits deze nog niet geïnstalleerd zijn. • Wanneer de bevestigingsmelding voor opnieuw opstarten wordt afgebeeld, start u de computer opnieuw op aan de hand van de aanwijzingen op het scherm. 5 U kunt de CD-ROM uit de computer halen, want de snelkoppelingen "PicturePackage Menu" (PicturePackage-menu) en "PicturePackage destination Folder" (PicturePackagebestemmingsmap) worden na het installeren op het bureaublad afgebeeld. De software opstarten • Dubbelklik op de snelkoppeling "PicturePackage Menu" (PicturePackagemenu) op het bureaublad. Informatie over het gebruik van de software Klik op [?] in de rechterbovenhoek van ieder venster om de online-helpfunctie af te beelden. De technische ondersteuning voor "PicturePackage"/"ImageMixer VCD2" wordt verzorgd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie raadpleegt u de informatie die op de CD-ROM wordt geleverd. NL 62 Uw Macintosh computer gebruiken U kunt de beelden naar een computer kopiëren en een video-CD maken met behulp van "ImageMixer VCD2" (bijgeleverd). Aanbevolen computeromgeving Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS 9.1, 9.2, of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3) neemt de [Normaal] functie als voorbeeld. Voor verdere informatie over [PTP], zie blz. 50. • Na herstel van uw computer vanuit de Suspendof Sleep-functie is de kans aanwezig dat de communicatie tussen uw camera en uw computer niet op hetzelfde moment hersteld wordt. • Als de computer zowel geen USB-aansluiting als geen "Memory Stick"-gleuf heeft, kunt u de beelden kopiëren met behulp van een extern apparaat. Zie de Sony-Website voor informatie. USB-poort: Standaard geleverd Aanbevolen computeromgeving voor het gebruik van "ImageMixer VCD2" • QuickTime 4 of hoger moet vooraf zijn geïnstalleerd. (QuickTime 5 of hoger wordt aanbevolen.) Opmerkingen over het aansluiten van de camera op een computer • Voor alle bovenstaande aanbevolen computeromgevingen kan een behoorlijke werking niet worden gegarandeerd. • Als u twee of meer USB-apparaten tegelijkertijd op een computer aansluit, is het mogelijk dat sommige apparaten, waaronder ook uw camera, niet werken afhankelijk van het type USBapparat dat is aangesloten. • Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste werking niet worden gegarandeerd. • Deze camera is compatibel met Hi-Speed USB (USB 2.0), zodat wanneer u de camera aansluit op een computer via een USB-interface die ook compatibel is met Hi-Speed USB (USB 2.0), u gebruik kunt maken van geavanceerde gegevensoverdracht (snelle overdracht). • Er zijn twee functies voor de USB-verbinding met een computer, [Normaal] (standaardinstelling) en [PTP]. Dit gedeelte 1 Bereid de camera en Macintoshcomputer voor. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 2: De camera en de computer voorbereiden" op blz. 55. De camera met uw computer gebruiken Besturingssysteem (voorgeïnstalleerd): Mac OS X (v10.1.5 of hoger) CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook, PowerMac G3/G4-serie Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of meer wordt aanbevolen.) Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd voor installatie—ongeveer 250 MB Computerscherm: 1.024 × 768 pixels of meer, 32.000 kleuren of meer Beelden kopiëren naar en weergeven op een computer 2 Sluit de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan. Volg dezelfde procedure als beschreven onder "Fase 3: De camera en de computer op elkaar aansluiten" op blz. 55. 3 Kopieer beeldbestanden naar de Macintosh-computer. 1Dubbelklik op het nieuw herkende pictogram t [DCIM] t de map waarin de beelden die u wilt weergeven zijn opgeslagen. 2Sleep de beeldbestanden naar het pictogram van de harde schijf en zet ze erop neer. De beeldbestanden worden naar de vaste schijf gekopieerd. • Voor informatie over de opslaglocatie van de beeldbestanden en de bestandsnamen, zie blz. 59. NL 63 4 Beelden weergeven op de computer. Dubbelklik op het pictogram van de vaste schijf t het gewenste beeldbestand in de map waarin de gekopieerde beeldbestanden zijn opgeslagen, om dat beeldbestand te openen. De kabel voor de multifunctionele aansluiting loskoppelen/de "Memory Stick" eruit halen/de camera uitschakelen Sleep het pictogram van de schijf of het pictogram van de "Memory Stick" naar het pictogram van de "Trash" (prullenbak) en zet deze erop neer. Koppel daarna de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, haal de "Memory Stick" eruit of schakel de camera uit. • Als op de computer Mac OS X v10.0 draait, volgt u bovenstaande procedure nadat u de computer hebt uitgeschakeld. Een video-CD maken met "ImageMixer VCD2" "ImageMixer VCD2" installeren • Sluit alle softwareprogramma's af die geopend zijn voordat u "ImageMixer VCD2" installeert. • De displayinstellingen moeten 1024 × 768 pixels of meer en 32.000-kleuren of meer zijn. 1 Schakel de Macintosh-computer in en plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het CD-ROM-station. 2 Dubbelklik op het pictogram van de CDROM. 3 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in de map [MAC] naar de vaste schijf. 4 Dubbelklik op het bestand [IMXINST.SIT] in de kopieerbestemmingsmap. 5 Dubbelklik op het uitgepakte bestand [ImageMixer VCD2_Install]. 6 Nadat het gebruikersinformatiescherm is afgebeeld, voert u de gewenste naam en het wachtwoord in. De installatie van de software begint. "ImageMixer VCD2" opstarten Open [Image Mixer] in [Application] en dubbelklik daarna op [ImageMixer VCD2]. Informatie over het gebruik van de software Klik op [?] in de rechterbovenhoek van ieder venster om de online-helpfunctie af te beelden. De technische ondersteuning voor "ImageMixer VCD2" wordt verzorgd door het Pixela User Support Center. Voor verdere informatie raadpleegt u de informatie die op de CD-ROM wordt geleverd. • U kunt een beeldbestand maken dat compatibel is met de video-CD-aanmaakfunctie. Om de gegevens op te slaan in het video-CD-formaat op een CD-R, hebt u het softwareprogramma "Toast" van Roxio (niet bijgeleverd) nodig. NL 64 Stilstaande beelden afdrukken Stilstaande beelden afdrukken Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridge-compatibel printer (blz. 66) U kunt beelden afdrukken door de camera rechtsreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibel printer. Rechtstreeks beelden afdrukken op een "Memory Stick"-compatibel printer U kunt beelden rechtstreeks afdrukken op een "Memory Stick"compatibel printer. Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzing van de printer. Beelden afdrukken met behulp van een computer Stilstaande beelden afdrukken U kunt de beelden van de camera naar een computer kopiëren met behulp van de bijgeleverde software "PicturePackage" en deze vervolgens vanaf de computer afdrukken. Beelden afdrukken in een winkel (blz. 69) U kunt een "Memory Stick" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een winkel. U kunt van tevoren een (afdruk-)markering aanbrengen op de beelden die u wilt afdrukken. NL 65 Rechtstreeks beelden afdrukken op een PictBridgecompatibel printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u hebt opgenomen met uw camera afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibel printer. Fase 1: De camera voorbereiden U dient de camera voor te bereiden op het aansluiten op de printer met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting. Indextoets • "PictBridge" voldoet aan de CIPA-norm. (CIPA: Camera & Imaging Products Association) In de enkelbeeldfunctie U kunt één beeld afdrukken op één afdrukvel. Regelknop MENU-toets • Gebruik de netspanningsadapter om te voorkomen dat de stroomvoorziening tijdens het afdrukken wegvalt. 1 Druk op MENU om het menu af te beelden. In de indexfunctie U kunt meerdere beelden op kleiner formaat afdrukken op één afdrukvel. U kunt een aantal van dezelfde beelden (1) of een aantal verschillende beelden (2) afdrukken. 2 Druk op B op de regelknop en 1 3 Kies [ 2 kies (Setup). ] (Setup 2) met V en kies daarna [USB-aansl.] met V/B. 2 4 Kies [PictBridge] met B/v en druk daarna op z. • Het is mogelijk dat de index-afdrukfunctie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. • De kwaliteit van de beelden die als indexbeeld kunnen worden afgedrukt verschilt, afhankelijk van de printer. • U kunt bewegende beelden niet afdrukken. • Als de indicatie gedurende ongeveer vijf seconden op het scherm van de camera knippert (foutmelding), controleert u de aangesloten printer. NL 66 1 2 Setup 2 Bestandsnr: USB-aansl.: Video-uit: Klokinstel.: PictBridge PTP NTSC Normaal 1 2 De USB-functie is nu ingesteld. Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de multifunctionele aansluiting van de camera met behulp van de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting aan op de USBaansluiting van de printer. Naar de multifunctionele aansluiting 1 Kies de gewenste afdrukmethode met v/V op de regelknop en druk daarna op z. [Alle in map] Drukt alle beelden in de map af. [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-)markering af (blz. 69), ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. 1Kies de beelden die u wilt afdrukken met b/B en druk daarna op z. De markering verschijnt op het gekozen beeld. Stilstaande beelden afdrukken Naar de USBaansluiting Kabel voor de multifunctionele aansluiting Fase 3: Afdrukken Ongeacht de stand van de modusdraaiknop, wordt het afdrukmenu afgebeeld nadat Fase 2 is voltooid. • Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure. 2Kies [Afdrukken] met V en druk daarna op z. 2 Schakel de camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt deze indicatie afgebeeld [Dit beeld] Drukt het weergegeven beeld af. • Als u [Dit beeld] kiest en [Index] instelt op [Aan] in stap 2, dan kunt u een aantal van dezelfde beelden afdrukken als een indexbeeld. 2 Kies de afdrukinstellingen met v/V/b/B. De camera wordt in de weergavefunctie gezet waarna een beeld en het afdrukmenu op het scherm worden afgebeeld. NL 67 [Index] Kies [Aan] om indexbeelden af te drukken. [Formaat] Kies de grootte van het afdrukvel. [Datum] Kies [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd op de beelden te projecteren. • Als u [Datum] kiest, zullen de datum en tijd in de gekozen volgorde worden geprojecteerd (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Het is mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is, afhankelijk van de printer. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Kies het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld zal worden afgedrukt als een enkelbeeld. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: Kies het aantal vellen waarop u het indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt gekozen in stap 1, kiest u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar op hetzelfde afdrukvel als een indexbeeld wilt afdrukken. Andere beelden afdrukken Kies na stap 3 [Kiezen] en het gewenste beeld met v/V en volg vervolgens de procedure vanaf stap 1. Beelden op het indexscherm afdrukken Voer "Fase 1: De camera voorbereiden" (blz. 66) en "Fase 2: De camera aansluiten op de printer" (blz. 67) uit en ga daarna als volgt verder. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, wordt het afdrukmenu afgebeeld. Kies [Annul.] om het afdrukmenu te verlaten en ga daarna als volgt verder. 1 Druk op (Index). Het indexscherm wordt weergegeven. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies [ ] (Afdrukken) met B en druk daarna op z. 4 Kies de gewenste afdrukmethode met b/B en druk daarna op z. • Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal beelden, niet alle beelden op één blad passen. 3 Kies [OK] met V/B en druk daarna op z. Het beeld wordt afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los zolang de indicatie (kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) op het scherm wordt afgebeeld. indicatie Bezig met afdrukken 2/3 Sluiten [Kiezen] U kunt beelden kiezen en alle gekozen beelden afdrukken. Kies het beeld dat u wilt afdrukken met v/ V/b/B en druk daarna op z om de markering af te beelden. (Als u meerdere beelden wilt kiezen, herhaalt u deze procedure.) Druk daarna op MENU. [DPOF-beeld] Drukt alle beelden met een (afdruk-)markering af, ongeacht welk beeld wordt weergegeven. [Alle in map] Drukt alle beelden in de map af. 5 Voer de stappen 2 en 3 uit van "Fase 3: Afdrukken" (blz. 67). NL 68 Beelden afdrukken in een winkel U kunt een "Memory Stick" met daarop de beelden die u met uw camera hebt opgenomen, meenemen naar een winkel. Als de winkel een fotoafdrukservice heeft die gebruikmaakt van DPOF, kunt u van tevoren een (afdruk-)markering op de beelden aanbrengen, zodat u deze niet bij het afdrukken in de winkel hoeft te kiezen. Een afdrukmarkering aanbrengen in de enkelbeeldfunctie Regelknop Wat is DPOF? DPOF (Digital Print Order Format) is een functie waarmee u in staat bent een (afdruk-)markering aan te brengen op beelden die u later wilt afdrukken. Als u een "Memory Stick" meeneemt naar een winkel • Vraag aan de winkel welke typen "Memory Stick" ze kunnen verwerken. • Als een "Memory Stick" niet door de winkel kan worden verwerkt, kopieert u de beelden die u wilt afdrukken naar een ander medium, zoals een CD-R en neemt u die mee naar de winkel. • Als u een "Memory Stick Duo" meeneemt, vergeet u niet ook de Memory Stick Duoadapter mee te nemen. • Voordat u beeldgegevens meeneemt naar een winkel, maakt u altijd eerst een (reserve)kopie ervan op een vaste schijf. • U kunt het aantal afdrukken niet instellen. 1 Geef het beeld weer dat u wilt afdrukken. 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. 3 Kies DPOF met b/B en druk Stilstaande beelden afdrukken • U kunt ook de beelden met een (afdruk-)markering afdrukken op een printer die compatibel is met de DPOF-norm (Digital Print Order Format) of een PictBridge-compatibel printer gebruiken. • Bewegende beelden kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering. • Wanneer u beelden markeert die zijn opgenomen in de [Multi Burst] functie, worden alle beelden afgedrukt op één vel onderverdeeld in 16 vakjes. MENU-toets daarna op z. Een (afdruk-)markering wordt afgebeeld op het beeld. 4 Als u andere beelden wilt markeren, geeft u het gewenste beeld weer met b/B en drukt u daarna op z. Een afdrukmarkering verwijderen in de enkelbeeldfunctie Druk op z in stap 3 of 4. NL 69 Een afdrukmarkering aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer. 8 Kies [OK] met B en druk daarna op z. De markering wordt wit. (t stap 6 in"Lees dit eerst") 2 Druk op MENU om het menu af te beelden. Een afdrukmarkering verwijderen in de indexfunctie 3 Kies DPOF met b/B en druk daarna op z. 4 Kies [Kiezen] met v/V en druk daarna op z. • U kunt geen [Alle in map]. markering aanbrengen in 5 Kies het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk daarna op z. Een groene markering wordt op het gekozen beeld afgebeeld. Groene markering 6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren. 7 Druk op MENU. NL 70 Als u het markeren wilt annuleren, drukt u in stap 4 op [Annul.] of kiest u in stap 8 [Sluiten], en drukt u daarna op z. Kies de beelden waarvan u de afdrukmarkering wilt verwijderen in stap 5 en druk daarna op z. Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Kies [Alle in map] in stap 4 en druk daarna op z. Kies [Uit] en druk daarna op z. Uw camera op uw TV aansluiten Beelden bekijken op een TV-scherm U kunt de beelden weergeven op een TV-scherm door de camera aan te sluiten op een TV. Schakel zowel de camera als de TV uit voordat u deze op elkaar aansluit met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting. 3 Zet de modusdraaiknop op Modusdraaiknop 60min Naar de audio/videoingangsaansluitingen VGA 101 101-0002 1 Sluit de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd) aan op de multifunctionele aansluiting van de camera en op de audio/videoingangsaansluitingen van de TV. en schakel de camera in. 2/9 2005 1 1 10:30PM VORIGE/VOLGENDE VOLUME Regelknop De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het TV-scherm afgebeeld. Druk op b/B op de regelknop om het gewenste beeld te kiezen. Uw camera op uw TV aansluiten • Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het noodzakelijk zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig dat van het plaatselijke TV-systeem (blz. 50). Naar het aansluitpunt van de multikabel Kabel voor de multifunctionele aansluiting • Leg de camera neer met het scherm omhoog. • Als de TV is uitgerust met stereoingangsaansluitingen, sluit u de audiostekker (zwart) van de kabel voor de multifunctionele aansluiting aan op de linkeraudioingangsaansluiting van de TV. 2 Schakel de TV in en stel de TV/video-ingang in op "video". • Voor verdere informatie leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV. NL 71 TV-kleursystemen Als u de beelden op een TV-scherm wilt weergeven, hebt u een TV nodig met een video-ingangsaansluiting en de kabel voor de multifunctionele aansluiting (bijgeleverd). Het kleursysteem van de TV moet overeenstemmen met dat van uw digitale stilbeeldcamera. Raadpleeg de onderstaande lijsten: NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz. PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz. PAL-M-systeem Brazilië PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz. NL 72 Problemen oplossen Problemen oplossen Indien u problemen ondervindt met de camera, probeer dan de volgende oplossingen. 1 Controleer de punten op bladzijde 74 t/m 83. Als een foutcode zoals "C/E:ss:ss" op het scherm wordt afgebeeld, zie blz. 84. 2 Druk met een puntig voorwerp op de RESET-knop en schakel daarna de camera in (terugstellen). Door indrukken van deze toets gaan alle instellingen inclusief de datum en tijd verloren. RESET-toets 3 Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Problemen oplossen NL 73 Accu en spanning U kunt de accu niet opladen. • De accu kan niet worden opgeladen wanneer de camera is ingeschakeld. Schakel de camera uit (t stap 2 in "Lees dit eerst"). De accu kan niet worden geplaatst. • Plaats de accu terwijl u de accu-uitwerphendel in de richting van de voorkant van de camera duwt met behulp van de voorrand van de accu, en laat de beveiligingspal los (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Plaats de accu in de juiste richting (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Het /laadlampje knippert tijdens het opladen van de accu. • Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens de accu op. • Er is een storing opgetreden in de accu. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. Het /laadlampje brandt niet tijdens het opladen van de accu. • Sluit de netspanningsadapter goed aan. • Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is volledig opgeladen. • De accu is leeg. Koppel de netspanningsadapter los en sluit deze weer aan. Laad vervolgens de accu op. • Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. De accu-restladingsindicatie is onjuist, of voldoende resterende acculading wordt aangegeven, maar de lading wordt te snel verbruikt. • Dit doet zich voor wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt (blz. 89). • De afgebeelde resterende tijdsduur verschilt van de werkelijke tijdsduur. Verbruik de acculading volledig en laad daarna de accu volledig op zodat de afgebeelde tijdsduur juist is. • De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe. De accu raakt te snel leeg. • U gebruikt de camera op een zeer koude plaats (blz. 89). • De aansluitpunten van de accu zijn vuil waardoor de accu niet volledig is opgeladen. Maak de aansluitpunten schoon met een wattenstaafje of soortgelijk voorwerp. • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe. • Koppel de gelijkstroomstekker los van de camera nadat het opladen klaar is. NL 74 De camera kan niet worden ingeschakeld. • Plaats de accu op de juiste wijze (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Sluit de netspanningsadapter goed aan. • Er is een storing opgetreden in de netspanningsadapter. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony. • De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is niet meer bruikbaar (blz. 89). Vervang de accu door een nieuwe. De camera schakelt plotseling uit. • Als u de camera gedurende drie minuten niet bedient terwijl deze is ingeschakeld, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. Schakel de camera weer in of gebruik de netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • De accu is leeg. Plaats een volledig opgeladen accu (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen Het scherm wordt niet ingeschakeld, ook niet wanneer de camera wordt ingeschakeld. • Schakel het scherm in (blz. 19). De camera kan geen beelden opnemen. • Plaats een "Memory Stick" (t stap 3 in "Lees dit eerst"). • Controleer de vrije ruimte op de "Memory Stick" (blz. 16). Als de "Memory Stick" vol is, Problemen oplossen doet u het volgende: – Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (t stap 6 in "Lees dit eerst") – Plaats een andere "Memory Stick". • Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Zet de modusdraaiknop op , P, M of SCN wanneer u stilstaande beelden wilt opnemen. • Zet de modusdraaiknop op wanneer u bewegende beelden wilt opnemen. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] tijdens het opnemen van bewegende beelden. Doe het volgende: – Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)]. – Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 87). Het onderwerp is niet zichtbaar op het scherm. • Zet de modusdraaiknop op , P, M, SCN of (blz. 22). Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld (blz. 23). Dit is normaal. NL 75 Het scherm wordt blauw en het onderwerp wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van bewegende beelden. • Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)] terwijl de kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten op de multifunctionele aansluiting. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los of stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [640(Fijn)] (t stap 4 in "Lees dit eerst"). Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 6 cm voor groothoek-W/30 cm voor telefoto-T (t stap 5 in "Lees dit eerst"). • De (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie) of (Vuurwerkfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden. • De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen. Kies de automatische scherpstellingsfunctie (blz. 28). • Raadpleeg "Als het onderwerp niet scherpgesteld is" op blz. 29. De zoomfunctie werkt niet. • U kunt de zoomvergroting niet veranderen tijdens het opnemen van bewegende beelden. De digitale precisie-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Nauwkeurig] (blz. 43). • Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens het opnemen van bewegende beelden. De slimme-zoomfunctie werkt niet. • Stel [Digitale zoom] in op [Slim] (blz. 43). • Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer: – Het beeldformaat is ingesteld op [7M] of [3:2]. – U opneemt in de [Multi Burst] functie. – Opnemen van bewegende beelden. De flitser werkt niet. • De flitserfunctie is ingesteld op (Niet flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst"). • U kunt de flitser niet gebruiken wanneer: – [Mode] (Opn.functie) is ingesteld op [Burst] of [Multi Burst] (blz. 32). – De (Schemerfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie bij het opnemen van stilstaande beelden (t stap 5 in "Lees dit eerst"). (Bewegende beelden) is gekozen. • Stel de flitserfunctie in op (Altijd flitsen) (t stap 5 in "Lees dit eerst") om stilstaande beelden op te nemen wanneer (Landschapsfunctie), (Sneeuwfunctie), (Strandfunctie) of (Korte-sluitertijdfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (t stap 5 in "Lees dit eerst"). – NL 76 De close-up (macro)-opnamefunctie werkt niet. • De (Schemerfunctie), (Landschapsfunctie), (Vuurwerkfunctie) of (Kaarslichtfunctie) is gekozen in de Scènekeuzefunctie (blz. 26). De datum en tijd worden onjuist opgenomen. • Stel de juiste datum en tijd in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop tot halverwege indrukt. • De belichting is niet goed. Stel de belichting goed in (blz. 23). In de zoeker is een horizontale lijn zichtbaar. • Dit komt door de structuur van de zoeker. Dit is geen defect. Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Kies de lichtmeetfunctie (blz. 29) of stel de belichting in (blz. 23). • Het scherm is niet helder genoeg. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49). • Schakel het scherm in (blz. 19). Het beeld is te licht. • U neemt een onderwerp onder een spot op in een anderszins donkere omgeving, zoals op een podium. Stel de belichting in (blz. 23). • Het scherm is te helder. Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 49). De kleuren van het beeld zijn niet juist. Problemen oplossen • De beeldeffect-functie is ingeschakeld. Annuleer de speciale effecten (blz. 34). Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Dit is een bekend storingsfenomeen. Dit verschijnsel duidt niet op een defect. In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld. De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [Rode-ogeneff] in op [Aan] (blz. 44). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand kleiner dan de aanbevolen opnameafstand bij gebruik van de flitser (t stap 5 in "Lees dit eerst"). • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op. NL 77 Het beeld gezien door de zoeker komt niet overeen met het werkelijk opneembare bereik. • Wanneer het onderwerp dichtbij is, treedt het zogenaamde parallax-fenomeen op. Als u het opneembare bereik wilt controleren, gebruikt u het scherm. Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • De accu is zwak. Plaats een opgeladen accu. Beelden bekijken Raadpleeg "Computers" (blz. 79) met betrekking tot de onderstaande punten. De camera kan geen beelden weergeven. • Zet de modusdraaiknop op (blz. 22). • De map-/bestandsnaam is veranderd op de computer. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand werd opgenomen op een ander model dan uw camera, kan het weergeven van het beeldbestand op uw camera niet gegarandeerd worden. • De camera staat in de USB-functie. Wis de USB-verbinding vanaf de computer (blz. 58). Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de beeldverwerking. Dit is normaal. Het beeld verschijnt niet op het TV-scherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op het kleursysteem van de televisie (blz. 50). • Controleer of de aansluiting juist is (blz. 71). • De kabel voor de multifunctionele aansluiting is aangesloten. Koppel deze los volgens de juiste procedure (blz. 59). Beelden wissen/Bewerken De camera kan geen beeld wissen. • Annuleer de beveiliging (blz. 37). • Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87). U hebt per ongeluk een beeld gewist. • Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit niet herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de beveiliging van een beeld in te stellen (blz. 36), of de schrijfbeveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87). NL 78 De functie voor verandering van het formaat werkt niet. • U kunt het beeldformaat van bewegende beelden en Multi Burst-beelden niet veranderen. De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld. • De DPOF (afdruk-)markering kan niet worden afgebeeld op bewegende beelden. Bewegende beelden kunnen niet worden geknipt. • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om te knippen (korter dan ongeveer twee seconden). • Annuleer de beveiliging (blz. 37). • Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. Computers U weet niet of het besturingssysteem van uw computer compatibel is met de camera. • Raadpleeg "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 53) voor Windows en "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 63) voor Macintosh. U kunt het USB-stuurprogramma niet installeren. • In Windows 2000 logt u in als beheerder (geautoriseerde beheerders) (blz. 54). Uw computer herkent de camera niet. • Schakel de camera in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). • Gebruik de netspanningsadapter wanneer de accu bijna leeg is (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Gebruik de bijgeleverde kabel voor de multifunctionele aansluiting (blz. 55). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los van zowel de computer als de Problemen oplossen camera, en sluit deze daarna weer stevig aan. Controleer of "USB-functie" wordt afgebeeld (blz. 55). • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [Normaal] (blz. 50). • Koppel alle apparatuur, behalve het toetsenbord en de muis, los van de USB-aansluitingen van de computer. • Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer, en niet via een USB-hub of ander apparaat (blz. 55). • Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd. Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54). • De computer herkent het apparaat niet goed, omdat u de camera met de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de computer hebt aangesloten voordat u het "USBstuurprogramma", dat op de bijgeleverde CD-ROM staat, hebt geïnstalleerd. Wis het foutief herkende apparaat van de computer en installeer het USB-stuurprogramma (zie het volgende punt). NL 79 Het pictogram van de externe schijf wordt niet op de computermonitor afgebeeld wanneer u de computer en de camera op elkaar aansluit. • Volg de onderstaande procedure om het USB-stuurprogramma opnieuw te installeren. De onderstaande procedure is voor een computer waarop Windows draait. 1 Klik met de rechtermuisknop op [My Computer] om het menu af te beelden en klik daarna op [Properties]. Het "System Properties" venster wordt geopend. 2 Klik op [Hardware] t [Device Manager]. • Op een computer die op Windows 98/98SE/Me draait, klikt u op de tab [Device Manager]. Het venster "Apparaatbeheer" wordt afgebeeld. 3 Klik met de rechtermuisknop op [ Sony DSC] en klik daarna op [Uninstall] t [OK]. Het apparaat is verwijderd. 4 Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 54). U kunt geen beelden kopiëren. • Sluit de camera met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de juiste wijze aan op de computer (blz. 55). • Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz. 56, 63). • Het kan onmogelijk zijn een "Memory Stick" te gebruiken die op een computer is geformatteerd. Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd is door uw camera (blz. 47). Nadat de USB-verbinding tot stand is gekomen, start "PicturePackage" niet automatisch op. • Start "PicturePackage Menu" en controleer [Settings]. • Breng de USB-verbinding tot stand nadat de computer is opgestart (blz. 55). Het beeld kan niet worden weergegeven op een computer. • Als u "PicturePackage" gebruikt, klikt u op het help-pictogram in de rechter bovenhoek van ieder venster. • Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software. Wanneer u bewegende beelden op een computer bekijkt, worden beeld en geluid onderbroken door storing. • U geeft de bewegende beelden rechtstreeks vanaf de "Memory Stick" weer. Kopieer de bewegende beelden naar de vaste schijf van de computer en geef daarna de bewegende beelden weer vanaf de vaste schijf (blz. 54). U kunt een beeld niet afdrukken. • Controleer de printerinstellingen. NL 80 Beelden die al een keer naar de computer gekopieerd zijn kunnen niet door de camera weergegeven worden. • Kopieer de beelden naar een map die door de camera wordt herkend, zoals "101MSDCF" (blz. 59). • Bedien op de juiste wijze (blz. 60). "Memory Stick" De "Memory Stick" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting (t stap 3 in "Lees dit eerst"). Op de "Memory Stick" kan niet worden opgenomen. • Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87). • De "Memory Stick" is vol. Wis overbodige beelden (t stap 6 in "Lees dit eerst"). • Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 20) wanneer u bewegende beelden opneemt terwijl het beeldformaat is ingesteld op [640(Fijn)]. De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd. • Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87). U hebt een "Memory Stick" per ongeluk geformatteerd. • Alle gegevens op de "Memory Stick" zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer herstellen. Om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist, adviseren wij u de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand LOCK te zetten (blz. 87). PictBridge-compatibel printer Problemen oplossen Het is niet mogelijk een verbinding tot stand te brengen. • De camera kan niet rechtstreeks op een printer worden aangesloten die niet compatibel is met PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge of niet. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel op het (Setup) menu het menuonderdeel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (blz. 50). • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. NL 81 Kan geen beelden afdrukken. • Controleer of de camera op de juiste wijze met behulp van de kabel voor de multifunctionele aansluiting op de printer is aangesloten. • Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de handleiding, die u bijgeleverd kreeg, raadplegen. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] kiest, is het mogelijk dat het beeld niet wordt afgedrukt. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Als u de beelden nog steeds niet kunt afdrukken, koppelt u de kabel voor de multifunctionele aansluiting los, schakelt u de printer uit en weer in, en sluit u de kabel voor de multifunctionele aansluiting weer aan. • Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt worden. • Het is mogelijk dat beelden die zijn opgenomen met een andere camera dan deze, of beelden die op een computer zijn bewerkt, niet kunnen worden afgedrukt. De afdrukopdracht is geannuleerd. • U hebt de kabel voor de multifunctionele aansluiting losgekoppeld voordat de indicatie (kabel voor de multifunctionele aansluiting niet loskoppelen) was uitgegaan. In de indexfunctie kan de datum niet worden geprojecteerd en kunnen de beelden niet worden afgedrukt. • De printer heeft deze functies niet. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet in de functie indexweergave ingevoerd worden. Vraag het de fabrikant van de printer. In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder de opgenomen datumgegevens, kunnen niet worden afgedrukt met de datum erop geprojecteerd. Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (blz. 68). Het afdrukformaat kan niet worden ingesteld. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer. Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt. • Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van de camera (blz. 68) of de printer. De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. NL 82 Overige De camera werkt niet. • Gebruik een "InfoLITHIUM" accu (blz. 89). • De accu is bijna leeg (De E indicatie wordt afgebeeld). Laad de accu op (t stap 1 in "Lees dit eerst"). • Sluit de netspanningsadapter stevig aan op de DC IN-aansluiting van de camera en op een stopcontact in de muur (t stap 1 in "Lees dit eerst"). De camera is wel ingeschakeld, maar werkt niet. • De ingebouwde microcomputer werkt niet naar behoren. Koppel alle voedingsbronnen los en sluit deze na een minuut weer aan, en schakel de camera in. Als het probleem hiermee niet is opgelost, moet u de camera terugstellen (blz. 73). Ik ken de betekenis van een indicatie op het scherm niet. • Zie blz. 15. De lens raakt beslagen. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een uur liggen voordat u deze weer gebruikt (blz. 91). De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt. • Dit is normaal. De lens beweegt niet wanneer u de camera uitschakelt. • De accu is leeg. Vervang de lege accu door een volledig opgeladen accu of gebruik de netspanningsadapter (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Problemen oplossen Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd opnieuw in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). NL 83 Foutcodes en meldingen Zelfdiagnosefunctie Als een foutcode met een letter begint, heeft de zelfdiagnosefunctie van de camera een storing vastgesteld. De laatste twee cijfers (hieronder aangeduid met twee blokjes ss) verschillen afhankelijk van de toestand van de camera. Als u niet in staat bent de storing te verhelpen, zelfs niet nadat u enkele malen de vermelde corrigerende handelingen hebt uitgevoerd, neemt u contact op met uw Sony-dealer of het plaatselijke erkende Sony-servicecentrum. C:32:ss • Er is een probleem met de hardware van de camera. Schakel het apparaat uit en daarna weer in. Meldingen Als een van de onderstaande meldingen wordt afgebeeld, voert u de vermelde instructies uit. Schakel uit en weer in • Door een probleem met de lens is een storing opgetreden. E • De accu is zwak. Laad de accu op (t stap 1 in "Lees dit eerst"). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden of het soort accu, kan de indicatie knipperen ondanks dat er nog voor 5 of 10 minuten acculading over is. Alleen voor "InfoLITHIUM" accu C:13: ss • De camera kan geen gegevens lezen vanaf of schrijven op de "Memory Stick". Plaats de "Memory Stick" meerdere keren opnieuw. • Er is een ongeformatteerde "Memory Stick"geplaatst. Formatteer de "Memory Stick" (blz. 47). • De geplaatste "Memory Stick" kan niet in deze camera worden gebruikt, of de gegevens zijn beschadigd. Plaats een nieuwe "Memory Stick" (blz. 87). E:61: ss E:91: ss • Er is een storing opgetreden in de camera. U moet de camera (blz. 73) terugstellen en daarna weer inschakelen. • De accu is geen "InfoLITHIUM"-type accu. Systeemfout • Schakel de camera uit en daarna weer in (t stap 2 in "Lees dit eerst"). Geen Memory Stick • Plaats een "Memory Stick" (t stap 3 in "Lees dit eerst"). Fout van Memory Stick • Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze. • De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 87). • De "Memory Stick" is beschadigd. • De aansluitpunten van de "Memory Stick" zijn vuil. Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 87). NL 84 Formatteringsfout • Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 47). Memory Stick vergrendeld • Zet de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick" in de stand voor opnemen (blz. 87). Geen geheugenruimte • Wis overbodige beelden en bestanden Bestandsfout • Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden. Bestandsbeveiliging • Schakel de beveiliging uit (blz. 37). Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera. (t stap 6 in "Lees dit eerst"). Kan niet opdelen Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen of wissen op deze "Memory Stick". • De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen (korter dan ongeveer twee seconden). • Het bestand is geen bewegend beeld. Geen bestanden in deze map • Er zijn geen beelden opgenomen in deze map. • U hebt de bediening niet juist uitgevoerd toen u beelden kopieerde vanaf uw computer (blz. 60). Mapfout • Op de "Memory Stick" staat al een map Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick" staat een map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer aanmaken. Kan niet opnemen • U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera. (Trillingswaarschuwingindicatie) • Door onvoldoende licht, is de camera gevoelig voor beweging. Gebruik de flitser, bevestig de camera op een statief of zet de camera op een andere manier vast. Problemen oplossen met dezelfde drie eerste cijfers. (Bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan (blz. 47). Ongeldige bediening 640(Fijn) is niet beschikbaar • Bewegende beelden met beeldformaat 640(Fijn) kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO". Plaats een "Memory Stick PRO" of stel het beeldformaat in op een ander formaat dan [640(Fijn)]. • De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 48). NL 85 Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridge-compatibel is. Controleer • Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting niet los. het apparaat. • Er is geen verbinding tot stand gebracht. Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen. Aansluiten op PictBridge apparaat • U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is. Geen afdrukbaar beeld • U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren zonder èèn DPOF (afdruk-)markering op een of meerdere beelden aan te brengen. • U probeerde [Alle in map] uit te voeren terwijl een map was gekozen waarin uitsluitend bewegende beelden zitten. U kunt bewegende beelden niet afdrukken. Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer. Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt afdrukken beschadigd is. NL 86 Verwerkt • De printer annuleert de huidige afdruktaak. U kunt niet afdrukken totdat dit klaar is. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer. Overige Informatie over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium. De typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt met deze camera staan vermeld in de onderstaande tabel. Een goede werking kan echter niet worden gegarandeerd voor alle functies van de "Memory Stick". "Memory Stick"-type • U kunt geen beelden opnemen, bewerken of wissen wanneer de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK staat. Aansluiting Opnemen/ Weergeven Memory Stick a Memory Stick (MagicGate/ Gegevensoverdracht op hoge snelheid) a*2*3 Memory Stick Duo*1 a Memory Stick (MagicGate/ Gegevensoverdracht op hoge snelheid)*1 a*2*3 MagicGate Memory Stick a*2 MagicGate Memory Stick Duo *1 a*2 Memory Stick PRO a*2*3*4 Memory Stick PRO Duo Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick" (bijgeleverd) *1 Schrijfbeveiligingsschakelaar Plaats van het etiket a*2*3*4 *1Wanneer • Wij kunnen de juiste werking van een "Memory Stick" die op een computer is geformatteerd niet garanderen in deze camera. • De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory Stick" en apparatuur. • De "Memory Stick" mag niet worden verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of wegschrijven van gegevens. • De gegevens kunnen in de volgende gevallen beschadigd zijn: – De "Memory Stick" uit de camera halen of de camera uitschakelen tijdens het lezen of schrijven van gegevens – wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt op plaatsen met statische elektriciteit of elektrische ruis • We raden u aan van belangrijke gegevens een reservekopie te maken. • Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op de voorgeschreven plaats. • Bevestig het bijgeleverde etiket uitsluitend op de voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket niet buiten deze plaats steekt. • Wanneer u de "Memory Stick" draagt of bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat erbij geleverd werd. • Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick" niet aan met uw hand of een metalen voorwerp. • De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of laten vallen. • De "Memory Stick" mag niet worden gedemonteerd of getransformeerd. • Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water. Overige u een "Memory Stick Duo" in deze camera wilt gebruiken, moet u deze eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken. *2"MagicGate Memory Stick" en "Memory Stick PRO" zijn uitgerust met MagicGate-functies. MagicGate is een technologie ter bescherming van auteursrechten waarbij gebruik wordt gemaakt van versleutelingstechnologie. Opnemen/weergeven van gegevens waarbij MagicGate functies zijn vereist, kan niet met deze camera worden uitgevoerd. *3 Ondersteunt een hoge gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle interface. *4Bewegende beelden kunnen worden opgenomen op beeldformaat 640(Fijn). De standen/of de vorm van de schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend zijn afhankelijk van de "Memory Stick" die u gebruikt. NL 87 • Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet op de volgende plaatsen: – plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in een hete auto die in de zon is geparkeerd – plaatsen die zijn blootgesteld aan direct zonlicht – Op vochtige plaatsen of plaatsen waar zich corrosieve stoffen bevinden Opmerkingen betreffende de "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) • Als u een "Memory Stick Duo" in deze camera wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter steken. Als u een "Memory Stick Duo" rechtstreeks in een "Memory Stick"-compatibel apparaat steekt zonder gebruik te maken van een Memory Stick Duo-adapter, kan het onmogelijk zijn deze vervolgens weer uit het apparaat te halen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter steekt, let u er dan goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting erin wordt gestoken. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" die in een Memory Stick Duo-adapter is gestoken met deze camera gebruikt, let u er dan goed op dat de "Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de camera kan worden beschadigd. • Plaats nooit een Memory Stick Duo-adapter in een "Memory Stick"-compatibel apparaat zonder een "Memory Stick Duo" erin. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden. • Als u een "Memory Stick Duo" wilt formatteren, steekt u eerst de "Memory Stick Duo" in de Memory Stick Duo-adapter. • Als de "Memory Stick Duo" is uitgerust met een schrijfbeveiligingsschakelaar, zorgt u ervoor dat deze niet in de stand lock staat. Opmerkingen betreffende de "Memory Stick PRO" (niet bijgeleverd) • Typen "Memory Stick PRO" met een opslagcapaciteit tot 2 GB zijn goedgekeurd voor gebruik in deze camera. NL 88 Informatie over de "InfoLITHIUM" accu Deze camera werkt alleen op een "InfoLITHIUM" accu (R-serie). Wat is een "InfoLITHIUM" accu? Een "InfoLITHIUM" accu is een lithiumion-accu met functionaliteit voor het uitwisselen van informatie met de camera over de bedieningsomstandigheden. De "InfoLITHIUM" accu berekent het stroomverbruik op basis van de bedieningsomstandigheden van de camera en geeft in minuten aan hoe lang de batterij nog meegaat. Hoe u de accu moet opladen Aanbevolen wordt om de accu op te laden bij een omgevingstemperatuur van 10°C tot 30°C. Indien u de accu buiten dit temperatuurbereik oplaadt, bestaat de kans dat u de accu niet doeltreffend kunt opladen. Doeltreffend gebruik van de accu Het is mogelijk dat de spanning wegvalt ondanks dat de accu-restladingsindicatie aangeeft dat er nog voldoende lading aanwezig is om het apparaat te bedienen. Gebruik de acculading helemaal en laad de accu volledig op zodat de accurestladingsindicatie correct is. Merk echter op dat de juiste accu-restladingsindicatie soms niet kan worden verkregen als de camera gedurende een lange tijd wordt gebruikt bij hoge temperaturen of volledig opgeladen wordt bewaard, of als de accu veelvuldig wordt gebruikt. Hoe u de accu moet bewaren • Zelfs als de accu gedurende een lange tijd niet gebruikt zal gaan worden, moet u deze minstens eenmaal per jaar volledig opladen en daarna de lading geheel opgebruiken. Haal de accu uit de camera en bewaar deze op een koele, droge plaats. Op deze manier zal de accu naar behoren blijven werken. • U kunt de lading van de accu in de camera helemaal opgebruiken door de POWER-toets aan te laten staan in de diavoorstellingweergavefunctie (blz. 37) totdat de camera wordt uitgeschakeld. • Bewaar en transporteer de accu altijd in de accuhouder om te voorkomen dat de accupolen vuil worden of kortgesloten worden. Levensduur van de accu • De levensduur van de accu is beperkt. De capaciteit van de accu neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur van de accu aanzienlijk korter lijkt te zijn geworden, is de meest waarschijnlijke oorzaak dat het einde van de levensduur van de accu is bereikt. Koop een nieuwe accu. • De levensduur van de accu wordt mede bepaald door de manier waarop deze wordt bewaard, alsmede de omstandigheden en omgeving waarin de accu wordt gebruikt. Overige • Bij lage temperaturen verminderen de prestaties van de accu. Op koude plaatsen kan de accu daarom minder lang worden gebruikt. Wij bevelen het volgende aan om de accu langer mee te laten gaan: – Doe de accu in een zak tegen uw lichaam aan om de accu op te warmen, en plaats deze in de camera vlak voordat u begint met opnemen. • Bij veelvuldig gebruik van de zoomfunctie of de flitser zal de accu sneller uitgeput raken. • Wij bevelen u aan om extra accu’s voor twee- tot driemaal de verwachte opnameduur bij de hand te houden, en om proefopnamen te maken alvorens u de eigenlijke opnamen gaat maken. • De accu mag niet worden blootgesteld aan water. De accu is niet waterdicht. • Laat de accu niet liggen op zeer warme plaatsen, zoals in een voertuig of in direct zonlicht. Accu-restladingsindicatie NL 89 Het Cyber-shot Station gebruiken Met het Cyber-shot Station (niet bijgeleverd) kunt u de camera gemakkelijk opladen. Plaats de camera gewoon in het Cyber-shot Station en het opladen begint automatisch. Terwijl de accu wordt opgeladen, kunt u de lading controleren aan de hand van de CHARGE-lampjes op het Cyber-shot Station. De afstandsbediening van het Cyber-shot Station maakt het mogelijk de volgende bedieningen op afstand uit te voeren. – Beelden weergeven op een TV – Stilstaande beelden en bewegende beelden opnemen – Intervalopnamen Als een PictBridge-compatibel printer is aangesloten, kunnen bovendien beelden worden afgedrukt met behulp van de afstandsbediening. Voor verdere informatie raadpleegt u de gebruiksaanwijzing van het Cyber-shot Station. NL 90 Voorzorgsmaatregelen x Laat de camera niet liggen op de volgende plaatsen • Op zeer warme plaatsen Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde auto, kan de camerabehuizing door de hitte vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een verwarmingsbron Het camerahuis kan verkleuren of vervormen, waardoor een storing kan optreden. • Op plaatsen onderhevig aan trillingen • In de buurt van een sterk magnetisch veld • Op zanderige of stoffige plaatsen Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de camera een storing optreden en in bepaalde gevallen kan deze storing niet worden verholpen. x Reiniging Het LCD-scherm reinigen Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. x Bedrijfstemperatuur Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van opnamen op extreem koude of warme plaatsen met temperaturen die buiten het bovenstaande bereik vallen, is niet aan te bevelen. x Condensvorming Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar een warme omgeving wordt overgebracht, kan vocht condenseren binnenin of op de buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie kan een storing in de camera veroorzaken. Condensvorming treedt gemakkelijk op wanneer: • De camera van een koude plaats, zoals een skihelling, naar een goed verwarmde ruimte wordt overgebracht • De camera bij warm weer vanuit een kamer of auto met airconditioning mee naar buiten wordt genomen, enz. Reiniging van de lens Veeg de lens schoon met een zachte doek om vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen. Hoe condensvorming te voorkomen Wanneer u de camera vanuit een koude naar een warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera in een goed gesloten plastic zak en laat u deze gedurende ongeveer een uur wennen aan de nieuwe omgevingsomstandigheden. Reiniging van de gelijkstroomstekker Maak de gelijkstroomstekker van de netspanningsadapter schoon met een droog wattenstaafje. Gebruik geen vuile stekkers. Als u een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk dat de accu niet goed wordt opgeladen. Wanneer er condensvorming optreedt Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur om het vocht te laten verdampen. Als u probeert om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden niet helder zijn. Overige De buitenkant van de camera reinigen Maak de buitenkant van de camera schoon met een zachte doek bevochtigd met water en veeg het oppervlak daarna droog met een droge doek. Gebruik de onderstaande middelen niet omdat deze de afwerking of het camerahuis kunnen beschadigen. • Chemische producten, zoals verdunner, benzine, alcohol, wegwerpreinigingsdoeken, insectenspray, insecticiden, enz. • Raak de camera niet aan als bovenstaande middelen op uw handen zit. • Laat de camera niet langdurig in contact met rubber of vinyl. NL 91 x Ingebouwde oplaadbare batterij Deze camera is uitgerust met een ingebouwde, oplaadbare batterij om de datum en tijd alsmede andere instellingen bij te houden, ongeacht of de camera is ingeschakeld of niet. Deze ingebouwde batterij wordt tijdens het gebruik van de camera voortdurend opgeladen. Indien u de camera echter alleen voor korte perioden gebruikt, raakt deze batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de camera helemaal niet gebruikt, is de batterij na circa één maand volledig uitgeput. In dat geval moet u de oplaadbare batterij opladen voordat u de camera gaat gebruiken. Zelfs als u de oplaadbare batterij niet oplaadt, kunt u de camera toch gebruiken zolang u de datum en tijd niet opneemt. Oplaadmethode Sluit de camera aan op een stopcontact met behulp van de netspanningsadapter of plaats een opgeladen accu en laat de camera gedurende 24 uur of langer uitgeschakeld liggen. NL 92 Technische gegevens Camera [Stroomvoorziening, algemeen] Gebruikte accu [Systeem] Beeldopnemer NP-FR1 9,11 mm (1/1,8 type) kleurenCCD, Primair kleurenfilter Totaal aantal pixels van de camera Ong. 7 410 000 pixels Effectief aantal pixels van de camera Ong. 7 201 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Tessar 3× zoomlens f = 7,9 - 23,7 mm (38 - 114 mm omgerekend naar een 35 mm fotocamera) F2,8 - 5,2 Voeding 3,6 V Stroomverbruik (tijdens opnemen met ingeschakeld LCD-scherm) 1,2 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen Belichtingsregeling Automatische belichting, Handmatige belichting, Scènekeuze (9 functies) 104,5×51,5×27,9 mm (B/H/D, excl. uitstekende delen) Gewicht Ong. 180 g, (incl. accu (NPFR1), "Memory Stick" en polsriem) Witbalans Microfoon Electret-condesatormicrofoon Luidspreker Dynamische luidspreker Exif Print Compatibel Automatisch, Daglicht, Bewolkt, Fluorescerend, Gloeilamp, Flitser, Eenmaal drukken Bestandsformaat (voldoet aan DCF) Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2 Voldoet aan de JPEG-norm, compatibel met DPOF Bewegende beelden: Voldoet aan MPEG1 (mono) Opnamemedium "Memory Stick" Flitser Aanbevolen afstand (ISO ingesteld op Auto): 0,2 m t/m 3,5 m voor groothoek-W en 0,3 m t/m 2,5 m voor telefoto-T [Ingangs- en uitgangsaansluitingen] Multifunctionele aansluiting USB-verbinding PictBridge Ingangsspanning 100 V t/m 240 V wisselstroom, 50/60 Hz, 11 W Uitgangsspanning 4,2 V gelijkstroom* * Zie de sticker op de netspanningsadapter voor de overige technische gegevens. Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur –20°C tot +60°C Afmetingen Ong. 48×29×81 mm (W×H×D, excl. uitstekende delen) Gewicht Ong. 130 g, excl. netsnoer [LCD-scherm] LCD-scherm 5,1 cm (2,0 type) TFTaansturing Compatibel Netspanningsadapter AC-LS5/LS5B Overige Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0) PRINT Image Matching II Compatibel Totaal aantal beeldpunten 134 000 (560×240) beeldpunten NL 93 Accu NP-FR1 Gebruikte accu Lithiumion-accu Maximale spanning 4,2 V gelijkstroom Nominale spanning 3,6 V gelijkstroom Capaciteit 4,4 Wh (1 220 mAh) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens zijn voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. NL 94 Index Index A B D Aansluiten Beeldbestandgeheugenlocaties........... 59 Daglicht ................................30 Beeldbestandgeheugenlocaties en bestandsnamen .............. 59 Datum&tijd...........................44 Beeldeffect ........................... 34 DC IN-aansluiting t stap 1 in "Lees dit eerst" Computer .......................55 Printer ............................67 TV..................................71 Aantal beelden/ opnameduur ...................20 Accu Accu-restladingsindicatie t stap 1 in "Lees dit eerst" Opladen t stap 1 in "Lees dit eerst" Plaatsen/Verwijderen t stap 1 in "Lees dit eerst" Accu opladen t stap 1 in "Lees dit eerst" Achteruitspoelen/ Vooruitspoelen t stap 6 in "Lees dit eerst" AE/AF-indicatie t stap 5 in "Lees dit eerst" AF-bereikzoekerframe ..........28 Afdrukken .............................65 Enkelbeeldfunctie..........66 Indexfunctie...................66 Afdrukmarkering ..................69 AF-functie.............................43 AF-vergrendeling..................29 AF-verlichting.......................45 Altijd flitsen t stap 5 in "Lees dit eerst" Beelden afdrukken in een afdrukwinkel ................. 69 Beelden kopiëren naar uw computer ....................... 54 Beeldformaat ........................ 12 t stap 4 in "Lees dit eerst" Beeldkwaliteit ................ 12, 31 Datum ...................................44 Datum/tijd.............................44 De camera in het buitenland gebruiken t stap 1 in "Lees dit eerst" De camera vasthouden t stap 5 in "Lees dit eerst" Bestandsnaam....................... 59 De klok instellen t stap 2 in "Lees dit eerst" Bestandsnummer .................. 50 Dia ........................................37 Besturingssysteem.......... 53, 63 Diafragma .......................10, 23 Beveiliging ........................... 36 Digitale zoom .......................43 Bewolkt ................................ 30 DirectX .................................62 Burst ..................................... 32 DPOF ....................................69 C Dradenkruis van de spot lichtmeting.....................29 Belichting ............................. 23 Camera 1 .............................. 43 Camera 2 .............................. 46 CD-ROM.............................. 54 Compressieverhouding......... 12 Computer Aanbevolen computeromgeving................. 53, 63 Beeldbestanden opgeslagen op de computer weergeven op de camera........................... 60 Macintosh...................... 63 E Een beeld vergroten t stap 6 in "Lees dit eerst" Eenmaal drukken ..................30 Effectief aantal pixels ...........93 Enkelbeeld ............................43 Enkelbeeldfunctie .................66 EV.........................................26 Extensie ................................60 Software ........................ 61 F Automatische instelfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Stilstaande beelden kopieren ........................ 54 F-getal...................................10 Windows ....................... 52 Index Auto Review .........................45 Fijn........................................31 Flitser ....................................30 Automatische scherpstelling... 9 Condensvorming .................. 91 Automatische uitschakelfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Contrast ................................ 34 t stap 5 in "Lees dit eerst" Cyber-shot Station................ 90 Flitsniveau.............................33 NL 95 Fluoriserend..........................30 Klokinstelling....................... 51 Formaat veranderen ..............38 Korte-sluitertijdfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Formatteren...........................47 Foutcodes en meldingen .......84 Opnamestand................. 26 Weergeven ..................... 35 L Menu voor opnemen.............26 Landschapsfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Menu voor weergeven .......... 35 G Lange sluitertijd NR............. 23 Monochroom ........................ 34 Langzame synchro t stap 5 in "Lees dit eerst" Multi ..................................... 29 LCDachtergrondverlichting .. 49 Multi Burst ...........................32 Gloeilamp .............................30 H Handmatige belichting .........23 Histogram .......................19, 27 Midden-AF ...........................28 Monitor................................. 43 Multi AF............................... 28 Multipoint-AF ......................28 LCD-scherm........ zie "Scherm" I Lichtmeetfunctie .................. 29 N ImageMixer ..........................61 Lichtmeting met meerdere patronen ........................ 29 Netsnoer t stap 1 in "Lees dit eerst" ImageMixer VCD2...............64 Indexfunctie..........................66 Lichtmeting met nadruk op het midden .......................... 29 Indexscherm t stap 6 in "Lees dit eerst" M Indicatie van AFbereikzoekerframe.........28 Macintosh-computer ............ 63 "InfoLITHIUM" accu...........89 Ingebouwde oplaadbare batterij ...........................92 M AF.................................... 43 Aanbevolen computeromgeving ....... 63 Installeren .................54, 61, 64 Macro t stap 5 in "Lees dit eerst" Instelfunctie ..............34, 41, 42 Map ...................................... 35 Camera 1 .......................43 Maken ........................... 47 Camera 2 .......................46 Wijzigen........................ 48 Memory Stick tool.........47 Setup 1...........................49 Meegeleverde accessoires t in "Lees dit eerst" Setup 2...........................50 "Memory Stick" ................... 87 Interval..................................33 Aantal beelden/ opnameduur .................. 20 ISO............................10, 11, 31 K Kaarslichtfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" 96 onderdelen..................... 25 Functie ..................................32 Geprogrammeerd automatisch opnemen ........................22 NL Menu..................................... 24 Kabel voor de multifunctionele aansluiting ...............55, 71 Netspanningsadapter t stap 1 in "Lees dit eerst" NTSC....................................50 O Onderbelichting ....................10 Opdelen ................................ 39 Opnamefunctie ..................... 32 Opnamemap aanmaken ........ 47 Opnamemap wijzigen...........48 Opnamestand Bewegende beelden t stap 5 in "Lees dit eerst" Stilstaand beeld t stap 5 in "Lees dit eerst" Formatteren................... 47 Opnemen van bewegende beelden .......................... 22 Schrijfbeveiligingsschakelaar... 87 Optische zoom......................43 Memory Stick tool ............... 47 Overbelichting ......................10 P P.Effect ................................. 34 PAL .......................................50 Scherm Parallax .................................78 Indicatie ........................ 15 PC ....................zie "Computer" LCD-achtergrondverlichting ..................... 49 PFX .......................................34 Schermweergave veranderen..................... 19 PictBridge .............................66 PicturePackage......................61 Pieptoon ................................49 Pixel ......................................12 Plaats van de onderdelen ......13 Plaatsen/Verwijderen t stap 3 in "Lees dit eerst" Vermindering van het rodeogeneffect ......................44 Verzadiging...........................34 VGA t stap 4 in "Lees dit eerst" Scherpstellen .................... 9, 28 Video-CD........................61, 64 Scherpstelling-voorkeuze ..... 28 Volume t stap 6 in "Lees dit eerst" Scherpte................................ 34 Schrijfbeveiligingsschakelaar .. 87 Schroefgang voor statief ...... 13 Voorzorgsmaatregelen ..........91 Vuurwerkfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Playback......... zie "Weergeven" SCN ...................................... 26 Polsriem t in "Lees dit eerst" Sepia..................................... 34 Slimme-zoomfunctie ............ 43 W Precisie-zoom .......................43 Sluitertijd........................ 10, 23 Wazige beelden.......................9 Problemen oplossen ..............73 Sneeuwfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" WB........................................30 PTP .......................................50 Punt-AF ................................28 Weergave/bewerken ..............22 Weergeven Software ............................... 61 Standaard.............................. 31 Bewegende beelden t stap 6 in "Lees dit eerst" Strandfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Stilstaand beeld t stap 6 in "Lees dit eerst" Spot lichtmeting ................... 29 Q Quick Review t stap 5 in "Lees dit eerst" Windows-computer...............52 R Rechtstreeks beelden afdrukken.......................66 T t stap 2 in "Lees dit eerst" Reiniging ..............................91 Reset (terugstellen) ...............73 Roteren..................................39 Aanbevolen computeromgeving........53 Taal ....................................... 49 Technische gegevens ............ 93 Wissen t stap 6 in "Lees dit eerst" Witbalans ..............................30 Tot halverwege indrukken ...... 9 S S AF ......................................43 Scène.....................................26 Schemerfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Schemer-portretfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" Z TV ........................................ 71 Zachte-klikfunctie t stap 5 in "Lees dit eerst" U Zelfdiagnosefunctie ..............84 USB-aansluiting ................... 50 USB-stuurprogramma .......... 54 V Vergrote indicaties................ 46 Index t stap 5 in "Lees dit eerst" t stap 5 in "Lees dit eerst" Zelfontspanner t stap 5 in "Lees dit eerst" Zoom t stap 5 in "Lees dit eerst" NL 97 Handelsmerken • is een handelsmerk van Sony Corporation. • "Memory Stick", • • • • • • • NL 98 , "Memory Stick PRO", , "Memory Stick Duo", , "Memory Stick PRO , "MagicGate", is een handelsmerk van Duo", en Sony Corporation. "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony Corporation. PicturePackage is een handelsmerk van Sony Corporation. Microsoft, Windows, Windows Media en DirectX zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de V.S. en/of andere landen. Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook, PowerBook, Power Mac en eMac zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. Intel, MMX en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Intel Corporation. Alle andere in deze gebruiksaanwijzing vermelde systeem- en productnamen zijn in het algemeen handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende ontwikkelaars of fabrikanten. Echter, in deze gebruiksaanwijzing zijn de aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende gevallen weggelaten.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199

Sony DSC-P200 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen