Documenttranscriptie
3-091-535-41(1)
Digital Still Camera
Bedienungsanleitung
DE
Bitte lesen Sie diese Anleitung vor Inbetriebnahme der Kamera
sorgfältig durch, und bewahren Sie sie zum späteren Nachschlagen auf.
Gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door alvorens u het toestel
gaat bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing zodat u deze later nog
kunt raadplegen.
DSC-W1/W12
© 2004 Sony Corporation
NL
Nederlands
WAARSCHUWING
Om het gevaar van brand of
elektrische schokken te voorkomen,
mag het apparaat niet worden
blootgesteld aan regen of vocht.
Om elektrische schokken te
vermijden, mag de behuizing niet
worden geopend. Laat reparaties
uitsluitend door vakkundig
personeel uitvoeren.
Voor klanten in Nederland
Gooi de batterij niet weg maar lever deze in als
klein chemisch afval (KCA).
NL
2
Informatie voor kopers in
Europa
Dit product is getest volgens de EMC-richtlijn
voor het gebruik van aansluitkabels korter dan 3
meter en voldoet aan de hierin gestelde
voorwaarden.
Let op
Een elektromagnetisch veld van de opgegeven
frequenties kan het beeld en geluid van deze
camera beïnvloeden.
Opmerking
Als door statische elektriciteit of
elektromagnetisme de gegevensoverdracht wordt
onderbroken (of mis gaat), start u het
applicatieprogramma dan opnieuw, of maak de
USB-kabel even los en sluit deze dan weer aan.
Opmerking
In sommige landen en gebieden zijn regels voor
het weggooien van de accu die gebruikt wordt om
dit apparaat van stroom te voorzien. Vraag advies
aan de plaatselijke overheid.
Alvorens u de camera gaat gebruiken
Proefopname
Voordat u een uniek evenement gaat filmen, is het
verstandig om eerst een proefopname te maken,
dit om ervan verzekerd te zijn dat de camera naar
behoren werkt.
Geen schadevergoeding voor
mislukte opnamen
Voor mislukte opnamen door een gebrekkige
werking van uw camera of opnamemedia, enz.
kan geen schadevergoeding worden geëist.
Reservekopieën
Om gegevensverlies te voorkomen, zorgt u dat u
altijd een reservekopie op een disc maakt.
Betreffende de uitwisseling van
beeldgegevens
Niet met de camera schudden of er
tegenaan stoten
• Deze camera voldoet aan de "Design rule for
Camera File system", de universele normen van
de JEITA (Japan Electronics and Information
Technology Industries Association).
• Er worden geen garanties gegeven dat beelden,
welke met deze camera zijn opgenomen,
kunnen worden weergegeven op andere
apparatuur, of dat beelden die met andere
apparatuur zijn opgenomen of gemonteerd,
kunnen worden weergegeven op deze camera.
Indien u de camera schudt of er tegenaan stoot,
kan dit leiden tot defecten, mislukte opnamen,
incompatibiliteit met de "Memory Stick" of
aantasting, beschadiging of verlies van
beeldgegevens en geheugeninhoud.
Auteursrechten
NL
Televisieprogramma’s, films, videobanden en
ander materiaal kunnen beschermd zijn met
auteursrechten. Het zonder toestemming
opnemen van dergelijk materiaal, kan in strijd
zijn met de wetten op de auteursrechten.
NL
3
LCD-scherm, LCD-zoeker (alleen
modellen met een LCD-zoeker) en
lens
• Het LCD-scherm en de LCD-zoeker zijn
vervaardigd met behulp van precisietechnologie
waardoor meer dan 99,99% van de pixels
operationeel is. Soms kunnen er op het LCDscherm en in de LCD-zoeker echter kleine
zwarte en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw
of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is
normaal en heeft geen enkele invloed op het
opgenomen beeld.
• Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een
venster of buiten neerzet. Indien het LCDscherm, de zoeker of de lens langdurig wordt
blootgesteld aan direct zonlicht, kan dit tot
defecten leiden.
• Druk niet hard op het LCD-scherm. Het scherm
kan ongelijkmatig zijn en daardoor een storing
veroorzaken.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op
het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is
normaal.
NL
4
De elektrische zoomlens
Deze camera is uitgerust met een elektrische
zoomlens. Wees voorzichtig dat u niet tegen de
lens stoot en er geen kracht op uitoefent.
Stel de camera niet bloot aan zand of
stof
Als u de camera in zanderige of stoffige plaatsen
gebruikt, kunnen storingen optreden.
Maak het venster van de flitser
schoon vóór deze te gebruiken
Richt de camera niet naar de zon of
ander fel licht
De hitte die vrijkomt bij het afgaan van de flitser
kan eventueel vuil op het venster van de flitser
doen verbranden of vastbakken waardoor
onvoldoende licht het voorwerp bereikt.
Dit kan leiden tot onherstelbare beschadiging van
uw ogen. Of het kan een storing van de camera
veroorzaken.
Laat de camera niet nat worden
Opmerkingen betreffende de
gebruikslocatie van de camera
Bij het maken van opnamen in de regen of
soortgelijke omstandigheden, moet u erop letten
dat de camera niet nat wordt. Water dat de camera
binnendringt, kan een storing veroorzaken die
niet in alle gevallen kan worden verholpen.
Wanneer er condensvorming optreedt, zie dan
blz. 117 en volg de aanwijzingen voor het
verwijderen van de condens alvorens u de camera
gaat gebruiken.
Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats
waar sterke radiogolven worden gegenereerd of
straling wordt uitgestraald. Het is mogelijk dat de
camera dan niet goed kan opnemen of weergeven.
Carl Zeiss-lens
Deze camera is uitgerust met een Carl Zeisslens, die scherpe beelden met uitstekend
contrast reproduceert.
De lens van deze camera is geproduceerd
onder een kwaliteitborgingssysteem dat is
gecertificeerd door Carl Zeiss in
overeenstemming met de kwaliteitsnormen
van Carl Zeiss, Duitsland.
De beelden in deze gebruiksaanwijzing
Handelsmerken
•
is een handelsmerk van
Sony Corporation.
• "Memory Stick",
•
•
De foto’s die in deze gebruiksaanwijzing gebruikt
worden als voorbeelden, zijn gereproduceerde
beelden die niet daadwerkelijk met deze camera
zijn opgenomen.
•
•
•
•
, "Memory Stick PRO",
, "Memory Stick Duo",
, "Memory Stick PRO
, "MagicGate"
zijn handelsmerken van
Duo",
en
Sony Corporation.
Picture Package is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Microsoft, Windows, Windows Media en
DirectX zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Macintosh, Mac OS, QuickTime, iMac, iBook,
PowerBook, Power Mac en eMac zijn
handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Macromedia en Flash zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken of handelsmerken van
Macromedia, Inc. in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Intel, MMX, en Pentium zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van
Intel Corporation.
Alle andere in deze gebruiksaanwijzing
vermelde systeem- en productnamen zijn in het
algemeen handelsmerken of wettig
gedeponeerde handelsmerken van de
betreffende ontwikkelaars of fabrikanten.
Verder zijn in deze gebruiksaanwijzing de
aanduidingen ™ en ® in alle voorkomende
gevallen weggelaten.
NL
5
Inhoud
Alvorens u de camera gaat gebruiken....... 3
Onderdelen................................................ 8
Modusdraaiknop ................................. 10
Voorbereidingen
Voorbereiden van de batterijen............... 11
Opladen van de batterijen ....................... 11
Plaatsen van de batterijen ....................... 13
Gebruik van de netspanningsadapter ...... 16
Gebruik van de camera in het
buitenland ....................................... 16
In- en uitschakelen van de camera .......... 17
Gebruik van de regelknop....................... 17
De datum en tijd instellen ....................... 18
Opnemen van stilstaande
beelden
NL
6
Plaatsen en verwijderen van een "Memory
Stick" .............................................. 20
Instellen van het formaat van stilstaand
beeld ............................................... 21
Beeldformaat en -kwaliteit...................... 22
Basisopname van stilstaande beelden
— met automatische regeling......... 24
Controleren van het laatst opgenomen
beeld
— Quick Review ............................ 26
Gebruik van de zoomfunctie............... 26
Opnemen van close-ups — Macro ..... 28
Gebruik van de zelfontspanner ........... 29
Een flitsmodus kiezen ........................ 30
Beelden opnemen met de zoeker........ 32
De datum en tijd opnemen op een
stilstaand beeld............................... 33
Opnemen in overeenstemming met de
situatie ............................................ 34
Bekijken van stilstaande
beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera ...................................... 37
Beelden bekijken op een TV-scherm ..... 39
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen ....................................... 41
Formatteren van een "Memory Stick" .... 43
Voorafgaand aan
geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor instelling en bediening
van uw camera ............................... 45
De menu-instellingen wijzigen .......... 45
De onderdelen van het SET UP-scherm
wijzigen.......................................... 46
Kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen ............................................. 46
Een map aanmaken of kiezen ................. 47
Een nieuwe map aanmaken ................ 47
De opnamemap veranderen................ 47
Geavanceerd opnemen van
stilstaande beelden
Een automatische scherpstellingsmethode
kiezen..............................................48
Een scherpstel-bereikzoekerframe
kiezen
— AF-bereikzoeker ........................48
Een scherpstellingsmethode kiezen
— AF-functie..................................49
De afstand tot het onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf.................50
Opnemen met handmatige sluitertijd en
diafragma instellingen
— Handmatige belichting...............51
Belichting regelen
— EV-afstelling..............................54
Een histogram afbeelden.....................55
Keuze van de lichtmeetfunctie ................56
Kleurtinten afstellen
— Witbalans ...................................57
Het flitserniveau instellen
— Flitserniveau ..............................58
Continu opnemen ....................................59
Opnemen in de Multi Burst-modus
— Multi Burst.................................60
Opnemen met speciale effecten
— Beeldeffect.................................61
Geavanceerd bekijken van
stilstaande beelden
Een map kiezen en beelden weergeven
— Map ............................................62
Een deel van een stilstaand beeld
vergroten .........................................63
Een beeld vergroten
— Weergavezoom ..........................63
Een vergroot beeld vastleggen
— Trimmen ....................................64
Weergave van opeenvolgende beelden
— Diavoorstelling ..........................64
Stilstaande beelden roteren
— Roteren.......................................65
Beelden opgenomen in de Multi Burstmodus weergeven ...........................65
Continu weergeven .............................66
Frame-voor-frame weergeven.............66
Stilstaande beelden
bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging.................................67
Beeldformaat veranderen
— Formaat veranderen ...................68
Een afdrukmarkering aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF) .........69
Stilstaande beelden
afdrukken (PictBridge-printer)
Een PictBridge compatibele printer
aansluiten........................................ 71
Beelden afdrukken .................................. 72
Index-beelden afdrukken ........................ 74
Bewegende beelden
Opnemen van bewegende beelden.......... 77
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ................................... 78
Bewegende beelden wissen .................... 79
Knippen van bewegende beelden ........... 80
Bekijken van de beelden op
uw computer
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van Windows ...82
Het USB-stuurprogramma installeren.... 83
De camera aansluiten op de
computer......................................... 84
Beelden kopiëren ................................ 85
Bekijken van de beelden op uw
computer......................................... 87
Beeldbestand-geheugenlocaties en
bestandsnamen ............................... 87
Beeldbestanden bekijken met de camera
nadat ze naar de computer zijn
gekopieerd ...................................... 89
Installeren van "Picture Package" .......89
Beelden kopiëren met
"Picture Package" ...........................91
"Picture Package" gebruiken...............92
Beelden kopiëren naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh........................................93
"ImageMixer VCD2" gebruiken .........94
Verhelpen van storingen
Verhelpen van storingen..........................96
Waarschuwingen en meldingen ............106
Zelfdiagnosefunctie ...............................108
Aanvullende informatie
Aantal beelden dat kan worden opgeslagen
of opnameduur ..............................109
Menuonderdelen....................................110
SET UP-onderdelen...............................115
Voorzorgsmaatregelen ..........................117
Over "Memory Stick"............................119
Over nikkel-metaalhydridebatterijen.....121
Over de batterijlader..............................121
Technische gegevens.............................122
Het LCD-scherm ...................................124
Index
Index......................................................128
NL
7
Onderdelen
Nadere bijzonderheden over de bediening vindt u op de tussen haakjes vermelde bladzijden.
1
qs
2
qd
3
qf
4
5
qg
qh
6
8
9
0
qa
NL
8
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
qj
7
A
B
C
D
E
qk
Q
R
POWER-knop (17)
POWER-lampje (17)
Sluiterknop (25)
Microfoon
Zelfontspanner-lampje (29)/
AF-illuminator (31, 115)
Lens
RESET-toets (96)
Luidspreker
Schroefgang voor statief
Batterijdeksel (13)
OPEN-knop (13)
Flitser (30)
Zoekervenster
Busbeschermdeksel/"Memory
Stick"-deksel
DC IN-aansluitbus (16)
A/V OUT (MONO)-aansluitbus
(39)
Toegangslampje (20)
DC IN-aansluitbusbeschermdop
(16)
• Gebruik een statief met een schroeflengte van
minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van langere
schroeven kan de camera niet stevig aan het
statief worden bevestigd en kan de camera
beschadigd raken.
1
7
2
8
9
3
Vastmaken van de riem
4
F Regelknop
Menu inschakelen: v/V/b/B/z
(17)/
Menu uitschakelen: / /7/
(30/29/26/28)
Modusdraaiknop "M": Sluitertijd/
diafragmawaarde (51)
G Voor opnemen: Zoomtoetsen (W/
T) (26)
Voor weergeven:
/
(Weergavezoom) toets (63)/
(Index) toets (38)
H Modusdraaiknop (10, 110)
I Oog voor polsriem
J
(USB)-aansluitbus (84)
q;
5
6
A
(Display/LCD aan/uit)-toets
(32)
B Zoeker (32)
Zelfontspanner (29)/
opnamelampje (rood) (25)
AE/AFvergrendellampje
(groen) (25)
C LCD-scherm
Voor informatie over de onderdelen
van het LCD-scherm, zie pagina 124
tot 127.
D MENU-toets (45, 110)
E
(Beeldformaat/Wis)-toets
(21, 41)
(flitserlaad)-lampje
(oranje) (30)
NL
9
Modusdraaiknop
Alvorens uw camera te gebruiken, draait u de modusdraaiknop zodat het gewenste merkteken
naast het POWER lampje staat.
U kunt eenvoudig doeltreffende beelden
opnemen afhankelijk van de scène (blz. 34).
Bovendien kunt u verscheidene
voorgeprogrammeerde opnamestanden met
behulp van menu’s instellen (blz. 45 en
112).
POWER
SET UP (Instellingen)
Hiermee kunt u de instellingen van de
camera veranderen (blz.46 en 115).
(Automatische instelfunctie)
De scherpstelling, belichting en witbalans
worden automatisch ingesteld zodat u
gemakkelijk kunt opnemen. De
beeldkwaliteit is op [Fine] ingesteld
(blz. 46).
P (Geprogrammeerd automatisch
opnemen)
De belichtingsinstellingen worden, net
zoals in de automatische opnamestand,
automatisch ingesteld, maar u kunt
desgewenst de scherpstelling en andere
instellingen veranderen. Bovendien kunt u
verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 45 en 110).
NL
10
M (Opname met handmatige
belichting)
Hiermee kunt u zelf de diafragmawaarde en
de sluitertijd instellen (blz. 51). Bovendien
kunt u verscheidene voorgeprogrammeerde
opnamestanden met behulp van menu’s
instellen (blz. 45 en 110).
(Schemerfunctie)
(Schemer-portretfunctie)
(Kaarslichtfunctie)
(Landschapsfunctie)
(Strandfunctie)
(Zachte-opnamefunctie)
(Opnemen van bewegende
beelden)
Hiermee kunt u bewegende beelden
opnemen (blz. 77).
(Weergave/bewerken)
Hiermee kunt u de stilstaande en de
bewegende beelden weergeven en
bewerken (blz.37 en 67).
Voorbereidingen
Voorbereiden van de batterijen
Toelaatbare batterijen
HR 15/51:HR6 (AA-formaat) nikkelmetaalhydridebatterijen (2)
– NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
– NH-AA-2DA dubbelpak (niet
bijgeleverd), enz.
R6-alkalibatterijen (formaat AA, 2 stuks)
Batterijen die niet kunnen worden
gebruikt
Mangaanbatterijen
Lithiumbatterijen
Nikkel-cadmiumbatterijen
Als u bovenstaande batterijen gebruikt,
kunnen wij de volledige prestaties van de
camera niet garanderen vanwege de
eigenschappen van de camera.
Opmerkingen betreffende het
gebruik van alkalibatterijen
• Alkalibatterijen hebben een kortere levensduur
dan de bijgeleverde nikkelmetaalhydridebatterijen. Het is daarom
mogelijk dat de stroomvoorziening wegvalt
terwijl de indicator van de resterende
batterijlading nog voldoende lading aangeeft.
• De prestaties van de batterij verschillen sterk
afhankelijk van de fabrikant en het type batterij,
en in sommige gevallen kan de levensduur van
de batterij bijzonder kort zijn. Dit geldt met
name bij lage temperaturen en het kan
onmogelijk zijn op te nemen bij temperaturen
lager dan 5 °C.
• Gebruik oude en nieuwe batterijen niet
tezamen.
• Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de
indicator van de resterende batterijlading niet
de juiste informatie aan.
• Als gevolg van de eigenschappen van
alkalibatterijen bestaat er een groot verschil
tussen de beschikbare opnametijd en de
beschikbare weergavetijd. Hierdoor kan de
camera, met de lens uitgeschoven, worden
uitgeschakeld, wanneer u de modusschakelaar
draait. In dat geval vervangt u de batterijen door
nieuwe of laadt u de nikkelmetaalhydridebatterijen op.
Wij adviseren u de bijgeleverde nikkelmetaalhydridebatterijen te gebruiken.
Voorbereidingen
U kunt de onderstaande batterijen in deze
camera gebruiken.
Opladen van de
batterijen
, Plaats nikkelmetaalhydridebatterijen in de
batterijlader (bijgeleverd) en let
daarbij op de richting van de
polen +/–.
• U kunt alkalibatterijen niet opladen met
een batterijlader.
• Zorg ervoor dat u de nikkelmetaalhydridebatterijen, die bij de
camera geleverd werden, oplaadt
alvorens deze te gebruiken.
• Sluit de batterijlader aan op een gemakkelijk
bereikbaar stopcontact in de buurt.
• Zelfs als het CHARGE-lampje niet aan is, is de
batterijlader niet losgekoppeld van de
netspanningsadapter zolang deze in het
stopcontact zit. Als zich een storing voordoet
tijdens het gebruik van de batterijlader, schakelt
u dan de stroom onmiddellijk uit door de
stekker uit het stopcontact te trekken.
NL
11
Oplaadtijd
CHARGE-lampje
2
Naar een
stopcontact
Netsnoer
, Sluit de batterijlader aan op
een stopcontact met behulp
van het netsnoer.
Het CHARGE-lampje gaat branden
wanneer het opladen begint en gaat uit
wanneer het opladen klaar is.
Voor verdere informatie over de
bijgeleverde batterijlader, zie blz. 121.
Verwijderen van de batterijen
Druk het – uiteinde van de batterij omlaag
om het + uiteinde omhoog te laten komen,
en haal vervolgens de batterij eruit.
• Nadat het opladen klaar is, trekt u de stekker
van het netsnoer uit het stopcontact en haalt u
de nikkel-metaalhydridebatterijen uit de
batterijlader.
NL
12
Nikkelmetaalhydridebatterijen
Oplaadtijd
NH-AA-DA × 2 (bijgeleverd)
circa 6 uur
Dit geeft de tijd aan om geheel lege nikkelmetaalhydridebatterijen op te laden met
behulp van de bijgeleverde batterijlader in
een omgeving met een kamertemperatuur
van 25 °C.
• Het duurt ongeveer 6 uur om de batterijen
volledig op te laden. Het is mogelijk dat het
CHARGE-lampje langer dan 6 uur blijft
branden, maar dit duidt niet op een defect.
• Als u de batterijlader gebruikt die bij de
STAMINA "Quick charge" set (niet
bijgeleverd) werd geleverd, zullen de batterijen
sneller worden opgeladen.
Oplaadtijd
Als u twee nikkel-metaalhydridebatterijen
oplaadt: circa 2 uur en 30 minuten
Als u vier nikkel-metaalhydridebatterijen
oplaadt: circa 5 uur
Opmerkingen over de nikkelmetaalhydridebatterijen
• Ten tijde van de aankoop, of nadat de
nikkel-metaalhydridebatterijen
gedurende lange tijd niet zijn gebruikt,
is het mogelijk dat ze niet volledig
opgeladen worden. Dit is een kenmerk
van dit type batterijen en duidt niet op
een defect. Als dit gebeurt, kunt u het
probleem oplossen door de batterijen
herhaaldelijk volledig op te gebruiken
en vervolgens op te laden.
• Als de polen van de nikkelmetaalhydridebatterijen vuil zijn, is het
mogelijk dat de batterijen niet goed worden
opgeladen. Maak de polen van de batterijen en
de contactpunten van de batterijlader af en toe
schoon door deze met een droge doek af te
vegen.
• Bewaar de nikkel-metaalhydridebatterijen altijd
in de bijgeleverde batterijendoos. Anders
kunnen metalen voorwerpen de + en –
uiteinden kortsluiten, wat kan leiden tot
verhitting of brand.
• Zelfs als nikkel-metaalhydridebatterijen niet
worden gebruikt, zullen ze met de tijd
geleidelijk hun lading verliezen. Wij adviseren
u de batterijen op te laden vlak voordat u ze
gaat gebruiken.
Plaatsen van de batterijen
* Het "geheugeneffect" duidt op een situatie
waarin de capaciteit van de batterij tijdelijk is
verlaagd.
• Om de batterijen volledig op te gebruiken, zet u
de camera in de diavoorstellingsfunctie
(blz. 64) en laat u deze zo staan totdat de
batterijen volledig leeg zijn.
• Trek de uitwendige afdichtingslaag er niet af en
beschadig de batterijen niet. Gebruik nooit
batterijen waarvan de afdichtingslaag
gedeeltelijk of geheel is verwijderd, of
batterijen die op een of andere manier zijn open
gemaakt. Hierdoor kunnen lekkage, explosie of
warm worden van de batterijen ontstaan en
bovendien kunnen brandwonden en ander letsel
worden veroorzaakt. Hierdoor kan een storing
in de batterijlader worden veroorzaakt.
Voorbereidingen
• Als u nikkel-metaalhydridebatterijen oplaadt
voordat u de aanwezige lading volledig hebt
opgebruikt, kan de waarschuwingsindicatie
voor zwakke batterijen eerder dan verwacht
verschijnen. Dit heet het "geheugeneffect".*
Als dit probleem zich voordoet, kunt u het
alleen oplossen door de batterijen pas op te
laden nadat de aanwezige lading volledig is
opgebruikt.
1
2
, Open het batterijdeksel.
, Plaats de batterijen.
Druk op V op de OPEN knop en schuif deze
in de richting van de pijl om het deksel te
openen.
Lijk de + en – polen van de batterijen uit
met de + en – merktekens binnenin het
batterijvak.
• Van tijd tot tijd moet u al het vuil van de
batterijpolen en de aansluitpunten aan de
binnenkant van het binnendeksel met een droge
doek afvegen. Huidvet en ander vuil op de
polen van de batterijen en de contactpunten
kunnen de levensduur van de batterijen in
belangrijke mate verkorten.
NL
13
Batterij-restladings-indicatie
(bij gebruik van nikkelmetaalhydridebatterijen)
Naar mate de lading minder wordt tijdens
het gebruik van de batterij, geeft de batterijrestladings-indicatie de resterende
batterijlading aan door middel van de
volgende symbolen.
3
, Sluit het batterijdeksel.
Druk de batterijen omlaag met behulp van
het deksel en sluit het deksel stevig met een
klik.
Verwijderen van de batterijen
Houd de camera vast met het batterijdeksel
omhoog gericht, open vervolgens het
batterijdeksel en haal de batterijen eruit.
• Wees voorzichtig dat u de batterijen niet laat
vallen tijdens het openen of sluiten van het
batterijdeksel.
NL
14
BatterijRichtlijnen voor de
restlading resterende batterijlading
sindicatie
Voldoende batterijlading
resteert
Batterij is half vol
Batterij zwak, het opnemen/
weergeven zal spoedig
stoppen.
Vervang de huidige batterijen
door volledig opgeladen
batterijen, of laad de huidige
batterijen op.
(De waarschuwingsindicatie
knippert.)
• Als het LCD-scherm uit staat, drukt u op
om het in te schakelen.
• Het is mogelijk dat deze informatie niet juist
wordt aangegeven vanwege de omstandigheden
waaronder de camera wordt gebruikt en de
toestand van de batterijlading, of vanwege de
omgeving.
• Bij gebruik van alkalibatterijen geeft de
indicator van de resterende acculading niet de
juiste informatie aan. Bovendien verschillen de
prestaties sterk afhankelijk van de fabrikant en
het type batterij, en kan de stroomvoorziening
wegvallen terwijl de indicator van de resterende
batterijlading nog voldoende lading aangeeft.
In dat geval vervangt u de batterijen door
nieuwe of laadt u de nikkelmetaalhydridebatterijen op.
• Als de netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
wordt gebruikt, wordt de batterij-restladingsindicatie niet getoond.
De tabel geeft bij benadering het aantal beelden
(en de bijbehorende levensduur van de batterijen)
aan dat kan worden opgenomen/bekeken wanneer
u beelden opneemt in de normale functie met
volledig opgeladen batterijen (bijgeleverd) bij een
temperatuur van 25 °C. Bij het aantal beelden dat
kan worden opgenomen of bekeken, is rekening
gehouden met het verwisselen van de
bijgeleverde "Memory Stick" indien
noodzakelijk. De werkelijke aantallen kunnen
lager zijn al naar gelang de omstandigheden.
• Het batterijvermogen wordt minder naarmate u
de batterij meer gebruikt en naarmate de tijd
verstrijkt (blz. 121).
Opnemen van stilstaande
beelden
Onder gemiddelde omstandigheden1)
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
Beeld- LCDAantal Levensduur
formaat scherm beelden van batterij
(min.)
Aan
Circa 340 Circa 170
5M
Uit
Circa 580 Circa 290
Aan
Circa 340 Circa 170
VGA
(E-Mail) Uit
Circa 580 Circa 290
R6-alkalibatterijen
(AA-formaat, 2 stuks, niet
Beeld- bijgeleverd)
formaat LCDAantal Levensduur
scherm beelden van batterij
(min.)
Aan
Circa 70 Circa 35
5M
Uit
Circa 150 Circa 75
Aan
Circa 70 Circa 35
VGA
(E-Mail) Uit
Circa 150 Circa 75
• Bij gebruik van Sony alkalibatterijen
1)
Opnemen in de volgende situaties:
– De
(P. Quality) is ingesteld op [Fine].
– Als u iedere 30 seconden eenmaal opneemt
– Als de zoom beurtelings tussen de uiterste Wen T-kant omschakelt
– Als de flitser iedere twee keer eenmaal afgaat
– Als de stroom iedere tien keer eenmaal aan en
uit gaat
– Wanneer [AF Mode] op [Single] staat
De meetmethode is gebaseerd op de CIPAnorm. (CIPA: Camera & Imaging Products
Association)
Bekijken van stilstaande
beelden2)
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
Aantal
Levensduur
beelden van batterij
(min.)
5M
Circa 6800 Circa 340
VGA(E-Mail) Circa 6800 Circa 340
2) Weergeven
van enkelvoudige beelden op
volgorde met tussenpozen van drie seconden
Opnemen van bewegende
beelden3)
NH-AA-DA (2) (bijgeleverd)
LCD-scherm aan LCD-scherm uit
Circa 170 min.
Circa 240 min.
3)
Voorbereidingen
Aantal beelden dat kan worden
opgenomen/weergegeven en
levensduur van de batterij
Continu bewegende beelden opnemen met
beeldformaat [160]
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen/
weergegeven en de levensduur van de batterij
worden korter onder de volgende
omstandigheden:
– Wanneer de omgevingstemperatuur laag is
– Wanneer de flitser wordt gebruikt
– Wanneer de camera veelvuldig in- en
uitgeschakeld wordt
– Wanneer de zoom veelvuldig wordt gebruikt
– Wanneer [LCD Backlight] is ingesteld op
[Bright] in de SET UP instellingen
– Wanneer [AF Mode] is ingesteld op
[Monitor] in de SET UP instellingen
– Wanneer de batterij zwak is
Beeldformaat
NL
15
Gebruik van de netspanningsadapter
2 Naar het
stopcontact
1
Netspanningsadapter
Gelijkstroom- (niet
bijgeleverd)
stekker
DC IN-aansluitbusbeschermdop
, Open de DC INbusbeschermdop en sluit de
netspanningsadapter AC-LS5
(niet bijgeleverd) aan op de DC
IN-aansluitbus van uw camera.
Sluit de gelijkstroomstekker aan met het v
merkteken in de richting van de voorkant
van de camera.
• Zorg ervoor dat u de
netspanningsadapter AC-LS5 gebruikt.
Andere netspanningsadapters kunnen
niet worden gebruikt met deze camera.
• Sluit de netspanningsadapter aan op een
makkelijk bereikbaar muurstopcontact in de
buurt. Indien er zich tijdens het gebruik van de
adapter een of ander probleem voordoet, trek
dan de stekker onmiddellijk uit het stopcontact.
NL
16
1
2
Netsnoer
, Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter en
vervolgens op een stopcontact
in de muur.
• Nadat het opladen klaar is haalt u de
netspanningsadapter uit de DC IN-aansluitbus
van de camera en trekt u de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact.
• Het apparaat is niet losgekoppeld van de
netspanning zolang de stekker nog in het
stopcontact zit, ook niet als het apparaat zelf
uitgeschakeld is.
Gebruik van de camera
in het buitenland
Spanningsbronnen
U kunt uw camera in ieder land of gebied
gebruiken met de batterijlader (bijgeleverd)
of de netspanningsadapter AC-LS5 (niet
bijgeleverd) tussen 100 V tot 240 V
wisselspanning van 50 of 60 Hz. Als de
stekker van de adapter niet in het
stopcontact [b] past, moet u een in de
handel verkrijgbaar verloopstuk [a]
gebruiken.
BC-CS2A/CS2B
• Gebruik geen elektronische transformator
(reisadapter) omdat deze een defect kan
veroorzaken.
In- en uitschakelen van de camera
Gebruik van de
regelknop
POWER-knop
POWER-lampje
, Druk op POWER.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en de camera is nu ingeschakeld. Wanneer
u de camera voor het eerst inschakelt,
verschijnt het Clock Set-scherm (blz. 18).
Uitschakelen van de camera
Druk opnieuw op POWER. Het POWERlampje dooft en de camera is nu
uitgeschakeld.
• Laat het lensgedeelte van de camera
niet gedurende een lange tijd
uitgeschoven staan terwijl de batterijen
eruit gehaald zijn, de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd)
losgekoppeld is, enz., omdat hierdoor
een storing kan optreden.
• Als u de camera inschakelt terwijl de
modusschakelaar in een andere stand staat dan
SET UP of
, of als u op de RESET toets
drukt, verschuift de lens. Raak het lensgedeelte
niet aan wanneer deze in werking is.
Wanneer u de camera tijdens het opnemen
of bekijken of tijdens het uitvoeren van SET
UP gedurende circa drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de batterij te sparen. De
automatische uitschakelfunctie treedt alleen
in werking als de camera op batterijen
werkt. In de volgende situaties zal de
camera ook niet automatisch worden
uitgeschakeld.
• Wanneer u bewegende beelden bekijkt
• Wanneer u een diavoorstelling weergeeft
• Wanneer u aansluit op de (USB) of
A/V OUT (MONO) aansluiting
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
SELECT
Setup 2
Voorbereidingen
Automatische
uitschakelingsfunctie
POWER
File Number:
USB Connect:
1
Video Out:
OK
Clock Set:
Cancel
Om de huidige instellingen van de camera
te veranderen, roept u het menu of het SET
UP-scherm (blz. 46) op en gebruikt u de
regelknop om de veranderingen te maken.
Voor instelling van een menuonderdeel,
drukt u op v/V/b/B op de regelknop, om
het gewenste onderdeel en instelling te
kiezen, en de instelling te realiseren. Voor
instelling van de SET UP-onderdelen, drukt
u op v/V/b/B op de regelknop om het
gewenste onderdeel en instelling te kiezen
en druk daarna op z om de instelling te
realiseren.
NL
17
De datum en tijd instellen
Modusdraaiknop
Clock Set
Clock Set
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
POWER
2004 / 1 /
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 11 / 11
12 : 00
OK
AM
Cancel
12 : 00
OK
AM
AM
Cancel
POWER-knop
2
1
, Zet de modusdraaiknop op
.
• Om de datum en tijd te
veranderen, zet u de
modusschakelaar op SET UP,
kiest u [Clock Set] in
(Setup 2)
(blz. 46 en 116) en voert u de
procedure vanaf stap 3 uit.
2
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M,
,
, ,
,
,
,
of
.
NL
18
, Druk op POWER om de camera
in te schakelen.
Het POWER-lampje (groen) gaat branden
en het Clock Set-scherm verschijnt op het
LCD-scherm.
3
, Kies de gewenste
datumweergave met v/V op de
regelknop en druk daarna op
z.
U hebt de keuze uit [Y/M/D] (jaar/maand/
dag), [M/D/Y] (maand/dag/jaar) en [D/M/
Y] (dag/maand/jaar).
• Indien de oplaadbare knoopbatterij (blz. 118),
die de stroom levert voor het opslaan van de
tijdinformatie, ooit bijna leeg raakt, zal
opnieuw het Clock Set-scherm verschijnen.
Wanneer dit gebeurt, moet u de datum en tijd
opnieuw instellen door te beginnen bij stap 3
hierboven.
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2004 / 1 /
1
12 : 00
2005 / 1 /
OK
AM
Cancel
4
, Kies het onderdeel (jaar,
maand, dag, uur of minuut) dat
u wilt instellen met b/B op de
regelknop.
Het onderdeel dat u wilt instellen, wordt
aangegeven met v/V.
1
Y/M/D
M/D/Y
D/M/Y
2005 / 1 /
10 : 00
OK
AM
Cancel
5
, Stel de numerieke waarde in
met v/V op de regelknop en
druk daarna op z om de
ingestelde waarde te
bevestigen.
Nadat het cijfer is ingevoerd, gaat v/V naar
het volgende onderdeel. Herhaal stap 4 en
5 totdat alle onderdelen zijn ingesteld.
1
10 : 30
OK
AM
Cancel
Voorbereidingen
Clock Set
Clock Set
Clock Set
6
, Kies [OK] met B op de
regelknop en druk daarna op
z.
De datum en tijd worden ingevoerd en de
klok begint te lopen.
• Om de instelling van de datum en tijd te
annuleren, kiest u [Cancel] met v/V/b/B op de
regelknop en daarna drukt u op z.
• Indien u bij stap 3 [D/M/Y] hebt gekozen,
wordt de tijd aangegeven volgens het 24urensysteem.
• Middernacht wordt aangegeven met 12:00 AM,
en midden op de dag met 12:00 PM.
NL
19
Opnemen van stilstaande beelden
Plaatsen en verwijderen van een "Memory Stick"
Kant met
aansluitingen
1
, Open het deksel van de
aansluiting/"Memory Stick".
• Voor verdere informatie over "Memory Stick",
zie blz. 119.
2
Etiketzijde
, Breng de "Memory Stick" aan.
Steek een "Memory Stick" helemaal naar
binnen zoals aangegeven totdat deze
vastklikt.
• Duw de "Memory Stick" helemaal naar binnen
zodat deze stevig vastzit in de aansluiting. Als
de "Memory Stick" niet juist in de camera is
geplaatst, kan het onmogelijk zijn de beelden
op de "Memory Stick" op te nemen of weer te
geven.
NL
20
3
Toegangslampje
, Sluit het deksel van de
aansluiting/"Memory Stick"
totdat deze dichtklikt.
Verwijderen van een "Memory Stick"
Open het deksel van de aansluiting/
"Memory Stick" en duw vervolgens tegen
de "Memory Stick" zodat deze naar buiten
springt.
• Wanneer het toegangslampje brandt,
neemt de camera op of leest deze een
beeld. In deze situatie mag u de
"Memory Stick" nooit verwijderen en
nooit het apparaat uitschakelen. De
gegevens kunnen beschadigd worden.
Instellen van het formaat van stilstaand beeld
Modusdraaiknop
5M
5M
5M
3:2
3M
1M
VGA (E-Mail)
Image Size
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M,
,
, ,
,
of
.
2
, Druk op
3M
1M
1M
VGA (E-Mail)
Image Size
3
(Beeldformaat).
Het Image Size-instelmenu wordt
afgebeeld.
• Voor verdere informatie over het beeldformaat,
zie blz. 22.
, Kies het gewenste
beeldformaat met v/V op de
regelknop.
Opnemen van stilstaande beelden
3:2
Het beeldformaat is nu ingesteld.
Nadat u klaar bent met het maken van
instellingen, drukt u op
(Beeldformaat) zodat het instelmenu Image
Size van het LCD-scherm verdwijnt.
• De instelling van het beeldformaat die u hier
kiest blijft behouden, zelfs nadat u de camera
uitschakelt.
NL
21
Beeldformaat en -kwaliteit
Korte beschrijving van het beeldformaat
Onderstaande tekening geeft een overzicht van het beeldformaat met een maximuminstelling
en een minimuminstelling aan.
640
1944
NL
Grootte weergave: VGA (E-Mail)
Beeldformaat: VGA
640 pixels × 480 pixels=307.200 pixels
Voorbeelden m.b.t. beeldformaat
Beeldformaat
5M1) (2592×1944)
Aanwijzingen voor gebruik
Groter
2)
3:2 (2592×1728)
• Voor het opslaan van belangrijke beelden, afdrukken
op A4-formaat, of afdrukken van A5-formaat beelden
met een hoge resolutie
3M (2048×1536)
1M (1280×960)
VGA (E-Mail)
(640×480)
1)
2)
22
Grootte weergave: 5M
Beeldformaat: 5M
2592 pixels × 1944 pixels=5.038.848 pixels
2592
480
U kunt het beeldformaat (aantal
beeldpunten) en de beeldkwaliteit
(compressieverhouding) kiezen aan de hand
van het soort beelden dat u wilt opnemen.
Het beeldformaat wordt aangegeven door
het aantal pixels (beeldpunten) (horizontaal
× verticaal), waaruit een beeld is
opgebouwd. Bijvoorbeeld, een
beeldformaat van 5M (2592×1944) geeft
aan dat er horizontaal 2592 pixels en
verticaal 1944 pixels zijn. Hoe talrijker het
aantal pixels, des te groter het beeldformaat.
U kunt kiezen uit Fine (hoge) beeldkwaliteit
of Standard (normale) beeldkwaliteit. Bij
elk wordt een andere mate van
comprimeren gebruikt.
Als u Fine kiest, wordt de beeldkwaliteit
verhoogd bij vergroting van het
beeldformaat, echter de gegevensopslag
wordt ook vergroot wat betekent dat u
minder beelden kunt opslaan op de
"Memory Stick". Raadpleeg de tabel aan de
rechterzijde en kies het beeldformaat en de
beeldkwaliteit dat geschikt is voor het soort
beelden dat u wilt opnemen.
• Voor het afdrukken op briefkaartformaat
Kleiner
• Voor het opnemen van een groot aantal beelden
• Voor het verbinden van beelden aan e-mailberichten,
of voor het maken van een homepage
De fabrieksinstelling is [5M]. Dit is de hoogste beeldkwaliteit op deze camera.
De beelden worden opgenomen in dezelfde 3:2 beeldverhouding als fotopapier, briefkaarten, enz.
Voorbeelden m.b.t. beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit
(Mate van comprimeren)
Gebruiksadvies
Minimaal comprimeren • Voor opnamen of afdrukken met een betere beeldkwaliteit
(ziet er beter uit)
Standard
Maximaal comprimeren
(normaal)
• Voor het opnemen van een groot aantal beelden
Het aantal beelden dat op een "Memory Stick" bewaard kan worden 3)
Het aantal beelden dat kan worden opgeslagen in de instelling Fine (Standard)4) wordt
hieronder aangegeven.
(Eenheden: aantal beelden)
Capaciteit
16MB
32MB
64MB
128MB
MSX256
MSX512
MSX-1G
5M
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3:2
6
(11)
12
(23)
25
(48)
51
(96)
92
(174)
188
(354)
384
(723)
3M
10
(18)
20
(37)
41
(74)
82
(149)
148
(264)
302
(537)
617
(1097)
1M
24
(46)
50
(93)
101
(187)
202
(376)
357
(649)
726
(1320)
1482
(2694)
VGA (E-Mail)
97
(243)
196
(491)
394
(985)
790
(1975)
1428
(3571)
2904
(7261)
5928
(14821)
Beeldformaat
3)
4)
Opnemen van stilstaande beelden
Fine
• Wanneer beelden die zijn opgenomen met
eerdere Sony modellen worden weergegeven op
deze camera, kan het display anders zijn dan
het werkelijke beeldformaat.
• Wanneer de beelden op het LCD-scherm van de
camera worden bekeken, zijn ze allemaal even
groot.
• Het aantal opneembare beelden kan variëren,
afhankelijk van de opname-omstandigheden.
• Wanneer het aantal resterende beelden om op te
nemen hoger is dan 9.999, verschijnt de
">9999" indicatie op het LCD-scherm.
• Het formaat van de beelden kunt u later
veranderen (Beeldformaat-instelfunctie,
blz. 68).
Wanneer [REC Mode] op [Normal] staat.
Het aantal beelden dat in andere modi bewaard kan worden, staat vermeld op blz. 109.
Voor verdere informatie over de instelling van de beeldkwaliteit (compressieverhouding), zie blz. 46.
NL
23
Basisopname van stilstaande beelden — met automatische regeling
Op de juiste manier de camera
vasthouden
Modusdraaiknop
1
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Wees voorzichtig tijdens het opnemen van
beelden met de camera dat uw vingers niet
de lens, zoeker, flitser, microfoon of het
zelfontspanner-lampje/AF-illuminator
(blz. 8) blokkeren.
NL
24
• De lensafdekking gaat open wanneer de camera
wordt ingeschakeld.
• Raak het lensgedeelte niet aan terwijl de
camera in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer u
op POWER drukt om de camera in te schakelen
of wanneer de zoomfunctie werkt (blz. 26).
• Deze camera kan nieuwe mappen aanmaken en
mappen selecteren om op de "Memory Stick"
op te slaan (blz. 47).
2
, Houd de camera stevig met
beide handen vast en
positioneer het onderwerp in
het midden van het
scherpstelframe.
• De minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp is ongeveer 50 cm. Om
onderwerpen op te nemen die zich dichterbij
bevinden, gebruikt u de close-up (macro)opnamefunctie (blz. 28).
• Het frame aangegeven op het LCD-scherm laat
het instelbereik van de scherpstelling zien (AFbereikzoeker, blz. 48).
Automatische scherpstelling
VGA FINE 101
VGA
3
30 F2.8
AE/AF
vergrendelingsindicatie
Knippert groen t Is aan
, Houd de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt.
De pieptoon klinkt, maar het beeld is nog
niet opgenomen. Wanneer de AE/AFvergrendelingsindicatie stopt met
knipperen en continu gaat branden, is de
camera gereed voor opname.
(Het LCD-scherm kan een fractie van een
seconde bevroren worden, afhankelijk van
het onderwerp.)
• Als u de sluiterknop loslaat, wordt het opnemen
geannuleerd.
• U kunt verder gaan met opnemen, zelfs als de
camera geen pieptoon laat horen, maar er wordt
dan niet goed scherpgesteld.
S AF
4
, Druk de sluiterknop volledig in.
De sluiter maakt een geluid. Het beeld
wordt vastgelegd op de "Memory Stick".
Wanneer het opnamelampje (blz. 9) uit
gaat, kunt u het volgende beeld opnemen.
• Als de camera op batterijen werkt en u de
camera enige tijd niet gebruikt tijdens opnemen
of weergeven, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om batterijlading te sparen
(blz. 17).
Wanneer u probeert een onderwerp op te
nemen waarop moeilijk scherpgesteld kan
worden, gaat de AE/AFvergrendelingsindicatie langzaam
knipperen. Bovendien klinkt de pieptoon
van de AE-vergrendelingsfunctie niet.
Onder de volgende omstandigheden bestaat
de kans dat de automatische scherpstelling
niet werkt. In dergelijke gevallen dient u de
sluiterknop los te laten, een nieuwe
compositie van het beeld te maken en de
scherpstelling opnieuw te regelen.
• Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera en te donker.
• Er is te weinig contrast tussen het
onderwerp en de achtergrond.
• Het onderwerp bevindt zich achter glas,
zoals een raam.
• Een snel bewegend onderwerp.
• Het onderwerp reflecteert of heeft een
glanzende afwerking, zoals een spiegel of
een lichtgevend lichaam.
• Een flitsend onderwerp.
• Een onderwerp met tegenlicht.
Er zijn twee automatische
scherpstellingsfuncties: "AFbereikzoekerframe" waarbij scherpstelling
plaats vindt d.m.v. de positie en de grootte
van het onderwerp, en de "Automatische
scherpstelling" waarmee de begintijd en
stoptijd van de scherpstelling ingesteld
wordt. Zie blz. 48 voor verdere informatie.
Opnemen van stilstaande beelden
S AF
101
95
96
NL
25
Controleren van het laatst
opgenomen beeld — Quick Review
VGA
101
8/8
Review
Gebruik van de zoomfunctie
W (groothoekopnamen)
VGA
T
W
T (teleopnamen)
101
96
VGA
T
W
S AF
101-0029
101
96
5.0
1.1
S AF
2005 1 1 10:30PM
RETURN
, Druk op b (7) op de regelknop.
Om terug te keren naar de normale
opnamemodus, drukt u zachtjes op de
sluiterknop of drukt u opnieuw op b (7).
Het wissen van een foto die op het
LCD-scherm weergegeven wordt
1 Druk op
(Wissen).
2 Kies [Delete] met v op de regelknop en
druk daarna op z.
Het beeld wordt gewist.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
NL
26
, Druk op de zoomknoppen om
de gewenste zoomstand voor
de opname te kiezen.
Minimale scherpstelafstand tot het
onderwerp
Circa 50 cm van het lensoppervlak
• Het lensgedeelte beweegt wanneer de
zoomfunctie in werking is. Raak het
lensgedeelte niet aan wanneer dit in werking is.
• U kunt tijdens het opnemen van bewegende
beelden de zoomvergroting niet
veranderen(blz. 77).
Zoom
Uw camera is uitgerust met zoomfuncties
die het beeld vergroten door middel van
optisch zoomen en twee soorten digitale
bewerking. U kunt het type digitalezoomfunctie kiezen uit slimmezoomfunctie en precizie-digitalezoomfunctie. Als de digitale zoom is
ingesteld, schakelt de zoomfunctie om van
optische zoom naar digitale zoom wanneer
de zoomvergrotingsfactor hoger wordt dan
3×.
Voor gebruik van alleen de optische zoom,
moet [Digital Zoom] op [Off] gezet worden
in de SET UP instellingen (blz. 115). In dat
geval verschijnt het digitale-zoomgebied
niet op de zoom-vergrotingsindicatie op het
LCD-scherm, en is de maximale
zoomvergrotingsfactor 3×. De
vergrotingsmethode en de
zoomvergrotingsfactor verschillen
afhankelijk van het beeldformaat en de
soort zoomfunctie. Kies daarom de
zoomfunctie aan de hand van het doel van
de opname.
Als u op de zoomknop drukt verschijnt de
indicator van de zoomverhouding als volgt
op het LCD-scherm.
• De indicator van de zoomverhouding verandert
al naar gelang het type zoom.
– Optische zoom:
– Slimme-zoomfunctie:
– Precizie digitale zoom:
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet
tijdens het gebruik van de digitale zoom. De
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
m
Slimme-zoomfunctie
Optische zoom
Slimmezoomfunctie
Beeldformaat Maximale
zoomvergrotingsfactor
3M
3.8×
1M
6.1×
VGA (E-Mail)
12×
Precizie digitale zoom
Optische zoom
Precizie digitale
zoom
Alle beeldformaten worden vergroot tot een
maximum van 6×. Met deze functie kunt u
een bepaald deel van het beeld uitknippen
en vergroten, maar de beeldkwaliteit
verslechtert. Om precizie digitale zoom in
te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Precision] gezet worden in de SET UPinstellingen (blz. 115).
Opnemen van stilstaande beelden
Zoomvergrotingsindicatie
Het beeld wordt nagenoeg zonder
vervorming vergroot. Hiermee kunt u
slimme zoom gevoelsmatig hetzelfde
gebruiken als optische zoom. Om slimme
zoom in te stellen, moet [Digital Zoom] op
[Smart] gezet worden in de SET UP
instellingen (blz. 115). Bij aankoop van de
camera, staat deze ingesteld op slimme
zoom.
De maximale zoomvergrotingsfactor hangt
als volgt af van het gekozen beeldformaat.
m
De W-kant van deze lijn betreft het optische
zoomgebied en de T-kant van deze lijn
betreft het digitale zoomgebied
Slimme zoom kan niet worden
gebruikt wanneer het beeldformaat
is ingesteld op [5M] of [3:2]. Stel dus
een ander beeldformaat in als u
slimme zoom wilt gebruiken. Bij
aankoop van de camera, staat het
beeldformaat ingesteld op [5M].
• Wanneer u de slimme-zoomfunctie gebruikt,
kan het beeld op het LCD-scherm er grof uit
zien. Dit verschijnsel heeft echter geen effect
op het opgenomen beeld.
• U kunt slimme zoom niet gebruiken in de Multi
Burst-functie.
NL
27
Opnemen van close-ups — Macro
VGA
101
VGA
S AF
S AF
2
1
De close-up (macro)-opnamefunctie wordt
gebruikt bij het inzoomen op onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Door de zoom
helemaal naar de W-kant te brengen, kunt u
onderwerpen opnemen op een afstand van
minimaal slechts 6 cm. De minimale
scherpstelafstand verschilt afhankelijk van
de zoomvergroting. Daarom bevelen wij
aan op te nemen met de zoom helemaal naar
de W-kant gebracht.
Wanneer de zoom helemaal naar de
W-kant is gebracht:
Circa 6 cm van het lensoppervlak
Wanneer de zoom helemaal naar de
T-kant is gebracht:
Circa 30 cm van het lensoppervlak
NL
28
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op B ( ) op de
regelknop.
Op het LCD-scherm verschijnt
indicatie).
101
95
96
(macro-
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M,
,
,
of
.
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Terugkeren naar de normale
opname-modus
Druk opnieuw op B ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
Gebruik van de zelfontspanner
VGA
VGA
101
FINE
S AF
S AF
1
, Zet de modusdraaiknop op
en druk op V ( ) op de
regelknop.
De
indicatie (zelfontspanner-indicatie)
verschijnt op het scherm.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M,
,
, ,
,
,
of
.
101
96
96
30 F2.8
2
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Opnemen van stilstaande beelden
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie moet u het LCD-scherm
gebruiken. Wanneer u opneemt met
gebruikmaking van de zoeker, kan het bereik
dat zichtbaar is in de zoeker verschillen van het
werkelijke opnamebereik. Dit komt door de
parallax.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de scherpte-diepte zeer
gering en het kan voorkomen dat op het gehele
onderwerp is scherpgesteld.
• Tijdens het opnemen in de close-up (macro)opnamefunctie wordt de snelheid van de
automatische scherpstelling lager om
nauwkeuriger scherp te kunnen stellen op
onderwerpen dichtbij.
Het zelfontspannerlampje (blz. 8) knippert
en een pieptoon klinkt nadat u op de
sluiterknop hebt gedrukt totdat de
zelfontspanner in werking treedt (ongeveer
na 10 seconden).
Om de zelfontspanner halverwege
de procedure uit te schakelen
Druk opnieuw op V ( ) op de regelknop.
De
indicatie verdwijnt van het LCDscherm.
• Indien u de sluiterknop indrukt terwijl u vóór
de camera staat, is de kans aanwezig dat de
scherpstelling en de belichting niet correct
worden geregeld.
NL
29
Een flitsmodus kiezen
VGA
101
96
S AF
, Zet de modusdraaiknop op
en druk herhaaldelijk op v ( )
op de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.
Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.
NL
30
Geen indicatie (Automatisch): De
flitser gaat automatisch af wanneer u beelden
opneemt op een donkere plaats of tegen een
lichtbron in. De fabrieksinstelling is Auto.
(Altijd flitsen): De flitser gaat altijd af,
ongeacht de helderheid van de omgeving.
SL (Langzame synchro): De flitser
gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.
(Niet flitsen): De flitser gaat niet af.
• Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, M,
,
of
.
• De aanbevolen opnameafstand met gebruik van
de flitser is ongeveer 0,2 m tot 3,5 m (W)/0,3 m
tot 2,5 m (T) (Wanneer [ISO] is ingesteld op
[Auto] in de menu-instellingen).
• De flitser gaat twee keer af. De eerste keer is de
voorflits, die gebruikt wordt om de hoeveelheid
flitslicht in te stellen en de tweede keer is de
eigenlijke flits, waarbij de opname plaats vindt.
• De helderheid van de flitser kunt u, met
(Flash Level) bij de menu-instellingen, regelen
(blz. 58). (U kunt de intensiteit van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op
staat.)
• Wanneer u de SL (langzame synchro)- of
(niet flitsen)-gebruikt, wordt de sluitertijd
langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.
• Tijdens het opladen van de flitser knippert het
(flitserlaad)-lampje. Wanneer het laden is
voltooid, gaat het lampje uit.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
Opnemen van beelden met
tegenlicht
Als u in de automatische instelfunctie
opneemt met tegenlicht, zal de flitser
automatisch afgaan, zelfs als er voldoende
licht rondom het onderwerp is (daglichtsynchro).
Voor flitsen
Tijdens flitsen
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden is
het mogelijk dat met daglicht-synchro niet het
gewenste effect wordt verkregen.
• Wanneer u de flitser niet wilt gebruiken, stelt u
de flitserfunctie in op
(niet flitsen).
Beelden opnemen met de AFilluminator
Zet in de SET UP-instellingen (blz. 115)
[Red Eye Reduction] op [On]. De
indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat vóór het opnemen af om het
rode-ogeneffect te verminderen.
De AF-illuminator levert vullicht om
gemakkelijker op een onderwerp in een
donkere omgeving te kunnen scherpstellen.
De ON indicatie verschijnt op het LCDscherm en de AF-illuminator werpt rood
licht uit wanneer de sluiterknop halverwege
ingedrukt is totdat de scherpstelling is
vergrendeld.
VGA FINE 101
96
ON
m
S AF
• Wanneer de afstand van de scherpstellingvoorkeuze is ingesteld (blz. 50), werkt de AFverlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De
of
indicaties knipperen en de
automatische scherpstelling werkt met
voorrang op onderwerpen dicht bij het midden
van de zoeker.
• Het hulplicht voor automatisch scherpstellen
werkt niet wanneer de modusschakelaar in de
stand
of
staat.
• De AF-illuminator zendt zeer helder licht uit.
Ofschoon de veiligheid niet in het gedrang kan
komen, wordt het niet aangeraden om van
dichtbij rechtstreeks in het hulplicht voor
automatisch scherpstellen te kijken.
Opnemen van stilstaande beelden
Voorkomen dat de ogen van
het onderwerp rood worden
30 F2.8
Als deze functie niet nodig is, stelt u [AF
Illuminator] in op [Off] op het SET UPscherm (blz. 115).
• Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor vermindering van het rodeogeneffect niet altijd het gewenste resultaat
opleveren.
• Als [Red Eye Reduction] is ingesteld op [On],
gaat de flits twee keer of vaker af.
• Als de AF-illuminator het onderwerp niet
voldoende raakt of als het onderwerp
onvoldoende contrast heeft, kan niet worden
scherpgesteld. (Een afstand van maximaal 3,5
m (W) en 2,5 m (T) wordt aanbevolen.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AFilluminator het onderwerp bereikt, zelfs als het
rode licht iets buiten het midden van het
onderwerp valt.
NL
31
Beelden opnemen met de zoeker
Zoeker
Histogram aan
(Histogram aan Beeldinformatie kan ook worden
afgebeeld tijdens weergave.)
VGA
101
96
S AF
r
Indicaties uit
De zoeker is handig voor het geval u
acculading wilt besparen of wanneer het
moeilijk is het beeld te bepalen op het LCDscherm.
Bij elke druk op
, verandert de indicatie
in de hierna aangegeven volgorde.
S AF
r
LCD-scherm uit
r
Indicaties aan
VGA
101
96
S AF
NL
32
• Het beeld op de zoeker geeft niet het werkelijk
opneembare bereik aan. Dit komt door de
parallax. Om het opneembare bereik te bepalen
gebruikt u het LCD-scherm.
• Net als met de AE/AF-vergrendelings-indicatie
op het LCD-scherm, wanneer het AE/AFvergrendellampje van het zoekergedeelte stopt
met knipperen en aan blijft, kunt u beginnen
met het opnemen (blz. 25).
• Wanneer het LCD-scherm wordt uitgeschakeld:
– De digitale-zoomfunctie werkt niet (blz. 27).
– [AF Mode] staat op [Single] (blz. 49).
– en u op (flitserfunctie)/
(zelfontspannerfunctie)/
(macrofunctie)
drukt, zal het beeld gedurende ongeveer twee
seconden op het LCD-scherm worden
afgebeeld zodat u de instelling kunt
controleren of veranderen.
• Tijdens het opnemen/weergeven van
bewegende beelden veranderen de
aanduidingen op het LCD-scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t Indicaties
aan.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 124.
• Een uitvoerige beschrijving van de histogram
vindt u op blz. 55.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
De datum en tijd opnemen op een stilstaand beeld
Camera
2
Camera
Single
Smart
Off
Off
Auto
Off
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Camera
Day&Time
Date
Off
1
2
SELECT
1
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
• De datum en tijd worden niet opgenomen in de
Multi Burst-functie.
• Wanneer opnamen worden gemaakt met de
datum en tijd erop geprojecteerd, kunnen de
datum en tijd later niet meer worden
verwijderd.
• De datum en tijd verschijnen niet op het LCDscherm tijdens het opnemen; in plaats daarvan
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm. De huidige datum en tijd worden in het
rood, alleen tijdens weergave, in de rechter
benedenhoek getoond.
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Single
Smart
Day&Time
Off
Auto
Off
PAGE SELECT
2
, Kies
(Camera) met v op de
regelknop en druk daarna op
B.
Kies [Date/Time] met v/V en
druk daarna op B.
3
, Kies de instelling van de datum
en tijd met v/V op de regelknop
en druk daarna op z.
Opnemen van stilstaande beelden
1
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Day&Time: Datum, uur en minuten
worden op het beeld geprojecteerd.
Date: Jaar, maand en dag worden op het
beeld geprojecteerd.
Off: Datum en tijd worden niet op het beeld
geprojecteerd.
Wanneer u klaar bent met instellen, zet u de
modusdraaiknop op
en maakt u de
opname.
• U kunt ook opnamen maken als de
modusschakelaar op P, M,
,
, ,
,
of
ingesteld is.
• Indien u [Date] kiest, wordt de datum in de
volgorde die werd gekozen bij "De datum en
tijd instellen" (blz. 18) op het beeld
geprojecteerd.
• Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.
NL
33
Opnemen in overeenstemming met de situatie
U kunt opnamen met een beter resultaat
maken door een toepasselijke opnamestand
te kiezen en daarna op de sluiterknop te
drukken.
Schemerfunctie
Hiermee kunt u nachtelijke scènes opnemen
vanaf grote afstand zonder de atmosfeer van
de donkere omgeving te verliezen. De
sluitertijd wordt langer, dus is het gebruik
van een statief aan te bevelen.
Schemer-portretfunctie
Geschikt voor het maken van
portretopnamen op donkere plaatsen. Voor
het maken van scherpe opnamen van
mensen op donkere plaatsen, zonder dat
daarbij de donkere sfeer van de omgeving
verloren gaat. De sluitertijd wordt langer,
dus is het gebruik van een statief aan te
bevelen.
Kaarslichtfunctie
U kunt opnamen maken op feestjes,
kerkdiensten en andere scènes met
kaarslicht, zonder de ambiance van het
kaarslicht te verstoren. De sluitertijd wordt
langer, dus is het gebruik van een statief aan
te bevelen.
Landschapsfunctie
Om alleen de achtergrond scherp te laten
uitkomen, zoals voor landschapsopnamen,
enz.
NL
34
Strandfunctie
VGAFINE 101
Modusdraaiknop
98
S AF
1
Zachte-opnamefunctie
Met deze modus kunt u huidskleur
opnemen met heldere en warme tinten
waardoor uw opnamen mooier worden.
Daarnaast geeft het zachtescherpstellingseffect een vriendelijke
atmosfeer aan uw portretten van mensen,
bloemen, enz.
, Zet de modusdraaiknop op
, ,
,
of .
2
,
, Zorg dat het onderwerp zich
midden in het frame bevindt.
Houd de sluiterknop
halverwege ingedrukt om
scherp te stellen en druk
daarna de sluiterknop
helemaal omlaag.
Opnemen van stilstaande beelden
Bij het opnemen van scènes aan zee of langs
het meer, wordt met deze functie de blauwe
kleur van het water duidelijk opgenomen.
NL
35
Combinaties voor iedere stand van de modusdraaiknop
Lange sluitertijd NR
Als u opneemt met de modusdraaiknop in de stand ,
, ,
,
of
, ligt de
combinatie van functies, zoals de flitserfunctie, van tevoren vast om de optimale instellingen
voor de scène te verkrijgen. Zie onderstaande tabel.
De lange sluitertijd-functie NR (lange
sluitertijd) vermindert de ruis op de
opnamen, zodat heldere beelden verkregen
worden. Bij een sluitertijd van 1/6 of langer,
stelt de camera automatisch de functie "NR
slow shutter" in werking en de aanduiding
"NR" verschijnt bij de aanduiding van de
sluitertijd.
Functie
Modusdraaiknop
Macro
AFScherpBurst/Multi
Flitsmodus bereikzoe- stelling- Witbalans
Burst
kerframe voorkeuze
—
a
SL
—
a
a
—
a
a
Auto
—
Center AF
0.5m/1.0m/
3.0m/7.0m
/
a
a
a
a
/
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
—
Druk de sluiterknop
volledig in.
—
r
Capturing
Daarna wordt het scherm
zwart.
• Met a wordt aangeduid dat de functie naar uw wens ingesteld kan worden.
r
Processing
Tenslotte, nadat
"Processing" is uit
gegaan, is het beeld
opgenomen.
• Om de invloed van trillingen te elimineren, is
het gebruik van een statief aan te bevelen.
• Wanneer een lange sluitertijd is ingesteld, kan
de verwerking enige tijd duren.
NL
36
Bekijken van stilstaande beelden
Beelden bekijken op het LCD-scherm van
uw camera
Enkel scherm
(enkelbeeld)
Index-scherm (met
negen beelden)
Individuele beelden
bekijken
Index-scherm (met
zestien beelden)
VGA
101
8/9
VGA
101
8/9
BACK/NEXT
101-0008
BACK/NEXT
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
1
De beelden die u met de camera hebt
opgenomen, kunt u bijna onmiddellijk
bekijken op het LCD-scherm. Voor het
bekijken van beelden hebt u de keuze uit de
volgende drie methoden.
Enkel scherm (enkelbeeld)
U kunt de beelden één voor één bekijken
waarbij elk beeld het gehele scherm vult.
Index-scherm (met negen/zestien
beelden)
Op het scherm worden negen of zestien
beelden tegelijk weergegeven, met elk
beeld in een apart vakje op het LCDscherm.
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
• Voor verdere informatie over het bekijken van
bewegende beelden, leest u blz. 78.
• Een uitvoerige beschrijving van de indicaties
vindt u op blz. 126.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
Het laatst opgenomen beeld in de gekozen
opnamemap (blz. 62) verschijnt op het
LCD-scherm.
Bekijken van stilstaande beelden
101-0008
NL
37
Een indexscherm bekijken (met negen/zestien beelden)
VGA
101
101-0003
BACK/NEXT
3/9
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
• SINGLE DISPLAY
• SINGLE DISPLAY
2
, Kies het gewenste stilstaande
beeld met b/B op de
regelknop.
b : Om het vorige beeld te tonen
B : Om het volgende beeld te tonen
NL
38
, Druk eenmaal op
(index).
, Druk tweemaal op
(index).
Het display schakelt over naar het indexscherm (met negen beelden).
Het display schakelt over naar het indexscherm (met zestien beelden).
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Om het volgende (vorige) indexscherm weer te geven
Druk op v/V/b/B op de regelknop om het
gele frame omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts te verplaatsen.
Terugkeren van het negen-beeldenindexscherm naar het
enkelbeeldscherm
Druk eenmaal op de T-zoomtoets of druk op
z op de regelknop.
Terugkeren van het zestien-beeldenindexscherm naar het
enkelbeeldscherm
Druk tweemaal op de T-zoomtoets of druk
op z op de regelknop.
Beelden bekijken op een TV-scherm
VGA
101
1
A/V-verbindingskabel
, Sluit de A/V-aansluitkabel
(bijgeleverd) aan op de A/V
OUT (MONO) aansluiting van
de camera en de audio/videoingangsaansluitingen van de
televisie.
Als uw TV is uitgerust met stereoingangsaansluitbussen, sluit u de
audiostekker (zwart) van de audio/videoaansluitkabel aan op de linker audioaansluitbus.
101-0002
BACK/NEXT
2
TV/Video-schakelaar
, Schakel de TV in en zet de TV/
Video-schakelaar op "Video".
• De naam en locatie van deze schakelaar kan per
TV verschillend zijn. Voor verdere informatie
leest u de gebruiksaanwijzingen van de TV.
2005 1 1 10:30PM
VOLUME
3
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop om het
gewenste beeld te kiezen.
Bekijken van stilstaande beelden
Naar de A/V OUT
(MONO)
aansluiting
2 /9
• Wanneer u uw camera in het buitenland
gebruikt, kan het noodzakelijk zijn om het
video-uitgangssignaal aan te passen aan dat van
uw TV-systeem (blz. 116).
• Schakel zowel uw camera als de TV uit
alvorens u de camera en de TV aansluit met de
A/V-verbindingskabel.
NL
39
Beelden bekijken op een TV-scherm
Als u beelden op een TV-scherm wilt
weergeven hebt u een TV nodig met een
video-ingangsaansluitbus en een audio/
video-aansluitkabel (bijgeleverd).
Het kleursysteem van de TV moet
overeenstemmen met dat van uw digitale
stilbeeldcamera. Raadpleeg de
onderstaande lijsten:
NTSC-systeem
Bahama’s, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filippijnen, Jamaica,
Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika,
Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, VS,
enz.
PAL-systeem
Australië, België, China, Denemarken,
Duitsland, Finland, Hongarije, Hongkong,
Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland,
Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore, Slowakije,
Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd
Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
NL
40
PAL-M-systeem
Brazilië
PAL-N-systeem
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem
Bulgarije, Frankrijk, Guiana, Irak, Iran,
Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Stilstaande beelden wissen
Beelden wissen
VGA
101
101-0002
BACK/NEXT
101
VOLUME
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
101
Delete
Exit
BACK/NEXT
BACK/NEXT
2
, Druk op
2/9
3
(Wissen).
Het beeld is nu nog niet gewist.
• U kunt een beveiligd beeld niet wissen
(blz. 67).
, Kies [Delete] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Access" verschijnt en het
beeld is gewist.
Stilstaande beelden wissen
, Zet de modusdraaiknop op
en schakel de camera in.
Druk op b/B op de regelknop
om het beeld te kiezen dat u
wilt wissen.
2/9
Delete
Exit
2005 1 1 10:30PM
1
VGA
VGA
2/9
Doorgaan en andere beelden wissen
Geef het beeld dat u wilt wissen weer met
b/B op de regelknop. Kies vervolgens
[Delete] met v en druk daarna op z.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met V op de regelknop en druk
daarna op z.
NL
41
Beelden wissen in de index-modus (met negen beelden/met zestien beelden)
Delete
Exit
Delete
Select
All In This Folder
1
, Terwijl er een index-scherm
(met negen/zestien beelden)
(blz. 38) wordt weergegeven,
drukt u op
(Wissen).
• Merk op dat het niet mogelijk is gewiste
beelden te herstellen.
Exit
Select
All In This Folder
2
, Kies [Select] met b/B op de
regelknop en druk daarna op
z.
SELECT
TO NEXT
3
, Kies een te wissen beeld met
v/V/b/B op de regelknop en
druk daarna op z.
De
(Wissen) indicatie wordt op het
gekozen beeld afgebeeld. Het beeld is nu
nog niet gewist. Herhaal deze stap voor alle
beelden die u wilt wissen.
• Om een keuze te annuleren, kies de foto, druk
daarna nogmaals op de z van de regelknop,
zodat de indicatie
verdwijnt.
NL
42
Formatteren van
een "Memory Stick"
Delete
Exit
OK
, Druk op
(Wissen) en kies
[OK] met B op de regelknop, en
druk daarna op z.
De mededeling "Access " wordt afgebeeld
en beelden met de
indicator zijn gewist.
Om het wissen te annuleren
Kies [Exit] met b op de regelknop en druk
daarna op z.
1
, Plaats de "Memory Stick" die u
wilt formatteren in de camera.
• De term "formatteren" betekent het
voorbereiden van een "Memory Stick" op het
opnemen van beelden. Dit proces wordt ook
"initialiseren" genoemd.
• De "Memory Stick" die met uw camera
geleverd werd en de in de handel verkrijgbare
"Memory Stick" zijn al geformatteerd en
kunnen gelijk gebruikt worden.
• U moet zich realiseren, dat bij het
formatteren van een "Memory Stick",
alle gegevens op de "Memory Stick"
permanent gewist worden. Beveiligde
beelden worden ook gewist.
Stilstaande beelden wissen
4
Wissen van alle beelden in de map
Kies [All In This Folder] met B op de
regelknop in stap 2 en druk daarna op z.
Kies [OK] en druk daarna op z. Alle nietbeveiligde beelden in de map worden
gewist. Om te stoppen met wissen, kiest u
[Cancel] en drukt u daarna op z.
NL
43
Modusdraaiknop
Memory Stick Tool
Format
OK
Format:
Create REC. folder: Cancel
Change REC. folder:
All data will be erased
1
Ready?
OK
Cancel
2
2
, Zet de modusdraaiknop op
SET UP en schakel de camera
in.
3
, Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V op de regelknop.
Kies [Format] met B en druk
daarna op B.
Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Annuleren van het formatteren
Kies [Cancel] met V op de regelknop en
druk daarna op z.
NL
44
4
, Kies [OK] met v op de
regelknop en druk daarna op
z.
De melding "Formatting" verschijnt.
Wanneer deze melding verdwijnt is het
formatteren klaar.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Aanwijzingen voor
instelling en
bediening van uw
camera
Hieronder worden de menu’s en onderdelen
van het SET UP-scherm beschreven zoals
die vaak worden gebruikt.
De menu-instellingen
wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op
P, M, , , ,
,
, ,
of
.
,
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
Modusdraaiknop
0EV
0EV
WB
ISO
• De weergegeven onderdelen verschillen per
instelling van de modusschakelaar.
c Druk op b/B op de regelknop
om het onderdeel te kiezen dat
u wilt instellen.
MENU
Regelknop
• Een uitvoerige beschrijving van de
modusdraaiknop vindt u op blz. 10.
De gekozen instelling wordt vergroot
en de instelling wordt ingevoerd.
Bij het verschijnen van de
aanduiding v boven of de
aanduiding V onder het
onderdeel
Sommige onderdelen worden niet op het
scherm getoond. Druk op v/V op de
regelknop om deze onderdelen zichtbaar te
maken.
Om de menuweergave uit te
schakelen
Druk opnieuw op MENU.
• Grijs afgebeelde instellingen kunnen niet
worden gekozen.
• Voor een gedetailleerde beschrijving van de
menu-onderdelen leest u blz. 110.
400
200
100
Auto
ISO
WB
ISO
• Als de modusdraaiknop is ingesteld op
,
druk op z op de regelknop na keuze van het
onderdeel.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
EV
d Druk op v/V op de regelknop
om de gewenste instelling te
kiezen.
NL
45
De onderdelen van het SET
UP-scherm wijzigen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
Het SET UP-scherm verschijnt.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
Kwaliteit van het
stilstaand beeld
kiezen
U kunt de kwaliteit van het stilstaand beeld
kiezen uit [Fine] of [Standard].
Single
Modusdraaiknop
Smart
Off
Off
Auto
Off
SELECT
b Druk op v/V/b/B op de
regelknop om het onderdeel te
kiezen dat u wilt instellen.
De omframing van het gekozen
onderdeel verandert in geel.
1
Setup 2
File Number:
USB Connect:
OK
Video Out:
Cancel
Clock Set:
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
of .
c Druk op z op de regelknop om
de instelling in te voeren.
Om de SET UP-schermweergave
uit te schakelen
Zet de modusdraaiknop in een willekeurige
stand behalve SET UP.
NL
46
• Een uitvoerige beschrijving van de SET UP
vindt u op blz. 115.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(P. Quality) met b/B,
en kies daarna de gewenste
beeldkwaliteit met v/V.
Fine
FINE
Standard
P.Quality
WB
ISO
Een map aanmaken of
kiezen
Modusdraaiknop
De opnamemap veranderen
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V, [Create REC. Folder]
met B/v/V en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
b Kies
(Memory Stick Tool)
met v/V, [Change REC. Folder]
met B/V, en [OK] met B/v, en
druk vervolgens op z.
Het map-aanmaakscherm verschijnt.
Create REC. Folder
Creating REC. folder 102MSDCF
Ready?
OK
Cancel
Het opnamemap-keuzescherm
verschijnt.
Select REC. Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 0
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
OK
Cancel
c Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
Een nieuwe map wordt aangemaakt
met een nummer volgend op het
hoogste nummer in de "Memory
Stick" en deze map wordt de
opnamemap.
MENU
Regelknop
• Maximaal 4.000 beelden kunnen in een map
worden opgeslagen. Wanneer de capaciteit van
de map is opgebruikt, wordt automatisch een
nieuwe map aangemaakt.
Het aanmaken van een map
annuleren
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
• Nadat u een nieuwe map hebt aangemaakt, kunt
u de nieuwe map niet wissen met de camera.
• De beelden worden opgeslagen in de nieuw
aangemaakte map totdat een andere map wordt
aangemaakt of gekozen.
BACK/NEXT
c Kies met b/B de gewenste
map en [OK] met v en druk
daarna op z.
Het veranderen van de
opnamemap annuleren
Kies [Cancel] bij stap 2 of 3.
• U kunt de map "100MSDCF" niet kiezen als de
opnamemap (blz. 87).
• Het beeld wordt opgeslagen in de nieuw
gekozen map. U kunt de beelden niet
verplaatsen naar een andere map met deze
camera.
Voorafgaand aan geavanceerde bedieningen
Uw camera kan meerdere mappen
aanmaken in een "Memory Stick". U kunt
de map kiezen waarin de opgenomen
beelden worden bewaard (opnamemap).
Wanneer u niet een nieuwe map aanmaakt,
wordt de map "101MSDCF" gekozen als de
opnamemap.
U kunt mappen aanmaken tot en met
"999MSDCF".
Een nieuwe map aanmaken
NL
47
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Een automatische
scherpstellingsmethode
kiezen
Een scherpstelbereikzoekerframe kiezen
— AF-bereikzoeker
Multipoint AF (
U kunt het AF-frame van de bereikzoeker
en de AF-functie instellen.
AF-bereikzoekerframe
Hiermee kunt u de plaats, waarop scherp
gesteld moet worden, in overeenstemming
met de positie en grootte van het onderwerp
kiezen.
AF-functie
Hiermee kunt u de begintijd en stoptijd van
de scherpstelling instellen.
Modusdraaiknop
)
De camera berekent in vijf gebieden, links,
rechts, boven, onder en in het midden van
het beeld, de afstand, zodat u, zonder
zorgen over de beeldcompositie, de
automatische scherpstelling kunt
gebruiken. Deze functie is handig wanner
het lastig is om scherp te stellen op een
onderwerp, dat zich niet in het midden van
de zoeker bevindt. U kunt de positie
controleren waarop werd scherpgesteld met
behulp van het groene frame.
De fabrieksinstelling is Multipoint AF.
Midden-AF (
)
Deze functie is handig voor het
scherpstellen op een onderwerp dat zich bij
het midden van de zoeker bevindt. Gebruik
deze tezamen met de AF-vergrendelfunctie
om de gewenste beeldcompositie te kunnen
opnemen.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
,
of .
b Druk op MENU.
MENU
NL
48
Regelknop
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B, kies
daarna [Multi AF] of [Center
AF] met v/V.
De scherpstelling wordt automatisch
geregeld. De kleur van het AFbereikzoekerkader verandert van wit
naar groen.
Multipoint AF
VGAFINE 101
P
98
AFbereikzoeker
frame
S AF
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
Midden-AF
VGAFINE 101
P
98
AFbereikzoeker
frame
S AF
Indicatie van AF-frame
van bereikzoeker
• Wanneer u een film opneemt en Multipoint AF
kiest, wordt de afstand tot het midden van het
scherm bepaald als een gemiddelde, zodat de
automatische scherpstelling zelfs bij een
bepaalde mate van trillingen nog werkt. AFbereikzoekerframe is
. Midden-AF stelt
automatisch alleen scherp op het gekozen
frame, dus dit is handig als u alleen wilt
scherpstellen op het onderwerp waarop u richt.
• Als u de digitale zoom of de AF-illuminator
gebruikt, wordt met voorrang scherpgesteld op
onderwerpen dicht bij of in het midden van het
frame. In dit geval gaan de aanduidingen
of
branden en het AF-bereikzoekerframe
wordt niet getoond.
• De keuze van het AF-bereikzoekerframe is
beperkt overeenkomstig de stand van de
modusdraaiknop (blz. 36).
Een
scherpstellingsmethode
kiezen
— AF-functie
Enkelvoudige-AF (S A F )
AF-bewaking ( M A F )
Door deze functie wordt de tijdsduur,
benodigd voor scherpstelling, korter. De
camera stelt automatisch scherp voordat de
sluiterknop tot halverwege wordt ingedrukt
en vastgehouden, zodat u beelden kunt
samenstellen die al zijn scherpgesteld.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het acculadingverbruik kan hoger zijn dan in
de enkelvoudige-AF-functie.
b Kies
(Camera) met v, [AF
Mode] met B/v, kies de
gewenste functie met B/v/V,
en druk daarna op z.
Camera
1
2
AF Mode:
Digital Zoom:
Date/Time:
Red Eye Reduction:
AF Illuminator:
Auto Review:
xSingle
Monitor
• Wanneer u opneemt met behulp van de zoeker
en met het LCD-scherm uitgeschakeld, werkt
de camera in de enkelvoudige-AF-functie.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Deze functie is handig bij het opnemen van
stilstaande onderwerpen. Er wordt niet
scherpgesteld voordat de sluiterknop tot
halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Wanneer de sluiterknop tot halverwege
ingedrukt wordt gehouden en de AFvergrendeling voltooid is, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
De fabrieksinstelling is enkelvoudige-AF.
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
NL
49
Opnametechnieken
Als u opneemt met het onderwerp aan de rand
van het frame, of als u Midden-AF gebruikt,
kan de camera scherpstellen op het midden in
plaats van op het onderwerp aan de rand van
het frame. In dergelijke gevallen gebruikt u
AF-vergrendeling om op het onderwerp scherp
te stellen, stelt u het beeld opnieuw samen en
neemt u het op.
Stel het beeld zodanig samen dat het
onderwerp zich binnen de AF-bereikzoeker
bevindt en druk de sluiterknop tot halverwege
in.
Wanneer de indicatie van de AE/AFvergrendeling stopt met knipperen en aan blijft,
keert u terug naar het volledig samengestelde
beeld en drukt u de sluiterknop helemaal in.
VGA
P
FINE
101
98
De afstand tot het
onderwerp instellen
— Scherpstelling vooraf
F2.8 30
S AF
AF-bereikzoekerframe
AE/AF-vergrendelingsindicatie
m
VGAFINE 101
P
Wanneer u een beeld opneemt met een
eerder ingestelde afstand tot het onderwerp,
of wanneer u een onderwerp opneemt door
een net of een ruit, is het moeilijk goed
scherp te stellen met behulp van de
automatische scherpstelling. In dergelijke
gevallen is het gebruik van de
scherpstelling-voorkeuzefunctie handig.
98
Modusdraaiknop
S AF
F2.8 30
• Wanneer u AF-vergrendeling gebruikt kunt u
een onderwerp scherpgesteld opnemen, zelfs
als het aan de rand van het frame ligt.
• U kunt het beeld met AF-vergrendeling
samenstellen voordat u de sluiterknop
volledig indrukt.
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
,
of .
b Druk op MENU.
NL
50
Het menu verschijnt.
c Kies 9 (Focus) met b/B en
kies daarna met v/V de
afstand tot het onderwerp.
U hebt de keuze uit de volgende
afstandsinstellingen.
0.5m, 1.0m, 3.0m, 7.0m,
(oneindige afstand)
3.0m
1.0m
1.0m
0.5m
Center AF
Multi AF
Focus
WB
ISO
— Handmatige belichting
Hiermee kunt u zelf de sluitertijd en de
diafragmawaarde instellen.
Het verschil tussen de ingestelde waarde en
de toepasselijke belichting, berekend door
de camera, wordt op het LCD-scherm
afgebeeld als de EV-waarde (blz. 54). Met
0EV wordt de waarde aangeduid die het
meest geschikt is voor de camera.
Modusdraaiknop
Kies [Multi AF] of [Center AF] bij stap 3.
• De scherpstellingsinformatie is bij benadering
en dient uitsluitend als richtwaarde.
• Als u de lens op en neer beweegt, wordt de fout
vergroot.
• De keuze van de afstand is beperkt
overeenkomstig de stand van de
modusdraaiknop (blz. 36).
Sluiter
Regelknop
b Druk op z.
De aanduiding "Set" linksonder in het
LCD-scherm verandert naar "Return"
en de camera neemt de functie
handmatige belichting aan.
c Kies een sluitertijd met v/V.
VGA
FINE
Return
SAF
101
98
M
250 F2.8
0 EV
U kunt een sluitertijd van 1/1000 tot 30
seconden kiezen.
Bij een sluitertijd 1/6 of langer,
verschijnt de aanduiding "NR" voor de
indicatie van de sluitertijd en wordt de
NR-lange-sluitertijdfunctie
automatisch in werking gesteld
(blz. 36).
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Terugkeren naar automatische
scherpstelling
a Zet de modusdraaiknop op M.
Opnemen met
handmatige sluitertijd
en diafragma
instellingen
NL
51
d Kies een diafragmawaarde met
b/B.
U kunt, afhankelijk van de
zoompositie, uit twee
diafragmawaarden kiezen.
Wanneer de zoom helemaal naar de Wkant is gebracht: F2.8/F5.6
Wanneer de zoom helemaal naar de Tkant is gebracht: F5.2/F10
VGA
FINE
Return
SAF
101
98
M
200 F2.8
0 EV
e Neem het beeld op.
Het gebruik van de functies
Quick Review, close-up (macro)
of zelfontspanner, of het
veranderen van de functie flitsen
Na stap 4, druk op z om de instelfunctie
handmatige belichting te annuleren. De
aanduiding "Return" verandert naar "Set".
Het annuleren van de functie
handmatige belichting
Zet de modusdraaiknop op een andere stand
dan M.
NL
52
• Sluitertijden van een seconde of langer worden
aangeduid met ["] zoals 1".
• Als de juiste belichting niet kan worden
verkregen nadat de instellingen zijn gemaakt,
knippert de EV waarde op het LCD-scherm als
u de sluiterknop tot halverwege indrukt. U kunt,
in deze situatie, verder gaan met opnemen maar
we raden aan om de instellingen weer te
wijzigen.
• De flitser is ingesteld op (altijd flitsen) of
(niet flitsen).
Belichting
Openen (kleinere F-waarde)
Naast het scherpstellen en andere
instellingen, is het, voor het maken van
goede foto’s, ook belangrijk om de
belichting in te stellen.
Belichting is de hoeveelheid licht die de
CCD van de digitale camera kan
verwerken. Deze waarde verandert en is
afhankelijk van de combinatie van
diafragmawaarde en sluitertijd. Als de
hoeveelheid licht te groot is, wordt het
beeld lichter (wit), en als de hoeveelheid
licht te gering is, wordt het beeld
donkerder. De juiste hoeveelheid licht
wordt aangeduid met "juiste belichting".
De juiste belichting kan gehandhaafd
worden door een kortere sluitertijd te
kiezen bij een kleinere diafragmawaarde, of
een langere sluitertijd bij een grotere
diafragmawaarde.
• Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
• Het scherpte-dieptebereik
wordt kleiner.
De diafragmawaarde geeft de opening van
de lens aan waardoor het licht de camera
binnenkomt. De grootte van de lensopening
wordt de "diafragmawaarde (F-waarde)"
genoemd.
Sluiten (grotere Fwaarde)
• Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
• Het scherptedieptebereik
wordt groter.
Instellen met behulp van de
sluitertijd
De sluitertijd regelt de tijd waarin het licht
de camera binnenkomt.
Juiste belichting
Korter
• Het beeld neigt naar
onderbelichting
(donkerder).
• Bewegende onderwerpen
lijken gestopt.
Langer
• Het beeld neigt naar
overbelichting (lichter).
• Bewegende onderwerpen
lijken te zweven.
Onderbelichting
• De lensopening verkleinen
• Een kortere sluitertijd
instellen
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Instellen met behulp van de
diafragmawaarde
Overbelichting
• De lensopening vergroten
• Een langere sluitertijd
Bij een langere sluitertijd
raden wij het gebruik van een statief aan.
NL
53
Modusdraaiknop
Belichting regelen
Regel de belichting terwijl u de
helderheid van de achtergrond
controleert.
— EV-afstelling
U kunt handmatig de door de camera
gekozen belichting bijstellen. Gebruik deze
functie als het onmogelijk is om de juiste
belichting te verkrijgen, bijvoorbeeld als
het contrast (verschil tussen licht en donker)
tussen onderwerp en achtergrond extreem
groot is.
De compensatiewaarde kan in stappen van
1/3EV ingesteld worden tussen +2,0EV en
–2,0EV.
Om de automatische belichting
opnieuw te activeren
Kies bij stap 4 [0EV].
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
, , ,
,
,
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
Stel een
hogere
waarde (–)
in
Stel een
hogere
waarde (+)
in
(EV) met b.
De waarde van de aangepaste
belichting wordt afgebeeld.
0EV
0EV
EV
WB
NL
54
d Kies de gewenste
belichtingswaarde met v/V.
ISO
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen
onder bijzonder heldere of donkere
omstandigheden, of wanneer u de flitser
gebruikt, kan de belichting niet goed worden
ingesteld.
Een histogram afbeelden
Een histogram is een grafiek die de
helderheid van een beeld weergeeft. Op de
horizontale as staat de helderheid, en op de
verticale as staat het aantal beeldpunten. De
afgebeelde grafiek geeft een donker beeld
aan wanneer deze links hoger is en geeft een
helder beeld aan wanneer deze rechts hoger
is.
U kunt een histogram gebruiken om de
belichting te controleren als het scherm
moeilijk zichtbaar is tijdens opname en
weergave.
Aantal pixels
8M
FINE
101
4
Helderheid
Donker
Helder
0 EV
a Zet de modusdraaiknop op P,
, , ,
,
of .
b Druk op
om het histogram
af te beelden.
c Stel de belichting in aan de
hand van het histogram.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
80
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer de
modusdraaiknop op
of M wordt gezet,
maar u kunt de belichting dan niet instellen.
• Het histogram wordt ook afgebeeld wanneer u
op
drukt terwijl u een enkelvoudig beeld
weergeeft (blz. 37) of tijdens Quick Review
(blz. 26).
• Het histogram wordt niet afgebeeld in de
volgende gevallen:
– Wanneer het menu wordt afgebeeld
– Tijdens het gebruik van weergavezoom
– Bij opname en weergave van bewegende
beelden
•
verschijnt en het histogram wordt in de
volgende gevallen niet getoond:
– Bij opname met digitale zoom
– Wanneer het beeldformaat [3:2] is
– Bij weergave van beelden die met MultiBurst zijn opgenomen
– Wanneer u een stilstaand beeld roteert
• Het histogram vóór het opnemen geeft het
histogram weer van het beeld dat op dat
moment op het LCD-scherm werd afgebeeld.
Een verschil treedt op in het histogram voor en
nadat u op de sluiterknop drukt. Controleer in
dit geval het histogram tijdens de weergave van
een enkele opname, of tijdens Quick Review.
Met name in de volgende gevallen kan een
groot verschil optreden:
– Wanneer de flitser afgaat
– Wanneer de sluitertijd lang of kort is
• Het histogram wordt misschien niet afgebeeld
voor beelden opgenomen op andere camera’s.
NL
55
Opnametechnieken
Bij het maken van opnamen stelt de camera
automatisch de belichting in.
Bij opname van een overheersend wit
onderwerp, bijvoorbeeld een onderwerp met
tegenlicht of een sneeuwscène, kan de camera
vaststellen dat het onderwerp licht is en stelt
dan ook een geringere belichting voor het
beeld in. In zulke gevallen, kan het helpen om
de belichting bij te stellen in de + (plus)
richting.
Bij opname van een beeldvullend donker
onderwerp, kan de camera vaststellen dat het
onderwerp donker is en stelt dan ook meer
belichting voor het beeld in. In zulke gevallen,
kan het helpen om de belichting bij te stellen in
de – (min) richting.
Keuze van de
lichtmeetfunctie
Met de lichtmeetfunctie kunt u kiezen welk
gedeelte van het onderwerp gebruikt moet
worden om door meting de belichting vast
te stellen.
Lichtmeting met meerdere
patronen (geen indicatie)
m
Bijstellen in de – richting
m
Bijstellen in de + richting
Het beeld wordt opgesplitst in meerdere
velden en voor elk veld afzonderlijk wordt
er een lichtmeting verricht. De camera
beoordeelt de positie van het onderwerp en
de helderheid van de achtergrond, en zorgt
op basis daarvan voor een evenwichtige
belichting.
De fabrieksinstelling is lichtmeting met
meerdere patronen.
Puntmeting (
Raadpleeg het histogram en stel dusdanig bij
zodat het beeld niet overbelicht (te licht) of
onderbelicht (te donker) is.
Maak verscheidene foto’s met verschillende
belichtingen om de helderheid naar uw zin te
ontdekken.
NL
56
)
Slechts een klein gedeelte van het
onderwerp wordt gebruikt voor de meting.
Hiermee kunt u opnamen maken van
onderwerpen die niet te donker zijn, zelfs
bij tegenlicht, of de belichting bijstellen van
een onderwerp waarvan het contrast met de
achtergrond groot is.
Modusdraaiknop
d Als u [Spot] heeft gekozen in
stap 3, moet het richtmerk
van de puntmeting, een deel
van het onderwerp, waarvan u
een opname wilt maken, raken.
VGA
FINE
101
98
P
Dradenkruis
van de spot
SAF
MENU
Regelknop
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Metering Mode) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
• Als u, bij gebruik van puntmeting, wilt
scherpstellen op het lichtmeetpunt, wordt de
instelling 9 (Focus) op [Center AF]
aangeraden (blz. 48).
— Witbalans
U kunt de witbalans in overeenstemming
met de opnameomstandigheden instellen.
De natuurlijke kleur van het onderwerp
wordt beïnvloed door de belichtingsomstandigheden. Als u de
belichtingsomstandigheden wilt corrigeren,
of als de kleur van de gehele opname een
beetje onnatuurlijk lijkt, adviseren wij u de
witbalans in te stellen.
Auto (Geen indicatie)
Witbalans automatisch regelen. De
fabrieksinstelling is Auto.
(Daglicht)
Buitenshuis opnemen en opnemen van
nachtelijke scènes, neonverlichting,
vuurwerk of zonsopgang, of opnemen net
voor en na zonsondergang
(Bewolkt)
Opnemen onder een bewolkte lucht
(Fluorescerend)
Opnemen onder een fluorescerende
verlichting
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
,
of
.
250 F2.8
Kleurtinten afstellen
NL
57
(Gloeilamp)
• Plaatsen waar de belichtingsvoorwaarden
snel veranderen
• Bij zeer fel licht, zoals in fotostudio’s
Modusdraaiknop
MENU
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [WB] (White Bal) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
Terugkeren naar automatische
regeling
Kies bij stap 3 [Auto].
58
Het flitserniveau
instellen
— Flitserniveau
U kunt de hoeveelheid flitserlicht instellen.
Modusdraaiknop
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
,
of
.
NL
• Het is mogelijk dat de witbalans-instelfunctie
niet goed werkt onder fluorescerende lampen
die flikkeren, zelfs niet als
(fluorescerend)
is gekozen.
• Wanneer de flitser afgaat, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de [Auto].
• Keuze van de witbalans wordt beperkt door de
scènekeuzefunctie (blz. 36).
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, ,
,
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [ ] (Flash Level) met
b/B en kies daarna met v/V de
gewenste instelling.
+: Dit maakt het flitserniveau hoger
dan normaal.
Normal: Normale instelling.
–: Dit maakt het flitserniveau lager dan
normaal.
Continu opnemen
Deze modus wordt gebruikt voor een
doorlopende opname. Het maximale aantal
foto’s dat u bij een opname kunt schieten, is
afhankelijk van het beeldformaat en de
instellingen van de beeldkwaliteit.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Burst] met
v/V.
d Neem het beeld op.
Als u op de sluiterknop drukt en deze
ingedrukt houdt, zal de camera het
maximale aantal foto’s na elkaar
opnemen. Zodra u de sluiterknop
loslaat, stopt het opnemen op dat punt.
Wanneer "Recording" verdwijnt, kunt
u het volgende beeld opnemen.
Modusdraaiknop
Sluiter
Beeldkwaliteit
Fine
Beeldformaat
MENU
Regelknop
• Als de batterijlading achteruit gaat of de
“Memory Stick” vol is, stopt het opnemen,
zelfs als u de sluiterknop ingedrukt houdt.
a Zet de modusdraaiknop op
P, M,
,
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
5M
9
15
3:2
9
15
3M
13
24
1M
32
59
VGA (E-Mail) 100
,
Standard
100
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Het maximale aantal continu
opgenomen beelden
(Eenheden: beelden)
NL
59
Om terug te keren naar de
normale modus
Kies bij stap 3 [Normal].
• De flitser staat op
(niet flitsen).
• Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt
voor iedere keer dat u op de sluiterknop drukt,
een serie van maximaal vijf beelden
opgenomen.
• Wanneer de modusdraaiknop in de stand M
staat, kunt u geen sluitertijden kiezen van 1/6
seconde of langer.
d Kies M (Interval) met b/B en
kies daarna met v/V het
gewenste frame-interval.
Opnemen in de Multi
Burst-modus
U kunt het frame-interval kiezen uit de
[1/7.5], [1/15] of [1/30].
— Multi Burst
In deze modus worden er bij elke druk op de
sluiterknop 16 frames achter elkaar
opgenomen. Dit is handig om bijvoorbeeld
uw sportprestaties te controleren.
1/7.5
1/15
1/30
1/30
Interval
Mode
Modusdraaiknop
M
PFX
e Neem het beeld op.
Een continue Burst van 16 frames
wordt opgenomen binnen een enkel
frame (beeldformaat 1M).
Sluiter
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
P, M,
,
of .
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [Mode] (REC Mode) met
b/B en kies daarna [Multi
Burst] met v.
NL
60
,
• U kunt de volgende functies niet gebruiken in
de Multi Burst-modus:
– Slimme-zoomfunctie
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als de modusdraaiknop op
staat, wordt het
frame-interval automatisch ingesteld op [1/30].
• Als de modusdraaiknop in de stand M staat,
kunt u de sluitertijd niet langer instellen dan
1/30 seconde.
• Zie blz. 65 om beelden opgenomen in de Multi
Burst-modus weer te geven met behulp van
deze camera.
• Het aantal beelden dat kan worden opgenomen
in de Multi Burst-modus staat vermeld op
blz. 109.
Opnemen met
speciale effecten
Modusdraaiknop
— Beeldeffect
Sluiter
U kunt beelden digitaal bewerken om
speciale effecten tot stand te brengen.
B&W
Het beeld is
monochroom
(zwart-wit).
MENU
Het beeld is sepia,
zoals een oude foto.
a Zet de modusdraaiknop op P,
M, , , ,
,
,
of
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies [PFX] (P. Effect) met b/B
en kies daarna met v/V de
gewenste modus.
d Neem het beeld op.
Om het beeldeffect te annuleren
Kies bij stap 3 [Off].
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
Sepia
Regelknop
NL
61
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
d Kies de gewenste map met
kiezen en
b/B.
Een map
beelden weergeven
Enkelvoudig scherm
VGA
101
9/9
Select Folder
102
2/2
Folder Name:102MSDCF
No. Of Files: 9
Created:
2005 1 1 1::05:34AM
— Map
Kies de map waarin de beelden die u wilt
weergeven zijn opgeslagen.
OK
Cancel
101-0009
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
BACK/NEXT
Modusdraaiknop
Index-scherm (met negen beelden)
e Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
De keuze annuleren
Kies bij stap 5 [Cancel].
• SINGLE
Wanneer meerdere mappen zijn
aangemaakt in de "Memory
Stick"
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Folder) met b en druk
daarna op z.
NL
62
Wanneer het eerste of laatste beeld in de
map wordt weergegeven, verschijnen de
volgende indicaties op het scherm.
: U kunt naar de voorgaande map gaan.
: U kunt naar de volgende map gaan.
: U kunt naar zowel de volgende als
voorgaande map gaan.
DISPLAY
Index-scherm (met zestien beelden)
• SINGLE DISPLAY
• Wanneer er geen beelden zijn opgeslagen in de
map, verschijnt de melding "No file in this
folder".
U kunt een deel van een beeld vergroten tot
vijfmaal het oorspronkelijke formaat. U
kunt het vergrote beeld ook vastleggen als
een nieuw bestand.
Modusdraaiknop
Een beeld vergroten
— Weergavezoom
a Zet de modusdraaiknop in de
stand
.
e Pas het beeldformaat aan met
de / (weergavezoom)
toets.
b Geef het beeld dat u wilt
vergroten weer met b/B.
c Druk op
(weergavezoom)
om op het beeld in te zoomen.
d Selecteer het gewenste deel
van het beeld met v/V/b/B.
Druk op v
Om de weergavezoom uit te
schakelen
Druk op z.
Druk
op b
MENU
Druk
op B
Regelknop
Druk op V
v: Om meer van de bovenkant van het
beeld te zien
V: Om meer van de onderkant van het
beeld te zien
b: Om meer van de linkerkant van het
beeld te zien
B: Om meer van de rechterkant van het
beeld te zien
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Een deel van een
stilstaand beeld
vergroten
• U kunt de weergavezoom niet gebruiken voor
bewegende beelden en Multi Burst-beelden.
• Als u op de
(weergavezoom) drukt terwijl
een niet-vergroot beeld wordt weergegeven,
schakelt het LCD-scherm over op het indexscherm (blz. 38).
• U kunt de beelden die worden weergegeven met
de functie Quick Review (blz. 26) vergroten
door de stappen c t/m e uit te voeren.
NL
63
Een vergroot beeld
vastleggen — Trimmen
a Druk na de weergavezoom op
MENU.
Het menu verschijnt.
b Kies [Trimming] met B en druk
daarna op z.
c Kies het beeldformaat met v/V
en druk daarna op z.
— Diavoorstelling
U kunt de vastgelegde beelden op volgorde
weergeven. Deze functie is handig voor het
controleren van uw beelden of voor
presentaties, enz.
Modusdraaiknop
Het beeld wordt opgenomen en na de
opname verschijnt op het LCD-scherm
weer het beeld met het normale
formaat.
• Het getrimde beeld wordt opgenomen als het
meest recente bestand in de geselecteerde
opnamemap en het oorspronkelijke beeld blijft
behouden.
• De kwaliteit van de getrimde beelden kan iets
lager zijn.
• Een beeldformaat van 3:2 kan niet worden
getrimd.
• Beelden afgebeeld met Quick Review worden
niet getrimd.
Interval
3 sec/5 sec/10 sec/30 sec/1 min
Weergave van
opeenvolgende
beelden
d Kies [Start] met V/B en druk
daarna op z.
De diavoorstelling begint.
Om de instelling van de
diavoorstelling uit te schakelen
Kies bij stap 3 [Cancel].
Om te stoppen met de weergave
van de diavoorstelling
MENU
Druk op z, kies [Exit] met B en druk
daarna opnieuw op z.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Slide) met b/B en
druk daarna op z.
NL
64
Image
Folder: Geeft alle beelden weer in de
geselecteerde map.
All:
Geeft alle beelden weer in de
"Memory Stick".
Repeat
On: Continu herhaalde weergave van
beelden.
Off: Nadat alle beelden zijn
weergegeven, eindigt de
diavoorstelling.
Stel de volgende onderdelen in met v/
V/b/B.
Om tijdens de diavoorstelling
rechtstreeks naar het volgende/
vorige beeld te gaan
Druk op B (volgende) of b (vorige).
• De intervaltijd-instellingen zijn slechts
richtlijnen, dus deze kunnen variëren
afhankelijk van het beeld.
a Zet de modusdraaiknop op
en geef het beeld weer dat u
wilt roteren.
— Roteren
b Druk op MENU.
U kunt een beeld opgenomen in
portretformaat roteren en weergeven in
landschapsformaat.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Rotate) met b/B en
druk daarna op z.
Beelden opgenomen
in de Multi Burstmodus weergeven
U kunt Multi Burst-beelden continu
weergeven of deze frame-voor-frame
weergeven. Deze functie wordt gebruikt om
het beeld te controleren.
d Kies
met v en roteer
vervolgens het beeld met b/B.
e Kies [OK] met v/V en druk
daarna op z.
Modusdraaiknop
Regelknop
Geavanceerd bekijken van stilstaande beelden
Stilstaande beelden
roteren
Stoppen met roteren
Kies bij stap 4 of 5 [Cancel] en druk
daarna op z.
Modusdraaiknop
MENU
Regelknop
• U kunt beveiligde beelden, bewegende beelden
en Multi Burst-beelden niet roteren.
• Beelden die met andere camera’s zijn
opgenomen, kunnen soms niet worden
geroteerd.
• Wanneer u beelden bekijkt op een computer is
het mogelijk dat, afhankelijk van de software,
de informatie van het roteren van het beeld niet
door de computer wordt herkend.
• Wanneer Multi Burst-beelden worden
weergegeven op een computer of op een camera
zonder de Multi Burst-functie, worden de 16
frames die u hebt opgenomen tegelijkertijd
weergegeven als onderdeel van één beeld.
• U kunt het Multi Burst-beeld niet knippen.
NL
65
Continu weergeven
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
M
1M
101
101-0014
PAUSE
a Zet de modusdraaiknop op
Naar de normale weergave
terugkeren
.
b Kies het Multi Burst-beeld met
b/B.
Het gekozen Multi Burst-beeld wordt
continu weergegeven.
14/14
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
Frame-voor-frame
weergeven
VOLUME
Het weergeven pauzeren
Druk op z. Om het weergeven te hervatten,
drukt u nogmaals op z. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
c Druk op z wanneer het
gewenste frame wordt
weergegeven.
"Step" verschijnt.
M
14/14
Step
12/16
101-0014
PLAY
2005 1 1 10:30PM
FRAME BACK/NEXT
VOLUME
d Draai het frame door met b/B.
B: Het volgende frame wordt
afgebeeld. Wanneer u B ingedrukt
houdt, blijven de frames
doordraaien.
b: Het voorgaande frame wordt
afgebeeld. Wanneer u b ingedrukt
houdt, blijven de frames
achterwaarts doordraaien.
NL
66
Opgenomen beelden wissen
Wanneer u deze functie gebruikt, kunt u
niet alleen bepaalde frames wissen.
Wanneer u beelden wist, worden alle 16
frames tegelijkertijd gewist.
1 Geef het gewenste Multi Burst-beeld
weer dat u wilt wissen.
2 Druk op
1M
101
Druk op z in stap 4. Het weergeven
wordt hervat vanaf het frame afgebeeld op
het LCD-scherm.
(Wissen).
3 Kies [Delete] en druk daarna op z.
Alle frames worden gewist.
Stilstaande beelden bewerken
Beelden beveiligen
— Beveiliging
Met deze functie kunt u beelden beveiligen
tegen per ongeluk wissen.
Modusdraaiknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
beveiligen.
Het menu verschijnt.
d Kies - (Protect) met b/B en
druk daarna op z.
Het weergegeven beeld is beveiligd.
De indicatie - (beveiliging)
verschijnt op het beeld.
a Zet de modusdraaiknop op
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies - (Protect) met b/B en
druk daarna op z.
VGA
101
2/9
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
MENU
Regelknop
Protect
Exit
BACK/NEXT
• Merk op dat door de "Memory Stick" te
formatteren alle data in de "Memory Stick"
gewist zullen worden, zelfs als de beelden
beveiligd zijn, en niet kunnen worden hersteld.
• Het beveiligen van de beelden kan enige tijd
duren.
e Om verder te gaan en andere
beelden te beveiligen, kiest u
het gewenste beeld met b/B
en drukt u vervolgens op z.
Stilstaande beelden bewerken
c Druk op MENU.
.
In de index-modus
(met negen/zestien beelden)
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt beveiligen en druk
daarna op z.
De groene indicatie - verschijnt op
het gekozen beeld.
Om de beveiliging te annuleren
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie - verdwijnt.
•
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te beveiligen.
NL
67
c Druk op MENU.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie - wordt wit. De
geselecteerde beelden zijn beveiligd.
Om de beveiligingsfunctie te
verlaten
Kies bij stap 4 de optie [Cancel] of kies bij
stap 8 de optie [Exit] en druk daarna op z.
Om de beveiliging van
afzonderlijke beelden te
annuleren
Beeldformaat
veranderen
Het menu verschijnt.
d Kies
(Resize) met b/B en
druk daarna op z.
— Formaat veranderen
U kunt het formaat van een vastgelegd
beeld veranderen en het gewijzigde beeld
opslaan als een nieuw bestand.
U hebt de keuze uit de volgende formaten:
5M, 3M, 1M, VGA
Ook nadat u het formaat hebt veranderd,
blijft het oorspronkelijke beeld bewaard.
Kies bij stap 5 [Cancel].
• Voor bewegende beelden of Multi Burstbeelden kan het formaat niet worden veranderd.
• Wanneer u van een klein formaat overschakelt
op een groot formaat, gaat de beeldkwaliteit
achteruit.
• Een beeld kan niet naar een beeldformaat van
3:2 worden veranderd.
• Wanneer u het formaat van een beeld van 3:2
verandert, worden de zwarte gedeelten aan de
boven- en onderkant weergegeven op het beeld.
Alle beelden in een map
beveiligen
De beveiliging van alle beelden
in een map annuleren
NL
68
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [Off] en druk
daarna op z.
Het beeld met het nieuwe formaat
wordt opgenomen en opgeslagen in de
opnamemap als het meest recente
bestand.
Om de verandering van het
formaat te annuleren
Modusdraaiknop
Kies het beeld waarvan u de beveiliging
wilt annuleren met v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z. De indicatie - wordt
grijs. Herhaal deze procedure voor alle
beelden waarvan u de beveiliging wilt
annuleren. Druk op MENU, kies [OK] en
druk daarna op z.
Kies bij stap 4 de optie [All In This
Folder] en druk op z. Kies [On] en druk
daarna op z.
e Kies met v/V het gewenste
formaat en druk daarna op z.
MENU
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld
verschijnen waarvan u het
formaat wilt veranderen.
.
Een afdrukmarkering
aanbrengen op
beelden
— Afdrukmarkering (DPOF)
a Zet de modusdraaiknop op
b Laat met b/B het beeld dat u
wilt markeren, verschijnen.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(DPOF) met b/B en
druk daarna op z.
Op het weergegeven beeld wordt de
markering
aangebracht.
VGA
101
Modusdraaiknop
2/9
DPOF
Exit
BACK/NEXT
e Om verder te gaan en andere
beelden te markeren, geeft u
het gewenste beeld weer met
b/B en drukt u vervolgens op
z.
MENU
Regelknop
• Bewegende beelden kunnen niet worden
voorzien van een afdrukmarkering.
• Wanneer u een afdrukmarkering aanbrengt op
beelden die zijn opgenomen in de Multi Burstmodus, worden alle beelden afgedrukt op één
vel dat is onderverdeeld in 16 panelen.
• U kunt het aantal afdrukken niet instellen.
De afdrukmarkering
verwijderen
.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(DPOF) met B en
druk daarna op z.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden bewerken
U kunt stilstaande beelden, opgenomen met
uw camera, markeren om later af te
drukken. Deze functie is handig wanneer u
beelden in een winkel laat afdrukken of zelf
een printer hebt die voldoet aan de DPOF
(Digital Print Order Format) norm of
compatibel is met PictBridge.
In de enkelbeeld-modus
• U kunt de afdrukmarkering
niet
aanbrengen op [All In This Folder].
e Kies het beeld dat u wilt
markeren met v/V/b/B en druk
daarna op z.
De groene markering
op het gekozen beeld.
verschijnt
Druk bij stap 4 of 5 opnieuw op z. De
indicatie
verdwijnt.
•
SELECT
MENU
TO NEXT
NL
69
f Herhaal stap 5 om andere
beelden te markeren.
g Druk op MENU.
h Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De indicatie
wordt wit. Het
aanbrengen van de markering
voltooid.
is
De afdrukmarkering
verwijderen
Kies het beeld waarvan u de markering wilt
verwijderen met v/V/b/B in stap 5 en
druk daarna op z.
Alle markeringen
opheffen
in een map
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [Off] en druk daarna op
z.
Om de functie voor het
aanbrengen van een
afdrukmarkering
te verlaten
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 8
[Exit].
NL
70
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
De camera voorbereiden
Stel de USB-functie in op de camera om de
camera op de printer te kunnen aansluiten.
Modusdraaiknop
Zelfs als u geen computer hebt, kunt u toch
gemakkelijk de beelden die u met deze
camera hebt opgenomen afdrukken, door de
camera aan te sluiten op een PictBridgecompatibel printer. Als voorbereiding hoeft
u alleen de USB-verbinding in te stellen op
het SET UP-scherm en de camera aan te
sluiten op de printer met een USB-kabel.
Door een PictBridge-compatibel printer te
gebruiken, kunt u gemakkelijk het indexblad afdrukken*.
• Wij adviseren u volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd) te
gebruiken om te voorkomen dat de
stroomvoorziening wegvalt tijdens het
afdrukken.
Sluit de (USB) aansluiting van de
camera, met behulp van de bijgeleverde
USB kabel, aan op de USB aansluiting van
de printer en schakel vervolgens de camera
en de printer in.
De camera schakelt over naar de
weergavefunctie, ongeacht de stand van de
modusdraaiknop, en geeft een beeld in de
gekozen weergavemap weer op het LCDscherm.
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
SET UP.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
De camera aansluiten op de
printer
b Kies
(Setup 2) met V en
kies daarna [USB Connect]
met v/V/B.
2
c Kies [PictBridge] met B/v en
druk daarna op z.
Nadat de verbinding
tot stand is gekomen,
verschijnt de
indicatie op het LCDscherm.
1M
101
101-0002
BACK/NEXT
1
Setup 2
File Number:
PictBridge
USB Connect:
PTP
Normal
Video Out:
Clock Set:
2
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Een PictBridge
compatibele printer
aansluiten
2/9
2005 1 1 10:30AM
VOLUME
Printer
De USB modus is nu ingesteld.
NL
71
Wanneer de [USB Connect] niet
ingesteld is op [PictBridge] in de
SET UP-instellingen
Zelfs als u de camera inschakelt, kunt u de
PictBridge-functie niet gebruiken. Maak de
USB kabel los en stel [USB Connect] in op
[PictBridge] (blz. 71).
Beelden afdrukken
U kunt het beeld kiezen en afdrukken. Stel
de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 71 en sluit de printer
aan.
MENU
In de enkelbeeld-modus
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
1M
101
Regelknop
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de
indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
2/9
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity
1
Exit
OK
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met
b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
NL
72
f Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Printing
1/3
Exit
Kies [Date] in stap 5 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
a Druk op
(index) om het
index-scherm (met negen
beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met B en druk
daarna op z.
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 6
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 6 en kies daarna
[Print] met v.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies met v/V/b/B het beeld dat
u wilt afdrukken en druk
daarna op z.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
(USB-kabel niet losmaken)
indicator op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie
.
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
NL
73
g Druk op MENU.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity 1
Exit
OK
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
h Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën met
b/B.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
Van alle gekozen beelden wordt het
ingestelde aantal afgedrukt.
i Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
De beelden worden afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
Printing
2/3
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 9
[Exit].
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Van alle
beelden met de
afdrukmarkering wordt
het ingestelde aantal kopieën afgedrukt,
ongeacht welk beeld wordt weergegeven.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 8 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Index-beelden
afdrukken
U kunt meerdere beelden naast elkaar
afdrukken. Deze functie wordt de indexblad-afdrukfunctie genoemd*. U kunt ook
het ingestelde aantal van hetzelfde beeld
naast elkaar als een index-blad afdrukken
(zie dan "In de enkelbeeld-modus"), of u
kunt een groep beelden kiezen om naast
elkaar af te drukken als een index-blad en
het gewenste aantal kopieën afdrukken (zie
dan "In de index-modus (met negen/zestien
beelden)").
Stel de camera in volgens de procedure
beschreven op blz. 71 en sluit de printer
aan.
* Afhankelijk van de printer is het mogelijk dat
de index-blad-afdrukfunctie niet beschikbaar is.
MENU
Regelknop
Exit
NL
74
• U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
• Als een foutmelding wordt ontvangen van de
aangesloten printer, knippert de
indicatie
gedurende ongeveer vijf seconden. Controleer
de aangesloten printer.
In de enkelbeeld-modus
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met b/B en
druk daarna op z.
d Kies [This image] met v/V en
druk daarna op z.
Het afdruk-instelscherm verschijnt.
1M
101
2/9
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen. U
kunt de indeling van het gekozen
aantal index-bladen kiezen.
g Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
(USB-kabel niet losmaken)
indicator op het LCD-scherm wordt
afgebeeld.
Print
Index
Off
Date
Off
Quantity
1
Exit
OK
• Instelitems die de printer niet ondersteunt,
kunnen niet worden afgebeeld.
e Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
Printing Index
1/1
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 7
[Exit].
Andere beelden afdrukken
Kies het beeld na stap 7. Kies [Print] met
v en herhaal daarna de procedure vanaf
stap 4.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle
beelden met het merkteken
worden
afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 6 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Stilstaande beelden afdrukken (PictBridge-printer)
a Laat met b/B het beeld
verschijnen dat u wilt
afdrukken.
f Kies [Quantity] met v/V en
kies daarna het aantal kopieën
van het beeld dat op het indexblad moet worden afgedrukt
met b/B.
• Het is mogelijk dat, afhankelijk van het aantal
beelden, niet alle beelden op één blad passen.
NL
75
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
h Kies [Index] met v en kies
daarna [On] met b/B.
a Druk op
(index) om het
index-scherm (met negen
beelden) weer te geven.
i Kies [Quantity] met v/V en
kies het aantal kopieën dat u
wilt afdrukken met b/B.
Druk tweemaal op
(index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
c Kies
(Print) met B en druk
daarna op z.
U kunt maximaal 20 kopieën kiezen.
j Kies [OK] met V/B en druk
daarna op z.
Het beeld wordt afgedrukt.
Koppel de USB-kabel niet los terwijl
de
indicatie op het LCD-scherm
wordt afgebeeld.
d Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
e Kies het gewenste beeld met
v/V/b/B en druk daarna op z.
Op het gekozen beeld verschijnt de
indicatie
.
Printing Index
1/3
Exit
Het afdrukken annuleren
Kies bij stap 4 [Cancel] of kies bij stap 0
[Exit].
•
SELECT
MENU
TO NEXT
f Herhaal stap 5 om andere
beelden af te drukken.
NL
76
g Druk op MENU.
Alle beelden met een
afdrukmarkering (DPOF)
afdrukken
Kies bij stap 4 [DPOF image]. Alle
beelden met het merkteken
worden
afgedrukt, ongeacht het weergegeven beeld.
Alle beelden in de map
afdrukken
Kies bij stap 4 [All In This Folder] en druk
daarna op z.
De datum en tijd op beelden
projecteren
Kies [Date] in stap 9 en kies daarna de
datumvorm met b/B. U kunt kiezen uit
[Day&Time] of [Date]. Als u [Date] kiest,
wordt de datum ingevoegd in de volgorde
ingesteld in "De datum en tijd instellen"
(blz. 18).
Afhankelijk van de printer is het mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is.
Bewegende beelden
d Druk de sluiterknop volledig
in.
Opnemen van
bewegende beelden
U kunt met uw camera bewegende beelden
met geluid opnemen.
"REC" verschijnt op het scherm en de
camera begint met de opname van het
beeld en geluid.
STD
640
101
REC 00:00:02[00:10:48]
Modusdraaiknop
Sluiter
• Het opnemen stopt wanneer de
"Memory Stick" vol is.
Indicaties tijdens het opnemen
Regelknop
a Zet de modusdraaiknop op
b Druk op
.
(Beeldformaat).
Het beeldformaat-instelmenu wordt
afgebeeld.
c Kies het gewenste formaat met
v/V.
U kunt kiezen uit [640(Fine)],
[640(Standard)] en [160].
• [640(Fine)] kan alleen worden opgenomen op
"Memory Stick PRO".
De indicaties op het scherm worden niet
mee opgenomen.
Bij iedere druk op
verandert de status
van het LCD-scherm als volgt: Indicaties
uit t LCD-scherm uit t Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 125.
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 29.
en volg de
• Tijdens het opnemen van bewegende beelden
kunt u de volgende functies niet gebruiken:
– De vergrotingsfactor veranderen
– Flitser
– De datum en tijd projecteren
• Als u het beeldformaat instelt op [640(Fine)]
terwijl u de kabel aansluit op de A/V OUT
(MONO) aansluiting, wordt het onderwerp niet
weergegeven op het LCD-scherm. Het LCDscherm wordt blauw.
• Zie blz. 109 voor de opnametijd in iedere
opnamefunctie.
Bewegende beelden
e Druk de sluiterknop opnieuw
helemaal in om met opnemen
te stoppen.
Zelfontspanner gebruiken
Opnemen van close-ups (Macro)
Zet de modusdraaiknop op
procedure op blz. 28.
en volg de
NL
77
a Zet de modusdraaiknop op
Bewegende beelden
bekijken op het LCDscherm
U kunt bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm met het geluid uit de
luidspreker.
.
b Kies met b/B het gewenste
bewegende beeld.
Bewegende beelden van het formaat
[640(Fine)] of [640(Standard)] worden
op het volledige scherm weergegeven.
STD
10/10
00:00:00
Modusdraaiknop
101_0010
PLAY
2005 1 1 10:30PM
BACK/NEXT
VOLUME
• Bewegende beelden met het beeldformaat
[160] worden een formaat kleiner
weergegeven.
c Druk op z.
Luidspreker
Regelknop
De bewegende beelden en het geluid
worden weergegeven.
Tijdens weergave verschijnt B
(weergave) op het scherm.
STD
640
101
101_0010
STOP
10/10
00:00:03
2005 1 1 10:30PM
REV/CUE
Weergavebalk
VOLUME
Om de weergave te stoppen
Druk opnieuw op z.
Om het volume af te stellen
NL
78
Druk tijdens het weergeven op B (cueweergave) of op b (review-weergave).
Om terug te keren naar normale weergave,
drukt u op z.
Indicaties tijdens het bekijken
van bewegende beelden
640
101
Om de bewegende beelden
vooruit of terug te spoelen
Druk op v/V om het volume af te stellen.
Elke keer wanneer u
indrukt,
verandert de status van het scherm als volgt:
Indicaties uit t LCD-scherm uit t
Indicaties aan.
Er wordt geen histogram weergegeven.
Een uitvoerige beschrijving van de
indicaties vindt u op blz. 127.
• De procedure voor het bekijken van bewegende
beelden op een TV is dezelfde als voor het
bekijken van stilstaande beelden (blz. 39).
• Bewegende beelden die zijn opgenomen met
voorgaande Sony-modellen kunnen ook een
formaat kleiner worden weergegeven.
Bewegende beelden
wissen
Ongewenste bewegende beelden kunt u
wissen.
Modusdraaiknop
In de enkelbeeld-modus
a Zet de modusdraaiknop op
.
b Geef de bewegende beelden
die u wilt wissen weer met
b/B.
c Druk op
(Wissen).
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
d Kies [Delete] met v en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
• U kunt beveiligde bewegende beelden niet
wissen.
• Merk op dat u gewiste bewegende beelden niet
kunt herstellen.
a Zet de modusdraaiknop op
,
en druk daarna op
(index)
om het index-scherm (met
negen beelden) weer te geven.
Druk tweemaal op
(index) om het
index-scherm met zestien beelden
weer te geven.
b Druk op
(Wissen).
c Kies [Select] met b/B en druk
daarna op z.
d Kies met v/V/b/B de
bewegende beelden die u wilt
wissen en druk daarna op z.
De groene
(Wissen) indicator wordt
afgebeeld op de gekozen bewegende
beelden.
Bewegende beelden
Regelknop
e Om verder te gaan en andere
bewegende beelden te wissen,
geeft u de bewegende beelden
weer die u wilt wissen met b/B
en herhaalt u vervolgens stap
4.
In de index-modus (met
negen/zestien beelden)
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap 4 of 5.
SELECT
TO NEXT
De bewegende beelden zijn op dit
moment nog niet gewist.
e Herhaal stap 4 om andere
bewegende beelden te wissen.
NL
79
f Druk op
(Wissen).
g Kies [OK] met B en druk
daarna op z.
De melding "Access" verschijnt en de
bewegende beelden zijn gewist.
Om te stoppen met wissen
Kies [Exit] bij stap 3 of 7.
Alle beelden in de map wissen
Kies bij stap 3 [All In This Folder] en druk
daarna op z. Kies [OK] met B en druk
daarna op z. Om te stoppen met wissen,
kiest u [Cancel] met b en daarna drukt u op
z.
Knippen van
bewegende beelden
U kunt bewegende beelden knippen of
overbodige gedeelten wissen. Dit is de
aanbevolen functie om te gebruiken
wanneer de capaciteit van de "Memory
Stick" onvoldoende is, of wanneer u
bewegende beelden als bijlage met uw emailberichten verstuurt.
Merk op dat het oorspronkelijke bewegende
beeld wordt gewist wanneer u erin knipt.
Toewijzen van
bestandsnummers wanneer
bewegende beelden worden
geknipt
De geknipte bewegende beelden krijgen
nieuwe nummers toegewezen en worden in
de gekozen opnamemap opgeslagen als de
meest recente bestanden. De
oorspronkelijke bewegende beelden
worden gewist en dat nummer wordt
overgeslagen.
<Voorbeeld> Knippen van een bewegend
beeld genummerd 101_0002
101_0003
101_0001
1
3
2
101_0002
1. Knippen van scène A.
1
A
B
2
3
Knippunt 101_0002
2. Knippen van scène B.
101_0004
1
3
A
2
B
101_0005 Knippunt
3. Wissen van scènes A en B als deze
overbodig zijn.
101_0004
1
3
101_0007
A
2
Wissen
101_0006
B
Wissen
4. Alleen de gewenste scènes blijven
over.
1
3
2
101_0006
NL
80
e Kies een knippunt.
Druk op de middelste z op het
Modusdraaiknop
gewenste knippunt.
STD
640
101
Divide
Dividing
Point
Regelknop
.
b Kies de bewegende beelden
die u wilt knippen met b/B.
c Druk op MENU.
Het menu verschijnt.
d Kies
(Divide) met B, en
druk daarna op z. Kies
vervolgens [OK] met v en druk
daarna op z.
Als u het knippunt wilt aanpassen,
drukt u op [c/C] (frame
terugspoelen/vooruit) en past u het
knippunt aan met b/B. Als u een
ander knippunt wilt kiezen, kiest u
[Cancel]. Het weergeven van de
bewegende beelden begint opnieuw.
f Als u een knippunt hebt
gekozen, kiest u [OK] met v/V
en drukt u op z.
g Kies [OK] met v en druk
daarna op z.
• U kunt de onderstaande beelden niet knippen.
– Stilstaand beeld
– Bewegende beelden niet lang genoeg om te
knippen
– Beveiligde bewegende beelden
• U kunt bestanden niet herstellen nadat u ze hebt
geknipt.
• De oorspronkelijke bewegende beelden worden
gewist nadat ze zijn geknipt.
• De geknipte bewegende beelden worden
opgenomen als de meest recente bestanden in
de gekozen opnamemap.
Bewegende beelden
a Zet de modusdraaiknop op
Kies [Exit] bij stap 5 of 7. De
bewegende beelden worden weer op het
scherm weergegeven.
10/10
00:00:02
OK
Cancel
Exit
MENU
Het knippen annuleren
De bewegende beelden worden
geknipt.
Het weergeven van de bewegende
beelden begint.
NL
81
Bekijken van de beelden op uw computer
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Windows
Aanbevolen computeromgeving
Besturingssysteem: Microsoft
Windows 98, Windows 98SE, Windows
2000 Professional, Windows Millennium
Edition, Windows XP Home Edition of
Windows XP Professional
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd. De juiste
werking kan niet worden gegarandeerd in
een computeromgeving die is
opgewaardeerd tot de hierboven beschreven
besturingssystemen of in een
computeromgeving met meerdere
besturingssystemen.
CPU: MMX Pentium 200 MHz of sneller
USB-poort: Standaard geleverd
Beeldscherm: 800 × 600 beeldpunten of
meer
High Color (16-bit kleuren, 65.000 kleuren)
of beter
NL
82
• Deze camera is compatibel met High-Speed
USB (voldoet aan USB 2.0)
• Door aan te sluiten via een USB-interface die
compatibel is met Hi-Speed USB (voldoet aan
USB 2.0) wordt overdracht op hoge snelheid
(snelle overdracht) mogelijk.
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
USB-modus
Inhoud van de CD-ROM
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]functie. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
x USB-stuurprogramma
Dit stuurprogramma is noodzakelijk om de
camera aan te sluiten op een computer.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
* Compatibel met Windows XP. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map, die is geselecteerd door de
camera, gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
x Picture Package
Deze applicatie wordt gebruikt om de
beelden vanaf de camera gemakkelijk over
te dragen naar een computer. Het stelt u
tevens in staat de diverse functies te
gebruiken.
Bij de installatie van "Picture Package",
wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd.
• De vereiste bediening kan al naar gelang uw
besturingssysteem verschillend zijn.
• Sluit alle programma’s die op de
computer draaien af alvorens het USBstuurprogramma en het
softwareprogramma te installeren.
• Bij gebruik van Windows XP of Windows
2000, logt u in als beheerder (Administrator).
Het USB-stuurprogramma
installeren
b Klik op [USB Driver] op het
titelscherm.
Indien u Windows XP gebruikt, hoeft u het
USB-stuurprogramma niet te installeren.
Nadat het USB-stuurprogramma eenmaal is
geïnstalleerd, hoeft u het USBstuurprogramma niet nogmaals te
installeren.
Het "InstallShield Wizard"-scherm
verschijnt.
c Klik op [Next].
Sluit uw camera nu nog niet
aan op uw computer.
De computer wordt opnieuw opgestart.
Hierna kunt u de USB-aansluiting tot
stand brengen.
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld. Indien het niet verschijnt,
dubbelklik dan op
(My Computer)
t
(PICTUREPACKAGE) in die
volgorde.
• Als u het "Picture Package"
softwareprogramma wilt gaan gebruiken,
klikt u op [Picture Package]. Het USBstuurprogramma wordt geïnstalleerd nadat
"Picture Package" is geïnstalleerd
(blz. 89).
• Als de computer reeds gebruikt
wordt, sluit u alle
softwareprogramma’s af voordat u
het USB-stuurprogramma
installeert.
e Haal de CD-ROM eruit.
Het installeren van het USBstuurprogramma begint. Nadat het
installeren klaar is, wordt een
mededeling hieromtrent op het scherm
afgebeeld.
Bekijken van de beelden op uw computer
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
d Kies [Yes, I want to restart my
computer now] (Ja, ik wil mijn
computer nu opnieuw
opstarten) en klik daarna op
[Finish].
NL
83
De camera aansluiten op de
computer
a Plaats de "Memory Stick" met
de te kopiëren beelden in de
camera.
c Sluit de USB-kabel
(bijgeleverd) aan op de (USB)
aansluiting van de camera.
• Als u Windows XP gebruikt, verschijnt de
AutoPlay wizard automatisch op het
bureaublad. Ga verder naar blz. 86.
USB Mode
Normal
Toegangsindicaties*
Switch on
d Sluit de USB-kabel aan op de
computer.
• Gebruik volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen of de
netspanningsadapter (niet bijgeleverd). Als u
probeert beeldbestanden te kopiëren terwijl er
slechts weinig lading in de batterijen zit,
kunnen de batterijen leeg raken waardoor het
kopiëren zal mislukken en zelfs de data
verminkt kunnen raken.
b Zet de modusdraaiknop op
Schakel uw computer en de
camera in.
NL
"USB Mode Normal" verschijnt op het
LCD-scherm van de camera. Wanneer
er voor het eerst een USB-verbinding
tot stand wordt gebracht, draait uw
computer automatisch het gebruikte
programma om de camera te
herkennen. Wacht een poosje.
* Tijdens communicatie zijn de
toegangsindicaties rood. Bedien de
computer niet totdat de toegangsindicators
wit zijn geworden.
• Als "USB Mode Normal" niet verschijnt in stap
4, druk op MENU, kies [USB Connect] en
stel [Normal] in.
.
• U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op SET UP is ingesteld.
84
MENU
• Wanneer u een desktopcomputer gebruikt,
raden wij u aan de USB-kabel aan te sluiten op
de USB-aansluiting op het achterpaneel.
P De USB-kabel loskoppelen, de
"Memory Stick" eruit halen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Voor gebruikers van Windows 2000,
Me of XP
1 Dubbelklik
op de taakbalk.
2 Klik op
(Sony DSC) en klik daarna
op [Stop].
3 Controleer dat het juiste apparaat wordt
aangegeven in het bevestigingsvenster
en klik op [OK].
4 Klik op [OK].
Stap 4 is niet nodig voor Windows XP
gebruikers.
5 Koppel de USB-kabel los, haal de
"Memory Stick" eruit of schakel de
camera uit.
Voor gebruikers van Windows 98 of
98SE
Controleer dat de toegangsindicaties
(blz. 84) op het LCD-scherm wit zijn en
voer alleen bovenstaande stap 5 uit.
– Windows 98/98SE/2000/Me
a Dubbelklik op [My Computer]
en dubbelklik daarna op
[Removable Disk].
De inhoud van de "Memory Stick" in
de camera verschijnt.
• Dit deel beschrijft een voorbeeld van het
kopiëren van beelden naar de "My Documents"
map.
• Wanneer het pictogram "Removable Disk" niet
wordt afgebeeld, zie blz. 86.
• Wanneer u Windows XP gebruikt, zie blz. 86.
b Dubbelklik op [DCIM] en
dubbelklik daarna op de map
waarin de beelden zijn
opgeslagen die u wilt
kopiëren.
c Klik met de rechtermuisknop
op het beeldbestand om het
menu af te beelden en kies
daarna [Copy] op het menu.
Als een beeld met dezelfde
bestandsnaam reeds bestaat in
de bestemmingsmap
De overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld. Wanneer u het bestaande
beeld overschrijft met een nieuw beeld,
wordt het oorspronkelijke bestand gewist.
De bestandsnaam veranderen
Voor het kopiëren van een beeldbestand,
zonder overschrijving, moet u de
bestandsnaam in de gewenste naam
wijzigen en daarna het beeldbestand
kopiëren. Merk echter op dat wanneer u de
bestandsnaam verandert, u dat beeld
mogelijk niet meer kan weergeven met de
camera. Als u beelden wilt weergeven met
de camera, voert u de bediening uit op
blz. 89.
Bekijken van de beelden op uw computer
Dubbelklik hier
Beelden kopiëren
d Dubbelklik de map [My
Documents], klik met de
rechtermuisknop in het
venster "My Documents" om
het menu af te beelden en kies
daarna [Paste] op het menu.
De beeldbestanden worden naar de
map "My Documents" gekopieerd.
NL
85
Wanneer het pictogram van een
verwisselbare schijf niet wordt
afgebeeld
1 Klik met de rechtermuisknop op [My
Computer] om het menu af te beelden en
klik daarna op [Properties].
Het scherm "System Properties"
(Systeemeigenschappen) verschijnt.
2 Beeld [Device Manager] af.
1 Klik op [Hardware].
2 Klik op [Device Manager].
• Voor gebruikers van Windows 98,
98SE en Me is stap 1 overbodig.
Klik op het tabblad [Device
Manager].
3 Als [ Sony DSC] wordt afgebeeld,
gooit u dit weg.
1 Klik met de rechter muistoets op
[ Sony DSC].
2 Klik op [Uninstall].
Het "Confirm Device Removal"
(Bevestigen van verwijderen van
apparaat)-scherm verschijnt.
• Voor gebruikers van Windows 98,
98SE en Me, klik op [Remove].
3 Klik op [OK].
Het apparaat is verwijderd.
Probeer nogmaals het USBstuurprogramma te installeren met behulp
van de CD-ROM (blz. 83).
NL
86
– Windows XP
Kopiëren van beelden met
behulp van Windows XP
AutoPlay wizard
a Breng een USB-verbinding tot
stand (blz. 84). Klik op [Copy
pictures to a folder on my
computer using Microsoft
Scanner and Camera Wizard]
(Kopieer beelden naar een
map op mijn computer met
behulp van Microsoft Scanner
en Camera Wizard) en klik
daarna op [OK].
Het "Scanner and Camera Wizard"
(Wizard voor scanner en camera)scherm verschijnt.
b Klik op [Next].
De beelden die op de "Memory Stick"
zijn opgeslagen, worden weergegeven.
c Klik in het selectievakje van de
beelden die u niet naar de
computer wilt kopiëren om het
vinkje te verwijderen en klik
daarna op [Next].
Het "Picture Name and Destination"
(Naam en bestemming van beeld)scherm verschijnt.
d Kies een naam en bestemming
voor uw beelden en klik
vervolgens op [Next].
Het beeld wordt nu gekopieerd.
Wanneer het kopiëren is voltooid,
verschijnt het scherm "Other Options"
(Overige opties).
e Kies [Nothing. I’m finished
working with these pictures]
(Niets. Ik ben klaar met het
bewerken van deze
afbeeldingen) en klik daarna
op [Next].
Het scherm "Completing the Scanner
and Camera Wizard" (Voltooien van
wizard voor scanner en camera)
verschijnt.
f Klik op [Finish].
De wizard wordt afgesloten.
• Om door te gaan met het kopiëren van andere
beelden, volgt u de procedure beschreven onder
P op blz. 85 om de USB-kabel los te koppelen
en weer aan te sluiten. Voer daarna de
procedure vanaf stap 1 opnieuw uit.
Bekijken van de beelden op
uw computer
a Klik op [Start] en klik daarna
op [My Documents].
De inhoud van de map "My
Documents" wordt weergegeven.
Beeldbestand-geheugenlocaties en bestandsnamen
Beeldbestanden opgenomen met uw camera worden gegroepeerd als mappen in de "Memory
Stick".
Voorbeeld: als u mappen bekijkt onder Windows XP
b Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand.
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met een camera zonder mapcreëerfunctie
Het beeld wordt weergegeven.
Map met daarin beeldgegevens die werden
opgenomen met uw camera. Als u geen
mappen creëert, is er alleen de map
"101MSDCF"
Map met daarin bewegend-beeldgegevens,
enz., die werden opgenomen met een
camera die niet was uitgerust met de mapaanmaakfunctie.
• U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF" of de map "MSSONY". De beelden
in deze map zijn alleen beschikbaar voor weergave.
• Voor verdere informatie over de map, zie blz. 47 en 62.
Bekijken van de beelden op uw computer
• Dit hoofdstuk beschrijft de procedure voor het
bekijken van gekopieerde beelden in de map
"My Documents".
• Als u niet Windows XP gebruikt, dubbelklikt u
op [My Documents] op het bureaublad.
NL
87
Map
Bestandsnaam
Betekenis van bestand
101MSDCF tot
999MSDCF
DSC0ssss.JPG
• Stilstaande-beeldbestanden opgenomen in de
– Normale modus (blz. 24)
– Burst-modus (blz. 59)
– Multi Burst-modus (blz. 60)
MOV0ssss.MPG
• Bewegende-beeldbestanden (blz. 77)
MOV0ssss.THM
• Index-beeldbestanden tegelijkertijd opgenomen in de bewegend-beeldmodus (blz. 77)
• ssss betekent ieder willekeurig nummer van 0001 t/m 9999.
• De numerieke delen van een bestand met bewegende beelden, opgenomen in de bewegende-beeldenfunctie, en het bijbehorende
indexbeeldbestand zijn dezelfde.
NL
88
Beeldbestanden bekijken
met de camera nadat ze
naar de computer zijn
gekopieerd
• Stap 1 is niet nodig als de bestandsnaam
ingesteld in de camera, niet is veranderd.
• Afhankelijk van het beeldformaat kan het
onmogelijk zijn bepaalde beelden weer te
geven.
• Als een beeldbestand is verwerkt door de
computer of als het beeldbestand werd
opgenomen door een ander model camera dan
die van u, kunnen wij niet garanderen dat het
beeldbestand kan worden weergegeven.
• Als de overschrijven-bevestigingsmelding
wordt afgebeeld, voert u in stap 1 een ander
nummer in.
• Als er geen map is, maakt u eerst een nieuwe
map aan met uw camera en kopieert u daarna
het beeldbestand (blz. 47).
Voer een nummer in van 0001 t/m
9999 voor ssss.
• De bestandsextensie kan worden afgebeeld,
afhankelijk van de instelling van de computer.
De bestandsextensie voor stilstaande beelden is
JPG, en de bestandsextensie voor bewegende
beelden is MPG. U mag de bestandsextensie
niet veranderen.
b Kopieer het beeldbestand naar
de map "Memory Stick".
1 Klik met de rechter muisknop op
het beeldbestand en klik daarna op
[Copy].
2 Kies en dubbelklik op de map
[DCIM] van de [Removable Disk]
of [Sony MemoryStick] in [My
Computer].
3 Klik met de rechtermuisknop op de
[sssMSDCF] map in de
[DCIM] map en klik op [Paste].
sss staat voor ieder aantal
binnen het bereik van 100 t/m 999.
Installeren van "Picture
Package"
"Picture Package" is alleen voor
Windows computers.
U kunt het programma "Picture Package"
op uw Windows-computer gebruiken voor
het kopiëren, bekijken en bewerken van de
opnamen die u met uw camera hebt
gemaakt. Bij de installatie van "Picture
Package", wordt tegelijkertijd ook het USBstuurprogramma geïnstalleerd.
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u "Picture
Package" installeert.
Voor computeromgeving
Zie blz. 82 voor een eenvoudige Windowsbesturingsomgeving. Andere
systeemvereisten zijn als volgt.
Software: Macromedia Flash Player 6.0 of
hoger, Windows Media Player 7.0 of hoger,
DirectX 9.0b of hoger
Geluidskaart: 16-bit stereo geluidskaart
met luidsprekers
Geheugen: 64 MB of meer (128 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 200 MB
Bekijken van de beelden op uw computer
Als een beeldbestand dat naar de computer
is gekopieerd niet meer in een "Memory
Stick" is opgeslagen, kunt u dat beeld
nogmaals op de camera bekijken door het
beeldbestand in de computer te kopiëren
naar een "Memory Stick".
a Klik met de rechter muisknop
op het beeldbestand en klik
daarna op [Rename]. Verander
de bestandsnaam in
"DSC0ssss".
NL
89
Beeldscherm: Een videokaart uitgerust
met 4 MB VRAM (compatibel met het
Direct Draw-stuurprogramma)
• Om automatische diavoorstellingen
(blz. 93) te maken, is een Pentium III
500 MHz of een snellere CPU vereist.
• Deze software is geschikt voor DirectX.
Voor gebruik moet "DirectX"
geïnstalleerd zijn.
• Voor het gebruik van een schrijver, om
CD-R’s te branden, gelden andere
vereisten.
a Schakel de computer in en
plaats de CD-ROM
(bijgeleverd) in het CD-ROMstation.
b Klik op [Picture Package].
Het scherm "License Agreement"
(Licentie overeenkomst) verschijnt.
Lees de overeenkomst aandachtig
door. Als u de voorwaarden van de
overeenkomst accepteert, vinkt u het
selectievakje "I accept the terms of the
license agreement" (ik accepteer
delicentie overeenkomst) aan en klikt u
op [Next].
Het scherm "Choose Setup Language"
(Kies taal voor installatie) verschijnt.
c Kies de gewenste taal en klik
daarna op [Next].
Het installatie-menuscherm wordt
afgebeeld.
• Als u het USB-stuurprogramma nog niet
hebt geïnstalleerd (blz. 83), mag u de
camera niet op de computer aansluiten
vóórdat u de "Picture Package"-software
hebt geïnstalleerd (behalve voor Windows
XP).
NL
90
d Klik op [Next].
• Deze tekst beschrijft het Engelse scherm.
e Klik op [Next].
g Controleer dat het
selectievakje "Yes, I want to
restart my computer now" (Ja,
ik wil de computer nu opnieuw
starten) is aangevinkt en klik
daarna op [Finish].
Uw computer start opnieuw op.
Sluit de camera aan op de computer
met behulp van de USB-kabel.
"Picture Package" wordt automatisch
opgestart en de beelden worden
automatisch naar de computer gekopieerd.
Nadat de beelden zijn gekopieerd, wordt
"Picture Package Viewer" opgestart en
worden de gekopieerde beelden afgebeeld.
De installatie begint.
De snelkoppelingen van "Picture
Package Menu" en "Picture Package
destination Folder" worden afgebeeld.
h Haal de CD-ROM eruit.
Als het scherm "Welcome to setup for
Direct X" (Welkom bij de installatie
van Direct X) wordt afgebeeld nadat
de installatie van het
softwareprogramma klaar is, volgt u de
aanwijzingen op het scherm.
• Normaal gesproken worden de mappen
"Picture Package" en "Date" aangemaakt in de
map "My Picture" en worden alle beelden,
opgenomen met de camera, in deze mappen
gekopieerd.
• Windows XP is zodanig ingesteld dat de OS
AutoPlay Wizard wordt geactiveerd.
Als u de "OS AutoPlay" uitschakelt, kunt u het
inschakelen opheffen met [Settings] op het
"Picture Package Menu".
• Als "Picture Package" de beelden niet
automatisch kan kopiëren, start u "Picture
Package Menu" op en vinkt u [Settings] aan in
[Copy automatically].
Bekijken van de beelden op uw computer
f Klik op [Install] op het scherm
"Ready to Install the Program"
(Klaar om het programma te
installeren).
Beelden kopiëren met
"Picture Package"
NL
91
"Picture Package"
gebruiken
Start "Picture Package Menu"
(beeldakketmenu) op het bureaublad op om
de diverse functies te gebruiken.
• Het opstartscherm kan er, afhankelijk van uw
computer, anders uitzien. U kunt de
menuweergave naar wens aanpassen door op
[Settings], rechtsonder op het scherm, te
klikken.
• Voor verdere informatie over het
softwareprogramma, klikt u op
in de
rechterbovenhoek van ieder scherm om de online Helpfunctie af te beelden.
Technische ondersteuning van
"Picture Package" wordt geleverd door
het Pixela User Support Center. Voor
verdere informatie leest u de informatie
die bij de CD-ROM werd geleverd.
Beelden bekijken op een
computer
Klik op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
aan de linkerkant van het scherm en klik
daarna op [Viewing video and pictures on
PC] (Video en beelden bekijken op de PC)
in de rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
bekijken van de beelden, wordt
afgebeeld.
Beelden opslaan op een CD-R
Klik op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) aan
de linkerkant van het scherm en klik daarna
op [Save the images on CD-R]
(Afbeeldingen opslaan op een CD-R) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
opslaan van beelden op een CD-R
wordt afgebeeld.
• Om beelden op een CD-R op te slaan is
een cd-schrijver nodig. Voor meer
informatie betreffende geschikte
schrijvers, moet u de volgende homepage
van het Pixela User Support Center
raadplegen.
http://www.ppackage.com/
NL
92
Een diavoorstelling maken
Klik op [Automatic Slideshow Producer]
(Automatische diavoorstelling
samensteller) aan de linkerkant van het
scherm en klik daarna op [Automatic
Slideshow Producer] (Automatische
diavoorstelling samensteller) in de
rechteronderhoek van het scherm.
Beelden kopiëren
naar uw computer
— Voor gebruikers van
Macintosh
Aanbevolen computeromgeving
Het scherm dat gebruikt wordt voor het
maken van een diavoorstelling, wordt
afgebeeld.
• Indien u twee of meer USB-apparaten tegelijk
op één en dezelfde computer aansluit, zal
bepaalde apparatuur, met inbegrip van uw
camera, al naar gelang het type USBapparatuur mogelijk niet werken.
• Bij gebruik van een USB-hub kan een juiste
werking niet worden gegarandeerd.
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
Er zijn twee functies voor een USB
verbinding wanneer u aansluit op een
computer: de [Normal] en [PTP]* functie.
De standaardinstelling is de [Normal]functies. Dit gedeelte neemt de [Normal]
functie als voorbeeld.
* Alleen compatibel met Mac OS X. Indien
aangesloten op een computer, worden alleen de
gegevens in de map, die is geselecteerd door de
camera, gekopieerd naar de computer. Om een
map te kiezen, volgt u de procedure op blz. 62.
Communicatie met uw computer
Na herstel van uw computer vanuit de
Suspend- of Sleep-modus is de kans
aanwezig dat de communicatie tussen uw
camera en uw computer niet op hetzelfde
moment hersteld wordt.
Wanneer uw computer niet is
uitgerust met een USB-poort
Wanneer zowel een USB-poort als een
"Memory Stick"-gleuf niet aanwezig zijn,
kunt u beelden kopiëren via een extern
apparaat. Zie de Sony-website voor
informatie.
http://www.sony.net/
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Mac OS 9.1, 9.2,
of Mac OS X (v10.0/v10.1/v10.2/v10.3)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
USB-poort: Standaard geleverd
USB-modus
NL
93
a Uw camera aansluiten op uw
computer
Nadere bijzonderheden vindt u op blz. 84.
De USB-kabel loskoppelen, de
"Memory Stick" eruit halen of de
camera uitschakelen tijdens een
USB-verbinding
Sleep het pictogram van het station of de
"Memory Stick" en zet het neer op het
"Trash" pictogram, koppel daarna de USBkabel los, verwijder de "Memory Stick" of
schakel de camera uit.
• Als u Mac OS X v10.0 gebruikt, verwijdert u de
USB-kabel, enz., nadat u de computer hebt
uitgeschakeld.
b Beelden kopiëren
1 Dubbelklik op het nieuw herkende
pictogram op het bureaublad.
De inhoud van de "Memory Stick" in de
camera verschijnt.
2 Dubbelklik op [DCIM].
3 Dubbelklik op de map waarin de beelden
die u hebt gekopieerd, zijn opgeslagen.
4 Sleep de beeldbestanden naar het
pictogram van de harde schijf en zet ze
erop neer.
De beeldbestanden worden naar de
harde schijf gekopieerd.
• Voor informatie over de opslaglocatie van de
beelden en de bestandsnamen, leest u blz. 87.
c Bekijken van de beelden op uw
computer
1 Dubbelklik op het pictogram van de
harde schijf.
2 Dubbelklik op het gewenste
beeldbestand in de map waarin de
gekopieerde bestanden zitten.
Het beeldbestand wordt geopend.
• "Picture Package" kan niet worden gebruikt op
een Macintosh.
NL
94
"ImageMixer VCD2"
gebruiken
"ImageMixer VCD2" is alleen voor
Macintosh (Mac OS X (v10.1.5) of
hoger) computers.
Met behulp van "ImageMixer VCD2" op de
CD-ROM die bij de camera werd geleverd,
kunt u een video-CD maken met stilstaande
beelden en bewegende beelden opgeslagen
op de computer. U kunt een imagebestand
maken dat compatibel is met de video-CD creëerfunctie van Toast van Roxio (niet
bijgeleverd).
• Als de computer reeds gebruikt wordt, sluit u
alle softwareprogramma’s af voordat u
"ImageMixer VCD2" installeert.
Technische ondersteuning van "ImageMixer
VCD2" wordt geleverd door het Pixela User
Support Center. Voor verdere informatie leest u
de informatie die bij de CD-ROM werd
geleverd.
Vereiste computeromgeving
• QuickTime 4 of hoger moet in de fabriek zijn
geïnstalleerd. (QuickTime 5 wordt aanbevolen.)
• Voor alle bovenstaande aanbevolen
computeromgevingen kan een behoorlijke
werking niet worden gegarandeerd.
a Installeren van "ImageMixer
VCD2"
1 Schakel uw computer in.
• De displayinstellingen moeten 1024 × 768
punten of meer en 32.000-bits of meer
zijn.
2 Plaats de CD-ROM (bijgeleverd) in het
CD-ROM-station.
3 Dubbelklik op het pictogram CD-ROM.
4 Kopieer het bestand [IMXINST.SIT] in
de map [MAC] naar de vaste schijf.
5 Dubbelklik op het bestand
[IMXINST.SIT] in de
kopieerbestemmingsmap.
6 Dubbelklik op het uitgepakte bestand
[ImageMixer VCD2_Install].
7 Nadat het gebruikersinformatiescherm is
afgebeeld, voert u de gewenste naam en
het wachtwoord in.
De installatie van de software begint.
b Een video-CD maken
1 Open de map [ImageMixer] in
[Application].
2 Klik op [ImageMixer VCD2].
3 Klik op [Video CD].
De videodiscfunctie start op.
4 Selecteer de map waarin de gewenste
bestanden zijn opgeslagen.
1 Selecteer de gewenste map in het
linkerkader en klik daarna op [Add].
De geselecteerde mappen worden
naar het rechterkader verplaatst.
2 Klik op [Next].
5 Stel de menu achtergrond, knoppen,
titels, enz., in en klik daarna op [Next].
Bevestig dat de instellingen
overeenkomstig uw wensen zijn.
6 Bevestig het voorbeeld van het VideoCD-bestand.
1 Klik in het linkerkader op het
bestand waarvan u een voorbeeld
wilt bekijken.
2 Klik op [B] om een voorbeeld te
bekijken.
7 Klik op [Next] en voer de discnaam en
bestemming in.
De voorbereidingen voor het opslaan
van de bestanden op een CD-R zijn
voltooid.
Bekijken van de beelden op uw computer
Besturingssysteem: Mac OS X
(v10.1.5 of hoger)
Het bovenstaande besturingssysteem dient
in de fabriek te zijn geïnstalleerd.
CPU: iMac, eMac, iBook, PowerBook,
Power Mac G3/G4-series
Geheugen: 128 MB of meer (256 MB of
meer wordt aanbevolen.)
Vaste schijf: Vrije schijfruimte benodigd
voor installatie: circa 250 MB
Grafisch: 1024 × 768 pixels of meer,
32.000 kleuren of meer
• "ImageMixer VCD2" kan alleen het discimage
maken. Om het imagebestand op een CD-R op
te slaan in het video-CD-formaat, hebt u Toast
van Roxio (niet bijgeleverd) nodig.
• U kunt geen DVD-Video disc maken.
NL
95
Verhelpen van storingen
Verhelpen van
storingen
Indien u problemen ondervindt met de
camera, probeer dan de volgende
oplossingen.
2 Als de camera nog steeds niet juist
werkt, drukt u met een puntig voorwerp
op de RESET-toets op de onderkant van
de camera, en schakelt u daarna de
camera weer in. (Door indrukken van
deze toets gaan alle instellingen inclusief
de datum en tijd verloren.)
1 Controleer eerst de punten in de
onderstaande tabellen. Indien er
codes "C:ss:ss" op het LCDscherm verschijnen, is de
zelfdiagnosefunctie in werking
getreden (blz. 108).
3 Mocht het probleem hiermee nog niet
zijn opgelost, raadpleeg dan uw Sonydealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony.
RESET-toets
Batterij en stroomvoorziening
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De batterijrestladingsindicatie is
onjuist of er is volgens de
batterijrestladingsindicatie nog
voldoende stroom, maar
toch is de stroom spoedig
op.
• U hebt de camera in een buitengewoon koude
omgeving gebruikt.
• De batterijen zijn leeg.
• De batterijpolen of de contactpunten op het
batterijdeksel zijn vuil.
• Het geheugeneffect is opgetreden in de nikkelmetaalhydridebatterijen (blz. 13).
• Er is een verandering opgetreden in de
resterende gebruiksduur van de accu.
p Zie blz. 117.
De batterij is te snel leeg.
• U hebt de camera in een buitengewoon koude
omgeving gebruikt.
• De batterijen zijn niet voldoende opgeladen.
• De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
• De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
NL
96
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
p Veeg enig vuil van de contactpunten met een droge doek
(blz. 13).
p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is
opgebruikt om het probleem op te lossen.
p Laad de batterijen alleen op nadat de resterende lading is
opgebruikt zodat de indicator van de resterende batterijlading
goed werkt (blz. 14).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
p Zie blz. 117.
p Laad de batterijen op (blz. 11).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld.
• De batterijen zijn niet op de juiste wijze
geplaatst.
• De netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is niet
goed aangesloten.
• De batterijen zijn leeg.
• De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 121).
p Plaats de batterijen op de juiste wijze (blz. 13).
De camera schakelt
plotseling uit.
p Sluit de netspanningsadapter goed aan (blz. 16).
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
• Als u de camera gedurende ongeveer drie
p Schakel de camera weer in (blz. 17).
minuten niet bedient terwijl deze is
ingeschakeld, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterijen
leeg raken (blz. 17).
• De batterijen zijn leeg.
p Plaats opgeladen batterijen (blz. 13).
Stilstaande beelden/bewegende beelden opnemen
Oorzaak
Oplossing
Het LCD-scherm wordt
niet ingeschakeld
wanneer de camera wordt
ingeschakeld.
• De laatste keer toen u de camera gebruikte werd
deze uitgeschakeld terwijl het LCD-scherm was
uitgeschakeld.
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 32).
Het onderwerp is niet
zichtbaar op het LCDscherm.
• De modusdraaiknop staat op SET UP of
p Stel in op een andere functie dan SET UP of
Het LCD-scherm wordt
blauw en het onderwerp
wordt niet weergegeven
tijdens het opnemen van
bewegende beelden.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
terwijl een A/V-aansluitkabel is aangesloten op
de A/V OUT (MONO) aansluiting.
p Koppel de audio/video-aansluitkabel los.
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
p Neem op in de close-up (macro)-opnamefunctie. Zorg bij het
opnemen dat u de lens verder van het onderwerp positioneert
dan de kortste opnameafstand (blz. 28).
p Stel in op een andere functie dan
of
(blz. 36).
.
• De modusdraaiknop staat in de stand
of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
(blz. 10).
p Stel de automatische scherpstellingsfunctie in (blz. 50).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
97
NL
98
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De zoomfunctie werkt
niet.
• U kunt de zoomvergroting niet veranderen
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
—
De digitale precisiezoomfunctie werkt niet.
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Smart] of [Off]
in de SET UP-instellingen.
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
het opnemen van bewegende beelden.
p Stel [Digital Zoom] in op [Precision] (blz. 27, 46 en 115).
—
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
p Stel [Digital Zoom] in op [Smart] (blz. 27, 46 en 115).
• [Digital Zoom] is ingesteld op [Precision] of
[Off] in de SET UP-instellingen.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5M] of [3:2]. p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5M] en
[3:2] (blz. 21 en 27).
• U neemt op in de Multi-Burstmodus.
p De smart-zoomfunctie kan niet worden gebruikt in de MultiBurstmodus (blz. 27 en 60).
• Deze functie kan niet worden gebruikt tijdens
—
het opnemen van bewegende beelden.
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Kies de lichtmeetfunctie (blz. 56).
p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 53, 54 en 110).
Het beeld is monochroom
(zwart-wit).
• [PFX] (P. Effect) staat op [B&W].
p Stel in op een andere functie dan [B&W] (blz. 61).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit verschijnsel duidt niet op een storing.
Wanneer u op een
donkere plaats naar het
LCD-scherm kijkt, is het
beeld gestoord.
• De camera probeert de zichtbaarheid van het
p Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
LCD-scherm te vergroten door het beeld tijdelijk
te verhelderen onder onderbelichte
omstandigheden.
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 116).
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden opnemen.
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
• De "Memory Stick" is vol.
p Plaats een "Memory Stick" (blz. 20).
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick"
(blz. 41 en 79).
p Verwissel de "Memory Stick".
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen
beelden opnemen.
• De modusdraaiknop staat in de stand SET UP of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De modusdraaiknop staat bij het opnemen van
bewegende beelden niet op
.
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
—
p Stel in op een andere functie dan SET UP of
p Zet deze op
(blz. 77).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
• De lange sluitertijd-functie NR is geactiveerd.
p Zie blz. 36.
De flitser werkt niet.
• De modusdraaiknop staat in de stand
UP of
.
• De flitser staat op
(niet flitsen).
p Stel in op een andere functie dan
• De modusschakelaar staat in de stand
of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
• De modusschakelaar staat in de stand
of
bij het opnemen van stilstaande beelden.
• [Mode] (REC Mode) is ingesteld op [Burst] of
[Multi Burst].
, SET UP of
(blz. 10).
p Stel de flitser in op automatisch (geen indicatie), (altijd
flitsen) of SL (langzame synchro) (blz. 30).
p Stel in op een andere functie dan
of (blz. 36).
p Stel de flitser in op
(altijd flitsen) (blz. 30).
p Stel in op een andere functie dan [Burst] of [Multi Burst].
, of
De close-up (macro)• De modusschakelaar staat in de stand
bij het opnemen van stilstaande beelden.
opnamefunctie werkt niet.
p Stel in op een andere functie dan
Continu opnemen is niet
mogelijk
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick"
(blz. 41 en 79).
p Plaats opgeladen batterijen.
• De "Memory Stick" is vol.
• De batterij-restlading is onvoldoende, u kunt
alleen een enkel beeld opnemen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
—
,
of
(blz. 36).
p Stel in de SET UP-instellingen [Red Eye Reduction] in op [On]
(blz. 31 en 115).
Verhelpen van storingen
Het opnemen duurt erg
lang.
, SET
(blz. 10).
NL
99
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De datum en tijd worden
onjuist opgenomen.
• De datum en tijd zijn niet juist ingesteld.
p Stel de juiste datum en tijd in (blz. 18 en 116).
De F-waarde en de
sluitertijd knipperen
wanneer u de sluiterknop
tot halverwege indrukt.
• De belichting is niet goed.
p Stel de belichting goed in (blz. 54).
Beelden bekijken
NL
100
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen
beelden weergeven.
• De modusdraaiknop staat niet op
.
• De map-/bestandsnaam is veranderd op de
computer.
• De camera kan een beeldbestand dat van de
vaste schijf van de computer is gekopieerd niet
weergeven als het bestand is bewerkt.
• De camera staat in de USB-functie.
p Zet deze op
p Zie blz. 89.
Onmiddellijk nadat de
weergave is begonnen,
ziet het beeld er grof uit.
• Als gevolg van de beeldverwerking kan kort na
het begin van de weergave, het beeld er korrelig
uitzien.
p Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet
op het TV-scherm.
• Het video-uitgangssignaal van uw camera is bij
de SET UP-instellingen onjuist ingesteld.
• De aansluiting is niet goed.
p Verander de instellingen (blz. 46 en 116).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Zie blz. 101.
(blz. 37).
—
p Annuleer de USB-communicatie (blz. 85 en 94).
p Controleer de aansluiting (blz. 39).
Beelden wissen/bewerken
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De camera kan geen beeld
wissen.
• Het beeld is beveiligd.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Annuleer de beveiliging (blz. 67).
p Schuif het in de opnamestand (blz. 120).
U hebt per ongeluk een
beeld gewist.
• Als u eenmaal een beeld hebt gewist, kunt u dit
niet herstellen.
p Door de markering - (beveiliging) in te stellen, voortkomt u
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 67).
p We adviseren u de schrijf-beveiliging van de "Memory Stick" in
de stand LOCK te zetten om te voorkomen dat beelden per
ongeluk worden gewist (blz. 120).
De functie voor
verandering van het
formaat werkt niet.
• U kunt het beeldformaat van bewegende beelden —
en Multi Burst-beelden niet veranderen.
U kunt een
afdrukmarkering (DPOF)
niet afbeelden.
• U kunt afdrukmarkeringen (DPOF) niet
afbeelden op bewegende beelden.
Bewegende beelden
kunnen niet worden
geknipt.
• De bewegende beelden duren niet lang genoeg —
om te knippen.
• Beveiligde bewegende beelden kunnen niet
p Annuleer de beveiliging (blz. 67).
worden geknipt.
• Stilstaande beelden kunnen niet worden geknipt. —
—
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van
uw computer compatibel
is.
—
p Controleer "Aanbevolen computeromgeving" (blz. 82 en 93).
U kunt het USBstuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 82).
Verhelpen van storingen
Computers
NL
101
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Uw computer herkent de
camera niet.
•
•
•
•
p Schakel de camera in (blz. 17).
p Gebruik de AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84 en 94).
p Koppel de USB-kabel los van zowel de computer als de camera
en sluit deze vervolgens weer stevig aan. Zorg ervoor dat "USB
Mode" wordt afgebeeld op het LCD-scherm (blz. 84).
p Zet deze op [Normal] (blz. 46 en 116).
De camera is uitgeschakeld.
De batterij is zwak.
U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
• [USB Connect] is niet ingesteld op [Normal] in
de SET UP-instellingen.
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
• De camera is niet rechtstreeks aangesloten op de
computer.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
• Uw computer herkent het apparaat niet goed
omdat u de camera hebt aangesloten op de
computer met behulp van een USB-kabel
vóórdat u de "USB Driver" (USBstuurprogramma) hebt geïnstalleerd vanaf de
bijgeleverde CD-ROM.
NL
102
p Koppel alle apparatuur van de USB-aansluitingen los, behalve
het toetsenbord en de muis (blz. 82).
p Sluit de camera rechtstreeks aan op de computer en niet via een
USB hub of ander apparaat (blz. 82).
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83).
p Verwijder het verkeerd herkende apparaat uit de computer
(blz. 86) en installeer het USB-stuurprogramma (blz. 83).
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingssysteem past.
• U hebt geprobeerd een opname te maken met
een "Memory Stick" die geformatteerd was met
een computer.
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84).
p Volg de procedure die bij uw besturingssysteem past (blz. 85,
86, 91 en 93).
p Maak een opname met een "Memory Stick" die geformatteerd
is door uw camera.
Na een USB-verbinding
tot stand te hebben
gebracht, start "Picture
Package" niet
automatisch.
—
—
p Start "Picture Package Menu" op en controleer [Settings].
p Breng een USB-verbinding tot stand terwijl de computer is
ingeschakeld (blz. 84).
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
p Als u het programma "Picture Package" gebruikt, moet u op
help rechtsboven in elk scherm klikken.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
—
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft de bewegende beelden rechtstreeks
vanaf de "Memory Stick" weer.
p Kopieer de bewegende beelden naar de harde schijf van uw
computer en geef vervolgens de bewegende beelden vanaf de
harde schijf weer (blz. 85, 86, 91 en 93).
U kunt een beeld niet
afdrukken.
—
p Controleer de printerinstellingen.
Beelden die al een keer
naar de computer
gekopieerd zijn kunnen
niet door de camera
weergegeven worden.
• Naar de verkeerde map gekopieerd.
p Kopieer ze naar een beschikbare map, zoals "101MSDCF"
(blz. 89).
"Memory Stick"
Oorzaak
Oplossing
U kunt geen "Memory
Stick" in de camera
plaatsen.
• U probeert deze achterstevoren in de camera te
plaatsen.
p Steek deze op de juiste manier in de camera (blz. 20).
U kunt niet opnemen op
een "Memory Stick".
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
• De "Memory Stick" is vol.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 119).
• Het beeldformaat is ingesteld op [640(Fine)]
tijdens het opnemen van bewegende beelden.
p Wis overbodige beelden opgeslagen op de "Memory Stick" (blz.
41 en 79).
p Plaats een "Memory Stick PRO" (blz. 77 en 119).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan
[640(Fine)].
U kunt een "Memory
Stick" niet formatteren.
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de
"Memory Stick" staat in de stand LOCK.
p Schuif deze in de opnamestand (blz. 120).
U hebt een "Memory
Stick" per ongeluk
geformatteerd.
• Alle gegevens op de "Memory Stick" worden
gewist bij het formatteren. U kunt deze niet
herstellen.
p We adviseren u de schrijf-beveiligingsschakelaar van de
"Memory Stick" in de stand LOCK te zetten om te voorkomen
dat beelden per ongeluk worden gewist (blz. 120).
Verhelpen van storingen
Symptoom
NL
103
PictBridge-compatibele printer
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De verbinding komt niet
tot stand.
• De printer is niet compatibel met PictBridge.
• De printer is niet ingesteld voor een aansluiting
met de camera.
• [USB Connect] is niet ingesteld op [PictBridge]
in de SET UP-instellingen.
• De verbinding komt, afhankelijk van de
omstandigheden, niet tot stand.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
p Controleer of de printer is ingeschakeld en aangesloten kan
worden op de camera.
p Zet deze op [PictBridge] (blz. 116).
• De camera is niet aangesloten op de printer.
p Controleer dat de camera en de printer op de juiste wijze zijn
aangesloten met behulp van de USB kabel.
p Schakel de printer in. Voor meer informatie moet u de
handleiding, die u meegeleverd kreeg, raadplegen.
p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Als u nog
steeds niet kunt afdrukken, moet u de USB kabel losmaken, de
printer uitschakelen en daarna weer inschakelen, en dan weer de
USB-kabel aansluiten.
—
U kunt geen beelden
afdrukken.
• De printer is niet ingeschakeld.
• Als u tijdens het afdrukken [Exit] hebt gekozen,
is het mogelijk dat u, afhankelijk van de printer,
het afdrukken niet kunt hervatten.
p Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. Bij het
verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de
handleiding van de printer raadplegen.
• Bewegende beelden kunnen niet afgedrukt
worden.
• Beelden die bewerkt zijn met een computer of
—
beelden die met een andere camera dan deze zijn
opgenomen, kunnen mogelijk niet afgedrukt
worden.
NL
104
De afdrukopdracht is
geannuleerd.
• U hebt de USB-kabel losgekoppeld voordat de
aanduiding
(USB-kabel niet loskoppelen)
verdwenen was.
—
U kunt in de functie
indexweergave geen
datum invoeren of de
afbeeldingen afdrukken.
• De printer heeft deze functies niet.
p Raadpleeg de fabrikant of de printer deze functies kan uitvoeren
of niet.
p Raadpleeg de fabrikant van de printer.
"---- -- --" wordt afgedrukt
op de plaats van de
ingevoegde datum.
• De datumgegevens zijn niet opgenomen met het
beeld.
• Afhankelijk van de printer kan de datum niet in
de functie indexweergave ingevoerd worden.
p Beelden zonder datumgegevens kunnen niet afgedrukt worden
met de datum ingevoegd. Stel [Date] in op [Off] en druk daarna
af.
Overige
Symptoom
Oorzaak
De camera werkt niet.
• De batterij is zwak. (De indicatie E verschijnt.) p Laad de batterijen op (blz. 11).
• De AC netspanningsadapter (niet bijgeleverd) is p Sluit deze stevig aan op de DC IN-aansluitbus van uw camera
niet goed aangesloten.
en op een stopcontact (blz. 16).
Oplossing
De camera is wel
ingeschakeld, maar werkt
niet.
• De ingebouwde microcomputer werkt niet naar
behoren.
p Haal de batterijen eruit, plaats na één minuut de batterijen er
weer in en schakel de camera in. Als dit niet werkt, drukt u met
een puntig voorwerp op de RESET toets op de onderkant van de
camera en schakelt u de camera weer in. (Hierdoor worden de
datum- en tijdinstellingen, enz., gewist.)
p Controleer de indicatie (blz. 124 tot 127).
De lens raakt beslagen.
• Er is condensvorming opgetreden.
p Schakel de camera uit en laat deze ongeveer een uur bij
kamertemperatuur staan zodat het vocht kan verdampen,
alvorens de camera te gebruiken (blz. 117).
De camera wordt warm
wanneer u deze lang
achtereen gebruikt.
—
p Dit is normaal.
De lens beweegt niet
wanneer u de camera
uitschakelt.
• De batterijen zijn leeg.
p Vervang deze door opgeladen batterijen (blz. 11 en 13) of
gebruik de netspanningsadapter (niet bijgeleverd) (blz. 16).
Verhelpen van storingen
U kunt een indicatie op het —
scherm niet herkennen.
NL
105
Waarschuwingen en
meldingen
Op het scherm kunnen de volgende meldingen verschijnen.
Melding
Betekenis/Oplossing
No Memory Stick
• Plaats een "Memory Stick" (blz. 20).
System error
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in (blz. 17).
Memory Stick error
•
•
•
•
Memory Stick type error
• De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119).
Format error
• De "Memory Stick" kon niet worden geformatteerd. Formatteer de "Memory Stick" opnieuw (blz. 43).
Memory Stick locked
• De schrijf-beveiligingsschakelaar op de "Memory Stick" staat in de stand LOCK. Schuif deze in de opnamestand
(blz. 120).
No memory space
• De capaciteit van de "Memory Stick" is ontoereikend. U kunt geen beelden opnemen. Wis overbodige beelden (blz. 41
en 79).
De geplaatste "Memory Stick" kan niet in de camera worden gebruikt (blz. 119).
De "Memory Stick" is beschadigd.
De aansluitpunten van de "Memory Stick" zijn vuil.
Plaats de "Memory Stick" op de juiste wijze (blz. 20).
Read only memory
• De camera kan geen beelden opnemen op of wissen vanaf deze "Memory Stick".
No file in this folder
• Er zijn geen beelden opgenomen in deze map.
Folder error
• Een map met dezelfde eerste drie cijfers van de naam bestaat reeds op de "Memory Stick". (Bijvoorbeeld:
123MSDCF en 123ABCDE) Kies een andere map of maak een nieuwe map aan.
Cannot create more folders • De map waarvan de eerste drie cijfers van de naam "999" is, bestaat reeds op de "Memory Stick". U kunt geen
mappen aanmaken.
NL
106
Cannot record
• De camera kan geen beelden opnemen in de gekozen map. Kies een andere map (blz. 47).
File error
• Tijdens weergave van het beeld is er een fout opgetreden.
File protect
• Het beeld is beveiligd tegen wissen. Schakel de beveiliging uit (blz. 68).
Image size over
• U geeft een beeld weer met een formaat dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Cannot divide
• De bewegende beelden zijn niet lang genoeg om onder te verdelen.
• Het bestand is geen bewegend beeld.
Melding
Betekenis/Oplossing
Invalid operation
• U probeert een bestand weer te geven dat werd aangemaakt op een ander apparaat dan deze camera.
• De batterij is bijna of volledig uitgeput. Laad de batterijen op (blz. 11). Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden
en het type batterijen, kan deze indicatie knipperen ondanks dat er nog 5 tot 10 minuten batterij-restlading over is.
• Camerabewegingen kunnen optreden als gevolg van onvoldoende belichting. Gebruik de flitser, bevestig de camera
op een statief of zet de camera op een andere manier vast.
Turn the power off and on
again
• Een probleem met de lens heeft een storing veroorzaakt.
640(Fine) is not available
• 640(Fine) formaat bewegende beelden kunnen alleen worden opgenomen op een "Memory Stick PRO". Plaats een
"Memory Stick PRO" of stel het beeldformaat anders in dan [640(Fine)].
Enable printer to connect
• [USB Connect] is ingesteld op [PictBridge], echter de camera is aangesloten op een apparaat dat niet PictBridgecompatibel is. Controleer het apparaat.
• De verbinding komt, afhankelijk van de omstandigheden, niet tot stand. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer
aan. Bij het verschijnen van een foutmelding op de printer, moet u de handleiding van de printer raadplegen.
Connect to
• U hebt geprobeerd afdrukken te maken vóórdat de printer was aangesloten. Sluit een printer aan die PictBridgecompatibel is.
device
• U hebt geprobeerd om [DPOF image] uit te voeren zonder eerst de aanduiding
te controleren.
• U hebt geprobeerd [All In This Folder] uit te voeren terwijl een map, waarin alleen maar bewegende beelden
opgeslagen worden, gekozen was. U kunt bewegende beelden niet afdrukken.
Printer busy
• Aangezien de printer bezig is, kan het geen afdrukopdrachten ontvangen. Controleer de printer.
Paper error
• Er is een storing met het papier opgetreden, zoals papiertekort, papierophoping, enz. Controleer de printer.
Ink error
• Er is een storing met de inktvoorziening opgetreden. Controleer de printer.
Printer error
• De camera ontvangt een storingsmelding van de printer. Controleer de printer, of controleer de foto, die u wilt
afdrukken, op beschadigingen.
• Het is mogelijk dat de gegevensoverdracht naar de printer nog niet voltooid is. Koppel de USB-kabel niet los.
Verhelpen van storingen
No printable image
NL
107
Zelfdiagnosefunctie
– Indien er een code verschijnt die
met een letter begint
Deze camera beschikt over een
zelfdiagnosefunctie. Met deze functie
wordt de toestand van de camera
weergegeven op het LCD-scherm met een
combinatie van één letter en vier cijfers.
Indien dat gebeurt, raadpleeg dan de
volgend codetabel en probeer de
bijbehorende oplossingen uit. De laatste
twee cijfers (hieronder aangeduid met twee
blokjes ss) verschillen afhankelijk van de
toestand van de camera.
C:32:ss
Zelfdiagnosefunctie
NL
108
Code
Oorzaak
Remedie
C:32: ss
Er is een probleem met de
hardware van de camera.
• Schakel het apparaat uit en daarna weer in
(blz. 17).
C:13: ss
De camera kan geen gegevens
lezen vanaf of schrijven op de
"Memory Stick".
• Plaats de "Memory Stick" meerdere keren
opnieuw.
Er is een ongeformatteerde
"Memory Stick" geplaatst.
• Formatteer de "Memory Stick" (blz. 43).
De geplaatste "Memory Stick"
kan niet in deze camera worden
gebruikt, of de gegevens zijn
beschadigd.
• Plaats een nieuwe "Memory Stick"
(blz. 20).
Er heeft zich een probleem
voorgedaan dat u zelf niet kunt
oplossen.
• Druk op de RESET-toets (blz. 96) onder
op de camera en schakel daarna de camera
opnieuw in.
E:61: ss
E:91: ss
E:92: ss
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony indien u
het probleem niet zelf kunt oplossen, zelfs nadat u meerdere keren de bovenstaande
oplossingen hebt uitgeprobeerd.
Aanvullende informatie
Multi Burst
Aantal beelden dat
kan worden
opgeslagen of
opnameduur
Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur verschillen,
afhankelijk van de "Memory Stick", het
beeldformaat, en de beeldkwaliteit.
Raadpleeg de tabellen hiernaast wanneer u
een "Memory Stick" kiest.
16MB
32MB
64MB
128MB
24 (46)
50 (93)
101 (187)
202 (376)
MSX-256 MSX-512
MSX-1G
357 (649) 726 (1320) 1482 (2694)
Bewegend beeld
640(Fine)
640(Standard)
160
16MB
—
0:00:42
0:11:12
32MB
—
0:01:27
0:22:42
64MB
—
0:02:56
0:45:39
128MB
—
0:05:54
1:31:33
MSX-256 MSX-512 MSX-1G
0:02:57
0:06:02
0:12:20
0:10:42
0:21:47
0:44:27
2:51:21
5:47:05
11:44:22
De getallen geven de opnametijd weer. Bij voorbeeld: "1:34:45" betekent "1 uur, 34 minuten,
45 seconden".
• Het beeldformaat is als volgt:
640(Fine): 640×480
640(Standard): 640×480
160: 160×112
Aanvullende informatie
• Het aantal beelden is vermeld in de
volgorde Fine (Standard).
• Het aantal beelden dat kan worden
opgeslagen en de opnameduur kunnen
variëren afhankelijk van de
opnameomstandigheden.
• Voor de normale opnameduur en het
aantal beelden dat kan worden
opgenomen, zie blz. 23.
• Wanneer het aantal resterende beelden
om op te nemen hoger is dan 9.999,
verschijnt de ">9999" indicatie op het
LCD-scherm.
1M
(Eenheden: beelden)
NL
109
Menuonderdelen
De te wijzigen menuonderdelen kunnen,
afhankelijk van de positie van de
modusschakelaar of de instellingen,
verschillen.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
Wanneer de modusdraaiknop op
staat
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Mode (REC Mode)
Multi Burst
– Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
– Neemt ononderbroken op (blz. 59).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
Burst
xNormal
Wanneerde modusdraaiknop op P of M
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
(EV)1)
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 54).
9 (Focus)
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering mode)
WB (White Bal)
NL
110
/
/
/
/ xAuto
De witbalans instellen (blz. 57).
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
ISO
400 / 200 / 100 / xAuto
De ISO-gevoeligheid kiezen. Kies een hoog nummer wanneer u op een donkere
plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt, of kies een laag nummer om een
hoge beeldkwaliteit te krijgen.
• Merk op dat het beeld meer ruis zal vertonen naar mate de ISOgevoeligheidswaarde hoger wordt.
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46).
Multi Burst
– Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
– Neemt ononderbroken op (blz. 59).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
(P.Quality)
Mode (REC Mode)
Burst
xNormal
(Interval)
1/7.5 / 1/15 / x1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
(Flash Level)
+ / xNormal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
M
B&W / Sepia / xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
(Saturation)
+ / xNormal / –
De verzadiging van het beeld instellen. De
wanneer de instelling Normal is).
(Contrast)
+ / xNormal / –
De contrast van het beeld instellen. De
de instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer
+ / xNormal / –
De scherpte van het beeld regelen. De
de instelling Normal is).
indicatie verschijnt (behalve wanneer
PFX (P.Effect)
1) Dit
gebeurt niet als de modusschakelaar is ingesteld op M.
Aanvullende informatie
(Sharpness)
indicatie verschijnt (behalve
NL
111
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
(EV)
9 (Focus)1)
,
,
ISO
(P.Quality)
(Flash Level)3)
PFX (P.Effect)
1) De
staat
De belichting regelen (blz. 54).
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center
AF / xMulti AF
De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
/
/
/
/ xAuto
De witbalans instellen (blz. 57).
Auto
[Auto] wordt automatisch gekozen.
xFine / Standard
Beelden opnemen met fijne/standaard kwaliteit (blz. 46).
Burst
xNormal
(Interval)2)
of
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
Mode (REC Mode)1) Multi Burst
M
,
Beschrijving
(Metering mode)
WB (White Bal)1)
,
Instelling
– Voor opname van een ononderbroken reeks van 16 beelden in een enkele
afbeelding (blz. 60).
– Neemt ononderbroken op (blz. 59).
– Een beeld met de normale opnamemodus opnemen.
1/7.5 / 1/15 / x1/30
Het Multi Burst-interval kiezen (blz. 60). (Deze instelling kan niet worden gemaakt
wanneer [Mode] (REC Mode) op het menu is ingesteld op een andere instelling dan
[Multi Burst].)
+ / xNormal / –
De hoeveelheid flitserlicht instellen (blz. 58).
B&W / Sepia / xOff
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
keuze van de instelling is beperkt overeenkomstig de stand van de modusdraaiknop (blz. 36).
gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op
,
of .
3) Dit gebeurt niet als de modusdraaiknop is ingesteld op
of .
2) Dit
NL
112
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
(EV)
9 (Focus)
staat
Instelling
Beschrijving
+2.0EV / +1.7EV / +1.3EV / +1.0EV /
+0.7EV / +0.3EV / x0EV / –0.3EV /
–0.7EV / –1.0EV / –1.3EV / –1.7EV /
–2.0EV
De belichting regelen (blz. 54).
/ 7.0m / 3.0m / 1.0m / 0.5m / Center De automatische scherpstellingsmethode kiezen (blz. 48), of de scherpstelling
vooraf instellen (blz. 50).
AF / xMulti AF
Spot / xMulti
Overeenstemmen met de belichting van het onderwerp dat u wilt opnemen
(blz. 56). Het lichtmeetbereik instellen.
(Metering mode)
WB (White Bal)
PFX (P.Effect)
/
/
/
B&W / Sepia / xOff
/ xAuto
De witbalans instellen (blz. 57).
Speciale beeldeffecten instellen (blz. 61).
Aanvullende informatie
NL
113
Wanneer de modusdraaiknop op
Onderdeel
staat
Instelling
Beschrijving
(Folder)
OK / Cancel
De map selecteren waarin zich het beeld bevindt dat u wilt weergeven (blz. 62).
(Protect)
—
Beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen, en de beveiliging opheffen (blz. 67).
(DPOF)
—
Afdrukmarkeringen (DPOF) op stilstaande beelden aanbrengen die u wilt
afdrukken, en deze opheffen (blz. 69).
(Print)
—
Voor het afdrukken van beelden met een printer die PictBridge-compatibel is
(blz. 71).
(Slide)
Interval
– Het interval voor een diavoorstelling instellen (blz. 64). (Alleen in de
enkelbeeldmodus)
x3 sec / 5 sec / 10 sec / 30 sec / 1 min
– Het bereik van de beelden die u wilt weergeven instellen.
xFolder / All
– De beelden herhaaldelijk weergeven.
xOn / Off
– De diavoorstelling laten beginnen.
– De diavoorstelling annuleren.
Image
Repeat
Start
Cancel
(Resize)
NL
114
5M / 3M / 1M / VGA / Cancel
(Rotate)
(links) /
(Divide)
OK / Cancel
Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld veranderen (blz. 68). (Alleen in
de enkelbeeldmodus)
(rechts) / OK / Cancel Het stilstaande beeld roteren (blz. 65). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
Een bewegend beeld onderverdelen (blz. 80). (Alleen in de enkelbeeldmodus)
SET UP-onderdelen
Zet de modusdraaiknop op SET UP. Het
SET UP-scherm verschijnt.
De fabrieksinstellingen zijn aangegeven
met x.
(Camera)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
AF Mode
xSingle / Monitor
De scherpstellingsfunctie kiezen (blz. 49).
Digital Zoom
xSmart / Precision / Off
De digitale zoomfunctie kiezen (blz. 26).
Date/time
Day&Time / Date / xOff
Bepalen of u de datum of de tijd wilt projecteren op het beeld (blz. 33).
De datum en tijd worden niet ingevoegd in bewegende beelden of in de Multi Burstfunctie. Bovendien verschijnen de datum en tijd alleen tijdens het weergeven en niet
tijdens het opnemen.
On / xOff
Bij gebruik van een flitser het rode-ogeneffect verminderen (blz. 31).
AF Illuminator
xAuto / Off
Kiezen of een AF-hulpverlichting in het donker wordt gebruikt. Dit helpt wanneer het
moeilijk is scherp te stellen op het onderwerp bij slechte belichting (blz. 31).
Auto Review
On / xOff
Kiezen of het opgenomen beeld automatisch wordt weergegeven op het LCD-scherm
onmiddellijk na het opnemen van een stilstaand beeld. Indien ingesteld op [On],
wordt het opgenomen beeld gedurende ongeveer twee seconden weergegeven.
Gedurende deze periode kunt u het volgende beeld niet opnemen.
(Memory Stick Tool)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
Format
OK / Cancel
De "Memory Stick" formatteren. Door het formatteren worden alle gegevens op de "Memory Stick"
gewist, inclusief beveiligde beelden (blz. 43).
Create REC. Folder
OK / Cancel
Een map aanmaken voor het opnemen van beelden (blz. 47).
Change REC. Folder OK / Cancel
Aanvullende informatie
Red Eye Reduction
De map veranderen waarin de opgenomen beelden worden opgeslagen (blz. 47).
NL
115
1
(Setup 1)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
LCD Backlight
Bright / xNormal /
Dark
De helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm kiezen. Door [Bright] te
kiezen, wordt het scherm helder en goed zichtbaar wanneer de camera buiten of op een andere
goed verlichte plek wordt gebruikt, maar ook wordt er dan meer batterijstroom verbruikt. Wordt
alleen afgebeeld wanneer u de camera van stroom voorziet met behulp van de batterijen.
Beep
Shutter
xOn
Off
– Schakelt het sluitergeluid in dat klinkt als u de sluiterknop indrukt.
– Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in die/dat klinkt als u de regelknop/sluiterknop indrukt.
– De pieptoon/het sluitergeluid uitschakelen.
A Language
—
De menuonderdelen, waarschuwingen en meldingen afbeelden in de geselecteerde taal.
2
(Setup 2)
Onderdeel
Instelling
Beschrijving
File Number
xSeries
– Nummers toewijzen aan bestanden op volgorde, zelfs als de "Memory Stick" wordt verwisseld
of een andere opnamemap wordt gebruikt.
– De nummering terugstellen en opnieuw beginnen bij 0001 iedere keer wanneer de opnamemap
wordt veranderd. (Als de opnamemap een bestand bevat, wordt een nummer hoger dan het
hoogste reeds toegekende nummer toegewezen.)
Reset
USB Connect
NL
116
xNormal
Voor het veranderen van de functie USB bij aansluiting van een computer of een PictBridgecompatibel printer, met behulp van een USB-kabel (blz. 71, 82, 84 en 93).
Video Out
NTSC
PAL
– Het video-uitgangssignaal instellen op de NTSC-modus (bijvoorbeeld de VS of Japan).
– Het video-uitgangssignaal instellen op de PAL-modus (bijvoorbeeld Europa).
Clock Set
OK / Cancel
Voor het instellen van datum en tijd (blz. 18 en 46).
PictBridge / PTP /
Voorzorgsmaatregelen
Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals
een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht
• De camera bij warm weer vanuit een
kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.
Bedrijfstemperatuur
Wanneer er condensvorming
optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.
Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.
Reiniging
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.
Condensvorming
Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.
Aanvullende informatie
• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een
auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan verkleurd of vervormd raken
of hierdoor kan een storing optreden.
• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus
wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.
De buitenkant van de camera
reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
– Chemische producten zoals verdunner,
benzine, alcohol, wegwerpdoeken,
insecticiden enz.
– Aanraking van de camera met een
bovenstaande stof aan uw handen
– Aanraking door rubber of vinyl
gedurende een lange tijd
NL
117
Ingebouwde oplaadbare
knoopbatterij
De interne oplaadbare
knoopbatterij verwijderen
Deze camera is voorzien van een
ingebouwde oplaadbare knoopbatterij voor
handhaving van de datum en tijd en andere
instellingen, ongeacht of het apparaat is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
Deze oplaadbare knoopbatterij wordt
tijdens het gebruik van de camera continu
opgeladen. Indien u de camera echter alleen
voor korte perioden gebruikt, raakt deze
batterij geleidelijk uitgeput. Indien u de
camera helemaal niet gebruikt, is de batterij
na circa één maand volledig uitgeput. In dit
geval dient u de oplaadbare knoopbatterij
altijd op te laden voordat u de camera gaat
gebruiken.
Ook indien deze oplaadbare knoopbatterij
niet wordt opgeladen, kunt u de camera nog
altijd gebruiken zolang u de datum en tijd
niet opneemt.
Wanneer u de camera afdankt, moet u de
interne oplaadbare knoopbatterij uit de
camera verwijderen.
Oplaadmethode
Plaats opgeladen batterijen of sluit de
camera aan op een stopcontact met behulp
van de AC netspanningsadapter (niet
bijgeleverd) en laat de camera 24 uur of
langer uitgeschakeld liggen.
NL
118
Raak de interne oplaadbare
knoopbatterij niet aan tijdens het
gebruik. Wanneer de
knoopbatterij is verwijderd, kunt u
deze niet terugplaatsen.
Volg de richtlijnen voor klein chemisch
afval wanneer u de oplaadbare
knoopbatterij weggooit.
Met de volgende procedure kunt u de
knoopbatterij eenvoudig verwijderen.
Gereedschap: een platkopschroevendraaier
of een gelijkaardig gereedschap.
Controleer of de camera is uitgeschakeld
voordat u de volgende bewerking uitvoert.
Verwijder ook de netspanningsadapter en
de accu.
a Open het batterijdeksel.
Houder van de interne
oplaadbare knoopbatterij
b Steek het gereedschap in de
gleuf, zoals aangegeven in de
afbeelding, en duw het
omhoog in de richting van de
pijl.
Zorg ervoor dat u de batterijhouder
hierbij niet aanraakt.
c Wanneer de houder van de
interne oplaadbare
knoopbatterij los komt en de
knoopbatterij zichtbaar wordt,
pakt u de de houder met uw
vingers vast en trekt u deze in
de richting van de pijl om de
flexibele kabel eraf te
scheuren.
"Memory Stick" is een compact, draagbaar
IC-opnamemedium met een
gegevenscapaciteit groter dan dat van een
floppy disk.
De typen "Memory Stick" die kunnen
worden gebruikt met deze camera staan
vermeld in de onderstaande tabel. Een
goede werking kan echter niet worden
gegarandeerd voor alle functies van de
"Memory Stick".
"Memory Stick" type
"MagicGate Memory Stick" en "Memory
Stick PRO" zijn uitgerust met MagicGate
functies. MagicGate is een
copyrightbeschermingstechnologie die
gebruik maakt van encryptietechnologie.
Opnemen/weergeven van gegevens waarbij
MagicGate functies zijn vereist, kan niet met
deze camera worden uitgevoerd.
3)
Ondersteunt een hoge
gegevensoverdrachtsnelheid via een parallelle
interface.
4)
Bewegende beelden in het beeldformaat
640(Fine) kunnen alleen opgenomen en
weergegeven worden met behulp van
"Memory Stick PRO" of "Memory Stick PRO
Duo".
Opnemen/
weergeven4)
Memory Stick
a
Memory Stick Duo1)
a
Memory Stick Duo
(MagicGate/hoge
gegevensoverdrachtsnelheid)1)
a2) 3)
MagicGate Memory Stick
a2)
MagicGate Memory Stick
Duo1)
a2)
Memory Stick PRO
a2) 3)
Memory Stick PRO Duo1)
a2) 3)
1)
Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u het dan in
een Memory Stick Duo-adapter.
• Als een "Memory Stick" is geformatteerd op
een computer, kan de juiste werking ervan in
deze camera niet worden gegarandeerd.
• De lees-/schrijfsnelheid van de gegevens
verschilt afhankelijk van de gebruikte "Memory
Stick" en apparatuur.
Aanvullende informatie
d Steek het gereedschap in de
gleuf, zoals aangegeven in de
afbeelding, en verwijder de
interne oplaadbare
knoopbatterij uit de houder.
2)
Over "Memory Stick"
NL
119
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick" (bijgeleverd)
• U kunt geen beelden opnemen, bewerken of
wissen wanneer de
schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand
LOCK staat.
Aansluiting
Schrijfbeveiligingsschakelaar
Plaats van het etiket
De stand of de vorm van de
schrijfbeveiligingsschakelaar kan verschillend
zijn afhankelijk van de "Memory Stick" die u
gebruikt.
NL
120
• De "Memory Stick" mag niet worden
verwijderd terwijl deze bezig is met het lezen of
wegschrijven van gegevens.
• De gegevens kunnen in de volgende gevallen
beschadigd zijn:
– wanneer de "Memory Stick" eruit is gehaald
of de camera is uitgeschakeld tijdens het
lezen of schrijven
– wanneer de "Memory Stick" wordt gebruikt
op plaatsen met statische elektriciteit of
elektrische ruis
• We raden u aan van belangrijke gegevens een
reservekopie te maken.
• Bevestig uitsluitend het bijgeleverde etiket op
de voorgeschreven plaats.
• Bevestig het bijgeleverde etiket op de
voorgeschreven plaats. Let erop dat het etiket
niet buiten deze plaats steekt.
• Wanneer u de "Memory Stick" draagt of
bewaart, plaatst u deze terug in het doosje dat
erbij geleverd werd.
• Raak de aansluitpunten van de "Memory Stick"
niet aan met uw hand of een metalen voorwerp.
• De "Memory Stick" niet slaan, verbuigen of
laten vallen.
• De "Memory Stick" mag niet worden
gedemonteerd of getransformeerd.
• Stel de "Memory Stick" niet bloot aan water.
• U mag de "Memory Stick" niet gebruiken of
bewaren op de volgende plaatsen:
– plaatsen met een hoge temperatuur, zoals in
een hete auto die in de zon is geparkeerd
– plaatsen die zijn blootgesteld aan direct
zonlicht
– vochtige plaatsen of plaatsen waar corrosieve
middelen aanwezig zijn
Opmerkingen betreffende de
"Memory Stick Duo" (niet
bijgeleverd)
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" wilt
gebruiken met de camera, steekt u de "Memory
Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter.
Als u een "Memory Stick Duo" in een
"Memory Stick" compatibel apparaat steekt
zonder een Memory Stick Duo-adapter, is het
mogelijk dat u hem niet meer uit het apparaat
kunt halen.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een
Memory Stick Duo-adapter steekt, moet u
ervoor zorgen dat de "Memory Stick Duo" in de
juiste richting wordt geplaatst.
• Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt
in deze camera, die geplaatst is in een Memory
Stick Duo-adapter, moet u ervoor zorgen dat de
"Memory Stick Duo" in de juiste richting wordt
geplaatst. Merk op dat door onjuist gebruik de
camera kan worden beschadigd.
• Steek geen Memory Stick Duo-adapter in een
"Memory Stick" compatibel apparaat zonder
dat er een "Memory Stick Duo" in de adapter
zit. Als u dit toch doet, kan een storing in de
camera optreden.
• Als u de "Memory Stick Duo" wilt formatteren,
moet u de "Memory Stick Duo" in de Memory
Stick Duo-adapter steken.
• Als de "Memory Stick Duo" uitgerust is met
een schrijfbeveiligingsschakelaar, moet u deze
uit de stand Lock halen.
Opmerking betreffende de "Memory
Stick PRO" (niet bijgeleverd)
Een "Memory Stick PRO" met een capaciteit van
maximaal 1GB is getest en goed bevonden voor
gebruik met deze camera.
Over nikkelmetaalhydridebatterijen
Effectief gebruik van de
batterijen
• De levensduur van de batterijen is
beperkt. De capaciteit van de batterijen
neemt geleidelijk af naarmate u deze
meer gebruikt en de tijd verstrijkt.
Wanneer de gebruiksduur van de
batterijen aanzienlijk korter lijkt te zijn
geworden, is het waarschijnlijk dat de
batterijen aan het einde van hun
levensduur zijn gekomen.
• De levensduur van de batterijen verschilt
afhankelijk van opslag,
gebruiksomstandigheden en
omgevingsfactoren, en is verschillend
voor iedere batterij.
Over de batterijlader
• Laad geen andere batterijen op dan Sony
nikkel-metaalhydridebatterijen in de
batterijlader die bij de camera werd
geleverd. Als u een ander soort batterij
dan de voorgeschreven soort batterijen
probeert op te laden (bijv.
mangaanbatterijen, alkalibatterijen,
lithiumbatterijen of Ni-Cd-batterijen),
kunnen die batterijen gaan lekken,
oververhit raken of exploderen en
daarmee brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
• Laad volledig opgeladen nikkelmetaalhydridebatterijen niet nogmaals
op. Anders is er gevaar voor lekkage,
oververhitting, explosie of elektrische
schokken.
• Wanneer u batterijen oplaadt met een
hoog vermogen, anders dan de
bijgeleverde batterijen, met de
bijgeleverde batterijlader, is het mogelijk
dat het volledige vermogen van de
batterij niet beschikbaar is.
Aanvullende informatie
• De prestaties van de batterijen worden
lager in omgevingen met een lage
temperatuur en onder dergelijke
omstandigheden is de levensduur van de
batterijen korter. Om de batterijen zo lang
mogelijk te kunnen gebruiken, adviseren
wij u de batterijen in hun doosje te
bewaren op een plaats dicht bij uw
lichaam om ze warm te houden, en de
batterijen pas in de camera te plaatsen
vlak voordat u gaat opnemen.
• Als u vaak opneemt met gebruikmaking
van de flitser en de zoom, zal de
batterijlading sneller worden verbruikt.
• Wij adviseren voldoende
reservebatterijen voor te bereiden voor
twee of drie keer de verwachte
opnameduur en een proefopname te
maken alvorens de camera daadwerkelijk
te gebruiken.
• Stel de batterijen niet bloot aan water. De
batterijen zijn niet bestand tegen water.
Levensduur van de batterijen
NL
121
• Wanneer het CHARGE-lampje knippert,
kan dit op een batterijfout duiden of op
het feit dat andere dan de voorgeschreven
batterijen zijn geplaatst. Controleer dat
het batterijen van het voorgeschreven
soort zijn. Als de batterijen inderdaad van
het voorgeschreven soort zijn, haalt u alle
batterijen eruit, vervangt u deze door
nieuwe of andere, en controleert u of de
batterijlader goed werkt. Als de
batterijlader goed werkt, kan een
batterijfout zijn opgetreden.
NL
122
[Ingangs- en uitgangsaansluitingen]
Technische gegevens
x Camera
[Systeem]
Beeldsysteem
9,04 mm (1/1,8 type) kleuren-CCD
Primair kleurfilter
Totaal aantal pixels van de camera
Circa 5 255 000 pixels
Effectief aantal pixels van de camera
Circa 5 090 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Tessar
3× zoomlens
f = 7,9 – 23,7 mm (38 – 114 mm
omgerekend naar een 35 mm
fotocamera)
F2.8 – 5.2
Belichtingsregeling
Automatische belichting,
Handmatige belichting, Schemer,
Schemer-portret, Kaarslicht,
Landschap, Strand, Zachte sluiter
Witbalans
Automatisch, Daglicht, Bewolkt,
Fluorescerend, Kaarslicht
Bestandsformaat (voldoet aan DCF)
Stilstaande beelden: Exif Versie 2.2
overeenkomstig JPEG, compatibel
met DPOF
Bewegende beelden: overeenkomstig
MPEG1 (mono)
Opnamemedium
"Memory Stick"
Flitser
Aanbevolen afstand (ISO instellen op
Auto):
0,2 m tot 3,5 m (W)
0,3 m tot 2,5 m (T)
A/V OUT (MONO)-aansluitbus (mono)
Mini-aansluiting
Video: 1 Vp-p, 75Ω, asymmetrisch,
negatieve sync
Audio: 327 mV (bij een belasting van
47 kΩ)
Uitgangsimpedantie 2,2 kΩ
USB-aansluitbus
mini-B
USB verbinding
Hi-Speed USB (voldoet aan USB 2.0)
[LCD-scherm]
LCD-scherm
6,2 cm (2,5 type) TFT drive
Totaal aantal beeldpunten
123 200 (560×220) beeldpunten
[Stroomvoorziening, algemeen]
x BC-CS2A/CS2B Ni-MH
batterijlader
Voeding
100 tot 240 V wisselstroom, 50/60 Hz
3W
Uitgangsspanning
AA : 1,4 V gelijkstroom, 400 mA × 2
AAA : 1,4 V gelijkstroom,
160 mA × 2
Bedrijfstemperatuurbereik
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuurbereik
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
71 × 30 × 91 mm (B/H/D)
Gewicht Circa 90 g
x AC-LS5 netspanningsadapter (niet
bijgeleverd)
Ingangsspanning
100 V tot 240 V wisselstroom,
50/60 Hz, 11 W, 0,16 A tot 0,09 A
Uitgangsspanning
4,2 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
Circa 48 × 29 × 81 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Circa 130 g
x Accessoires
• HR6 (AA-formaat) Ni-MH batterijen
(DSC-W1: 2, DSC-W12: 4)
• Batterijhouder (DSC-W1: 1, DSC-W12: 2)
• BC-CS2A/CS2B Ni-MH Batterijlader (1)
• Netsnoer (1)
• USB-kabel (1)
• A/V-verbindingskabel (1)
• Polsriem (1)
• "Memory Stick" (32 MB) (1)
• CD-ROM (USB-stuurprogramma SPVD-012)
(1)
• Gebruiksaanwijzing (1)
• Zachte draagtas (alleen DSC-W12) (1)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
zijn voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Aanvullende informatie
Stroomvoorziening
AA-formaat nikkelmetaalhydridebatterijen (2), 2,4 V
AC-LS5 netspanningsadapter
(niet bijgeleverd), 4,2 V
Stroomverbruik (tijdens het opnemen met
het LCD-scherm ingeschakeld)
1,4 W
Bedrijfstemperatuur
0 °C tot +40 °C
Opslagtemperatuur
–20 °C tot +60 °C
Afmetingen
91 × 60 × 36,3 mm
(B/H/D, excl. uitstekende delen)
Gewicht Ong. 250 g (incl. 2 batterijen,
"Memory Stick" en polsriem)
Microfoon
Electret-condensatormicrofoon
Luidspreker
Dynamische luidspreker
Exif Print Compatibel
PRINT Image Matching II
Compatibel
PictBridge
Compatibel
NL
123
Het LCD-scherm
Bij opname van stilstaande beelden
1
2
3
4
5
101
VGA
1/30”
C:32:00
ql
w;
6
7
8
9
0
qa
qs
qd
+
Return
S AF
A Opnamemodus-indicatie (59, 60)/
Beeldformaat-indicatie (21)
B Zelfontspanner-indicatie (29)
C AE/AF-vergrendelings-indicatie
(25, 50)
D Batterij-restladings-indicatie (14)
E Witbalans-indicatie (57)/
Modusdraaiknop-indicatie (10)/
Flitsmodus-indicatie (30)/
Indicatie van vermindering van
rode-ogeneffect (31)
NL
124
qf
qg
qh
qj
qk
wa
ws
2.5 F3.5 +2.0EV
wd
wf
wg
F Scherpte-indicatie (111)/
Verzadigings-indicatie (111)/
Contrast-indicatie (111)/
AF-illuminator-indicatie (31, 115)
G Lichtmeetmodus-indicatie (56)/
Beeldeffect-indicatie (61)
H Waarschuwings-indicatie lege
batterij (107)
I Aanduiding instelfunctie
handmatige belichting (51)
J Macro-indicatie (28)
K AF-functie (49)/Indicatie van AFframe van bereikzoeker (48)/
Scherpstelling-voorkeuzewaarde
(50)
L Dradenkruis van de spot
lichtmeting (57)
M Lange sluitertijd NR-indicatie
(36)/Sluitertijd-indicatie
N Multi Burst-intervalindicatie (60)
O Beeldkwaliteitsindicatie (46)
P Opnamemap-indicatie (47)
Q Indicatie van resterend aantal
opneembare beelden (23)
R Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
S Zelfdiagnosefunctie (108)/
Datum/tijd-indicatie (33)
T ISO-richtgetalindicatie (111)
U Histogram-indicatie (55)
V Menu/Gidsmenu (45)
W Diafragmawaarde-indicatie (51)/
EV-niveau-indicatie (54)
X Trillingswaarschuwing-indicatie
(107)
Y AF-bereikzoekerframe (48)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij opname van bewegende beelden
1
9
q;
qa
2
STD
3
4
640
STBY
101
00:00:00 [00:28:25]
5
C:32:00
qs
qd
qf
+
6
7
8
K Opnamemap-indicatie (47)
L Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
M Zelfdiagnosefunctie (108)
N Zelfontspanner-indicatie (29)
O Menu/Gidsmenu (45)
P EV-niveau-indicatie (54)
Q AF-bereik-indicatie (48)
Aanvullende informatie
A Opnamemodus-indicatie (77)
B Batterij-restladings-indicatie
(14)
C Witbalans-indicatie (57)
D Waarschuwings-indicatie lege
batterij (107)
E Aanduiding lichtmeetfunctie (56)/
Aanduiding beeldeffecten (61)
F Dradenkruis van de spot
lichtmeting (57)
G Macro-indicatie (28)
H Indicatie van AF-frame van
bereikzoeker (48)/Scherpstellingvoorkeuzewaarde (50)
I Beeldformaat-indicatie (77)
J Indicatie van de opnameduur
[maximale opnameduur] (109)
qg
qh
qj
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
125
Bij weergave van stilstaande beelden
1
2
3
M
4
5
6
7
8
9
101
1.3
E
F
G
H
I
J
NL
126
K
L
12/12
C:32:00
+2.0EV
100 F3.5
BACK/NEXT
A
B
C
D
101
VGA
Beeldformaat-indicatie (21)
Opnamemodus-indicatie (59, 60)
Map-veranderen-indicatie (62)
Beveiligings-indicatie (67)/
Afdrukmarkerings-indicatie
(DPOF) (69)
Weergave-indicatie (65)
Zoomschaal-indicatie (63)/
Beeld-voor-beeld-weergaveindicatie (66)
Aanduiding USB-kabel niet
loskoppelen (73)
EV-niveau-indicatie (54)/
ISO-richtgetal-indicatie (111)
Map-bestandsnummer (87)
PictBridge -aansluitingsindicatie (71)
Weergavemapindicatie (62)
Opnamemap-indicatie (47)
VOLUME
0
qa
qs
qd
qf
qg
qh
qj
qk
ql
M Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
N Beeldnummer/Aantal beelden
opgenomen in de gekozen map
O Zelfdiagnosefunctie (108)
P Lichtmeetmodus-indicatie (56)/
Flits-indicatie/Kleurbalansindicatie (57)
Q Sluitertijd-indicatie (51)/
Diafragmawaarde-indicatie (51)
R Histogram-indicatie (55)
S Opnamedatum/-tijd van het
weergavebeeld (33)/Menu/
Gidsmenu (45)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
Bij weergave van bewegende beelden
1
2
3
4
5
6
101
160
101
VOL.
qs
qd
qf
DPOF
Beeldformaat-indicatie (78)
Opnamemodus-indicatie (78)
Weergave-indicatie (78)
Volume-indicatie (78)
Map-veranderen-indicatie (62)
Weergavemap-indicatie (62)
Beeldnummer
Opnamemap-indicatie (47)
Aantal beelden opgenomen in de
gekozen map
J Resterende-"Memory Stick"capaciteit-indicatie
K
L
M
N
Teller (78)
Weergavebeeld (78)
Weergavebalk (78)
Menu/Gidsmenu (45)
• Door op de toets MENU te drukken zal het
menu/helpmenu verschijnen/uitgaan.
Aanvullende informatie
A
B
C
D
E
F
G
H
I
8/8
00:00:12
7
8
9
0
qa
Verdere belangrijke informatie vindt u
op de tussen haakjes vermelde
bladzijden.
NL
127
Index
Index
A
Aantal beelden die kunnen worden
opgenomen/weergegeven ......... 15, 23, 109
AE .................................................................... 25
AE/AF-vergrendeling ................................ 25, 50
AF-bereikzoekerframe ..................................... 48
AF-bewaking (Monitor) .................................. 49
Afdrukmarkering (DPOF) ............................... 69
AF-functie ....................................................... 49
AF-illuminator ......................................... 31, 115
AF-vergrendeling ............................................. 50
Auto Review .................................................. 115
Automatisch opnemen van stilstaande
beelden ............................................. 10, 48
Automatische instelfunctie .............................. 24
Automatische scherpstelling ...................... 25, 48
Automatische uitschakelingsfunctie ................ 17
A/V-verbindingskabel ...................................... 39
B
Batterij-restladingsindicatie ............................. 14
Beeld vergroten ................................................ 63
Beeldeffect ....................................................... 61
Beelden bekijken op een TV-scherm ............... 39
Beelden bekijken op het LCD-scherm ............ 37
Beelden bekijken op uw computer .................. 87
Beelden kopiëren naar uw
computer .............................. 85, 86, 91, 93
NL
128
Beeldformaat ............................................. 21, 22
Beeldkwaliteit ............................................ 22, 46
Bestandsnamen ................................................ 87
Beveiliging ....................................................... 67
Bewegende beelden bekijken op het
LCD-scherm ........................................... 78
Bewegende beelden wissen ............................. 79
Bewolkt ............................................................ 57
Burst ................................................................. 59
B&W ................................................................ 61
C
CD-ROM ............................................. 83, 90, 94
Clock Set .................................................. 18, 116
Close-up (macro)-opnamefunctie .................... 28
Condensvorming ............................................ 117
Contrast .......................................................... 111
D
Daglicht ........................................................... 57
Daglicht-synchro ............................................. 30
Datum en tijd instellen ............................. 18, 115
Diafragmawaarde ............................................. 51
Diavoorstelling ................................................ 64
Digitale zoom .................................................. 26
DPOF ............................................................... 69
F
Flitserniveau ............................................. 58, 111
Flitsmodus ........................................................ 30
Fluorescerend ................................................... 57
Formaat veranderen ......................................... 68
Formatteren ...................................................... 43
G
Gebruik van de camera in het buitenland ........ 16
Gelijkstroomstekker ......................................... 16
Geprogrammeerd automatisch opnemen ......... 10
Gloeilamp ........................................................ 58
H
Handmatige belichting ..................................... 51
Histogram ........................................................ 55
I
ImageMixer VCD2 .......................................... 94
In- en uitschakelen ........................................... 17
Index-scherm ................................................... 37
Installeren ............................................ 83, 89, 95
ISO ................................................................. 111
J
JPG ................................................................... 88
E
Enkelvoudig scherm ........................................ 37
Enkelvoudige-AF (Single) ............................... 49
EV-afstelling .................................................... 54
K
Kaarslichtfunctie .............................................. 34
Knippen van bewegende beelden ..................... 80
L
P
T
Landschapsfunctie ............................................34
Lange sluitertijd NR .........................................36
LCD-achtergrondverlichting aan/uit ................32
LCD-achterverlichting ....................................116
Levensduur van de batterijen ....................15, 121
Lichtmeetfunctie ...............................................56
Lichtmeting met meerdere patronen ................56
PAL-systeem ............................................ 40, 116
PictBridge ........................................................ 71
Picture Package ............................................... 89
Pieptoon/sluitergeluid .................................... 116
Precizie digitale zoom ..................................... 27
Projecteren van de datum en tijd ..................... 33
PTP .................................................... 82, 93, 116
Toegangslampje ............................................... 20
Trimmen .......................................................... 64
TV-kleursysteem .............................................. 39
M
Q
Map .............................................................47, 62
Memory Stick ...........................................43, 119
"Memory Stick" aanbrengen ............................20
Menu-instellingen .....................................45, 110
Midden-AF .......................................................48
Modusdraaiknop ...............................................10
MPG .................................................................88
Multi AF ...........................................................48
Multi Burst .......................................................60
Multipoint AF ...................................................48
Quick Review .................................................. 26
USB-bus ..................................................... 71, 84
USB-kabel ................................................. 71, 84
USB-modus ..................................................... 82
USB-stuurprogramma ...................................... 83
USB-verbinding ......................................... 71, 84
R
V
Regelknop ........................................................ 17
Reiniging ....................................................... 117
RESET-toets .................................................... 96
Resterende opname/weergave-tijd ........... 15, 109
Roteren ............................................................ 65
Vermindering van het rode-ogeneffect ............ 31
Verzadiging .................................................... 111
VGA ................................................................. 22
Voorzorgsmaatregelen ................................... 117
N
Netspanningsadapter ........................................16
NTSC-systeem .........................................40, 116
O
W
S
Schemerfunctie ................................................ 34
Schemer-portretfunctie .................................... 34
Schermweergave ...................................... 32, 124
Scherpstellen ................................................... 48
Scherpstelling-voorkeuze ................................ 50
Scherpte ......................................................... 111
Sepia ................................................................ 61
SET UP .................................................... 46, 115
Slimme-zoomfunctie ....................................... 26
Sluitertijd ......................................................... 51
Spot lichtmeting .............................................. 56
Stilstaande beelden wissen .............................. 41
Strandfunctie ................................................... 35
Waarschuwingen en meldingen ..................... 106
Weergavezoom ................................................. 63
Witbalans ......................................................... 57
Z
Zachte-opname-modus .................................... 35
Zelfdiagnosefunctie ....................................... 108
Zelfontspanner ................................................. 29
Zoeker .............................................................. 32
Zoom ................................................................ 26
Index
Onderverdelen ..................................................80
Oplaadtijd .........................................................12
Opladen van de batterijen .........................11, 121
Opnemen van bewegende beelden ...................77
Opslagbestemming van bestanden ...................87
U
NL
129
Gedruckt auf 100% Recyclingpapier
mit Druckfarbe auf Pflanzenölbasis
ohne VOC (flüchtige organische
Bestandteile).
3091535410
Gedrukt op 100% kringlooppapier
met VOC (vluchtige organische
verbinding)-vrije inkt op basis van
plantaardige olie.
Sony Corporation Printed in Japan
Auf unserer Kundendienst-Website finden Sie Zusatzinformationen
zu diesem Produkt und Antworten auf häufig gestellte Fragen.
Nadere bijzonderheden over dit product en de antwoorden op vaak
gestelde vragen kunt u vinden op onze klantendienst Website.