Laserliner CenterScanner Plus de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Laserliner CenterScanner Plus de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
14
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure 'Garantie- en aanvullende aanwijzingen' evenals de
actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig
door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als
u het apparaat doorgeeft.
!
Functie / toepassing
De CenterScanner Plus is een systeem van zender en ontvanger voor de veilige bepaling van de in- en
uitgangspunten van wand- en plafondboringen tot een wanddikte van 150 cm. Het apparaat zorgt
met goed zichtbare ledindicatoren en akoestische signalen voor een exacte lokalisatie van de in- en
uitgangsposities en beschikt tevens over goed toegankelijke markeringshulpen in de zender en de
ontvanger. Het geïntegreerde lc-display toont de signaalradius tot 200 cm. De zender TX beschikt over
een geïntegreerde metaal- en spanningsdetectie ter vermijding van verkeerde boringen.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven speccaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen de
goedkeuring en de veiligheidsspecicatie te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen.
De bevestiging met een speciale, hechtende massa of plakband biedt geen afdoende bescherming
tegen neerstorten. Baken het gevarenbereik altijd af.
Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het
toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende
spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle).
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading
zwak is.
Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige
gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting
(bijv. elektricien-handschoenen).
Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend
volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur.
Het meettoestel vervangt geen tweepolige controle van de spanningsvrijheid.
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden in de buurt van elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde
technische veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen
beveiligen, 3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende,
spanningvoerende onderdelen beveiligen en afdekken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt
van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing
van en door elektronische apparaten is mogelijk.
Bij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagnetische wisselvelden kan de
meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed.
Voorzorgsmaatregelen: Gebruik geen andere CenterScanner Plus binnen een afstand van 10 m.
Gebruik geen elektronische zendapparatuur of elektrische motoren in de buurt.
NL
CenterScanner Plus
15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
1
Veiligheidsinstructies
Omgang met radiograsche straling
Het meettoestel is uitgerust met een radiograsche interface.
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische
compatibiliteit volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Bij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiograsche installatietype CenterScanner Plus
voldoet aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn
2014/53/EU (RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar
onder het volgende internetadres: http://laserliner.com/info?an=cescapl
Zender TX Ontvanger RECV
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Markeringsopening
Ledindicatoren
metaaldetectie
Ledindicatoren
spanningsdetectie
Led-batterijlading
Apparaat aan/uit /
Geluid aan/uit
Batterijvakje (achterzijde)
Ledindicatoren voor
de positionering
Markeringsopening
Ledindicator boordiepte
Led-batterijlading
Apparaat aan/uit
Batterijvakje (achterzijde)
Zender TX
Ontvanger RECV
Batterijen plaatsen
Zender TX en Ontvanger RECV
Open het batterijvakje en plaats de batterijen
overeenkomstig de installatiesymbolen. Let
daarbij op de juiste polariteit.
NL
16
2
2 sec
1 sec
2 sec
2 sec
2 sec
3
a b c
Apparaat aan/uit / Geluid aan/uit
Ontvanger RECV
ON
Geluid
aan
OFF
Geluid uit ON
OFF
Boorpunt bepalen
1. Zender TX met de speciale, hechtende massa aan de achterkant vast tegen de wand of onder het
plafond hangend op het gewenste boorpunt positioneren (zie afb. a).
2. Zender TX en ontvanger RECV inschakelen.
3. De ontvanger RECV over de tegenoverliggende zijde van de wand / het plafond bewegen (zie afb. b).
De ledindicatoren voor de positionering (7) geven de bewegingsrichting aan met behulp van rode pijlen.
Groene vierkanten geven de overeenstemmende positie van de zender TX en de ontvanger RECV aan.
4. Als de vier groene vierkanten branden is de positionering voltooid. Na het aftekenen van het boorpunt
(zie afb. C) neemt u het apparaat van de wand / het plafond en voert u de boring uit.
De apparaten dienen vóór het boren van de wand / het plafond te worden verwijderd.
Het boren door de markeringsopeningen geschiedt op eigen risico!
!
Boordiepte > 150 cm bepalen
De ledindicatoren voor de positionering (7) zijn geschikt voor de
bepaling van een boordiepte tot 150 cm.
Bij afstanden > 150 cm kan het boorpunt door de berekening van de
minimale boordiepte led-indicatoren met behulp van het lc-display (9).
Daarvoor de ontvanger in X- en Y-as over de wand bewegen en de
posities bij het bereiken van de betreffende minimale boordiepte-
indicatie vanuit alle vier richtingen (rechts, links, boven, beneden
naar het denkbeeldige midden) markeren.
De vier markeringen bevinden zich in een coördinatenstelsel (X-/Y-as)
en het middelpunt komt overeen met het gezochte boorpunt.
Zender TX
NL
CenterScanner Plus
17
d e
f
6
g
h i
4
Metaal zoeken
1. Apparaat inschakelen en langzaam over het oppervlak bewegen (zie afb. d). De ledindicatoren (2)
geven melding als metaal in de buurt is. Bij volle uitslag markeert u het punt.
2. Stap 1 herhalen (zie afb. e).
Het apparaat detecteert verdekt liggend metaal in alle niet-metalen materialen zoals bijv. steen, beton,
estrik, hout, gipsvezelplaten, gasbeton, keramische en minerale bouwstoffen.
5
Spanningslokalisatie
Apparaat inschakelen en langzaam over het oppervlak bewegen (zie
afb. f). De ledindicatoren (3) geven melding als een spanningvoerende
leiding in de buurt is.
Lokaliseren van spanningvoerende leidingen direct onder pleisterwerk resp. houtpanelen en andere
niet-metalen bekistingen. Spanningvoerende leidingen in droogbouwmuren met metalen regelwerk
worden niet gedetecteerd.
Offset-meting
1. De zender TX naar een gedeelte bewegen waarin geen metaal voorhanden is en vervolgens
de afstand meten tussen de zender TX en het geplande boorpunt (zie afb. g).
2. Met de ontvanger RECV aan de andere kant de positie van de zender TX bepalen (zie afb. h).
3. De gemeten afstand (stap 1) in de richting van het geplande boorpunt overdragen (zie afb. i).
NL
18
l
m
j
k
8
Hoekmetingen
1. Een wig onder de zender TX en een onder de ontvanger RECV plaatsen en waarborgen dat
de middellijn van de beide apparaten in de richting van het geplande boorpunt wijst (zie afb. I).
2. Boringen uitvoering (zie afb. m).
Als een rechte plaatsing en uitlijning niet mogelijk is, zoals bij het boren onder een hoek, kan de uitlijning
worden uitgevoerd met behulp van twee identieke, wigvormige steunen. De hoeken van de wiggen
moeten overeenstemmen met de geplande boorhoek.
Wiggen met verschillend grote hoeken kunnen verkeerde resultaten opleveren.
Altijd identieke wiggen gebruiken!
!
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en
oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt.
Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats.
7
Meerpuntsmeting
1. Minimaal twee, bij voorkeur vier referentiepunten op exact dezelfde afstand van het geplande
boorpunt markeren (zie afb. j).
2. Het correcte boorpunt bevindt zich in het geometrische middelpunt van de referentiepunten
(zie afb. k).
Het gebruik in de modus met verhoogde tolerantie heeft tot gevolg dat de nauwkeurigheid
bij de positionering van het boorpunt iets afneemt.
!
Tip: storingen door metaal kunnen ertoe leiden dat het boorpunt niet kan worden gelokaliseerd. In deze
zelden optredende gevallen schakelen de vier vierkante ledindicatoren op geen punt in. De tolerantie
van de ontvanger RECV kan worden verhoogd door het indrukken van de Aan-/Uit-toets (11). De selectie
wordt bevestigd door een langer akoestisch signaal. Door het hernieuwd indrukken van de Aan-/Uit-toets
(11) of het uitschakelen van het apparaat schakelt het apparaat terug naar de normale bedrijfsmodus.
NL
CenterScanner Plus
19
Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 10.17)
CenterScanner Plus RECV
Indicatoren 13 leds, akoestisch waarschuwingssignaal
Ledindicator 3 x 7-segment
Meetdiepte
Positieherkenning: 2 - 150 cm wanddikte
Diepte-indicatie: 2 - 200 cm boordiepte
Nauwkeurigheid karakteristiek 3% van de meetdiepte
Bedrijfsduur ca. 20 h
Werkomstandigheden
-30°C … 40°C, Luchtvochtigheid max. 85% rH, niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden -20°C … 60°C, Luchtvochtigheid max. 85% rH
Bedrijfsgegevens
radiograsche module
Frequentieband 1: ISM band 433,95 MHz
Bandbreedte: 0,05 Mhz
Ontvangercategorie: 3
Stroomvoorziening 3 x 1,5 V alkalibatterij (type AAA)
Afmetingen (B x H x D) 75 x 172 x 28 mm
Gewicht (incl. batterijen) 210 g
CenterScanner Plus TX
Indicatoren 11 leds, akoestisch waarschuwingssignaal
Bedrijfsduur ca. 12 h
Werkomstandigheden
-20°C … 40°C, Luchtvochtigheid max. 85% rH, niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden -20°C … 60°C, Luchtvochtigheid max. 85% rH
Bedrijfsgegevens
radiograsche module
Frequentieband 1: ISM band 433,95 MHz
Zendvermogen: < -13 dBmW
Bandbreedte: 0,05 Mhz
Stroomvoorziening 3 x 1,5 V alkalibatterij (type AAA)
Afmetingen (B x H x D) 75 x 172 x 28 mm
Gewicht (incl. batterijen) 200 g
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het
vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese
richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden
verzameld en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=cescapl
NL
/