46 47
Radiografisch braad-/grillthermometer
• Houdt de toets ingedrukt.
• Het apparaat is uitgeschakeld
• Om het apparaat in te schakelen houdt u de toets inge-
drukt.
• De weergave voor de temperatuur begint te knipperen.
• Wacht tot het knipperen is voltooid (90 seconden) en de
huidige gemetene temperatuur wordt weergegeven of
start het handmatig zenderzoeken.
6.3 Zender
•
Met de °C/°F toets op de achterkant van de zender
kunt u tussen de weergave van de temperatuur in °C
(graden Celsius) of °F (graden Fahrenheit) kiezen.
•
Houdt de toets op de achterkant van de zender
ingedrukt.
•
Het apparaat is uitgeschakeld
•
Om de apparaat in te schakelen houdt u de toets
ingedrukt.
•
Als de sonde nog aangesloten is, verschijnt de huidige
gemeten temperatuur op het display.
Informatie:
•
Op een betere en snellere overdracht van de gemeten
temperatuur te garanderen, schakelt u eerst de ont-
vanger aan en dan de zender.
6.4 Meten van de braadtemperatuur
•
Houdt eventueel de MODE toets ingedrukt in de tem-
peratuur instellingmodus.
•
WELL DONE (voorinstelling) verschijnt op het display.
•
Druk op de MEAT/UP toets en u kunt de gewenste
vleessoorten kiezen (zie tabel).
•
Druk op de TASTE/DOWN toets en u kunt tussen de
gaar niveaus kiezen (zie tabel).
•
Houd de MODE toets ingedrukt en u kunt een indivi-
duele temperatuur instellen.
•
WELL DONE (voorinstelling) verdwijnt op het display.
•
Druk op de MEAT/UP of TASTE/DOWN toets om de
gewenste doeltemperatuur in te stellen. Wanneer u
de toetsen ingedrukt houdt komt u in de snelloop.
• Steek de sonde minstens 2,5 cm diep midden in het dik-
ste deel van het te braden vlees, bij gevleugelde tussen
romp en poten; botten of kraakbeen moeten er niet
mee in aanraking komen, hij mag niet uit het te braden
vlees steken. Schuif het te braden vlees in de oven en
stel de desbetreffende temperatuur van de oven in.
• Wilt u alleen de oventemperatuur meten, plaats dan de
sonde in de oven.
Radiografisch braad-/grillthermometer
•
Om een betere en snellere transmissie van de geme-
ten temperatuur te waarborgen, plaats eerst twee
AAA 1,5 V batterijen in het batterijvak van de ontvan-
ger. Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de
batterijen. U hoort een kort signaal en alle segmen-
ten van het scherm verschijnen kort.
•
Het apparaat is nu bedrijfsklaar.
•
De weergave voor de temperatuur begint te knippe-
ren en de voorinstelling verschijnt op het display.
•
Plaats daarna twee batterijen 1,5 V AAA in het batte-
rijvak van de zender. Let op de juiste polariteit bij het
plaatsen van de batterijen. Alle LCD-schermsegmen-
ten verschijnen kort.
•
De actuele gemeten temperatuur verschijnt op de dis-
play von de zender.
•
De zender stuurt de actuele gemeten temperatuur
naar de ontvanger.
•
Na succesvolle ontvangst hoort u een signaal, het ont-
vangstsymbool knippert en de gemeten temperatuur
verschijnt op het display van de ontvanger.
•
De zender stuurt alle 5 seconden de gemeten tempe-
ratuur naar de ontvanger.
•
Sluit het batterijvak van de zender en de ontvanger
weer.
6.1 Handmatig de zenderzoeker
•
Als de ontvangst niet succesvol is of als het contact
tussen de zender en de ontvanger verloren is gegaan
(reikwijdte maximaal 40 meter, massieve wanden, in
het bijzonder met metalen delen, kunnen de reikwijd-
te van de zender aanzienlijk beperken), zal een piep
met een regelmatige interval te horen zijn, het ont-
vangstsymbool verdwijnt en --- ° C verschijnt in het
display van de ontvanger.
•
U kunt de zenderzoeker ook handmatig starten.
•
Houdt de MIN toets aan de ontvanger in de tempera-
tuur instellmodus ingedrukt.
•
---°C knippert op het display van de ontvanger.
•
Houdt de °C/°F toets op de achterkant van de zender
ingedrukt.
•
Na succesvolle ontvangst hoort u een signaal, het ont-
vangstsymbool knippert en de gemeten temperatuur
verschijnt op het display van de ontvanger.
6.2 Ontvanger
• Houdt de HR toets in de temperatuur instellmodus inge-
drukt dan kunt u nu de weergave van de °C (Celsius) of
°F (Fahrenheit) instellen.