Documenttranscriptie
Bedieningshandleiding
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Deze publicatie is beschermd door de auteurswet. Alle rechten
berusten bij de firma SICK AG. Vermenigvuldiging van (delen van)
deze publicatie is uitsluitend toegestaan binnen de grenzen van de
auteurswet. Wijzigen of inkorten van deze publicatie is verboden
zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de firma
SICK AG.
508
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Inhoud
LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21
1
Toegepaste symbolen in dit document ....................................... 5 1 1
2
Veiligheid ..................................................................................................... 5 1 1
2.1
Reglementaire toepassing van het apparaat .................... 5 1 1
2.2
Veiligheidsvoorschriften .................................................................... 5 1 2
2.3
Algemene veiligheidsinstructie en
veiligheidsmaatregelen ..................................................................... 5 1 3
2.3.1 Instructies voor het veilig stellen van de
veiligheidsfunctie van LE 20 en
LE 20-Muting ........................................................................... 5 1 3
2.3.2 Instructies voor het veilig stellen van de
veiligheidsfunctie van LE 20-Muting ...................... 5 1 4
2.3.3 Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij
gebruik van LE 20 met C 2000, M 2000
of enkelstraals veiligheidslichtschermen ............. 5 1 5
2.3.4 Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij
gebruik van LE 20 met C 2000 of M 2000 ..... 5 1 5
2.3.5 Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij
gebruik van LE 20 met enkelstraals
veiligheidslichtschermen ................................................. 5 1 5
3
Productbeschrijving ............................................................................... 5 1 8
3.1
Opbouw van het systeem ................................................................ 5 1 8
3.2
Opbouw en werkwijze van het apparaat ................................ 5 1 9
3.3
Functies van de apparaten LE 20 en LE 20 muting ... 5 2 0
3.3.1 Testfuncties .............................................................................. 5 2 0
3.3.2 Herstartblokkering (RES) .................................................. 5 2 1
3.3.3 Relaiscontrole (EDM) .......................................................... 5 2 2
3.4
Functies van het apparaat LE 20 muting ............................ 5 2 2
3.4.1 Mutingwerking ......................................................................... 5 2 3
3.4.2 Rangschikking muting sensoren ................................ 5 2 4
3.4.3 Override ........................................................................................ 5 2 6
3.5
Systeemcomponenten ........................................................................ 5 2 7
3.6
Indicatieelementen ............................................................................... 5 2 9
4
Montage ........................................................................................................ 5 3 0
4.1
Uitvoering IP 20 ...................................................................................... 5 3 0
4.2
Uitvoering IP 65 ...................................................................................... 5 3 0
5
Elektronische
6
Inbedrijfstelling ........................................................................................ 5 3 5
6.1
Overzicht van de stappen voor
de inbedrijfstelling ................................................................................. 5 3 5
6.2
Functietest .................................................................................................. 5 3 5
6.3
Tests LE 20 ................................................................................................ 5 3 6
installatie .................................................................... 5 3 1
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
509
Bedieningshandleiding
Inhoud
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
7
Onderhoud .................................................................................................... 5 3 8
7.1
Reparatie ...................................................................................................... 5 3 8
7.2
Afvalverwijdering ..................................................................................... 5 3 9
8
Opsporen van fouten .............................................................................. 5 4 0
9
Technische gegevens ........................................................................... 5 4 1
9.1
Gegevensblad LE 20 ........................................................................... 5 4 1
9.2
Technische gegevens relaismoduul UE 10-2OS ............ 5 4 3
1 0 Schakelvoorbeelden ............................................................................... 5 4 4
1 1 Bijlage ............................................................................................................ 5 4 6
1 1 . 1 Bestelgegevens LE 20 ....................................................................... 5 4 6
1 1 . 2 Bestelgegevens LE 20 muting .................................................... 5 4 6
1 1 . 3 Accessoires ................................................................................................. 5 4 7
1 1 . 4 Maatschetsen ........................................................................................... 5 4 7
1 1 . 5 Testbare enkelstraals veiligheidslichtschermen .............. 5 4 8
11.5.1 WS/WE 12-2 ............................................................................. 5 4 8
11.5.2 WS/WE 18-2 ............................................................................. 5 5 0
11.5.3 VS/VE 18-2 ............................................................................... 5 5 2
11.5.4 WS/WE 24-2 ............................................................................. 5 5 4
11.5.5 WS /WE 27-2 ............................................................................. 5 5 6
1 1 . 6 Conformiteit ............................................................................................... 5 5 8
1 1 . 7 Checklist ....................................................................................................... 5 6 1
510
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Hoofdstuk 2
LE 20
1
Toegepaste symbolen
in dit document
Bepaalde informatie in dit document wordt bijzonder
geaccentueerd om de snelle toegang tot deze informatie te
vergemakkelijken.
Opmerking
Een opmerking informeert over bijzonderheden van het apparaat
Toelichting
Een toelichting levert achtergrondinformatie; de toelichting
bevordert het begrip voor de technische samenhang bij de werking.
Advies
Een advies helpt u om optimaal te werk te gaan.
Waarschuwingsaanwijzing
Mogelijke gevaren bij niet-inachtneming.
LET OP
¾ Waarschuwingsaanwijzingen altijd zorgvuldig lezen en opvolgen.
2
Veiligheid
Het apparaat kan zijn veiligheidsrelevante taak alleen vervullen
wanneer het correct wordt toegepast, dus "veilig" – d.w.z. foutloos
– wordt aangebracht en aangesloten.
De veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 voldoet aan de
veiligheidsspecifieke eisen overeenkomstig EN 61496,
veiligheidscategorie type 2.
2.1
Reglementaire toepassing van het apparaat
De veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 mag alleen in combinatie
met het veiligheidslichtscherm C2000, het veiligheidslichtscherm
met meervoudige stralen M 2000 of met geschikte testbare
enkelstraals veiligheidslichtschermen worden toegepast. De
eenheid vormt de verbinding tussen machinebesturing en
lichtscherm. Zij controleert overeenkomstig de eisen van de
categorie 2 periodiek de veilige functie van de aangesloten
veiligheidslichtschermen en schakelt bij het optreden van een fout
de gevaarlijke beweging uit. Bovendien rust zij een
lichtschermsysteem met extra veiligheid- en controlefuncties uit.
De werking van het apparaat is alleen toegestaan overeenkomstig
de technische specificaties.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
511
Hoofdstuk 2
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Bij elke andere toepassing en bij veranderingen aan het apparaat
– ook in het kader van montage en installatie komt elke aanspraak
op garantie tegenover SICK AG te vervallen.
2.2
Veiligheidsvoorschriften
Voor het gebruik en de installatie van de veiligheids-analyseeenheid LE 20 evenals voor de inbedrijfstelling en periodieke
technische controles gelden de nationale en internationale
wettelijke voorschriften, in het bijzonder
y de Machinerichtlijn 98/37 EEG,
y de Richtlijn over het gebruik van arbeidsmiddelen 89/655 EEG,
y de veiligheidsvoorschriften evenals
y de voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
veiligheidsregels.
Fabrikanten en gebruikers van machines waaraan onze
veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt, zijn ervoor
verantwoordelijk dat alle geldende veiligheidsvoorschriften en regels met de bevoegde autoriteiten worden afgestemd en
nageleefd.
Daarnaast moeten onze aanwijzingen, in het bijzonder
controlevoorschriften (zie hoofdstuk 6 Ingebruikname) in dit
gebruikershandboek (zoals Gebruik, Aanbouw, Installatie of
Integratie in de machinebesturing) beslist in acht worden genomen
en opgevolgd.
Controles moeten plaatsvinden door ter zake kundigen c.q. door
hiervoor bevoegde en aangewezen personen en moeten op
zodanige wijze schriftelijk worden vastgelegd dat ze te allen tijde
kunnen worden teruggelezen.
Dit gebruikershandboek moet ter beschikking worden gesteld aan
de werknemer (operator) aan de machine waaraan onze
veiligheidsvoorziening wordt gebruikt. De werknemer moet door
een ter zake kundige worden geïnstrueerd. Het
gebruikershandboek moet worden bewaard voor later gebruik.
512
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Hoofdstuk 2
LE 20
2.3
Algemene veiligheidsinstructie en
veiligheidsmaatregelen
De LE20 vodoet aan Klasse A, zoals gedefinieerd in de standaard
voor stralingsemissie; De LE20 mag daarom alleen in een
industriële omgeving worden toegepast.
Om de reglementaire toepassing van het apparaat te waarborgen
moeten de volgende punten in acht worden genomen.
2.3.1
Instructies voor het veilig stellen van de
veiligheidsfunctie van LE 20 en LE 20-Muting
1 . De knoppen voor reset en override die voor het opheffen van de
herstartblokkering aan de LE 20 worden aangesloten, moeten
zodanig gerangschikt zijn dat deze niet vanuit de gevarenzone
bediend kunnen worden.
2 . De hele gevarenzone moet vanuit de reset-knop en de overrideknop overgezien kunnen worden.
3 . De externe voedingsspanning van het apparaat moet
overeenkomstig EN 60204 een kortdurende netuitval van
20 ms overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als
accessoires verkrijgbaar bij SICK (Siemens serie 6 EP 1).
4 . De functietest voor de eerste inbedrijfstelling dient ter bevestiging van de gestelde veiligheidseisen in de nationale /internationale voorschriften in het bijzonder van de richtlijn voor machines en het gebruik van arbeidsmiddelen. (EG verklaring van
overeenkomst).
5 . De lichtschermen moeten zodanig worden aangebracht dat bij
een onderbreking van minimaal één lichtstraal het gevaarlijk
punt pas wordt bereikt nadat de gevaarlijke situatie
geëlimineerd is. Voorwaarde hiervoor is dat de vereiste
veiligheidsafstanden volgens EN 999 worden aangehouden.
6 . De OSSD-uitgangen van de LE 20 moeten worden aangesloten
op geforceerde relais.
7. Verschuiven of verstellen van de veiligheidsvoorziening is
uitsluitend toegestaan aan vakbekwaam en getraind personeel.
8 . In geval van verontreiniging of beschadiging van een lichtinvalof -uitvalvlak moet het oppervlak worden gereinigd of de sensor
worden vervangen.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
513
Hoofdstuk 2
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
2.3.2
Instructies voor het veilig stellen van de
veiligheidsfunctie van LE 20-Muting
1 . Muting sensoren moeten zodanig gerangschikt zijn dat de
overbrugging niet onopzettelijk door een persoon kan worden
geactiveerd (zie afb. 2-1).
Afb. 2-1: Rangschikking van de muting sensoren
a = tegenover elkaar liggende sensoren mogen niet gelijktijdig activeerbaar zijn
s = naast elkaar liggende sensoren mogen niet gelijktijdig activeerbaar zijn
2 . Muting mag alleen in de periode geactiveerd worden wanneer
het object de toegang tot de gevarenzone blokkeert.
3 . Muting moet automatisch plaatsvinden, mag echter niet van een
enkel elektrisch signaal afhangen.
4 . Muting mag niet volledig van softwaresignalen afhangen.
5 . De muting toestand moet direct na het passeren van het object
worden opgeheven en de veiligheidsinrichting zodoende weer
effectief worden.
6 . Voor de muting werking is ten minste een muting indicatielamp
noodzakelijk die de verhoging van het veiligheidsrisico tijdens
de muting fase aangeeft. Deze lamp is dwingend voorgeschreven. Zonder deze is de muting functie niet mogelijk.
7. De hele gevarenzone moet vanuit de reset-knop en de overrideknop overgezien kunnen worden.
8. In geval van langere mutingcyli > 24 uur of langere stilstand
van de machine moet de correcte werking van de
mutingsensoren worden gecontroleerd.
514
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Hoofdstuk 2
LE 20
2.3.3
Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij gebruik van
LE 20 met C 2000, M 2000 of enkelstraals
veiligheidslichtschermen
De veiligheidsfunctie bij gebruik van LE 20 in combinatie met het
veiligheidslichtscherm C 2000, met veiligheidslichtscherm M 2000
of met het testbare enkelstraals veiligheidslichtscherm is
uitsluitend gewaarborgd als voldaan is aan de volgende condities:
1 . Toegang tot de gevarenzone mag uitsluitend mogelijk zijn via
het veiligheidslichtscherm.
2 . Over het lichtscherm heen klimmen, eronderdoor kruipen of
eromheen lopen mag niet mogelijk zijn.
3 . Inbouw van het systeem moet plaatsvinden zonder
belemmering van de optische straleningang (bijv. geen extra
frontglas).
2.3.4
Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij gebruik van
LE 20 met C 2000 of M 2000
De veiligheidsfunctie bij gebruik van LE 20 in combinatie met het
veiligheidslichtscherm C 2000 of met veiligheidslichtscherm M
2000 is uitsluitend gewaarborgd als voldaan is aan de volgende
conditie:
y De installatie werd overeenkomstig de TECHNISCHE
BESCHRIJVING – VEILIGHEIDSLICHSCHERM C 2000/
VEILIGHEIDSLICHTGORDIJN MET MEERVOUDIGE STRALEN
M 2000/VEILIGHEIDSWERKINGSEENHEID LE 20 gepland.
2.3.5
Verifiëren van de veiligheidsfunctie bij gebruik van
LE 20 met enkelstraals veiligheidslichtschermen
De veiligheidsfunctie bij gebruik van LE 20 in combinatie met
testbare enkelstraals veiligheidslichtschermen is uitsluitend
gewaarborgd als voldaan is aan de volgende condities:
1 . Enkelstraals veiligheidslichtschermen mogen uitsluitend worden
gebruikt als toegangsbeveiliging volgens EN 999. Gebruik als
vinger- en handbeveiliging is niet toegestaan.
2 . Stoorstraling (bijv. directe/indirecte zonnestraling,
afstandsbedieningen) moet worden geëlimineerd omdat deze
de beschikbaarheid van enkelstraals veiligheidslichtschermen
kan reduceren.
3 . Het aantal stralen van zender en ontvanger moet evenals de
afstand tussen de stralen overeenstemmen.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
515
Hoofdstuk 2
Bedieningshandleiding
Veiligheid
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Wederzijdse beïnvloeding bij enkelstraals
veiligheidslichtschermen
LET OP
Als verscheidene paren enkelstraals veiligheidslichtschermen
worden gebruikt moet beslist rekening worden gehouden met de
openingshoek van de sensoren om wederzijdse beïnvloeding te
voorkomen.
Bij montage van de zenders aan slechts één zijde mogen de
lichtstralen elkaar aan de ontvangerzijde niet zodanig overlappen
dat de lichtstraal van een zender twee ontvangers bereikt.
Bij afwisselende montage van de zenders en ontvangers (zie
afb. 2-2) moet worden veilig gesteld dat de lichtstraal van zender
S1 niet door ontvanger R3 en de lichtstraal van zender S3 niet
door ontvanger R1 kan worden ontvangen.
Afb. 2-2: Montage ter voorkoming van onderlinge optische beïnvloeding
4 . Reflecterende oppervlakken die zich al binnen de zend- en
ontvangstbundel bevinden, daar worden neergezet of
aangebracht, kunnen spiegelingen veroorzaken waardoor een
object of persoon niet wordt gedetecteerd. Daarom moeten alle
reflecterende vlakken en voorwerpen (bijv. materiaalbakken) een
minimumafstand a rotatiesymmetrisch rondom de optische as
tussen zender en ontvanger aanhouden (zie afb. 2-3 en
afb. 2-4).
516
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 2
Veiligheid
LE 20
Afb. 2-3: Minimumafstand a tot reflecterende oppervlakken, correcte montage en
uitlijning
S = zender
R = ontvanger
D = afstand 'zender-ontvanger'
a = grens tot de gevarenzone
s = reflecterend oppervlak
d = toegangsrichting tot de gevarenzone f = optische as
a = minimumafstand tot reflecterend oppervlak
Afb. 2-4: Minimumafstand a afhankelijk van afstand D voor testbare enkelstraals
veiligheidslichtschermen
Zo berekent u de minimumafstand a tot reflecterende
oppervlakken voor enkelstraals veiligheidslichtschermen met een
openingshoek van 10°:
y Als afstand D ≤ 3 m dan bedraagt de minimumafstand
a = 260 mm.
y Als de afstand D > 3 m dan berekent u de minimumafstand a
aan de hand van de volgende formule:
a [mm] = 88,2 x D [m]
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
517
Hoofdstuk 3
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Voorbeeld:
De afstand D tussen zender en ontvanger bedraagt 28 m.
Hieruit resulteert:
a [mm] = 88,2 x 28 [m] = 2469,6 mm
De minimumafstand a tot reflecterende oppervlakken moet in dit
voorbeeld 2469,6 mm bedragen.
3
Productbeschrijving
3.1
Opbouw van het systeem
Met de veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 kan in verbinding met
de apparaten C 2000, M 2000 of 1 … 6 enkelstraals veiligheidslichtstralen een compleet veiligheidssysteem voor de bescherming
van personen aan machines of installaties worden opgebouwd.
Met de uitbreiding wordt de functieveelvoud van het
lichtschermsysteem.
In de maximale uitbreidingsfase bestaat het systeem uit een
lichtschermcascade met drie zender- /ontvangerparen c.q. twee
enkelstraals lichtstraalcascades met telkens drie zender-/ ontvangerparen, de veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en vier
mutingsensoren. Een dergelijk systeem kan objecten, die in de
gevarenzone mogen binnentreden, onderscheiden van personen.
Het lichtschermsysteem stopt het gevaarlijke proces zodra een
persoon in de gevarenzone binnentreedt. Wanneer daarentegen
een bepaald object, zoals bijv. een materiaalpallet, in de
gevarenzone binnenkomt, werkt de machine of installatie zonder
onderbreking verder.
518
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Hoofdstuk 3
LE 20
Afb. 3-1: Maximale uitbouw van een lichtschermsysteem
g = relaismoduul
a = voedingseenheid d + f = LE 20 muting
f = LE 20
h = lichtstraalcascade
s = muting sensoren
3.2
Opbouw en werkwijze van het apparaat
De veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 voert een periodieke
veiligheidstest van de aangesloten lichtschermen uit en breidt het
lichtschermsysteem uit met de veiligheidsfuncties herstartblokkering en relaiscontrole. De uitgebreide versie LE 20 muting is door
de toepassing van extra muting sensoren in staat om objecten die
door de lichtstralen in de gevarenzone binnendringen te
onderscheiden van personen en deze te laten passeren zonder
dat de machine uitschakelt.
De apparaten beschikken over de volgende functies:
LE 20
Testfunctie
Herstartblokkering (RES)
Relaiscontrole (EDM)
LE 20-Muting
Testfunctie
Herstartblokkering (RES)
Relaiscontrole (EDM)
Muting
Override
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
519
Hoofdstuk 3
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
LE 20
LE 20-Muting
Afb. 3-2: Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en LE 20 muting
3.3.
Functies van de apparaten LE 20 en LE 20 muting
3.3.1
Testfuncties
Test van de enkelstraals veiligheidslichtschermen
De correcte werkwijze van de testbare enkelstraals veiligheidslichtschermen wordt getest na het inschakelen en na indrukken van de
reset-knop. De verwerkingseenheid zendt via de aansluitingen
TEST A en TEST B een testsignaal aan de lichtschermzenders en
controleert de reactie van de lichtschermontvangers via de
signaalingangen SENSOR A en SENSOR B. Tijdens de werking worden de testbare enkelstraals lichtschermen automatisch iedere 2 s
getest. Deze testroutine is alleen actief wanneer de ingang TEST/
NON bedraad is met 24 V. Bij het optreden van een fout gaan de
520
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Hoofdstuk 3
LE 20
beide schakeluitgangen OSSD 1 en OSSD 2 van de verwerkingseenheid onmiddellijk in de uittoestand. De test heeft geen invloed
op de veiligheidswerking van de aangesloten lichtschermen c.q.
lichtstraalcascade.
Opmerking
De beide uitgangen OSSD 1 en OSSD 2 van de verwerkingseenheid
moeten in de machinebesturing met twee kanalen verder worden
geleid.
Opmerking
Daar C 2000 en M 2000 zich zelf testen worden alleen de
uitgangen OSSD 1 en OSSD 2 van C 2000 en M 2000 aan
SENSOR A en SENSOR B van LE 20 aangesloten. De testingang van
C 2000 en M 2000 moet met TEST A of TEST B van LE 20
worden verbonden.
Externe test
Daar het LE-20 systeem zichzelf test is een externe test niet
noodzakelijk en moet de ingang TEST EXTERN aan 24 V worden
aangesloten. Wanneer de machinebesturing echter al voor een
externe test ontworpen werd, kan het LE 20 systeem voor de
externe test geconfigureerd worden. Voor dit doel wordt een
verbreekcontact op de ingang TEST EXTERN van de verwerkingseenheid aangesloten. Bij een schakeling aan deze ingang van
24 V is de zelftest van het apparaat actief. Wanneer door een
verbreekcontact het 24V signaal ten minste 30 ms lang wordt
uitgeschakeld, voert de verwerkingseenheid een extra testcyclus
uit. Daarbij worden de verwerkingseenheid en de veiligheidslichtschermen gecontroleerd. Voor de bevestiging van een succesvolle
zelftest gaan de beide OSSD uitgangen van de verwerkingseenheid
in de uittoestand. Daarna moet het verbreekcontact weer 24 V op
de ingang TEST EXTERN schakelen. Wanneer de test langer duurt
dan 150 ms moet de herstartblokkering geactiveerd worden.
Geen noodstopschakelaar op TEST EXTERN!
LET OP
Op de ingang TEST EXTERN mag geen noodstopschakeling worden
aangesloten.
3.3.2
Herstartblokkering (RES)
Wanneer er een lichtstraal werd onderbroken bewerkstelligt de
herstartblokkering dat de machine pas weer start wanneer na het
vrij worden van de lichtweg de reset-knop - aansluiting aan klem
RES (Restart Locking Device) - ingedrukt en weer losgelaten word.
De reset-knop moet ook na het inschakelen van het apparaat
worden bediend. De functie kan geselecteerd en gedeselecteerd
worden.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
521
Hoofdstuk 3
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Inbouwplaats van de reset-knop correct selecteren!
LET OP
De reset-knop moet zodanig geïnstalleerd worden dat deze niet
vanuit de gevarenzone bediend en de hele gevarenzone bij het
bedienen van de toets overzien kan worden.
Terwijl de verwerkingseenheid op het herstartcommando wacht,
geeft een gele LED de wachttoestand aan. De herstartblokkering
wordt door de aansluiting van 0 V aan de klem RES DISABLE
geactiveerd en door 24V aan RES DISABLE gedeactiveerd.
Geen herstartblokkering wanneer RES DISABLE
gedeactiveerd is.
LET OP
Wanneer de herstartblokkering via de klem RES DISABLE gedeactiveerd werd, moet de machinebesturing de functie van de
herstartblokkering overnemen.
3.3.3
Relaiscontrole (EDM)
De relaiscontrole controleert of het aangesloten schakelapparaat
(relais o.i.d.) in orde is en er geen contacten plakken. Hiertoe
verwerkt de verwerkingseenheid de terugmelding van de verbreekcontacten aan de klem EDM (External Device Monitoring). Bij een
afwijking schakelt de LE 20 de OSSD uitgangen uit en gaat in de
fouttoestand. Bij actieve herstartfunctie zijn herhaalde inschakelpogingen mogelijk. De signaalwissel aan de EDM ingang moet
binnen 300 ms plaatsvinden. Bij gesloten schakelcontacten
moeten hier 24 V aanliggen. De relaiscontrole wordt door de
aansluiting van 0 V aan de klem EDM DISABLE geactiveerd en
door 24 V aan EDM DISABLE gedeactiveerd.
3.4
Functies van het apparaat LE 20 muting
De veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 muting wordt toegepast,
wanneer bepaalde objecten bijv. materiaalpallets, de gevarenzone
mogen passeren. Zij zet dan gedurende het transport door de
lichtstralen van het veiligheidslichtscherm de bewaking van de
veiligheidslichtschermen buiten werking. Extra muting sensoren
registreren voor deze duur de aanwezigheid van het te transporteren materiaal. Door de soort sensoren en de rangschikking ervan
is het mogelijk object en personen te onderscheiden. Daarbij
kunnen twee, drie of vier muting sensoren aan de
veiligheidsverwerkingseenheid worden aangesloten.
522
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Hoofdstuk 3
LE 20
3.4.1
Mutingwerking
De muting werking begint wanneer aan de volgende voorwaarden
is voldaan.
Muting voorwaarden
Aantal muting sensoren
Muting voorwaarden
2
M1&M2
4
M 1 & M 2 of
M3&M4
Tijdens de overname van de muting voorwaarden door
het andere sensorpaar is de muting voorwaarde korte
tijd M 1 & M 2 & M 3 & M 4 .
Tab. 3-1: Muting voorwaarden
Gelijktijdigheidscontrole
Naast de muting voorwaarden kan de gelijktijdigheidscontrole
geactiveerd worden (zie Tab. 5-3). Telkens een muting sensorpaar
moet dan binnen 3 s actief worden. De tab. 3-2 toont de precieze
voorwaarden afhankelijk van het aantal sensoren.
Aantal muting sensoren
Muting voorwaarden + gelijktijdigheidscontrole
2
M 1 & M 2 moeten binnen 3 s actief worden.
3
Eerst moet M 3 actief worden, dan M 1 & M 2 binnen 3 s.
M 3 mag pas vrij worden wanneer M 1 & M 2 actief
worden (herkenning correctheid)
4
M 1 & M 2 moeten binnen 3 s actief worden.
M 3 & M 4 moeten binnen 3 s actief worden.
Een sensorpaar mag pas vrij worden wanneer het
andere sensorpaar reageert.
De volgorde speelt daarbij geen rol.
Tab. 3-2: Muting voorwaarden en gelijktijdigheidscontrole
Sequentiecontrole
Naast de muting voorwaarden kan de sequentiecontrole geactiveerd worden (zie Tab. 5-3) De muting sensoren moeten dan in
een bepaalde chronologische volgorde reageren en weer vrij
worden. De tab. 3-3 toont de precieze voorwaarden afhankelijk van
het aantal sensoren.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
523
Hoofdstuk 3
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Aantal muting sensoren
Muting voorwaarden + sequentiecontrole
2
Sequentiecontrole niet mogelijk
3
De muting sensoren moeten in de volgorde M 3 voor
M 1 & M 2 actief worden (richtingsherkenning)
4
De muting sensoren moeten in de volgorde M 1 voor
M 2 voor M 3 voor M 4 of M 4 voor M 3 voor M 2 voor
M 1 actief worden.
Bij richtingdetectie is alleen de volgorde van M 1
voor M 2 voor M 3 voor M 4 toelaatbaar.
Tab. 3-3: Muting voorwaarden en sequentiecontrole
Opmerking
Opdat de muting voorwaarden vervuld zijn, mag het object zich
alleen op de beschreven wijze door de muting lichtstralen en het
veiligheidslichtscherm bewegen. Iedere andere objectbeweging
bijv. in de bewakingszone binnengaan en weer teruggaan of het
object uit het bewakingsgebied verwijderen, heeft een muting fout
ten gevolg, de OSSD uitgangen van de verwerkingseenheid
schakelen uit.
Het aantal muting sensoren configureren
Het aantal muting sensoren wordt met draadbruggen aan de
klemmen BIT 1 en BIT 2 geconfigureerd. De draadbruggen moeten
overeenkomstig Tab. 5-2 in hoofdstuk 5 met BIT 1 of BIT 2 en de
ernaast gelegen Intercon.+ -klemmen worden verbonden.
Muting bewakingen configureren
De beide muting bewakingen worden afhankelijk van het aantal
aangesloten muting sensoren geconfigureerd. De configuratie vindt
plaats door middel van draadbruggen tussen de klemmen
SEQUENCE of CONCURR. en de ernaast liggende klemmen
Intercon.+. De tabel 5-3 in hoofdstuk 5 toont hoe de draadbruggen
voor de verschillende muting bewakingen gelegd moeten worden.
3.4.2
Rangschikking muting sensoren
De muting sensoren moeten steeds zodanig gerangschikt worden
dat het materiaal zeker wordt herkend en een persoon de muting
functie niet kan activeren. Naast de algemene veiligheidsinstructies
uit hoofdstuk 2.3. adviseren wij de volgende principes in acht te
nemen:
1 . Het materiaal (pallet, voertuig) moet door de muting sensoren
over de gehele lengte worden herkend, d.w.z. er mag geen
onderbreking van de uitgangssignalen van de sensoren optreden. Dit moet vooral in acht genomen worden wanneer het
materiaal verschoven op de pallet ligt of wanneer bij
verschillende transportgoederen de referentiehoogte voor de
sensoren verandert.
524
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Hoofdstuk 3
LE 20
2 . De gehele rangschikking van het veiligheidslichtscherm en de
muting sensoren moeten zodanig worden gekozen dat voor het
nieuwe materiaal de eerste sensoren bereikt het voorafgaande
materiaal de laatste muting sensoren heeft gepasseerd en alle
muting sensoren gedeactiveerd zijn.
3 . De sensoren moeten alleen het materiaal detecteren en niet het
transportmiddel (pallet of voertuig), zodat er geen persoon op
het transportmiddel in de gevarenzone kan binnengaan.
Afb. 3-3: De muting sensoren moeten de lading detecteren, niet de pallet.
s = materiaal
d = muting sensor
f = transportniveau
a = pallet
4 . Daar de interne verwerkings van de sensorsignalen enige tijd in
beslag neemt mag het materiaal niet te dicht voor de lichtstralen van het veiligheidslichtscherm geregistreerd worden.
Er moet daarom een minimum afstand worden aangehouden
(zie afb. 3-4.)
Afb. 3-4: Afstand detectielijn - muting sensoren.
Voor de detectielijn van de muting sensoren moet een minimum afstand tot de
stralen van het veiligheidslichtscherm worden aangehouden.
a = materiaal
S = zender
v = bandsnelheid [m/s]
R = ontvanger m = minimum afstand [m] M 1, M 2 = muting sensoren
Berekening van de minimum afstand:
m [m] = v [m/s] x 0,125 s
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
525
Hoofdstuk 3
Productbeschrijving
Bedieningshandleiding
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
3.4.3
Override
De override functie dient om het object dat in het muting bereik is
achtergebleven na het optreden van een fout in het muting bereik
uit de bewakingszone te bewegen. De veiligheidsinrichting kan
ondanks onderbroken lichtstraal worden vrijgegeven. Daarvoor is
het noodzakelijk dat de muting sensoren een geldig muting signaal
afgeven. Deze mogelijkheid wordt weergegeven door de override
lamp. De override-knop moet ingedrukt en weer losgelaten worden.
pas wanneer alle muting sensoren gedeactiveerd zijn, keert het
systeem weer in de normale muting bewakingsfunctie terug.
Opmerking
Wanneer de fout in de muting werking herhaald optreedt moeten
het systeem en de rangschikking van de muting sensoren
gecontroleerd worden.
Opmerking
De override-functie wordt uitsluitend geactiveerd als de Overrideknop ten minste 28 ms wordt ingedrukt.
Nadat de override-knop werd ingedrukt moet de installatie na
uiterlijk 30 min. weer in de normale muting bewakingsfunctie
werken anders stopt e verwerkingseenheid het proces.
Aan klem 14 OVERRIDE LAMP kan een lamp worden aangesloten
die telkens oplicht wanneer de override-knop bediend kan worden.
Opmerking
Indien de override functie defect of niet aangesloten is, kan de
override functie niettemin geactiveerd worden (zie hoofdstuk 8) .
De override functie kan niet gedeactiveerd worden.
Installatieplaats van de override-knop en -lamp goed kiezen!
LET OP
De override-knop moet zodanig geïnstalleerd worden dat deze niet
vanuit de gevarenzone bediend kan worden en dat de gevarenzone bij
het bedienen van de knop ingezien kan worden. De override lamp
moet vanuit het bedieningspaneel van de installatie zichtbaar zijn.
Als override-knop moet een maakcontact worden toegepast die bij
het bedienen 24V op de OVERRIDE ingang van de verwerkingseenheid schakelt.
Technische gegevens override lamp:
Bedrijfsspanning
24 V DC
Vermogen gloeilamp
1 ... 10 W
Max. leidinglengte
10 m
Kleur
wit
526
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 3
Productbeschrijving
LE 20
3.5
Systeemcomponenten
Muting sensoren
In het algemeen kunnen alle soorten sensoren aan de
veiligheidsverwerkingseenheid worden aangesloten:
y optische sensoren
y inductieve sensoren
y mechanische schakelaars
y signalen uit een besturing
Zij moeten echter over de volgende technische gegevens beschikken:
Voedingsspanning
Sensoruitgang
Signaalniveau, wanneer sensor
– object herkent
– object niet herkent
24 V DC
PNP (open collector) of relais
high (≥ 15,5 V DC)
low (≤ 10,5 V DC)
Opmerking
De veiligheid- en muting sensoren kunnen niet door de veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 van spanning worden voorzien.
Opmerking
Wanneer de leidingen voor de mutingsensoren buiten de
schakelkast geïnstalleerd worden, moeten deze in aparte
mantelleidingen worden gevoerd.
Relaismoduul
De schakeluitgangen van de veiligheidsverwerkingseenheid zijn met
twee potentieelgebonden halfgeleider uitgangen max. uitgangsstroom
0,5 A uitgerust. Wanneer het schakelvermogen niet voldoende is of
wanneer er potentiaalvrije contacten nodig zijn kan een relaismoduul
met twee potentieelvrije relaiscontacten worden aangesloten.
UE 10-2OS
9 8 7 6
5 4 3 2 1
Afb. 3-5: Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 met relaismoduul UE 10-2OS
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
527
Hoofdstuk 3
Productbeschrijving
Bedieningshandleiding
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Muting indicatielamp
Om de muting functie te signaleren is een externe muting
indicatielamp noodzakelijk. Deze lamp is dwingend voorgeschreven, zonder deze lamp is de muting functie niet mogelijk.
De functie van de muting indicatielamp wordt gecontroleerd. Voor
een redundante indicatie kunnen twee lampen worden aangesloten-. Wanneer er slechts een lamp wordt gebruikt, moet deze
aan LAMP 1 worden aangesloten. LAMP 2 moet dan via een
draadbrug met de ernaast liggende Intercon. + -klem worden
verbonden. Indien LAMP 1 uitvalt, knippert LAMP 2 wanneer deze
aangesloten is en LAMP 1 kan - tijdens de werking - worden
uitgewisseld.
Muting lampen vanuit bedieningspaneel zichtbaar!
LET OP
De muting lampen moeten vanuit het bedieningspaneel van de
installatie zichtbaar zijn.
Technische gegevens
Voedingsspanning
Vermogen gloeilamp
Max. leidinglengte
Bedrijfsduur gloeilamp
24 V DC
(van veiligheidsverwerkingseenheid)
1 ... 10 W
10 m
ca. 2500 h
Bij SICK is de volgende muting indicatielamp als accessoire
verkrijgbaar:
Afb. 3-6: Muting indicatielamp met gloeilamp en bevestigingsset voor de
wandmontage, onderdeelnummer 2 020 743
Voor dit doel zijn tevens als accessoires leverbaar de LEDmutinglampen met de onderdeelnummers 2 019 909 en
2 019 910 (elk met aansluitkabel).
528
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Productbeschrijving
Hoofdstuk 3
LE 20
3.6
Indicatieelementen
Op de frontplaat tonen drie LED's en een 7-segment-display status
en diagnoseinformatie.
Afb. 3-7: Indicatieelementen van de veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en
LE 20 muting.
Nr. Indicatie
Betekenis/ functie
a OSSD-LED rood, brandt
OSSD uitgangen op UIT geschakeld
(lichtweg onderbroken)
s Herstart-LED geel, brandt
Wachten op herstartcommando (lichtweg vrij)
d OSSD-LED groen, brandt
OSSD uitgangen op AAN geschakeld
(lichtweg vrij)
f Override lamp brandt
Start door bedienen van de override-knop
mogelijk
(indien aangesloten)
g 7-sement-display
indicatie "uit"
indicatie C
Weergave van foutcodes (zie hoofdstuk 8)
normale werkingstoestand
Evaluatieeenheid in muting toestand
h LAMP 1 brandt
j LAMP 1 knippert
LE 20 in muting toestand
k LAMP 2 knippert
Muting lamp 1 (aan LAMP 1) defect of niet
aangesloten
(indien aangesloten)
Muting lamp 2 (aan LAMP 2) defect of brug tussen
LAMP 2 en Intercon. + niet aanwezig
Tab. 3-4: Indicatieelementen van de veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en
LE 20 muting.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
529
Hoofdstuk 4
Bedieningshandleiding
Montage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
4
Montage
4.1
Uitvoering IP 20
IP 20 behuizing alleen gebruiken voor schakelkastmontage!
LET OP
De IP-20-behuizing mag uitsluitend worden gebruikt voor montage
in een schakelkast.
De montage van de IP20 uitvoering vindt plaats door het ineenklikken van de behuizing op een DIN-rail.
4.2
Uitvoering IP 65
1 . Spanhefboom scharniersluitingen met een schroevendraaier
openen a en frontgedeelte behuizing afnemen s
(zie afb. 4-1).
Afb. 4-1: IP65 behuizing, frontgedeelte verwijderen
F = frontgedeelte
B = basisgedeelte
2 . Gaten voor de bevestigingsschroeven van de behuizing boren,
evt. basisgedeelte als sjabloon gebruiken.
3 . Basisgedeelte eraan schroeven.
4 . Frontgedeelte erop zetten en de spanhefboom scharniersluitingen sluiten.
530
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 5
Elektronische installatie
LE 20
5
Elektronische installatie
Installatie spanningvrij schakelen!
LET OP
Terwijl u LE 20 elektrisch aansluit zou de installatie onopzettelijk
kunnen starten.
¾ Zorg ervoor dat de installatie tijdens de elektronische installatie
in spanningsvrije toestand is.
OSSD-uitgangen van de testbare enkelstraals
veiligheidslichtschermen gescheiden voeren!
LET OP
De leidingen van de OSSD-schakeluitgangen moeten tot de
aansluitingen SENSOR A en SENSOR B in aparte mantelleidingen
gescheiden van de overige leidingen worden gevoerd.
¾ Voer de elektronische aansluiting overeenkomstig het voorliggende schakelschema en de volgende klem aansluitingstabellen uit.
Opmerking
Bij de IP 65 behuizing moeten de klemmenblokken in de behuizing
overeenkomstig Afb. 5-1 voor de bedrading van de veiligheidslichtschermen en muting sensoren toegepast worden.
Afb. 5-1: klemmenblokken IP 65 behuizing
a = voor veiligheidslichtschermen
8 008 685/Q913/2007-05-21
s = voor muting sensoren
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
531
Hoofdstuk 5
Bedieningshandleiding
Elektronische installatie
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en LE 20 muting
Pin nr. Aanduiding
Betekenis (I = ingang, O = uitgang)
1
+24 V DC
Voedingsspanning, +24 V DC
2
0V
Voedingsspanning, 0 V
3
TEST EXTERN
I: Zelftest LE 20 systeem = 24 V (externe test gedeactiveerd),
externe test LE 20 systeem = 0 V (externe test geactiveerd),
aansluiting op 24 V met NC-contact (verbreekcontact)
4
SENSOR A*)
I: Aansluiting aan de uitgang (PNP of OSSD ) van het lichtscherm van kanaal A
5
TEST/NON
I: 0 V = testbare sensoren
24 V = lichtschermtype C 2000, M 2000
6
SENSOR B*)
I: Aansluiting aan de uitgang (PNP of OSSD ) van het lichtscherm van kanaal B
7
RES
I: Herstartblokkering aansluiting voor de NO contact (maakcontact tegen
24 V) van de reset-knop zonder herstartblokkering: nc
8
EDM
I: Relaiscontrole
Aansluiting voor de twee verbreekcontacten van de schakelcontacten
aan 24V; EDM aan 24 V aansluiten wanneer EDM DISABLE gedeactiveerd is.
9
nc/Override
Niet aangesloten bij LE 20 zonder muting (not connected)/
I: Aansluiting voor de NO-contact (maakcontact) van de override-knop, 24 V
10
EDM DISABLE
I: relaiscontrole, 0V = geactiveerd, 24 V = gedeactiveerd
11
RES DISABLE
I: herstartblokkering, 0V = geactiveerd, 24 V = gedeactiveerd
12
TEST A
O: Testsignaal van het lichtscherm aan kanaal A
13
TEST B
O: Testsignaal van het lichtscherm aan kanaal B
14
nc/
OVERRIDE LAMP
Niet aangesloten bij LE 20 zonder muting (not connected)/
Uitgang voor de override lamp, 24 V, PNP, I max = 500 mA
15
OSSD 1
O: Schakeluitgang 1, PNP, 500 mA
16
OSSD 2
O: Schakeluitgang 2, PNP, 500 mA
Tab. 5-1: Klemmenaansluiting verwerkingseenheid LE 20 en LE 20 muting
nc = niet aangesloten (not connected)
Opmerking
532
*) Wanneer slechts een lichtschermpaar wordt aangesloten moet
tussen SENSOR A (4) en SENSOR B (6) een draadbrug worden
gelegd.
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Elektronische installatie
Hoofdstuk 5
LE 20
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 muting
Pin nr. Aanduiding
Betekenis (I = ingang, O = uitgang)
18
LAMP 1
O: 24 V PNP-uitgang voor aansturing van de muting lamp, I max = 500 mA
19
LAMP 2
I/O: 24 V, PNP uitgang voor de aansturing van een redundante muting lamp,
Imax = 500 mA. Wanneer alleen lamp 1 (LAMP 1) wordt aangesloten
moet LAMP 2 met intercon.+ worden verbonden
20
Intercon.+
O: Hulpstuurspanning (U B)
21
Intercon.+
O: Hulpstuurspanning (U B)
22
CONCURR.
I: Gelijktijdigheidscontrole zie tab. 5-3
23
SEQUENCE
I: Sequentiebewaking, zie tab. 5-3
24
Intercon.+
O: Hulpstuurspanning (U B)
25
Intercon.+
O: Hulpstuurspanning (U B)
26
BIT 2
27
BIT 1
I: Configuratie van het aantal geïnstalleerde muting lichtschermen:
Bit 1
Bit 2
nc
nc
4 sensoren
Intercon.+
nc
3 sensoren
nc
Intercon.+
2 sensoren
Intercon.+
Intercon.+
niet toegelaten
28
Intercon.+
29
M4
O: Hulpstuurspanning (U B)
I: Muting lichtscherm 4
30
M3
I: Muting lichtscherm 3
31
M2
I: Muting lichtscherm 2
32
M1
I: Muting lichtscherm 1
Tab. 5-2: Klemmenaansluiting LE 20 muting nc = niet aangesloten (not connected)
Aantal mutingsensoren
CONCURR.
SEQUENCE
Muting controle:
Muting voorwaarde +
4
nc
nc
Sequentiebewaking
nc
Intercon.+
gelijktijdigheidscontrole
Intercon.+
nc
Sequentiebewaking met richtingbewaking
Intercon.+
Intercon.+
(alleen mutingvoorwaarde)
nc
nc
Gelijktijdigheidscontrole met richtingscontrole
3
2
Intercon.+
Intercon.+
(alleen muting voorwaarde +) richtingscontrole
nc
nc
gelijktijdigheidscontrole
Intercon.+
Intercon.+
(alleen mutingvoorwaarde)
Tab. 5-3: Configuratie van de mutingscontroles nc = niet aangesloten (not connected)
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
533
Hoofdstuk 5
Bedieningshandleiding
Elektronische installatie
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Relaismoduul
De schakeluitgangen van de veiligheidsverwerkingseenheid zijn
met twee potentaalvrije halfgeleider uitgangen – max. uitgangstroom 0,5 A – uitgerust. Wanneer het schakelvermogen niet
voldoende is of wanneer er potentieelvrije contacten nodig zijn,
kan een relaismoduul met twee potentiaalvrije relaiscontacten
aangesloten worden.
Afb. 5-2: Klemmenbelegging relaismoduul
Pin nr.
Aanduiding
1
IN 1
I: Verbinding naar OSSD 1 van interface LE 20
2
COM
Aansluiting aan 0 V
3
IN 2
I: Verbinding naar OSSD 2 van interface LE 20
4
Monit. A
O: Relaisuitgang, kant A van het NC contact aan
24 V DC aansluiten.
5
Monit. B
O: Relaisuitgang, kant B van het NC contact aan
EDM van het interface LE 20 aansluiten
6
OSSD 1 B
O: Relaisuitgang, kant B van het NO contact van
uitgangsrelais 1
7
OSSD 1 A
O: Relaisuitgang, kant A van het NO contact van
uitgangsrelais 1
8
OSSD 2 B
O: Relaisuitgang, kant B van het NO contact van
uitgangsrelais 2
9
OSSD 2 A
O: Relaisuitgang, kant A van het NO contact van
uitgangsrelais 2
Betekenis (I = ingang, O = uitgang)
Tab. 5-4: klemmenaansluiting relaismoduul
534
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Inbedrijfstelling
Hoofdstuk 6
LE 20
6
6.1
Inbedrijfstelling
Overzicht van de stappen voor
de inbedrijfstelling
Gevarenzone controleren!
LET OP
Voor de inbedrijfstelling moet ervoor gezorgd worden dat er
niemand in de gevarenzone aanwezig is.
¾ Controleer de gevarenzone en beveilig deze tegen het betreden
door personen (bijv. door plaatsen van waarschuwingsborden,
aanbrengen van afschermingen e.d.) Neem de overeenkomstige
wetten en plaatselijke voorschriften in acht.
Veiligheidsvoorschriften in acht nemen !
Neem de veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 in acht.
LET OP
Bij de inbedrijfstelling ondergaan alle functies van het apparaat
een functietest, die een veilige toepassing dient te garanderen. De
inbedrijfstelling wordt in de volgende stappen uitgevoerd:
6.2
Functietest
Functietest LE 20
y Machineuitschakeling bij onderbreking van ten minste een
lichtstraal van elk veiligheidslichtscherm.
Indien geconfigureerd:
y externe test
y herstartblokkering (RES)
y Relaiscontrole (EDM)
Tests LE 20 muting
y Machineuitschakeling bij onderbreking van ten minste een
lichtstraal van elk veiligheidslichtscherm.
Indien geconfigureerd:
y externe test
y herstartblokkering (RES)
y Relaiscontrole (EDM)
y muting functie en muting indicatielamp
y override functie en override lamp
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
535
Hoofdstuk 6
Inbedrijfstelling
Bedieningshandleiding
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
6.3
Tests LE 20
Om de reglementaire toepassing te garanderen moeten de
volgende punten in acht worden genomen:
y De montage en de elektrische aansluiting mogen alleen door
deskundig personeel worden uitgevoerd.
Deskundig personeel heeft op grond van de vakkundige opleiding en ervaring voldoende kennis op het gebied van het te testen mechanische arbeidsmiddel en is zo ver vertrouwd met de
overeenkomstige wettelijke arbeidsvoorschriften, ongevalpreventievoorschriften, richtlijnen en algemeen erkende regels van de
techniek (bijv. DIN normen, VDE bepalingen, technische regels
van andere lidstaten van de EG) dat het de arbeidsveilige toestand van het mechanische arbeidsmiddel kan beoordelen. Dit
zijn in het algemeen deskundige van de fabrikant van de Contactloos Werkende Veiligheidsinrichting (CWV) of ook personen
die bij de fabrikant van de CWV overeenkomstig werden
opgeleid, hoofdzakelijk met de controle van CWV werkzaam zijn
en hiermee door de exploitant van de CWV werden belast.
Aanbrengen van een informatiebord op de machine
LET OP
Vóór de eerste ingebruikname moet op de machine een
informatiebord worden aangebracht, dat op de noodzaak van
regelmatige controles wijst.
1 . Test voor de eerste inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting
van de machine door deskundige:
– De test voor de eerste inbedrijfstelling dient om de in de
nationale/internationale voorschriften, in het bijzonder in de
machinerichtlijn en richtlijn voor gebruikers van arbeidsmiddelen, vereiste veiligheidseisen te bevestigen. (EG verklaring
van overeenkomst).
– Controle van de werking van de veiligheidsinrichting op de
machine in alle op de machine instelbare functies.
– Het bedieningspersoneel van de met de veiligheidsinrichting
beveiligde machine moet voor het begin van de werkzaamheden door de deskundige van de machineexploitant worden
geïnstrueerd. De exploitant van de machine is verantwoordelijk voor het inwerken.
2 . Regelmatige controle van de veiligheidsinrichting door deskundige:
– Controle overeenkomstig de nationaal geldende voorschriften
in de hierin vermelde intervallen. Deze controles dienen voor
536
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Inbedrijfstelling
Hoofdstuk 6
LE 20
het ontdekken van veranderingen of manipulatie aan de
veiligheidsinrichting m.b.t. de eerste inbedrijfstelling.
– De controles moeten telkens bij belangrijke veranderingen
aan de machine of veiligheidsinrichting alsmede na het
ombouwen of repareren in geval van beschadigingen van de
behuizing, frontglas, aansluitkabel enz. worden uitgevoerd.
3 . Dagelijkse controle van de veiligheidsinrichting doorbevoegde
en hiermee belaste personen.
– Controle op slijtage of beschadiging van de behuizing,
frontglas of elektrische aansluitkabel
– Controle of de veiligheidswerking voor de ingestelde functie
effectief is.
LE 20 met M 2000
¾ Dagelijks of voor elk begin van het werk door de exploitant
door volledige afdekking van elke lichtstraal. Bij gebruik van
afbuigspiegels direct voor en na de spiegel.
Daarbij mag alleen de rode LED aan LE 20 en M 2000
branden.
LE 20 met C 2000
¾ De teststaaf (zie typeplaatje "oplossend vermogen") op drie
plaatsen langzaam door het veiligheidsveld voeren:
1 . Grenzen /markeringen van het veiligheidsveld dichtbij
de zender (toegangsopening)
2 . Grenzen /markeringen van het veiligheidsveld dichtbij
de ontvanger
3 . Grenzen van het veiligheidsveld in het midden tussen
zender en ontvanger
Daarbij mag alleen de rode LED aan LE 20 en C 2000
branden.
Enkelstraals veiligheidslichtschermen met LE 20
¾ Dagelijks of telkens vóór het begin van de werkzaamheden moet
door de exploitant de volgende controle worden uitgevoerd:
Volledige afdekking van elke lichtstraal met een hulpmiddel
dat geen licht doorlaat (∅ ≥ 30 mm) op de volgende punten:
1. direct vóór de zender
2. in het midden tussen zender en ontvanger of de
afbuigspiegels
3. direct vóór de ontvanger
4. bij gebruik van afbuigspiegels direct voor en na de spiegel.
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
537
Hoofdstuk 7
Onderhoud
Bedieningshandleiding
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Dit moet tot het volgende resultaat leiden:
-
De uitgangen van de ontvanger van het betreffende
enkelstraals veiligheidslichtscherm moeten uitschakelen en
-
op de LE 20 mag uitsluitend de rode LED branden en
-
zolang de lichtstraal onderbroken is, mag de actie die gevaar
oplevert niet gestart kunnen worden.
In geval van storingen de machine stilleggen!
LET OP
Als tijdens de controle een of meer fouten optreden of als
controleresultaten niet worden bereikt dan moet de machine
worden stopgezet. Voor alle genoemde combinaties van apparaten
geldt: Zelfs als slechts op één punt de groene of groene en gele
LED op de ontvanger oplicht, dan moet de veiligheidsvoorziening
door een deskundige worden gecontroleerd. Aan de machine mag
dan niet worden gewerkt.
7
Onderhoud
7.1
Reparatie
De veiligheidsverwerkings-eenheden LE 20 en LE 20 muting
werken volledig onderhoudsvrij. Waneer het 7-segment-display
storingen weergeeft kunnen aan de hand van de tabel voor het
opsporen van fouten in hoofdstuk 8 maatregelen worden getroffen
voor het verhelpen van de storing.
Stopzetten van de machine als de maatregel mislukt is!
LET OP
Als de maatregelen uit de foutzoektabel er niet voor gezorgd
hebben dat alle fouten verholpen zijn dan mag niet langer met de
machine worden gewerkt. De veiligheidsvoorziening moet dan door
een deskundige worden gecontroleerd.
Volledige functietest na het verhelpen van de storing
LET OP
538
Na het verhelpen van een fout moet een volledige functietest
worden uitgevoerd.
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 7
Onderhoud
LE 20
Reparaties nooit zelf uitvoeren!
LET OP
Reparaties aan de veiligheidsvoorziening mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door de Technische Dienst van SICK of door personeel
dat door SICK geautoriseerd is.
7.2
Afvalverwijdering
De veiligheids-analyse-eenheid LE 20 is zodanig geconstrueerd
dat deze het milieu zo min mogelijk belast. Hij verbruikt slechts
zeer weinig energie en overige bronnen. Houd tijdens het werk
altijd rekening met het milieu.
Het afdanken van onbruikbare of niet te repareren apparaten moet
altijd plaatsvinden volgens de geldende afvalverwerkingsvoorschriften (bijv. Europese afvalstofcode 16 02 14).
Opmerking
Wij zijn u graag van dienst bij het afdanken van deze apparaten.
Neem hiervoor contact op met ons.
Afvalscheiding
De afvalscheiding mag alleen plaatsvinden door personeel
met kennis van zaken!
LET OP
Bij de demontage van de apparaten is voorzichtigheid geboden. Er
bestaat gevaar voor persoonlijk letsel.
Voordat de apparaten kunnen worden hergebruikt moeten de
diverse materialen van de LE 20 worden gescheiden.
1. Scheid de behuizing van de overige bestanddelen (in het
bijzonder van de printplaat).
2. Breng de gescheiden bestanddelen naar de inzamelpunten
(zie tab. 7-1).
Bestanddelen
Afdanking
Product
Behuizing
Printplaten, kabels, connectors en
elektrische verbindingsstukken
Kunststofrecycling
Elektronicarecycling
Verpakking
Karton, papier
Polyetheenverpakkingen
Papier-/kartonrecycling
Kunststofrecycling
Tab 7-1: Overzicht van bestanddelen en inzamelpunten
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
539
Hoofdstuk 8
Bedieningshandleiding
Opsporen van fouten
8
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Opsporen van fouten
De verwerkingseenheid LE 20 bewaakt zich tijdens de werking zelf:
y Na het inschakelen loopt het apparaat door een zelftest waarbij
de elektronische hardwarecomponenten gecontroleerd worden.
y Wanneer bij de zelftest een fout wordt herkend geeft het
apparaat een foutmelding op het 7-segment-display weer en
stopt het gevaarlijke proces.
7-segment-display:
Betekenis
Oorzaak controle
Override lamp defectof,
indien er geen override
lamp is aangesloten,
override functie actief
(start met override-knop
mogelijk).
Override lamp controleren,
indien aanwezig. Wanneer
de override functie actief is
moet de bewakingszone
binnen 30 minuten
gedurende een ogenblik vrij
zijn opdat de LE 20 niet in
de uit-toestand wisselt.
Fout bij de externe
relaiscontrole
EDM ingang niet bedraad of
relais dalen niet
afwisselend
Fout van een lichtscherm,
ongeldige configuratie
a3,
Bedrading controleren, TEST/ Bedrading corrigeren,
NON ingang controleren
Veiligheidslichtschermen bij
de sensor controleren, 2)
Override timeout
Override-tijd verstreken
Bedrading corrigeren,
lichtschermen controleren, 2)
Override timeout fout
Override langer dan 30 min.
actief
Rangschikking van de muting
sensoren controleren, 1 ), 2)
7
8, knipperend
a2,
afwisselend
a4,
afwisselend
a5,
afwisselend
a6,
Verhelpen/maatregel
Override lamp vervangen,
), 2)
1
Bedrading controleren, relais
controleren, 2)
Overschrijding van de
Muting sensor defect,
Objectbeweging controleren,
gelijktijdigheidscontrole tijd objectbeweging te langzaam muting sensoren controleren,
1
van 3 s
)
Fout van de in- c.q.
uitschakelsequentie van de
muting-lichtschermen
Muting sensor defect
Beide muting-lampen zijn
defect
Bedradingfout,
lampenslijtage
Systeemfout
Bedrijfsspanning uit- en weer Apparaat vervangen
inschakelen
afwisselend
Overstroom OSSD 1 of
OSSD 2
Bedrading van OSSD 1 en
OSSD 2 controleren
afwisselend
OSSD 1 of OSSD 2 heeft een Bedrading van OSSD 1 en
kortsluiting met 24 V
OSSD 2 controleren
afwisselend
a7,
afwisselend
e
f1 of f4 ,
f2 of f5 ,
Rangschikking van de muting
sensoren controleren, 1)
beide lampen vervangen,
), 2)
1
Stroomopname meten
(max. 500 mA), 2)
Kortsluiting verhelpen, 2)
Tab. 8-1: Tabel voor het opsporen van fouten veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 en LE 20 muting
1
) Bewakings- en mutingzone vrijmaken (d.m.v. override-knop of handmatig)
2
) Bedrijfsspanning uit- en herinschakelaar
540
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Technische gegevens
Hoofdstuk 9
LE 20
7-segment-display
Betekenis
Oorzaak, controle
Verhelpen/maatregel
Bedrading van OSSD 1 en
OSSD 2 controleren
Kortsluiting verhelpen, 2)
afwisselend
OSSD 1 of OSSD 2 heeft
kortsluiting met 0 V
Kortsluiting tussen OSSD 1 en Bedrading van OSSD 1 en
OSSD 2 of met 24 V
OSSD 2 controleren
Kortsluiting verhelpen, 2)
afwisselend
Ongeldige configuratie
Configuratie bedrading
controleren, EDM ingang
aangesloten?
Bedrading corrigeren, 2)
Bedrijfsspanning buiten het
toegelaten bereik
Bedrijfsspanning meten
Bedrading corrigeren,
spanningsbron controleren
f3 of f6 ,
f7,
l2,
afwisselend
geen indicatie
Tab. 8-1: Tabel voor het opsporen van fouten veiligehidsverwerkingseenheid LE 20 en LE 20 muting (vervolg)
) Bedrijfsspanning uit- en herinschakelaar
2
9
Technische gegevens
9.1
Gegevensblad LE 20
Elektrische gegevens
Voedingsspanning U B
24 V DC –30 %/+20 %, 5 % restrimpel 1)
Inschakelduur (na spanning Aan)
ongeveer 2 s
Stroomopname
Imax = 100 mA, muting-uitvoering: Imax = 150 mA
Vermogensopname
4 W (zonder muting en override lampen)
Reactietijd totaal systeem
(afhankelijk van
systeemconfiguratie)
te berekenen aan de hand van de volgende
punten:
- C 2000/M 2000: 7 ms à 25 ms, afhankelijk van
veldbeveiligingshoogte en oplossend vermogen
- Enkelstraals veiligheidslichtscherm: max. 9 ms
- LE 20: 5 ms
- Relaismodule: 5 ms
Reactietijd voor testingang
max. 30 ms
Herstarttijd
max. 50 ms
Aansluitleidingen
0,5 mm 2, lengte max. 30 m
2,5 mm 2, lengte max. 150 m
Ingangen: signaalniveau aan/uit
high: 15 V ... U B, low: 0 V ... 10 V
TEST EXTERN
high: externe test inactief
low: externe test actief
impulsduur > 30 ms
Gelijktijdigheidscontrole
Tijdvenster selecteerbaar: 3 s of ∞
Cyclustijd zelftest
2s
Tab. 9-1: Gegevensblad LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
541
Hoofdstuk 9
Bedieningshandleiding
Technische gegevens
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
Uitgangen
Uitgangen OSSD 1, OSSD 2
(De waarden hebben betrekking
op de aansluiting op stekker van
het apparaat)
PNP bewaakt en kortsluitvast
Schakelstroom Imax = 500 mA
Schakelspanning U max = UB – 2,0 V bij 500 mA
Schakelvermogen P max = 13,2 W
inductief schakelvermogen P max ind = 1 VA
Veiligheidsveld vrij U = Umax
Veiligheidsveld onderbroken U = 0 V
Reststroom bij signaalniveau "0" I = 0,1 mA
max. capacitieve last 200 nF bij I = 50 mA,
2,5 µF bij I = 500 mA
Tussenruimten bij test Testrate: 2 s
Breedte testpuls 150 µs ... 450 µs
TEST A, TEST B (inactief/actief)
U B – 3,5 V/0 V
Totale stroomTEST A + TEST B < 10 mA
max. capacitieve last 10 µF
OVERRIDE LAMP
24 V DC, 1 ... 10 W
LAMP 1, 2
24 V DC, 1 ... 10 W
Bedrijfsdata
Beschermklasse
III2)
Soort beschermin
IP 20, IP 65 optioneel
Veiligheidscategorie
EN 61496, type 2
Eisen
EN 61496
Elektromagnetische compatibiliteit EN 61000-6-4
EN 55011 Klasse A
Omgevingstemperatuur werking
–20 °C ... +60 °C
Opslagtemperatuur
–25 °C ... +75 °C
Luchtvochtigheid
(niet condenserend)
15 ... 95 %
Trilbestendigheid
5 g/10 Hz ... 55 Hz overeenkomstig IEC 68-2-6
Schokbestendigheid
10 g/16 ms overeenkomstig IEC 68-2-29
Tab. 9-1: Gegevensblad LE 20 (vervolg)
1
) De grenswaarden van de voedingsspanning mogen niet worden over- c.q.
onderschreden.
De externe voedingsspanning van de apparaten moet overeenkomstig
EN 60204 een kortdurende netuitval van 20 ms overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn bij SICK als accessoire verkrijgbaar
(Siemens serie 6 EP 1).
2
) De aan de in- en uitgangen aan te sluiten stroomcircuits moeten de in de
betreffende normen voorgeschreven lucht- en kruiptrajecten voor veilige
uitschakeling overeenkomstig PELV (EN 60204, 6-4) aanhouden.
542
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Technische gegevens
Hoofdstuk 9
LE 20
9.2
Technische gegevens relaismoduul
UE 10-2OS
Nominale spanning spoel
24 V DC –30 %/+20%
Afvalstroom
4,2 mA
Spoelweerstand
520 Ω ±10 %
Relaiscontacten
Schakelcontacten
Meldcontacten in serie
2 no
1 + 1 nc
Contactbelastbaarheid
max. schakelspanning
Schakelvermogen/-spanning
Schakelstroom
max. inschakelstroom/duur
max. 250 V AC
690 VA/230 V AC
72 W/24 V DC
20 mA ... 3 A
max. 15 A/20 ms
Terugvaltijd (voor de berekening
van de reactietijd gebruiken)
≤5 ms
Aanhaaltijd
≤20 ms
Bedrijfstemperatuur
–20 °C ... +60 °C
Beschermingsgraad
IP 20
Overspanningscategorie
3
Mate van verontreiniging
2
Aansluitdoorsnede
0,5 ... 2,5 mm 2
Mechanische levensduur
5 x 10 7 schakelcycli
Elektrische levensduur
1 x 10 5 schakelcycli
(afhankelijk van de belasting)
Bevestigingsrail
DIN (EN 50022-35)
Tab. 9-2: Gegevensblad relaismoduul
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
543
Hoofdstuk 10
Bedieningshandleiding
Schakelvoorbeelden
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
10
Schakelvoorbeelden
Schakelvoorbeelden in uitklapbare deel
(pagina 675 ... 680):
a = uitgangscircuits. Deze contacten moeen zodanig in e de besturing
geïntegreerd worden dat bij geopend uitgangscircuit de gevaarlijke toestand
wordt opgeheven. Bij de categorieën 4 en 3 moet deze integratie 2-kanalig (XY-paden) plaatsvinden. Het eenkanalig invoegen in de besturing (z-pad) is
alleen mogelijk bij eenkanalige besturing rekening houdend met de
risicoanalyse.
10-1:
Verwerkingseenheid LE 20 met 6 veiligheidslichtschermen met
één straal VS/VE 18-2.
S = zender
R = ontvanger
Aanwijzing: wanneer slechts een lichtschermpaar wordt
aangesloten moet tusen SENSOR A (4) en SENSOR B (6) een extra
draadbrug worden gelegd.
Geconfigureerde functies:
y relaiscontrole
y herstartblokkering
y externe test
10-2:
Verwerkingseenheid LE 20 met 4 veiligheidslichtschermen met
één straal (WS/WE 12-2, WS/WE 18-2, WS/WE 24-2 of WS/WE 27-2).
Aanwijzing: indien slechts een lichtschermpaar wordt aangesloten,
moet tussen SENSOR A (4) en SENSOR B (6) een extra draadbrug
worden gelegd. Combinatie van veiligheidslichtscherm is niet
toegestaan.
R = ontvanger
S = zender
Geconfigureerde functies:
y relaiscontrole
y herstartblokkering
y externe test
10-3:
LE 20 eenheid met een cascadeC 2000 – C 2000 – M 2000
R = ontvanger
S = zender
Geconfigureerde functies:
y relaiscontrole
y herstartblokkering
y externe test
544
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Schakelvoorbeelden
Hoofdstuk 10
LE 20
10-4:
Verwerkingseenheid LE 20 muting met M 2000, 4 muting sensoren
en 2 muting indicatielampen
M = muting sensor
R = ontvanger S = zender
Geconfigureerde functies:
y relaiscontrole
y 2 muting sensoren
y override
10-5:
Verwerkingseenheid LE 20 muting met M 2000 en 4 muting
sensoren
R = ontvanger S = zender
M = muting sensor
Geconfigureerde functies:
y relaiscontrole
y 4 muting sensoren
y override
10-6:
y herstartblokkering
y gelijktijdigheidscontrole
Verwerkingseenheid LE 20 muting met M 2000-A/P en 3 muting
sensoren
R = ontvanger S = zender
M = muting sensor
Geconfigureerde functies :
y relaiscontrole
y 3 muting sensoren
y override
8 008 685/Q913/2007-05-21
y herstartblokkering
y gelijktijdigheidscontrole
y herstartblokkering
y gelijktijdigheidsbewaking
y sequentiebewaking
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
545
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11
Bijlage
11.1
Bestelgegevens LE 20
Uitvoering
Type
Bestel-nr.
IP 20, een 16-polige klemmenlijst als accessoire
noodzakelijk
LE 20-2611
6 020 340
IP 20 met schroef klemmenstekker
LE 20-2612
1 016 503
IP 20 met trekveer klemmenstekker
LE 20-2614
1 016 505
IP 65, een 16-polige klemmenlijst als accessoire
noodzakelijk
LE 20-1611
6 020 344
IP 65 met schroef klemmenstekker
LE 20-1612
1 016 500
IP 65 met trekveer klemmenstekker
LE 20-1614
1 016 499
Tab 11-1: Bestelgegevens LE 20
11.2
Bestelgegevens LE 20 muting
Uitvoering
Type
Bestel-nr.
IP 20, een 15- en 16-polige klemmenlijst als
accessoire noodzakelijk
LE 20-2621
6 020 341
IP 20 met schroef klemmenstekker
LE 20-2622
1 016 502
IP 20 met trekveer klemmenstekker
LE 20-2624
1 016 501
IP 65, een 15- en 16-polige klemmenlijst als
accessoire noodzakelijk
LE 20-1621
6 020 345
IP 65 met schroef klemmenstekker
LE 20-1622
1 016 498
IP 65 met trekveer klemmenstekker
LE 20-1624
1 016 497
Tab 11-2: Bestelgegevens LE 20-muting
546
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 11
Bijlage
LE 20
11.3
Accessoires
Artikel
Bestel-nr.
24 V voedingseenheid, 4 A, DC, U v = 120/230 V AC
6 010 362
Trekveer-klemmenstekker haaks voor LE 20, 16-polig
6 020 597
Trekveer klemmenstekker haaks voor LE 20 15-polig
6 020 600
Schroef klemmenstekker voor LE 20, 16-polig
6 020 596
Schroef klemmenstekker voor LE 20, 15-polig
6 020 599
IP 65 behuizing voor LE 20 uitgerust met 8 x PG 7, 2 x PG 13,5
voorbereid voor de inbouw van LE 20
6 020 343
Muting indicatielamp met bevestigingsset
2 020 743
LED-mutinglamp met kabel 2 m
2 019 909
LED-mutinglamp met kabel 10 m
2 019 910
Relaismoduul UE 10-2OS voor LE 20, 2 maakcontacten, mechanisch
gedwongen, potentiaalvrij, IP 20, klemmenlijst als accessoire
noodzakelijk
6 020 342
Relaismoduul UE 10-2OS voor LE 20, 2 maakcontacten, mechanisch
gedwongen, potentiaalvrij, IP 20, inclusief schroef klemmenstekker
2 019 772
Relaismoduul UE 10-2OS voor LE 20, 2 maakcontacten, mechanisch
gedwongen, potentiaalvrij, IP 20, inclusief trekveer klemmenstekker
2 019 771
Tab. 11-3: Accessoires LE 20 en LE 20-muting
11.4
Maatschetsen
Maatschetsen in uitklapbare deel (pagina 681 ... 684):
11-1:
Mechanische afmetingen LE 20 met schroefklemmen
d = aanzicht van voren
a = aanzicht van onder
f = aanzicht van voren, schroef
s = zijaanzicht
klemmenstekker ingestoken
11-2:
Mechanische afmetingen LE 20-muting met schroefklemmen
a = aanzicht van onder
d = aanzicht van voren
f = aanzicht van voren, schroef
s = zijaanzicht
klemmenstekker ingestoken
11-3:
Mechanische afmetingen IP 65 behuizing voor LE 20 en LE 20
muting
11-4:
Mecanische afmetingen relaismoduul
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
547
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.5
Testbare enkelstraals
veiligheidslichtschermen
Maatschetsen en aansluitschema's in uitklapbare gedeelte
(pagina 685 ... 689):
Toepasbare types: WS/WE
WS/WE
VS/VE
WS/WE
WS/WE
11.5.1
12-2
18-2
18-2
24-2
27-2
WS/WE 12-2
Legenda bij de maatschets (in het uitklapbare gedeelte):
a = midden opstische as
s = controlelamp
d = bevestigingsboringen
f = insteller gevoeligheid (WE)
g = kijkgleuf
Betekenis van de LED's
LED
Betekenis
Zender
groen, permanent licht zender bedrijfsklaar
groen, uit
geen bedrijfsspanning
Ontvanger
geel, permanent licht lichtweg vrij
geel, knipperend
optiek verontreinigd of systeem iets versteld
Tab 11-4: Betekenis van de LED's WS/WE 12-2
Bestelnummers voor systemen
System
Bestel Nr.
inbegrepen zendeenheid
inbegrepen ontvangsteenheid
WS/WE 12-2
P 160
1 018 046
WS 12-2 D 160
WE 12-2 P 160
WS/WE 12-2
P 460
1 018 047
WS 12-2 D 460
WE 12-2 P 460
548
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 11
Bijlage
LE 20
Type
WS/WE 12-2
Bestelnummer
Zender WS 12-2
Ontvanger WE 12-2
D 160
D 460
2 021 439
2 021 441
Soort aansluiting, apparaatstekker
Kabellengte
2m
P 160
2 021 440
4-polig
P 460
2 021 442
4-polig
2m
Reikwijdte RW/reikwijdte max.
type 0 ... 10 m/0 ... 12 m
Voedingsspanning UV
DC 24 V –30 %, +20 %1)
Stroomopname, max.2)
35 mA
Rimpelspanning 3)
<5 VSS
Lichtzender
LED, zichtbaar rood licht (880 nm),
pulserend, gemiddelde levensduur 100 000 uur (bij T U = 25 °C)
Diameter lichtvlek
ca. 500 mm in 10 m afstand
Afbuighoek/ontvangsthoek
3,0° / 3,0°
25 mA
–
PNP, Q en Q
Schakeluitgangen
Signaalspanning HIGH/
max. schakeluitgang
U V – 2,5 V
Signaalspanning LOW 4)/
max.schakelstroom
ca. 0 V
Uitgangsstroom IA max./
max. schakelvermogen
100 mA
Pulldown weerstand
>10 k Ω
Reactietijd 5); schakelvolgorde max.6)
max. 500 µs; 1000/s
Testingang TE
Zender aan
TE overeenkomstig U V of niet geschakeld
Zender uit
TE overeenkomstig 0 V
Soort bescherming
IP 67
VDE beschermklasse
–
U V -aansluitingen tegen verkeerde polariteit beveiligd, uitgang Q en Q
beschermd tegen kortsluiting, onderdrukking stroomimpuls
Veiligheidsschakelingen
Omgevingstemperatuur bedrijf T U
–40 ... +60 °C
Opslagtemperatuur T L
–40 ... +75 °C
Gewicht
200 g
120 g
200 g
120 g
1) De externe spanningsvoeding van de apparaten moet overeenkomstig EN 60204 een kortstondige netuitval van 20 ms
overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als SICK accessoire verkrijgbaar (Siemens serie 6 EP 1).
2) Zonder belasting
3) Mag U V -toleranties niet over- of onderschrijden
4) Bij T U = +25 °C en 100 mA uitgangsstroom
5) Signaallooptijd bij Ohmsche last
6) Bij licht/donkerverhouding 1:1
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
549
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.5.2
WS/WE 18-2
Legenda bij de maatschets (in het uitklapbare gedeelte):
a = midden opstische as
s = controlelamp
d = bevestigingsboringen
f = insteller gevoeligheid (WE)
g = kijkgleuf
Betekenis van de LED's
LED
Betekenis
Zender
groen, permanent licht zender bedrijfsklaar
groen, uit
geen bedrijfsspanning
Ontvanger
groen, permanent licht lichtweg vrij
groen, knipperend
optiek verontreinigd of systeem iets versteld
Tab. 11-5: Betekenis van de LED's WS/WE 18-2
Bestelnummers voor systemen
System
Bestel Nr.
inbegrepen zendeenheid
inbegrepen ontvangsteenheid
WS/WE 18-2
P 162
1 016 886
WS 18-2 D 162
WE 18-2 P 162
WS/WE 18-2
P 460
1 016 885
WS 18-2 D 460
WE 18-2 P 460
WS/WE 18-2
P 660
1 016 887
WS 18-2 D 660
WE 18-2 P 660
550
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 11
Bijlage
LE 20
Type
WS/WE 18-2
Zender WS 18-2
D 162
Bestelnummer
2 020 889
D 460
Ontvanger WE 18-2
D 660
2 020 876
2 020 891
4-polig
6-polig
Soort aansluiting, apparaatstekker
Kabellengte
2m
P 162
P 460
2 020 890
P 660
2 020 875
2 020 892
4-polig
6-polig
2m
Reikwijdte RW/reikwijdte max.
type 0 ... 10 m/0 ... 12 m
Voedingsspanning UV
DC 24 V –30 %, +20 %1)
Stroomopname, max.2)
35 mA
Rimpelspanning 3)
<5 VSS
Lichtzender
LED, zichtbaar rood licht, 660 nm) pulserend,
gemiddelde levensduur 100 000 h (bij TU = 25 °C)
Diameter lichtvlek
ca. 300 mm in 10 m afstand
Afbuighoek/ontvangsthoek
1,5° / 3,0°
25 mA
–
PNP, Q en Q
Schakeluitgangen
Signaalspanning HIGH/
max. schakeluitgang
U V – 2,9 V
Signaalspanning LOW 4)/
max.schakelstroom
ca. 0 V
Uitgangsstroom IA max./
max. schakelvermogen
100 mA
Pulldown weerstand
>10 k Ω
Reactietijd 5); schakelvolgorde max.6)
max. 500 µs; 1000/s
Testingang TE
Zender aan
TE overeenkomstig U V
Zender uit
TE overeenkomstig 0 V
Soort bescherming
IP 67
IP 65
IP 67
IP 65
VDE beschermklasse
–
U V -aansluitingen tegen verkeerde polariteit beveiligd, uitgang Q en Q
beschermd tegen kortsluiting, onderdrukking stroomimpuls
Veiligheidsschakelingen
Omgevingstemperatuur bedrijf T U
–25 ... +60 °C
Opslagtemperatuur T L
–40 ... +75 °C
Gewicht
100 g
30 g
100 g
30 g
1) De externe spanningsvoeding van de apparaten moet overeenkomstig EN 60204 een kortstondige netuitval van 20 ms
overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als SICK accessoire verkrijgbaar (Siemens serie 6 EP 1).
2) Zonder belasting
3) Mag U V -toleranties niet over- of onderschrijden
4) Bij T U = +25 °C en 100 mA uitgangsstroom
5) Signaallooptijd bij Ohmsche last
6) Bij licht/donkerverhouding 1:1
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
551
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.5.3
VS/VE 18-2
Legende bij de maatschets (in het uitklapbare gedeelte):
a = bevestigingsmoer M18
s = bedrijfsindicatie (VS 18-2) ontvangstindicatie (VE 18-2)
Betekenis van de LED's
LED
Betekenis
Zender
amber, permanent licht Zender bedrijfsklaar
Ontvanger
amber, permanent licht lichtweg vrij, ontvanger bedrijfsklaar
Tab. 11-6: Betekenis van de LED’s VS/VE 18-2
Bestelnummer voor systemen
Systeem
Bestellnr.
daarin aanwezige zendeenheid
daarin aanwezige ontvangsteenheid
VS/VE 18-2
O 4550
6 011 845
VS 18-2 D 5550
VE 18-2 O 4550
Bedrijfsreikwijdte 16 m, metalen behuizing, apparaatstekker M 12, 4-polig, haaks
VS/VE 18-2
O 4450
552
6 011 846
VS 18-2 D 5450
VE 18-2 O 4450
Bedrijfsreikwijdte 16 m, metalen behuizing, apparaatstekker M 12, 4-polig, recht
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Bijlage
Hoofdstuk 11
LE 20
Type
VS/VE 18-2
Zendeenheid VS 18-2
Ontvangsteenheid VE 18-2
Type
D 5450
D 5550
O 4450
O 4550
Bestellnr.
6 011 849
6 011 847
6 011 850
6 011 848
4-polig, haaks
4-polig, recht
4-polig, haaks
Soort aansluiting, apparaatstekker 4-polig, recht
Reikwijdte RW/reikwijdte max.
type 0 ... 16 m/0 ... 22 m
Voedingsspanning UV
DC 24V –30 %, +20 %1)
Stroomopname, max.2)
35 mA
Restrimpel, max.3)
10 %
Lichtzender
LED, zichtbaar rood licht,
pulserend, gemiddelde levensduur
100 000 uur (bij T U = 25 °C)
ca. ±4°
Openingshoek/ontvangsthoek
25 mA
Schakeluitgangen
PNP
Signaalspanning HIGH/
max. schakeluitgang
Signaalspanning LOW 4)
ca. U V
Uitgangsstroom I A
100 mA
max. 1,2 V (I A = 100 mA)
Reactietijd5); schakelfrequentie max.6)
Soort bescherming
max. 2 ms; 250 Hz
IP 67
VDE beschermklasse
III DC-apparaat
Veiligheidsschakelingen
Omgevingstemperatuur bedrijf T U
U V -aansluitingen tegen verkeerde polariteit beveiligd,
beschermd tegen kortsluiting,
onderdrukking stoorimpuls
–25 ... +70 °C
Gewicht
ca. 250 g
1) De externe spanningsvoeding van de apparaten moet overeenkomstig EN 60204 een kortstondige netuitval van 20 ms
overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als SICK accessoire verkrijgbaar (Siemens serie 6 EP 1)
2) Zonder belasting
3) Mag UV toleranties niet over- of onderschrijden
4) Bij T U = + 25°C en 100 mA uitgangsstroom
5) Signaallooptijd bij Ohmsche last
6) Bij licht/donkerverhouding 1:1
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
553
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.5.4
WS/WE 24-2
Legende bij de maatschets (in het uitklapbare gedeelte):
a = viziergroef
s = statusindicatie/ontvangstindicatie
d = optische as zender/ontvanger
f = bevestigingsdraad
g = bedieningselementen
Betekenis van de LED's
LED
Betekenis
Zender
groen, perm. licht
Zender bedrijfsklaar
groen, uit
geen bedrijfsspanning of zendertest actief
(gedurende de test)
Ontvanger
geel, perm. licht
lichtweg vrij
geel, uit
lichtweg onderbroken of zendertest actief
geel, knipperend
optiek verontreinigd of systeem iets verkeerd afgesteld
Tab. 11-7: Betekenis van de LED's WS/WE 24-2
Bestelnummer voor systemen
Systeem
Bestel-nr.
daarin aanwezige zendeenheid
WS/WE 24-2
P 250
1 018 049
WS 24-2 D 250
WS/WE 24-2
P 260
1 018 050
WS 24-2 D 260
WS/WE 24-2
P 450
1 018 051
WS 24-2 D 450
WS/WE 24-2
P 460
1 018 052
WS 24-2 D 460
554
daarin aanwezige ontvangsteenheid
WE 24-2 P 450
–
Bedrijfsreikwijdte 40 m, PNP, Q + Q klemaansluiting
WE 24-2 P 260
–
Bedrijfsreikwijdte 40 m, PNP, Q + Q klemaansluiting, verwarming
WE 24-2 P 450
–
Bedrijfsreikwijdte 40 m, PNP, Q + Q apparaatstekker M12, 4-polig
WE 24-2 P 460
–
Bedrijfsreikwijdte 40 m, PNP, Q + Q apparaatstekker M12, 4-polig, verwarming
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Bijlage
Hoofdstuk 11
LE 20
Type
WS/WE 24-2
Zender WS 24-2
D 250
Bestelnummer
D 260
Ontvanger WE 24-2
D 450
D 460
P 250
P 260
P 450
P 460
2 021 448 2 021 450 2 021 452 2 021 454 2 021 449 2 021 451 2 021 453 2 021 455
Soort aansluiting
klemaansluiting
apparaatstekker, klemaansluiting
4-polig
Reikwijdte RW/reikwijdte max.1)
type 0 ... 40 m/0 ... 50 m
Voedingsspanning UV
DC 24V ± 20 %2)3)
Stroomopname, max.4)
50 mA
Restrimpel5)
<5 VSS
Lichtzender
Diameter lichtvlek
LED, zichtbaar rood licht,
pulserend, gemiddelde levensduur
100 000 uur (bij T U = 25 °C)
ca. 600 mm in 50 m afstand
Afbuighoek/ontvangsthoek
ca. ±4°
70 mA
50 mA
70 mA
150 mA
170 mA
apparaatstekker,
4-polig
150 mA
170 mA
–
PNP, Q en Q
Schakeluitgangen
Signaalspanning HIGH/max.
Schakeluitgang
Signaalspanning LOW 6)/
max. schakelstroom
Uitgangsstroom I A max. /
max. schakelvermogen
Pulldown weerstand
UV – 2,9 V
Reactietijd7); schakelvolgorde max.8)
max. 500 µs; 1000/s
ca. 0 V
100 mA
>10 kΩ
Testingang >>TE<<
Zender aan
TE overeenkomstig U V of niet geschakeld
Zender uit
TE overeenkomstig 0 V
VDE beschermklasse9)
Soort bescherming
IP 67
Veiligheidsschakelingen
–
U V -aansluitingen tegen verkeerde polariteit beveiligd, uitgang Q en Q
beschermd tegen kortsluiting, onderdrukking stoorimpuls
Omgevingstemperatuur bedrijf T U
–40 ... +60 °C
Opslagtemperatuur T L
–40 ... +75 °C
Gewicht
ca. 330 g
Verwarming frontschijven
–
z
–
z
–
z
–
z
1) Gevoeligheid instelbaar
2) De externe spanningsvoeding van de apparaten moet overeenkomstig EN 60204 een kortstondige netuitval van 20 ms
overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als SICK accessoire verkrijgbaar (Siemens serie 6 EP 1)
3) Grenswaarde
4) Zonder belasting
5) Mag U V toleranties niet over- of onderschrijden
6) Bij T U = + 25°C en 100 mA uitgangsstroom
7) Signaallooptijd bij Ohmsche last
8) Bij licht/donkerverhouding 1:1
9) Meetspanning DC 50 V
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
555
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.5.5
WS/WE 27-2
Legende bij de maatschets (in het uitklapbare gedeelte):
a = bevestigingsboring
s = midden optische as
Betekenis van de LED's
LED
Betekenis
Zender
groen, perm. licht
Zender bedrijfsklaar
groen, uit
geen bedrijfsspanning of zendertest actief
(gedurende de test)
Ontvanger
groen, perm. licht
lichtweg vrij
rood, permanent licht lichtweg onderbroken of zendertest actief
groen knipperend
optiek verontreinigd of systeem iets verkeerd afgesteld
Tab. 11-8: Betekenis van de LED's WS/WE 27-2
Bestelnummer voor systemen
Systeem
Bestel-nr.
daarin aanwezige zendeenheid
WS/WE 27-2
F 450 S 05
1 016 025
WS 27-2 D 450 S 05
WS/WE 27-2
F 730
1 015 124
WS 27-2 D 730
WS/WE 27-2
F 750
1 015 752
WS 27-2 D 750
WS/WE 27-2
F 460
1 019 561
WS 27-2 D 460
556
daarin aanwezige ontvangsteenheid
WE 27-2 F 450 S 05
–
Bedrijfsreikwijdte 35 m, PNP, Q + Q apparaatstekker M12, 4-polig, verwarming
WE 27-2 F 730
–
Bedrijfsreikwijdte 35 m, PNP, Q + Q apparaatstekker 7-polig
WE 27-2 F 750
–
Bedrijfsreikwijdte 35 m, PNP, Q + Q apparaatstekker 7-polig, verwarming
WE 27-2 F 460
–
Bedrijfsreikwijdte 35 m, PNP, Q + Q apparaatstekker M12, 4-polig
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Bijlage
Hoofdstuk 11
LE 20
Type
WS/WE 27-2
Zender WS 27-2
D 450 S 05 D 460
Bestelnummer
Ontvanger WE 27-2
D 730
2 018 932
2 021 365 2 017 894
Soort aansluiting, apparaatstekker 4-polig
7-polig
Reikwijdte RW/reikwijdte max.
type 0 ... 25 m/0 ... 35 m
Voedingsspanning UV
DC 24V –30 %, +20 %1)
D 750
F 450 S 05 F 460
F 730
F 750
2 018 618
2 018 933
2 017 895
2 018 619
4-polig
Stroomopname, max.2)
45 mA
Restrimpel3)
<5 VSS
Lichtzender
LED, zichtbaar rood licht,
pulserend, gemiddelde levensduur
100 000 uur (bij T U = 25 °C)
Diameter lichtvlek
ca. 1200 mm in 25 m afstand
Afbuighoek/ontvangsthoek
ca. ±4°
35 mA
35 mA
2 021 708
45 mA
45 mA
7-polig
35 mA
35 mA
45 mA
–
PNP, Q en Q
Schakeluitgangen
Signaalspanning HIGH/max.
Schakeluitgang
Signaalspanning LOW 4)/
max. schakelstroom
Uitgangsstroom I A max. /
max. schakelvermogen
Pulldown weerstand
UV – 2,9 V
Reactietijd5); schakelvolgorde max.6)
max. 500 µs; 1000/s
ca. 0 V
100 mA
>10 kΩ
Testingang >>TE<<
Zender aan
TE overeenkomstig U V of niet geschakeld
Zender uit
TE overeenkomstig 0 V
VDE beschermklasse7)
Soort bescherming
IP 67
Veiligheidsschakelingen
–
U V -aansluitingen tegen verkeerde polariteit beveiligd, uitgang Q en Q
beschermd tegen kortsluiting, onderdrukking stoorimpuls
Omgevingstemperatuur bedrijf T U
–40 ... +60 °C
Opslagtemperatuur T L
–40 ... +75 °C
Gewicht
ca. 100 g
Verwarming frontschijven
z
–
–
z
z
–
–
z
1) De externe spanningsvoeding van de apparaten moet overeenkomstig EN 60204 een kortstondige netuitval van 20 ms
overbruggen. Geschikte voedingseenheden zijn als SICK accessoire verkrijgbaar (Siemens serie 6 EP 1)
2) Zonder belasting
3) Mag U V toleranties niet over- of onderschrijden
4) Bij T U = + 25°C en 100 mA uitgangsstroom
5) Signaallooptijd bij Ohmsche last
6) Bij licht/donkerverhouding 1:1
7) Meetspanning DC 50 V
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
557
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
11.6
558
Conformiteit
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Bijlage
Hoofdstuk 11
LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
559
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
560
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 11
Bijlage
LE 20
11.7
Checklist
Checklist voor de fabrikant / inrichter voor de installatie van een
contactloos veiligheidssysteem (BWS)
De gegevens over de onderstaand vermelde punten moeten ten minste bij de
eerste inbedrijfstelling aanwezig zijn - echter afhankelijk van de applicatie. De
desbetreffende eisen werden door de fabrikant / inrichter gecontroleerd.
Deze checklist moet bewaard worden c.q. bij de machinedocumentatie worden
opgeborgen zodat deze bij terugkerende controles als referentie kan dienen.
1 . Stemmen de veiligheidsvoorschriften overeen met de voor de machine
geldige richtlijnen / normen?
ja : nee
2 . Staan de toegepaste richtlijnen en normen in de verklaring van
overeenkomst vermeld?
ja :
:
nee :
3 . Voldoet de veiligheidsinrichting aan de vereiste besturingscategorie?
ja : nee :
4 . Is de toegang tot /ingreep in de gevarenzone alleen via het veiligheidsveld
van de BWS mogelijk?
ja : nee :
5 . Werden er maatregelen getroffen die bij de beveiliging van de gevarenzone
een onbeschermd verblijf in de gevarenzone verhinderen (mechanische
inloopbeveiliging) of bewaken en zijn deze tegen verwijderen beveiligd?
ja : nee :
6 . Werden er extra mechanische veiligheidsmaatregelen, die verhinderen dat
over het veiligheidsscherm heen, onder het veiligheidsscherm door en om
het veiligheidsscherm heen gegrepen kan worden, aangebracht en tegen
manipulatie beveiligd?
ja : nee :
7 . Werd de max. stoptijd c.q. nalooptijd van de machine nagemeten en (aan
de machine en/of in de machinedocumentatie) aangegeven en
gedocumenteerd?
ja : nee :
8 . Werd de noodzakelijke veiligheidsafstand van de BWS tot de dichtstbijzijnde
gevarenzone aangehouden?
ja : nee :
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
561
Hoofdstuk 11
Bedieningshandleiding
Bijlage
Veiligheidsverwerkingseenheid LE 20
9 . Werden de BWS-apparaten reglementair bevestigd en na de afstelling tegen
verschuiven beveiligd?
ja : nee :
10. Functioneren de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen tegen elektrische
schokken (beschermklasse)?
ja : nee :
11. Is het commandotoestel voor de reset van het (BWS) veiligheidssysteem c.q.
voor de herstart van de machine aanwezig en reglementair aangebracht?
ja : nee :
12. Werden de uitgangen van de BWS (OSSD) volgens de noodzakelijke
besturingscategorie geïntegreerd en komt deze integratie overeen met de
schakelschema's?
ja : nee :
13. Werd de veiligheidsfunctie volgens de testaanwijzingen van deze
documentatie gecontroleerd?
ja :
nee :
14. Zijn bij elke instelling van de functiekeuzeschakelaar de aangegeven
veiligheidsfuncties effectief?
ja : nee :
15. Worden de door de BWS aangestuurde schakelelementen, bijv. relais,
ventielen bewaakt?
ja : nee :
16. Is de BWS tijdens de gehele gevaarlijke toestand effectief?
ja :
nee :
17. Wordt bij het uit- c.q. inschakelen van de BWS en bij het omschakelen van
de functies of bij het omschakelen op een andere veiligheidsinrichting een
reeds begonnen gevaarlijke toestand gestopt?
ja : nee :
18. Werd het aanwijzingsbord voor de dagelijkse controle goed zichtbaar voor
de operator aangebracht?
ja : nee :
Deze checklist vervangt de eerste inbedrijfstelling en de regelmatige
controle door een ter zake kundige persoon niet.
562
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
8 008 685/Q913/2007-05-21
NL
Bedieningshandleiding
LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
563