18 NEDERLANDS
1 Beoogd gebruik
Voor Multi Gas 110. Gasverbruik 75 g/h, maximaal vermogen 945 watt. Te gebruiken met
koperstuk nr. 1300001059 van 245 gr. nr. 1300001058.
BELANGRIJK: lees deze instructies aandachtig en maak uzelf vertrouwd met het product
vooraleer het toestel op de propaancilinder of het gaspatroon te bevestigen. Herlees deze
instructies regelmatig, om ze niet te vergeten. Hou deze instructies bij om ze later eventueel
terug te kunnen raadplegen. Dit toestel mag enkel gebruikt worden met de ROTHENBERGER
gaspatronen en propaancilinders. Het is zeer gevaarlijk om andere types gaspatronen of
propaancilinders op dit toestel te bevestigen.
2 Veiligheid
Zorg dat de o-ringen (1) van het toestel goed op hun plaats zitten en in goede staat zijn
vooraleer u het gaspatroon of de gascilinder aansluit.
Gebruik nooit een toestel met beschadigde of versleten o-ringen en gebruik nooit een toestel dat
lekt, beschadigd is of slecht werkt.
Een nieuw gaspatroon of -cilinder moet steeds op een veilige plek worden aangesloten, d.w.z in
de open lucht en niet in de buurt van open vuur, waakvlammen of elektrische vuren. Zorg ook
dat er geen mensen in de buurt zijn.
Controleer het toestel alleen buiten op gaslekken. Doe dat nooit met een brandende vlam en
gebruik alleen zeepwater.
Indien er een lek is, moet u extra voorzichtig zijn en het gas laten ontsnappen. Vergeet niet dat
LPG zwaarder is dan lucht. Het kan zich dan ook makkelijk ophopen in geulen of onder de
grond.
Laat het toestel nooit onbewaakt branden.
Dit toestel verbruikt zuurstof en mag alleen in goed verluchte ruimten gebruikt worden (min. 5
m
3
/uur).
Gebruik het toestel op een veilige afstand van muren en andere ontvlambare materialen.
3 Voor gebruik
Raak de hete delen van het toestel niet aan tijdens of na gebruik.
Opslag: Schroef het gaspatroon of de gascilinder altijd van het toestel wanneer u het niet
gebruikt. Bewaar gaspatronen en cilinders op een droge plek die niet blootgesteld is aan warmte
en buiten het bereik van kinderen. Bewaar ze ook nooit in kelders of in andere ondergrondse
ruimten.
Maak geen verkeerd gebruik van het toestel en laat het alleen dienen waarvoor het ontworpen
werd.
Wees voorzichtig met het toestel. Laat het niet vallen.
4 Assemblaggio dell’apparecchiatura
Zorg dat de controleknop (2) dichtgedraaid is (volledig met de wijzers mee).
Hou het patroon of de cilinder (3) rechtop wanneer u ze op de soldeerbout aansluit.
Plaats de klep op de goede manier bovenop de cilinder of het patroon.
Draai de cartouche in de handgreep terwijl het fijnregelventiel iets geopend is. Sluit het
fijregelventiel onmiddellijk zodra u gas hoort ontsnappen en draai de cartouche nog iets
verder in de handgreep. Daardoor worden beschadigingen aan de schroefdraad
vermeden.
Zorg dat er geen gas kan ontsnappen. Controleer het toestel alleen buiten op gaslekken.
Controleer het nooit met een brandende vlam, maar gebruik warm zeepwater dat u aanbrengt
op de dichtingen en aansluitingen van het toestel. Indien er belletjes ontstaan, wil dat zeggen
dat er op die plaats een gaslek is. Indien u niet zeker bent of indien u gas ruikt of hoort, steek
het toestel dan niet aan. Schroef het patroon los en neem contact op met uw plaatselijke
distributeur.
Klaarmaken van het koperstuk (5). Wanneer de zeshoekige bout (6) op het windscherm los
staat, kan het soldeergedeelte zijdelings gedraaid worden en dan vastgezet worden in de