Victron energy MultiGrid 3k 230V - 16A 50A (firmware xxxx1xx) de handleiding

Categorie
Noodstroomvoorzieningen (UPS'en)
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
EN NL FR DE ES SE Appendix
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u
het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde
toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een
gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding uit en ontkoppel de
accu voor het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet
af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te
worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de
accu om u ervan te verzekeren dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de
accu dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften voordat u met de installatie werkzaamheden begint.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De in -en/ of uitgangsklemmen van de
wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product
bevindt zich een extra aardpunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden
gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door
een ander type. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het
product zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in een natte of in
een stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte (minstens 10cm) rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet
zijn geblokkeerd.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof
onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de
originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de 20°C en 60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag, laden, herladen en verwijderen van de accu.
2
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de MultiPlus is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de MultiPlus een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de MultiPlus overschakelen op omvormer bedrijf
en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten
ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS functionaliteit). Dit maakt de MultiPlus zeer geschikt als
noodstroom systeem in industriële en telecommunicatie toepassingen.
De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 16 of 50A, afhankelijk van het model.
Extra uitgang voor afschakelen niet kritische belasting
Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan
ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen.
Praktisch onbegrensd vermogen dankzij parallel schakeling
Twee tot zes Multi’s kunnen parallel geschakeld worden. Zo kan met 6 MultiPlus’s 24/5000/120 een uitgangsvermogen van
25kW / 30kVA bereikt worden, en 720A laadstroom.
Drie fase schakeling
Multi’s kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden. Met 6 sets van drie Multi’s wordt het omvormer vermogen
75kW / 90kVA en de laadstroom ruim 2000A!
PowerControl Maximaal benutten van beperkte walstroom
De MultiPlus kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Voor beide
AC ingangen kan daarom een maximale stroom ingesteld worden. De MultiPlus houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en
gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist Doe meer met Uw aggregaat en walstroom: de “meehelp” functie van de MultiPlus
De MultiPlus werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting. Een tekort aan stroom wordt automatisch opgevangen: de MultiPlus
haalt extra vermogen uit de accu en helpt mee. Een surplus aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden.
Met deze unieke functie is het ‘walstroom probleem’ voorgoed opgelost: zwaar electrisch gereedschap, afwasmachine,
wasmachine, elektrisch koken: allemaal mogelijk op 16A walstroom, of zelfs nog minder. Bovendien kan een kleiner aggregaat
geïnstalleerd worden.
Zonne-energie
De MultiPlus is zeer geschikt voor zonne-energie toepassingen. Met de MultiPlus kunnen zowel autonome systemen worden gebouwd
als netgekoppelde systemen. (De MultiPlus kan geen stroom terugleveren aan het net, maar kan wel samen met een netgekoppelde
zonne-converter gebruikt worden om zowel autonoom bedrijf als terugleveren van energie aan het net mogelijk te maken)
Noodstroom of autonoom bedrijf wanneer de netspanning uitvalt
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een microwarmtekracht centrale (CV ketel met stroomopwekking) of andere
hernieuwbare energie bronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening waarmee essentiële apparatuur (CV pomp,
koelkast, vrieskist, internet aansluiting) in bedrijf gehouden kan worden gedurende een stroomstoring. Probleem is echter dat de
netgekoppelde zonnepanelen en/of microwarmtekracht centrale uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiPlus en accu’s kan
dit probleem op eenvoudige wijze opgelost worden: de MultiPlus kan de netspanning vervangen tijdens een stroom storing.
Wanneer de hernieuwbare energie bronnen meer vermogen produceren dan nodig zal de MultiPlus het teveel gebruiken om de accu’s
te laden, terwijl in geval van een tekort de MultiPlus vermogen zal ‘bijleveren’ met energie uit de accu’s.
Programmeerbaar relais
De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is ingesteld als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei
andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start/stop relais voor een aggregaat.
Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC
De MultiPlus wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden:
- De belangrijkste instellingen (inclusief parallel bedrijf tot drie apparaten en 3-fasen bedrijf): uiterst eenvoudig, met dipswitches in de
MultiPlus.
- M. u. v. het multifunctionele relais:met een VE.Net paneel of met een PC en gratis software.
- Alle instellingen: met een computer en VEConfigure software, gratis beschikbaar op onze website www.victronenergy.com
3
EN NL FR DE ES SE Appendix
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk absorption float storage
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld voor verschillende soorten accu's. De
adaptieve functie past het laadproces automatisch aan het accugebruik aan.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe
ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig te laden.
Schade wegens overmatige gasvorming voorkomen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt
schade wegens overmatige gasvorming worden voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te voorkomen
wanneer de gasspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet wordt gebruikt: de Opslag-functie
De Opslag-functie wordt geactiveerd wanneer de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In dat geval wordt de drijfspanning
verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen te voorkomen. Eens per week wordt
de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en
sulfatering, een voorname oorzaak van vroege accustoringen.
Twee DC-uitgangen om twee accu's te laden
De eerste DC-aansluitklem kan de volle uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is
begrensd op 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Verhoogde levensduur van de accu: temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd bij het product) dient om de laadspanning te verminderen wanneer de accutemperatuur toeneemt.
Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Spanningsverlies wegens kabelweerstand kan worden gecompenseerd door de spanningsdetectievoorziening te gebruiken om de
spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te meten.
Meer over accu's en laden
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis verkrijgbaar op onze website
www.victronenergy.com -> Support & Downloads’ -> Algemene Technische Informatie). Voor meer informatie over de adaptieve
laadkarakteristiek verwijzen wij u naar ‘Algemene Technische Informatie’ op onze website
2.3 Eigen verbruik zonne-energie-opslagsystemen
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de
netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden
gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
4
3. Bediening
3.1 On/Off/Charger Only schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “AC-in” aansluiting spanning wordt aangesloten
zal deze na controle en goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED
“mains on” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de LED
“bulk”, “absorption” of “float” branden.
Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de Phoenix Multi aanschakelen indien er netspanning
aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting.
TIP: Als u uw Phoenix Multi gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger
only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de walspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
Afstandbediening is mogelijk met een drieweg schakelaar of met een Multi Control paneel.
Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale laadstroom instellen. De MultiPlus beperkt het
eigen verbruik voor het laden wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan.
3.3 Egalisatie laden en extra absorptie laden
3.3.1 Egalisatie laden
Het kan voorkomen dat tractie accu's eens in de maand een egalisatie lading nodig hebben. Tijdens egalisatie laden gaat de MultiPlus
gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor een 24V accu).
De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
De “bulk” en “absorption” LED knipperen afwisselend.
Egalisatie laden geeft een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld tijdens
egalisatie laden.
3.3.2 Extra absorptie laden
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een Absorption spanning te laden. De
“absorption” LED zal dan branden.
3.3.3 Activeren van egalisatie laden en extra absorptie laden
De MultiPlus is zowel vanaf het remote paneel, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle
schakelaars (front, remote of paneel) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de MultiPlus in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te
gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de
desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat geval
dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote
paneel is dit minder kritisch.
1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote paneel schakelaar voor zover aanwezig) in
de stand “on” staan.
2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi laadt. De accu dient wel (bijna) volledig geladen te zijn. (Er dient dus een AC-
ingangsspanning te zijn, controleer of de “mains on” LED en de “Float” LED brandt.)
3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”. Let op: het omschakelen zelf moet snel
gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
4. De “Bulk”, “Absorption” en “Float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de “Bulk”, “Absorption” en
“Float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
5. a. Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Bulk” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Egalisatie' gezet.
b Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Absorption” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Extra Absorptie
laden' gezet.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld
worden. Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
5
EN NL FR DE ES SE Appendix
3.4 LED aanduidingen en hun betekenis
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
inverter
De omvormer staat aan en levert
vermogen aan de belasting.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
Het nominale vermogen van de
omvormer wordt overschreden.
“overload” LED knippert.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
inverter
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege overbelasting of
kortsluiting.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
De accu is bijna leeg.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege te lage accu spanning.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De temperatuur van de elektronica
wordt kritisch.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
6
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege te hoge temperatuur van
de elektronica.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
-Knipperen de LED’s om en om dan
is de accu bijna leeg en wordt het
nominale vermogen overschreden.
-Als “overload” en “low battery”
tegelijk knipperen is er een te hoge
rimpelspanning op de
accuaansluiting.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege een te hoge
rimpelspanning op de
accuaansluiting.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
Acculader
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader laadt in de bulk fase.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader laadt, maar de
ingestelde absorption spanning is
nog niet bereikt. (BatterySafe
modus)
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader laadt in de absorption
fase.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
7
EN NL FR DE ES SE Appendix
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader laadt in de float fase.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader laadt in raised
absorption.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
Speciale aanduidingen
Ingesteld met begrensde ingangsstroom
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld.
De AC-ingangsstroom is gelijk aan
de belastingsstroom. De lader is
teruggeregeld naar 0 A.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
Ingesteld om bij te leveren
charger
inverter
De netspanning is doorgeschakeld
maar de belasting vraagt meer
stroom dan het net kan leveren. De
omvormer wordt nu ingeschakeld
om de extra stroom bij te leveren.
mains on
on
inverter on
bulk
overload
off
absorption
low battery
charger
only
float
temperature
8
4. Installatie
4.1 Locatie
De Multi dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat
dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Multi is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn haak en aan de achterzijde van de behuizing gaten aangebracht, zie
appendix G.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren verdiend de voorkeur. In deze positie is
de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Multi en de accu zo
kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof
onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Multi volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende
capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel.
12/3000/120
24/3000/70
48/3000/35
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
4001200
200700
100400
Aanbevolen DC zekering
400A
300A
125A
Aanbevolen kabeldikte (mm
2
)*
0 5 m
2x 50 mm²
50 mm²
35 mm²
5 10 m
2x 70 mm²
2x 50 mm²
2x 35 mm²
2x betekend twee ‘plus’ en twee ‘min’ kabels
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Draai de vier schroeven aan de voorzijde van de behuizing los en verwijder het front.
Sluit de accukabels aan: zie appendix A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
9
EN NL FR DE ES SE Appendix
4.3 Aansluiten AC kabels
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging.
De MultiPlus is voorzien van een aard relais (relais H, zie appendix B) dat de N
uitgang automatisch met de behuizing verbint wanneer geen externe
wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe
wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat
het ingang veiligheids relais sluit. Dit is om goede werking van een op de
uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding verzekerd worden
met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galvanische corrosie.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie transformator.
Het klemmenblok voor de AC aansluitingen bevindt zich op de printplaat, zie appendix A. De wal- of netaansluiting dient met behulp van
een drie-aderige kabel op de Multi te worden aangesloten.
4.3.1 Apparaten met 16A doorschakel capaciteit (bijv. Multi 12/3000/120
-16 230V)
AC-in
De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook.
De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 16A, en de kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te
zijn.
Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering gekozen te worden.
AC-out-1
De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok
Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 3kVA (dwz 3000 / 230 = 13A) toevoegen aan de uitgang wanneer veel vermogen
wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus oplopen tot 16 + 13 = 29A. In serie met de uitgang dient een op de belasting
aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is 32A.
AC-out-2
Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan
ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen. Het relais valt
meteen af wanneer de MultiPlus als omvormer werkt, en komt op met een vertraging van twee minuten. De vertraging is bedoeld
om een generator de tijd te geven om te stabiliseren voordat deze zwaar belast wordt.
Maximum stroom: 16A. In serie met AC-out-2 dient een op de belasting aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te
worden.
Opmerking: De PowerControl/PowerAssist stroom begrenzing houdt rekening met belasting aangesloten op AC-out-2, maar niet
met belasting die direct op de AC voeding (bijvoorbeeld een generator, of walstroom) wordt aangesloten.
4.3.2 Apparaten met 50A doorschakel capaciteit (bijv. Multi 12/3000/120
-50 230V)
AC-in
De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook.
De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 50A, en de kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te
zijn.
Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering gekozen te worden.
AC-out-1
De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok
Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 3kVA (dwz 3000 / 230 = 13A) toevoegen aan de uitgang wanneer veel vermogen
wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus oplopen tot 50 + 13 = 63A. In serie met de uitgang dient een op de belasting
aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is 63A.
AC-out-2
Zie sectie 4.3.1.
10
4.4 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
4.4.1 Startaccu
De MultPlus heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten appendix A.
4.4.2 Voltage sense
Voor het compenseren van eventuele kabel verliezen tijdens het laden kunnen twee sense draden worden aangesloten waarmee de
spanning direct op de accu of op de plus en min verdeel punten gemeten kan worden. Gebruik tenminste 0,75mm
2
draad.
De MultiPlus zal tijdens het laden van de accu de spanningval over de DC kabels compenseren tot max 1 Volt (1V over de plus
aansluiting en 1V over de min aansluiting). Indien de spanningsval groter dreigt te worden dan 1V wordt de laadstroom zodanig
begrensd dat de spanningsval beperkt blijft tot 1V.
4.4.3 Temperatuursensor
Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten. (zie appendix 0) De sensor is
geïsoleerd en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd.
4.4.4 Afstandsbediening
De MultiPlus is op twee manieren op afstand te bedienen.
Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat.
Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat.
Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een paneel.
4.4.5 Programmeerbaar relais
De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is ingesteld als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei
andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
4.4.6 Afschakalen van belasting bij accubedrijf: AC-out-2
Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de AC ingang wegvalt. Hierdoor kan ongewenst
ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen.
4.4.7 Parallel schakelen (zie appendix C)
De MultiPlus is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt
met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (UTP Patch leads). Het systeem (apparaten samen met eventueel een
bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
Maximaal zes units parallel.
Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel.
De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC
distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de
MultiPlus’s.
Plaats de MultiPlus’s dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en op zij van de units.
De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel).
Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen.
Op het systeem hoeft maar bij één unit een accu-temperatuursensor aangesloten te worden. Indien U de temperatuur van
meerdere accu’s wilt meten kunt U ook de sensoren van andere MultiPlus’s in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per
MultiPlus). De temperatuur compensatie tijdens acculaden reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet.
Voltage sense moet op de ‘Master’ aangesloten worden (zie paragraaf 5.5.1.4).
Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden.
4.4.8 Drie-fase configuratie (zie appendix D)
De MultiPlus kan ook gebruikt worden in een 3-fase net. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van
standaard UTP CAT-5 kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient
hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7
11
EN NL FR DE ES SE Appendix
5. Instellingen
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het instellen van de lader moet er geen AC ingangsspanning
aangeboden worden.
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat.
Er hoeft dan niets ingesteld te worden.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van uw
accu’s of vraag advies bij uw accu leverancier!
MultiPlus standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie 50 Hz
Input frequency range 45 65 Hz
Input voltage range 180 -265 VAC
Omvormer spanning 230 VAC
Stand alone / parallel / 3-fase stand alone
AES (Automatic Economy Switch) off
Ground relay on
Lader on/ off on
Laad karakteristieken vier traps Adaptive met BatterySafe mode
Laadstroom 75% van de maximum laadstroom
Accu type Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
Automatisch egalisatie laden off
Absorption spanning 14.4/ 28.8/ 57.6 V
Absorption tijd tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd)
Float spanning 13.8 / 27.6 / 55.2 V
Storage spanning 13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar)
Herhaalde Absorption Tijd 1 uur
Herhaald Absorption Interval 7 dagen
Bulk Beveiliging on
AC in stroomgrens 50A of 16A (= stroomgrens tbv PowerControl en PowerAssist functies)
UPS function on
Dynamic current limiter off
WeakAC off
BoostFactor 2
Programmeerbaar relais alarm functie
Tweede uitgang met afschakelrelais Maximale belasting 16A
PowerAssist on
5.2 Verklaring instellingen
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden
in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3).
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Input frequency range
Ingang frequentie bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de frequentie van
de op de AC ingang aanwezige spanning. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 65 Hz; 45 55 Hz; 55 65 Hz
Input voltage range
Spanning bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de op AC ingang
aanwezige spanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens 180 - 230V
Bovengrens 230 - 270V
12
Opmerking:
De fabrieksinstelling van de ondergrens 180V. Dit is de juiste instelling voor aansluiting op een instabiele netspanning of generator.
Indien de Multi(s) op een ‘brushless, self excited, externally voltage regulated, synchronous AC generator’ (synchronous AVR
generator) aangesloten is (zijn) kan deze instelling tot gevolg hebben dat het systeem uitschakelt wanneer de generator wordt uitgezet.
De oorzaak is de AVR die ‘probeert’ de uitgangsspanning van de generator op 230V te houden terwijl het toerental afneemt.
De oplossing is verhoging van de de ondergrens tot 210V (AVR generatoren hebben meestal een zeer stabiele uitgangspanning), of om
tussen de generator en de Multi(s) een magneetschakelaar te plaatsen die afschakeld zodra de generator een stop signaal krijgt.
De meeste generatoren met een vermogen van meer dan 10kVA zijn van het AVR type.
Omvormer spanning
Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accu bedrijf.
Instelbaar: 210 245V
Stand alone / parallel operation
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel)
een 3-fase systeem te maken
Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd
worden.
AES (Automatic Economy Switch)
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de
sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Search mode
In plaats van AES kan ook de ‘search mode’ gekozen worden.
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat dat de MultiPlus uit
schakeld wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus even aan schakelen. Als de
belasting dan de ingestelde waarde overschrijd blijft de Muti aan. Zo niet, dan gaat de Multi weer uit.
De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveau’s kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabreiksinstelling is:
‘UIT’: 40 Watt
‘AAN’: 100 Watt
Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Ground relay (zie appendix B)
Met dit relais wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de teruglever veiligheidsrelais in de AC ingangen
open is. Dit om de correcte werking van aardlek schakelaars in de uitgang te verzekeren.
- Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie uit gezet worden. (Zie ook par. 4.5)
Niet instelbaar met DIP switches.
- De modellen met 50A doorschakel capaciteit hebben een aansluiting voor een extern aard relais (tbv ’split phase’ schakeling
met externe autotransformator)
Laad karakteristieken
De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is de beste laad karakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s voor andere mogelijkheden.
Met DIP switches kan voor de ‘fixed’ mode gekozen worden.
Accu type
De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200, en buisjes plaat stationaire accu’s (tubular
plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld Victron AGM Deep
Discharge en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat open accu’s.
Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden.
Met VEConfigure kan voor elke accu (bijv. Nickel Cadmium, of Lithium-ion) de juiste laad karakteristiek geprogrammeerd worden.
Automatisch egalisatie laden
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s of OpzV accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptie spannig
verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de
ingestelde maximum stroom.
Niet instelbaar met DIP switches.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure.
Absorption tijd
Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’ laad
karakteristiek gekozen wordt is de absorption tijd vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt. Indien t.b.v
snel laden een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!) is 4 uur beter.
Met DIP switches kan een tijd van 8 uur of 4 uur ingesteld worden. Voor de Adaptive laad karakteristiek wordt hiermee de maximale
absorption tijd bepaald.
13
EN NL FR DE ES SE Appendix
Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval
Zie hoofdstuk 2
Niet instelbaar met DIP switches.
Bulk Beveiliging
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten accu cel).
Niet instelbaar met DIP switches.
AC-in stroomgrens
Dit is de stroomgrens instelling waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instelling bereik:
- Van 2,3A tot 16A voor de modellen met maximaal 16A doorschakel capaciteit
- Van 5,3A tot 50A voor de modellen met maximaal 50A doorschakel capaciteit.
De fabrieksinstelling is altijd de maximale waarde (16A of 50A).
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’, of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze web site www.victronenergy.com.
UPS function
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf wanneer de AC op de
ingang wegvalt. De MultiPlus is dan toe te passen als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige
apparatuur zoals computers of communicatie systemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling: de MultiPlus zou
voortdurend omschakelen naar omvormer bedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te zetten. Dan reageert de
MultiPlus minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormer bedrijf
wat langer, maar de meeste apparatuur ( de meeste computers, klokken van huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder
van.
Advies: UPS function uit zetten wanneer de MultiPlus niet wil synchroniseren of voortdurend terugschakelt naar omvormer bedrijf.
Dynamic current limiter
Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘inverter
generatoren). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstof
verbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van
de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt zal de MultiPlus beginnen met bijleveren op een lage stroom en de bijlevergrens geleidelijk
verhogen naar de ingestelde stroom. Hierdoor krijgt de motor van de generator de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op plotselinge belasting variaties.
WeakAC
De ingangsstroom van de lader van de MultiPlus is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot
gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk vervormde
spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamic
current limiter’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen.
Opmerking: wanneer WeakAC geactiveerd is, wordt de maximum laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP switches.
BoostFactor
Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP switches.
Programmeerbaar relais
Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm
(omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag).
Niet instelbaar met DIP switches.
Extra uitgang voor afschakelen niet kritische belasting
Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan
ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen.
14
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het
multifunctionele relais en de VirtualSwitch).
Veel gebruikte instellingen (inclusief parallel en 3-fase bedrijf tot 3 apparaten) kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches,
zie par. 5.5.
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
- VEConfigure3 software. U kunt de VEConfigure3 software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
- Een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel
USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op
eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS485 naar RS232 interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 Multi’s of meer moet de software VE.Bus System
Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit
programma.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.4 Instellen met een VE.Net panel
Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
15
EN NL FR DE ES SE Appendix
5.5 Instellen met DIP switches
Introductie
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches (zie appendix A, positie M).
Dit gaat als volgt:
Schakel de MultiPlus aan, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De MultiPlus werkt dan in omvormer
bedrijf.
Stap 1: instellen van de DIP switches voor
- De gewenste stroom begrenzing van de AC ingangen.
- AES (Automatic Economy Switch)
- Begrenzing van de laadstroom.
- Keuze ’stand alone / parallel / 3-fase’ bedrijf.
Nadat de gewenste waardes correct zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het “up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan.
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de DIP
switches) om de ingestelde waardes op te slaan.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Opmerkingen:
- De functie van de DIP switches wordt ‘van boven naar beneden’ beschreven. Omdat de bovenste DIP switch ook het hoogste nummer
heeft (nummer 8) begint de beschrijving bij nummer 8.
- Bij parallel bedrijf of 3-fase bedrijf hoeven niet alle instellingen op alle apparaten gedaan te worden, zie hiervoor paragraaf 5.5.1.4.
Lees in geval van parallel bedrijf of 3-fase bedrijf de gehele instel procedure en schrijf de gewenste instelling op voor dat U de DIP
switches instelt.
Stap-voor-stap omschrijving:
5.5.1 Stap 1
5.5.1.1 Stroom begrenzing AC ingang (fabrieksinstelling: 16A voor modellen met max.16A doorschakelstroom en 50A voor
modellen met max. 50A doorschaklestroom)
Als de gevraagde stroom (belasting + acculader van de MultiPlus) groter dreigt te worden dan de ingestelde stroom, zal de MultiPlus
eerst de laadstroom verminderen (PowerControl), en vervolgens vermogen bijleveren uit de accu (PowerAssist).
De stroom grens kan met DIP switches ingesteld worden op 8 verschillende waardes.
U kunt de stroombegrenzing ook traploos instellen met een Multi Control Paneel.
Procedure
AC in kan ingesteld worden met DIP switch ds8, ds7 en ds6 (maximum waarde begrensd op 16A voor modellen met max. 16A
doorschakelstroom).
Procedure: stel de DIP switches op de gewenste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6A (1,4kVA bij 230V)
off off on = 10A (2,3kVA bij 230V)
off on off = 12A (2,8kVA bij 230V)
off on on = 16A (3,7kVA bij 230V)
on off off = 20A (4,6kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom)
on off on = 25A (5,7kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom)
on on off = 30A (6,9kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom)
on on on = 50A (11,5kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom)
Opmerking:
Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine generatoren is soms aan de zeer optimistische kant.
De stroomgrens moet dan veel lager ingesteld worden dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt.
5.5.1.2 AES (Automatic Economy Switch)
ds5
off = AES uit
on = AES aan
16
5.5.1.3 Laadstroom begrenzing (standaard instelling 75%)
Accu’s hebben de langste levensduur waanneer geladen wordt met een stroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een accubank 24V/500Ah: 50A tot 100A.
De meegeleverde temperatuur sensor zorgt voor automatische aanpassing van de laadspanning aan de temperatuur van de accu.
Indien U sneller, en dus met veel hogere stroom wilt laden:
- Moet in ieder geval de meegeleverde temperatuur sensor op de accu aangebracht worden. Snel laden kan namelijk een aanzienlijke
temperatuur verhoging van de accubank tot gevolg hebben. Met behulp van de temperatuur sensor wordt de laadspanning aangepast
(d.w.z. verlaagd) aan de hogere temperatuur.
- Wordt de bulk laadtijd soms zo kort dat laden met een vast ingestelde absorptie tijd beter werkt (‘fixed’ absorption tijd, zie ds5, stap 2).
Procedure
De accu laadstroom kan ingesteld worden in 4 stappen met DIP switch ds4 en ds3 (standaard instelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
Opmerking: wanneer WeakAC geactiveerd is, wordt de maximum laadstroom van 100% naar ongeveer 80% verminderd.
5.5.1.4 Stand alone / parallel bedrijf / 3-fase bedrijf
Met DIP switches ds2 en ds1 kunnen drie systeem configuraties gekozen worden
LET OP:
Alle eenheden in een parallel of driefase systeem moeten op dezelfde accu worden aangesloten. De DC- en AC-bekabeling
van alle eenheden moet dezelfde lengte en doorsnede hebben.
Tijdens het configureren van een parallel of 3-fase systeem moeten alle betreffende apparaten aan elkaar gekoppeld zijn met
RJ45 UTP bekabeling (zie appendix C, D). Alle apparaten moeten aangeschakeld zijn. Na aanschakelen zullen de apparaten
een foutcode geven (zie hoofdstuk 7) omdat ze nog als ‘stand alone’ geconfigureerd zijn en constateren dat ze in een
systeem opgenomen zijn. Deze foutmelding kan veilig genegeerd worden.
Het opslaan van de instellingen (door het ‘up’ knopje (stap 1) en later het ‘down’ knopje (stap 2) gedurende 2 seconden
ingedrukt te houden) moet op slechts één apparaat gebeuren. Het apparaat waarop dit gebeurd is de ‘Master’ in een parallel
systeem of de ‘Leader’ (L1) in een 3-fase systeem.
Bij een parallel systeem zijn de instellingen van de DIP switches ds8 tot ds3 niet van belang voor de overige apparaten (de
Slaves).
(de Slaves volgen dus exact de Master, vandaar de benaming Master en Slave)
Bij een 3-fase systeem moeten wel een aantal instellingen gedaan worden op de overige apparaten (de Followers, voor de
fasen L2 en L3).
(de Followers volgen dus de Leader dus niet voor alle instellingen, vandaar de benaming Leader en Follower)
Een wijziging in de instelling ‘stand alone / parallel / 3-fase’ wordt pas actief na opslaan en na uit- en weer aanzetten van alle
apparaten. Voor het correct opstarten van een VE.Bus systeem moeten dus, na het opslaan van de instellingen, alle
apparaten eerst weer uitgeschakeld worden. Daarna kunnen, in een willekeurige volgorde, de apparaten aangeschakeld
worden. Het systeem start niet zolang niet alle apparaten aangeschakeld zijn.
Let op dat alleen identieke apparaten in een systeem opgenomen worden. Indien men, per abuis, toch probeert om
verschillende modellen tezamen als systeem te laten configureren zal dit mislukken. Mogelijk werken de apparaten dan pas
weer correct nadat ze stuk voor stuk op ‘stand alone’ geconfigureerd zijn.
Voor de keuze stand alone / parallel bedrijf / 3 fase bedrijf zijn de DIP switches ds2 en ds1 gereserveerd
De combinatie ds2=on en ds1=on wordt niet gebruikt.
17
EN NL FR DE ES SE Appendix
Stand alone bedrijf
Stap 1, instelling ds2 en ds1 voor stand alone bedrijf:
DS-8 AC-in-1 Instellen als gewenst
DS-7 AC-in-1 Instellen als gewenst
DS-6 AC-in-1 Instellen als gewenst
DS-5 AES Instellen als gewenst
DS-4 Laadstroom Instellen als gewenst
DS-3 Laadstroom Instellen als gewenst
DS-2 Stand alone bedrijf
off
DS-1 Stand alone bedrijf
off
Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor stand alone bedrijf
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan overigens allemaal in de ‘off’ stand omdat de
fabrieksinstelling per computer is ingevoerd).
Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC ingang bepaald door het paneel, en niet door de in de
MultiPlus opgeslagen waarde.
Vier voorbeelden van stand alone instellingen:
DS-8 AC-in-1
on
DS-7 AC-in-1
on
DS-6 AC-in-1
on
DS-5 AES
off
DS-4 Laadstroom
on
DS-3 Laadstroom
off
DS-2 Stand alone
off
DS-1 Stand alone
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
off
DS-7
on
DS-6
on
DS-5
off
DS-4
on
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 1, stand alone
Voorbeeld 1 (fabr. instel.)
8, 7, 6 AC-in: 50A*
5 AES: off
4, 3 Laadstroom: 75%
2, 1 Stand alone bedrijf
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in: 50A*
5 AES: off
4, 3 Laadstr.: 100%
2, 1 Stand alone
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in: 16A
5 AES: off
4, 3 Laadstr.: 100%
2, 1 Stand alone
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in: 30A*
5 AES: on
4, 3 Laadstr.: 50%
2, 1 Stand alone
Bij de modellen met 16A doorschakel capaciteit wordt de AC-in stroomgrens automatisch beggrensd op max. 16A
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen knipperen als
de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
18
Parallel bedrijf (appendix C)
Stap 1, instelling ds2 en ds1 voor parallel bedrijf:
Master
Slave 1
Slave 2 (optioneel)
DS-8 AC-in-1 Inst. als gewenst
DS-7 AC-in-1 Inst. als gewenst
DS-6 AC-in-1 Inst. als gewenst
DS-5 AES Niet relevant
DS-4 Laadstr. Inst. als gewenst
DS-3 Laadstr. Inst. als gewenst
DS-2 Master
off
DS-1 Master
on
DS-8 Niet rel.
DS-7 Niet rel.
DS-6 Niet rel.
DS-5 Niet rel.
DS-4 Niet rel.
DS-3 Niet rel.
DS-2 Slave 1
off
DS-1 Slave 1
off
DS-8 Niet rel.
DS-7 Niet rel.
DS-6 Niet rel.
DS-5 Niet rel.
DS-4 Niet rel.
DS-3 Niet rel.
DS-2 Slave 2
off
DS-1 Slave 2
on
De ingestelde stromen (AC stroombegrenzing en laadstroom) worden vermenigvuldigd met het aantal apparaten. De ingestelde AC
stroombegrenzing met een Remote Paneel komt echter altijd overeen met de aangegeven waarde op het paneel en wordt niet
vermenigvuldigd met het aantal apparaten.
Voorbeeld, 9kVA parallelsysteem:
- Indien op de Master de AC stroombegrenzing op 20A ingesteld wordt en het is een systeem met 3 apparaten, dan wordt de
effectieve systeem stroombegrenzing voor gelijk aan 3 x 20 = 60A. (instelling voor vermogen 60 x 230 = 13,8kVA).
- Indien op de Master een 30A paneel wordt aangesloten, dan is de systeem stroombegrenzing regelbaar tot maximaal 30A,
onafhankelijk van het aantal apparaten.
- Indien op de Master de laadstroom ingesteld wordt op 100% (70A voor een MultiPlus 24/3000/70) en het is een systeem met
3 apparaten, dan wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 70 = 210A.
Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (9kVA parallel systeem met 30A Multi Control Paneel):
Master
Slave 1
Slave 2
DS-8 30A paneel
DS-7 30A paneel
DS-6 30A paneel
DS-5 AES niet relevant
DS-4 Laadstr. 3x70A
on
DS-3 Laadstr. 3x70A
on
DS-2 Master
off
DS-1 Master
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 1
off
DS-1 Slave 1
off
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 2
off
DS-1 Slave 2
on
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen
knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
19
EN NL FR DE ES SE Appendix
Drie fase bedrijf (appendix D)
Stap 1: instelling ds2 en ds1 voor 3-fase bedrijf:
Leader (L1)
Follower (L2)
Follower (L3)
DS-8 AC in Inst. als gew.
DS-7 AC in Inst. als gew.
DS-6 AC in Inst. als gew.
DS-5 AES Niet relevant
DS-4 Laadstr. Inst. als gew.
DS-3 Laadstr. Inst. als gew.
DS-2 Leader
on
DS-1 Leader
off
DS-8 Inst. als gew.
DS-7 Inst. als gew.
DS-6 Inst. als gew.
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 1
off
DS-1 Follower 1
off
DS-8 Inst. als gew.
DS-7 Inst. als gew.
DS-6 Inst. als gew.
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 2
off
DS-1 Follower 2
on
Zoals uit de bovenstaande tabel blijkt dienen de stroom grenzen voor elke fase afzonderlijk ingesteld te worden (ds8 t/m ds6). U kunt
dus verschillende stroom grenzen kiezen per fase.
Indien een paneel aangesloten wordt is de stroom grens voor alle fases gelijk aan de op het paneel ingestelde waarde.
De max. laadstroom is voor alle apparaten gelijk en wordt ingesteld op de Leader (ds4 en ds3).
Voorbeeld:
- AC in stroombegrenzing op de Leader en op de Followers: 12A. (instelling voor vermogen 12 x 230 x 3 = 8,3kVA)
- Indien op de Leader de laadstroom ingesteld wordt op 100% (70A voor een MultiPlus 24/3000/70) en het is een systeem met
3 apparaten dan, wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 70 = 210A.
Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (9kVA 3-fase systeem zonder Multi Control panel):
Leader (L1)
Follower (L2)
Follower (L3)
DS-8 AC-in-1 (12A)
off
DS-7 AC-in-1 (12A)
on
DS-6 AC-in-1 (12A)
off
DS-5 AES niet relevant
DS-4 Laadstroom 3x70A
on
DS-3 Laadstroom 3x70A
on
DS-2 Leader
on
DS-1 Leader
off
DS-8 AC-in-1 (12A)
off
DS-7 AC-in-1 (12A)
on
DS-6 AC-in-1 (12A)
off
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 1
off
DS-1 Follower 1
off
DS-8 AC-in-1 (12A)
off
DS-7 AC-in-1 (12A)
on
DS-6 AC-in-1 (12A)
off
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 2
off
DS-1 Follower 2
on
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen
knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
20
5.5.2 Stap 2: overige instellingen
De overige instellingen zijn niet relevant voor Slaves.
Sommige van de overige instellingen zijn niet relevant voor Followers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 voor het
hele systeem opgelegd. Als een instelling niet relevant is voor L2, L3 apparaten staat dit expliciet vermeld.
ds8-ds7: instelling laadspanningen (niet relevant voor L2, L3)
ds8-
ds7
Absorptie
spanning
Float
spanning
Storage
spanning
Geschikt voor
off off
14.1
28.2
56.4
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK Battery
off on
14.4
28.8
57.6
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Stationaire buisjesplaat accu’s
(OPzS)
on off
14.7
29.4
58.8
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
AGM Victron Deep Discharge
(fastest recharge)
Buisjesplaat tractie accu’s in
semi float bedrijf
AGM spiral cell
on on
15.0
30.0
60.0
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
Buisjesplaat tractie accu’s in
cyclisch bedrijf
ds6: absorptiontijd 8 of 4 uur (niet relevant voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (niet relevant voor L2, L3) on = aan off = uit (vaste absorptie tijd)
ds4: dynamic current limiter on = aan off = uit
ds3: UPS function on = aan off = uit
ds2: omvormer spanning on = 230V off = 240V
ds1: omvormer frequentie (niet relevant voor L2, L3) on = 50Hz off = 60Hz
(de wide input frequency range (45-55Hz) staat default aan)
Stap 2: voorbeeld instellingen voor stand alone bedrijf:
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling
per computer is ingevoerd).
DS-8 Laadspanning
off
DS-7 Laadspanning
on
DS-6 Absorption tijd
on
DS-5 Adaptief laden
on
DS-4 Dyn. current limit
off
DS-3 UPS functie:
on
DS-2 Spanning
on
DS-1 Frequentie
on
DS-8
off
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
off
DS-3
off
DS-2
on
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
off
DS-6
on
DS-5
on
DS-4
on
DS-3
off
DS-2
off
DS-1
on
DS-8
on
DS-7
on
DS-6
off
DS-5
off
DS-4
off
DS-3
on
DS-2
off
DS-1
off
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling)
8, 7 GEL 14,4V
6 Absorption tijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. current lim: uit
3 UPS functie: aan
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50Hz
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1V
6 Abs. tijd: 8 uur
5 Adapt. laden: aan
4 Dyn. curr. lim: uit
3 UPS functie: uit
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50Hz
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7V
6 Abs. tijd: 8 uur
5 Adapt. laden: aan
4 Dyn. curr. lim: aan
3 UPS functie: uit
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 50Hz
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 Buisjespl. 15V
6 Abs. tijd: 4 uur
5 Vaste abs. tijd
4 Dyn. curr. lim: uit
3 UPS functie: aan
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 60Hz
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn
geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
21
EN NL FR DE ES SE Appendix
Stap 2: voorbeeld instelling voor parallel bedrijf
In dit voorbeeld is de Master ingesteld volgens de fabrieks instelling.
De Slaves hoeven niet ingesteld te worden!
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de
instellingen zijn geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn.
Stap 2: voorbeeld instelling voor 3-fase bedrijf:
De Master is ingesteld volgens de fabrieks instelling.
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de
instellingen zijn geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn.
6. Onderhoud
De MultiPlus vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en
olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
Leader (L1)
Follower (L2)
Follower (L3)
DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V)
off
DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V)
on
DS-6 Absorption tijd (8 uur)
on
DS-5 Adaptief laden (aan)
on
DS-4 Dyn. current limit (uit)
off
DS-3 UPS functie: (aan)
on
DS-2 Spanning (230V)
on
DS-1 Frequentie (50Hz)
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Dyn. cur. limit (uit)
off
DS-3 UPS functie: (aan)
on
DS-2 Spanning (230V)
on
DS-1 Niet relevant
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Dyn. cur. limit (uit)
off
DS-3 UPS functie: (aan)
on
DS-2 Spanning (230V)
on
DS-1 Niet relevant
Master
Slave 1
Slave 2
DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V)
off
DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V)
on
DS-6 Absorption tijd (8 uur)
on
DS-5 Adaptief laden (aan)
on
DS-4 Dyn. current limit (uit)
off
DS-3 UPS functie: (aan)
on
DS-2 Spanning (230V)
on
DS-1 Frequentie (50Hz)
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Niet relevant
DS-1 Niet relevant
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Niet relevant
DS-1 Niet relevant
22
7. Foutindicaties
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
7.1 Algemene fout indicaties
Probleem
Oorzaak
Oplossing
De omvormer werkt
niet wanneer deze
wordt ingeschakeld.
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Zorg dat de accuspanning binnen
de juiste waarde is.
De LED “low battery
knippert.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer de
accu aansluitingen.
De LED “low battery”
brandt.
De omvormer schakelt uit,
omdat de accuspanning te laag
is.
Laad de accu op of controleer de
accu aansluitingen.
De LED “overload”
knippert.
De belasting op de omvormer is
hoger dan de nominale
belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “overload”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van een te hoge
belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED
“temperature”
knippert of brandt.
De omgevingstemperatuur is
hoog, of de belasting is te hoog.
Plaats de omvormer in een koele
en goed geventileerde omgeving
of ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED’s “low
battery” en
“overload” knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel een
deel van de belasting of plaats
accu’s met een hogere capaciteit.
Monteer kortere en/ of dikkere
accukabels. Controleer de
dynamo.
De LED’s “low
battery” en
“overload” knipperen
tegelijk.
Rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er zeker
van dat de accucapaciteit
voldoende is, verhoog deze
eventueel.
De LED’s “low
battery” en
“overload” branden.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van een te hoge
rimpelspanning op de ingang.
Plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/ of
dikkere accukabels en reset de
omvormer (uit- en weer
inschakelen)
23
EN NL FR DE ES SE Appendix
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Een alarm LED
brandt en de tweede
knippert
De omvormer is uitgeschakeld als
gevolg van de alarmering van de
brandende LED. De knipperende
LED geeft aan dat de omvormer
bijna uitgeschakeld is als gevolg
van het betreffende alarm.
Controleer deze tabel om
acties te nemen
overeenkomstig het alarm.
De lader werkt niet
De netspanning of frequentie is
buiten het bereik.
Zorg dat de netspanning tussen
185 Vac en 265 Vac komt te
liggen en dat de frequentie
overeenkomt met de instelling.
De lader werkt niet.
De LED “Bulk” knippert.
De LED "Mains on"
licht op.
De MultiPlus bevindt zich in “Bulk
beveiliging” modus, dus de maximum
bulklaadtijd van 10 uur is
overschreden.
Een dergelijke lange laadtijd kan
wijzen op een systeemfout (bv.
kortsluiting van een accucel).
Controleer uw accu's.
OPMERKING:
U kunt de foutmodus resetten
door de MultiPlus uit en opnieuw
aan te zetten.
De standaard MultiPlus
fabrieksinstelling van de "Bulk
beveiliging" modus is
ingeschakeld. De “Bulk
beveiliging” modus kan enkel
worden uitgeschakeld via
VEConfigure.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
Verkeerde laadstroom.
Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2x de accucapaciteit.
Een slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een verkeerde
waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
De capaciteit van de accu is te groot.
Sluit een accu aan met een
kleinere capaciteit en verhoog de
laadstroominstelling.
De uitgangszekering is kapot.
Vervang de uitgangszekering.
De accu wordt
overladen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een verkeerde
waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Een slechte accu.
Vervang de accu.
Een te kleine accu.
Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit.
De accu staat te warm.
Sluit een temperatuursensor aan.
De laadstroom zakt
terug naar 0 zodra de
absorptie fase ingaat
De accu is oververhit (>50°C)
- Plaats de accu in een koelere
ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen
een interne sluiting heeft
De accu temperatuur sensor is stuk
Maak het stekkertje van de
temperatuur sensor in de Multi
los.
Reset de Multi door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer aan te
zetten.
Indien de laad functie nu weer
goed is moet de temperatuur
sensor vervangen worden.
24
7.2 Bijzondere LED indicaties
Bulk en Absorption LEDs
knipperen synchroon (tegelijk).
Voltage sense fout. De gemeten spanning op de voltage sense aansluiting wijkt
teveel af (meer dan 7V) van de spanning op de plus en min aansluiting van het
apparaat. Vermoedelijk is er een aansluit fout.
Apparaat zal gewoon blijven werken.
Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus error code.
(Zie verderop)
Absorption en Float LEDs
knipperen synchroon (tegelijk).
De accu temperatuur zoals deze gemeten wordt heeft een zeer onwaarschijnlijke
waarde. Vermoedelijk is de sensor defect of verkeerd aangesloten.
Apparaat zal gewoon blijven werken.
Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus error code.
(Zie verderop)
Mains on knippert en er is geen
uitgangsspanning.
Het apparaat staat in charger only en er is netspanning aanwezig. Apparaat keurt de
netspanning af of is nog met synchronisatie bezig.
7.3 VE.Bus LED indicaties
Apparaten die in een VE.Bus systeem zijn opgenomen (een parallel of een 3-fase opstelling) kunnen zogenaamde VE.Bus LED
indicaties geven. Deze LED indicaties zijn onder te verdelen in 2 groepen: OK codes en Error codes.
7.3.1 VE.Bus OK codes
Als de interne status van een apparaat in orde is maar er kan nog niet gestart worden omdat één of meer andere apparaten in het
systeem een fout geven dan geven de apparaten die in orde zijn een OK code.
Op deze manier is het mogelijk om sneller de fout op te sporen in een VE.Bus systeem omdat snel gezien kan worden welke apparaten
in orde zijn.
Belangrijk: OK codes worden allleen weergegeven als een apparaat niet aan het omvormen of laden is!
Voor een Multi/Quattro:
Een knipperende Bulk LED geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
Een knipperende Float LED geeft aan dat het apparaat kan laden.
Voor een Inverter:
De Inverter on LED moet knipperen.
Een knipperende Overload LED geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
Een knipperende Temperature LED geeft aan dat het apparaat laden niet blokkeert.
Let op! In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Is dit niet het geval dan is het geen OK code.
Hierop zijn de volgende uitzonderingen:
De hierboven genoemde bijzondere LED meldingen kunnen samen met OK codes voorkomen.
De Low battery LED kan samen voorkomen met de OK code die aangeeft dat het apparaat kan laden.
7.3.2 VE.Bus Error Codes
Een VE.Bus systeem kan verschillende error codes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de Inverter on, Bulk, Absorption
en Float LED’s.
Om een VE.Bus Error Code correct te interpreteren moeten de volgende stappen doorgenomen worden:
1. Het apparaat moet in een fout mode staan : er is geen AC uitgangsspanning.
2. Knippert de Inverter on LED? Zo nee dan is het geen VE.Bus Error Code.
3. Indien één of meer van de LED’s: Bulk, Absorption, Float knippert dan MOET dit knipperen in tegenfase zijn met het
knipperen van de Inverter on LED. Dat wil zeggen dat als de Inverter on LED aan is deze knipperende LED’s uit zijn en
andersom. Is dit niet het geval dan is het geen VE.Bus error code.
4. Kijk naar de Bulk LED en bepaal welk van de 3 onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Zoek de juiste kolom en rij op (afhankelijk van de Absorption en Float LED’s) en lees de foutcode af.
6. Zoek de betekenis van de code op in de tabel eronder.
25
EN NL FR DE ES SE Appendix
Aan alle hieronder vermelde condities moet coldaan worden!:
1. Het apparaat staat in een fout mode! (Er is geen AC uitganagsspanning!)
2. Inverter on LED knippert (in tegenfase met een mogelijk knipperende Bulk, Absorption of Float LED)
3. Minstens ‘e’en van de LEDs Bulk, Absorption en Float is aan of knippert
Bulk LED uit
Bulk LED knippert
Bulk LED aan
Absorption LED
Absorption LED
Absorption LED
uit
knippert
aan
uit
knippert
aan
uit
knippert
Aan
Float LED
uit 0 3 6
Float LED
uit 9 12 15
Float LED
uit 18 21 24
knippert 1 4 7 knippert 10 13 16 knippert 19 22 25
aan 2 5 8 aan 11 14 17 aan 20 23 26
Bulk LED
Absorption LED
Float LED
Code Betekenis: Oorzaak/Oplossing:
1
Apparaat is uitgeschakeld omdat één
van de andere fases in het systeem
uitschakelde.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet goed geconfigureerd.
Configureer het systeem opnieuw.
Storing in de communicatie bekabeling.
Controleer de bekabeling en schakel alle apparaten uit en weer aan.
4 Geen enkel ander apparaat gevonden. Controleer de communicatie bekabeling.
5 Overspanning op AC-out. Controleer de AC bekabeling.
10
Systeem tijd synchronisatie probleem
opgetreden.
Hoort niet voor te komen bij een goede installatie. Controleer de
communicatie bekabeling.
14 Apparaat kan geen data versturen. Controleer de communicatie bekabeling. (Er is mogelijk een kortsluiting)
17
Een van de apparaten heeft de ‘Master’
rol op zich genomen omdat de
oorspronkelijke ‘Master’ faalde.
Controleer de falende unit.
Controleer de communicatie bekabeling.
18 Overspanning opgetreden. Controleer AC bekabeling.
22
Dit apparaat kan niet als ‘Slave’
fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model.
Zorg voor vervanging.
24
Omschakel systeem beveiliging in
werking getreden.
In een goede installatie mag dit niet voorkomen.
Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Indien het probleem zich blijft
voordoen moet de installatie gecontroleerd worden.
Staat de ondergrens voor de AC ingangsspanning op 210V of hoger?
(fabrieksinstelling is 180V, zie paragraaf 5.2)
25
Firmware incompatibiliteit. Een van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
1) Schakel alle apparaten uit.
2) Schakel het apparaat wat deze foutmelding geeft aan
3) Schakel één voor één de andere apparaten aan tot de foutmelding weer
optreed.
4) Zorg dat de firmware in het laatst aangeschakelde apparaat ge-update
wordt.
26 Interne fout.
Behoort niet voor te komen.
Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Neem contact op met Victron Energy
indien het probleem zich blijft voordoen.
26
8. Technische Specificaties
MultiPlus
12/3000/120-16 230V
12/3000/120-50 230V
24/3000/70-16 230V
24/3000/70-50 230V
48/3000/35-16 230V
48/3000/35-50 230V
PowerControl / PowerAssist
ja
AC Ingang
Ingangspanning: 187-265 VAC Frequentie: 45-65Hz
Maximale doorschakelstroom (A)
16 / 50
Minimum AC-in stroombereik tbv
PowerAssist (A)
2,3 / 5,3
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
9,5 17
19 33
38 66
Uitgang (1)
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3)
3000
3000
3000
Continu vermogen bij 25°C (W) 2500 2500 2500
Continu vermogen bij 40°C (W) 2000 2000 2000
Piek vermogen (W)
6000
6000
6000
Maximaal rendement (%)
93
94
95
Nullast (W)
15
15
16
Nullast in AES mode 10 10 12
Nullast in Search mode 4 5 5
LADER
AC ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Frequentie: 45 55 Hz
Power factor: 1
Laadspanning 'absorption' (V DC)
14,4
28,8
57,6
Laadspanning 'float' (V DC) 13,8 27,6 55,2
Laadspanning 'opslag' (V DC)
13,2
26,4
52,8
Laadstroom accessoire accu (A) (4)
120
70
35
Laadstroom startaccu (A)
4
Temperatuur sensor
ja
ALGEMEEN
Programmeerbaar relais (5)
ja
ja
ja
Tweede uitgang met afschakelrelais Ja, max. stroom 16A Schakelt af bij accu bedrijf
Beveiligingen (2)
a - g
Algemeen
Temperatuur bereik: -20 tot +50°C
Vocht (niet condenserend): max 95%
BEHUIZING
Algemeen
Materiaal & kleur: aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
Accu-aansluiting M8 bouten
230 V AC-aansluiting Schroefklemmen
Gewicht (kg)
19
Afmetingen (hxbxd in mm)
362 x 258 x 218
NORMEN
Veiligheid EN 60335-1, EN 60335-2-29
Emissie / Immuniteit EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
Automotive Directive
2004/104/EC
1) Iedere MultiPlus kan worden ingesteld op 60Hz
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat
Max. AC belasting: 230V/4A
Max DC belasting: 4A tot 35 VDC, 1A tot 60VDC
EN NL FR DE ES SE Appendix
EN:
A
AC input 16A. Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral).
AC input 50A. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground).
B
2x RJ45 connector for remote control and/or parallel / three-phase operation
C
Load connection. AC out1. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground).
D
Load connection. AC out2.
16A Left to right: N (neutral), L (phase), PE (earth/ground).
50A Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral).
E
Terminals for 16A: (left to right)
Voltage sense
Aux input 1
Starter battery plus +
(starter battery minus must be connected to service battery minus)
GND-relay
Temperature sensor
Terminals for 50A: (left to right)
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
GND-relay
Starter battery plus +
(starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
Voltage sense
F
Double M8 battery minus connection.
G
Double M8 battery positive connection.
H
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
I
Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM.
K
Pushbuttons for set-up mode.
L
Primary ground connection M8 (PE).
M
Dipswitches DS1- DS8 for set-up mode.
N
Slide switches, factory setting 16A: SW1= right (off) position, SW2 = right (off) position.
SW1: No application. To be used for future features.
SW2: INT(R) = internal GND relay selected, EXT(L) = external GND relay selected
(to connect ext
GND relay: see E).
Slide switches, factory setting 50A: SW1= down (off) position, SW2 = down (off) position.
SW1: down (off) = internal GND relay selected, up (on) = external GND relay selected
(to connect
ext GND relay: see E).
SW2: No application. To be used for future features.
NL:
A
Wisselspanning ingang AC-in 16A. Van links naar rechts: PE (aarde), L (fase), N (nul).
Wisselspanning ingang AC-in 50A: Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde).
B
2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel en 3-fase bedrijf.
C
Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), PE (aarde).
D
Wisselspanning uitgang AC-out-2 16A. Van links naar rechts: N (nul), L (fase), PE (aarde).
Wisselspanning uitgang AC-out-2 50A. Van links naar rechts: PE (aarde), L (fase), N (nul).
E
Aansluitklemmen voor 16A: (van links naar rechts)
Voltage sense
Aux ingang 1
Start accu plus +
(de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu)
GND-relais
Temperature sensor
Aansluitklemmen voor 50A: (van links naar rechts)
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
GND-relais
Start accu plus +
(de min van start accu moet verbonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
Voltage sense
F
Dubbele M8 accu min aansluiting.
G
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
H
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de MultiPlus aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
I
Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM.
Models with 50A transfer capacity (eg MultiPlus 12/3000/120-50 230V)
*
See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”.
* Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering”
* Voir le tableau du Chapitre 4.2 « Fusible CC recommandé ».
* Ver tabla en Capítulo 4.2 “Fusible CC recomendado”.

Documenttranscriptie

1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN Algemeen NL Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u het product in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. FR WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding uit en ontkoppel de accu voor het plegen van onderhoud. ES Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de accu om u ervan te verzekeren dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de accu dienen altijd te worden opgevolgd. DE Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. WAARSCHUWING: til geen zware lasten zonder hulp. SE Installatie Lees de installatievoorschriften voordat u met de installatie werkzaamheden begint. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander type. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in een natte of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte (minstens 10cm) rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag, laden, herladen en verwijderen van de accu. 1 Appendix Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardpunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. 2. BESCHRIJVING 2.1 Algemeen De basis van de MultiPlus is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de MultiPlus een groot aantal vaak unieke mogelijkheden: Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de MultiPlus overschakelen op omvormer bedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS functionaliteit). Dit maakt de MultiPlus zeer geschikt als noodstroom systeem in industriële en telecommunicatie toepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 16 of 50A, afhankelijk van het model. Extra uitgang voor afschakelen niet kritische belasting Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen. Praktisch onbegrensd vermogen dankzij parallel schakeling Twee tot zes Multi’s kunnen parallel geschakeld worden. Zo kan met 6 MultiPlus’s 24/5000/120 een uitgangsvermogen van 25kW / 30kVA bereikt worden, en 720A laadstroom. Drie fase schakeling Multi’s kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden. Met 6 sets van drie Multi’s wordt het omvormer vermogen 75kW / 90kVA en de laadstroom ruim 2000A! PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom De MultiPlus kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Voor beide AC ingangen kan daarom een maximale stroom ingesteld worden. De MultiPlus houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is. PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat en walstroom: de “meehelp” functie van de MultiPlus De MultiPlus werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting. Een tekort aan stroom wordt automatisch opgevangen: de MultiPlus haalt extra vermogen uit de accu en helpt mee. Een surplus aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden. Met deze unieke functie is het ‘walstroom probleem’ voorgoed opgelost: zwaar electrisch gereedschap, afwasmachine, wasmachine, elektrisch koken: allemaal mogelijk op 16A walstroom, of zelfs nog minder. Bovendien kan een kleiner aggregaat geïnstalleerd worden. Zonne-energie De MultiPlus is zeer geschikt voor zonne-energie toepassingen. Met de MultiPlus kunnen zowel autonome systemen worden gebouwd als netgekoppelde systemen. (De MultiPlus kan geen stroom terugleveren aan het net, maar kan wel samen met een netgekoppelde zonne-converter gebruikt worden om zowel autonoom bedrijf als terugleveren van energie aan het net mogelijk te maken) Noodstroom of autonoom bedrijf wanneer de netspanning uitvalt Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een microwarmtekracht centrale (CV ketel met stroomopwekking) of andere hernieuwbare energie bronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening waarmee essentiële apparatuur (CV pomp, koelkast, vrieskist, internet aansluiting) in bedrijf gehouden kan worden gedurende een stroomstoring. Probleem is echter dat de netgekoppelde zonnepanelen en/of microwarmtekracht centrale uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiPlus en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze opgelost worden: de MultiPlus kan de netspanning vervangen tijdens een stroom storing. Wanneer de hernieuwbare energie bronnen meer vermogen produceren dan nodig zal de MultiPlus het teveel gebruiken om de accu’s te laden, terwijl in geval van een tekort de MultiPlus vermogen zal ‘bijleveren’ met energie uit de accu’s. Programmeerbaar relais De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is ingesteld als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start/stop relais voor een aggregaat. Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC De MultiPlus wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht U sommige instelling willen wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden: - De belangrijkste instellingen (inclusief parallel bedrijf tot drie apparaten en 3-fasen bedrijf): uiterst eenvoudig, met dipswitches in de MultiPlus. - M. u. v. het multifunctionele relais:met een VE.Net paneel of met een PC en gratis software. - Alle instellingen: met een computer en VEConfigure software, gratis beschikbaar op onze website www.victronenergy.com 2 2.2 Acculader NL De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig te laden. EN Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorption – float – storage Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld voor verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan het accugebruik aan. DE Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet wordt gebruikt: de Opslag-functie De Opslag-functie wordt geactiveerd wanneer de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In dat geval wordt de drijfspanning verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen te voorkomen. Eens per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, een voorname oorzaak van vroege accustoringen. FR Schade wegens overmatige gasvorming voorkomen: begrensde spanningsstijging Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade wegens overmatige gasvorming worden voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te voorkomen wanneer de gasspanning is bereikt. ES Twee DC-uitgangen om twee accu's te laden De eerste DC-aansluitklem kan de volle uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is begrensd op 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. Verhoogde levensduur van de accu: temperatuurcompensatie De temperatuursensor (meegeleverd bij het product) dient om de laadspanning te verminderen wanneer de accutemperatuur toeneemt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen. SE Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning Spanningsverlies wegens kabelweerstand kan worden gecompenseerd door de spanningsdetectievoorziening te gebruiken om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te meten. Appendix Meer over accu's en laden In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis verkrijgbaar op onze website www.victronenergy.com -> Support & Downloads’ -> Algemene Technische Informatie). Voor meer informatie over de adaptieve laadkarakteristiek verwijzen wij u naar ‘Algemene Technische Informatie’ op onze website 2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure. Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen. Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen. Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten. 3 3. Bediening 3.1 On/Off/Charger Only schakelaar Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig. De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “AC-in” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED “mains on” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de LED “bulk”, “absorption” of “float” branden. Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld. Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de Phoenix Multi aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. TIP: Als u uw Phoenix Multi gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de walspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken. 3.2 Afstandsbediening Afstandbediening is mogelijk met een drieweg schakelaar of met een Multi Control paneel. Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale laadstroom instellen. De MultiPlus beperkt het eigen verbruik voor het laden wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan. 3.3 Egalisatie laden en extra absorptie laden 3.3.1 Egalisatie laden Het kan voorkomen dat tractie accu's eens in de maand een egalisatie lading nodig hebben. Tijdens egalisatie laden gaat de MultiPlus gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde. De “bulk” en “absorption” LED knipperen afwisselend. Egalisatie laden geeft een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld tijdens egalisatie laden. 3.3.2 Extra absorptie laden In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een Absorption spanning te laden. De “absorption” LED zal dan branden. 3.3.3 Activeren van egalisatie laden en extra absorptie laden De MultiPlus is zowel vanaf het remote paneel, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote of paneel) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat. Om de MultiPlus in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven. LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote paneel is dit minder kritisch. 1. 2. 3. 4. 5. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote paneel schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi laadt. De accu dient wel (bijna) volledig geladen te zijn. (Er dient dus een ACingangsspanning te zijn, controleer of de “mains on” LED en de “Float” LED brandt.) Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”. Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden. De “Bulk”, “Absorption” en “Float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de “Bulk”, “Absorption” en “Float” LED elk gedurende 2 seconden branden. a. Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Bulk” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Egalisatie' gezet. b Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Absorption” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Extra Absorptie laden' gezet. Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden. Dit zal de laadtoestand niet wijzigen. 4 3.4 LED aanduidingen en hun betekenis EN LED uit LED knippert LED brandt NL Omvormer charger mains on inverter bulk inverter on overload off absorption low battery charger only charger temperature inverter on bulk inverter on overload off float low battery charger only temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float De omvormer is uitgeschakeld vanwege te lage accu spanning. low battery charger only charger mains on De accu is bijna leeg. low battery charger only charger mains on De omvormer is uitgeschakeld vanwege overbelasting of kortsluiting. low battery charger only charger mains on Appendix charger mains on Het nominale vermogen van de omvormer wordt overschreden. “overload” LED knippert. SE absorption ES mains on De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. DE float FR on De temperatuur van de elektronica wordt kritisch. low battery charger only temperature 5 charger mains on inverter on bulk inverter on overload off absorption float low battery charger only charger mains on temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float low battery charger only charger mains on on temperature inverter on overload off absorption low battery charger only Acculader charger mains on temperature on inverter on overload off absorption temperature inverter on bulk inverter on overload off absorption float low battery charger only charger mains on on temperature inverter on overload off absorption 6 De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt, maar de ingestelde absorption spanning is nog niet bereikt. (BatterySafe modus) inverter bulk float De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de bulk fase. low battery charger only charger mains on De omvormer is uitgeschakeld vanwege een te hoge rimpelspanning op de accuaansluiting. inverter bulk float -Knipperen de LED’s om en om dan is de accu bijna leeg en wordt het nominale vermogen overschreden. -Als “overload” en “low battery” tegelijk knipperen is er een te hoge rimpelspanning op de accuaansluiting. inverter bulk float De omvormer is uitgeschakeld vanwege te hoge temperatuur van de elektronica. low battery charger only temperature De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de absorption fase. mains on inverter on bulk inverter on overload float low battery charger only temperature inverter inverter on on off DE overload bulk De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in raised absorption. low battery absorption charger only ES float FR charger mains on De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de float fase. NL off absorption EN charger temperature SE Speciale aanduidingen Ingesteld met begrensde ingangsstroom mains on inverter on bulk inverter on overload off absorption float low battery charger only Appendix charger De netspanning is doorgeschakeld. De AC-ingangsstroom is gelijk aan de belastingsstroom. De lader is teruggeregeld naar 0 A. temperature Ingesteld om bij te leveren charger mains on inverter on bulk inverter on overload off absorption float low battery charger only De netspanning is doorgeschakeld maar de belasting vraagt meer stroom dan het net kan leveren. De omvormer wordt nu ingeschakeld om de extra stroom bij te leveren. temperature 7 4. Installatie 4.1 Locatie De Multi dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: • Kortere levensduur. • Lagere laadstroom. • Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De Multi is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn haak en aan de achterzijde van de behuizing gaten aangebracht, zie appendix G. Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren verdiend de voorkeur. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Multi en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. 4.2 Aansluiten accukabels Om de capaciteit van de Multi volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. Aanbevolen accucapaciteit (Ah) Aanbevolen DC zekering 12/3000/120 400–1200 400A 24/3000/70 200–700 300A 48/3000/35 100–400 125A 2x 50 mm² 2x 70 mm² 50 mm² 2x 50 mm² 35 mm² 2x 35 mm² Aanbevolen kabeldikte (mm2)* 0–5m 5 – 10 m 2x betekend twee ‘plus’ en twee ‘min’ kabels Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: • • • 8 Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. Draai de vier schroeven aan de voorzijde van de behuizing los en verwijder het front. Sluit de accukabels aan: zie appendix A. Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken. 4.3 Aansluiten AC kabels EN Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. NL FR De MultiPlus is voorzien van een aard relais (relais H, zie appendix B) dat de N uitgang automatisch met de behuizing verbint wanneer geen externe wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat het ingang veiligheids relais sluit. Dit is om goede werking van een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren. - In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding verzekerd worden met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan moet de behuizing geaard worden. - In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). - Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie transformator. DE ES SE Het klemmenblok voor de AC aansluitingen bevindt zich op de printplaat, zie appendix A. De wal- of netaansluiting dient met behulp van een drie-aderige kabel op de Multi te worden aangesloten. -16 -50 4.3.2 Apparaten met 50A doorschakel capaciteit (bijv. Multi 12/3000/120 230V) • AC-in De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook. De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 50A, en de kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te zijn. Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering gekozen te worden. • AC-out-1 De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 3kVA (dwz 3000 / 230 = 13A) toevoegen aan de uitgang wanneer veel vermogen wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus oplopen tot 50 + 13 = 63A. In serie met de uitgang dient een op de belasting aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is 63A. • AC-out-2 Zie sectie 4.3.1. 9 Appendix 4.3.1 Apparaten met 16A doorschakel capaciteit (bijv. Multi 12/3000/120 230V) • AC-in De AC voeding dient aangesloten te worden op de “AC-in” klemmenstrook. De AC voeding dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 16A, en de kabel doorsnede dient hiervoor geschikt te zijn. Indien de AC voeding een lagere waarde heeft, dient een bijpassende lagere zekering gekozen te worden. • AC-out-1 De AC uitgangs kabel dient aangesloten te worden op het “AC-out” klemmen blok Mbv de PowerAssist functionaliteit kan de Multi 3kVA (dwz 3000 / 230 = 13A) toevoegen aan de uitgang wanneer veel vermogen wordt gevraagd. De uitgangsstroom kan dus oplopen tot 16 + 13 = 29A. In serie met de uitgang dient een op de belasting aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. De maximaal toegestane waarde is 32A. • AC-out-2 Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen. Het relais valt meteen af wanneer de MultiPlus als omvormer werkt, en komt op met een vertraging van twee minuten. De vertraging is bedoeld om een generator de tijd te geven om te stabiliseren voordat deze zwaar belast wordt. Maximum stroom: 16A. In serie met AC-out-2 dient een op de belasting aangepaste aardlekschakelaar en zekering geplaatst te worden. Opmerking: De PowerControl/PowerAssist stroom begrenzing houdt rekening met belasting aangesloten op AC-out-2, maar niet met belasting die direct op de AC voeding (bijvoorbeeld een generator, of walstroom) wordt aangesloten. 4.4 Aansluitopties Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten. 4.4.1 Startaccu De MultPlus heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten appendix A. 4.4.2 Voltage sense Voor het compenseren van eventuele kabel verliezen tijdens het laden kunnen twee sense draden worden aangesloten waarmee de spanning direct op de accu of op de plus en min verdeel punten gemeten kan worden. Gebruik tenminste 0,75mm2 draad. De MultiPlus zal tijdens het laden van de accu de spanningval over de DC kabels compenseren tot max 1 Volt (1V over de plus aansluiting en 1V over de min aansluiting). Indien de spanningsval groter dreigt te worden dan 1V wordt de laadstroom zodanig begrensd dat de spanningsval beperkt blijft tot 1V. 4.4.3 Temperatuursensor Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten. (zie appendix 0) De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd. 4.4.4 Afstandsbediening De MultiPlus is op twee manieren op afstand te bedienen. • Met alleen een externe schakelaar. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. • Met een afstandsbedieningspaneel. Werkt alleen als de schakelaar van de Multi op “on” staat. Er mag slechts 1 afstandsbediening aangesloten worden: of een schakelaar, of een paneel. 4.4.5 Programmeerbaar relais De MultiPlus is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is ingesteld als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat. 4.4.6 Afschakalen van belasting bij accubedrijf: AC-out-2 Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de AC ingang wegvalt. Hierdoor kan ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen. 4.4.7 Parallel schakelen (zie appendix C) De MultiPlus is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (UTP Patch leads). Het systeem (apparaten samen met eventueel een bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden: • Maximaal zes units parallel. • Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel. • De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben. • Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en de MultiPlus’s. • Plaats de MultiPlus’s dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en op zij van de units. De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel). • Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen. • Op het systeem hoeft maar bij één unit een accu-temperatuursensor aangesloten te worden. Indien U de temperatuur van meerdere accu’s wilt meten kunt U ook de sensoren van andere MultiPlus’s in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiPlus). De temperatuur compensatie tijdens acculaden reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet. • Voltage sense moet op de ‘Master’ aangesloten worden (zie paragraaf 5.5.1.4). • Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden. 4.4.8 Drie-fase configuratie (zie appendix D) De MultiPlus kan ook gebruikt worden in een 3-fase net. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5). Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7 10 5. Instellingen Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees voor het wijzigen goed de instructies. Tijdens het instellen van de lader moet er geen AC ingangsspanning aangeboden worden. NL • • EN • 5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik DE 50 Hz 45 – 65 Hz 180 -265 VAC 230 VAC stand alone off on on vier traps Adaptive met BatterySafe mode 75% van de maximum laadstroom Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge) off 14.4/ 28.8/ 57.6 V tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd) 13.8 / 27.6 / 55.2 V 13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar) 1 uur 7 dagen on 50A of 16A (= stroomgrens tbv PowerControl en PowerAssist functies) on off off 2 alarm functie Maximale belasting 16A on ES SE Appendix MultiPlus standaard fabrieksinstellingen Omvormer frequentie Input frequency range Input voltage range Omvormer spanning Stand alone / parallel / 3-fase AES (Automatic Economy Switch) Ground relay Lader on/ off Laad karakteristieken Laadstroom Accu type Automatisch egalisatie laden Absorption spanning Absorption tijd Float spanning Storage spanning Herhaalde Absorption Tijd Herhaald Absorption Interval Bulk Beveiliging AC in stroomgrens UPS function Dynamic current limiter WeakAC BoostFactor Programmeerbaar relais Tweede uitgang met afschakelrelais PowerAssist FR De MultiPlus wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat. Er hoeft dan niets ingesteld te worden. Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw accu leverancier! 5.2 Verklaring instellingen Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3). Omvormer frequentie Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is. Instelbaar: 50Hz; 60Hz Input frequency range Ingang frequentie bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de frequentie van de op de AC ingang aanwezige spanning. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang. Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz Input voltage range Spanning bereik dat door de MultiPlus geaccepteerd wordt. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de op AC ingang aanwezige spanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang. Instelbaar: Ondergrens 180 - 230V Bovengrens 230 - 270V 11 Opmerking: De fabrieksinstelling van de ondergrens 180V. Dit is de juiste instelling voor aansluiting op een instabiele netspanning of generator. Indien de Multi(s) op een ‘brushless, self excited, externally voltage regulated, synchronous AC generator’ (synchronous AVR generator) aangesloten is (zijn) kan deze instelling tot gevolg hebben dat het systeem uitschakelt wanneer de generator wordt uitgezet. De oorzaak is de AVR die ‘probeert’ de uitgangsspanning van de generator op 230V te houden terwijl het toerental afneemt. De oplossing is verhoging van de de ondergrens tot 210V (AVR generatoren hebben meestal een zeer stabiele uitgangspanning), of om tussen de generator en de Multi(s) een magneetschakelaar te plaatsen die afschakeld zodra de generator een stop signaal krijgt. De meeste generatoren met een vermogen van meer dan 10kVA zijn van het AVR type. Omvormer spanning Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accu bedrijf. Instelbaar: 210 – 245V Stand alone / parallel operation Met meerdere apparaten is het mogelijk om: • het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel) • een 3-fase systeem te maken Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met RJ45 UTP bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten geconfigureerd worden. AES (Automatic Economy Switch) Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. Search mode In plaats van AES kan ook de ‘search mode’ gekozen worden. Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat dat de MultiPlus uit schakeld wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus even aan schakelen. Als de belasting dan de ingestelde waarde overschrijd blijft de Muti aan. Zo niet, dan gaat de Multi weer uit. De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveau’s kunnen ingesteld worden met VEConfigure. De fabreiksinstelling is: ‘UIT’: 40 Watt ‘AAN’: 100 Watt Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie. Ground relay (zie appendix B) Met dit relais wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de teruglever veiligheidsrelais in de AC ingangen open is. Dit om de correcte werking van aardlek schakelaars in de uitgang te verzekeren. Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie uit gezet worden. (Zie ook par. 4.5) Niet instelbaar met DIP switches. De modellen met 50A doorschakel capaciteit hebben een aansluiting voor een extern aard relais (tbv ’split phase’ schakeling met externe autotransformator) Laad karakteristieken De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving. Dit is de beste laad karakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s voor andere mogelijkheden. Met DIP switches kan voor de ‘fixed’ mode gekozen worden. Accu type De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200, en buisjes plaat stationaire accu’s (tubular plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld Victron AGM Deep Discharge en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat open accu’s. Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden. Met VEConfigure kan voor elke accu (bijv. Nickel Cadmium, of Lithium-ion) de juiste laad karakteristiek geprogrammeerd worden. Automatisch egalisatie laden Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s of OpzV accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptie spannig verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximum stroom. Niet instelbaar met DIP switches. Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure. Absorption tijd Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’ laad karakteristiek gekozen wordt is de absorption tijd vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt. Indien t.b.v snel laden een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!) is 4 uur beter. Met DIP switches kan een tijd van 8 uur of 4 uur ingesteld worden. Voor de Adaptive laad karakteristiek wordt hiermee de maximale absorption tijd bepaald. 12 EN Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval Zie hoofdstuk 2 Niet instelbaar met DIP switches. NL Bulk Beveiliging Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten accu cel). Niet instelbaar met DIP switches. FR AC-in stroomgrens Dit is de stroomgrens instelling waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden. Instelling bereik: Van 2,3A tot 16A voor de modellen met maximaal 16A doorschakel capaciteit Van 5,3A tot 50A voor de modellen met maximaal 50A doorschakel capaciteit. De fabrieksinstelling is altijd de maximale waarde (16A of 50A). Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’, of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze web site www.victronenergy.com. DE BoostFactor Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur! Niet instelbaar met DIP switches. Programmeerbaar relais Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag). Niet instelbaar met DIP switches. Extra uitgang voor afschakelen niet kritische belasting Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de MultiPlus als omvormer werkt. Hierdoor kan ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen. 13 Appendix WeakAC De ingangsstroom van de lader van de MultiPlus is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom. Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamic current limiter’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen. Opmerking: wanneer WeakAC geactiveerd is, wordt de maximum laadstroom met ongeveer 20% verminderd. Niet instelbaar met DIP switches. SE Dynamic current limiter Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde ‘inverter’ generatoren). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstof verbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is. Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt zal de MultiPlus beginnen met bijleveren op een lage stroom en de bijlevergrens geleidelijk verhogen naar de ingestelde stroom. Hierdoor krijgt de motor van de generator de tijd om op toeren te komen. Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op plotselinge belasting variaties. ES UPS function Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf wanneer de AC op de ingang wegvalt. De MultiPlus is dan toe te passen als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur zoals computers of communicatie systemen. De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling: de MultiPlus zou voortdurend omschakelen naar omvormer bedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te zetten. Dan reageert de MultiPlus minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormer bedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur ( de meeste computers, klokken van huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van. Advies: UPS function uit zetten wanneer de MultiPlus niet wil synchroniseren of voortdurend terugschakelt naar omvormer bedrijf. 5.3 Instellingen wijzigen met een computer Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het multifunctionele relais en de VirtualSwitch). Veel gebruikte instellingen (inclusief parallel en 3-fase bedrijf tot 3 apparaten) kunnen gewijzigd worden door middel van dipswitches, zie par. 5.5. Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig: VEConfigure3 software. U kunt de VEConfigure3 software gratis downloaden van www.victronenergy.com. Een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee systemen met maximaal 3 Multi’s (parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com. Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS485 naar RS232 interface nodig. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.3.2 VE.Bus System Configurator Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 Multi’s of meer moet de software VE.Bus System Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigure3 maakt deel uit van dit programma. Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface nodig. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig. Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy. 5.4 Instellen met een VE.Net panel Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig. Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VirtualSwitch. 14 5.5 Instellen met DIP switches EN Introductie Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches (zie appendix A, positie M). Schakel de MultiPlus aan, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De MultiPlus werkt dan in omvormer bedrijf. DE ES Stap 2: overige instellingen Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de DIP switches) om de ingestelde waardes op te slaan. U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. FR Stap 1: instellen van de DIP switches voor - De gewenste stroom begrenzing van de AC ingangen. - AES (Automatic Economy Switch) - Begrenzing van de laadstroom. - Keuze ’stand alone / parallel / 3-fase’ bedrijf. Nadat de gewenste waardes correct zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het “up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan. U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2). NL Dit gaat als volgt: 5.5.1 Stap 1 5.5.1.1 Stroom begrenzing AC ingang (fabrieksinstelling: 16A voor modellen met max.16A doorschakelstroom en 50A voor modellen met max. 50A doorschaklestroom) Als de gevraagde stroom (belasting + acculader van de MultiPlus) groter dreigt te worden dan de ingestelde stroom, zal de MultiPlus eerst de laadstroom verminderen (PowerControl), en vervolgens vermogen bijleveren uit de accu (PowerAssist). De stroom grens kan met DIP switches ingesteld worden op 8 verschillende waardes. U kunt de stroombegrenzing ook traploos instellen met een Multi Control Paneel. Procedure AC in kan ingesteld worden met DIP switch ds8, ds7 en ds6 (maximum waarde begrensd op 16A voor modellen met max. 16A doorschakelstroom). Procedure: stel de DIP switches op de gewenste waarde: ds8 ds7 ds6 off off off = 6A (1,4kVA bij 230V) off off on = 10A (2,3kVA bij 230V) off on off = 12A (2,8kVA bij 230V) off on on = 16A (3,7kVA bij 230V) on off off = 20A (4,6kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom) on off on = 25A (5,7kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom) on on off = 30A (6,9kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom) on on on = 50A (11,5kVA bij 230V) (alleen modellen met 50A doorschakelstroom) Opmerking: Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine generatoren is soms aan de zeer optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager ingesteld worden dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt. 5.5.1.2 AES (Automatic Economy Switch) ds5 off = AES uit on = AES aan 15 Appendix Stap-voor-stap omschrijving: SE Opmerkingen: - De functie van de DIP switches wordt ‘van boven naar beneden’ beschreven. Omdat de bovenste DIP switch ook het hoogste nummer heeft (nummer 8) begint de beschrijving bij nummer 8. - Bij parallel bedrijf of 3-fase bedrijf hoeven niet alle instellingen op alle apparaten gedaan te worden, zie hiervoor paragraaf 5.5.1.4. Lees in geval van parallel bedrijf of 3-fase bedrijf de gehele instel procedure en schrijf de gewenste instelling op voor dat U de DIP switches instelt. 5.5.1.3 Laadstroom begrenzing (standaard instelling 75%) Accu’s hebben de langste levensduur waanneer geladen wordt met een stroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah. Voorbeeld: optimale laadstroom van een accubank 24V/500Ah: 50A tot 100A. De meegeleverde temperatuur sensor zorgt voor automatische aanpassing van de laadspanning aan de temperatuur van de accu. Indien U sneller, en dus met veel hogere stroom wilt laden: - Moet in ieder geval de meegeleverde temperatuur sensor op de accu aangebracht worden. Snel laden kan namelijk een aanzienlijke temperatuur verhoging van de accubank tot gevolg hebben. Met behulp van de temperatuur sensor wordt de laadspanning aangepast (d.w.z. verlaagd) aan de hogere temperatuur. - Wordt de bulk laadtijd soms zo kort dat laden met een vast ingestelde absorptie tijd beter werkt (‘fixed’ absorption tijd, zie ds5, stap 2). Procedure De accu laadstroom kan ingesteld worden in 4 stappen met DIP switch ds4 en ds3 (standaard instelling: 75%). ds4 ds3 off off = 25% off on = 50% on off = 75% on on = 100% Opmerking: wanneer WeakAC geactiveerd is, wordt de maximum laadstroom van 100% naar ongeveer 80% verminderd. 5.5.1.4 Stand alone / parallel bedrijf / 3-fase bedrijf Met DIP switches ds2 en ds1 kunnen drie systeem configuraties gekozen worden LET OP: • Alle eenheden in een parallel of driefase systeem moeten op dezelfde accu worden aangesloten. De DC- en AC-bekabeling van alle eenheden moet dezelfde lengte en doorsnede hebben. • Tijdens het configureren van een parallel of 3-fase systeem moeten alle betreffende apparaten aan elkaar gekoppeld zijn met RJ45 UTP bekabeling (zie appendix C, D). Alle apparaten moeten aangeschakeld zijn. Na aanschakelen zullen de apparaten een foutcode geven (zie hoofdstuk 7) omdat ze nog als ‘stand alone’ geconfigureerd zijn en constateren dat ze in een systeem opgenomen zijn. Deze foutmelding kan veilig genegeerd worden. • Het opslaan van de instellingen (door het ‘up’ knopje (stap 1) en later het ‘down’ knopje (stap 2) gedurende 2 seconden ingedrukt te houden) moet op slechts één apparaat gebeuren. Het apparaat waarop dit gebeurd is de ‘Master’ in een parallel systeem of de ‘Leader’ (L1) in een 3-fase systeem. Bij een parallel systeem zijn de instellingen van de DIP switches ds8 tot ds3 niet van belang voor de overige apparaten (de Slaves). (de Slaves volgen dus exact de Master, vandaar de benaming Master en Slave) Bij een 3-fase systeem moeten wel een aantal instellingen gedaan worden op de overige apparaten (de Followers, voor de fasen L2 en L3). (de Followers volgen dus de Leader dus niet voor alle instellingen, vandaar de benaming Leader en Follower) • Een wijziging in de instelling ‘stand alone / parallel / 3-fase’ wordt pas actief na opslaan en na uit- en weer aanzetten van alle apparaten. Voor het correct opstarten van een VE.Bus systeem moeten dus, na het opslaan van de instellingen, alle apparaten eerst weer uitgeschakeld worden. Daarna kunnen, in een willekeurige volgorde, de apparaten aangeschakeld worden. Het systeem start niet zolang niet alle apparaten aangeschakeld zijn. • Let op dat alleen identieke apparaten in een systeem opgenomen worden. Indien men, per abuis, toch probeert om verschillende modellen tezamen als systeem te laten configureren zal dit mislukken. Mogelijk werken de apparaten dan pas weer correct nadat ze stuk voor stuk op ‘stand alone’ geconfigureerd zijn. Voor de keuze stand alone / parallel bedrijf / 3 fase bedrijf zijn de DIP switches ds2 en ds1 gereserveerd De combinatie ds2=on en ds1=on wordt niet gebruikt. 16 NL DS-8 AC-in-1 Instellen als gewenst DS-7 AC-in-1 Instellen als gewenst DS-6 AC-in-1 Instellen als gewenst DS-5 AES Instellen als gewenst DS-4 Laadstroom Instellen als gewenst DS-3 Laadstroom Instellen als gewenst DS-2 Stand alone bedrijf DS-1 Stand alone bedrijf EN Stand alone bedrijf Stap 1, instelling ds2 en ds1 voor stand alone bedrijf: FR off off DE Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor stand alone bedrijf Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan overigens allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd). Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC ingang bepaald door het paneel, en niet door de in de MultiPlus opgeslagen waarde. Vier voorbeelden van stand alone instellingen: on on on off off off off on on on off on on off off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 off on on off on on off off DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on off on off SE on DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 ES DS-8 AC-in-1 DS-7 AC-in-1 DS-6 AC-in-1 DS-5 AES DS-4 Laadstroom DS-3 Laadstroom DS-2 Stand alone DS-1 Stand alone on off off Stap 1, st. alone Voorbeeld 2: Stap 1, st. alone Voorbeeld 3: Stap 1, st. alone Voorbeeld 4: 8, 7, 6 AC-in: 50A* 5 AES: off 4, 3 Laadstroom: 75% 2, 1 Stand alone bedrijf 8, 7, 6 AC-in: 50A* 5 AES: off 4, 3 Laadstr.: 100% 2, 1 Stand alone 8, 7, 6 AC-in: 16A 5 AES: off 4, 3 Laadstr.: 100% 2, 1 Stand alone 8, 7, 6 AC-in: 30A* 5 AES: on 4, 3 Laadstr.: 50% 2, 1 Stand alone Appendix Stap 1, stand alone Voorbeeld 1 (fabr. instel.) Bij de modellen met 16A doorschakel capaciteit wordt de AC-in stroomgrens automatisch beggrensd op max. 16A Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren! U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2). 17 Parallel bedrijf (appendix C) Stap 1, instelling ds2 en ds1 voor parallel bedrijf: Master Slave 1 DS-8 AC-in-1 Inst. als gewenst DS-7 AC-in-1 Inst. als gewenst DS-6 AC-in-1 Inst. als gewenst DS-5 AES Niet relevant DS-4 Laadstr. Inst. als gewenst DS-3 Laadstr. Inst. als gewenst DS-2 Master DS-1 Master off on DS-8 Niet rel. DS-7 Niet rel. DS-6 Niet rel. DS-5 Niet rel. DS-4 Niet rel. DS-3 Niet rel. DS-2 Slave 1 DS-1 Slave 1 Slave 2 (optioneel) off off DS-8 Niet rel. DS-7 Niet rel. DS-6 Niet rel. DS-5 Niet rel. DS-4 Niet rel. DS-3 Niet rel. DS-2 Slave 2 DS-1 Slave 2 off on De ingestelde stromen (AC stroombegrenzing en laadstroom) worden vermenigvuldigd met het aantal apparaten. De ingestelde AC stroombegrenzing met een Remote Paneel komt echter altijd overeen met de aangegeven waarde op het paneel en wordt niet vermenigvuldigd met het aantal apparaten. Voorbeeld, 9kVA parallelsysteem: Indien op de Master de AC stroombegrenzing op 20A ingesteld wordt en het is een systeem met 3 apparaten, dan wordt de effectieve systeem stroombegrenzing voor gelijk aan 3 x 20 = 60A. (instelling voor vermogen 60 x 230 = 13,8kVA). Indien op de Master een 30A paneel wordt aangesloten, dan is de systeem stroombegrenzing regelbaar tot maximaal 30A, onafhankelijk van het aantal apparaten. Indien op de Master de laadstroom ingesteld wordt op 100% (70A voor een MultiPlus 24/3000/70) en het is een systeem met 3 apparaten, dan wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 70 = 210A. Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (9kVA parallel systeem met 30A Multi Control Paneel): Master DS-8 30A paneel DS-7 30A paneel DS-6 30A paneel DS-5 AES niet relevant DS-4 Laadstr. 3x70A DS-3 Laadstr. 3x70A DS-2 Master DS-1 Master Slave 1 on on off on DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Slave 1 DS-1 Slave 1 Slave 2 off off DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Slave 2 DS-1 Slave 2 off on Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP switches, zie appendix A, positie K) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren! U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2). 18 Leader (L1) Follower (L2) off off off DS-8 Inst. als gew. DS-7 Inst. als gew. DS-6 Inst. als gew. DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Follower 2 DS-1 Follower 2 FR on DS-8 Inst. als gew. DS-7 Inst. als gew. DS-6 Inst. als gew. DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Follower 1 DS-1 Follower 1 Follower (L3) NL DS-8 AC in Inst. als gew. DS-7 AC in Inst. als gew. DS-6 AC in Inst. als gew. DS-5 AES Niet relevant DS-4 Laadstr. Inst. als gew. DS-3 Laadstr. Inst. als gew. DS-2 Leader DS-1 Leader EN Drie fase bedrijf (appendix D) Stap 1: instelling ds2 en ds1 voor 3-fase bedrijf: off on DE Zoals uit de bovenstaande tabel blijkt dienen de stroom grenzen voor elke fase afzonderlijk ingesteld te worden (ds8 t/m ds6). U kunt dus verschillende stroom grenzen kiezen per fase. Indien een paneel aangesloten wordt is de stroom grens voor alle fases gelijk aan de op het paneel ingestelde waarde. De max. laadstroom is voor alle apparaten gelijk en wordt ingesteld op de Leader (ds4 en ds3). Voorbeeld: AC in stroombegrenzing op de Leader en op de Followers: 12A. (instelling voor vermogen 12 x 230 x 3 = 8,3kVA) Indien op de Leader de laadstroom ingesteld wordt op 100% (70A voor een MultiPlus 24/3000/70) en het is een systeem met 3 apparaten dan, wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 70 = 210A. ES Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (9kVA 3-fase systeem zonder Multi Control panel): SE Leader (L1) off on off on on on off DS-8 AC-in-1 (12A) DS-7 AC-in-1 (12A) DS-6 AC-in-1 (12A) DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Follower 1 DS-1 Follower 1 Follower (L3) off on off off off DS-8 AC-in-1 (12A) DS-7 AC-in-1 (12A) DS-6 AC-in-1 (12A) DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Follower 2 DS-1 Follower 2 Appendix DS-8 AC-in-1 (12A) DS-7 AC-in-1 (12A) DS-6 AC-in-1 (12A) DS-5 AES niet relevant DS-4 Laadstroom 3x70A DS-3 Laadstroom 3x70A DS-2 Leader DS-1 Leader Follower (L2) off on off off on Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP switches, zie appendix A, positie K) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren! U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2). 19 5.5.2 Stap 2: overige instellingen De overige instellingen zijn niet relevant voor Slaves. Sommige van de overige instellingen zijn niet relevant voor Followers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 voor het hele systeem opgelegd. Als een instelling niet relevant is voor L2, L3 apparaten staat dit expliciet vermeld. ds8-ds7: instelling laadspanningen (niet relevant voor L2, L3) Absorptie spanning Float spanning Storage spanning off 14.1 28.2 56.4 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 off on 14.4 28.8 57.6 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 on off 14.7 29.4 58.8 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 on on 15.0 30.0 60.0 13.8 27.6 55.2 13.2 26.4 52.8 ds8ds7 off Geschikt voor Gel Victron Long Life (OPzV) Gel Exide A600 (OPzV) Gel MK Battery Gel Victron Deep Discharge Gel Exide A200 AGM Victron Deep Discharge Stationaire buisjesplaat accu’s (OPzS) AGM Victron Deep Discharge (fastest recharge) Buisjesplaat tractie accu’s in semi float bedrijf AGM spiral cell Buisjesplaat tractie accu’s in cyclisch bedrijf ds6: absorptiontijd 8 of 4 uur (niet relevant voor L2, L3) on = 8 uur off = 4 uur ds5: adaptieve laadkarakteristiek (niet relevant voor L2, L3) on = aan off = uit (vaste absorptie tijd) ds4: dynamic current limiter on = aan off = uit ds3: UPS function on = aan off = uit ds2: omvormer spanning on = 230V off = 240V ds1: omvormer frequentie (niet relevant voor L2, L3) (de wide input frequency range (45-55Hz) staat default aan) on = 50Hz off = 60Hz Stap 2: voorbeeld instellingen voor stand alone bedrijf: Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de fabrieksinstelling per computer is ingevoerd). DS-8 Laadspanning DS-7 Laadspanning DS-6 Absorption tijd DS-5 Adaptief laden DS-4 Dyn. current limit DS-3 UPS functie: DS-2 Spanning DS-1 Frequentie off on on on off on on on Stap 2 Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling) 8, 7 GEL 14,4V 6 Absorption tijd: 8 uur 5 Adaptief laden: aan 4 Dyn. current lim: uit 3 UPS functie: aan 2 Spanning: 230V 1 Frequentie: 50Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 off off on on off off on on Stap 2 Voorbeeld 2: 8, 7 OPzV 14,1V 6 Abs. tijd: 8 uur 5 Adapt. laden: aan 4 Dyn. curr. lim: uit 3 UPS functie: uit 2 Spanning: 230V 1 Frequentie: 50Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on off on on on off off on Stap 2 Voorbeeld 3: 8, 7 AGM 14,7V 6 Abs. tijd: 8 uur 5 Adapt. laden: aan 4 Dyn. curr. lim: aan 3 UPS functie: uit 2 Spanning: 240V 1 Frequentie: 50Hz DS-8 DS-7 DS-6 DS-5 DS-4 DS-3 DS-2 DS-1 on on off off off on off off Stap 2 Voorbeeld 4: 8, 7 Buisjespl. 15V 6 Abs. tijd: 4 uur 5 Vaste abs. tijd 4 Dyn. curr. lim: uit 3 UPS functie: aan 2 Spanning: 240V 1 Frequentie: 60Hz Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de dipswitches) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. 20 Master Slave 1 off on on on off DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Niet relevant DS-1 Niet relevant DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Niet relevant DS-3 Niet relevant DS-2 Niet relevant DS-1 Niet relevant FR on on on Slave 2 NL DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V) DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V) DS-6 Absorption tijd (8 uur) DS-5 Adaptief laden (aan) DS-4 Dyn. current limit (uit) DS-3 UPS functie: (aan) DS-2 Spanning (230V) DS-1 Frequentie (50Hz) EN Stap 2: voorbeeld instelling voor parallel bedrijf In dit voorbeeld is de Master ingesteld volgens de fabrieks instelling. De Slaves hoeven niet ingesteld te worden! DE Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de dipswitches) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. ES U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn. SE Stap 2: voorbeeld instelling voor 3-fase bedrijf: De Master is ingesteld volgens de fabrieks instelling. DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V) DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V) DS-6 Absorption tijd (8 uur) DS-5 Adaptief laden (aan) DS-4 Dyn. current limit (uit) DS-3 UPS functie: (aan) DS-2 Spanning (230V) DS-1 Frequentie (50Hz) Follower (L2) off on on on off on on on DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Dyn. cur. limit (uit) DS-3 UPS functie: (aan) DS-2 Spanning (230V) DS-1 Niet relevant Follower (L3) off on on DS-8 Niet relevant DS-7 Niet relevant DS-6 Niet relevant DS-5 Niet relevant DS-4 Dyn. cur. limit (uit) DS-3 UPS functie: (aan) DS-2 Spanning (230V) DS-1 Niet relevant Appendix Leader (L1) off on on Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de dipswitches) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd. U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden. Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn. 6. Onderhoud De MultiPlus vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon. 21 7. Foutindicaties Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur. 7.1 Algemene fout indicaties Probleem Oorzaak Oplossing De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld. De LED “low battery” knippert. De LED “low battery” brandt. De accuspanning is te hoog of te laag. Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is. De accuspanning is laag. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. De LED “overload” knippert. De LED “overload” brandt. De LED “temperature” knippert of brandt. De omvormer schakelt uit, omdat de accuspanning te laag is. De belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge belasting. De omgevingstemperatuur is hoog, of de belasting is te hoog. De LED’s “low battery” en “overload” knipperen afwisselend. Lage accuspanning en te hoge belasting. De LED’s “low battery” en “overload” knipperen tegelijk. Rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,25Vrms. De LED’s “low battery” en “overload” branden. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge rimpelspanning op de ingang. 22 Ontkoppel een deel van de belasting. Ontkoppel een deel van de belasting. Plaats de omvormer in een koele en goed geventileerde omgeving of ontkoppel een deel van de belasting. Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels. Controleer de dynamo. Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel. Plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels en reset de omvormer (uit- en weer inschakelen) De lader werkt niet Een slechte accuaansluiting. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. Appendix Verkeerde laadstroom. OPMERKING: U kunt de foutmodus resetten door de MultiPlus uit en opnieuw aan te zetten. De standaard MultiPlus fabrieksinstelling van de "Bulk beveiliging" modus is ingeschakeld. De “Bulk beveiliging” modus kan enkel worden uitgeschakeld via VEConfigure. Stel de laadstroom in tussen 0,1 en 0,2x de accucapaciteit. Controleer de accuaansluitingen. SE De accu wordt niet volledig opgeladen. Controleer uw accu's. ES De MultiPlus bevindt zich in “Bulk beveiliging” modus, dus de maximum bulklaadtijd van 10 uur is overschreden. Een dergelijke lange laadtijd kan wijzen op een systeemfout (bv. kortsluiting van een accucel). Zorg dat de netspanning tussen 185 Vac en 265 Vac komt te liggen en dat de frequentie overeenkomt met de instelling. DE De lader werkt niet. De LED “Bulk” knippert. De LED "Mains on" licht op. Controleer deze tabel om acties te nemen overeenkomstig het alarm. FR De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van de alarmering van de brandende LED. De knipperende LED geeft aan dat de omvormer bijna uitgeschakeld is als gevolg van het betreffende alarm. De netspanning of –frequentie is buiten het bereik. Oplossing NL Een alarm LED brandt en de tweede knippert Oorzaak EN Probleem De floatspanning is op een verkeerde Regel de floatspanning af op een waarde ingesteld. goede waarde. De capaciteit van de accu is te groot. Sluit een accu aan met een kleinere capaciteit en verhoog de laadstroominstelling. De uitgangszekering is kapot. Vervang de uitgangszekering. De accu wordt overladen. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. De floatspanning is op een verkeerde Regel de floatspanning af op een waarde ingesteld. goede waarde. Een slechte accu. Vervang de accu. Een te kleine accu. Reduceer de laadstroom of gebruik een accu met een hogere capaciteit. Sluit een temperatuursensor aan. De accu staat te warm. De laadstroom zakt terug naar 0 zodra de absorptie fase ingaat De accu is oververhit (>50°C) De accu temperatuur sensor is stuk - Plaats de accu in een koelere ruimte - Verlaag de laadstroom - Kijk of een van de accucellen een interne sluiting heeft Maak het stekkertje van de temperatuur sensor in de Multi los. Reset de Multi door deze uit te schakelen en na minstens 4 seconden wachten weer aan te zetten. Indien de laad functie nu weer goed is moet de temperatuur sensor vervangen worden. 23 7.2 Bijzondere LED indicaties Bulk en Absorption LEDs knipperen synchroon (tegelijk). Absorption en Float LEDs knipperen synchroon (tegelijk). Mains on knippert en er is geen uitgangsspanning. Voltage sense fout. De gemeten spanning op de voltage sense aansluiting wijkt teveel af (meer dan 7V) van de spanning op de plus en min aansluiting van het apparaat. Vermoedelijk is er een aansluit fout. Apparaat zal gewoon blijven werken. Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus error code. (Zie verderop) De accu temperatuur zoals deze gemeten wordt heeft een zeer onwaarschijnlijke waarde. Vermoedelijk is de sensor defect of verkeerd aangesloten. Apparaat zal gewoon blijven werken. Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus error code. (Zie verderop) Het apparaat staat in charger only en er is netspanning aanwezig. Apparaat keurt de netspanning af of is nog met synchronisatie bezig. 7.3 VE.Bus LED indicaties Apparaten die in een VE.Bus systeem zijn opgenomen (een parallel of een 3-fase opstelling) kunnen zogenaamde VE.Bus LED indicaties geven. Deze LED indicaties zijn onder te verdelen in 2 groepen: OK codes en Error codes. 7.3.1 VE.Bus OK codes Als de interne status van een apparaat in orde is maar er kan nog niet gestart worden omdat één of meer andere apparaten in het systeem een fout geven dan geven de apparaten die in orde zijn een OK code. Op deze manier is het mogelijk om sneller de fout op te sporen in een VE.Bus systeem omdat snel gezien kan worden welke apparaten in orde zijn. Belangrijk: OK codes worden allleen weergegeven als een apparaat niet aan het omvormen of laden is! Voor een Multi/Quattro: • Een knipperende Bulk LED geeft aan dat het apparaat kan omvormen. • Een knipperende Float LED geeft aan dat het apparaat kan laden. Voor een Inverter: • De Inverter on LED moet knipperen. • Een knipperende Overload LED geeft aan dat het apparaat kan omvormen. • Een knipperende Temperature LED geeft aan dat het apparaat laden niet blokkeert. Let op! In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Is dit niet het geval dan is het geen OK code. Hierop zijn de volgende uitzonderingen: • • De hierboven genoemde bijzondere LED meldingen kunnen samen met OK codes voorkomen. De Low battery LED kan samen voorkomen met de OK code die aangeeft dat het apparaat kan laden. 7.3.2 VE.Bus Error Codes Een VE.Bus systeem kan verschillende error codes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de Inverter on, Bulk, Absorption en Float LED’s. Om een VE.Bus Error Code correct te interpreteren moeten de volgende stappen doorgenomen worden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 24 Het apparaat moet in een fout mode staan : er is geen AC uitgangsspanning. Knippert de Inverter on LED? Zo nee dan is het geen VE.Bus Error Code. Indien één of meer van de LED’s: Bulk, Absorption, Float knippert dan MOET dit knipperen in tegenfase zijn met het knipperen van de Inverter on LED. Dat wil zeggen dat als de Inverter on LED aan is deze knipperende LED’s uit zijn en andersom. Is dit niet het geval dan is het geen VE.Bus error code. Kijk naar de Bulk LED en bepaal welk van de 3 onderstaande tabellen gebruikt moet worden. Zoek de juiste kolom en rij op (afhankelijk van de Absorption en Float LED’s) en lees de foutcode af. Zoek de betekenis van de code op in de tabel eronder. EN Aan alle hieronder vermelde condities moet coldaan worden!: Het apparaat staat in een fout mode! (Er is geen AC uitganagsspanning!) Inverter on LED knippert (in tegenfase met een mogelijk knipperende Bulk, Absorption of Float LED) Minstens ‘e’en van de LEDs Bulk, Absorption en Float is aan of knippert Bulk LED uit Bulk LED knippert 0 3 6 knippert 1 4 7 aan 2 5 8 Absorption LED uit knippert aan uit 9 12 15 knippert 10 13 16 aan 11 14 17 Float LED uit Float LED aan uit knippert Aan uit 18 21 24 knippert 19 22 25 aan 20 23 26 1 Apparaat is uitgeschakeld omdat één van de andere fases in het systeem uitschakelde. Controleer de falende fase. 3 Niet alle of meer dan de verwachte apparaten zijn in het systeem gevonden. Het systeem is niet goed geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw. Storing in de communicatie bekabeling. Controleer de bekabeling en schakel alle apparaten uit en weer aan. 4 Geen enkel ander apparaat gevonden. Controleer de communicatie bekabeling. 5 Overspanning op AC-out. Controleer de AC bekabeling. 10 Systeem tijd synchronisatie probleem opgetreden. Hoort niet voor te komen bij een goede installatie. Controleer de communicatie bekabeling. 14 Apparaat kan geen data versturen. Controleer de communicatie bekabeling. (Er is mogelijk een kortsluiting) 17 Een van de apparaten heeft de ‘Master’ rol op zich genomen omdat de oorspronkelijke ‘Master’ faalde. Controleer de falende unit. Controleer de communicatie bekabeling. 18 Overspanning opgetreden. Controleer AC bekabeling. 22 Dit apparaat kan niet als ‘Slave’ fungeren. Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Zorg voor vervanging. 24 Omschakel systeem beveiliging in werking getreden. 25 Firmware incompatibiliteit. Een van de aangesloten apparaten heeft een te oude firmware om met dit apparaat samen te werken. 26 Interne fout. Appendix Oorzaak/Oplossing: SE Betekenis: ES Code DE Float LED Absorption LED knippert Bulk LED Absorption LED Float LED Bulk LED aan FR Absorption LED uit NL 1. 2. 3. In een goede installatie mag dit niet voorkomen. Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Indien het probleem zich blijft voordoen moet de installatie gecontroleerd worden. Staat de ondergrens voor de AC ingangsspanning op 210V of hoger? (fabrieksinstelling is 180V, zie paragraaf 5.2) 1) Schakel alle apparaten uit. 2) Schakel het apparaat wat deze foutmelding geeft aan 3) Schakel één voor één de andere apparaten aan tot de foutmelding weer optreed. 4) Zorg dat de firmware in het laatst aangeschakelde apparaat ge-update wordt. Behoort niet voor te komen. Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Neem contact op met Victron Energy indien het probleem zich blijft voordoen. 25 8. Technische Specificaties MultiPlus 12/3000/120-16 230V 12/3000/120-50 230V 24/3000/70-16 230V 24/3000/70-50 230V PowerControl / PowerAssist 48/3000/35-16 230V 48/3000/35-50 230V ja AC Ingang Ingangspanning: 187-265 VAC Maximale doorschakelstroom (A) 16 / 50 Minimum AC-in stroombereik tbv PowerAssist (A) 2,3 / 5,3 Frequentie: 45-65Hz OMVORMER Ingangsspanningsbereik (V DC) 9,5 – 17 Uitgang (1) 19 – 33 Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2% 38 – 66 Frequentie: 50 Hz ± 0,1% Continu vermogen bij 25°C (VA) (3) 3000 3000 3000 Continu vermogen bij 25°C (W) 2500 2500 2500 Continu vermogen bij 40°C (W) 2000 2000 2000 Piek vermogen (W) 6000 6000 6000 Maximaal rendement (%) 93 94 95 Nullast (W) 15 15 16 Nullast in AES mode 10 10 12 Nullast in Search mode 4 5 5 LADER Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC Frequentie: 45 – 55 Hz Power factor: 1 AC ingang Laadspanning 'absorption' (V DC) 14,4 28,8 57,6 Laadspanning 'float' (V DC) 13,8 27,6 55,2 Laadspanning 'opslag' (V DC) 13,2 26,4 52,8 Laadstroom accessoire accu (A) (4) 120 70 35 Laadstroom startaccu (A) 4 Temperatuur sensor ja ALGEMEEN Programmeerbaar relais (5) Tweede uitgang met afschakelrelais Beveiligingen (2) Algemeen ja ja Ja, max. stroom 16A Schakelt af bij accu bedrijf a-g Temperatuur bereik: -20 tot +50°C Vocht (niet condenserend): max 95% BEHUIZING Algemeen Accu-aansluiting 230 V AC-aansluiting Gewicht (kg) Afmetingen (hxbxd in mm) Materiaal & kleur: aluminium (blauw RAL 5012) Beschermklasse: IP 21 M8 bouten Schroefklemmen 19 362 x 258 x 218 NORMEN Veiligheid EN 60335-1, EN 60335-2-29 Emissie / Immuniteit EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3 Automotive Directive 2004/104/EC 1) Iedere MultiPlus kan worden ingesteld op 60Hz 2) Beveiligingen a. Kortsluiting b. Overbelasting c. Accuspanning te hoog d. Accuspanning te laag e. Temperatuur te hoog f. Wisselspanning op de uitgang g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel 3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1 4) Bij 25°C omgevingstemperatuur 5) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat Max. AC belasting: 230V/4A Max DC belasting: 4A tot 35 VDC, 1A tot 60VDC 26 ja EN: NL: Wisselspanning ingang AC-in 16A. Van links naar rechts: PE (aarde), L (fase), N (nul). Wisselspanning ingang AC-in 50A: Van links naar rechts: L (fase), N (nul), GROUND (aarde). B 2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel en 3-fase bedrijf. C Wisselspanning uitgang AC-out-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul), PE (aarde). D Wisselspanning uitgang AC-out-2 16A. Van links naar rechts: N (nul), L (fase), PE (aarde). Wisselspanning uitgang AC-out-2 50A. Van links naar rechts: PE (aarde), L (fase), N (nul). E Aansluitklemmen voor 16A: (van links naar rechts) Voltage sense Aux ingang 1 Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu) GND-relais Temperature sensor A Aansluitklemmen voor 50A: (van links naar rechts) Temperature sensor Aux ingang 1 Aux ingang 2 GND-relais Start accu plus + (de min van start accu moet verbonden zijn met de min van de service accu) Relais contacten K1 Relais contacten K2 Voltage sense F Dubbele M8 accu min aansluiting. G Dubbele M8 accu plus aansluiting. H Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar. Verbind de linker klem en de middelste klem om de MultiPlus aan te schakelen. Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’. I Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM. Appendix SW2: No application. To be used for future features. SE ext GND relay: see E). ES Slide switches, factory setting 50A: SW1= down (off) position, SW2 = down (off) position. SW1: down (off) = internal GND relay selected, up (on) = external GND relay selected (to connect DE GND relay: see E). FR I K L M N NL F G H Terminals for 50A: (left to right) Temperature sensor Aux input 1 Aux input 2 GND-relay Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus) Programmable relay contacts K1 Programmable relay contacts K2 Voltage sense Double M8 battery minus connection. Double M8 battery positive connection. Connector for remote switch: Short left and middle terminal to switch “on”. Short right and middle terminal to switch to “charger only”. Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM. Pushbuttons for set-up mode. Primary ground connection M8 (PE). Dipswitches DS1- DS8 for set-up mode. Slide switches, factory setting 16A: SW1= right (off) position, SW2 = right (off) position. SW1: No application. To be used for future features. SW2: INT(R) = internal GND relay selected, EXT(L) = external GND relay selected (to connect ext EN AC input 16A. Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral). AC input 50A. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground). B 2x RJ45 connector for remote control and/or parallel / three-phase operation C Load connection. AC out1. Left to right: L (phase), N (neutral), PE (earth/ground). D Load connection. AC out2. 16A Left to right: N (neutral), L (phase), PE (earth/ground). 50A Left to right: PE (earth/ground), L (phase), N (neutral). E Terminals for 16A: (left to right) Voltage sense Aux input 1 Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus) GND-relay Temperature sensor A Models with 50A transfer capacity (eg MultiPlus 12/3000/120-50 230V) * See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”. * Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering” * Voir le tableau du Chapitre 4.2 « Fusible CC recommandé ». * Ver tabla en Capítulo 4.2 “Fusible CC recomendado”.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178

Victron energy MultiGrid 3k 230V - 16A 50A (firmware xxxx1xx) de handleiding

Categorie
Noodstroomvoorzieningen (UPS'en)
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor