Documenttranscriptie
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
IDENTIFICATIEGEGEVENS
INLEIDING
OPMERKING
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de
onderdelen die worden afgebeeld in het hoofdstuk
Beschrijving van de machine.
DOEL EN INHOUD VAN DEZE HANDLEIDING
Deze handleiding heeft tot doel de bediener te voorzien van
alle informatie die nodig is om deze machine op de juiste
en veiligste manier te gebruiken. Er staat informatie in over
technische aspecten, de veiligheid, de werking, het stoppen,
het onderhoud, de vervangingsonderdelen en de verwijdering
van de machine.
De bedieners en bevoegde technici die met deze machine
werken, moeten de instructies in deze handleiding zorgvuldig
lezen voordat ze met de machine aan het werk gaan. Neem
bij twijfel over de juiste interpretatie van de instructies contact
op met Nilfisk-Advance voor meer uitleg.
BETREFFENDE PERSONEN
Het serienummer en model van de machine staan op het
plaatje (1, Afb. E).
Het productiejaar van de machine is weergegeven in de CEaanduiding. Het productiejaar kan ook worden afgeleid uit de
eerste twee cijfers van het serienummer van de machine.
Deze informatie is nodig als u vervangingsonderdelen voor
de machine bestelt. Gebruik de onderstaande ruimte om de
identificatiegegevens van de machine op te schrijven.
Model MACHINE .................................................................
Serienummer MACHINE .....................................................
WAARSCHUWING!
Het serienummer van de machine is op het
frame van de machine (2, Afb. D) gestanst.
ANDERE GEBRUIKERSHANDLEIDINGEN
–
Deze handleiding is bestemd voor de bediener van de
machine en de technici die verantwoordelijk zijn voor het
onderhoud van de machine.
De bedieners mogen geen handelingen uitvoeren die alleen
door bevoegde monteurs mogen worden uitgevoerd. NilfiskAdvance is niet verantwoordelijk voor schade die is ontstaan
uit het negeren van dit verbod.
OPBERGEN VAN DE HANDLEIDING
De bedienershandleiding moet in de juiste houder bij de
machine worden opgeborgen. Er mogen geen vloeistoffen
of andere materialen bij komen zodat de handleiding goed
leesbaar blijft.
CONFORMITEITSVERKLARING
De CE-conformiteitsverklaring (Afb. A) die bij de machine
wordt geleverd, is een verklaring dat de machine voldoet aan
de geldende wetgeving.
OPMERKING
Een kopie van de oorspronkelijke CE-verklaring
van overeenstemming wordt samen met de
machinedocumentatie verstrekt.
OPMERKING
Wanneer de veegmachine is goedgekeurd
voor gebruik op de weg, wordt er een specifiek
conformiteitscertificaat meegeleverd.
SR 1800S D 2WD
–
Catalogus met vervangingsonderdelen (behoort tot de
uitrusting van de machine): 33015056
Werkplaatshandleiding (te raadplegen bij de
servicecentra van Nilfisk-Advance): 33015626
VERVANGINGSONDERDELEN EN
ONDERHOUD
Als er onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan de machine
nodig zijn, moet u deze door bevoegd personeel of bij
servicecentra van Nilfisk-Advance laten uitvoeren. Er mogen
alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires
worden gebruikt.
Als u hulp nodig heeft of vervangingsonderdelen en
accessoires wilt bestellen bij Nilfisk-Advance, zorg dan dat u
het model en het serienummer altijd bij de hand heeft.
MODIFICATIES EN VERBETERINGEN
Nilfisk-Advance streeft naar een constante perfectie van onze
producten en we behouden ons het recht voor modificaties en
aanpassingen aan te brengen indien wij die nodig achten. U
bent niet verplicht deze modificaties of verbeteringen door te
voeren op een eerder aangeschafte machine.
Eventuele aanpassingen en/of toevoegingen van accessoires
moeten expliciet worden goedgekeurd en uitgevoerd door
Nilfisk-Advance.
33014097(2)2006-12 A
3
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
–
VEILIGHEID
De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk
gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie altijd
aandachtig door en neem de nodige voorzorgsmaatregelen
om personen en voorwerpen te beschermen.
Samenwerking met de bediener is van essentieel belang
om ongelukken te voorkomen. Geen enkel preventieplan ter
voorkoming van ongevallen is effectief zonder de volledige
medewerking van de persoon die direct verantwoordelijk
is voor de werking van de machine. De meeste ongevallen
die zich binnen een bedrijf, op de werkvloer of op locatie
voordoen, worden veroorzaakt door het niet naleven van
enkele elementaire veiligheidsmaatregelen. Een oplettende
en voorzichtige bediener is de beste garantie tegen
ongevallen en is het meest effectief in elk preventieplan.
GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk
dodelijk afloop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op
persoonlijk letsel aan.
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of
opmerking aan over de werking van de sleutel
of van de gebruiksfuncties.
Lees de blokken tekst die met dit symbool zijn
gemarkeerd zorgvuldig door.
–
OPMERKING
Dit symbool geeft een opmerking aan over de
werking van de sleutel of van de gebruiksfuncties.
–
ADVIES
Raadpleeg de bedienershandleiding vóór het
uitvoeren van werkzaamheden.
–
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en specifieke
aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of
letsel bij personen te voorkomen.
GEVAAR!
–
Deze machine mag alleen worden gebruikt door speciaal
opgeleid en bevoegd personeel. De bestuurder moet:
• meerderjarig zijn
• in bezit zijn van het benodigde rijbewijs
• normaal psychofysisch gedrag vertonen
• niet onder invloed zijn van middelen die de
reactiesnelheid kunnen verminderen (alcohol,
psychopharmaca, drugs, enz.)
4
33014097(2)2006-12 A
–
–
–
–
–
–
Voordat er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd, moet de contactsleutel uit het contact
worden verwijderd.
Deze machine mag alleen worden gebruikt door speciaal
opgeleid en bevoegd personeel. De machine mag niet
worden gebruikt door kinderen of mensen met een
handicap.
Wanneer u in de buurt van bewegende onderdelen
werkt, verwijder dan al uw sieraden.
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine
als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
Gebruik deze machine niet in ruimten waar schadelijke,
gevaarlijke, ontvlambare en/of explosieve stoffen,
vloeistoffen of dampen aanwezig zijn.
Let op: de brandstof is zeer licht ontvlambaar.
Rook niet en gebruik geen open vuur bij de vulmond of
bij opslagpunten voor de brandstof.
De brandstof met een uitgeschakelde dieselmotor buiten
of in een goed-geventileerde ruimte bijvullen.
Vul de tank nooit volledig met brandstof, maar zorg
dat de brandstof minimaal 4 cm onder de rand van de
vulmond staat zodat de brandstof kan uitzetten.
Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop
van de brandstoftank goed is gesloten.
Als u tijdens het vullen brandstof heeft geknoeid, maak
de plek dan goed schoon en laat de dampen verdwijnen
voordat u de motor inschakelt.
Zorg dat er geen brandstof op de huid komt en dat u de
dampen niet inademt. Houd buiten bereik van kinderen.
Voordat er onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd, moet de contactsleutel uit het contact
worden verwijderd, .de parkeerrem worden aangetrokken
en de accu worden ontkoppeld.
Telkens als er werkzaamheden worden verricht onder
de geopende motorkap/kleppen, moet u ervoor zorgen
dat de motorkap/kleppen niet per ongeluk kunnen
dichtvallen.
Wanneer het nodig is om onderhoudswerkzaamheden uit
te voeren terwijl de afvalcontainer omhoog staat, moet
deze worden geblokkeerd met de beide blokkeerstangen.
Tijdens het transport van de veegmachine mag de
brandstoftank niet vol zijn.
De uitlaatgassen van de dieselmotor bevatten
koolmonoxide, een giftig, reukloos en kleurloos gas.
Zorg dat u het niet inademt. Sla de motor niet op een
afgesloten plaats op.
Zet geen voorwerpen op de motor.
Zet de dieselmotor altijd uit voordat u er aan gaat
werken. Ontkoppel de minpool van de accu om
te voorkomen dat de motor per ongeluk wordt
ingeschakeld.
Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de
handleiding van de dieselmotor, die een integraal deel
vormt van deze handleiding.
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
–
LET OP!
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
De machine moet zijn voorzien van een kentekenbewijs
en een kenteken om zich op de openbare weg te mogen
begeven.
De veegmachine niet voor andere doelen dan waarvoor
de machine is ontworpen, gebruiken.
Let er bij het gebruik van de machine op dat er zich
geen mensen of voorwerpen in het werkgebied van de
machine bevinden.
Gebruik de machine niet als vervoermiddel.
Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de
parkeerrem niet is ingeschakeld.
Stoot niet tegen kasten of stellingen, zeker als de kans
bestaat dat er voorwerpen kunnen omvallen.
Let bijzonder goed op bij het omhoog brengen en legen
van de afvalcontainer.
Pas de bedrijfssnelheid aan de oppervlakken aan.
Lees voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
aan de machine uitvoert alle instructies zorgvuldig door.
Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen om te
voorkomen dat haar, sieraden en losse kledingstukken
vast komen te zitten in de bewegende delen van de
machine.
Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen,
haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van de
machine met een hogedrukspuit (lucht of water).
Vermijd aanraking met het accuzuur, raak geen hete
onderdelen aan.
Laat de borstels niet werken als de machine stilstaat om
schade aan de vloer te voorkomen.
Gebruik bij brand een poederbrandblusser. Gebruik geen
water.
Reinig de machine niet met bijtende producten.
Gebruik de machine niet in bijzonder stoffige ruimten.
Verwijder de beschermingsdelen van de machine nooit
met de hand; hou u nauwkeurig aan de instructies voor
normaal onderhoud.
Verwijder of verander geen plaatjes van de fabrikant op
de machine.
Als u afwijkingen in de werking van de machine
vermoedt, controleer dan of deze niet worden
veroorzaakt door gebrek aan dagelijks onderhoud. Als
dat niet het geval is, roept u de hulp in van bevoegd
personeel of van een bevoegd servicecentrum.
Vraag bij vervanging van onderdelen om ORIGINELE
vervangingsonderdelen bij een bevoegde leverancier
en/of bevoegde detailhandelaar.
Uit veiligheidsoverwegingen en voor een correcte
werking van de machine moet het onderhoud dat in
het betreffende hoofdstuk in deze handleiding wordt
aangegeven voor bevoegd personeel of bij een
servicecentrum worden uitgevoerd.
SR 1800S D 2WD
–
–
–
–
–
–
–
–
–
NEDERLANDS
Laat de machine als hij wordt afgedankt niet onbemand
staan vanwege de giftige en/of schadelijke materialen
(olie, accu, kunststofmaterialen, enz.). Deze moeten
volgens de voorschriften naar de daarvoor bestemde
verzamelplaatsen worden gebracht (zie hiervoor het
hoofdstuk Verwijdering).
Bij normaal gebruik veroorzaken de trillingen van de
machine geen gevaarlijke situaties. Het trillingsniveau
dat op het lichaam van de bediener wordt uitgeoefend
is 0,31 m/s2 (ISO 2631-1) bij maximaal bedrijfstoerental
(2.500 toeren/min).
Tijdens de werking van de dieselmotor wordt de demper
warm; raak de demper nooit aan als hij warm is om
brandwonden of brand te voorkomen.
Laat de dieselmotor nooit draaien met onvoldoende olie,
want dat kan ernstige schade veroorzaken. Controleer
het oliepeil bij een uitgeschakelde motor terwijl de
machine horizontaal staat.
Laat de dieselmotor nooit draaien zonder de luchtfilter
om de motor niet te beschadigen.
Het vloeistofkoelsysteem van de dieselmotor staat onder
druk. Het systeem pas controleren na het uitzetten
en laten afkoelen van de motor. Ook als de motor is
afgekoeld, moet u de dop van de radiateur voorzichtig
openen.
De motor heeft een ventilator; deze niet naderen
wanneer de motor warm is omdat de ventilator aan zou
kunnen gaan ook al staat de machine uit.
Technische werkzaamheden aan de dieselmotor moeten
altijd door een bevoegde persoon worden uitgevoerd.
Gebruik voor de dieselmotor alleen originele
vervangingsonderdelen of equivalenten ervan. Het
gebruik van vervangingsonderdelen van een mindere
kwaliteit kan de motor ernstig beschadigen.
Zie ook de VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN in de
handleiding van de dieselmotor, die een integraal deel
vormt van deze handleiding.
LET OP!
Koolmonoxide (CO) kan hersenletsel of zelfs dodelijk
letsel veroorzaken.
De interne verbrandingsmotor van deze machine stoot
koolmonoxide uit.
Adem geen uitlaatgassen in.
Gebruik alleen in afgesloten ruimte wanneer er voldoende
ventilatie en een tweede persoon aanwezig zijn.
33014097(2)2006-12 A
5
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
VERPAKKING VERWIJDEREN/
AFLEVERING
Controleer bij aflevering van de machine zorgvuldig of de
verpakking en de machine niet zijn beschadigd tijdens het
transport. Als u beschadigingen heeft aangetroffen, bewaart
u de verpakking dan zoals u deze van de transporteur heeft
ontvangen. Neem onmiddellijk contact op met de transporteur
om een verzoek tot schadevergoeding in te vullen.
Controleer of de uitrusting van de machine overeenkomt met
de volgende lijst:
–
Technische documentatie:
• Bedienershandleiding van de veegmachine
• Catalogus met vervangingsonderdelen van de
veegmachine
• Handleiding van de dieselmotor
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
BEDRIJFSCAPACITEIT
Deze veegmachine is ontwikkeld en gebouwd voor de
reiniging (door middel van vegen en aanzuigen) van gladde,
solide vloeren in privé- en bedrijfsruimten, en voor het
verzamelen van stof en kleine vuildeeltjes en wel onder
gecontroleerde veilige omstandigheden door een bevoegde
bediener.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Alle verwijzingen naar voorwaarts en achterwaarts, vóór
en achter, rechts en links in deze handleiding zijn vanuit de
bediener in zijn rijpositie met de handen op het stuur bekeken
(20, Afb. B en C).
BESCHRIJVING
Beschrijving van het bedieningspaneel en de
standaardknoppen
(Zie Afb. B)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Hendel voor openen/sluiten van de flap
Lampjes
Bedieningshendel zijborstel
Bedieningshendel hoofdborstel
Controlelampje groot licht
Controlelampje achterlichten
Controlelampje laadstatus accu
Controlelampje ingeschakelde parkeerrem
Controlelampje voorverwarming bougies dieselmotor
Weergave urenteller
Controlelampje motoroliedruk
Bedieningshendel afvalcontainer
Controlelampje reservebrandstof
Controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur
dieselmotor
Inschakelknop van de filterschudder
Controlelampje richtingaanwijzers
Contactsleutel
Inschakelhendel turbine
Gashendel
Stuur
6
33014097(2)2006-12 A
21. Hendel parkeerrem
22. Schakelaar geluidssignaal
23. Zekeringenkastje B (zie het deel 'Elektrische
beschermingen')
24. Zekeringenkastje A (zie het deel 'Elektrische
beschermingen')
25. Gaspedaal:
• wanneer het voorste deel wordt ingedrukt, gaat de
machine voorwaarts
• wanneer het achterste deel wordt ingedrukt, gaat de
machine achterwaarts
26. Rempedaal
27. Stoel met microschakelaar
28. Ontgrendelknop stoel
Beschrijving van het bedieningspaneel en de optionele
knoppen
(Zie Afb. C)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
Hendel voor openen/sluiten van de flap
Lampjes
Bedieningshendel zijborstel
Bedieningshendel hoofdborstel
Controlelampje groot licht
Controlelampje achterlichten
Controlelampje laadstatus accu
Controlelampje ingeschakelde parkeerrem
Controlelampje voorverwarming bougies dieselmotor
Weergave urenteller
Controlelampje motoroliedruk
Controlelampje verstopt luchtfilter (*)
Controlelampje reservebrandstof
Controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur
dieselmotor
Inschakelknop van de filterschudder
Controlelampje richtingaanwijzers
Contactsleutel
Schakelaar klimaatregelaar (*)
Stuurbediening (*)(**)
Stuur
Hendel parkeerrem
Schakelaar noodlichten
Zekeringenkastje B (zie het deel 'Elektrische
beschermingen')
Zekeringenkastje A (zie het deel 'Elektrische
beschermingen')
Snelheidspedaal
• wanneer het voorste deel wordt ingedrukt, gaat de
machine voorwaarts
• wanneer het achterste deel wordt ingedrukt, gaat de
machine achterwaarts
Rempedaal
Stoel met microschakelaar
Ontgrendelknop stoel
Gashendel
Inschakelhendel turbine
Bedieningshendel afvalcontainer
(*) Optioneel
(**) Zie hierna de functies van de stuurbediening
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
Functies van de stuurbediening:
–
–
–
–
–
–
–
–
Lichten uit, met markering (1b) overeenkomend met
symbool 0
Positielichten aan, met markering (1b) overeenkomend
met symbool
Dimlichten aan, met markering (1b) overeenkomend met
symbool
Groot licht aan, met markering (1b) overeenkomend met
symbool
en hendel (1a) omlaag
Tijdelijk aanzetten van het groot licht, door de hendel
(1a) omhoog te zetten
Inschakeling richtingaanwijzer rechts, door de hendel
(1a) naar voren te zetten
Inschakeling richtingaanwijzer links, door de hendel (1a)
naar achteren te zetten
Inschakeling geluidssignaal, door op het uiteinde van de
hendel (1a) te drukken
Beschrijving van de instellingen van de machine
(Zie Afb. E-F)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Klep afvalcontainer
Afvalcontainer
Inspectieluik afvalcontainer/stoffilters
Blokkeerstangen afvalcontainer
Motorkap
Steunstang motorkap
Expansiereservoir
Klep stoel
Lampen
Demper
Indicator oliepeil hydraulische systeem
Reservoir voor remolie
Luchtfilter motor
Cilinder omhoog brengen afvalcontainer
Stofafdichting links
Stofafdichting rechts
Stofafdichting achter
Stofafdichting flap
Flap
Borstel rechts
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
60.
61.
62.
NEDERLANDS
Motor borstel rechts
Borstel links (*)
Motor borstel links (*)
Motor aanzuigventilator
Aanzuigventilator
Zakfilter
Rechterwiel
Linkerwiel
Hoofdborstel
Motor hoofdborstel
Bedieningspomp
Pomp voor aandrijvingsysteem
Filter pomp voor aandrijvingsysteem
Dieselmotor LDW1404
Ventilator dieselmotor
Radiateur dieselmotor
Sturend achterwiel rechts
Motor achterwiel rechts
Olietank hydraulisch systeem
Aanzuigfilter
Vuldop olie hydraulisch systeem
Aftapdop oliereservoir hydraulisch systeem
Accu
Brandstofreservoir
Vlotter brandstofpeil
Vuldop brandstof
Handbediende pomp (*)
Radiateurolie hydraulisch systeem
Elektroventilator radiateur
Onderste klep rechts
Onderste klep links
Filterschudder
Hendel handbediende pomp (*)
Schuif handbediende pomp (*)
Opening zijkant voor omhoog brengen/slepen
Opening achter voor omhoog brengen/slepen
Lagedrukvoorfilter (*)
Bevestigingsknop klep afvalcontainer
Afdekking oliereservoir hydraulisch systeem
Oogbout voor slepen (**)
Sturend achterwiel links
Motor achterwiel links
(*) Optioneel
(**) Met goedkeuring voor gebruik op de weg
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
7
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Afmetingen en gewichten
Waarden
Lengte machine (haren van de borstels niet inbegrepen)
2.720 mm
Breedte machine (haren van de borstels niet inbegrepen)
1.650 mm
Afstand tussen voor- en achterwielen
1.200 mm
Spoorbreedte voorwielen
1.440 mm
Spoorbreedte achterwielen
930 mm
Hoogte machine (standaard)
1.620 mm
Hoogte machine (met cabine)
2.460 mm
Hoogte machine (met dak)
2.435 mm
Hoogte machine (met stuurkolom)
2.300 mm
Minimale hoogte vanaf de grond (zonder flaps)
55 mm
Oploophoek voor max. toelaatbaar
14°
Maximale hoogte vanaf de grond voor het lossen van afval
1.460 mm
Pneumatische voorbanden
5,00 - 8
Band achterwiel
4,00 - 8
Pneumatische bandenspanning
7,0 Bar
Diameter zijborstel
590 mm
Afmetingen hoofdborstel
1.200 x 380 mm
Totaalgewicht van de machine, in werking (zonder bediener)
1.490 kg
Prestaties
Waarden
Maximale voorwaartse snelheid (alleen voor verplaatsing)
11 km/u
Maximale werksnelheid
11 km/u
Maximale achterwaartse snelheid
8 km/u
Maximale hellingshoek bij volledige belasting
20%
Minimale interne draaicirkel
1.975 mm
Maximale snelheid van de zijborstels
80 toeren/min.
Verzamelsysteem
Aanzuigend
Breedte van het reinigingsvlak met borstel rechts
1.790 mm
Breedte van het reinigingsvlak met borstel rechts en links
1.950 mm
Filtersysteem
Zakfilter
Filteroppervlakken
10,2 m2
Maximaal geluid op de bestuurdersstoel (geluidsniveau) (ISO/EN3744) bij maximaal bedrijfstoerental
87,5 dB(A)
Gegarandeerd geluidsvermogen (2000/14/EC) bij maximaal bedrijfstoerental
106 dB(A)
Inhoud afvalcontainer
440 liter
Verlichtings- en signaleringssysteem (goedgekeurde veegmachine)
Goedgekeurd voor de weg
Verlichtings- en signaleringssysteem (industriële veegmachine)
Op verzoek
Aandrijving
Hydrostatische stuurbekrachtiging
Stuurinrichting
Op de achteras, met
stuurbekrachtiging
Servicerem
Hydraulisch
Parkeerrem
Mechanisch
Bediening
Hydraulisch
8
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
Gegevens dieselmotor LDW1404 (*)
Waarden
Merk
Lombardini
Type
LDW 1404/B6
Cilinders
4
Maximaal toerental
2.500 toeren/min.
Maximaal vermogen bij 2.500 toeren/min
18 kW
Minimaal toerental
900 toeren/min.
Koelvloeistof dieselmotor
50% antivries en 50% water
Type antivriesvloeistof
AGIP Antifreeze Extra (***)
Cilinderinhoud
1.372 cc
Verbruik bij machine in gebruik bij 2.500 toeren/min (maximaal toerental)
5,3 l/u
Type motorolie
AGIP Sigma Turbo 15W40 (**)
(*) Zie voor de overige gegevens/waarden van de dieselmotor de betreffende handleiding.
(**) Zie hieronder de tabel met eigenschappen van de motorolie en de tabel met specificaties ter referentie.
(***) Zie hieronder de tabel met eigenschappen van de koelvloeistof en de tabel met specificaties ter referentie.
EIGENSCHAPPEN AGIP ANTIFREEZE EXTRA
Goedgekeurde en specifieke vloeistoffen:
Kookpunt
°C
170
CUNA NC 956-16 97
Kookpunt bij oplossing met 50% water
°C
110
FF.SS cat. 002/132
Vriespunt bij oplossing met 50% water
°C
-38
ASTM D 1384
Kleur
/
Turquoise
Volumetrische massa bij 15°C
kg/l
1,13
EIGENSCHAPPEN AGIP SIGMA TURBO 15W40
Goedgekeurde en specifieke vloeistoffen:
GRADATIE SAE
/
15W40
ACEA E3-96
Viscositeit bij 100°C
mm2/s
13,7
API Service CG-4/SG
Viscositeit bij 40°C
mm2/s
100
CCMC D5, PD-2
Viscositeit bij -15°C
mm²/s
3.300
US Department of the Army MIL-L-2104 E
Viscositeitsindex
/
138
US Department of the Army MIL-L-46152 E
Ontbrandingspunt COC
°C
230
MACK EO-L
Vloeipunt
°C
-27
MAN M 3275
Volumetrische massa bij 15°C
kg/l
0,885
Mercedes Benz 228.3
VOLVO VDS2
MTU typ 2
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
9
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
Gegevens oliën
Waarden
Inhoud brandstoftank
30 liter
Inhoud oliereservoir hydraulisch systeem
40 liter
Gegevens hydraulisch systeem
Waarden
Capaciteit olie hydraulisch systeem
47 liter
Maximale druk aandrijfsysteem
210 Bar
Maximale druk bedieningssysteem
110/140 Bar
Type olie hydraulisch systeem
AGIP ARNICA 46 (***)(****)
Gegevens elektrisch systeem
Waarden
Spanning systeem
12 V
Startaccu
12 V – 80 Ah
(****)
(***)
Wanneer de machine wordt gebruikt in ruimten waar de temperatuur lager dan +10°C is, dan raden wij u aan de olie
te vervangen door olie met een viscositeit van 32 cSt. Bij temperaturen onder 0°C moet u oliën met een nog lagere
viscositeit gebruiken.
Zie hieronder de tabel met eigenschappen van de olie voor het hydraulisch systeem en de tabel met specificaties ter
referentie.
EIGENSCHAPPEN AGIP ARNICA 46/32
Goedgekeurde en specifieke vloeistoffen:
46
32
ISO-L-HV
Viscositeit bij 100°C
mm²/s
45
32
ISO 11158
Viscositeit bij 40°C
mm²/s
7,97
6,40
AFNOR NF E 48603 HV
Viscositeitsindex
/
150
157
AISE 127
Ontbrandingspunt COC
°C
215
202
ATOS Tab. P 002-0/I
Vloeipunt
°C
-36
-36
BS 4231 HSE
Volumetrische massa bij 15°C
kg/l
0,87
0,865
CETOP RP 91 H HV
COMMERCIAL HYDRAULICS
Danieli Standard 0.000.001 (AGIP
ARNICA22,46,68)
EATON VICKERS I-286-S3
EATON VICKERS M-2950
DIN 51524 t.3 HVLP
LAMB LANDIS-CINCINNATI P 68, P69, P70
LINDE
PARKER HANNIFIN (DENISON) HF-0
REXROTH RE 90220-1/11.02
SAUER-DANFOSS 520L0463
Gegevens klimaatregeling (optioneel)
Waarden
Type gas
Reclin 134A
Hoeveelheid gas
0,8 kg
10
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
ELEKTRISCH SCHEMA
(Zie Afb. AH)
A
AA
Dynamo 12 V - 45/65 A
L1
Lamp richtingaanwijzer linksvoor
Geluidssignaal
L2
Lamp richtingaanwijzer linksachter
B
Accu 12 V - 80 A
L3
Lamp richtingaanwijzer rechtsvoor
B1
Lampje bougies
L4
Lamp richtingaanwijzer rechtsachter
B2
Lampje motorolie
L5
Remlicht links
B3
Lampje water motor
L6
Remlicht rechts
B4
Microschakelaar parkeerrem
L7
Positielicht linksvoor
B5
Lampje luchtfilter
L8
Positielicht linksachter
B6
Vlotter brandstof
L9
Positielicht rechtsvoor
B7
Lampje elektroventilator
L10
Positielicht rechtsachter
B8
Microschakelaar beveiliging stoel
L11
Dimlicht links
B9
Sensor achteruit
L12
Dimlicht rechts
BZ
Sensor beveiliging voor starten van de
dieselmotor
L13
Groot licht links
L14
Groot licht rechts
C0
Urenteller/toerenteller
L15
Knipperlampje
C1
Contactschakelaar
L16
Kentekenplaatverlichting
C2
Regeleenheid bougies
M
Microschakelaar remlichten
C3
Stuurbediening
M1
Startmotor
C4
Schakelaar noodlichten
M2
Motor elektroventilator
C5
Pieper achteruitrijden
M3
Motor filterschudder
C6
Compressor klimaatregelaar
M4
Motor ventilator cabine
D1
Diode 1N4007
P
Drukregelaar
Magneetklep brandstof
P1
Schakelaar filterschudder
F1
Zekering noodlichten
R1
Relais compressor klimaatregelaar
F2
Zekering richtingaanwijzers
R3
Relais pieper achteruitrijden
F3
Zekering positielichten linkerkant
RS
Weerstand
F4
Zekering positielichten rechterkant
RX
Relais beveiliging starten van de dieselmotor
F5
Zekering groot licht
RY
Relais beveiliging starten van de dieselmotor
F6
Zekering dimlichten
S1
Controlelampje bougies
F7
Zekering magneetklep brandstof
S2
Controlelampje accu
F8
Zekering bediening/regeleenheid bougies
S3
Controlelampje olie
F9
Zekering remlichten
S4
Controlelampje water
F10
Zekering klimaatregelaar
S5
Controlelampje parkeerrem
F11
Vrije zekering
S6
Controlelampje verstopt luchtfilter
F12
Zekering magneetklep
S7
Controlelampje reservebrandstof
F13
Zekering pieper achteruitrijden
S8
Controlelampje richtingaanwijzers
F14
Zekering filterschudder
S9
Controlelampje achterlichten
F15
Vrije zekering
S10
Controlelampje groot licht
F16
Zekering knipperlicht
S11
Controlelampje noodlichten
F17
Vrije zekering
S12
Controlelampje klimaatregelaar
F18
Zekering geluidssignaal
TM
EV1
I
Flitsmechanisme
I1
Schakelaar klimaatregelaar
IG
Indicator brandstofpeil
K
SR 1800S D 2WD
Thermostaat
Bougies
33014097(2)2006-12 A
11
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
HYDRAULISCH SYSTEEM
ELEKTRISCHE BESCHERMINGEN
(Zie Afb. AI)
Onder het dashboard bevinden zich twee zekeringenkastjes
(24 en 23, Afb. C) met een deksel van doorzichtig plastic, die
de volgende zekeringen ter bescherming van de betreffende
circuits bevatten:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
(*)
Olietank hydraulisch systeem
Afzuigfilter
Aanzuigfilter
Pomp voor aandrijvingsysteem
Dieselmotor
Motor aandrijvingsysteem
Verdeler 3 elementen
Cilinder flap
Cilinder omhoog brengen afvalcontainer
Motor hoofdborstel
Motor borstel rechts
Motor borstel links
Radiateurolie hydraulisch systeem
Terugslagklep
Cilinder borstel links
Cilinder borstel rechts
Blokkeerklep
Cilinder hoofdborstel
Hydraulische aandrijving
Voorkeurklep
Bedieningspomp
Pomp aanzuigventilator
Verdeler 1 element
Vloeistofomleider
Motor aanzuigventilator
Dubbele blokkeerklep
Cilinder hydraulische aandrijving
Servomechanisme pedaal
Handbediende pomp (*)
Cilinder cabine omhoog (*)
Optioneel
12
33014097(2)2006-12 A
Zekeringenkastje A 6-wegs (23, Afb. B-C)
F1: Zekering noodlichten (10 A)
–
F2: Zekering richtingaanwijzers (10 A)
–
F3: Zekering positielichten linkerkant (7,5 A)
–
F4: Zekering positielichten rechterkant (7,5 A)
–
F5: Zekering groot licht (10 A)
–
F6: Zekering dimlichten (10 A)
–
Zekeringenkastje B 12-wegs (24, Afb. B-C)
F7: Zekering magneetklep brandstof (7,5 A)
–
F8: Zekering bediening/regeleenheid bougies (7,5 A)
–
F9: Zekering remlichten (10 A)
–
F10: Zekering klimaatregelaar (20 A) (*)
–
F11: Vrije zekering (10 A)
–
F12: Zekering elektroventilator (20 A)
–
F13: Zekering pieper achteruitrijden (10 A)
–
F14: Zekering filterschudder (20 A)
–
F15: Vrije zekering (7,5 A)
–
F16: Zekering knipperlicht (7,5 A)
–
F17: Vrije zekering (7,5 A)
–
F18: Zekering geluidssignaal (7,5 A)
–
(*)
Zonder klimaatregelaar is de zekering 10 A vrij.
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de
machine worden uitgerust met de volgende accessoires,
volgens het gebruik van de machine:
Borstels met hardere of zachtere haren dan de
–
standaardborstel
Borstel links (*)
–
Stuurcabine (*)
–
Klimaatregelaar stuurcabine (*)
–
Veiligheidsgordel aan de bestuurderszijde (*)
–
(*) Optioneel
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
6.
GEBRUIK
LET OP!
Op de machine zijn enkele plaatjes aangebracht
met de volgende woorden:
–
GEVAAR
–
LET OP!
–
WAARSCHUWING!
–
ADVIES
7.
LET OP!
Dek de plaatjes niet af en vervang ze
onmiddellijk als ze beschadigd zijn.
VOOR HET STARTEN
Open waar nodig de klep van de stoel (8, Afb. F) door
deze omhoog te brengen en de brandstof via de vuldop
(46, Afb. E) bij te vullen.
WAARSCHUWING!
Vul de tank nooit volledig met brandstof, maar
zorg dat de brandstof minimaal 4 cm onder de
rand van de vulmond staat zodat de brandstof
kan uitzetten.
2.
8.
9.
Starten van de dieselmotor
1.
2.
3.
4.
5.
WAARSCHUWING!
Wanneer u de motor met de contactsleutel
(17, Afb. B-C) start, moet u het gaspedaal (25)
niet indrukken. Als u dat wel doet, zorgt het
veiligheidssysteem dat de motor dan niet kan
worden gestart.
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op
de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal
zijn.
STARTEN EN STOPPEN VAN DE
DIESELMOTOR
Ga op de bestuurdersstoel (27, Afb. B-C) zitten en
controleer of de parkeerrem (21) is geactiveerd.
Stel de stoelpositie naar wens af met de hendel (28, Afb.
B-C).
Stel de buitenspiegels af voor beter zicht tijdens het
manoeuvreren (*).
Zet de gashendel van de motor (19, Afb. B - 29, Afb. C)
op het minimum.
Controleer of de borstels omhoog staan, houd er
anders rekening mee bij het starten van de motor voor
eventuele ongemakken die de borstels zouden kunnen
veroorzaken indien ze meteen beginnen te draaien.
SR 1800S D 2WD
Steek de contactsleutel (17, Afb. B-C) in het contact.
Draai de sleutel één slag rechtsom en laat hem in
deze stand staan. Op dat moment gaan de volgende
controlelampjes branden:
• Controlelampje voorverwarming bougies dieselmotor
(9, Afb. B-C)
• Controlelampje laadstatus accu (7, Afb. B-C)
• Controlelampje oliedruk dieselmotor (11, Afb. B-C)
• Controlelampje parkeerrem (8, Afb. B-C)
Draai wanneer het controlelampje voor de
voorverwarming van de bougies (9, Afb. B-C) uit is de
contactsleutel rechtsom tot hij niet verder kan en laat de
sleutel los wanneer de dieselmotor start.
WAARSCHUWING!
Laat de contactsleutel bij het starten van
de dieselmotor niet te lang ingeschakeld
(maximaal 20 seconden) om de startmotor niet
te beschadigen. Wanneer de motor niet start,
wacht dan even voordat u opnieuw probeert.
Voordat u opnieuw probeert te starten, de
sleutel terugdraaien, tegen de klok in, tot de
beginpositie.
Als de dieselmotor na twee pogingen nog niet
is gestart, moet u de hulp inroepen van degene
die verantwoordelijk is voor de machine.
LET OP!
We raden u aan tijdens de werkzaamheden
gehoorbescherming te dragen
(oorbeschermers, etc.).
1.
NEDERLANDS
Controleer of alle controlelampjes uit zijn als de machine
in beweging is.
Zet het gaspedaal (19, Afb. B - 29, Afb. C) in de halve
stand en laat de motor enkele minuten draaien om op te
warmen, vooral bij zeer lage temperaturen.
Stoppen van de dieselmotor
1.
2.
3.
Zet de gashendel van de motor (19, Afb. B - 29, Afb. C)
op het minimum en laat de hendel enkele minuten in
deze stand staan om het systeem te stabiliseren.
Draai de contactsleutel (17, Afb. B-C) tot het einde
linksom en verwijder de sleutel.
Schakel de parkeerrem in met de hendel (21, Afb. B-C).
33014097(2)2006-12 A
13
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIK VAN DE MACHINE
De machine kan als volgt worden gebruikt:
–
in verplaatsingmodus
–
in werkmodus
Wanneer de machine moet worden verplaatst (zonder
vegen), moet u als volgt te werk gaan:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in het vorige
deel.
Controleer of de afvalcontainer (2, Afb. E-F) omlaag
staat.
Controleer of aanzuigventilator uit is; controleer of de
hendel (18, Afb. B - 30 Afb. C) omlaag staat.
Zet de gashendel van de motor (19, Afb. B - 29, Afb. C)
langzaam naar voren totdat hij op MAX staat.
Schakel de parkeerrem uit met de hendel (21, Afb. B-C).
Verplaats de machine met de handen op het stuur (20,
Afb. B-C). Druk geleidelijk op het voorste deel van het
pedaal (25) om de machine voorwaarts te bewegen of
op het achterste deel om de machine achterwaarts te
bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de
maximale waarde via de druk op het pedaal.
LET OP!
Vergeet niet dat de achteras wordt
aangedreven.
8.
Laat het pedaal (25, Afb. B-C) los om de machine te
stoppen.
9. Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u
ook het pedaal van de servicerem (26, Afb. B-C) in.
10. Zet de gashendel van de motor (19, Afb. B - 29, Afb. C)
op MIN en laat de hendel enkele minuten in deze stand
staan om het systeem te stabiliseren.
11. Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
1. Schakel de parkeerrem in met de hendel (21, Afb. B-C).
Wanneer u een werkcyclus wilt uitvoeren, gaat u als volgt
te werk:
WAARSCHUWING!
Gebruik de veegmachine niet op bijzonder natte
vloeren.
1.
2.
3.
4.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in het vorige
deel.
Controleer of de afvalcontainer (2, Afb. E-F) omlaag
staat.
Zet de gashendel van de motor (19, Afb. B - 29, Afb. C)
langzaam naar voren totdat hij op MAX staat.
Schakel de aanzuigventilator (25, Afb. F) in door de
hendel van de verdeler (18, Afb. B - 30 Afb. C) omhoog
te draaien.
WAARSCHUWING!
Wanneer er tijdens de werkcyclus natte
oppervlakken moeten worden geveegd, vergeet
dan niet de aanzuigventilator te stoppen en
deze weer in te schakelen wanneer u het
vochtige gebied verlaat.
5.
Open de sluitflap (19, Afb. F) van de afvalcontainer door
de linkerhendel van de bediening (1, Afb. B-C) ingedrukt
te houden.
6. Laat de hoofdborstel (29, Afb. E) zakken door de hendel
van de bediening (4, Afb. B-C) naar links te zetten. Met
dezelfde bediening begint de hoofdborstel te draaien.
7. Breng zo nodig ook de zijborstel rechts (20, Afb. E)
omlaag door de middelste hendel van de bediening (3,
Afb. B-C) omlaag te zetten. Met dezelfde bediening
begint ook de zijborstel rechts te draaien. Met dezelfde
hendel wordt ook de borstel links (22, Afb. E) geregeld.
8. Schakel de parkeerrem uit met de hendel (21, Afb. B-C).
9. Begin met de veegwerkzaamheden door de machine met
de handen op het stuur (20, Afb. B-C) te verplaatsen en
geleidelijk op het voorste deel van het pedaal (25) om de
machine voorwaarts te bewegen of op het achterste deel
om de machine achterwaarts te bewegen te drukken.
10. De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de
maximale waarde via de druk op het pedaal.
WAARSCHUWING!
De borstels kunnen ook omhoog en omlaag
worden gebracht wanneer de machine beweegt.
De borstels draaien niet als ze omhoog staan.
WAARSCHUWING!
Wanneer de aanzuiging niet meer goed werkt,
moet de afvalcontainer worden geleegd.
14
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
Ga als volgt te werken om de afvalcontainer (2, Afb. F) te
legen:
GEBRUIK VAN DE BORSTEL LINKS
(OPTIONEEL)
11. Breng de zijborstel omhoog en zet deze stil door
de middelste hendel van de bediening (3, Afb. B-C)
ingedrukt te houden.
12. Breng de hoofdborstel omhoog en zet deze stil door
de hendel van de bediening (4, Afb. B-C) naar rechts
ingedrukt te houden.
13. Schakel de aanzuigventilator (25, Afb. F) uit door de
hendel van de bediening (18, Afb. B - 30 Afb. C) omlaag
te draaien.
14. Sluit de flap (19, Afb. F) door de linkerhendel van de
bediening (1, Afb. B-C) aan te trekken.
15. Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond
op een plek die bestemd is voor het legen van de
afvalcontainer.
16. Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog tot de
gewenste hoogte door de rechterhendel van de
bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C) ingedrukt te houden.
1.
WAARSCHUWING!
De maximale hoogte voor het legen van de
afvalcontainer is 1.460 mm.
GEBRUIK VAN RUITENWISSERS EN SPROEIERS (OPTIONEEL)
1.
17. Open de flap (19, Afb. F) om het vuil uit de container te
laten lopen door de linkerhendel van de bediening (1,
Afb. B-C) ingedrukt te houden.
18. Sluit na het legen de flap (19, Afb. F) door de
linkerhendel van de bediening (1, Afb. B-C) aan te
trekken.
19. Breng de afvalcontainer omlaag door de rechterhendel
van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C) aan te trekken.
20. Schakel de filterschudder (52, Afb. E) in om de stoffilter
te reinigen; druk 15-20 seconden op de knop (15, Afb.
B-C).
LET OP!
Schakel de filterschudder niet in wanneer de
afvalcontainer omhoog staat.
1.
Herhaal punten 8 tot en met 12 van de
verplaatsingsprocedure.
SR 1800S D 2WD
Gebruik de schakelaar (1, Afb. I) om de ruitenwisser in
en uit te schakelen.
GEBRUIK VAN DE KLIMAATREGELAAR IN DE
STUURCABINE (OPTIONEEL)
1.
2.
3.
Draai voor het inschakelen van de klimaatregelaar de
schakelaar (18, Afb. C) één slag waardoor de ventilator
in de eerste snelheid wordt gezet.
Draai de schakelaar (18, Afb. C) naar de tweede slag om
de tweede snelheid van de ventilator te activeren.
Zet de schakelaar (18, Afb. C) terug naar de beginpositie
om de klimaatregelaar uit te zetten.
WERKING VAN HET VERLICHTINGSSYSTEEM
1.
LET OP!
Wees zeer voorzichtig wanneer de
afvalcontainer omhoog is gebracht. Leeg de
container niet op een helling.
LET OP!
Controleer tijdens het legen of er zich
geen personen in het werkgebied van de
veegmachine bevinden.
Zie het deel Gebruik van de machine in de beschrijving
van de werkcyclus.
Gebruik om het verlichtings- en signaleringssysteem
in te schakelen de hendel aan het stuur (19, Afb. C).
De functies van deze hendels worden beschreven in
Beschrijving van de machine in het deel Beschrijving van
het bedieningspaneel en de optionele knoppen.
INSCHAKELING VAN DE NOODLICHTEN
1.
Schakel de noodlichten in met de schakelaar (22, Afb.
C).
DE CABINE HANDMATIG OMHOOG BRENGEN
U kunt de bestuurderscabine als volgt handmatig omhoog en
omlaag zetten.
1. Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
2. Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
3. Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
4. Verwijder de hendel (53, Afb. E) van de handbediende
pomp.
5. Verplaats de hendel (53, Afb. E) op de handbediende
pomp (47).
6. Zet de schuifschakelaar (54, Afb. E) van de pomp naar
rechts zodat de cabine omhoog komt. Pomp met behulp
van de hierboven genoemde hendel.
7. Zet de cabine in de oorspronkelijke stand door de
schuifschakelaar (54, Afb. E) naar links te zetten en te
pompen totdat de cabine weer naar beneden is.
8. Zet de schuifschakelaar (54, Afb. E) in de middelste
stand.
33014097(2)2006-12 A
15
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE BLOKKEERSTANGEN VAN DE
OPGEHEVEN AFVALCONTAINER NAAR
BINNEN STEKEN
1.
Telkens wanneer u onder de afvalcontainer moet werken,
moet u de container volledig omhoog brengen door
de hendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden en daarna de twee blokkeerstangen
(4, Afb. F) naar binnen steken.
VERVOER/BEWEGING
Gebruik voor het vervoeren/bewegen van de machine de als
volgt beschreven bevestigingspunten en standen.
LET OP!
Het verankeren van de machine moet worden
uitgevoerd door bevoegd personeel.
Beschikbare punten
NA GEBRUIK VAN DE MACHINE
1.
Aan het eind va de werkcyclus moet u de machine als volgt
opslaan:
1. Hoofdborstel omhoog (zie het deel Gebruik van de
machine).
2. Zijborstel omhoog (zie het deel Gebruik van de machine).
3. Aanzuigventilator uitgeschakeld (zie het deel Gebruik
van de machine).
4. Gashendel op MIN.
5. Afvalcontainer omlaag (zie het deel Gebruik van de
machine).
6. Motor uitgeschakeld (zie het deel Starten en stoppen van
de dieselmotor).
7. Doe als ze aan zijn, de lichten uit.
8. Parkeerrem ingeschakeld.
–
–
TREKBEWEGING VAN DE MACHINE
Voor trekbewegingen van de machine gaat u als volgt te werk.
1. Leeg waar mogelijk de afvalcontainer (2, Afb. F). Als
de hoeveelheid afval minimaal is, is het niet nodig de
container te legen.
2. Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
3. Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
4. Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
5. Draai de schroef van de omloopklep (1, Afb. G) voor de
pomp voor het aandrijvingsysteem (32, Afb. E) ongeveer
twee slagen los zodat de machine in de neutraalstand
staat.
6. Sleep de machine door de machine aan de punten te
koppelen die worden aangegeven met de stickers (55,
56, Afb. F - 57, Afb. E).
De machine is voorzien van de volgende
bevestigingspunten:
2 punten aan de zijkant (55, Afb. F)
2 punten aan de achterkant (56, Afb. F)
OPMERKING
De hierboven genoemde punten zijn met stickers
aangegeven.
Verankering
2.
Voer de volgende handelingen uit voor de verankering
van de machine tijdens het vervoer:
• De machine opstellen in verplaatsingmodus (zie de
procedure in het betreffende deel).
• Haal de contactsleutel uit de contactschakelaar (17,
Afb. B-C).
• Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
• Sluit alle kleppen, kappen, etc.
• Bevestig de machine op de aangegeven punten (55,
56, Afb. F) met geschikte banden.
LANGE PERIODE VAN STILSTAND
Als de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt,
raden wij u het volgende aan:
1. Zet de machine in ruststand zoals beschreven in de
paragraaf ‘Na gebruik van de machine.
2. De machine opslaan in een gesloten, droge en schone
ruimte die afgeschermd is van de weersomstandigheden
en die voldoet aan de volgende omgevingswaarden:
• Temperatuur: van +1°C tot +50°C
• Vochtigheid: maximaal 95%
1. Ontkoppel de minpool van de accu (43, Afb. F).
2. Behandel de dieselmotor zoals beschreven in de
betreffende handleiding.
EERSTE GEBRUIKSPERIODE
Na de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de
volgende handelingen uitvoeren:
1. Controleer of alle bevestigings- en aansluitingselementen
nog goed vast zitten; controleer of alle zichtbare
onderdelen nog intact zijn en geen lekkage vertonen.
2. Voer na de eerste 50 werkuren, de controles en de
voorziene vervangingen uit volgens het vastgelegde
onderhoudsschema.
16
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
ONDERHOUD
De levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig
onderhoud.
Hieronder staat het verkorte onderhoudsschema. De aangegeven intervallen zijn afhankelijk van de specifieke
werkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.
LET OP!
De onderhoudswerkzaamheden moeten bij een uitgeschakelde machine worden uitgevoerd (de startsleutel
moet uit het contact zijn gehaald).
Lees echter eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
OPMERKING
Bij onderhoudswerkzaamheden moeten altijd originele vervangingsonderdelen worden gebruikt.
Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij een
bevoegd servicecentrum.
In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.
De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het vastgelegde onderhoudsschema staan, vindt u in de
servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.
ONDERHOUDSSCHEMA
Onderhoud
Inloopperiode (na
de eerste 50 uren)
Elke 10 uur
en voor het
gebruik
Elke
200 uur
Elke
600 uur
Elke
1.200 uur
Elke
2.400 uur
Controle oliepeil van dieselmotor
Reiniging van het luchtfilter van
de motor
Controle reiniging ribben
radiateur van de motor
Controle peil koelvloeistof van
de motor
Controle van het vloeistofpeil
van de accu's
Controle oliepeil en efficiëntie
van de afzuigfilter van de
hydraulische installatie
Controle en reiniging
ribben olieradiateur van het
hydraulische systeem
Reiniging afvalcontainer en
controle afdichtingen
Controle remoliepeil
Controle werking van
geluidssignaal achteruit
Veiligheidscontrole bij niet
starten dieselmotor, met
gaspedaal ingeschakeld
(6)
Controle bandenspanning
Controle stofafdichtingen
Controle en afstelling zijborstels
Controle en afstelling
hoofdborstel
Verversing olie dieselmotor
(7)(8)
Controle parkeerrem
Controle spanning ketting
dynamo
(7)
Controle spanning ketting
compressor klimaatregelaar
(8)
Vervanging oliefilter dieselmotor
(7)(8)
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
17
Langere
perioden
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
Inloopperiode (na
de eerste 24 uren)
Onderhoud
Vervanging brandstoffilter
dieselmotor
Elke 10 uur
en voor het
gebruik
Elke
200 uur
Elke
600 uur
Elke
1.200 uur
Elke
2.400 uur
Langere
perioden
(7)
Controle bevestiging moeren en
schroeven; lekkage
(6)
Smering
(6)
(6)
Controle bussen van
koelvloeistofsysteem
dieselmotor
(7)(6)
Vervanging oliefilter pomp
aandrijvingsysteem
(6)
(6)
Vervanging filter voor
olieaanzuiging hydraulisch
systeem
(6)
(6)
Vervanging ketting dynamo
(3)(6)
Vervanging luchtfilter
stuurcabine
(1)
IJking en reiniging injectoren
(2)(3)(6)
Vervanging ketting compressor
klimaatregelaar
(6)
Verversing koelvloeistof
dieselmotor
(3)(6)
Verversing olie hydraulische
systeem
(3)(6)
Controle remsysteem
(6)
Controle druk hydraulische
pompen
(6)
Gedeeltelijke revisie dieselmotor
(2)(4)(6)
Algemene revisie dieselmotor
(2)(5)(6)
(1):
(2):
(3):
(4):
(5):
(6):
(7):
(8):
of elke 6 maanden
onderhoudswerkzaamheden die bij de servicecentra van Lombardini moeten worden uitgevoerd
of elke 2 jaar
na 5.000 uur
na 10.000 uur
zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding bij de servicecentra van Nilfisk-Advance.
bij weinig gebruik elk jaar.
wanneer u olie van een mindere kwaliteit dan aanbevolen gebruikt, moet u de olie elke 125 uur verversen.
DE AFVALCONTAINER REINIGEN
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van de
machine met een hogedrukspuit (lucht of water).
Wanneer de afvalcontainer (2, Afb. F) is geleegd, moet u de machine op een plaats aangewezen voor reiniging/spoelen zetten
en het volgende doen:
1. Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
2. Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog volgens de aanwijzingen in het betreffende deel.
3. Open de flap (19, Afb. F).
4. Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
5. Reinig de afvalcontainer met een hogedrukspuit.
WAARSCHUWING!
Reinig de flap en alleen het onderste deel van de afvalcontainer met een hogedrukspuit om te voorkomen dat
de zakfilter (26, Afb. E) nat wordt.
18
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
DE ZAKFILTER VERVANGEN
Vervang als volgt de zakfilter:
1. Zet de machine in ruststand zoals beschreven in de
paragraaf ‘Na gebruik van de machine.
2. Verwijder de klep (1, Afb. F) van de afvalcontainer door
de bevestigingsknop (58, Afb. E) los te draaien.
3. Verwijder de afdekking (1, Afb. H) van de afvalcontainer
door de zes bevestigingsschroeven (2, Afb. G) los te
draaien.
4. Verwijder de zes schroeven (1, Afb. J) en verwijder
daarna de drie vergrendelingsplaatjes van de zakfilter (2,
Afb. J).
5. Til de zakfilter (1, Afb. L) omhoog, koppel de kabel van
de motor voor de filterschudder (2) los en vervang de
filter.
6. Voer de punten 2, 3, 4 en 5 in de omgekeerde volgorde
uit.
OPMERKING
Ga ook voor het reinigen op dezelfde manier te
werk.
DE OLIE VAN HET HYDRAULISCH SYSTEEM
VERVERSEN
LET OP!
De olie van het hydraulisch systeem is
zeer bijtend, draag daarom altijd rubberen
handschoenen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN HET
HYDRAULISCHE SYSTEEM
1.
2.
3.
4.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
Controleer via de indicator (11, Afb. F) of het peil van de
olie in de tank tussen de markeringen MIN en MAX staat.
Verwijder eventueel de dop (41, Afb. E) en vul olie bij. Zie
voor de bruikbare soorten olie het hoofdstuk Technische
eigenschappen.
OPMERKING
Vul bij met dezelfde olie als in de tank.
5.
6.
9.
CONTROLE VAN DE REINIGING VAN DE
RIBBEN VAN DE RADIATEUR VAN DE OLIE
VAN DE HYDRAULISCHE INSTALLATIE
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het
lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het
schoonmaken van de machine met een
hogedrukspuit (lucht of water).
DE OLIEFILTER VAN HET HYDRAULISCH
SYSTEEM VERVANGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
Plaats een geschikte container om de olie op te vangen
rechts van het achterwiel (37, Afb. E) onder de aftapdop
(42, Afb. E) van het oliereservoir van het hydraulisch
systeem.
Draai de dop (42, Afb. E) los en verwijder deze. Laat alle
olie uit het hydraulisch systeem lopen.
Wanneer alle olie uit het reservoir is gedruppeld, draait u
de dop (42, Afb. E) weer vast.
Verwijder de afdekking (59, Afb. E) van het oliereservoir.
Draai de twee aanzuigfilters (40, Afb. E) los met een
D50-sleutel en vervang ze.
Reinig het oliereservoir (39, Afb. E) in het steunvlak van
de afdekking (59, Afb. E). Bevestig daarna de afdekking
met siliconenkit en schroeven.
Giet de olie die eerder was afgetapt terug in het
reservoir.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
Plaats een geschikte container om de olie op te vangen
rechts van het achterwiel (37, Afb. E) onder de aftapdop
(42, Afb. E) van het oliereservoir van het hydraulisch
systeem.
Draai de dop (42, Afb. E) los en verwijder deze. Laat alle
olie uit het hydraulisch systeem lopen.
Wanneer alle olie uit het reservoir is gedruppeld, draait u
de dop (42, Afb. E) weer vast.
Verwijder de afdekking (59, Afb. E) van het oliereservoir.
Draai de twee aanzuigfilters (40, Afb. E) los volgens de
aanwijzingen in het betreffende deel.
Reinig het oliereservoir (39, Afb. E) in het steunvlak van
de afdekking (59, Afb. E). Bevestig daarna de afdekking
met siliconenkit en schroeven.
Vul met dezelfde of gelijkaardige olie (zie het deel
Technische eigenschappen).
LET OP!
De verwijderde olie en filters moeten worden
bezorgd bij speciale inzamelingsbedrijven die
voldoen aan de geldende milieuwetgeving.
Draai de dop (41, Afb. E) aan.
Sluit de klep van de stoel (8, Afb. F).
LET OP!
De olie van het hydraulisch systeem is
zeer bijtend, draag daarom altijd rubberen
handschoenen.
NEDERLANDS
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en
schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
Reinig de ribben van de radiateur voor de olie van het
hydraulisch systeem (48, Afb. E) met een straal perslucht
(maximaal 6 Bar). Richt waar nodig de straal perslucht in
de tegenovergestelde richting van de koelluchtcirculatie.
Controleer vanaf de binnenzijde van de radiateur (48,
Afb. E) of de ventilator vrij kan draaien.
Voer de punten 3 tot en met 6 in de omgekeerde
volgorde uit.
LET OP!
De verwijderde olie en filters moeten worden
bezorgd bij speciale inzamelingsbedrijven die
voldoen aan de geldende milieuwetgeving.
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
19
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
CONTROLE VAN HET VLOEISTOFPEIL VAN DE
ACCU
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het lichaam
(ogen, haren, handen, enz.) bij het controleren
of reinigen van de accu.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Open de klep van de stoel (8, Afb. F).
Controleer het peil van de elektrolyt in de accu (43, Afb.
E) en vul indien nodig bij met gedistilleerd water.
Reinig indien nodig de accu.
Controleer of de poolaansluitingen van de accu niet
verroest zijn.
Sluit de klep van de stoel (8, Afb. F).
DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
CONTROLE VAN HET REMOLIEPEIL
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Breng de afvalcontainer helemaal omhoog, zoals wordt
beschreven in het specifieke deel.
Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
Controleer of het oliepeil in het reservoir (12, Afb. F)
tussen de minimum- en maximummarkeringen staat. Vul
waar nodig bij met dezelfde olie als in het circuit.
Meestal gebruikte olie: DOT4.
Verwijder de vergrendelingsstangen (4, Afb. F) en laat de
afvalcontainer zakken.
CONTROLE VAN DE WERKING VAN
HET GELUIDSSIGNAAL BIJ ACHTERUIT
(OPTIONEEL)
1.
2.
Controleer of het geluidssignaal aangaat als de machine
in z’n achteruit wordt gezet.
Stel de activeringsensor indien nodig af zoals
beschreven in de Werkplaatshandleiding.
CONTROLE VAN DE BANDENSPANNING
1.
2.
3.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
De bandenspanning moet als volgt zijn:
• Voorbanden:
7,0 Bar
• Achterbanden:
7,0 Bar
LET OP!
Respecteer de waarden voor de
bandenspanning op de betreffende stickers.
De waarden op de banden verwijzen naar
standaardbelastingen en -snelheden,
maar komen niet overeen met de
bedrijfsomstandigheden van de machine.
20
33014097(2)2006-12 A
Controleer of de indruk op de grond van de zijborstel juist
is door als volgt te werk te gaan:
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat
deze enkele seconden draaien.
Zet de zijborstel stil en breng deze omhoog voordat u de
machine verplaatst.
Controleer of de indruk die de zijborstel achterlaat is
zoals in de afbeelding (Afb. M) in verhouding tot de
rijrichting (3, Afb. M).
• De zijborstel rechts moet de vloer raken in een
draaicirkel tussen 9 uur en 4 uur (1, Afb. M).
• De zijborstel links moet de vloer raken in een
draaicirkel tussen 8 uur en 3 uur (2, Afb. M).
Wanneer de indruk niet overeenkomt met de
specificaties, stelt u de hoogte van de zijborstel af met de
schroef (1, Afb. N).
OPMERKING
Als de borstels door overmatige slijtage niet meer
kunnen worden afgesteld, moeten de borstels zoals
in het betreffende deel worden vervangen.
DE ZIJBORSTELS VERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen
als u de zijborstels vervangt omdat er scherpe
deeltjes tussen de haren van de borstels
kunnen blijven hangen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de
specifieke paragraaf.
Zet de gashendel (19, Afb. B - 29, Afb. C) op MAX.
Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog door de
hendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden tot de container de juiste hoogte
bereikt en u onder de zijborstel kunt komen.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Verwijder de blokkeerschroef (1, Afb. P) en verwijder en
vervang daarna de zijborstel.
Bevestig de zijborstel met de schroef (1, Afb. P).
Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omlaag door de
rechterhendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
aangetrokken te houden.
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
DE HOOGTE VAN DE HOOFDBORSTEL
CONTROLEREN EN AFSTELLEN
Controleer of de indruk op de grond van de hoofdborstel juist
is door als volgt te werk te gaan:
1. Zet de machine op een vlakke ondergrond.
2. Zet de machine stil, laat de hoofdborstel zakken en laat
deze enkele seconden draaien.
3. Zet de hoofdborstel stil en breng deze omhoog voordat u
de machine verplaatst.
4. Controleer of de indruk van de hoofdborstel is zoals
aangegeven in de afbeelding (Afb. O).
5. Wanneer de indruk niet overeenkomt met de
specificaties, stelt u de hoogte van de hoofdborstel af
met de schroef (1, Afb. Q).
DE HOOFDBORSTELVERVANGEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar.
Deze procedure is van toepassing op alle soorten
borstels.
WAARSCHUWING!
Wij raden u aan werkhandschoenen te dragen
als u de hoofdborstel vervangt omdat er
scherpe deeltjes tussen de haren van de borstel
kunnen blijven hangen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
Verwijder de onderste klep aan de rechterzijde (50, Afb.
F).
Verwijder de drie vleugelmoeren (1, Afb. R).
Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. R).
Plaats de stofafdichting (3, Afb. R).
Verwijder de veiligheidsklem (1, Afb. S).
Verwijder de steunflens (2, Afb. S) van de hoofdborstel.
Verwijder de hoofdborstel (3, Afb. S) en vervang deze.
Voer de punten 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in de omgekeerde
volgorde uit.
DE STOFAFDICHTING RECHTS VERVANGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de
specifieke paragraaf.
Zet de gashendel (19, Afb. B - 29, Afb. C) op MAX.
Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog door de
rechterhendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
Verwijder de onderste klep aan de rechterzijde (50, Afb.
F).
Verwijder de drie vleugelmoeren (1, Afb. R).
Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. R).
Verwijder de vier schroeven binnenin (1, Afb. T).
Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. T).
Verwijder de stofafdichting (3, Afb. R) en vervang deze.
Voer de punten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 in de
omgekeerde volgorde uit.
SR 1800S D 2WD
NEDERLANDS
DE STOFAFDICHTING LINKS VERVANGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de
specifieke paragraaf.
Zet de gashendel (19, Afb. B - 29, Afb. C) op MAX.
Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog door de
rechterhendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
Verwijder de onderste klep aan de linkerzijde (51, Afb. F).
Verwijder de drie vleugelmoeren (1, Afb. U).
Verwijder de drukveer (3, Afb. U).
Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. U).
Verwijder de vier schroeven binnenin (1, Afb. V).
Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. V).
Verwijder de stofafdichting (4, Afb. U) en vervang deze.
Voer de punten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 in de
omgekeerde volgorde uit.
DE STOFAFDICHTING ACHTER VERVANGEN
1.
2.
3.
4.
5.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
Verwijder de twee bevestigingsschroeven (1, Afb. Z) en
afdichtplaatje (2).
Verwijder de stofafdichting (3, Afb. Z) en vervang deze.
Voer de punten 2 en 3 in omgekeerde volgorde uit.
DE STOFAFDICHTING VAN DE FLAP
VERVANGEN
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
2. Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de
specifieke paragraaf.
3. Zet de gashendel (19, Afb. B - 29, Afb. C) op MAX.
4. Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog door de
rechterhendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden.
5. Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
6. Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
7. Open de flap (19, Afb. F) door de linkerhendel van de
bediening (1, Afb. B-C) ingedrukt te houden.
8. Verwijder de zes bevestigingsschroeven (1, Afb. AA).
9. Verwijder het afdichtplaatje (2, Afb. AA) en de
stofafdichting (3) van de flap.
10. Vervang de stofafdichting (3, Afb. AA).
11. Voer de punten 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 in de omgekeerde
volgorde uit.
1.
33014097(2)2006-12 A
21
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
CONTROLE VAN HET OLIEPEIL VAN DE
DIESELMOTOR
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
Controleer het oliepeil van de dieselmotor zoals
beschreven in de betreffende handleiding.
Vul eventueel olie bij en ga daarbij te werk zoals
beschreven in de handleiding van de dieselmotor.
OPMERKING
Vul bij met hetzelfde type olie als in de motor. Zie
het deel Gegevens dieselmotor.
7.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
VERVERSING VAN DE OLIE VAN DE
DIESELMOTOR
1.
2.
3.
4.
5.
Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
Ververs de olie van de dieselmotor zoals beschreven in
de betreffende handleiding.
DE LUCHTFILTER VAN DE DIESELMOTOR
VERVANGEN
LET OP!
Draag geschikte bescherming voor het
lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het
schoonmaken van de machine met een
hogedrukspuit (lucht of water).
1.
Stel de machine af zoals beschreven in het deel Na
gebruik van de machine.
2. Start de dieselmotor zoals werd beschreven in de
specifieke paragraaf.
3. Zet de gashendel (19, Afb. B - 29, Afb. C) op MAX.
4. Breng de afvalcontainer (2, Afb. F) omhoog door de
rechterhendel van de bediening (12, Afb. B - 31, Afb. C)
ingedrukt te houden.
5. Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
6. Steek de twee blokkeerstangen (4, Afb. F) naar binnen.
7. Verwijder de afdekking van de luchtfilter van de motor
(13, Afb. F).
8. Verwijder de vleugelmoer (1, Afb. AB) en verwijder
daarna de houder (2) van de luchtfilter. Vervang de
houder.
9. Verwijder de moer (1, Afb. AC) en verwijder daarna de
veiligheidshouder (2) van de filter. Vervang de houder.
10. Voer de punten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 in de omgekeerde
volgorde uit.
WAARSCHUWING!
Wanneer de veegmachine is voorzien van een
dubbele aanzuigfilter, spoel dan ook uitsparing
van de lagedrukvoorfilter (57, Afb. E).
OPMERKING
Gebruik hetzelfde type olie als in de motor. Zie het
deel Gegevens dieselmotor.
6.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
VERVANGING VAN DE OLIEFILTER VAN DE
DIESELMOTOR
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
Vervang het oliefilter van de dieselmotor zoals
beschreven in de betreffende handleiding.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
22
33014097(2)2006-12 A
CONTROLE VAN DE REINIGING VAN DE
RIBBEN VAN DE RADIATEUR VAN DE
DIESELMOTOR
1.
2.
3.
4.
5.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en
schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
Controleer of de ribben van de radiateur van de
dieselmotor (36, Afb. E) schoon zijn aan de hand van de
instructies in de betreffende handleiding.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
SR 1800S D 2WD
GEBRUIKSAANWIJZING
CONTROLE VAN HET KOELVLOEISTOFPEIL
VAN DE DIESELMOTOR
1.
2.
3.
Zet de machine op een vlakke en stevige ondergrond en
schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Open de motorkap (5, Afb. F).
LET OP!
Het koelcircuit staat onder druk; voer geen
controles uit voordat de motor is afgekoeld en
open ook in dat geval voorzichtig de dop (1,
Afb. AD) van de tank (2).
4.
5.
6.
7.
Ga te werk zoals beschreven in de handleiding van
de dieselmotor en controleer of het koelvloeistofpeil
in de tank (2, Afb. AD) tussen de markeringen van het
minimum- en maximumniveau staat. Schroef indien
nodig de dop (1, Afb. AD) los en vul bij.
Bestanddelen van de koelvloeistof:
• 50% antivries AGIP
• 50% water
Draai de dop (1, Afb. AD) vast na het bijvullen.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
DE BRANDSTOFLUCHTFILTER VAN DE
DIESELMOTOR VERVANGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Open de motorkap (5, Afb. F) en bevestig deze met de
steunstang (6, Afb. F).
Vervang de brandstoffilter van de dieselmotor zoals
beschreven in de betreffende handleiding.
Sluit de motorkap (5, Afb. F).
NEDERLANDS
VERVANGING VAN DE ZEKERINGEN
1.
2.
3.
4.
Schakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.
Draai de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen
de klok in en verwijder de sleutel.
Verwijder de doorzichtige bescherming van het
zekeringenkastje (23 of 24, Afb. B-C) en vervang de
betreffende zekering. Raadpleeg voor de waarden
en functies van de zekeringen het deel Elektrische
beschermingen.
Doe de doorzichtige bescherming van het
zekeringenkastje (23 of 24, Afb. B-C) terug.
VEILIGHEIDSFUNCTIES
Op de machine zijn de volgende veiligheidsfuncties voorzien:
GELUIDSSIGNAAL VAN DE ACHTERUIT
(OPTIONEEL)
De machine is voorzien van een sensor met overeenkomend
geluidssignaal om aan te geven dat het voertuig in zijn
achteruit staat.
BEGRENZINGSSENSOR VOOR STARTEN
VAN DE DIESELMOTOR BIJ GEACTIVEERD
GASPEDAAL
De machine is voorzien van een sensor die zorgt dat de
dieselmotor niet start wanneer het gaspedaal wordt ingedrukt.
BEGRENZINGSSENSOR VOOR STARTEN VAN
DE DIESELMOTOR WANNEER DE BEDIENER
NIET IN DE STOEL ZIT
De machine is voorzien van een sensor in het kussen van
de stoel die zorgt dat de dieselmotor niet start wanneer de
bediener niet op de stoel zit.
DE LUCHTFILTER VAN DE STUURCABINE
VERVANGEN (*)
(*) Alleen bij een cabine met klimaatregelaar
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Zet de machine op een stevige, vlakke ondergrond.
Schakel de motor uit door de contactsleutel (17, Afb.
B-C) tot het einde linksom te draaien en de sleutel te
verwijderen.
Schakel de parkeerrem (21, Afb. B-C) in.
Verwijder in de stuurcabine de schroeven (1, Afb. AE) en
verwijder het paneel (2).
Draai de knoppen (1, Afb. AF) los en verwijder het paneel
(2).
Verwijder de luchtfilter (1, Afb. AG) van de cabine.
Monteer de nieuwe filter (1, Afb. AG) zoals afgebeeld met
de pijlen (2) in de richting van de luchtstroom.
Voer de punten 3 en 4 in omgekeerde volgorde uit.
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
23
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
STORINGEN LOKALISEREN
Hierna volgen de meest gebruikelijke problemen die kunnen worden gecontroleerd tijdens het gebruik van de machine, de
waarschijnlijke oorzaken ervan en de mogelijke acties om ze te herstellen.
LET OP!
De aangegeven herstelactie moet worden uitgevoerd door bevoegd personeel, dat altijd de in de specifieke
paragrafen van deze handleiding, indien aanwezig, beschreven instructies moet opvolgen. Neem anders
voor meer informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk-Advance. Zij beschikken over de
werkplaatshandleiding.
Neem voor uitleg of informatie contact op met de servicecentra van Nilfisk-Advance.
ONGEMAKKEN EN HERSTELACTIES
Ongemak
Waarschijnlijke oorzaak
Herstelactie
ALGEMEEN
Aanwezigheid van een overmatige
hoeveelheid stof op de onderzijde of uiteinde
van de flap
De ventilator werkt niet
De filters zijn verstopt
De stofafdichting van de flap is beschadigd
Schakel de ventilator in
Reinig/vervang de filters
Vervang de stofafdichting
De borstels zijn niet goed afgesteld
De borstels zijn versleten
De bewegingssnelheid is te hoog
De borstel is beschadigd of er is materiaal in
de borstel aanwezig
Geen druk in de motoren
De motoren zijn defect
Stel de borstels af
Vervang de borstels
Verlaag de snelheid
BORSTELS
De borstels reinigen niet goed
De zij- en hoofdborstels draaien niet
De bedieningspomp is defect, stuurt geen
olie onder druk naar het circuit
De bediening is geblokkeerd
De hendel is geblokkeerd
Geen druk in de cilinder
De hoofdborstel gaan niet omhoog/omlaag
De cilinder is defect
De bediening is geblokkeerd
Geen druk in de cilinder
De zijborstel gaat niet omhoog/omlaag
De borstels zijn luidruchtig
De borstels zijn overmatig versleten
AANZUIGVENTILATOR
De aanzuigventilator maakt lawaai
De aanzuigventilator draait maar zuigt niet
genoeg
De aanzuigventilator draait niet
24
De cilinder is defect
De bediening is geblokkeerd
Vreemd materiaal in de borstel
De indruk is te diep
De borstelharen zijn niet geschikt voor de
vloer
Hydraulische motor defect
De stoffilters zijn verstopt
De motor is defect
Geen druk in de motor van het
aanzuigsysteem
De pakking van de afvalcontainer is
beschadigd
Geen druk naar de pomp
Hydraulische motor defect
De omleider is defect
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
Vervang de borstel of verwijder het materiaal
Controleer het circuit
Vervang de motoren
Controleer de druk van het circuit
Vervang de pomp
Controleer de bediening
Controleer de hendel
Controleer het circuit
Controleer de pomp
Vervang de pakkingen van de cilinder
Vervang de cilinder
Controleer de bediening
Controleer het circuit
Controleer de pomp
Vervang de pakkingen van de cilinder
Vervang de cilinder
Controleer de bediening
Verwijder het materiaal
Stel de borstels goed af
Gebruik borstels met geschikte haren
Vervang de motor
Reinig/vervang de filters
Vervang de motor
Controleer de druk van het circuit
Vervang de pomp
Vervang de stofafdichting
Controleer de druk van de pomp
Vervang de motor
Vervang de omleider
GEBRUIKSAANWIJZING
Ongemak
Waarschijnlijke oorzaak
NEDERLANDS
Herstelactie
FLAP
Geen druk in de cilinder
De flap heeft niet genoeg openingskracht
De flap opent/sluit niet
Blaas het materiaal naar voren
AFVALCONTAINER
De afvalcontainer gaat niet omhoog/omlaag
De cilinder is versleten
Geen druk in de cilinder
De hendel is geblokkeerd
De bediening is geblokkeerd
De stofafdichting van de flap is beschadigd
De bediening is geblokkeerd
De blokkeerklep is defect
Controleer de bediening
Vervang de klep
Vervang de pakkingen van de cilinder
Vervang de cilinder
Vervang de pakkingen
De cilinder is defect
De afvalcontainer verliest vuil
FILTERSCHUDDER
De motor van de filterschudder werkt niet
Controleer het circuit
Vervang de pakkingen van de cilinder
Vervang de cilinder
Controleer het circuit
Controleer de hendel
Controleer de bediening
Vervang de stofafdichting
De pakkingen zijn versleten
De knop is beschadigd
De zekering is doorgebrand
Het stroomverbruik van de motor is te hoog
Vervang de knop
Vervang de zekering
Vervang de koolborstels
Vervang de motor
STUURINRICHTING
Het sturen gaat zwaar
De stuurbekrachtiging is geblokkeerd
Voorkeurklep defect
Vervang de stuurbekrachtiging
Vervang de klep
Tekort aan remolie
De rempomp is defect
Lucht in het circuit
De remschoenen zijn versleten of smerig
De cilinders van de remschoenen zijn defect
De rem is niet goed afgesteld
Voeg olie toe
Vervang de pomp
Ontlucht de installatie
Vervang de remschoenen
Vervang de cilinders
Stel de rem af
De banden zijn niet op de juiste spanning
opgepompt
Controleer de bandenspanning
De lagers zijn versleten
Vervang de lagers
De toevoer van de olie van de pomp van het
aandrijvingsysteem is niet voldoende
Controleer of de schroeven van de
omloopklep goed zijn aangehaald
Controleer de druk van de pomp van het
aandrijvingsysteem
Vervang de pomp
REMMEN
De machine remt niet genoeg
De parkeerrem remt niet genoeg
STABILITEIT
De machine in beweging heeft weinig
stabiliteit
WIELEN
De voorwielen maken lawaai
AANDRIJFVERMOGEN
De machine heeft weinig aandrijfvermogen
De motor voor het aandrijvingsysteem is
versleten
Omloopklep is open
De pedaalbediening is defect
Geen vermogen naar de pomp of de
motoren
Haal de omloopklep aan
Vervang het pedaal
SNELHEIDSPEDAAL
De machine beweegt ook met het
snelheidspedaal in ruststand (vrij)
MOTOR
Het gaspedaal is niet goed afgesteld
Stel het pedaal af
De dieselmotor start niet
Het gaspedaal is ingedrukt
Voor andere problemen
Laat het pedaal los
Zie de handleiding voor de Lombardini
De machine blijft stilstaan
Vervang de motor
Vervang de motor/pomp
VERWARMING IN DE STUURCABINE
Het watercircuit is beschadigd
Er komt geen warme lucht
De verwarming lekt water
De schakelaar is uitgeschakeld
De zekering is doorgebrand
SR 1800S D 2WD
Controleer en/of vervang de beschadigde
onderdelen
Vervang de verwarming
Schakel de schakelaar in
Vervang de zekering
33014097(2)2006-12 A
25
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
Ongemak
Waarschijnlijke oorzaak
Herstelactie
KLIMAATREGELAAR
De compressor werkt niet goed
Gaslekkage uit het systeem
Er komt geen koele lucht
De expansieklep is defect
De schakelaar is uitgeschakeld
De zekering is doorgebrand
De gasdrukregelaar is defect
Het relais is doorgebrand
Vervang de ketting
Vervang de compressor
Controleer het circuit
Breng gas aan in het systeem
Vervang de klep
Schakel de schakelaar in
Vervang de zekering
Vervang de drukregelaar
Vervang het relais
ELEKTRISCH SYSTEEM
De richtingaanwijzers zijn defect
De remlichten zijn defect
De positielichten zijn defect
De dimlichten zijn defect
Het groot licht is defect
Het geluidssignaal is stil
De accu loopt leeg
De zekering is doorgebrand
De gloeilamp is doorgebrand
De stuurbediening is onderbroken
Schakelaar waarschuwing beschadigd
Het flitsmechanisme is doorgebrand
De zekering is doorgebrand
De gloeilamp is doorgebrand
De microschakelaar is defect
De zekering is doorgebrand
De gloeilamp is doorgebrand
De stuurbediening is onderbroken
De zekering is doorgebrand
De gloeilamp is doorgebrand
De stuurbediening is onderbroken
Het relais is doorgebrand
De zekering is doorgebrand
De gloeilamp is doorgebrand
De stuurbediening is onderbroken
Het relais is doorgebrand
De zekering is doorgebrand
Het mechanisme voor het geluidssignaal is
defect
De stuurbediening is onderbroken
Het relais is doorgebrand
Er is onvoldoende vloeistof
Kortsluiting in een van de elementen van de
accu
De klemmen van de accu zijn los
De motoren zijn overbelast
De accu is snel leeg
De laadtijd is te kort
De elementen in de accu zijn leeg
Vervang de zekering
Vervang de gloeilamp
Vervang de stuurbediening
Vervang de schakelaar
Vervang het flitsmechanisme
Vervang de zekering
Vervang de gloeilamp
Vervang de microschakelaar
Vervang de zekering
Vervang de gloeilamp
Vervang de stuurbediening
Vervang de zekering
Vervang de gloeilamp
Vervang de stuurbediening
Vervang het relais
Vervang de zekering
Vervang de gloeilamp
Vervang de stuurbediening
Vervang het relais
Vervang de zekering
Vervang het mechanisme voor het
geluidssignaal
Vervang de stuurbediening
Vervang het relais
Vul de vloeistof bij
Vervang de accu
Controleer de klemmen en haal ze aan
Controleer het stroomverbruik van de
motoren
Laad de accu langer op
Vervang de accu
VERWIJDERING
Als de machine wordt afgedankt, moet hij naar een bevoegd verwijderingbedrijf worden gebracht.
Voordat de machine wordt afgedankt, moeten de volgende materialen worden verwijderd en gescheiden en vervolgens volgens
de geldende milieunormen naar de betreffende afvalverwerkingsbedrijven worden gebracht:
–
Borstels
–
Motorolie
–
Filter motorolie
–
Olie hydraulisch systeem
–
Oliefilters hydraulisch systeem
–
Kunststof onderdelen
–
Elektrische en elektronische onderdelen
OPMERKING
Raadpleeg met name voor het afdanken van elektrische en elektronische onderdelen uw plaatselijke Nilfisk-Advancekantoor.
26
33014097(2)2006-12 A
SR 1800S D 2WD
A
Modell/Modèle/Model/Model
Typ/Type/Type/Type
Seriennummer/Numéro de série/
Serial number/Serienummer
:
SWEEPER
:
SR 1800S D 2WD
:
:
SI
M
Baujahr/Année de fabrication/
Year of construction/Bauwjaar
IL
E
Konformitätserklärung
Déclaration de conformité
Conformity certificate
Conformiteitsverklaring
Je soussigné certifie que les modèles
ci-dessus sont fabriqués conformément aux
directives et normes suivantes.
The undersigned certify that the
above mentioned model is produced in accordance with the following directives and
standards.
Ondergetekende verzekert dat de
bovengenoemde modellen geproduceerd
zijn in overeenstemming met de volgende
richtlijnen en standaards.
AC
-
Der Unterzeichner bestätigt hiermit
dass die oben erwähnten Modelle gemäß
den folgenden Richtlinien und Normen hergestellt wurden.
EC Machinery
ry Directive 98/37/EC
EN 12100-1, EN 12100-2, EN 294, EN 349
EC Low Voltage
73/23/EEC
oltage Directive 73/23/EE
EN 60335-1, EN 60335-2-72
EC EMC
C Directive 89/336/EEC
EN 61000, EN 50366
Manufacturer: Nilfisk-Advance S.p.a.
Authorized
A
Auth
signatory: Franco Mazzini, General Mgr
Date:
Signature:
Administrative Office:
Address:
dre
Strada Comunale della Braglia n° 18, 26862 Guardamiglio (LO) - Italy
Phone: +39 0377 451124, Fax: +39 0377 51443
SR 1800S D 2WD
33014097(2)2006-12 A
I