Nilfisk SR 1450 B_D, SR 1450 B-D Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Nilfisk SR 1450 B_D Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
SWEEPER
SR 1450 B-D
33014811(1)2005-07 A
BETRIEBSANLEITUNG
MANUEL D’UTILISATION
USER MANUAL
GEBRUIKSAANWIJZING
A
Konformitätserklärung Déclaration de conformité
Conformity certificate Conformiteitsverklaring
Modell/Modèle/Model/Model : SWEEPER
Typ/Type/Type/Type : SR 1450 B-D
Seriennummer/Numéro de série/
Serial number/Serienummer :
Baujahr/Année de fabrication/
Year of construction/Bauwjaar :
D Der Unterzeichner bestätigt hiermit
dass die oben erwähnten Modelle gemäß
den folgenden Richtlinien und Normen
hergestellt wurden.
F Je soussigné certifie que les modèles
ci-dessus sont fabriqués conformément aux
directives et normes suivantes.
GB The undersigned certify that the above
mentioned model is produced in accordance
with the following directives and standards.
NL Ondergetekende verzekert dat de
bovengenoemde modellen geproduceerd zijn
in overeenstemming met de volgende
richtlijnen en standaards.
Manufacturer: Nilfisk-Advance Spa
Authorized signatory: Franco Mazzini, General Mgr
Date: Signature:
Administrative Office:
Address: Località Novella Terza, 26862 Guardamiglio (LO) - Italy
Phone: +39 0377 451124, Fax: +39 0377 51443
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2 33014811(1)2005-07 A
INLEIDING
VOORWOORD
Deze handleiding wordt bij de machine geleverd en moet tot
het einde van de levensduur van de machine worden
bewaard.
Voordat u met of aan de machine werkt, moet u alle
instructies en waarschuwingen in deze handleiding lezen.
Onbevoegde bedieners die niet bekend zijn met de
procedures in deze handleiding mogen de machine niet
gebruiken.
Richtlijn 98/37 EC en latere updates definiëren een
‘BEDIENER’ als de persoon of personen verantwoordelijk
voor de installatie, werking, instelling, onderhoud, reiniging,
reparatie en vervoer van de machine.
Nilfisk-Advance weigert elke verantwoordelijkheid voor
problemen, defecten, ongevallen, etc. die worden
veroorzaakt door gebrek aan kennis of toepassing van de
procedures in deze handleiding.
Hetzelfde geldt voor aanpassingen en/of montage van
accessoires zonder toestemming vooraf.
IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE
De machine heeft een EC-markering (Afb. A) zoals
gespecificeerd in de Machinerichtlijn 98/37 EC en latere
updates.
Elke verbetering of kleine wijziging in de styling die aan de
machine is uitgevoerd, kan ervoor zorgen dat de gegevens
afwijken van de afgebeelde details, maar dat betekent niet
dat de beschrijvingen in de handleiding hierdoor ongeldig
worden.
IDENTIFICATIE VAN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
De gebruikershandleiding wordt uitgegeven door
Nilfisk-Advance en wordt bij de machine geleverd.
Wettelijk gezien mag de gebruikershandleiding, samen met
alle genoemde of bijgevoegde documentatie, niet worden
gekopieerd of overgedragen aan derde partijen zonder
toestemming van de fabrikant.
De gebruikershandleiding geeft een gedetailleerde
beschrijving van de machineprocedures, van vervoer tot
afdanken.
Nilfisk-Advance zet zich in voor een continue ontwikkeling
van zijn producten en verbetering van de kwaliteit, en
behoudt zich het recht voor de details in deze handleiding op
elk moment en zonder berichtgeving vooraf te wijzigen.
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Dit hoofdstuk bevat enkele waarschuwingen die ervoor
moeten zorgen dat de machine op de juiste manier wordt
gebruikt, dat bedieners geen letsel oplopen en materiaal niet
beschadigd raakt.
Deze waarschuwingen, die duidelijk moeten zijn om de
handelingen goed uit te kunnen voeren, worden in de
betreffende hoofdstukken uitgebreid behandeld.
Er is besloten enkele, duidelijke waarschuwingstekens te
gebruiken zodat u snel de juiste informatie krijgt.
Deze handelingen kunnen licht of ernstig fysiek letsel of zelfs
dodelijk letsel veroorzaken.
Ga alleen verder met de werkzaamheden wanneer de
instructies die met dit symbool worden gemarkeerd
zorgvuldig worden opgevolgd.
Deze werkzaamheden moeten juist worden uitgevoerd om
letsel of schade aan materiaal te voorkomen.
Ga alleen verder met de werkzaamheden wanneer de
instructies die met dit symbool worden gemarkeerd
zorgvuldig worden opgevolgd.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Doeleinde
Het doeleinde van de gebruikershandleiding is de bediener
van alle benodigde informatie te voorzien waarmee hij de
machine op de juiste manier kan gebruiken en de machine in
de juiste toestand met maximale veiligheid kan houden.
Bewaring
Het bewaren van de gebruikershandleiding:
zorg dat de handleiding niet beschadigd kan raken;
u mag geen enkel deel van deze handleiding
verwijderen, toevoegen of herschrijven;
bewaar de handleiding op een droge plaats;
geef de handleiding door aan een andere bediener of de
toekomstige eigenaar van de machine.
OPMERKING
Gebruik het adres of telefoonnummer op het
plaatje voor het bestellen van
reserveonderdelen of om contact op te nemen
met Nilfisk-Advance.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft handelingen aan die
mogelijk gevaarlijk kunnen zijn voor de
bediener.
OPMERKING
Met dit symbool worden werkzaamheden
aangegeven waarbij extra voorzichtig moet
worden gedaan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 3
DEFINITIES
Gevarenzones
Elke zone in of bij een machine die een gevaar voor de
veiligheid en gezondheid van een blootgestelde persoon kan
vormen.
Blootgestelde persoon
Elke persoon die zich gedeeltelijk of volledig in een
gevarenzone bevindt.
Bediener
De persoon / personen verantwoordelijk voor de installatie,
werking, instelling, onderhoud, reiniging en vervoer van de
machine.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE
BEDIENER
De bediener is verantwoordelijk voor het dagelijkse
onderhoud van de machine:
De bediener moet zorg dragen voor de machine en
ervoor zorgen dat deze perfect werkt;
De bediener moet de leidinggevende persoon of de
technische hulpdienst informeren wanneer er
routineonderhoud moet worden uitgevoerd of
wanneer er sprake is van schade of een defect;
De bediener mag geen mensen, dieren of
voorwerpen op de machine vervoeren;
Wanneer de bediener zich met de machine
verplaatst, moeten de veiligheidsregels voor
verplaatsing van de machine worden opgevolgd;
De machine mag niet worden gebruikt voor
schadelijk, giftig afval. Mocht dit nodig zijn,
raadpleeg dan van tevoren de fabrikant.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR DE
BEDIENER
Niet-bevoegd of niet-getraind personeel mag de
veegmachine niet gebruiken.
De volgende voorwaarden zijn nodig voor de training:
De bediener moet 18 jaar of ouder zijn en moet
beschikken over een rijbewijs voor de veegmachine,
ongeacht hoe de machine wordt gebruikt. De bediener
moet in goede geestelijke en fysieke staat zijn. Het is
verboden de machine te gebruiken onder invloed van
stoffen die de zenuwreflexen kunnen wijzigen (alcohol,
medicijnen met een psychische uitwerking, drugs, etc.).
Waarschuwing: gebruik van de veegmachine zonder
training en/of toestemming kan gevaarlijk zijn, mensen
verwonden en voorwerpen beschadigen.
Gebruik de veegmachine niet in ontvlambare gebieden
of in gebieden met kans op explosie.
Voordat u van de veegmachine stapt, moet u de borstels
stoppen, de handrem inschakelen, de motor
uitschakelen en de contactsleutel verwijderen.
Rij langzaam op hellende oppervlakken en op een
ongelijkmatige of gladde ondergrond.
Wees voorzichtig wanneer u een bocht neemt of van
richting verandert.
Bedien de veegmachine voorzichtig wanneer u de
container omhoog brengt om vuil te lossen.
Veegmachines zonder verlichtingssysteem (koplampen)
mogen alleen worden gebruikt onder ‘perfecte
(natuurlijke of kunstmatige) lichtomstandigheden’.
Wanneer er onderhoud moet worden uitgevoerd met de
container omhoog, moet de container worden vastgezet
met twee veiligheidssteunen.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen terwijl er
onderhoud wordt uitgevoerd.
Draag geen losse of losgeknoopte kleding.
Wanneer de machine omhoog moet worden gebracht,
gebruik dan uitrusting die het totale gewicht gemakkelijk
kan dragen.
Bescherm de ogen en het haar tijdens het reinigen van
de machine met perslucht of een waterpistool.
Koppel de accukabels los voordat u in de buurt van het
elektrische systeem werkt.
Vermijd contact met het accuzuur. Raak geen hete
onderdelen aan. Wacht totdat de motor is afgekoeld.
Onderhoudswerkzaamheden aan de motor moeten
worden uitgevoerd wanneer de motor is afgekoeld.
Rook niet terwijl u brandstof bijvult.
Houd vlammen en vonken uit de buurt van de machine.
Wanneer de machine op openbare wegen wordt
gebruikt, moet de machine worden voorzien van een
registratiedocument en kenteken.
De machine moet worden gebruikt voor vegen en niet
voor andere doeleinden dan waarvoor de machine is
ontworpen en gebouwd.
WAARSCHUWING!
Controleer bij storingen aan de machine de
procedures uit de diverse hoofdstukken.
WAARSCHUWING!
Met draaiende motor:
Verwijder de oliepeilstok niet.
Verwijder de radiateurplug niet.
Verwijder de aftapplug voor koelvloeistof
niet.
Werk niet langdurig in een afgesloten
omgeving.
Zorg voor voldoende ventilatie of
raadpleeg uw leidinggevende.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4 33014811(1)2005-07 A
WAARSCHUWINGSTEKENS
Op de machine zijn waarschuwingsstickers aangebracht.
Lees deze voordat u de machine gebruikt.
Wanneer watervaste stickers onleesbaar worden, moeten ze
door dezelfde stickers worden vervangen (zie Afb. B).
1. BESCHERM UW HANDEN (HANDSCHOENEN)
2. BESCHERM UW OGEN (VEILIGHEIDSBRIL)
3. BESCHERM DE LUCHTWEGEN (MASKER)
4. WAARSCHUWING (SITUATIE MET ALGEMEEN
GEVAAR VOOR MENSEN EN DE MOTOR)
5. WAARSCHUWING (SITUATIE MET ELEKTRISCH
GEVAAR VOOR MENSEN EN DE MOTOR)
6. WAARSCHUWING (SITUATIE MET GEVAAR VAN
WARMTEBRONNEN VOOR MENSEN EN DE MOTOR)
7. HET IS ABSOLUUT VERBODEN DE
WERKZAAMHEDEN IN DE TITEL UIT TE VOEREN
8. HET IS ABSOLUUT VERBODEN
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN UIT TE VOEREN
AAN BEWEGENDE DELEN
9. HET IS ABSOLUUT VERBODEN
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN TE VERWIJDEREN
OF ERMEE TE KNOEIEN
VERVOER, HANTERING, INSTALLATIE
LOSSEN EN BEDIENING
(Zie Afb. C)
Gebruik bij het opheffen of vervoeren van de veger ALLEEN
een vorkheftruck of kraan met de juiste laadcapaciteit met
kettingen voorzien van veiligheidshaken die geschikt zijn voor
opheffen.
Het gebruik van andere systemen MAAKT DE GARANTIE
AUTOMATISCH ONGELDIG tegen mogelijke schade.
Gebruik de haken (1, Afb. D).
Hef alleen op met een lege container.
Voor de juiste los- en bedieningswerkzaamheden wordt
aangeraden twee bedieners aanwezig te hebben die een
helm, handschoenen en veiligheidsschoenen dragen.
Deze bedieners moeten zeer goed opletten tijdens alle fasen
van het transport en moeten een veilige afstand tot de
machine houden tenzij het absoluut nodig is in de buurt van
de machine te zijn.
WAARSCHUWING!
Laat de instructies in dit hoofdstuk aan alle
personeel zien dat verantwoordelijk is voor het
vervoer en het hanteren van de machine.
OPMERKING
Het is handig kopieën van dit hoofdstuk te
maken als aparte boekjes, zodat de informatie
snel toegankelijk is.
WAARSCHUWING!
Uit veiligheidsoverwegingen moeten
bewegende onderdelen vóór vervoer worden
vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Niemand mag in de buurt van de machine
verblijven om contact te vermijden mochten
onderdelen of andere voorwerpen er per
ongeluk vallen.
WAARSCHUWING!
Let tijdens het lossen zeer goed op passerende
mensen en voertuigen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 5
Voordat u met de machine werkt, moet de route van de plek
waar de machine staat geparkeerd tot de plek waar de
machine moet worden geïnstalleerd van tevoren worden
gecontroleerd op gevarenzones.
Hef de machine of de kisten alleen wanneer nodig op.
VERPAKKING
De verpakking moet volgens de geldende wetgeving worden
afgevoerd.
INSTALLATIE
Bij aflevering moet de machine volledig worden gemonteerd
en perfect werken, zodat de klant geen
installatiewerkzaamheden hoeft uit te voeren.
ALGEMENE CONTROLES
Zorg dat de machine is gecontroleerd voor aflevering
(controleer de garantie).
Controleer of de machine geen schade heeft opgelopen
tijdens het transport en voer de voorbereidende
werkzaamheden uit voordat de machine in werking
wordt genomen, aan de hand van de instructies in de
handleiding.
Controleer het oliepeil van het hydraulische systeem in
de tank.
Controleer het peil van de remvloeistof.
Controleer het motoroliepeil.
Controleer het koelvloeistofpeil van de radiateur.
Vul de brandstoftank bij.
Start de machine.
Volg de onderhoudsinstructies op.
TECHNISCHE GEGEVENS
GEBRUIK
De veegmachine SR 1450 is ontworpen voor een volledige
cyclus voor industriële en stadsreiniging: vegen, afval
verzamelen en lossen.
Het vegen wordt uitgevoerd met een of meer zijborstels die
het vuil naar het midden van de machine overbrengen en een
cilindrische hoofdborstel die het verzamelde stof in de
container veegt. Het stof wordt verzameld en door een
ventilator verwerkt. De lucht die in de omgeving wordt
losgelaten, wordt door een filter gefilterd. Het vuil dat in de
container wordt verzameld, kan op de grond worden gelost of
in speciale containers met een maximale hoogte van 1.420
mm.
INDELING VAN DE MACHINE
SR 1450 D
(Zie Afb. E)
1. Ventilator
2. Zijborstel
3. Olietank hydraulisch systeem
4. Stuurwiel
5. Brandstoftank
6. Hydraulische motor aandrijving
7. Achterwiel
8. Frame
9. Motor
10. Hydraulische pomp aandrijving
11. Hydraulische motor hoofdborstel
12. Hoofdborstel
13. Extra hydraulische pomp
14. Stofaanzuigfilter
15. Container
16. Voorwielen
17. Hydraulische motor zijborstel
18. Accu
19. Ventilatormotor
20. Trekhaak
OPMERKING
Controleer of de vloer niet te ongelijkmatig is,
rijd niet te hard met het voertuig en zorg dat de
getransporteerde machine niet te veel zwaait.
WAARSCHUWING!
Het is verboden op de machine te klimmen,
erop te staan of er onderdoor te lopen.
OPMERKING
Elk gebruik anders dan beschreven kan de
machine beschadigen of de bedieners
verwonden.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
6 33014811(1)2005-07 A
SR 1450 B
(Zie Afb. F)
1. Ventilator
2. Zijborstel
3. Olietank hydraulisch systeem
4. Stuurwiel
5. Hydraulische motor aandrijving
6. Achterwiel
7. Frame
8. Motor
9. Hydraulische pomp aandrijving
10. Hydraulische motor hoofdborstel
11. Hoofdborstel
12. Extra hydraulische pomp
13. Stofaanzuigfilter
14. Container
15. Voorwielen
16. Hydraulische motor zijborstel
17. Accu
18. Ventilatormotor
19. Trekhaak
BESCHRIJVING VAN DE MACHINE
Beschrijving van de machine zonder dak
(Zie Afb. G)
1. Stoel
2. Stuurwiel
3. Frame
4. Bumpers
5. Containerklep
6. Container
7. Rechterklep
8. Hoofdborstel
9. Motorkap
10. Zijborstel
11. Dashboard
12. Bedieningshendels
Beschrijving van de machine met dak
(Zie Afb. H)
1. Stoel
2. Stuurwiel
3. Frame
4. Bumpers
5. Containerklep
6. Container
7. Rechterklep
8. Hoofdborstel
9. Motorkap
10. Zijborstel
11. Dashboard
12. Bedieningshendels
13. Dak
Frame
Stijf ondersteuningsframe van composietmateriaal op
rechthoekig plan, bestaande uit elektrisch gelaste
staalplaten.
De mechanische onderdelen van de machine hebben de
juiste grootte, volgens de factor 1,4÷1,5, om de dynamische
spanning door gebruik van de machine te weerstaan
(ondersteuningsframe, naven, assen, steun- en hefsysteem
voor de container, etc.).
Container
De container is op de voorzijde van de machine gemonteerd
en door middel van een scharnier aan het frame gekoppeld.
Een hydraulische cilinder heft de container op en draait deze
wanneer het vuil op hoogte moet worden gelost. Het onderste
deel heeft een gescharnierde beschermplaat, bediend met
een hydraulische cilinder, die de container sluit terwijl het vuil
wordt gelost. De voorzijde is voorzien van een ventilator met
motor. Deze ventilator creëert een vacuüm in de container en
in de hoofdborstelruimte. Binnenin zit een gesloten zakfilter
van polyester dat op een elektrische filterschudder is
aangesloten.
Op de voorzijde bevindt zich een zijborstel die door een
hydraulische motor wordt rondgedraaid, terwijl het opheffen
en dalen wordt geregeld door een hydraulische cilinder.
Het is ook mogelijk een zijborstel aan de linkerzijde en een
derde borstel voor hoekreiniging te monteren.
Hoofdborstel
Deze bestaat uit een veegrol die door een hydraulische motor
wordt rondgedraaid en waarvan het opheffen en dalen door
een hydraulische cilinder wordt geregeld. Het
zelfnivellerende mechanisme stelt de borstel automatisch af.
Motor
De dieselmotor Lombardini Focs 702 (SR 1450 D) of de
AMRE 36 V (SR 1450 B) drijft de pompen van het
hydraulische systeem aan.
Voorwielen
Pneumatische wielen
Superelastische wielen
Ze zijn onafhankelijk, met een naaf op het frame
bevestigd en voorzien van een ingebouwde
remtrommel. De remmen zijn hydraulisch. De
parkeerrem is mechanisch.
Achterwielen
Pneumatische wielen
Superelastische wielen
Het achterwiel is het aangedreven en sturende wiel. De
machine stuurt met een hydraulische cilinder die op de
stuurbekrachtiging is gemonteerd. Een hydrostatische
variabele toevoerpomp met bekrachtigde regeling drijft
een hydraulische motor voor aandrijving voor
voorwaartse en achterwaartse verplaatsing aan.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 7
Dashboard
Op het bovenste deel van het frame en onder het stuurwiel
bevindt zich het dashboard met de waarschuwingslampjes en
instrumenten.
Hydraulisch systeem
In het eerste circuit voert een variabele toevoerpomp de
hydraulische motor van de aandrijving (achterwiel) aan. In het
tweede circuit voert een tandwielpomp een dubbelwerkende
verdeler met hendel aan. De verdeler bedient de hefcilinders
en de borstelmotoren. Alle circuits zijn beveiligd met
aanzuigfilters en veiligheidskleppen.
Elektrisch systeem
SR 1450 D: elektrisch systeem van 12 V gevoed door een
dynamo die door de motor wordt aangestuurd. De circuits zijn
beveiligd met smeltzekeringen in een zekeringenkastje.
SR 1450 B: elektrisch systeem gevoed door een accu van 36
V. Het elektrische servicesysteem wordt door een voeding
van 12 V gevoed. De circuits zijn beveiligd met
smeltzekeringen in een zekeringenkastje.
Stabiliteit
De stabiliteit van de machine hangt af van de
omstandigheden waarin de machine wordt gebruikt.
Als de machine wordt gebruikt onder de
gebruiksvoorwaarden die in de handleiding worden
opgegeven, is hij stabiel. Hiervoor werden de volgende tests
onder dezelfde omstandigheden op een prototype uitgevoerd
dat gelijk is aan het productiemodel. Er waren geen
stabiliteitsproblemen. De omstandigheden waren:
Vlakke ondergrond met goede oppervlakomstandigheden:
Maximale verplaatsingssnelheid: 13 km/u (SR 1450 D)
Maximale verplaatsingssnelheid: 8 km/u (SR 1450 B)
Werksnelheid: van 1 tot 8 km/u
Buigradius (maximale snelheid van 12 km/u): 3 m (SR
1450 D)
Buigradius (maximale snelheid van 7 km/u): 3 m (SR
1450 B)
Buigradius (snelheid van 5 km/u): 0 m
Op een hellende ondergrond met een goede
oppervlaktoestand en maximale helling in lengterichting van
20%:
Buigradius (maximale snelheid van 5 km/u): 3 m
Buigradius (snelheid van 1 km/u): 0 m
Maximale crossfall tijdens verplaatsing: 15%.
Maximale crossfall bij 5 km/u: 20%.
De tests zijn uitgevoerd met een verlaagde en lege container.
Bij andere gebruiksomstandigheden moet de
machinebediener de beperkingen van de machine kunnen
beoordelen en altijd de aanwijzingen in de handleiding
opvolgen.
Informatie over borstels
Zijborstels (2, Afb. E)
Zijborstel van polypropyleen
Zijborstel van polypropyleen en staal
Zijborstel van staal
Zijborstel van nylon
Hoofdborstels (12, Afb. E)
Hoofdborstel van natuurvezel en polypropyleen
Hoofdborstel van polypropyleen
Hoofdborstel van polypropyleen en staal
Hoofdborstel van nylon
Borstels met moplen-as of met andere borstelharen kunnen
op aanvraag worden geleverd.
VEILIGHEIDSSYSTEMEN
De machine is voorzien van een bestuurdersstoelsensor die
de machine stopt wanneer de bediener van de stoel opstaat.
BELANGRIJKSTE TECHNISCHE GEGEVENS
SR 1450 D
Algemene gegevens Waarden
Gewicht in bedrijf (zonder bediener) 720 kg
Lengte 1.880 mm
Breedte 1.170 mm
Hoogte 1.470/2.230 mm
Snelheid 0/13 km/u
Hellingshoek 16%
Veegbereik (alleen hoofdborstel) 800 mm
Veegbereik met een zijborstel 1.150 mm
Veegbereik met twee zijborstels 1.450 mm
Diameter zijborstel 550 mm
Lengte hoofdborstel 800 mm
Containercapaciteit 115 liter
Maximale belasting container 120 kg
Loshoogte 0/1.420 mm
Filtersysteem 5 m
2
Dieselmotor
Lombardini Focs
LDW 702
Banden 3.00/8
Superelastische wielen 3.00/8
Brandstoftank 10 liter
Hydraulische tank 32 liter
Inhoud motoroliecarter 1,6 liter
Transmissie Hydrostatisch
Stuurinrichting Mechanisch
Remsysteem Hydraulisch
Handrem Mechanisch
Veegsysteem
Zelfnivellerend
mechanisme
Bedieningen Hydraulisch
GEBRUIKERSHANDLEIDING
8 33014811(1)2005-07 A
SR 1450 B
MILIEU
Bedrijf
De machine mag alleen in een geschikte omgeving worden
gebruikt.
De werkomgeving moet goed verlicht zijn, er mag geen
explosiegevaar zijn en de werkomgeving moet tegen slechte
weersomstandigheden worden beschermd.
De machine werkt juist onder de volgende
omgevingsomstandigheden:
Temperatuur: +10°C ÷ +40°C.
Vochtigheid: 30% ÷ 95% zonder condens.
Opslag
Wanneer de machine niet in gebruik is, moet deze binnen
worden gezet en tegen slechte weersomstandigheden
worden beschermd.
Temperatuur: +1°C ÷ +50°C.
Vochtigheid: maximaal 30% ÷ 95% zonder condens.
GELUIDSNIVEAU
Er is in de werkplaats en rond de machine op een afstand van
1 m en op een hoogte van 1,6 m vanaf de vloer onder
werkomstandigheden gemeten.
Als de machine wordt gebruikt volgens de instructies, dan
veroorzaken de trillingen geen gevaarlijke situaties. Het
trillingsniveau van de machine is minder dan 2,5 m/s².
Dieselmotor Waarden
Merk Lombardini
Type LDW 702
Cilinders 2
Cilinderinhoud 686 cm
3
Boring 77,6 mm
Slag 62 mm
Maximaal toerental 2.500 omw/min
Maximaal toerental (in bedrijf) 2.500 omw/min
Maximaal vermogen 10,2 kW
Stationair toerental 900 omw/min
Accu 12 V 44 Ah
Algemene gegevens Waarden
Gewicht in bedrijf (zonder bediener) 630 kg + 395 kg
Lengte 1.880 mm
Breedte 1.170 mm
Hoogte 1.470/2.230 mm
Snelheid 0/13 km/u
Hellingshoek 12%
Veegbereik (alleen hoofdborstel) 800 mm
Veegbereik met een zijborstel 1.150 mm
Veegbereik met twee zijborstels 1.450 mm
Diameter zijborstel 550 mm
Lengte hoofdborstel 800 mm
Containercapaciteit 115 liter
Maximale belasting container 120 kg
Loshoogte 0/1.420 mm
Filtersysteem 5 m
2
Banden 3.00/8
Superelastische wielen 3.00/8
Hydraulische tank 32 liter
Transmissie Hydrostatisch
Stuurinrichting Mechanisch
Remsysteem Hydraulisch
Handrem Mechanisch
Veegsysteem
Zelfnivellerend
mechanisme
Bedieningen Hydraulisch
Accu 36 V - 320 Ah
Motor Waarden
Type 36 V
Motor 2,5 kW
Maximaal toerental 2.100 omw/min
Maximaal vermogen 2,5 kW
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 9
GEBRUIK
BEDIENINGEN EN INSTRUMENTEN
SR 1450 D
(Zie Afb. I)
1. Hendel voor draaiing van de hoofd- en zijborstels
2. Containerhefhendel
3. Sluithendel beschermplaat
4. Gashendel
5. Handremhendel
6. Contactslot
7. Combinatieschakelaar richtingaanwijzer
8. Waarschuwingsschakelaar
9. Schakelaar ventilator-filterschudder
10. Controlelampje ventilator-richtingaanwijzer
11. Rempedaal
12. Gaspedaal
13. Urenteller
14. Zekeringenkastje
15. Waarschuwingslampje voorverwarming gloeibougie
16. Claxonschakelaar
17. Lichtschakelaar
18. Stuurwiel
19. Waarschuwingslampje accuolie
20. Oververhittingszoemer container (optioneel)
SR 1450 B
(Zie Afb. J)
1. Hendel voor draaiing van de hoofd- en zijborstels
2. Containerhefhendel
3. Sluithendel beschermplaat
4. Accustekker
5. Handremhendel
6. Contactslot
7. Combinatieschakelaar richtingaanwijzer
8. Waarschuwingsschakelaar
9. Filterschudderschakelaar
10. Controlelampje acculader
11. Rempedaal
12. Gaspedaal
13. Urenteller
14. Zekeringenkastje
15. Ventilatorschakelaar
16. Claxonschakelaar
17. Lichtschakelaar
18. Stuurwiel
19. Controlelampje richtingaanwijzers
20. Oververhittingszoemer container (optioneel)
Hendelbediening
De bedieningshendels worden voor de volgende functies
gebruikt:
Opening beschermplaat;
Dalen hoofdborstel;
Dalen zijborstel;
Heffen container;
Sluiting beschermplaat;
Heffen zijborstel;
Heffen hoofdborstel;
Dalen container.
WAARSCHUWING!
De machine mag ALLEEN worden gebruikt
door gekwalificeerd personeel dat alle
bedieningen van de machine kent.
OPMERKING
Voordat u de machine start, moet u de werking
van de stoelsensor controleren: zonder de
bediener op de stoel moet de machine meteen
stoppen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
10 33014811(1)2005-07 A
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Start (SR 1450 D)
Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat de
handrem (5, Afb. I) is ingeschakeld.
Steek de contactsleutel in het contactslot.
Zet de gashendel (4, Afb. I) op stationair.
Draai de contactsleutel met de klok mee in de eerste
stand. De waarschuwingslampjes voor acculading,
oliedruk en voorverwarming van de gloeibougie moeten
branden.
Het waarschuwingslampje voor voorverwarming van de
gloeibougies gaat uit. draai de contactsleutel met de klok
mee totdat de sleutel in de stand ‘Engine start’ (motor
starten) staat. Als de machine is ingeschakeld, laat u de
sleutel los. Deze gaat automatisch terug naar de eerste
stand.
Stop (SR 1450 D)
Draai de contactsleutel tegen de klok in naar ‘0’ en verwijder
de sleutel. Trek de handremhendel aan.
Start (SR 1450 B)
Voordat u de machine start, moet u ervoor zorgen dat de
handrem (5, Afb. J) is ingeschakeld.
Sluit de machinekabelstekker aan op het contact van de
accukabel.
Zorg dat de aansluiting stevig vast zit.
Steek de contactsleutel in het contactslot.
Draai de contactsleutel met de klok mee in de eerste
stand. Het controlelampje voor de acculading moet
branden.
Draai de contactsleutel met de klok mee totdat de sleutel
in de stand ‘Engine start’ (motor starten) staat. Als de
motor is ingeschakeld, laat u de contactsleutel los. Deze
gaat automatisch terug naar de eerste stand.
Stop (SR 1450 B)
Draai de contactsleutel tegen de klok in naar ‘0’ en verwijder
de sleutel. Trek de handremhendel aan.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
Afvalverzameling (SR 1450 D)
Zet de gashendel in de maximale stand.
Druk op de schakelaar om de aanzuigventilator in te
schakelen.
Opening beschermplaat: druk de hendel van de verdeler
in.
Zorg dat het sluitpaneel van de beschermplaat volledig
open staat.
Druk de hendel van de verdeler in om de hoofd- en
zijborstels te starten en te laten zakken.
Trek aan de hendel om alleen de hoofdborstel te
gebruiken.
Leeg de container als volgt als deze vol is:
Hef de hoofd- en zijborstels op.
Schakel de ventilator uit door op de drukknop te
drukken.
Sluit de beschermplaat.
Rijd de machine naar de aangewezen losplaats.
Breng de container omhoog naar de juiste loshoogte.
Open de beschermplaat.
Laat de container zakken.
Sluit de beschermplaat.
Activeer de filterschudder ongeveer 20 seconden.
Stop de borstels door de middelste hendel in de
middelste stand te zetten.
Trek aan de hendel om de hoofd- en zijborstels omhoog
te brengen.
Trek aan de hendel om de beschermplaat te sluiten.
Druk op de schakelaar om de ventilator te stoppen.
Druk op de hendel om de container omhoog te brengen
naar de juiste loshoogte.
Open de beschermplaat door de hendel in te drukken
om de container te lossen.
Trek aan de verdelerhendel om de container omlaag te
brengen.
Trek aan de hendel om de beschermplaat te sluiten.
Na het lossen en met de container omlaag moet u de
filterschudder ongeveer 20 seconden activeren door de
relevante drukknop in te drukken.
OPMERKING
Machines met de EC-markering zijn voorzien
van veiligheidsvoorzieningen voor het geval
de bediener de bestuurdersstoel verlaat.
De machine kan niet worden gestart wanneer
de bediener niet op zijn plaats zit.
OPMERKING
Voordat u de machine opnieuw probeert te
starten, zet de contactsleutel dan in de stand
‘0’.
Als de machine is gestart, controleer dan of de
waarschuwingslampjes voor de acculading, de
oliedruk en de voorverwarming uitgeschakeld
zijn.
OPMERKING
Voordat u de machine opnieuw probeert te
starten, zet de contactsleutel dan in de stand
‘0’.
Als de machine is gestart, controleer dan of de
waarschuwingslampjes voor de acculading en
de oliedruk zijn uitgeschakeld.
WAARSCHUWING!
Laat de machine zeer langzaam rijden wanneer
de container omhoog is gebracht.
Maximale snelheid 1 km/u.
Los de container niet terwijl de machine op een
helling staat.
WAARSCHUWING!
Wanneer u de container lost, zorg dan dat er
niemand bij de machine staat.
WAARSCHUWING!
Activeer de filterschudder niet terwijl de
container omhoog staat.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 11
Afvalverzameling (SR 1450 B)
Druk op de drukknop om de ventilator te bedienen.
Opening beschermplaat: druk de hendel van de verdeler
in.
Zorg dat het sluitpaneel van de beschermplaat volledig
open staat.
Druk de hendel van de verdeler in om de hoofd- en
zijborstels te starten en te laten zakken.
Trek aan de hendel om alleen de hoofdborstel te
gebruiken.
Leeg de container als volgt als deze vol is:
Hef de hoofd- en zijborstels op.
Schakel de ventilator uit door op de drukknop te
drukken.
Sluit de beschermplaat.
Rijd de machine naar de aangewezen losplaats.
Breng de container omhoog naar de juiste loshoogte.
Open de beschermplaat.
Laat de container zakken.
Sluit de beschermplaat.
Activeer de filterschudder ongeveer 20 seconden.
Stop de borstels door de middelste hendel in de
middelste stand te zetten.
Trek aan de hendel om de hoofd- en zijborstels omhoog
te brengen.
Trek aan de hendel om de beschermplaat te sluiten.
Druk op de drukknop om de ventilator te stoppen.
Druk op de hendel om de container omhoog te brengen
naar de juiste loshoogte.
Open de beschermplaat door de hendel in te drukken
om de container te lossen.
Trek aan de verdelerhendel om de container omlaag te
brengen.
Trek aan de hendel om de beschermplaat te sluiten.
Na het lossen en met de container omlaag moet u de
filterschudder ongeveer 20 seconden activeren door de
relevante drukknop in te drukken..
MACHINESTOP
Aan het eind van een dienst moet u de veger in het
aangewezen gebied stoppen met:
Borstels in de stand omhoog;
Container in de stand omlaag;
Handremhendel ingeschakeld;
Lichten uit (wanneer aan);
Motor uit;
Contactsleutel verwijderd.
WAARSCHUWING!
Laat de machine zeer langzaam rijden wanneer
de container omhoog is gebracht.
Maximale snelheid 1 km/u.
Los de container niet terwijl de machine op een
helling staat.
WAARSCHUWING!
Wanneer u de container lost, zorg dan dat er
niemand bij de machine staat.
WAARSCHUWING!
Activeer de filterschudder niet terwijl de
container omhoog staat.
WAARSCHUWING!
Laat de container nooit omhoog staan zonder
gebruik van de veiligheidsvoorzieningen (1,
Afb. K).
GEBRUIKERSHANDLEIDING
12 33014811(1)2005-07 A
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
In de volgende tabel ziet u veel voorkomende problemen die tijdens het gebruik kunnen voorkomen, de mogelijke oorzaken en
oplossingen.
PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
WAARSCHUWING!
Wanneer u een aanbevolen oplossing toepast, volg dan altijd de bijbehorende instructies op.
OPMERKING
Aarzel niet om contact op te nemen met Nilfisk-Advance als een probleem niet met de gegevens instructies
kan worden opgelost.
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
Zwaar materiaal niet verzameld/vuilresten
achtergebleven tijdens gebruik
Te harde rijsnelheid Verlaag rijsnelheid
Lichte afdruk Stel spoor af
Versleten borstel Vervang borstels
Borstelharen gebogen of verward met
staaldraad, touw, etc.
Verwijder vastgelopen materiaal
Er blijft veel stof op de grond liggen of het
komt uit de beschermplaten
Ventilator uit
Verstopte filters
Schakel de ventilator in
Reinig de filters
Materiaal wordt naar voren gegooid Kapotte pakking beschermplaat Vervang
Motor start niet Zie Problemen oplossen in de handleiding voor
de motor
Machinevermogen is verlaagd Onvoldoende pompolietoevoer Controleer of schroef van omloopklep goed
vast zit
Controleer pompdruk (6 tot 8 bar)
Versleten motoren Reviseer motor
Reviseer pomp
De machine draait niet Open omloopklep Controleer of schroef van omloopklep goed
vast zit
Defecte pedaalbediening Controleer druk/vervang pedaal
Geen voeding naar pomp of motoren Reviseer motor
Reviseer pomp
Machine remt niet Geen remvloeistof Vul vloeistofreservoir bij
Pomp remvloeistof defect Reviseer pomp
Lucht in het systeem Ontlucht systeem
Cilinders klauw defect Vervang cilinders
Versleten of vette remvoering Vervang remvoering
Container gaan niet omhoog/omlaag Vergrendelde verdeler Controleer verdeler
Vergrendelde cilinder Controleer cilinder
Vuil komt uit container Versleten cilinderpakkingen Vervang pakkingen
Filterschudder werkt niet Kapotte containerpakking Vervang
Defecte drukknop Vervang
Gesprongen zekering Vervang
Overmatige absorptie veroorzaakt:
Versleten koolborstels
Vuile of versleten lagers
Doorgebrande anker of spoel
Vervang
Vervang
Vervang
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 13
Gesprongen zekering filterschudder Overmatige absorptie door motor (zie hierboven)
Defecte zekering Vervang
Kortgesloten kabel Controleer systeem
Luidruchtige ventilator Motor defect Reviseer motor
Ventilator werkt niet Geen spanning naar motor
Motor defect
Controleer elektrisch systeem
Reviseer motor
Beschermplaat opent niet Geen druk naar cilinder Controleer cilinder
Vergrendelde koppeling Controleer koppeling
Pakking beschermplaat omhoog door
borstel
Pakking beschermplaat te lang Verkort/vervang
Slechte aanzuiging Motor defect Reviseer motor
Verstopt of defect gesloten zakfilter Reinig/vervang filter
Borstel draait niet Geen druk naar motoren Controleer tandwielpompdruk (vervang
tandwielpomp)
Vergrendelde verdeler Controleer/vervang motor
Controleer verdeler
Overmatige borstelslijtage Zware afdruk Gebruik minimale afdrukbreedte
Te reinigen oppervlak is te grof
Overmatig/ander geluid van borstel Materialen in de borstel verwikkeld Verwijder
Hoofdborstel draait niet Geen druk naar hydraulische motor Controleer pompdruk (vervang pomp)
Vergrendelde verdeler Ontgrendel verdeler
Hydraulische motor defect Vervang motor
Hoofdborstel gaat niet omhoog/omlaag Vergrendelde koppeling Controleer koppeling
Geen druk naar cilinder Controleer pompdruk (vervang pomp)
Versleten cilinderpakking Vervang pakking
Vergrendelde verdeler Ontgrendel verdeler
Zijborstel draait niet Geen druk naar hydraulische motor Controleer/vervang motor
Vergrendelde verdeler Controleer verdeler
Zijborstel gaat niet omhoog/omlaag Vergrendelde verdeler Ontgrendel verdeler
Versleten cilinderpakkingen Vervang pakkingen
Defecte stelmotor Controleer microschakelaar stelmotor/vervang
stelmotor
Verkeerde richtingaanwijzers Gesprongen zekering Vervang zekering
Kapotte gloeilamp Vervang gloeilampen
Kapot flitsmechanisme Vervang flitsmechanisme
Open schakelaar richtingaanwijzer Vervang schakelaar
Open waarschuwingsschakelaar Vervang schakelaar
Remlichten uit Gesprongen zekering Vervang zekering
Kapotte gloeilamp Vervang gloeilampen
Open stopschakelaar Vervang schakelaar
Defecte dagverlichting Gesprongen zekeringen Vervang zekering
Kapotte gloeilamp Vervang gloeilampen
Open lichtschakelaar Vervang schakelaar
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
GEBRUIKERSHANDLEIDING
14 33014811(1)2005-07 A
SR 1450 B oververhitting motor (SR 1450 B)
Dimlicht uit Gesprongen zekeringen Vervang zekering
Kapotte gloeilamp Vervang gloeilampen
Open lichtschakelaar Vervang schakelaar
Claxon uit Open claxonschakelaar Vervang schakelaar
Gesprongen zekering Vervang zekering
Claxon gevuld met water Reviseer claxon
Defecte claxon Vervang claxon
Accu houdt nominale lading niet vast Geen vloeistof in de accu Herstel peil
Kortgesloten accucel Vervang accu
Overbelaste motoren Controleer motorabsorptie
Losse accuaansluitingen Controleer en draai vast
Accu loopt snel leeg Te korte laadtijd ingesteld Stel juiste laadtijd in
Lege accucellen Vervang accu
PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING
OORZAAK CONTROLEREN OPLOSSING
Overbelast Stroom naar de motor Onderwerp de motor aan minder spanning
Onvoldoende luchtstroom
Controleer aanzuig-/toevoeropeningen Reinig of vervang platen of doppen
Ventilatordraaiing Vervang ventilator
Verkeerde spanning
Lage accuspanning Laad de accu’s opnieuw op
Lage spanning naar motoraansluitingen
Controleer of de aansluitingen stevig zijn
vastgezet
Lagers
Defect of slecht gemonteerd lager
Vervang de lagers of vervang ze bij elke
reparatie
Radiale overbelasting Controleer de druk en spanning
Vuilfiltering Reinig de motor van binnen
Winding wordt warm
Anker met kortgesloten, zwarte winding
Vervang. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen. Spoel niet terug.
Hoge vochtigheidsgraad Schoonmaken en drogen op 110°C
Kortgesloten spoel of winding, zwart
isolatiemateriaal.
Vervang. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
Losse binnenste aansluiting Controleer en draai goed vast
Collector wordt warm
Kortsluiting tussen segmenten
Reinig collector en neem contact op met de
fabrikant
Slecht contact of versleten koolborstels Controleer of vervang
Verkeerde kwaliteit koolborstel
Alleen originele koolborstels en voor spanning
van 48 V
Overmatige veerspanning Opnieuw kalibreren of vervangen
Vuil of beschadigd oppervlak Reinig of herstel collector
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 15
REINIGING EN ONDERHOUD
De machine kan worden gereinigd door niet-gespecialiseerd
personeel. De persoon verantwoordelijk voor de reiniging
moet bekend zijn met de uitschakelingsknoppen en de
hoofdeigenschappen van de machine om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Het onderhoud aan de machine moet worden uitgevoerd door
zeer vaardig personeel dat de machine en de onderdelen
ervan zeer goed kent.
Mechanisch, elektrisch en elektronisch onderhoud is
mogelijk.
REINIGING
Algemene reiniging van de machine
Reinig de coating, panelen en knoppen van de machine met
een zachte doek, droog of met wat mild schoonmaakmiddel.
Verwijder resten van stof en ander vuil van de
bedieningspanelen van de machine (digitale displays,
controle- en waarschuwingslampjes, schakelaars).
Wanneer de elektrische onderdelen moeten worden
gereinigd, mag dit alleen door gespecialiseerd personeel
worden uitgevoerd, met behulp van niet-corroderende
producten die geschikt zijn voor elektrische circuits.
PERIODIEK ONDERHOUD
Volg voor onderhoud aan de motor de instructies uit de
gebruikers- en onderhoudshandleiding van de motor die op
de veegmachine is gemonteerd. Deze handleiding wordt in
een speciale hoes geleverd.
De aanbevolen werkzaamheden voor periodiek onderhoud
worden in deze tabel samengevat.
ONDERHOUDSTABEL
WAARSCHUWING!
Alle reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd terwijl de machine is uitgeschakeld.
Wacht tot alle onderdelen zijn gestopt en
afgekoeld.
WAARSCHUWING!
Bescherm de ogen en het haar tijdens het
reinigen van de machine met een
persluchtpistool.
Wanneer de machine in een giftige omgeving
werkt, draag dan een speciaal masker en de
juiste beschermende kleding wanneer u
onderhoudswerkzaamheden aan het stoffilter
uitvoert.
OPMERKING
Gebruik geen oplosmiddelen zoals alcohol,
benzine of ethylacetaat omdat deze de
oppervlakken kunnen beschadigen.
OPMERKING
Let goed op wanneer u elektrische onderdelen
reinigt.
WAARSCHUWING!
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd terwijl de machine is
uitgeschakeld.
Wacht tot alle onderdelen zijn gestopt en
afgekoeld.
Onderhoud
Elke 10
uur
Na 50 uur
Elke 150
uur
Elke 300
uur
Elke 500
uur
Elke 1.000
uur
Elke 2.000
uur
Controle motoroliepeil
Controle peil hydraulische olie
Reiniging drogeluchtfilter
Reiniging waterradiateur
Reiniging gesloten zakfilter
Controle V-snaar
Controle koelleiding
Controle remvloeistofpeil
Controle accu
Controle waterfilter stofcontrolesysteem
Reiniging wateraftapmondstuk van brandstoffilter
Reiniging radiateur
Reiniging brandstofpompfilter
Verversing motorolie
Vervanging oliefilterelement
Vervanging filter van hydraulische olie voor
tandwielpomp
Vervanging filter van hydraulische olie voor
hydrostatische pomp
Controle V-snaar
GEBRUIKERSHANDLEIDING
16 33014811(1)2005-07 A
Aandrijving gelijkstroommotor (SR 1450 B)
Vervanging oliefilterelement
Vervanging brandstoffilterelement
Vervanging filter van hydraulische olie voor
hydrostatische pomp
Vastdraaien brandstofschroef en fitting
Controle injector
Controle gloeibougie
Vervanging motorluchtfilter
Reiniging brandstoftank
Vervanging dynamoriem
Verversing hydraulische olie
Vervanging borstel voor startmotor
Controle druk hydraulische motor en pomp
Controle slijtage afdichtpakking
Controle remsysteem
Controle speling bewegende onderdelen
Onderhoud
Elke 150
uur
Elke 200
uur
Elke 400
uur
Elke 6
maanden
Elk jaar
Telkens
wanneer
er een
controle
wordt
uitgevoerd
Collector Zorg dat het oppervlak waar de koolborstels langs
schuiven is voorzien van een gelijkmatige,
glanzende, transparante lichtgrijze laag.
Controleer of er geen zwarte vlekken of
brandplekken tussen de segmenten van de
collector en op de buitenste kroon van de collector
zitten.
Zorg dat het oppervlak van de collector niet is
gestreept, diep gegroefd of ingebrand op de
binnenste of buitenste randen van het segment.
Controleer of de borstels geen groeven op het
oppervlak van de collector hebben aangebracht en
of de isolatiemica niet uit het koperen segment
steekt.
Controleer of de collector schoon is en of er geen
brandplekken op de segmenten zitten. Reinig de
collector eventueel zoals beschreven.
Controleer de excentriciteit.
Reinig de collector met speciale rubberen sticks.
Reinig waar nodig tussen de segmenten.
Onderhoud
Elke 10
uur
Na 50 uur
Elke 150
uur
Elke 300
uur
Elke 500
uur
Elke 1.000
uur
Elke 2.000
uur
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 17
PERIODIEKE CONTROLES
Accu (SR 1450 D)
Controleer het niveau van de elektrolyt.
Controleer de accupolen op oxidatie.
Reinig het volledige oppervlak van de accu met een vochtige
spons.
Bandenspanning
Aanbevolen spanning: 7 bar
Vloeistofpeil
Remvloeistof: DOT4
Hydraulische olie (SR 1450 D):AGIP Arnica 46
Hydraulische olie (SR 1450 B):Rotra ATF
Motorolie: AGIP Sigma
(HD serie 3 MIL - L 2104-C
API - CD)
Koelvloeistofpeil (SR 1450 D)
Mengsel: 50% AGIP antivries en 50% water
Afstelling sluiting beschermplaat
Draai de borgmoer los (1, Afb. L).
Stel de bevestiging af en controleer of het sluitpaneel
van de beschermplaat hermetisch afsluit.
Stel de druk van de beschermplaatveer (2, Afb. L) af met
de bevestigingsmoer.
Koolborstels Controleer de koolborstel op slijtage Deze is
versleten wanneer meer dan de helft van de totale
lengte is versleten. Controleer of de borstel vrij in
de borstelhouder kan bewegen, of hij goed door de
veer wordt ingedrukt en of de veer nog elastisch is.
Zorg dat het oppervlak waar de koolborstels langs
schuiven gelijkmatig en goed gepolijst is en dat de
lijnvorming of poreusheid minimaal is en
gelijkmatig is.
Controleer de kabel op slijtage en zorg dat de
aansluitklemmen goed zijn aangedraaid.
Zorg dat er geen grote strepen, diepe groeven,
brandplekken of splinters op de rand van de
koolborstel zitten en dat de koolborstels op
dezelfde manier zijn ingesleten.
Controleer de behuizing op slijtage en speling. De
borstels gaan meestal 6 maanden tot 1 jaar mee,
afhankelijk van het gebruik.
Controleer de druk van de koolborstel en de
koppeling.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden,
moeten de koolborstels worden vervangen, zelfs
als ze nog geen 300 uur zijn gebruikt.
Klemmen Controleer of de boutmoeren goed zijn
aangesloten en of het isolatiemateriaal in goede
staat is.
Ventilator Zorg dat de luchtinlaten niet verstopt zijn en dat de
ventilator vrij kan draaien.
Lagers Controleer de temperatuur en het trillings- en
geluidsniveau.
Isolatie Gebruik een megohmmeter wanneer de omgeving
nat is om de isolatiewaarde te controleren: deze
mag nooit minder zijn dan 2 MOhm.
Schroeven Controleer of de schroeven niet los zitten.
Controleer of er geen defecte contacten in de
elektrische aansluitingen zitten die plaatselijk voor
oververhitting kunnen zorgen.
Windingen Algemene reiniging. Controleer of de isolatie naar
massa minder dan 2 MOhm is.
Onderhoud
Elke 150
uur
Elke 200
uur
Elke 400
uur
Elke 6
maanden
Elk jaar
Telkens
wanneer
er een
controle
wordt
uitgevoerd
WAARSCHUWING!
Draag handschoenen en een bril.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
18 33014811(1)2005-07 A
Afstelling handrem
Draai of trek de moer (1, Afb. M) los, maar zorg dat u het
kabeluiteinde niet verplaatst.
Zorg bij het afstellen van de kabelspanning dat de rem
niet wordt vergrendeld.
Vervanging motorluchtfilter (SR 1450 D)
Haal de haak los met behulp van het lipje (1, Afb. N) en
verwijder de afdekking.
Verwijder en vervang het filterelement (1, Afb. O).
Plaats de afdekking terug en haak deze vast.
Vervanging filter van hydraulische olie voor
tandwielpomp
Verwijder de tankafdekking (1, Afb. P).
Leeg de tank met een pomp.
Schroef de filters (1, Afb. Q) los uit de houders in de
tank.
Schroef de nieuwe filters op hun plaats met de juiste
sleutel en plaats de tankafdekking terug.
Schroef de aftapplug vast.
Controleer het oliepeil en veel eventueel bij.
Vervanging filter van hydraulische olie voor
variabele toevoerpomp.
Schroef het filter (1, Afb. R) los en doe het in een container
voor speciaal afval. Vervang door een origineel filter.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Volg voor onderhoud aan de motor de instructies uit de
gebruikers- en onderhoudshandleiding van de motor die op
de veegmachine is gemonteerd. Deze handleiding wordt in
een speciale hoes geleverd.
Vervanging keerring rechts
Verwijder de bevestigingsschroeven (1, Afb. S) en de
keerringhouder (2).
Plaats de nieuwe keerring met de keerringhouder
zodanig dat de keerring de grond iets raakt.
Draai de bevestigingsschroeven vast.
Vervanging keerring links
Schroef de motorleidingen (1, Afb. T) los.
Schroef de hoofdborstelarm (2, Afb. T) los.
Verwijder de bevestigingsschroeven (3, Afb. T) en de
keerringhouder (4).
Plaats de nieuwe keerring met de keerringhouder
zodanig dat de keerring de grond iets raakt.
Draai de bevestigingsschroeven vast.
Vervanging hoofdborstel
Verwijder de bevestigingsschroeven en de
keerringhouder.
Verwijder de schroef van het deksel rechts.
Verwijder het deksel rechts.
Verplaats de keerring opzij.
Verwijder de splitpen (1, Afb. U).
Verwijder de steun (2, Afb. U).
Verwijder de borstel (3, Afb. U).
Monteer de nieuwe borstel (3, Afb. U).
Monteer de steun (2, Afb. U).
Plaats de splitpen (1, Afb. U) terug.
Plaats de keerring en de keerringhouder terug.
Sluit het deksel.
Afstelling hoofdborstel (afdruk op de grond)
Wanneer de hoofdborstel enkele minuten links draait terwijl
de machine stilstaat, kan de afdruk op de grond worden
gebruikt om de borstel zelf af te stellen.
Wanneer de afdruk minder dan 40 mm of meer dan 100
mm bedraagt, stel de veerdruk dan af met de
bevestigingsschroef (1, Afb. V).
Vervanging zijborstel
Schroef de bevestigingsschroef (1, Afb. W) los en
verwijder de borstel.
Schroef de bevestigingsschroef van de steun los.
Vervang de borstel en plaats de bevestigingsschroeven
terug.
Bevestig de borstel op de motor.
Afstelling zijborstel
Stel de druk van de borstel af met de stelschroef (1, Afb.
X).
Vervanging achterste keerring
De keerring moet de grond licht en gelijkmatig raken.
Verwijder de bevestigingsmoeren (1, Afb. Y) om de
keerring te vervangen.
Verwijder de keerringhouder.
Vervang de keerring en plaats terug.
Vervanging gesloten zakfilter
Open de klep van de container (1, Afb. Z).
Draai de schroeven van de afdekking (1, Afb. AA) los.
Verwijder de afdekking (1, Afb. AB).
Verwijder de bevestigingsstangen door de schroeven (1,
Afb. AC) los te draaien.
Verwijder het filter (1, Afb. AD).
Koppel de kabel (1, Afb. AE) van de filterschudder los.
Vervang het filter.
Sluit de filterschudder weer aan.
Plaats het filter (1, Afb. AD) terug in de container.
Plaats de bevestigingsstangen terug.
Draai de bevestigingsschroeven (1, Afb. AC) vast.
Plaats de afdekking (1, Afb. AB) terug.
Zorg bij het monteren van het filter dat de pakking van de
afdekking luchtdicht is en dat het filter juist wordt
geplaatst.
Machine loskoppelen
Wanneer u de machine wilt slepen, koppel dan de
hydrostatische transmissie los door de schroef (1, Afb. AF)
tegen de klok in te draaien.
WAARSCHUWING!
Vervuil het milieu niet met gebruikte olie en
filters.
WAARSCHUWING!
Vervuil het milieu niet met gebruikte olie en
filters.
WAARSCHUWING!
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd terwijl de machine is
uitgeschakeld.
Wacht tot alle onderdelen zijn gestopt en
afgekoeld.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 19
EXTRA ACCU
SR 1450 B
Onderhoudsinstructies
Een kokervormige, afgeschermde aandrijfaccu bestaande uit
18 cellen, type 4 HAN 320N - 36 V - Capaciteit 320 Ah met
lading voor 5 uur. Gemonteerd op de SR 1450.
Gebruik
De elektrische machine mag nooit worden gebruikt totdat de
accu volledig leeg is. U kunt het gebruik van de accu
optimaliseren, vooral met betrekking tot servicelengte door
slechts 90% van de capaciteit te gebruiken over een periode
van 5 uur. De machine moet daarom stoppen met werken
wanneer het vloeistofniveau in de cellen tot een soortelijk
gewicht van 1,13 - 1,14 daalt, dit gewicht komt overeen met
90% van de capaciteit. Als de densiteit niet wordt gemeten,
moet de machine worden gestopt bij de eerste tekenen van
verminderde prestaties en moet de accu meteen of bij
voorkeur na enkele uren stilstand worden opgeladen. Bij het
programmeren van de lengte van de arbeidsduur moet
rekening worden gehouden met deze vereiste, anders kan de
accu voortijdig verouderd raken.
Opladen
Bij het opladen van de accu wordt de accu voorzien van
energie die tijdens gebruik van de machine wordt verbruikt.
De eerste lading kan de maximaal toelaatbare lading zijn,
namelijk: 58A.
De stroomsterkte moet echter geleidelijk dalen tijdens het
laden, zodat als de accu 43,2 V (2,4 per cel) bereikt en de
vloeistof in de cellen begint te koken, deze waarde niet hoger
wordt dan 19A (1/3 van de maximale lading).
De accu is opgeladen als:
De densiteit van de elektrolyt een soortelijk gewicht van
1,27 - 1,28 bereikt.
De elektrolyt kookt dan.
De temperatuur van de elektrolyt mag niet hoger worden dan
45°.
Wanneer de accu automatisch wordt opgeladen door middel
van een stroomgelijkrichter, dan wordt de accu niet alleen
voorzien van de energie die wordt verbruikt tijdens gebruik
van de machine, maar stopt de machine met laden wanneer
de temperatuur van de elektrolyt de aangegeven waarde
bereikt. Vergeet echter niet dat van de verschillende
onderdelen – machine, accu, gelijkrichter – de gelijkrichter
het gevoeligst is. Wanneer de accu niet automatisch stopt
met laden op het juiste moment, maar uren langer dan nodig
oplaadt (bijvoorbeeld in het weekend), dan kan de accu
dusdanig beschadigd raken dat hij onbruikbaar wordt.
Gebruik dus een gelijkrichter van zeer goede kwaliteit en
controleer deze regelmatig om ervoor te zorgen dat hij perfect
werkt. De accu moet in een goedgeventileerde omgeving
worden opgeladen.
Het volgende is verboden in de buurt van de accu, vooral
tijdens het laden:
Lucifers aansteken;
Open vuur gebruiken;
Werken met een amarilslijpmachine of andere vonkend
gereedschap.
Overladen
Accu’s die in goede staat zijn, hoeven meestal niet te worden
overladen.
Overladen wordt aanbevolen voor accu’s die langer dan 15
dagen niet zijn gebruikt, volledig lege of defecte accu’s, etc.
De overlaadstroom mag nooit meer zijn dan de helft van de
normale laadstroom voor een periode van ongeveer 9 uur,
opgedeeld in drie perioden (3 uur laden en 2 uur rust) zijn.
Wanneer nodig zullen de monteurs de speciale
overladingsbehandelingen aanbevelen.
Onderhoud
a) Bijvullen:
Het elektrolytpeil van de cellen moet op ongeveer 1 cm boven
het geboorde oppervlak (spatscherm) worden gehouden. Dit
kunt u via de plugopeningen in de cellen controleren.
Wanneer het peil daalt en het spatscherm niet meer is
bedekt, moet er gedistilleerd water worden toegevoegd totdat
het vereiste peil wordt bereikt. Het elektrolytpeil moet
gelijkmatig in alle cellen worden bijgevuld zodat de densiteit
gelijk is.
Deze nauwkeurigheid kan alleen worden verkregen door
middel van de ‘IMPIDOR’-vulvoorziening die eenvoudig in
gebruik is en waarvoor geen specifieke nauwkeurigheid nodig
is. Vul nooit bij met toevoertrechters, leidingen, etc., zelfs
wanneer dit zeer voorzichtig gebeurt.
Hoe vaak er moet worden bijgevuld, is afhankelijk van de
werkzaamheden die met de accu worden uitgevoerd, van de
lading en de temperatuur. Controleer het elektrolytpeil en de
densiteit minstens een keer per week na het laden.
Wanneer er vaker moet worden bijgevuld, dan is dit te wijten
aan overmatig of te lang laden. Controleer en kalibreer de
gelijkrichter meteen.
b) Reiniging:
De accu moet altijd schoon en droog worden gehouden. Dit is
zeer belangrijk om oxidatie op de hefhaken of op de
houderranden te voorkomen, omdat dit stroomlekkage en
corrosie kan veroorzaken.
Reinig het volledig oppervlak van de accu regelmatig met een
vochtige spons om de laag zuur die wordt afgezet tijdens het
laden te verwijderen.
Als de houder een ontladingsopening heeft (helaas hebben
niet alle houders zo’n opening of is dit niet mogelijk), reinig het
oppervlak dan met waterstralen, waarmee u betere resultaten
dan met een spons bereikt.
U hoeft de accu daarna niet te drogen. Omdat alle zuurresten
zijn verwijderd, worden de cellen snel droog.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
20 33014811(1)2005-07 A
DEMONTEREN, AFDANKEN
DEMONTEREN
Koppel de kabels los van de bedieningspanelen en let daarbij
goed op de markeringen op elke kabel. Zie de
bedradingsschema’s.
Verwijder geen referentienummers van kabels en
klemborden.
Het hydraulische systeem demonteren
Demonteer de hydraulische systemen aan de hand van de
betreffende schema’s.
Mechanische demontage
Voordat de machine mechanisch wordt gedemonteerd,
moeten alle onderdelen die contact maken met het materiaal
worden gespoeld en moet de rest van de machine grondig
worden gereinigd.
Zie het hoofdstuk ‘Vervoer’ voor het opheffen van de machine
en de veiligheidsmaatregelen die moeten worden genomen.
Verpakking
Gebruik verpakkingsmateriaal dat geschikt is voor het
gewicht en de eigenschappen van het onderdeel.
AFDANKEN
Gebruikte olie
Gebruikte smeer- en hydraulische olie mag niet in de
omgeving (kanalen, rioolsystemen, etc.) komen, maar
moeten worden afgegeven bij geautoriseerde
afvalverwerkingsbedrijven.
We raden u aan u nauwgezet aan de geldende wetgeving te
houden.
Dergelijke materialen moeten in perfect afgesloten containers
worden bewaard zodat de gebruikte olie niet kan weglekken
en andere stoffen vervuilt, inclusief regenwater. Oliefilters
moeten op dezelfde manier worden bewaard en bij
geautoriseerde afvalverwerkingsbedrijven worden
afgegeven.
Gebruikte loodaccu’s
Gebruikte accu’s vallen in de afvalcategorie ‘giftig,
schadelijk’.
Deze materialen moeten naar speciaal geautoriseerde
bedrijven worden gebracht om te worden afgevoerd.
Wanneer dit niet mogelijk, moet de ‘tijdelijke opslag’ volgens
de geldende wetgeving worden uitgevoerd. Dit betekent
vooral: toestemming voor tijdelijke opslag. Bewaar het
materiaal in een perfect afgesloten, kunststof container met
een capaciteit die minimaal gelijk is aan de hoeveelheid
elektrolyt in de accu. Er mag nooit regenwater in de
containers lekken.
Materiaal dat door de machine wordt verzameld
Het materiaal dat door de machine wordt verzameld, kan en
moet als huishoudafval of dergelijke worden afgegeven bij het
gemeentelijke afvalverwerkingspunt (volgens eerdere
overeenkomsten).
Dit is mogelijk wanneer het afval geen giftige of schadelijke
stoffen bevat.
Bij het reinigen van omgevingen waarin giftige of schadelijk
afval aanwezig kan zijn, moet al het materiaal apart en met
een lege container worden verzameld. Het afval moet daarna
volledig worden gestort in speciale containers die volgens de
geldende wetgeving en provinciale, regionale en nationale
regels moeten worden verwerkt.
Afdanken
Wanneer het einde van de levensduur van de machine is
bereikt, moeten alle onderstaande materialen die tot de
machine behoren worden afgevoerd.
We raden u aan de machine bij een geautoriseerd bedrijf te
brengen dat de machine op de juiste manier zal afdanken.
Voor het afvoeren van olie, filters en accu’s gelden de
hierboven beschreven procedures. De ABS- en metalen
onderdelen kunnen worden verwerkt tot secundair ruw
materiaal. Slangen, pakkingen, kunststof en glasvezel
moeten worden gesorteerd en bij het gemeentelijke
afvalverwerkingspunt worden afgegeven.
WEEE 2002/96/EC
OPMERKING
Het materiaal moet volgens de geldende
wetgeving worden afgevoerd.
OPMERKING
Let bijzonder goed op bij het loskoppelen van
de geleiders die onder stroom staan, ook
wanneer het contactslot in de stand ‘0’ staat.
OPMERKING
Bevestig een plaatje met het gewicht van de
verpakking, de inhoud en andere informatie
nodig voor het vervoer.
OPMERKING
De verschillende materialen van de machine
moeten op de juiste afvalverwerkingspunten
worden afgeleverd.
OPMERKING
Houd u altijd aan de geldende wetgeving van
het betreffende land.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014811(1)2005-07 A 21
SCHEMA’S
ZEKERINGENPOSITIES
SR 1450 D
(Zie Afb. AG)
1. Regeleenheid: 10A
2. Waarschuwings-/controlelampjes: 7,5A
3. Magneetklep diesel: 7,5A
4. Waarschuwingsknipperlichten: 7,5A
5. Verlichtingssysteem: 7,5A
6. Filterschudder en aanzuiging: 20A
SR 1450 B
(Zie Afb. AH)
1. Vrij: 7,5A
2. Filterschudder-claxon: 7,5A
3. Lichten: 10A
4. Veiligheidsvoorziening bij starten: 15A
5. Elektromagnetische schakelaar accessoires: 15A
6. Elektromagnetische schakelaar-Controlelampje
acculading: 10A
7. Voedingslijnzekering in de motorruimte: 150A
BEDRADINGSSCHEMA’S
SR 1450 D
(Zie Afb. AI)
A: Dynamo 14V-45A
AA: Claxon
B: Accu 12V-45A
B1: Gloeilamp temperatuur gloeibougie
B2: Gloeilamp olie
B3: Sensor achteruitrijversnelling
B4: Bimetalen thermostaat
C1: Zoemer achteruitrijversnelling
C2: Alarmzoemer achteruitrijversnelling
CC: Regeleenheid gloeibougie
CH: Contactslot
CO: Urenteller
EV: Magneetklep diesel
F1: Zekering regeleenheid
F2: Zekering controle-/waarschuwingslampje
F3: Zekering aanzuiging-filterschudder
F4: Zekering magneetklep diesel
F5: Zekering claxon/verlichting
F6: Zekering optioneel waarschuwingsknipperlichten
G: Vlotter laag brandstofpeil
IAA: Drukknop claxon
IE: Schakelaar optioneel waarschuwingsknipperlichten
II: Optionele richtingaanwijzerschakelaar
IL: Lichtschakelaar
ISV: Schakelaar filterschudder-aanzuiging
I: Flits
L1-4: Optionele dagverlichting
L5-6: Optionele koplampen
L7-8: Optionele richtingaanwijzers links
L9-10: Optionele richtingaanwijzers rechts
M: Veiligheidsmicroschakelaar stoel
MA: Startmotor
MS: Motor filterschudder
MV: Motor aanzuiging
R: Spanningsregelaar
R1: Relais zoemer achteruitrijversnelling
R2: Relais zoemer brandalarm
S1: Waarschuwingslampje gloeibougie
S2: Waarschuwingslampje accu
S3: Waarschuwingslampje olie
S4: Waarschuwingslampje laag brandstofpeil
S5: Optioneel controlelampje koplampen
S6: Controlelampje richtingaanwijzer
S7: Controlelampje aanzuiging
S8: Controlelampje filterschudder
K1/2: Gloeibougies
GEBRUIKERSHANDLEIDING
22 33014811(1)2005-07 A
SR 1450 D
(Zie Afb. AJ)
A: Voeding 36/12V 5A
A1: Optionele voeding 36/12V 30A
AA: Claxon
B: Accu 36V 320A aandrijving
B1: Sensor achteruitrijversnelling
B2: Bimetalen thermostaat
C1: Zoemer achteruitrijversnelling
C2: Zoemer brandalarm
CH: Contactslot
CO: Urenteller
D1: 6A60 diode
F1: Vrije zekering
F2: Zekering motor filterschudder
F3: Zekering ingangsvermogen
F4: Zekering verlichting
F5: Zekering elektromagnetische schakelaar starten
F6: Zekering startbeveiliging
F7: Algemene zekering
IAA: Drukknop claxon
IE: Schakelaar optioneel waarschuwingsknipperlichten
II: Optionele richtingaanwijzerschakelaar
IL: Lichtschakelaar
IS: Drukknop filterschudder
IV: Resetschakelaar aanzuiging
I: Flits
L1-4: Optionele dagverlichting
L5-6: Optionele koplampen
L7-8: Optionele richtingaanwijzers links
L9-10: Optionele richtingaanwijzers rechts
M1: Veiligheidsmicroschakelaar stoel
MS: Motor filterschudder
MT: Motor 36V 2,5 kW
MV: Motor aanzuiging
MV1: Motor koelventilator
R1: Elektromagnetische schakelaar starten
R2: Relais zoemer achteruitrijversnelling
R3: Relais zoemer brandalarm
S1: Schakelaarlampje
S2: Schakelaarlampje
S5: Controlelampje verlichting
S4: Controlelampje richtingaanwijzer
SC: Controlelampje acculading
SP: Contactplug 160A
SCHEMA HYDRAULICA
(Zie Afb. AK)
Olietank hydraulisch systeem
Filter hydraulische olie
Hoofdborstelcilinder
Aandrijfpomp + accessoires
Stuwmotor
Hydraulische motor aandrijving
Verdeler
Cilinder beschermplaat
Hefcilinder container
Hydraulische motor hoofdborstel
Hydraulische motor zijborstel rechts
Hydraulische motor zijborstel links
Keerklep
Cilinder zijborstel links
Cilinder zijborstel rechts
Vergrendelingsklep
ACCESSOIRES EN OPTIES
DERDE BORSTEL
Breng de hoofd- en zijborstels omlaag om de derde borstel te
laten bewegen.
Bedien de borstel met de joystick (1, Afb. AL).
1/100