GEBRUIKERSHANDLEIDING
33014815(1)2005-07 A 3
DEFINITIES
Gevarenzones
Elke zone in of bij een machine die een gevaar voor de
veiligheid en gezondheid van een blootgestelde persoon kan
vormen.
Blootgestelde persoon
Elke persoon die zich gedeeltelijk of volledig in een
gevarenzone bevindt.
Bediener
De persoon / personen verantwoordelijk voor de installatie,
werking, instelling, onderhoud, reiniging en vervoer van de
machine.
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE
BEDIENER
– De bediener is verantwoordelijk voor het dagelijkse
onderhoud van de machine:
– De bediener moet zorg dragen voor de machine en
ervoor zorgen dat deze perfect werkt;
– De bediener moet de leidinggevende persoon of de
technische hulpdienst informeren wanneer er
routineonderhoud moet worden uitgevoerd of
wanneer er sprake is van schade of een defect;
– De bediener mag geen mensen, dieren of
voorwerpen op de machine vervoeren;
– Wanneer de bediener zich met de machine
verplaatst, moeten de veiligheidsregels voor
verplaatsing van de machine worden opgevolgd;
– De machine mag niet worden gebruikt voor
schadelijk, giftig afval. Mocht dit nodig zijn,
raadpleeg dan van tevoren de fabrikant.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR DE
BEDIENER
– Niet-bevoegd of niet-getraind personeel mag de
veegmachine niet gebruiken.
De volgende voorwaarden zijn nodig voor de training:
– De bediener moet 18 jaar of ouder zijn en moet
beschikken over een rijbewijs voor de veegmachine,
ongeacht hoe de machine wordt gebruikt. De bediener
moet in goede geestelijke en fysieke staat zijn. Het is
verboden de veegmachine te gebruiken onder invloed
van stoffen die de zenuwreflexen kunnen wijzigen
(alcohol, medicijnen met een psychische uitwerking,
drugs, etc.).
– Waarschuwing: gebruik van de veegmachine zonder
training en/of toestemming kan gevaarlijk zijn en
letsel/schade veroorzaken aan mensen en voorwerpen.
– Gebruik de veegmachine niet in ontvlambare gebieden
of in gebieden met kans op explosie.
– Voordat u van de veegmachine stapt, moet u de borstels
stoppen, de handrem inschakelen, de motor
uitschakelen en de contactsleutel verwijderen.
– Rij langzaam op hellende oppervlakken en op een
ongelijkmatige of gladde ondergrond.
– Wees voorzichtig wanneer u een bocht neemt of van
richting verandert.
– Bedien de veegmachine voorzichtig wanneer u de
container omhoog brengt om vuil te lossen.
– Veegmachines zonder verlichtingssysteem (koplampen)
mogen alleen worden gebruikt onder ‘perfecte
(natuurlijke of kunstmatige) lichtomstandigheden’.
– Wanneer er onderhoud moet worden uitgevoerd met de
container omhoog, moet de container worden vastgezet
met twee veiligheidssteunen.
– Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen terwijl er
onderhoud wordt uitgevoerd.
– Draag geen losse of losgeknoopte kleding.
– Wanneer de machine omhoog moet worden gebracht,
gebruik dan uitrusting die het totale gewicht gemakkelijk
kan dragen.
– Bescherm de ogen en het haar tijdens het reinigen van
de machine met perslucht of een waterpistool.
– Koppel de accukabels los voordat u in de buurt van het
elektrische systeem werkt.
– Vermijd contact met het accuzuur. Raak geen hete
onderdelen aan. Wacht totdat de motor is afgekoeld.
– Onderhoudswerkzaamheden aan de motor moeten
worden uitgevoerd wanneer de motor is afgekoeld.
– Rook niet terwijl u brandstof bijvult.
– Houd vlammen en vonken uit de buurt van de machine.
– Wanneer de machine op openbare wegen wordt
gebruikt, moet de machine worden voorzien van een
registratiedocument en kenteken.
– De machine moet worden gebruikt voor vegen en niet
voor andere doeleinden dan waarvoor de machine is
ontworpen en gebouwd.
WAARSCHUWING!
Controleer bij storingen aan de machine de
procedures uit de diverse hoofdstukken.
WAARSCHUWING!
Met draaiende motor:
– Verwijder de oliepeilstok niet.
– Verwijder de radiateurplug niet.
– Verwijder de aftapplug voor koelvloeistof
niet.
– Werk niet langdurig in een afgesloten
omgeving.
– Zorg voor voldoende ventilatie of
raadpleeg uw leidinggevende.