U dient de lader alleen binnenshuis te gebruiken. Wanneer de lader niet gebruikt wordt, de steker uit de
wandcontactdoos halen. Bij beschadiging van de behuizing of de steker het apparaat niet gebruiken. De lader
niet openen.
Het laadproces begint automatisch, zodra de lader op het lichtnet aangesloten is en er een batterijpack op
aangesloten is. Normaal gesproken wordt het contact tot stand gebracht d.m.v. de bijgeleverde pluggen.
Wanneer het rode lampje na aoop van de testfase (ca. 10 seconden) blijft knipperen, dan moet de polariteit
van het pack omgekeerd worden. Op afbeelding 5 kunt u zien hoe u de polen (+/-) moet omkeren. Wanneer,
nadat de testfase opnieuw is afgelopen, het rode lampje blijft knipperen, dan is het accupack defect of er is
een accupack aangesloten met een verkeerd aantal batterijen (minder dan 4 cellen (4,8 V) of meer dan 10
cellen (12 V).
Na aoop van de testfase begint het laadproces (het rode lampje brandt zonder knipperen). Wanneer het pack
geheel geladen is, volgt automatisch omschakeling op druppellading (het groene lampje brandt, het rode
lampje is uit).
Het apparaat begint te ontladen wanneer de ontlaadknop (3) wordt ingedrukt (ca. 2 seconden).
Het ontladen mag echter pas na aoop van de testfase plaatsvinden.
Na aoop van het ontladen, dat in voorkomende gevallen meerdere uren kan duren, schakelt het apparaat
automatisch over op laden.
(alleen ASC 410 mobil)
De ACS 410 mobil beschikt ook nog over een DC-gelijkstroom-ingang. Bij DC-gebruik moet de bijgesloten DC-
kabel in de sigarettenaansteker gestoken worden.
N.B.: in personenauto’s (12-16V DC) kunnen alleen packs van 4-6 cellen (4,8 – 7,2V) geladen worden. In
vrachtauto’s (24-32V DC) kunnen packs van 4-10 cellen (4,8 – 12V) geladen worden.
Oplaadbare batterijen mogen niet bij het huisvuil. Levert u gebruikte accu’s in bij uw leverancier of bij een
inzamelpunt.