Makita 5017RKB Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding
24
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van algemene gegevens
1 Een typische afbeelding van
goede handplaatsing, werkstuk-
ondersteuning en netsnoerroute
(indien van toepassing).
2 Om terugslag te voorkomen,
ondersteun de plank of plaat
dicht bij de snijlijn.
3 Plaats de ondersteuningen niet
te ver van de snijlijn.
4 Zeskantsleutel
5 Asvergrendeling
6 Vastdraaien
7 Losdraaien
8 Zaagblad
9 Buitenflens
10 Binnenflens
11 Zeskantbout
12 Zeskantbout (Voor afstelling
van het spouwmes)
13 Spouwmes
14 Hendel
15 Vleugelmoer
16 Voor 45° verstekzagen
17 Voor zagen in rechte lijn
18 Voetplaat
19 Ontgrendelknop
20 Trekschakelaar
21 Terugtrekhendel
22 Veiligheidskap
23 Breedtegeleider
24 Inkeping
25 Zaaglijn
26 Stofkap
27 Rubberdop
28 Hendel
29 Stofzuiger
30 Limietaanduiding
31 Borstelhouderdop
32 Schroevendraaier
TECHNISCHE GEGEVENS
Model 5017RKB
Diameter zaagblad .............................................. 190 mm
Max. zaagdiepte
90°...................................................................... 66 mm
45°...................................................................... 46 mm
Toerental onbelast/min
-1
.......................................... 4 800
Totale lengte........................................................ 356 mm
Netto gewicht.......................................................... 5,5 kg
In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land ver-
schillen.
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor overlangs en diagonaal
recht zagen en voor verstekzagen bij hoeken tot maxi-
maal 45° in hout terwijl het gereedschap goed in contact
met het werkstuk wordt gehouden.
Stroomvoorziening
De machine mag alleen worden aangesloten op een
stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de
naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom
worden gebruikt. De machine is dubbel-geïsoleerd vol-
gens de Europese standaard en kan derhalve ook op
een niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Voor openbare laagspanningsverdeelsystemen van
tussen 220 V en 250 V
Schakelbedieningen van elektrische toestellen veroorza-
ken spanningsschommelingen. De bediening van dit
gereedschap onder ongunstige lichtnetomstandigheden
kan een nadelige invloed hebben op de bediening van
andere apparatuur. Het kan worden aangenomen dat er
geen negatieve effecten zullen zijn wanneer de netimpe-
dantie gelijk is aan of minder is dan 0,35 Ohm.
Het stopcontact dat voor dit gereedschap wordt gebruikt,
moet beveiligd zijn door een zekering of een stroomon-
derbreker met trage afschakelkarakteristieken.
GEA010-1
Algemene veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaar-
schuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de
waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de
toekomst te kunnen raadplegen.
GEB029-1
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met het gereedschap (na veelvul-
dig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften
van de cirkelzaag altijd strikt in acht. Bij onveilig of
verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap,
bestaat de kans op ernstig persoonlijk letsel.
Gevaar:
1. Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied
en het zaagblad. Houd met uw andere hand de
voorhandgreep of de behuizing van het gereed-
schap vast. Als u de cirkelzaag met beide handen
vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen.
2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u niet beschermen onder het
werkstuk tegen het zaagblad. Probeer niet afge-
zaagd materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad
nog draait.
LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het
gereedschap is uitgeschakeld. Wacht totdat het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u
het afgezaagde materiaal vastpakt.
3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte
van het werkstuk. Minder dan een volledige tand-
hoogte dient onder het werkstuk uit te komen.
4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit
vast met uw handen of benen. Zorg dat het werk-
stuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond.
Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen
om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan
blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de
controle over het gereedschap verliest. (Fig. 1)
25
5. Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïso-
leerde oppervlak van de handgrepen wanneer u
werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap
met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in
aanraking kan komen. Door contact met onder
spanning staande draden, zullen ook de niet-geïso-
leerde metalen delen van het elektrisch gereed-
schap onder spanning komen te staan zodat de
gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
6. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegelei-
der of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauw-
keurigheid van het zagen vergroot en de kans op
vastlopen van het zaagblad verkleint.
7. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van
de juiste afmetingen en vorm (diamand of rond).
Zaagbladen die niet goed passen op de bevesti-
gingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch
draaien waardoor u de controle over het gereed-
schap verliest.
8. Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde
bouten en ringen om het zaagblad mee te beves-
tigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van
het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik
met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig
gebruik.
9. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker
hieraan kan doen:
– Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld,
vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad, waardoor de
oncontroleerbare cirkelzaag omhoog, uit het werk-
stuk en in de richting van de gebruiker gaat.
Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt
doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller
wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie
de motor snel omhoog in de richting van de
gebruiker.
– Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in
de zaagsnede, kunnen de tanden aan de achter-
rand van het zaagblad zich in het bovenoppervlak
van het hout vreten, waardoor het zaagblad uit de
zaagsnede klimt en omhoog springt in de richting
van de gebruiker.
Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cir-
kelzaag en/of onjuiste gebruiksprocedures of -
omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hier-
onder vermeld:
Houd de cirkelzaag stevig vast met beide han-
den en houdt uw armen zodanig dat een terug-
slag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam
zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet
in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan de
cirkelzaag achterwaarts springen, maar de kracht
van de terugslag kan met de juiste voorzorgsmaat-
regelen door de gebruiker worden opgevangen.
Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u
om een of andere reden het zagen onder-
breekt, laat u de aan/uit-schakelaar los en
houdt u de cirkelzaag stil in het materiaal tot-
dat het zaagblad volledig tot stilstand is geko-
men. Probeer nooit het zaagblad uit het
werkstuk te halen of de cirkelzaag naar achte-
ren te trekken, terwijl het zaagblad nog draait
omdat hierdoor een terugslag kan optreden.
Onderzoek waarom het zaagblad is vastgelopen
en tref afdoende maatregelen om de oorzaak
ervan op te heffen.
Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt ter-
wijl het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u
het zaagblad in het midden van de zaagsnede
en controleert u dat de tanden niet in het mate-
riaal grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan
wanneer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het
zaagblad uit het werkstuk lopen of terugslaan.
Ondersteun grote platen om de kans te mini-
maliseren dat het zaagblad bekneld raakt of
terugslaat. Grote platen neigen door te zakken
onder hun eigen gewicht. U moet de plaat onder-
steunen aan beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en
vlakbij het uiteinde.
De kans te minimaliseren dat het zaagblad vast-
loopt. Wanneer het noodzakelijk is om tijdens het
zagen de cirkelzaag tot stilstand te brengen op het
werkstuk, moet de cirkelzaag op het grootste deel
rusten terwijl het kleinste deel wordt afgezaagd.
(Fig. 2 en 3)
Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet
meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden
maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote
wrijving, vastlopen en terugslag. Houd het zaag-
blad scherp en schoon. Gom of hars dat op het
zaagblad is opgedroogd vertraagt het zaagblad en
verhoogt de kans op terugslag. Houd het zaagblad
schoon door dit eerst van het gereedschap te
demonteren en het vervolgens schoon te maken
met een reinigingsmiddel voor gom en hars, heet
water of kerosine. Gebruik nooit benzine.
De vergrendelhendels voor het instellen van de
zaagbladdiepte en verstelhoek moeten vastzit-
ten alvorens te beginnen met zagen. Als de
instellingen van het zaagblad zich tijdens het
zagen wijzigen, kan dit leiden tot vastlopen of
terugslag.
Wees extra voorzichtig wanneer u een “blinde”
zaagsnede maakt in een bestaande wand of
een andere plaats waarvan u de onderkant van
het zaagoppervlak niet kunt zien. Wanneer het
zaagblad door het materiaal heen breekt, kan het
een voorwerp raken waardoor een terugslag
optreedt. Bij het maken van een “blinde”
zaagsnede opent u de onderste beschermkap met
behulp van de terugtrekhendel.
Houd het gereedschap ALTIJD met beide han-
den stevig vast. Plaats NOOIT uw hand of vin-
gers achter het zaagblad. Als een terugslag
optreedt, kan het zaagblad gemakkelijk achteruit
en over uw hand springen waardoor ernstig per-
soonlijk letsel ontstaat. (Fig. 4)
Dwing de cirkelzaag nooit. Als u het zaagblad
dwingt, kan dat leiden tot een ongelijkmatige
zaagsnede, verminderde nauwkeurigheid en
mogelijke terugslag. Duw de cirkelzaag vooruit
met een snelheid waarbij het zaagblad niet ver-
traagt.
26
10. Controleer voor ieder gebruik of de onderste
beschermkap goed sluit. Gebruik de cirkelzaag
niet als de onderste beschermkap niet vrij kan
bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste
beschermkap nooit vast in de geopende stand.
Als u de cirkelzaag per ongeluk laat vallen, kan de
onderste beschermkap worden verbogen. Til de
onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel
en controleer dat deze vrij kan bewegen en niet het
zaagblad of enig ander onderdeel raakt, onder alle
verstekhoeken en op alle zaagdiepten. U kunt de
onderste beschermkap controleren, door deze met
de hand te openen, los te laten en te kijken hoe hij
sluit. Controleer tevens of de terugtrekhendel de
behuizing van het gereedschap niet raakt. Het zaag-
blad onbeschermd laten is UITERST GEVAARLIJK
en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
11. Controleer de werking van de veer van de onder-
ste beschermkap. Als de beschermkap en de
veer niet goed werken, dienen deze te worden
gerepareerd voordat de cirkelzaag wordt
gebruikt. De onderste beschermkap kan traag wer-
ken als gevolg van beschadigde onderdelen, gom-
of hardafzetting, of opeenhoping van vuil.
12. De onderste beschermkap mag alleen met de
hand worden geopend voor het maken van spe-
ciale zaagsneden, zoals een “blinde” zaagsnede
en “samengestelde” zaagsnede. Til de onderste
beschermkap op aan de terugtrekhendel en laat
deze los zodra het zaagblad in het materiaal
zaagt. Bij alle andere typen zaagsneden, dient de
onderste beschermkap automatisch te werken.
13. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het
zaagblad bedekt voordat u de cirkelzaag op een
werkbak of vloer neerlegt. Een onbeschermd
zaagblad dat nog nadraait, zal de cirkelzaag achter-
uit doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt
gezaagd. Denk aan de tijd die het duurt nadat de cir-
kelzaag is uitgeschakeld voordat het zaagblad stil-
staat. Voordat u het gereedschap neerlegt na het
voltooien van een zaagsnede, controleert u dat de
onderste beschermkap gesloten is en het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen.
14. Gebruik het geschikte spouwmes voor het zaag-
blad dat wordt gebruikt. Om het spouwmes goed
te laten werken, moet het dikker zijn dan het zaag-
bladlichaam, maar dunner zijn dan de breedte van
de gezette zaagtanden.
15. Stel het spouwmes in zoals beschreven in deze
gebruiksaanwijzing. Door een onjuiste afstand,
positie of uitlijning, zal het spouwmes eventuele
terugslag niet effectief kunnen voorkomen.
16. Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij het
maken van een “blinde” zaagsnede. Het spouw-
mes moet worden teruggeplaatst nadat de 'blinde'
zaagsnede is gemaakt. Het spouwmes zit in de weg
bij het maken van een “blinde” zaagsnede en kan
terugslag veroorzaken.
17. Voor een goede werking van het spouwmes,
moet het in het werkstuk lopen. Het spouwmes is
niet effectief in het voorkomen van terugslag tijdens
korte zaagsneden.
18. Bedien de zaag niet als het spouwmes verbogen
is. Zelfs bij heel licht aanlopen kan de sluitsnelheid
van een beschermkap worden verlaagd.
19. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout,
druk-behandeld timmerhout en hout met knoes-
ten. Pas de snelheid van het zagen aan zodat de cir-
kelzaag soepel vooruit blijft gaan zonder dat de
snelheid van het zaagblad lager wordt.
20. Voorkom dat u in spijkers zaag. Inspecteer het
hout op spijkers en verwijder deze zonodig voor-
dat u begint te zagen.
21. Plaats het bredere deel van de zool van de cirkel-
zaag op het deel van het werkstuk dat goed is
ondersteund, en niet op het deel dat omlaag valt
nadat de zaagsnede gemaakt is. Als voorbeeld
laat afbeelding 5 zien hoe u het uiteinde van een
plank GOED afzaagt, en afbeelding 6 hoe u dit
VERKEERD doet. Als het werkstuk kort of smal
is, klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT
WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN!
(Fig. 5 en 6)
22. Probeer nooit te zagen waarbij de cirkelzaag
ondersteboven in een bankschroef is geklemd.
Dit is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel. (Fig. 7)
23. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatrege-
len tegen het inademen van stof en contact met
de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de
leverancier van het materiaal op.
24. Breng het zaagblad niet tot stilstand door zijde-
lings op het zaagblad te drukken.
25. Gebruik altijd zaagbladen die in deze gebruiks-
aanwijzing aanbevolen worden. Gebruik geen
slijpschijven.
26. Draag een stofmasker en gehoorbescherming
tijdens gebruik van het gereedschap.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Verwijderen of installeren van het zaagblad
LET OP:
Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn netsnoer uit het stopcontact is gehaald alvorens u
het zaagblad installeert of verwijdert.
Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbladen
worden gebruikt.
De dikte van het spouwmes is 1,8 mm.
LET OP:
• Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden aan
de in deze gebruiksaanwijzing vermelde specificaties.
Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker, of
de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is dan de
dikte van het spouwmes.
Max. diam. Min. diam.
Zaagblad-
dikte
Zaagsnede
190 mm 170 mm
1,6 mm
of minder
1,9 mm
of meer
27
Om het zaagblad te verwijderen, drukt u eerst de asver-
grendeling volledig in zodat de as niet meer kan draaien.
Draai daarna de zeskantbout los met de zeskantsleutel.
(Fig. 8)
Verwijder vervolgens de buitenflens, zet de veiligheids-
kap in de hoogste stand, en verwijder het zaagblad.
(Fig. 9)
Om het zaagblad te installeren, volgt u de procedure voor
het verwijderen in omgekeerde volgorde. Monteer achter-
eenvolgens de binnenflens, het zaagblad, de buitenflens,
en de zeskantbout. Zorg ervoor dat de zeskantbout ste-
vig vastgedraaid is. (Fig. 10)
LET OP:
Controleer of de tanden van het zaagblad naar voren
zijn gericht in dezelfde richting als de zaagrotatie (de
pijl op het zaagblad dient in dezelfde richting te wijzen
als de pijl op het gereedschap).
Gebruik uitsluitend de zeskantsleutel van MAKITA voor
het verwijderen of installeren van het zaagblad.
Afstellen van het spouwmes (Fig. 11)
Beweeg de voetplaat en breng de veiligheidskap
omhoog. Draai daarna met de zeskantsleutel de zeskant-
bout voor afstelling van het spouwmes los. Beweeg het
spouwmes naar omhoog of naar omlaag over de twee
uitsteeksels voor afstelling van het spouwmes zoals
afgebeeld in Fig. 11 om de juiste afstand tussen het
spouwmes en het zaagblad in te stellen.
LET OP:
Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat:
De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand
niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder dan
5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uitsteekt.
Instellen van de zaagdiepte (Fig. 12)
Draai de hendel op de zijkant van de achterhandgreep
los en beweeg de voetplaat naar omhoog of naar
omlaag. Zet de voetplaat bij de gewenste zaagdiepte
vast door de hendel vast te draaien.
LET OP:
• Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van
dunne werkstukken, om schoner en veiliger te kunnen
zagen.
Na het instellen van de zaagdiepte, moet u de hendel
weer stevig vastdraaien.
Afstellen van de hoek voor verstekzagen (Fig. 13)
Draai de vleugelmoeren vooraan en achteraan los en hel
het gereedschap naar de gewenste hoek voor verstekza-
gen (0 45°). Na afstelling dient u de vleugelmoeren
vooraan en achteraan goed vast te draaien.
Richten (Fig. 14)
Voor zagen in een rechte lijn, dient u de rechter inkeping
op de voorkant van de voetplaat op één lijn te brengen
met de zaaglijn op het werkstuk.
Voor 45° verstekzagen, brengt u de linker inkeping op
één lijn met de zaaglijn.
Werking van de trekschakelaar (Fig. 15)
LET OP:
Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te sluiten,
dient u altijd te controleren of de trek-schakelaar behoor-
lijk werkt en bij loslaten onmiddelijk naar de “OFF” positie
terugkeert.
Om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval wordt
ingedrukt, is het gereedschap voorzien van een ontgren-
delknop.
Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgren-
delknop in en dan de trekschakelaar. Laat de trekschake-
laar los om het gereedschap te stoppen.
Bediening (Fig. 16)
Houd het gereedschap stevig vast met beide handen. Zet
de voetplaat van het gereedschap op het werkstuk zon-
der dat het zaagblad contact maakt met het werkstuk.
Schakel dan het gereedschap in en wacht tot het zaag-
blad op volle toeren draait. Beweeg daarna het gereed-
schap gewoon naar voren over het werkstukoppervlak,
ervoor zorgend dat de voetplaat vlak op het werkstukop-
pervlak blijft. Beweeg het gereedschap gelijkmatig naar
voren tot het werkstuk volledig is doorgezaagd. Om
schone sneden te krijgen, moet u in een rechte lijn zagen
en het gereedschap met gelijkmatige snelheid voortbe-
wegen.
LET OP:
Het spouwmes moet altijd worden gebruikt.
Stop het zaagblad niet door zijdelingse druk erop uit te
oefenen.
• De terugtrekhendel mag alleen worden gebruikt voor
schuin zagen en ondiep zagen waarbij de onderste
beschermkap niet goed beweegt. Breng de onderste
beschermkap naar omhoog met de terugtrekhendel.
Zodra het zaagblad in aanraking komt met het werk-
stuk, moet u de terugtrekhendel los laten. Voor alle
ander zaagwerk moet u de onderste beschermkap
automatisch laten werken.
Trekgeleider (breedtegeleider) (Fig. 17)
De handige trekgeleider (breedtegeleider) maakt het
mogelijk uiterst nauwkeurige rechte zaagsneden te
maken. Plaats de trekgeleider vlak tegen de zijkant van
het werkstuk en zet hem vervolgens vast met de klem-
schroef op de voorkant van de voetplaat. Met de trekge-
leider kunt u ook herhaaldelijk stukken van gelijke
breedte afzagen.
Stofafzuiging (Fig. 18 en 19)
Dit gereedschap is voorzien van een stofverzamelbak
voor het opvangen van stof en spaanders. Ledig de stof-
verzamelbak wanneer deze ongeveer tweederde vol is.
Druk hiervoor eerst op de hendel om de stofkap te ont-
grendelen. Open daarna de stofkap. U kunt schoner wer-
ken door een Makita stofzuiger op dit gereedschap aan
te sluiten. Verwijder de rubberdop van de stofkap en sluit
de stofzuigerslang aan op de stofkap.
28
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Vervangen van koolborstels (Fig. 20 en 21)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor per-
soonlijke verwonding opleveren. Gebruik de accessoires
of hulpstukken uitsluitend voor het gespecificeerde doel.
Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem
dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita service-
centrum.
Zaagblad met hardmetalen punten 190 mm
Trekgeleider (Breedtegeleider)
Inbussleutel
ENG102-2
Alleen voor Europese landen
Geluidsniveau
De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld vol-
gens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 93 dB (A)
Geluidsenergie-niveau (L
WA
): 104 dB (A)
Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A)
Draag oorbeschermers.
ENG214-2
Trilling
De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom)
vastgesteld volgens EN60745:
Toepassing: spaanplaat zagen
Trillingsemissie (a
h
): 2,5 m/s
2
of lager
Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
• De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten vol-
gens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt
om dit gereedschap te vergelijken met andere gereed-
schappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstell-
ing.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getrof-
fen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd
op een schatting van de blootstelling onder praktijkom-
standigheden (rekening houdend met alle fasen van de
bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het
gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait,
naast de ingeschakelde tijdsduur).
ENH101-12
EU-Verklaring van Conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine: Cirkelzaag met stofopvang
Modelnr./Type: 5017RKB
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
98/37/EC tot en met 28 december 2009 en daarna
aan 2006/42/EC vanaf 29 december 2009
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de vol-
gende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland
30 januari 2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho,
Anjo, Aichi, JAPAN

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van algemene gegevens 1 2 3 4 5 6 7 Een typische afbeelding van goede handplaatsing, werkstukondersteuning en netsnoerroute (indien van toepassing). Om terugslag te voorkomen, ondersteun de plank of plaat dicht bij de snijlijn. Plaats de ondersteuningen niet te ver van de snijlijn. Zeskantsleutel Asvergrendeling Vastdraaien Losdraaien 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Zaagblad Buitenflens Binnenflens Zeskantbout Zeskantbout (Voor afstelling van het spouwmes) Spouwmes Hendel Vleugelmoer Voor 45° verstekzagen Voor zagen in rechte lijn Voetplaat Ontgrendelknop TECHNISCHE GEGEVENS Model 5017RKB Diameter zaagblad .............................................. 190 mm Max. zaagdiepte 90° ...................................................................... 66 mm 45° ...................................................................... 46 mm Toerental onbelast/min-1.......................................... 4 800 Totale lengte ........................................................ 356 mm Netto gewicht.......................................................... 5,5 kg • In verband met ononderbroken research en ontwikkeling behouden wij ons het recht voor bovenstaande technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 Doeleinden van gebruik Dit gereedschap is bedoeld voor overlangs en diagonaal recht zagen en voor verstekzagen bij hoeken tot maximaal 45° in hout terwijl het gereedschap goed in contact met het werkstuk wordt gehouden. Stroomvoorziening De machine mag alleen worden aangesloten op een stroombron van hetzelfde voltage als aangegeven op de naamplaat, en kan alleen op enkel-fase wisselstroom worden gebruikt. De machine is dubbel-geïsoleerd volgens de Europese standaard en kan derhalve ook op een niet-geaard stopcontact worden aangesloten. Voor openbare laagspanningsverdeelsystemen van tussen 220 V en 250 V Schakelbedieningen van elektrische toestellen veroorzaken spanningsschommelingen. De bediening van dit gereedschap onder ongunstige lichtnetomstandigheden kan een nadelige invloed hebben op de bediening van andere apparatuur. Het kan worden aangenomen dat er geen negatieve effecten zullen zijn wanneer de netimpedantie gelijk is aan of minder is dan 0,35 Ohm. Het stopcontact dat voor dit gereedschap wordt gebruikt, moet beveiligd zijn door een zekering of een stroomonderbreker met trage afschakelkarakteristieken. 24 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Trekschakelaar Terugtrekhendel Veiligheidskap Breedtegeleider Inkeping Zaaglijn Stofkap Rubberdop Hendel Stofzuiger Limietaanduiding Borstelhouderdop Schroevendraaier Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrisch gereedschap GEA010-1 WAARSCHUWING! Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. GEB029-1 AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van de cirkelzaag altijd strikt in acht. Bij onveilig of verkeerd gebruik van het elektrisch gereedschap, bestaat de kans op ernstig persoonlijk letsel. Gevaar: 1. Houd uw handen uit de buurt van het zaaggebied en het zaagblad. Houd met uw andere hand de voorhandgreep of de behuizing van het gereedschap vast. Als u de cirkelzaag met beide handen vasthoudt, kunt u nooit in uw handen zagen. 2. Reik nooit met uw handen onder het werkstuk. De beschermkap kan u niet beschermen onder het werkstuk tegen het zaagblad. Probeer niet afgezaagd materiaal te verwijderen terwijl het zaagblad nog draait. LET OP: Het zaagblad draait nog na nadat het gereedschap is uitgeschakeld. Wacht totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen voordat u het afgezaagde materiaal vastpakt. 3. Stel de zaagdiepte in overeenkomstig de dikte van het werkstuk. Minder dan een volledige tandhoogte dient onder het werkstuk uit te komen. 4. Houd het werkstuk waarin wordt gezaagd nooit vast met uw handen of benen. Zorg dat het werkstuk stabiel is ten opzichte van de ondergrond. Het is belangrijk het werkstuk goed te ondersteunen om de kans te minimaliseren dat uw lichaam eraan blootgesteld wordt, het zaagblad vastloopt of u de controle over het gereedschap verliest. (Fig. 1) 5. 6. 7. 8. 9. Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in aanraking kan komen. Door contact met onder spanning staande draden, zullen ook de niet-geïsoleerde metalen delen van het elektrisch gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. Gebruik bij het schulpen altijd de breedtegeleider of de langsgeleider. Hierdoor wordt de nauwkeurigheid van het zagen vergroot en de kans op vastlopen van het zaagblad verkleint. Gebruik altijd zaagbladen met doorngaten van de juiste afmetingen en vorm (diamand of rond). Zaagbladen die niet goed passen op de bevestigingsmiddelen van de cirkelzaag, zullen excentrisch draaien waardoor u de controle over het gereedschap verliest. Gebruik nooit een beschadigde of verkeerde bouten en ringen om het zaagblad mee te bevestigen. De bouten en ringen voor de bevestiging van het zaagblad zijn speciaal ontworpen voor gebruik met uw cirkelzaag voor optimale prestaties en veilig gebruik. Oorzaken van terugslag en wat de gebruiker hieraan kan doen: – Terugslag is een plotselinge reactie op een bekneld, vastgelopen of niet-uitgelijnd zaagblad, waardoor de oncontroleerbare cirkelzaag omhoog, uit het werkstuk en in de richting van de gebruiker gaat. – Wanneer het zaagblad bekneld raakt of vastloopt doordat de zaagsnede naar beneden toe smaller wordt, vertraagt het zaagblad en komt als reactie de motor snel omhoog in de richting van de gebruiker. – Als het zaagblad gebogen of niet-uitgelijnd raakt in de zaagsnede, kunnen de tanden aan de achterrand van het zaagblad zich in het bovenoppervlak van het hout vreten, waardoor het zaagblad uit de zaagsnede klimt en omhoog springt in de richting van de gebruiker. Terugslag is het gevolg van misgebruik van de cirkelzaag en/of onjuiste gebruiksprocedures of omstandigheden, en kan worden voorkomen door goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder vermeld: • Houd de cirkelzaag stevig vast met beide handen en houdt uw armen zodanig dat een terugslag wordt opgevangen. Plaats uw lichaam zijwaarts versprongen van het zaagblad en niet in een rechte lijn erachter. Door terugslag kan de cirkelzaag achterwaarts springen, maar de kracht van de terugslag kan met de juiste voorzorgsmaatregelen door de gebruiker worden opgevangen. • Wanneer het zaagblad vastloopt, of wanneer u om een of andere reden het zagen onderbreekt, laat u de aan/uit-schakelaar los en houdt u de cirkelzaag stil in het materiaal totdat het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Probeer nooit het zaagblad uit het werkstuk te halen of de cirkelzaag naar achteren te trekken, terwijl het zaagblad nog draait omdat hierdoor een terugslag kan optreden. Onderzoek waarom het zaagblad is vastgelopen en tref afdoende maatregelen om de oorzaak ervan op te heffen. • Wanneer u de cirkelzaag weer inschakelt terwijl het zaagblad in het werkstuk zit, plaatst u het zaagblad in het midden van de zaagsnede en controleert u dat de tanden niet in het materiaal grijpen. Als het zaagblad is vastgelopen, kan wanneer de cirkelzaag wordt ingeschakeld het zaagblad uit het werkstuk lopen of terugslaan. • Ondersteun grote platen om de kans te minimaliseren dat het zaagblad bekneld raakt of terugslaat. Grote platen neigen door te zakken onder hun eigen gewicht. U moet de plaat ondersteunen aan beide zijranden, vlakbij de zaaglijn en vlakbij het uiteinde. De kans te minimaliseren dat het zaagblad vastloopt. Wanneer het noodzakelijk is om tijdens het zagen de cirkelzaag tot stilstand te brengen op het werkstuk, moet de cirkelzaag op het grootste deel rusten terwijl het kleinste deel wordt afgezaagd. (Fig. 2 en 3) • Gebruik een bot of beschadigd zaagblad niet meer. Niet-geslepen of verkeerd gezette tanden maken een smalle zaagsnede wat leidt tot grote wrijving, vastlopen en terugslag. Houd het zaagblad scherp en schoon. Gom of hars dat op het zaagblad is opgedroogd vertraagt het zaagblad en verhoogt de kans op terugslag. Houd het zaagblad schoon door dit eerst van het gereedschap te demonteren en het vervolgens schoon te maken met een reinigingsmiddel voor gom en hars, heet water of kerosine. Gebruik nooit benzine. • De vergrendelhendels voor het instellen van de zaagbladdiepte en verstelhoek moeten vastzitten alvorens te beginnen met zagen. Als de instellingen van het zaagblad zich tijdens het zagen wijzigen, kan dit leiden tot vastlopen of terugslag. • Wees extra voorzichtig wanneer u een “blinde” zaagsnede maakt in een bestaande wand of een andere plaats waarvan u de onderkant van het zaagoppervlak niet kunt zien. Wanneer het zaagblad door het materiaal heen breekt, kan het een voorwerp raken waardoor een terugslag optreedt. Bij het maken van een “blinde” zaagsnede opent u de onderste beschermkap met behulp van de terugtrekhendel. • Houd het gereedschap ALTIJD met beide handen stevig vast. Plaats NOOIT uw hand of vingers achter het zaagblad. Als een terugslag optreedt, kan het zaagblad gemakkelijk achteruit en over uw hand springen waardoor ernstig persoonlijk letsel ontstaat. (Fig. 4) • Dwing de cirkelzaag nooit. Als u het zaagblad dwingt, kan dat leiden tot een ongelijkmatige zaagsnede, verminderde nauwkeurigheid en mogelijke terugslag. Duw de cirkelzaag vooruit met een snelheid waarbij het zaagblad niet vertraagt. 25 10. Controleer voor ieder gebruik of de onderste beschermkap goed sluit. Gebruik de cirkelzaag niet als de onderste beschermkap niet vrij kan bewegen en onmiddellijk sluit. Zet de onderste beschermkap nooit vast in de geopende stand. Als u de cirkelzaag per ongeluk laat vallen, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Til de onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel en controleer dat deze vrij kan bewegen en niet het zaagblad of enig ander onderdeel raakt, onder alle verstekhoeken en op alle zaagdiepten. U kunt de onderste beschermkap controleren, door deze met de hand te openen, los te laten en te kijken hoe hij sluit. Controleer tevens of de terugtrekhendel de behuizing van het gereedschap niet raakt. Het zaagblad onbeschermd laten is UITERST GEVAARLIJK en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. 11. Controleer de werking van de veer van de onderste beschermkap. Als de beschermkap en de veer niet goed werken, dienen deze te worden gerepareerd voordat de cirkelzaag wordt gebruikt. De onderste beschermkap kan traag werken als gevolg van beschadigde onderdelen, gomof hardafzetting, of opeenhoping van vuil. 12. De onderste beschermkap mag alleen met de hand worden geopend voor het maken van speciale zaagsneden, zoals een “blinde” zaagsnede en “samengestelde” zaagsnede. Til de onderste beschermkap op aan de terugtrekhendel en laat deze los zodra het zaagblad in het materiaal zaagt. Bij alle andere typen zaagsneden, dient de onderste beschermkap automatisch te werken. 13. Let er altijd op dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt voordat u de cirkelzaag op een werkbak of vloer neerlegt. Een onbeschermd zaagblad dat nog nadraait, zal de cirkelzaag achteruit doen lopen waarbij alles op zijn weg wordt gezaagd. Denk aan de tijd die het duurt nadat de cirkelzaag is uitgeschakeld voordat het zaagblad stilstaat. Voordat u het gereedschap neerlegt na het voltooien van een zaagsnede, controleert u dat de onderste beschermkap gesloten is en het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. 14. Gebruik het geschikte spouwmes voor het zaagblad dat wordt gebruikt. Om het spouwmes goed te laten werken, moet het dikker zijn dan het zaagbladlichaam, maar dunner zijn dan de breedte van de gezette zaagtanden. 15. Stel het spouwmes in zoals beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Door een onjuiste afstand, positie of uitlijning, zal het spouwmes eventuele terugslag niet effectief kunnen voorkomen. 16. Gebruik het spouwmes altijd, behalve bij het maken van een “blinde” zaagsnede. Het spouwmes moet worden teruggeplaatst nadat de 'blinde' zaagsnede is gemaakt. Het spouwmes zit in de weg bij het maken van een “blinde” zaagsnede en kan terugslag veroorzaken. 17. Voor een goede werking van het spouwmes, moet het in het werkstuk lopen. Het spouwmes is niet effectief in het voorkomen van terugslag tijdens korte zaagsneden. 18. Bedien de zaag niet als het spouwmes verbogen is. Zelfs bij heel licht aanlopen kan de sluitsnelheid van een beschermkap worden verlaagd. 26 19. Wees extra voorzichtig bij het zagen in nat hout, druk-behandeld timmerhout en hout met knoesten. Pas de snelheid van het zagen aan zodat de cirkelzaag soepel vooruit blijft gaan zonder dat de snelheid van het zaagblad lager wordt. 20. Voorkom dat u in spijkers zaag. Inspecteer het hout op spijkers en verwijder deze zonodig voordat u begint te zagen. 21. Plaats het bredere deel van de zool van de cirkelzaag op het deel van het werkstuk dat goed is ondersteund, en niet op het deel dat omlaag valt nadat de zaagsnede gemaakt is. Als voorbeeld laat afbeelding 5 zien hoe u het uiteinde van een plank GOED afzaagt, en afbeelding 6 hoe u dit VERKEERD doet. Als het werkstuk kort of smal is, klemt u het vast. PROBEER NOOIT EEN KORT WERKSTUK IN UW HANDEN VAST TE HOUDEN! (Fig. 5 en 6) 22. Probeer nooit te zagen waarbij de cirkelzaag ondersteboven in een bankschroef is geklemd. Dit is uiterst gevaarlijk en kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. (Fig. 7) 23. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. 24. Breng het zaagblad niet tot stilstand door zijdelings op het zaagblad te drukken. 25. Gebruik altijd zaagbladen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen worden. Gebruik geen slijpschijven. 26. Draag een stofmasker en gehoorbescherming tijdens gebruik van het gereedschap. BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN. WAARSCHUWING: VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstige verwondingen. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN Verwijderen of installeren van het zaagblad LET OP: Zorg altijd ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn netsnoer uit het stopcontact is gehaald alvorens u het zaagblad installeert of verwijdert. Voor dit gereedschap kunnen de volgende zaagbladen worden gebruikt. Max. diam. Min. diam. Zaagbladdikte Zaagsnede 190 mm 170 mm 1,6 mm of minder 1,9 mm of meer De dikte van het spouwmes is 1,8 mm. LET OP: • Gebruik geen zaagbladen die niet beantwoorden aan de in deze gebruiksaanwijzing vermelde specificaties. • Gebruik geen zaagbladen waarvan het blad dikker, of de snijbreedte (zetting van de tanden) minder is dan de dikte van het spouwmes. Om het zaagblad te verwijderen, drukt u eerst de asvergrendeling volledig in zodat de as niet meer kan draaien. Draai daarna de zeskantbout los met de zeskantsleutel. (Fig. 8) Verwijder vervolgens de buitenflens, zet de veiligheidskap in de hoogste stand, en verwijder het zaagblad. (Fig. 9) Om het zaagblad te installeren, volgt u de procedure voor het verwijderen in omgekeerde volgorde. Monteer achtereenvolgens de binnenflens, het zaagblad, de buitenflens, en de zeskantbout. Zorg ervoor dat de zeskantbout stevig vastgedraaid is. (Fig. 10) LET OP: • Controleer of de tanden van het zaagblad naar voren zijn gericht in dezelfde richting als de zaagrotatie (de pijl op het zaagblad dient in dezelfde richting te wijzen als de pijl op het gereedschap). • Gebruik uitsluitend de zeskantsleutel van MAKITA voor het verwijderen of installeren van het zaagblad. Afstellen van het spouwmes (Fig. 11) Beweeg de voetplaat en breng de veiligheidskap omhoog. Draai daarna met de zeskantsleutel de zeskantbout voor afstelling van het spouwmes los. Beweeg het spouwmes naar omhoog of naar omlaag over de twee uitsteeksels voor afstelling van het spouwmes zoals afgebeeld in Fig. 11 om de juiste afstand tussen het spouwmes en het zaagblad in te stellen. LET OP: Zorg ervoor dat het spouwmes zo wordt afgesteld dat: De afstand tussen het spouwmes en de zaagtandrand niet groter is dan 5 mm. De zaagtandrand niet verder dan 5 mm voorbij de onderrand van het spouwmes uitsteekt. Instellen van de zaagdiepte (Fig. 12) Draai de hendel op de zijkant van de achterhandgreep los en beweeg de voetplaat naar omhoog of naar omlaag. Zet de voetplaat bij de gewenste zaagdiepte vast door de hendel vast te draaien. LET OP: • Gebruik een geringe zaagdiepte voor het zagen van dunne werkstukken, om schoner en veiliger te kunnen zagen. • Na het instellen van de zaagdiepte, moet u de hendel weer stevig vastdraaien. Afstellen van de hoek voor verstekzagen (Fig. 13) Draai de vleugelmoeren vooraan en achteraan los en hel het gereedschap naar de gewenste hoek voor verstekzagen (0 – 45°). Na afstelling dient u de vleugelmoeren vooraan en achteraan goed vast te draaien. Richten (Fig. 14) Voor zagen in een rechte lijn, dient u de rechter inkeping op de voorkant van de voetplaat op één lijn te brengen met de zaaglijn op het werkstuk. Voor 45° verstekzagen, brengt u de linker inkeping op één lijn met de zaaglijn. Werking van de trekschakelaar (Fig. 15) LET OP: Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te sluiten, dient u altijd te controleren of de trek-schakelaar behoorlijk werkt en bij loslaten onmiddelijk naar de “OFF” positie terugkeert. Om te voorkomen dat de trekschakelaar per toeval wordt ingedrukt, is het gereedschap voorzien van een ontgrendelknop. Om het gereedschap te starten, drukt u eerst de ontgrendelknop in en dan de trekschakelaar. Laat de trekschakelaar los om het gereedschap te stoppen. Bediening (Fig. 16) Houd het gereedschap stevig vast met beide handen. Zet de voetplaat van het gereedschap op het werkstuk zonder dat het zaagblad contact maakt met het werkstuk. Schakel dan het gereedschap in en wacht tot het zaagblad op volle toeren draait. Beweeg daarna het gereedschap gewoon naar voren over het werkstukoppervlak, ervoor zorgend dat de voetplaat vlak op het werkstukoppervlak blijft. Beweeg het gereedschap gelijkmatig naar voren tot het werkstuk volledig is doorgezaagd. Om schone sneden te krijgen, moet u in een rechte lijn zagen en het gereedschap met gelijkmatige snelheid voortbewegen. LET OP: • Het spouwmes moet altijd worden gebruikt. • Stop het zaagblad niet door zijdelingse druk erop uit te oefenen. • De terugtrekhendel mag alleen worden gebruikt voor schuin zagen en ondiep zagen waarbij de onderste beschermkap niet goed beweegt. Breng de onderste beschermkap naar omhoog met de terugtrekhendel. Zodra het zaagblad in aanraking komt met het werkstuk, moet u de terugtrekhendel los laten. Voor alle ander zaagwerk moet u de onderste beschermkap automatisch laten werken. Trekgeleider (breedtegeleider) (Fig. 17) De handige trekgeleider (breedtegeleider) maakt het mogelijk uiterst nauwkeurige rechte zaagsneden te maken. Plaats de trekgeleider vlak tegen de zijkant van het werkstuk en zet hem vervolgens vast met de klemschroef op de voorkant van de voetplaat. Met de trekgeleider kunt u ook herhaaldelijk stukken van gelijke breedte afzagen. Stofafzuiging (Fig. 18 en 19) Dit gereedschap is voorzien van een stofverzamelbak voor het opvangen van stof en spaanders. Ledig de stofverzamelbak wanneer deze ongeveer tweederde vol is. Druk hiervoor eerst op de hendel om de stofkap te ontgrendelen. Open daarna de stofkap. U kunt schoner werken door een Makita stofzuiger op dit gereedschap aan te sluiten. Verwijder de rubberdop van de stofkap en sluit de stofzuigerslang aan op de stofkap. 27 ONDERHOUD ENH101-12 LET OP: Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onderhoud aan de machine uit te voeren. Vervangen van koolborstels (Fig. 20 en 21) Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen. Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum. ACCESSOIRES LET OP: Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijke verwonding opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor het gespecificeerde doel. Wenst u meer informatie over deze accessoires, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Makita servicecentrum. • Zaagblad met hardmetalen punten 190 mm • Trekgeleider (Breedtegeleider) • Inbussleutel ENG102-2 Alleen voor Europese landen Geluidsniveau De typisch, A-gewogen geluidsniveaus vastgesteld volgens EN60745: Geluidsdrukniveau (LpA): 93 dB (A) Geluidsenergie-niveau (LWA): 104 dB (A) Onnauwkeurigheid (K): 3 dB (A) Draag oorbeschermers. ENG214-2 Trilling De totaalwaarde van de trillingen (triaxiale vectorsom) vastgesteld volgens EN60745: Toepassing: spaanplaat zagen Trillingsemissie (ah): 2,5 m/s2 of lager Onnauwkeurigheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). 28 EU-Verklaring van Conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Cirkelzaag met stofopvang Modelnr./Type: 5017RKB in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 98/37/EC tot en met 28 december 2009 en daarna aan 2006/42/EC vanaf 29 december 2009 En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd. Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland 30 januari 2009 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho, Anjo, Aichi, JAPAN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Makita 5017RKB Handleiding

Categorie
Cirkelzagen
Type
Handleiding