Life Fitness 95TE Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Alvorens dit product in gebruik te nemen, is het van essentieel belang dat u
deze gebruikershandleiding in zijn GEHEEL doorneemt, evenals ALLE installatie-instructies.
De handleiding beschrijft de installatie van het apparaat en geeft aanwijzingen
over het juiste en veilige gebruik ervan.
FCC waarschuwing - het apparaat kan storing geven op radio en tv
OPMERKING: De apparatuur is getest en goed bevonden als klasse A digitale apparatuur
volgens de voorschriften van deel 15 van het FCC-reglement. Deze voorschriften dienen om
hinderlijke storing bij gebruik in een commerciële omgeving enigszins aan banden te leggen.
Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Wanneer
de apparatuur niet volgens de instructiehandleiding geïnstalleerd en gebruikt wordt, kan de
radiocommunicatie verstoord worden. Het gebruik van deze apparatuur in woonwijken zal
waarschijnlijk storing veroorzaken; in dit geval zal de gebruiker op eigen kosten de storing
moeten verhelpen.
Klasse SB (Studio): Professioneel en / of commercieel gebruik.
LET OP: alle aanpassingen of veranderingen aan deze apparatuur kunnen de
garantie ongeldig maken.
Elke servicebeurt, behalve schoonmaken of onderhoud door de gebruiker, moet uitgevoerd
worden door een bevoegd vertegenwoordiger. De gebruiker kan geen onderhoud aan
onderdelen uitvoeren.
2
3
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk Beschrijving Pagina
1. Om te beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
1.1 Belangrijke veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
1.2 Nieuwe functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8
1.3 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9
Elektrische vereisten // Aardingsinstructies // De Life Fitness loopband stabiel
zetten // Aan/uit-schakelaar // De klok instellen // De loopband uitlijnen // Smart
Stop
TM
bandstopsysteem // Fitnessnetwerk // Aansluiting voor kabel-tv // Baan
van netsnoer
2. Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
2.1 Bedieningspaneel - Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
2.3 Leesrek en accessoirehouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
3. Hartslagzonetraining . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
3.1 Waarom hartslagzonetraining? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
3.2 Hartslagmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Het Lifepulse
TM
systeem // De optionele hartslagborstband
4. De trainingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
4.1 Trainingen - Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
4.2 Trainingen uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
4.3 Trainingen - Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Snelstart // Manueel // Verrassing // Vetverbranding // Cardio // Heuvel //
Sporttraining 5K, 10K en DOEL // Snelheidsinterval // Aangepaste trainingen //
Hartslag Heuvel // Hartslag Interval // Extreem Hartslag // Life Fitness Fit Test //
Fit Tests Plus
4.4 Effectief trainen op de Life Fitness loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44
Het niveau selecteren // Afkoeling
5. Menu Systeemopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
5.1 Het menu Systeemopties gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46
5.2 Configuratiemenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47
Managersconfiguratie 1
Taal // Gebruikerstaal // Eenheden // Maximumsnelheid // Minimumsnelheid
Configuratie trainingsduur // Standby-configuratie
Managersconfiguratie 2
Geklommen afstand // Fit Test Plus // Telemetrie // Pauzeduur // Max %
helling // Smart Stop // Versnellingstempo // Vertragingstempo // Aangepast
bericht // Programmerings-timeout // Marathonmodus // Systeemtonen
Aangepaste trainingen
Tv / FM-radio
Tv instellen // Favoriete tv-kanalen // Tv-kanalen naam geven/sorteren //
Beveiligd kanaal // FM-radio instellen
Touchscreenconfiguratie
Klok
4
5.3 Configuratie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
6. Onderhoud en technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
6.1 Tips voor preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
6.2 Schema voor preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
6.3 Problemen met de loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56
6.4 Problemen met de optionele hartslagborstband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
6.5 De loopband bijstellen en spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60
De spanbouten van de band
De loopband uitlijnen (centreren)
Een bestaande loopband spannen
6.6 Productservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
7. Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
7.1 Specificaties van de Life Fitness 97Te loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63
7.2 Specificaties van de Life Fitness 95Te loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
© 2004 Life Fitness, een afdeling van Brunswick Corporation. Alle rechten voorbehouden. Life Fitness, FlexDeck en Heart
Rate Zone Training zijn gedeponeerde handelsmerken en Sport Training, Heart Rate Hill, Heart Rate Interval, Extreme Heart
Rate, Lifepulse en Lifespring zijn handelsmerken van Brunswick Corporation. Polar is een gedeponeerd handelsmerk van
Polar Electro, Inc. FitLinxx is een gedeponeerd handelsmerk van Integrated Fitness Corp. Gebruik van deze handelsmerken
zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Life Fitness of de desbetreffende bedrijven is verboden.
Deze gebruikershandleiding behandelt de werking van de onderstaande producten:
Life Fitness loopbanden:
97Te
95Te
Zie “Specificaties” in deze handleiding voor productgebonden kenmerken.
Doelverklaring: De loopband is een trainingstoestel waarop de gebruiker op een bewegende
ondergrond op de plaats kan wandelen of hardlopen.
Onjuist of overmatig gebruik van trainingsapparatuur kan schade aan de gezondheid
veroorzaken. Life Fitness acht het ZEER raadzaam dat u, voordat u aan een
trainingsprogramma begint, eerst de arts bezoekt voor een volledig onderzoek, in het
bijzonder indien er in uw familie personen met een hartkwaal of hoge bloeddruk
voorkomen, of indien u ouder dan 45 bent, rookt, een hoog cholesterolgehalte hebt,
zwaarlijvig bent of indien u het voorbije jaar niet regelmatig trainde.
Indien u tijdens de training het gevoel hebt het bewustzijn te gaan verliezen, duizelig of
kortademig wordt of pijn hebt, stop de oefening dan onmiddellijk.
5
1O
M TE BEGINNEN
1.1 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees alle instructies voordat u de loopband gaat gebruiken.
GEVAAR:Risico van verwondingen - Om verwondingen te vermijden, op de zijkant
gaan staan alvorens de loopband te starten.
GEVAAR:Trek altijd de stekker van dit Life Fitness toestel uit het stopcontact voordat u
aan een schoonmaak- of onderhoudsbeurt gaat beginnen, om het risico van elektrische
schokken te verkleinen.
GEVAAR:Om het risico van brandwonden, brand, elektrische schokken of letsel
te verkleinen is het van groot belang dat elk toestel op een goed geaard stopcontact
wordt aangesloten.
WAARSCHUWING:Zorg dat een ruimte van 2 meter bij 1 meter achter de
loopband vrij van obstakels is, met inbegrip van muren, meubilair en andere apparatuur.
WAARSCHUWING:Zorg dat het snoer van het noodstopsysteem met een clip
aan de gebruiker bevestigd is en zich op de juiste plaats op de loopband bevindt voordat u met
de training begint.
Zet de AAN/UIT-schakelaar in de stand UIT en haal de stekker uit het stopcontact om het toestel
uit te schakelen.
Gebruik nooit een Life Fitness toestel als het netsnoer of de stekker beschadigd is, of als het
toestel gevallen of beschadigd is of als er water overheen is gekomen. Neem in dat geval
contact op met de klantendienst van Life Fitness.
Houd het netsnoer uit de buurt van verwarmde oppervlakken. Trek het apparaat niet aan het
netsnoer en gebruik het snoer niet als handgreep. Leid het netsnoer niet over de vloer onder of
langs de zijkant van de loopband. Raadpleeg hoofdstuk 1.2 voor de juiste baan van het netsnoer.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant, een bevoegde
onderhoudsmonteur of een andere bevoegde persoon om ongelukken te voorkomen.
PLAATS
Plaats het toestel zodanig dat de gebruiker bij de stekker kan.
Gebruik het Life Fitness toestel nooit als de luchtgaten geblokkeerd zijn. Zorg dat de luchtgaten
vrij zijn van pluizen, haar of ander verstoppend materiaal.
Gebruik dit toestel niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of waar zuurstof wordt
toegediend. Deze producten verhogen de kans op brand en explosie.
Nauw toezicht is geboden wanneer het toestel in de nabijheid van kinderen of gehandicapten
wordt gebruikt.
Gebruik dit toestel niet buiten, naast zwembaden of in ruimtes met een hoge vochtigheidsgraad.
Gebruik dit apparaat alleen voor het in deze handleiding beschreven doel. Gebruik geen
accessoires die niet door de fabrikant zijn aanbevolen.
6
GEBRUIK
Volg altijd de instructies die op het bedieningspaneel worden aangegeven.
Steek niets in de openingen van dit toestel. Als iets in het toestel valt, zet de stroom dan uit,
trek de stekker uit het stopcontact en haal het voorwerp er voorzichtig uit. Als u het voorwerp niet
kunt bereiken, neem dan contact op met de klantendienst van Life Fitness.
Reik niet in of onder het toestel en kantel het niet terwijl het werkt.
Plaats nooit bekers met vloeistof rechtstreeks op het toestel, gebruik hiervoor een
accessoirehouder. Bekers met een deksel worden aanbevolen.
Train niet blootsvoets op dit toestel. Draag altijd schoenen. Draag schoenen met rubber- of
antislipzolen. Schoenen met hakken, leren zolen, noppen of spikes zijn niet geschikt.
Zorg dat er geen steentjes in de zolen vastzitten.
Houd losse kleding, veters en handdoeken uit de buurt van bewegende onderdelen.
De leuningen kunnen zo nodig gebruikt worden voor meer stabiliteit, maar ze zijn niet voor
continu gebruik.
Stap de loopband nooit op of af terwijl hij in beweging is. Maak gebruik van de leuningen voor
extra houvast. In geval van nood, zoals wanneer u struikelt, moet u de leuningen vastpakken en
uw voeten op de zijplatforms zetten.
Loop of jog nooit achteruit op de loopband.
Wanneer de loopband stilgezet moet worden, gaat u terug naar het welkomstscherm. (Wanneer
u tweemaal op STOP drukt, komt u onmiddellijk op het welkomstscherm.) Houd de toets
SNELHEID OMLAAG minstens één seconde lang ingedrukt, laat hem los en druk op PAUZE.
(De toets SNELHEID OMLAAG is de onderste pijl van de meest rechtse serie pijlen op het
bedieningspaneel.) Op de loopband staat nu “STILGEZET DOOR MANAGER”. In deze stand
werkt de loopband niet. De hoofdmotor en de helling zijn uitgeschakeld. De loopband blijft in
deze staat gedurende resets, stroomcycli enz. Om de normale werking te hervatten, drukt u in
dezelfde volgorde op de toetsen: houd de toets SNELHEID OMLAAG even ingedrukt, laat hem
los en druk op PAUZE. De loopband gaat terug naar het welkomstscherm.
HOUD DEZE INSTRUCTIES
BIJ DE HAND.
7
8
1.2 N
IEUWE FUNCTIES
Het ingebouwde LCD bedieningspaneel op de Life Fitness loopband combineert de beste LCD-
technologie en de beste cardio-apparatuur. Het biedt zowel boeiend entertainment als
interactieve training.
NIEUWE FUNCTIES VAN DE LIFE FITNESS LOOPBAND OMVATTEN:
Nieuw touchscreen: Dit geïntegreerde, intuïtieve touchscreen heeft ingebouwde
intelligentie. Daardoor kunnen de gebruikers op één scherm tegelijkertijd hun favoriete tv-
programma bekijken en het hele trainingsverloop volgen.
Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop.
Ergonomisch kijken: De ergonomisch geplaatste kijkhoek zorgt voor optimaal comfort en
minder schittering. Bovendien wordt door de beschermlaag op het touchscreen direct contact
voorkomen en de levensduur van het LCD-scherm verlengd.
Betere interface: Door het scherpe schermbeeld en de aantrekkelijke grafische
afbeeldingen is het scherm gemakkelijker te lezen en te gebruiken. Er zijn geen
gecompliceerde stappen bij het opstellen van een training; u hoeft alleen maar een training
te kiezen, waarden in te voeren en te beginnen.
Zie hoofdstuk 4.2, Trainingen uitvoeren
Nieuwe Help-bestanden: Nu kunt u bij het kiezen van een training een geïnformeerd besluit
nemen. Selecteer het vraagteken op het trainingskeuzescherm om naar de Help-bestanden
te gaan, waar uitleg wordt gegeven van alle trainingen.
Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingskeuze, Help.
Flexibiliteit van de training: Om tijdens de training op een andere training over te gaan,
hoeft u alleen maar op een knop te drukken en een nieuwe training te kiezen. En nu zijn er
twee manieren om tijdens de training een trainingsparameter te veranderen: met de toetsen
op het bedieningspaneel of met de knoppen op het touchscreen.
Zie hoofdstuk 4.2 Trainingen uitvoeren, Trainingen veranderen/beëindigen, Tijdens het
trainen op een andere training overschakelen
Betere controle: Op het touchscreen kunt u alle relevante gegevens van de training
in één oogopslag zien.
Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop.
Nieuwe tijdsweergaven: De gebruikers kunnen de voor hen meest motiverende
tijdsweergave kiezen. De duur kan worden weergegeven als Verlopen tijd, Resterende tijd of
Verborgen tijd. De tijdsweergave wordt eenvoudig veranderd door een knop aan te raken.
Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop, Verlopen tijd
Meer opties voor managers: Meer manieren waarop managers statistische gegevens kunnen
controleren, het gebruik traceren en persoonlijke berichten opnemen. Via de kanaalinstelling
voor de tv kunnen managers bepalen welke kanalen op de tv worden weergegeven.
Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties
9
1.3 I
NSTALLATIE
Lees de handleiding voordat u de Life Fitness loopband gaat installeren. Plaats de loopband op de
plaats van gebruik voordat u met de installatie begint.
ELEKTRISCHE VEREISTEN
De Life Fitness loopband heeft een specifiek* net nodig volgens de elektrische configuraties in de
onderstaande tabel.
* Eén afzonderlijk aftakcircuit voor elke loopband volgens NEC artikel 210-21 (b) (1) en 210-23 (of andere toepasselijke
landspecifieke elektrische richtlijnen). De fase-, nul- en aardedraad moeten elk een afzonderlijke baan hebben (niet (via
een lus) aangesloten op andere circuits).
OPMERKING: Verander niets aan de bijgeleverde stekker. Als er geen stopcontact beschikbaar is
waarin de stekker past, laat dan een gediplomeerd elektricien een geschikt stopcontact installeren.
AARDINGSINSTRUCTIES
Dit Life Fitness apparaat moet goed geaard worden. Mocht de loopband haperen of kapot gaan, dan
verschaft een goede aarding de laagste weerstand voor de stroom en vermindert zo de kans dat
iemand die het apparaat aanraakt of gebruikt, een schok krijgt. Elk toestel is voorzien van een
elektrisch snoer dat een aardegeleider en een geaarde stekker bevat. De stekker moet in een
daarvoor geschikt stopcontact gestoken worden, dat aangebracht en geaard is volgens de geldende
regels en voorschriften.
GEBRUIK GEEN voorlopige adapter om deze stekker in Noord-Amerika in een tweepolig
stopcontact te steken. Indien er geen goed geaard 20 A stopcontact beschikbaar is, moet
er een door een gediplomeerd elektricien geïnstalleerd worden. Modellen voor 16 A of
meer moeten aangesloten worden op een specifiek net.
GEVAAR:
U loopt gevaar een schok te krijgen als het aardingselement niet goed
bevestigd is. Roep daarom de hulp in van een gediplomeerd elektricien, als u niet weet
hoe het apparaat geaard moet worden. Verander NIETS aan de bijgeleverde stekker. Als de
stekker niet in het stopcontact past, laat dan een gediplomeerd elektricien een geschikt
stopcontact installeren. Wanneer het stopcontact wordt gewijzigd, vervalt de garantie.
Netspanning
(VAC)
100
120
200
220
230
240+
Frequentie
(Hz)
50 / 60
50 / 60
50 / 60
50 / 60
50 / 60
50 / 60
Nominale
stroom (A)
18
18
9
9
9
9
D
E LIFE FITNESS LOOPBAND STABIEL ZETTEN
Volg alle veiligheidsinstructies van hoofdstuk 1.1 op en
breng de loopband naar de plaats waar hij gebruikt gaat
worden. Zie hoofdstuk 7, Specificaties, voor het
benodigde vloeroppervlak (afmetingen van het
geassembleerde product). Laat 21 centimeter ruimte
tussen de loopband en andere toestellen aan
weerskanten. Laat twee meter ruimte tussen de
achterkant van de loopband en ieder ander voorwerp
of oppervlak.
Controleer de stabiliteit van het toestel wanneer het op de bestemde plaats staat. Als het toestel
ook maar enigszins wiebelt, of als het niet stabiel staat, moet u bepalen welke poot de vloer niet
raakt. Om het toestel bij te stellen draait u CONTRAMOER (A) los en draait u de POOT (B) totdat
het toestel niet meer wiebelt en beide poten stevig op de vloer staan. Draai de CONTRAMOER
weer vast.
OPMERKING: Voor de goede werking van het toestel is het zeer belangrijk dat de poot op de juiste
hoogte wordt ingesteld. Een onstabiel toestel kan scheeflopen van de loopband veroorzaken. Een
waterpas wordt aanbevolen om het toestel goed horizontaal te zetten.
A
AN/UIT
-SCHAKELAAR
De AAN/UIT-schakelaar bevindt zich op het voorpaneel onderaan op de loopband. Hij heeft twee
standen: “I” (één) voor AAN en “0” (nul) voor UIT.
D
E KLOK INSTELLEN
Het toestel heeft een klok, die gebruikt wordt voor systeemonderhoud en het bijhouden van
gebeurtenissen. Wanneer het toestel is ingeschakeld, verschijnt een prompt op het scherm om de
klok in te stellen. Deze prompt verschijnt de eerste drie keren dat het toestel wordt aangezet.
Houd de toets AFKOELING ingedrukt om de instelling van de klok te veranderen. Raak dan het
pictogram van Life Fitness rechtsboven op het scherm tweemaal achter elkaar aan. Kies van hieruit
Configuratie en dan Klok. Stel de tijd in met de pijltoetsen omhoog en omlaag en kies vervolgens de
knop AM of PM. Zoek de juiste maand en het juiste jaar op met de knoppen Vorige maand en
Volgende maand om de datum op de kalender in te stellen. Raak de juiste dag op de kalender aan.
Kies OK om te accepteren. Nu is de klok ingesteld en wordt de normale startprocedure voortgezet.
10
11
D
E LOOPBAND UITLIJNEN
Wanneer de loopband geïnstalleerd is en horizontaal staat, moet u controleren of de band goed
spoort. Steek eerst de stekker in een geschikt stopcontact. Zie Elektrische vereisten aan het begin
van dit hoofdstuk voor details. Zet de loopband vervolgens AAN.
Laat iemand op de platforms aan weerskanten van het frame van de loopband staan. Ga nog niet op
de band staan. Druk op SNELSTART en verhoog de snelheid tot 6,4 kilometer per uur (km/u) met de
pijl SNELHEID OMHOOG.
Als de band naar rechts afwijkt terwijl hij loopt, laat u iemand anders de rechter spanbout een
kwartslag naar rechts draaien en vervolgens de linker spanbout (A) een kwartslag naar links. Zie de
onderstaande illustratie. Nu loopt de band weer over het midden van de rol.
Als de band naar links afwijkt, draait u de linker spanbout een kwartslag naar rechts en vervolgens
de rechter spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het midden van de rol loopt.
Herhaal deze bijstellingen tot de loopband over het midden loopt. Laat de band enkele minuten lang
draaien om er zeker van te zijn dat hij goed blijft lopen.
OPMERKING: Draai de stelschroeven niet meer dan een volle slag in elke richting. Neem contact op
met de klantendienst als de band na een volle slag nog niet goed spoort. De telefoonnummers staan
in hoofdstuk 6.7, Productservice.
S
MART STOP
TM
BANDSTOPSYSTEEM
Het Smart Stop
TM
bandstopsysteem (B) voelt dat er iemand op de band staat. Als de gebruiker
van de band stapt terwijl deze beweegt, onderbreekt het systeem even later automatisch de
training. (Tijdens de FIT TEST wordt de training afgebroken.) Druk op INVOEREN om verder te
gaan met de training.
12
FITNESSNETWERK
Een type RJ45 netwerkpoort (A) bevindt zich rechtsonder aan de voorkant van de loopband.
Via deze netwerkpoort kan de loopband worden aangesloten op een fitness-netwerk
zoals FitLinxx
®
.
Met de netwerkaansluiting kunt u via het
bedieningspaneel trainingsstatistieken van de gebruiker
naar de database van een fitnessnetwerk uploaden en
op afstand opgeslagen informatie, zoals een vooraf
ingesteld trainingsprogramma, downloaden.
Zie hoofdstuk 4.2, Trainingen uitvoeren, voor informatie
over het inloggen op een netwerk.
Wanneer de poort anders dan voor het beoogde doel wordt
gebruikt, kan de productgarantie vervallen.
AANSLUITING VOOR KABEL-TV
Opmerking voor de catv-installateur:
Deze herinnering dient om de installateur van het catv-systeem opmerkzaam te maken op
artikel 820-40 van de NEC dat richtlijnen voor de juiste aarding geeft en met name op het
voorschrift dat de aardeverbinding van de kabel zo dicht mogelijk bij het punt waarop de kabel
binnenkomt op het aardingssysteem van het gebouw dient te worden aangesloten.
Aarding van antennes volgens de NEC
Aarding van antennes volgens de Amerikaanse elektrische voorschriften
(NEC, National Electrical Code), ANSI/NFPA 70.
1. Toevoerdraad antenne
2. Ontlaadtoestel antenne (NEC deel 810-20)
3. Aardingsgeleiders (NEC deel 810-21)
4. Aardingsklem
5. Systeem van aardelektroden voor
netvoeding (NEC artikel 250, deel h)
6. Aardingsklem
7. Netvoedingsapparatuur
OPMERKING: Het tv-aspect van het LCD-bedieningspaneel kan alleen een analoog signaal
ontvangen. Een digitaal kabelsignaal moet extern in een analoog signaal worden omgezet.
13
B
AAN VAN NETSNOER
Het netsnoer kan recht van de loopband worden geleid, ingekort en linksvoor (voor de
gebruiker) uit de loopband komen of, met gebruikmaking van de snoerklemmen, onder het
frame lopen en rechtsachter (voor de gebruiker) uit de loopband komen.
De volgende banen voor het netsnoer worden aanbevolen:
Trek de stekker uit het stopcontact en plaats de clips in de daarvoor bestemde openingen.
Zie de onderstaande illustratie. Plaats de clips volgens patroon 1 of 2 en zet het snoer vast met
de clips, waarbij het teveel aan snoer tussen de clips blijft.
OPMERKING: Het is mogelijk dat u de loopband moet kantelen om het netsnoer goed te
kunnen plaatsen.
Als u het netsnoer op een stopcontact vóór de loopband wilt aansluiten, gebruikt u patroon 1.
OPMERKING: Om rekening met de helling van de loopband te houden, is bij stopcontacten vóór
de loopband minstens 60 cm netsnoer nodig tussen het stopcontact en de laatste snoerklem.
Als u het netsnoer op een stopcontact achter de loopband wilt aansluiten, gebruikt u patroon 2.
WAARSCHUWING: Zorg dat er 1,8 m ruimte achter de loopband is. Neem zo
nodig contact op met de klantendienst van Life Fitness voor een optioneel
langer netsnoer.
GEVAAR: Zorg dat het netsnoer (A) de loopband
niet aanraakt en niet beklemd raakt tussen het
frame (C), de hefarm (B) of het wiel; anders kan
ernstig
letsel ontstaan.
OPMERKING: Wanneer u patroon 1 gebruikt, is het van het
grootste belang om het netsnoer TUSSEN het bewegende
frame en het hoofdframe te leiden.
2H
ET BEDIENINGSPANEEL
2.1 B
EDIENINGSPANEEL - OVERZICHT
Met het computergestuurde bedieningspaneel van de loopband kan de gebruiker de training op
zijn/haar persoonlijke conditie en doelen afstemmen en het verloop van de training volgen. Met
dit gebruiksvriendelijke bedieningspaneel kan de gebruiker de verbetering van zijn/haar conditie
van training tot training volgen.
Het touchscreen: Via het touchscreen (het LCD-scherm) kan de gebruiker een training kiezen,
opstellen en volgen.
Het bedieningspaneel: Het bedieningspaneel bestaat uit de toetsen op de
touchscreenbehuizing. Met deze toetsen kunnen aan de gang zijnde trainingen snel worden
veranderd, is de tv gemakkelijk in te stellen en kan het scherm schoongemaakt worden zonder
het touchscreen te activeren.
14
15
2.2 B
EDIENINGSPANEEL - BESCHRIJVING
In dit hoofdstuk worden de functies van de knoppen op het touchscreen en de toetsen op het
bedieningspaneel van de Life Fitness loopbanden opgenoemd en beschreven. Zie hoofdstuk 4,
De trainingen, voor gedetailleerde informatie over het gebruik van het bedieningspaneel om
trainingen in te stellen.
T
OUCHSCREEN
Met het touchscreen kan de gebruiker van het ene naar het andere scherm gaan door eenvoudig
knoppen aan te raken om andere schermen te openen. Via het touchscreen heeft de gebruiker
toegang tot de volgende functies:
1) T
RAININGSKEUZE — een training kiezen.
2) T
RAININGSINSTELLING — waarden en doelen voor een training invoeren.
3) T
RAININGSVERLOOP — het verloop volgen, trainingsdoelen wijzigen en tv kijken.
1) Trainingskeuze
Raak het welkomstscherm op een willekeurige plaats aan om het scherm Trainingskeuze te starten
en erheen te gaan. Via het scherm Trainingskeuze kunt u een training kiezen, naar SNELSTART
gaan of naar de Help-schermen gaan.
A. SNELSTART: Raak deze toets aan om onmiddellijk met een training te beginnen, zonder die op
te stellen of een doel in te stellen. Wanneer de training is begonnen, kan de gebruiker de
training aanpassen. Kies SNELHEID of HELLING zodra de training aan de gang is om het
intensiteitsniveau te bepalen, en TOETS GEWICHT IN zodat Verbrande calorieën/Calorieën/Uur,
METS en Watt berekend en weergegeven kunnen worden. Kies AFKOELING aan de linkerkant
van het bedieningspaneel om een afkoelingsfase te beginnen wanneer u klaar bent.
B. TRAININGSKEUZEN: Hiermee kan de gebruiker uit acht verschillende programma's kiezen.
MANUEEL, VERRASSING, VETVERBRANDING, CARDIO EN HEUVEL leiden direct naar de
schermen Trainingsinstelling. FITNESS TESTEN, ZONETRAINING EN PERSONAL TRAINER
bieden aanvullende trainingskeuzen.
Kies FITNESS TESTEN voor LIFE FITNESS FIT TEST. Ook beschikbaar indien geactiveerd:
FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS, GERKIN, NAVY PRT, AIR FORCE PRT, ARMY PFT en
MARINES PFT. Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor instructies over het
activeren van deze aanvullende conditietests.
Kies ZONETRAINING voor HS HEUVEL, HS INTERVAL en EXTREME HS.
Kies PERSONAL TRAINER voor SPORT TRAINING (5K), SPORT TRAINING (10K) en
SNELHEIDSINTERVAL.
Zie hoofdstuk 4.1 Trainingen - Overzicht voor een beschrijving van alle trainingen.
Knoppen met een hartje geven toegang tot trainingen waarbij de hartslag moet worden gemeten.
Zie Scherm Trainingsprofiel onder Trainingsverloop voor verdere informatie.
C. HELP (?): Raak de HELP-knop aan om toegang te krijgen tot de Help-knoppen voor alle
trainingen. Met deze knoppen krijgt u een gedetailleerde uitleg van alle trainingen.
D. TERUG
(): Raak TERUG aan om één scherm terug te gaan.
16
17
2) T
RAININGSINSTELLING
U komt automatisch in de schermen TRAININGSINSTELLING als u een trainingsprogramma kiest.
Hier kan de gebruiker waarden invoeren of een doel voor de gekozen training kiezen. Het hangt af
van de training, maar de mogelijkheden zijn het soort doel (duur, afstand en calorieën), niveau,
leeftijd, gewicht, afstand, snelheid, helling en streefhartslag* (voor hartslagprogramma's).
E. BERICHTENGEBIED: Laat de gebruiker zien welke training op dat moment wordt samengesteld.
Hier wordt de gebruiker ook om de nodige informatie gevraagd of wordt uitleg gegeven.
F. PIJLTOETSEN: Met de pijl OMHOOG en pijl OMLAAG kunt u de trainingswaarden/-doelen,
zoals duur van de training, gewicht, leeftijd, helling, snelheid, afstand, streefhartslag en
intensiteitsniveau, aanpassen. Druk op INVOEREN om de keuze te registreren.
G. NUMERIEK TOETSENBORD: Een andere manier waarop de gebruiker trainingsparameters
kan invoeren. Toets het gewenste getal op het toetsenbord in en druk op INVOEREN.
H. WISSEN: Wist alle waarden en gaat terug naar de standaardinstelling.
I. INVOEREN: Druk op deze knop nadat u een waarde hebt ingevoerd om de waarde te
registreren en naar het volgende scherm te gaan.
J. TERUG: Gaat naar het vorige scherm terug.
K. SOORT DOEL: Kies een gewenst soort trainingsdoel. Kies uit Duur, Afstand, Calorieën en
Duur Binnen Zone.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige
voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum,
dus (220-40) x 0,65 = 117.
18
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige
voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum,
dus (220-40) x 0,65 = 117.
S
OORTEN SCHERMEN TRAININGSINSTELLING
S
CHERMEN DOELINSTELLING
Soort doel: De standaardinstelling van Soort doel is DUUR (lengte van de training).
De gebruikers kunnen een vooraf bepaalde tijdsduur voor de training instellen.
De gebruikers kunnen ook een meer geavanceerd soort doel kiezen zoals AFSTAND,
CALORIEËN of DUUR BINNEN ZONE (alleen beschikbaar voor hartslagprogramma's).
Voor Afstand, Calorieën en Duur Binnen Zone hangt de lengte van de training ervan
af hoe lang het duurt om het doel te bereiken. De training gaat door totdat het doel is
bereikt. Om de training voortijdig te beëindigen, kiest u AFKOELING op de onderkant
van het bedieningspaneel om onmiddellijk op de afkoelingsfase over te gaan, of
VERANDER TRAINING om naar een ander programma te gaan. Zie hoofdstuk 4,2,
Trainingen uitvoeren, Soort doel kiezen, voor verdere informatie.
Voor informatie over het instellen van deze soorten trainingsdoelen en om er het
meeste voordeel uit te halen, kunt u een personal trainer raadplegen. Voor verdere
informatie over Zonetraining kunt u hoofdstuk 3.1 van Hartslagzonetraining, getiteld
Waarom hartslagzonetraining? raadplegen.
Niveau: Kies het geprogrammeerde intensiteitsniveau van de training. Het niveau kan
variëren tussen 1 en 20.
Helling: Kies de helling van de loopband.
Snelheid: Hiermee stelt u de snelheid van de loopband in.
Streefhartslag*: (alleen hartslagtrainingen) Geeft een aanbevolen hartslag naargelang
van de leeftijd. Voor Vetverbranding wordt de streefhartslag berekend als 65% van de
theoretische maximale
hartslag. Voor Cardio wordt de streefhartslag berekend als
80%. Zie hoofdstuk 3, Hartslagzonetraining, voor meer informatie over de streefhartslag.
S
CHERMEN WAARDE INSTELLEN
Gewicht: Wanneer het juiste gewicht wordt ingevoerd kunnen de calorieën nauwkeuriger
worden berekend en kunnen Verbrande calorieën, Calorieën/Uur, Watt and METS op het
scherm Trainingsverloop verschijnen.
Leeftijd: Hiermee kunnen hartprogramma's de streefhartslag nauwkeurig bepalen.
Geslacht: Voor een juiste Fitness Test.
19
3) Trainingsverloop
Het scherm Trainingsverloop gaat automatisch open nadat de samenstelling is voltooid, en geeft de
gebruiker het sein dat de training kan beginnen. Met dit scherm kan de gebruiker het verloop van de
training volgen. Het geeft een visuele weergave van het verloop van de training en volgt afstand, tempo,
verlopen tijd, hartslag, helling, snelheid, WATT/METS en verbruikte calorieën/calorieën per uur.
Op het scherm Trainingsverloop kunnen doelen zoals Duur, Helling, Snelheid en Streefhartslag*
(voor hartslagprogramma's) op ieder tijdstip tijdens de training worden veranderd. Op dit scherm kunt u ook
tv kijken. Niet elk soort doel is beschikbaar voor elke training. Alleen geldige soorten doelen worden
op het scherm Trainingsverloop weergegeven en zijn toegankelijk gedurende een training.
L. BERICHTENGEBIED: Toont de gebruiker het soort training, verzoekt de gebruiker om benodigde
informatie en verklaart concepten.
M. SCHERM TRAININGSPROFIEL: Dit scherm geeft de intensiteitsniveaus van een aan de gang
zijnde training weer als proportionele kolommen. De hoogte van de meest linkse kolom is
evenredig met het actuele intensiteitsniveau.
Tijdens een training voor VETVERBRANDING, CARDIO, HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG
INTERVAL of EXTREEM HARTSLAG, waarbij een Polar hartslagborstband of de Lifepulse™
sensors gedragen moeten worden, staat op het scherm TRAININGSPROFIEL een knipperend hartje
om het hartslagsignaal van de gebruiker te vragen. Als het bedieningspaneel geen signaal waarneemt,
verschijnt in het BERICHTENGEBIED de prompt “HARTSLAG NODIG - PLAATS HANDEN OP
LIFEPULSE SENSORS OF GEBRUIK TELEMETRIEBAND” en klinken er drie tonen. Als het
bedieningspaneel het signaal niet binnen drie minuten krijgt, wordt de training automatisch omgezet in
een MANUEEL programma.
N. VERANDER TRAINING: Kies deze knop om naar het trainingskeuzescherm terug te gaan en een
nieuwe training te kiezen, of om een soort doel of waarde te veranderen, terwijl de training blijft
voortgaan. Om van training te veranderen, kiest u het nieuwe programma, waarna u eventuele
overige waarden invoert en op INVOEREN drukt.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
20
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
Om een soort doel (Calorieën, Afstand of, als u in een hartslagprogramma bent, Duur Binnen Zone)
aan te passen of een ander doel te kiezen terwijl de training blijft voortgaan, kiest u Verander Training
en vervolgens PAS DOEL AAN, waarmee u op het scherm met het soort doel komt waarop als
standaardwaarden het actuele soort doel en de actuele waarde staan. Om de doelwaarde te
veranderen, gebruikt u de pijltoetsen of het numerieke toetsenbord, waarna u INVOEREN aanraakt.
Om het soort doel te veranderen, kiest u een ander doel, waarna u een waarde invoert en INVOEREN
aanraakt.
Om naar de actuele training terug te gaan zonder veranderingen aan te brengen, raakt u TERUG aan.
Raak RESET op het trainingskeuzescherm aan om alle opgeslagen informatie over de actuele training
te wissen voordat u op een nieuw programma overgaat.
O. VERLOPEN TIJD: Met deze knop kunt u de duur van de training veranderen of een andere
tijdweergave kiezen. Om de trainingsduur te veranderen, raakt u VERLOPEN TIJD aan, waarna u de
duur met de pijltoetsen of het toetsenblok bijstelt en INVOEREN aanraakt. Om de tijdweergave te
veranderen raakt u VERLOPEN TIJD aan, waarna u een andere tijdweergave (RESTERENDE TIJD of
VERBORGEN TIJD) kiest en op INVOEREN drukt.
Om de duur van een training te veranderen zonder het scherm Trainingsverloop te verlaten, gebruikt u
de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder VERLOPEN TIJD.
OPMERKING: Wanneer u de duur van een training verandert door op de knop VERLOPEN TIJD te
drukken, heeft dit geen effect op de verlopen tijd, daar dit een voortdurende meting is van de tijd die al
aan een training is besteed.
P. NIVEAU: (Heuvel, Verrassing, Sporttraining 5K en 10K) Niveau verwijst naar een hellingsbereik,
uitgedrukt in percentage. De loopband heeft 20 niveaus, waarbij niveau 1 de kleinste gemiddelde
hellingshoek heeft en niveau 20 de grootste. Zie hoofdstuk 4.4 Effectief trainen op de Life Fitness
loopband, Het niveau selecteren voor verdere informatie.
STREEFHARTSLAG: (vervangt het niveau, alleen voor hartslagtrainingen) Geeft de streefhartslag*
weer die de gebruiker in de schermen Trainingsinstelling heeft opgegeven. Kan op ieder moment
gedurende de training worden veranderd met behulp van de pijltoetsen vlak eronder, of door de knop
STREEFHARTSLAG op het touchscreen aan te raken en naar het scherm Trainingsinstelling voor de
streefhartslag te gaan.
Q. WERKELIJKE HARTSLAG: Geeft de hartslag weer als de gebruiker de Lifepulse sensors vastpakt of
een met Polar compatibele hartslagborstband draagt. OPMERKING: De hartslag kan op alle
schermen gecontroleerd worden, voordat een training begint of gedurende een training.
R. % HELLING en SNELHEID: Druk op deze toetsen om de helling van het platform of de snelheid van de
loopband te verhogen of te verlagen. (Gebruik de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder %
HELLING EN SNELHEID om veranderingen aan te brengen zonder het scherm Trainingsverloop te
verlaten.)
S. TRAININGSSTATISTIEKEN: Werkt het trainingsverloop voortdurend bij en toont Afstand, Tempo in
minuten per mijl/kilometer, Verbruikte calorieën/Calorieën per uur, Streefhartslag (voor
hartslagprogramma’s), Hartslag (bij iedere training als de gebruiker de Lifepulse sensors vasthoudt of
de telemetrieband draagt), Duur Binnen Zone (als dit gekozen is als een trainingsdoel) en METS/Watt
(wisselt tussen beide als het gewicht is ingevoerd, anders wordt alleen Watt weergegeven).
Cal/u en METS/Watt hebben knoppen onder de displays die extra functies bieden. Met deze knoppen
kunt u een constante weergave krijgen of tussen weergaven heen en weer gaan. Om een constante
weergave te krijgen (het heen-en-weer gaan uitzetten zodat bijvoorbeeld alleen verbrande calorieën
worden weergegeven) drukt u eenmaal op de knop terwijl de gewenste instelling wordt weergegeven.
Om heen en weer te gaan (om bijvoorbeeld als METS wordt weergegeven de weergave onmiddellijk
in WATT te veranderen) drukt u tweemaal achter elkaar op de knop.
21
T. TV KEUZE: TV AAN/UIT geeft toegang tot de tv, en schakelt de toetsen voor Kanaal en Volume op
het bedieningspaneel in. TV ZOOM (helemaal rechtsonder) wisselt tussen groot- en kleinbeeld-tv.
U. KANAALKEUZE: Gaat naar het toetsenbord voor kanaalkeuze op het touchscreen.
V. NUMERIEK TOETSENBORD: Gebruik dit om een nieuwe kanaalkeuze in te voeren.
W. VORIG KANAAL: Raak deze knop aan om naar het kanaal om te schakelen waarnaar
onmiddellijk daarvoor werd gekeken.
X. OPTIES: Hiermee krijgt u toegang tot menu-opties voor de kanaalinterface. Geavanceerde
besturing is standaard toegankelijk. De kanaalkeuzemenu’s Favorieten en Kanaallijst zijn ook
toegankelijk, als ze geactiveerd zijn.
GEAVANCEERDE BESTURING: Hiermee krijgt u toegang het geavanceerde beeld/audio-
besturingsmenu. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer
informatie.
Y. BEELD UIT: Hiermee kunt u de tv-video uitschakelen. Nu is alleen de tv-audio te horen. Stel
de tv-video terug met de knop BEELD AAN rechtsboven op het scherm. BEELD AAN is niet
beschikbaar voor kanalen die vooringesteld zijn voor ALLEEN AUDIO.
OPTIONELE KANAALKEUZEMENU
S
Als de opties Favorieten en/of Kanaallijst geactiveerd zijn, is er een menu Opties geactiveerd
om de gewenste kanaalkeuze-interface te kiezen.
Z. KANAALKEUZE: Geeft toegang tot het toetsenbord Kanaalkeuze.
AA.FAVORIET: Gebruik deze optie, indien geactiveerd, om naar een favoriet kanaal te gaan. Zie
hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie.
BB.KANAALLIJST: Gebruik deze optie, indien geactiveerd, om naar de kanaallijst te gaan. Zie
hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
22
CC.GEAVANCEERDE BESTURING: Hiermee krijgt u toegang het geavanceerde beeld/audio-
besturingsmenu. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer
informatie.
DD.BEVEILIGD KANAAL: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot een
specifiek kanaal voor niet-uitgezonden programma’s. Het is mogelijk dat een wachtwoord
nodig is om dit kanaal te bekijken. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio
instellen, voor meer informatie.
EE.FM SELECTIE: FM AAN/UIT: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot
FM-radio. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer
informatie.
FF. FM KNOPPEN: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot
vooringestelde FM-radiostations. Met de knoppen VOORWAARTS en ACHTERWAARTS
ZOEKEN kunt u het volgende beschikbare station kiezen. Zie hoofdstuk 5, Menu
Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie.
Verdere informatie op het scherm Trainingsverloop voor verschillende trainingen:
TOETS GEWICHT IN: Verschijnt in de Snelstarttraining. Kies TOETS GEWICHT IN zodat
METS, Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur berekend en als trainingsstatistieken
weergegeven kunnen worden.
DUUR BINNEN ZONE: Geeft de totale duur aan waarin de hartslag binnen de gekozen
streefzone blijft bij een Hartslagzonetraining. Zie hoofdstuk 3, Hartslagzonetraining, voor
meer informatie.
SNELHEIDSINTERVAL: (alleen snelheidsinterval-training) Met dit programma kan de
gebruiker wisselen tussen jog- en rensnelheid. Zie hoofdstuk 4.3 Trainingen - Beschrijving,
Personal Trainer, Snelheidsinterval.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
23
B
EDIENINGSPANEEL
Met het bedieningspaneel kan de gebruiker trainings- en tv-parameters regelen zonder het
scherm Trainingsverloop te verlaten. Hiermee kan de onderhoudsstaf ook snel en eenvoudig het
touchscreen schoonmaken zonder het scherm te activeren.
A. PIJLTOETSEN: In de trainingsfase worden de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG in
combinatie met het touchscreen gebruikt. Met deze toetsen kan de gebruiker tijdens de
training een trainingsdoel veranderen. Elk stel pijltoetsen regelt het doel recht erboven op
het touchscreen.
Wijzigbare informatie (bv. een trainingsdoel) wordt weergegeven als een knop (Duur,
Niveau, Helling, Streefhartslag* en Snelheid) of is bereikbaar via VERANDER TRAINING,
PAS DOEL AAN (Calorieën, Afstand, en voor hartslagprogramma's, Duur Binnen Zone).
Trainingsstatistieken kunnen niet worden veranderd.
Gebruik bijvoorbeeld de pijltoetsen onder VERLOPEN TIJD (een trainingsdoel) om de
streefduur voor de sessie te veranderen. Daarentegen kan TEMPO (een trainingsstatistiek)
niet worden veranderd. Zoals hierboven beschreven kunnen de trainingsdoelen ook worden
veranderd door de desbetreffende knop op het touchscreen aan te raken en naar de
overeenkomstige schermen Trainingsinstelling te gaan.
B. SCHERM BLOKKEREN/DEBLOKKEREN: (Kan niet tijdens een training worden gebruikt.)
Legt het scherm stil voor routineonderhoud of reiniging van het scherm. Het scherm wordt
na tien seconden automatisch gedeblokkeerd. Wanneer u nogmaals op SCHERM
BLOKKEREN drukt, wordt het ook gedeblokkeerd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
24
C. AFKOELING: Trainingsprogramma's eindigen automatisch met de afkoelingsfase, die het
intensiteitsniveau verlaagt. Tijdens deze fase van een training begint het lichaam met de afvoer
van melkzuur en andere opgehoopte bijproducten, die zich tijdens de training in de spieren
ophopen en mede oorzaak van spierpijn zijn.
Druk op de toets AFKOELING om op elk willekeurig moment gedurende de training naar de
afkoelingsfase te gaan. Het afkoelingsniveau van elke training wordt automatisch aan de
prestaties van de betreffende gebruiker aangepast. (De afkoelingsduur is vooraf ingesteld in
verhouding tot de duur van de training.) De afkoelingsduur kan veranderd worden met behulp van
de desbetreffende pijltoetsen op het bedieningspaneel. Aan het einde van de afkoeling verschijnt
een venster met een overzicht van de training.
D. PAUZE: Druk op deze toets om de band te stoppen en de huidige training te onderbreken.
De knop HERNEEM TRAINING verschijnt op het touchscreen. Ga verder met de training door op
HERNEEM TRAINING te drukken of door nogmaals op PAUZE te drukken.
E. VOL: Volumeregeling voor de tv.
F. KA: Kanaalkeuze voor de tv.
OPMERKING: Een hoofdtelefoon is nodig voor het geluid van de tv. Het contact bevindt zich
rechtsonder op de behuizing van het bedieningspaneel. Het contact kan door de gebruiker worden
vervangen. Neem contact op met de klantendienst van Life Fitness voor verdere informatie. (Zie
hoofdstuk 6.7, “Productservice”, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.)
De Life Fitness loopband heeft een manueel noodstopsysteem. Gebruik een van de twee hieronder
beschreven functies om de loopband onmiddellijk stop te zetten.
Een ronde STOP-magneet bevindt zich aan de linkerkant van het paneel onder het
bedieningspaneel. Aan deze magneet is een snoer met een clip bevestigd. Bevestig de
clip aan uw kleding voordat u de training begint. Trek aan het snoer zodat de magneet uit het
bedieningspaneel komt, om de loopband te stoppen. Plaats de magneet terug om het systeem
terug te stellen.
Een ronde STOP-knop bevindt zich aan de rechterkant van het paneel onder het
bedieningspaneel. Druk op deze knop om de band te stoppen en de huidige training
te beëindigen.
25
2.3 LEESREK EN ACCESSOIREHOUDERS
Het bedieningspaneel heeft een ingebouwd leesrek (A) waarop u tijdens de training een boek of
tijdschrift kunt leggen. Het bedieningspaneel heeft ook drie ingebouwde accessoirehouders (B).
Er zijn twee houders aan de zijkant voor grote voorwerpen zoals waterflessen en één houder in
het midden voor kleinere voorwerpen zoals persoonlijke media-apparatuur.
OPMERKING: Aangezien het leesmateriaal vóór het touchscreen staat, moet u voorzichtig zijn
wanneer u leesmateriaal op het rek plaatst, en ervoor zorgen dat u de knoppen niet per ongeluk
aanraakt wanneer u de bladzijden omslaat.
AB
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen SHS
van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van de VETVERBRANDING training is
65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
26
3H
ARTSLAGZONETRAINING
3.1 WAAROM HARTSLAGZONETRAINING?
Onderzoek heeft uitgewezen dat het aanhouden van een specifieke hartslag bij de training de
optimale wijze is om de intensiteit van de training te meten en de beste resultaten te bereiken.
Hierop is de trainingsmethode Hartslagzonetraining van Life Fitness gebaseerd.
Zonetraining bepaalt iemands ideale hartslagbereik of hartslagzone voor het verbranden van vet of
het verbeteren van de cardiovasculaire conditie. De zone is een percentage van het theoretische
maximum
(HSmax), en de waarde hangt af van de training. De Life Fitness loopband heeft vijf
exclusieve trainingen die de voordelen van Hartslagzonetraining ten volle benutten.
VETVERBRANDING HARTSLAG HEUVEL EXTREME HARTSLAG
CARDIO HARTSLAG INTERVAL
Elke training heeft andere voordelen, zoals wordt besproken in hoofdstuk 4, De trainingen.
OPMERKING: Het verdient aanbeveling een fitnesstrainer te raadplegen voor het bepalen van
specifieke fitnessdoelen en het opstellen van een trainingsprogramma.
De Hartslagzonetraining programma's meten de hartslag. Draag
de optionele telemetrieborstband, of pak de Lifepulse-sensors
vast, zodat de ingebouwde computer van de loopband de
hartslag tijdens de training kan meten. De computer stelt de
hellingshoek automatisch bij om de streefhartslag*, gebaseerd op
de werkelijke hartslag, te handhaven.
Om de streefhartslag tijdens de training te veranderen hoeft u
alleen maar een nieuwe streefhartslag in te voeren, hetzij met
behulp van de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder de
streefhartslag, of door op de knop Streefhartslag op het
touchscreen te drukken en het instellingsscherm aan te passen.
Het programma kan tijdens de training veranderd worden met de
knop VERANDER TRAINING.
ZONE TRAINING
VETVERBRANDING = LAGE INTENSITEIT
CARDIO = HOGE INTENSITEIT
LEEFTIJD
65% 80%
AANBEVOLEN STREEFHARTSLAG 
ALS % VAN MAX. HARTSLAGBEREIK 
VOLGENS ACSM:
55% - 90%
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een
40-jarige voor de cardio training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
27
3.2 H
ARTSLAGMETING
HET LIFEPULSE
TM
-SYSTEEM
Pak de roestvrijstalen sensors op de Ergo™ voorste handgreep vast om de hartslag tijdens de
training te meten met het Lifepulse-systeem van de loopband. Op elk van de handgrepen bevinden
zich twee sensors. U moet contact maken met alle vier de sensors om een hartslagmeting te krijgen.
De hartslag verschijnt op het bedieningspaneel binnen 20 tot 30 seconden na het contact met
de sensors.
Probeer de sensors niet vast te pakken bij snelheden boven het wandeltempo (gewoonlijk boven 7,2
km/u). Bij deze snelheden wordt het gebruik van een hartslagborstband aanbevolen.
DE OPTIONELE HARTSLAGBORSTBAND
De Life Fitness loopband is uitgerust met Polar
®
telemetrie, een hartslagmeetsysteem waarbij op de
huid gedrukte elektroden hartslagsignalen naar het bedieningspaneel van de loopband overbrengen.
Deze elektroden zijn bevestigd aan een borstband die de gebruiker tijdens de training draagt.
De borstband is optioneel. Om hem te bestellen kunt u de klantendienst van Life Fitness bellen,
tel. 1-800-351-3737.
Zie het onderstaande diagram voor de juiste plaatsing van de band. De elektroden (A), de twee
oneffen vlakken aan de onderkant van de band, moeten nat blijven om de elektrische impulsen van
het hart nauwkeurig naar de ontvanger te kunnen zenden. Bevochtig de elektroden. Zet de band dan
zo hoog mogelijk onder de borstspieren vast. De band moet stevig zitten, maar comfortabel genoeg
om normaal te kunnen ademen.
De zenderband brengt de hartslagwaarde optimaal over wanneer de elektroden direct contact met de
blote huid maken. Hij werkt echter ook goed door een dunne laag natte kleding.
Als u de borstbandelektroden opnieuw moet bevochtigen, trek dan het midden van de band van de
borst af zodat de twee elektroden zichtbaar worden en bevochtig ze.
Tijdens het instellen van een hartslagzonetraining moet de gebruiker een startsnelheid invoeren.
Als er geen hartslagborstband wordt waargenomen, is de toegestane maximumsnelheid 7,2 km/u.
Als er wel een hartslagborstband wordt waargenomen, is de toegestane maximumsnelheid 19,2 km/u
(24 km/u op de 97Te).
A A
28
4D
E TRAININGEN
4.1 TRAININGEN - OVERZICHT
De volgende trainingen zijn vooraf geprogrammeerd voor de Life Fitness loopband.
SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de stappen die nodig zijn voor
het kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Wanneer u op SNELSTART
drukt, begint een training op constant niveau. Het intensiteitsniveau verandert niet automatisch.
MANUEEL is een training met constante inspanning waarbij de gebruiker het weerstandsniveau of de
snelheid op ieder moment kan veranderen.
VERRASSING is een intervaltraining met voortdurend veranderende intensiteitsniveaus zonder
regelmaat in patroon of voortgang.
HEUVEL is een intervaltraining. Intervallen zijn periodes van intensieve aërobe training met
daartussen regelmatige periodes van minder intensieve training.
VETVERBRANDING is een weinig intensieve training om de vetreserves van het lichaam te
verbranden. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend
vast. Het programma stelt het intensiteitsniveau bij door de helling (hoogte) te veranderen, gebaseerd
op de werkelijke hartslag, om deze op 65 procent van het theoretische maximum
te handhaven.
CARDIO is een intensievere training voor fittere gebruikers, met nadruk op cardiovasculaire
voordelen en maximale vetverbranding. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de
Lifepulse-sensors voortdurend vast. Het programma stelt het intensiteitsniveau bij, gebaseerd op de
werkelijke hartslag, om deze op 80 procent van het theoretische maximum te handhaven.
ZONETRAINING zijn trainingen die gericht zijn op specifieke bereiken of zones, om een hartslag te
handhaven waarbij optimale trainingsresultaten worden behaald. Zonetrainingen zijn:
HARTSLAG HEUVEL brengt de gebruiker langs drie verschillende heuvels gebaseerd op de
streefhartslag*. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors
voortdurend vast.
HARTSLAG INTERVAL wisselt af tussen een heuvel en een dal gebaseerd op de
streefhartslag*. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors
voortdurend vast.
EXTREME HARTSLAG is een intense training voor ervaren gebruikers. Het doel ervan is om de
hartslag zo snel mogelijk omhoog en omlaag te brengen. De gebruiker draagt een
hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast.
De trainingen FITNESS TESTEN meten de cardiovasculaire conditie en kunnen gebruikt worden om
elke vier tot zes weken de vooruitgang van het uithoudingsvermogen te meten.
LIFE FITNESS FIT TEST biedt zes verschillende trainingen om uw cardiovasculaire conditie te
meten vergeleken met leeftijdgenoten van hetzelfde geslacht.
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het
American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de
CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
29
AANVULLENDE CONDITIETESTS zijn beschikbaar als ze in de managersconfiguraties zijn
ingeschakeld. Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor informatie over het
activeren van deze aanvullende tests. Deze zijn:
ARMY FYSIEKE CONDITIETEST (PHYSICAL FITNESS TEST, PFT) is een fysieke
prestatietest van 3 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de
conditie van hart en longen te beoordelen.
NAVY FYSIEKE VAARDIGHEIDSTEST (PHYSICAL READINESS TEST, PRT) is het
hardloopgedeelte van de Navy PFT. Het is een test met een afstandsdoel van 2,5 km,
gebaseerd op de tijd waarin de vereiste afstand wordt afgelegd, en wordt door de
Amerikaanse marine en marineopleidingen gebruikt om aërobe capaciteit te meten.
AIR FORCE FYSIEKE VAARDIGHEIDSTEST (PHYSICAL READINESS TEST, PRT) is een
fysieke prestatietest van 2,5 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de
spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen.
MARINES FYSIEKE CONDITIETEST (PHYSICAL FITNESS TEST, PFT) is een fysieke
prestatietest van 5 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de
conditie van hart en longen te beoordelen.
GERKIN PROTOCOL is een test met score voor submaximaal VO2 die wordt toegepast
door de internationale vereniging van brandbestrijders om te bepalen of iemand in conditie
is om bij de brandweer te werken.
FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS (PHYSICAL EFFICIENCY BATTERY, PEB) worden
toegepast bij de Amerikaanse federale ordehandhaving, het Amerikaanse Federal Bureau of
Investigation en andere federale organisaties voor het in dienst nemen en houden van
personeel op federaal niveau.
PERSONAL TRAINER trainingen zijn aangepaste trainingen die bedoeld zijn voor gevorderde
gebruikers of om samen met een personal trainer te gebruiken. Deze trainingen zijn:
SPORTTRAINING (5K) is training met een afstandsdoel dat een echt terrein met
verschillende hellingsgraden simuleert. Het dient om hardlopers te helpen bij hun training
voor een wedstrijd
van 5 kilometer.
SPORTTRAINING (10K) is training met een afstandsdoel dat een echt terrein met
verschillende hellingsgraden simuleert. Het dient om hardlopers te helpen bij hun training
voor een wedstrijd
van 10 kilometer.
SPORT TRAININGTM (DUUR, AFSTAND OF CALORIEËN) is een op duur, afstand of
calorieën gebaseerde training.
SNELHEIDSINTERVAL laat de gebruiker wisselen tussen jog- en rensnelheid. De gebruiker
kan tijdens de training op ieder moment tussen de snelheden wisselen of de snelheden
aanpassen.
AANGEPASTE TRAININGEN laten de gebruiker kiezen uit zes aangepaste trainingen die
door de fitnessdeskundige van het centrum geprogrammeerd zijn.
4.2 T
RAININGEN UITVOEREN
Kies een training of log in op de trainingsdatabase van een fitnessnetwerk. Zie de tabel aan het begin
van hoofdstuk 4.3 voor een overzicht van de benodigde stappen voor het instellen van elke training.
1) EEN TRAINING BEGINNEN
Zonder netwerk raakt u het scherm aan om te STARTEN. In het berichtengebied verschijnt de prompt:
“KIES UW TRAINING OF DRUK OP ? VOOR MEER INFORMATIE.” Kies een trainingsprogramma om
mee te beginnen.
Indien een optioneel netwerk aanwezig is, raakt u het scherm aan om te STARTEN. In het
berichtengebied verschijnt de prompt: “KIES UW TRAINING, VOER UW NETWERK ID IN OF DRUK
OP ? VOOR MEER INFORMATIE” en een “NETWERK ID” knop verschijnen op het
trainingskeuzescherm. Kies een training of log in op de trainingsdatabase van het netwerk
en download de vooringestelde training.
Om op het netwerk in te loggen, drukt u op NETWERK ID en voert u het ID-nummer van de gebruiker in
met het NUMERIEKE TOETSENBLOK. Druk op Invoeren.
SNELSTART KIEZEN EN GEBRUIKEN
SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de stappen die nodig zijn voor het
kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Druk op het startscherm op
SNELSTART. De training begint op een intensiteitsniveau dat gelijk blijft, tenzij het met de hand wordt
veranderd. Kies TOETS GEWICHT IN zodat METS, Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur
berekend en als trainingsstatistieken weergegeven kunnen worden.
2) T
RAINING KIEZEN
Wanneer u verzocht wordt om een training te kiezen, raakt u de knop van de gewenste training aan.
Op het touchscreen verschijnen dan de overeenkomstige schermen voor trainingsinstelling, waaronder
het soort doel (duur, afstand en calorieën), niveau, leeftijd, gewicht, afstand, snelheid, helling en
streefhartslag*. Druk na elke keuze op INVOEREN om deze te registreren. Nadat de waarden zijn
ingesteld, verschijnt het trainingsverloopscherm en begint de training.
Voor MANUEEL, VETVERBRANDING, HEUVEL, VERRASSING en CARDIO kiest u de desbetreffende
knop om rechtstreeks naar de schermen Trainingsinstelling te gaan.
Voor HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG INTERVAL en EXTREME HARTSLAG kiest u
ZONETRAINING waarna u een keuze doet.
Voor SPORTTRAINING (5K), SPORTTRAINING (10K), SPORT TRAINING (DOEL),
SNELHEIDSINTERVAL of AANGEPASTE TRAININGEN kiest u PERSONAL TRAINER waarna u een
keuze doet.
Voor LIFE FITNESS FIT TEST kiest u FITNESS TESTEN waarna u een keuze doet. Aanvullende
conditietests zijn beschikbaar als ze in de managersconfiguraties zijn ingeschakeld. (Zie hoofdstuk 5.1,
Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor verdere informatie.) Deze tests zijn: FYSIEKE
EFFICIËNTIETESTS, GERKIN, NAVY PRT, AIR FORCE PRT, ARMY PFT en MARINES PFT.
30
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen SHS van een
40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van de VETVERBRANDING training is 65 procent van
het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
31
3) T
RAININGSDOELEN INVOEREN
SOORT DOEL KIEZEN
De standaardinstelling voor Soort doel is DUUR (duur van de training). Wanneer u verzocht wordt om
een streefduur in te voeren, kunt u de weergegeven duur met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen
tot de gewenste waarde, of de gewenste waarde op het NUMERIEKE TOETSENBORD intoetsen,
waarna u op INVOEREN drukt.
Trainingen kunnen geprogrammeerd worden om andere geavanceerde doelen te bereiken dan Duur
(het standaarddoel):
AFSTAND
CALORIEËN
DUUR BINNEN ZONE (alleen voor hartslagtrainingen)
De functie Afstandprogramma dient om het uithoudingsvermogen op te bouwen. De gebruiker stelt
een afstandsdoel tijdens het instellen van de training. Als het doel bereikt is, gaat de training
automatisch over op een afkoelingsfase en eindigt daarna. Ga als volgt te werk:
1. Kies een training.
2. Kies AFSTAND in het instellingsscherm Soort doel, voer het gewenste afstandprogramma
in en raak INVOEREN aan.
3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit.
4. Begin de training.
De functie Calorieprogramma dient om gewichtsverlies en gewichtsbeheersing te bevorderen.
De gebruiker stelt een doel voor calorieën tijdens het instellen van de training. Als het doel bereikt is,
gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase en eindigt daarna. Ga als volgt te werk:
1. Kies een training.
2. Kies CALORIEËN in het instellingsscherm Soort doel, voer het gewenste calorieprogramma in en
raak INVOEREN aan.
3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit.
4. Begin de training.
Het doelprogramma Duur Binnen Zone versterkt een training door een bepaalde duur binnen de
streefhartslag* als een trainingsdoel in te stellen. Het programma wijzigt de weerstand automatisch om
een tempo te handhaven waarbij het doel binnen de betreffende duur bereikt zal worden. Als het doel
bereikt is, gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase. Ga als volgt te werk om de functie
'Doel: Duur Binnen Zone' te gebruiken:
1. Kies een training.
2. Kies DUUR BINNEN ZONE in het instellingsscherm Soort doel, voer de gewenste tijdsduur in en
raak INVOEREN aan.
3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit.
4. Begin de training.
OPMERKING: Duur Binnen Zone staat direct in verband met het fitnessniveau. Aangezien het
programma de weerstand blijft verhogen totdat het doel is bereikt, kan het verstandig zijn om laag
te beginnen en naar een hoger doel toe te werken. Kies op ieder gewenst moment AFKOELING om
de training af te sluiten en onmiddellijk naar een afkoelingsfase te gaan.
Raadpleeg een personal trainer voor hulp bij het stellen van doelen voor DUUR BINNEN ZONE.
Zie hoofdstuk 3.1, Waarom hartslagzonetraining?, voor meer informatie over hartslagzonetraining.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de
CARDIO training is 144. De streefhartslag van deze training is 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
32
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het
American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de
CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
I
NTENSITEITSNIVEAU
Met de Life Fitness loopband kan het intensiteitsniveau van een training op verschillende manieren
worden aangepast. Wanneer u daarom verzocht wordt, kunt u de weergegeven waarde van het
intensiteitsniveau of de streefhartslag* met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de gewenste
waarde, of de gewenste waarde kiezen met het NUMERIEKE TOETSENBORD waarna u op
INVOEREN drukt. Pas het niveau tijdens de training aan zoals nodig of gewenst.
Intensiteitsniveau: De Life Fitness loopband biedt een keuze van 20 intensiteitsniveaus. Elk
niveau verwijst naar een hellingsbereik, uitgedrukt in percentage. (Zie hoofdstuk 4.4, Effectief
trainen op de Life Fitness loopband, voor een tabel met alle 20 niveaus.) Het venster
Trainingsprofiel geeft de intensiteitsniveaus van een aan de gang zijnde training weer als
proportionele kolommen. De hoogte van de meest linkse kolom is evenredig met het actuele
intensiteitsniveau. Het verdient aanbeveling eerst een laag intensiteitsniveau te kiezen.
Naarmate uw fysieke conditie verbetert, kunt u hogere niveaus kiezen.
Streefhartslag: de programma's die de streefhartslag* berekenen, baseren dit getal op de
leeftijd van de gebruiker en het soort training. De gebruiker accepteert de hartslag of past hem
aan bij het instellen van de training. Tijdens de training zelf leest het programma de hartslag af,
die via de Polar hartslagborstband of de Lifepulse-sensors is overgezonden, en gebruikt het
deze gegevens om de weerstand aan te passen. Wanneer de hartslag met de hand wordt
verhoogd, neemt de intensiteit van de cardiovasculaire training toe.
4) T
RAININGSWAARDEN INVOEREN
LEEFTIJD: Wanneer u verzocht wordt om uw leeftijd in te voeren, kunt u de weergegeven leeftijd met de
PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de juiste waarde, of de juiste waarde met het NUMERIEKE
TOETSENBLOK invoeren waarna u op INVOEREN drukt.
Trainingsprogramma's van Life Fitness loopbanden die een streefhartslagzone* instellen berekenen eerst de
theoretische maximale hartslag
van de gebruiker door de leeftijd van de gebruiker af te trekken van het getal
220. De programma's berekenen vervolgens de streefzone als een percentage van het theoretische maximum.
GEWICHT: Kies het gewicht en druk op INVOEREN. Wanneer het juiste gewicht wordt ingevoerd, kunnen de
calorieën nauwkeuriger worden berekend en kunnen Watt en METS worden berekend en weergegeven.
GESLACHT: Kies het geslacht en druk op Invoeren. (Gebruikt voor de Fitness Test trainingen.)
5) MARATHONMODUS GEBRUIKEN
Als de Marathonmodus geactiveerd is, verschijnt een knop Marathonmodus op het
invoerscherm voor duur bij het configureren van een training. Wanneer de Marathonmodus
wordt gekozen, wordt de training ingesteld op een onbeperkte tijdsduur. De training kan dan
alleen worden beëindigd door de gebruiker of een van de noodstopsystemen.
Binnen een training kan de Marathonmodus worden veranderd door op de toets Duur te
drukken. Wanneer u op de toets Duur drukt, kunt u een streefduur instellen zolang die niet
korter is dan de tijd die al in de training is doorgebracht. Er moet een nieuwe streefduur worden
ingesteld en ingevoerd om de Marathonmodus op te heffen.
33
6) T
RAININGEN VERANDEREN/BEËINDIGEN
TIJDENS HET TRAINEN OP EEN ANDERE TRAINING OVERSCHAKELEN
Het is mogelijk om tijdens een training op een ander trainingsprogramma over te schakelen.
Na het overschakelen bewaart het bedieningspaneel alle voortgangsinformatie over de training vanaf het
begin. U hoeft alleen maar op VERANDER TRAINING te drukken en een nieuwe training te kiezen om tijdens
het trainen op een andere training over te gaan. Om op een nieuwe training over te schakelen en de
informatie over het trainingsverloop opnieuw te starten kiest u VERANDER TRAINING en daarna RESET.
TRAININGSDOELEN TIJDENS EEN TRAINING VERANDEREN
Tijdens een training kan het trainingsdoel (Duur, Afstand, Calorieën en Duur Binnen Zone voor
hartslagprogramma's) worden veranderd. Om het soort doel aan te passen of een ander doel te kiezen, raakt
u Verander training en vervolgens PAS DOEL AAN aan, waarmee u op het scherm met het soort doel komt,
waarop als standaardinstellingen het actuele soort doel en de actuele waarde staan. Om de doelwaarde te
veranderen, gebruikt u de pijltoetsen of het numerieke toetsenbord, waarna u INVOEREN aanraakt. Om het
soort doel te veranderen, kiest u een ander doel, waarna u een waarde invoert en INVOEREN aanraakt. Na
het overschakelen bewaart het bedieningspaneel alle informatie over het trainingsverloop vanaf het begin.
TRAININGEN ONDERBREKEN
Druk op deze toets om de band te stoppen en de huidige training te onderbreken. De knop HERNEEM
TRAINING verschijnt op het touchscreen. Ga verder met de training door op HERNEEM TRAINING te
drukken of door nogmaals op PAUZE te drukken. De standaardduur van de pauze is 1 minuut (door de
manager in te stellen), waarna het bedieningspaneel naar het welkomstscherm teruggaat.
Een training kan ook worden onderbroken door SNELHEID OMLAAG ingedrukt te houden. Als een gebruiker
tijdens de training de snelheid tot het minimum vermindert en de pijl SNELHEID OMLAAG ingedrukt houdt,
komt de snelheid op 0 km/u, oftewel de pauzemodus. De minimumsnelheid is 0,8
km/u, tenzij dit in de managersconfiguratie is gewijzigd. Zie hoofdstuk 5.2, Configuratie-instellingen,
voor meer informatie.
TRAININGEN VOORTIJDIG BEËINDIGEN
Om een training voortijdig te beëindigen drukt u op AFKOELING op het bedieningspaneel om direct naar
de afkoelingsfase te gaan. Het programma stelt een afkoelingsduur vast die evenredig is met de in de
training doorgebrachte tijdsduur. Na afloop van de afkoeling verschijnt een overzicht van de training, dat de
afgelegde afstand, het totaal aantal verbrande calorieën en andere gegevens omvat. Om het programma
zonder afkoeling af te sluiten, drukt u op STOP of kiest u VERANDER TRAINING en vervolgens RESET.
4.3 T
RAININGEN - BESCHRIJVING
STAPPEN BIJ HET INSTELLEN VAN TRAININGEN MET DE LIFE FITNESS LOOPBAND
OPMERKING: DRUK NA HET INVOEREN VAN EEN WAARDE (LEEFTIJD, GEWICHT, LENGTE, GESLACHT) OF
EEN DOEL (DUUR, NIVEAU, HELLING, SNELHEID, SHS) OP INVOEREN OM DE KEUZE TE REGISTREREN.
ALLEENSTAANDE
TRAININGEN
PERSONAL TRAINER
TRAININGEN
FITNESS TESTEN
TRAININGEN
ZONETRAININGEN
* Bij deze training moet de gebruiker de Polar hartslagborstband dragen of de Lifepulse-sensors vasthouden.
** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. De SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117.
De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
KIES FITNESS TESTEN OM
TOEGANG TE KRIJGEN TOT:
LIFE FITNESS FIT TEST**
Kies LIFE FITNESS
FIT TEST
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
FIT TEST PLUS
TRAININGEN: (INDIEN
GEACTIVEERD)
PEB
Kies PEB
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
GERKIN PROTOCOL**
Kies GERKIN
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer SHS* in
Begin de training
NAVY PRT
Kies NAVY PRT
Kies de hoogte
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
AIR FORCE PRT
Kies AIR FORCE PRT
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
ARMY PFT
Kies ARMY PFT
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
MARINES PFT
Kies MARINES PFT
Kies de hoogte
Voer gewicht in
Voer leeftijd in
Voer geslacht in
Voer snelheid in
Begin de training
KIES ZONETRAINING OM
TOEGANG TE KRIJGEN TOT:
HARTSLAG HEUVEL**
Kies HARTSLAG HEUVEL
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer leeftijd in
Voer SHS* in
Voer snelheid in
Begin de training
HARTSLAG INTERVAL**
Kies HARTSLAG INTERVAL
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer leeftijd in
Voer SHS* in
Voer snelheid in
Begin de training
EXTREME HARTSLAG**
Kies EXTREME HARTSLAG
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer leeftijd in
Voer SHS* in
Voer wandelsnelheid in
Voer jogsnelheid in
Begin de training
KIES PERSONAL TRAINER
OM TOEGANG TE
KRIJGEN TOT:
SPORTTRAINING-5K
Kies SPORT
TRAINING 5K
Voer gewicht in
Voer niveau in
Voer snelheid in
Begin de training
SPORTTRAINING-10K
Kies SPORT
TRAINING 10K
Voer gewicht in
Voer niveau in
Voer snelheid in
Begin de training
SPORT TRAINING (DOEL)
Kies SPORT TRAINING
(DOEL)
Voer gewicht in
Voer doel in
Voer niveau in
Voer snelheid in
Begin de training
SNELHEIDSINTERVAL
Kies
SNELHEIDSINTERVAL
Voer gewicht in
Voer duur in
Voer helling in
Voer jogsnelheid in
Voer rensnelheid in
AANGEPASTE TRAININGEN
Kies AANGEPASTE
TRAININGEN
Kies training
Voer gewicht in
(Als het soort aangepaste
training Snelheid/Helling
is)
Voer max snelheid in
Begin de training
(Als het soort aangepaste
training Streefhartslag is)
Voer leeftijd in.
Voer de snelheid in.
Begin de training
SNELSTART
Kies SNELSTART
Begin de training
Wijzig niveau
Voer desgewenst gewicht in
VERRASSING
Kies VERRASSING
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer niveau in
Voer snelheid in
Begin de training
MANUEEL
Kies MANUEEL
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer helling in
Voer snelheid in
Begin de training
VETVERBRANDING**
Kies VETVERBRANDING
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer leeftijd in
Accepteer SHS*
Voer snelheid in
Begin de training
HEUVEL
Kies HEUVEL
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Kies niveau
Voer snelheid in
Begin de training
CARDIO**
Kies CARDIO
Voer gewicht in
Voer soort doel en
doelwaarde in
Voer leeftijd in
Voer SHS* in
Voer snelheid in
Begin de training
34
35
S
NELSTART
SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de specifieke stappen die nodig zijn
voor het kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Wanneer u op de knop
(touchscreen) of toets (bedieningspaneel) SNELSTART drukt, begint de MANUELE training. Om METS,
Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur tijdens een training te berekenen en weer te geven, raakt u de
knop TOETS GEWICHT IN aan, die nodig is om deze waarden te berekenen.
De snelheid wordt op het laagste niveau ingesteld. Om de snelheid te veranderen en in het scherm
Trainingsverloop te blijven, drukt u op het bedieningspaneel op de PIJLEN OMHOOG of OMLAAG die
overeenkomen met de knop SNELHEID. De snelheid kan ook veranderd worden door de knop SNELHEID
op het touchscreen aan te raken, waardoor u op het instellingsscherm voor snelheid komt.
De hellingshoek is standaard op nul ingesteld. Om de helling te veranderen en in het scherm
Trainingsverloop te blijven, drukt u op het bedieningspaneel op de PIJLEN OMHOOG of OMLAAG die
overeenkomen met de knop HELLING. De helling kan ook veranderd worden door de knop HELLING op
het touchscreen aan te raken, waardoor u op het instellingsscherm voor helling komt.
MANUEEL
Het programma MANUEEL is een training met constante inspanning waarbij de gebruiker het
weerstandsniveau of de snelheid op ieder moment kan veranderen.
VERRASSING
Het programma VERRASSING maakt een terrein van heuvels en dalen dat bij elke training varieert. Er zijn
meer dan een miljoen verschillende patronen mogelijk.
VETVERBRANDING
Bij training voor VETVERBRANDING moet de hartslag van de gebruiker voor optimale resultaten op 65
procent van het theoretische maximum
(HSmax) blijven. Bij deze training draagt de gebruiker een
borstband, of pakt hij/zij de Lifepulse-sensors vast. Als de gebruiker geen borstband draagt, staat op het
scherm TRAININGSVERLOOP een hartje, en in het berichtengebied een prompt om de sensors vast te
pakken. Het bedieningspaneel meet voortdurend de hartslag en geeft hem weer; het intensiteitsniveau van
de loopband wordt automatisch bijgesteld om de streefwaarde* te bereiken en te handhaven (zie de
onderstaande opmerking). Dit systeem voorkomt zowel over- als ondertraining; de aërobe voordelen van
de training worden hierbij ten volle benut doordat het lichaamsvet als energiebron wordt gebruikt.
CARDIO
De CARDIO training is vrijwel identiek met VETVERBRANDING, maar de streefhartslag** wordt berekend
op 80 procent van het theoretische maximum
(HSmax). De hogere streefhartslag bevordert
cardiovasculaire vooruitgang omdat de hartspier zwaarder belast wordt (zie de onderstaande opmerking).
OPMERKING: Het intensiteitsniveau wordt veranderd door de helling. De snelheid kan alleen door de
gebruiker worden veranderd. U kunt de streefhartslag op ieder tijdstip gedurende de training veranderen
met behulp van de pijltoetsen onder de SHS, of door de knop SHS aan te raken en naar het scherm
Streefhartslagtraining instellen te gaan.
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het
American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de
VETVERBRANDING training is 117, of 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117.
** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de
CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
36
H
EUVEL
De door Life Fitness gepatenteerde HEUVEL training biedt diverse configuraties voor intervaltraining.
Intervallen zijn periodes van intense cardiovasculaire training met daartussen regelmatige periodes van
minder intensieve training. Op het scherm TRAININGSPROFIEL worden deze hoge en lage intervallen
weergegeven als kolommen van lichtjes, die er samen uitzien als heuvels en dalen. Het is
wetenschappelijk aangetoond dat de computergestuurde intervaltraining grotere cardiorespiratoire
vooruitgang bevordert dan training op een vast tempo.
De HEUVEL training doorloopt vier fasen, die elk een ander intensiteitsniveau hebben. Op het scherm
TRAININGSPROFIEL wordt de voortgang van deze fasen weergegeven. Zoals blijkt uit de
onderstaande beschrijvingen moet de hartslag tijdens twee stadia in de training worden gemeten om de
doeltreffendheid te kunnen beoordelen. Draag de hartslagborstband of houd de Lifepulse
TM
handgrepen
continu vast. In het berichtengebied wordt geen verzoek om een hartslagmeting weergegeven, zoals
wel het geval is bij CARDIO, VETVERBRANDING en de HARTSLAGZONETRAINING programma's.
1 Opwarming is een fase van lage, geleidelijk toenemende weerstand, waarin de hartslag tot
de ondergrens van de streefzone komt en de ademhaling en bloedstroom naar werkende
spieren toenemen.
2 In Plateau neemt de intensiteit iets toe en blijft deze constant zodat de hartslag tot de ondergrens
van de streefzone komt. Controleer de hartslag aan het einde van deze fase.
3 Intervaltraining is een serie steeds steilere heuvels, afgewisseld door dalen om op adem te
komen. De hartslag moet toenemen tot de bovengrens van de streefzone. Controleer de hartslag
aan het einde van deze fase.
4 Afkoeling is een minder intense fase waarin het lichaam kan beginnen met de afvoer van melkzuur
en andere bijproducten van training, die zich in de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn
zijn.
Elke kolom die u in het TRAININGSPROFIELSCHERM en bovenstaande tabel ziet, staat voor één
interval. De totale duur van de training bepaalt de lengte van elk interval. Elke training bestaat uit 20
intervallen, dus de duur van elk interval is gelijk aan de duur van de gehele training gedeeld door 20.
1 tot 9 minuten: Een training die minder dan 10 minuten duurt, is te kort voor het HEUVEL programma
om alle vier de fasen goed te kunnen voltooien. Bij een dergelijke training condenseert het programma
dus diverse stadia.
10 tot 19 minuten: De duur van de intervallen is aanvankelijk op 30 seconden ingesteld voor een
training van 10 minuten. Voor elke minuut boven de 10 neemt elk interval met drie seconden toe. Een
training van 15 minuten bestaat uit 20 intervallen van elk 45 seconden.
37
20 tot 99 minuten: Alle intervallen duren 60 seconden. Als de gebruiker minuten aan de vooraf
ingestelde duur toevoegt terwijl de training aan de gang is, voegt het programma heuvels en dalen
toe die identiek zijn met de eerste acht intervallen van de intervaltrainingsfase. Dit patroon wordt
herhaald totdat de training voltooid is.
PERSONAL TRAINER
1) SPORT TRAINING
TM
Deze streefafstandstraining is bedoeld voor hardlopers die voor wedstrijden trainen. Het programma
maakt realistische terreinen door op de baan verschillende hellingshoeken in te stellen. De
hellingshoeken hangen af van de moeilijkheidsgraad die tijdens het opstellen van de training is
gekozen. Een hellingshoek van 1,5 procent, het basislijnniveau, simuleert een vlak loopoppervlak. Een
helling van nul procent simuleert hellingafwaarts hardlopen. De duur van de hellingen varieert tussen 30
en 60 seconden. De baan eindigt wanneer de streefafstand is bereikt. Er zijn twee Sport Training
TM
programma's beschikbaar op de loopband:
SPORT TRAINING™ (5K) is een baan van 5 kilometer.
SPORT TRAINING™ (10K) is een baan van 10 kilometer.
SPORT TRAINING (DUUR, AFSTAND OF CALORIEËN) is een op duur, afstand of
calorieën gebaseerde training.
2) S
NELHEIDSINTERVAL
Dit intervaltrainingprogramma verhoogt de hartslag en verlaagt hem weer met door de
gebruiker bepaalde intervallen door te wisselen tussen een door de gebruiker bepaalde
JOG- en REN-snelheid. Ga als volgt te werk om het programma Snelheidsinterval te gebruiken:
1) Voer gewicht, duur en helling in en kies dan een jogsnelheid en een rensnelheid.
De loopband versnelt tot de jogsnelheid.
2) Om op rensnelheid over te gaan, raakt u de knop SNELHEIDSINTERVAL op het touchscreen
aan. Het apparaat versnelt tot de vooringestelde rensnelheid. Wanneer u klaar bent om naar
de jogsnelheid terug te gaan, raakt u de knop SNELHEIDSINTERVAL nogmaals aan, waarna
het apparaat geleidelijk terugkeert tot de vooringestelde jogsnelheid.
3) U kunt zo vaak u wilt wisselen tussen intervallen met jog- en rensnelheid.
4) Om de snelheid tijdens een interval te verhogen of te verlagen, gebruikt u de desbetreffende
pijltoetsen op het bedieningspaneel, of raakt u JOGSNELHEID of RENSNELHEID (afhankelijk
van het actuele interval) op het touchscreen aan en voert u een nieuwe parameter in.
OPMERKING: De snelheid wordt alleen voor het actuele interval aangepast. De volgende keer
dat u SNELHEIDSINTERVAL aanraakt, gaat het apparaat terug naar de aan het begin van het
programma vooringestelde snelheid.
5) Om de vooringestelde jog- en/of rensnelheid te veranderen, raakt u VERANDER TRAINING,
PERSONALTRAINER, SNELHEIDSINTERVAL aan en voert u een nieuwe jog- en rensnelheid
in. De training gaat verder met de aangepaste snelheden als voorinstellingen.
3) AANGEPASTE TRAININGEN
Deze trainingsprogramma’s zijn vooringestelde aangepaste trainingen die door de
trainingsdeskundige van het centrum zijn opgesteld. Dit kunnen trainingen voor Snelheid/Helling of
Streefhartslag zijn die voor specifieke resultaten zijn opgesteld. U kunt elk aangepast
trainingsprofiel bekijken door op de toets AANZICHT en vervolgens op een knop Aangepaste
training te drukken. Er verschijnt een scherm dat het interval- en hellingsprofiel voor de
desbetreffende Aangepaste training toont. Kies BEGIN om een training met het weergegeven
profiel te beginnen of kies de PIJL TERUG om naar het scherm Aangepaste trainingen terug te
gaan. Raadpleeg de trainingsdeskundige van het centrum voor details over individuele aangepaste
trainingen.
38
Z
ONETRAINING
Zonetraining zijn trainingen die gericht zijn op specifieke bereiken of zones, om een hartslag te
handhaven waarbij optimale trainingsresultaten worden behaald.
1) H
ARTSLAG HEUVEL
Dit programma combineert het standaard HEUVEL trainingsprofiel met het concept van
hartslagzonetraining. De standaard streefhartslag* wordt berekend als 80 procent van het
theoretische maximum
(HSmax), maar de gebruiker kan de streefhartslag tijdens het opstellen van
de training veranderen. Alle heuvels en dalen zijn percentages van HSmax. De training bestaat uit
drie heuvels die gericht zijn op drie streefhartslagen: De eerste heuvel brengt de hartslag tot 70
procent van HSmax. De tweede heuvel voert de hartslag op tot 75 procent van HSmax. De derde
heuvel komt overeen met de streefhartslag en brengt de hartslag tot 80 procent van HSmax. Het dal
is altijd 65 procent van HSmax.
Na een standaard opwarmperiode van drie minuten gaat de training naar de eerste heuvel en de
streefhartslag. Wanneer de gebruiker 70 procent van HSmax bereikt, gaat de heuvel nog een minuut
door. Wanneer de minuut voorbij is, gaat het niveau omlaag tot een dal. Wanneer de hartslag van de
gebruiker tot 65 procent van HSmax is gedaald, gaat het dal nog een minuut door. Dan begint de
volgende heuvel met de bijbehorende streefhartslag. Wanneer de gebruiker het derde heuvel/dal-
paar heeft voltooid, gaat het programma terug naar de eerste heuvel en wordt de cyclus herhaald
voor de lengte van de ingestelde duur. Aan het einde van de duur gaat de training over tot een
afkoelingsfase. Als de hartslag meer dan 45 seconden lang boven het theoretische maximum komt,
gaat de loopband automatisch naar de pauzemodus. Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf
minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt weer om de snelheid te verhogen of te
verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is. Het programma gaat pas naar een
nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige streefwaarde bereikt.
65% HSmax
70% HSmax
Heuvel
Heuvel
Heuvel
Dal
Dal
Dal
117 SPM
127 SPM
135 SPM
144 SPM
117 SPM 117 SPM
117 SPM
Trainingsprofiel HARTSLAG HEUVEL
Voorbeeld van een gebruiker: 80 procent van theoretisch maximum
(HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 144)
75% HSmax
80% HSmax
65% HSmax 65% HSmax 65% HSmax
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een
40-jarige voor de HARTSLAG HEUVEL training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
39
2) H
ARTSLAG INTERVAL
Ook dit programma combineert het standaard HEUVEL trainingsprofiel met het concept van
hartslagzonetraining. De standaard streefhartslag* wordt berekend als 80 procent van het
theoretische maximum
(HSmax), maar de gebruiker kan de streefhartslag tijdens het opstellen van
de training veranderen. Deze training schakelt tussen een heuvel, die de hartslag tot de streefwaarde
van 80 procent van HSmax brengt, en een dal, dat de hartslag tot 65 procent van HSmax verlaagt.
Na een standaard opwarmperiode van drie minuten gaat de training naar de eerste heuvel en de
streefhartslag. Wanneer de streefwaarde is bereikt, gaat de heuvel nog drie minuten door. Dan gaat
het niveau omlaag in een dal. Wanneer 65 procent van HSmax is bereikt, gaat het dal drie minuten
door, waarna de volgende heuvel begint. Het aantal heuvels en dalen binnen de duur wordt bepaald
door de conditie van de gebruiker. Aan het einde van de duur gaat de training over tot een
afkoelingsfase. Als de hartslag meer dan 45 seconden lang boven het theoretische maximum
komt,
gaat de loopband automatisch naar de pauzemodus. Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf
minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt weer om de snelheid te verhogen of te
verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is. Het programma gaat pas naar een
nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige streefwaarde bereikt.
80% HSmax
65% HSmax
Heuvel
Heuvel
Heuvel
Dal
Dal Dal
Trainingsprofiel HARTSLAG INTERVAL
117 SPM
144 SPM 144 SPM 144 SPM
117 SPM 117 SPM 117 SPM
Voorbeeld van een gebruiker: 80 procent van theoretisch maximum
(HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 144)
Opwarming
65% HSmax
65% HSmax
80% HSmax
80% HSmax
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een
40-jarige voor de Hartslag Interval training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144.
40
3) E
XTREME HARTSLAG
Deze intense, gevarieerde training is bedoeld om meer ervaren gebruikers te helpen plateaus van
conditieverbetering te doorbreken. De training wisselt zo snel mogelijk af tussen twee
streefhartslagen*. Dit geeft het effect van sprinten. De gebruiker moet gedurende de gehele training
een hartslagborstband dragen of de Lifepulse
TM
-sensors vasthouden.
OPMERKING: Gebruikers die sneller dan 7,2 km/u lopen, wordt aangeraden de hartslagborstband te
dragen en geen Lifepulse
TM
-sensors te gebruiken.
Bij het opzetten van de training voert de gebruiker een streefhartslag in en kiest een wandelsnelheid
en een jogsnelheid. Na een standaard opwarmperiode van drie minuten versnelt de loopband tot
jogsnelheid en wordt de helling steiler totdat de gebruiker de streefhartslag van 85 procent van het
theoretische maximum
(HSmax) bereikt. Die streefhartslag wordt gedurende een stabilisatieperiode
gehandhaafd. Dan vermindert de helling tot 0 procent en de snelheid van de loopband tot
wandelsnelheid. Wanneer de hartslag tot 65 procent van HSmax is gedaald, wordt deze gedurende
een stabilisatieperiode gehandhaafd. Het programma herhaalt de afwisseling van snelheden en
hellingshoeken en zet dit patroon tijdens de hele duur voort.
Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt
weer om de snelheid te verhogen of te verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is.
Het programma gaat pas naar een nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige
streefwaarde bereikt.
Opwarming
85% HSmax
85% HSmax
85% HSmax
Afkoeling
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
65% HSmax
65% HSmax
Trainingsprofiel EXTREME HARTSLAG
118 SPM
153 SPM
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
Toegenomen intensiteit
Afgenomen intensiteit
Voorbeeld van een gebruiker: 85 procent van theoretisch maximum (HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 153)
153 SPM 153 SPM
118 SPM
118 SPM
118 SPM
Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van
training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
* Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen
SHS van een 40-jarige voor de EXTREME HARTSLAG training is 153. De streefhartslag van het trainingsprogramma
is 85 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,85 = 153.
41
F
ITNESS TESTEN
LIFE FITNESS
FIT TEST
Het programma Life Fitness Fit Test is een ander exclusief kenmerk van deze veelzijdige loopband.
De training Fit Test meet de cardiovasculaire conditie en kan gebruikt worden om elke vier tot zes weken
de vooruitgang van het uithoudingsvermogen te meten. De gebruiker moet de handsensors (indien
aanwezig) vasthouden wanneer hiervoor een prompt verschijnt of een hartslagborstband dragen, daar de
testscore berekend wordt op basis van een hartslagmeting. De duur van de training is vijf minuten op een
helling van 5%. Onmiddellijk daarna meet het bedieningspaneel de hartslag van de gebruiker, berekent
een conditiescore en geeft de score weer in het berichtengebied.
De Fit Test wordt beschouwd als een submax VO2 (zuurstofvolume) test. Hij meet hoe goed het hart de
werkende spieren van zuurstofrijk bloed voorziet, en hoe efficiënt die spieren zuurstof uit het bloed
opnemen. Artsen en fysiologen beschouwen deze test in het algemeen als een goede meting van
aërobe capaciteit.
De Fit Test instellen:
Kies FITNESS TESTEN, LIFE FITNESS FIT TEST.
Doorloop de instellingsschermen voor de Fit Test, namelijk Gewicht, Leeftijd en Geslacht.
Druk na elke keuze op INVOEREN om deze te registreren. (Na Geslacht hoeft u niet op
Invoeren te drukken.)
Het instellingsscherm voor Snelheid verschijnt. (VOER SNELHEID IN ) (3,2 - 7,2 km/u).
Raadpleeg de volgende tabel met aanbevolen Fit Test niveaus voor een geschikt
inspanningsniveau gebaseerd op leeftijd, geslacht en activiteitsniveau. Druk na uw keuze
op INVOEREN.
Nadat de FIT TEST van vijf minuten is voltooid, wordt een FIT TEST score weergegeven.
A
ANBEVOLEN INSPANNINGSNIVEAUS VAN HET
FIT TEST PROGRAMMA
Inactief Actief Zeer actief
3,2 - 4,8 km/u 4,8 - 6,4 km/u 5,6 - 7,2 km/u
OPMERKING: De helling van de loopband wordt 5% na één minuut opwarmen.
De aanbevolen inspanningsniveaus moeten gebruikt worden als richtlijn voor het instellen van het Fit Test
programma. Het doel is om de hartslag van de gebruikers te verhogen tot een niveau dat tussen 60%-85%
van hun theoretische maximale hartslag is (220-leeftijd).
Binnen elk aanbevolen bereik kunnen deze verdere richtlijnen worden gebruikt:
Onderste helft Bovenste helft
van bereik van bereik
hogere leeftijd lagere leeftijd
lager gewicht hoger gewicht*
korter langer
* In gevallen van zeer hoog gewicht de onderste helft van het bereik gebruiken.
Fit Test niveau
voor loopband
42
De computer accepteert geen:
hartslag van minder dan 52 of meer dan 200 slagen per minuut
lichaamsgewicht van minder dan 34 kg of meer dan 181 kg
leeftijd onder de 10 of boven de 99 jaar
gegevens die het menselijk vermogen overschrijden
Vergissingen bij het invoeren van gegevens voor de Fit Test kunt u corrigeren door op WISSEN te drukken,
de juiste informatie in te voeren en op INVOEREN te drukken.
Het is belangrijk dat de Fit Test steeds onder soortgelijke omstandigheden wordt uitgevoerd. Uw hartslag
hangt af van vele factoren, zoals:
hoe lang u de vorige nacht hebt geslapen (minstens zeven uur wordt aanbevolen)
het tijdstip van de dag
het tijdstip van de laatste maaltijd (twee tot vier uur wachten na de laatste maaltijd
wordt aanbevolen)
hoe lang geleden u een cafeïnehoudende drank of alcohol hebt gedronken of een sigaret hebt
gerookt (minstens vier uur wachten wordt aanbevolen)
hoe lang geleden u voor het laatst getraind hebt (minstens zes uur wachten wordt aanbevolen)
Voor het nauwkeurigste resultaat moet u de Fit Test op drie achtereenvolgende dagen uitvoeren en het
gemiddelde van de drie scores nemen.
OPMERKING: Om een goede Fit Test score te krijgen, moet u bij de training binnen een hartslagzone
blijven die 60 tot 85 procent van het theoretische maximum (HSmax) is. Deze hartslag komt volgens de
“Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training)
van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
De onderstaande tabellen geven Fit Test scores.
R
ELATIEF CONDITIENIVEAU VOOR MANNEN
Mannen Geschatte VO2 Max (ml/kg/min) per leeftijdscategorie
Niveau 20-29 30-39 40-49 50-59 60+
Elite 52+ 51+ 48+ 45+ 42+
Uitstekend 50-51 48-50 46-47 42-44 39-41
Zeer goed 47-49 45-47 43-45 40-41 36-38
Boven gemiddelde 44-46 42-44 40-42 37-39 33-35
Gemiddeld 41-43 39-41 37-39 34-36 30-32
Onder gemiddelde 38-40 36-38 34-36 31-33 27-29
Laag 35-37 33-35 31-33 28-30 24-26
Zeer laag <35 <33 <31 <28 <24
43
RELATIEF CONDITIENIVEAU VOOR VROUWEN
Vrouwen Geschatte VO2 Max (ml/kg/min) per leeftijdscategorie
Niveau 20-29 30-39 40-49 50-59 60+
Elite 44+ 42+ 39+ 35+ 34+
Uitstekend 42-43 40-41 37-38 33-34 32-33
Zeer goed 39-41 37-39 35-36 31-32 30-31
Boven gemiddelde 37-38 35-36 32-34 29-30 28-29
Gemiddeld 34-36 32-34 30-31 27-28 25-27
Onder gemiddelde 31-33 29-31 27-29 25-26 23-24
Laag 28-30 27-28 25-26 22-24 20-22
Zeer laag <28 <27 <25 <22 <20
Life Fitness heeft deze conditieschaal ontwikkeld gebaseerd op de distributie (percentielen) van VO2 max
waarnaar verwezen wordt in de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het
testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine (6th Ed. 2000). Hij is
bedoeld om een kwalitatieve beschrijving te geven van de geschatte VO2 max van een gebruiker, en om
het aanvankelijke conditieniveau te beoordelen en verbetering te volgen.
FIT TESTS PLUS
De Life Fitness loopband heeft aanvullende conditietests gebaseerd op specifieke vooraf vastgelegde
protocollen, indien geactiveerd. (Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor informatie over
het activeren van deze tests.)
FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS: 2,5 km
De fysieke efficiëntietests worden toegepast bij de Amerikaanse federale ordehandhaving, het
Amerikaanse Federal Bureau of Investigation en andere federale organisaties voor het in dienst
nemen en houden van personeel op federaal niveau.
GERKIN: Submaximaal VO2
Het Gerkin Protocol is een test met score voor submaximaal VO2 die wordt toegepast door de
internationale vereniging van brandbestrijders om te bepalen of iemand in conditie is om bij de
brandweer te werken.
NAVY PRT: 2,5 km
Het hardloopgedeelte van de fysieke vaardigheidstest van de Amerikaanse marine is een
afstandsdoel gebaseerd op de tijd waarin de vereiste afstand wordt afgelegd en wordt door de
Amerikaanse marine en marineopleidingen gebruikt om aërobe capaciteit te meten.
AIR FORCE PRT: 2,5 km
De fysieke vaardigheidstest van de Amerikaanse luchtmacht is een fysieke prestatietest die wordt
gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te
beoordelen.
ARMY PFT: 3 km
De fysieke conditietest van het Amerikaanse leger is een fysieke prestatietest die wordt gebruikt
om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen.
MARINES PFT: 5 km
De fysieke conditietest van de Amerikaanse mariniers is een fysieke prestatietest die wordt gebruikt
om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen.
44
De scores voor deze tests zijn gebaseerd op tijd, leeftijd en geslacht.
Om een van deze tests in te stellen, raakt u Fitness Test aan en kiest u de gewenste training. Als de
gekozen test de NAVY of MARINES test is, verschijnt in het berichtengebied de vraag of de test
onder een bepaalde hoogte plaatsvindt. Voor de NAVY test is de hoogte 1525 meter boven
zeeniveau; en voor de MARINES test is de hoogte 1370 meter boven zeeniveau. Kies met de
PIJLTOETSEN het juiste antwoord uit: “BOVEN 1525 meter” (NAVY) / “BOVEN 1370 meter”
(MARINES) of “ONDER 1525 meter” (NAVY) / “ONDER 1370 meter”(MARINES).
Doorloop de instellingsschermen voor de Fit Test, waaronder Gewicht, Leeftijd en Geslacht. Druk na
elke invoer op INVOEREN. Begin vervolgens met de training. Om een juiste testscore te verzekeren,
mag u de ingevoerde items niet veranderen wanneer de training eenmaal is begonnen.
Als de streefafstand is bereikt, gaat het trainingsprogramma bij alle CONDITIETESTS behalve
GERKIN over op een afkoelingsfase. De duur van deze fase hangt ervan af hoe lang het duurde om
de test te voltooien. Voor minder dan vijf minuten is de afkoeling één minuut. Voor vijf tot 15 minuten
is de afkoeling drie minuten. Voor langere tijden is de afkoeling vijf minuten. De gebruiker kan de
afkoeling afbreken door op STOP te drukken. Wanneer de afkoeling is afgebroken of voltooid,
verschijnen in het berichtengebied de tijd en een puntenscore voor de PEB, Army, Air Force en
Marines test, of een kwalitatieve score, zoals UITSTEKEND, voor de Navy test.
Voor de Gerkin test worden bij het overzicht van de training de tijd waarop de streefhartslag werd
bereikt en 15 seconden lang werd aangehouden, en een omgezette waarde voor VO2 MAX in het
BERICHTENGEBIED weergegeven.
4.4 E
FFECTIEF TRAINEN OP DE
L
IFE FITNESS LOOPBAND
H
ET NIVEAU SELECTEREN
Bij het opstellen van training met HEUVEL, VERRASSING, SPORTTRAINING 5K en
SPORTTRAINING 10K moet een niveau worden geselecteerd. Het woord “niveau” verwijst naar een
hellingsbereik, uitgedrukt in percentage. De loopband heeft 20 niveaus, waarbij niveau 1 de kleinste
gemiddelde hellingshoek heeft en niveau 20 de grootste.
NIVEAU % helling NIVEAU % helling
1 0,0 - 1,5 11 2,0 - 8,5
2 0,0 - 2,2 12 3,0 - 9,2
3 0,0 - 2,9 13 3,5 - 9,9
4 0,0 - 3,6 14 5,0 - 10,6
5 0,0 - 4,3 15 5,5 - 11,3
6 0,0 - 5,0 16 6,5 - 12,0
7 0,0 - 5,7 17 7,0 - 12,7
8 0,0 - 6,4 18 8,0 - 13,4
9 0,5 - 7,1 19 8,7 - 14,1
10 1,5 - 7,8 20 9,0 - 15,0
45
Binnen elk niveau zijn er zeven hellingspercentages, of heuvels. Gedurende de training wordt elke
heuvel op het scherm TRAININGSPROFIEL weergegeven als rijen lichtjes in de vorm van een kolom.
Het aantal verlichte rijen in een kolom komt overeen met het hellingspercentage. Op niveau 5 is de
kleinste helling bijvoorbeeld 0,0 procent, wat wordt weergegeven als één verlichte rij. De grootste
helling, 4,3 procent, wordt weergegeven als een kolom met alle zeven rijen verlicht.
In de trainingen HEUVEL en VERRASSING is de duur van deze variërende heuvels even lang,
zoals werd besproken bij de beschrijving van de HEUVEL training. Wanneer een nieuwe heuvel
in het trainingsprogramma verschijnt, verandert het hellingspercentage automatisch naargelang
van die heuvel.
Het niveau kan tijdens de training veranderd worden met de PIJLEN of het NUMERIEKE
toetsenbord.
AFKOELING
Het unieke afkoelingsprotocol van Life Fitness past elke afkoeling automatisch aan op grond van de
trainingsprestaties van de gebruiker. De duur en intensiteit van de afkoeling worden bepaald door
factoren zoals snelheid, helling, duur en hartslag tijdens de training.
46
5M
ENU SYSTEEMOPTIES
5.1 HET MENU SYSTEEMOPTIES GEBRUIKEN
Managers van fitnessclubs en andere bevoegde personen kunnen de functie 'Systeemopties' gebruiken
om standaardinstellingen te veranderen, om bepaalde programma's of schermen op het bedieningspaneel
van de loopband te activeren of te deactiveren en om systeemcontroles uit te voeren. Houd de toets
AFKOELING ingedrukt om naar de Systeemopties te gaan. Raak dan het pictogram van Life Fitness
rechtsboven op het scherm tweemaal achter elkaar aan.
SYSTEEMOPTIES - OVERZICHT
SYSTEEMTEST
Hiermee kunnen technici diagnoses van het systeem uitvoeren. OPMERKING: Deze tests mogen alleen
worden uitgevoerd door (of op uitdrukkelijk voorschrift van) een hiervoor opgeleide Life Fitness
servicemonteur.
INFORMATIE
Gegevens over systeemgebruik van hoofdmotor. Hiermee heeft bevoegd personeel toegang tot gegevens
over machinegebruik (statistische gegevens en gebruikslogboek). Alle andere informatie is voor gebruik
door hiervoor opgeleide Life Fitness servicemonteurs.
CONFIGURATIE
Hiermee krijgt u toegang tot de configureerbare instellingen van het toestel. Configuraties die alleen door
bevoegde monteurs veranderd mogen worden, hebben wachtwoordbeveiliging.
SYSTEEMTESTMENU 1 SYSTEEMTESTMENU 2
Test systeemcomm Test Smart Stop
Motormodules Test CSAFE netwerk
Test toetsenblok Test real-time klok
Lifepulse test EEPROM test
Telemetrietest
Test Engineering
Statistieken Gebruikslogboek
Softwareversies Scherm met datum en tijd
Informatie over hoofdmotor Systeemfouten
Informatie over hefmotor Informatie over onderhoud
Manager Touchscreenconfiguratie
Fabrikant (wachtwoordbeveiliging) Klok
Tv / FM-radio (indien waargenomen)
47
O
NDERHOUD
Hiermee kunnen monteurs vervangingsonderdelen indienen. Alleen te gebruiken door bevoegde
servicemonteurs.
5.2 CONFIGURATIEMENU
MANAGER
Hiermee kan de manager standaardinstellingen voor het toestel instellen, de duur van de
training configureren, de standby instellen en aangepaste berichten programmeren. Wanneer
Manager wordt gekozen, verschijnt Managersconfiguratie 1. De knop Voorwaarts rechtsonder
op het scherm opent Managersonfiguratie 2.
Managersconfiguratie 1 gaat naar de standaardinstellingen voor Taal, Eenheden (Engels of
Metriek), Maximum- en Minimumsnelheid, Configuratie trainingsduur en Standby-configuratie.
Managersconfiguratie 2 gaat naar de standaardinstellingen voor Geklommen afstand, Fit Test
Plus, Telemetrie, Pauzeduur, Max % helling, Onderhoud wasmondstuk (indien geactiveerd),
Systeemtonen, Smart Stop, Versnellingstempo en Vertragingstempo, Aangepast bericht
opstellen, Programmerings-timeout en Marathonmodus.
STANDAARDINSTELLINGEN MAKEN
Raak de desbetreffende keuzerondjes aan om tussen instellingen heen en weer te gaan.
Gebruik de pijltoetsen om variabele standaardwaarden te wijzigen. Raak
STANDAARDINSTELLINGEN aan om alle waarden naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
terug te brengen. Zie tabel 5.2 voor een overzicht van aanpasbare configuraties en
fabriekinstellingen van de Life Fitness loopband.
1) MANAGERSCONFIGURATIE 1
GEBRUIKERSTAAL
Om de optie Gebruikerstaal te activeren, kiest u de knop Gebruikerstaal om naar het scherm
Gebruikerstaal instellen te gaan. Verander de modus van UIT naar AAN. Kies de talen die u
beschikbaar wilt hebben voor gebruikersinteractie.
Nadat de gebruiker het welkomstscherm heeft aangeraakt om te beginnen, verschijnt het
scherm Gebruikerstaal kiezen waarin de gebruiker verzocht wordt om een taal te kiezen of om
Snelstart aan te raken om een training te beginnen. Het is niet nodig om een taal te kiezen om
een training te beginnen. U kunt gewoon op Snelstart drukken om een training te beginnen. Het
toestel keert terug naar het welkomstscherm als er binnen de standaard programmerings-
timeout geen taal is gekozen of Snelstart niet is aangeraakt.
De volgende talen zijn beschikbaar:
Engels, Duits, Frans, Italiaans, Japans, Nederlands, Spaans, Portugees en Turks.
Band en platform vervangen Stopschakelaar vervangen
Bedieningspaneel vervangen Dekrand vervangen
Motorregelaar vervangen Hoofdmotor vervangen
Kaart van was/hefsysteem vervangen Hefmotor vervangen
48
C
ONFIGURATIE TRAININGSDUUR
Met deze functie kan de club de maximale trainingsduur verschillend instellen voor drukke en
minder drukke tijden gedurende de dag. De real-time klok moet juist zijn om deze functie
volledig te benutten. Raadpleeg hoofdstuk 1.3, De klok instellen.
Basisconfiguratie trainingsduur: Hiermee kan de manager een maximale trainingslimiet
instellen. Ga naar de Managersconfiguratie 1 en kies BASISCONFIGURATIE
TRAININGSDUUR. In de standaard basisconfiguratie is de maximale trainingsduur ingesteld op
99 minuten. De duur kan met de pijl omhoog of omlaag worden veranderd.
Geavanceerde configuratie trainingsduur: Hiermee kan de trainingsduur worden ingesteld
voor piekuren en niet-piekuren.. Er kunnen maximaal twee piekperioden worden ingesteld. Ga
naar de Managersconfiguratie en kies GEAVANCEERDE CONFIGURATIE TRAININGSDUUR.
Stel met de pijltoetsen omhoog of omlaag een maximale trainingsduur in voor zowel piek- als
niet-piektijden. Geef vervolgens met Piektijd 1 en desgewenst Piektijd 2 de begin- en eindtijd
van piekuren aan. Alle tijdsperioden die niet als Piektijd zijn aangegeven worden automatisch
als Niet-piektijd beschouwd.
Programmerings-timeout: Hiermee wordt ingesteld hoe lang de gebruiker erover kan doen om
de training in te stellen zonder het touchscreen aan te raken voordat het bedieningspaneel naar
het welkomstscherm teruggaat. De instelling van de programmerings-timeout kan tussen 20 en
255 seconden zijn. De standaardwaarde voor het toestel is 60 seconden.
STANDBY-CONFIGURATIE
Deze functie schakelt de achtergrondverlichting van het LCD-scherm automatisch op bepaalde
tijden uit en in, gewoonlijk bij het openen en sluiten van het centrum. Hiermee kan de
achtergrondverlichting ook worden uitgezet wanneer er geen activiteit is. De real-time klok moet
juist zijn om deze functie volledig te benutten. Raadpleeg hoofdstuk 1.3, De klok instellen. De
uren en minuten voor beide functies worden weergegeven in tijd van 0:00 tot 23:59.
Inactiviteitstimer — Kies onder Standby-configuratie INACTIVITEITSTIMER en raak dan AAN
aan. Hiermee wordt ingesteld hoe lang het systeem inactief moet zijn voordat de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld. De verlichting van
het LCD-scherm wordt weer ingeschakeld zodra de volgende activiteit wordt waargenomen.
Raak UIT aan om de inactiviteitstimer uit te schakelen.
Automatisch uit / Automatisch aan — Kies onder Standby-configuratie AUTOMATISCH
UIT/AUTOMATISCH AAN en raak dan AAN aan. Stel de gewenste Aan- en Uit-tijden in op de
desbetreffende schermgebieden en geef perioden aan waarin de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm automatisch aan- en uitgaat. Als het apparaat gedurende een aangegeven “uit”-
periode geactiveerd wordt, gaat de achtergrondverlichting van het LCD-scherm weer uit na 1
minuut zonder activiteit. Raak UIT aan om Automatisch uit/Automatisch aan uit te schakelen.
2) MANAGERSCONFIGURATIE 2
V
ERSNELLINGS- EN VERTRAGINGSTEMPO
Met deze configuraties kan de tijd die het duurt om de loopband op snelheid te brengen,
verlengd of verkort worden. Het tempo kan tussen 1 en 5 worden ingesteld in stappen van één;
hierbij is 1 het laagste tempo (het duurt het langst) en 5 het hoogste tempo (het duurt het
kortst). Gebruik de pijltoetsen om de waarde bij te stellen.
49
A
ANGEPAST BERICHT
In deze configuratie kan een aangepast bericht in het welkomstscherm worden weergegeven.
Een aangepast bericht maken/wijzigen - In het scherm Aangepast bericht opstellen kan een
bericht worden ingetoetst met het schermtoetsenbord. Gebruik de knop Shift om speciale tekens
en hoofdletters in te voeren. Het bericht schuift langs de bovenkant van het scherm naarmate
het bericht wordt ingevoerd en geeft real-time feedback.
Een aangepast bericht accepteren — Om het aangepaste bericht te accepteren, hoeft u alleen
maar de knop Hoofdmenu aan te raken.
Een aangepast bericht wissen — Om een aangepast bericht te wissen, gaat u naar het scherm
Aangepast bericht opstellen. Raak Wis bericht en vervolgens Hoofdmenu aan.
FIT T
EST PLUS
Raak AAN aan om de zes aanvullende militaire conditietests te activeren. Als Fit Test Plus UIT
staat, is de enige conditietest die verschijnt de Life Fitness Fit Test.
MARATHONMODUS
De Marathonmodus heeft geen vooringesteld of instelbaar doel. In deze modus kan de
gebruiker onbeperkt trainen. Een training in de Marathonmodus, indien geactiveerd, eindigt
alleen als de gebruiker kiest om hem te beëindigen of als een stopsysteem wordt ingeschakeld.
AANGEPASTE TRAININGEN
Opent het configuratiescherm voor aangepaste trainingen, waar u elk van de 6 aangepaste
trainingen kunt bewerken en een naam geven. Kies de naam van de aangepaste training om de
naam van de aangepaste training te veranderen. U kunt uit twee soorten aangepaste trainingen
kiezen: Snelheid/Helling en Streefhartslag. Kies Snelheid/Helling als u wilt dat de snelheid of
helling of beide tijdens de aangepaste training veranderen. Kies Streefhartslag als u wilt dat de
streefhartslag tijdens de aangepaste training verandert. Kies de streefduur van de training
(totale trainingsduur) voor uw aangepaste training. Met de pijltoetsen aan de rechterkant van het
scherm kunt u de waarde van het item (snelheids-, hellings- of streefhartslagpercentage) voor
het gegeven segment veranderen. Het aantal intervallen is altijd 30; dus voor snelheids-
/hellingstrainingen is de lengte van elk interval gelijk aan de gekozen duur gedeeld door 30.
Voor streefhartslagtrainingen kunt u maximaal 30 verschillende streefhartslagen hebben.
Wanneer u de streefhartslag van het huidige segment bereikt, activeert de training de
streefhartslag van het volgende segment.
Bij snelheids-/hellingstrainingen wordt elk interval geïdentificeerd door de tijd waarop het tijdens
de training optreedt.
Bij streefhartslagtrainingen wordt elk interval geïdentificeerd door een getal (1 -30).
Als Snelheid/Helling wordt gekozen, verschijnen er twee grafieken (een voor snelheid en een
voor helling) waarop elk interval wordt weergegeven. Bij streefhartslagtraining verschijnt één
grafiek waarop elk interval wordt weergegeven. Met de pijltoetsen onder het woord Interval kunt
u de intervallen veranderen.
U kunt de aangepaste training na het bewerken opslaan door op de knop OK te drukken. Druk
op de knop Annuleren als u de aangepaste training niet wilt opslaan. Druk op de knop Training
wissen om de aangepaste training te verwijderen.
50
T
V / FM-RADIO (INDIEN WAARGENOMEN)
Opent het configuratiescherm Tv / FM-radio, waar u de opties voor tv en FM-radio-ontvangst
kunt instellen en aanpassen.
TV INSTELLEN
Opent het scherm Tv instellen waar helderheid, contrast, verzadiging en tint kunnen worden
aangepast. Hiermee kunnen ook tv-formaat, antenne-instelling en kanaalinstelling worden
gekozen.
Kanalen instellen: kies Kanaal instellen, Auto, Start.
Optie Alleen audio: nu is alleen de tv-audio te horen. Tv-video is gedeactiveerd.
Een ongewenst kanaal verwijderen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen
om het te verwijderen kanaal te kiezen, raak Wissen aan en breng de kanaalinstelling terug
naar Auto.
Een kanaal herstellen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te
herstellen kanaal te kiezen, raak Toevoegen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto.
De beeldinstelling aanpassen: Helderheid, Contrast, Verzadiging en Tint kunnen met de
desbetreffende pijltoetsen worden aangepast. Raak Standaard aan om de standaardinstellingen
van het toestel te herstellen.
Max volume instellen: Opent de knoppen Max Volume. (Voor deze functie moeten
hoofdtelefoons worden gebruikt.) De bovenste pijlen stellen de volumecapaciteit hoger of lager
in, zodat clubs het gemiddelde geluidsniveau binnen kunnen compenseren. Het maximale
volume gaat na elke training terug naar deze standaardinstelling.
De volumepijlen Omlaag en Omhoog regelen het volume van het toestel voor het actuele
gebruik. Nadat een sessie is beëindigd, gaat het toestel terug naar een gemiddeld volume dat
overeenkomt met het maximale ingestelde volume.
F
AVORIETE TV
-KANALEN
Opent het configuratiescherm Favoriete kanalen. Er kunnen maximaal 9 favoriete kanalen
worden opgeslagen zodat u er tijdens een training snel toegang toe hebt. Deze functie kan aan-
of uitgezet worden.
OPMERKING: Er wordt aanbevolen kanalen in te stellen met de automatische
instellingsprocedure, zoals aangegeven in TV INSTELLEN, voordat u probeert favoriete kanalen
in te stellen.
Een favoriet kanaal instellen: Raak het keuzerondje AAN aan, raak de keuzeknop naast het
gewenste invoervenster aan, raak Voer naam in aan, voer de naam van het kanaal in met
het schermtoetsenbord, raak OK aan om de naam van het kanaal te accepteren, en kies het
gewenste kanaal met de PIJLTOETS Omhoog of Omlaag. Ga desgewenst verder en stel
maximaal 9 favoriete kanalen in. Raak OK aan om de kanalen in het geheugen in te voeren.
51
T
V-KANALEN NAAM GEVEN/SORTEREN
Opent het configuratiescherm Kanalen naam geven/sorteren. Hiermee kan de manager van het
centrum de volgorde van de lijst met tv-kanalen aanpassen. Deze functie kan aan- of uitgezet
worden.
OPMERKING: Er wordt aanbevolen kanalen in te stellen met de automatische
instellingsprocedure, zoals aangegeven in TV INSTELLEN, voordat u probeert favoriete kanalen
in te stellen.
Een item in een lijst met kanalen instellen: Raak het keuzerondje AAN aan, raak de keuzeknop
naast het gewenste invoervenster aan, raak Voer naam in aan, voer de naam van het kanaal in
met het schermtoetsenbord, raak OK aan om de naam van het kanaal te accepteren, en kies
het gewenste kanaal met de PIJLTOETS Omhoog of Omlaag. Ga desgewenst verder met het
instellen van de lijst met kanalen. Raak OK aan om de kanalen in het geheugen in te voeren.
Validatie: Met het validatie-aankruisvakje wordt het bekijken van het kanaal in de lijst aan- of
uitgezet. Raak het aankruisvakje aan om het kanaal in te schakelen. Als Kanaal naam geven /
sorteren en Favoriete kanalen beide geactiveerd zijn, worden de kanalen die niet in Kanaal
naam geven / sorteren zijn aangemerkt als geldig (geactiveerd) uit de Favoriete kanalen
verwijderd.
Kanalen wisselen: Om kanalen in de lijst met kanalen te wisselen, raakt u Kanalen wisselen
aan. Raak het keuzerondje naast het gewenste kanaal aan. Het venster Kanalen wisselen
verschijnt, met daarin het kanaal dat u gekozen hebt om te wisselen. Kies met de pijltoetsen
Omhoog of Omlaag het tweede kanaal dat u met het vorige kanaal wilt wisselen. Raak de
wisselknop aan om de informatie over de gewisselde kanalen te bekijken. Druk op OK om het
wisselen van de kanalen te bevestigen of op ANNULEREN om af te sluiten zonder kanalen te
wisselen.
BEVEILIGD KANAAL
Opent het scherm Beveiligd kanaal instellen. Indien deze functie geactiveerd is, kan één
bestaand invoerkanaal gekozen worden als speciaal kanaal om te gebruiken voor niet-
uitgezonden programma’s. Raak de knop Kanaal veranderen aan om naar het gewenste
kanaal omhoog of omlaag te schuiven. Raak de knop Naam veranderen aan om met het
schermtoetsenbord een naam voor het beveiligde kanaal in te voeren.
Indien deze functie geactiveerd is, kan een wachtwoord aan het kanaal worden toegewezen
om toegang tot het kanaal verder te beveiligen.
52
FM-
RADIO INSTELLEN (ALS TUNER WORDT WAARGENOMEN)
Opent het scherm FM-radio instellen waar u FM-kanalen kunt instellen. Deze functie kan aan- of
uitgezet worden.
Kanalen instellen: kies Kanaal instellen, Auto, Start.
Een ongewenst kanaal verwijderen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen
om het te verwijderen kanaal te kiezen, raak Wissen aan en breng de kanaalinstelling terug
naar Auto.
Een kanaal herstellen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te
herstellen kanaal te kiezen, raak Toevoegen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto.
TOUCHSCREENCONFIGURATIE
Volg de instructies op het scherm om het touchscreen opnieuw te kalibreren. Wanneer u klaar
bent, kunt u het scherm op een willekeurige plaats aanraken om naar het Hoofdmenu terug te
gaan.
KLOK
De klok/datum instellen: Stel de tijd in met de pijltoetsen omhoog en omlaag en kies vervolgens
de knop AM of PM. Zoek de juiste maand en het juiste jaar op met de knoppen Vorige maand
en Volgende maand om de datum op de kalender in te stellen. Raak de juiste dag op de
kalender aan. Kies OK om te accepteren. Raak Annuleren aan om de veranderingen te
weigeren en naar het Hoofdmenu terug te gaan.
53
5.3 C
ONFIGURATIE-INSTELLINGEN
M
ANAGERSCONFIGURATIE 1
INSTELLING STANDAARD BESCHRIJVING
TAAL ENGELS De taal van het Berichtencentrum. De keuzemogelijkheden zijn Portugees,
Spaans, Nederlands, Japans, Italiaans, Frans, Duits en Turks.
GEBRUIKERSTAAL UIT Als deze optie geactiveerd is, kan de gebruiker een taal kiezen om
gedurende de training te gebruiken. Zie het onderwerp Gebruikerstaal
in dit hoofdstuk.
ENGELSE/METRIEKE ENGELS De maateenheden voor gewicht, afstand en snelheid.
EENHEDEN
MAXIMUMSNELHEID 19,2 (km/u) voor 95Te Dit is de hoogste snelheid waarop de loopband kan draaien.
24 (km/u) voor 97Te
MINIMUMSNELHEID 0,8 (km/u) Dit is de laagste snelheid waarop de loopband kan draaien.
TRAININGSDUUR UIT Met deze functie kan de manager van een fitnessclub een uiterste
trainingsduur instellen voor drukke en minder drukke tijden in de club.
Als de instelling uit staat, is geen uiterste duur ingesteld. Zie het onderwerp
in hoofdstuk 5.1, Configuratie trainingsduur.
STANDBY-CONFIGURATIE UIT Inactiviteitstimer: Hiermee kan de achtergrondverlichting van het
LCD-scherm worden uitgezet wanneer er geen activiteit is. Zie Hoofdstuk
5.1, Standby-configuratie.
Automatisch uit / automatisch aan: Hiermee kan de achtergrondverlichting
van het LCD-scherm op bepaalde tijden worden uit- en aangezet.
Zie Hoofdstuk 5.1, Standby-configuratie.
MANAGERSCONFIGURATIE
2
INSTELLING STANDAARD BESCHRIJVING
WEERGAVE UIT De totale geklommen afstand, gebaseerd op de helling en snelheid
GEKLOMMEN AFSTAND van de loopband.
FIT TESTPLUS UIT Wanneer Fit Test Plus wordt uitgezet, is alleen de Life Fitness Fit Test
toegankelijk. Wanneer deze functie wordt aangezet, zijn de andere
6 militaire conditietests toegankelijk.
TELEMETRIE AAN Wanneer de telemetriefunctie is ingeschakeld, kunt u met de met Polar
®
compatibele Hartslagzonetraining borstband de hartslag meten.
PAUZEDUUR 1 (minuut) Hoe lang het toestel inactief kan zijn voordat het naar het welkomstscherm
teruggaat.
MAXIMAAL % HELLING 15,0 Met deze optie verandert de maximale hellingshoek tot een waarde
onder 15 procent.
SMART STOP AAN Deze functie onderbreekt de training automatisch wanneer de gebruiker van
de band stapt.
VERSNELLINGSTEMPO 3 Het tempo waarin de snelheid van de loopband toeneemt tot de gekozen
snelheid, variërend van 1 (langzaam) tot 5 (snel).
AANGEPAST AAN Zie Aangepast bericht opstellen in dit hoofdstuk.
BERICHT OPSTELLEN
PROGRAMMERINGS-TIMEOUT 60 seconden Hoe lang de gebruiker erover kan doen om de training in te stellen zonder
het touchscreen aan te raken voordat het bedieningspaneel naar het
welkomstscherm teruggaat.
VERTRAGINGSTEMPO 3 Het tempo waarin de snelheid van de loopband afneemt tot de gekozen
snelheid, variërend van 1 (langzaam) tot 5 (snel).
54
6O
NDERHOUD EN TECHNISCHE GEGEVENS
6.1 T
IPS VOOR PREVENTIEF ONDERHOUD
De Life Fitness loopband steunt op de technische bekwaamheid en betrouwbaarheid van Life
Fitness en is een van de sterkste en meest probleemloze trainingsapparaten die op dit moment
verkrijgbaar zijn. Commerciële Life Fitness loopbanden behoren tot de populairste aërobe
trainingsapparaten; zij weerstaan langdurig gebruik - 18 uur per dag, zeven dagen per week - in
fitnessclubs, universiteiten en militaire instellingen overal ter wereld.
OPMERKING: De veiligheid van de apparaten kan alleen gehandhaafd blijven als ze regelmatig
op beschadiging en slijtage worden gecontroleerd. Stel de apparaten buiten gebruik totdat
defecte onderdelen gerepareerd of vervangen zijn. Let vooral op onderdelen die slijtagegevoelig
zijn, zoals hieronder aangegeven.
De volgende tips voor preventief onderhoud zullen ervoor zorgen dat de Life Fitness loopband
optimaal blijft werken:
Maak het bedieningspaneel en de hele buitenkant regelmatig schoon met zacht
zeepsop of een mild reinigingsmiddel. Gebruik uitsluitend een zachte katoenen doek.
Breng vóór het schoonmaken reinigingsmiddel op de katoenen doek aan.
Gebruik GEEN ammonia of zuurhoudende reinigingsmiddelen. Gebruik GEEN
agressieve reinigingsmiddelen. Gebruik GEEN keukenrol en breng de
reinigingsmiddelen NIET rechtstreeks op het oppervlak van de apparatuur aan.*
Controleer elke week de werking van het noodstopsysteem.
Controleer elke week de werking van de stopknop en de stopmagneet.
De ruimte rondom en onder het apparaat moet regelmatig geïnspecteerd en
gestofzuigd worden.
Stofzuig regelmatig rondom de loopband om vuilophoping te voorkomen.
Inspecteer de buitenkant regelmatig op slijtage, vooral de band, het platform
en het netsnoer.
Controleer of het toestel goed waterpas staat.
Controleer de sporing (uitlijning) van de band.
De optimale positie van de loopband is tussen 38 mm en 51 mm van de zijkanten van het
frame. Zie hoofdstuk 6.6, De loopband bijstellen en spannen, of neem contact op met de
klantendienst van Life Fitness voor instructies over het uitlijnen van de loopband als die van
deze positie afwijkt, tel. 1-800-351-3737 (VS).
*OPMERKING: Voor het schoonmaken van het toestel worden een niet-schurend reinigingsmiddel en
een zachte katoenen doek aanbevolen. Nooit mag een reinigingsmiddel direct op enig deel van de
apparatuur worden aangebracht; gebruik een niet-schurend reinigingsmiddel op een zachte doek en
veeg het toestel daarmee schoon. Neem contact op met de klantendienst van Life Fitness voor
verdere bijzonderheden (zie hoofdstuk 6.7 - “Productservice”).
55
6.2 S
CHEMA VOOR PREVENTIEF ONDERHOUD
Volg het onderstaande schema om de juiste werking van het toestel te verzekeren.
ITEM WEKELIJKS MAANDELIJKS DRIEMAANDELIJKS HALFJAARLIJKS JAARLIJKS
BEDIENINGSPANEEL
Bevestigingsmateriaal Inspecteren
Overlay Schoonmaken Inspecteren
Bekers (accessoire) Schoonmaken Inspecteren
Stopschakelaar Schoonmaken Inspecteren
Noodschakelaar/ Schoonmaken Inspecteren
magneet
HANDGREEP
Bevestigingsmateriaal Inspecteren
Ergo
TM
voorste Schoonmaken Inspecteren
handgreep
Zijleuningen Schoonmaken Inspecteren
Lifepulse sensors Reinigen/
inspecteren
Smart Stop deksel Reinigen/
inspecteren
FRAME
Bevestigingsmateriaal Inspecteren
Motorkap Schoonmaken
Ruimte voor Stofzuigen Inspecteren
elektronica van motor
Aandrijfriem Inspecteren
Antistatische beugel Inspecteren
van aandrijfriem
Antistatische snoeren Inspecteren
Verstelbare poten Inspecteren/
afstellen
Voorste rol Inspecteren
Achterste rol Inspecteren
Zijkanten om op Schoonmaken Inspecteren
te staan
ALGEMEEN
Machine waterpas *Inspecteren
Loopband uitgelijnd Inspecteren
Frame, Visueel
teenbeschermers, inspecteren
eindkappen
Tinsel Visueel inspecteren als loopband verplaatst is
Tinsel vervangen als band en platform worden vervangen
*Inspecteren met waterpasinstrument
56
6.3 P
ROBLEMEN MET DE LOOPBAND
* Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.
Werkt niet
Geen stroom
Mogelijke oorzaak
Aan/uit-schakelaar.
Voedingsbron onvoldoende.
Beschadigd netsnoer.
Netsnoer niet goed op
contact aangesloten.
Doorgeslagen zekering.
(Alleen internationale
apparaten)
Maatregel
Zet de schakelaar in de
stand AAN.
Sluit de loopband aan op
een specifiek circuit van 20
A. Raadpleeg de
gebruikershandleiding.
Controleer de spanning bij
het stopcontact met een
voltmeter. Als er geen
spanning is, de zekering
bij het paneel terugstellen.
Vervang het netsnoer.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
Inspecteer of de aansluiting
bij het wandstopcontact en
bij de machine goed
contact maakt.
Controleer of de zekering
niet openstaat. Zo ja, stel
de zekering dan terug.
De zekering bevindt zich
aan de buitenkant van de
loopband, naast de
AAN/UIT-schakelaar. De
zekering is een ronde schijf
met een witte knop. De
witte knop springt naar
buiten. Druk op het midden
van de witte knop om de
zekering terug te stellen.
57
PROBLEMEN MET DE LOOPBAND (VERVOLG
)
* Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.
Storing
Loopband loopt niet in het midden
Maximumsnelheid is verminderd
Schurend geluid onder de machine
Scherm wordt niet verlicht wanneer
de machine wordt aangezet
Mogelijke oorzaak
Ongelijke vloer.
Gebruiker duwt de loopband.
Dit gebeurt wanneer de gebruiker
sneller rent dan de loopband loopt,
zodat de loopband door de voeten
van de renner wordt voortgeduwd.
Gebruiker houdt de
loopband tegen.
Dit gebeurt bij zwaardere
gebruikers bij lagere snelheden van
de loopband. De loopband “hapert”
als de gebruiker langzamer loopt
dan de snelheid van de loopband.
Storing in loopband/platform.
De deklaag van het platform is
doorgesleten of de onderkant van
de loopband is verglaasd
(hard, glanzend).
Voedingsbron onvoldoende.
Er kunnen vreemde voorwerpen
onder de machine vastzitten.
Tinsel is onjuist geïnstalleerd.
Voedingsbron onvoldoende.
Losse 10-pens verbinding bij
bedieningspaneel of regelpaneel
van was/hefsysteem.
Maatregel
Controleer de verstelbare poten en
zet de loopband waterpas.
Controleer de loopband en span
hem zo nodig opnieuw. Raadpleeg
hoofdstuk 6.5, "De loopband
bijstellen en spannen".
Verzoek gebruikers de loopband in
geen van beide richtingen te duwen.
Vervang de band en het platform.
Sluit de loopband aan op een
specifiek circuit van 20 A.
Inspecteer onder de loopband en
machine. Verwijder alle rommel of
voorwerpen die de werking van de
loopband kunnen belemmeren.
Verplaats tinsel aan de buitenkant
van de loopband.
Sluit de loopband aan op een
specifiek circuit van 20 A.
Controleer of alle elektrische
aansluitingen goed bevestigd zijn.
Neem contact op met de
klantendienst* van Life Fitness.
58
PROBLEMEN MET DE LOOPBAND (VERVOLG
)
* Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.
Storing
Het toestel wordt willekeurig
teruggesteld of pauzeert
Mogelijke oorzaak
Voedingsbron onvoldoende.
Beschadigde aardepin van
netsnoerstekker.
Netsnoer niet goed op
stopcontact aangesloten.
Noodstopmagneet niet
ingeschakeld.
Een handdoek of ander
voorwerp kan contact met de
stopschakelaar maken terwijl
de gebruiker rent.
Een handdoek of ander
voorwerp kan de Smart Stop-
sensor bedekken.
De stopschakelaar wordt met
zeer lichte druk geactiveerd of
komt langzaam omhoog nadat
hij is ingedrukt.
Kabel van stopschakelaar
maakt geen goed contact.
Hoofddraadboom beklemd.
Open weg naar aarde.
Inspecteer het Smart Stop-
systeem.
Maatregel
Sluit de loopband aan op een
specifiek circuit van 20 A.
Vervang het netsnoer.
Inspecteer of de aansluiting bij
het wandstopcontact en bij de
machine goed contact maakt.
Schakel de noodstopmagneet
opnieuw in.
Verwijder alle mogelijke
obstructies van het
bedieningspaneel en de
handgreep.
Verwijder alle mogelijke
obstructies van het
bedieningspaneel en de
handgreep.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
Neem contact op met
de klantendienst* van
Life Fitness.
59
6.4 P
ROBLEMEN MET DE OPTIONELE HARTSLAGBORSTBAND
DE HARTSLAGMETING IS ONREGELMATIG OF VOLLEDIG AFWEZIG
* Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.
Storing
De hartslagmeting is
onregelmatig of volledig afwezig
Abnormaal hoge
hartslagwaarden
Mogelijke oorzaak
De elektroden van de bandzender
zijn niet nat genoeg om
nauwkeurige hartslagwaarden
te registreren.
De elektroden van de bandzender
liggen niet plat op de huid.
De bandzender moet
schoongemaakt worden.
De bandzender is niet op minder
dan een meter afstand van de
hartslagontvanger.
De batterij van de borstband
is leeg.
Elektromagnetische storing
door televisies en/of antennes.
Elektromagnetische storing
door mobiele telefoons.
Elektromagnetische storing
door computers.
Elektromagnetische storing
door auto's.
Elektromagnetische storing door
hoogspanningsleidingen.
Elektromagnetische storing door
door een motor aangedreven
trainingstoestellen.
Elektromagnetische storing door
een andere hartslagzender op
minder dan een meter afstand.
Maatregel
Maak de elektroden van
de bandzender nat
(zie hoofdstuk 3.2).
Controleer of de elektroden van
de bandzender plat op de huid
liggen (zie hoofdstuk 3.2).
Was de bandzender met
zacht zeepsop.
Controleer of de zender van de
borstband op minder dan een
meter afstand van de
hartslagontvanger is.
Neem contact op met de
klantendienst* van Life Fitness
voor instructies over het
vervangen van de borstband.
Verplaats de loopband enkele
centimeters van de mogelijke
oorzaak af, of verplaats de
mogelijke oorzaak enkele
centimeters van de loopband,
totdat de hartslagwaarden
juist zijn.
60
6.5 D
E LOOPBAND BIJSTELLEN EN SPANNEN
Verplaats de loopband niet en plaats uw handen er niet onder terwijl hij op een stopcontact is
aangesloten.
DE SPANBOUTEN VAN DE BAND
Hiervoor is een zeskantsleutel van 5/16 inch nodig. De beschermkappen van de achterrol van de
Life Fitness loopband hebben openingen waardoor u bij de spanbouten kunt komen. Met deze
spanbouten kunnen de sporing en uitlijning van de loopband (A) worden bijgesteld zonder de
beschermkappen te verwijderen.
OPMERKING: Het is zeer belangrijk dat de loopband goed horizontaal staat voordat de sporing wordt
bijgesteld. Een onstabiel apparaat kan scheeflopen van de loopband veroorzaken. Zie het onderwerp
“De Life Fitness loopband stabiel zetten” in hoofdstuk 1.2, Installatie, alvorens te proberen de
achterrol bij te stellen.
Voordat u verdergaat, moet u aan het scharnierpunt (C) van de ACHTERROL (B) denken.
Telkens wanneer de ROL aan de ene kant wordt bijgesteld, moet hij aan de andere kant in de
tegenovergestelde richting (D) evenveel worden bijgesteld om een ideale spanning op het
scharnierpunt van de rol te handhaven.
DE LOOPBAND UITLIJNEN (CENTREREN)
Voor deze procedure moet u met twee personen zijn.
1 In elke beschermkap van de achterrol zijn twee openingen voor de spanbouten voor de band.
2 Laat iemand boven de loopband staan, met de voeten aan weerskanten op het platform. Deze
persoon drukt op MANUEEL en stelt de snelheid van de band in op 6,4 km/u.
3 Als de band naar rechts afwijkt, draait deze persoon de rechter spanbout een kwartslag naar
rechts en vervolgens de linker spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het
midden van de rol loopt.
Als de band naar links afwijkt, de linker spanbout een kwartslag naar rechts draaien en
vervolgens de rechter spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het midden
van de rol loopt.
4 Herhaal deze bijstellingen tot de loopband over het midden loopt. Laat de machine enkele
minuten lang op 6,4 km/u draaien om te zien of hij goed blijft sporen.
OPMERKING: Draai de stelschroeven niet meer dan een volle slag in elke richting. Neem contact op
met de klantendienst als de band na een volle slag nog niet goed spoort. De telefoonnummers staan
in hoofdstuk 6.7, Productservice.
E
EN BESTAANDE LOOPBAND SPANNEN
1 Ga naar de manuele training en laat de loopband vijf minuten op 8,0 km/u lopen.
OPMERKING: REN OF LOOP NIET OP DE LOOPBAND.
2 Verminder de snelheid tot 3,2 km/u. Wandel op de loopband. Pak de leuningen stevig vast en
oefen met uw voeten kracht uit op de loopband, bij de motorkap, tegen de richting van de
bewegende band in. Ga naar stap 3 als de band slipt. Als hij niet slipt, is de spanning juist.
3 Stop de loopband met de STOP-toets. Draai de spanbouten aan weerskanten een kwartslag
naar rechts.
4 Herhaal STAP 2 en 3 totdat de band niet meer slipt. Draai de spanbouten niet verder dan een
volledige slag (vier kwartslagen) per kant om de spanning van de band bij te stellen.
5 Ga naar de MANUELE training en laat de loopband op 3,2 km/u lopen om te controleren of
hij goed spoort (zie hoofdstuk 6.5 “De loopband bijstellen en spannen”). Zie het onderwerp
De loopband uitlijnen (centreren) op de vorige pagina als de loopband naar links of rechts afwijkt.
Draai de spanbouten niet te strak aan bij het afstellen van de band. Als de bouten te strak worden
aangehaald, kunnen de band of rollagers worden uitgerekt of beschadigd. Draai de bouten niet meer
dan een volle slag in elke richting.
62
6.6 P
RODUCTSERVICE
1. Verifieer het symptoom en lees de bedieningsinstructies door. Het probleem kan zijn dat u
niet vertrouwd bent met het toestel en zijn functies en trainingen.
2. Zoek het serienummer van het toestel op en noteer het. U kunt het vinden op een plaatje bij
de aan/uit-schakelaar.
3. Neem contact op met de dichtstbijzijnde klantendienst van Life Fitness:
Voor productservice binnen de VS en Canada:
Telefoon: (+1) 847.451.0036
FAX: (+1) 847.288.3702
Kosteloos telefoonnummer: 800.351.3737
Voor internationale productservice:
Life Fitness Europe GmbH
Telefoon: (+49) 089.317.751.66
FAX: (+49) 089.317.751.38
Life Fitness (UK) LTD
Telefoon: (+44) 1353.665.507
FAX: (+44) 1353.666.719
Life Fitness Atlantic BV (Europa,
Midden-Oosten en Afrika, behalve
plaatselijke Life Fitness-kantoren)
Life Fitness Benelux
Telefoon: (+31) 180.646.666
FAX: (+31) 180.646.699
Life Fitness Italia S.R.L.
Telefoon: 800.438.836
FAX: (+39) 0457.238.197
Life Fitness Austria Vertriebs GmbH
Telefoon: (+43) 1615.7198
FAX: (+43) 1615.7198
Life Fitness Asia Pacific Ltd (Azië en Australië,
behalve plaatselijke Life Fitness-kantoren)
Telefoon: (+852) 2891.6677
FAX: (+852) 2575.6001
Life Fitness Latin America
and Caribbean
Telefoon: (+1) 847.288.3964
FAX: (+1) 847.288.3886
Life Fitness do Brazil
Telefoon: (+55) 11.4193.8282
FAX: (+55) 11.4193.8283
Life Fitness Japan
Telefoon: (+81) 3.3359.4309
FAX: (+81) 3.3359.4307
Life Fitness Iberia (Spanje)
Telefoon: (+34) 93.672.4660
FAX: (+34) 93.672.4670
63
7S
PECIFICATIES
7.1 SPECIFICATIES VAN DE LIFE FITNESS 97TE LOOPBAND
Beoogd gebruik: Zwaar/commercieel
Kanaalbereik: VHF: 2-13/UHF: 14-69/CATV: 1-125
Antenne: 75 ohm externe antenneklem voor VHF/UHF
(>43dBuV (bij 75 ohm) of > 65,8 dBm)
Hoofdtelefooncontact: 300 milliwatt, 3,5 mm stereo
Zendcapaciteiten: NTSC-M of PAL-I, PAL-B/G, SECAM-L
Bedieningspaneel: Pijltoetsen, knoppen voor scherm blokkeren en deblokkeren,
afkoeling, pauze en tv.
Maximumgewicht gebruiker: 181 kg
Snelheidsbereik: 0,8 - 25 km/u in stappen van 0,1
Hellingsgraad: -3%-15% (in stappen van 0.1%)
Aandrijving: Wisselstroommotor met MagnaDrive™ motorregelaar
Motortype: Wisselstroommotor met variabel toerental
Motorvermogen: 4,0 pk continu bedrijf
Elektrische vereisten: 120 volt, 20 A (VS). Zie Elektrische vereisten voor de vereisten buiten de
Verenigde Staten.
Rollen: diameter 13 cm, grote precisie, voor en achter
Loopband: 152 cm lang x 51 cm breed, meerdere lagen
Wassysteem: Gesmeerde loopband
Platformtype: 2 cm vezelplaat, matige dichtheid, omkeerbaar
Schokdempersysteem: Gepatenteerd FlexDeck
®
schokdempersysteem met Lifesprings™
Ergo™ voorste handgreep: Ergonomisch gevormde handgrepen, overgespoten elastomeer
Zijleuningen: 66 cm lang, uitlopend en vrijdragend, overgespoten elastomeer handgrepen
Stopsystemen: Rood/geel magnetisch noodstopsysteem met snoer, SmartStop™ en Session
Stop drukschakelaar, uitstekend en opvallend geplaatst
Trainingen: Snelstart, Vetverbranding, Cardio, Heuvel, Verrassing, Manueel, Life Fitness
Fit Test, Army PFT, Navy PRT, Air Force PRT, Marines PFT, Gerkin, Fysieke
efficiëntietests (Physical Efficiency Battery, PEB), Snelheidsintervaltraining,
Sport Training™ (5K en 10K), Hartslag Heuvel, Hartslag Interval en
Extreme Hartslag
Niveaus: 20 (trainingen Heuvel, Verrassing en 5K en 10K)
Hartslagmeetsystemen: Gepatenteerd Lifepulse™ digitaal hartslagmeetsysteem (contact) en met
Polar
®
telemetrie compatibel hartslagmeetsysteem
Weergaven bedieningspaneel: Verlopen tijd, totale afstand, totaal verbrande calorieën, watt, METS,
verbrande calorieën per uur, snelheid, helling, hartslag, geklommen afstand,
duur binnen zone en Profielvenster
Poorten (1): Type RJ45 verbinding geschikt voor netwerk
CATV (1): Type F connector
FYSIEKE AFMETINGEN: TRANSPORTAFMETINGEN:
Lengte: 211 cm Lengte: 219 cm
Breedte: 94 cm Breedte: 108 cm
Hoogte: 167 cm Hoogte: 72 cm
Gewicht: 204 kg Gewicht: 240 kg
Opstaphoogte 33 cm
64
7.2 S
PECIFICATIES VAN DE LIFE FITNESS 95TE LOOPBAND
Beoogd gebruik: Zwaar/commercieel
Kanaalbereik: VHF: 2-13/UHF: 14-69/CATV: 1-125
Antenne: 75 ohm externe antenneklem voor VHF/UHF
(>43dBuV (bij 75 ohm) of > 65,8 dBm)
Hoofdtelefooncontact: 300 milliwatt, 3,5 mm stereo
Zendcapaciteiten: NTSC-M of PAL-I, PAL-B/G, SECAM-L
Bedieningspaneel: Pijltoetsen, knoppen voor scherm blokkeren en deblokkeren,
afkoeling, pauze en tv.
Maximumgewicht gebruiker: 181 kg
Snelheidsbereik: 0,8 - 20 km/u in stappen van 0,1
Hellingsgraad: 0%-15% (in stappen van 0.1%)
Aandrijving: Wisselstroommotor met MagnaDrive™ motorregelaar
Motortype: Wisselstroommotor met variabel toerental
Motorvermogen: 4,0 pk continu bedrijf
Elektrische vereisten: 120 volt, 20 A (VS). Zie Elektrische vereisten voor de vereisten buiten de
Verenigde Staten.
Rollen: diameter 9 cm, grote precisie, voor en achter
Loopband: 152 cm lang x 51 cm breed, meerdere lagen
Wassysteem: Gesmeerde loopband
Platformtype: 2 cm vezelplaat, matige dichtheid, omkeerbaar
Schokdempersysteem: Gepatenteerd FlexDeck
®
schokdempersysteem met Lifesprings™
Ergo™ voorste handgreep: Ergonomisch gevormde handgrepen, overgespoten elastomeer
Zijleuningen: 66 cm lang, uitlopend en vrijdragend, overgespoten elastomeer handgrepen
Stopsystemen: Rood/geel magnetisch noodstopsysteem met snoer, SmartStop™ en Session
Stop drukschakelaar, uitstekend en opvallend geplaatst
Trainingen: Snelstart, Vetverbranding, Cardio, Heuvel, Verrassing, Manueel, Life Fitness
Fit Test, Army PFT, Navy PRT, Air Force PRT, Marines PFT, Gerkin, Fysieke
efficiëntietests (Physical Efficiency Battery, PEB), Snelheidsintervaltraining,
Sport Training™ (5K en 10K), Hartslag Heuvel, Hartslag Interval,
Extreme Hartslag
Niveaus: 20 (trainingen Heuvel, Verrassing en 5K en 10K)
Hartslagmeetsystemen: Gepatenteerd Lifepulse™ digitaal hartslagmeetsysteem (contact) en met
Polar
®
telemetrie compatibel hartslagmeetsysteem
Weergaven bedieningspaneel: Verlopen tijd, totale afstand, totaal verbrande calorieën, watt, METS,
verbrande calorieën per uur, snelheid, helling, hartslag, geklommen afstand,
duur binnen zone en Profielvenster
Poorten (1): Type RJ45 verbinding geschikt voor netwerk
CATV (1): Type F connector
FYSIEKE AFMETINGEN: TRANSPORTAFMETINGEN:
Lengte: 211 cm Lengte: 219 cm
Breedte: 94 cm Breedte: 108 cm
Hoogte: 161 cm Hoogte: 67 cm
Gewicht: 195 kg Gewicht: 230 kg
Opstaphoogte 28 cm

Documenttranscriptie

Alvorens dit product in gebruik te nemen, is het van essentieel belang dat u deze gebruikershandleiding in zijn GEHEEL doorneemt, evenals ALLE installatie-instructies. De handleiding beschrijft de installatie van het apparaat en geeft aanwijzingen over het juiste en veilige gebruik ervan. FCC waarschuwing - het apparaat kan storing geven op radio en tv OPMERKING: De apparatuur is getest en goed bevonden als klasse A digitale apparatuur volgens de voorschriften van deel 15 van het FCC-reglement. Deze voorschriften dienen om hinderlijke storing bij gebruik in een commerciële omgeving enigszins aan banden te leggen. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Wanneer de apparatuur niet volgens de instructiehandleiding geïnstalleerd en gebruikt wordt, kan de radiocommunicatie verstoord worden. Het gebruik van deze apparatuur in woonwijken zal waarschijnlijk storing veroorzaken; in dit geval zal de gebruiker op eigen kosten de storing moeten verhelpen. Klasse SB (Studio): Professioneel en / of commercieel gebruik. LET OP: alle aanpassingen of veranderingen aan deze apparatuur kunnen de garantie ongeldig maken. Elke servicebeurt, behalve schoonmaken of onderhoud door de gebruiker, moet uitgevoerd worden door een bevoegd vertegenwoordiger. De gebruiker kan geen onderhoud aan onderdelen uitvoeren. 2 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1. 1.1 1.2 1.3 2. 2.1 2.2 2.3 3. 3.1 3.2 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 5. 5.1 5.2 Beschrijving Pagina Om te beginnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Belangrijke veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6 Nieuwe functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Elektrische vereisten // Aardingsinstructies // De Life Fitness loopband stabiel zetten // Aan/uit-schakelaar // De klok instellen // De loopband uitlijnen // Smart StopTM bandstopsysteem // Fitnessnetwerk // Aansluiting voor kabel-tv // Baan van netsnoer Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Bedieningspaneel - Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Bedieningspaneel - Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Leesrek en accessoirehouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Hartslagzonetraining . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23 Waarom hartslagzonetraining? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Hartslagmeting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Het LifepulseTM systeem // De optionele hartslagborstband De trainingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Trainingen - Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Trainingen uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Trainingen - Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Snelstart // Manueel // Verrassing // Vetverbranding // Cardio // Heuvel // Sporttraining 5K, 10K en DOEL // Snelheidsinterval // Aangepaste trainingen // Hartslag Heuvel // Hartslag Interval // Extreem Hartslag // Life Fitness Fit Test // Fit Tests Plus Effectief trainen op de Life Fitness loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 Het niveau selecteren // Afkoeling Menu Systeemopties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Het menu Systeemopties gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Configuratiemenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 Managersconfiguratie 1 Taal // Gebruikerstaal // Eenheden // Maximumsnelheid // Minimumsnelheid Configuratie trainingsduur // Standby-configuratie Managersconfiguratie 2 Geklommen afstand // Fit Test Plus // Telemetrie // Pauzeduur // Max % helling // Smart Stop // Versnellingstempo // Vertragingstempo // Aangepast bericht // Programmerings-timeout // Marathonmodus // Systeemtonen Aangepaste trainingen Tv / FM-radio Tv instellen // Favoriete tv-kanalen // Tv-kanalen naam geven/sorteren // Beveiligd kanaal // FM-radio instellen Touchscreenconfiguratie Klok 3 5.3 6. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 7. 7.1 7.2 Configuratie-instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Onderhoud en technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Tips voor preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Schema voor preventief onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 Problemen met de loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .56 Problemen met de optionele hartslagborstband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59 De loopband bijstellen en spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60 De spanbouten van de band De loopband uitlijnen (centreren) Een bestaande loopband spannen Productservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63 Specificaties van de Life Fitness 97Te loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .63 Specificaties van de Life Fitness 95Te loopband . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64 © 2004 Life Fitness, een afdeling van Brunswick Corporation. Alle rechten voorbehouden. Life Fitness, FlexDeck en Heart Rate Zone Training zijn gedeponeerde handelsmerken en Sport Training, Heart Rate Hill, Heart Rate Interval, Extreme Heart Rate, Lifepulse en Lifespring zijn handelsmerken van Brunswick Corporation. Polar is een gedeponeerd handelsmerk van Polar Electro, Inc. FitLinxx is een gedeponeerd handelsmerk van Integrated Fitness Corp. Gebruik van deze handelsmerken zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Life Fitness of de desbetreffende bedrijven is verboden. 4 Deze gebruikershandleiding behandelt de werking van de onderstaande producten: Life Fitness loopbanden: 97Te 95Te Zie “Specificaties” in deze handleiding voor productgebonden kenmerken. Doelverklaring: De loopband is een trainingstoestel waarop de gebruiker op een bewegende ondergrond op de plaats kan wandelen of hardlopen. Onjuist of overmatig gebruik van trainingsapparatuur kan schade aan de gezondheid veroorzaken. Life Fitness acht het ZEER raadzaam dat u, voordat u aan een trainingsprogramma begint, eerst de arts bezoekt voor een volledig onderzoek, in het bijzonder indien er in uw familie personen met een hartkwaal of hoge bloeddruk voorkomen, of indien u ouder dan 45 bent, rookt, een hoog cholesterolgehalte hebt, zwaarlijvig bent of indien u het voorbije jaar niet regelmatig trainde. Indien u tijdens de training het gevoel hebt het bewustzijn te gaan verliezen, duizelig of kortademig wordt of pijn hebt, stop de oefening dan onmiddellijk. 5 1 OM 1.1 BELANGRIJKE TE BEGINNEN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Lees alle instructies voordat u de loopband gaat gebruiken. • GEVAAR: Risico van verwondingen - Om verwondingen te vermijden, op de zijkant gaan staan alvorens de loopband te starten. • GEVAAR: Trek altijd de stekker van dit Life Fitness toestel uit het stopcontact voordat u aan een schoonmaak- of onderhoudsbeurt gaat beginnen, om het risico van elektrische schokken te verkleinen. • GEVAAR: Om het risico van brandwonden, brand, elektrische schokken of letsel te verkleinen is het van groot belang dat elk toestel op een goed geaard stopcontact wordt aangesloten. • WAARSCHUWING: Zorg dat een ruimte van 2 meter bij 1 meter achter de loopband vrij van obstakels is, met inbegrip van muren, meubilair en andere apparatuur. • WAARSCHUWING: Zorg dat het snoer van het noodstopsysteem met een clip aan de gebruiker bevestigd is en zich op de juiste plaats op de loopband bevindt voordat u met de training begint. • Zet de AAN/UIT-schakelaar in de stand UIT en haal de stekker uit het stopcontact om het toestel uit te schakelen. • Gebruik nooit een Life Fitness toestel als het netsnoer of de stekker beschadigd is, of als het toestel gevallen of beschadigd is of als er water overheen is gekomen. Neem in dat geval contact op met de klantendienst van Life Fitness. • Houd het netsnoer uit de buurt van verwarmde oppervlakken. Trek het apparaat niet aan het netsnoer en gebruik het snoer niet als handgreep. Leid het netsnoer niet over de vloer onder of langs de zijkant van de loopband. Raadpleeg hoofdstuk 1.2 voor de juiste baan van het netsnoer. • Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant, een bevoegde onderhoudsmonteur of een andere bevoegde persoon om ongelukken te voorkomen. PLAATS • Plaats het toestel zodanig dat de gebruiker bij de stekker kan. • Gebruik het Life Fitness toestel nooit als de luchtgaten geblokkeerd zijn. Zorg dat de luchtgaten vrij zijn van pluizen, haar of ander verstoppend materiaal. • Gebruik dit toestel niet op plaatsen waar spuitbussen worden gebruikt of waar zuurstof wordt toegediend. Deze producten verhogen de kans op brand en explosie. • Nauw toezicht is geboden wanneer het toestel in de nabijheid van kinderen of gehandicapten wordt gebruikt. • Gebruik dit toestel niet buiten, naast zwembaden of in ruimtes met een hoge vochtigheidsgraad. • Gebruik dit apparaat alleen voor het in deze handleiding beschreven doel. Gebruik geen accessoires die niet door de fabrikant zijn aanbevolen. 6 GEBRUIK • Volg altijd de instructies die op het bedieningspaneel worden aangegeven. • Steek niets in de openingen van dit toestel. Als iets in het toestel valt, zet de stroom dan uit, trek de stekker uit het stopcontact en haal het voorwerp er voorzichtig uit. Als u het voorwerp niet kunt bereiken, neem dan contact op met de klantendienst van Life Fitness. • Reik niet in of onder het toestel en kantel het niet terwijl het werkt. • Plaats nooit bekers met vloeistof rechtstreeks op het toestel, gebruik hiervoor een accessoirehouder. Bekers met een deksel worden aanbevolen. • Train niet blootsvoets op dit toestel. Draag altijd schoenen. Draag schoenen met rubber- of antislipzolen. Schoenen met hakken, leren zolen, noppen of spikes zijn niet geschikt. Zorg dat er geen steentjes in de zolen vastzitten. • Houd losse kleding, veters en handdoeken uit de buurt van bewegende onderdelen. • De leuningen kunnen zo nodig gebruikt worden voor meer stabiliteit, maar ze zijn niet voor continu gebruik. • Stap de loopband nooit op of af terwijl hij in beweging is. Maak gebruik van de leuningen voor extra houvast. In geval van nood, zoals wanneer u struikelt, moet u de leuningen vastpakken en uw voeten op de zijplatforms zetten. • Loop of jog nooit achteruit op de loopband. • Wanneer de loopband stilgezet moet worden, gaat u terug naar het welkomstscherm. (Wanneer u tweemaal op STOP drukt, komt u onmiddellijk op het welkomstscherm.) Houd de toets SNELHEID OMLAAG minstens één seconde lang ingedrukt, laat hem los en druk op PAUZE. (De toets SNELHEID OMLAAG is de onderste pijl van de meest rechtse serie pijlen op het bedieningspaneel.) Op de loopband staat nu “STILGEZET DOOR MANAGER”. In deze stand werkt de loopband niet. De hoofdmotor en de helling zijn uitgeschakeld. De loopband blijft in deze staat gedurende resets, stroomcycli enz. Om de normale werking te hervatten, drukt u in dezelfde volgorde op de toetsen: houd de toets SNELHEID OMLAAG even ingedrukt, laat hem los en druk op PAUZE. De loopband gaat terug naar het welkomstscherm. HOUD DEZE INSTRUCTIES BIJ DE HAND. 7 1.2 NIEUWE FUNCTIES Het ingebouwde LCD bedieningspaneel op de Life Fitness loopband combineert de beste LCDtechnologie en de beste cardio-apparatuur. Het biedt zowel boeiend entertainment als interactieve training. NIEUWE • FUNCTIES VAN DE LIFE FITNESS LOOPBAND OMVATTEN: Nieuw touchscreen: Dit geïntegreerde, intuïtieve touchscreen heeft ingebouwde intelligentie. Daardoor kunnen de gebruikers op één scherm tegelijkertijd hun favoriete tvprogramma bekijken en het hele trainingsverloop volgen. Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop. • Ergonomisch kijken: De ergonomisch geplaatste kijkhoek zorgt voor optimaal comfort en minder schittering. Bovendien wordt door de beschermlaag op het touchscreen direct contact voorkomen en de levensduur van het LCD-scherm verlengd. • Betere interface: Door het scherpe schermbeeld en de aantrekkelijke grafische afbeeldingen is het scherm gemakkelijker te lezen en te gebruiken. Er zijn geen gecompliceerde stappen bij het opstellen van een training; u hoeft alleen maar een training te kiezen, waarden in te voeren en te beginnen. Zie hoofdstuk 4.2, Trainingen uitvoeren • Nieuwe Help-bestanden: Nu kunt u bij het kiezen van een training een geïnformeerd besluit nemen. Selecteer het vraagteken op het trainingskeuzescherm om naar de Help-bestanden te gaan, waar uitleg wordt gegeven van alle trainingen. Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingskeuze, Help. • Flexibiliteit van de training: Om tijdens de training op een andere training over te gaan, hoeft u alleen maar op een knop te drukken en een nieuwe training te kiezen. En nu zijn er twee manieren om tijdens de training een trainingsparameter te veranderen: met de toetsen op het bedieningspaneel of met de knoppen op het touchscreen. Zie hoofdstuk 4.2 Trainingen uitvoeren, Trainingen veranderen/beëindigen, Tijdens het trainen op een andere training overschakelen • Betere controle: Op het touchscreen kunt u alle relevante gegevens van de training in één oogopslag zien. Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop. • Nieuwe tijdsweergaven: De gebruikers kunnen de voor hen meest motiverende tijdsweergave kiezen. De duur kan worden weergegeven als Verlopen tijd, Resterende tijd of Verborgen tijd. De tijdsweergave wordt eenvoudig veranderd door een knop aan te raken. Zie hoofdstuk 2.2 Bedieningspaneel - Beschrijving, Trainingsverloop, Verlopen tijd • Meer opties voor managers: Meer manieren waarop managers statistische gegevens kunnen controleren, het gebruik traceren en persoonlijke berichten opnemen. Via de kanaalinstelling voor de tv kunnen managers bepalen welke kanalen op de tv worden weergegeven. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties 8 1.3 INSTALLATIE Lees de handleiding voordat u de Life Fitness loopband gaat installeren. Plaats de loopband op de plaats van gebruik voordat u met de installatie begint. ELEKTRISCHE VEREISTEN De Life Fitness loopband heeft een specifiek* net nodig volgens de elektrische configuraties in de onderstaande tabel. Netspanning (VAC) Frequentie (Hz) Nominale stroom (A) 100 50 / 60 18 120 50 / 60 18 200 50 / 60 9 220 50 / 60 9 230 50 / 60 9 240+ 50 / 60 9 * Eén afzonderlijk aftakcircuit voor elke loopband volgens NEC artikel 210-21 (b) (1) en 210-23 (of andere toepasselijke landspecifieke elektrische richtlijnen). De fase-, nul- en aardedraad moeten elk een afzonderlijke baan hebben (niet (via een lus) aangesloten op andere circuits). OPMERKING: Verander niets aan de bijgeleverde stekker. Als er geen stopcontact beschikbaar is waarin de stekker past, laat dan een gediplomeerd elektricien een geschikt stopcontact installeren. AARDINGSINSTRUCTIES Dit Life Fitness apparaat moet goed geaard worden. Mocht de loopband haperen of kapot gaan, dan verschaft een goede aarding de laagste weerstand voor de stroom en vermindert zo de kans dat iemand die het apparaat aanraakt of gebruikt, een schok krijgt. Elk toestel is voorzien van een elektrisch snoer dat een aardegeleider en een geaarde stekker bevat. De stekker moet in een daarvoor geschikt stopcontact gestoken worden, dat aangebracht en geaard is volgens de geldende regels en voorschriften. GEBRUIK GEEN voorlopige adapter om deze stekker in Noord-Amerika in een tweepolig stopcontact te steken. Indien er geen goed geaard 20 A stopcontact beschikbaar is, moet er een door een gediplomeerd elektricien geïnstalleerd worden. Modellen voor 16 A of meer moeten aangesloten worden op een specifiek net. GEVAAR: U loopt gevaar een schok te krijgen als het aardingselement niet goed bevestigd is. Roep daarom de hulp in van een gediplomeerd elektricien, als u niet weet hoe het apparaat geaard moet worden. Verander NIETS aan de bijgeleverde stekker. Als de stekker niet in het stopcontact past, laat dan een gediplomeerd elektricien een geschikt stopcontact installeren. Wanneer het stopcontact wordt gewijzigd, vervalt de garantie. 9 DE LIFE FITNESS LOOPBAND STABIEL ZETTEN Volg alle veiligheidsinstructies van hoofdstuk 1.1 op en breng de loopband naar de plaats waar hij gebruikt gaat worden. Zie hoofdstuk 7, Specificaties, voor het benodigde vloeroppervlak (afmetingen van het geassembleerde product). Laat 21 centimeter ruimte tussen de loopband en andere toestellen aan weerskanten. Laat twee meter ruimte tussen de achterkant van de loopband en ieder ander voorwerp of oppervlak. Controleer de stabiliteit van het toestel wanneer het op de bestemde plaats staat. Als het toestel ook maar enigszins wiebelt, of als het niet stabiel staat, moet u bepalen welke poot de vloer niet raakt. Om het toestel bij te stellen draait u CONTRAMOER (A) los en draait u de POOT (B) totdat het toestel niet meer wiebelt en beide poten stevig op de vloer staan. Draai de CONTRAMOER weer vast. OPMERKING: Voor de goede werking van het toestel is het zeer belangrijk dat de poot op de juiste hoogte wordt ingesteld. Een onstabiel toestel kan scheeflopen van de loopband veroorzaken. Een waterpas wordt aanbevolen om het toestel goed horizontaal te zetten. AAN/UIT-SCHAKELAAR De AAN/UIT-schakelaar bevindt zich op het voorpaneel onderaan op de loopband. Hij heeft twee standen: “I” (één) voor AAN en “0” (nul) voor UIT. DE KLOK INSTELLEN Het toestel heeft een klok, die gebruikt wordt voor systeemonderhoud en het bijhouden van gebeurtenissen. Wanneer het toestel is ingeschakeld, verschijnt een prompt op het scherm om de klok in te stellen. Deze prompt verschijnt de eerste drie keren dat het toestel wordt aangezet. Houd de toets AFKOELING ingedrukt om de instelling van de klok te veranderen. Raak dan het pictogram van Life Fitness rechtsboven op het scherm tweemaal achter elkaar aan. Kies van hieruit Configuratie en dan Klok. Stel de tijd in met de pijltoetsen omhoog en omlaag en kies vervolgens de knop AM of PM. Zoek de juiste maand en het juiste jaar op met de knoppen Vorige maand en Volgende maand om de datum op de kalender in te stellen. Raak de juiste dag op de kalender aan. Kies OK om te accepteren. Nu is de klok ingesteld en wordt de normale startprocedure voortgezet. 10 DE LOOPBAND UITLIJNEN Wanneer de loopband geïnstalleerd is en horizontaal staat, moet u controleren of de band goed spoort. Steek eerst de stekker in een geschikt stopcontact. Zie Elektrische vereisten aan het begin van dit hoofdstuk voor details. Zet de loopband vervolgens AAN. Laat iemand op de platforms aan weerskanten van het frame van de loopband staan. Ga nog niet op de band staan. Druk op SNELSTART en verhoog de snelheid tot 6,4 kilometer per uur (km/u) met de pijl SNELHEID OMHOOG. Als de band naar rechts afwijkt terwijl hij loopt, laat u iemand anders de rechter spanbout een kwartslag naar rechts draaien en vervolgens de linker spanbout (A) een kwartslag naar links. Zie de onderstaande illustratie. Nu loopt de band weer over het midden van de rol. Als de band naar links afwijkt, draait u de linker spanbout een kwartslag naar rechts en vervolgens de rechter spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het midden van de rol loopt. Herhaal deze bijstellingen tot de loopband over het midden loopt. Laat de band enkele minuten lang draaien om er zeker van te zijn dat hij goed blijft lopen. OPMERKING: Draai de stelschroeven niet meer dan een volle slag in elke richting. Neem contact op met de klantendienst als de band na een volle slag nog niet goed spoort. De telefoonnummers staan in hoofdstuk 6.7, Productservice. SMART STOPTM BANDSTOPSYSTEEM Het Smart StopTM bandstopsysteem (B) voelt dat er iemand op de band staat. Als de gebruiker van de band stapt terwijl deze beweegt, onderbreekt het systeem even later automatisch de training. (Tijdens de FIT TEST wordt de training afgebroken.) Druk op INVOEREN om verder te gaan met de training. 11 FITNESSNETWERK Een type RJ45 netwerkpoort (A) bevindt zich rechtsonder aan de voorkant van de loopband. Via deze netwerkpoort kan de loopband worden aangesloten op een fitness-netwerk zoals FitLinxx®. Met de netwerkaansluiting kunt u via het bedieningspaneel trainingsstatistieken van de gebruiker naar de database van een fitnessnetwerk uploaden en op afstand opgeslagen informatie, zoals een vooraf ingesteld trainingsprogramma, downloaden. Zie hoofdstuk 4.2, Trainingen uitvoeren, voor informatie over het inloggen op een netwerk. Wanneer de poort anders dan voor het beoogde doel wordt gebruikt, kan de productgarantie vervallen. AANSLUITING VOOR KABEL-TV Opmerking voor de catv-installateur: Deze herinnering dient om de installateur van het catv-systeem opmerkzaam te maken op artikel 820-40 van de NEC dat richtlijnen voor de juiste aarding geeft en met name op het voorschrift dat de aardeverbinding van de kabel zo dicht mogelijk bij het punt waarop de kabel binnenkomt op het aardingssysteem van het gebouw dient te worden aangesloten. Aarding van antennes volgens de NEC Aarding van antennes volgens de Amerikaanse elektrische voorschriften (NEC, National Electrical Code), ANSI/NFPA 70. 1. Toevoerdraad antenne 2. Ontlaadtoestel antenne (NEC deel 810-20) 3. Aardingsgeleiders (NEC deel 810-21) 4. Aardingsklem 5. Systeem van aardelektroden voor netvoeding (NEC artikel 250, deel h) 6. Aardingsklem 7. Netvoedingsapparatuur OPMERKING: Het tv-aspect van het LCD-bedieningspaneel kan alleen een analoog signaal ontvangen. Een digitaal kabelsignaal moet extern in een analoog signaal worden omgezet. 12 BAAN VAN NETSNOER Het netsnoer kan recht van de loopband worden geleid, ingekort en linksvoor (voor de gebruiker) uit de loopband komen of, met gebruikmaking van de snoerklemmen, onder het frame lopen en rechtsachter (voor de gebruiker) uit de loopband komen. De volgende banen voor het netsnoer worden aanbevolen: Trek de stekker uit het stopcontact en plaats de clips in de daarvoor bestemde openingen. Zie de onderstaande illustratie. Plaats de clips volgens patroon 1 of 2 en zet het snoer vast met de clips, waarbij het teveel aan snoer tussen de clips blijft. OPMERKING: Het is mogelijk dat u de loopband moet kantelen om het netsnoer goed te kunnen plaatsen. Als u het netsnoer op een stopcontact vóór de loopband wilt aansluiten, gebruikt u patroon 1. OPMERKING: Om rekening met de helling van de loopband te houden, is bij stopcontacten vóór de loopband minstens 60 cm netsnoer nodig tussen het stopcontact en de laatste snoerklem. Als u het netsnoer op een stopcontact achter de loopband wilt aansluiten, gebruikt u patroon 2. WAARSCHUWING: Zorg dat er 1,8 m ruimte achter de loopband is. Neem zo nodig contact op met de klantendienst van Life Fitness voor een optioneel langer netsnoer. GEVAAR: Zorg dat het netsnoer (A) de loopband niet aanraakt en niet beklemd raakt tussen het frame (C), de hefarm (B) of het wiel; anders kan ernstig letsel ontstaan. OPMERKING: Wanneer u patroon 1 gebruikt, is het van het grootste belang om het netsnoer TUSSEN het bewegende frame en het hoofdframe te leiden. 13 2 HET 2.1 BEDIENINGSPANEEL - OVERZICHT BEDIENINGSPANEEL Met het computergestuurde bedieningspaneel van de loopband kan de gebruiker de training op zijn/haar persoonlijke conditie en doelen afstemmen en het verloop van de training volgen. Met dit gebruiksvriendelijke bedieningspaneel kan de gebruiker de verbetering van zijn/haar conditie van training tot training volgen. Het touchscreen: Via het touchscreen (het LCD-scherm) kan de gebruiker een training kiezen, opstellen en volgen. Het bedieningspaneel: Het bedieningspaneel bestaat uit de toetsen op de touchscreenbehuizing. Met deze toetsen kunnen aan de gang zijnde trainingen snel worden veranderd, is de tv gemakkelijk in te stellen en kan het scherm schoongemaakt worden zonder het touchscreen te activeren. 14 2.2 BEDIENINGSPANEEL - BESCHRIJVING In dit hoofdstuk worden de functies van de knoppen op het touchscreen en de toetsen op het bedieningspaneel van de Life Fitness loopbanden opgenoemd en beschreven. Zie hoofdstuk 4, De trainingen, voor gedetailleerde informatie over het gebruik van het bedieningspaneel om trainingen in te stellen. TOUCHSCREEN Met het touchscreen kan de gebruiker van het ene naar het andere scherm gaan door eenvoudig knoppen aan te raken om andere schermen te openen. Via het touchscreen heeft de gebruiker toegang tot de volgende functies: 1) TRAININGSKEUZE — een training kiezen. 2) TRAININGSINSTELLING — waarden en doelen voor een training invoeren. 3) TRAININGSVERLOOP — het verloop volgen, trainingsdoelen wijzigen en tv kijken. 1) Trainingskeuze Raak het welkomstscherm op een willekeurige plaats aan om het scherm Trainingskeuze te starten en erheen te gaan. Via het scherm Trainingskeuze kunt u een training kiezen, naar SNELSTART gaan of naar de Help-schermen gaan. A. SNELSTART: Raak deze toets aan om onmiddellijk met een training te beginnen, zonder die op te stellen of een doel in te stellen. Wanneer de training is begonnen, kan de gebruiker de training aanpassen. Kies SNELHEID of HELLING zodra de training aan de gang is om het intensiteitsniveau te bepalen, en TOETS GEWICHT IN zodat Verbrande calorieën/Calorieën/Uur, METS en Watt berekend en weergegeven kunnen worden. Kies AFKOELING aan de linkerkant van het bedieningspaneel om een afkoelingsfase te beginnen wanneer u klaar bent. 15 B. TRAININGSKEUZEN: Hiermee kan de gebruiker uit acht verschillende programma's kiezen. MANUEEL, VERRASSING, VETVERBRANDING, CARDIO EN HEUVEL leiden direct naar de schermen Trainingsinstelling. FITNESS TESTEN, ZONETRAINING EN PERSONAL TRAINER bieden aanvullende trainingskeuzen. Kies FITNESS TESTEN voor LIFE FITNESS FIT TEST. Ook beschikbaar indien geactiveerd: FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS, GERKIN, NAVY PRT, AIR FORCE PRT, ARMY PFT en MARINES PFT. Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor instructies over het activeren van deze aanvullende conditietests. Kies ZONETRAINING voor HS HEUVEL, HS INTERVAL en EXTREME HS. Kies PERSONAL TRAINER voor SPORT TRAINING (5K), SPORT TRAINING (10K) en SNELHEIDSINTERVAL. Zie hoofdstuk 4.1 Trainingen - Overzicht voor een beschrijving van alle trainingen. Knoppen met een hartje geven toegang tot trainingen waarbij de hartslag moet worden gemeten. Zie Scherm Trainingsprofiel onder Trainingsverloop voor verdere informatie. C. HELP (?): Raak de HELP-knop aan om toegang te krijgen tot de Help-knoppen voor alle trainingen. Met deze knoppen krijgt u een gedetailleerde uitleg van alle trainingen. D. TERUG ( 16 ): Raak TERUG aan om één scherm terug te gaan. 2) TRAININGSINSTELLING U komt automatisch in de schermen TRAININGSINSTELLING als u een trainingsprogramma kiest. Hier kan de gebruiker waarden invoeren of een doel voor de gekozen training kiezen. Het hangt af van de training, maar de mogelijkheden zijn het soort doel (duur, afstand en calorieën), niveau, leeftijd, gewicht, afstand, snelheid, helling en streefhartslag* (voor hartslagprogramma's). E. BERICHTENGEBIED: Laat de gebruiker zien welke training op dat moment wordt samengesteld. Hier wordt de gebruiker ook om de nodige informatie gevraagd of wordt uitleg gegeven. F. PIJLTOETSEN: Met de pijl OMHOOG en pijl OMLAAG kunt u de trainingswaarden/-doelen, zoals duur van de training, gewicht, leeftijd, helling, snelheid, afstand, streefhartslag en intensiteitsniveau, aanpassen. Druk op INVOEREN om de keuze te registreren. G. NUMERIEK TOETSENBORD: Een andere manier waarop de gebruiker trainingsparameters kan invoeren. Toets het gewenste getal op het toetsenbord in en druk op INVOEREN. H. WISSEN: Wist alle waarden en gaat terug naar de standaardinstelling. I. INVOEREN: Druk op deze knop nadat u een waarde hebt ingevoerd om de waarde te registreren en naar het volgende scherm te gaan. J. TERUG: Gaat naar het vorige scherm terug. K. SOORT DOEL: Kies een gewenst soort trainingsdoel. Kies uit Duur, Afstand, Calorieën en Duur Binnen Zone. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 17 SOORTEN SCHERMEN TRAININGSINSTELLING SCHERMEN DOELINSTELLING • Soort doel: De standaardinstelling van Soort doel is DUUR (lengte van de training). De gebruikers kunnen een vooraf bepaalde tijdsduur voor de training instellen. De gebruikers kunnen ook een meer geavanceerd soort doel kiezen zoals AFSTAND, CALORIEËN of DUUR BINNEN ZONE (alleen beschikbaar voor hartslagprogramma's). Voor Afstand, Calorieën en Duur Binnen Zone hangt de lengte van de training ervan af hoe lang het duurt om het doel te bereiken. De training gaat door totdat het doel is bereikt. Om de training voortijdig te beëindigen, kiest u AFKOELING op de onderkant van het bedieningspaneel om onmiddellijk op de afkoelingsfase over te gaan, of VERANDER TRAINING om naar een ander programma te gaan. Zie hoofdstuk 4,2, Trainingen uitvoeren, Soort doel kiezen, voor verdere informatie. Voor informatie over het instellen van deze soorten trainingsdoelen en om er het meeste voordeel uit te halen, kunt u een personal trainer raadplegen. Voor verdere informatie over Zonetraining kunt u hoofdstuk 3.1 van Hartslagzonetraining, getiteld Waarom hartslagzonetraining? raadplegen. • Niveau: Kies het geprogrammeerde intensiteitsniveau van de training. Het niveau kan variëren tussen 1 en 20. • Helling: Kies de helling van de loopband. • Snelheid: Hiermee stelt u de snelheid van de loopband in. • Streefhartslag*: (alleen hartslagtrainingen) Geeft een aanbevolen hartslag naargelang van de leeftijd. Voor Vetverbranding wordt de streefhartslag berekend als 65% van de theoretische maximale† hartslag. Voor Cardio wordt de streefhartslag berekend als 80%. Zie hoofdstuk 3, Hartslagzonetraining, voor meer informatie over de streefhartslag. SCHERMEN WAARDE INSTELLEN • Gewicht: Wanneer het juiste gewicht wordt ingevoerd kunnen de calorieën nauwkeuriger worden berekend en kunnen Verbrande calorieën, Calorieën/Uur, Watt and METS op het scherm Trainingsverloop verschijnen. • Leeftijd: Hiermee kunnen hartprogramma's de streefhartslag nauwkeurig bepalen. • Geslacht: Voor een juiste Fitness Test. † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 18 3) Trainingsverloop Het scherm Trainingsverloop gaat automatisch open nadat de samenstelling is voltooid, en geeft de gebruiker het sein dat de training kan beginnen. Met dit scherm kan de gebruiker het verloop van de training volgen. Het geeft een visuele weergave van het verloop van de training en volgt afstand, tempo, verlopen tijd, hartslag, helling, snelheid, WATT/METS en verbruikte calorieën/calorieën per uur. Op het scherm Trainingsverloop kunnen doelen zoals Duur, Helling, Snelheid en Streefhartslag* (voor hartslagprogramma's) op ieder tijdstip tijdens de training worden veranderd. Op dit scherm kunt u ook tv kijken. Niet elk soort doel is beschikbaar voor elke training. Alleen geldige soorten doelen worden op het scherm Trainingsverloop weergegeven en zijn toegankelijk gedurende een training. L. BERICHTENGEBIED: Toont de gebruiker het soort training, verzoekt de gebruiker om benodigde informatie en verklaart concepten. M. SCHERM TRAININGSPROFIEL: Dit scherm geeft de intensiteitsniveaus van een aan de gang zijnde training weer als proportionele kolommen. De hoogte van de meest linkse kolom is evenredig met het actuele intensiteitsniveau. Tijdens een training voor VETVERBRANDING, CARDIO, HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG INTERVAL of EXTREEM HARTSLAG, waarbij een Polar hartslagborstband of de Lifepulse™ sensors gedragen moeten worden, staat op het scherm TRAININGSPROFIEL een knipperend hartje om het hartslagsignaal van de gebruiker te vragen. Als het bedieningspaneel geen signaal waarneemt, verschijnt in het BERICHTENGEBIED de prompt “HARTSLAG NODIG - PLAATS HANDEN OP LIFEPULSE SENSORS OF GEBRUIK TELEMETRIEBAND” en klinken er drie tonen. Als het bedieningspaneel het signaal niet binnen drie minuten krijgt, wordt de training automatisch omgezet in een MANUEEL programma. N. VERANDER TRAINING: Kies deze knop om naar het trainingskeuzescherm terug te gaan en een nieuwe training te kiezen, of om een soort doel of waarde te veranderen, terwijl de training blijft voortgaan. Om van training te veranderen, kiest u het nieuwe programma, waarna u eventuele overige waarden invoert en op INVOEREN drukt. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 19 Om een soort doel (Calorieën, Afstand of, als u in een hartslagprogramma bent, Duur Binnen Zone) aan te passen of een ander doel te kiezen terwijl de training blijft voortgaan, kiest u Verander Training en vervolgens PAS DOEL AAN, waarmee u op het scherm met het soort doel komt waarop als standaardwaarden het actuele soort doel en de actuele waarde staan. Om de doelwaarde te veranderen, gebruikt u de pijltoetsen of het numerieke toetsenbord, waarna u INVOEREN aanraakt. Om het soort doel te veranderen, kiest u een ander doel, waarna u een waarde invoert en INVOEREN aanraakt. Om naar de actuele training terug te gaan zonder veranderingen aan te brengen, raakt u TERUG aan. Raak RESET op het trainingskeuzescherm aan om alle opgeslagen informatie over de actuele training te wissen voordat u op een nieuw programma overgaat. O. VERLOPEN TIJD: Met deze knop kunt u de duur van de training veranderen of een andere tijdweergave kiezen. Om de trainingsduur te veranderen, raakt u VERLOPEN TIJD aan, waarna u de duur met de pijltoetsen of het toetsenblok bijstelt en INVOEREN aanraakt. Om de tijdweergave te veranderen raakt u VERLOPEN TIJD aan, waarna u een andere tijdweergave (RESTERENDE TIJD of VERBORGEN TIJD) kiest en op INVOEREN drukt. Om de duur van een training te veranderen zonder het scherm Trainingsverloop te verlaten, gebruikt u de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder VERLOPEN TIJD. OPMERKING: Wanneer u de duur van een training verandert door op de knop VERLOPEN TIJD te drukken, heeft dit geen effect op de verlopen tijd, daar dit een voortdurende meting is van de tijd die al aan een training is besteed. P. NIVEAU: (Heuvel, Verrassing, Sporttraining 5K en 10K) Niveau verwijst naar een hellingsbereik, uitgedrukt in percentage. De loopband heeft 20 niveaus, waarbij niveau 1 de kleinste gemiddelde hellingshoek heeft en niveau 20 de grootste. Zie hoofdstuk 4.4 Effectief trainen op de Life Fitness loopband, Het niveau selecteren voor verdere informatie. STREEFHARTSLAG: (vervangt het niveau, alleen voor hartslagtrainingen) Geeft de streefhartslag* weer die de gebruiker in de schermen Trainingsinstelling heeft opgegeven. Kan op ieder moment gedurende de training worden veranderd met behulp van de pijltoetsen vlak eronder, of door de knop STREEFHARTSLAG op het touchscreen aan te raken en naar het scherm Trainingsinstelling voor de streefhartslag te gaan. Q. WERKELIJKE HARTSLAG: Geeft de hartslag weer als de gebruiker de Lifepulse sensors vastpakt of een met Polar compatibele hartslagborstband draagt. OPMERKING: De hartslag kan op alle schermen gecontroleerd worden, voordat een training begint of gedurende een training. R. % HELLING en SNELHEID: Druk op deze toetsen om de helling van het platform of de snelheid van de loopband te verhogen of te verlagen. (Gebruik de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder % HELLING EN SNELHEID om veranderingen aan te brengen zonder het scherm Trainingsverloop te verlaten.) S. TRAININGSSTATISTIEKEN: Werkt het trainingsverloop voortdurend bij en toont Afstand, Tempo in minuten per mijl/kilometer, Verbruikte calorieën/Calorieën per uur, Streefhartslag (voor hartslagprogramma’s), Hartslag (bij iedere training als de gebruiker de Lifepulse sensors vasthoudt of de telemetrieband draagt), Duur Binnen Zone (als dit gekozen is als een trainingsdoel) en METS/Watt (wisselt tussen beide als het gewicht is ingevoerd, anders wordt alleen Watt weergegeven). Cal/u en METS/Watt hebben knoppen onder de displays die extra functies bieden. Met deze knoppen kunt u een constante weergave krijgen of tussen weergaven heen en weer gaan. Om een constante weergave te krijgen (het heen-en-weer gaan uitzetten zodat bijvoorbeeld alleen verbrande calorieën worden weergegeven) drukt u eenmaal op de knop terwijl de gewenste instelling wordt weergegeven. Om heen en weer te gaan (om bijvoorbeeld als METS wordt weergegeven de weergave onmiddellijk in WATT te veranderen) drukt u tweemaal achter elkaar op de knop. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 20 T. U. V. W. X. Y. TV KEUZE: TV AAN/UIT geeft toegang tot de tv, en schakelt de toetsen voor Kanaal en Volume op het bedieningspaneel in. TV ZOOM (helemaal rechtsonder) wisselt tussen groot- en kleinbeeld-tv. KANAALKEUZE: Gaat naar het toetsenbord voor kanaalkeuze op het touchscreen. NUMERIEK TOETSENBORD: Gebruik dit om een nieuwe kanaalkeuze in te voeren. VORIG KANAAL: Raak deze knop aan om naar het kanaal om te schakelen waarnaar onmiddellijk daarvoor werd gekeken. OPTIES: Hiermee krijgt u toegang tot menu-opties voor de kanaalinterface. Geavanceerde besturing is standaard toegankelijk. De kanaalkeuzemenu’s Favorieten en Kanaallijst zijn ook toegankelijk, als ze geactiveerd zijn. GEAVANCEERDE BESTURING: Hiermee krijgt u toegang het geavanceerde beeld/audiobesturingsmenu. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. BEELD UIT: Hiermee kunt u de tv-video uitschakelen. Nu is alleen de tv-audio te horen. Stel de tv-video terug met de knop BEELD AAN rechtsboven op het scherm. BEELD AAN is niet beschikbaar voor kanalen die vooringesteld zijn voor ALLEEN AUDIO. OPTIONELE KANAALKEUZEMENU’S Als de opties Favorieten en/of Kanaallijst geactiveerd zijn, is er een menu Opties geactiveerd om de gewenste kanaalkeuze-interface te kiezen. Z. KANAALKEUZE: Geeft toegang tot het toetsenbord Kanaalkeuze. AA. FAVORIET: Gebruik deze optie, indien geactiveerd, om naar een favoriet kanaal te gaan. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. BB. KANAALLIJST: Gebruik deze optie, indien geactiveerd, om naar de kanaallijst te gaan. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 21 CC.GEAVANCEERDE BESTURING: Hiermee krijgt u toegang het geavanceerde beeld/audiobesturingsmenu. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. DD.BEVEILIGD KANAAL: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot een specifiek kanaal voor niet-uitgezonden programma’s. Het is mogelijk dat een wachtwoord nodig is om dit kanaal te bekijken. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. EE. FM SELECTIE: FM AAN/UIT: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot FM-radio. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. FF. FM KNOPPEN: Indien deze functie geactiveerd is, krijgt u hiermee toegang tot vooringestelde FM-radiostations. Met de knoppen VOORWAARTS en ACHTERWAARTS ZOEKEN kunt u het volgende beschikbare station kiezen. Zie hoofdstuk 5, Menu Systeemopties, Tv / FM-radio instellen, voor meer informatie. Verdere informatie op het scherm Trainingsverloop voor verschillende trainingen: TOETS GEWICHT IN: Verschijnt in de Snelstarttraining. Kies TOETS GEWICHT IN zodat METS, Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur berekend en als trainingsstatistieken weergegeven kunnen worden. DUUR BINNEN ZONE: Geeft de totale duur aan waarin de hartslag binnen de gekozen streefzone blijft bij een Hartslagzonetraining. Zie hoofdstuk 3, Hartslagzonetraining, voor meer informatie. SNELHEIDSINTERVAL: (alleen snelheidsinterval-training) Met dit programma kan de gebruiker wisselen tussen jog- en rensnelheid. Zie hoofdstuk 4.3 Trainingen - Beschrijving, Personal Trainer, Snelheidsinterval. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 22 BEDIENINGSPANEEL Met het bedieningspaneel kan de gebruiker trainings- en tv-parameters regelen zonder het scherm Trainingsverloop te verlaten. Hiermee kan de onderhoudsstaf ook snel en eenvoudig het touchscreen schoonmaken zonder het scherm te activeren. A. PIJLTOETSEN: In de trainingsfase worden de pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG in combinatie met het touchscreen gebruikt. Met deze toetsen kan de gebruiker tijdens de training een trainingsdoel veranderen. Elk stel pijltoetsen regelt het doel recht erboven op het touchscreen. Wijzigbare informatie (bv. een trainingsdoel) wordt weergegeven als een knop (Duur, Niveau, Helling, Streefhartslag* en Snelheid) of is bereikbaar via VERANDER TRAINING, PAS DOEL AAN (Calorieën, Afstand, en voor hartslagprogramma's, Duur Binnen Zone). Trainingsstatistieken kunnen niet worden veranderd. Gebruik bijvoorbeeld de pijltoetsen onder VERLOPEN TIJD (een trainingsdoel) om de streefduur voor de sessie te veranderen. Daarentegen kan TEMPO (een trainingsstatistiek) niet worden veranderd. Zoals hierboven beschreven kunnen de trainingsdoelen ook worden veranderd door de desbetreffende knop op het touchscreen aan te raken en naar de overeenkomstige schermen Trainingsinstelling te gaan. B. SCHERM BLOKKEREN/DEBLOKKEREN: (Kan niet tijdens een training worden gebruikt.) Legt het scherm stil voor routineonderhoud of reiniging van het scherm. Het scherm wordt na tien seconden automatisch gedeblokkeerd. Wanneer u nogmaals op SCHERM BLOKKEREN drukt, wordt het ook gedeblokkeerd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 23 C. AFKOELING: Trainingsprogramma's eindigen automatisch met de afkoelingsfase, die het intensiteitsniveau verlaagt. Tijdens deze fase van een training begint het lichaam met de afvoer van melkzuur en andere opgehoopte bijproducten, die zich tijdens de training in de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn zijn. Druk op de toets AFKOELING om op elk willekeurig moment gedurende de training naar de afkoelingsfase te gaan. Het afkoelingsniveau van elke training wordt automatisch aan de prestaties van de betreffende gebruiker aangepast. (De afkoelingsduur is vooraf ingesteld in verhouding tot de duur van de training.) De afkoelingsduur kan veranderd worden met behulp van de desbetreffende pijltoetsen op het bedieningspaneel. Aan het einde van de afkoeling verschijnt een venster met een overzicht van de training. D. PAUZE: Druk op deze toets om de band te stoppen en de huidige training te onderbreken. De knop HERNEEM TRAINING verschijnt op het touchscreen. Ga verder met de training door op HERNEEM TRAINING te drukken of door nogmaals op PAUZE te drukken. E. VOL: Volumeregeling voor de tv. F. KA: Kanaalkeuze voor de tv. OPMERKING: Een hoofdtelefoon is nodig voor het geluid van de tv. Het contact bevindt zich rechtsonder op de behuizing van het bedieningspaneel. Het contact kan door de gebruiker worden vervangen. Neem contact op met de klantendienst van Life Fitness voor verdere informatie. (Zie hoofdstuk 6.7, “Productservice”, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen.) De Life Fitness loopband heeft een manueel noodstopsysteem. Gebruik een van de twee hieronder beschreven functies om de loopband onmiddellijk stop te zetten. Een ronde STOP-magneet bevindt zich aan de linkerkant van het paneel onder het bedieningspaneel. Aan deze magneet is een snoer met een clip bevestigd. Bevestig de clip aan uw kleding voordat u de training begint. Trek aan het snoer zodat de magneet uit het bedieningspaneel komt, om de loopband te stoppen. Plaats de magneet terug om het systeem terug te stellen. Een ronde STOP-knop bevindt zich aan de rechterkant van het paneel onder het bedieningspaneel. Druk op deze knop om de band te stoppen en de huidige training te beëindigen. 24 2.3 LEESREK EN ACCESSOIREHOUDERS Het bedieningspaneel heeft een ingebouwd leesrek (A) waarop u tijdens de training een boek of tijdschrift kunt leggen. Het bedieningspaneel heeft ook drie ingebouwde accessoirehouders (B). Er zijn twee houders aan de zijkant voor grote voorwerpen zoals waterflessen en één houder in het midden voor kleinere voorwerpen zoals persoonlijke media-apparatuur. B A OPMERKING: Aangezien het leesmateriaal vóór het touchscreen staat, moet u voorzichtig zijn wanneer u leesmateriaal op het rek plaatst, en ervoor zorgen dat u de knoppen niet per ongeluk aanraakt wanneer u de bladzijden omslaat. † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van de VETVERBRANDING training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 25 3 HARTSLAGZONETRAINING 3.1 WAAROM HARTSLAGZONETRAINING? Onderzoek heeft uitgewezen dat het aanhouden van een specifieke hartslag bij de training de optimale wijze is om de intensiteit van de training te meten en de beste resultaten te bereiken. Hierop is de trainingsmethode Hartslagzonetraining van Life Fitness gebaseerd. Zonetraining bepaalt iemands ideale hartslagbereik of hartslagzone voor het verbranden van vet of het verbeteren van de cardiovasculaire conditie. De zone is een percentage van het theoretische maximum† (HSmax), en de waarde hangt af van de training. De Life Fitness loopband heeft vijf exclusieve trainingen die de voordelen van Hartslagzonetraining ten volle benutten. • VETVERBRANDING • HARTSLAG HEUVEL • EXTREME HARTSLAG • CARDIO • HARTSLAG INTERVAL Elke training heeft andere voordelen, zoals wordt besproken in hoofdstuk 4, De trainingen. OPMERKING: Het verdient aanbeveling een fitnesstrainer te raadplegen voor het bepalen van specifieke fitnessdoelen en het opstellen van een trainingsprogramma. De Hartslagzonetraining programma's meten de hartslag. Draag de optionele telemetrieborstband, of pak de Lifepulse-sensors vast, zodat de ingebouwde computer van de loopband de hartslag tijdens de training kan meten. De computer stelt de hellingshoek automatisch bij om de streefhartslag*, gebaseerd op de werkelijke hartslag, te handhaven. ZONE TRAINING VETVERBRANDING = LAGE INTENSITEIT CARDIO = HOGE INTENSITEIT LEEFTIJD 65% 80% Om de streefhartslag tijdens de training te veranderen hoeft u alleen maar een nieuwe streefhartslag in te voeren, hetzij met behulp van de pijltoetsen op het bedieningspaneel vlak onder de streefhartslag, of door op de knop Streefhartslag op het touchscreen te drukken en het instellingsscherm aan te passen. Het programma kan tijdens de training veranderd worden met de knop VERANDER TRAINING. AANBEVOLEN STREEFHARTSLAG ALS % VAN MAX. HARTSLAGBEREIK VOLGENS ACSM: 55% - 90% † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de cardio training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 26 3.2 HARTSLAGMETING HET LIFEPULSETM-SYSTEEM Pak de roestvrijstalen sensors op de Ergo™ voorste handgreep vast om de hartslag tijdens de training te meten met het Lifepulse-systeem van de loopband. Op elk van de handgrepen bevinden zich twee sensors. U moet contact maken met alle vier de sensors om een hartslagmeting te krijgen. De hartslag verschijnt op het bedieningspaneel binnen 20 tot 30 seconden na het contact met de sensors. Probeer de sensors niet vast te pakken bij snelheden boven het wandeltempo (gewoonlijk boven 7,2 km/u). Bij deze snelheden wordt het gebruik van een hartslagborstband aanbevolen. DE OPTIONELE HARTSLAGBORSTBAND De Life Fitness loopband is uitgerust met Polar® telemetrie, een hartslagmeetsysteem waarbij op de huid gedrukte elektroden hartslagsignalen naar het bedieningspaneel van de loopband overbrengen. Deze elektroden zijn bevestigd aan een borstband die de gebruiker tijdens de training draagt. De borstband is optioneel. Om hem te bestellen kunt u de klantendienst van Life Fitness bellen, tel. 1-800-351-3737. Zie het onderstaande diagram voor de juiste plaatsing van de band. De elektroden (A), de twee oneffen vlakken aan de onderkant van de band, moeten nat blijven om de elektrische impulsen van het hart nauwkeurig naar de ontvanger te kunnen zenden. Bevochtig de elektroden. Zet de band dan zo hoog mogelijk onder de borstspieren vast. De band moet stevig zitten, maar comfortabel genoeg om normaal te kunnen ademen. De zenderband brengt de hartslagwaarde optimaal over wanneer de elektroden direct contact met de blote huid maken. Hij werkt echter ook goed door een dunne laag natte kleding. Als u de borstbandelektroden opnieuw moet bevochtigen, trek dan het midden van de band van de borst af zodat de twee elektroden zichtbaar worden en bevochtig ze. Tijdens het instellen van een hartslagzonetraining moet de gebruiker een startsnelheid invoeren. Als er geen hartslagborstband wordt waargenomen, is de toegestane maximumsnelheid 7,2 km/u. Als er wel een hartslagborstband wordt waargenomen, is de toegestane maximumsnelheid 19,2 km/u (24 km/u op de 97Te). A A 27 4 DE 4.1 TRAININGEN - OVERZICHT TRAININGEN De volgende trainingen zijn vooraf geprogrammeerd voor de Life Fitness loopband. SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de stappen die nodig zijn voor het kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Wanneer u op SNELSTART drukt, begint een training op constant niveau. Het intensiteitsniveau verandert niet automatisch. MANUEEL is een training met constante inspanning waarbij de gebruiker het weerstandsniveau of de snelheid op ieder moment kan veranderen. VERRASSING is een intervaltraining met voortdurend veranderende intensiteitsniveaus zonder regelmaat in patroon of voortgang. HEUVEL is een intervaltraining. Intervallen zijn periodes van intensieve aërobe training met daartussen regelmatige periodes van minder intensieve training. VETVERBRANDING is een weinig intensieve training om de vetreserves van het lichaam te verbranden. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast. Het programma stelt het intensiteitsniveau bij door de helling (hoogte) te veranderen, gebaseerd op de werkelijke hartslag, om deze op 65 procent van het theoretische maximum† te handhaven. CARDIO is een intensievere training voor fittere gebruikers, met nadruk op cardiovasculaire voordelen en maximale vetverbranding. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast. Het programma stelt het intensiteitsniveau bij, gebaseerd op de werkelijke hartslag, om deze op 80 procent van het theoretische maximum te handhaven. ZONETRAINING zijn trainingen die gericht zijn op specifieke bereiken of zones, om een hartslag te handhaven waarbij optimale trainingsresultaten worden behaald. Zonetrainingen zijn: HARTSLAG HEUVEL brengt de gebruiker langs drie verschillende heuvels gebaseerd op de streefhartslag*. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast. HARTSLAG INTERVAL wisselt af tussen een heuvel en een dal gebaseerd op de streefhartslag*. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast. EXTREME HARTSLAG is een intense training voor ervaren gebruikers. Het doel ervan is om de hartslag zo snel mogelijk omhoog en omlaag te brengen. De gebruiker draagt een hartslagborstband of houdt de Lifepulse-sensors voortdurend vast. De trainingen FITNESS TESTEN meten de cardiovasculaire conditie en kunnen gebruikt worden om elke vier tot zes weken de vooruitgang van het uithoudingsvermogen te meten. LIFE FITNESS FIT TEST biedt zes verschillende trainingen om uw cardiovasculaire conditie te meten vergeleken met leeftijdgenoten van hetzelfde geslacht. † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 28 AANVULLENDE CONDITIETESTS zijn beschikbaar als ze in de managersconfiguraties zijn ingeschakeld. Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor informatie over het activeren van deze aanvullende tests. Deze zijn: ARMY FYSIEKE CONDITIETEST (PHYSICAL FITNESS TEST, PFT) is een fysieke prestatietest van 3 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. NAVY FYSIEKE VAARDIGHEIDSTEST (PHYSICAL READINESS TEST, PRT) is het hardloopgedeelte van de Navy PFT. Het is een test met een afstandsdoel van 2,5 km, gebaseerd op de tijd waarin de vereiste afstand wordt afgelegd, en wordt door de Amerikaanse marine en marineopleidingen gebruikt om aërobe capaciteit te meten. AIR FORCE FYSIEKE VAARDIGHEIDSTEST (PHYSICAL READINESS TEST, PRT) is een fysieke prestatietest van 2,5 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. MARINES FYSIEKE CONDITIETEST (PHYSICAL FITNESS TEST, PFT) is een fysieke prestatietest van 5 km die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. GERKIN PROTOCOL is een test met score voor submaximaal VO2 die wordt toegepast door de internationale vereniging van brandbestrijders om te bepalen of iemand in conditie is om bij de brandweer te werken. FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS (PHYSICAL EFFICIENCY BATTERY, PEB) worden toegepast bij de Amerikaanse federale ordehandhaving, het Amerikaanse Federal Bureau of Investigation en andere federale organisaties voor het in dienst nemen en houden van personeel op federaal niveau. PERSONAL TRAINER trainingen zijn aangepaste trainingen die bedoeld zijn voor gevorderde gebruikers of om samen met een personal trainer te gebruiken. Deze trainingen zijn: SPORTTRAINING (5K) is training met een afstandsdoel dat een echt terrein met verschillende hellingsgraden simuleert. Het dient om hardlopers te helpen bij hun training voor een wedstrijd van 5 kilometer. SPORTTRAINING (10K) is training met een afstandsdoel dat een echt terrein met verschillende hellingsgraden simuleert. Het dient om hardlopers te helpen bij hun training voor een wedstrijd van 10 kilometer. SPORT TRAININGTM (DUUR, AFSTAND OF CALORIEËN) is een op duur, afstand of calorieën gebaseerde training. SNELHEIDSINTERVAL laat de gebruiker wisselen tussen jog- en rensnelheid. De gebruiker kan tijdens de training op ieder moment tussen de snelheden wisselen of de snelheden aanpassen. AANGEPASTE TRAININGEN laten de gebruiker kiezen uit zes aangepaste trainingen die door de fitnessdeskundige van het centrum geprogrammeerd zijn. 29 4.2 TRAININGEN UITVOEREN Kies een training of log in op de trainingsdatabase van een fitnessnetwerk. Zie de tabel aan het begin van hoofdstuk 4.3 voor een overzicht van de benodigde stappen voor het instellen van elke training. 1) EEN TRAINING BEGINNEN Zonder netwerk raakt u het scherm aan om te STARTEN. In het berichtengebied verschijnt de prompt: “KIES UW TRAINING OF DRUK OP ? VOOR MEER INFORMATIE.” Kies een trainingsprogramma om mee te beginnen. Indien een optioneel netwerk aanwezig is, raakt u het scherm aan om te STARTEN. In het berichtengebied verschijnt de prompt: “KIES UW TRAINING, VOER UW NETWERK ID IN OF DRUK OP ? VOOR MEER INFORMATIE” en een “NETWERK ID” knop verschijnen op het trainingskeuzescherm. Kies een training of log in op de trainingsdatabase van het netwerk en download de vooringestelde training. Om op het netwerk in te loggen, drukt u op NETWERK ID en voert u het ID-nummer van de gebruiker in met het NUMERIEKE TOETSENBLOK. Druk op Invoeren. SNELSTART KIEZEN EN GEBRUIKEN SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de stappen die nodig zijn voor het kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Druk op het startscherm op SNELSTART. De training begint op een intensiteitsniveau dat gelijk blijft, tenzij het met de hand wordt veranderd. Kies TOETS GEWICHT IN zodat METS, Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur berekend en als trainingsstatistieken weergegeven kunnen worden. 2) TRAINING KIEZEN Wanneer u verzocht wordt om een training te kiezen, raakt u de knop van de gewenste training aan. Op het touchscreen verschijnen dan de overeenkomstige schermen voor trainingsinstelling, waaronder het soort doel (duur, afstand en calorieën), niveau, leeftijd, gewicht, afstand, snelheid, helling en streefhartslag*. Druk na elke keuze op INVOEREN om deze te registreren. Nadat de waarden zijn ingesteld, verschijnt het trainingsverloopscherm en begint de training. Voor MANUEEL, VETVERBRANDING, HEUVEL, VERRASSING en CARDIO kiest u de desbetreffende knop om rechtstreeks naar de schermen Trainingsinstelling te gaan. Voor HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG INTERVAL en EXTREME HARTSLAG kiest u ZONETRAINING waarna u een keuze doet. Voor SPORTTRAINING (5K), SPORTTRAINING (10K), SPORT TRAINING (DOEL), SNELHEIDSINTERVAL of AANGEPASTE TRAININGEN kiest u PERSONAL TRAINER waarna u een keuze doet. Voor LIFE FITNESS FIT TEST kiest u FITNESS TESTEN waarna u een keuze doet. Aanvullende conditietests zijn beschikbaar als ze in de managersconfiguraties zijn ingeschakeld. (Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor verdere informatie.) Deze tests zijn: FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS, GERKIN, NAVY PRT, AIR FORCE PRT, ARMY PFT en MARINES PFT. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van de VETVERBRANDING training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 30 3) TRAININGSDOELEN SOORT INVOEREN DOEL KIEZEN De standaardinstelling voor Soort doel is DUUR (duur van de training). Wanneer u verzocht wordt om een streefduur in te voeren, kunt u de weergegeven duur met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de gewenste waarde, of de gewenste waarde op het NUMERIEKE TOETSENBORD intoetsen, waarna u op INVOEREN drukt. Trainingen kunnen geprogrammeerd worden om andere geavanceerde doelen te bereiken dan Duur (het standaarddoel): • AFSTAND • CALORIEËN • DUUR BINNEN ZONE (alleen voor hartslagtrainingen) De functie Afstandprogramma dient om het uithoudingsvermogen op te bouwen. De gebruiker stelt een afstandsdoel tijdens het instellen van de training. Als het doel bereikt is, gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase en eindigt daarna. Ga als volgt te werk: 1. Kies een training. 2. Kies AFSTAND in het instellingsscherm Soort doel, voer het gewenste afstandprogramma in en raak INVOEREN aan. 3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit. 4. Begin de training. De functie Calorieprogramma dient om gewichtsverlies en gewichtsbeheersing te bevorderen. De gebruiker stelt een doel voor calorieën tijdens het instellen van de training. Als het doel bereikt is, gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase en eindigt daarna. Ga als volgt te werk: 1. Kies een training. 2. Kies CALORIEËN in het instellingsscherm Soort doel, voer het gewenste calorieprogramma in en raak INVOEREN aan. 3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit. 4. Begin de training. Het doelprogramma Duur Binnen Zone versterkt een training door een bepaalde duur binnen de streefhartslag* als een trainingsdoel in te stellen. Het programma wijzigt de weerstand automatisch om een tempo te handhaven waarbij het doel binnen de betreffende duur bereikt zal worden. Als het doel bereikt is, gaat de training automatisch over op een afkoelingsfase. Ga als volgt te werk om de functie 'Doel: Duur Binnen Zone' te gebruiken: 1. Kies een training. 2. Kies DUUR BINNEN ZONE in het instellingsscherm Soort doel, voer de gewenste tijdsduur in en raak INVOEREN aan. 3. Voer de stappen voor het samenstellen van de gekozen training uit. 4. Begin de training. OPMERKING: Duur Binnen Zone staat direct in verband met het fitnessniveau. Aangezien het programma de weerstand blijft verhogen totdat het doel is bereikt, kan het verstandig zijn om laag te beginnen en naar een hoger doel toe te werken. Kies op ieder gewenst moment AFKOELING om de training af te sluiten en onmiddellijk naar een afkoelingsfase te gaan. Raadpleeg een personal trainer voor hulp bij het stellen van doelen voor DUUR BINNEN ZONE. Zie hoofdstuk 3.1, Waarom hartslagzonetraining?, voor meer informatie over hartslagzonetraining. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de CARDIO training is 144. De streefhartslag van deze training is 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 31 INTENSITEITSNIVEAU Met de Life Fitness loopband kan het intensiteitsniveau van een training op verschillende manieren worden aangepast. Wanneer u daarom verzocht wordt, kunt u de weergegeven waarde van het intensiteitsniveau of de streefhartslag* met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de gewenste waarde, of de gewenste waarde kiezen met het NUMERIEKE TOETSENBORD waarna u op INVOEREN drukt. Pas het niveau tijdens de training aan zoals nodig of gewenst. • Intensiteitsniveau: De Life Fitness loopband biedt een keuze van 20 intensiteitsniveaus. Elk niveau verwijst naar een hellingsbereik, uitgedrukt in percentage. (Zie hoofdstuk 4.4, Effectief trainen op de Life Fitness loopband, voor een tabel met alle 20 niveaus.) Het venster Trainingsprofiel geeft de intensiteitsniveaus van een aan de gang zijnde training weer als proportionele kolommen. De hoogte van de meest linkse kolom is evenredig met het actuele intensiteitsniveau. Het verdient aanbeveling eerst een laag intensiteitsniveau te kiezen. Naarmate uw fysieke conditie verbetert, kunt u hogere niveaus kiezen. • Streefhartslag: de programma's die de streefhartslag* berekenen, baseren dit getal op de leeftijd van de gebruiker en het soort training. De gebruiker accepteert de hartslag of past hem aan bij het instellen van de training. Tijdens de training zelf leest het programma de hartslag af, die via de Polar hartslagborstband of de Lifepulse-sensors is overgezonden, en gebruikt het deze gegevens om de weerstand aan te passen. Wanneer de hartslag met de hand wordt verhoogd, neemt de intensiteit van de cardiovasculaire training toe. 4) TRAININGSWAARDEN INVOEREN LEEFTIJD: Wanneer u verzocht wordt om uw leeftijd in te voeren, kunt u de weergegeven leeftijd met de PIJLTOETSEN verhogen of verlagen tot de juiste waarde, of de juiste waarde met het NUMERIEKE TOETSENBLOK invoeren waarna u op INVOEREN drukt. Trainingsprogramma's van Life Fitness loopbanden die een streefhartslagzone* instellen berekenen eerst de theoretische maximale hartslag† van de gebruiker door de leeftijd van de gebruiker af te trekken van het getal 220. De programma's berekenen vervolgens de streefzone als een percentage van het theoretische maximum. GEWICHT: Kies het gewicht en druk op INVOEREN. Wanneer het juiste gewicht wordt ingevoerd, kunnen de calorieën nauwkeuriger worden berekend en kunnen Watt en METS worden berekend en weergegeven. GESLACHT: Kies het geslacht en druk op Invoeren. (Gebruikt voor de Fitness Test trainingen.) 5) MARATHONMODUS GEBRUIKEN Als de Marathonmodus geactiveerd is, verschijnt een knop Marathonmodus op het invoerscherm voor duur bij het configureren van een training. Wanneer de Marathonmodus wordt gekozen, wordt de training ingesteld op een onbeperkte tijdsduur. De training kan dan alleen worden beëindigd door de gebruiker of een van de noodstopsystemen. Binnen een training kan de Marathonmodus worden veranderd door op de toets Duur te drukken. Wanneer u op de toets Duur drukt, kunt u een streefduur instellen zolang die niet korter is dan de tijd die al in de training is doorgebracht. Er moet een nieuwe streefduur worden ingesteld en ingevoerd om de Marathonmodus op te heffen. † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. ** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 32 6) TRAININGEN TIJDENS VERANDEREN/BEËINDIGEN HET TRAINEN OP EEN ANDERE TRAINING OVERSCHAKELEN Het is mogelijk om tijdens een training op een ander trainingsprogramma over te schakelen. Na het overschakelen bewaart het bedieningspaneel alle voortgangsinformatie over de training vanaf het begin. U hoeft alleen maar op VERANDER TRAINING te drukken en een nieuwe training te kiezen om tijdens het trainen op een andere training over te gaan. Om op een nieuwe training over te schakelen en de informatie over het trainingsverloop opnieuw te starten kiest u VERANDER TRAINING en daarna RESET. TRAININGSDOELEN TIJDENS EEN TRAINING VERANDEREN Tijdens een training kan het trainingsdoel (Duur, Afstand, Calorieën en Duur Binnen Zone voor hartslagprogramma's) worden veranderd. Om het soort doel aan te passen of een ander doel te kiezen, raakt u Verander training en vervolgens PAS DOEL AAN aan, waarmee u op het scherm met het soort doel komt, waarop als standaardinstellingen het actuele soort doel en de actuele waarde staan. Om de doelwaarde te veranderen, gebruikt u de pijltoetsen of het numerieke toetsenbord, waarna u INVOEREN aanraakt. Om het soort doel te veranderen, kiest u een ander doel, waarna u een waarde invoert en INVOEREN aanraakt. Na het overschakelen bewaart het bedieningspaneel alle informatie over het trainingsverloop vanaf het begin. TRAININGEN ONDERBREKEN Druk op deze toets om de band te stoppen en de huidige training te onderbreken. De knop HERNEEM TRAINING verschijnt op het touchscreen. Ga verder met de training door op HERNEEM TRAINING te drukken of door nogmaals op PAUZE te drukken. De standaardduur van de pauze is 1 minuut (door de manager in te stellen), waarna het bedieningspaneel naar het welkomstscherm teruggaat. Een training kan ook worden onderbroken door SNELHEID OMLAAG ingedrukt te houden. Als een gebruiker tijdens de training de snelheid tot het minimum vermindert en de pijl SNELHEID OMLAAG ingedrukt houdt, komt de snelheid op 0 km/u, oftewel de pauzemodus. De minimumsnelheid is 0,8 km/u, tenzij dit in de managersconfiguratie is gewijzigd. Zie hoofdstuk 5.2, Configuratie-instellingen, voor meer informatie. TRAININGEN VOORTIJDIG BEËINDIGEN Om een training voortijdig te beëindigen drukt u op AFKOELING op het bedieningspaneel om direct naar de afkoelingsfase te gaan. Het programma stelt een afkoelingsduur vast die evenredig is met de in de training doorgebrachte tijdsduur. Na afloop van de afkoeling verschijnt een overzicht van de training, dat de afgelegde afstand, het totaal aantal verbrande calorieën en andere gegevens omvat. Om het programma zonder afkoeling af te sluiten, drukt u op STOP of kiest u VERANDER TRAINING en vervolgens RESET. 33 4.3 TRAININGEN - BESCHRIJVING STAPPEN BIJ HET INSTELLEN VAN TRAININGEN MET DE LIFE FITNESS LOOPBAND OPMERKING: DRUK NA HET INVOEREN VAN EEN WAARDE (LEEFTIJD, GEWICHT, LENGTE, GESLACHT) OF EEN DOEL (DUUR, NIVEAU, HELLING, SNELHEID, SHS) OP INVOEREN OM DE KEUZE TE REGISTREREN. ALLEENSTAANDE TRAININGEN SNELSTART Kies SNELSTART Begin de training Wijzig niveau Voer desgewenst gewicht in VERRASSING Kies VERRASSING Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer niveau in Voer snelheid in Begin de training MANUEEL Kies MANUEEL Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer helling in Voer snelheid in Begin de training VETVERBRANDING** Kies VETVERBRANDING Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer leeftijd in Accepteer SHS* Voer snelheid in Begin de training HEUVEL Kies HEUVEL Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Kies niveau Voer snelheid in Begin de training CARDIO** Kies CARDIO Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer leeftijd in Voer SHS* in Voer snelheid in Begin de training PERSONAL TRAINER TRAININGEN KIES PERSONAL TRAINER OM TOEGANG TE KRIJGEN TOT: SPORTTRAINING-5K Kies SPORT TRAINING 5K Voer gewicht in Voer niveau in Voer snelheid in Begin de training SPORTTRAINING-10K Kies SPORT TRAINING 10K Voer gewicht in Voer niveau in Voer snelheid in Begin de training SPORT TRAINING (DOEL) Kies SPORT TRAINING (DOEL) Voer gewicht in Voer doel in Voer niveau in Voer snelheid in Begin de training FITNESS TESTEN TRAININGEN ZONETRAININGEN KIES FITNESS TESTEN OM TOEGANG TE KRIJGEN TOT: KIES ZONETRAINING OM TOEGANG TE KRIJGEN TOT: LIFE FITNESS FIT TEST** Kies LIFE FITNESS FIT TEST Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training HARTSLAG HEUVEL** Kies HARTSLAG HEUVEL Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer leeftijd in Voer SHS* in Voer snelheid in Begin de training FIT TEST PLUS TRAININGEN: (INDIEN GEACTIVEERD) PEB Kies PEB Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training GERKIN PROTOCOL** Kies GERKIN Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer SHS* in Begin de training SNELHEIDSINTERVAL Kies SNELHEIDSINTERVAL Voer gewicht in Voer duur in Voer helling in Voer jogsnelheid in Voer rensnelheid in NAVY PRT Kies NAVY PRT Kies de hoogte Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training AANGEPASTE TRAININGEN Kies AANGEPASTE TRAININGEN Kies training Voer gewicht in AIR FORCE PRT Kies AIR FORCE PRT Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training (Als het soort aangepaste training Snelheid/Helling is) Voer max snelheid in Begin de training (Als het soort aangepaste training Streefhartslag is) Voer leeftijd in. Voer de snelheid in. Begin de training HARTSLAG INTERVAL** Kies HARTSLAG INTERVAL Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer leeftijd in Voer SHS* in Voer snelheid in Begin de training EXTREME HARTSLAG** Kies EXTREME HARTSLAG Voer gewicht in Voer soort doel en doelwaarde in Voer leeftijd in Voer SHS* in Voer wandelsnelheid in Voer jogsnelheid in Begin de training ARMY PFT Kies ARMY PFT Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training MARINES PFT Kies MARINES PFT Kies de hoogte Voer gewicht in Voer leeftijd in Voer geslacht in Voer snelheid in Begin de training * Bij deze training moet de gebruiker de Polar hartslagborstband dragen of de Lifepulse-sensors vasthouden. ** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum. De SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. 34 SNELSTART SNELSTART is de snelste manier om de training te beginnen, daar de specifieke stappen die nodig zijn voor het kiezen van een specifiek trainingsprogramma worden overgeslagen. Wanneer u op de knop (touchscreen) of toets (bedieningspaneel) SNELSTART drukt, begint de MANUELE training. Om METS, Watt en Verbrande calorieën/Calorieën/Uur tijdens een training te berekenen en weer te geven, raakt u de knop TOETS GEWICHT IN aan, die nodig is om deze waarden te berekenen. De snelheid wordt op het laagste niveau ingesteld. Om de snelheid te veranderen en in het scherm Trainingsverloop te blijven, drukt u op het bedieningspaneel op de PIJLEN OMHOOG of OMLAAG die overeenkomen met de knop SNELHEID. De snelheid kan ook veranderd worden door de knop SNELHEID op het touchscreen aan te raken, waardoor u op het instellingsscherm voor snelheid komt. De hellingshoek is standaard op nul ingesteld. Om de helling te veranderen en in het scherm Trainingsverloop te blijven, drukt u op het bedieningspaneel op de PIJLEN OMHOOG of OMLAAG die overeenkomen met de knop HELLING. De helling kan ook veranderd worden door de knop HELLING op het touchscreen aan te raken, waardoor u op het instellingsscherm voor helling komt. MANUEEL Het programma MANUEEL is een training met constante inspanning waarbij de gebruiker het weerstandsniveau of de snelheid op ieder moment kan veranderen. VERRASSING Het programma VERRASSING maakt een terrein van heuvels en dalen dat bij elke training varieert. Er zijn meer dan een miljoen verschillende patronen mogelijk. VETVERBRANDING Bij training voor VETVERBRANDING moet de hartslag van de gebruiker voor optimale resultaten op 65 procent van het theoretische maximum† (HSmax) blijven. Bij deze training draagt de gebruiker een borstband, of pakt hij/zij de Lifepulse-sensors vast. Als de gebruiker geen borstband draagt, staat op het scherm TRAININGSVERLOOP een hartje, en in het berichtengebied een prompt om de sensors vast te pakken. Het bedieningspaneel meet voortdurend de hartslag en geeft hem weer; het intensiteitsniveau van de loopband wordt automatisch bijgesteld om de streefwaarde* te bereiken en te handhaven (zie de onderstaande opmerking). Dit systeem voorkomt zowel over- als ondertraining; de aërobe voordelen van de training worden hierbij ten volle benut doordat het lichaamsvet als energiebron wordt gebruikt. CARDIO De CARDIO training is vrijwel identiek met VETVERBRANDING, maar de streefhartslag** wordt berekend op 80 procent van het theoretische maximum† (HSmax). De hogere streefhartslag bevordert cardiovasculaire vooruitgang omdat de hartspier zwaarder belast wordt (zie de onderstaande opmerking). OPMERKING: Het intensiteitsniveau wordt veranderd door de helling. De snelheid kan alleen door de gebruiker worden veranderd. U kunt de streefhartslag op ieder tijdstip gedurende de training veranderen met behulp van de pijltoetsen onder de SHS, of door de knop SHS aan te raken en naar het scherm Streefhartslagtraining instellen te gaan. † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117, of 65 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,65 = 117. ** Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de CARDIO training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 35 HEUVEL De door Life Fitness gepatenteerde HEUVEL training biedt diverse configuraties voor intervaltraining. Intervallen zijn periodes van intense cardiovasculaire training met daartussen regelmatige periodes van minder intensieve training. Op het scherm TRAININGSPROFIEL worden deze hoge en lage intervallen weergegeven als kolommen van lichtjes, die er samen uitzien als heuvels en dalen. Het is wetenschappelijk aangetoond dat de computergestuurde intervaltraining grotere cardiorespiratoire vooruitgang bevordert dan training op een vast tempo. De HEUVEL training doorloopt vier fasen, die elk een ander intensiteitsniveau hebben. Op het scherm TRAININGSPROFIEL wordt de voortgang van deze fasen weergegeven. Zoals blijkt uit de onderstaande beschrijvingen moet de hartslag tijdens twee stadia in de training worden gemeten om de doeltreffendheid te kunnen beoordelen. Draag de hartslagborstband of houd de LifepulseTM handgrepen continu vast. In het berichtengebied wordt geen verzoek om een hartslagmeting weergegeven, zoals wel het geval is bij CARDIO, VETVERBRANDING en de HARTSLAGZONETRAINING programma's. 1 Opwarming is een fase van lage, geleidelijk toenemende weerstand, waarin de hartslag tot de ondergrens van de streefzone komt en de ademhaling en bloedstroom naar werkende spieren toenemen. 2 In Plateau neemt de intensiteit iets toe en blijft deze constant zodat de hartslag tot de ondergrens van de streefzone komt. Controleer de hartslag aan het einde van deze fase. 3 Intervaltraining is een serie steeds steilere heuvels, afgewisseld door dalen om op adem te komen. De hartslag moet toenemen tot de bovengrens van de streefzone. Controleer de hartslag aan het einde van deze fase. 4 Afkoeling is een minder intense fase waarin het lichaam kan beginnen met de afvoer van melkzuur en andere bijproducten van training, die zich in de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn zijn. Elke kolom die u in het TRAININGSPROFIELSCHERM en bovenstaande tabel ziet, staat voor één interval. De totale duur van de training bepaalt de lengte van elk interval. Elke training bestaat uit 20 intervallen, dus de duur van elk interval is gelijk aan de duur van de gehele training gedeeld door 20. 1 tot 9 minuten: Een training die minder dan 10 minuten duurt, is te kort voor het HEUVEL programma om alle vier de fasen goed te kunnen voltooien. Bij een dergelijke training condenseert het programma dus diverse stadia. 10 tot 19 minuten: De duur van de intervallen is aanvankelijk op 30 seconden ingesteld voor een training van 10 minuten. Voor elke minuut boven de 10 neemt elk interval met drie seconden toe. Een training van 15 minuten bestaat uit 20 intervallen van elk 45 seconden. 36 20 tot 99 minuten: Alle intervallen duren 60 seconden. Als de gebruiker minuten aan de vooraf ingestelde duur toevoegt terwijl de training aan de gang is, voegt het programma heuvels en dalen toe die identiek zijn met de eerste acht intervallen van de intervaltrainingsfase. Dit patroon wordt herhaald totdat de training voltooid is. PERSONAL TRAINER 1) SPORT TRAININGTM Deze streefafstandstraining is bedoeld voor hardlopers die voor wedstrijden trainen. Het programma maakt realistische terreinen door op de baan verschillende hellingshoeken in te stellen. De hellingshoeken hangen af van de moeilijkheidsgraad die tijdens het opstellen van de training is gekozen. Een hellingshoek van 1,5 procent, het basislijnniveau, simuleert een vlak loopoppervlak. Een helling van nul procent simuleert hellingafwaarts hardlopen. De duur van de hellingen varieert tussen 30 en 60 seconden. De baan eindigt wanneer de streefafstand is bereikt. Er zijn twee Sport TrainingTM programma's beschikbaar op de loopband: • SPORT TRAINING™ (5K) is een baan van 5 kilometer. • SPORT TRAINING™ (10K) is een baan van 10 kilometer. • SPORT TRAINING (DUUR, AFSTAND OF CALORIEËN) is een op duur, afstand of calorieën gebaseerde training. 2) SNELHEIDSINTERVAL Dit intervaltrainingprogramma verhoogt de hartslag en verlaagt hem weer met door de gebruiker bepaalde intervallen door te wisselen tussen een door de gebruiker bepaalde JOG- en REN-snelheid. Ga als volgt te werk om het programma Snelheidsinterval te gebruiken: 1) Voer gewicht, duur en helling in en kies dan een jogsnelheid en een rensnelheid. De loopband versnelt tot de jogsnelheid. 2) Om op rensnelheid over te gaan, raakt u de knop SNELHEIDSINTERVAL op het touchscreen aan. Het apparaat versnelt tot de vooringestelde rensnelheid. Wanneer u klaar bent om naar de jogsnelheid terug te gaan, raakt u de knop SNELHEIDSINTERVAL nogmaals aan, waarna het apparaat geleidelijk terugkeert tot de vooringestelde jogsnelheid. 3) U kunt zo vaak u wilt wisselen tussen intervallen met jog- en rensnelheid. 4) Om de snelheid tijdens een interval te verhogen of te verlagen, gebruikt u de desbetreffende pijltoetsen op het bedieningspaneel, of raakt u JOGSNELHEID of RENSNELHEID (afhankelijk van het actuele interval) op het touchscreen aan en voert u een nieuwe parameter in. OPMERKING: De snelheid wordt alleen voor het actuele interval aangepast. De volgende keer dat u SNELHEIDSINTERVAL aanraakt, gaat het apparaat terug naar de aan het begin van het programma vooringestelde snelheid. 5) Om de vooringestelde jog- en/of rensnelheid te veranderen, raakt u VERANDER TRAINING, PERSONALTRAINER, SNELHEIDSINTERVAL aan en voert u een nieuwe jog- en rensnelheid in. De training gaat verder met de aangepaste snelheden als voorinstellingen. 3) AANGEPASTE TRAININGEN Deze trainingsprogramma’s zijn vooringestelde aangepaste trainingen die door de trainingsdeskundige van het centrum zijn opgesteld. Dit kunnen trainingen voor Snelheid/Helling of Streefhartslag zijn die voor specifieke resultaten zijn opgesteld. U kunt elk aangepast trainingsprofiel bekijken door op de toets AANZICHT en vervolgens op een knop Aangepaste training te drukken. Er verschijnt een scherm dat het interval- en hellingsprofiel voor de desbetreffende Aangepaste training toont. Kies BEGIN om een training met het weergegeven profiel te beginnen of kies de PIJL TERUG om naar het scherm Aangepaste trainingen terug te gaan. Raadpleeg de trainingsdeskundige van het centrum voor details over individuele aangepaste trainingen. 37 ZONETRAINING Zonetraining zijn trainingen die gericht zijn op specifieke bereiken of zones, om een hartslag te handhaven waarbij optimale trainingsresultaten worden behaald. 1) HARTSLAG HEUVEL Dit programma combineert het standaard HEUVEL trainingsprofiel met het concept van hartslagzonetraining. De standaard streefhartslag* wordt berekend als 80 procent van het theoretische maximum† (HSmax), maar de gebruiker kan de streefhartslag tijdens het opstellen van de training veranderen. Alle heuvels en dalen zijn percentages van HSmax. De training bestaat uit drie heuvels die gericht zijn op drie streefhartslagen: De eerste heuvel brengt de hartslag tot 70 procent van HSmax. De tweede heuvel voert de hartslag op tot 75 procent van HSmax. De derde heuvel komt overeen met de streefhartslag en brengt de hartslag tot 80 procent van HSmax. Het dal is altijd 65 procent van HSmax. Na een standaard opwarmperiode van drie minuten gaat de training naar de eerste heuvel en de streefhartslag. Wanneer de gebruiker 70 procent van HSmax bereikt, gaat de heuvel nog een minuut door. Wanneer de minuut voorbij is, gaat het niveau omlaag tot een dal. Wanneer de hartslag van de gebruiker tot 65 procent van HSmax is gedaald, gaat het dal nog een minuut door. Dan begint de volgende heuvel met de bijbehorende streefhartslag. Wanneer de gebruiker het derde heuvel/dalpaar heeft voltooid, gaat het programma terug naar de eerste heuvel en wordt de cyclus herhaald voor de lengte van de ingestelde duur. Aan het einde van de duur gaat de training over tot een afkoelingsfase. Als de hartslag meer dan 45 seconden lang boven het theoretische maximum komt, gaat de loopband automatisch naar de pauzemodus. Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt weer om de snelheid te verhogen of te verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is. Het programma gaat pas naar een nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige streefwaarde bereikt. 80% HSmax Dal 65% HSmax Heuvel Dal 65% HSmax Heuvel Heuvel 75% HSmax 70% HSmax Dal 65% HSmax 65% HSmax Trainingsprofiel HARTSLAG HEUVEL 144 SPM 135 SPM 127 SPM 117 SPM 117 SPM 117 SPM 117 SPM Voorbeeld van een gebruiker: 80 procent van theoretisch maximum (HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 144) † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de HARTSLAG HEUVEL training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 38 2) HARTSLAG INTERVAL Dal Opwarming 80% HSmax Dal 65% HSmax Heuvel 80% HSmax Heuvel Heuvel Ook dit programma combineert het standaard HEUVEL trainingsprofiel met het concept van hartslagzonetraining. De standaard streefhartslag* wordt berekend als 80 procent van het theoretische maximum† (HSmax), maar de gebruiker kan de streefhartslag tijdens het opstellen van de training veranderen. Deze training schakelt tussen een heuvel, die de hartslag tot de streefwaarde van 80 procent van HSmax brengt, en een dal, dat de hartslag tot 65 procent van HSmax verlaagt. Na een standaard opwarmperiode van drie minuten gaat de training naar de eerste heuvel en de streefhartslag. Wanneer de streefwaarde is bereikt, gaat de heuvel nog drie minuten door. Dan gaat het niveau omlaag in een dal. Wanneer 65 procent van HSmax is bereikt, gaat het dal drie minuten door, waarna de volgende heuvel begint. Het aantal heuvels en dalen binnen de duur wordt bepaald door de conditie van de gebruiker. Aan het einde van de duur gaat de training over tot een afkoelingsfase. Als de hartslag meer dan 45 seconden lang boven het theoretische maximum† komt, gaat de loopband automatisch naar de pauzemodus. Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt weer om de snelheid te verhogen of te verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is. Het programma gaat pas naar een nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige streefwaarde bereikt. 80% HSmax Dal 65% HSmax 65% HSmax Trainingsprofiel HARTSLAG INTERVAL 144 SPM 117 SPM 144 SPM 117 SPM 144 SPM 117 SPM 117 SPM Voorbeeld van een gebruiker: 80 procent van theoretisch maximum (HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 144) † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). De aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de Hartslag Interval training is 144, of 80 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,8 = 144. 39 3) EXTREME HARTSLAG Deze intense, gevarieerde training is bedoeld om meer ervaren gebruikers te helpen plateaus van conditieverbetering te doorbreken. De training wisselt zo snel mogelijk af tussen twee streefhartslagen*. Dit geeft het effect van sprinten. De gebruiker moet gedurende de gehele training een hartslagborstband dragen of de LifepulseTM-sensors vasthouden. OPMERKING: Gebruikers die sneller dan 7,2 km/u lopen, wordt aangeraden de hartslagborstband te dragen en geen LifepulseTM-sensors te gebruiken. Bij het opzetten van de training voert de gebruiker een streefhartslag in en kiest een wandelsnelheid en een jogsnelheid. Na een standaard opwarmperiode van drie minuten versnelt de loopband tot jogsnelheid en wordt de helling steiler totdat de gebruiker de streefhartslag van 85 procent van het theoretische maximum† (HSmax) bereikt. Die streefhartslag wordt gedurende een stabilisatieperiode gehandhaafd. Dan vermindert de helling tot 0 procent en de snelheid van de loopband tot wandelsnelheid. Wanneer de hartslag tot 65 procent van HSmax is gedaald, wordt deze gedurende een stabilisatieperiode gehandhaafd. Het programma herhaalt de afwisseling van snelheden en hellingshoeken en zet dit patroon tijdens de hele duur voort. Als de gebruiker een streefhartslag niet na vijf minuten bereikt, geeft het berichtengebied een prompt weer om de snelheid te verhogen of te verlagen, naargelang de training in een heuvel- of dalfase is. Het programma gaat pas naar een nieuwe streefhartslag wanneer de gebruiker de huidige streefwaarde bereikt. eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 85% HSmax eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 85% HSmax eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 85% HSmax Afkoeling Opwarming 65% HSmax 65% HSmax Trainingsprofiel EXTREME HARTSLAG eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 153 SPM eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 153 SPM eit sit ten n in me no ge Af To eg en om en int en sit eit 153 SPM 118 SPM 118 SPM 118 SPM 118 SPM Voorbeeld van een gebruiker: 85 procent van theoretisch maximum (HSmax) (40 jaar oud / aanbevolen SPM 153) † Dit komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. * Streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretische maximum (HSmax). Bijvoorbeeld: de aanbevolen SHS van een 40-jarige voor de EXTREME HARTSLAG training is 153. De streefhartslag van het trainingsprogramma is 85 procent van het maximum, dus (220-40) x 0,85 = 153. 40 FITNESS TESTEN LIFE FITNESS FIT TEST Het programma Life Fitness Fit Test is een ander exclusief kenmerk van deze veelzijdige loopband. De training Fit Test meet de cardiovasculaire conditie en kan gebruikt worden om elke vier tot zes weken de vooruitgang van het uithoudingsvermogen te meten. De gebruiker moet de handsensors (indien aanwezig) vasthouden wanneer hiervoor een prompt verschijnt of een hartslagborstband dragen, daar de testscore berekend wordt op basis van een hartslagmeting. De duur van de training is vijf minuten op een helling van 5%. Onmiddellijk daarna meet het bedieningspaneel de hartslag van de gebruiker, berekent een conditiescore en geeft de score weer in het berichtengebied. De Fit Test wordt beschouwd als een submax VO2 (zuurstofvolume) test. Hij meet hoe goed het hart de werkende spieren van zuurstofrijk bloed voorziet, en hoe efficiënt die spieren zuurstof uit het bloed opnemen. Artsen en fysiologen beschouwen deze test in het algemeen als een goede meting van aërobe capaciteit. De Fit Test instellen: • Kies FITNESS TESTEN, LIFE FITNESS FIT TEST. • Doorloop de instellingsschermen voor de Fit Test, namelijk Gewicht, Leeftijd en Geslacht. Druk na elke keuze op INVOEREN om deze te registreren. (Na Geslacht hoeft u niet op Invoeren te drukken.) • Het instellingsscherm voor Snelheid verschijnt. (VOER SNELHEID IN ) (3,2 - 7,2 km/u). Raadpleeg de volgende tabel met aanbevolen Fit Test niveaus voor een geschikt inspanningsniveau gebaseerd op leeftijd, geslacht en activiteitsniveau. Druk na uw keuze op INVOEREN. Nadat de FIT TEST van vijf minuten is voltooid, wordt een FIT TEST score weergegeven. AANBEVOLEN INSPANNINGSNIVEAUS VAN HET Fit Test niveau voor loopband FIT TEST PROGRAMMA Inactief Actief Zeer actief 3,2 - 4,8 km/u 4,8 - 6,4 km/u 5,6 - 7,2 km/u OPMERKING: De helling van de loopband wordt 5% na één minuut opwarmen. De aanbevolen inspanningsniveaus moeten gebruikt worden als richtlijn voor het instellen van het Fit Test programma. Het doel is om de hartslag van de gebruikers te verhogen tot een niveau dat tussen 60%-85% van hun theoretische maximale hartslag is (220-leeftijd). Binnen elk aanbevolen bereik kunnen deze verdere richtlijnen worden gebruikt: Onderste helft van bereik Bovenste helft van bereik hogere leeftijd lagere leeftijd lager gewicht hoger gewicht* korter langer * In gevallen van zeer hoog gewicht de onderste helft van het bereik gebruiken. 41 De computer accepteert geen: • hartslag van minder dan 52 of meer dan 200 slagen per minuut • lichaamsgewicht van minder dan 34 kg of meer dan 181 kg • leeftijd onder de 10 of boven de 99 jaar • gegevens die het menselijk vermogen overschrijden Vergissingen bij het invoeren van gegevens voor de Fit Test kunt u corrigeren door op WISSEN te drukken, de juiste informatie in te voeren en op INVOEREN te drukken. Het is belangrijk dat de Fit Test steeds onder soortgelijke omstandigheden wordt uitgevoerd. Uw hartslag hangt af van vele factoren, zoals: • hoe lang u de vorige nacht hebt geslapen (minstens zeven uur wordt aanbevolen) • het tijdstip van de dag • het tijdstip van de laatste maaltijd (twee tot vier uur wachten na de laatste maaltijd wordt aanbevolen) • hoe lang geleden u een cafeïnehoudende drank of alcohol hebt gedronken of een sigaret hebt gerookt (minstens vier uur wachten wordt aanbevolen) • hoe lang geleden u voor het laatst getraind hebt (minstens zes uur wachten wordt aanbevolen) Voor het nauwkeurigste resultaat moet u de Fit Test op drie achtereenvolgende dagen uitvoeren en het gemiddelde van de drie scores nemen. OPMERKING: Om een goede Fit Test score te krijgen, moet u bij de training binnen een hartslagzone blijven die 60 tot 85 procent van het theoretische maximum (HSmax) is. Deze hartslag komt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd. De onderstaande tabellen geven Fit Test scores. RELATIEF CONDITIENIVEAU VOOR MANNEN Mannen Geschatte VO2 Max (ml/kg/min) per leeftijdscategorie Niveau 20-29 30-39 40-49 50-59 60+ Elite 52+ 51+ 48+ 45+ 42+ Uitstekend 50-51 48-50 46-47 42-44 39-41 Zeer goed 47-49 45-47 43-45 40-41 36-38 Boven gemiddelde 44-46 42-44 40-42 37-39 33-35 Gemiddeld 41-43 39-41 37-39 34-36 30-32 Onder gemiddelde 38-40 36-38 34-36 31-33 27-29 Laag 35-37 33-35 31-33 28-30 24-26 Zeer laag <35 <33 <31 <28 <24 42 RELATIEF CONDITIENIVEAU VOOR VROUWEN Vrouwen Geschatte VO2 Max (ml/kg/min) per leeftijdscategorie Niveau 20-29 30-39 40-49 50-59 60+ Elite 44+ 42+ 39+ 35+ 34+ Uitstekend 42-43 40-41 37-38 33-34 32-33 Zeer goed 39-41 37-39 35-36 31-32 30-31 Boven gemiddelde 37-38 35-36 32-34 29-30 28-29 Gemiddeld 34-36 32-34 30-31 27-28 25-27 Onder gemiddelde 31-33 29-31 27-29 25-26 23-24 Laag 28-30 27-28 25-26 22-24 20-22 Zeer laag <28 <27 <25 <22 <20 Life Fitness heeft deze conditieschaal ontwikkeld gebaseerd op de distributie (percentielen) van VO2 max waarnaar verwezen wordt in de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College of Sports Medicine (6th Ed. 2000). Hij is bedoeld om een kwalitatieve beschrijving te geven van de geschatte VO2 max van een gebruiker, en om het aanvankelijke conditieniveau te beoordelen en verbetering te volgen. FIT TESTS PLUS De Life Fitness loopband heeft aanvullende conditietests gebaseerd op specifieke vooraf vastgelegde protocollen, indien geactiveerd. (Zie hoofdstuk 5.1, Managersconfiguratie, Fit Test Plus voor informatie over het activeren van deze tests.) • FYSIEKE EFFICIËNTIETESTS: 2,5 km De fysieke efficiëntietests worden toegepast bij de Amerikaanse federale ordehandhaving, het Amerikaanse Federal Bureau of Investigation en andere federale organisaties voor het in dienst nemen en houden van personeel op federaal niveau. • GERKIN: Submaximaal VO2 Het Gerkin Protocol is een test met score voor submaximaal VO2 die wordt toegepast door de internationale vereniging van brandbestrijders om te bepalen of iemand in conditie is om bij de brandweer te werken. • NAVY PRT: 2,5 km Het hardloopgedeelte van de fysieke vaardigheidstest van de Amerikaanse marine is een afstandsdoel gebaseerd op de tijd waarin de vereiste afstand wordt afgelegd en wordt door de Amerikaanse marine en marineopleidingen gebruikt om aërobe capaciteit te meten. • AIR FORCE PRT: 2,5 km De fysieke vaardigheidstest van de Amerikaanse luchtmacht is een fysieke prestatietest die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. • ARMY PFT: 3 km De fysieke conditietest van het Amerikaanse leger is een fysieke prestatietest die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. • MARINES PFT: 5 km De fysieke conditietest van de Amerikaanse mariniers is een fysieke prestatietest die wordt gebruikt om het uithoudingsvermogen van de spieren en de conditie van hart en longen te beoordelen. 43 De scores voor deze tests zijn gebaseerd op tijd, leeftijd en geslacht. Om een van deze tests in te stellen, raakt u Fitness Test aan en kiest u de gewenste training. Als de gekozen test de NAVY of MARINES test is, verschijnt in het berichtengebied de vraag of de test onder een bepaalde hoogte plaatsvindt. Voor de NAVY test is de hoogte 1525 meter boven zeeniveau; en voor de MARINES test is de hoogte 1370 meter boven zeeniveau. Kies met de PIJLTOETSEN het juiste antwoord uit: “BOVEN 1525 meter” (NAVY) / “BOVEN 1370 meter” (MARINES) of “ONDER 1525 meter” (NAVY) / “ONDER 1370 meter”(MARINES). Doorloop de instellingsschermen voor de Fit Test, waaronder Gewicht, Leeftijd en Geslacht. Druk na elke invoer op INVOEREN. Begin vervolgens met de training. Om een juiste testscore te verzekeren, mag u de ingevoerde items niet veranderen wanneer de training eenmaal is begonnen. Als de streefafstand is bereikt, gaat het trainingsprogramma bij alle CONDITIETESTS behalve GERKIN over op een afkoelingsfase. De duur van deze fase hangt ervan af hoe lang het duurde om de test te voltooien. Voor minder dan vijf minuten is de afkoeling één minuut. Voor vijf tot 15 minuten is de afkoeling drie minuten. Voor langere tijden is de afkoeling vijf minuten. De gebruiker kan de afkoeling afbreken door op STOP te drukken. Wanneer de afkoeling is afgebroken of voltooid, verschijnen in het berichtengebied de tijd en een puntenscore voor de PEB, Army, Air Force en Marines test, of een kwalitatieve score, zoals UITSTEKEND, voor de Navy test. Voor de Gerkin test worden bij het overzicht van de training de tijd waarop de streefhartslag werd bereikt en 15 seconden lang werd aangehouden, en een omgezette waarde voor VO2 MAX in het BERICHTENGEBIED weergegeven. 4.4 EFFECTIEF HET TRAINEN OP DE LIFE FITNESS LOOPBAND NIVEAU SELECTEREN Bij het opstellen van training met HEUVEL, VERRASSING, SPORTTRAINING 5K en SPORTTRAINING 10K moet een niveau worden geselecteerd. Het woord “niveau” verwijst naar een hellingsbereik, uitgedrukt in percentage. De loopband heeft 20 niveaus, waarbij niveau 1 de kleinste gemiddelde hellingshoek heeft en niveau 20 de grootste. NIVEAU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 44 % helling 0,0 - 1,5 0,0 - 2,2 0,0 - 2,9 0,0 - 3,6 0,0 - 4,3 0,0 - 5,0 0,0 - 5,7 0,0 - 6,4 0,5 - 7,1 1,5 - 7,8 NIVEAU 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 % helling 2,0 - 8,5 3,0 - 9,2 3,5 - 9,9 5,0 - 10,6 5,5 - 11,3 6,5 - 12,0 7,0 - 12,7 8,0 - 13,4 8,7 - 14,1 9,0 - 15,0 Binnen elk niveau zijn er zeven hellingspercentages, of heuvels. Gedurende de training wordt elke heuvel op het scherm TRAININGSPROFIEL weergegeven als rijen lichtjes in de vorm van een kolom. Het aantal verlichte rijen in een kolom komt overeen met het hellingspercentage. Op niveau 5 is de kleinste helling bijvoorbeeld 0,0 procent, wat wordt weergegeven als één verlichte rij. De grootste helling, 4,3 procent, wordt weergegeven als een kolom met alle zeven rijen verlicht. In de trainingen HEUVEL en VERRASSING is de duur van deze variërende heuvels even lang, zoals werd besproken bij de beschrijving van de HEUVEL training. Wanneer een nieuwe heuvel in het trainingsprogramma verschijnt, verandert het hellingspercentage automatisch naargelang van die heuvel. Het niveau kan tijdens de training veranderd worden met de PIJLEN of het NUMERIEKE toetsenbord. AFKOELING Het unieke afkoelingsprotocol van Life Fitness past elke afkoeling automatisch aan op grond van de trainingsprestaties van de gebruiker. De duur en intensiteit van de afkoeling worden bepaald door factoren zoals snelheid, helling, duur en hartslag tijdens de training. 45 5 MENU SYSTEEMOPTIES 5.1 HET MENU SYSTEEMOPTIES GEBRUIKEN Managers van fitnessclubs en andere bevoegde personen kunnen de functie 'Systeemopties' gebruiken om standaardinstellingen te veranderen, om bepaalde programma's of schermen op het bedieningspaneel van de loopband te activeren of te deactiveren en om systeemcontroles uit te voeren. Houd de toets AFKOELING ingedrukt om naar de Systeemopties te gaan. Raak dan het pictogram van Life Fitness rechtsboven op het scherm tweemaal achter elkaar aan. SYSTEEMOPTIES - OVERZICHT SYSTEEMTEST Hiermee kunnen technici diagnoses van het systeem uitvoeren. OPMERKING: Deze tests mogen alleen worden uitgevoerd door (of op uitdrukkelijk voorschrift van) een hiervoor opgeleide Life Fitness servicemonteur. SYSTEEMTESTMENU 1 SYSTEEMTESTMENU 2 Test systeemcomm Test Smart Stop Motormodules Test CSAFE netwerk Test toetsenblok Test real-time klok Lifepulse test EEPROM test Telemetrietest Test Engineering INFORMATIE Gegevens over systeemgebruik van hoofdmotor. Hiermee heeft bevoegd personeel toegang tot gegevens over machinegebruik (statistische gegevens en gebruikslogboek). Alle andere informatie is voor gebruik door hiervoor opgeleide Life Fitness servicemonteurs. Statistieken Gebruikslogboek Softwareversies Scherm met datum en tijd Informatie over hoofdmotor Systeemfouten Informatie over hefmotor Informatie over onderhoud CONFIGURATIE Hiermee krijgt u toegang tot de configureerbare instellingen van het toestel. Configuraties die alleen door bevoegde monteurs veranderd mogen worden, hebben wachtwoordbeveiliging. Manager Touchscreenconfiguratie Fabrikant (wachtwoordbeveiliging) Klok Tv / FM-radio (indien waargenomen) 46 ONDERHOUD Hiermee kunnen monteurs vervangingsonderdelen indienen. Alleen te gebruiken door bevoegde servicemonteurs. Band en platform vervangen Stopschakelaar vervangen Bedieningspaneel vervangen Dekrand vervangen Motorregelaar vervangen Hoofdmotor vervangen Kaart van was/hefsysteem vervangen Hefmotor vervangen 5.2 CONFIGURATIEMENU MANAGER Hiermee kan de manager standaardinstellingen voor het toestel instellen, de duur van de training configureren, de standby instellen en aangepaste berichten programmeren. Wanneer Manager wordt gekozen, verschijnt Managersconfiguratie 1. De knop Voorwaarts rechtsonder op het scherm opent Managersonfiguratie 2. Managersconfiguratie 1 gaat naar de standaardinstellingen voor Taal, Eenheden (Engels of Metriek), Maximum- en Minimumsnelheid, Configuratie trainingsduur en Standby-configuratie. Managersconfiguratie 2 gaat naar de standaardinstellingen voor Geklommen afstand, Fit Test Plus, Telemetrie, Pauzeduur, Max % helling, Onderhoud wasmondstuk (indien geactiveerd), Systeemtonen, Smart Stop, Versnellingstempo en Vertragingstempo, Aangepast bericht opstellen, Programmerings-timeout en Marathonmodus. STANDAARDINSTELLINGEN MAKEN Raak de desbetreffende keuzerondjes aan om tussen instellingen heen en weer te gaan. Gebruik de pijltoetsen om variabele standaardwaarden te wijzigen. Raak STANDAARDINSTELLINGEN aan om alle waarden naar de oorspronkelijke fabrieksinstellingen terug te brengen. Zie tabel 5.2 voor een overzicht van aanpasbare configuraties en fabriekinstellingen van de Life Fitness loopband. 1) MANAGERSCONFIGURATIE 1 GEBRUIKERSTAAL Om de optie Gebruikerstaal te activeren, kiest u de knop Gebruikerstaal om naar het scherm Gebruikerstaal instellen te gaan. Verander de modus van UIT naar AAN. Kies de talen die u beschikbaar wilt hebben voor gebruikersinteractie. Nadat de gebruiker het welkomstscherm heeft aangeraakt om te beginnen, verschijnt het scherm Gebruikerstaal kiezen waarin de gebruiker verzocht wordt om een taal te kiezen of om Snelstart aan te raken om een training te beginnen. Het is niet nodig om een taal te kiezen om een training te beginnen. U kunt gewoon op Snelstart drukken om een training te beginnen. Het toestel keert terug naar het welkomstscherm als er binnen de standaard programmeringstimeout geen taal is gekozen of Snelstart niet is aangeraakt. De volgende talen zijn beschikbaar: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Japans, Nederlands, Spaans, Portugees en Turks. 47 CONFIGURATIE TRAININGSDUUR Met deze functie kan de club de maximale trainingsduur verschillend instellen voor drukke en minder drukke tijden gedurende de dag. De real-time klok moet juist zijn om deze functie volledig te benutten. Raadpleeg hoofdstuk 1.3, De klok instellen. Basisconfiguratie trainingsduur: Hiermee kan de manager een maximale trainingslimiet instellen. Ga naar de Managersconfiguratie 1 en kies BASISCONFIGURATIE TRAININGSDUUR. In de standaard basisconfiguratie is de maximale trainingsduur ingesteld op 99 minuten. De duur kan met de pijl omhoog of omlaag worden veranderd. Geavanceerde configuratie trainingsduur: Hiermee kan de trainingsduur worden ingesteld voor piekuren en niet-piekuren.. Er kunnen maximaal twee piekperioden worden ingesteld. Ga naar de Managersconfiguratie en kies GEAVANCEERDE CONFIGURATIE TRAININGSDUUR. Stel met de pijltoetsen omhoog of omlaag een maximale trainingsduur in voor zowel piek- als niet-piektijden. Geef vervolgens met Piektijd 1 en desgewenst Piektijd 2 de begin- en eindtijd van piekuren aan. Alle tijdsperioden die niet als Piektijd zijn aangegeven worden automatisch als Niet-piektijd beschouwd. Programmerings-timeout: Hiermee wordt ingesteld hoe lang de gebruiker erover kan doen om de training in te stellen zonder het touchscreen aan te raken voordat het bedieningspaneel naar het welkomstscherm teruggaat. De instelling van de programmerings-timeout kan tussen 20 en 255 seconden zijn. De standaardwaarde voor het toestel is 60 seconden. STANDBY-CONFIGURATIE Deze functie schakelt de achtergrondverlichting van het LCD-scherm automatisch op bepaalde tijden uit en in, gewoonlijk bij het openen en sluiten van het centrum. Hiermee kan de achtergrondverlichting ook worden uitgezet wanneer er geen activiteit is. De real-time klok moet juist zijn om deze functie volledig te benutten. Raadpleeg hoofdstuk 1.3, De klok instellen. De uren en minuten voor beide functies worden weergegeven in tijd van 0:00 tot 23:59. Inactiviteitstimer — Kies onder Standby-configuratie INACTIVITEITSTIMER en raak dan AAN aan. Hiermee wordt ingesteld hoe lang het systeem inactief moet zijn voordat de achtergrondverlichting van het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld. De verlichting van het LCD-scherm wordt weer ingeschakeld zodra de volgende activiteit wordt waargenomen. Raak UIT aan om de inactiviteitstimer uit te schakelen. Automatisch uit / Automatisch aan — Kies onder Standby-configuratie AUTOMATISCH UIT/AUTOMATISCH AAN en raak dan AAN aan. Stel de gewenste Aan- en Uit-tijden in op de desbetreffende schermgebieden en geef perioden aan waarin de achtergrondverlichting van het LCD-scherm automatisch aan- en uitgaat. Als het apparaat gedurende een aangegeven “uit”periode geactiveerd wordt, gaat de achtergrondverlichting van het LCD-scherm weer uit na 1 minuut zonder activiteit. Raak UIT aan om Automatisch uit/Automatisch aan uit te schakelen. 2) MANAGERSCONFIGURATIE 2 VERSNELLINGS- EN VERTRAGINGSTEMPO Met deze configuraties kan de tijd die het duurt om de loopband op snelheid te brengen, verlengd of verkort worden. Het tempo kan tussen 1 en 5 worden ingesteld in stappen van één; hierbij is 1 het laagste tempo (het duurt het langst) en 5 het hoogste tempo (het duurt het kortst). Gebruik de pijltoetsen om de waarde bij te stellen. 48 AANGEPAST BERICHT In deze configuratie kan een aangepast bericht in het welkomstscherm worden weergegeven. Een aangepast bericht maken/wijzigen - In het scherm Aangepast bericht opstellen kan een bericht worden ingetoetst met het schermtoetsenbord. Gebruik de knop Shift om speciale tekens en hoofdletters in te voeren. Het bericht schuift langs de bovenkant van het scherm naarmate het bericht wordt ingevoerd en geeft real-time feedback. Een aangepast bericht accepteren — Om het aangepaste bericht te accepteren, hoeft u alleen maar de knop Hoofdmenu aan te raken. Een aangepast bericht wissen — Om een aangepast bericht te wissen, gaat u naar het scherm Aangepast bericht opstellen. Raak Wis bericht en vervolgens Hoofdmenu aan. FIT TEST PLUS Raak AAN aan om de zes aanvullende militaire conditietests te activeren. Als Fit Test Plus UIT staat, is de enige conditietest die verschijnt de Life Fitness Fit Test. MARATHONMODUS De Marathonmodus heeft geen vooringesteld of instelbaar doel. In deze modus kan de gebruiker onbeperkt trainen. Een training in de Marathonmodus, indien geactiveerd, eindigt alleen als de gebruiker kiest om hem te beëindigen of als een stopsysteem wordt ingeschakeld. AANGEPASTE TRAININGEN Opent het configuratiescherm voor aangepaste trainingen, waar u elk van de 6 aangepaste trainingen kunt bewerken en een naam geven. Kies de naam van de aangepaste training om de naam van de aangepaste training te veranderen. U kunt uit twee soorten aangepaste trainingen kiezen: Snelheid/Helling en Streefhartslag. Kies Snelheid/Helling als u wilt dat de snelheid of helling of beide tijdens de aangepaste training veranderen. Kies Streefhartslag als u wilt dat de streefhartslag tijdens de aangepaste training verandert. Kies de streefduur van de training (totale trainingsduur) voor uw aangepaste training. Met de pijltoetsen aan de rechterkant van het scherm kunt u de waarde van het item (snelheids-, hellings- of streefhartslagpercentage) voor het gegeven segment veranderen. Het aantal intervallen is altijd 30; dus voor snelheids/hellingstrainingen is de lengte van elk interval gelijk aan de gekozen duur gedeeld door 30. Voor streefhartslagtrainingen kunt u maximaal 30 verschillende streefhartslagen hebben. Wanneer u de streefhartslag van het huidige segment bereikt, activeert de training de streefhartslag van het volgende segment. Bij snelheids-/hellingstrainingen wordt elk interval geïdentificeerd door de tijd waarop het tijdens de training optreedt. Bij streefhartslagtrainingen wordt elk interval geïdentificeerd door een getal (1 -30). Als Snelheid/Helling wordt gekozen, verschijnen er twee grafieken (een voor snelheid en een voor helling) waarop elk interval wordt weergegeven. Bij streefhartslagtraining verschijnt één grafiek waarop elk interval wordt weergegeven. Met de pijltoetsen onder het woord Interval kunt u de intervallen veranderen. U kunt de aangepaste training na het bewerken opslaan door op de knop OK te drukken. Druk op de knop Annuleren als u de aangepaste training niet wilt opslaan. Druk op de knop Training wissen om de aangepaste training te verwijderen. 49 TV / FM-RADIO (INDIEN WAARGENOMEN) Opent het configuratiescherm Tv / FM-radio, waar u de opties voor tv en FM-radio-ontvangst kunt instellen en aanpassen. TV INSTELLEN Opent het scherm Tv instellen waar helderheid, contrast, verzadiging en tint kunnen worden aangepast. Hiermee kunnen ook tv-formaat, antenne-instelling en kanaalinstelling worden gekozen. Kanalen instellen: kies Kanaal instellen, Auto, Start. Optie Alleen audio: nu is alleen de tv-audio te horen. Tv-video is gedeactiveerd. Een ongewenst kanaal verwijderen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te verwijderen kanaal te kiezen, raak Wissen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto. Een kanaal herstellen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te herstellen kanaal te kiezen, raak Toevoegen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto. De beeldinstelling aanpassen: Helderheid, Contrast, Verzadiging en Tint kunnen met de desbetreffende pijltoetsen worden aangepast. Raak Standaard aan om de standaardinstellingen van het toestel te herstellen. Max volume instellen: Opent de knoppen Max Volume. (Voor deze functie moeten hoofdtelefoons worden gebruikt.) De bovenste pijlen stellen de volumecapaciteit hoger of lager in, zodat clubs het gemiddelde geluidsniveau binnen kunnen compenseren. Het maximale volume gaat na elke training terug naar deze standaardinstelling. De volumepijlen Omlaag en Omhoog regelen het volume van het toestel voor het actuele gebruik. Nadat een sessie is beëindigd, gaat het toestel terug naar een gemiddeld volume dat overeenkomt met het maximale ingestelde volume. FAVORIETE TV-KANALEN Opent het configuratiescherm Favoriete kanalen. Er kunnen maximaal 9 favoriete kanalen worden opgeslagen zodat u er tijdens een training snel toegang toe hebt. Deze functie kan aanof uitgezet worden. OPMERKING: Er wordt aanbevolen kanalen in te stellen met de automatische instellingsprocedure, zoals aangegeven in TV INSTELLEN, voordat u probeert favoriete kanalen in te stellen. Een favoriet kanaal instellen: Raak het keuzerondje AAN aan, raak de keuzeknop naast het gewenste invoervenster aan, raak Voer naam in aan, voer de naam van het kanaal in met het schermtoetsenbord, raak OK aan om de naam van het kanaal te accepteren, en kies het gewenste kanaal met de PIJLTOETS Omhoog of Omlaag. Ga desgewenst verder en stel maximaal 9 favoriete kanalen in. Raak OK aan om de kanalen in het geheugen in te voeren. 50 TV-KANALEN NAAM GEVEN/SORTEREN Opent het configuratiescherm Kanalen naam geven/sorteren. Hiermee kan de manager van het centrum de volgorde van de lijst met tv-kanalen aanpassen. Deze functie kan aan- of uitgezet worden. OPMERKING: Er wordt aanbevolen kanalen in te stellen met de automatische instellingsprocedure, zoals aangegeven in TV INSTELLEN, voordat u probeert favoriete kanalen in te stellen. Een item in een lijst met kanalen instellen: Raak het keuzerondje AAN aan, raak de keuzeknop naast het gewenste invoervenster aan, raak Voer naam in aan, voer de naam van het kanaal in met het schermtoetsenbord, raak OK aan om de naam van het kanaal te accepteren, en kies het gewenste kanaal met de PIJLTOETS Omhoog of Omlaag. Ga desgewenst verder met het instellen van de lijst met kanalen. Raak OK aan om de kanalen in het geheugen in te voeren. Validatie: Met het validatie-aankruisvakje wordt het bekijken van het kanaal in de lijst aan- of uitgezet. Raak het aankruisvakje aan om het kanaal in te schakelen. Als Kanaal naam geven / sorteren en Favoriete kanalen beide geactiveerd zijn, worden de kanalen die niet in Kanaal naam geven / sorteren zijn aangemerkt als geldig (geactiveerd) uit de Favoriete kanalen verwijderd. Kanalen wisselen: Om kanalen in de lijst met kanalen te wisselen, raakt u Kanalen wisselen aan. Raak het keuzerondje naast het gewenste kanaal aan. Het venster Kanalen wisselen verschijnt, met daarin het kanaal dat u gekozen hebt om te wisselen. Kies met de pijltoetsen Omhoog of Omlaag het tweede kanaal dat u met het vorige kanaal wilt wisselen. Raak de wisselknop aan om de informatie over de gewisselde kanalen te bekijken. Druk op OK om het wisselen van de kanalen te bevestigen of op ANNULEREN om af te sluiten zonder kanalen te wisselen. BEVEILIGD KANAAL Opent het scherm Beveiligd kanaal instellen. Indien deze functie geactiveerd is, kan één bestaand invoerkanaal gekozen worden als speciaal kanaal om te gebruiken voor nietuitgezonden programma’s. Raak de knop Kanaal veranderen aan om naar het gewenste kanaal omhoog of omlaag te schuiven. Raak de knop Naam veranderen aan om met het schermtoetsenbord een naam voor het beveiligde kanaal in te voeren. Indien deze functie geactiveerd is, kan een wachtwoord aan het kanaal worden toegewezen om toegang tot het kanaal verder te beveiligen. 51 FM-RADIO INSTELLEN (ALS TUNER WORDT WAARGENOMEN) Opent het scherm FM-radio instellen waar u FM-kanalen kunt instellen. Deze functie kan aan- of uitgezet worden. Kanalen instellen: kies Kanaal instellen, Auto, Start. Een ongewenst kanaal verwijderen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te verwijderen kanaal te kiezen, raak Wissen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto. Een kanaal herstellen: Kies Kanaal instellen, Manueel, gebruik de kanaalknoppen om het te herstellen kanaal te kiezen, raak Toevoegen aan en breng de kanaalinstelling terug naar Auto. TOUCHSCREENCONFIGURATIE Volg de instructies op het scherm om het touchscreen opnieuw te kalibreren. Wanneer u klaar bent, kunt u het scherm op een willekeurige plaats aanraken om naar het Hoofdmenu terug te gaan. KLOK De klok/datum instellen: Stel de tijd in met de pijltoetsen omhoog en omlaag en kies vervolgens de knop AM of PM. Zoek de juiste maand en het juiste jaar op met de knoppen Vorige maand en Volgende maand om de datum op de kalender in te stellen. Raak de juiste dag op de kalender aan. Kies OK om te accepteren. Raak Annuleren aan om de veranderingen te weigeren en naar het Hoofdmenu terug te gaan. 52 5.3 CONFIGURATIE-INSTELLINGEN MANAGERSCONFIGURATIE 1 INSTELLING STANDAARD BESCHRIJVING TAAL ENGELS De taal van het Berichtencentrum. De keuzemogelijkheden zijn Portugees, Spaans, Nederlands, Japans, Italiaans, Frans, Duits en Turks. GEBRUIKERSTAAL UIT Als deze optie geactiveerd is, kan de gebruiker een taal kiezen om gedurende de training te gebruiken. Zie het onderwerp Gebruikerstaal in dit hoofdstuk. ENGELSE/METRIEKE EENHEDEN ENGELS De maateenheden voor gewicht, afstand en snelheid. MAXIMUMSNELHEID 19,2 (km/u) voor 95Te 24 (km/u) voor 97Te Dit is de hoogste snelheid waarop de loopband kan draaien. MINIMUMSNELHEID 0,8 (km/u) Dit is de laagste snelheid waarop de loopband kan draaien. TRAININGSDUUR UIT Met deze functie kan de manager van een fitnessclub een uiterste trainingsduur instellen voor drukke en minder drukke tijden in de club. Als de instelling uit staat, is geen uiterste duur ingesteld. Zie het onderwerp in hoofdstuk 5.1, Configuratie trainingsduur. STANDBY-CONFIGURATIE UIT Inactiviteitstimer: Hiermee kan de achtergrondverlichting van het LCD-scherm worden uitgezet wanneer er geen activiteit is. Zie Hoofdstuk 5.1, Standby-configuratie. Automatisch uit / automatisch aan: Hiermee kan de achtergrondverlichting van het LCD-scherm op bepaalde tijden worden uit- en aangezet. Zie Hoofdstuk 5.1, Standby-configuratie. MANAGERSCONFIGURATIE 2 INSTELLING STANDAARD BESCHRIJVING WEERGAVE GEKLOMMEN AFSTAND UIT De totale geklommen afstand, gebaseerd op de helling en snelheid van de loopband. FIT TEST PLUS UIT Wanneer Fit Test Plus wordt uitgezet, is alleen de Life Fitness Fit Test toegankelijk. Wanneer deze functie wordt aangezet, zijn de andere 6 militaire conditietests toegankelijk. TELEMETRIE AAN Wanneer de telemetriefunctie is ingeschakeld, kunt u met de met Polar® compatibele Hartslagzonetraining borstband de hartslag meten. PAUZEDUUR 1 (minuut) Hoe lang het toestel inactief kan zijn voordat het naar het welkomstscherm teruggaat. MAXIMAAL % HELLING 15,0 Met deze optie verandert de maximale hellingshoek tot een waarde onder 15 procent. SMART STOP AAN Deze functie onderbreekt de training automatisch wanneer de gebruiker van de band stapt. VERSNELLINGSTEMPO 3 Het tempo waarin de snelheid van de loopband toeneemt tot de gekozen snelheid, variërend van 1 (langzaam) tot 5 (snel). AANGEPAST BERICHT OPSTELLEN AAN Zie Aangepast bericht opstellen in dit hoofdstuk. PROGRAMMERINGS-TIMEOUT 60 seconden Hoe lang de gebruiker erover kan doen om de training in te stellen zonder het touchscreen aan te raken voordat het bedieningspaneel naar het welkomstscherm teruggaat. VERTRAGINGSTEMPO 3 Het tempo waarin de snelheid van de loopband afneemt tot de gekozen snelheid, variërend van 1 (langzaam) tot 5 (snel). 53 6 ONDERHOUD 6.1 TIPS EN TECHNISCHE GEGEVENS VOOR PREVENTIEF ONDERHOUD De Life Fitness loopband steunt op de technische bekwaamheid en betrouwbaarheid van Life Fitness en is een van de sterkste en meest probleemloze trainingsapparaten die op dit moment verkrijgbaar zijn. Commerciële Life Fitness loopbanden behoren tot de populairste aërobe trainingsapparaten; zij weerstaan langdurig gebruik - 18 uur per dag, zeven dagen per week - in fitnessclubs, universiteiten en militaire instellingen overal ter wereld. OPMERKING: De veiligheid van de apparaten kan alleen gehandhaafd blijven als ze regelmatig op beschadiging en slijtage worden gecontroleerd. Stel de apparaten buiten gebruik totdat defecte onderdelen gerepareerd of vervangen zijn. Let vooral op onderdelen die slijtagegevoelig zijn, zoals hieronder aangegeven. De volgende tips voor preventief onderhoud zullen ervoor zorgen dat de Life Fitness loopband optimaal blijft werken: • Maak het bedieningspaneel en de hele buitenkant regelmatig schoon met zacht zeepsop of een mild reinigingsmiddel. Gebruik uitsluitend een zachte katoenen doek. Breng vóór het schoonmaken reinigingsmiddel op de katoenen doek aan. Gebruik GEEN ammonia of zuurhoudende reinigingsmiddelen. Gebruik GEEN agressieve reinigingsmiddelen. Gebruik GEEN keukenrol en breng de reinigingsmiddelen NIET rechtstreeks op het oppervlak van de apparatuur aan.* • Controleer elke week de werking van het noodstopsysteem. • Controleer elke week de werking van de stopknop en de stopmagneet. • De ruimte rondom en onder het apparaat moet regelmatig geïnspecteerd en gestofzuigd worden. • Stofzuig regelmatig rondom de loopband om vuilophoping te voorkomen. • Inspecteer de buitenkant regelmatig op slijtage, vooral de band, het platform en het netsnoer. • Controleer of het toestel goed waterpas staat. • Controleer de sporing (uitlijning) van de band. De optimale positie van de loopband is tussen 38 mm en 51 mm van de zijkanten van het frame. Zie hoofdstuk 6.6, De loopband bijstellen en spannen, of neem contact op met de klantendienst van Life Fitness voor instructies over het uitlijnen van de loopband als die van deze positie afwijkt, tel. 1-800-351-3737 (VS). *OPMERKING: Voor het schoonmaken van het toestel worden een niet-schurend reinigingsmiddel en een zachte katoenen doek aanbevolen. Nooit mag een reinigingsmiddel direct op enig deel van de apparatuur worden aangebracht; gebruik een niet-schurend reinigingsmiddel op een zachte doek en veeg het toestel daarmee schoon. Neem contact op met de klantendienst van Life Fitness voor verdere bijzonderheden (zie hoofdstuk 6.7 - “Productservice”). 54 6.2 SCHEMA VOOR PREVENTIEF ONDERHOUD Volg het onderstaande schema om de juiste werking van het toestel te verzekeren. ITEM WEKELIJKS MAANDELIJKS DRIEMAANDELIJKS HALFJAARLIJKS JAARLIJKS BEDIENINGSPANEEL Bevestigingsmateriaal Inspecteren Overlay Schoonmaken Bekers (accessoire) Schoonmaken Inspecteren Inspecteren Stopschakelaar Schoonmaken Inspecteren Noodschakelaar/ magneet Schoonmaken Inspecteren HANDGREEP Bevestigingsmateriaal Inspecteren TM Ergo voorste handgreep Schoonmaken Inspecteren Zijleuningen Schoonmaken Inspecteren Lifepulse sensors Reinigen/ inspecteren Smart Stop deksel Reinigen/ inspecteren FRAME Bevestigingsmateriaal Motorkap Inspecteren Schoonmaken Ruimte voor elektronica van motor Stofzuigen Inspecteren Aandrijfriem Inspecteren Antistatische beugel van aandrijfriem Inspecteren Antistatische snoeren Inspecteren Verstelbare poten Inspecteren/ afstellen Voorste rol Inspecteren Achterste rol Zijkanten om op te staan Inspecteren Schoonmaken Inspecteren ALGEMEEN Machine waterpas *Inspecteren Loopband uitgelijnd Inspecteren Frame, teenbeschermers, eindkappen Tinsel Visueel inspecteren Visueel inspecteren als loopband verplaatst is Tinsel vervangen als band en platform worden vervangen *Inspecteren met waterpasinstrument 55 6.3 PROBLEMEN Werkt niet Geen stroom MET DE LOOPBAND Mogelijke oorzaak Maatregel Aan/uit-schakelaar. Zet de schakelaar in de stand AAN. Voedingsbron onvoldoende. Sluit de loopband aan op een specifiek circuit van 20 A. Raadpleeg de gebruikershandleiding. Controleer de spanning bij het stopcontact met een voltmeter. Als er geen spanning is, de zekering bij het paneel terugstellen. Beschadigd netsnoer. Vervang het netsnoer. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. Netsnoer niet goed op contact aangesloten. Inspecteer of de aansluiting bij het wandstopcontact en bij de machine goed contact maakt. Doorgeslagen zekering. (Alleen internationale apparaten) Controleer of de zekering niet openstaat. Zo ja, stel de zekering dan terug. De zekering bevindt zich aan de buitenkant van de loopband, naast de AAN/UIT-schakelaar. De zekering is een ronde schijf met een witte knop. De witte knop springt naar buiten. Druk op het midden van de witte knop om de zekering terug te stellen. * Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen. 56 PROBLEMEN MET DE LOOPBAND (VERVOLG) Storing Loopband loopt niet in het midden Mogelijke oorzaak Ongelijke vloer. Maatregel Controleer de verstelbare poten en zet de loopband waterpas. Controleer de loopband en span hem zo nodig opnieuw. Raadpleeg hoofdstuk 6.5, "De loopband bijstellen en spannen". Maximumsnelheid is verminderd Gebruiker duwt de loopband. Dit gebeurt wanneer de gebruiker sneller rent dan de loopband loopt, zodat de loopband door de voeten van de renner wordt voortgeduwd. Verzoek gebruikers de loopband in geen van beide richtingen te duwen. Gebruiker houdt de loopband tegen. Dit gebeurt bij zwaardere gebruikers bij lagere snelheden van de loopband. De loopband “hapert” als de gebruiker langzamer loopt dan de snelheid van de loopband. Schurend geluid onder de machine Scherm wordt niet verlicht wanneer de machine wordt aangezet Storing in loopband/platform. De deklaag van het platform is doorgesleten of de onderkant van de loopband is verglaasd (hard, glanzend). Vervang de band en het platform. Voedingsbron onvoldoende. Sluit de loopband aan op een specifiek circuit van 20 A. Er kunnen vreemde voorwerpen onder de machine vastzitten. Inspecteer onder de loopband en machine. Verwijder alle rommel of voorwerpen die de werking van de loopband kunnen belemmeren. Tinsel is onjuist geïnstalleerd. Verplaats tinsel aan de buitenkant van de loopband. Voedingsbron onvoldoende. Sluit de loopband aan op een specifiek circuit van 20 A. Losse 10-pens verbinding bij bedieningspaneel of regelpaneel van was/hefsysteem. Controleer of alle elektrische aansluitingen goed bevestigd zijn. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. * Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen. 57 PROBLEMEN MET DE LOOPBAND (VERVOLG) Storing Het toestel wordt willekeurig teruggesteld of pauzeert Mogelijke oorzaak Maatregel Voedingsbron onvoldoende. Sluit de loopband aan op een specifiek circuit van 20 A. Beschadigde aardepin van netsnoerstekker. Vervang het netsnoer. Netsnoer niet goed op stopcontact aangesloten. Inspecteer of de aansluiting bij het wandstopcontact en bij de machine goed contact maakt. Noodstopmagneet niet ingeschakeld. Schakel de noodstopmagneet opnieuw in. Een handdoek of ander voorwerp kan contact met de stopschakelaar maken terwijl de gebruiker rent. Verwijder alle mogelijke obstructies van het bedieningspaneel en de handgreep. Een handdoek of ander voorwerp kan de Smart Stopsensor bedekken. Verwijder alle mogelijke obstructies van het bedieningspaneel en de handgreep. De stopschakelaar wordt met zeer lichte druk geactiveerd of komt langzaam omhoog nadat hij is ingedrukt. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. Kabel van stopschakelaar maakt geen goed contact. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. Hoofddraadboom beklemd. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. Open weg naar aarde. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. Inspecteer het Smart Stopsysteem. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness. * Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen. 58 6.4 DE PROBLEMEN MET DE OPTIONELE HARTSLAGBORSTBAND HARTSLAGMETING IS ONREGELMATIG OF VOLLEDIG AFWEZIG Storing Mogelijke oorzaak De hartslagmeting is onregelmatig of volledig afwezig De elektroden van de bandzender zijn niet nat genoeg om nauwkeurige hartslagwaarden te registreren. Maak de elektroden van de bandzender nat (zie hoofdstuk 3.2). De elektroden van de bandzender liggen niet plat op de huid. Controleer of de elektroden van de bandzender plat op de huid liggen (zie hoofdstuk 3.2). De bandzender moet schoongemaakt worden. Was de bandzender met zacht zeepsop. De bandzender is niet op minder dan een meter afstand van de hartslagontvanger. Controleer of de zender van de borstband op minder dan een meter afstand van de hartslagontvanger is. De batterij van de borstband is leeg. Neem contact op met de klantendienst* van Life Fitness voor instructies over het vervangen van de borstband. Elektromagnetische storing door televisies en/of antennes. Verplaats de loopband enkele centimeters van de mogelijke oorzaak af, of verplaats de mogelijke oorzaak enkele centimeters van de loopband, totdat de hartslagwaarden juist zijn. Abnormaal hoge hartslagwaarden Elektromagnetische storing door mobiele telefoons. Elektromagnetische storing door computers. Maatregel Elektromagnetische storing door auto's. Elektromagnetische storing door hoogspanningsleidingen. Elektromagnetische storing door door een motor aangedreven trainingstoestellen. Elektromagnetische storing door een andere hartslagzender op minder dan een meter afstand. * Zie hoofdstuk 6.6, Productservice, voor informatie over hoe u contact kunt opnemen. 59 6.5 DE LOOPBAND BIJSTELLEN EN SPANNEN Verplaats de loopband niet en plaats uw handen er niet onder terwijl hij op een stopcontact is aangesloten. DE SPANBOUTEN VAN DE BAND Hiervoor is een zeskantsleutel van 5/16 inch nodig. De beschermkappen van de achterrol van de Life Fitness loopband hebben openingen waardoor u bij de spanbouten kunt komen. Met deze spanbouten kunnen de sporing en uitlijning van de loopband (A) worden bijgesteld zonder de beschermkappen te verwijderen. OPMERKING: Het is zeer belangrijk dat de loopband goed horizontaal staat voordat de sporing wordt bijgesteld. Een onstabiel apparaat kan scheeflopen van de loopband veroorzaken. Zie het onderwerp “De Life Fitness loopband stabiel zetten” in hoofdstuk 1.2, Installatie, alvorens te proberen de achterrol bij te stellen. Voordat u verdergaat, moet u aan het scharnierpunt (C) van de ACHTERROL (B) denken. Telkens wanneer de ROL aan de ene kant wordt bijgesteld, moet hij aan de andere kant in de tegenovergestelde richting (D) evenveel worden bijgesteld om een ideale spanning op het scharnierpunt van de rol te handhaven. DE LOOPBAND UITLIJNEN (CENTREREN) Voor deze procedure moet u met twee personen zijn. 1 In elke beschermkap van de achterrol zijn twee openingen voor de spanbouten voor de band. 2 Laat iemand boven de loopband staan, met de voeten aan weerskanten op het platform. Deze persoon drukt op MANUEEL en stelt de snelheid van de band in op 6,4 km/u. 3 Als de band naar rechts afwijkt, draait deze persoon de rechter spanbout een kwartslag naar rechts en vervolgens de linker spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het midden van de rol loopt. Als de band naar links afwijkt, de linker spanbout een kwartslag naar rechts draaien en vervolgens de rechter spanbout een kwartslag naar links zodat de band weer over het midden van de rol loopt. 4 Herhaal deze bijstellingen tot de loopband over het midden loopt. Laat de machine enkele minuten lang op 6,4 km/u draaien om te zien of hij goed blijft sporen. OPMERKING: Draai de stelschroeven niet meer dan een volle slag in elke richting. Neem contact op met de klantendienst als de band na een volle slag nog niet goed spoort. De telefoonnummers staan in hoofdstuk 6.7, Productservice. 60 EEN 1 BESTAANDE LOOPBAND SPANNEN Ga naar de manuele training en laat de loopband vijf minuten op 8,0 km/u lopen. OPMERKING: REN OF LOOP NIET OP DE LOOPBAND. 2 Verminder de snelheid tot 3,2 km/u. Wandel op de loopband. Pak de leuningen stevig vast en oefen met uw voeten kracht uit op de loopband, bij de motorkap, tegen de richting van de bewegende band in. Ga naar stap 3 als de band slipt. Als hij niet slipt, is de spanning juist. 3 Stop de loopband met de STOP-toets. Draai de spanbouten aan weerskanten een kwartslag naar rechts. 4 Herhaal STAP 2 en 3 totdat de band niet meer slipt. Draai de spanbouten niet verder dan een volledige slag (vier kwartslagen) per kant om de spanning van de band bij te stellen. 5 Ga naar de MANUELE training en laat de loopband op 3,2 km/u lopen om te controleren of hij goed spoort (zie hoofdstuk 6.5 “De loopband bijstellen en spannen”). Zie het onderwerp De loopband uitlijnen (centreren) op de vorige pagina als de loopband naar links of rechts afwijkt. Draai de spanbouten niet te strak aan bij het afstellen van de band. Als de bouten te strak worden aangehaald, kunnen de band of rollagers worden uitgerekt of beschadigd. Draai de bouten niet meer dan een volle slag in elke richting. 6.6 PRODUCTSERVICE 1. Verifieer het symptoom en lees de bedieningsinstructies door. Het probleem kan zijn dat u niet vertrouwd bent met het toestel en zijn functies en trainingen. 2. Zoek het serienummer van het toestel op en noteer het. U kunt het vinden op een plaatje bij de aan/uit-schakelaar. 3. Neem contact op met de dichtstbijzijnde klantendienst van Life Fitness: Voor productservice binnen de VS en Canada: Telefoon: (+1) 847.451.0036 FAX: (+1) 847.288.3702 Kosteloos telefoonnummer: 800.351.3737 Voor internationale productservice: Life Fitness Europe GmbH Telefoon: (+49) 089.317.751.66 FAX: (+49) 089.317.751.38 Life Fitness (UK) LTD Telefoon: (+44) 1353.665.507 FAX: (+44) 1353.666.719 Life Fitness Atlantic BV (Europa, Midden-Oosten en Afrika, behalve plaatselijke Life Fitness-kantoren) Life Fitness Benelux Telefoon: (+31) 180.646.666 FAX: (+31) 180.646.699 Life Fitness Italia S.R.L. Telefoon: 800.438.836 FAX: (+39) 0457.238.197 Life Fitness Austria Vertriebs GmbH Telefoon: (+43) 1615.7198 FAX: (+43) 1615.7198 62 Life Fitness Asia Pacific Ltd (Azië en Australië, behalve plaatselijke Life Fitness-kantoren) Telefoon: (+852) 2891.6677 FAX: (+852) 2575.6001 Life Fitness Latin America and Caribbean Telefoon: (+1) 847.288.3964 FAX: (+1) 847.288.3886 Life Fitness do Brazil Telefoon: (+55) 11.4193.8282 FAX: (+55) 11.4193.8283 Life Fitness Japan Telefoon: (+81) 3.3359.4309 FAX: (+81) 3.3359.4307 Life Fitness Iberia (Spanje) Telefoon: (+34) 93.672.4660 FAX: (+34) 93.672.4670 7 SPECIFICATIES 7.1 SPECIFICATIES Beoogd gebruik: Kanaalbereik: Antenne: Hoofdtelefooncontact: Zendcapaciteiten: Bedieningspaneel: Maximumgewicht gebruiker: Snelheidsbereik: Hellingsgraad: Aandrijving: Motortype: Motorvermogen: Elektrische vereisten: Rollen: Loopband: Wassysteem: Platformtype: Schokdempersysteem: Ergo™ voorste handgreep: Zijleuningen: Stopsystemen: Trainingen: Niveaus: Hartslagmeetsystemen: Weergaven bedieningspaneel: Poorten (1): CATV (1): FYSIEKE AFMETINGEN: Lengte: 211 cm Breedte: 94 cm Hoogte: 167 cm Gewicht: 204 kg Opstaphoogte 33 cm VAN DE LIFE FITNESS 97TE LOOPBAND Zwaar/commercieel VHF: 2-13/UHF: 14-69/CATV: 1-125 75 ohm externe antenneklem voor VHF/UHF (>43dBuV (bij 75 ohm) of > 65,8 dBm) 300 milliwatt, 3,5 mm stereo NTSC-M of PAL-I, PAL-B/G, SECAM-L Pijltoetsen, knoppen voor scherm blokkeren en deblokkeren, afkoeling, pauze en tv. 181 kg 0,8 - 25 km/u in stappen van 0,1 -3%-15% (in stappen van 0.1%) Wisselstroommotor met MagnaDrive™ motorregelaar Wisselstroommotor met variabel toerental 4,0 pk continu bedrijf 120 volt, 20 A (VS). Zie Elektrische vereisten voor de vereisten buiten de Verenigde Staten. diameter 13 cm, grote precisie, voor en achter 152 cm lang x 51 cm breed, meerdere lagen Gesmeerde loopband 2 cm vezelplaat, matige dichtheid, omkeerbaar Gepatenteerd FlexDeck® schokdempersysteem met Lifesprings™ Ergonomisch gevormde handgrepen, overgespoten elastomeer 66 cm lang, uitlopend en vrijdragend, overgespoten elastomeer handgrepen Rood/geel magnetisch noodstopsysteem met snoer, SmartStop™ en Session Stop drukschakelaar, uitstekend en opvallend geplaatst Snelstart, Vetverbranding, Cardio, Heuvel, Verrassing, Manueel, Life Fitness Fit Test, Army PFT, Navy PRT, Air Force PRT, Marines PFT, Gerkin, Fysieke efficiëntietests (Physical Efficiency Battery, PEB), Snelheidsintervaltraining, Sport Training™ (5K en 10K), Hartslag Heuvel, Hartslag Interval en Extreme Hartslag 20 (trainingen Heuvel, Verrassing en 5K en 10K) Gepatenteerd Lifepulse™ digitaal hartslagmeetsysteem (contact) en met Polar® telemetrie compatibel hartslagmeetsysteem Verlopen tijd, totale afstand, totaal verbrande calorieën, watt, METS, verbrande calorieën per uur, snelheid, helling, hartslag, geklommen afstand, duur binnen zone en Profielvenster Type RJ45 verbinding geschikt voor netwerk Type F connector TRANSPORTAFMETINGEN: Lengte: 219 cm Breedte: 108 cm Hoogte: 72 cm Gewicht: 240 kg 63 7.2 SPECIFICATIES Beoogd gebruik: Kanaalbereik: Antenne: Hoofdtelefooncontact: Zendcapaciteiten: Bedieningspaneel: Maximumgewicht gebruiker: Snelheidsbereik: Hellingsgraad: Aandrijving: Motortype: Motorvermogen: Elektrische vereisten: Rollen: Loopband: Wassysteem: Platformtype: Schokdempersysteem: Ergo™ voorste handgreep: Zijleuningen: Stopsystemen: Trainingen: Niveaus: Hartslagmeetsystemen: Weergaven bedieningspaneel: Poorten (1): CATV (1): FYSIEKE AFMETINGEN: Lengte: 211 cm Breedte: 94 cm Hoogte: 161 cm Gewicht: 195 kg Opstaphoogte 28 cm 64 VAN DE LIFE FITNESS 95TE LOOPBAND Zwaar/commercieel VHF: 2-13/UHF: 14-69/CATV: 1-125 75 ohm externe antenneklem voor VHF/UHF (>43dBuV (bij 75 ohm) of > 65,8 dBm) 300 milliwatt, 3,5 mm stereo NTSC-M of PAL-I, PAL-B/G, SECAM-L Pijltoetsen, knoppen voor scherm blokkeren en deblokkeren, afkoeling, pauze en tv. 181 kg 0,8 - 20 km/u in stappen van 0,1 0%-15% (in stappen van 0.1%) Wisselstroommotor met MagnaDrive™ motorregelaar Wisselstroommotor met variabel toerental 4,0 pk continu bedrijf 120 volt, 20 A (VS). Zie Elektrische vereisten voor de vereisten buiten de Verenigde Staten. diameter 9 cm, grote precisie, voor en achter 152 cm lang x 51 cm breed, meerdere lagen Gesmeerde loopband 2 cm vezelplaat, matige dichtheid, omkeerbaar Gepatenteerd FlexDeck® schokdempersysteem met Lifesprings™ Ergonomisch gevormde handgrepen, overgespoten elastomeer 66 cm lang, uitlopend en vrijdragend, overgespoten elastomeer handgrepen Rood/geel magnetisch noodstopsysteem met snoer, SmartStop™ en Session Stop drukschakelaar, uitstekend en opvallend geplaatst Snelstart, Vetverbranding, Cardio, Heuvel, Verrassing, Manueel, Life Fitness Fit Test, Army PFT, Navy PRT, Air Force PRT, Marines PFT, Gerkin, Fysieke efficiëntietests (Physical Efficiency Battery, PEB), Snelheidsintervaltraining, Sport Training™ (5K en 10K), Hartslag Heuvel, Hartslag Interval, Extreme Hartslag 20 (trainingen Heuvel, Verrassing en 5K en 10K) Gepatenteerd Lifepulse™ digitaal hartslagmeetsysteem (contact) en met Polar® telemetrie compatibel hartslagmeetsysteem Verlopen tijd, totale afstand, totaal verbrande calorieën, watt, METS, verbrande calorieën per uur, snelheid, helling, hartslag, geklommen afstand, duur binnen zone en Profielvenster Type RJ45 verbinding geschikt voor netwerk Type F connector TRANSPORTAFMETINGEN: Lengte: 219 cm Breedte: 108 cm Hoogte: 67 cm Gewicht: 230 kg
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196

Life Fitness 95TE Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor