Miele M 2230 OBSW de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
Microgolfoven
Lees altijd eerst de gebruiksaanwijzing voor u het toestel plaatst, instal-
leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 198 410
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4
Voor het eerste gebruik ...................................................................................... 14
Installatie.............................................................................................................. 15
Inbouwmaten......................................................................................................... 15
Elektrische aansluiting........................................................................................... 25
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 26
Beschrijving van het toestel ............................................................................... 28
Bedieningspaneel ................................................................................................ 29
Functiebeschrijving ............................................................................................. 30
Mogelijkheden ..................................................................................................... 31
Ovenfuncties ......................................................................................................... 31
Microgolf solo ovenfuncties ............................................................................. 31
Automatische programma's ............................................................................. 31
Serviesgoed voor de microgolfoven.................................................................. 32
Materiaal en vorm.................................................................................................. 32
Serviesgoed testen................................................................................................ 35
Een deksel............................................................................................................. 35
Eerste ingebruikneming...................................................................................... 37
Tijd instellen........................................................................................................... 37
Dagtijd corrigeren.................................................................................................. 37
Bediening ............................................................................................................. 38
Deur openen.......................................................................................................... 38
Serviesgoed in het toestel zetten .......................................................................... 38
Draaiplateau .......................................................................................................... 38
Deur sluiten ........................................................................................................... 38
Proces starten ....................................................................................................... 38
Displaymelding “door” ..................................................................................... 39
Bereidingsproces onderbreken / voortzetten........................................................ 39
Instellingen wijzigen............................................................................................... 39
Bereidingsproces wissen ...................................................................................... 40
Na afloop van een bereidingsproces .................................................................... 40
Warmhoudautomaat.............................................................................................. 40
Quick Microgolfoven ............................................................................................. 40
Tijd en vermogen wijzigen................................................................................ 40
Inschakelblokkering............................................................................................... 41
Inhoud
3
Kookwekker gebruiken.......................................................................................... 42
Kookwekkertijd corrigeren................................................................................ 42
Kookwekkertijd wissen..................................................................................... 42
Kookwekker in combinatie met een bereiding gebruiken ................................ 42
Bediening - automatische programma's........................................................... 43
Ontdooiprogramma's ............................................................................................ 43
Kookprogramma's................................................................................................. 43
Diepvriesproducten bereiden ........................................................................... 43
Verse producten bereiden ................................................................................ 43
Automatisch programma gebruiken ...................................................................... 43
Recepten – automatische programma's ........................................................... 45
Instellingen toestel wijzigen ............................................................................... 47
Verwarmen ........................................................................................................... 50
Garen .................................................................................................................... 52
Ontdooien............................................................................................................. 53
Inmaken................................................................................................................ 54
Praktijkvoorbeelden: ........................................................................................... 55
Gegevens voor testinstellingen.......................................................................... 56
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 57
Nuttige tips........................................................................................................... 60
Klantendienst....................................................................................................... 63
Contact bij storingen ............................................................................................. 63
Garantie................................................................................................................. 63
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Deze microgolfoven voldoet aan de geldende veiligheidsvoor-
schriften. Onjuist gebruik kan echter een persoonlijk letsel of ma-
teriële schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door, voordat u
het toestel in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richtlijnen
met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het on-
derhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan het
toestel.
Overeenkomstig de norm IEC/EN 60335-1 adviseert Miele uitdruk-
kelijk het hoofdstuk over de installatie van het toestel en de veilig-
heidsvoorschriften en waarschuwingen zeker te lezen en na te le-
ven.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
De microgolfoven is bestemd voor privégebruik.
Dit toestel mag niet buiten worden gebruikt.
De microgolfoven mag enkel op hoogtes tot 2000m gebruikt wor-
den.
Het toestel is uitsluitend bestemd voor het ontdooien, verwarmen,
koken en inmaken van voedingsmiddelen. Gebruik voor alle andere
doeleinden is niet toegestaan.
Als u ontvlambare materialen in de microgolfoven droogt, dan ver-
dampt het vocht. Deze kunnen dan uitdrogen en ontbranden. Ge-
bruik de microgolfoven nooit voor het bewaren of drogen van ont-
vlambare materialen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Dit toestel mag alleen worden gebruikt door personen die in staat
zijn de microgolfoven veilig te bedienen en die volledig op de hoogte
zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing. Deze personen mogen
het toestel alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het
veilig moeten bedienen. Ze moeten de eventuele risico's van een
foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen.
Vanwege speciale eisen (bijv. ten aanzien van temperatuur, voch-
tigheid, chemische bestendigheid, slijtvastheid en vibraties) is deze
oven met een speciale lamp uitgerust. Deze speciale lamp mag al-
leen voor het voorziene doeleinde worden gebruikt. De lamp is niet
geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp mag uitslui-
tend worden vervangen door een door Miele erkende technicus of
door de Miele Service.
Kinderen in het huishouden
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de microgolfoven alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten be-
dienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve be-
diening kunnen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen of onder-
houden.
Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van de mi-
crogolfoven bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
Schade aan de microgolfoven kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer het toestel op zichtbare schade. Gebruik nooit
een beschadigd toestel.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze geïnstalleerd
worden door een door Miele erkende vakman/vakvrouw om gevaar
voor de gebruiker te voorkomen.
Als een defecte microgolfoven wordt ingeschakeld, kunnen er mi-
crogolven vrijkomen die gevaarlijk kunnen zijn voor de gebruiker. Ge-
bruik het toestel niet wanneer
- de toesteldeur gebogen is.
– de deurscharnieren los zitten.
– er gaatjes of scheuren in de ommanteling, de deur of de binnen-
wanden van de oven zitten.
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat de microgolfoven niet meer goed functioneert. Open nooit
de ommanteling van het toestel.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de microgolfoven moeten beslist met de waarden van het elek-
triciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de grill te voorko-
men. Vergelijk deze gegevens voordat u het toestel aansluit. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Sluit de microgolfoven niet
op die manier op het elektriciteitsnet aan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
De elektrische veiligheid van de microgolfoven is uitsluitend gega-
randeerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Het is van uiterst
belang dat aan deze principiële veiligheidsvoorwaarde voldaan wordt
om schade uit te sluiten die wordt veroorzaakt door een ontbrekende
of beschadigde aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok). Laat
de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
Gebruik het toestel alleen als het is ingebouwd zodat de veiligheid
gewaarborgd is.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar ople-
veren voor de gebruiker. Herstellingen mogen uitsluitend worden uit-
gevoerd door een door Miele erkende technicus of door de Miele
Service.
De garantie vervalt als het toestel niet door een technicus wordt
gerepareerd die door Miele is geautoriseerd.
Bij reparaties of bij reiniging en onderhoud moet de microgolfoven
van het elektriciteitsnet verwijderd zijn. Er staat alleen dan geen elek-
trische spanning op het toestel als aan één van de volgende voor-
waarden is voldaan:
- De stekker van het toestel is uitgetrokken.
Trek aan de stekker om het toestel van de netspanning los te kop-
pelen, niet aan het snoer.
– De hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
– De schroefzekering van de huisinstallatie is losgeschroefd.
Enkel bij het gebruik van originele Miele onderdelen garandeert
Miele dat aan de veiligheidseisen voldaan wordt. Defecte onderdelen
mogen alleen door originele Miele onderdelen worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Gebruik toestellen die achter een meubeldeur zijn ingebouwd al-
leen als de meubeldeur geopend is. Sluit de deur niet als u het toe-
stel gebruikt. Achter de gesloten meubeldeur hopen warmte en
vocht zich op. Daardoor kunnen het toestel en de inbouwnis bescha-
digd worden. Sluit de meubeldeur pas wanneer het toestel volledig is
afgekoeld.
De microgolfoven mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals
een boot) worden gebruikt.
De automaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als de-
ze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Veilig gebruik
Zorg dat voedsel altijd voldoende wordt verwarmd.
De tijd die daarvoor nodig is, is afhankelijk van veel factoren, zoals
de begintemperatuur, de hoeveelheid, het type en de kwaliteit van
het voedsel, de receptwijzigingen.
Eventuele bacteriën in het eten worden alleen gedood wanneer de
temperatuur hoog genoeg is (> 70°C) en lang genoeg wordt aange-
houden (>10min.). Als u twijfelt of het gerecht warm genoeg is,
wacht dan nog even.
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is.
Roer het gerecht daarom regelmatig door of keer het. Let bij ont-
dooien, verwarmen en koken op de aangegeven doorwarmtijden (de
tijd waarin de warmte zich gelijkmatig verdeelt).
Denk eraan dat de tijden bij het koken, verwarmen en ontdooien
met de microgolfoven vaak aanzienlijk korter zijn dan op de kook-
plaat of in de bakoven.
Bij te lange inschakeltijden drogen de voedingsmiddelen uit en kun-
nen ze zelfs ontbranden. Er bestaat brandgevaar. Er bestaat ook ver-
brandingsgevaar bij het drogen van brood, bloem en kruiden. Droog
dit niet in de microgolfoven.
Kussens met kersenpitten, gel en vergelijkbare producten mogen
niet in de magnetron worden verhit. Zulke producten kunnen in
brand vliegen, ook nadat ze uit het toestel zijn gehaald. Brandgevaar!
Een microgolfoven is niet geschikt voor het reinigen en desinfec-
teren van gebruiksvoorwerpen. Bovendien kunnen hoge temperatu-
ren ontstaan, waardoor u zich kunt branden als u de voorwerpen uit
het toestel haalt. Brandgevaar!
De microgolfoven kan beschadigd raken als het leeg wordt inge-
schakeld of door een foute belading. Gebruik het toestel daarom niet
voor het verwarmen van serviesgoed, het drogen van kruiden of ver-
gelijkbare dingen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Zet de microgolfoven pas aan als er een gerecht of bruinerings-
servies in staat en plaats altijd het draaiplateau.
Als u gesloten potten of flessen verhit, wordt in de verpakking
druk opgebouwd. Het voorwerp kan daardoor ontploffen. Verhit
daarom nooit voedingsmiddelen of vloeistoffen in afgesloten potten
of flessen.
Verwijder bij zuigflessen eerst de dop en de speen.
Bij het verwarmen van gerechten ontstaat de warmte in het voed-
sel zelf, waardoor het serviesgoed minder heet wordt. Het servies-
goed wordt alleen warm door de warmte die het voedingsmiddel af-
geeft. Controleer bij het uitnemen van het gerecht of de gewenste
temperatuur bereikt is. Vertrouw niet op de temperatuur van het ser-
vies! Zorg er vooral bij het verwarmen van babyvoeding voor dat
u een verdraagbare temperatuur hebt! Verwarmde babyvoeding
goed doorroeren of schudden. Proef er zelf van zodat u zeker weet
dat de baby zich niet brandt.
Bij het koken en vooral het naverwarmen van vloeistoffen met de
microgolffunctie kan het kookpunt worden bereikt zonder dat de be-
kende luchtbelletjes opstijgen. De vloeistof kookt dan niet gelijkma-
tig. Als u het glas of de beker uit de oven haalt, kan de vloeistof in-
eens gaan borrelen en overkoken. Verbrandingsgevaar!
Als de vloeistof nog in de oven staat en plotseling gaat koken, kan
de deur openspringen. U kunt daarbij letsel oplopen en het toestel
kan beschadigd raken! Roer de vloeistof voor het verwarmen/koken
om. Wacht na het verhitten minstens 20seconden voordat u de kom
uit de ovenruimte neemt. Zo kunt u bovendien tijdens het verwarmen
een glazen staafje of iets dergelijks - als u dat bij de hand hebt - in
de kom steken.
Laat de toesteldeur dicht als de voedingsmiddelen in de oven-
ruimte rook ontwikkelen. Eventuele vlammen worden zo gedoofd.
Zet de stoomoven uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Open de deur pas als de rook is weggetrokken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd de micro-
golfoven goed in de gaten als u met vetten en/of olie werkt. Gebruik
het toestel niet om te fritturen. Blus olie- en vetbranden nooit met
water. Schakel het toestel uit en doof de vlammen door de deur ge-
sloten te houden.
Brandbare voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde toestel
kunnen door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het toestel
nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij ho-
ge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontsteken.
Verwarm nooit onverdunde alcohol. Brandgevaar!
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in de microgol-
foven corrosie veroorzaken. Er kan ook schade ontstaan aan het be-
dieningspaneel, het werkblad en de ombouwkast. Dek gerechten
daarom af.
Verwijder voedingsmiddelen of vloeistoffen die keukenzout bevat-
ten meteen als deze in aanraking komen met de roestvrijstalen
wanden van de binnenruimte. U voorkomt zo dat er corrosie ont-
staat.
De ovenruimte is na gebruik heet. U kunt er zich aan verbranden!
Reinig de ovenruimte en de accessoires wanneer deze zijn afge-
koeld. Hoe langer u wacht, des te moeilijker het wordt om de oven
schoon te krijgen. In extreme gevallen is het zelfs onmogelijk. Ern-
stige verontreinigingen kunnen in extreme omstandigheden de mi-
crogolfoven beschadigen en zelfs tot gevaarlijke situaties leiden.
Brandgevaar!
Neem daartoe de aanwijzingen in acht uit het hoofdstuk “Reiniging
en onderhoud”.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Brandgevaar! Kunststof serviesgoed dat niet geschikt is voor de
microgolfoven kan beschadigd raken en daarbij ook de microgolf-
oven beschadigen. Gebruik geen metalen pannen, geen aluminium-
folie, geen bestek, geen serviesgoed met een metalen laagje, geen
kristal dat lood bevat, geen schalen met een kartelrand, geen kunst-
stof die niet hittebestendig is en geen houten serviesgoed. Gebruik
ook geen metalen clips, geen kunststof en papieren clips waar ijzer-
draad in zit en geen kunststof bekertjes waarvan het aluminium dek-
seltje niet helemaal is verwijderd (zie “Serviesgoed voor de microgol-
foven”).
Door deze voorwerpen te gebruiken kan het servies beschadigd
worden of kan er brandgevaar ontstaan.
Wegwerpbakjes van kunststof moeten voldoen aan de eisen in de
rubrieken “Serviesgoed voor de microgolfoven” / “Kunststof”.
Blijf bij de microgolfoven als u voedingsmiddelen bereidt in weg-
werpbakjes van kunststof, papier of andere brandbare stoffen.
Warmtepakkingen bestaan o.a. uit een dunne laag aluminiumfolie.
Microgolven worden teruggekaatst door deze folie. De microgolven
kunnen de papierlaag zo sterk verhitten dat hij gaat branden.
Verwarm geen voedingsmiddelen in warmtepakkingen in de micro-
golfoven, zoals zakjes gegrilde kip.
Als u eieren zonder schaal met de microgolfoven verhit, kan de
dooier er na het koken onder hoge druk uit spuiten. Prik daarom van
tevoren altijd enkele gaatjes in de dooier.
Als u eieren met schaal met de microgolfoven kookt, ontploffen de
eieren. Dat kan ook gebeuren nadat u ze al uit het toestel heeft ge-
haald. Eieren met schaal kunt u alleen in speciaal daarvoor bestemd
serviesgoed koken.
Verwarm geen hardgekookte eieren in de microgolfoven.
Als u voedingsmiddelen waarvan de schil of het vel hard is (toma-
ten, worstjes, aubergines, etc.) verhit, kunnen deze ontploffen. Maak
daarom eerst een paar gaatjes of inkepingen in de schil of het vel. Zo
kan de vrijkomende damp ontsnappen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Servies met holle greepelementen en dekselknoppen is niet ge-
schikt voor de microgolfoven! Hierin kan zich vocht ophopen, waar-
door druk ontstaat en de delen ontploffen (tenzij de betreffende de-
len goed ontlucht zijn). Gebruik dergelijk serviesgoed niet om eten te
bereiden.
Kwik- en vloeistofthermometers zijn niet geschikt voor hoge tem-
peraturen en breken gemakkelijk.
Onderbreek het bereidingsproces als u de temperatuur van het ge-
recht wilt meten en gebruik uitsluitend speciale thermometers.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Reinig het
toestel nooit met een stoomreiniger.
Accessoires
Gebruik enkel originele Miele onderdelen. Worden andere acces-
soires aan- of ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen in-
staan en kan geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met
betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Voor het eerste gebruik
14
Laat het uitgepakte toestel na het
transport ca. 2uur bij kamertempera-
tuur staan voordat u het in gebruik
neemt.
In deze tijd neemt het toestel de omge-
vingstemperatuur aan. Dit is belangrijk
voor het goed functioneren van de elek-
tronica.
Verstikkingsgevaar door verpak-
kingsmateriaal.
Kinderen kunnen zich tijdens het
spelen in verpakkingsmateriaal wik-
kelen (bijvoorbeeld in folie) of het
materiaal over hun hoofd trekken en
stikken.
Houd verpakkingsmaterialen bij kin-
deren vandaan.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen
als u het toestel uitpakt.
Verwijder nooit de afdekking van de
opening voor microgolven en de folie
op de binnenzijde van de deur.
Controleer het toestel op bescha-
digingen.
Gevaar voor de gezondheid door
een defect toestel.
Als u de microgolfoven inschakelt,
kunnen er microgolven vrijkomen die
gevaarlijk kunnen zijn.
Gebruik de microgolfoven niet wan-
neer
– de toesteldeur gebogen is.
– de deurscharnieren los zitten.
– er gaatjes of scheuren in de om-
manteling, de deur of de binnen-
wanden van de oven zitten.
Reinig de ovenruimte en de accessoi-
res met een sponsdoekje en warm
water.
Plak de bijgevoegde verkorte ge-
bruiksaanwijzing op het toestel (bij-
voorbeeld op de aangegeven plaats),
maar sluit geen ventilatieopeningen
af.
Installatie
*INSTALLATION*
15
Zorg bij het inbouwen van de micro-
golfoven voor een onbelemmerde
luchtaf- en -toevoer aan de voorkant
van het toestel.
Plaats daarom geen voorwerpen
voor de ventilatieopeningen! Zorg er-
voor dat de ruimte tot de nabijgele-
gen meubelfronten aan de zijkant
minstens 2,5mm en aan de boven-
kant minstens 4mm bedraagt.
Bij een nishoogte van 350mm is het
toestel geschikt voor inbouw in een bo-
venkast. Bij een nishoogte van 360mm
kan het toestel in een hoge kast worden
ingebouwd.
Om veiligheidsredenen mag het toe-
stel niet in een bovenkast worden in-
gebouwd die zich boven een kook-
plaat bevindt.
De minimale inbouwhoogte bedraagt
85cm.
Pak het toestel alleen bij de behui-
zing vast als u het wilt verplaatsen.
Pak het niet bij het front vast. Het
front is niet stevig genoeg om het ge-
wicht van het toestel te dragen.
Inbouwmaten
De afmetingen zijn in mm aangegeven.
Inbouw hoge kast
Inbouw bovenkast
Installatie
*INSTALLATION*
16
Zijaanzicht hoge kast
372
6
22
Installatie
*INSTALLATION*
17
Zijaanzicht bovenkast
372
16
22
Installatie
*INSTALLATION*
18
Aansluiting hoge kast
3
15
62
1
2
372
595
a
Vooraanzicht
b
Aansluitkabel,
lengte=1.600mm
c
Geen aansluiting binnen dit bereik
Installatie
*INSTALLATION*
19
Aansluiting bovenkast
15
2
3
62
595
372
1
a
Vooraanzicht
b
Aansluitkabel,
lengte=1.600mm
c
Geen aansluiting binnen dit bereik
Installatie
*INSTALLATION*
20
Bovenaanzicht
90°
22
480
595
min 2,5
Installatie
*INSTALLATION*
21
Inbouwmateriaal
Het volgende materiaal vindt u bij de
toebehoren:
Inbouw uitvoeren
U mag de microgolfoven alleen ge-
bruiken als deze is ingebouwd.
Bij de accessoires zit een adapter voor
hulp bij het positioneren van de afdek-
lijsten voor de bevestigingspunten. Op
deze adapter staan 2pijlen die u de
mogelijkheid bieden om te positioneren
volgens de dikte van de wand van de
inbouwkast. De gebruikelijke wanddik-
tes zijn 16of19mm.
Let op de beide maten van de wand-
dikte, die u op de achterzijde van het
toestel op het frame terugvindt.
Plaats de adapter zodat de pijl naar
het getal met de gepaste wanddikte
wijst.
Installatie
*INSTALLATION*
22
1. Hoogte van de inbouwkast
350mm
Monteer de afdeklijst voor de bevesti-
gingspunten met de lagere bevesti-
gingspunten naar buiten toe vanbin-
nen aan de rechterkant in de inbouw-
kast.
Bevestig de afdeklijst voor de beves-
tigingspunten met beide kortere
schroeven, die u bij de accessoires
vindt.
Schuif de microgolfoven voorzichtig
in de nis. Leid de kabel met de stek-
ker door de nis.
Hef de microgolfoven over de beves-
tigingshaken en laat hem dan zakken.
Installatie
*INSTALLATION*
23
Plaats de schroevendraaier ietwat
schuin en bevestig het toestel links
bovenaan met beide langere schroe-
ven.
Zorg ervoor dat de microgolfoven
stabiel gemonteerd is.
Controleer of de afstand tussen de
microgolfoven en de meubelwanden
aan de zijkanten minstens 2,5mm
bedraagt en aan de bovenkant zo'n
4mm.
Sluit het toestel elektrisch aan.
2. Nishoogte 360mm
Standaard zijn de 4toestelvoetjes afge-
steld op een inbouwkast met een hoog-
te van 350mm. Voor een inbouwkast
met een hoogte van 360mm dient u
dus de voetjes in een hogere positie te
plaatsen.
Haal alle accessoires, alsmede het
draaiplateau en de ring, uit de micro-
golfoven.
Leg de microgolfoven op de rechter
zijkant, zodanig dat de frontlijst over
de tafelrand heen ligt en de rand niet
raakt.
Schroef de 4toestelvoetjes onderaan
op het toestel los en draai de voetjes
een kwartslag om naar de hogere po-
sitie.
Installatie
*INSTALLATION*
24
Voor een veilige stand van de micro-
golfoven dient u erop te letten dat de
kleine pin op de positionering aansluit
voordat u de voetjes weer bevestigt.
Monteer de afdeklijst voor de bevesti-
gingspunten met de hogere bevesti-
gingspunten naar buiten toen vanbin-
nen aan de rechterkant in de inbouw-
kast.
Bevestig de afdeklijst voor de beves-
tigingspunten met beide kortere
schroeven, die u bij de accessoires
vindt.
Ga verder met het inbouwen zoals
beschreven onder “1. Nishoogte
350mm”.
Installatie
*INSTALLATION*
25
Elektrische aansluiting
Gevaar voor verwonding door
een defect toestel.
Controleer voordat het toestel wordt
aangesloten of het onbeschadigd is.
Neem nooit een beschadigd toestel
in gebruik.
Het toestel is met kabel en stekker uit-
gerust, zodat het klaar is voor gebruik.
Zorg ervoor dat het stopcontact met
aarding altijd bereikbaar is. Als dit niet
mogelijk is, zorg er dan voor dat het
toestel via een schakelaar met alle
polen van de netspanning kan worden
losgekoppeld.
Brandgevaar door oververhitting.
Het gebruik van het toestel via ver-
deelstekkers en verlengsnoeren kan
tot overbelasting van de kabels lei-
den.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verdeelstekkers en verlengsnoeren.
Sluit het toestel rechtstreeks aan met
de originele kabel zonder tussenele-
menten.
De elektrische installatie moet voldoen
aan de norm VDE0100 en aan de
plaatselijke normen.
Een beschadigde aansluitkabel mag al-
leen door een speciale aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen
(verkrijgbaar bij de Miele Service). Om
veiligheidsredenen mag de kabel alleen
door een gekwalificeerde vakman of
door Miele-technici worden vervangen.
U dient de noodzakelijke aansluitgege-
vens af te lezen van het typeplaatje. Dit
bevindt zich binnenin aan de voorkant
of op de achterkant van het toestel.
Vergelijk de specificaties op het type-
plaatje met de gegevens van het elektri-
citeitsnet. Deze moeten overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Het toestel mag niet op wisselrichters
worden aangesloten, die bij autonome
stroomvoorzieningen worden toege-
past, zoals bijv. zonne-energie. Als het
toestel ingeschakeld wordt, kan het
door spanningspieken voor de veilig-
heid opnieuw uitgeschakeld worden. De
elektronica kan beschadigd raken.
Het toestel mag ook niet in combinatie
met een zogenaamde energievoorkeur-
stekker worden gebruikt. Dergelijke
stekkers verminderen de energietoe-
voer, waardoor het toestel te warm
wordt.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
26
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd milieuvriende-
lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri-
aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het ge-
wone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge-
zondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
27
Lever het in bij een gemeentelijk inza-
meldepot voor elektrische en elektro-
nische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant-
woordelijk voor het wissen van eventue-
le persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Beschrijving van het toestel
28
a
Deur
b
Deurvergrendeling
c
Bedieningspaneel
d
Draaiplateau
Bedieningspaneel
29
a
Display voor de weergave van de
dagtijd en van informatie voor de be-
diening
b
pijltoetsen en voor het bladeren
in de keuzelijsten en het wijzigen van
waarden
c
toets OK om de waardes te bevesti-
gen, voor het oproepen van functies
en het opslaan van instellingen
d
Verschillende vermogensstanden
van de microgolfoven
e
Automatische programma's
f
Kookwekker
g
toets voor de keuze
van toestelinstellingen
h
toets start/plus een minuut/Quick
Microgolfoven
i
Stoptoets/Wistoets
j
Deuropener
Functiebeschrijving
30
Er bevindt zich een microgolfoven in het
toestel. Deze zet stroom om in elektro-
magnetische golven (microgolven). De-
ze golven worden gelijkmatig in de
ovenruimte verdeeld en bovendien door
de metalen wanden gereflecteerd. Zo
komen de microgolven van alle kanten
bij en in het voedsel. Door het bijge-
schakelde draaiplateau worden de mi-
crogolven optimaal verdeeld.
De golven kunnen het voedsel alleen
bereiken, als het gebruikte serviesgoed
microgolven doorlaat. Microgolven drin-
gen bijvoorbeeld door porselein, glas,
karton en kunststof, maar niet door me-
taal. Gebruik daarom geen potten uit
metaal en geen potten die dit metaal
bevatten, bijv. een ommanteling uit me-
taal. Metaal kaatst de microgolven te-
rug, waardoor vonken kunnen ontstaan.
De microgolven kunnen door het metaal
niet opgenomen worden.
Als u het juiste servies gebruikt, dringen
de microgolven meteen door tot in het
gerecht. Omdat het voedsel uit veel
kleine moleculen bestaat, gaan de mo-
leculen (vooral watermoleculen) door de
microgolven intens bewegen: ca.
2,5miljard keer per seconde. Hierdoor
ontstaat er warmte. Deze warmte ont-
wikkelt zich eerst bij de randen en gaat
dan naar het midden van het voedsel.
Hoe meer water een gerecht bevat, hoe
sneller het verwarmd wordt of gaar
kookt.
De warmte ontstaat dus direct in het
gerecht. Hieruit resulteren de volgende
voordelen:
- Een gerecht kan over het algemeen
met weinig of geen extra vocht of vet
met de microgolffunctie worden bereid.
– Ontdooien, verwarmen en koken gaan
sneller dan met een traditionele oven.
– Voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen blijven voor het grootste deel
behouden.
– De natuurlijke kleur en smaak van de
voedingsmiddelen veranderen nauwe-
lijks.
De productie van microgolven stopt,
zodra de bereiding onderbroken of de
deur geopend wordt. Tijdens de berei-
ding biedt de gesloten, intacte deur vol-
doende bescherming tegen microgol-
ven.
Mogelijkheden
31
In de microgolfoven kunt u gerechten in
korte tijd ontdooien, verwarmen en ko-
ken.
U kunt de microgolfoven als volgt ge-
bruiken:
– U kunt voedingsmiddelen ontdooien,
verwarmen en koken door een micro-
golfvermogen en een tijd in te stellen.
– Kant-en-klare diepvriesmaaltijden
kunt u ontdooien en meteen daarna
verwarmen of bereiden.
– U kunt uw microgolfoven tevens als
“kleine keukenhulp” gebruiken, bijvoor-
beeld voor het laten rijzen van deeg, het
smelten van chocolade of boter, het op-
lossen van gelatine en het inmaken van
kleine hoeveelheden fruit, groente of
vlees.
Ovenfuncties
Microgolf solo ovenfuncties
Met alleen de microgolffunctie (micro-
golf solo) kunt u ontdooien, verwarmen
en koken.
Automatische programma's
U kunt uit de volgende automatische
programma's kiezen:
5ontdooiprogramma's
(A1 tot A5),
3kookprogramma's voor diepvries-
producten
(A6 tot A8)
3kookprogramma's voor verse pro-
ducten
(A9 tot A11)
Deze programma's zijn gewichtsafhan-
kelijk. U moet daarom het gewicht van
het gerecht invoeren.
Het gewicht van het voedingsmiddel
kunt u in grammen (g) of ponden (lb) la-
ten weergeven (zie “Instellingen toestel
wijzigen”).
Serviesgoed voor de microgolfoven
32
De microgolven
worden door metaal teruggekaatst.
dringen door glas, porselein, kunst-
stof en karton heen.
worden door het gerecht opgeno-
men.
Brandgevaar door ongeschikt
servies.
Serviesgoed dat niet geschikt is voor
de microgolfoven kan beschadigd ra-
ken en daarbij ook de microgolfoven
beschadigen.
Neem de serviesinstructies in acht.
Materiaal en vorm
De verwarmings- en kooktijden zijn af-
hankelijk van het materiaal en de vorm
van het gebruikte servies. Ronde en
ovalen schalen zijn hiervoor zeer ge-
schikt. De voedingsmiddelen worden
dan gelijkmatiger verwarmd dan in
rechthoekige schalen.
Gevaar voor verwonding door
holle handgrepen en dekselknoppen.
Bij gebruik van servies met holle on-
derdelen waar vocht in kan komen,
bestaat de kans op verhoogde druk
met kans op ontploffing van het be-
treffende holle onderdeel tot gevolg.
Gebruik dus geen servies met holle
handgrepen en dekselknoppen, ten-
zij deze holle elementen voldoende
ontlucht zijn.
Metaal
Metalen schalen, aluminiumfolie en
bestek zijn niet geschikt voor gebruik
in de microgolfoven, evenmin als
serviesgoed met een metalen laagje
(bijvoorbeeld een goudkleurig of ko-
baltblauw decorrandje). Metaal
kaatst microgolven terug, waardoor
het gerecht niet warm wordt.
Gebruik daarom geen kunststof be-
kertjes, waarvan het aluminium dek-
sel niet helemaal is verwijderd.
Uitzonderingen:
Kant-en-klare maaltijden in alumini-
um bakjes
kunt u in het toestel ontdooien en ver-
warmen. Belangrijk: verwijder het dek-
sel van de schaal en zorg ervoor dat de
schaal minstens 2cm van de ovenwand
Serviesgoed voor de microgolfoven
33
verwijderd staat. Het gerecht wordt al-
leen van boven verwarmd. Als u het ge-
recht uit de verpakking haalt en in een
geschikte schaal voor de microgolfoven
doet, wordt de warmte over het alge-
meen gelijkmatiger verdeeld.
Denk eraan dat aluminium bakjes
kunnen gaan kraken of vonken kun-
nen afgeven.
Stuk aluminiumfolie
Vlees met een onregelmatige vorm, zo-
als gevogelte, wordt het beste ontdooid
en bereid als u de platte delen de
laatste paar minuten met stukjes alumi-
niumfolie afdekt.
De folie moet minstens 2cm van de
binnenwanden van het toestel verwij-
derd blijven! Ze mag de wanden niet
raken!
Metalen spiesen en klemmen
Deze metalen delen kunt u alleen ge-
bruiken als het vlees veel groter is dan
het metaal.
Servies met een glazuurlaagje
of verf
Sommige glazuur- en verfsoorten be-
vatten metalen. Daarom is dit ser-
viesgoed niet geschikt voor de mi-
crogolfoven.
Glas
Vuurvast glas en keramisch glas zijn
zeer geschikt.
Kristalglas dat vaak lood bevat, kan
in de microgolfoven barsten.
Het is daarom niet geschikt voor de
microgolfoven.
Porselein
Porseleinen serviesgoed is zeer ge-
schikt.
Het mag echter geen metalen deco-
ratie (zoals een goudrand) hebben en
geen holle handgrepen.
Aardewerk
Beschilderd aardewerk is alleen ge-
schikt als het motief zich onder een gla-
zuurlaag bevindt.
Aardewerk kan heet worden.
Trek ovenwanten aan.
Hout
Het water in het hout verdampt
tijdens de bereiding. Daardoor
droogt het hout uit en ontstaan er
barsten.
Houten schalen of bakjes zijn daar-
om niet geschikt.
Kunststof
Schade door hittegevoelig kunst-
stof.
Kunststof serviesgoed moet hittebe-
stendig zijn (tot minstens 110°C).
Anders vervormt het en kan het een
verbinding aangaan met het gerecht.
Kunststof serviesgoed mag alleen
voor de verwarmingssoort “Microgolf
solo” worden gebruikt.
Serviesgoed voor de microgolfoven
34
Kunststof serviesgoed voor microgolf-
ovens is verkrijgbaar in speciaalzaken.
Kunststof servies uit melamine is niet
geschikt. Het neemt energie op en
wordt daardoor heet. Informeer dus al-
tijd bij aankoop uit welk materiaal het
kunststof serviesgoed bestaat.
Serviesgoed uit piepschuim (bijvoor-
beeld polystyreen) kunt u gebruiken, als
u gerechten maar eventjes wilt verwar-
men.
Kunststof kookbuiltjes kunt u voor
het verwarmen en koken van de in-
houd gebruiken als u er eerst gaatjes
in prikt. Zo kan de stoom door de
gaatjes ontsnappen. Daardoor voor-
komt u dat de druk te hoog wordt en
het builtje uiteenspat.
Bovendien zijn er speciale stoomkook-
zakjes waar u zelf geen gaatjes meer in
moet prikken. Neem de instructies op
de verpakking in acht.
Brandgevaar door ongeschikt
materiaal.
Clips van metaal, kunststof of papier
waar ijzerdraad in zit, kunnen vlam
vatten.
Vermijd het gebruik van deze clips.
Wegwerpverpakkingen
Wegwerpverpakkingen van kunststof
moeten voldoen aan de eisen in de ru-
briek “Kunststof”.
Brandgevaar door ongeschikt
servies.
Wegwerpverpakkingen van kunst-
stof, papier of andere brandbare ma-
terialen kunnen vlam vatten.
Blijf bij het toestel als u voedingsmid-
delen opwarmt of bereidt in weg-
werpverpakkingen van kunststof, pa-
pier of andere brandbare materialen.
U kunt uit milieu-overwegingen beter
geen gebruik maken van wegwerpver-
pakkingen.
Serviesgoed voor de microgolfoven
35
Serviesgoed testen
Als u niet zeker weet of u serviesgoed
van glas, aardewerk of porselein in de
microgolfoven kunt gebruiken, kunt u
het servies als volgt testen:
Plaats het servies leeg in het midden
van de ovenruimte.
Sluit de deur.
Kies de maximale vermogensstand.
Bevestig de knipperende0 voor de
minuten met OK.
Met de pijltoetsen en geeft u
30seconden in en bevestigt u deze
invoer met OK.
Druk op de toets Start.
Hoort u tijdens deze test knetterende
geluiden en ziet u vonkjes, schakel
het toestel dan meteen uit. (druk
daartoe twee keer op de toets Stop/
C). Serviesgoed dat tot een derge-
lijke reactie leidt, is niet geschikt voor
de microgolfoven. Als u twijfelt, advi-
seren wij u bij de fabrikant of win-
kelier te informeren of het servies ge-
schikt is voor de microgolfoven.
Met deze test kunt u niet controleren
of eventuele holle handgrepen vol-
doende ontlucht zijn.
Een deksel
voorkomt dat er te veel waterdamp
ontsnapt, vooral bij lange bereidings-
tijden.
zorgt ervoor dat het gerecht sneller
warm wordt.
voorkomt dat het gerecht uitdroogt.
houdt de ovenruimte schoon.
Dek daarom de gerechten af met een
microgolfbestendig deksel wanneer u
gebruik maakt van de “Microgolf-
oven-solofunctie”.
Geschikte deksels zijn in de handel ver-
krijgbaar.
U kunt ook speciale microgolffolie ge-
bruiken in plaats van het deksel. Pas op
met gewone huishoudfolie. Deze kan
vervormen en een verbinding aangaan
met het voedsel.
Serviesgoed voor de microgolfoven
36
Schade door hittegevoelig kunst-
stof.
Het materiaal van het deksel ver-
draagt in principe temperaturen tot
110°C (zie fabrieksvoorschriften). Bij
hogere temperaturen kan de kunst-
stof vervormen en een verbinding
aangaan met het voedsel.
Gebruik daarom het deksel enkel in
microgolfovens en dan ook enkel
voor de microgolfovenfunctie.
Schade door afgedekte ope-
ningen.
Bij kleine schalen kan het gebeuren
dat het deksel de schaal volledig af-
sluit en er geen stoom kan ontsnap-
pen via de openingen aan de zijkant
van het deksel. Het deksel wordt te
heet en kan gaan smelten.
Zorg ervoor dat het deksel de schaal
niet afdekt.
Gebruik geen deksel wanneer
u gepaneerde gerechten verwarmt.
het gerecht een korstje moet krijgen,
bijvoorbeeld toast.
Explosiegevaar door te hoge
druk.
Als u gesloten potten of flessen ver-
hit, wordt in de verpakking druk op-
gebouwd. Het voorwerp kan daar-
door ontploffen.
Verhit daarom nooit voedingsmid-
delen of vloeistoffen in afgesloten
potten, zoals bokalen met babyvoe-
ding. Open eerst de pot. Verwijder bij
zuigflessen eerst de dop en de
speen.
Eerste ingebruikneming
37
Gebruik de microgolfoven alleen
wanneer deze is ingebouwd.
Wanneer de microgolfoven op het
elektriciteitsnet is aangesloten, is hij
gebruiksklaar.
Tijd instellen
Sluit het toestel op de netspanning
aan.
Op de display verschijnt 12:00. De cij-
fers voor de dubbele punt knipperen.
Stel het uur in met behulp van de pijl-
toetsen en .
Bevestig met OK.
Stel de minuten in met behulp van de
pijltoetsen en .
Bevestig met OK.
De ingestelde tijd wordt overgenomen.
U kunt wisselen van het 24-uurs-for-
maat naar het 12-uurs-formaat (1=pm)
(zie hoofdstuk “Instellingen toestel wij-
zigen”).
U kunt het toestel zo instellen dat de
dagtijdweergave automatisch elke
nacht van 23:00 uur tot 5:00uur uit-
schakelt (zie hoofdstuk “Instellingen
toestel wijzigen”).
Dagtijd corrigeren
Druk op de toets°.
Op de display verschijnt P1.
Druk op OK.
Corrigeer het uur met de pijltoetsen
en bevestig met OK.
Stel de minuten in met behulp van de
pijltoetsen en bevestig met OK.
De gewijzigde tijd wordt overgenomen.
Bediening
38
Deur openen
Druk op de deuropener om de deur te
openen.
Als de microgolfoven ingeschakeld is,
wordt de bereiding onderbroken als u
de deur opent.
Serviesgoed in het toestel zet-
ten
Plaats het serviesgoed bij voorkeur in
het midden van de ovenruimte.
Draaiplateau
Wanneer aangesloten toestellen en in-
bouwtoestellen worden gebruikt op
een hoogte van 900mm of hoger bo-
ven de vloer, moet u erop letten dat
het draaiplateau bij uitname van het
servies niet verschuift.
Met het draaiplateau wordt het gerecht
gelijkmatig ontdooid en bereid.
Gebruik het toestel alleen als het
draaiplateau geplaatst is.
Het draaiplateau wordt bij elke berei-
ding automatisch ingeschakeld.
Ontdooi en bereid gerechten niet op het
draaiplateau zelf. Het gebruikte servies
mag niet groter zijn dan het draaipla-
teau.
Roer het gerecht regelmatig om of draai
de pan of schaal, zodat het gerecht ge-
lijkmatig verwarmd wordt.
Deur sluiten
Doe de deur dicht.
Als u tijdens een bereiding de deur
heeft geopend, kunt u de bereiding
voortzetten door op de toets “Start” te
drukken.
Als de deur niet goed gesloten is,
kunt u het toestel niet inschakelen.
Proces starten
Kies een microgolfvermogen met be-
hulp van de overeenkomstige sensor-
toets.
Raak de sensortoets aan om de ge-
wenste vermogensstand te kiezen.
Op de display verschijnt en het mi-
crogolfvermogen.
Stel de gewenste bereidingstijd in
met behulp van de pijltoetsen, in
eerste instantie de minuten, en be-
vestig uw keuze met OK.
Stel vervolgens de seconden in en
bevestig opnieuw met OK.
Druk op de toets .
De bereiding start.
U kunt kiezen uit 7vermogensstanden.
Hoe groter het vermogen, des te meer
microgolven bereiken het gerecht.
Kies een laag vermogen bij gerechten
die u tijdens de bereiding niet kunt
doorroeren of omkeren of waarvan de
samenstelling heel divers is.
Alleen zo wordt de warmte gelijkmatig
verdeeld. Verleng de bereidingstijd
evenredig om het gewenste resultaat te
bereiken.
U kunt een bereidingstijd instellen tot
90minuten. Uitzondering: als u het
maximale vermogen hebt gekozen, dan
Bediening
39
kunt u een tijd instellen tot maximaal
15minuten. Als u het hoogste vermo-
gen meermaals achter elkaar langdurig
gebruikt, kan het vermogen automa-
tisch verlaagd worden. Dit wordt op de
display aangegeven (oververhittingsbe-
veiliging).
De benodigde tijd hangt af van:
de begintemperatuur van het voed-
sel. Voor gerechten uit de koelkast
geldt een langere tijd om te verwar-
men, te garen, etc. dan voor ge-
rechten op kamertemperatuur.
de kwaliteit van het voedsel en het
soort voedsel. Verse groenten bevat-
ten meer water dan minder verse
groenten en hoeven daardoor minder
lang te worden verwarmd.
de frequentie van het roeren en om-
keren.
Als u het gerecht frequent doorroert
en omkeert, wordt de warmte gelijk-
matiger verdeeld en neemt de berei-
dingstijd af.
de hoeveelheid voedsel.
Dubbele hoeveelheid = bijna de dub-
bele tijd
Kleinere hoeveelheid = een evenredig
kortere tijd.
de vorm en het materiaal van het ser-
viesgoed.
Displaymelding “door
De melding “door” op de display herin-
nert eraan dat het toestel niet zonder
voedingsmiddelen gestart mag worden.
Het toestel kan beschadigd raken als
het leeg wordt ingeschakeld.
Als u op de starttoets drukt, zonder dat
u eerst de deur geopend hebt, ver-
schijnt de melding door. De elektronica
gaat er dan van uit dat er zich geen ge-
recht in het toestel bevindt omdat de
deur gedurende enige tijd (ca. 20minu-
ten) niet geopend werd. De start wordt
geblokkeerd totdat u de deur opent.
Bereidingsproces onderbre-
ken / voortzetten
U kunt op elk moment een berei-
ding . . .
. . . onderbreken:
Druk op de toets Stop/C of open de
deur.
De tijd wordt stopgezet.
. . . voortzetten
Sluit de deur en druk op “Start”.
De bereiding wordt voortgezet.
Instellingen wijzigen
Mocht u, nadat de bereiding is gestart,
constateren dat . . .
. . . de vermogensstand van de micro-
golfoven te hoog of te laag is:
kies de nieuwe vermogensstand.
. . . de ingestelde tijd te kort of te lang
is:
onderbreek de bereiding (druk één
keer op de toets Stop/C), stel met de
pijltoetsen de nieuwe tijd in en zet de
bereiding voort (druk op de toets
Start),
of alternatief:
Bediening
40
Als u op de starttoets drukt terwijl het
toestel in gebruik is, wordt de berei-
dingstijd verlengd. Met elke druk op
de toets wordt de bereidingstijd met
1minuut verlengd. (Bij het maximale
microgolfvermogen met telkens
30seconden).
Bereidingsproces wissen
Druk twee keer op de toets Stop/C.
Na afloop van een bereidings-
proces
Na afloop van de bereiding klinkt er een
akoestisch signaal. De verlichting dooft.
Om de 5 minuten hoort u een kort her-
inneringssignaal (gedurende de eerste
20 minuten na afloop van het program-
ma).
Druk op de toets Stop/C als u het
akoestische signaal eerder wilt uitzet-
ten.
Warmhoudautomaat
De warmhoudautomaat schakelt in als
na afloop van een kookproces met min-
stens 450 Watt de deur gesloten blijft
en er geen toets ingedrukt wordt.
Daarna wordt de warmhoudautomaat
na ca. 2 minuten voor maximaal 15 mi-
nuten met 80Watt ingeschakeld.
Op het display verschijnen , 80W
en H:H.
De functie wordt beëindigd als u bij een
geactiveerde warmhoudautomaat de
deur opent, op een toets drukt of een
schakelaar bedient.
Deze automatische warmhoudfunctie
kan niet apart gekozen worden.
U kunt deze functie uitzetten (zie “In-
stellingen toestel wijzigen”).
Quick Microgolfoven
Als u alleen op de toets Start/ drukt,
wordt het toestel op maximaal vermo-
gen voor 1minuut ingeschakeld.
Druk op de toetsStart/.
Als u verder geen toetsen indrukt, start
de bereiding van 1minuut met maxi-
maal vermogen.
Als u op de starttoets drukt terwijl het
toestel in gebruik is, wordt de berei-
dingstijd telkens met 30seconden ver-
lengd.
Tijd en vermogen wijzigen
U kunt de opgeslagen tijd en het opge-
slagen vermogen wijzigen en zo een
standaard gebruik opslaan.
Bij vermogensstanden tot 300Watt
kunt u maximaal 10minuten opslaan.
Vanaf 450Watt kan u maximaal 5minu-
ten opslaan.
Druk op de toets°.
Op de display verschijnt P1.
Kies met behulp van de pijltoetsen
P8.
Bevestig uw keuze met OK.
Wijzig het vermogen en bevestig met
OK.
Wijzig aansluitend de tijd en bevestig
met OK.
Als u een instelling niet wilt wijzigen,
druk dan op de toetsOK.
Bediening
41
Als u verder geen toestelinstellingen
meer wilt wijzigen, drukt u op de
toetsStop/C.
Deze gewijzigde instellingen blijven
ook na een stroomstoring behouden.
Inschakelblokkering
De vergrendeling voorkomt dat het toe-
stel kan worden bediend.
Ingebruiknamebeveiliging inscha-
kelen
Houd de toets OK ingedrukt terwijl op
de display 6seconden aftellen, totdat
u een signaal hoort en het sleu-
telsymbool op de display verschijnt:
het sleutelsymbool verdwijnt na korte
tijd.
Alle toestelfuncties zijn nu geblokkeerd.
Enkel de kookwekker kunt u ook bij in-
geschakelde ingebruiknamebeveiliging
gebruiken (zie hoofdstuk “Kookwek-
ker”).
De vergrendeling moet na een
stroomuitval opnieuw worden inge-
schakeld.
Ingebruiknamebeveilliging opheffen
Als u de vergrendeling wilt uitzetten,
houdt u de toets OK ingedrukt, totdat
u een signaal hoort.
Bediening
42
Kookwekker gebruiken
De kookwekker kunt u gebruiken voor
bereidingsprocessen buiten het toestel,
bijvoorbeeld voor het koken van eieren.
De ingestelde tijd loopt in seconden af.
Druk op de toets°.
Voer met behulp van de pijltoetsen
het aantal minuten van de gewenste
kookwekkertijd in en bevestig met
OK.
Voer vervolgens het aantal seconden
in van de gewenste kookwekkertijd
en bevestig met OK.
Op de display licht op en de tijd telt
af.
Wanneer de tijd verstreken is, klinkt een
geluidssignaal dat enkele keren her-
haald wordt.
knippert en de tijd telt op. Zo kunt u
zien hoe lang de ingestelde kookwek-
kertijd al afgelopen is.
Raak de toets aan om het proces
te stoppen.
Kookwekkertijd corrigeren
Druk op de toets°.
De lopende kookwekkertijd is gestopt.
Wijzig de kookwekkertijd met behulp
van de pijltoetsen en bevestig met
OK.
De kookwekker loopt verder.
Kookwekkertijd wissen
Druk op de toetsStop/C.
De kookwekkertijd wordt afgebroken.
Kookwekker in combinatie met een
bereiding gebruiken
U kunt de kookwekker ook gebruiken
als u al een bereiding hebt ingesteld. De
kookwekker loopt dan op de achter-
grond af.
Druk tijdens het bereidingsproces op
de toets .
Stel de gewenste kookwekkertijd in
met behulp van de pijltoetsen en be-
vestig met OK.
Na een paar seconden schakelt de dis-
play weer over naar het lopende berei-
dingsproces. Het symbool gaat bran-
den om de op de achtergrond aflo-
pende kookwekkertijd weer te geven.
Als u tijdens de bereiding op de
toets drukt, wordt de huidige waar-
de van de kookwekker weergegeven.
Bediening - automatische programma's
43
Alle automatische programma's zijn ge-
wichtsafhankelijk.
Het gewicht van het voedingsmiddel
kunt u in grammen (g) of ponden (lb) la-
ten weergeven (zie “Instellingen toestel
wijzigen”).
Nadat u een programma heeft gekozen,
hoeft u alleen nog maar het gewicht in
te voeren. Het toestel kiest vervolgens
automatisch de tijd die bij dat gewicht
hoort.
Houd rekening met de aangegeven
doorwarmtijd (het aantal minuten bij ka-
mertemperatuur). De warmte wordt dan
gelijkmatig over het gerecht verdeeld.
Ontdooiprogramma's
U kunt kiezen uit 5ontdooiprogramma's
voor verschillende soorten voedings-
middelen. De doorwarmtijd bedraagt tot
30minuten bij A3, afhankelijk van het
gewicht, en ca. 10minuten bij andere
programma's.
A1
Steak, kotelet
A2
Gehakt
A3
Kip
A4
Taart/cake
A5
Brood
Dit programma is uitstekend geschikt
voor het ontdooien van gesneden
brood. Leg de sneetjes los in het toestel
of haal ze na de helft van de tijd (als het
signaal klinkt) los.
Kookprogramma's
Er zijn telkens 3programma's beschik-
baar voor diepvriesproducten en voor
verse producten.
De doorwarmtijd is voor deze program-
ma's altijd ca. 2 minuten.
Diepvriesproducten bereiden
A6
Groenten
A7
Kant-en-klare maaltijd, roerbaar
A8
Ovenschotel, gratin
Verse producten bereiden
A 9
Groenten
A10
Aardappelen
A11
Vis
Automatisch programma ge-
bruiken
Druk op de toets°.
Kies het gewenste programma met
behulp van de pijltoetsen uit de lijst
van automatische programma's.
Bevestig uw keuze met OK.
Op de display lichten op voor mi-
crogolfoven en het laagste gewicht van
de voeding voor het gekozen program-
ma.
Het startsymbool en g of lb knippe-
ren als verzoek om het gewicht in te
voeren.
Bediening - automatische programma's
44
Corrigeer het gewicht van het gerecht
met behulp van de pijltoetsen.
Start het programma.
De tijd die bij het gewicht hoort loopt af
en het microgolfovensymbool licht
op.
Na de helft van de bereidingstijd hoort u
een akoestisch signaal.
Onderbreek het programma om het
gerecht (indien mogelijk) te keren of
door te roeren. Zet het programma
daarna voort.
U kunt eventueel de geprogrammeerde
tijden tijdens de bereiding met enkele
minuten verlengen. Druk daartoe zo
vaak op de starttoets totdat de ge-
wenste tijd op het display verschijnt. U
kunt alle programma's met slechts en-
kele minuten verlengen.
Na afloop van het bereidingsproces
hoort u een akoestisch signaal.
De verlichting van de ovenruimte dooft.
Recepten – automatische programma's
45
Hier volgen enkele recepten voor de au-
tomatische programma's “verse pro-
ducten bereiden”. U kunt deze recepten
aanvullen en ermee variëren.
Het is belangrijk dat u bij de pro-
gramma's de aangegeven maximum-
gewichten niet overschrijdt, anders
worden de gerechten niet gaar.
Houd u aan de gewichtswaarden.
A9 Groenten
Bereiding
Doe de schoongemaakte, voorbereide
groenten in een schotel. Voeg afhanke-
lijk van de versheid en de vochtigheids-
graad 3–4eetlepels water en een beetje
zout of andere kruiden toe. Voer het ge-
wicht inclusief water in en gaar het ge-
heel in de afgedekte schotel. Na onge-
veer de helft van de bereidingstijd weer-
klinkt een signaal om aan te geven dat
het gerecht moet worden omgekeerd of
omgeroerd.
Bij het bereiden van groenten in saus
dient u het gewicht in te voeren van de
groenten, inclusief de saus. Houd u aan
de maximale gewichten.
Wortels in kervelroom (2
porties)
Bereidingstijd: 25 – 35minuten
-
Ingrediënten
350g wortels, schoongemaakt
5g boter
50ml groentebouillon (instant)
75g crème fraîche
1 eetlepels witte wijn
Zout, peper
1 snufje suiker
1
/
2
theelepel mosterd
1-2 eetlepel kervel, vers, gehakt of
1 eetlepel kervel, gedroogd en fijnge-
wreven
Ca. 1 eetlepel bindmiddel voor witte
saus
Bereiding
Snijd de wortelen in reepjes (dikte ca. 3
– 4mm) of in schijven (3 – 4mm). Boter,
bouillon, crème-fraîche en alle andere
ingrediënten mengen en met de wortels
in een kom gieten. Afgedekt bereiden,
als een signaaltoon weerklinkt, alles
goed omroeren.
-
Instelling: vers product A 9
Gewicht: 525g
Stand: draaiplateau
Recepten – automatische programma's
46
Goudgele aardappelen (3
porties)
Bereidingstijd: 25 – 35minuten
-
Ingrediënten
500g geschilde aardappelen
1 ui, in kleine blokjes
10g boter
1 – 2 eetlepels currypoeder
250ml groentebouillon (instant)
50ml room
125g erwten (diepvries)
Zout, peper
Bereiding
De aardappelen in grote blokjes snijden
(ca. 3x3cm) of kleine aardappelen ge-
bruiken. Alle ingrediënten in een vol-
doende grote schotel doen en mengen.
Afgedekt bereiden, als een signaaltoon
weerklinkt, alles goed omroeren en ver-
der garen.
-
Instelling: vers product A 10
Gewicht: 800g
Stand: draaiplateau
A 11 Vis: viscurry (4 porties)
Bereidingstijd: 35 – 45minuten
-
Ingrediënten
300g stukjes ananas
1 rode paprika
1 kleine banaan
500g goud- of roodbaarsfilet
3 eetlepels citroensap
30g boter
100ml witte wijn
100ml ananassap
zout, suiker, chilipoeder
2 eetlepels bindmiddel voor witte saus
Bereiding
Snijd de visfilet in blokjes. Doe de blok-
jes in een schaal en besprenkel de vis
met citroensap. Snij de paprika in vier
stukken. Verwijder de ribben en pitten
en snijd de paprika in smalle reepjes.
Pel de banaan en snijd de bananen in
plakjes. Voeg de paprika en stukjes
ananas bij de vis en meng het geheel.
Voeg de boter toe. Meng de wijn, het
zout, de kruiden en de sausbinder en
voeg alles bij de vis in de schotel. Meng
alles goed samen en bereid het geheel.
-
Instelling: vers product A 11
Gewicht: ca. 1200g
Stand: draaiplateau
Instellingen toestel wijzigen
47
U kunt voor bepaalde instellingen van
het toestel een alternatief kiezen.
De instellingen die u kunt wijzigen, vindt
u in de volgende tabel.
De standaard instellingen worden in de
tabel met een sterretje* aangegeven.
Als u een standaardinstelling wilt wijzi-
gen, gaat u als volgt te werk:
Druk op de toets°.
Op de display verschijnt P1.
Kies met de pijltoetsen de toestelin-
stellingen die u wilt wijzigen.
Bevestig uw keuze met OK.
Afhankelijk van de gekozen toestelin-
stelling kunt u nu met behulp van de
pijltoetsen waarden invoeren of instel-
lingsopties kiezen.
Als u een instelling niet wilt wijzigen
en naar een andere instelling wilt
gaan, druk dan op de toetsOK.
Als u verder geen toestelinstellingen
meer wilt wijzigen, drukt u op de
toetsStop/C.
Deze gewijzigde instellingen blijven
ook na een stroomstoring behouden.
Instellingen toestel wijzigen
48
Instelling Instelmogelijkheden (* standaardinstelling)
 Tijd instellen Uren Met behulp van de pijltoetsen het uur instel-
len.
Minu-
ten
Met behulp van de pijltoetsen de minuten in-
stellen.
 Geluidssignalen   De geluidssignalen zijn uitgeschakeld.
  * De geluidssignalen zijn ingeschakeld.
 Toetssignaal   De toetssignalen zijn uitgeschakeld.
  * De toetssignalen zijn ingeschakeld.
 Tijdformaat 24u * De 24-uurs-tijdsweergave is ingeschakeld.
12u De 12-uurs-tijdsweergave is ingeschakeld.
 Nachtschakeling  * De nachtschakeling is uitgeschakeld.
  De nachtschakeling is ingeschakeld. Van
23:00uur tot 5:00uur is de tijdweergave uit-
geschakeld.
 Gewichtseenheid  * Het gewicht van de voedingsmiddelen wordt
in gram (g) aangegeven.
  Het gewicht van de voedingsmiddelen wordt
in ponden (lb) weergegeven.
 Warmhoudautomaat   De warmhoudautomaat is uitgeschakeld.
  * De warmhoudautomaat is ingeschakeld.
 Quick Microgolfoven Ver-
mo-
gen
Het maximaal vermogen kan gewijzigd wor-
den.
Duur De duur van 1minuut kan gewijzigd worden.
 Displaymelding
door”
  De melding “door” verschijnt niet.
  * De melding “door” verschijnt als de deur ge-
durende ca. 20minuten niet geopend is. De
startfunctie is dan geblokkeerd.
Instellingen toestel wijzigen
49
Instelling Instelmogelijkheden (* standaardinstelling)
 Demo-functie (om
het toestel te de-
monstreren in de
vakhandel of in
showrooms)
 * De demo-functie is niet actief. Als u een ac-
tieve demo-functie uitzet, verschijnt kort-
stondig _ _ _ _ op de display.
  De demo-functie is actief. Als u op een toets
drukt of een schakelaar bedient, dan ver-
schijnt kortstondig  op de display. Het
toestel is niet bedrijfsklaar.
 Fabrieksinstellingen   De fabrieksinstellingen zijn gewijzigd.
  * De fabrieksinstellingen worden opnieuw her-
steld of zijn niet gewijzigd.
Verwarmen
50
Kies om voedingsmiddelen te verwar-
men het volgende vermogen:
Dranken 800Watt
Gerechten 600Watt
Baby-, kindervoeding 450Watt
Gevaar voor verbranding door te
hete voeding.
Voeding voor baby's en kinderen
mag niet te heet worden.
Verwarm deze producten daarom
slechts 1/2tot1minuut op 450Watt.
Tips voor het verwarmen
Verwarm gerechten afgedekt. Alleen ge-
paneerde gerechten moet u niet afdek-
ken.
Explosiegevaar door te hoge
druk.
Als u gesloten potten of flessen ver-
hit, wordt in de verpakking druk op-
gebouwd. Het voorwerp kan daar-
door ontploffen.
Verhit daarom nooit voedingsmid-
delen of vloeistoffen in afgesloten
potten, zoals bokalen met babyvoe-
ding. Open eerst de pot. Verwijder bij
zuigflessen eerst de dop en de
speen.
Gevaar voor verwonding door
overkoken.
Bij het koken en vooral het naverwar-
men van vloeistoffen met de micro-
golffunctie kan het kookpunt worden
bereikt zonder dat de bekende lucht-
belletjes opstijgen. De vloeistof kookt
dan niet gelijkmatig. Als u een glas of
beker uit de oven haalt, kan de vloei-
stof ineens gaan borrelen en overko-
ken. De vorming van luchtbelletjes
kan zo hevig zijn, dat de deur van het
toestel vanzelf kan opengaan.
Voorkom dat vloeistoffen ineens
gaan borrelen en overkoken door ze
voor het verhitten door te roeren.
Wacht na het verhitten minstens
20seconden voordat u de beker uit
de ovenruimte neemt. Zo kunt u bo-
vendien tijdens het verwarmen een
glazen staafje of iets dergelijks (als u
dat bij de hand hebt) in de beker zet-
ten.
Eieren kunnen ontploffen.
Verwarm geen hardgekookte eieren
(ook niet zonder schaal) met de
ovenfunctie “Microgolf”.
Voor gerechten uit de koelkast geldt
een langere tijd om te verwarmen dan
voor gerechten op kamertemperatuur.
De benodigde tijd voor het verwarmen
hangt af van de kwaliteit, de hoeveel-
heid en de begintemperatuur van het
voedsel.
Zorg dat voedsel altijd voldoende
wordt verwarmd.
Als u twijfelt of het gerecht warm of
gaar genoeg is, stel dan opnieuw een
tijd in.
Verwarmen
51
Grotere hoeveelheden voedsel dient u
tijdens het verwarmen af en toe om te
roeren of te keren. Roer van de buiten-
rand naar het midden toe, omdat de
buitenrand sneller opwarmt.
Na het verwarmen
Wees voorzichtig bij het uitnemen
van het gerecht. Het serviesgoed kan
heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet warm door
de microgolven (met uitzondering van
vuurvast aardewerk), maar door de
warmte die het gerecht afgeeft.
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan, zodat de
warmte zich gelijkmatig over het ge-
recht kan verdelen. De temperaturen
worden gelijk.
Gevaar voor verbranding door te
heet voedsel.
Het voedsel kan na het verwarmen
erg heet zijn.
Vergeet niet gerechten door te roeren
of te schudden nadat u ze heeft ver-
warmd, vooral baby- en kindervoe-
ding. Controleer of deze niet te heet
zijn.
Garen
52
Doe het gerecht in een schaal die ge-
schikt is voor de microgolfoven en kook
het afgedekt.
Stel voor het aankoken een vermogen
in van 800 Watt en voor het doorkoken
een vermogen van 450 Watt.
Stel voor het koken van gerechten zoals
rijstebrij en griesmeel eerst 800 Watt
in en vervolgens 150 Watt.
Tips voor het garen
De bereidingstijden bij groenten zijn af-
hankelijk van de kwaliteit. Verse groen-
ten bevatten meer water en zijn daar-
door sneller gaar. Zijn de groenten niet
meer helemaal vers, voeg dan vóór de
bereiding een beetje water toe.
Voor gerechten uit de koelkast geldt
een langere tijd om te garen dan voor
gerechten op kamertemperatuur.
Roer of keer gerechten om tijdens het
garen. De warmteverdeling is dan gelijk-
matiger.
Gevaar voor de gezondheid door
een te korte bereidingstijd.
Zeer bederfelijke voedingsmiddelen,
zoals bijv. vis, moeten voldoende
lang garen.
Houdt u zich bij dergelijk voedsel al-
tijd aan de aangegeven bereidings-
tijden.
Bij voedingsmiddelen waarvan de
schil of het vel hard is, zoals tomaten,
worstjes, aardappelen in de schil en au-
bergines, dient u de schil of het vel
meermaals te doorprikken of er inke-
pingen in te maken zodat de ontstane
damp kan ontsnappen en de voedings-
middelen niet ontploffen.
Gevaar voor verwonding door ei-
eren met schaal.
Eieren met schaal kunnen ontploffen
tijdens het garen. Dat kan ook ge-
beuren nadat u ze al uit het toestel
hebt gehaald.
Eieren met schaal kunt u alleen in
speciaal daarvoor bestemd servies-
goed met de microgolfoven koken.
Gevaar voor verbranding door ei-
eren zonder schaal.
Als u eieren zonder schaal met de
microgolffunctie verhit, kan de dooier
na het garen er onder hoge druk uit-
spuiten.
Eieren zonder schaal mag u in de mi-
crogolfoven bereiden als u eerst een
paar gaatjes in de dooier prikt.
Na het koken
Wees voorzichtig als u het gerecht
uit het toestel haalt! Het serviesgoed
kan heet zijn.
Het serviesgoed wordt niet door de mi-
crogolven warm (met uitzondering van
vuurvast aardewerk), maar door de
warmte die het gerecht afgeeft.
Laat het gerecht een paar minuten op
kamertemperatuur staan (doorwarmtijd),
zodat de warmte zich gelijkmatig over
het gerecht kan verdelen. De tempera-
turen worden gelijk.
Ontdooien
53
Gevaar voor de gezondheid door
opnieuw invriezen.
Licht ontdooide of volledig ont-
dooide voedingsmiddelen verliezen
voedingswaarde als ze opnieuw wor-
den ingevroren en bederven.
Vries ontdooide voedingsmiddelen
niet weer in. Gebruik ze zo snel als
mogelijk. Als ze gekookt of gebraden
zijn, dan kunnen ze opnieuw worden
ingevroren.
Kies om voedingsmiddelen te ontdooi-
en het volgende microgolfvermogen:
80Watt
voor het ontdooien van zeer kwets-
bare levensmiddelen, zoals room, bo-
ter, slagroom- en botercrèmetaarten,
kaas.
150Watt
voor het ontdooien van andere voe-
dingsmiddelen.
Haal het ingevroren product uit de ver-
pakking, leg het in een schaal die ge-
schikt is voor de microgolfoven en laat
het onafgedekt ontdooien. Na de helft
van de ontdooitijd moet het gerecht
worden gekeerd, in stukken gesneden
of doorgeroerd.
Laat diepgevroren vlees op een omge-
keerd bord in een glazen of porseleinen
schaal ontdooien. Zo kan het vocht
weglopen. Halverwege de ontdooitijd
omkeren.
Gevaar voor de gezondheid door
risico op salmonella.
Let bij het ontdooien van gevogelte
extra op de hygiëne.
Gebruik het dooivocht niet.
Vlees, gevogelte en vis moeten niet vol-
ledig ontdooid zijn om het te garen.
Het volstaat als ze een beetje ontdooid
zijn. Het oppervlak is dan zacht genoeg
om de kruiden op te nemen.
Ontdooien en bereiding
Diepgevroren voedingsmiddelen kunt u
ontdooien en aansluitend meteen berei-
den.
Stel eerst een vermogen in van 800
Watt en daarna van 450 Watt.
Haal het gerecht uit de verpakking en
doe het in een microgolfbestendige
schaal. Laat het gerecht afgedekt ont-
dooien. Bereid het ook afgedekt (met
uitzondering van gehakt).
Roer voedingsmiddelen met veel vocht,
zoals soep en groenten, tussendoor
meermaals om. Keer vleesschijven hal-
verwege voorzichtig om. Keer vis hal-
verwege ook om.
Laat het gerecht na het ontdooien en
verwarmen resp. koken een paar minu-
ten op kamertemperatuur staan zodat
de temperatuur zich gelijkmatig over het
gerecht kan verdelen.
Inmaken
54
Met de microgolfoven kunt u kleinere
hoeveelheden fruit, groente en vlees in-
maken in microgolfbestendige bokalen,
die verkrijgbaar zijn in de vakhandel.
Bereid de bokalen voor zoals u dat nor-
maal doet.
Vul de potten tot maximaal 2cm onder
de bovenrand.
Sluit de microgolfbestendige inmaak-
potten enkel af met microgolfbesten-
dige haken of doorzichtige plakband.
Gebruik geen metalen haken of bo-
kalen met schroefdeksel of blikken
om te vermijden dat vonken ont-
staan.
U kunt maximaal drie potten van
1
/
2
liter
tegelijk inmaken.
Zet de glazen op het draaiplateau.
Breng de inhoud met een vermogen
van 800W aan het borrelen.
De benodigde tijd hangt af van:
de begintemperatuur van de inhoud
van de potten.
het aantal potten.
de tijdsduur totdat de inhoud van de
potten gaat borrelen (gelijkmatig opstij-
gen van luchtbelletjes) is bij
1 glas ca.3 minuten
2 glazen ca.6 minuten
3 glazen ca.9 minuten
Bij fruit en komkommers zijn deze tijden
voldoende voor het inmaken.
Verlaag bij groenten het vermogen tot
450 Watt als de inhoud is gaan borrelen
en kook
wortels ca. 15 minuten en
erwten ca. 25 minuten.
Na het inmaken
Haal de potten na het inmaken uit het
toestel, leg er een doek overheen en
laat ze ca. 24 uur op een tochtvrije
plaats afkoelen.
Verwijder de klemmen of het plakband
en controleer of alle potten goed dicht
zitten.
Praktijkvoorbeelden:
55
Voedingsmid-
delen
Aantal Micro-
golfver-
mogen
(Watt)
Tijd (min) Aanwijzingen
Boter/margari-
ne smelten
100g 450 1:00 – 1:10 onafgedekt smelten
chocolade
smelten
100g 450 3:00 – 3:30 onafgedekt smelten, tussen-
door omroeren
Gelatine
oplossen
1 pakje +
5 eetl. water
450 0:10 – 0:30 onafgedekt oplossen, tus-
sendoor omroeren
Glazuur
bereiden
1 pakje +
250ml vocht
450 4 – 5 onafgedekt verhitten, tus-
sendoor omroeren
Gistdeeg voordeeg van
100g meel
80 3 – 5 afgedekt laten rijzen
Popcorn
bereiden
1 eetl. (20g)
popcornmaïs
800
3 – 4 doe de maïs in een 1-l-glas,
afgedekt bereiden en met
poedersuiker bestrooien
Negerzoen
vergroten
20g 600 0:10 – 0:20 onafgedekt op een bord
slasauzen aro-
matiseren
125ml 150 1 – 2 onafgedekt, heel licht ver-
warmen
Citrusvruchten
op tempera-
tuur brengen
150g 150 1 – 2 onafgedekt op een bord leg-
gen
Ontbijt-
spek braden
100g
800
2 – 3 onafgedekt op keukenpapier
leggen
IJs schepklaar
maken
500g 150 2 onafgedekt in het toestel
zetten
Tomaten
pellen
3 stuks 450 6 – 7 Bij het kroontje van de to-
maat kruisvormige inke-
pingen maken, afgedekt in
weinig water verhitten, schil
verwijderen. De tomaten
kunnen zeer heet worden!
Aardbeiencon-
fituur bereiden
300g aardbeien,
300g geleersuiker
800
7 – 9 Vruchten en suiker mengen,
afgedekt in hoge schaal be-
reiden
Alle getallen in de tabel zijn slechts algemene richtlijnen.
Gegevens voor testinstellingen
56
Testgerechten vol-
gens EN60705
Microgolf-
vermogen
(Watt)
Duur
(min)
Door-
warm-
tijd*
(min)
Opmerking
Eiercrème,
750 g
300 26–28 120 Voor het serviesgoed
zie de norm, afme-
tingen aan bovenkant
(21 x 21 cm)
Zandtaart,
475g
600 8 5 Voor het serviesgoed
zie de norm, buitendia-
meter bovenkant
220mm, onafgedekt
bereiden
Gehaktmassa,
900g
600
450
6
11
5 Voor het serviesgoed
zie de norm, afme-
tingen bovenkant
250mmx124mm,
open bereiden
Ontdooien van vlees
(gehakt)
500g
150 12 5–10 Voor het serviesgoed
zie de norm, onafge-
dekt bereiden, na helft
van de tijd gebruiken
Frambozen,
250g
150 7 3 Voor het serviesgoed
zie de norm, onafge-
dekt bereiden
* Laat het voedingsmiddel tijdens de doorwarmtijd bij kamertemperatuur staan.
Gedurende die tijd wordt de temperatuur in het product gelijkmatig verdeeld.
Reiniging en onderhoud
57
Reinig het toestel alleen als de span-
ning van het toestel is gehaald (trek
bijvoorbeeld de stekker uit de con-
tactdoos).
Gebruik nooit een stoomreiniger om
de microgolfoven te reinigen.
De stoom kan terechtkomen op on-
derdelen die onder spanning staan
en een kortsluiting veroorzaken.
Ovenruimte, binnenkant deur
Gevaar voor verbranding door
hete ovenruimte.
Onmiddellijk na gebruik is de oven-
ruimte nog te heet om te reinigen.
Reinig de ovenruimte wanneer deze
is afgekoeld.
Brandgevaar door te sterke ver-
ontreiniging.
Ernstige verontreinigingen kunnen in
extreme omstandigheden het toestel
beschadigen en door brandgevaar
zelfs tot gevaarlijke situaties leiden.
Wacht niet te lang met het reinigen,
zodat het reinigen niet moeilijker en
in extreme gevallen zelfs onmogelijk
wordt.
U kunt de ovenruimte en de binnenzijde
van de deur reinigen met een zacht rei-
nigingsmiddel of met een beetje afwas-
middel in water schoonvegen. Droog
daarna met een zachte doek.
Bij verontreinigingen verhit u een glas
water 2of3minuten lang in de oven-
ruimte, totdat het kookt. De stoom komt
naar beneden in de ovenruimte en doet
het vuil afweken. Nu kunt u het vuil
eventueel met wat spoelmiddel afspoe-
len.
Verwijder nooit de afdekking van de
opening voor de microgolven (zie af-
beelding), alsmede de folie aan de
binnenkant van de deur.
Er mogen geen vloeistoffen of voor-
werpen in het toestel terechtkomen.
Veeg de binnenruimte niet met een te
natte doek af, anders kan er water in
de openingen komen.
Gebruik geen schuurmiddelen, want
daardoor kunnen krassen ontstaan.
Geurtjes kunt u neutraliseren door een
kopje water met citroensap een paar
minuten in de microgolfoven te laten
koken.
Gevaar voor de gezondheid door
een defect toestel.
Een toestel met een beschadigde
deur mag niet worden gebruikt, tot-
dat de deur door een door Miele ge-
schoolde technicus is gerepareerd.
Als u de microgolfoven inschakelt,
kunnen er microgolven vrijkomen die
gevaarlijk kunnen zijn.
Houd de deur altijd schoon en con-
troleer deze regelmatig op eventuele
zichtbare beschadigingen. Gebruik
de microgolfoven niet wanneer
– de toesteldeur gebogen is.
– de deurscharnieren los zitten.
– er gaatjes of scheuren in de om-
manteling, de deur of de binnen-
wanden van de oven zitten.
Reiniging en onderhoud
58
Voor het reinigen van de ovenruimte
gaat u als volgt te werk:
Verwijder het draaiplateau en reinig
het in de vaatwasser of met een
drupje afwasmiddel in water.
Houd de ring onder het draaiplateau
en de bodem van de ovenruimte er-
onder schoon. Het plateau draait an-
ders ongelijkmatig.
Controleer of de raakvlakken tussen
het draaiplateau en de ring schoon
zijn.
Draai het kruis niet met de hand, an-
ders kan de aandrijfmotor bescha-
digd raken.
Voorkant toestel
Er mogen geen vloeistoffen of voor-
werpen in de ventilatie-openingen te-
rechtkomen.
Als verontreinigingen te lang inwer-
ken, kunt u ze soms niet meer verwij-
deren en kunnen de oppervlakken
verkleuren of aangetast worden.
Verwijder verontreinigingen aan de
voorkant van het toestel het best
meteen.
Reinig de voorkant met een schoon
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water. Droog het onderdeel vervolgens
met een zachte doek af.
U kunt voor het reinigen ook een
schoon, vochtig microvezeldoekje zon-
der reinigingsmiddel gebruiken.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen glasbreuk tot gevolg heb-
ben.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of worden aangetast als ze met ver-
keerde reinigingsmiddelen in aanra-
king komen.
Neem de reinigingstips in acht.
Om beschadigingen aan de opper-
vlakken te voorkomen, mogen de vol-
gende middelen niet worden gebruikt
om te reinigen:
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride-
houdende reinigingsmiddelen,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder, schuurmiddelen,
schuursponsjes,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
Reiniging en onderhoud
59
reinigingsmiddelen voor vaatwassers,
ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde sponsjes en bor-
stels, zoals bijv. schuursponsjes,
vlekkensponsjes,
scherpe metalen schrapers.
Nuttige tips
60
De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Probleem Oorzaak en oplossing
Een bereiding kan niet
worden gestart.
Controleer
of de deur gesloten is.
of de ingebruiknamebeveiliging geactiveerd is (zie
hoofdstuk “Bediening”, paragraaf “Vergrendeling
toestel”).
of de melding “door” op de display staat. De deur
werd langere tijd (ca. 20minuten) niet geopend (zie
hoofdstuk “Bediening”, paragraaf “Displaymelding
door”).
of de stekker goed in het stopcontact zit.
of de zekering van de huisinstallatie doorgeslagen
is, omdat het toestel, de huisinstallatie of een an-
der toestel defect is (trek dan de stekker uit het
stopcontact en waarschuw een elektricien of een
Miele-technicus, zie hoofdstuk “Miele Service”).
Na de bereiding is een
geluid te horen.
Dat is geen storing. Om te voorkomen dat er vocht
in de ovenruimte, op het bedieningspaneel of in de
inbouwkast neerslaat, blijft de ventilator na een be-
reiding nog een tijdje lopen. Hij wordt automatisch
uitgeschakeld.
De display is donker. Het is tussen 23:00uur en 5:00uur en de nachtuit-
schakeling is actief.
Schakel de nachtuitschakeling uit als u de tijd al-
tijd wilt aflezen.
. . . het draaiplateau on-
regelmatig draait?
Het bereik van het draaiplateau is mogelijk verontrei-
nigd.
Controleer of er vuil zit tussen het draaiplateau en
de bodem van de ovenruimte.
Controleer of de raakvlakken tussen het draaipla-
teau en het onderdeel eronder schoon zijn.
Reinig het bereik van het draaiplateau.
Nuttige tips
61
Probleem Oorzaak en oplossing
. . . het gerecht na af-
loop van de bereiding
niet voldoende ont-
dooid, warm of gaar is?
De duur of de vermogensstanden zijn niet correct ge-
kozen.
Controleer of u een tijd heeft ingesteld die past bij
het ingestelde vermogen.
Hoe lager het vermogen, des te langer is de berei-
dingstijd.
Controleer of de bereiding is onderbroken en daar-
na is voortgezet.
. . het toestel wel werkt,
maar de verlichting
niet?
De lamp is defect.
U kunt het toestel gewoon gebruiken, maar de lamp
is defect.
Neem contact op met Miele als het lampje moet
worden vervangen.
. . . er tijdens de berei-
ding in de microgolf-
oven vreemde geluiden
te horen zijn?
Het voedsel is met aluminiumfolie afgedekt.
Verwijder de aluminiumfolie.
Er ontstaan vonken door het gebruik van metalen
serviesgoed.
Neem de serviesinstructies in het gelijknamige
hoofdstuk in acht.
. . . de dagtijd op het
display niet juist is?
Na een stroomstoring begint de tijd weer vanaf 12:00
uur te lopen, net als bij de ingebruikneming.
De dagtijd moet opnieuw worden ingeschakeld.
Corrigeer de dagtijd.
. . . het gerecht te snel
afkoelt?
Door de microgolfeigenschappen ontstaat de warmte
altijd eerst aan de buitenkant van het gerecht en ver-
plaatst zich vervolgens naar het midden.
Als het voedsel met een hoger vermogen verwarmd
wordt, dan kan dat al warm zijn aan de buitenkant,
maar nog niet aan de binnenkant. Door de aanslui-
tende temperatuurinstelling wordt het voedsel bin-
nenin warmer en aan de buitenkant kouder.
Verwarm daarom vooral gerechten met een ver-
schillende samenstelling, zoals bij een menu, met
een lager vermogen, en daardoor langer op.
Nuttige tips
62
Probleem Oorzaak en oplossing
. . . de microgolfoven
tijdens een bereidings-
proces automatisch
wordt uitgeschakeld?
De luchtcirculatie kan onvoldoende zijn.
Controleer of de luchttoe- of -afvoer afgesloten is.
Verwijder alle voorwerpen.
Als het toestel oververhit raakt, wordt het om veilig-
heidsredenen automatisch uitgeschakeld.
De bereiding kan worden voortgezet zodra het toe-
stel weer is afgekoeld.
Het toestel schakelt herhaaldelijk uit.
Neem contact op met de klantendienst.
Klantendienst
63
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt ver-
helpen, waarschuwt u uw Miele vakhan-
delaar of Miele.
De telefoonnummers van de Miele
klantendienst vindt u achter in deze
gebruiksaanwijzing.
De Miele klantendienst moet weten
welk type toestel u hebt en welk fabri-
cagenummer het heeft.
Beide nummers vindt u op het typepla-
tje dat zich vooraan in het toestel be-
vindt.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel be-
draagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijge-
voegde garantievoorwaarden.
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
M.-Nr. 11 198 410 / 01nl-BE
M 2230 SC
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Miele M 2230 OBSW de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding