Kettler ST 3676-69 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

8
Trainings- en bedieningshandleiding
NL
1. FUNCTIE TOETS
MODE
indrukken om de weergave van een functie op de monitor te selecteren.
RESET
indrukken voor een “reset” van de functiegegevens bij het programmeren.
SET UP
indrukken voor het naar boven wijzigen van tijd, telfunctie, calorieën.
SET DOWN
indrukken voor het naar beneden wijzigen van tijd, telfunctie, calorieën.
* De programmeerfunctie heeft alleen effect in de STOP modus (er verschijnt STOP op de monitor)
2. FUNCTIES
SCAN
Automatische scan van elke functie met een frequentie
van 6 seconden per functie.
De getoonde volgorde is SCAN / TMR>TIME /
CNT>COUNT / TOTALCNT>TOTAL COUNT /
CAL>CALORIES / PULSE>POLSSLAG / SCAN ...
TMR > TIME
COUNT UP: het optellen van de totale trainingstijd van
0:00 tot 99:59.
COUNT DOWN: als u een doeltijd heeft geprogram-
meerd, telt de computer van de geprogrammeerde tijd te-
rug naar 0:00 zodra u de training start.
CNT > COUNT
COUNT UP: het optellen van de aantal herhalingen tij-
dens de training.
COUNT DOWN: als u een trainingsdoel m.b.t. herhalin-
gen heeft geprogrammeerd, telt de
computer van het geprogrammeerde aantal herhalingen
terug naar nul zodra u de training start.
TOTALCNT > TOTAL COUNT
Het optellen van het totaal aantal herhalingen van diverse
trainingen.
Deze gegevens worden alleen “gereset” door het vervan-
gen van de batterijen.
CALORIES
COUNT UP: het optellen van calorieënverbruik tijdens de
training van nul tot maximaal
9999 cal.
COUNT DOWN: als u een doel m.b.t. calorieënverbruik
heeft geprogrammeerd, telt de computer van het gepro-
grammeerde aantal calorieën terug naar nul zodra u de
training start.
LET OP deze gegevens zijn een schatting en kunnen al-
leen gebruikt worden om diverse trainingseenheden met
elkaar te vergelijken. Ze zijn niet geschikt om te gebrui-
ken voor medische doeleinden.
LET OP
Als de polsslag tijdens de training gemeten wordt, knippert het
hartsymbool in het segmentveld en de polsslagwaarde wordt
in hartslagen per minuut weergegeven.
1. Als u stopt met trainen en de toetsen gedurende 4 mi-
nuten niet gebruikt, schakelt de monitor automatisch uit.
2. De computer begint te piepen om u te informeren dat u
een geprogrammeerde doelwaarde heeft behaald,
daarna wordt voor deze functie vanaf nul weer opge-
teld.
3. Druk op de “MODE” toets en houdt deze 4 seconden
ingedrukt, hiermee worden alle functies op nul “ge-
reset”, met uitzondering van de TOTAL COUNT functie.
4. Batterijen: 1.5V AA (2 stuks)
22
-24
optional
9
Trainings- en bedieningshandleiding
NL
Trainen met de ROEIMACHINE
De KETTLER roeimachine verschaft alle voordelen van “echt” roeien
zonder de inspanning of kosten om “te water te geraken”. Roeien is
een sport dat zowel de prestatie van het hart en de bloedsomloop als
het uithoudingsvermogen en de conditie verbetert. Let op onderstaande
punten voordat u begint met trainen.
Belangrijk
Raadpleeg voor u begint met trainen uw huisarts of uw conditie trainen
met de roeimachine toestaat. Gebruik zijn advies als basis voor het
plannen van een trainingsprogramma. Onderstaande aanwijzingen
zijn bedoeld voor gezonde personen.
Het voordeel van roeien
Zoals boven reeds vermeld is roeien een uitstekende manier om de ef-
ficiëntie van uw hart en bloedsomloop te verbeteren. Het verbetert te-
vens de zuurstofopname. Tevens is roeien geschikt voor het verbranden
van vet, doordat het de vetreserves aanspreekt (in de vorm van vetzu-
ren) en deze in energie omzet.
Een ander belangrijk voordeel van roeien is het verstevigen van alle be-
langrijke spiergroepen, waarbij de versteviging van de rug- en schou-
derspieren uit orthopedisch oogpunt zeer belangrijk is. Het verstevigen
van de rugspieren helpt de meest “moderne” orthopedische problemen
te voorkomen. Trainen met de KETTLER roeimachine is een begrijpeli-
jke keuze om te trainen. Het verbetert de conditie en kracht zonder dat
er druk op de gewrichten uitgeoefend wordt.
Welke spieren worden getraind
De roeibeweging spreekt alle spiergroepen aan. Sommige worden
meer aangesproken dan andere. Deze groepen worden in onder-
staande afbeelding getoond.
Zoals u op de afbeelding kunt zien wordt met roeien zowel het bo-
venlichaam als het onderlichaam getraind. Met roeien traint u de bo-
venbeenspieren (1), de hamstrings (2) de scheenbenen (5) en kuiten
(4). De beweging van de heupen werkt op de zitspieren (3).
Bij de torso werkt roeien vooral op de latissimus (6) en de trapezius (7),
de deltoid (9) en de armstrekspieren (10).
Plannen en controleren van het roeien
De basis voor uw trainingsplanning is uw actuele conditie. Uw huisarts
kan een conditietest afnemen om uw fysieke conditie vast te stellen. Het
resultaat van deze test dient als basis voor uw trainingsprogramma. In-
dien u geen conditietest laat doen, dient u overmatig trainen te allen ti-
jde te vermijden. Onderstaand principe dient u bij het plannen in acht
te nemen: duurtraining kan gecontroleerd worden door de mate van in-
spanning, de duur van de inspanning en het niveau van inspanning.
Trainingsintensiteit
De mate van inspanning kan via de polsslag gecontroleerd worden. De
intensiteit van het roeien kan gevarieerd worden met het aantal roeis-
lagen per minuut of het wijzigen van de weerstand. De intensiteit neemt
toe als u meerdere slagen per minuut maakt of de weerstand verhoogt.
Beginners wordt daarom afgeraden met een hoog aantal roeislagen
per minuut of hoge weerstand te trainen. Het optimale aantal roeisla-
gen per minuut and weerstandniveau kunnen bepaald worden aan de
hand van de aanbevolen hartslagfrequentie (zie hartslagdiagram), dat
u 3x per trainingseenheid dient te controleren.
Check voor trainingsbegin de polsslag in rust, check na 10 minuten trai-
nen de polsslag bij inspanning (wat in de beurt van de aanbevolen
hartslagfrequentie dient te liggen) en check bij trainingseinde de her-
stelpolsslag.
Regelmatige training toont al op korte termijn een verlaging van zowel
de polsslag in rust als de polsslag bij inspanning. Dit toont het positie-
ve effect van de duurtraining. Het hart slaat trager, waardoor er meer
tijd beschikbaar is om bloed op te nemen en het bloed in de hartspie-
ren te laten circuleren.
Mate van training
Voor de mate van training refereren wij naar de trainingsduur en de
frequentie per week. Expert adviseren onderstaande trainingsfrequen-
tie als zeer effectief:
Sessies per week Lengte per sessie
Dagelijks 10 minuten
Twee of drie keer per week 20-30 minuten
Een of twee keer per week 30-60 minuten
Trainingssessies van 20-30 minuten / 30-60 minuten zijn niet geschikt
voor beginners. Een beginner dient zijn/haar trainingsintensiteit lang-
zaam op te bouwen, met in het begin zeer korte sessies. Een interval-
training vormt een goede variatie voor beginners.
Een typisch programma voor beginners voor de eerste vier weken kan
er als volgt uitzien:
1e/2e week Lengte per trainingsblok
3 sessies per week 3 minuten roeien
1 minuut pauze
3 minuten roeien
1 minuut pauze
3 minuten roeien
3e/4e week Lengte per trainingsblok
4 sessies per week 5 minuten roeien
1 minuut pauze
5 minuten roeien
Na deze 4 weken durende intervaltraining kan begonnen worden met
trainingssessie van 10 minuten zonder onderbreking. Als u de voorkeur
geeft aan 3 sessies per week van 20-30 minuten (in een later stadium),
plan dan een vrije dag tussen de sessies.
Aanvullende gymnastiekoefeningen
Gymnastiekoefeningen vormen een ideale aanvullen van de roeitrai-
ning. Doe altijd warm-up oefeningen voor u begint met trainen. Ac-
tiveer de bloedsomloop door een paar minuten rustig roeien (10-15 sla-
gen per minuut). Doe enkele stretchoefeningen voordat u intensief gaat
trainen. Rond de sessie af met enkele minuten rustig roeien, met extra
stretchoefeningen tijdens de cooldown.
Polsdiagramm
Conditie en Vetverbanding
220
200
180
160
140
120
100
80
Polsslag
Leeftijd
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
Vetverbrandings-polsslag
(65 % van Max. pols)
90
Conditie polsslag
(75 % van Max. pols)
Maximale polsslag
(220 – Leeftijd)
23
ST 3676–69
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hart in de display synchro-
on met uw polsslag knippert.
Met oorclip
De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzigin-
gen in de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw pols-
slag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig over uw oorlelletje
eer u de sensor aan uw oorlelletje klemt.
Vermijd stoorimpulsen:
Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het
beste punt voor de meting (hartsymbool knippert zonder on-
derbreking).
Train niet direct onder een sterke lichtbron zoals bijv. neon-
licht, halogeenlicht, spotjes en zonlicht.
Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor incl. kabel voll-
edig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kle-
ding of beter nog aan een hoofdband.
Polsslagmeting met borstgordel Als een borstgordel op-
tioneel gebruikt wordt, dient de verbinding tussen de borst-
gordel en de trainingscomputer via een insteekontvanger tot
stand gebracht te worden. Borstgordel en insteekontvanger
kunnen extra besteld worden.
Opmerkin: Er is slechts één manier van polsslagmeting mogeli-
jk: of met oorclip of met de borstgordel.
Indicaciones sobre la medición del pulso
El cálculo del pulso comienza cuando el corazón parpadea con
la frecuencia de su pulsación en el indicador.
Con el clip de oreja
El sensor del pulso funciona con luz infrarroja y mide las varia-
ciones de permeabilidad a la luz de su piel que son provoca-
das por su pulso. Antes de fijar el sensor del pulso en el lóbulo
de su oreja, frótelo 10 veces fuertemente para incrementar la
circulación de la sangre.
Evite impulsos perturbadores.
Sujete el clip de oreja cuidadosamente en el lóbulo y busque
el punto más favorable para el registro (el símbolo del cora-
zón parpadea sin interrupciones).
No entrene bajo una radiación fuerte de luz, p. ej. luz de
neón, luz halógena, focos, luz solar.
Excluya completamente las sacudidas u oscilaciones del sen-
sor de oreja y del cable. Sujete el cable siempre con la pin-
za en su ropa, o incluso mejor, en una cinta para el pelo.
Registro del pulso con correa de pecho Si se emplea op-
cionalmente una correa de pecho se debe establecer la co-
nexión entre la correa y el ordenador de entrenamiento me-
diante un receptor enchufable. La correa de pecho y el re-
ceptor enchufable se pueden pedir posteriormente
Comentario: Solamente es posible un tipo de medición del pul-
so: o con el clip de oreja o con la cinta para el pecho.
NL
E
Indicazioni sulla misurazione del polso
Il calcolo del polso comincia quando il cuore nell’indicazione
lampeggia al tatto del battito del polso.
Con il clip per l’orecchio
Il sensore del polso lavora a luce infrarossa e misura i cambia-
menti dell’impermeabilità alla luce della pelle, che vengono ri-
chiamati dal battito del polso. Prima di attaccare il sensore del
polso al lobo dell’orecchio, sfregare quest’ultimo fortemente 10
volte per aumentare la vascolarizzazione.
Evitare impulsi di interferenza.
Fissare accuratamente il clip dell’orecchio al lobo, e cercare
il punto più favorevole per il prelevamento (il simbolo del cu-
ore lampeggia senza interruzione).
Non allenatevi direttamente sotto l’incidenza della luce, ad
esempio di luce neon, alogena, fari o luce solare.
Escludere completamente le scosse e i movimenti del sensore
dell’orecchio incluso il cavo. Attaccare il cavo tramite pinzet-
te all’abbigliamento o ancor meglio ad una fascia per la
fronte.
Rilevazione delle pulsazioni con fascia toracica Se si utili-
zza come opzione una fascia toracica, il collegamento rea
fascia toracica stessa e il computer di allenamento va effet-
tuato con un ricevitore inseribile. Fascia toracica e ricevitore
inseribile sono ordinabili anche in un secondo tempo.
Osservazione: è possibile solo un tipo di misurazione del pol-
so: o con il clip per l’orecchio oppure o la cintura del torace.
Wskazówki dotyczące pomiaru tętna
Obliczanie tętna zaczyna się, kiedy symbol serca na wyświet-
laczu miga w takcie uderzeń naszego tętna.
Pomiar tętna przy pomocy klipsa nausznego
Czujnik tętna pracuje wykorzystując światło podczerwone i
mierzy zmiany przepuszczalności światła naszej skóry, wywoła-
ne uderzeniami tętna. Przed założeniem czujnika na koniuszek
ucha, należy go 10 razy mocno potrzeć w celu zwiększenia
jego przekrwienia.
Unikać impulsów zakłócających.
Czujnik założyć starannie na koniuszek ucha i wyszukać
miejsca najlepszego odbioru sygnałów (symbol serca poja-
wia się bez przerywania).
Nie trenować w miejscu narażonym na bezpośrednie i silne
oddziaływanie światła np. neonu, halogenu, reflektora lub
słońca.
Należy całkowicie wykluczyć wstrząsy i chybotanie się czuj-
nika łącznie z kablem. Kabel czujnika unieruchomić przy-
pinając go klamrami do ubrania lub jeszcze lepiej do prze-
paski na czoło.
Pomiar tętna za pomocą pasa piersiowego Jeśli ma być
opcjonalnie zastosowany pas piersiowy, należy utworzyć
połączenie pomiędzy pasem piersiowym i komputerem tre-
ningowym za pomocą odbiornika wtykowego. Pas piersiowy
i odbiornik wtykowy można zamówić dodatkowo.
Uwaga: Możliwy jest tylko jeden rodzaj pomiaru tętna: albo
przy pomocy klipsa nausznego albo pasa piersiowego.
I
PL

Documenttranscriptie

NL Trainings- en bedieningshandleiding 1. FUNCTIE TOETS indrukken om de weergave van een functie op de monitor te selecteren. MODE RESET indrukken voor een “reset” van de functiegegevens bij het programmeren. SET UP indrukken voor het naar boven wijzigen van tijd, telfunctie, calorieën. SET DOWN indrukken voor het naar beneden wijzigen van tijd, telfunctie, calorieën. * De programmeerfunctie heeft alleen effect in de STOP modus (er verschijnt STOP op de monitor) 2. FUNCTIES SCAN Automatische scan van elke functie met een frequentie van 6 seconden per functie. De getoonde volgorde is SCAN / TMR>TIME / CNT>COUNT / TOTALCNT>TOTAL COUNT / CAL>CALORIES / PULSE>POLSSLAG / SCAN ... TMR > TIME COUNT UP: het optellen van de totale trainingstijd van 0:00 tot 99:59. COUNT DOWN: als u een doeltijd heeft geprogrammeerd, telt de computer van de geprogrammeerde tijd terug naar 0:00 zodra u de training start. CNT > COUNT COUNT UP: het optellen van de aantal herhalingen tijdens de training. COUNT DOWN: als u een trainingsdoel m.b.t. herhalingen heeft geprogrammeerd, telt de computer van het geprogrammeerde aantal herhalingen terug naar nul zodra u de training start. TOTALCNT > TOTAL COUNT Het optellen van het totaal aantal herhalingen van diverse trainingen. Deze gegevens worden alleen “gereset” door het vervangen van de batterijen. CALORIES COUNT UP: het optellen van calorieënverbruik tijdens de training van nul tot maximaal 9999 cal. COUNT DOWN: als u een doel m.b.t. calorieënverbruik heeft geprogrammeerd, telt de computer van het geprogrammeerde aantal calorieën terug naar nul zodra u de training start. LET OP deze gegevens zijn een schatting en kunnen alleen gebruikt worden om diverse trainingseenheden met elkaar te vergelijken. Ze zijn niet geschikt om te gebruiken voor medische doeleinden. LET OP Als de polsslag tijdens de training gemeten wordt, knippert het hartsymbool in het segmentveld en de polsslagwaarde wordt in hartslagen per minuut weergegeven. 1. Als u stopt met trainen en de toetsen gedurende 4 minuten niet gebruikt, schakelt de monitor automatisch uit. 2. De computer begint te piepen om u te informeren dat u een geprogrammeerde doelwaarde heeft behaald, daarna wordt voor deze functie vanaf nul weer opgeteld. 3. Druk op de “MODE” toets en houdt deze 4 seconden ingedrukt, hiermee worden alle functies op nul “gereset”, met uitzondering van de TOTAL COUNT functie. 4. Batterijen: 1.5V AA (2 stuks) 8 ✓ 22 -24 optional NL Trainings- en bedieningshandleiding Trainen met de ROEIMACHINE De KETTLER roeimachine verschaft alle voordelen van “echt” roeien zonder de inspanning of kosten om “te water te geraken”. Roeien is een sport dat zowel de prestatie van het hart en de bloedsomloop als het uithoudingsvermogen en de conditie verbetert. Let op onderstaande punten voordat u begint met trainen. Belangrijk Raadpleeg voor u begint met trainen uw huisarts of uw conditie trainen met de roeimachine toestaat. Gebruik zijn advies als basis voor het plannen van een trainingsprogramma. Onderstaande aanwijzingen zijn bedoeld voor gezonde personen. Het voordeel van roeien Zoals boven reeds vermeld is roeien een uitstekende manier om de efficiëntie van uw hart en bloedsomloop te verbeteren. Het verbetert tevens de zuurstofopname. Tevens is roeien geschikt voor het verbranden van vet, doordat het de vetreserves aanspreekt (in de vorm van vetzuren) en deze in energie omzet. Een ander belangrijk voordeel van roeien is het verstevigen van alle belangrijke spiergroepen, waarbij de versteviging van de rug- en schouderspieren uit orthopedisch oogpunt zeer belangrijk is. Het verstevigen van de rugspieren helpt de meest “moderne” orthopedische problemen te voorkomen. Trainen met de KETTLER roeimachine is een begrijpelijke keuze om te trainen. Het verbetert de conditie en kracht zonder dat er druk op de gewrichten uitgeoefend wordt. Welke spieren worden getraind De roeibeweging spreekt alle spiergroepen aan. Sommige worden meer aangesproken dan andere. Deze groepen worden in onderstaande afbeelding getoond. Beginners wordt daarom afgeraden met een hoog aantal roeislagen per minuut of hoge weerstand te trainen. Het optimale aantal roeislagen per minuut and weerstandniveau kunnen bepaald worden aan de hand van de aanbevolen hartslagfrequentie (zie hartslagdiagram), dat u 3x per trainingseenheid dient te controleren. Check voor trainingsbegin de polsslag in rust, check na 10 minuten trainen de polsslag bij inspanning (wat in de beurt van de aanbevolen hartslagfrequentie dient te liggen) en check bij trainingseinde de herstelpolsslag. Regelmatige training toont al op korte termijn een verlaging van zowel de polsslag in rust als de polsslag bij inspanning. Dit toont het positieve effect van de duurtraining. Het hart slaat trager, waardoor er meer tijd beschikbaar is om bloed op te nemen en het bloed in de hartspieren te laten circuleren. Polsdiagramm Polsslag Conditie en Vetverbanding 220 Maximale polsslag 200 (220 – Leeftijd) 180 160 Conditie polsslag (75 % van Max. pols) 140 120 100 80 Vetverbrandings-polsslag (65 % van Max. pols) 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 90 Leeftijd Mate van training Voor de mate van training refereren wij naar de trainingsduur en de frequentie per week. Expert adviseren onderstaande trainingsfrequentie als zeer effectief: Sessies per week Lengte per sessie Dagelijks 10 minuten Twee of drie keer per week 20-30 minuten Een of twee keer per week 30-60 minuten Trainingssessies van 20-30 minuten / 30-60 minuten zijn niet geschikt voor beginners. Een beginner dient zijn/haar trainingsintensiteit langzaam op te bouwen, met in het begin zeer korte sessies. Een intervaltraining vormt een goede variatie voor beginners. Een typisch programma voor beginners voor de eerste vier weken kan er als volgt uitzien: Zoals u op de afbeelding kunt zien wordt met roeien zowel het bovenlichaam als het onderlichaam getraind. Met roeien traint u de bovenbeenspieren (1), de hamstrings (2) de scheenbenen (5) en kuiten (4). De beweging van de heupen werkt op de zitspieren (3). Bij de torso werkt roeien vooral op de latissimus (6) en de trapezius (7), de deltoid (9) en de armstrekspieren (10). Plannen en controleren van het roeien De basis voor uw trainingsplanning is uw actuele conditie. Uw huisarts kan een conditietest afnemen om uw fysieke conditie vast te stellen. Het resultaat van deze test dient als basis voor uw trainingsprogramma. Indien u geen conditietest laat doen, dient u overmatig trainen te allen tijde te vermijden. Onderstaand principe dient u bij het plannen in acht te nemen: duurtraining kan gecontroleerd worden door de mate van inspanning, de duur van de inspanning en het niveau van inspanning. Trainingsintensiteit De mate van inspanning kan via de polsslag gecontroleerd worden. De intensiteit van het roeien kan gevarieerd worden met het aantal roeislagen per minuut of het wijzigen van de weerstand. De intensiteit neemt toe als u meerdere slagen per minuut maakt of de weerstand verhoogt. 1e/2e week 3 sessies per week Lengte per trainingsblok 3 minuten roeien 1 minuut pauze 3 minuten roeien 1 minuut pauze 3 minuten roeien 3e/4e week 4 sessies per week Lengte per trainingsblok 5 minuten roeien 1 minuut pauze 5 minuten roeien Na deze 4 weken durende intervaltraining kan begonnen worden met trainingssessie van 10 minuten zonder onderbreking. Als u de voorkeur geeft aan 3 sessies per week van 20-30 minuten (in een later stadium), plan dan een vrije dag tussen de sessies. Aanvullende gymnastiekoefeningen Gymnastiekoefeningen vormen een ideale aanvullen van de roeitraining. Doe altijd warm-up oefeningen voor u begint met trainen. Activeer de bloedsomloop door een paar minuten rustig roeien (10-15 slagen per minuut). Doe enkele stretchoefeningen voordat u intensief gaat trainen. Rond de sessie af met enkele minuten rustig roeien, met extra stretchoefeningen tijdens de cooldown. 9 ST 3676–69 NL Aanwijzingen voor polsslagmeting I Indicazioni sulla misurazione del polso De polsslagberekening begint als het hart in de display synchroon met uw polsslag knippert. Il calcolo del polso comincia quando il cuore nell’indicazione lampeggia al tatto del battito del polso. Met oorclip Con il clip per l’orecchio De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzigingen in de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw polsslag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig over uw oorlelletje eer u de sensor aan uw oorlelletje klemt. Vermijd stoorimpulsen: • Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het beste punt voor de meting (hartsymbool knippert zonder onderbreking). • Train niet direct onder een sterke lichtbron zoals bijv. neonlicht, halogeenlicht, spotjes en zonlicht. • Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor incl. kabel volledig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kleding of beter nog aan een hoofdband. Polsslagmeting met borstgordel Als een borstgordel optioneel gebruikt wordt, dient de verbinding tussen de borstgordel en de trainingscomputer via een insteekontvanger tot stand gebracht te worden. Borstgordel en insteekontvanger kunnen extra besteld worden. Opmerkin: Er is slechts één manier van polsslagmeting mogelijk: of met oorclip of met de borstgordel. E Indicaciones sobre la medición del pulso El cálculo del pulso comienza cuando el corazón parpadea con la frecuencia de su pulsación en el indicador. Con el clip de oreja El sensor del pulso funciona con luz infrarroja y mide las variaciones de permeabilidad a la luz de su piel que son provocadas por su pulso. Antes de fijar el sensor del pulso en el lóbulo de su oreja, frótelo 10 veces fuertemente para incrementar la circulación de la sangre. Evite impulsos perturbadores. • Sujete el clip de oreja cuidadosamente en el lóbulo y busque el punto más favorable para el registro (el símbolo del corazón parpadea sin interrupciones). • No entrene bajo una radiación fuerte de luz, p. ej. luz de neón, luz halógena, focos, luz solar. • Excluya completamente las sacudidas u oscilaciones del sensor de oreja y del cable. Sujete el cable siempre con la pinza en su ropa, o incluso mejor, en una cinta para el pelo. Registro del pulso con correa de pecho Si se emplea opcionalmente una correa de pecho se debe establecer la conexión entre la correa y el ordenador de entrenamiento mediante un receptor enchufable. La correa de pecho y el receptor enchufable se pueden pedir posteriormente Comentario: Solamente es posible un tipo de medición del pulso: o con el clip de oreja o con la cinta para el pecho. Il sensore del polso lavora a luce infrarossa e misura i cambiamenti dell’impermeabilità alla luce della pelle, che vengono richiamati dal battito del polso. Prima di attaccare il sensore del polso al lobo dell’orecchio, sfregare quest’ultimo fortemente 10 volte per aumentare la vascolarizzazione. Evitare impulsi di interferenza. • Fissare accuratamente il clip dell’orecchio al lobo, e cercare il punto più favorevole per il prelevamento (il simbolo del cuore lampeggia senza interruzione). • Non allenatevi direttamente sotto l’incidenza della luce, ad esempio di luce neon, alogena, fari o luce solare. • Escludere completamente le scosse e i movimenti del sensore dell’orecchio incluso il cavo. Attaccare il cavo tramite pinzette all’abbigliamento o ancor meglio ad una fascia per la fronte. Rilevazione delle pulsazioni con fascia toracica Se si utilizza come opzione una fascia toracica, il collegamento rea fascia toracica stessa e il computer di allenamento va effettuato con un ricevitore inseribile. Fascia toracica e ricevitore inseribile sono ordinabili anche in un secondo tempo. Osservazione: è possibile solo un tipo di misurazione del polso: o con il clip per l’orecchio oppure o la cintura del torace. PL Wskazówki dotyczące pomiaru tętna Obliczanie tętna zaczyna się, kiedy symbol serca na wyświetlaczu miga w takcie uderzeń naszego tętna. Pomiar tętna przy pomocy klipsa nausznego Czujnik tętna pracuje wykorzystując światło podczerwone i mierzy zmiany przepuszczalności światła naszej skóry, wywołane uderzeniami tętna. Przed założeniem czujnika na koniuszek ucha, należy go 10 razy mocno potrzeć w celu zwiększenia jego przekrwienia. Unikać impulsów zakłócających. • Czujnik założyć starannie na koniuszek ucha i wyszukać miejsca najlepszego odbioru sygnałów (symbol serca pojawia się bez przerywania). • Nie trenować w miejscu narażonym na bezpośrednie i silne oddziaływanie światła np. neonu, halogenu, reflektora lub słońca. • Należy całkowicie wykluczyć wstrząsy i chybotanie się czujnika łącznie z kablem. Kabel czujnika unieruchomić przypinając go klamrami do ubrania lub jeszcze lepiej do przepaski na czoło. Pomiar tętna za pomocą pasa piersiowego Jeśli ma być opcjonalnie zastosowany pas piersiowy, należy utworzyć połączenie pomiędzy pasem piersiowym i komputerem treningowym za pomocą odbiornika wtykowego. Pas piersiowy i odbiornik wtykowy można zamówić dodatkowo. Uwaga: Możliwy jest tylko jeden rodzaj pomiaru tętna: albo przy pomocy klipsa nausznego albo pasa piersiowego. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Kettler ST 3676-69 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor