Boss SDE-3000D de handleiding

Categorie
Muzikale uitrusting
Type
de handleiding
Referentiehandleiding
© 2023 Roland Corporation
01
2
De apparatuur aansluiten
* Zet het volume altijd op nul en schakel alle apparaten uit voordat u
aansluitingen maakt om defecten of storingen aan de apparatuur
te voorkomen.
Alleen CTL 4-, 5-aansluitingen (voor de GA-FC)
INPUT
CTL 2, 3
EXP 1
OUTPUT ROUTPUT L
CTL 4, 5
EXP 2
GA-FC
Er zijn veel andere manieren om de SDE-3000D aan te sluiten.
Raadpleeg “Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen
congureren (p. 9) voor meer informatie.
Het apparaat inschakelen
* Verlaag altijd eerst het volume voor u het apparaat in- of
uitschakelt. Zelfs als u het volume hebt uitgezet, hoort u mogelijk
geluid wanneer u het apparaat in- of uitschakelt. Dit is normaal en
wijst niet op een defect.
1. Sluit de netstroomadapter aan op de DC IN-aansluiting.
Dit schakelt de stroom van de SDE-3000D in.
DC IN
Netstroomadapter
2. Schakel eerst alle aangesloten apparaten in en schakel
vervolgens uw gitaarversterker in.
* Doe dit in omgekeerde volgorde wanneer u het apparaat uitschakelt.
* Niet-opgeslagen gegevens gaan verloren wanneer het apparaat
wordt uitgeschakeld. U moet voordien alle gegevens die u wilt
behouden, opslaan.
* Het bank- en geheugennummer die u gebruikte toen u het
apparaat uitschakelde, worden in het geheugen opgeslagen en
worden terug opgeroepen wanneer u het apparaat weer aanzet.
Aan de slag
De rubberen voetjes bevestigen
U kunt indien nodig de rubberen voetjes (meegeleverd) bevestigen.
Bevestig deze op de plaatsen zoals weergegeven op de afbeelding.
* Als u dit apparaat gebruikt zonder de rubberen voetjes, kunt u de vloer beschadigen.
* Wanneer u het apparaat omkantelt, moet u de knoppen en regelaars beschermen tegen schade. Ga voorzichtig om met het apparaat, laat het
niet vallen.
3
Bovenpaneel
1
5
6
4
2
3
Gedeelte Beschrijving
1
Bedieningselementen
Druk op het bovenste gedeelte van elke knop om de
waarde te verhogen en druk op het onderste gedeelte
van elke knop om de waarde te verlagen.
Houd een knop lang ingedrukt om de waarde snel te
veranderen.
[TIME]-knoppen
Regelen de delaytijd.
[FEEDBACK]-knoppen
Regelen het feedbackniveau van de delay.
[OUT]-knoppen
Regelen het uitvoerniveau voor het delaygeluid.
[RATE]-knoppen
Regelen de cyclus van de delaymodulatie.
[DEPTH]-knoppen
Regelen de diepte van de delaymodulatie.
Een instelling van nul schakelt de modulatie uit.
2
Geheugen
[1]–[4]-knoppen
Selecteren de geheugens.
Ø“Een geheugen selecteren (p. 15)
[ã] [â]-knoppen
Schakelen het afspeelscherm in de volgende
volgorde: Input level Õ Parameter Õ Tempo Õ
Bank/memory
3
Bank
[BANK A] [BANK B]-knoppen
Schakelt tussen banken A en B.
U kunt de geheugens van bank C (C.01 en hoger)
met uw voeten (p. 6) selecteren.
Gedeelte Beschrijving
4
Delayinstellingen
[FILTER]-knop
Een delaylter. Dit geeft u een natuurlijk klinkend
eect wanneer u de delay als echo gebruikt.
[TIME×2]-knop
Schakelt tussen de bereiken van de delaytijd.
O (×1): 0.0-1500 ms
On (×2): 0.0-3000 ms
[DELAY PHASE]-knop
Keert de fase van het delaygeluid om.
[MOD]-knop
Schakelt de modulatie in/uit.
[FEEDBACK PHASE]-knop
Keert de fase van de feedback van het delaygeluid om.
[DIGITAL DELAY 1]-knop (DDL 1)/
[DIGITAL DELAY 2]-knop (DDL 2)
Schakelt tussen de DDL 1- en
DDL2-parameterweergaven.
Wanneer TIME LINK op OFF of OFFSET staat, kunt u
schakelen tussen tijdweergaven voor het L-kanaal
(licht groen op) en het R-kanaal (licht rood op) van
DDL 1/DDL 2.
[SETUP]-knop
Congureert de geheugen- en systeeminstellingen.
Houd de knop lang ingedrukt om de vergrendeling
in/uit te schakelen. Andere knopbewerkingen zijn
uitgeschakeld wanneer de vergrendelingsfunctie is
ingeschakeld.
5
Schakelaars
[DDL 1]-schakelaar/[DDL 2]-schakelaar
Schakelt de DIGITAL DELAY 1/2 in en uit.
[TAP/CTL 1]-schakelaar
Druk in bepaalde intervallen op deze schakelaar om
de delaytijd in te stellen. Gebruik deze ook voor de
CTL-functie en toewijzingsinstellingsfuncties.
U kunt geheugens selecteren door tegelijkertijd op de
[DDL 1]-schakelaar en de [DDL 2]-schakelaar te drukken
of door tegelijkertijd op de [DDL 2]-schakelaar en de
[TAP/CTL 1]-schakelaar te drukken.
Ø“Geheugens via voetpedaal selecteren (p. 6)
6
Display
Dit geeft informatie weer afhankelijk van de bewerking.
Afspeelscherm
Ø“Schakelen tussen weergaven van het
afspeelscherm (p. 4)
Bewerkingsscherm
ØRaadpleeg de bewerkingspagina’s voor meer
informatie.
Paneelbeschrijvingen
4
Paneelbeschrijvingen
Parameterweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$3ļ020ļ0$0$0
De waarden die u met de bedieningsknoppen hebt ingesteld,
worden hier allemaal weergegeven.
BPM-weergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ŷ12020ļ0$0$0
BPM-waarde
FEEDBACK
OUT
RATE
DEPTH
Deze knippert in de maat met de BPM (standaardinstelling).
U kunt de functie wijzigen die wordt bediend door de [TAP/CLT 1]-schakelaar.
Raadpleeg “De CTL-functie congureren (CTL)” (p. 25) voor meer informatie.
Bank-/geheugenweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸Ʒ01
Bank
Geheugen
Invoerniveaumeterweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸inPvt$LU$$50
INPUT LV wordt aangegeven en het apparaat schakelt automatisch
over naar de weergave van het invoerniveau.
De meter beweegt volgens het invoersignaalniveau.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸_____ňooO$50
Volume omlaag Volume omhoog
PEAK
Wanneer het invoersignaal dit niveau overschrijdt, begint het geluid
te vervormen.
Invoerniveau
Pas de waarde aan met de
[DEPTH]-knoppen.
* De instelling van het invoerniveau is voor alle geheugens hetzelfde
(systeeminstelling).
Schakelen tussen weergaven van het afspeelscherm
Het scherm dat verschijnt nadat u het apparaat inschakelt, wordt het “afspeelscherm” genoemd.
1. Druk op de [ã] [â]-knoppen om tussen de weergaven te schakelen.
Invoerniveauweergave Õ parameterweergave Õ BPM-weergave Õ bank-/geheugenweergave
5
Paneelbeschrijvingen
Achterpaneel
C F E D
A B
G
H
Gedeelte Beschrijving
A
INPUT L/MONO-aansluiting
Sluit hier uw gitaar of klavier aan.
Gebruik voor een monoverbinding alleen de L/MONO-aansluiting.
Als het apparaat is ingesteld voor stereo-invoer, gebruikt u dit om
audio van het L-kanaal in te voeren.
B
INPUT R-aansluiting
Als u een apparaat op deze aansluiting aansluit, schakelt het paar
L/R-aansluitingen automatisch over naar stereo-invoer. In dit
geval wordt deze aansluiting gebruikt om het R-kanaal (rechter)
in te voeren.
C
OUTPUT L/MONO-aansluiting
Sluit deze aan op uw gitaarversterker, mixer of ander
audioapparaat. Sluit voor een mono-uitvoer alleen aan op de
L/MONO-aansluiting.
D
OUTPUT R-aansluiting
Sluit deze aan op uw gitaarversterker, mixer of ander
audioapparaat.
E
CTL 2, 3/EXP 1-aansluiting
U kunt een expressiepedaal
(*1)
of voetschakelaars
(*2)
aansluiten
op deze aansluitingen om een verscheidenheid aan parameters
te bedienen.
* Gebruik alleen het in deze handleiding beschreven expressiepedaal. Het
aansluiten van een expressiepedaal van een ander type kan leiden tot defecten
en/of schade aan het apparaat.
* Raadpleeg “Voetschakelaars aansluiten (p. 24) voor meer informatie over de
instellingen van voetschakelaars.
Gedeelte Beschrijving
F
CTL4, 5/EXP2/GA-FC-aansluiting
U kunt een expressiepedaal
(*1)
of voetschakelaars
(*2)
en
voetpedalen
(*3)
aansluiten op deze aansluitingen om een
verscheidenheid aan parameters te bedienen.
G
DC IN-aansluiting
Sluit hier de netstroomadapter aan.
De SDE-3000D start op wanneer de netstroomadapter is
aangesloten op de DC IN-aansluiting.
H
Aardingsklem
Sluit deze indien nodig aan op een externe aarding.
*1 Expressiepedaal
Apart verkrijgbaar: EV-30, FV-500L, FV-500H, Roland EV-5
*2 Voetschakelaar
Apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-5L, FS-6, FS-7
*3 Voetpedaal
Apart verkrijgbaar: GA-FC, GA-FC EX
Zijpaneel
USB-poort (USB Type-C ®)
Sluit uw computer aan met een in de handel verkrijgbare USB-kabel die
USB 2.0 ondersteunt.
Ø“Verbinding maken met een computer” (p. 34)
* Gebruik geen USB-kabels die alleen zijn
bedoeld om een apparaat op te laden. Kabels
voor alleen laden kunnen geen gegevens
doorsturen.
MIDI (OUT/IN)-aansluitingen
Gebruik TRS/TRS- of TRS/MIDI-kabels om dit apparaat aan te sluiten op een
extern MIDI-apparaat.
Ø“Een extern MIDI-apparaat aansluiten (p. 31)
Apart verkrijgbaar:
TRS/TRS-verbindingskabel
BCC-1-3535, BCC-2-3535
TRS/MIDI-verbindingskabel
BMIDI-5-35, BMIDI-1-35, BMIDI-2-35
6
Paneelbeschrijvingen
1. Selecteer een geheugen.
Selecteert het vorige geheugen
(geheugen neemt af)
Selecteert het volgende
geheugen (geheugen neemt toe)
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01
Handeling Bewerking
Selecteer het vorige
geheugen [DDL 1]-schakelaar + [DDL 2]-schakelaar
Selecteer het
volgende geheugen [DDL 2]-schakelaar + [TAP/CTL 1]-schakelaar
2. De [DDL 1]-schakelaar schakelt DDL 1 in/uit en de
[DDL 2]-schakelaar schakelt DDL 2 in/uit.
DDL 1 aan/uit DDL 2 aan/uit
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01
Geheugens via voetpedaal selecteren
De SDE-3000D heeft 100 geheugens en u kunt de geheugens selecteren via een voetpedaal.
Geheugens: A.01–A.04, B.01–B.04, C.01–C.92
Handmatige modus
In deze modus worden de 100 geheugens één voor één in sequentiële volgorde opgeroepen.
De voetschakelaarmodus congureren
De voetschakelaarmodus heeft een handmatige modus” waarin u één geheugen tegelijk in volgorde kunt selecteren, en een geheugenmodus”
waarin u twee geheugens tegelijk in volgorde kunt selecteren. Verder heeft de geheugenmodus een onmiddellijke modus waarmee u oneven
genummerde geheugens kunt selecteren, en een “wacht”-modus waarmee u twee geheugens kunt weergeven en vervolgens het geheugen kunt
selecteren.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om SYSTENSYSTEN” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om de FS.NdFS.Nd”- en
ŷNodŷNod”-parameters te selecteren en gebruik
vervolgens de [DEPTH]-knoppen om de waarde te
veranderen.
Selecteer de parameter Bewerk de waarde
Parameter Waarde Beschrijving
FS.Nd
(Footswitch Mode)
NAnvAL
(Manual)
Handmatige modus.
Selecteert één geheugen tegelijk.
NENory
(Memory)
Geheugenmodus.
Selecteert twee geheugens tegelijk.
ŷNod
(M. Mode)
iNNEdit
(immediate)
Onmiddellijk.
Schakelt onmiddellijk over naar het
geheugen na het volgende in de
geheugenmodus.
ľAit
(Wait)
Wacht.
Als in de geheugenmodus twee
geheugens worden weergegeven
via een voetpedaal, schakelt het
geheugen alleen als u nogmaals een
voetpedaal bedient.
7
Paneelbeschrijvingen
Onmiddellijk
Schakelt over naar oneven genummerde geheugens, met twee
tegelijk. Om een geheugen met een even nummer te selecteren, drukt
u op de [DDL 2]-schakelaar.
1. Selecteer een geheugen.
[DDL 1]-schakelaar + [DDL 2]-schakelaar: vorig geheugen
[DDL 2]-schakelaar + [TAP/CTL 1]-schakelaar: volgend geheugen
Dit schakelt onmiddellijk naar de volgende twee geheugens.
Als bijvoorbeeld A.01 is geselecteerd, selecteert en schakelt de
[DDL 1]-schakelaar de delay voor A.01 (oneven genummerde
geheugens) in en uit en selecteert en schakelt de [DDL 2]-
schakelaar de delay in en uit voor A.02 (de even genummerde
geheugens).
Selecteert het vorige geheugen
(geheugen neemt af)
Selecteert het volgende geheugen
(geheugen neemt toe)
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01
2. Selecteer de geheugens met de [DDL 1]- en [DDL 2]-
schakelaars.
Als u twee keer achter elkaar op dezelfde schakelaar drukt, kunt
u de delay uitschakelen of het geheugen in de opgeslagen staat
herstellen.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01
Selecteert en schakelt de even
genummerde geheugens in/uit
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ02
3. Druk opnieuw op dezelfde schakelaar om de delay uit
te schakelen.
Wacht
Hierdoor worden twee geheugens die u kunt selecteren tegelijk
weergegeven.
1. Wijzig de geheugenweergave.
[DDL 1]-schakelaar + [DDL 2]-schakelaar: vorig geheugen
[DDL 2]-schakelaar + [TAP/CTL 1]-schakelaar: volgend geheugen
De weergave verandert bij elke bewerking. Het geheugen schakelt
pas als u de volgende bewerking uitvoert.
Selecteert het vorige geheugen
(geheugen neemt af)
Selecteert het volgende
geheugen (geheugen neemt toe)
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01-Ʒ02
2. Selecteer de geheugens met de [DDL 1]- en [DDL 2]-
schakelaars.
Als u twee keer achter elkaar op dezelfde schakelaar drukt, kunt
u de delay uitschakelen of het geheugen in de opgeslagen staat
herstellen.
Selecteert en schakelt
de oneven genummerde
geheugens in/uit
Selecteert en schakelt
de even genummerde
geheugens in/uit
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
Ʒ01-Ʒ02
3. Druk opnieuw op dezelfde schakelaar om de delay uit
te schakelen.
Geheugenmodus
In deze modus worden de 100 geheugens in sequentiële volgorde geselecteerd, met twee tegelijk.
Verder heeft deze modus een onmiddellijke” modus waarmee u oneven genummerde geheugens kunt selecteren, en een “wacht”-modus
waarmee u twee geheugens kunt weergeven en vervolgens een geheugen kunt selecteren.
8
De invoer- en uitvoerinstellingen congureren
De invoer/uitvoer congureren zodat deze
overeenstemt met het aangesloten apparaat
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om in;ovtin;ovt” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸;in;ovt
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Selecteer de parameter Bewerk de waarde
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovt
(Output Setting)
StErEoStErEo
(STEREO)
Het geluid wordt in stereo
uitgevoerd van de OUTPUT L/
MONO- en R-aansluitingen.
diƐEFödiƐEFö
(L: DIRECT, R: EFX)
Het directe geluid wordt
uitgevoerd van de OUTPUT
DIRECT-aansluiting en het
delaygeluid wordt uitgevoerd
van de OUTPUT EFX
L-aansluiting.
diƐNvtEdiƐNvtE
(DIRECT MUTE) Dempt het directe geluid.
vniGAin
(Uni Gain)
4d4d, -10d-10d,
-20d-20d
Schakelt tussen +4 dBm,
-10 dBm en -20 dBm om
overeen te komen met het
invoer-/uitvoerniveau van het
aangesloten apparaat.
iƔUol
(Input Volume)
11100100 Past het invoerniveau aan.
bYPASS
(Bypass)
DSPDSP
(DSP)
Dit reconstrueert volledig de
bypasskarakteristieken van de
originele Roland SDE-3000.
AnLGAnLG
(Analog)
Voert uit via een
hardwarematige
bypasssignaalroute.
Het invoerniveau aanpassen terwijl u de
niveaumeter controleert
1. Druk in het afspeelscherm (het scherm dat direct na
het opstarten van het apparaat verschijnt) op de [ã]-
knop om de invoerniveaumeter weer te geven.
Invoerniveaumeterweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸_____ňooO$50
Volume omlaag Volume omhoog
PEAK
Wanneer het invoersignaal dit niveau overschrijdt, begint het geluid
te vervormen.
Invoerniveau
Pas de waarde aan met de
[DEPTH]-knoppen.
2. Gebruik de DEPTH-knoppen om het invoerniveau aan
te passen.
Het uitvoerniveau aanpassen
(Output Gain)
Wijzig deze waarde binnen een bereik van -12 tot +12 dB om het
uitvoerniveau aan te passen.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NASTERNASTER” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$NASTER
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om ovƸGAinovƸGAin” te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Uitvoerversterkingsparameters
(in MASTER-instellingen)
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovƸGAin
(Output Gain)
-12-121212 Past het algehele uitvoerniveau
aan.
9
De SDE-3000D heeft twee ingebouwde digitale delays (Roland SDE-3000) die zijn uitgebreid om in stereo te werken.
U kunt de conguratie van deze twee delays schakelen tussen serieel en parallel. De verbindingsmethode wordt een structuur” genoemd.
Raadpleeg de onderstaande informatie voor meer informatie over het congureren van de invoer-/uitvoerinstellingen.
Ø“De invoer- en uitvoerinstellingen congureren (p. 8)
Schakelen tussen seriële en parallelle verbindingen
(Structure)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NASTERNASTER” te
selecteren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$NASTER
3. Druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸StrvCt$$SEri
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om StrvCtStrvCt” te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
StrvCt
(Structure)
SEriSEri
(Series)
De twee delays zijn in serie
verbonden.
PARA1PARA1
(Parallel 1)
De twee delays zijn in parallel
verbonden.
PARA2PARA2
(Parallel 2)
Voert het geluid onafhankelijk
van de twee delays uit via
de OUTPUT L/MONO- en
R-aansluitingen.
In serie verbonden
(serieel)
In serie
De twee delays zijn in serie verbonden.
DDL 1 (L/R) DDL 2 (L/R)
INPUT L OUTPUT L
INPUT R OUTPUT R
Parallelle verbinding
Parallel 1
De twee delays zijn in parallel verbonden.
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
INPUT L
INPUT R
OUTPUT L
OUTPUT R
Parallel 2
Voert het geluid onafhankelijk van de twee delays uit via de OUTPUT L/MONO- en R-aansluitingen.
DDL 1 (L/R)
INPUT L OUTPUT L
DDL 2 (L/R)
INPUT R OUTPUT R
Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen congureren
10
Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen congureren
Eén versterker gebruiken
(1-in, 1-out)
Gebruik de OUTPUT L/MONO-aansluiting wanneer u slechts op één versterker aansluit. De dry (directe) en wet (delay) geluiden worden gemengd
wanneer ze worden uitgevoerd.
INPUT L/MONO
IN OUT-instellingen
[SETUP] Óin;ovt
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovt
(Output Setting)
StErEoStErEo
(STEREO)
Het geluid wordt in mono
uitgevoerd wanneer er alleen een
versterker is aangesloten op de
OUTPUT L/MONO-aansluiting.
Delaystructuur
(in serie: achter elkaar verbonden)
De twee delays zijn in serie verbonden.
DDL 1 (L/R) DDL 2 (L/R)
Gitaar Versterker
DRY+WET
Delaystructuur
(parallel 1/2: apart in parallel verbonden)
De twee delays zijn in parallel verbonden.
U kunt de twee delays combineren met verschillende delaytijden om uw eigen geluid te maken.
DRY+WET
Gitaar Versterker
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
OPGELET
De SDE-3000D reconstrueert volledig de bypasskarakteristieken van de originele Roland SDE-3000. Aangezien het originele geluid natuurgetrouw
wordt gereconstrueerd door de delaytijden enzovoort te variëren, kunt u bij bepaalde instellingen een uniek gemoduleerd geluid opmerken
wanneer u twee parallel verbonden delays mengt en ze in mono uitvoert. Dit is geen storing.
11
Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen congureren
Twee versterkers gebruiken
(1-in, 2-out)
Gebruik de OUTPUT L/MONO- en OUTPUT R-aansluitingen wanneer u twee versterkers aansluit. Hiermee kunt u de dry (directe) en wet (delay)
geluiden mengen voor uitvoer, of de dry en wet geluiden afzonderlijk uitvoeren.
Wanneer de dry en wet geluiden worden gemengd voor uitvoer
INPUT L/MONO R
IN OUT-instellingen
[SETUP] Óin;ovt
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovt
(Output Setting)
StErEoStErEo
(STEREO)
Het geluid wordt in stereo
uitgevoerd van de OUTPUT
L/MONO- en R-aansluitingen.
Delaystructuur
(in serie: achter elkaar verbonden)
De twee delays zijn in serie verbonden.
DRY+WET L
DRY+WET R
Gitaar
Versterker
DDL 1 (L/R) DDL 2 (L/R)
Delaystructuur
(parallel 1: afzonderlijk in parallel verbonden)
De twee delays zijn in parallel verbonden.
DRY+WET L
DRY+WET R
Gitaar
Versterker
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
Delaystructuur
(parallel 2: afzonderlijk in parallel verbonden)
De twee delays zijn in parallel verbonden en worden uitgevoerd naar verschillende aansluitingen.
DRY+WET L
DRY+WET R
Gitaar
Versterker
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
12
Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen congureren
Wanneer de dry en wet geluiden afzonderlijk worden uitgevoerd
INPUT L/MONO R
IN OUT-instellingen
[SETUP] Óin;ovt
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovt
(Output Setting)
diƐEFödiƐEFö
(L: DIRECT, R: EFX)
Het directe geluid wordt uitgevoerd
van de OUTPUT L/MONO-
aansluiting en het delaygeluid
wordt uitgevoerd van de OUTPUT
R-aansluiting.
diƐNutEdiƐNutE
(Direct Mute)
Delaystructuur
(in serie: achter elkaar verbonden)
De twee delays zijn in serie verbonden.
DRY
WET
Gitaar
Versterker
DDL 1 (L/R) DDL 2 (L/R)
Delaystructuur
(parallel 1/2: apart in parallel verbonden)
De twee delays zijn in parallel verbonden en worden uitgevoerd naar verschillende aansluitingen.
DRY
WET
Gitaar
Versterker
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
13
Een versterker aansluiten en de invoer-/uitvoerinstellingen congureren
Stereo-invoer/-uitvoer
(2-in, 2-out)
Voor stereo-invoer worden de dry (directe) en wet (delay) geluiden gemengd wanneer ze worden uitgevoerd.
INPUT L
INPUT R
RL/MONO
Eect,
klavier,
audioapparaat
IN OUT-instellingen
[SETUP] Óin;ovt
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ovt
(Output Setting)
StErEoStErEo
(STEREO)
Het geluid wordt in stereo
uitgevoerd van de OUTPUT L/
MONO- en R-aansluitingen.
Delaystructuur
(parallel 1: afzonderlijk in parallel verbonden)
De twee delays zijn in parallel verbonden.
DRY+WET L
DRY+WET R
Gitaar
Versterker
Stereo-eect
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
DRY+WET L
DRY+WET R
Versterker
Klavier
of
audiospeler
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
14
Het voetvolume gebruiken
Het voetvolume congureren
Dit is een volumeregelingseect. Bedien dit met een expressiepedaal
dat is aangesloten op de CTL 2, 3/EXP1-aansluiting of de CTL 4, 5/
EXP2/GA-FC-aansluiting.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om Foot$UoLFoot$UoL” te
selecteren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$Foot$UoL
3. Druk op de [SETUP]-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ƱUoŸSľ$$$off
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
ƱUoŸSľ
(Foot Vol Switch)
offoff
(o)
onon
(on)
Schakelt het voetvolume in/uit.
PEdAŸPoS
(Pedal Position)
00100100 Stelt het volume in.
UoŸNin
(Volume Min)
00100100
Stelt het volume in wanneer de
hiel van het EXP-pedaal wordt
ingedrukt.
UoŸNAö
(Volume Max)
00100100
Selecteert het volume wanneer
de teen van het EXP-pedaal
wordt ingedrukt.
CurUE
(Curve)
SLoľ1SLoľ1
(Slow1)
SLoľ2SLoľ2
(Slow2)
norNALnorNAL
(Normal)
FAStFASt
(Fast)
U kunt selecteren hoe het
werkelijke volume verandert ten
opzichte van de mate waarin het
pedaal wordt ingedrukt.
Min. volume
Volume
Max. volume
Slow1
Slow2
Normal
Fast
FU.PrF
(Foot Vol Preference)
NENoryNENory
(Memory)
SYStENSYStEN
(System)
Stelt in of het voetvolume de
instellingen voor de geheugens
moet volgen of dat het de
systeeminstellingen moet
volgen.
Voorkeursparameters
Er zijn voorkeursparameters beschikbaar op dit apparaat.
Selecteer “NENory (Memory) om de instellingen voor elk geheugen
te congureren.
Selecteer “SYStEN (System) om de systeeminstellingen te volgen,
zodat dezelfde instellingen worden gebruikt, zelfs bij het schakelen
naar een ander geheugen.
Wijzig de instelling volgens uw gebruikssituatie.
15
Een geheugen selecteren
1. Druk op de [BANK A]-knop of de [BANK B]-knop om
een bank te selecteren.
Knop (indicatorkleur) Bank (geheugen)
[BANK A]-knop BANK A (1–4)
[BANK B]-knop BANK B (1–4)
Als u een bank selecteert, knipperen de indicators voor de
geheugenknoppen en het geheugennummer in het display.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸Ʒ01
2. Druk op de [1]–[4]-knoppen om een geheugen te
selecteren.
Spelen
16
Het delaygeluid congureren
(vanaf het bovenpaneel)
Gebruik de knoppen om de parameters die in het display worden
weergegeven te bewerken.
1. Schakel naar de parameterweergave van het
afspeelscherm (p. 4).
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$4003130$0$0
2. Druk op de [DIGITAL DELAY 1]- en [DIGITAL DELAY 2]-
knoppen om de gewenste delay te selecteren.
3. Gebruik de bedieningsknoppen om de delay te
congureren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$4003130$0$0
Knop
(parameter)
Waarde/beschrijving
[TIME]-knoppen
Stelt de delaytijd in.
0.00.015001500 0,0–1500 ms (TIMEx2 uit)
0.00.030003000 0,0–3000 ms (TIMEx2 aan)
Noot Stelt de tijd in als een
nootwaarde (*1).
[FEEDBACK]-knoppen 00qqqq
Stelt de hoeveelheid feedback in.
[OUT]-knoppen 00qqqq Stelt het uitvoervolume van het
delaygeluid in.
[RATE]-knoppen
00qqqq,
(noot) *1 Stelt de modulatiesnelheid in.
[DEPTH]-knoppen 00qqqq Stelt de modulatiediepte in.
*1 Nootwaarden die kunnen worden ingesteld
Symbolen Beschrijving
1_1b1_1b Zestiende noot
8t8t Triool van achtste
noten
1bd1bd Gepunte zestiende
noot
1_81_8 Achtste noot
4t4t Triool van
kwartnoten
8d8d Gepunte achtste
noot
Symbolen Beschrijving
1_41_4 Kwartnoot
2t2t Triool van halve
noten
4d4d Gepunte kwartnoot
1_21_2 Halve noot
1t1t Triool van hele
noten
2d2d Gepunte halve noot
1_11_1 Hele noot
* Als de door u ingestelde nootwaarde de bovengrens van de
delaytijd overschrijdt, wordt de lengte gehalveerd.
Andere delayparameters
(DDL 1, DDL 2)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ddL1ddL1” “ddL2ddL2” te
selecteren en druk vervolgens op de [SETUP] (ENTER)-
knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameterlijst
(gemeenschappelijk voor DDL 1 en DDL 2)
MEMO
Gebruik de [DIGITAL DELAY 1]-knop en de [DIGITAL DELAY 2]-knop
om te schakelen tussen de DDL 1- en DDL 2-parameters.
Parameter Waarde/beschrijving
d±Sľ
(DDL 1 Switch)
d²Sľ
(DDL 2 Switch)
Schakelt DDL 1 of DDL 2 in/uit.
oFFoFF
(O ) Uit
onon
(On) Aan
d±tyP
(DDL 1 type)
d²tyP
(DDL 2 type)
Stelt het type voor DDL 1 of DDL 2 in.
StErEoStErEo
(Stereo) Een stereo-in/uit-delay.
PAnPAn
(Pan)
Dit geeft een tapdelayeect, waarbij
de delaytijd (hoe lang het geluid wordt
vertraagd) wordt verdeeld in L- en
R-kanalen.
d±tŷLinK
(DDL 1 Timelink)
d²tŷLinK
(DDL 2 Timelink)
Stelt in of de DDL 1 of DDL 2 linker/rechter delaytijd
(uit) onafhankelijk moet worden bediend of dat een
gemeenschappelijke delaytijd voor links en rechts (aan)
moet worden gebruikt.
oFFoFF
(O )
Stelt de linker/rechter delaytijd
onafhankelijk in.
onon
(On)
Stelt een gemeenschappelijke linker/
rechter delaytijd in.
oStoSt
(Oset)
Koppelt de linker en rechter
delaytijden van het kanaal terwijl de
oset wordt behouden. Dit volgt het
taptempo ook.
d±oFFSt
(DDL 1 Oset)
d²oFFSt
(DDL 2 Oset)
Wanneer d±tŷLink, d²tŷLink is ingesteld op
oSt, wordt deze parameter weergegeven.
-qq-qq00qqqq
Stelt in hoeveel de delaytijd van het
R-kanaal moet worden verschoven ten
opzichte van het L-kanaal (in msec).
Als de oset “0” is, klinken de linker en
rechter delays gelijktijdig.
d±ľAUEFN
(DDL 1 Waveform)
d²ľAUEFN
(DDL 2 Waveform)
Selecteert de modulatiegolfvorm.
tritri
(Triangle)
Driehoeksgolf
Dit is de originele golfvorm van de
SDE-3000.
SinSin
(Sine) Sinusgolf
d±Nod.PH
(DDL 1 Mod phase)
d²Nod.PH
(DD2. Mod phase)
Speciceert de linker/rechter fase.
nornor
(Normal)
Normaal (in fase)
De fase verandert niet.
inUinU
(Invert)
Omgekeerd (omgekeerde fase)
De fase wordt omgekeerd.
d±FƼEq.tP
(DDL 1 Feedback EQ type)
d²FƼEq.tP
(DDL 2 Feedback EQ type)
Selecteert het EQ-type dat wordt toegepast op de
delayfeedback.
oFFoFF
(O ) De feedback-EQ staat uit.
orGorG
(Original)
Dit is de originele eigenschap van de
SDE-3000.
vSrvSr
(User)
Dit kan in de gebruikersinstellingen
vrij worden gecongureerd.
Bewerken
17
Bewerken
Parameter Waarde/beschrijving
d±Fb.LC.F
(
DDL 1 Feedback EQ Lo Freq
)
d²Fb.LC.F
(
DDL 2 Feedback EQ Lo Freq
)
*1
Snijdt het frequentiegebied onder de gespeciceerde
frequentie af (low-cut lter).
FLAtFLAt
(Flat) Het low-cut lter heeft geen eect.
2020800800
20, 25, 31,5, 40, 50, 63, 80, 100, 125,
160, 200, 250, 315, 400, 500, 630, 800
(Hz)
d±Fb.HC.F
(
DDL 1 Feedback EQ hi Freq
)
d²Fb.HC.F
(
DDL 2 Feedback EQ hi Freq
)
*1
Snijdt het frequentiegebied boven de gespeciceerde
frequentie af (high-cut lter).
ļ30ļ3012.5k12.5k
630, 800, 1000, 1250, 1600, 2000, 2500,
3150, 4000, 5000, 6300, 8000, 10.000,
12.500 (Hz)
FLAtFLAt
(Flat) Het high-cut lter heeft geen eect.
d±Fb.HC.G
(
DDL 1 Feedback EQ Hc Gain
)
d²Fb.HC.G
(
DDL 2 Feedback EQ Hc Gain
)
*1
-24-2400Past het klankkarakter van de hoge
frequenties aan.
*1 Dit wordt alleen weergegeven als de parameters d±FƼEq.tP
(DDL 1 Feedback EQ-type) en d²FƼEq.tP (DDL 2 Feedback EQ-type) zijn
ingesteld op vSr (User).
De linker en rechter delaytijden koppelen
(Time Link)
Time Link is een functie waarmee u dezelfde delaytijden kunt
gebruiken voor de linker- en rechterkanalen, of ze onafhankelijk van
elkaar kunt laten werken.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ddL1ddL1” “ddL2ddL2” te
selecteren en druk vervolgens op de [SETUP] (ENTER)-
knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om de parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter Waarde/beschrijving
d±tŷLink
(DDL 1 Timelink)
d²tŷLink
(DDL 2 Timelink)
Stelt in of de DDL 1 of DDL 2 linker/rechter delaytijd
(uit) onafhankelijk moet worden bediend of dat een
gemeenschappelijke delaytijd voor links en rechts
(aan) moet worden gebruikt.
oFFoFF
(O )
Stelt de linker/rechter delaytijd
onafhankelijk in.
onon
(On)
Stelt een gemeenschappelijke
linker/rechter delaytijd in.
oStoSt
(Oset)
Koppelt de linker en rechter
delaytijden van het kanaal terwijl
de oset wordt behouden. Dit
volgt het taptempo ook.
d±oFFSt
(DDL 1 Oset)
d²oFFSt
(DDL 2 Oset)
Wanneer d±tŷLink, d²tŷLink is ingesteld op
oSt, wordt deze parameter weergegeven.
-qq-qq00qqqq
Stelt in hoeveel de delaytijd
van het R-kanaal moet worden
verschoven ten opzichte van het
L-kanaal (in msec).
Als de oset “0” is, klinken de linker
en rechter delays gelijktijdig.
De linker- en rechterkanalen instellen op dezelfde
delaytijd
(Time Link: ON)
Als u de oset instelt op “0” terwijl Time Link is ingeschakeld,
gebruiken de linker- en rechterkanalen dezelfde delaytijden. Als u
taptempo gebruikt om de delaytijd te wijzigen, blijven de delays van
het linker- en rechterkanaal hetzelfde.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ddL1ddL1” “ddL2ddL2” te
selecteren en druk vervolgens op de [SETUP] (ENTER)-
knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om d±tŷLinkd±tŷLink
d²tŷLinkd²tŷLink te selecteren en gebruik vervolgens
de [DEPTH]-knoppen om de waarde naar onon” te
veranderen.
De linker en rechter delaytijden onafhankelijk
instellen
(Time Link: OFF)
Als Time Link is uitgeschakeld, kunnen de delaytijden voor het
linker- en rechterkanaal onafhankelijk worden ingesteld. Wanneer u
taptempo gebruikt om de delaytijd te wijzigen, wordt alleen de delay
voor het geselecteerde kanaal (links of rechts) gewijzigd.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ddL1ddL1” “ddL2ddL2” te
selecteren en druk vervolgens op de [SETUP] (ENTER)-
knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om d±tŷLinkd±tŷLink
d²tŷLinkd²tŷLink te selecteren en gebruik vervolgens
de [DEPTH]-knoppen om de waarde naar oFFoFF” te
veranderen.
Een delay met verschillende tijden uitvoeren
(Lch: 400 msec; Rch: 800 msec)
DDL 1 (L/R)
Lch
Rch
1. Druk op de [DIGITAL DELAY 1]-knop zodat deze groen
oplicht en stel “TIME” in op “400”.
2. Druk op de [DIGITAL DELAY 1]-knop zodat deze rood
oplicht en stel “TIME” in op “800”.
De linker- en rechterkanalen instellen op
verschillende delaytijden
(Time Link: OFFSET)
U kunt de oset van de delaytijd aanpassen om verschillende
delaytijden voor het linker- en rechterkanaal in te stellen. Als u
taptempo gebruikt om de delaytijd te wijzigen, blijft de oset van het
linker- en rechterkanaal hetzelfde.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ddL1ddL1” “ddL2ddL2” te
selecteren en druk vervolgens op de [SETUP] (ENTER)-
knop.
18
Bewerken
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om d±tŷLinkd±tŷLink
d²tŷLinkd²tŷLink te selecteren en gebruik vervolgens
de [DEPTH]-knoppen om de waarde naar oStoSt” te
veranderen.
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om d±oFFStd±oFFSt of
d²oFFStd²oFFSt te selecteren en gebruik vervolgens de
[DEPTH]-knoppen om de waarde te veranderen.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸d±oFFSt$$-10
De waarde van het R-kanaal wordt verschoven ten opzichte van het
L-kanaal met de ingestelde hoeveelheid (-10 msec).
MEMO
Als de oset “0” is, klinken de linker en rechter delays gelijktijdig.
Als de delaytijd is ingesteld op “505 msec” en de oset
is ingesteld op “-10”
U kunt de delaytijden een klein beetje compenseren om een
expansief, ruimtelijk gesynthetiseerd delaygeluid te creëren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$5053130$0$0
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸Ɯ-103130$0$0
L-kanaal
(505 msec)
Op dit scherm kunt u op de [TIME]-knoppen drukken om de delaytijd te bewerken.
R-kanaal
(495 msec)
De ingestelde osetwaarde (die begint met Ɯ”) wordt weergegeven.
Op dit scherm kunt u op de [TIME]-knoppen drukken om de osetwaarde te bewerken.
MEMO
Als u op de [DIGITAL DELAY 1]- of [DIGITAL DELAY 2]-knop blijft
drukken, schakelt de instelling tussen de L- en R-kanalen telkens
wanneer u op de knoppen drukt.
1. Wijzig de delaytijd met behulp van taptempo.
De oset blijft altijd hetzelfde, zelfs als het tempo verandert,
waardoor u hetzelfde stereobeeld behoudt.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$5423130$0$0
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸Ɯ-103130$0$0
L-kanaal
(542 msec)
Op dit scherm kunt u op de [TIME]-knoppen drukken om de delaytijd te bewerken.
R-kanaal
(532 msec)
De ingestelde osetwaarde (die begint met Ɯ”) wordt weergegeven.
Op dit scherm kunt u op de [TIME]-knoppen drukken om de osetwaarde te bewerken.
Schakelen tussen linker- en rechtertijdweergave
voor DDL 1/DDL 2
1. Druk op de [DIGITAL DELAY 1]- of [DIGITAL DELAY 2]-
knop, die overeenkomt met de indicator die is opgelicht.
Elke keer dat u op de knop drukt, wisselt het display tussen de
linker- en rechtertijd en verschijnt het kanaal dat u selecteert
(Lch/Rch) als een pop-upvenster in het display.
L-kanaal
(indicator licht groen op)
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸L$Cƶ
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$4003130$0$0
R-kanaal
(indicator licht rood op)
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸r$Cƶ
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$4003130$0$0
Afgezien van de delaytijd zijn de parameters voor zowel links als
rechts hetzelfde.
Overdragen van galm bij het in-/uitschakelen
van de delays of bij het schakelen tussen
geheugens
(Carryover)
Als de carryoverfunctie is ingeschakeld, kunt u de galm van de vorige
delay laten doorklinken, zelfs als u de delays in-/uitschakelt of wisselt
tussen geheugens.
Carryover inschakelen
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NASTERNASTER” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om d±CrYoUrd±CrYoUr of
d²CrYoUrd²CrYoUr te selecteren en gebruik vervolgens
de [DEPTH]-knoppen om de waarde naar onon” te
veranderen.
Carryoverparameter
(in MASTER-instellingen)
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
d±CrYoUr
(DDL 1 Caryover)
d²CrYoUr
(DDL 2 Caryover)
Als dit is ingeschakeld, kunt u de galm van de vorige
delay laten doorklinken, zelfs als u de delays in-/
uitschakelt of wisselt tussen geheugens.
oFFoFF
(O ) Schakelt de carryover uit.
onon
(On) Schakelt de carryover in.
19
Bewerken
Het tempo instellen
(BPM)
Hier ziet u hoe u het tempo kunt instellen als de delaytijd is ingesteld
met een nootlengte.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NASTERNASTER” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om BPNBPN te selecteren
en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen om de
waarde te veranderen.
BPM-parameter
(in MASTER-instellingen)
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
BPN
(BPM)
4040250250 Geeft het tempo op.
MEMO
Het display toont het volgende wanneer een externe klok wordt
ontvangen.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ŷNid3130$0$0
De andere parameters instellen
(MASTER)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NASTERNASTER” te
selecteren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$NASTER
3. Druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸StrvCt$$SEri
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
NoƞLink
(Mod Link)
Dit wordt weergegeven wanneer de structuur
“Parallel 2” is.
nornor
(Normal)
Lijnt de modulatiefase tussen
DDL 1 en DDL 2 uit.
inuinu
(Invert)
Keert de modulatiefase tussen
DDL 1 en DDL 2 om.
offoff
(o)
Schakelt dit naar uit (“free
running” of vrijloop).
diƐLEUEL
(Direct Level)
00100100
Stelt het directe niveau in.
Als dit is ingesteld op “60”, is de
invoer/uitvoer-balans 1:1 (“unity
gain”).
ovƸGAin
(Output Gain)
-12-121212 Past het algehele uitvoerniveau
aan.
tENpƜHLD
(Tempo Hold)
offoff
(o)
onon
(on)
Geeft aan of het tempo
(BPM) is veranderd (oFF) of
aangehouden (on) wanneer u
van geheugen wisselt.
U kunt dezelfde delaytijd
behouden door het tempo
aan te houden. Houd er echter
rekening mee dat als de NOTE-
instelling (nootwaarde) van
de patch waarnaar u schakelt
anders is, de delaytijd ook
verandert.
De instelling kan voor elk
geheugen worden veranderd.
20
Bewerken
Handige functies
Schakelen tussen nootlengte en tijdweergave voor
de delaytijd
1. Als het afspeelscherm de parameter toont, houdt u
de [â]-knop ingedrukt en drukt u de [TIME]-knoppen
omhoog en omlaag.
Bewerking Display
[â]-knop + [TIME (omhoog)]-knop Weergave van de nootlengte
[â]-knop + [TIME (omlaag)]-knop Tijdweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
$4003130$0$0
Tijdweergave
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
1_1b3130$0$0
Weergave van de nootlengte
Nootwaarden die kunnen worden ingesteld
Symbolen Beschrijving
1_1b1_1b Zestiende noot
8t8t Triool van achtste
noten
1bd1bd Gepunte zestiende
noot
1_81_8 Achtste noot
4t4t Triool van
kwartnoten
8d8d Gepunte achtste
noot
Symbolen Beschrijving
1_41_4 Kwartnoot
2t2t Triool van halve
noten
4d4d Gepunte kwartnoot
1_21_2 Halve noot
1t1t Triool van hele
noten
2d2d Gepunte halve noot
1_11_1 Hele noot
Grote wijzigingen maken in de delaytijd
1. Als de delaytijd op het afspeelscherm als tijd wordt
weergegeven, houdt u de [ã]-knop ingedrukt en drukt
u de [TIME]-knop omhoog of omlaag.
De ingestelde waarde neemt aanzienlijk toe of af.
Bewerking Display
[ã]-knop + [TIME (omhoog)]-knop De ingestelde waarde neemt
aanzienlijk toe.
Bewerking Display
[ã]-knop + [TIME (omlaag)]-knop De ingestelde waarde neemt
aanzienlijk af.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
$5003130$0$0
Verhoog de instelwaarde aanzienlijk
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
$4003130$0$0
Verlaag de instelwaarde aanzienlijk
Schakelen tussen DDL 1 en DDL 2 op het
parameterinstellingsscherm
1. Druk op de [DIGITAL DELAY 1]- en [DIGITAL DELAY 2]-
knoppen om de delay te bewerken.
Het display schakelt over naar het instellingenscherm voor de delay
die u hebt geselecteerd door op de knoppen te drukken zonder
parameters te wijzigen. De indicator voor de geselecteerde delay
licht op.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
d²sľ$$$$$$on
DDL 2
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸
d±sľ$$$$$$on
DDL 1
21
In het geheugen opslaan
(WRITE)
Hier leest u hoe u het huidige geselecteerde geheugen kunt opslaan.
1. Houd de [BANK A] (WRITE)-knop lang ingedrukt.
Het WRITE-menu verschijnt.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ľritE
Als “ľritE niet op het display wordt weergegeven, drukt u op de
[TIME]-knoppen om “ľritE te selecteren.
2. Druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
Het geheugennummer van de schrijfbestemming wordt
weergegeven.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$to$$$$$Ʒ01
3. Om de schrijfbestemming te wijzigen, selecteert u het
geheugennummer met de [DEPTH]-knoppen.
Druk op de [â] (EXIT)-knop als u wilt annuleren en naar het WRITE-
menu wilt terugkeren.
4. Druk op de [BANK A] (WRITE)-knop om het geheugen
op te slaan.
Wanneer het geheugen klaar is met opslaan, schakelt het apparaat
naar het schrijfbestemmingsgeheugen en keert het terug naar het
afspeelscherm.
Geheugens uitwisselen
(EXCHANGE)
Hier leest u hoe u het geheugennummer van het opgeslagen
geheugen kunt uitwisselen met een ander.
1. Houd de [BANK A] (WRITE)-knop lang ingedrukt.
Het WRITE-menu verschijnt.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ľritE
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om EöChAnGEEöChAnGE” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸EöChAnGE
Het uit te wisselen geheugennummer wordt weergegeven.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸EöCh$Ʒ01-Ź01
Geheugennummer om uit te wisselen
Geselecteerd geheugennummer
3. Om het uit te wisselen geheugennummer te
wijzigen, gebruikt u de [DEPTH]-knoppen om het
geheugennummer te selecteren.
Druk op de [â] (EXIT)-knop als u wilt annuleren en naar het WRITE-
menu wilt terugkeren.
4. Houd de [BANK A] (WRITE)-knop lang ingedrukt om uit
te wisselen.
Het apparaat keert terug naar het afspeelscherm wanneer de
uitwisseling klaar is.
Geheugen opslaan, uitwisselen en andere geheugenbewerkingen
22
Geheugen opslaan, uitwisselen en andere geheugenbewerkingen
Een geheugen initialiseren
(INITIALIZE)
Hier leest u hoe u een opgeslagen geheugen kunt initialiseren.
1. Houd de [BANK A] (WRITE)-knop lang ingedrukt.
Het WRITE-menu verschijnt.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸ľritE
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om initiALiZEinitiALiZE” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸initiALiZE
Het te initialiseren geheugennummer wordt weergegeven.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸init$$$$$Ʒ01
3. Om het te initialiseren geheugennummer te
wijzigen, gebruikt u de [DEPTH]-knoppen om het
geheugennummer te selecteren.
Druk op de [â] (EXIT)-knop als u wilt annuleren en naar het WRITE-
menu wilt terugkeren.
4. Houd de [BANK A] (WRITE)-knop lang ingedrukt om te
initialiseren.
Het apparaat keert terug naar het afspeelscherm wanneer het
initialiseren klaar is.
23
U kunt de bediening van de knoppen inschakelen (Lock OFF) of uitschakelen (Lock ON).
MEMO
De paneelvergrendeling is uitgeschakeld wanneer de stroom is uitgeschakeld.
1. Druk lang op de [SETUP]-knop om terug te gaan naar het afspeelscherm.
De instelling schakelt tussen aan en uit telkens wanneer u op de knop drukt.
De schermen veranderen zoals hieronder weergegeven wanneer de status verandert en het apparaat keert terug naar het afspeelscherm.
Lock ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$$$LoCk$$on
Lock OFF
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$$$LoCk$oFF
Als u een bewerking probeert terwijl het apparaat vergrendeld is, geeft het display LoCKED aan.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$$$$$LoCkEd
MEMO
Als de paneelvergrendeling is ingeschakeld, licht de [SETUP]-knop op.
Voorkomen van onbedoelde bediening (Panel Lock)
24
Voetschakelaars aansluiten
FS-5U
of
FS-6
Achterpaneel
FS-7
Stereo
1/4”-telefoonaansluiting
Ð
1/4”-telefoonaansluiting
× 2
FS-5U
of of
1/4”-telefoonaansluiting
Ð
1/4”-telefoonaansluiting
De polariteitsschakelaar is ingesteld
zoals weergegeven in de afbeelding.
Tip Ring
Stereo
1/4”-telefoonaansluiting
Ð
Stereo
1/4”-telefoonaansluiting
Voetschakelaar CTL 2, 3/EXP
1-aansluiting
CTL4, 5/EXP2/
GA-FC-aansluiting
FS-6 ACTL 3 CTL 5
BCTL 2 CTL 4
FS-7 ACTL 3 CTL 5
BCTL 2 CTL 4
FS-5U
RING
(rood) CTL 2 CTL 4
TIP CTL 3 CTL 5
* Dit apparaat is compatibel met voetschakelaars van het
vergrendelende type.
Als u een FS-6 of FS-7 gebruikt, stelt u de modus van A en B in op
FS-5U (MOMENTARY).
Ondersteunde voetschakelaars
Apart verkrijgbaar: FS-5U, FS-5L, FS-6, FS-7
Een expressiepedaal aansluiten
U kunt een expressiepedaal aansluiten om het volume en andere
parameters te regelen.
Achterpaneel
EV-30 FV-500H
FV-500L
Roland
EV-5
* Gebruik alleen het in deze handleiding beschreven expressiepedaal.
Als u andere expressiepedalen aansluit, kunt u defecten en/of
schade aan dit apparaat veroorzaken.
Ondersteunde expressiepedalen
Apart verkrijgbaar: BOSS EV-30, FV-500L, FV-500H, Roland EV-5
De externe controllers congureren
25
De externe controllers congureren
De CTL-functie congureren
(CTL)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om CtLCtL te selecteren en
druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$CtL
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Bedieningsparameters
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
C1.FnC
(CTL 1 Function)
C5.FnC
(CTL 5 Function)
oFFoFF
(O ) Schakelt CTL 1–CTL 5-schakelaars uit.
bPŷtApbPŷtAp
(BPM Tap) Tik om de BPM in te voeren.
d±²tAPd±²tAP
(DDL 1/DDL 2 Tap)
DDL 1 en
DDL 2
(tegelijk)
Tik om de delaytijd
in te voeren.
d±ŸtAPd±ŸtAP
(DDL 1 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 1
d±ƐtAPd±ƐtAP
(DDL 1 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 1
d²ŸtAPd²ŸtAP
(DDL 2 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 2
d²ƐtAPd²ƐtAP
(DDL 2 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 2
d±²Sľd±²Sľ
(DDL 1/DDL 2 Switch)
DDL 1 en
DDL 2
(tegelijk) Schakelt het eect
of de eecten in/uit.
d±Sľd±Sľ
(DDL 1 Switch) DDL 1
d²Sľd²Sľ
(DDL 2 Switch) DDL 2
d±²HLdd±²HLd
(DDL 1/DDL 2 Hold)
DDL 1 en
DDL 2
(tegelijk)
Het delaygeluid
wordt herhaald
zolang u op de
schakelaar drukt
(*1, *2).
d±HoLdd±HoLd
(DDL 1 Hold) DDL 1
d²HoLdd²HoLd
(DDL 2 Hold) DDL 2
d±²NoNd±²NoN
(DDL 1/DDL 2 MOMENT)
DDL 1 en
DDL 2
(tegelijk)
Het delaygeluid
wordt uitgevoerd
zolang u op de
schakelaar drukt
(*1).
d±NoNd±NoN
(DDL 1 MOMENT) DDL 1
d²NoNd²NoN
(DDL 2 MOMENT) DDL 2
bYPASSbYPASS
(Bypass)
Schakelt de bypass in/uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
audio-invoer uitgevoerd zoals deze is.
Ø“Bypass-schakelschema (met een
externe controller om de bypass
te activeren)” (p. 30)
NEŷvPNEŷvP
(Memory up)
Schakelt naar het volgende
geheugen.
NEŷdnNEŷdn
(Memory down)
Schakelt naar het vorige geheugen.
NEŷnvNNEŷnvN
(MEMORY NUMBER)
Hiermee kunt u een gewenst
geheugennummer toewijzen voor
snel oproepen (deze functie is niet
beschikbaar in C1.FnC).
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
C²nvN
(CTL 2 Number)
CµnvN
(CTL 5 Number)
Ʒ01Ʒ010404,
Ƽ01Ƽ010404,
Ź01Ź01q2q2
Als u NEŷnvN (MEMORY
NUMBER) instelt voor C2.FnC
(CTL 2 Function)–C5.FnC
(CTL5 Function), kan dit worden
toegewezen aan de geheugens
voor elke controller.
C±d±HoLD
(CTL1 DDL 1 Hold)
Cµd²HoLD
(CTL5 DDL 2 Hold)
Wanneer C1.FnCC5.FnC is ingesteld op d±²HLd,
d±HoLd, d²HoLd
00120120 Past het HOLD-niveau aan.
C1.Nod
(CTL1.Mode)
C5.Nod
(CTL5.Mode)
Wanneer C±FnCCµFnC zijn ingesteld op oFF,
tAP of NEŷvP Neŷdn,
wordt deze parameter niet
weergegeven.
toGGLEtoGGLE
(Toggle)
Schakelt tussen aan en uit telkens
wanneer u de controller bedient.
NoNEntNoNEnt
(Moment)
Schakelt alleen aan terwijl u de
schakelaar ingedrukt houdt en gaat
anders uit.
C±Prf
(CTL1 PREFERENCE)
CµPrf
(CTL5 PREFERENCE)
NENoryNENory
(Memory)
Stelt in of er verschillende
instellingen per geheugen
moeten worden gebruikt voor
de CTL-schakelaars (NENory)
of dat dezelfde instellingen voor
alle geheugens moeten worden
gebruikt (SYStEN).
SYStENSYStEN
(System)
E±.FnC
(EXP1.Function)
E²FnC
(EXP2.Functioon)
oFFoFF
(O )
EXP 1 en EXP 2 worden niet
gebruikt.
FUFU
(Foot Volume)
Regelt het volume voor de
voetvolumebediening.
d±tiŷLd±tiŷL
(DDL 1 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 1
Regelt de delaytijd.
* De nootlengte wordt
niet weergegeven.
d±tiŷrd±tiŷr
(DD1 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 1
d²tiŷLd²tiŷL
(DDL 2 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 2
d²tiŷrd²tiŷr
(DD2 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 2
d±FbKd±FbK
(DDL 1 Feedback) DDL 1 Regelt de
hoeveelheid
feedback.
d²FbKd²FbK
(DDL 2 Feedback) DDL 2
d±ovtd±ovt
(DDL 1 Out) DDL 1 Regelt het
delayvolume.
d²ovtd²ovt
(DDL 2 Out) DDL 2
d±ŷrAtd±ŷrAt
(DDL 1 Modulation Rate) DDL 1 Regelt de
modulatiesnelheid.
d²ŷrAtd²ŷrAt
(DDL 2 Modulation Rate) DDL 2
d±ŷdPtd±ŷdPt
(DDL 1 Modulation Depth)
DDL 1 Regelt de
modulatiediepte.
d²ŷdPtd²ŷdPt
(DDL 2 Modulation Depth)
DDL 2
diƐLULdiƐLUL
(Direct Level) Regelt het directe niveau.
E±Nin
(EXP1.Min)
E²Nin
(EXP2.Min)
Het variabele bereik
verschilt afhankelijk
van de parameter.
Stelt de minimumwaarde in
voor de parameter die door een
expressiepedaal wordt bediend.
E±NAö
(EXP1.Max)
E²NAö
(EXP2.Max)
Het variabele bereik
verschilt afhankelijk
van de parameter.
Stelt de maximumwaarde in
voor de parameter die door een
expressiepedaal wordt bediend.
E±PrF
(EXP1 PREFERENCE)
E²PrF
(EXP2 PREFERENCE)
NENoryNENory
(Memory)
Stelt in of er verschillende
instellingen per geheugen moeten
worden gebruikt voor de EXP-
pedalen (NENory) of dat dezelfde
instellingen voor alle geheugens
moeten worden gebruikt
(SYStEN).
SYStENSYStEN
(System)
26
De externe controllers congureren
*1 De relevante C1.NodEC1.NodE (CTL1.Mode)–C5.NodEC5.NodE (CTL5.Mode)-parameters
moeten worden ingesteld op NoNENtNoNENt (Moment).
*2 Wees voorzichtig, aangezien het uitvoervolume kan toenemen als u de
delay in- of uitschakelt terwijl u modulatie ingedrukt houdt of toepast.
Toewijzingsinstellingen
(ASSIGN)
U kunt de gewenste functies aan de [CTL 1]-schakelaar en aan de
aangesloten voetschakelaars toewijzen.
Er kunnen maximaal acht toewijzingsinstellingen voor elk geheugen
worden opgeslagen.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om ASSiGnASSiGn” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$ASSiGn
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸A±Sľ$$$$$off
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om de
schakelaartoewijzing “A±SľA±Sľ
(Assign 1 Switch)
A¸SľA¸Sľ
(Assign 8 Switch)
te selecteren en gebruik de
[DEPTH]-knoppen om deze op onon te zetten.
MEMO
Alle toewijzingen zijn standaard uitgeschakeld en de instelparameters
worden niet weergegeven. Zet eerst de schakelaar voor de toewijzing
aan om een toewijzing in te stellen.
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Toewijzingsparameters
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
A±Sľ
(Assign 1 Switch)
A¸Sľ
(Assign 8 Switch)
offoff
(o)
onon
(on)
Schakelt Assign 1–8 in/uit.
Als dit is ingeschakeld, kunt u de
volgende parameters instellen.
A±SrC
(Assign 1 Source)
A¸SrC
(Assign 8 Source)
CtL1CtL1CTL5CTL5
(CTL 1–CTL 5)
CTL 1–CTL
5-schakelaars
Selecteren
de controller
die voor de
toewijzing wordt
gebruikt.
EöP1EöP1
(EXP1)
EöP2EöP2
(EXP2)
EXP1, EXP2-
pedaal
GAFŹ1GAFŹ1GAFŹ4GAFŹ4
(GA-FC [CH1]–[CH4])
GAFŹPGAFŹP
(GA-FC [Panel])
GAFŹEGAFŹE
(GA-FC [Eects])
GA-FC [CH1]–[CH4]-
schakelaar, GA-FC
[Pedal]-schakelaar,
GA-FC [Eect]-
schakelaar
GAFŹE1GAFŹE1
(GA-FC EXP1)
GAFŹE2GAFŹE2
(GA-FC EXP2)
GA-FC EXP1,
EXP2-pedaal
(*1)
GAFŹS1GAFŹS1
(GA-FC S1)
GAFŹS2GAFŹS2
(GA-FC S2)
GA-FC S1, S2
(*1)
cc01cc01cc31cc31
(CC01–CC31)
ccb4ccb4ccq5ccq5
(CC64–CC95)
CC01–31,
CC64–95
A±Nod
(Assign 1 Mode)
A¸Nod
(Assign 8 Mode)
toGGLEtoGGLE
(Toggle)
De instelling wordt bij
elke bewerking naar OFF
(minimumwaarde) of ON
(maximumwaarde) geschakeld.
NoNEntNoNEnt
(Moment)
De normale status is OFF
(minimumwaarde), en ON
(maximumwaarde) is alleen
ingeschakeld als de voetschakelaar
wordt bediend.
*1 Pedal-aansluiting van de GA-FC
GA-FC
GA-FC EX
GAFŹE1GAFŹE1
(GA-FC EXP1)
GAFŹS1GAFŹS1
(GA-FC S1)
GAFŹE2GAFŹE2
(GA-FC EXP2)
GAFŹS2GAFŹS2
(GA-FC S2)
Stelt de functies van het EXP-pedaal in.
Stelt de functies van de voetschakelaar in.
27
De externe controllers congureren
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
A±trG
(Assign 1 Target)
A¸trG
(Assign 8 Target)
Dit selecteert de functie die aan de controller is
toegewezen.
Stelt de minimum-/maximumwaarden voor elke
geselecteerde functie in als een Min/Max-waarde.
Schakel tussen de Nin”- en “NAö”-parameters volgens
de modus voor elke toewijzing.
d±Sľd±Sľ
(DDL 1 Switch) DDL 1 Schakelt de delay
in en uit.
d²Sľd²Sľ
(DDL 2 Switch) DDL 2
d±TiŷLd±TiŷL
(DDL 1 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 1
Regelt de
delaytijd.
d±Tiŷrd±Tiŷr
(DDL 1 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 1
d²TiŷLd²TiŷL
(DDL 2 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 2
d²Tiŷrd²Tiŷr
(DDL 2 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 2
d±FBKd±FBK
(DDL 1 Feedback) DDL 1 Regelt de
hoeveelheid
feedback.
d²FBKd²FBK
(DDL 2 Feedback) DDL 2
d±ovtd±ovt
(DDL 1 Output) DDL 1 Regelt het
uitvoervolume
van het
delaygeluid.
d²ovtd²ovt
(DDL 2 Output) DDL 2
d±rAtEd±rAtE
(DDL 1 Rate) DDL 1 Regelt de
delaysnelheid.
d²rAtEd²rAtE
(DDL 2 Rate) DDL 2
d±dEPtd±dEPt
(DDL 1 Depth) DDL 1 Regelt de
delaydiepte.
d²dEPtd²dEPt
(DDL 2 Depth) DDL 2
d±Nodd±Nod
(DDL 1 Modulation) DDL 1 Schakelt de
modulatie in/uit.
* Werkt hetzelfde als
de [MOD]-knop op
het bovenpaneel.
d²Nodd²Nod
(DDL 2 Modulation) DDL 2
d±FƼPHd±FƼPH
(DDL 1
Feedback Phase
)
DDL 1
Schakelt de
FEEDBACK PHASE
in/uit.
* Werkt hetzelfde
als de [FEEDBACK
PHASE]-knop op
het bovenpaneel.
d²FƼPHd²FƼPH
(DDL 2
Feedback Phase
)
DDL 2
DiƐLEUDiƐLEU
(Direct Level) Regelt het directe niveau.
ƱUoŸSľƱUoŸSľ
(Foot Volume Switch)
Schakelt het voetvolume in/uit.
PdŸPosPdŸPos
(Pedal Position) Pedaalpositie
A±Nin
(Assign 1 Min)
A¸Nin
(Assign 8 Min)
Het variabele
bereik verschilt
afhankelijk van de
parameter.
Dit stelt de minimumwaarde in voor
het bereik waarin de parameter kan
wijzigen.
A±NAö
(Assign 1 Max)
A¸NAö
(Assign 8 Max)
Het variabele
bereik verschilt
afhankelijk van de
parameter.
Dit stelt de maximumwaarde in voor
het bereik waarin de parameter kan
wijzigen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
A±ACL
(Assign 1 ACT Low)
A¸ACL
(Assign 8 ACT Low)
0012ļ12ļ
U kunt het regelbare bereik voor
doelparameters instellen binnen het
operationele bereik van de bron.
De doelparameters worden
geregeld binnen het bereik dat is
ingesteld met ACT LOW en ACT
HIGH.
Normaal gesproken stelt u ACT LOW
in op 0 en ACT HIGH op 127.
A±ACH
(Assign 1 ACT High)
A¸ACH
(Assign 8 ACT High)
11127127
De GA-FC aansluiten
OPGELET
¹Als u een GA-FC gebruikt, zet u de GAFC-schakelaar op ON voordat
u deze aansluit. Het apparaat werkt mogelijk niet goed als u de
GA-FC eerst aansluit.
¹De GA-FC is alleen compatibel met de systeeminstellingen. U kunt
de instellingen niet voor elk geheugen congureren.
GA-FC
GA-FC EX
Sluit een stereokabel aan op de GA-FC-aansluiting.
Zet de “GAFC SW”-parameter op ON als u de GA-FC gebruikt.
* Dit apparaat ondersteunt het gebruik van voetpedalen. Gebruik bij
het aansluiten een stereokabel.
* Gebruik kabels die geen weerstanden bevatten.
Ondersteunde voetcontrollers
Apart verkrijgbaar: GA-FC, GA-FC EX
MEMO
Raadpleeg de respectievelijke gebruikershandleidingen voor
details over het gebruik van de GA-FC en de GA-FC EX.
Dit apparaat heeft geen koppelingsfunctie om een tweede GA-FC
EX te ondersteunen.
28
De externe controllers congureren
GAFC SW inschakelen
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om GA-FCGA-FC te selecteren
en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$GA-FC
3. Gebruik de [DEPTH]-knoppen om GAFŹSľGAFŹSľ
(GA-FC Switch)
in te stellen op onon”.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸GAFŹSľ$$$$on
OPGELET
Stel “GA-FC” in op OFF” wanneer u een extern pedaal gebruikt dat
is aangesloten op de CTL4, 5/EXP2-aansluiting.
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
GA-FC-instellingen
(GA-FC)
Als u een GA-FC gebruikt, zet u de GAFC-schakelaar op ON voordat u
deze aansluit. Het apparaat werkt mogelijk niet goed als u de GA-FC
eerst aansluit.
Ø“GAFC SW inschakelen (p. 28)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om GA-FCGA-FC te selecteren
en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$GA-FC
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
GA-FC-parameters
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
GAFŹSľ
(GA-FC Switch)
offoff
(o)
De GA-FC is uitgeschakeld voor de
CTL4, 5/EXP2/GA-FC-aansluiting.
onon
(on)
De GA-FC is ingeschakeld voor de
CTL4, 5/EXP2/GA-FC-aansluiting.
GA-FC-schakelaar
GA-FC
GA-FC EX
CH±CH±
(Ch1)
CH²CH²
(Ch2)
CH³CH³
(Ch3)
CH´CH´
(Ch4)
PnŸPnŸ
(Panel)
EtƭEtƭ
(Eects)
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
CH1.Fn
(Ch1 Func)
CH´Fn
(Ch4 Func)
PnŸFn
(Panel Func)
EtƭFn
(Eects Func)
offoff
(o) De GA-FC wordt niet gebruikt.
bPŷtAPbPŷtAP
(BPM Tap) BPM
Tik om de
delaytijd in te
voeren.
d±²tAPd±²tAP
(DDL 1/DDL 2 Tap)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk)
d±ŸtAPd±ŸtAP
(DDL 1 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 1
d±ƐtAPd±ƐtAP
(DDL 1 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 1
d²ŸtAPd²ŸtAP
(DDL 2 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 2
d²ƐtAPd²ƐtAP
(DDL 2 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 2
d±²Sľd±²Sľ
(DDL 1/DDL 2 Switch)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Schakelt het
eect of de
eecten in/uit.
d±Sľd±Sľ
(DDL 1 Switch) DDL 1
d²Sľd²Sľ
(DDL 2 Switch) DDL 2
d±²HLdd±²HLd
(DDL 1/DDL 2 Hold)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Het delaygeluid
wordt herhaald
zolang u op de
schakelaar drukt
(*1).
d±HoLdd±HoLd
(DDL 1 Hold) DDL 1
d²HoLdd²HoLd
(DDL 2 Hold) DDL 2
d±²NoNd±²NoN
(DDL 1/DDL 2 MOMENT)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Het delaygeluid
wordt uitgevoerd
zolang u op de
schakelaar drukt
(*1).
d±NoNd±NoN
(DDL 1 MOMENT) DDL 1
d²NoNd²NoN
(DDL 2 MOMENT) DDL 2
bYPASSbYPASS
(Bypass)
Schakelt de bypass in/uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
audio-invoer uitgevoerd zoals deze is.
Ø“Bypass-schakelschema (met een
externe controller om de bypass
te activeren)” (p. 30)
NEŷvPNEŷvP
(Memory up)
Schakelt naar het volgende
geheugen.
NEŷdnNEŷdn
(Memory down) Schakelt naar het vorige geheugen.
NEŷnvNNEŷnvN
(Memory Number)
Selecteert de geheugens die u
instelt in CH±nvNCH´nvN,
PnŸnvN en EtƭnvN.
29
De externe controllers congureren
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
CH±d±HLd
(CH1 DDL 1 Hold)
CH´d±HLd
(CH4 DDL 1 Hold)
PnŸd±HLd
(Panel DDL 1 Hold)
Etƭd±HLd
(Eects DDL 1 Hold)
Etƭd²HLd
(Eects DDL 2 Hold)
Wanneer CH±FnEtµFn is ingesteld op d±²HLd,
d±HoLd, d²HoLd
00120120 Stelt het HOLD-niveau in.
CH±nvN
(CH1 Number)
CH´nvN
(CH1 Number)
PnŸnvN
(Panel Number)
EtƭnvN
(Eects Number)
Dit stelt het geheugennummer in dat voor elke GA-FC-
schakelaar moet worden opgeroepen.
Ʒÿ1Ʒÿ1Źq2Źq2 A1–A4, B1–B4, C1–C92
CH±Nd
(CH1 Mode)
CH´Nd
(CH4 Mode)
PnŸNd
(Panel Mode)
EtƭNd
(Eects Mode)
Wanneer CH±FnEtµFn op oFF staat en tAP,
NEŷvP, NEŷdn, NEŷnvN in gebruik zijn, wordt deze
parameter niet weergegeven.
toGGLEtoGGLE
(Toggle)
Schakelt tussen aan en uit telkens
wanneer u de controller bedient.
NoNEntNoNEnt
(Moment)
Schakelt alleen aan terwijl u de
schakelaar ingedrukt houdt en gaat
anders uit.
GA-FC-pedaalaansluiting
GA-FC
GA-FC EX
E±FCE±FC
(Exp1 Func)
E±SƾFE±SƾF
(E1 Switch Func)
E²FCE²FC
(Exp2 Func)
E²SƾFE²SƾF
(E2 Switch Func)
Stelt de functies van het EXP-pedaal in.
Stelt de functies van de voetschakelaar in.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
E±Fn
(Exp1 Func)
E²Fn
(Exp2 Func)
offoff
(o)
De EXP 1- en EXP 2-pedalen die op
de GA-FC zijn aangesloten, worden
niet gebruikt.
FUFU
(Foot Volume)
Regelt het voetvolumeniveau (Pedal
Position).
d±tiŷLd±tiŷL
(DDL 1 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 1
Regelt de
delaytijd.
d±tiŷrd±tiŷr
(DD1 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 1
d²tiŷLd²tiŷL
(DDL 2 Time Lch)
L-kanaal van
DDL 2
d²tiŷrd²tiŷr
(DD2 Time Rch)
R-kanaal van
DDL 2
d±FbKd±FbK
(DDL 1 Feedback) DDL 1 Regelt de
hoeveelheid
feedback.
d²FbKd²FbK
(DDL 2 Feedback) DDL 2
d±LEud±LEu
(DDL 1 Level) DDL 1 Regelt het
volume.
d²LEud²LEu
(DDL 2 Level) DDL 2
d±ŷrAtd±ŷrAt
(DDL 1 Modulation Rate) DDL 1
Regelt de
modulatiesnelheid.
d²ŷrAtd²ŷrAt
(DDL 2 Modulation Rate) DDL 2
d±ŷdPtd±ŷdPt
(DDL 1 Modulation Depth)
DDL 1 Regelt de
modulatiediepte.
d²ŷdPtd²ŷdPt
(DDL 2 Modulation Depth)
DDL 2
diƐLULdiƐLUL
(Direct Level) Regelt het directe niveau.
E±Nin
(Exp1 Min)
E²Nin
(Exp2 Min)
Het variabele
bereik verschilt
afhankelijk van de
parameter.
Stelt de minimumwaarde in voor de
parameter die wordt bediend door
een expressiepedaal dat op de GA-
FC is aangesloten.
E±NAö
(Exp1 Max)
E²NAö
(Exp2 Max)
Het variabele
bereik verschilt
afhankelijk van de
parameter.
Stelt de maximumwaarde in voor
de parameter die wordt bediend
door een expressiepedaal dat op de
GA-FC is aangesloten.
30
De externe controllers congureren
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
E±SƾF
(E1 Switch Func)
E²SƾF
(E2 Switch Func)
offoff
(o) De GA-FC wordt niet gebruikt.
bPŷtAPbPŷtAP
(BPM Tap) BPM
Tik om de
delaytijd in te
voeren.
d±²tAPd±²tAP
(DDL 1/DDL 2 Tap)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk)
d±ŸtAPd±ŸtAP
(DDL 1 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 1
d±ƐtAPd±ƐtAP
(DDL 1 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 1
d²ŸtAPd²ŸtAP
(DDL 2 Lch Tap)
L-kanaal van
DDL 2
d²ƐtAPd²ƐtAP
(DDL 2 Rch Tap)
R-kanaal van
DDL 2
d±²Sľd±²Sľ
(DDL 1/DDL 2 Switch)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Schakelt het
eect of de
eecten in/uit.
d±Sľd±Sľ
(DDL 1 Switch) DDL 1
d²Sľd²Sľ
(DDL 2 Switch) DDL 2
d±²HLdd±²HLd
(DDL 1/DDL 2 Hold)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Het delaygeluid
wordt herhaald
zolang u op de
schakelaar drukt.
d±HoLdd±HoLd
(DDL 1 Hold) DDL 1
d²HoLdd²HoLd
(DDL 2 Hold) DDL 2
d±²NoNd±²NoN
(DDL 1/DDL 2 MOMENT)
DDL 1 en DDL 2
(tegelijk) Het delaygeluid
wordt uitgevoerd
zolang u op de
schakelaar drukt.
d±NoNd±NoN
(DDL 1 MOMENT) DDL 1
d²NoNd²NoN
(DDL 2 MOMENT) DDL 2
bYPASSbYPASS
(Bypass)
Schakelt de bypass in/uit.
Als dit is ingeschakeld, wordt de
audio-invoer uitgevoerd zoals deze
is.
NEŷvPNEŷvP
(Memory up)
Schakelt naar het volgende
geheugen.
NEŷdnNEŷdn
(Memory down) Schakelt naar het vorige geheugen.
NEŷnvNNEŷnvN
(Memory Number) Stelt het geheugennummer in.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
E±Sƾd1HL
(E1 Switch DDL 1 Hold Level)
E±Sƾd2HL
(E1 Switch DDL 2 Hold Level)
E²Sƾd1HL
(E2 Switch DDL 1 Hold Level)
E²Sƾd2HL
(E2 Switch DDL 2Hold Level)
Wanneer E±SƾF, E²SƾF d±²HLd, d±HoLd of
d²HoLd zijn, kunt u het HOLD-niveau instellen.
00120120 Stelt het HOLD-niveau in.
E±SƾN
(
E1 Switch
Mode)
E²SƾN
(
E2 Switch
Mode)
Wanneer E±SƾF, E²SƾF oFF of tAP zijn, wordt
deze parameter niet weergegeven.
toGGLEtoGGLE
(Toggle)
Schakelt tussen aan en uit telkens
wanneer u de controller bedient.
NoNEntNoNEnt
(Moment)
Schakelt alleen aan terwijl u de
schakelaar ingedrukt houdt en gaat
anders uit.
E±SƾnvN
(E1 Switch Number)
E²SƾnvN
(E2 Switch Number)
Wanneer E±SƾF, E²SƾF NEŷnvN zijn, stelt dit het
geheugennummer in dat moet worden opgeroepen voor
de E1- of E2-schakelaar.
Ʒÿ1Ʒÿ1Źq2Źq2 A1–A4, B1–B4, C1–C92
Bypass-schakelschema
(met een externe controller om de bypass te activeren)
VOET-
VOLUME DDL 1/2
Gitaar Versterker
DDL 1 (L/R) DDL 2 (L/R)
INPUT L OUTPUT L
INPUT R OUTPUT R
31
Een extern MIDI-apparaat aansluiten
Externe apparaten aansluiten
Sluit een extern apparaat via MIDI aan op dit apparaat wanneer u
MIDI-berichten wilt uitwisselen of synchroniseren met een kloksignaal.
MIDI (OUT/IN)-aansluitingen
Gebruik TRS/TRS- of TRS/MIDI-kabels om dit apparaat aan te sluiten op
een extern MIDI-apparaat.
Apart verkrijgbaar: TRS/MIDI-aansluitkabel
BMIDI-5-35, BMIDI-1-35 of BMIDI-2-35
TRS/MIDI-verbindingskabelTRS/MIDI-verbindingskabel
U kunt MIDI met dit apparaat gebruiken om de volgende bewerkingen
uit te voeren.
Bewerkingen vanaf dit apparaat
Bewerking Beschrijving
Programmawijzigingsberichten
verzenden
Wanneer u een geheugen op dit
apparaat selecteert, wordt het
programmawijzigingsbericht dat wordt
opgegeven in MIDI PC MAP (p. 33) ook
verzonden. Het externe MIDI-apparaat dat
dit programmawijzigingsbericht ontvangt,
zal dan naar de overeenkomstige
instellingen schakelen.
Bedieningswijzigingsberichten
uitvoeren
De gegevens bij het bedienen van een
voetschakelaar of expressiepedaal
dat is aangesloten op de [CTL1]-
schakelaar, de CTL 2, 3/EXP 1-aansluiting
of de CTL 4, 5/EXP2/GA-FC-
aansluiting, worden uitgevoerd als
bedieningswijzigingsberichten. U kunt
deze berichten ook gebruiken om de
parameters van een extern MIDI-apparaat
te bedienen.
Bewerkingen vanaf een extern MIDI-apparaat
Bewerking Beschrijving
Schakelen tussen
geheugennummers
De geheugens van dit apparaat
schakelen wanneer de corresponderende
programmawijzigingsberichten worden
ontvangen van het externe MIDI-apparaat.
Dit apparaat negeert Bank Select-
berichten die worden ontvangen.
Bedieningswijzigingsberichten
ontvangen
Dit apparaat kan
bedieningswijzigingsberichten ontvangen
om een opgegeven parameter te bedienen
terwijl u speelt.
MIDI-instellingen
(MIDI)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om NidiNidi te selecteren
en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$Nidi
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
MIDI-parameters
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
rŶCH
(Rx Channel)
offoff
(o)
Cƶ1Cƶ1Cƶ1ļCƶ1ļ
(CH.1–CH.16)
Geeft het MIDI-ontvangstkanaal
aan. Wanneer dit op oFF staat,
worden geen kanaalberichten
ontvangen.
tŶCH
(Tx Channel)
offoff
(o)
Cƶ1Cƶ1Cƶ1ļCƶ1ļ
(CH.1–CH.16)
(Rx)
Geeft het MIDI-verzendkanaal aan.
Wanneer dit op oFF staat,
worden geen kanaalberichten
verzonden.
Als dit is ingesteld op , is het
verzendkanaal hetzelfde ingesteld
als het ontvangstkanaal.
PC.in
(PC IN)
offoff
(o)
onon
(on)
Geeft aan of programmawijzigingen
worden ontvangen (on) of niet
ontvangen (oFF).
PC.ovt
(PC OUT)
offoff
(o)
onon
(on)
Geeft aan of programmawijzigingen
worden verzonden (on) of niet
verzonden (oFF).
CC.in
(CC IN)
offoff
(o)
onon
(on)
Geeft aan of
bedieningswijzigingsberichten
worden ontvangen (on) of niet
(oFF).
Dit apparaat kan CC-berichten
die het ontvangt, gebruiken om
dezelfde bewerkingen te regelen
als een regelaar of voetschakelaar
via MIDI.
CC.ovt
(CC OUT)
offoff
(o)
onon
(on)
Geeft aan of bedieningswijzigingen
worden verzonden (on) of niet
verzonden (oFF).
d±tiNƹL
(DDL 1 Time L)
d±tiNƹr
(DDL 1 Time R)
d²tiNƹL
(DDL 2 Time L)
d²tiNƹr
(DDL 2 Time R) oFFoFF
(o)
cc01cc01cc31cc31, ,
(CC01–CC31)
ccb4ccb4ccq5ccq5
(CC64–CC95)
Geeft het controllernummer aan dat
correspondeert met elke controller.
d±Fbk
(DDL 1 Feedback)
d²Fbk
(DDL 2 Feedback)
d±ovt
(DDL 1 Out)
d²ovt
(DDL 2 Out)
d±NƞrAt
(DDL 1 Modulation Rate)
d²NƞrAt
(DDL 2 Modulation Rate)
32
Een extern MIDI-apparaat aansluiten
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
d±NƞdPt
(DDL 1 Modulation Depth)
d²NƞdPt
(DDL 2 Modulation Depth)
oFFoFF
(o)
cc01cc01cc31cc31, ,
(CC01–CC31)
ccb4ccb4ccq5ccq5
(CC64–CC95)
Geeft het controllernummer aan dat
correspondeert met elke controller.
d±Ft$on
(DDL 1 Filter on)
d²Ft$on
(DDL 2 Filter on)
d±tN$on
(DDL 1 Time on)
d²tN$on
(DDL 2 Time on)
d±PH$on
(DDL 1 Phase on)
d²PH$on
(DDL 2 Phase on)
d±Nd$on
(DDL 1 Mod on)
d²Nd$on
(DDL 2 Mod on)
d±ƱP$on
(DDL 1 Feedback Phase on)
d²ƱP$on
(DDL 2 Feedback Phase on)
d±²tAp
(
DDL 1/DDL 2 Tap
)
d±ŸtAp
(
DDL 1 Lch Tap
)
d±ƐtAp
(
DDL 1 Rch Tap
)
d²ŸtAp
(
DDL 2 Lch Tap
)
d²ƐtAp
(
DDL 2 Rch Tap
)
d±HoLd
(
DDL 1 Hold)
d²HoLd
(
DDL 2 Hold)
d±Non
(
DDL 1 Moment
)
d²Non
(
DDL 2 Moment
)
FžPŸPoS
(Foot Volume Pedal Position)
diƐLEUL
(Direct Level)
CtL1
(Control 1)
CtL2
(Control 2)
CtL3
(Control 3)
CtL4
(Control 4)
CtL5
(Control 5)
EöP1
(Exp 1)
EöP2
(Exp 2)
bYPASS
(Bypass)
d±Sľ
(DDL 1 Switch)
d²Sľ
(DDL 2 Switch)
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
SYnC
(Sync)
Bepaalt de invoer waarmee de tempoklok wordt
gesynchroniseerd.
Gegarandeerd werkingsbereik: 40–250 BPM
intint
(Internal)
Synchroniseert met het interne
tempo.
vSbvSb
(USB)
Synchroniseert met de MIDI-
klokken die via de USB-poort
worden ontvangen.
NidiNidi
(MIDI)
Synchroniseert met de MIDI-klokken
die via de MIDI IN-aansluiting
worden ontvangen.
AvtoAvto
(Auto)
Dit apparaat functioneert normaal
gezien volgens het interne
tempo van het apparaat, maar
synchroniseert het tempo met de
MIDI-klok als er MIDI-klokgegevens
worden ontvangen via de USB-
poort of de MIDI IN-aansluiting.
* Wanneer zowel USB als MIDI worden
ingevoerd, heeft USB voorrang.
rTŷSrC
(Real Time Message Source)
Geeft de bron van realtimeberichten aan die worden
uitgevoerd via de MIDI OUT-aansluiting of USB-poort.
intint
(Internal)
Interne realtimeberichten worden
gebruikt als de klokbron.
vSbvSb
(USB)
Realtimeberichten van de USB-
poort worden gebruikt als de
klokbron.
NidiNidi
(MIDI)
Realtimeberichten van de MIDI
IN-aansluiting worden gebruikt als
de klokbron.
NidńtHrv
(MIDI Thru)
Geeft de aansluiting aan die wordt gebruikt om de MIDI-
berichten uit te voeren die via de MIDI IN-aansluiting
worden ontvangen.
oFFoFF
(o) Niet verzonden.
vSbvSb
(USB) Verzonden via de USB-poort.
NidNid
(MIDI)
Verzonden via de MIDI OUT-
aansluiting.
ŜNŜN
(USB, MIDI)
Verzonden via de USB-poort en de
MIDI OUT-aansluiting.
vSƼtHrv
(USB Thru)
Geeft de aansluiting aan die wordt gebruikt om de MIDI-
berichten uit te voeren die via de USB-poort worden
ontvangen.
oFFoFF
(o) Niet verzonden.
vSbvSb
(USB) Verzonden via de USB-poort.
NidNid
(MIDI)
Verzonden via de MIDI OUT-
aansluiting.
ŜNŜN
(USB, MIDI)
Verzonden via de USB-poort en de
MIDI OUT-aansluiting.
dEUiCƹid
(Device ID)
17173232
Stelt het ID-nummer van het
apparaat in voor het verzenden en
ontvangen van systeemexclusieve
berichten.
33
U kunt de programmawijzigingskaart gebruiken om aan te passen
welke geheugens op de SDE-3000D overeenkomen met welke
programmawijzigingsberichten die worden verzonden vanaf een
extern MIDI-apparaat.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om Nidi$PC$NAPNidi$PC$NAP” te
selecteren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$Nidi$PC$NAP
3. Druk op de [SETUP]-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸PŹ001$$$$Ʒ01
4. Gebruik de [TIME]-knoppen om het programmanummer
te selecteren en gebruik de [DEPTH]-knoppen om het
geheugennummer in te stellen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
PŹ001PŹ128 Ʒ01Ʒ01Źq2Źq2
Stelt het geheugennummer
in dat overeenkomt met het
programmanummer.
De programmawijzigingskaart voor de geheugens congureren
34
De USB-poort gebruiken
(USB Type-C®)
Het USB-stuurprogramma installeren
U moet het USB-stuurprogramma installeren voordat u dit apparaat
aansluit op een computer.
Download het USB-stuurprogramma van de BOSS-website.
Installeer dit speciale stuurprogramma voordat u een USB-verbinding
maakt. Raadpleeg Readme.htm in het gedownloade bestand voor
meer informatie.
Ø https://www.boss.info/support/
Verbinding maken met een computer
1. Sluit uw computer aan met een in de handel
verkrijgbare USB-kabel die USB 2.0 ondersteunt.
SDE-3000D
Computer
OPGELET
Er wordt een foutmelding weergegeven wanneer de USB-aansluiting
wordt verbroken.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸vSb$oFFLinE
De MIDI-aansluitingen op het zijpaneel
gebruiken
Gebruik TRS/TRS- of TRS/MIDI-kabels om dit apparaat aan te sluiten op
een extern MIDI-apparaat.
Computer
TRS/MIDI-verbindingskabelTRS/MIDI-verbindingskabel
SDE-3000D
USB MIDI-
interface
Apart verkrijgbaar:
TRS/TRS-verbindingskabel
BCC-1-3535, BCC-2-3535
TRS/MIDI-verbindingskabel
BMIDI-5-35, BMIDI-1-35, BMIDI-2-35
OPGELET
Er wordt een foutmelding weergegeven wanneer de MIDI IN-
aansluiting wordt verbroken.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸Nidi$oFFLinE
Controleer of er een probleem is met de MIDI-kabel die is aangesloten
op de MIDI IN-aansluiting van dit apparaat, of dat de MIDI-kabel niet
los zit.
Verbinding maken met een computer
35
Systeeminstellingen
Het bereik van geheugens congureren die
met het voetpedaal geselecteerd kunnen
worden
(Memory Extent)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om SYSTENSYSTEN” te
selecteren en druk op de [SETUP] (ENTER)-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$SYSTEN
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter
[TIME]-knoppen
Waarde
[DEPTH]-knoppen Beschrijving
NEŷNin
(Memory Min)
Ʒ01Ʒ01Źq2Źq2
Dit stelt het geheugenbereik in
dat u met het voetpedaal kunt
selecteren.
NEŷNAö
(Memory Max)
Voorbeeld
Bank A B C
Geheugen 1 4 1 4 1 92
NEŷNin
(Memory Min)
NEŷNAö
(Memory Max)
Bereik van geheugens die met het pedaal kunnen worden
geselecteerd (A.01–C.01)
De EXP-pedaalinstelling overnemen bij het
wisselen van geheugen
(EXP Hold)
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
2. Gebruik de [TIME]-knop om “SYSTEN” te selecteren en
druk vervolgens op de [SETUP]-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$SYSTEN
3. Gebruik de [TIME]-knoppen om een parameter te
selecteren en gebruik vervolgens de [DEPTH]-knoppen
om de waarde te veranderen.
Parameter
[TIME]-knop
Waarde
[DEPTH]-knop Beschrijving
EXP1.PL.Hd
(EXP 1 Pedal Hold)
EXP2.PL.Hd
(EXP 2 Pedal Hold)
oFFoFF
De operationele status van de
E±.FnC en E²FnC wordt
niet overgedragen wanneer
geheugens worden verwisseld.
onon
De operationele status van de EXP
1 en EXP 2 wordt overgedragen
wanneer geheugens worden
verwisseld, als de instelling van
E±.FnC en E²FnC hetzelfde is
als het vorige geheugen.
Als EXP PEDAL FUNCTION
bijvoorbeeld op FOOT VOLUME
is ingesteld in beide geheugens
(één voor en één na de
wijziging), wordt het volume
dat overeenkomt met de positie
(hoek) waarin het pedaal zich
bevindt op het moment van de
geheugenwijziging behouden
na de geheugenwijziging. Maar
als het geheugen waarnaar
wordt gewijzigd op WAH is
ingesteld, is het volume in
overeenstemming met de waarde
die in het geheugen is ingesteld
en verkrijgt u een wah-eect
dat in overeenstemming is
met een waarde die de huidige
positie (hoek) van het pedaal
weerspiegelt.
36
Het apparaat naar de fabrieksinstellingen herstellen
Hier leest u hoe u de SDE-3000D naar de fabrieksinstellingen kunt
herstellen.
1. Druk op de [SETUP]-knop.
De in te stellen parameter wordt op het display weergegeven.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸in;ovt
2. Gebruik de [TIME]-knoppen om FCƸrESEtFCƸrESEt” te
selecteren.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$FCƸrESEt
3. Druk op de [SETUP]-knop.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$$SYS$-$ŹQ2
4. Gebruik de [TIME]- en [DEPTH]-knoppen om de
gebieden (bereiken) te selecteren die zijn beïnvloed
door de fabrieksreset.
Druk op de [â] (EXIT)-knop als u wilt annuleren en naar het menu
wilt terugkeren.
Doel Beschrijving
SYS Systeeminstellingen
Ʒ01Ʒ04 1–4 in bank A
Ƽ01Ƽ04 1–4 in bank B
Ź01Źq2 1-92 in bank C
MEMO
Om alles te resetten, selecteert u SYS$-$Źq2”.
5. Druk op de [BANK A]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$SvrE
“SURE” knippert op het display.
6. Druk op de [BANK A]-knop om de fabrieksinstellingen
uit te voeren.
Nadat de fabrieksreset klaar is, keert het apparaat terug naar het
afspeelscherm.
37
Samplefrequentie 48 kHz
AD-conversie
24-bits + AF-methode
* AF-methode (Adaptive Focus-methode). Dit is een methode
die eigendom is van Roland en BOSS die de signaal-
ruisverhouding (SN) van de AD- en DA-converters drastisch
verbetert.
DA-conversie 32-bits
Verwerking 32-bits drijvende komma
Eecten SDE-3000 STEREO DELAY x 2
VOETVOLUME
Geheugen 100
Nominaal
ingangsniveau INPUT (L/MONO, R): -10 dBu
Maximaal
ingangsniveau INPUT (L/MONO, R): +12 dBu
Invoerimpedantie INPUT (L/MONO, R): 1 MΩ
Nominaal
uitgangsniveau OUTPUT (L/MONO, R): -10 dBu
Uitvoerimpedantie OUTPUT (L/MONO, R): 1 kΩ
Aanbevolen
lastimpedantie OUTPUT (L/MONO, R): 10 kΩ of hoger
Bedieningselementen
[TIME]-knoppen
[FEEDBACK]-knoppen
[OUT]-knoppen
[RATE]-knoppen
[DEPTH]-knoppen
[1]–[4]-knoppen
[BANK A]-knop
[BANK B]-knop
[ã]-knop
[â]-knop
[FILTER]-knop
[TIME×2]-knop
[DELAY PHASE]-knop
[MOD]-knop
[FEEDBACK PHASE]-knop
[DIGITAL DELAY1]-knop
[DIGITAL DELAY2]-knop
[SETUP]-knop
Display LED met 7 segmenten, 12 tekens
Aansluitingen
INPUT (L/MONO, R)-aansluiting:
1/4”-telefoonaansluiting
OUTPUT(L/MONO, R)-aansluitingen:
1/4”-telefoonaansluiting
CTL2,3/EXP1-aansluiting: 1/4” TRS-
telefoonaansluiting
CTL4,5/EXP2/GA-FC-aansluiting: 1/4” TRS-
telefoonaansluiting
MIDI (IN,OUT)-aansluitingen: Stereomini-
aansluiting
USB-poort: USB Type-C®
DC IN-aansluiting
Stroomtoevoer Netstroomadapter
Stroomverbruik 450 mA
Afmetingen 199 (B) x 135 (D) x 54 (H) mm (inclusief rubberen
voetjes)
Gewicht
(exclusief netstroomadapter)
1,1 kg
Accessoires
Netstroomadapter (PSB-1U + netstroomsnoerset)
STARTGIDS
Infoblad “HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN”
Rubberen voetjes x 4
Opties
Voetschakelaar: FS-5U, FS-5L
Dubbele voetschakelaar: FS-6, FS-7
Expressiepedaal: EV-30, FV-500L, FV-500H, Roland
EV-5
Voetcontroller: GA-FC, GA-FC EX
MIDI/TRS-verbindingskabel: BMIDI-5-35,
BMIDI-1-35, BMIDI-2-35, BCC-1-3535, BCC-2-3535
Belangrijkste specicaties
* 0 dBu = 0,775 Vrms
* In dit document worden de specicaties van het product uitgelegd op het moment dat het document werd vrijgegeven. Raadpleeg de Roland-
website voor de meest recente informatie.
38
Lijst met vooraf ingestelde waarden
A.01
De standaard delayinstelling.
Dit is een korte delay met DDL 1 ingesteld op 500 msec en DDL 2 ingesteld op 250 msec.
De delay geeft een gevoel van diepte door twee in serie verbonden delays te combineren.
STRUCTUUR: SERI
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$50020353015 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$25025354010
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: OFF
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
A.02
Een delaygeluid dat een gevoel van een gepunte achtste noot geeft, waarbij de delays parallel zijn verbonden.
DDL 1 is ingesteld op 600 msec en DDL 2 is ingesteld op 450 msec.
STRUCTUUR: PARA1
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
ON
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$b0020251510 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$45020201010
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
39
Lijst met vooraf ingestelde waarden
A.03
Een delay met DDL 1 ingesteld op 800 msec (lang) en DDL 2 ingesteld op 400 msec (gemiddeld).
Schakel DDL 2 in voor een droomachtige lange delay.
STRUCTUUR: SERI
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$80025b02012 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$40030b02020
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: OFF
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
A.04
Een delaygeluid met twee delays (DDL 1: 220 msec, DDL 2: 660 msec) in parallel verbonden.
STRUCTUUR: SERI
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$22040404030 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$bb020351030
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
40
Lijst met vooraf ingestelde waarden
B.01
Een delaygeluid met twee parallel verbonden delays (DDL 1: modulatiedelay, 500 msec; DDL 2: korte delay, 250 msec).
STRUCTUUR: PARA1
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
ON
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$50020404010 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$25040401010
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
B.02
Een delaygeluid met twee parallel verbonden modulatiedelays (DDL 1: 550 msec, DDL 2: 225 msec).
STRUCTUUR: PARA1
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
ON
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$55020302030 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$22520302030
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
41
Lijst met vooraf ingestelde waarden
B.03
Een delaygeluid dat een lter en modulatie combineert.
STRUCTUUR: PARA1
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
DDL 2 (L/R)
ON
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$20033402050 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$4002840201b
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
B.04
Een kort nagalmgeluid, met de DDL 2-delay (35 msec) toegevoegd aan de DDL 1-delay (530 msec).
STRUCTUUR: SERI
DRY+WET L
DRY+WET R
Guitar
AMP
DDL 1 (L/R)
ON
¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$53040453020 ¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸¸$$3540b03045
DDL 1-parameter
DDL 1 SW: ON
DDL 1 TYPE: STEREO
DDL 1 TIME LINK: ON
DDL 2-parameter
DDL 2 SW: ON
DDL 2 TYPE: STEREO
DDL 2 TIME LINK: ON
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41

Boss SDE-3000D de handleiding

Categorie
Muzikale uitrusting
Type
de handleiding

Andere documenten