01.Identiceerdebevestigingspositievandeachtersteenvoorstebeu-
gel (afb. 3).
02. Bevestig de achterste beugel volgens de installatiewaarden (afb. 3).
03. Bevestig de reductiemotor op de achterste beugel (afb. 5 / 6).
04. Ontgrendel de reductiemotor handmatig (afb. 7).
05. Haal de stang er volledig uit (afb. 8 - a).
06. Assembleer de voorste beugel voorlopig aan de vleugel van het hek
(afb. 8 - b).
07. Controleer of de reductiemotor afgestemd is en bevestig de stang
vervolgens aan de voorste beugel (afb. 8 - c).
08. (afb. 9) Controleer het volgende handmatig:
-Bmaximaleopeningsluithethektotaandemechanischeeind-
aanslagen.
-Debewegingvandevleugelisgeregeldenvrvanwrving.
Eventueel moet u een correctie uitvoeren totdat de beweging een
bevredigend resultaat levert.
09. Maak de stang los van de voorste beugel (afb. 10 - a) en bevestig
dezelaatstedenitiefaandevleugel(afb. 10 - b).
10.Bevestigdestangdenitiefaandevoorstebeugel(afb. 10 - c).
11. Vergrendel de reductiemotor (afb. 11).
Herhaal deze handelingen voor de beide reductiemotoren.
3.3 - Handmatig ontgrendelen van de reductiemotor (afb. 7)
01. Til de rubberen dop op (afb. 7 - a).
02. Voer de meegeleverde ontgrendelingssleutel in en verdraai hem 90°
metdewzersvandeklokmee(afb. 7 - b).
Herhaal deze handelingen voor de beide reductiemotoren.
3.4 - Handmatig vergrendelen van de reductiemotor (afb. 11)
01.Positioneerdevleugelvanhethekhandmatigopdehelftvanzn
traject.
02. Til de rubberen dop op (afb. 11 - a).
03.Voerdeontgrendelingssleutelinenverdraaihem90°tegendew-
zers van de klok in (afb. 11 - b).
Herhaal deze handelingen voor de beide reductiemotoren.
Dit product is bestemd voor de automatisering van hekken met draai-
vleugels. LET OP! – Elk ander gebruik dan in deze handleiding is
beschreven of dat plaatsvindt in andere omgevingscondities dan
in deze handleiding worden beschreven, moet als oneigenlk en
verboden worden beschouwd!
Deze elektromechanische reductiemotor is voorzien in twee versies:
TO3000 / TO3024 en TO4500 / TO4524.
Hisuitgerustmeteenmotordiewerktop24Vgelkstroomofop220
Vwisselstroom(afhankelkvanhetgekozenmodel)envaneenover-
brenging met wormschroef.
Dereductiemotorwordtgevoedviadeexternebesturingseenheidwaar-
ophmoetwordenaangesloten.
Ingevalvaneenstroomonderbreking(black-out)ishetmogelkomde
vleugels van het hek handmatig in beweging te brengen door de reduc-
tiemotor te ontgrendelen (paragraaf 3.4).
3.1 - Controles ter voorbereiding van de installatie
Let op! - De installatie van de motor dient door gekwaliceerd
personeel uitgevoerd te worden, met inachtneming van de wet
-
ten, voorschriften en regels en van wat in deze aanwzingen staat.
Alvorens de installatie uit te voeren:
01.
Controleer de plaats waar de reductiemotor wordt bevestigd: deze
moetcompatibelznmetderuimtediedezelaatsteinneemt(afb. 2).
02. Controleer of het hek correct opengaat en controleer de kracht die
demotorproduceert:ditallesisafhankelkvandebevestigings-
plaatsvandeachterstebeugel.Omdemaximaleopeningshoek
van de vleugel en de aangepaste kracht van de motor voor de spe-
ciekeinstallatietedeniëren:zieafb. 3.
03. Bepaal de geraamde installatiepositie voor elk component dat in
de installatie is voorzien, alsook het meest aangewezen aanslui-
tingsschema.
In afb. 4 wordt een voorbeeld van een typische automatiseringsinstal-
latie met Nice-componenten weergegeven:
a - Elektromechanische reductiemotoren
b - Besturingseenheid
c - Koppel fotocellen
d -Koppelmechanischeeindaanslagen(bopening)
e - Palen voor fotocellen
f - Knipperende indicator
g - Sleutelschakelaar of digitaal toetsenbord
h - Verticaal elektrisch slot
3.2 - Installatie van de reductiemotor
WAARSCHUWINGEN
• Een onjuiste installatie kan ernstig letsel veroorzaken b de
persoon die de werkzaamheden uitvoert en b personen die
gebruikmaken van de installatie.
• Alvorens de installatie van de automatisering uit te voeren: zie
paragraaf 3.1.
LET OP!
– Een verkeerde aansluiting kan storingen of gevaarlke situa-
ties veroorzaken; u dient daarom de aangegeven aansluitingen
nauwgezet aan te houden.
– Wanneer u de aansluitingen uitvoert, moet de elektrische voe-
ding losgekoppeld zn.
01.Verwderdekapvandereductiemotor(afb. 12 - a).
02. Maak de kabelgeleider los (afb. 12 - b) en voeg de aansluitkabel in
(afb. 12 - c).
03. Verzamel de verschillende kabels en de aardingskabel in het daartoe
voorziene oogje (afb. 13).
04. Span de kabelklem aan en plaats de kap terug (afb. 14).
2
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
EN GEBRUIKSBESTEMMING
•Controleerdeautomatiseringtdenshetuitvoerenvanhetmanoeu-
vre en houd personen op enige afstand tot het voltooid is.
• Bedien de automatisering niet wanneer er in de buurt personen
bepaaldewerkzaamhedenuitvoerenzoalsramenwassen;koppel de
elektrische voeding los alvorens deze werkzaamheden te laten uit-
voeren.
• Controleer de automatisering regelmatig om eventuele sporen van
sltage,schadeofonevenwichtoptesporen.Gebruikdeautomati-
seringnietalsdezemoetwordenafgesteldofgerepareerd;laathet
verhelpen van deze problemen uitsluitend over aan gespecialiseerd
technisch personeel.
Ditisdebelangrkstefasebderealisatievandeautomatiseringom
maximaleveiligheidtegaranderen.Deopleveringkanookalsperiodieke
controle voor de verschillende inrichtingen van de automatisering wor-
den gebruikt.
De oplevering van de volledige installatie moet door vakbe-
kwaam en deskundig personeel worden uitgevoerd. Zmoeten
ook bepalen welke tests in functie van de bestaande risico’s noodza-
kelkznencontrolerenofdewettelkevoorschriften,regelgevingenen
regelseninhetbzonderallevereistenvannormEN12445,waarinde
testmethodes voor de controle van automatiseringen voor hekken wor-
denbepaald,inachtgenomenzn.
3
INSTALLATIE
5
OPLEVERING VAN DE AUTOMATISERING
4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
NL
Nederlands – 2