Epson WORKFORCE 110 de handleiding

Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
NPD6125-01 NL
Auteursrecht
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande
schrielijke
toestemming van Seiko Epson
Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat
betre
het gebruik van de
informatie in deze uitgave. Evenmin kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade
voortvloeiende uit het gebruik van de informatie in deze uitgave. De hierin beschreven informatie is alleen
bedoeld voor gebruik bij deze Epson-printer. Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie
bij andere printers.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product
of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet
foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen, of (met uitzondering van
de VS) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschrien van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn lialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original
Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
© 2019 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
De inhoud van deze handleiding en de specicaties van dit product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd.
Gebruikershandleiding
Auteursrecht
2
Handelsmerken
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.
Microso
®
, Windows
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microso Corporation.
Apple, Macintosh, macOS, OS X, Bonjour, Safari, AirPrint, the AirPrint Logo, iPad, iPhone, iPod touch, and
iTunes are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
Google Cloud Print™, Chrome™, Chrome OS™, and Android™ are trademarks of Google LLC.
Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the
United States and/or other countries.
Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identicatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige
rechten op deze handelsmerken.
Gebruikershandleiding
Handelsmerken
3
Inhoudsopgave
Auteursrecht
Handelsmerken
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................8
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Referenties voor besturingssystemen.............9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................10
Veiligheidsinstructies voor de batterij.........11
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruiken van de printer............13
Adviezen en waarschuwingen voor het
gebruik van de printer met een draadloze
verbinding.............................14
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................14
Europese printermodellen afvoeren.............14
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........15
Tips voor slim gebruik
Tips: Afdrukken met de basisdriver van Epson
(Windows)...............................16
Tips: de ingebouwde batterij opladen............16
Tips: Afdrukken van uw smartphone of tablet. . . . . 16
Tips: De densiteit of kleur aanpassen............17
Tips: Rekening houden met het milieu...........17
Tips: De printer opbergen....................18
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............19
Bedieningspaneel..........................21
Knoppen..............................21
Uitleg bij het lcd-scherm...................21
Tekens invoeren.........................22
Menuopties..............................23
Menu................................ 23
Instellingen Wi-Fi....................... 26
De printer verplaatsen en vervoeren
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................30
Wi-Fi-verbinding........................30
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................30
Een computer verbinden.................... 31
Een smart device verbinden..................32
Verbinding maken met een smart device via
een draadloze router......................32
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................ 33
Verbinding maken met Android-apparaten
middels Wi-Fi Direct.....................36
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct.................38
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 42
Wi - F i - i n s t e l l i n g e n
congureren
door de SSID
en het wachtwoord in te voeren............. 42
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................43
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................44
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 45
Netwerkpictogram.......................45
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 45
Een netwerkstatusvel afdrukken...............52
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . . 52
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................52
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen......................53
Het Wi-Fi-signaal stoppen en opnieuw verzenden. . 54
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .55
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP)
verbreken vanaf het bedieningspaneel...........55
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................56
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met papier. . 57
Beschikbaar papier en capaciteiten.............58
Lijst met papiertypes..................... 59
Papier laden in de Papiertoevoer achter..........59
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
4
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer................63
Met de basisdriver Epson (alleen voor
Windows).............................63
Basisprincipes van printer - Windows.........66
Basisprincipes voor afdrukken Mac OS......67
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 69
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 70
Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 71
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen
voor Windows)......................... 73
Groter afdrukken en posters maken (alleen
voor Windows)......................... 74
Geavanceerde functies gebruiken voor
afdrukken.............................80
Afdrukken met Smart Devices................83
Epson iPrint gebruiken....................83
Epson Print Enabler gebruiken..............85
AirPrint gebruiken.......................85
Afdrukken annuleren.......................86
Afdrukken annuleren Printertoets......... 86
Afdrukken annuleren - Windows............86
Afdrukken annuleren Mac OS............86
De ingebouwde batterij opladen
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van de
ingebouwde batterij........................88
De ingebouwde batterij laden via een
lichtnetadapter............................88
De ingebouwde batterij laden via een USB-
verbinding...............................89
De optionele extra batterij gebruiken
Code externe batterij.......................90
De externe batterij installeren.................90
De externe batterij verwijderen................91
De status van de externe batterij controleren. . . . . . 92
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van de
externe batterij............................93
De externe batterij opladen...................93
Voorzorgsmaatregelen bij opslag en afvoeren
van de externe batterij...................... 95
Cartridges en andere
verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren...............96
De status van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren -
Bedieningspaneel........................96
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . . 96
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudsset controleren Mac OS........ 96
Codes van de cartridges.....................97
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met
inktpatronen.............................97
De inktpatronen vervangen................. 100
Onderhoudscassettecode................... 102
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de
onderhoudscassette....................... 103
Een onderhoudscassette vervangen............104
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............107
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................107
Tijdelijk doorgaan met afdrukken met alleen
zwarte inkt (Mac OS)....................108
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................109
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen...........111
De printkop controleren en schoonmaken -
Bedieningspaneel.......................111
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................112
De printkop controleren en schoonmaken
Mac OS..............................112
De printkop uitlijnen......................112
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .113
Het papiertraject reinigen...................113
Netwerkservice en
softwareinformatie
De service van Epson Connect...............115
Toepassing voor het
congureren
van
printerbewerkingen (Web Cong).............115
Web Cong uitvoeren op een browser........116
Web Cong uitvoeren op Windows..........116
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........116
Vereiste toepassingen......................117
Windows-printerstuurprogramma...........117
Mac OS-printerstuurprogramma............119
Applicatie voor afdrukaeeldingen (Epson
Photo+)..............................120
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5
Hulpprogramma's voor soware-updates
(EPSON
Soware
Updater)............... 121
Toepassing voor het congureren van
meerdere apparaten (EpsonNet Cong).......121
Toepassingen verwijderen...................122
Toepassingen verwijderen Windows.......122
Toepassingen verwijderen Mac OS........123
Toepassingen installeren....................123
Toepassingen enrmware bijwerken...........124
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................125
De foutcodes op het lcd-scherm bekijken......125
De printerstatus controleren - Windows.......127
De printerstatus controleren Mac OS...... 127
Vastgelopen papier verwijderen...............127
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................128
Vastgelopen papier uit de printer verwijderen. . 128
Papier wordt niet goed ingevoerd.............129
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................130
De stroom wordt niet ingeschakeld..........130
Stroom wordt niet uitgeschakeld............130
Het display wordt donker.................130
De printer wordt plotseling uitgeschakeld als
de printer op batterijstroom werkt...........131
Kan de batterij niet opladen via een computer. . 131
De optionele externe batterij wordt niet
herkend..............................131
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 131
De verbinding controleren (USB)...........131
De verbinding controleren (netwerk).........132
De soware en gegevens controleren.........133
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................134
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................135
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................135
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 136
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................137
De SSID voor de computer controleren.......138
Verbindingen via een draadloos netwerk (Wi-
Fi) worden instabiel bij gebruik van USB 3.0-
apparaten op een Mac....................139
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad of
iPod touch..............................139
Afdrukproblemen........................ 139
Afdrukkwaliteit is slecht..................139
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 141
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........141
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 142
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 142
Het probleem kon niet worden opgelost.......142
Afdrukken verloopt te traag.................142
Overige problemen........................143
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 143
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 143
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................144
Bijlage
Technische specicaties.................... 145
Printer specicaties..................... 145
Interface-specicaties....................146
Lijst met netwerkfuncties.................146
Wi-Fi-specicaties
......................147
Beveiligingsprotocol.....................147
Ondersteunde services van derden.......... 147
Afmetingen...........................148
Elektrische
specicaties
.................. 148
Omgevingsspecicaties...................150
Systeemvereisten....................... 150
Regelgevingsinformatie.................... 151
Normen en goedkeuringen................151
Beperkingen op het kopiëren.............. 152
Hulp vragen.............................153
Technische ondersteuning (website).........153
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................153
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De nieuwste versies van de volgende handleidingen zijn beschikbaar op de Epson-ondersteuningswebsite.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (PDF-handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
Zie behalve de bovenvermelde handleidingen ook de help in de verscheidene Epson-sowaretoepassingen.
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de
betreende
pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi ndo ws: h ou d d e Alt-toets ingedrukt en druk op .
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
7
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorb eeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
& Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
8
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver zijn van Windows 10 of macOS High Sierra. De inhoud die
op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen als "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows
Vista", "Windows XP", "Windows Server 2019", "Windows Server 2016", "Windows Server 2012 R2", "Windows
Server 2012", "Windows Server 2008 R2", "Windows Server 2008", "Windows Server 2003 R2" en "Windows Server
2003" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te
duiden.
Microso
®
Wi ndo ws
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws Vi sta
®
besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2019 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2016 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2012 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi ndo ws S e r ver
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS Mojave, macOS High Sierra, macOS
Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X
v10.6.8.
Gebruikershandleiding
Over deze handleiding
9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het label van de voedingsadapter en sluit deze met
een netsnoer dat voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen rechtstreeks aan op een standaard
stopcontact voor huishoudelijk gebruik.
Probeer nooit de voedingsadapter, het snoer, de printer of toebehoren te disassembleren, aan te passen of
repareren, tenzij uitdrukkelijk omschreven in de producthandleidingen. Dit kan leiden tot letsel, een elektrische
schok of brand.
Koppel onder de volgende omstandigheden de printer en de voedingsdapter los van het stroomnet en laat
gekwaliceerd onderhoudspersonneel onderhoud uitvoeren:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer of de voedingsadapter is gekomen, als
de printer of de voedingsadapter is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer of de
voedingsadapter niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen
instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.
Plaats de lichtnetadapter nabij een stopcontact waar de stekker eenvoudig uit het stopcontact kan worden
verwijderd.
Plaats of bewaar de printer en de voedingsadapter niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt
blootgesteld aan vuil, stof, water of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen,
hoge temperaturen of luchtvochtigheid.
Laat de printer niet staan in de volle zon, in de buurt van de verwarming, in een auto of op andere plaatsen met
een hoge temperatuur. De printer kan vervormen en er kan inktlekkage optreden.
Zorg ervoor dat u geen
vloeistoen
op de printer en de voedingsadapter morst en pak de printer en de
voedingsadapter niet met natte handen vast.
De voedingsadapter A461H is ontworpen voor gebruik met de printer waarmee deze is meegeleverd. Gebruik
deze niet met andere elektronische apparatuur, tenzij aangegeven.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als u de printer gebruikt op plekken waar het gebruik van elektronische apparatuur beperkt is, zoals een
vliegtuig of ziekenhuis, dient u de ter plaatse geldende richtlijnen te volgen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
10
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.
Veiligheidsinstructies voor de batterij
De hieronder beschreven externe batterij is een optionele batterij.
Gebruik voor deze printer een Epson Li-ion-batterij van het model C12C934941, conform de aanwijzingen in
de gebruikersdocumentatie. Gebruik de batterij niet in combinatie met niet-oplaadbare batterijen (primaire
batterijen) of met oplaadbare batterijen (secundaire batterijen) van een ander type of met een andere capaciteit.
Het gebruik van batterijen die niet voor deze printer zijn ontworpen, kunnen leiden tot extreme ontlading
tijdens het gebruik en het optreden van extreme laadstroom tijdens het laden. De batterij kan dan heet worden,
gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Plaats de printer of externe batterij niet in een magnetron of een houder onder hoge druk. De batterij kan
anders heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Laat de printer of externe batterij niet vallen en stel deze niet bloot aan hevige schokken. Anders kan de batterij
gaan lekken of kan het beschermingscircuit in de batterij beschadigd raken. De batterij kan dan heet worden,
gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Gebruik of plaats de printer of externe batterij niet op een hete locatie, bijvoorbeeld bij een haardvuur of
verwarming. De maximumtemperatuur voor de printer is 80 °C, voor de externe batterij 50 °C. De plastic
scheiding kan anders smelten en in de afzonderlijke cellen kan kortsluiting ontstaan. De batterij kan dan heet
worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Laat de printer of externe batterij niet achter in een voertuig. De batterij kan anders oververhit raken.
Stel de printer of externe batterij niet bloot aan een hoge luchtvochtigheid.
Hanteer de batterij niet met natte handen en gebruik deze niet nabij water. Als de batterij nat wordt of wordt
ondergedompeld in water, treedt tijdens het laden een extreme laadstroom op. De batterij kan dan heet worden,
gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Steek de externe batterij niet in brand en verhit deze niet. De batterij kan anders heet worden, gaan roken,
barsten of in brand vliegen.
Laat de externe batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals munten en sleutels. Vervoer de
externe batterij niet samen met metalen voorwerpen en sla ze niet samen op. In de externe batterij kan anders
kortsluiting ontstaan. De externe batterij kan dan heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Raak de aansluitingen voor de externe batterij niet aan.
Verwijder bij oververhitting, verkleuring of vervorming de externe batterij uit de printer en gebruik deze niet.
Sluit de externe batterij niet aan op een stopcontact of een sigarettenaanstekeraansluiting in een auto. Door het
toepassen van een hoog voltage op de externe batterij ontstaat een extreme stroomsterkte. De externe batterij
kan dan heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Sluit de externe batterij niet kort.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
11
Verwijder de behuizing van de externe batterij niet, om te voorkomen dat u de batterij kortsluit.
Doorboor of -snijd de externe batterij niet en ga er niet op staan. Als de externe batterij defect of vervormd is,
kan hierin kortsluiting ontstaan. De externe batterij kan dan heet worden, gaan roken, barsten of in brand
vliegen.
Steek geen voorwerpen in openingen: u kunt hiermee gevaarlijke spanningspunten raken of onderdelen
kortsluiten.
Soldeer geen voorwerpen vast op de externe batterij. De isolator kan smelten, of de ventilatieopening of
veiligheidsfunctie kan beschadigd raken. De externe batterij kan dan heet worden, gaan roken, barsten of in
brand vliegen.
Schakel bij het inslikken van een externe batterij onmiddellijk medische hulp in.
Demonteer of modiceer de externe batterij niet. Om ongelukken te voorkomen is de externe batterij voorzien
van een veiligheidsfunctie en beschermingscircuit. Als de veiligheidsfunctie of het beschermingscircuit
beschadigd raakt, kan de externe batterij heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Gebruik de printer of externe batterij niet als het lekt of op enigerlei wijze beschadigd is. De batterij kan anders
heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Als er vloeistof lekt uit de printer of de externe batterij (of als uit de printer of externe batterij een onaangename
geur komt), plaatst u de printer of externe batterij onmiddellijk uit de buurt van brandbare voorwerpen. De
elektrolyten die uit de batterij lekken, kunnen anders heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Als u zuur vanuit de externe batterij in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk goed uitspoelen met
schoon water zonder in uw ogen te wrijven. Raadpleeg bovendien onmiddellijk een arts. Anders kan
permanente schade aan uw ogen ontstaan.
Als u zuur vanuit de externe batterij op uw huid krijgt, moet u het betreende huiddeel onmiddellijk goed
afspoelen met schoon water. Raadpleeg bovendien onmiddellijk een arts.
Gebruik alleen de lichtnetadapter van het model A461H om de batterij op te laden en de printer te gebruiken.
Laad de printer of externe batterij niet op en gebruik deze niet met andere apparaten dan het opgegeven
product. De levensduur van de batterij kan dan negatief worden beïnvloed. Bovendien kan de batterij of het
apparaat beschadigd raken en kan extreem hoge spanning ontstaan. De batterij kan dan heet worden, gaan
roken, barsten in brand vliegen of exploderen.
Gebruik de voorgeschreven lader en neem de vereisten voor laden in acht. De printer of externe batterij kan
anders heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Laad de printer of externe batterij niet op nabij een open vuur of in extreem hete locaties. Als het
beschermingscircuit in de batterij is geactiveerd, kunt u de batterij niet opladen. Als het beschermingscircuit
beschadigd is, kan de externe batterij heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Als de printer of externe batterij niet binnen de opgegeven tijd is opgeladen, stopt u met opladen. De printer of
externe batterij kan anders heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
De externe batterij hee een polariteit. Sluit de externe batterij niet met overmatige kracht aan op de lader of het
product, ook niet als de externe batterij niet eenvoudig kan worden aangesloten. Controleer voor het aansluiten
de polariteit van de externe batterij. Keer de polariteit van de aansluitingen voor de externe batterij niet om. Als
de externe batterij tijdens het opladen onjuist is aangesloten, wordt de polariteit van de externe batterij
omgekeerd en kan een abnormale chemische reactie plaatsvinden in de externe batterij. De externe batterij kan
dan heet worden, gaan roken, barsten of in brand vliegen.
Keer de polariteit van de aansluitingen voor de externe batterij niet om. Als de externe batterij tijdens het
opladen onjuist is aangesloten, wordt de polariteit van de externe batterij omgekeerd en kan een abnormale
chemische reactie plaatsvinden in de externe batterij. Als de externe batterij tijdens het ontladen onjuist is
aangesloten, kan een extreme stroomsterkte ontstaan. De externe batterij kan dan heet worden, gaan roken,
barsten of in brand vliegen.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
12
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruiken van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer of de voedingsadapter en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan
stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de
voedingsadapter in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de voedingsadapter in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van
het gebouw moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen
kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Als u de printer opslaat of vervoert, plaats de printer dan zoals aangegeven in de
aeelding.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
13
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de voedingsadapter ook
uit de buurt van direct zonlicht, fel licht, water of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of
de cartridges aanwezig zijn.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor het gebruik van de printer met
een draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van medische elektronische
apparatuur waardoor ze defect kunnen raken. Wanneer u deze printer gebruikt binnen medische instellingen of
in de buurt van medische apparatuur, moet u de richtlijnen van het bevoegde personeel dat de medische
instellingen vertegenwoordigt volgen en alle openbare waarschuwingen en richtlijnen over medische apparatuur
naleven.
Radiogolven van deze printer kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van automatische bestuurde
apparatuur, zoals automatische deuren of brandalarm, en kan leiden tot ongevallen door defecten. Wanneer u
deze printer gebruikt in de buurt van automatisch bestuurde apparaten, moet u alle geplaatste waarschuwingen
en richtlijnen op deze apparaten naleven.
Volg de instructies van het vliegpersoneel voor het gebruik van deze printer tijdens de vlucht. Schakel de printer
uit tijdens het opstijgen en landen in overeenstemming met de instructies aan boord.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Europese printermodellen afvoeren
Er zit een batterij in de printer.
Het symbool van een doorgekruiste vuilcontainer op het product gee aan dat dit product en de bijbehorende
batterijen niet samen met het huisvuil mogen worden weggegooid. Om mogelijke schade aan het milieu of de
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
14
gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moeten dit product en de batterijen van
andere afvalstromen worden gescheiden, zodat deze op een milieuvriendelijke manier kunnen worden gerecycled.
Neem voor meer informatie over inleverpunten contact op met uw gemeente of de winkel waar u dit product hebt
gekocht. De chemische symbolen Pb, Cd en Hg geven aan of deze metalen in de batterij zijn gebruikt.
Deze informatie is alleen van toepassing op klanten in de Europese Unie, volgens Richtlijn 2006/66/EG VAN HET
EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 6 september 2006 inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte
batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG en wetgeving tot omzetting en implementatie ervan
in de verschillende nationale rechtsstelsels, en op klanten in landen in Europa, het Midden-Oosten en Afrika
(EMEA) waar gelijkwaardige voorschrien zijn geïmplementeerd.
Neem voor informatie over het recyclen van uw product in andere landen contact op met de lokale overheid.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Menu >
Herstel standaard instellingen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15
Tips voor slim gebruik
Tips: Afdrukken met de basisdriver van Epson
(Windows)
Met de basisdriver van Epson kunt u gemakkelijk afdrukken, ongeacht of u op kantoor of onderweg bent. Zelfs als
u deze printerdriver niet op uw pc hebt geïnstalleerd of als u geen internettoegang hebt om deze te downloaden,
kunt u het basisstuurprogramma vanaf de printer zelf installeren. U hoe alleen de printer en uw computer met
elkaar te verbinden via de micro-USB-kabel.
Gerelateerde informatie
&
“Met de basisdriver Epson (alleen voor Windows)” op pagina 63
Tips: de ingebouwde batterij opladen
U kunt de printer aansluiten op de lichtnetadapter, maar u kunt de printer ook gebruiken met de ingebouwde
batterij. U kunt de batterij opladen door de lichtnetadapter aan te sluiten op de printer, of met behulp van de
micro-USB-kabel.
Gerelateerde informatie
& “De ingebouwde batterij opladen” op pagina 88
Tips: Afdrukken van uw smartphone of tablet
Epson iPrint is een toepassing waarmee u uw foto's, documenten en webpagina's afdrukken kunt vanaf uw smart-
apparaat, zoals een smartphone of tablet. Een functie van Epson iPrint ‘Camera Capture’ biedt u de mogelijkheid
een document of tekstaeelding vast te leggen met de camera op uw smart-apparaat. Hier kunt u de gegevens ook
Gebruikershandleiding
Tips voor slim gebruik
16
afdrukken terwijl de vervorming en keystone in de aeelding worden gecorrigeerd. Raadpleeg de volgende website
voor details.
http://ipr.to
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
Tips: De densiteit of kleur aanpassen
U kunt de densiteit en kleur aanpassen op het bedieningspaneel van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Menu” op pagina 23
Tips: Rekening houden met het milieu
Als u de printer gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparaten beperkt is, zoals
ziekenhuizen, moet u de wi-instelling uitschakelen op het bedieningspaneel.
Gebruikershandleiding
Tips voor slim gebruik
17
Op rustige plaatsen, zoals bibliotheken en open kantoorlandschappen, moet u de stille modus inschakelen.
Door de printerwerking te vertragen, vermindert de bedrijfsgeluiden van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Menu” op pagina 23
Tips: De printer opbergen
Wanneer de printer niet in gebruik is, kunt u deze met de zilveren clip omhoog gericht plaatsen. Houd de printer
weg van direct zonlicht en plaats deze op een koele droge plek.
Gebruikershandleiding
Tips voor slim gebruik
18
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
A
Printerkap Ondersteuning voor geladen papier.
Houd deze afdekking gesloten als de printer niet in
gebruik is. Hiermee voorkomt u dat ongewenste
voorwerpen in de printer terechtkomen.
B
Bedieningspaneel Voor bediening van de printer.
C
Laadlampje van de batterij Gaat branden als de batterij wordt opgeladen en gaat
uit als de batterij is opgeladen.
Knippert als de printer de batterij niet kan opladen
omdat de temperatuur te laag (lager dan 5 °C) of te
hoog (hoger dan 40 °C) is. U kunt de batterij laden in
een omgeving tussen 10 en 35 °C (50 en 95 °F).
D
Aan-uitlampje Gaat branden als de stroom is ingeschakeld.
Knippert als de printer in werking is of een fout is
opgetreden.
E
Opening uitvoer Hiermee wordt afgedrukt papier uitgeworpen.
F
Zijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd.
Schuif deze naar de rand van het papier.
G
Papiertoevoer achter Hieruit wordt papier geladen.
H
Micro USB-poort Voor aansluiting van een micro-USB-kabel.
I
DC-ingang Hierop sluit u de lichtnetadapter aan.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
19
A
Opening veiligheidsslot In deze sleuf kunt een slot plaatsen om het apparaat
tegen diefstal te beveiligen.
B
Achterpaneel Verwijder dit als u de optionele externe batterij
installeert.
C
Afdekking onderhoudsset Open deze afdekking wanneer u de onderhoudsset wilt
vervangen.
D
Ingebouwde batterij Hiermee kunt u de printer gebruiken zonder de
lichtnetadapter aan te sluiten. Dit gedeelte mag niet
door de gebruiker worden vervangen.
A
Binnendeksel Open de eenheid om inktpatronen te vervangen of
papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
B
Inktcartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de
spuitkanaaltjes van de printkop.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
20
Bedieningspaneel
Knoppen
A
Hiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
B
l
,
u
,
r
,
d
, OK Druk op
l
,
u
,
r
en
d
om menu's te selecteren. Druk op de knop OK om uw selectie te
bevestigen of om de gekozen functie te starten.
C
Hiermee annuleert u de huidige taak of keert u terug naar het vorige scherm.
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het lcd-scherm” op pagina 21
Uitleg bij het lcd-scherm
Het startscherm wordt weergegeven als de printer wordt ingeschakeld. Op het startscherm worden
statuspictogrammen en de resterende hoeveelheid inkt in de inktcartridges weergegeven.
A
Geeft de afdrukdichtheid weer die is geselecteerd in Dichtheidinstellingen
normaal papier.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
21
B
Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
Geeft aan dat er geen draadloos netwerk (Wi-Fi) beschikbaar is of dat de printer
verbinding aan het maken is met een Wi-Fi-netwerk.
Geeft aan dat er een probleem is met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi)
van de printer of dat de printer zoekt naar een Wi-Fi-netwerkverbinding.
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos (Wi-Fi)-netwerk.
Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.
Geeft aan dat modus Wi-Fi Direct is uitgeschakeld of dat de printer verbinding
aan het maken is via de modus Wi-Fi Direct.
Geeft aan dat de printer draadloos is verbonden in de modus eenvoudig
toegangspunt.
C
Hier worden pictogrammen weergegeven die de batterijstatus aangeven.
Geeft de resterende spanning voor de ingebouwde batterij weer.
Geeft aan dat de ingebouwde batterij bijna leeg is.
Geeft aan dat de ingebouwde batterij te warm of te koud is. Selecteer Menu >
Batterij om de status te controleren.
Geeft aan dat de ingebouwde batterij wordt opgeladen. Als het laden is voltooid,
verandert het pictogram in het pictogram dat de resterende hoeveelheid
spanning voor de ingebouwde batterij aangeeft.
D
Geeft de niveaus van de inktcartridges en de onderhoudsset weer.
Geeft de niveaus van de cartridges weer bij benadering.
Geeft de geschatte levensduur van de onderhoudsset weer.
Gaat branden als de inktcartridges bijna leeg zijn of als de onderhoudsset bijna
vol is.
Gaat branden wanneer de inktpatronen leeg zijn.
E
Geeft aan dat de kleur is aangepast met de functie Kleuraanpassing.
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de
knoppen
u
,
d
,
l
en
r
en het sowaretoetsenbord op het display. Druk op de knop
u
,
d
,
l
of
r
om op het
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
22
toetsenbord een teken of functietoets te selecteren en druk vervolgens op de knop OK. Wanneer u klaar bent met
het invoeren van tekens, selecteert u OK en drukt u vervolgens op de knop OK.
Functieknop Beschrijving
l
r
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
A 1 # Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens of symbolen gebruiken.
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Menuopties
Menu
Menu Instellingen en toelichting
Batterij
Controleer de status van de batterij en de resterende lading. Druk op de knoppen
l
r
om het
scherm te wisselen tussen de ingebouwde batterij en de optionele externe batterij. Druk op de
knop
d
om instellingen voor het laden van de batterij te congureren.
Batterij-inst. USB-stroomtoevoer via
PC
Sluit de printer aan op de computer
met een micro-USB-kabel, zodat u de
ingebouwde batterij kunt opladen
vanaf de computer als de printer is
ingeschakeld of zich in de slaapmodus
bevindt.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
23
Menu Instellingen en toelichting
Onderhoud Inktcartridge vervangen Hiermee vervangt u het inktpatroon.
Spuitkan. contr. Hiermee drukt u een patroon af om te controleren of de
spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zitten.
Printkop reinigen Hiermee reinigt u de verstopte spuitkanaaltjes van de printkop.
Printkop uitlijnen Hiermee wordt de printkop bijgesteld om de afdrukkwaliteit te
verbeteren.
Reiniging
papiergeleider
Gebruik deze functie om papier te laden voor het reinigen van het
apparaat wanneer er zich inktvlekken op de interne rollers
bevinden of als er een papierstoring is opgetreden.
Dichtheidinstellingen
normaal papier
Hiermee verhoogt u de afdrukdichtheid als het papiertype is ingesteld op gewoon papier en de
afdrukkwaliteit is ingesteld op standaard. De afdruksnelheid kan echter afnemen.
Kleuraanpassing
Maak jnere kleuraanpassingen tijdens het afdrukken. Selecteer +1 om de kleuren donkerder te
maken en selecteer op -1 om de kleuren lichter te maken.
Deze instelling wordt teruggezet naar de standaard als de inktcartridge wordt verwijderd.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
24
Menu Instellingen en toelichting
Printerinstallatie Papierbroninst. Papier instellen Selecteer het papierformaat en -type
dat u hebt geladen in de papiertoevoer
achter.
Waarsch. papierinst. Geeft een foutmelding weer als het
papierformaat of de type-instellingen
bij Papier instellen en de
afdrukinstellingen niet overeenkomen.
Papierconguratie Geeft automatisch het scherm met
papierinstellingen weer wanneer
papier wordt geladen. AirPrint is niet
beschikbaar wanneer deze functie is
uitgeschakeld.
Uitschakelingstimer Extern vermogen U kunt instellen hoelang het duurt
voordat stroombeheer wordt
toegepast. Elke verhoging is van
invloed op de energiezuinigheid van
het product. Denk aan het milieu
voordat u wijzigingen doorvoert.
Batterijvermogen
Stille modus Verminder geluid tijdens het afdrukken.
De afdruksnelheid kan echter afnemen.
Taal/Language Selecteer de taal van het display.
Toetsenbord Wijzig de lay-out van het toetsenbord op het lcd-scherm.
Slaaptimer Selecteer hoe lang het duurt voordat de printer naar de slaapstand
gaat (energiezuinige modus) als er geen activiteiten worden
uitgevoerd.
Het display gaat uit als deze tijd verstreken is.
Overig Printer wisselen Als het printerstuurprogramma voor
deze printer al op de computer is
geïnstalleerd, wordt met deze instelling
voorkomen dat het stuurprogramma
opnieuw wordt geïnstalleerd als een
andere printer met dezelfde
productnaam via een USB-kabel wordt
verbonden. Deze instelling wordt
ingeschakeld zodra de printer opnieuw
wordt gestart.
Netwerkinstellingen Statusblad afdrukken Hiermee worden de netwerkinstellingen en verbindingsstatus
afgedrukt.
Instellingen Wi-Fi Hiermee wordt hetzelfde item weergegeven als wanneer u op het
startscherm Instellingen Wi-Fi selecteert. Zie de beschrijving van
Instellingen Wi-Fi.
Verbindingscontrole Controleert de status van de netwerkverbinding en drukt het
controlerapport af. Als er problemen zijn met de verbinding, kunt u
het rapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
25
Menu Instellingen en toelichting
Epson Connect- services U kunt de Epson Connect of Google Could Print-service onderbreken of hervatten, of deze
annuleren met de services (herstellen van de fabrieksinstellingen).
Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Google Cloud Print-
services
WF-110-basisstuurpr. Hiermee installeert u op de computer het basisstuurprogramma van Epson (Epson Basic Driver)
dat in de printer is geïntegreerd.
Herstel standaard
instellingen
Hiermee worden de geselecteerde instellingen teruggezet op de standaardwaarden.
Instellingen Wi-Fi
Menu Instellingen en toelichting
Wi-Fi-signaal
stoppen
Als het Wi-Fi-signaal is onderbroken, wordt Wi-Fi-signaal verzenden weergegeven.
Wi-Fi (aanbevolen) Wi-Fi
Installatiewizard
U kunt een Wi-Fi-netwerk zoeken. U kunt ook een Wi-Fi-netwerk instellen door
op het bedieningspaneel van de printer de gegevens in te voeren die
benodigd zijn voor het maken van een verbinding met een draadloze router.
Als u op deze wijze de instellingen wilt congureren, hebt u de SSID en het
wachtwoord van de draadloze router nodig.
Drukknopinstellin
g (WPS)
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de
draadloze router te drukken. U kunt deze methode gebruiken als de draadloze
router compatibel is met WPS (Wi-Fi Protected Setup) of als de huidige Wi-Fi-
verbinding tot stand is gebracht door op een knop op de draadloze router te
drukken.
Overig PIN-code (WPS) U kunt automatisch verbinding maken met een
draadloze router met behulp van een pincode. U kunt
deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS
(Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt.
Wi-Fi Autom.
Verbind
Gebruik de netwerkinstellingen op de computer om
draadloos met de printer te communiceren en het
netwerk in te stellen. Voor deze methode moeten de pc
en de WLAN-router (toegangspunt) verbonden zijn via
een draadloos netwerk.
Wi-Fi uitschakelen U kunt netwerkproblemen mogelijk oplossen door de
wi-instellingen
uit te schakelen of opnieuw in te
stellen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
26
Menu Instellingen en toelichting
Wi-Fi Direct iOS Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks
verbinden met een iPhone, iPad of iPod touch.
Android Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks
verbinden met het Android-apparaat.
Andere OS-
apparaten
Gebruik deze methode als u geen verbinding kunt maken via iOS, als de printer
niet wordt weergegeven op bepaalde Android-apparaten of als u verbinding
maakt vanaf uw computer.
Bewerken Hiermee kunt u de naam en het wachtwoord van het netwerk en het
frequentiebereik wijzigen, Wi-Fi Direct uitschakelen en standaardinstellingen
herstellen.
Gebruikershandleiding
Basisprincipes van printer
27
De printer verplaatsen en vervoeren
c
Belangrijk:
Door zware schokken kan de printer beschadigd raken.
Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
Verwijder de onderhoudscassette niet. Anders kan er inkt lekken.
Laat de printer niet staan in de volle zon, in de buurt van de verwarming, in een auto of op andere plaatsen met
een hoge temperatuur. De printer kan vervormen en er kan inktlekkage optreden.
Opmerking:
Reinig en lijn de printkop uit als de afdrukkwaliteit lager is wanneer u opnieuw afdrukt.
Binnen of buiten verplaatsen
c
Belangrijk:
Het wordt aanbevolen de printer in een vliegtuig als handbagage mee te nemen. Neem contact op met de
luchtvaartmaatschappij om te veriëren of u het apparaat aan boord mag meenemen. Aankelijk van de
aandeling op het vliegveld kan de printer door zware schokken beschadigd raken of inkt lekken.
Schakel de printer uit en controleer of het aan/uit-lampje en het lcd-scherm uit gaan.
Koppel de lichtnetadapter en de USB-kabel los.
Sluit de printerkap en vervoer de printer.
Plaats geen voorwerpen op de printer.
Vervoeren
Bereid de printer voor op het transport, plaats het apparaat de beschermingsmaterialen in de doos en vervoer de
printer.
c
Belangrijk:
Als u de printer vervoert, plaats de printer dan zoals aangegeven in de
aeelding.
Gebruikershandleiding
De printer verplaatsen en vervoeren
28
Gerelateerde informatie
& “Namen en functies van onderdelen” op pagina 19
& “De printkop controleren en reinigen” op pagina 111
& “De printkop uitlijnen” op pagina 112
Gebruikershandleiding
De printer verplaatsen en vervoeren
29
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke
manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
draadloze router.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 31
& “Een smart device verbinden” op pagina 32
& “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 42
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt. U
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
30
kunt tot acht apparaten verbinden. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter
niet met elkaar communiceren via de printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct” op pagina 33
& “Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct” op pagina 36
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 38
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
31
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Vol gen de .
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
Verbinding maken met een smart device via een draadloze router
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart-apparaat met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer in te stellen met het installatieprogramma.
Als u via Wi-Fi-tethering verbinding wilt maken met een smartphone, voert u de SSID en het wachtwoord van de
smartphone op de printer in.
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 42
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
32
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi
Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of
iPod touch. De volgende omstandigheden zijn vereist om verbinding te maken via deze methode. Als uw omgeving
niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de
gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
iOS 11 of hoger
Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het
smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U
hoe
deze instellingen niet opnieuw te
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi D i r e c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer iOS.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
33
6. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7.
Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO
op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen
verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen
verbinding kunt maken, drukt u op de knop
l
. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie
over het verbinden.
8. Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
34
9. Tik op Koppelen.
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
11. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch.
Voorbeelden van Epson-printapps
12.
Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
13. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
35
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te
selecteren.
14. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi-
Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 38
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met uw Android-
apparaat. De volgende omstandigheden zijn vereist om deze functie te gebruiken.
Android 4.4 of later
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om af te drukken vanaf een smart-apparaat. Installeer Epson iPrint van tevoren op het
smart-apparaat.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts eenmaal te congureren voor de printer en het smart-apparaat waar u verbinding mee wilt
maken. Tenzij u Wi-Fi Direct inschakelt of de netwerkinstellingen herstelt naar de standaardwaarden,
hoe
u deze
instellingen niet opnieuw te
congureren.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
36
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D ire c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5.
Selecteer Android.
6. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
7. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
37
8. Selecteer de printer waarmee u een verbinding wilt maken.
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te
selecteren.
Opmerking:
Printers worden mogelijk niet weergegeven, aankelijk van het Android-apparaat. Als printers niet worden
weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder
voor meer informatie over het verbinden.
9. Wanneer het scherm met goedkeuring voor de apparaatverbinding wordt weergegeven, selecteert u Goedk..
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die eerder met de printer zijn verbonden, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het wi-
scherm van het smart-apparaat om deze opnieuw te verbinden.
Gerelateerde informatie
& “Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 38
&
“Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi
Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
38
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U
hoe
deze instellingen niet opnieuw te
congureren,
tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D ire c t .
3.
Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Andere OS-apparaten.
De Netwerknaam en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
39
6. Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
De schermafdruk is een voorbeeld op iPhone.
7. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
40
8. Start de Epson-printapp op het smart device.
Voorbeelden van Epson-printapps
9. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
10. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te
selecteren.
11. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi-
Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken met Smart Devices” op pagina 83
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
41
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen
congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 42
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 43
& “Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 44
Wi-Fi-instellingen
congureren
door de SSID en het wachtwoord in
te voeren
U kunt Wi-Fi-netwerk instellen door op het bedieningspaneel van de printer de gegevens in te voeren die benodigd
zijn voor het maken van een verbinding met een draadloze router. Als u op deze wijze de instellingen wilt
congureren, hebt u de SSID en het wachtwoord van de draadloze router nodig.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met degene die de draadloze router hee
ingesteld of raadpleeg de documentatie van de draadloze router.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi ( a a n b e v olen ) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
42
5. Selecteer de SSID voor de draadloze router op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u
Nogm. zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's en
voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is vermeld. Als u de
draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label is vermeld.
6. Voer het wachtwoord in.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u de netwerknaam (SSID) niet kent, controleert u of de informatie op het label van de draadloze router is
vermeld. Als u de draadloze router met de standaardinstellingen wilt gebruiken, gebruikt u de SSID die op het label
is vermeld. Als u geen gegevens kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is
meegeleverd.
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op de knop .
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop OK om een
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “Tekens invoeren” op pagina 22
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 45
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 135
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi beschermde installatie).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (aan b e v o l e n).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS).
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
43
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de WPS-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden
weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 45
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 135
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt
deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi beschermde installatie) ondersteunt. Gebruik een
computer om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (aan b e v o l e n).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4.
Selecteer Overig.
5. Selecteer PIN-code (WPS).
6. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
44
7. Druk op de printer op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
& “De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 45
& “Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 135
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het lcd-scherm” op pagina 21
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Menu op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Ve rbi nd in gs con tro le .
De verbindingscontrole wordt gestart.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
45
4. Druk op de knop OK om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 46
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
& “E-1” op pagina 47
& “E-2, E-3, E-7” op pagina 47
& “E-5” op pagina 48
& “E-6” op pagina 48
& “E-8” op pagina 49
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
46
& “E-9” op pagina 49
& “E-10” op pagina 49
& “E-11” op pagina 50
& “E-12” op pagina 50
& “E-13” op pagina 51
& “Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 51
E-1
Oplossingen:
Controleer of de ethernetkabel goed is aangesloten op uw printer en op uw hub of een ander netwerkapparaat.
Controleer of uw hub of een ander netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer wilt verbinden via
wi,
moet u de
wi-instellingen
opnieuw opgeven omdat dit is
uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers
hee
ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
47
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de
soware
van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 31
& “Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 42
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is,
wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor
details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het
netwerkverbindingsrapport.
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden,
gee
u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
48
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt
ingesteld, ongeldig omdat het buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) is. Stel een geldig IP-adres in vanaf het
bedieningspaneel van de printer of met Web Cong.
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
& “Een computer verbinden” op pagina 31
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway
controleren onder Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Automatisch. Als u IP-adres
handmatig wilt instellen, selecteert u het IP-adres van het gedeelte Netwerkstatus op het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen. Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden, schakelt u de draadloze router uit. Wacht
ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
49
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in
conict
met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
& “Een computer verbinden” op pagina 31
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
50
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
& “Een computer verbinden” op pagina 31
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze
router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken
of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het
netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de
omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u
geen smartapparaat kunt verbinden met
de printer.
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en
selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam
wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 32 tekens in.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
51
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Menu op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken.
4. Druk op de knop OK.
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Draadloze routers vervangen of toevoegen
Als de SSID verandert doordat een draadloze router wordt vervangen, of als een draadloze router wordt
toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, congureert u de Wi-Fi-instellingen opnieuw.
Gerelateerde informatie
&
“De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 52
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
52
Selecteer Breng de verbinding van Printer opnieuw tot stand (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te
wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm
Soware
installeren en klik vervolgens op Vo lg en de .
De instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) wijzigen
Wanneer een Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)-verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen van Wi-Fi
Direct, zoals de netwerknaam en het wachtwoord wijzigen.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2.
Selecteer Wi- Fi D i r e c t .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop
d
om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer het menu-item dat u wilt wijzigen.
U kunt de volgende menu-items selecteren.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
53
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de netwerknaam (SSID) voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van
verbinding met de printer in een naam naar keuze. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-
tekens die zijn weergegeven op het sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel.
Wanneer u de netwerknaam (SSID) wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken.
Gebruik de nieuwe netwerknaam (SSID) als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wachtwoord w ijzigen
Wijzig het wachtwoord voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) voor het maken van verbinding met de
printer in een waarde naar keuze. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-tekens die zijn weergegeven
op het sowaretoetsenbord van het bedieningspaneel.
Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik
het nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Frequentiebereik wijzigen
Wijzig het frequentiebereik van Wi-Fi Direct dat wordt gebruikt voor het maken van verbinding met de
printer. U kunt kiezen tussen 2,4 GHz of 5 GHz.
Wanneer u het frequentiebereik wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken.
Maak opnieuw verbinding met het apparaat.
Als u het frequentiebereik wijzigt naar 5 GHz, kunt u niet opnieuw verbinding maken met apparaten die
geen ondersteuning bieden voor 5 GHz.
Wi-Fi D i re c t ui t s c h .
Schakel de instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van de printer uit. Wanneer u deze
optie uitschakelt, wordt de verbinding verbroken van alle apparaten die via Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) met de printer zijn verbonden.
Herstel standaard instellingen
Herstel alle instellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) naar de standaardwaarden.
De op de printer opgeslagen verbindingsinformatie voor Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) van het
smart device wordt verwijderd.
7. Volg de instructies op het scherm.
Het Wi-Fi-signaal stoppen en opnieuw verzenden
Als u onnodige Wi-Fi-communicatie wilt voorkomen, bijvoorbeeld als u de printer gebruikt via een USB-
verbinding, kunt u het Wi-Fi-signaal uitschakelen om batterijstroom te besparen. Met deze functie kunt o Wi-Fi-
en Wi-Fi Direct-signalen uitschakelen. De volgende keer dat u Wi-Fi wilt gebruiken, kunt u beide signalen weer
inschakelen en automatisch verbinding maken via de Wi-Fi-verbinding die op de printer is opgeslagen.
1.
Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2.
Selecteer Wi-Fi-signaal stoppen.
Als het Wi-Fi-signaal is onderbroken, wordt Wi-Fi-signaal verzenden weergegeven.
Als u het Wi-Fi-signaal weer inschakelt, maakt de printer verbinding met het netwerk (de SSID) in de Wi-Fi-
verbindingsgegevens die op de printer zijn opgeslagen. Als u Wi-Fi Direct gebruikt, maakt u verbinding met de
printer vanaf het apparaat dat u gebruikt.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
54
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (aan b e v o l e n).
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4.
Selecteer Overig.
5. Selecteer Wi-Fi uitschakelen.
6. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP) verbreken
vanaf het bedieningspaneel
Er zijn twee methodes beschikbaar om een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) uit te schakelen, u kunt alle
verbindingen uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer te gebruiken, of schakel elke verbinding uit via
de computer of het smart-apparaat. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u alle verbindingen kunt uitschakelen.
c
Belangrijk:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart-apparaten die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) verbroken.
Opmerking:
Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op de printer.
Gebruik een van de volgende methodes om de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) te verbreken met het apparaat.
Verbreek de Wi-verbinding met de netwerknaam van de printer (SSID).
Maak verbinding met een andere netwerknaam (SSID).
1. Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi D ire c t .
3.
Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop
d
om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer Wi - Fi D ire c t u i t sch. .
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
55
7. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel
U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1.
Selecteer Menu op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Herstel standaard instellingen > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
56
Papier laden
Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met papier
Lees de instructiebladen die bij het papier zijn geleverd.
Waaier met het papier en lijn de randen van het papier uit voordat u het laadt. Waaier of krul het fotopapier
niet. Hierdoor kan de te bedrukken zijde worden beschadigd.
Als het papier is gekruld, maakt u het plat of krult u het een beetje in de tegenoverliggende richting voordat u
het papier plaatst. Afdrukken op gekruld papier kan het vastlopen van het papier en vegen op de afdruk
veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gekruld, gesneden, geplooid, vochtig, te dik, te dun is of papier
waarop stickers zijn geplakt. Met deze types papier wordt het vastlopen van papier en vegen op de afdruk
veroorzaakt.
Waaier met het papier en lijn de randen van de enveloppen uit voordat u het laadt. Wanneer de gestapelde
enveloppen bol staan van lucht, drukt u ze plat voordat u ze in de printer laadt.
Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn. Het gebruik van dergelijke enveloppen veroorzaakt het
vastlopen van papier en vegen op de afdruk.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensterenveloppen.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn omdat ze kunnen krullen tijdens het afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Printer specicaties” op pagina 145
Gebruikershandleiding
Papier laden
57
Beschikbaar papier en capaciteiten
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Origineel Epson-papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen)
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Epson Bright White Ink Jet
Paper
A4 20 -
Epson Ultra Glossy Photo
Paper
A4, 13×18 cm (5×7 inch)
5
*
--
10×15 cm (4×6 inch)
5
*
-
Epson Premium Glossy
Photo Paper
A4, 13×18 cm (5×7 inch)
5
*
--
16:9 breed formaat
(102×181 mm), 10×15 cm
(4×6 inch)
5
*
-
Epson Premium Semigloss
Photo Paper
A4
5
*
--
10×15 cm (4×6 inch)
5
*
-
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch)
5
*
--
10×15 cm (4×6 inch)
5
*
-
Epson Matte Paper-
Heavyweight
A4 1 - -
Epson Photo Quality Ink Jet
Paper
A4 20 - -
* Laad een pagina per keer als het papier niet goed geladen wordt of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over
beschikbaar papier in uw omgeving.
Commercieel beschikbaar papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen of
enveloppen)
Handmatig
dubbelzijdig
afdrukken
Randloos
afdrukken
Gewoon papier
Kopieerpapier
Letter, A4, B5, A5, A6 20 -
Legal, Gebruikergedenieerd 1
Enveloppe Enveloppe #10, Enveloppe
DL, Enveloppe C6
1- -
Gebruikershandleiding
Papier laden
58
Lijst met papiertypes
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma Epson-
basisstuurprogramma
Kopieerpapier, gewoon
papier
Epson Bright White Ink Jet
Paper
Gewoon papier Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo
Paper
Ultra Glossy Epson Ultra Glossy -
Epson Premium Glossy
Photo Paper
Prem. Glossy Epson Premium Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss
Photo Paper
Prem. Semigloss Epson Premium Semigloss -
Epson Photo Paper Glossy Glans Photo Paper Glossy -
Epson Matte Paper-
Heavyweight
Epson Photo Quality Ink Jet
Paper
Matte Epson Matte Epson Matte
Enveloppe Enveloppe Enveloppe -
Papier laden in de Papiertoevoer achter
1. Til het gedeelte op de voorkant van de printer op om het printerdeksel te openen.
Gebruikershandleiding
Papier laden
59
2. Verschuif de zijgeleider.
3. Laad papier verticaal langs de rechterzijde van de rear paper feed met de afdrukzijde naar boven.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor de
specieke
papiersoort.
Enveloppen
Gebruikershandleiding
Papier laden
60
Vooraf geperforeerd papier
Opmerking:
In volgende omstandigheden kunt u vooraf geperforeerd papier gebruiken.
Laadcapaciteit: Eén blad
Beschikbare formaten: A4, B5, A5, A6, Letter, Legal
Perforatorgaten: Laad het papier niet met de perforatorgaten bovenaan of onderaan.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
4. Schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
Gebruikershandleiding
Papier laden
61
Opmerking:
Als u de randgeleider niet kunt verplaatsen, is het deel aan de rechterzijde mogelijk niet in de juiste positie. Schuif de
randgeleider naar uiterst links, schuif het deel aan de rechterzijde naar uiterst rechts en probeer het opnieuw.
5.
Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiertoevoer achter
hebt geladen.
Opmerking:
U kunt ook het scherm met de instellingen voor het papierformaat en het papiertype weergeven door Menu >
Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papier instellen te selecteren.
Hiermee wordt het resterende papier opnieuw in zijn verpakking geplaatst. Als u het in de printer achterlaat, kan het
papier krullen of kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met papier” op pagina 57
Gebruikershandleiding
Papier laden
62
Afdrukken
c
Belangrijk:
Koppel de wisselstroomadapter niet los terwijl de printer in gebruik is. Het afdrukken kan vertragen en er kan een
papierstoring optreden.
Afdrukken vanaf een computer
Met de basisdriver Epson (alleen voor Windows)
Wanneer deze printerdriver niet is geïnstalleerd op de computer, kunt u de basisdriver van Epson installeren vanaf
de printer. Omdat de basisdriver Epson echter alleen met beperkte functies wordt geleverd, raden wij u aan de
printerdriver te installeren.
Opmerking:
Voor Windows XP wordt Service Pack 3 of later ondersteund.
De basisdriver van Epson installeren (alleen voor Windows)
1. Koppel de printer los van de computer.
2.
Selecteer Menu > WF-110-basisstuurpr. op het bedieningspaneel. Druk op de toets OK om de installatie te
starten.
3. Wanneer de instructies op het scherm worden weergegeven, sluit u de printer op de computer aan via een
micro-USB-kabel en drukt u vervolgens op de toets OK op het bedieningspaneel.
4. Dubbelklik op de computer onder Computer of Mijn computer op EPSON > SETUP.
5. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
63
Basisprincipes van printer - Basisdriver Epson (alleen voor Windows)
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer de stand die u in de toepassing hebt ingesteld als de Oriëntatie in het tabblad Lay-out.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
64
5. Congureer de volgende instellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit.
Media: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kleur: Selecteer om af te drukken in kleur of zwartwit
6.
Klik op Geavanceerd, congureer de instellingen en klik op OK.
Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
7. Klik op OK.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
65
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “De basisdriver van Epson installeren (alleen voor Windows)” op pagina 63
Basisprincipes van printer - Windows
Opmerking:
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen. Rechtsklik op een item en klik dan op Help.
De bewerkingen kunnen verschillen aankelijk van de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Vo or ke ur en of Eigenschappen om het venster van de printerdriver te openen.
6.
Stel het volgende in.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Randloos: Selecteer om af te drukken zonder marges rond de
aeelding.
Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
66
Papiertype: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Kleur: Selecteer Grijswaarden wanneer u wilt afdrukken in zwart of grijstinten.
Opmerking:
Wanneer u op enveloppen afdrukt, selecteert u Liggend als de Afdrukstand-instelling.
7. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 58
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Lijst met papiertypes” op pagina 59
Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS
Opmerking:
In de uitleg in dit gedeelte wordt TextEdit gebruikt als voorbeeld. De precieze werking en schermen hangen af van de
toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon detai ls of
d
om het afdrukvenster te vergroten.
4.
Geef de volgende instellingen op.
Printer: selecteer uw printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
67
Voorinstellingen: gebruik deze optie wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
Papierformaat: selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Selecteer een "randloos" papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
Afdrukstand: selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Als de bovenstaande menu's niet worden weergegeven, sluit dan het afdrukvenster, selecteer Pagina-instelling in het
menu Bestand en geef vervolgens instellingen op.
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
5. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
Opmerking:
Als in OS X Mountain Lion of later het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven, is het Epson-
printerprogramma fout geïnstalleerd.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe. Zie het volgende om een printer toe te voegen.
http://epson.sn
6. Geef de volgende instellingen op.
Papierbron: selecteer de papierbron waarin u het papier hebt geladen. Als de printer maar één papierbron
hee,
wordt dit item niet weergegeven.
Afdrukmateriaal: selecteer het type papier dat u hebt geladen.
Afdrukkwaliteit: selecteer de afdrukkwaliteit.
Als u een hogere kwaliteitsinstelling selecteert, duurt het afdrukken mogelijk langer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
68
Uitbreiding: beschikbaar wanneer het randloos papierformaat is geselecteerd.
Bij het randloos afdrukken worden de afdrukgegevens enigszins vergroot ten opzichte van het
papierformaat. Dit zorgt ervoor dat u geen witruimte krijgt rondom. Selecteer de mate van vergroting.
Grijswaarden: selecteer om af te drukken in zwart of grijswaarden.
7.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 58
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Lijst met papiertypes” op pagina 59
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows)
De printerdriver scheidt even en oneven pagina's automatisch tijdens het afdrukken. Wanneer de printer alle
oneven pagina's
hee
afgedrukt, draait u het papier om volgens de instructies om de even pagina's af te drukken. U
kunt ook een brochure afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u de printerdriver, klikt u op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een
gedeelde printer.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
69
4. Selecteer Handmatig (binden langs lange zijde) of Handmatig (binden langs korte zijde) bij Dubbelzijdig
afdrukken op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een brochure af te drukken.
6.
Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Wanneer de eerste zijde klaar is, verschijnt er een pop-upvenster op de computer. Volg de instructies op het
scherm.
Gerelateerde informatie
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 58
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer 2 per vel of 4 per vel als de instelling voor Meerdere pagina's op het tabblad Hoofdgroep.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
70
5. Klik op Pag.volgorde, congeer de toepasselijke instellingen en klik vervolgens op OK om het venster te
sluiten.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
&
“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Meerdere pagina's op één vel afdrukken — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer Lay-out in het snelmenu.
5. Stel het aantal pagina's in Pagina's per vel, de Richting van indeling (paginavolgorde) en Randen.
6. Geef naar wens nog meer instellingen op.
7. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 67
Afdruk aanpassen aan papierformaat
U kunt de afdruk aanpassen aan het papierformaat dat u in de printer hebt geladen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
71
Afdruk aanpassen aan papierformaat - Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1.
Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4.
Congureer de volgende instellingen op het tabblad Meer opties.
documentformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Uitvoerpapier: Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst.
Volledige pagina wordt automatisch geselecteerd.
Opmerking:
Als u een verkleinde aeelding wenst af te drukken in het midden van de pagina, selecteer dan Centreren.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
&
“Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Afdruk aanpassen aan papierformaat — Mac OS
1. Laad papier in de printer.
2.
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het afdrukdialoogvenster.
4. Selecteer het papierformaat van het papier dat u in de toepassing als Papierformaat hebt ingesteld.
5. Selecteer Papierverwerking in het snelmenu.
6. Selecteer Aanpassen aan papierformaat.
7. Selecteer het papierformaat dat u in de printer hebt geplaatst als de instelling voor Doelpapierformaat.
8. Geef naar wens nog meer instellingen op.
9.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 67
Gebruikershandleiding
Afdrukken
72
Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen voor Windows)
Met Taken indelen Lite kunt u meerdere bestanden die door verschillende toepassingen zijn gemaakt combineren
en als één afdruktaak afdrukken. U kunt de afdrukinstellingen, zoals lay-out, afdrukvolgorde en oriëntatie, voor
gecombineerde bestanden congureren.
Opmerking:
Als u een Afdrukproject dat is opgeslagen in Take n indel en Lite wilt openen, klikt u op Take n inde le n Lite op het tabblad
Hulpprogramma's van de printerdriver. Selecteer vervolgens Openen in het menu Bestand om het bestand te selecteren. De
bestandsextensie van de opgeslagen bestand is "ecl".
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer Taken indelen Lite op het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
6. Klik op Afdrukken.
Het venster Taken indelen Lite wordt weergegeven en de afdruktaak wordt aan het Afdrukproject
toegevoegd.
7. Open het bestand dat u met het huidige bestand wilt combineren terwijl het venster Taken indelen Lite
openstaat. Herhaal vervolgens stap 3 t/m 6.
Opmerking:
Als u het venster Taken indelen Lite sluit, wordt het niet opgeslagen Afdrukproject verwijderd. Selecteer Opslaan in
het menu Bestand om op een later tijdstip af te drukken.
8. Selecteer de menu's Lay-out en Bewerken in Taken indelen Lite om de Afdrukproject indien nodig aan te
passen.
9. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Gebruikershandleiding
Afdrukken
73
Groter afdrukken en posters maken (alleen voor Windows)
U kunt een aeelding afdrukken op meerdere bladen om een grotere poster te creëren. U kunt uitlijningstekens
laten afdrukken om het gemakkelijker te maken de vellen aan elkaar te plakken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Open het venster van de printerdriver.
4. Selecteer 2x1 Poster, 2x2 Poster, 3x3 Poster of 4x4 Poster bij Meerdere pagina's in het tabblad Hoofdgroep.
5. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
6. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
7. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Gebruikershandleiding
Afdrukken
74
Posters maken met behulp van Overlappende uitlijningstekens
In dit voorbeeld ziet u hoe u een poster maakt wanneer 2x2 Poster geselecteerd is en Overlappende
uitlijningstekens geselecteerd is bij Snijlijnen afdrukken.
1. Prepareer Sheet 1 en Sheet 2. Knip de marges van Sheet 1 langs de verticale blauwe lijn door het midden van
de kruisjes boven en onder.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
75
2. Plaats de rand van Sheet 1 op Sheet 2 en lijn de kruisjes uit. Plak de twee vellen aan de achterkant voorlopig
aan elkaar vast.
3.
Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de verticale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de lijn
links van de kruisjes).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
76
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
77
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
78
8. Knip de vastgeplakte vellen in twee langs de horizontale rode lijn door de uitlijningstekens (ditmaal door de
lijn boven de kruisjes).
9. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
79
10. Knip de resterende marges af langs de buitenste lijn.
Geavanceerde functies gebruiken voor afdrukken
In deze sectie worden verschillende aanvullende afdruk- en lay-outfuncties beschreven die in de printerdriver
beschikbaar zijn.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
& “Mac OS-printerstuurprogramma” op pagina 119
Eenvoudig afdrukken met voorkeursinstellingen
Als u uw eigen preset maakt van vaak gebruikte instellingen, kunt u snel afdrukken door deze preset in de lijst te
selecteren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
80
Windows
Stel items in zoals documentformaat en Papiertype op het tabblad Hoofdgroep of Meer opties, en klik dan op
Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreende voorinstelling en deze verwijdert.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Om uw eigen preset toe te voegen, stel Papierformaat en Afdrukmateriaal in en
sla dan de actuele instellingen op als preset in de Voorinstellingen instelling.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen > Voorinstellingen weergeven, selecteert
u de naam van de voorinstelling die u wilt verwijderen en verwijdert u deze.
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een speciek percentage verkleinen of vergroten.
Windows
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Stel documentformaat in op het tabblad Meer opties.Selecteer Verklein/vergro ot do cument, Zoomen naar en
voer vervolgens een percentage in.
Mac OS
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing.Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Selecteer Pagina-instelling (of Afdrukken) vanaf het menu Bestand.Selecteer de printer in Opmaak voor, stel het
papierformaat in en voer dan een percentage in bij Schaal.Sluit het venster en druk de volgende
basisafdrukinstructies af.
Gerelateerde informatie
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 67
De afdrukkleur aanpassen
U kunt de kleuren aanpassen die voor een afdruktaak worden gebruikt.
PhotoEnhance gee scherpere afdrukken en levendigere kleuren door aanpassing van het contrast, de verzadiging
en de helderheid van de oorspronkelijke aeeldingsgegevens.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
81
Opmerking:
Deze aanpassingen worden niet doorgevoerd in de oorspronkelijke gegevens.
PhotoEnhance past de kleur aan door de locatie van het onderwerp te analyseren.Als u de locatie van het onderwerp
hebt gewijzigd door verkleinen, vergroten, bijsnijden of roteren, kan de kleur onverwacht veranderen.Wanneer u de
instelling voor randloos selecteert, wordt de locatie van het onderwerp ook gewijzigd, wat in kleurwijzigingen
resulteert.Als de aeelding niet is scherpgesteld, is de kleurtoon mogelijk onnatuurlijk.Als de kleur is gewijzigd of
onnatuurlijk is geworden, druk dan niet in PhotoEnhance maar in een andere modus af.
Windows
Selecteer de methode voor kleurcorrectie bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties.
Als u Automatisch selecteert, worden de kleuren automatisch aangepast aan de instellingen voor het papiertype en
de afdrukkwaliteit.Als u Aangepast selecteert en op Geavanceerd klikt, kunt u uw eigen instellingen
congureren.
Mac OS
Open het afdrukdialoogvenster.Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole.Selecteer Kleurenopties in het snelmenu en selecteer vervolgens één van de beschikbare
opties.Klik op de pijl naast Extra instellingen en kies de juiste instellingen.
Een watermerk afdrukken (alleen voor Windows)
U kunt een watermerk, zoals bijvoorbeeld 'Vertrouwelijk', op uw documenten afdrukken. U kunt ook uw eigen
watermerk toevoegen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Klik op Wat erm erk fu nc tie s in het tabblad Meer opties en selecteer daar een watermerk. Klik op Instellingen om
details te wijzigen zoals de kleur en positie van het watermerk.
Een kop- en voettekst afdrukken (uitsluitend voor Windows)
U kunt in een kop- of voettekst de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken.
Klik op Wat erm erk fu nc tie s in het tabblad Meer opties en selecteer daar Koptekst/voettekst. Klik op Instellingen
en selecteer de gewenste items in de vervolgkeuzelijst.
Heldere streepjescodes afdrukken (alleen voor Windows)
U kunt een streepjescode duidelijk afdrukken, zodat deze eenvoudig kan worden gescand. Schakel deze functie
alleen in als de streepjescode die u hebt afgedrukt niet kan worden gescand.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
82
Onder de volgende voorwaarden kunt u deze functie gebruiken.
Papier: gewoon papier, kopieerpapier of enveloppe
Kwaliteit: Standaard
De afdrukkwaliteit kan tijdens het afdrukken worden gewijzigd. De afdruksnelheid neemt mogelijk af en de
afdrukdichtheid neemt mogelijk toe.
Opmerking:
Aankelijk van de omstandigheden is het opheen van wazigheid soms niet mogelijk.
Als u het formaat van de streepjescode vergroot, is deze eenvoudiger te scannen.
Als u afdrukt via Streepjescodemodus, wordt geen rekening gehouden met de opties voor Dichtheidinstellingen
normaal papier.
Printerinstellingen
Klik op het tabblad Hulpprogramma's in het printerstuurprogramma op Extra instellingen en selecteer
vervolgens Streepjescodemodus.
Afdrukken met Smart Devices
Epson iPrint gebruiken
Epson iPrint is een toepassing waarmee u foto's, documenten en webpagina's kunt afdrukken vanaf uw smart-
apparaten, zoals smartphones of tablets. U kunt lokaal afdrukken (afdrukken vanaf een smart-apparaat dat
verbinding hee met hetzelfde draadloze netwerk als uw printer) of afdrukken op afstand (via internet afdrukken
vanaf een externe locatie). Registreer uw printer bij de service Epson Connect om op afstand af te drukken.
Gerelateerde informatie
& “De service van Epson Connect” op pagina 115
Epson iPrint installeren
U kunt Epson iPrint op uw smart-apparaat installeren door op de volgende link te klikken of de QR-code te
scannen.
http://ipr.to/c
Gebruikershandleiding
Afdrukken
83
Afdrukken met Epson iPrint
Voer Epson iPrint uit vanaf uw smart-apparaat en selecteer op het startscherm het item dat u wilt gebruiken.
De volgende aeeldingen zijn aan veranderingen onderhevig zonder voorafgaande kennisgeving. De inhoud kan
variëren aankelijk van het product.
A
Het startscherm wordt weergegeven wanneer de toepassing start.
B
Biedt informatie over het instellen van de printer en een lijst met veelgestelde vragen.
C
Geeft het scherm weer waar u de printer selecteert en de printerinstellingen congureert. Wanneer u de
printer heeft geselecteerd, hoeft u deze de volgende keer niet meer opnieuw te selecteren.
D
Selecteer wat u wilt afdrukken zoals foto's en documenten.
E
Het Scherm Foto's afdrukken wordt weergegeven wanneer het fotomenu is geselecteerd.
F
Geeft het scherm weer om printerinstellingen te congureren zoals het papierformaat en -type.
G
Geeft het papierformaat weer. Wanneer dit wordt weergegeven als knop, kunt u daarop drukken om de
huidige papierinstellingen op de printer weer te geven.
H
Geeft de geselecteerde foto's en documenten weer.
I
Start het afdrukken.
Opmerking:
Als u vanuit het documentmenu wilt afdrukken met iPhone, iPad, en iPod touch op iOS, start u Epson iPrint na het
overbrengen van het document dat u wilt afdrukken wanneer u wilt afdrukken met de functie voor het delen van bestanden
in iTunes.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
84
Epson Print Enabler gebruiken
U kunt draadloos documenten, e-mails, foto's en webpagina's afdrukken vanaf uw Android-telefoon of -tablet
(Android v4.4 of hoger). Met enkele tikken laat u uw Android-apparaat een Epson-printer detecteren die met
hetzelfde draadloze netwerk is verbonden.
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van het apparaat verschillen.
1. Laad papier in de printer.
2.
Stel de printer in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.
3. Installeer op het Android-apparaat de Epson Print Enabler-invoegtoepassing vanaf Google Play.
4. Verbind het Android-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat de printer gebruikt.
5. Ga naar Instellingen op het Android-apparaat, selecteer Aangesloten apparaten > Afdrukken en schakel
vervolgens Epson Print Enabler in.
6.
Tik vanuit een Android--toepassing, zoals Chrome, op het menupictogram en druk af wat er op het scherm
wordt weergegeven.
Opmerking:
Als u de printer niet ziet, tikt u op Alle printers en selecteert u de printer.
AirPrint gebruiken
AirPrint maakt het mogelijk om meteen draadloos af te drukken vanaf een iPhone, iPad of iPod touch met daarop
de meest recente versie van iOS, of een Mac met daarop de meest recente versie van OS X of macOS.
Opmerking:
Als u de meldingen voor de papierconguratie op het bedieningspaneel van uw apparaat hebt uitgeschakeld, kunt u AirPrint
niet gebruiken.Volg de onderstaande koppeling om de meldingen zo nodig in te schakelen.
1. Laad papier in uw apparaat.
2. Stel uw apparaat correct in om draadloos afdrukken mogelijk te maken.Raadpleeg de onderstaande koppeling.
http://epson.sn
3.
Verbind uw Apple-toestel met hetzelfde draadloze netwerk dat uw apparaat gebruikt.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
85
4. Druk vanaf uw toestel af op uw apparaat.
Opmerking:
Raadpleeg voor meer informatie de pagina over AirPrint op de Apple-website.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Menu” op pagina 23
Afdrukken annuleren
Opmerking:
In Windows kunt u een afdruktaak niet via de computer annuleren als deze volledig naar de printer verzonden is.In dit
geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Wanneer u verschillende pagina's afdrukt via Mac OS, kunt u niet alle taken annuleren via het bedieningspaneel.In dit
geval moet u de afdruktaak op de computer zelf annuleren.
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X v10.6.8 via het netwerk hebt verzonden, kunt u het afdrukken mogelijk niet via
de computer annuleren.In dit geval moet u de afdruktaak via het bedieningspaneel op de printer zelf annuleren.
Afdrukken annuleren — Printertoets
Druk op
y
om de actieve afdruktaak te annuleren.
Afdrukken annuleren - Windows
1.
Open het venster van de printerdriver.
2. Selecteer de tab Hulpprogramma's.
3. Klik op Wachtrij .
4. Klik met de rechtermuisknop op de taak die u wilt annuleren en selecteer Annuleren.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
Afdrukken annuleren — Mac OS
1. Klik op het printerpictogram in het Dock.
2. Selecteer de taak die u wilt annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
86
3. Annuleer de taak.
OS X Mountain Lion of hoger
Klik op
naast de voortgangsbalk.
Mac OS X v10.6.8 t/m v10.7.x
Klik op Ver w ij de ren .
Gebruikershandleiding
Afdrukken
87
De ingebouwde batterij opladen
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van de
ingebouwde batterij
De batterij verliest langzaam zijn lading, zelfs als u de printer niet gebruikt. Laad de batterij op voordat u de
printer gebruikt met batterijvoeding.
Het wordt aangeraden de printer uit te schakelen wanneer u deze niet gebruikt, om de batterij te sparen. U kunt
op de printer ook instellen dat deze automatisch wordt uitgeschakeld.
Bij lage temperaturen is de batterijduur korter, zelfs als de batterij volledig is opgeladen.
U hoe niet het apparaat niet te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt.
Nadat de batterij net is opgeladen of gebruikt, kan deze heet zijn. Dit is normaal.
U kunt de batterij laden in een omgeving tussen 10 en 35 °C (50 en 95 °F). Bij hoge of lage temperaturen wordt
de batterij mogelijk niet volledig opgeladen of functioneert deze mogelijk minder goed.
Als de gebruiksduur van de batterij erg kort is, zelfs nadat deze volledig is opgeladen, is het eind van de
levensduur mogelijk bereikt. Neem contact op met Epson-ondersteuning om de batterij te vervangen.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, wordt aanbevolen de batterij regelmatig op te laden om te
voorkomen dat deze volledig ontlaadt. Als de printer niet kan worden ingeschakeld, laadt u de batterij langer
dan dertig minuten op en schakelt u de printer opnieuw in.
De ingebouwde batterij laden via een lichtnetadapter
Sluit het netsnoer aan op de lichtnetadapter, sluit de lichtnetadapter aan op de printer en steek vervolgens de
stekker in het stopcontact.
Opmerking:
Het batterijlaadlampje gaat branden als de batterij wordt opgeladen en gaat uit als het laden van de batterij is voltooid.
Het laden van de batterij duurt ongeveer 2.5 uur.
Gebruikershandleiding
De ingebouwde batterij opladen
88
De ingebouwde batterij laden via een USB-verbinding
U kunt de batterij laden via een batterijlader of vanaf een computer via een USB-verbinding.
Het volgende overzicht toont de laadspecicaties van de printer.
Ingangsstroom voor laden met een USB-verbinding: DC 5 V (maximum 1,5 A)
Laadtijd:
USB-poort (5 V/1,5 A): ca. 2.5 uur
USB-poort (5 V/0,5 A): ca. 10 uur
Stroomcapaciteit van de batterij: 1.86 Ah (3.6 V)
Volg de onderstaande instructies om de batterij op te laden via een computer.
1. Zorg ervoor dat de computer is ingeschakeld. Als de computer in sluimer- of slaapstand is, kunt u de batterij
niet opladen. Als u dit wilt doen, moet u de computer activeren.
2. Sluit de printer aan op de computer met een micro-USB-kabel.
Opmerking:
U kunt de batterij niet opladen via een USB-hub. Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer.
3. Als de printer is ingeschakeld, drukt u op de knop
P
om deze uit te schakelen.
Opmerking:
Als de batterij niet begint te laden, selecteert u op het bedieningspaneel Menu > Batterij > Batterij-inst. schakelt u
USB-stroomtoevoer via PC in en probeert u het opnieuw.
U kunt de batterij niet opladen als de printer in slaapstand is, zelfs als u de printer niet uitschakelt.
Tijdens het opladen herkent de computer de printer als een USB-apparaat voor massaopslag.
Het batterijlaadlampje gaat branden als de batterij wordt opgeladen en gaat uit als het laden is voltooid.
Gebruikershandleiding
De ingebouwde batterij opladen
89
De optionele extra batterij gebruiken
Code externe batterij
Epson raadt het gebruik van originele Epson-batterijen aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
batterijen kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele batterijen kan leiden tot
schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in
bepaalde omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert.
Dit zijn de codes van originele Epson-batterijen.
C12C934941
De externe batterij installeren
1. Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
3. Verwijder het achterpaneel.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
90
c
Belangrijk:
Raak het deel dat wordt weergegeven in de aeelding niet aan, laat dit niet nat worden en laat hier geen
metalen voorwerpen in vallen, zoals paperclips. De printer kan beschadigd raken.
4. Plaats de batterij.
De externe batterij verwijderen
1.
Druk op
P
om de printer uit te zetten.
2. Koppel alle kabels los zoals het netsnoer en de USB-kabel.
3. Druk op het gedeelte dat in de illustratie wordt aangegeven en verwijder de batterij.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
91
4. Plaats het achterpaneel en drukt dit aan totdat het vastklikt.
De status van de externe batterij controleren
U kunt de resterende batterijspanning controleren. Selecteer Menu > Batterij op het startscherm.
Druk op de knoppen
l
r
om het scherm te wisselen tussen de ingebouwde batterij en de optionele externe
batterij.
U kunt de status van de batterij controleren met behulp van het pictogram op het startscherm.
Als de externe batterij leeg is, schakelt het scherm over naar het pictogram van de ingebouwde batterij.
Geeft de resterende batterijspanning weer.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
92
Geeft aan dat de externe batterij bijna leeg is.
Geeft aan dat de externe batterij te warm of te koud is. Selecteer Menu > Batterij om
de status te controleren.
Geeft aan dat de externe batterij wordt opgeladen.
Voorzorgsmaatregelen bij het laden van de externe
batterij
De batterij verliest langzaam zijn lading, zelfs als u de printer niet gebruikt. Laad de batterij op voordat u de
printer gebruikt met batterijvoeding.
Het wordt aangeraden de printer uit te schakelen wanneer u deze niet gebruikt, om de batterij te sparen. U kunt
op de printer ook instellen dat deze automatisch wordt uitgeschakeld.
Bij lage temperaturen is de batterijduur korter, zelfs als de batterij volledig is opgeladen.
U hoe niet het apparaat niet te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is voordat u deze weer oplaadt.
Nadat de batterij net is opgeladen of gebruikt, kan deze heet zijn. Dit is normaal.
Laad de batterij op binnen een temperatuurbereik van 10 tot 35 °C. Als u de batterij oplaadt bij lage (minder
dan 5 °C) of hoge (hoger dan 40 °C) temperaturen, wordt deze mogelijk niet volledig opgeladen of neemt de
kwaliteit van de batterij af.
Laden is alleen mogelijk als de printer inactief, in slaapmodus of uitgeschakeld is.
Als de gebruiksduur van de batterij erg kort is, zelfs nadat deze volledig is opgeladen, is het eind van de
levensduur mogelijk bereikt. Vervang de batterij door een nieuwe.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, wordt aanbevolen de batterij regelmatig op te laden om te
voorkomen dat deze volledig ontlaadt. Als de printer niet kan worden ingeschakeld, laadt u de batterij langer
dan 30 minuten op en schakelt u de printer opnieuw in.
Als de batterij gedurende een lange periode niet is gebruikt, laadt u deze eerst op voor gebruik. Als het
laadlampje voor de batterij niet gaat branden, laadt u de batterij langer dan 30 minuten op. Als het lampje nog
steeds niet gaat branden, neemt u contact op met de klantenservice van Epson.
De externe batterij opladen
Sluit het netsnoer aan op de lichtnetadapter, sluit de lichtnetadapter aan op de printer waarin de printer is
geïnstalleerd, of op de batterij zelf, en steek vervolgens de stekker in het stopcontact.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
93
Als de batterij is geïnstalleerd
Als de batterij zelf wordt opgeladen
Opmerking:
Als de batterij is geïnstalleerd
Tijdens het laden wordt op het scherm
weergegeven. Als het laden is voltooid, verandert het pictogram in
of .
De batterij zelf
Het batterijlaadlampje gaat branden als de batterij wordt opgeladen en gaat uit als het laden van de batterij is voltooid.
Het laden van de batterij duurt ongeveer 2.5 uur.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
94
Gerelateerde informatie
& “Voorzorgsmaatregelen bij het laden van de externe batterij” op pagina 93
Voorzorgsmaatregelen bij opslag en afvoeren van de
externe batterij
Sla batterijen buiten het bereik van kinderen op om te voorkomen dat zij deze per ongeluk inslikken.
Als u de printer gedurende langere tijd niet zult gebruiken, verwijdert u de batterij uit de printer en slaat u deze
apart op om te voorkomen dat deze te ver wordt ontladen.
Sla de batterij niet bij hoge temperaturen op.
Ontlaad de batterij volledig voordat u deze afvoert.
Voer batterijen niet af via het normale huishoudafval. Lever ze in bij een verzamel- of recyclebak conform
plaatselijke wetgeving.
Steek batterijen niet in brand en werp ze niet in het vuur.
Gebruikershandleiding
De optionele extra batterij gebruiken
95
Cartridges en andere verbruiksgoederen
vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren
U kunt de inktniveaus en de levensduur van de onderhoudscassette controleren via het bedieningspaneel of de
computer.
Opmerking:
U kunt doorgaan met afdrukken terwijl een bericht wordt weergegeven dat de inkt bijna op is. Vervang de inktcartridges
indien nodig.
De status van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Bedieningspaneel
Via het hoofdscherm kunt u controleren hoeveel inkt er nog is en hoe lang de onderhoudscassette nog meegaat (bij
benadering).
Gerelateerde informatie
& “Uitleg bij het lcd-scherm” op pagina 21
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudscassette
controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer daar Details.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
De niveaus van de resterende inkt en de onderhoudsset controleren
— Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
96
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
Codes van de cartridges
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van niet-originele
inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan leiden tot schade die
niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke producten er in bepaalde
omstandigheden toe leiden dat het apparaat niet correct functioneert. Informatie over niet-originele inktniveaus
kunnen mogelijk niet worden weergegeven.
Dit zijn de codes van originele Epson-inktcartridges.
Pictogram Black (Zwart) Color (Kleur)
Wereldbol
266 267
Opmerking:
Gebruikers in Europa kunnen op de volgende website meer informatie vinden over de capaciteit van de Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
Gerelateerde informatie
&
“Technische ondersteuning (website)” op pagina 153
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met
inktpatronen
Lees de volgende instructies voordat u de inktpatronen vervangt.
Voorzorgsmaatregelen
Bewaar de inktpatronen bij normale kamertemperatuur en houd ze uit de buurt van direct zonlicht.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Voor de beste resultaten bewaart u inktpatroonverpakkingen met de onderkant naar beneden.
Laat cartridges voor gebruik ten minste drie uur op kamertemperatuur komen.
Open de verpakking niet totdat u klaar bent om het inktpatroon in de printer te plaatsen. Het inktpatroon is
vacuüm verpakt om de betrouwbaarheid ervan te garanderen. Als u een inktpatroon lange tijd onverpakt laat
voordat u het gebruikt, is normaal afdrukken niet mogelijk.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
97
U moet de gele tape van het inktpatroon verwijderen voordat u het plaatst; anders kan de afdrukkwaliteit
achteruitgaan of kunt u niet afdrukken. Verwijder of scheur het label op het inktpatroon niet; hierdoor kan het
gaan lekken.
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
Installeer alle cartridges, anders kunt u niet afdrukken.
Vervang inktpatronen niet met de stroom uitgeschakeld. Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u
de printer beschadigen.
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt u
mogelijk niet afdrukken.
Zorg ervoor dat er altijd inktpatronen in de printer zijn geplaatst en schakel de printer niet uit tijdens het
vervangen van inktpatronen. Anders droogt de inkt uit die in de spuitkanaaltjes van de printkop achterblij en
kunt u mogelijk niet afdrukken.
Zorg dat er geen stof of objecten in de inktpatroonhouder komt. Alles wat in de houder terechtkomt, kan een
negatieve invloed hebben op de afdrukresultaten of kan ertoe leiden dat u niet kunt afdrukken. Als er iets in de
houder terechtkomt, verwijdert u het voorzichtig.
Plaats het inktpatroon in de juiste richting. Als het patroon in de verkeerde richting is geplaatst, kan het
inbrenggebied beschadigd raken en kan de printer niet meer afdrukken.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
98
Als u het inktpatroon verwijdert uit de printer voor later gebruik of om het weg te gooien, zorg dan dat u de
klep weer terugplaatst op de inkttoevoerpoort van het inktpatroon om te voorkomen dat de inkt uitdroogt of
om te voorkomen dat omliggende gebieden inktvlekken krijgen.
Deze printer gebruikt inktpatronen die zijn uitgerust met een groene chip die informatie bijhoudt, zoals de
hoeveelheid resterende inkt voor elk inktpatroon. Dit betekent dat zelfs wanneer het inktpatroon uit de printer
wordt verwijderd voordat het leeg is, u het inktpatroon nog steeds kunt gebruiken nadat u het weer in de printer
plaatst. Er kan echter inkt worden gebruikt wanneer u een inktpatroon terugplaatst om de printerprestaties te
garanderen.
Voor een optimale eciëntie van de inkt verwijdert u een inktpatroon alleen wanneer u het wilt vervangen.
Inktpatronen met een lage inktstatus kunnen niet worden gebruikt wanneer u ze terugplaatst.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blij een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangee dat u de cartridge moet vervangen. De opgegeven
capaciteiten bevatten deze reserve niet.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties
van de printer.
Specicaties en uiterlijk van het inktpatroon zijn onderhevig aan wijziging zonder voorafgaande kennisgeving
voor verbetering.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
U kunt de cartridges die bij de printer zijn geleverd, niet ter vervanging gebruiken.
De opgegeven capaciteit hangt af van de aeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Voltooi het vervangen van het inktpatroon meteen. Zorg altijd dat er inktpatronen in de printer zijn geplaatst.
Inktverbruik
Voor optimale prestaties van de printkop wordt er tijdens onderhoudsactiviteiten een beetje inkt gebruikt uit
alle cartridges. Er kan ook inkt worden gebruikt wanneer u inktcardridges vervangt of de printer inschakelt.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt,
aankelijk
van de instellingen van het papiertype of de afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De inkt in de cartridges die bij de printer zijn geleverd, wordt deels verbruikt bij de installatie van de printer. De
printkop in uw printer is volledig met inkt geladen om afdrukken van hoge kwaliteit te bezorgen. Bij dit
eenmalige proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom
wellicht minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
99
De inktpatronen vervangen
c
Belangrijk:
Schud de cartridges niet.
Voltooi het vervangen van het inktpatroon meteen. Zorg altijd dat er inktpatronen in de printer zijn geplaatst.
1. Voer een van de volgende bewerkingen uit.
Als u wordt gevraagd om de inktpatronen te vervangen
Controleer welk inktpatroon moet worden vervangen en druk op de toets OK. Selecteer Nu vervangen en
druk op de toets OK.
Wanneer u de inktpatronen vervangt voordat ze zijn vervallen
Selecteer Menu > Onderhoud > Inktcartridge vervangen op het startscherm en druk op de toets OK.
2. Neem het inktpatroon uit de verpakking en verwijder alleen de gele tape.
3. Verwijder de dop.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
100
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Omdat dit de normale werking kan schaden.
4. Druk op de toets OK.
5. Open de binnendeksel.
6. Duw op de hendel om het inktpatroon te ontgrendelen en trek het patroon diagonaal uit.
7. Stop het inktpatroon diagonaal in de patroonhouder en duw het voorzichtig omlaag tot het op zijn plaats klikt.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
101
c
Belangrijk:
Plaats het inktpatroon in de juiste richting. Als het patroon in de verkeerde richting is geplaatst, kan het
inbrenggebied beschadigd raken en kan de printer niet meer afdrukken.
Plaats het zwarte patroon in de linkerhouder en het kleurenpatroon in de rechterhouder.
8. Sluit de binnendeksel.
9. Druk op de toets OK.
Het laden van de inkt start.
c
Belangrijk:
Schakel de printer niet uit terwijl de inkt wordt geladen. Als het laden van de inkt niet wordt voltooid, kunt
u mogelijk niet afdrukken.
Als u het inktpatroon verwijdert uit de printer voor later gebruik of om het weg te gooien, zorg dan dat u de
klep weer terugplaatst op de inkttoevoerpoort van het inktpatroon om te voorkomen dat de inkt uitdroogt of
om te voorkomen dat omliggende gebieden inktvlekken krijgen.
Gerelateerde informatie
& “Codes van de cartridges” op pagina 97
& “Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met inktpatronen” op pagina 97
Onderhoudscassettecode
Epson raadt het gebruik van een originele Epson-onderhoudscassette aan.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
102
Hierna volgt de code van de originele Epson onderhoudscassette.
T2950
Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de
onderhoudscassette
Lees de volgende instructies voordat u de onderhoudscassette vervangt.
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Verwijder of druk niet op de folie van de cassette. Hierdoor kan er inkt lekker.
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Als u dit wel doet, kan de normale werking worden
gehinderd en kunt u inktvlekken krijgen.
Sluit de openingen in de onderhoudscassette niet af. Deze zijn nodig voor een normale werking.
Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
103
Vervangt de onderhoudscassette niet wanneer de printer is ingeschakeld. Hierdoor kan er inkt lekken.
Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet toegestaan.
Inkt in de cassette is dan gestold en er kan geen inkt meer worden geabsorbeerd.
Verwijder de onderhoudscassette en zijn deksel niet behalve bij het vervangen van de onderhoudscassette.
Hierdoor kan er inkt lekken.
Een onderhoudscassette vervangen
Tijdens sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld. Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te
stoppen wanneer de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette zijn limiet hee bereikt. Of en hoe vaak dit
nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal waarop u afdrukt en het aantal
reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd. Vervang de onderhoudscassette wanneer u hierom
wordt gevraagd. Wanneer dit onderdeel moet worden vervangen, wordt u hierover geïnformeerd via de Epson
Status Monitor, het lcd-scherm of de lampjes op het bedieningspaneel. Dat de cassette moet worden vervangen, wil
niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de specicaties functioneert. De kosten voor deze vervanging vallen
niet onder de garantie van Epson. Dit onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
1. Haal de vervangende onderhoudscassette uit de verpakking.
c
Belangrijk:
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan. Omdat dit de normale werking kan
schaden.
Verwijder of druk niet op de folie van de cassette. Hierdoor kan er inkt lekker.
Opmerking:
Bij de nieuwe onderhoudscassette is een doorzichtige zak meegeleverd voor het weggooien van de gebruikte
onderhoudscassette.
2. Druk op de toets
P
om de printer uit te schakelen.
3. Koppel alle kabels los, zoals het netsnoer en de USB-kabel.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
104
4. Sluit het printerdeksel en draai de printer om.
5. Duw op het lipje op het deksel met een smal voorwerp, zoals een pen, en verwijder het deksel van de
onderhoudscassette.
6. Schuif de onderhoudscassette zoals weergegeven in de
aeelding
en verwijder vervvolgens de cassette.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
105
c
Belangrijk:
Raak de in de guur getoonde onderdelen niet aan. Als u dit wel doet, kan de normale werking worden
gehinderd en kunt u inktvlekken krijgen.
7. Doe de gebruikte onderhoudscassette in de doorzichtige zak die bij de nieuwe onderhoudscassette werd
geleverd, en verzegel deze.
c
Belangrijk:
Verwijder de folie van de onderhoudscassette niet.
8. Plaats de nieuwe onderhoudscassette recht neer en schuif deze vervolgens om de cassette te installeren.
9. Maak het deksel van de onderhoudscassette opnieuw vast.
Opmerking:
Als u het deksel van de onderhoudscassette niet opnieuw kunt vastmaken, is de onderhoudscassette mogelijk niet goed
geïnstalleerd. Verwijder de onderhoudscassette en installeer deze opnieuw.
Gerelateerde informatie
& “Onderhoudscassettecode” op pagina 102
& “Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de onderhoudscassette” op pagina 103
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
106
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken
Als de kleureninkt leeg is en er nog zwarte inkt over
blij,
kunt u de volgende instellingen gebruiken om voor een
korte tijd alleen met zwarte inkt af te drukken.
Type papier: Gewoon papier, Enveloppe
Kleur: Grijswaarden
Randloos: niet geselecteerd
EPSON Status Monitor 3: ingeschakeld (alleen voor Windows)
Aangezien deze functie slechts ca. vijf dagen beschikbaar is, moet u de lege cartridge zo snel mogelijk vervangen.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, opent u het printerstuurprogramma, klikt u op Extra instellingen op het
tabblad Hulpprogramma's en selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
De beschikbare periode varieert naargelang de gebruiksomstandigheden.
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Windows
Voer een van de volgende handelingen uit.
Als het volgende venster wordt weergegeven, selecteert u Afdrukken in zwart-wit.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
107
Als het volgende venster verschijnt, stop dan met afdrukken. Hervat vervolgens het afdrukken.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
Volg de onderstaande stappen als het afdrukken wordt hervat.
1. Open het venster van het printerstuurprogramma.
2. Schakel Randloos uit op het tabblad Hoofdgroep.
3. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Papiertype op het tabblad Hoofdgroep tab.
4. Selecteer Grijswaarden.
5. Stel de andere items in op de tabbladen Hoofdgroep en Meer opties, indien nodig, en klik dan op OK.
6. Klik op Druk af.
7. Klik op Afdrukken in zwart-wit in het venster dat wordt weergegeven.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes van printer - Windows” op pagina 66
Tijdelijk doorgaan met afdrukken met alleen zwarte inkt (Mac OS)
Opmerking:
Als u deze functie wilt gebruiken via een netwerk, gebruik dan Bonjour voor de verbinding.
1. Klik op het printerpictogram in het Dokken.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
108
2. Annuleer de taak.
Opmerking:
Als u het afdrukken niet kunt annuleren vanaf de computer, doe dit dan op het bedieningspaneel van de printer.
3. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma).
4.
Selecteer Aan voor Tijdelijk afdrukken in zwart-wit.
5. Open het afdrukdialoogvenster.
6. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu.
7. Selecteer een papierformaat (randloze formaten uitgezonderd) bij Papierformaat.
8. Selecteer Gewoon papier of Enveloppe bij Afdrukmateriaal.
9. Selecteer Grijswaarden.
10.
Geef naar wens nog meer instellingen op.
11.
Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS” op pagina 67
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op is
(uitsluitend voor Windows)
Wanneer de zwarte inkt bijna op is, maar er nog genoeg kleureninkt is, kunt u een mengsel van kleureninkten
gebruiken om zwart te maken. U kunt verder afdrukken terwijl u een vervangende cartridge met zwarte inkt
klaarzet.
Deze functie is alleen beschikbaar als u de volgende instellingen in de printerdriver selecteert.
Papiertype: Gewoon papier
Kwaliteit: Standaard
EPSON Status Monitor 3: Ingeschakeld
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
109
Opmerking:
Is EPSON Status Monitor 3 uitgeschakeld, ga dan naar de printerdriver, klik op Extra instellingen op het tabblad
Hulpprogramma's en selecteer EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Samengesteld zwart zit er iets anders uit dan zuiver zwart. Daarnaast daalt de afdruksnelheid.
Er wordt ook zwarte inkt verbruikt om de kwaliteit van de printkop te handhaven.
Opties Beschrijving
Ja Kies ervoor een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Dit venster
wordt weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Nee Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt
weergegeven wanneer u een volgende keer een gelijksoortige taak afdrukt.
Deze functie uitschakelen Kies ervoor om door te gaan met de resterende zwarte inkt. Dit venster wordt niet
weergegeven, totdat u de zwarte-inktcartridge vervangt en deze opnieuw bijna leeg is.
Gebruikershandleiding
Cartridges en andere verbruiksgoederen vervangen
110
De printer onderhouden
De printkop controleren en reinigen
Als de spuitkanaaltjes verstopt zitten, worden de afdrukken vaag, en ziet u strepen of onverwachte kleuren.
Wanneer de afdrukkwaliteit minder is geworden, gebruikt u de spuitstukcontrole om te kijken of de kanaaltjes
verstopt zitten. Is dit zo, maak dan de printkop schoon.
c
Belangrijk:
Open de binnendeksel niet of schakel de printer niet uit tijdens het reinigen van de printkop. Als het reinigen van de
kop niet wordt voltooid, kunt u mogelijk niet afdrukken.
Opmerking:
Omdat bij reiniging van de printkop wat inkt wordt gebruikt, moet u de kop alleen reinigen als de kwaliteit verslechtert.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd.
Als de afdrukkwaliteit niet verbeterd is na twee herhalingen van de printkopcontrole en -reiniging moet u ten minste zes
uur wachten zonder afdrukken en vervolgens de printkopcontrole en -reiniging herhalen. We raden u aan om de printer
uit te schakelen. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog steeds niet is verbeterd.
Zet de printer altijd uit door op de toets
P
te drukken om te voorkomen dat de printkop uitdroogt.
Om een optimale werking van de printkop te behouden, raden wij u aan om regelmatig enkele pagina's af te drukken.
De printkop controleren en schoonmaken - Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Ga naar de modus Menu via het hoofdscherm.
3.
Selecteer Onderhoud > Spuitkan. contr..
4. Volg de instructies op het scherm om het testpatroon af te drukken.
Opmerking:
Het testpatroon kan per model variëren.
5. Vergelijk de kwaliteit van het afgedrukte controlepatroon met het onderstaande voorbeeld.
Alle lijnen worden afgedrukt: De spuitkanaaltjes van de printkop zitten niet verstopt. Sluit de
spuitstukcontrole-functie.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
111
Er verschijnen onderbroken lijnen of er ontbreken elementen: Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten. Ga naar de volgende stap.
6. Volg de instructies op het scherm om de printkop te reinigen.
7.
Als het reinigen beëindigd is, drukt u het testpatroon van het kanaal opnieuw af. Herhaal het reinigen en
afdrukken van het testpatroon tot alle lijnen geheel afgedrukt worden.
De printkop controleren en schoonmaken - Windows
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Open het venster van de printerdriver.
3. Klik op Spuitkanaaltjes controleren op het tabblad Hulpprogramma's.
4. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
De printkop controleren en schoonmaken — Mac OS
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
3.
Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
4.
Klik op Spuitkanaaltjes controleren.
5. Volg de instructies op het scherm.
De printkop uitlijnen
Als u een verkeerde uitlijning van verticale lijnen of onscherpe beelden ziet, lijn de printkop dan uit.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
112
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel
1. Laad gewoon A4-papier in de printer.
2. Ga naar Menu vanaf het hoofdscherm.
3.
Selecteer Onderhoud > Printkop uitlijnen.
4. Selecteer het menu waarin u wijzigingen wilt aanbrengen om de afdrukkwaliteit te verbeteren naar aanleiding
van het afdrukresultaat.
Verticale uitlijning: selecteer deze optie als uw afdrukken wazig zijn of verticale lijnen niet goed uitgelijnd
zijn.
Horizontale uitlijning: selecteer deze optie als er op gelijke intervallen horizontale banden verschijnen.
5. Volg de instructies op het scherm.
Verticale uitlijning: voer het nummer in voor het meest solide patroon in elke groep.
Horizontale uitlijning: zoek het cijfer van het beste patroon en voer het cijfer in.
Opmerking:
Het testpatroon kan per model variëren.
Het papiertraject reinigen
Als de afdrukken vlekken vertonen of bekrast zijn of als het papier niet correct wordt ingevoerd, reinig dan de rol
binnenin.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
113
c
Belangrijk:
Gebruik geen keukenpapier om de binnenkant van de printer te reinigen. Het kan zijn dat de spuitkanaaltjes van de
printkop verstopt zitten met stof.
1. Laad reinigingspapier in de printer.
Laad gewoon papier van A4-formaat om het probleem van vlekken of vegen op te lossen.
Laad het reinigingsblad om een probleem in de papierinvoer op te lossen.
2. Ga naar Menu vanaf het hoofdscherm.
3. Selecteer Onderhoud > Reiniging papiergeleider.
4.
Volg de instructies op het scherm om het papiertraject te reinigen.
Opmerking:
Herhaal deze procedure tot er geen vegen meer op het papier zitten.
Herhaal deze procedure om een probleem met de papierinvoer op te lossen.
Het reinigingsblad verliest zijn eect als het drie keer of meer wordt gebruikt.
Gebruikershandleiding
De printer onderhouden
114
Netwerkservice en softwareinformatie
In dit deel maakt u kennis met de netwerkservices en sowareproducten die beschikbaar zijn voor uw printer via
de Epson-website of de meegeleverde sowareschijf.
De service van Epson Connect
Dankzij Epson Connect (beschikbaar via het internet) kunt u via uw smartphone, tablet, pc of laptop, altijd en
praktisch overal afdrukken.
De functies die via het internet beschikbaar zijn, zijn als volgt.
Email Print Epson iPrint afdrukken
op afstand
Scan to Cloud Remote Print Driver
✓✓
Raadpleeg de portaalsite van Epson Connect voor meer informatie.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong)
Web
Cong
is een toepassing die draait in een webbrowser, zoals Internet Explorer of Safari, op een computer of
smart device. U kunt de printerstatus controleren of de netwerkservice en de printerinstellingen aanpassen.
Verbind de printer en de computer of het smart device met hetzelfde netwerk om Web
Cong
te gebruiken.
De volgende browsers worden ondersteund.
Besturingssysteem Browser
Windows XP SP3 of hoger
Microsoft Edge, Internet Explorer 8 of hoger, Firefox
*
, Chrome
*
Mac OS X v10.6.8 of hoger
Safari
*
, Firefox
*
, Chrome
*
iOS
*
Safari
*
Android 2.3 of hoger Standaard browser
Chrome OS
*
Standaard browser
* Gebruik de laatste versie.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
115
Web Cong uitvoeren op een browser
1. Controleer het IP-adres van de printer.
Selecteer Menu > Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken op het bedieningspaneel en druk vervolgens
op de knop OK. Controleer het IP-adres van de printer op het afgedrukte statusblad.
2.
Start een browser op een computer of smart device en voer vervolgens het IP-adres van de printer in.
Formaat:
IPv4: http://het IP-adres van de printer/
IPv6: http://[het IP-adres van de printer]/
Vo orb ee ld en:
IPv4: http://192.168.100.201/
IPv6: http://[2001:db8::1000:1]/
Opmerking:
Met een smart device kunt u Web Cong ook uitvoeren vanuit het onderhoudsscherm van Epson iPrint.
Gerelateerde informatie
& “Epson iPrint gebruiken” op pagina 83
Web
Cong
uitvoeren op Windows
Volg de onderstaande stappen om Web Cong uit te voeren als u een computer via WSD aansluit op de printer.
1. Open de printerlijst op de computer.
Win d ow s 10
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven in Hardware en geluiden.
Windows 8.1/Windows 8
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden (of Hardware).
Win d ow s 7
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden.
Win d ow s Vis t a
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden.
2. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen.
3. Selecteer het tabblad Webs er v ic e en klik op de URL.
Web Cong uitvoeren op Mac OS
1.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
116
2. Klik op Opties en toebehoren > Toon webpagina printer.
Vereiste toepassingen
Windows-printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Opmerking:
U kunt de taal van het printerstuurprogramma naar wens instellen. Selecteer de gewenste taal bij Ta a l op het tabblad
Hulpprogramma's.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Als u instellingen wilt opgeven die alleen moeten gelden voor de toepassing waarmee u aan het werk bent, opent u
het printerstuurprogramma vanuit de toepassing in kwestie.
Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand. Selecteer uw printer en klik vervolgens op
Vo or ke ur en of Eigenschappen.
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma openen via het bedieningspaneel
Wilt u instellingen congureren voor alle toepassingen, dan kunt u dit via het bedieningspaneel doen.
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm > Apparaten en printers
weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het pictogram voor
de printer ingedrukt en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in Hardware
en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd het pictogram voor de printer ingedrukt en
selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer
Conguratiescherm
> Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen selecteren.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
117
Het printerstuurprogramma openen via het printerpictogram op de taakbalk
Het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad is een snelkoppeling waarmee u snel het
printerstuurprogramma kunt openen.
Als u op het printerpictogram klikt en Printerinstellingen selecteert, kunt u hetzelfde venster met
printerinstellingen openen als het venster dat u opent via het bedieningspaneel. Als u op dit pictogram dubbelklikt,
kunt u de status van de printer controleren.
Opmerking:
Als het printerpictogram niet op de taakbalk wordt weergegeven, open dan het venster van het printerstuurprogramma, klik
op Controlevoorkeursinstellingen op het tabblad Hulpprogramma's en selecteer vervolgens Snelkoppelingspictogram
registreren op taakbalk.
De toepassing starten
Open het venster van het printerstuurprogramma. Selecteer het tabblad Hulpprogramma's.
Instellingen voor het Windows-printerstuurprogramma beperken
U kunt sommige instellingen van het printerstuurprogramma vergrendelen, zodat andere gebruikers ze niet
kunnen wijzigen.
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder.
1. Open de Optionele instellingen in de printereigenschappen.
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Systeem >
Conguratiescherm
> Apparaten en printers
weergeven in Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer
ingedrukt en selecteer Printereigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer, of houd de printer ingedrukt en
selecteer Printereigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
Windows 7/Windows Server 2008 R2
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven in
Hardware en geluiden. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Printereigenschappen.
Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers in Hardware en geluiden. Klik met de
rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer het tabblad Optionele instellingen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start, selecteer Conguratiescherm > Printers en andere hardware > Printers en
faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op uw printer en selecteer Eigenschappen. Selecteer het
tabblad Optionele instellingen.
2.
Klik op Driverinstellingen.
3. Selecteer de functie die u wilt beveiligen.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
118
4. Klik op OK.
Bedieningsinstellingen voor Windows-printerdriver congureren
U kunt instellingen
congureren
zoals het inschakelen van EPSON Status Monitor 3.
1. Open het venster van de printerdriver.
2. Klik op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's.
3. Congureer de gewenste instellingen en klik vervolgens op OK.
Zie de online-Help voor een uitleg van de items voor instellingen.
Gerelateerde informatie
&
“Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
Mac OS-printerstuurprogramma
Het printerstuurprogramma bestuurt de printer op basis van de opdrachten van een toepassing. Door instellingen
op te geven in het printerstuurprogramma krijgt u het beste afdrukresultaat. Met het hulpprogramma voor het
printerstuurprogramma kunt u de status van de printer controleren en de printer in optimale conditie houden.
Het printerstuurprogramma openen vanuit een toepassing
Klik op Pagina-instelling of Afdrukken in het menu File van uw toepassing. Klik indien nodig op To on d etai ls
(of
d
) om het afdrukvenster te vergroten.
Opmerking:
Aankelijk van de toepassing die wordt gebruikt, wordt Pagina-instelling mogelijk niet weergegeven in het menu Bestand
en kunnen de bewerkingen voor het weergeven van het afdrukscherm verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer
informatie.
De toepassing starten
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open
Printerhulpprogramma.
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-printerdriver congureren
Het venster Bedieningsinstellingen openen voor het Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of Stuurprogramma).
Bedieningsinstellingen voor de Mac OS-printerdriver
Lege pagina overslaan: Hiermee wordt voorkomen dat lege pagina's worden afgedrukt.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
119
Stille modus: Hiermee maakt de printer minder geluid, maar de afdruksnelheid kan afnemen. Aankelijk van
de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in
het geluid dat de printer produceert.
Tijdelijk afdrukken in zwart-wit: Hiermee wordt alleen tijdelijk met zwarte inkt afgedrukt.
Afdrukken met hoge snelheid: Hiermee drukt de printkop in beide richtingen af. Het afdrukken verloopt
sneller, maar de kwaliteit kan afnemen.
Waarschuwingen: Wanneer deze optie is ingesteld, kan de printerdriver waarschuwingen weergeven.
Bidirectionele communicatie gebruiken: Dit moet normaliter ingesteld zijn op Aan. Selecteer Uit omdat het
openen van de printerinformatie niet mogelijk is omdat de printer gedeeld wordt met Windows computers op
een netwerk.
Gerelateerde informatie
& “Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken” op pagina 107
Applicatie voor afdrukafbeeldingen (Epson Photo+)
Epson Photo+ is een applicatie waarmee u gemakkelijk aeeldingen met verschillende lay-outs kunt afdrukken. U
kunt ook beeldcorrectie uitvoeren en de positie aanpassen wanneer u de voorbeeldweergave van uw document
bekijkt. U kunt uw
aeeldingen
ook opvrolijken door test en stempels toe te voegen waar u maar wilt. Wanneer u
op legitiem Epson fotopapier afdrukt, worden de inktprestaties gemaximaliseerd voor een prachtige afwerking met
uitstekende kleuren.
Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Het printerstuurprogramma moet zijn geïnstalleerd om deze applicatie te gebruiken.
Beginnen met Windows
Wi ndo ws 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > Epson Photo+.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi ndo ws 7 / Wi ndo ws Vi sta/ Wi n dow s XP
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's of Programma's > Epson Soware > Epson Photo+.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Epson Photo+.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen installeren” op pagina 123
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
120
Hulpprogramma's voor software-updates (EPSON Software
Updater)
EPSON Soware Updater is een toepassing die controleert op nieuwe of bijgewerkte soware op internet en deze
vervolgens installeert.U kunt ook de rmware en de handleiding van de printer bijwerken.
Opmerking:
Windows Server besturingssystemen worden niet ondersteund.
Installatiemethode
Download EPSON
Soware
Updater van de Epson-website.
Als u een Windows-computer gebruikt en de toepassingen niet kunt downloaden vanaf de website, kunt u deze
installeren vanaf de meegeleverde
soware-cd.
http://www.epson.com
Beginnen met Windows
Wi ndo ws 1 0
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Windows 8.1/Windows 8
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Wi ndo ws 7 / Wi ndo ws Vi sta/ Wi n dow s XP
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens Alle Programma's of Programma's > Epson Soware > EPSON
Soware Updater.
Opmerking:
U kunt EPSON Soware Updater ook starten door te klikken op het printerpictogram op de taakbalk van het bureaublad en
vervolgens
Soware-update
te selecteren.
Beginnen met Mac OS
Selecteer Start > Toepassingen > Epson Soware > EPSON Soware Updater.
Toepassing voor het congureren van meerdere apparaten
(EpsonNet
Cong
)
EpsonNet Cong is een toepassing waarmee u de netwerkinterface-adressen en -protocollen kunt congureren.
Zie de gebruikershandleiding voor EpsonNet Cong of de help van de toepassing voor meer informatie.
Beginnen met Windows
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de knop Start en selecteer vervolgens EpsonNet > EpsonNet Cong.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Voer de naam van de soware in het zoekvenster in en selecteer vervolgens het weergegeven pictogram.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
121
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003
R2/Windows Server 2003
Klik op de knop Start en selecteer Alle programma's of Programma's > EpsonNet > EpsonNet
Cong
SE >
EpsonNet Cong.
Beginnen met Mac OS
Ga > Toe pa ss ing en > Epson Soware > EpsonNet > EpsonNet Cong SE > EpsonNet Cong.
Toepassingen verwijderen
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
Toepassingen verwijderen — Windows
1. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
2.
Sluit alle actieve toepassingen.
3.
Conguratiescherm
openen:
Windows 10/Windows Server 2019/Windows Server 2016
Klik op de startknop en selecteer vervolgens Systeem > Conguratiescherm.
Windows 8.1/Windows 8/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012
Selecteer Bureaublad > Instellingen > Conguratiescherm.
Windows 7/Windows Vista/Windows XP/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server
2003 R2/Windows Server 2003
Klik op de startknop en selecteer Conguratiescherm.
4.
Open Een programma verwijderen (of Programma's installeren of verwijderen):
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Selecteer Een programma verwijderen in Programma's.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Programma's installeren of verwijderen.
5.
Selecteer de soware die u wilt verwijderen.
U kunt het printerstuurprogramma niet verwijderen als er afdruktaken actief zijn. Verwijder de taken of wacht
tot deze zijn afgedrukt voordat u het printerstuurprogramma verwijdert.
6. De toepassingen verwijderen:
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Vista/Windows Server 2019/Windows Server
2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008
Klik op Ver w ij de ren/ wijz ig en of Ver w ij der en .
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Klik op Wijzigen/Verwijderen of Ver wijd eren.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
122
Opmerking:
Als het venster Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
7. Volg de instructies op het scherm.
Toepassingen verwijderen — Mac OS
1. Download de Uninstaller met EPSON
Soware
Updater.
Als u de Uninstaller hebt gedownload, hoe u deze niet telkens opnieuw te downloaden wanneer u de
toepassing verwijdert.
2. Druk op de knop
P
om de printer uit te zetten.
3. Als u het printerstuurprogramma wilt verwijderen, selecteert u Systeemvoorkeuren in het Apple-menu >
Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en faxen) en vervolgens verwijdert u de printer
uit de printerlijst.
4. Sluit alle actieve toepassingen.
5.
Selecteer Ga > Toepassingen > Epson Soware > Uninstaller.
6. Selecteer de toepassing die u wilt verwijderen en klik vervolgens op Maak installatie ongedaan.
c
Belangrijk:
De Uninstaller verwijdert alle Epson-inktjetprinterstuurprogramma's van de computer. Als u meerdere Epson
inktjetprinters gebruikt en u enkel bepaalde stuurprogramma's wilt verwijderen, verwijder ze dan eerst
allemaal en installeer dan enkel de vereiste stuurprogramma's.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt verwijderen niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet verwijderen met de Uninstaller.
Selecteer in dat geval Start > Toepassingen > Epson Soware, kies de toepassing die wilt verwijderen en sleep deze
vervolgens naar het prullenmandpictogram.
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 121
Toepassingen installeren
Verbind uw computer met het netwerk en installeer de nieuwste versie van toepassingen vanaf de website.
Opmerking:
Meld u aan op uw computer als beheerder. Voer het beheerderswachtwoord in als u hierom wordt gevraagd.
U moet een toepassing eerst verwijderen voordat u deze opnieuw kunt installeren.
1. Sluit alle actieve toepassingen.
2. Koppel de printer en computer tijdelijk los als u de printerdriver installeert.
Opmerking:
Verbindt de printer en computer pas als de instructies dit zeggen.
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
123
3. Open de volgende website en voer de productnaam in.
http://epson.sn
4. Selecteer Instellen en klik dan op Downloaden.
5. Klik of dubbelklik op het gedownloade bestand en volg vervolgens de instructies op het scherm.
Opmerking:
Als u een Windows-computer gebruikt en de toepassingen niet kunt downloaden vanaf de website, installeert u deze van de
soware-cd
die met de printer is geleverd.
Gerelateerde informatie
& “Toepassingen verwijderen” op pagina 122
Toepassingen en rmware bijwerken
Bepaalde problemen kunnen worden opgelost door de toepassingen en
rmware
opnieuw te installeren. Zorg
ervoor dat u de nieuwste versie van de toepassingen en rmware gebruikt.
1. Sluit de lichtnetadapter aan op de printer.
2. Controleer of de printer en de computer zijn aangesloten, en of de computer met internet is verbonden.
3. Start EPSON Soware Updater en werk de toepassingen of de rmware bij.
c
Belangrijk:
Schakel de computer of de printer niet uit voordat de update is voltoord, anders kan de printer defect raken.
Opmerking:
Als u de toepassing die u wilt bijwerken niet kunt vinden in de lijst, kunt u deze niet bijwerken met de EPSON Soware
Updater. Kijk op uw lokale Epson-website voor de nieuwste versies van de toepassingen.
http://www.epson.com
Gerelateerde informatie
& “Hulpprogramma's voor soware-updates (EPSON Soware Updater)” op pagina 121
Gebruikershandleiding
Netwerkservice en softwareinformatie
124
Problemen oplossen
De printerstatus controleren
Op het display kunt u foutberichten en een geschatte waarde van het inktniveau bekijken.
De foutcodes op het lcd-scherm bekijken
Als er een fout optreedt of als er informatie is waarnaar u moet kijken, wordt een code weergegeven op het lcd-
scherm.
Code Toe st and Oplossingen
E-01 Er is een printerfout opgetreden. Verwijder al het papier en beschermingsmateriaal uit de printer. Als
de foutmelding na het uit- en opnieuw inschakelen nog steeds wordt
weergegeven, neemt u contact op met de ondersteuning van Epson.
E-11 Een inktkussentje moet worden
vervangen.
Neem contact op met Epson of een erkende Epson-serviceprovider
om het inktkussentje te vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de
gebruiker worden vervangen.
E-12 Een onderhoudsset is bijna vol. U
moet de onderhoudsset vervangen.
Schakel de stroom uit en vervang de onderhoudsset voor een nieuwe.
E-13 Een onderhoudsset is niet of niet
correct geïnstalleerd.
Schakel het apparaat uit en installeer vervolgens de onderhoudsset.
E-14 De onderhoudsset wordt niet
herkend.
Schakel het apparaat uit en installeer vervolgens de onderhoudsset
opnieuw. Als het bericht ook na het opnieuw installeren van de
onderhoudsset wordt weergegeven, vervangt u de onderhoudsset
voor een nieuwe.
E-21
E-25
Er is een batterijfout opgetreden.
De printer wordt automatisch
uitgeschakeld.
Neem contact op met de klantenservice van Epson.
E-21 is een foutcode voor de ingebouwde batterij. E-25 is een
foutcode voor de optionele externe batterij.
E-22
E-26
De batterij is te koud om te
gebruiken. De printer wordt
automatisch uitgeschakeld.
Gebruik deze printer bij een temperatuur tussen 10 en 35 °C.
E-22 en E-23 zijn foutcodes voor de ingebouwde batterij. E-26 en E-27
zijn foutcodes voor de optionele externe batterij.
E-23
E-27
De batterij is te warm om te
gebruiken. De printer wordt
automatisch uitgeschakeld.
E-24 De batterijspanning is te laag om te
gebruiken. De printer wordt
automatisch uitgeschakeld.
Laad de batterij op of sluit de lichtnetadapter aan op de printer.
W-01 Er is een papierstoring opgetreden
in de papiertoevoer achter.
Verwijder het vastgelopen papier en druk op de knop OK.
W-02 Er is een papierstoring opgetreden
binnen in de printer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
125
Code Toe st and Oplossingen
W-11 Een inktkussentje van de printer
nadert het einde van zijn
levensduur.
Neem contact op met Epson of een erkende Epson-serviceprovider
om het inktkussentje te vervangen*. Dit onderdeel kan niet door de
gebruiker worden vervangen. Het bericht wordt weergegeven tot het
inktkussentje wordt vervangen.
Druk op de knop OK om het afdrukken te hervatten.
W-12 De inktcartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Druk elke cartridge voorzichtig aan. Ze moeten vastklikken.
W-13 De geïnstalleerde cartridge kan niet
worden gebruikt in deze printer.
Vervang de inktcartridges door cartridges die wel compatibel zijn met
deze printer.
I-22
Stel Wi-Fi in via Drukknop (WPS).
Druk op de knop op het toegangspunt. Als het toegangspunt geen
knop heeft, open dan het venster met instellingen voor het
toegangspunt en klik op de knop in de software.
I-23
Stel Wi-Fi in via PIN-code (WPS).
Voer binnen twee minuten op het toegangspunt of de computer de
pincode in die op het lcd-scherm wordt weergegeven.
I-31
Stel Wi-Fi in via Wi-Fi Autom.
Verbind.
Installeer de software op uw computer en druk vervolgens op de
knop OK wanneer het instellen van Wi-Fi begint.
I-41
Papierconguratie is
uitgeschakeld. Sommige functies
kunnen niet worden gebruikt.
Als de Papierconguratie is uitgeschakeld, kunt u AirPrint niet
gebruiken. Ook wordt er geen bericht weergegeven dat het
papierformaat en -type niet overeenkomt. Laat de instelling
ingeschakeld, tenzij u altijd papier van hetzelfde formaat en type
gebruikt en de papierinstellingen niet hoeft te wijzigen.
I-81 De printer schakelt over naar de
modus voor de ingebouwde
batterij omdat de lichtnetadapter
niet is aangesloten, de externe
batterij is verwijderd, de batterij
onvoldoende is opgeladen of er
een baterijfout is opgetreden.
Als op de printer de modus voor de ingebouwde batterij is
ingeschakeld, is de afdruksnelheid mogelijk lager. Sluit de
lichtnetadapter aan of installeer de externe batterij als u niet wilt dat
de afdruksnelheid verandert.
- De inkt is bijna op. U kunt doorgaan met afdrukken tot u opdracht krijgt de
inktcartridge(s) te vervangen. De printer kan niet afdrukken als een
van de inktcartridges helemaal leeg is. Zorg zo snel mogelijk voor een
of meer nieuwe cartridges.
- De inkt is opgebruikt en u moet de
inktcartridges vervangen.
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop
blijft een variabele inktreserve in de cartridge achter op het moment
dat de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Vervang
het inktpatroon wanneer hierom wordt gevraagd.
- Er is een niet-originele batterij
geïnstalleerd.
Verwijder de externe batterij.
Recovery
Mode
De printer is in de herstelmodus
gestart omdat de rmware-update
is mislukt.
Volg de onderstaande stappen om opnieuw te proberen de rmware
bij te werken.
1. Sluit de printer aan op de lichtnetadapter.
2. Sluit de computer en de printer met een USB-kabel op elkaar aan.
(In de herstelmodus kunt u de rmware niet via een
netwerkverbinding bijwerken.)
3. Ga naar uw lokale Epson-website voor verdere instructies.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
126
* Bij sommige afdrukcycli kan een kleine hoeveelheid overtollige inkt op het inktkussentje terechtkomen. Om te
voorkomen dat er inkt uit het kussentje lekt, is de printer ontworpen om het afdrukken te stoppen wanneer het
kussentje de limiet bereikt. Of en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort
materiaal waarop u afdrukt en het aantal reinigingsprocedures dat door het apparaat wordt uitgevoerd. Dat het
kussentje moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw printer niet meer volgens de
specicaties
functioneert.
Als het kussentje moet worden vervangen, wordt er op de printer een melding weergegeven. Het kussentje kan
alleen worden vervangen door een erkende Epson-serviceprovider. De kosten voor deze vervanging vallen niet
onder de garantie van Epson.
Gerelateerde informatie
& “Contact opnemen met de klantenservice van Epson” op pagina 153
& “De ingebouwde batterij opladen” op pagina 88
& “Toepassingen installeren” op pagina 123
& “Toepassingen en rmware bijwerken” op pagina 124
& “De inktpatronen vervangen” op pagina 100
De printerstatus controleren - Windows
1. Open het venster van de printerdriver.
2.
Klik op EPSON Status Monitor 3 in het tabblad Hulpprogramma's en selecteer daar Details.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 is uitgeschakeld, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
Gerelateerde informatie
& “Windows-printerstuurprogramma” op pagina 117
De printerstatus controleren — Mac OS
1. Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer.
2. Klik op Opties en toebehoren > Hulpprogramma > Open Printerhulpprogramma.
3. Klik op EPSON Status Monitor.
U kunt de printerstatus, het inktpeil en de foutstatus controleren.
Vastgelopen papier verwijderen
Controleer de foutmelding die op het bedieningspaneel wordt weergegeven en volg de instructies om het
vastgelopen papier, inclusief afgescheurde stukjes, te verwijderen. Verwijder hierna de foutmelding.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
127
c
Belangrijk:
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier. Het papier krachtdadig verwijderen kan de printer beschadigen.
Vastgelopen papier verwijderen uit de Papiertoevoer achter
Verwijder het vastgelopen papier.
Vastgelopen papier uit de printer verwijderen
!
Let op:
Raak de toetsen op het bedieningspaneel nooit aan terwijl uw hand in de printer zit. Als de printer start, kan dit
letsels veroorzaken. Zorg dat u de uitstekende onderdelen niet aanraakt om letsel te voorkomen.
1. Open de binnendeksel.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
128
2. Verwijder het vastgelopen papier.
c
Belangrijk:
Raak de witte, platte kabel of het doorzichtige onderdeel binnen in de printer niet aan. Dit kan een defect
veroorzaken.
3. Sluit de binnendeksel.
Papier wordt niet goed ingevoerd
Controleer het volgende als het papier scheef, met verschillende vellen tegelijk of helemaal niet wordt ingevoerd, of
als papier wordt uitgeworpen.
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Mogelijk is de batterij bijna leeg. Sluit de lichtnetadapter aan op de printer of installeer de optionele externe
batterij.
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Volg de voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking.
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
129
Als er een foutmelding over lege papierlades optreedt, hoewel er papier in de printer zit, laad het papier dan
opnieuw tegen de rechterzijde van de papiertoevoer achter.
Laad één blad papier per keer wanneer u meerdere bladen laadt.
Wanneer er verschillende vellen tegelijk worden ingevoerd tijdens dubbelzijdig afdrukken, haalt u al het papier
uit de papierbron voordat u het opnieuw laadt.
Laad en werp het papier uit zonder af te drukken om het papiertraject te reinigen.
Zorg ervoor dat de instellingen van het papierformaat en -type in de papierbron juist zijn.
Gerelateerde informatie
& “Omgevingsspecicaties” op pagina 150
&
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 58
&
“Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met papier” op pagina 57
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Het papiertraject reinigen” op pagina 113
Problemen met stroomtoevoer en bedieningspaneel
De stroom wordt niet ingeschakeld
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Houd de knop
P
iets langer ingedrukt.
Als u de printer niet kunt inschakelen wanneer deze op batterijstroom is ingesteld, is de batterij mogelijk bijna
leeg. Sluit u de lichtnetadapter aan of laad de batterij op en schakel de printer opnieuw in.
Als het aan-uitlampje brandt maar op het lcd-scherm niets wordt weergegeven, is de printer mogelijk niet
correct uitgeschakeld. Probeer het probleem op te lossen dat optreedt als het apparaat niet wordt uitgeschakeld.
Stroom wordt niet uitgeschakeld
Koppel de wisselstroomadapter en USB-kabel los. Houd de knop
P
en de knop
y
tegelijkertijd langer dan zeven
seconden ingedrukt en laat ze vervolgens los. Zet de printer weer aan en zet deze uit door op de toets
P
te
drukken om te voorkomen dat de printkop uitdroogt.
Het display wordt donker
De printer staat in slaapstand. Druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel om het display weer te
activeren.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
130
De printer wordt plotseling uitgeschakeld als de printer op
batterijstroom werkt
De printer wordt uitgeschakeld als geen bewerkingen worden uitgevoerd. Schakel de printer weer in.
Controleer het batterijniveau. Als de batterij bijna leeg is, sluit u de lichtnetadapter aan op de printer of laadt u
de batterij op.
Kan de batterij niet opladen via een computer
Selecteer op het bedieningspaneel Menu > Batterij > Batterij-inst. en schakel USB-stroomtoevoer via PC in.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld of dat de slaapmodus is ingeschakeld.
Schakel de computer in. Activeer de computer wanneer de slaap- of sluimerstand is ingeschakeld.
U kunt de batterij niet opladen via een USB-hub. Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer.
Mogelijk is de computer zo ingesteld dat andere apparaten niet mogen worden opgeladen als de computer op
batterijspanning werkt. Controleer de instellingen van de computer.
De optionele externe batterij kan niet via een computer worden geladen. Laad deze op met de lichtnetadapter.
Gerelateerde informatie
& “De ingebouwde batterij laden via een USB-verbinding” op pagina 89
De optionele externe batterij wordt niet herkend
Als het onderstaande scherm wordt weergegeven, schakelt u de printer uit, sluit u de lichtnetadapter aan en
schakelt u de printer weer in.
Kan niet afdrukken vanaf een computer
De verbinding controleren (USB)
Plaats de printer op een vlakke ondergrond en gebruik deze in de aanbevolen omgevingsomstandigheden.
Sluit de USB-kabel goed aan tussen de printer en de computer.
Als u een USB-hub gebruikt, sluit u de printer direct op de computer aan.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
131
Als de USB-kabel niet wordt herkend, gebruikt u een andere poort of een andere USB-kabel.
Probeer het volgende als de printer niet kan afdrukken via een USB-verbinding.
Koppel de USB-kabel los van de computer. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de
computer en selecteer Apparaat verwijderen. Sluit vervolgens de USB-kabel aan op de computer en druk een
testpagina af.
Stel de USB-verbinding opnieuw in aan de hand van de stappen in deze handleiding voor het wijzigen van de
verbindingsmethode met een computer. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Selecteer op het bedieningspaneel Menu > Batterij > Batterij-inst. en schakel USB-stroomtoevoer via PC uit.
Gerelateerde informatie
& “De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 52
De verbinding controleren (netwerk)
Wanneer u een andere draadloze router of provider in gebruik hebt genomen of van provider bent gewisseld,
stelt u de netwerkverbindingen voor de printer opnieuw in. Verbind de computer of het smart device via
hetzelfde SSID als de printer.
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en tenslotte de
printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en de draadloze
router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te
congureren.
Druk het netwerkverbindingsrapport af. Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie. Als uit het rapport blijkt dat er geen netwerkverbinding tot stand is gebracht, controleert u het
netwerkverbindingsrapport en volgt u de afgedrukte oplossingen.
Als het aan de printer toegewezen IP-adres 169.254.XXX.XXX is, en het subnetmasker is 255.255.0.0, is het IP-
adres mogelijk niet correct toegewezen. Start de draadloze router opnieuw of stel de netwerkinstellingen van de
printer opnieuw in. Als het probleem hiermee niet is opgelost, raadpleegt u de documentatie van de draadloze
router.
Probeer op de computer een internetpagina te openen om te controleren of de netwerkinstellingen van de
computer correct zijn. Als u geen internetpagina's kunt openen, is er probleem met de computer. Controleer de
netwerkverbinding van de computer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
132
De software en gegevens controleren
Controleer of een origineel Epson-printerstuurprogramma is geïnstalleerd.Als er geen origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd, zijn de functies beperkt.Het wordt aanbevolen een origineel Epson-
printerstuurprogramma te gebruiken.Zie de koppeling met gerelateerde informatie hieronder voor meer
informatie.
Als u een aeelding afdrukt die uit een grote hoeveelheid gegevens bestaat, kan de computer een tekort aan
geheugen ondervinden.Druk de
aeelding
af op een lagere resolutie of een kleiner formaat.
Controleren op originele Epson-printerstuurprogramma's
Via een van de volgende methoden kunt u controleren of op de computer een origineel Epson-
printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Windows
Selecteer Conguratiescherm > Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en faxapparaten) en doe
het volgende om het venster voor printservereigenschappen te openen.
Windows 10/Windows 8.1/Windows 8/Windows 7/Windows Server 2019/Windows Server 2016/Windows
Server 2012 R2/Windows Server 2012/Windows Server 2008 R2
Klik op het printerpictogram en klik vervolgens op Printservereigenschappen bovenaan het venster.
Windows Vista/Windows Server 2008
Klik met de rechtermuisknop op de map Printers en selecteer vervolgens Als administrator uitvoeren >
Servereigenschappen.
Windows XP/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003
Selecteer in het menu Bestand de optie Servereigenschappen.
Klik op het tabblad Stuurprogramma. Als de naam van uw printer in de lijst wordt weergegeven, is een origineel
Epson-printerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
133
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren, en als het tabblad Opties en het
tabblad Hulpprogramma worden weergegeven, is er een origineel Epson-printerstuurprogramma op de computer
geïnstalleerd.
De printerstatus controleren vanaf de computer (Windows)
Klik op Wac ht rij op het tabblad Hulpprogramma's van het printerstuurprogramma, en controleer het volgende.
Controleer of er gepauzeerde afdruktaken zijn.
Als overbodige gegevens achterblijven, selecteert u Alle documenten annuleren in het menu Printer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
134
Zorg ervoor dat de printer niet oine of in wachtstand staat.
Als de printer
oine
is of in wachtstand staat, schakel de relevante instelling dan uit via het menu Printer.
Zorg ervoor dat de printer is geselecteerd als standaardprinter via het menu Printer (er moet een vinkje op het
item staan).
Als de printer niet als standaardprinter is geselecteerd, stelt u deze in als de standaardprinter. Als zich meerdere
pictogrammen bevinden in
Conguratiescherm
> Apparaten en printers weergeven (Printers, Printers en
faxapparaten), raadpleegt u het volgende gedeelte om het pictogram te selecteren.
Voor beel d)
USB-verbinding: EPSON XXXX-serie
Netwerkverbinding: EPSON XXXX-serie (netwerk)
Als u het printerstuurprogramma. meerdere keren hebt geïnstalleerd, worden er mogelijk kopieën gemaakt van
het printerstuurprogramma. Als er kopieën zijn gemaakt, bijvoorbeeld met de naam "EPSON XXXX-serie
(kopie 1)", klikt u met de rechtermuisknop op het gekopieerde stuurprogrammapictogram en klikt u op
Apparaat verwijderen.
Zorg ervoor dat de printerpoort goed is geselecteerd in Eigenschappen > Poort in het menu Printer. Dit gaat
als volgt.
Selecteer "USBXXX" voor een USB-verbinding of "EpsonNet Print Port" voor een netwerkverbinding.
De printerstatus controleren vanaf de computer (Mac OS)
Zorg ervoor dat de printerstatus niet Pauze is.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het Apple-menu > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken
en faxen) en dubbelklik dan op de printer. Als de printer gepauzeerd is, klikt u op Hervatten (of Printer
hervatten).
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren
Schakel de apparaten die u met het netwerk wilt verbinden uit. Wacht circa 10 seconden en schakel de
apparaten in de volgende volgorde weer in: de draadloze router, de computer of het smart device en tenslotte de
printer. Verklein de afstand tussen de printer en de computer of het smart device enerzijds en de draadloze
router anderzijds om de radiocommunicatie te vereenvoudigen, en probeer vervolgens opnieuw de
netwerkinstellingen te congureren.
Selecteer Menu > Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole en druk vervolgens het
netwerkverbindingsrapport af. Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en
volg de afgedrukte oplossingen.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
135
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 46
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de
netwerkinstellingen correct zijn
Als u geen verbinding kunt maken tussen de computer of het smart device en de printer terwijl er geen fouten
worden weergegeven in het netwerkverbindingsrapport, controleert u het volgende.
Wanneer u tegelijkertijd meerdere draadloze routers gebruikt, kunt u de printer mogelijk niet gebruiken vanaf
de computer of het smart device vanwege de instellingen van de draadloze routers. Verbind de computer of het
smart device met dezelfde draadloze router als de printer.
Als de tetheringfunctie op het smart device is ingeschakeld, schakelt u deze uit.
Mogelijk kunt u geen verbinding maken met het de draadloze router wanneer deze meerdere SSID's hee en de
apparaten zijn verbonden met andere SSID's op dezelfde draadloze router. Verbind de computer of het smart
device via hetzelfde SSID als de printer.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
136
De meeste draadloze routers hebben een functie voor privacyscheiding waarmee communicatie tussen
verbonden apparaten wordt geblokkeerd. Als er geen communicatie mogelijk is tussen de printer en de
computer of het smart device, terwijl deze zijn verbonden met hetzelfde netwerk, schakelt u de privacyscheiding
op de draadloze router uit. Zie voor meer informatie de bij de draadloze router geleverde handleiding.
Gerelateerde informatie
& “De SSID controleren waarmee de printer is verbonden” op pagina 137
& “De SSID voor de computer controleren” op pagina 138
De SSID controleren waarmee de printer is verbonden
U kunt de SSID controleren door een netwerkverbindingsrapport of netwerkstatusvel af te drukken of in Web
Cong.
Gerelateerde informatie
& “Een netwerkverbindingsrapport afdrukken” op pagina 45
& “Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
137
De SSID voor de computer controleren
Windows
Klik op
in het taakvak van de desktop. Controleer de naam van de verbonden SSID in de lijst die wordt
weergegeven.
Mac OS
Klik op het Wi-Fi-pictogram boven in het computerscherm. Er wordt een lijst met SSID's weergegeven en de
verbonden SSID is gemarkeerd met een vinkje.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
138
Verbindingen via een draadloos netwerk (Wi-Fi) worden instabiel
bij gebruik van USB 3.0-apparaten op een Mac
Wanneer u een apparaat aansluit op de USB 3.0-poort van een Mac, kan interferentie op de radiofrequentie
optreden. Ga als volgt te werk als u geen verbinding kunt maken met een draadloos netwerk (Wi-Fi) of als de
bewerkingen niet zonder storingen kunnen worden uitgevoerd.
Plaats het apparaat dat op de USB 3.0-poort is aangesloten verder weg van de computer.
Als de printer het 5GHz-frequentiebereik ondersteunt, stelt u de SSID in voor verbinding met het 5GHz-bereik.
Gerelateerde informatie
& “Wi-Fi-specicaties” op pagina 147
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad of iPod
touch
Verbind de iPhone, iPad of iPod touch met hetzelfde netwerk (SSID) als de printer.
Schakel
Papierconguratie
in de volgende menu's in.
Menu > Printerinstallatie > Papierbroninst. > Papierconguratie
Schakel de instelling AirPrint in Web Cong in.
Afdrukproblemen
Afdrukkwaliteit is slecht
Controleer het volgende als de afdrukkwaliteit slecht is vanwege wazige afdrukken, zichtbare strepen, ontbrekende
kleuren, vervaagde kleuren, verkeerde uitlijning en mozaïek-achtige patronen op de afdrukken.
Gebruik papier dat door deze printer wordt ondersteund.
Niet afdrukken op papier dat vochtig, beschadigd of te oud is.
Druk het papier of de enveloppe plat als het papier gekruld is of de enveloppe lucht bevat.
Gebruik gegevens met een hoge resolutie als u aeeldingen of foto's afdrukt. Aeeldingen op websites
gebruiken meestal een lage resolutie terwijl ze goed lijken op de display. Hierdoor kan de afdrukkwaliteit
afnemen.
Selecteer de geschikte instelling voor het papierformaat in het printerstuurprogramma voor het papierformaat
dat in de printer is geladen.
Afdrukken met een hoge kwaliteitsinstelling in het printerstuurprogramma.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
139
Als aeeldingen of foto's in onverwachte kleuren worden afgedrukt, pas de kleuren dan aan en druk opnieuw
af. De functie automatische kleurcorrectie gebruikt de standaard correctiemodus van PhotoEnhance. Probeer
een andere correctiemodus van PhotoEnhance door een andere optie dan Automat. correctie te selecteren als
de instelling Scènecorrectie. Als het probleem zich blij voordoen, gebruik dan een andere functie voor de
kleurcorrectie dan PhotoEnhance.
Wi n d o w s
Selecteer Aangepast bij Kleurcorrectie op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma. Klik op
Geavanceerd en probeer dan iets anders dan PhotoEnhance als Kleurenbeheer instelling.
Mac OS
Selecteer Kleuren aanpassen in het snelmenu van het afdrukdialoog en selecteer vervolgens EPSON
Kleurencontrole. Selecteer Kleurenopties in het pop-upmenu en selecteer dan iets anders dan
PhotoEnhance.
Deactiveer de instelling in twee richtingen (of met hoge snelheid). Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt
de printkop in beide richtingen af, en worden verticale lijnen mogelijk niet goed uitgelijnd. Als u deze functie
uitschakelt, kan het afdrukken langzamer verlopen.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Hoge snelheid in het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Afdrukken met hoge snelheid.
Selecteer op het bedieningspaneel Menu > Dichtheidinstellingen normaal papier en pas de dichtheid aan.
Selecteer op het bedieningspaneel Menu > Kleuraanpassing en pas de kleur aan.
Voer een spuitkanaaltjescontrole uit en reinig dan de printkop als er spuitkanaaltjes van de printkop verstopt
zitten.
Lijn de printkop uit.
Als zich om de 2.5 cm een verkeerde uitlijning voordoet, moet u de printkop uitlijnen.
Het papier niet meteen stapelen na het afdrukken.
Laat de afdrukken volledig drogen voor u ze wegsteekt of uitstalt. Vermijd direct zonlicht, gebruik geen droger
en raak de afgedrukte zijde van het papier niet aan tijdens het drogen van de afdrukken.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges. Dit product is ontworpen om kleuren aan te passen gebaseerd
op het gebruik van originele Epson-cartridges. De afdrukkwaliteit kan verslechteren wanneer niet-originele
cartridges worden gebruikt.
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruik in plaats van gewoon papier voor het afdrukken van
aeeldingen
of foto's. Druk op de afdrukbare zijde van het originele Epson-papier.
Gerelateerde informatie
&
“Voorzorgsmaatregelen bij het omgaan met papier” op pagina 57
&
“Lijst met papiertypes” op pagina 59
& “De printkop controleren en reinigen” op pagina 111
& “De printkop uitlijnen” op pagina 112
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
140
& “Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 58
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn niet juist
Laad het papier in de juiste richting en schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier aan.
Als het papier naar rechts trekt en hier wordt afgesneden, is het papier mogelijk niet correct geladen. Schuif de
zijgeleider helemaal naar links en het deel rechts helemaal naar rechts en laad het papier opnieuw.
Selecteer de geschikte instelling voor het formaat op het bedieningspaneel of in het printerstuurprogramma.
Pas de marge-instelling in de toepassing aan zodat deze binnen het afdrukgebied valt.
Tijdens randloos afdrukken wordt de
aeelding
iets vergroot en het uitstekende gebied bijgesneden. Pas de
mate van vergroting aan.
Wi n d o w s
Klik op Instellingen bij Randloos op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma en selecteer
vervolgens de mate van vergroting.
Mac OS
Pas de instelling Uitbreiding aan in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Gerelateerde informatie
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Afdrukbaar gebied” op pagina 145
Papier vertoont vlekken of is bekrast
Controleer het volgende als het papier vlekken vertoond of bekrast is tijdens het afdrukken.
Reinig het papiertraject.
Plaats het papier op een vlakke ondergrond om te controleren of het is opgekruld. Maak het plat indien dit het
geval is.
Laad papier in de juiste richting.
Zorg ervoor dat de inkt volledig gedroogd is voordat u het papier opnieuw laadt bij het handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
141
Gerelateerde informatie
& “Het papiertraject reinigen” op pagina 113
& “Papier laden in de Papiertoevoer achter” op pagina 59
& “Afdrukkwaliteit is slecht” op pagina 139
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar
Sluit de interfacekabel goed aan tussen printer en computer.
Annuleer gepauzeerde afdruktaken.
Zet de computer niet handmatig in de Stand-by- of Slaap-stand tijdens het afdrukken. Als u de computer terug
opstart, worden er mogelijk onleesbare pagina's afgedrukt.
Gerelateerde informatie
& “Afdrukken annuleren” op pagina 86
De afgedrukte afbeelding is omgekeerd
Hef de selectie van instellingen voor het spiegelen van aeeldingen op in het printerstuurprogramma of de
toepassing.
Wi n d o w s
Hef de selectie op van Spiegel
aeelding
in het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Hef de selectie op van Spiegel aeelding in het menu Printerinstellingen van het afdrukdialoog.
Het probleem kon niet worden opgelost
Als u alle onderstaande oplossingen hebt geprobeerd en het probleem is nog steeds niet opgelost, verwijder dan de
printerdriver en installeer deze opnieuw.
Gerelateerde informatie
&
“Toepassingen verwijderen” op pagina 122
& “Toepassingen installeren” op pagina 123
Afdrukken verloopt te traag
Wanneer u meer dan ongeveer 15 minuten lang continu afdrukt, wordt het afdrukken vertraagd om te
voorkomen dat het printermechanisme oververhit en beschadigd raakt. Het afdrukken kan echter worden
voortgezet. Als u de normale afdruksnelheid wilt herstellen, annuleert u het afdrukken en laat u de printer
minstens 45 minuten
aoelen
met de stroom ingeschakeld. Herstel is niet mogelijk als de printer is
uitgeschakeld.
De afdruksnelheid neemt af als de batterij wordt gebruikt met de ingebouwde batterij. Sluit de lichtnetadapter
aan op de printer of installeer de optionele externe batterij.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
142
Sluit alle onnodige toepassingen.
Verlaag de kwaliteitsinstelling in het printerstuurprogramma. Afdrukken met hoge kwaliteit duurt langer.
Schakel de bidirectionele (of hogesnelheids-)instelling in. Wanneer deze instelling is geselecteerd, drukt de
printkop in beide richtingen af, en verhoogt de afdruksnelheid.
Wi n d o w s
Selecteer Hoge snelheid op het tabblad Meer opties van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Afdrukken met hoge snelheid.
Schakel de stille modus uit. Wanneer deze functie actief is, neemt de afdruksnelheid af.
Bedieningspaneel
In het startscherm selecteert u Menu > Printerinstallatie > Stille modus en schakelt u deze functie
vervolgens uit.
Wi n d o w s
Selecteer Uit bij Stille modus op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma.
Mac OS
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Uit voor Stille modus.
Selecteer op het bedieningspaneel Menu > Dichtheidinstellingen normaal papier en selecteer vervolgens
Standaard.
Overige problemen
Lichte elektrische schok wanneer u de printer aanraakt
Als er vele randapparaten op de computer zijn aangesloten, kunt u een lichte elektrische schok krijgen wanneer u
de printer aanraakt. Installeer een aardingskabel naar de computer die op de printer is aangesloten.
Printer maakt veel lawaai tijdens werking
Als de printer te veel lawaai maakt, schakel dan de stille modus in. De printer kan hierdoor echter langzamer gaan
werken.
Bedieningspaneel
Selecteer in het startscherm Menu > Printerinstallatie > Stille modus en schakel deze functie vervolgens in.
Windows-printerstuurprogramma
Selecteer Aan voor Stille modus op het tabblad Hoofdgroep.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
143
Mac OS-printerstuurprogramma
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen,
Afdrukken en faxen) en selecteer vervolgens de printer. Klik op Opties en toebehoren > Opties (of
Stuurprogramma). Selecteer Aan voor Stille modus.
Software wordt geblokkeerd door een rewall (alleen Windows)
Maak van de toepassing een door Windows Firewall toegelaten programma in de beveiligingsinstellingen in het
Conguratiescherm.
Gebruikershandleiding
Problemen oplossen
144
Bijlage
Technische
specicaties
Printer specicaties
Plaatsing van spuitstuk van printkop Spuitkanaaltjes voor zwarte inkt: 180
Spuitkanaaltjes voor gekleurde inkt: 59 voor elke kleur
Gewicht van het
papier
*
Gewoon papier 64 tot 90 g/m (17 tot 24 lb)
Enveloppen Enveloppe #10, DL, C6: 75 tot 90 g/m (20 tot 24 lb)
* Zelfs als de papierdikte zich binnen dit bereik bevindt, wordt het papier mogelijk niet in de printer ingevoerd of kan de
afdrukkwaliteit verminderen, afhankelijk van de papiereigenschappen of -kwaliteit.
Afdrukbaar gebied
De afdrukkwaliteit kan afnemen in de gearceerde gebieden door het mechanisme van de printer.
Enkele vellen (normale afdruk)
A 3.0 mm (0.12 in.)
B Behalve voor Letter en Legal:
3.0 mm (0.12 in.)
Letter, Legal:
6.0 mm (0.24 in.)
C 41.0 mm (1.62 in.)
D 37.0 mm (1.46 in.)
Enkele vellen (randloos afdrukken)
A 44.0 mm (1.73 in.)
B 40.0 mm (1.57 in.)
Gebruikershandleiding
Bijlage
145
Enveloppen
A 3.0 mm (0.12 in.)
B 5.0 mm (0.20 in.)
C 18.0 mm (0.71 in.)
D 41.0 mm (1.62 in.)
Interface-specicaties
Voor computer USB Hi-Speed
Lijst met netwerkfuncties
Netwerkfuncties en IPv4/IPv6
Functies Ondersteund Opmerkingen
Afdrukken via
netwerk
EpsonNet Print (Windows) IPv4 -
Standard TCP/IP (Windows) IPv4, IPv6 -
Afdrukken via WSD
(Windows)
IPv4, IPv6 Windows Vista of
hoger
Afdrukken via Bonjour (Mac
OS)
IPv4, IPv6 -
IPP-afdrukken (Windows,
Mac OS)
IPv4, IPv6 -
PictBridge-afdrukken (Wi-Fi) IPv4 - Digitale camera
Epson Connect (afdrukken
vanuit e-mail, afdrukken op
afstand)
IPv4 -
AirPrint (iOS, Mac OS) IPv4, IPv6 iOS 5 of hoger, Mac
OS X v10.7 of hoger
Google Cloud Print IPv4, IPv6 -
Scannen via het
netwerk
Epson Scan 2 IPv4, IPv6 - -
Event Manager IPv4 - -
Epson Connect (naar de
cloud scannen)
IPv4 - -
AirPrint (scannen) IPv4, IPv6 - OS X Mavericks of
hoger
Gebruikershandleiding
Bijlage
146
Functies Ondersteund Opmerkingen
Faxen Fax verzenden IPv4 - -
Fax ontvangen IPv4 - -
AirPrint (faxafdruk) IPv4, IPv6 - -
Wi-Fi-specicaties
Normen
IEEE 802.11a/b/g/n
*1
/ac
Frequentiebereiken IEEE 802.11b/g/n: 2,4 GHz, IEEE 802.11a/n/ac: 5 GHz
Kanalen Wi-Fi 2,4 GHz 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10/11/12/13
5 GHz
W52 (36/40/44/48)
*2
, W53 (52/56/60/64)
*2
,
W56 (100/104/108/112/116/120/124/128/132/136/140)
*3
,
W58 (149/153/157/161/165)
*3
Wi-Fi Direct 2,4 GHz 1/2/3/4/5/6/7/8/9/10/11/12/13
5 GHz
W52 (36/40/44/48)
*2
Verbindingsmodi
Infrastructuur, Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt)
*4, *5
Beveiligingsprotocolle
n
*6
WEP (64/128bit), WPA2-PSK (AES)
*7
*1 Alleen beschikbaar voor de HT20.
*2 Het gebruik van het apparaat buitenshuis via deze kanalen is verboden.
*3 De beschikbaarheid van deze kanalen kan van land tot land verschillen. Zie voor meer informatie
http://support.epson.net/wi5ghz/
*4 Niet ondersteund voor IEEE 802.11b.
*5 Infrastructuur en modi voor Wi-Fi Direct kunnen tegelijkertijd worden gebruikt.
*6 Wi-Fi Direct ondersteunt alleen WPA2-PSK (AES).
*7 Voldoet aan WPA2-standaarden met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
Beveiligingsprotocol
SSL/TLS HTTPS Server/Client, IPPS
Ondersteunde services van derden
AirPrint Afdrukken iOS 5 of later/Mac OS X v10.7.x of later
Google Cloud Print
Gebruikershandleiding
Bijlage
147
Afmetingen
Afmetingen Opslag
Breedte: 309 mm (12.2 in.)
Diepte: 159 mm (6.3 in.)
Hoogte: 61 mm (2.4in.)
Afdrukken
Breedte: 309 mm (12.2 in.)
Diepte: 232 mm (9.1 in.)
Hoogte: 217 mm (8.5in.)
Gewicht
*
Ca. 1.7 kg (3.7 lb)
* Zonder de inktpatronen en de wisselstroomadapter.
Elektrische specicaties
Lichtnetadapter
Model A461H
Ingang Nominale ingangsspanning van
stroomtoevoer
AC 100 V tot 240 V
Nominale ingangsstroom 1 A
Nominaal frequentiebereik 50 tot 60 Hz
Uitgang Nominale uitgangsspanning van
stroomtoevoer
DC 24 V
Nominale uitgangsstroom 1 A
Elektrische specicaties van de printer (met gebruik van de lichtnetadapter)
Nominale DC-ingang Nominale DC-ingangsspanning van
stroomtoevoer
DC 24 V
Nominale DC-ingangsstroom (batterij
wordt niet opgeladen)
0.4 A
Nominale DC-ingangsstroom (inge-
bouwde batterij wordt opgeladen)
0.6 A
Nominale DC-ingangsstroom (externe
batterij wordt opgeladen)
0.9 A
Gebruikershandleiding
Bijlage
148
Stroomverbruik (met USB-aansluiting) Batterij wordt niet opgeladen Afdrukken: ca. 12.0 W (ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 3.3 W
Slaapmodus: ca. 0.9 W
Uitgeschakeld: ca. 0.2 W
Ingebouwde batterij opladen Afdrukken: ca. 16.0 W (ISO/IEC24712)
Gereedmodus: ca. 14.6 W
Slaapmodus: ca. 12.1 W
Uitgeschakeld: ca. 11.6 W
Optionele externe batterij opladen
Afdrukken: -
*
Gereedmodus: ca. 23.6 W
Slaapmodus: ca. 21.4 W
Uitgeschakeld: ca. 22.0 W
* Hetzelfde als stroomverbruik bij "Batterij wordt niet opgeladen" omdat de printer de batterij niet oplaadt tijdens het
afdrukken.
Opmerking:
Controleer het label op de printer voor de juiste spanning.
Voor gebruikers in Europa: raadpleeg de volgende website voor meer informatie over het stroomverbruik.
http://www.epson.eu/energy-consumption
Specicaties ingebouwde batterij
Type Li-ion
Nominale spanning van
stroomtoevoer
3.6 V
Stroomcapaciteit 1.86 Ah
Doorlopend aantal afdrukken
*1
Kleur: ca. 50 vellen
Zwart-wit: ca. 100 vellen
Laadtijd
*2
Lichtnetadapter: circa 2.5 uur
3
USB-poort (5 V/0,5 A): ca. 10 uur
USB-poort (5 V/1,5 A): ca. 2.5 uur
*1 De waarde die wordt gemeten wanneer ISO/IEC24712-patronen van A4-formaat worden afgedrukt met een volledig
opgeladen, nieuwe batterij in een omgeving van 25 °C.
*2 De waarde die wordt gemeten wanneer de batterij wordt opgeladen met de voeding uitgeschakeld in een omgeving van
25 °C. Als u de printer bedient tijdens het opladen van de batterij, duurt het opladen langer.
*3 Na 2 minuten opladen kunt u ongeveer 4 A4-vellen met ISO/IEC24712-patroon monochroom afdrukken of ongeveer 5 A4-
vellen met ISO/IEC24712-patroon in kleur afdrukken.
Gebruikershandleiding
Bijlage
149
Omgevingsspecicaties
Gebruik Gebruik de printer in het bereik weergegeven in de volgende graek.
Temperatuur: 10 tot 35 °C (50 tot 95 °F)
Gegarandeerde werkingstemperatuur met lichtnetadapter: 0 tot 40 °C (32 tot 104
°F)
Gegarandeerde werkingstemperatuur met ingebouwde batterij: 5 tot 40 °C (41 tot
104 °F)
Gegarandeerde werkingstemperatuur met externe batterij: 5 tot 40 °C (41 tot 104
°F)
Luchtvochtigheid: 20 tot 80% RV (zonder condensatie)
Opslagruimte
Temperatuur: -30 tot 60 °C (-22 tot 140 °F)
*
Luchtvochtigheid: 5 tot 85% RV (zonder condensatie)
* Opslag bij 60 °C (140 °F) is mogelijk gedurende één week.
Milieuspecicaties voor de inktpatronen
Opslagtemperatuur
-30 tot 40 °C (-22 tot 104 °F)
*
Vriestemperatuur -16 °C (3.2 °F)
De inkt ontdooit en is na ca. 3 uur bij 25 °C (77 °F) bruikbaar.
* Opslag bij 40 °C (104 °F) is mogelijk voor één maand.
Systeemvereisten
Windows 10 (32-bits, 64-bits)/Windows 8.1 (32-bits, 64-bits)/Windows 8 (32-bits, 64-bits)/Windows 7 (32-bits,
64-bits)/Windows Vista (32-bits, 64-bits)/Windows XP SP3 of hoger (32-bits)/Windows XP Professional x64
Edition SP2 of hoger/Windows Server 2019/Windows Server 2016/Windows Server 2012 R2/Windows Server
2012/Windows Server 2008 R2/Windows Server 2008/Windows Server 2003 R2/Windows Server 2003 SP2 of
hoger
macOS Mojave/macOS High Sierra/macOS Sierra/OS X El Capitan/OS X Yosemite/OS X Mavericks/OS X
Mountain Lion/Mac OS X v10.7.x/Mac OS X v10.6.8
Opmerking:
Mac OS biedt mogelijk geen ondersteuning voor sommige toepassingen en functies.
Het UNIX-bestandssysteem (UFS) voor Mac OS wordt niet ondersteund.
Gebruikershandleiding
Bijlage
150
Regelgevingsinformatie
Normen en goedkeuringen
Normen en goedkeuringen voor VS-model
Product
EMC FCC lid 15 sublid B klasse B
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Seiko Epson Corporation
Type: J26H005
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten areuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan de producten. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke ontvangen
interferentie accepteren, inclusief interferentie die een ongewenste werking van het apparaat kan veroorzaken.
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet dit toestel voor een maximale afscherming
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Deze apparatuur voldoet aan de FCC/IC-stralingslimieten die zijn vastgesteld voor een niet-gecontroleerde
omgeving en voldoet aan de FCC-blootstellingsrichtlijnen voor radiofrequentie (RF) in Supplement C bij OET65
en RSS-102 van de IC-blootstellingsregels voor radiofrequentie (RF). Deze apparatuur moet zodanig worden
geïnstalleerd en bediend dat de radiator zich op een afstand van ten minste 20 cm (7,9 inch) van het menselijk
lichaam bevindt (met uitzondering van ledematen: handen, polsen, voeten en enkels).
Lichtnetadapter
Veiligheid UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 Nr. 60950-1
EMC FCC lid 15 sublid B klasse B
CAN ICES-3 (B)/NMB-3 (B)
Normen en goedkeuringen voor Europees model
Voor gebruikers in Europa
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de volgende radioapparatuur voldoet aan Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de Verklaring van conformiteit met EU-richtlijnen is beschikbaar via de volgende website.
http://www.epson.eu/conformity
B582A
Gebruikershandleiding
Bijlage
151
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Kroatië, Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Roemenië en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten
areuk
wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan de producten.
Frequentie Maximaal uitgezonden radiofrequentievermogen
2400 tot 2483,5 MHz 20 dBm (EIRP)
5150 tot 5250 MHz 20 dBm (EIRP)
5250 tot 5350 MHz 20 dBm (EIRP)
5470 tot 5725 MHz 20.5 dBm (EIRP)
Lichtnetadapter/optionele extra batterij
Het volgende model beschikt over een CE-keurmerk en voldoet aan alle toepasselijke EU-richtlijnen. Ga voor meer
informatie naar de volgende website om de volledige verklaring van conformiteit en de verwijzingen naar de
Richtlijnen en geharmoniseerde standaarden in te zien die zijn gebruikt voor de conformiteitsverklaring.
http://www.epson.eu/conformity
Lichtnetadapter A461H
Optionele externe batterij D231A
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van de printer moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven eecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene brieaarten en andere ociële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en
eecten
uitgegeven volgens de geldende
voorschrien.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-eecten
(zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan ook wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Gebruikershandleiding
Bijlage
152
Misbruik van printers is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Tenzij u op
advies van een geïnformeerd advocaat handelt, dient u verantwoordelijkheidsgevoel en respect te tonen door eerst
toestemming van de copyrighteigenaar te verkrijgen voordat u gepubliceerd materiaal kopieert.
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)
Als u verdere hulp nodig hebt, kunt u naar de onderstaande ondersteuningswebsite van Epson gaan. Selecteer uw
land of regio, en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. Op de site vindt u ook de nieuwste
drivers, veelgestelde vragen en ander downloadbare materialen.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de
klantenservice van Epson.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
producthandleidingen, neem dan contact op met de klantenservice van Epson. Als hierna voor uw land geen
klantondersteuning van Epson wordt vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
aangescha.
De klantenservice van Epson kan u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoware
(Klik op About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
Naam en versie van de toepassingen die u meestal met de printer gebruikt
Opmerking:
Aankelijk van het apparaat kunnen de netwerkinstellingen worden opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Als een
apparaat defect raakt of wordt hersteld is het mogelijk dat instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor
gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van instellingen, zelfs niet tijdens een garantieperiode. Wij raden u aan zelf
een back-up te maken of notities te nemen.
Gebruikershandleiding
Bijlage
153
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Gebruikershandleiding
Bijlage
154
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154

Epson WORKFORCE 110 de handleiding

Type
de handleiding