SMART Technologies SRS-LYNC-L (two 8070i-G4) Referentie gids

Categorie
Tv's
Type
Referentie gids
SMART Room Systemâ„¢ voor
Microsoft® Lync®
INSTELLING- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
VOOR DE MODELLEN SRS-LYNC-XS, SRS-LYNC-S, SRS-LYNC-M, SRS-LYNC-M-DUAL,
SRS-LYNC-Lî„¥ENî„¥SRS-LYNC-XL
Productregistratie
Als u uw SMART-product registreert, dan stellen wij u op de hoogte van nieuwe functies en
software-upgrades.
Registeer u online op smarttech.com/registration.
FCC-waarschuwing
Dit apparaat is ter uitvoering van deel 15 van de FCC-regelgeving getest en in overeenstemming bevonden met de beperkingen die gelden voor een
digitaal apparaat van klasse A. Deze beperkingen zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden bij schadelijke radiostoring in een voor
particulieren bestemde installatie. Dit apparaat wekt radiofrequentie-energie op, gebruikt deze en kan radiofrequentie-energie uitstralen, en kan, als het
niet in overeenstemming met de instructies is geïnstalleerd en wordt gebruikt, schadelijke storing veroorzaken in radiocommunicaties. Bij gebruik van
deze apparatuur in een woonomgeving zal er waarschijnlijk schadelijke radiostoring optreden. In dit geval dient de gebruiker dit te corrigeren op eigen
kosten.
Kennisgeving handelsmerk
SMARTî„¥Roomî„¥System, SMARTî„¥Board, SMARTî„¥Meetingî„¥Pro, SMARTî„¥Ink, DViT, smarttech, het SMART-logo en alle SMART-taglines zijn handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van SMARTî„¥Technologiesî„¥ULC in de VS en/of andere landen. Microsoft, Windows, Lync, Outlook, PowerPoint en Office
365 zijn evenwel gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de VS en/of andere landen. Intel en vPro zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Intel Corporation of diens dochterondernemingen in de VS en andere landen. DameWare is een
gedeponeerd handelsmerk van SolarWinds Worldwide, LLC. VNC is een gedeponeerd handelsmerk van RealVNC Ltd. in de VS en in andere landen. Alle
overige producten en bedrijfsnamen van derden zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve eigenaars.
Kennisgeving copyright
© 2013-2014SMARTTechnologies ULC. Alle rechten voorbehouden. Niets in deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, getranscribeerd,
opgeslagen in een ophaalsysteem of vertaald in enige taal, in welke vorm of op welke wijze ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van
SMART Technologies ULC. Informatie in deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en houdt geen verplichting van de
zijde van SMART in.
Dit product en/of delen ervan zijn gepatenteerd in de VS.
www.smarttech.com/patents
08/2014
i
Belangrijke informatie
BELANGRIJK
Als u werd doorverwezen naar deze handleiding vanuit de snelstartgids van uw room
system, ga dan naar
De software van uw room system configureren
op paginaî„¥17.
WAARSCHUWING
l Het niet opvolgen van de installatie-instructies die bij uw SMART-product worden
geleverd, kan persoonlijk letsel en beschadiging van het product tot gevolg hebben
die niet gedekt zijn onder de garantie.
l Zorg ervoor dat de installatie voldoet aan lokale bouw- en elektriciteitsvoorschriften.
l U mag het SMART-product niet openen of demonteren. Door het hoge voltage in de
kast loopt u het risico op een elektrische schok. Ook vervalt de garantie als u de
behuizing opent.
l Ga nooit (of laat kinderen nooit) op een stoel staan om het oppervlak van uw SMART-
board aan te raken. Bevestig in plaats daarvan het product op een geschikte hoogte.
l Zorg ervoor dat het SMART-product niet in aanraking komt met regen of vocht om het
risico op brand of elektrische schokken te verminderen.
l Als er onderdelen vervangen moeten worden in uw SMART-product, zorg er dan voor
dat de servicetechnicus door SMART Technologies Inc. voorgeschreven
vervangingsonderdelen of onderdelen met dezelfde kenmerken als het origineel
gebruikt.
l Zorg ervoor dat kabels die over de grond lopen naar uw SMART-product goed zijn
gebundeld en gemarkeerd om struikelen te voorkomen.
l Steek geen voorwerpen in de ventilatiegaten van de kast, omdat deze in aanraking
kunnen komen met gevaarlijke spanningspunten en zo een elektrische schok, vuur of
productschade kunnen veroorzaken, wat niet onder de garantie valt.
l Plaats geen zware voorwerpen op de stroomkabel. Schade aan de kabel kan
elektrische schokken, vuur of productschade veroorzaken, wat niet onder de garantie
valt.
l Gebruik alleen verlengsnoeren en stopcontacten waar u de gepolariseerde stekker
van het product volledig in kunt invoeren.
BELANGRIJKE INFORMATIE
ii
l Gebruik de stroomkabel die met het product is meegeleverd. Als er geen stroomkabel
met het product is meegeleverd, neem dan contact op met uw leverancier. Gebruik
alleen stroomkabels met hetzelfde wisselstroomvoltage als het stopcontact en die in
overeenstemming zijn met de veiligheidsstandaarden van het land waar u zich in
bevindt.
l Als het glas is gebroken, raak dan het vloeibare kristal niet aan. Wees voorzichtig met
het verwijderen van glazen onderdelen om letsel te voorkomen.
l Bevestig geen touw of draad aan de handvatten om het interactieve flatpanel te
verplaatsen of bevestigen. Omdat het interactieve flatpanel zwaar is, kunt u door het
breken van het touw of de draad letsel oplopen.
l Gebruik de door SMART geleverde bevestigingsmaterialen of materialen die
ontworpen zijn om het gewicht van uw product te ondersteunen.
l Haal alle stroomkabels van het interactieve flatpanel uit het stopcontact en vraag om
assistentie van gediplomeerd servicepersoneel als een van de volgende
mogelijkheden zich voordoet:
o
De stroomkabel of stekker is beschadigd
o
Er is vocht op het interactieve flatpanel gekomen
o
Er is een voorwerp op het interactieve flatpanel gevallen
o
Het interactieve flatpanel is gevallen
o
Het interactieve flatpanel is structureel beschadigd (bijvoorbeeld door scheuren)
o
Het interactieve flatpanel toont onverwacht gedrag terwijl u de
bedieningsinstructies opvolgt
iii
Inhoud
Belangrijke informatie i
Hoofdstuk 1: Welkom 1
Informatie over uw room system 1
Over deze handleiding 8
Overige documentatie en hulpbronnen 8
Hoofdstuk 2: Voorbereiden op uw room system 11
Hoofdstuk 3: De hardware van uw room system installeren 13
Hoofdstuk 4: De software van uw room system configureren 17
Voordat u de software van uw room system configureert 18
Uw room system voor de eerste keer starten 18
Aanmelden en de schermen configureren 28
SMART-instellingen configureren 30
Lync Room System-software configureren 32
De status controleren van de productsleutel van Lync Room System-software 34
Uw room system testen 36
Hoofdstuk 5: Uw room system gebruiken 39
Vergaderingen plannen 39
Uw room system inschakelen 40
Vergaderingen starten 41
Vergaderingen beheren met de console 42
Computers aansluiten op uw Room System 45
De whiteboardfunctie gebruiken 51
Gebruikers met speciale behoeften ondersteunen 52
Vergaderingen beëindigen 54
Hoofdstuk 6: Uw room system onderhouden 55
Aanbevolen hulpmiddelen 56
Uw room system op afstand beheren 56
Software en firmware bijwerken 60
Uw room system uitschakelen 61
De interactieve flatpanels onderhouden 63
De console onderhouden 70
De camera onderhouden 70
De microfoons onderhouden 71
De luidsprekers onderhouden 71
De kabelverbindingen van uw room system controleren 71
De installatie van uw room system controleren 71
Uw room system verwijderen en transporteren 72
INHOUD
iv
Hoofdstuk 7: Problemen met uw room system oplossen 73
Hardwareproblemen oplossen 73
Softwareproblemen oplossen 82
Uw room system testen 85
Appendix A: De Lync-beheerdersconsole en SMART-instellingen gebruiken 87
De Lync-beheerdersconsole en SMART-instellingen openen 87
Lync-beheerdersconsoleregelingen 88
Besturingselementen van SMART-instellingen 94
Appendix B: Het schermweergavemenu van het interactieve flatpanel gebruiken 97
Het schermweergavemenu openen 97
Instellingen wijzigen in het schermmenu 98
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8055i interactief flatpanel 99
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel 106
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel 115
Appendix C: Uw room system op afstand beheren met Intel AMT 127
Uw room system configureren 128
Uw room system op afstand beheren 130
Beveiliging 133
Poorten 133
Intel MEBx-besturingselementen 134
Referenties 138
Appendix D: Het room system opnieuw instellen naar fabriekswaarden 139
Appendix E: Naleving milieuregels voor hardware 143
Regelgeving voor afval van elektrische en elektronische apparatuur en batterij (WEEE-
en batterijrichtlijnen) 143
Batterijen 143
Meer informatie 143
Index 145
Hoofdstuk 1
1
Hoofdstuk 1: Welkom
Informatie over uw room system 1
Functies 2
Integratie met Lync 2
Eenvoudige opstarten 2
Video en audio automatisch delen 2
Samenwerking 2
Aanwezigheidsdetectie 2
Onderdelen 3
SMARTî„¥Board interactieve flatpanels 3
Lync-toepassing 4
Console 4
Camera 4
Tafelmicrofoons en audioprocessor 4
Luidsprekers 5
Bescherming van video-aansluitingen en SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge 5
Accessoires 5
Muurstandaardkit 5
Extra tafelmicrofoons 5
Ruimtegroottes vergelijken 6
Over deze handleiding 8
Overige documentatie en hulpbronnen 8
Specificaties 8
Voorbereidingsinformatie 9
Installatie-instructies 9
Gebuikersdocumentatie en -training 10
Kennisbank 10
Dit hoofdstuk introduceert u tot uw SMARTRoomSystem™ voor Microsoft®Lync® en deze
handleiding.
Informatie over uw room system
Uw SMARTRoomSystem heeft één of twee interactieve flatpanels van SMARTBoard®, een
Lync-toepassing, een console voor op tafel, een HD-camera, microfoons, luidsprekers en een
bescherming voor een videoverbinding voor gebruik met een optionele gastlaptop.
HOOFDSTUK 1
WELKOM
2
U kunt met de geïnstalleerde Lync Room System-software een vergadering beginnen en met
andere individuen of vergaderruimten verbinding maken middels een enkele tik op de
console of de interactieve flatpanels. U kunt schrijven of tekenen op de interactieve flatpanels
met de whiteboardfunctie, een optionele gastlaptop verbinden met het scherm en bestanden
delen met de verbonden personen en vergaderruimten in realtime.
Functies
Uw room system heeft de volgende functies.
Integratie met Lync
Het SMARTî„¥Roomî„¥System integreert met de bestaande Lync-infrastructuur van uw organisatie,
waardoor gebruikers vergaderingen kunnen plannen, op afstand vergaderingen kunnen
bijwonen en MicrosoftPowerPoint®-bestanden kunnen delen met de Lync-clientsoftware die
al op hun computers is geïnstalleerd.
Eenvoudige opstarten
Nadat het room system is opgestart, tonen de console en de interactieve flatpanels de
planning van de vergaderruimte, inclusief wanneer de ruimte geboekt is en wanneer deze
beschikbaar is. Gebruikers kunnen een geplande vergadering starten door op het blok van de
vergadering te drukken in de planning op de console of de interactieve flatpanels. Met Lync
Room System-software kunnen gebruikers met deelnemers op afstand verbinden, en video
en audio delen.
Gebruikers kunnen ook ad hoc-vergaderingen of whiteboardsessies starten met een enkele
druk op de console of de interactieve flatpanels.
Video en audio automatisch delen
Als gebruikers vergadering starten of bijwonen, dan deelt het room system automatisch video
en audio zonder dat daarvoor een handmatige installatie aan de kant van de gebruiker voor
nodig is. Met de HD-camera van het room system, de microfoons en de luidsprekers kunnen
gebruikers communiceren tijdens de vergadering.
Samenwerking
Met de whiteboardfunctie van Lync Room System-software kunnen gebruikers opmerkingen
schrijven of tekenen op de interactieve flatpanels en deze automatisch delen met deelnemers
op afstand. Gebruikers kunnen ook op PowerPoint-bestanden schrijven of tekenen die bij de
geplande vergadering zijn gevoegd en hun laptops of een computer in de ruimte verbinden
om met de computerweergaven te delen en te communiceren.
Aanwezigheidsdetectie
Elk interactief flatpanel heeft twee aanwezigheidsdetectiesensoren in het frame die mensen
kunnen herkennen op een afstand van 5 meter. Als de sensoren vaststellen dat er een
persoon in de kamer is, dan gaat het room system aan. Als de sensoren geen mensen meer
detecteren in de ruimte, dan gaat het room system over in de standby-modus.
HOOFDSTUK 1
WELKOM
3
Onderdelen
Uw room system bestaat uit de volgende hoofdonderdelen:
Onderdeelnr. Beschrijving Ruimtegroottes
SBID 8055i SMART Board 8055i interactief flatpanel Extra klein
Middelgroot met dubbele
panelen (×2)
SBID 8070i-G4 SMARTî„¥Board 8070i-G4 interactief
flatpanel
Klein
Groot (×2)
SBID 8084iG4 SMARTî„¥Board 8084i-G4 interactief
flatpanel
Middelmatig
Extra groot (×2)
AM70-L Lync-toepassing Alles
CP311 Console Alles
CAM301 Camera Alles
MIC500 Tafelmicrofoons Alles
MIX500 Audioverwerker Alles
CSR500 Luidsprekers Alles
1019403 Bescherming van video-aansluitingen Alles
SRS-USB-bridge SMART Room System USB-bridge Alles
NB
Andere kleinere onderdelen zijn elders in deze handleiding vermeld.
SMARTî„¥Board interactieve flatpanels
SMARTBoard interactieve flatpanels hebben DViT®
(Digitalî„¥Visionî„¥Touch)-technologie van SMART op een 16:9-
LCD-scherm met e-LED-beeldschermlicht. Met DVIT-
technologie kunnen gebruikers het volgende doen:
l Reageren op inhoud door met hun vingers erop te
drukken
l Met digitale inkt schrijven op het digitale whiteboard of
op een gedeeld PowerPoint-bestand met hun vingers
of de geleverde pennen
l Digitale inkt verwijderen met hun vuisten, palmen of de geleverde wisser
Tijdens een vergadering tonen de interactieve flatpanels video, gedeelde PowerPoint-
bestanden en video-uitvoer vanuit optioneel toegevoegde laptops. Daarnaast kunnen
gebruikers de whiteboardfunctie gebruiken om opmerkingen vast te leggen en deze delen
met anderen.
HOOFDSTUK 1
WELKOM
4
Zie voor informatie over welk interactief flatpanelmodel bij uw room system is inbegrepen en
de verschillen tussen deze modellen
Ruimtegroottes vergelijken
op paginaî„¥6.
Lync-toepassing
De Lync-toepassing bevat Lync Room System-software en SMARTî„¥Productî„¥Drivers. Met Lync
Room System-software kunnen gebruikers vergaderingen beginnen, bijwonen, faciliteren en
met anderen verbinden via de Lync-infrastructuur van uw organisatie. Met
SMARTî„¥Productî„¥Drivers kunnen de aanraakfuncties van de interactieve flatpanels worden
gebruikt en alle componenten van het room system worden bediend.
Bij room systems met SMART Board 8055i interactieve flatpanels is de Lync-toepassing
geïnstalleerd in een omheining achter het linker interactieve flatpanel.
Bij room systems met SMART Board 8070iG4 en 8084i-G4 interactieve flatpanels is de Lync-
toepassing in een sleuf aan de onderkant van het linker interactieve flatpanel geïnstalleerd.
Console
De console is het primaire scherm van het room system. Hiermee hebben
gebruikers toegang tot de functies van Lync Room system-software en kunnen ze
deze bedienen tijdens hun vergaderingen.
De console is standaard gesitueerd op de tafel van de vergaderruimte. Net als de
interactieve flatpanels, heeft de console een 16:9-LCD-scherm met
aanraaktechnologie, waarmee gebruikers kunnen interacteren met de knoppen en andere
bediening door erop te drukken.
Camera
De HD-camera legt automatisch ruimtevideo vast tijdens vergaderingen.
Gebruikers kunnen de video tijdelijk stopzetten of de camera sluiten voor
privacydoeleinden.
In de meeste vergaderruimten zorgen digitaal pannen, kantelen en zoomen (DPTZ) en het veld
van 109° van de camera ervoor dat alle deelnemers van de vergadering worden vastgelegd,
waar ze zich ook in de ruimte bevinden.
De camera is geïnstalleerd op de bovenkant van het interactieve flatpanel in kamers met één
interactief flatpanel of tussen de interactieve flatpanels in kamers met twee interactieve
flatpanels.
Tafelmicrofoons en audioprocessor
De tafelmicrofoons leggen automatisch audio vast tijdens vergaderingen.
Gebruikers kunnen de microfoons tijdelijk dempen voor privacydoeleinden.
Uw room system bevat twee tafelmicrofoons. U kunt extra tafelmicrofoons
aanschaffen (zie
î„¥Extra tafelmicrofoons
op volgende pagina).
HOOFDSTUK 1
WELKOM
5
Luidsprekers
De luidsprekers brengen audio over van deelnemers op afstand tijdens een
vergadering. De audioverwerkingsfuncties van het room system elimineren echo's
en audiofeedback in de ruimte.
De luidsprekers zijn geïnstalleerd aan beide zijden van de interactieve flatpanels.
Bescherming van video-aansluitingen en SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
De bescherming van video-aansluitingen en de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge stellen
gebruikers in staat om hun laptops of computer in de ruimte te verbinden met het room
system.
De video-uitvoer van de computer verschijnt op een interactief flatpanel en wordt gedeeld
met deelnemers op afstand wanneer gebruikers de HDMI-kabel of VGA-kabel van de
bescherming van video-aansluitingen met een computer verbinden. Gebruikers kunnen
communiceren met de computer door het oppervlak van het interactieve flatpanel aan te
raken als ze tevens de Roomî„¥System USB-bridge met de computer verbinden.
De aansluitingen van de bescherming van video-aansluitingen en SMARTî„¥Roomî„¥System USB-
bridge zijn standaard te vinden op de tafel van de vergaderruimte.
Accessoires
Accessoires voor het SMART Room System bevatten de muurstandaardkit en extra
tafelmicrofoons.
NB
Voor onderdeelnummers van accessoires en bestelinformatie kunt u de specificaties
raadplegen (zie
Specificaties
op paginaî„¥8).
Muurstandaardkit
De muurstandaardkit bevat een muurstandaard voor elke interactieve
flatpanel in uw room system en het kabelcircuit. De muurstandaard
draagt enig gewicht van de muur over naar de vloer en is vereist voor
holle scheidingswanden met een metalen frame die niet het
volledige gewicht van het interactieve flatpanel kunnen
ondersteunen. Het kabelcircuit bedekt kabels die over de vloer
lopen van de interactieve flatpanels naar de tafel in de
vergaderruimte.
Extra tafelmicrofoons
Uw room system bevat twee tafelmicrofoons. U kunt indien nodig maximaal
drie extra tafelmicrofoons aanschaffen en aansluiten, tot maximaal vijf
tafelmicrofoons
HOOFDSTUK 1
WELKOM
6
Ruimtegroottes vergelijken
Het SMARTî„¥Roomî„¥System wordt geleverd in zes formaten. Dit gedeelte geeft de belangrijkste
verschillen tussen deze groottes weer.
Extra kleine ruimte (SRS-LYNC-XS)
Bedoeld gebruik Extra kleine
vergaderruimten (ongeveer
vier personen)
7 m²
Schermtype Eén SMART Board 8055i
interactief flatpanel
Schermformaat
(diagonaal)
139 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-SINGLE
Kleine ruimte (SRS-LYNC-S)
Bedoeld gebruik Kleine vergaderruimten
(ongeveer zes personen)
9 m²
Schermtype Eén SMARTBoard 8070i-G4
interactief flatpanel
Schermformaat
(diagonaal)
178 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-SINGLE
Middelgrote ruimte (SRS-LYNC-M)
Bedoeld gebruik Middelgrote
vergaderruimten (ongeveer
12 personen)
17 m²
Schermtype Eén SMARTBoard 8084i-G4
interactief flatpanel
Schermformaat
(diagonaal)
213,4 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-SINGLE
HOOFDSTUK 1
WELKOM
7
Middelgrote ruimte met dubbele panelen (SRS-LYNC-M-DUAL)
Bedoeld gebruik Middelgrote
vergaderruimten (ongeveer
12 personen)
17 m²
Schermtype Twee SMARTî„¥Board 8055i
interactieve flatpanels
Schermformaat
(diagonaal)
2 x 139 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-DUAL
Grote ruimte (SRS-LYNC-L)
Bedoeld gebruik Grote vergaderruimten
(ongeveer 16 personen)
28 m²
Schermtype Twee SMARTî„¥Board
8070i-G4 interactieve
flatpanels
Schermformaat
(diagonaal)
2 × 178 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-DUAL
Extra grote ruimte (SRS-LYNC-L)
Bedoeld gebruik Extra grote vergaderruimten
(ongeveer achttien
personen)
37 m²
Schermtype Twee SMARTî„¥Board
8084i-G4 interactieve
flatpanels
Schermformaat
(diagonaal)
2 x 213,4 cm
Optionele
muurstandaardkit
WSK-DUAL
NB
Andere kleine verschillen worden in deze handleiding opgemerkt.
HOOFDSTUK 1
WELKOM
8
Over deze handleiding
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe uw room system ingesteld en onderhouden kan
worden. U vindt er de volgende gegevens in:
l Uw room system installeren en configureren
l De basisfuncties van uw room system gebruiken
l Uw room system onderhouden voor jarenlang gebruik
l Problemen oplossen van uw room system
l Uw room system op afstand beheren
Deze handleiding is bedoeld voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het
onderhoud van room systems in hun organisaties. Andere documentatie en bronnen zijn
beschikbaar voor degenen die room systems gebruiken.
Overige documentatie en hulpbronnen
Als toevoeging op deze handleiding zijn er hulpbronnen voor degenen die room systems
installeren, onderhouden en gebruiken.
Specificaties
De specificaties van uw room system bepalen de afmetingen, gewichten, aanbevolen
bedrijfs- en opslagtemperaturen, elektriciteitsvereisten en -verbruik, en andere belangrijke
gegevens voor installatie en onderhoud.
Document Koppeling
SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor specificaties van extra
kleineî„¥ruimten
smarttech.com/kb/170633
Specificaties van SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor kleine
ruimten
smarttech.com/kb/170449
Specificaties van SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor
middelgrote ruimten
smarttech.com/kb/170448
SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lyncî„¥voor middelgroteî„¥ruimten met
specificaties van dubbele panelen
smarttech.com/kb/170634
Specificaties van SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor grote
ruimten
smarttech.com/kb/170447
Specificaties van SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor grote
ruimten
smarttech.com/kb/170659
Specificaties van SMART muurbevestigingskits voor
SMARTî„¥Board interactieve flatpanels
smarttech.com/kb/170526
HOOFDSTUK 1
WELKOM
9
Voorbereidingsinformatie
Zie
Installatie- en onderhoudsbereidheidcontrolelijsten van SMARTî„¥Roomî„¥System
Microsoftî„¥Lync
(knowledgebase.force.com/?q=000014425) voor een uitgebreide lijst van
hulpmiddelen en items die u nodig hebt voordat u uw room system installeert.
Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor Microsoftî„¥Lync Room System
(microsoft.com/enus/download/confirmation.aspx?id=39274) voor meer informatie over het
aanbieden van het Lync-ruimteaccount aan de Lync-server en de Microsoft Exchange-server
van uw organisatie.
Installatie-instructies
Uw room system wordt geleverd met een materiaalkeuzegids die uitlegt welk
bevestigingsmateriaal u het beste kunt gebruiken voor de muursoort van uw ruimte en een
snelstartgids waarin wordt omschreven hoe u het materiaal voor het room system kunt
installeren en een softwareconfiguratiehandleiding waarin wordt uitgelegd hoe u de room
system-software configureert. Daarnaast hebben de optionele muurstandaard en de
kabelcircuits een eigen handleiding.
Als u deze installatie-aanwijzingen niet meer kunt vinden, dan kunt u een PDF-versie
downloaden.
Document Koppeling
Selectiegids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync-hardware
smarttech.com/kb/170464
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor extra
kleine ruimten
smarttech.com/kb/170630
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor kleine
ruimten
smarttech.com/kb/170470
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor
middelgrote ruimten
smarttech.com/kb/170467
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor
middelgrote ruimten met dubbele panels
smarttech.com/kb/170631
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor grote
ruimten
smarttech.com/kb/170468
Snelstartgids voor SMARTî„¥Roomî„¥System voor Lync voor extra
grote ruimten
smarttech.com/kb/170658
SMART Room System voor Lync-
softwareconfiguratiehandleiding
smarttech.com/kb/170608
Installatiegids van SMART muurmontagekit voor SMARTî„¥Board
interactieve flatpanels
smarttech.com/kb/170466
Installatiegids SMART kabelcircuit voor SMARTî„¥Roomî„¥System
smarttech.com/kb/170465
SMART Room System voor Installatiehandleiding voor
upgradekit van de tafelmicrofoon van Lync
smarttech.com/kb/170560
HOOFDSTUK 1
WELKOM
10
NB
De softwareconfiguratiehandelding bevat dezelfde informatie als
Voorbereiden op uw room
system
op paginaî„¥11 en
De software van uw room system configureren
op paginaî„¥17.
Gebuikersdocumentatie en -training
Lync Meeting Room-software bevat een handleiding die uitlegt hoe u de software kunt
gebruiken. Druk op de knop Openî„¥Tutorial (Handleiding openen) op de interactieve flatpanels
om de handleiding te openen.
De SMART-trainingswebsite (smarttech.com/trainingforbusiness) bevat een uitgebreide
bibliotheek met trainingbronnen die u kunt raadplegen als u uw room system wilt leren
gebruiken.
Kennisbank
Het ondersteuningscentrum (smarttech.com/support) bevat een kennisbank die u kunt
doorzoeken wanneer u onderhoud uitvoert op uw room system of problemen met uw room
system wilt oplossen.
De kennisbank bevat de
SMARTî„¥Roomî„¥System voor de oplossingsstructuur van
Microsoftî„¥Lync
(knowledgebase.force.com/?q=000014411), welke u kunt gebruiken bij het
oplossen van problemen met het room system.
Hoofdstuk 2
11
Hoofdstuk 2: Voorbereiden op uw room system
Voltooi de volgende taken een aantal weken voordat u de hardware van uw room system
installeert en de software hiervan instelt.
Taak
Controleer of u alle items hebt vastgelegd in de
installatie- en
onderhoudsbereidheidcontrolelijsten van SMARTî„¥Roomî„¥System Microsoftî„¥Lync
(zie
Voorbereidingsinformatie
op paginaî„¥9).
Controleer of uw organisatie Lync 2013 heeft geïmplementeerd en de Lync-
infrastructuur functioneert.
Download en volg de instructies in de
Installatiehandleiding voor Microsoft Lync
Room System
(zie
Voorbereidingsinformatie
op paginaî„¥9).
In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u het Lync-account aanbiedt aan de Lync-
server en de Microsoft Exchange-server.
Gebruik een testcomputer om te controleren of het Lync-account werkt.
Controleer of uw Lync-infrastructuur een key management service (KMS)-server bevat
en of de KMS-server is ingesteld om Lync 2013-productcodes te verstrekken.
Een KMS-server verstrekt automatisch een productcode aan de Lync Room System-
software. Als uw Lync-infrastructuur geen KMS-server bevat, kunt u de code voor
meerdere activeringen (Multiple Activation Key, MAK) gebruiken die is voorzien door
Microsoft tijdens het instellen van het de software.
Hoofdstuk 3
13
Hoofdstuk 3: De hardware van uw room system
installeren
Dit hoofdstuk is bedoeld voor installateurs. Installateurs moeten dit hoofdstuk samen met de
instructies voor hardware-installatie lezen die zijn meegeleverd met het room system (zie
Installatie-instructies
op paginaî„¥9) alvorens ze de hardware van het room system installeren.
WAARSCHUWING
Onjuiste installatie van de hardware van uw room system kan resulteren in persoonlijk letsel
en schade aan het product.
Voer eerst het volgende uit voordat u de hardware van uw room system installeert.
Taak
Controleer de temperatuur van de ruimte en de vereisten met betrekking tot
vochtigheid in de specificaties van het room system (zie
Specificaties
op
paginaî„¥8Specificaties).
Bewaar alle productverpakking voor het geval dat u uw room system wilt vervoeren.
NB
Als de oorspronkelijke verpakking niet meer beschikbaar is, dan kunt u nieuwe
verpakking aanschaffen bij uw erkende SMART-reseller (smarttech.com/where).
HOOFDSTUK 3
DE HARDWARE VAN UW ROOM SYSTEM INSTALLEREN
14
Taak
Zorg ervoor dat de muur het gewicht van het room system kan dragen.
Ruimte Gewicht (lb.) Gewicht (kg)
Extra klein 151 68,5
Klein 254 115,6
Middelgroot 326 148,5
Middelgroot met dubbele
panelen
273 124
Groot 487 221
Extra groot 615 279
AANTEKENINGEN
l
Controleer in de lokale bouwvoorschriften of de muur de bovenstaande
gewichten kan ondersteunen.
l
Ga in de handleiding voor hardwareselectie na welke hardware voor uw
muursoort wordt aanbevolen (zie
Installatie-instructies
op paginaî„¥9).
Kies een gepaste locatie voor het room system:
l
Monteer het room system niet op een plek waar een deur of poort er tegen aan
kan slaan.
l
Monteer het room system niet op een plek waar het blootstaat aan sterke
trillingen of stof.
l
Monteer het room system niet op een locatie dichtbij de invoer van de
algemene stroomvoorziening van het gebouw.
l
Zorg voor voldoende ventilatie en airconditioning rondom het room system,
zodat de hitte van de eenheid en de bevestigingsapparatuur afgevoerd kan
worden.
l
Als u het room system in een uitsparing monteert, laat dan minstens 10 cm ruimte
over tussen het room system en de muren van de uitsparing voor ventilatie en
koeling.
l
Controleer of de kamerverlichting voldoende is voor de camera om video op te
nemen. Om te voorkomen dat deelnemers er in een video verduisterd of
beschaduwd uitzien, zorgt u ervoor dat er geen achtergrondverlichting is.
Installeer het room system zodat het centrum is uitgelijnd met het centrum van de
vergadertafel. Hierdoor verschijnt de vergadertafel in het centrum van het zichtveld
van de camera.
HOOFDSTUK 3
DE HARDWARE VAN UW ROOM SYSTEM INSTALLEREN
15
Taak
Installeer het room system zo dat de interactieve flatpanels op de gepaste afstand
vanaf de vloer zijn.
Ruimte Vanaf de vloer tot de
onderzijde van het
interactieve flatpanel
Vanaf de vloer tot de
onderzijde van het
actieve weergavegebied
Extra klein 94 cm 101,6 cm
Klein 81,4 cm 97 cm
Middelmatig 74,9 cm 89,9 cm
Middelgroot met dubbele
panelen
94 cm 101,6 cm
Groot 81,4 cm 97 cm
Extra groot 74,9 cm 89,9 cm
Als u hardware van derden wilt gebruiken met uw room system, zie dan
Hardware niet
aangeboden door SMART gebruiken met uw SMARTî„¥Roomî„¥System voor
Microsoftî„¥Lync
(knowledgebase.force.com/?q=15294).
Hoofdstuk 4
17
Hoofdstuk 4: De software van uw room system
configureren
Voordat u de software van uw room system configureert 18
Uw room system voor de eerste keer starten 18
Uw room system starten 18
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software te
configureren 27
Aanmelden en de schermen configureren 28
SMART-instellingen configureren 30
Lync Room System-software configureren 32
De status controleren van de productsleutel van Lync Room System-software 34
Uw room system testen 36
Na voltooiing van de hardware-installatie, moet u het room system voor de eerste keer starten
en daarna de software configureren.
BELANGRIJK
Dit hoofdstuk is bedoeld voor IT-beheerders die verantwoordelijk zijn voor het configureren
van de software van het room system.
NB
In aanvulling op het configureren van de software van het room system kunt u ook Intel®
Active Management Technology (AMT) inschakelen en gebruiken om op afstand het room
system te beheren. Voor meer informatie, zie
Uw room system op afstand beheren met Intel
AMT
op paginaî„¥127.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
18
Voordat u de software van uw room system
configureert
Zorg ervoor dat er aan de volgende vereisten wordt voldaan voordat u de software van uw
room system configureert:
Taak
De procedure
Voorbereiden op uw room system
op paginaî„¥11 is voltooid.
U hebt de benodigde informatie om het room system te verbinden met de Lync-
server, waaronder het volgende:
l
IP-adressen voor DNS-servers (als deze niet automatisch zijn geconfigureerd
vanuit het netwerk via DHCP)
l
Gebruikersnaam en wachtwoord van beheerder om toe te passen op het room
system
l
Computernaam Lync-toepassing voor netwerkaanwezigheid
l
Lync-accountnaam en -wachtwoord voor het room system
l
SIP URI-adres
TIP
U kunt deze informatie opnemen in de
Softwareconfiguratiehandleiding van
SMART Room System voor Microsoft Lync
zodat u deze later kunt raadplegen.
Een USB-muis en toetsenbord zijn aangesloten op de Lync-toepassing voor gebruik
tijdens de softwareconfiguratie.
Uw room system voor de eerste keer starten
Uw room system starten
De procedure voor het starten van uw room system is afhankelijk van het formaat van de
ruimte.
Formaat ruimte Procedure
Extra kleine ruimte Paginaî„¥19
Kleine ruimte Paginaî„¥19
Middelgrote ruimte Paginaî„¥20
Middelgrote ruimte met dubbele panelen Paginaî„¥22
Grote ruimte Paginaî„¥23
Extra grote ruimte Paginaî„¥24
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
19
Uw room system starten voor extra kleine ruimten
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het
bedieningspaneel aan de voorzijde van het interactieve flatpanel totdat de invoerbron
HDMI1
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
3. Druk op MENU op de afstandsbediening van het interactieve flatpanel.
4. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
SETUP
(INSTELLINGEN) hebt
geselecteerd en druk daarna op SET (INSTELLEN).
5. Druk op de pijl naar beneden totdat u
USB SETTING
(USB-INSTELLING) hebt
geselecteerd en druk vervolgens op de pijl naar rechts.
6. Druk op pijl links of pijl rechts totdat de optie
USB1
is ingesteld op
HDMI1
.
7. Druk op MENU of EXIT (AFSLUITEN) totdat het schermweergavemenu sluit.
8. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op paginaî„¥27.
Uw room system voor kleine ruimten starten
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
20
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van het interactieve flatpanel, totdat de invoerbron
HDMI3/PC
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
3. Druk op MENU op de afstandsbediening van het interactieve flatpanel.
4. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
SETUP
(INSTELLINGEN) hebt
geselecteerd en druk daarna op SET (INSTELLEN).
5. Druk op de pijl naar beneden totdat u
Lync®ROOMRESET
(OPNIEUW INSTELLEN VAN
Lync® ROOM) hebt geselecteerd en druk vervolgens op de pijl naar rechts.
Het schermweergavemenu knippert kort.
6. Druk op MENU (Menu) of EXIT (Afsluiten) totdat het schermweergavemenu sluit.
NB
Met het voltooien van stappen 3 tot en met 6 worden de USB-videotoewijzing, audio-
instellingen, aanwezigheidsdetectie- en andere instellingen van het interactieve
flatpanel geconfigureerd met SMARTî„¥Roomî„¥System. Daarnaast wordt met het voltooien
van bovenstaande stappen de selectiebediening van het volume en de invoer van de
bedieningspanelen aan de voorkant van het interactieve flatpanel uitgeschakeld.
7. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op paginaî„¥27.
Uw room system voor middelgrote ruimten starten
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
21
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van het interactieve flatpanel, totdat de invoerbron
HDMI3/PC
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
3. Druk op MENU op de afstandsbediening van het interactieve flatpanel.
4. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
OPTION
(OPTIE) hebt geselecteerd en
druk daarna op OK.
5. Druk op de pijl naar beneden totdat u
Lync®RoomReset
(Opnieuw instellen van Lync®
Room) hebt geselecteerd en druk daarna op OK.
6. Druk op de pijl naar links om
Reset
(Opnieuw instellen) te selecteren en druk vervolgens
op OK.
NB
Met het voltooien van stappen 3 tot en met 6 worden de USB-videotoewijzing, audio-
instellingen, aanwezigheidsdetectie- en andere instellingen van het interactieve
flatpanel geconfigureerd met SMARTî„¥Roomî„¥System. Daarnaast wordt met het voltooien
van bovenstaande stappen de selectiebediening van het volume en de invoer van het
bedieningspaneel aan de voorkant van het interactieve flatpanel uitgeschakeld.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
22
7. Stel de invoermodus van het Lync-appraat in op PC:
a. Op de afstandsbediening drukt u op INPUT (INVOER) en vervolgens op de rode
knop die zich onder de knop BACK (TERUG) bevindt.
Het menu
Input Label
(Invoerlabel) verschijnt.
b. Kies met behulp van pijl links of pijl rechts HDMI3/PC, en druk dan op OK.
c. Kies met behulp van pijl links, pijl rechts, pijl omhoog en pijl omlaag PC en druk dan
opî„¥OK.
d. Druk op pijl omlaag om Close (Sluiten) te selecteren en druk vervolgens op OK.
In het menu
Input List
(Invoerlijst) geeft het pictogram van de computerinvoer aan dat
de bedieningsmodus PC is.
BELANGRIJK
Als u deze procedure niet voltooit, dan kunnen de volgende problemen optreden:
o
Het interactieve flatpanel geeft mogelijk niet de hoeken van het scherm van het
Lync-apparaat weer.
o
Gebruikers merken mogelijk een hogere vertragingstijd in het videoscherm op.
NB
Deze handelingen zijn ook gedocumenteerd in
Before you configure your
SMARTî„¥Board 8084i-G4 interactive flat panel
(Voordat uw uw SMARTî„¥Board 8084i-G4
interactieve flatpanel configureert.) (smarttech.com/kb/170597), dat bij uw room system
is inbegrepen.
8. Stel de opties in het menu
PICTURE
(BEELD) in volgens de aanbevelingen van SMART
(zie
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel
op
paginaî„¥115).
9. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op paginaî„¥27.
Uw middelgrote room system inschakelen met dubbele panelen
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het rechter
interactieve flatpanel aan.
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het
bedieningspaneel aan de voorzijde van het rechter interactieve flatpanel, totdat de
invoerbron
HDMI1
is.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
23
3. Zet de schakelaar aan de onderkant van het linker
interactieve flatpanel aan.
4.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van het linker interactieve flatpanel, totdat de invoerbron
HDMI1
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
5. Drukop MENU op de afstandsbediening van het linker interactieve flatpanel.
6. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
SETUP
(INSTELLINGEN) hebt
geselecteerd en druk daarna op SET (INSTELLEN).
7. Druk op de pijl naar beneden totdat u het
USB SETTING
(USB-INSTELLING) hebt
geselecteerd en druk vervolgens op de pijl naar rechts.
8. Druk op pijl links of pijl rechts totdat de optie
USB1
is ingesteld op
HDMI1
.
9. Druk op MENU of EXIT (AFSLUITEN) totdat het schermweergavemenu sluit.
10. Herhaal stappen 5 t/m 9 voor het rechter interactieve flatpanel.
11. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op paginaî„¥27.
Uw room system voor grote ruimten starten
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het rechter
interactieve flatpanel aan.
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het
bedieningspaneel aan de voorzijde van het rechter interactieve flatpanel, totdat de
invoerbron
HDMI3/PC
is.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
24
3. Zet de schakelaar aan de onderkant van het linker
interactieve flatpanel aan.
4.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van het linker interactieve flatpanel, totdat de invoerbron
HDMI3/PC
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
5. Drukop MENU op de afstandsbediening van het linker interactieve flatpanel.
6. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
SETUP
(INSTELLINGEN) hebt
geselecteerd en druk daarna op SET (INSTELLEN).
7. Druk op de pijl naar beneden totdat u
Lync®ROOMRESET
(OPNIEUW INSTELLEN VAN
Lync® ROOM) hebt geselecteerd en druk vervolgens op de pijl naar rechts.
Het schermmenu knippert kort.
8. Druk op MENU of EXIT (AFSLUITEN) totdat het schermweergavemenu sluit.
9. Herhaal stappen 5 t/m 8 voor het rechter interactieve flatpanel.
NB
Met het voltooien van stappen 5 tot en met 9 worden de USB-videotoewijzing, audio-
instellingen, aanwezigheidsdetectie- en andere instellingen van het interactieve
flatpanel geconfigureerd met SMARTî„¥Roomî„¥System. Daarnaast wordt met het voltooien
van bovenstaande stappen de selectiebediening van het volume en de invoer van de
bedieningspanelen aan de voorkant van het interactieve flatpanel uitgeschakeld.
10. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op paginaî„¥27.
Om uw systeem voor extra grote ruimte te starten
1. Zet de schakelaar aan de onderkant van het rechter
interactieve flatpanel aan.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
25
2.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het bedieningspaneel aan de
voorzijde van het rechter interactieve flatpanel, totdat de invoerbron
HDMI3/PC
is.
3. Zet de schakelaar aan de onderkant van het linker
interactieve flatpanel aan.
4.
Druk op de knop Input Select (Invoer selecteren) op het
bedieningspaneel aan de voorzijde van het linker interactieve flatpanel, totdat de
invoerbron
HDMI3/PC
is.
De Lync-toepassing zal het installatieproces voor de eerste keer uitvoeren. Tijdens dit
proces start de Lync-toepassing verschillende keren opnieuw.
NB
Dit proces neemt tijd in beslag om te voltooien. Schermen wisselen mogelijk niet van
inhoud of lijken een aantal minuten leeg te zijn tijdens dit proces.
5. Druk op MENU op de afstandsbediening van het linker interactieve flatpanel.
6. Druk op de pijl naar beneden totdat u het menu
OPTION
(OPTIE) hebt geselecteerd en
druk daarna op OK.
7. Druk op de pijl naar beneden totdat u
Lync®RoomReset
(Opnieuw instellen van Lync®
Room) hebt geselecteerd en druk daarna op OK.
8. Druk op de pijl naar links om
Reset
(Opnieuw instellen) te selecteren en druk vervolgens
op OK.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
26
9. Stel de invoermodus van het Lync-appraat in op PC:
a. Op de afstandsbediening drukt u op INPUT (INVOER) en vervolgens op de rode
knop die zich onder de knop BACK (TERUG) bevindt.
Het menu
Input Label
(Invoerlabel) verschijnt.
b. Kies met behulp van pijl links of pijl rechts HDMI3/PC, en druk dan op OK.
c. Kies met behulp van pijl links, pijl rechts, pijl omhoog en pijl omlaag PC en druk dan
opî„¥OK.
d. Druk op pijl omlaag om Close (Sluiten) te selecteren en druk vervolgens op OK.
In het menu
Input List
(Invoerlijst) geeft het pictogram van de computerinvoer aan dat
de bedieningsmodus PC is.
BELANGRIJK
Als u deze procedure niet voltooit, dan kunnen de volgende problemen optreden:
o
Het interactieve flatpanel geeft mogelijk niet de hoeken van het scherm van het
Lync-apparaat weer.
o
Gebruikers merken mogelijk een hogere vertragingstijd in het videoscherm op.
NB
Deze handelingen zijn ook gedocumenteerd in
Before you configure your
SMARTî„¥Board 8084i-G4 interactive flat panel
(Voordat uw uw SMARTî„¥Board 8084i-G4
interactieve flatpanel configureert.) (smarttech.com/kb/170597), dat bij uw room system
is inbegrepen.
10. Stel de opties in het menu
PICTURE
(BEELD) in volgens de aanbevelingen van SMART
(zie
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel
op
paginaî„¥115).
11. Herhaal stappen 5 t/m 10 voor het rechter interactieve flatpanel.
NB
Met het voltooien van stappen 5 t/m 10 worden de USB-videotoewijzing, audio-
instellingen, aanwezigheidsdetectie- en andere instellingen van het interactieve
flatpanel geconfigureerd met SMARTî„¥Room System. Daarnaast wordt met het voltooien
van bovenstaande stappen de selectiebediening van het volume en de invoer van de
bedieningspanelen aan de voorkant van het interactieve flatpanel uitgeschakeld.
12. Ga door met
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-software
te configureren
op volgende pagina.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
27
Voer eerst de installatie-instellingen uit om de Lync Room System-
software te configureren
Om de Lync Room System-software te configureren, voert u eerst de installatie-instellingen
uit.
1. Selecteer u taal en klik vervolgens op Next (Volgende).
2. Selecteer uw land of regio, tijd en valutavoorkeur, en toetsenbordindeling, en klik daarna
op Next (Volgende).
3. Typ een nieuwe gebruikersnaam voor het beheerdersaccount en een computernaam
voor de Lync-toepassing, en klik daarna op Next (Volgende).
U moet de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder geven wanneer u de
configuratie van het room system verandert of wanneer u problemen oplost. Het
beheerdersaccount is alleen voor gebruik met uw SMART Room System en is niet
toegewezen of anderszins gekoppeld aan gebruikersaccounts op uw netwerk.
Bij de meeste configuraties is de gebruikersnaam van het beheerdersaccount 'admin'.
BELANGRIJK
o
U dient een gebruikersnaam voor het beheerdersaccount in te voeren in het
venster
Type a user name
(Typ een gebruikersnaam). Laat dit vakje niet leeg.
o
Gebruik nooit 'LyncRoom' als gebruikersnaam van het beheerdersaccount, omdat
deze gebruikersnaam is gereserveerd.
4. Typ een wachtwoord voor het beheerdersaccount en een hint voor dat wachtwoord, en
klik vervolgens op Next (Volgende).
BELANGRIJK
o
U dient een wachtwoord voor het beheerdersaccount in te voeren in het venster
Type a password
(Typ een wachtwoord). Laat dit vakje niet leeg.
o
Gebruik in het wachtwoord geen speciale tekens die moeten worden ingevoerd
met de toets ALT.
o
Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder bent vergeten,
dan moet u eerst het room system terugzetten naar de fabrieksinstellingen en
daarna de software opnieuw configureren.
Sla de gebruikersnaam en het wachtwoord daarom op in de
Softwareconfiguratiehandleiding van SMART Room System voor Microsoft Lync
of op een andere veilige plek.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
28
5. Selecteer uw tijdzone, specificeer de huidige datum en tijd, en klik daarna op Next
(Volgende).
BELANGRIJK
U dient de juiste datum en tijd op te geven. Als de datum en tijd van het room system
verschillen van de datums en tijden van de Microsoft Exchange- en Lync-server, dan
kan het room system geen verbinding maken met de servers.
De Lync-toepassing start een aantal keer opnieuw. Wanneer het basisconfiguratieproces
is voltooid, verschijnt er een scherm waarin om het wachtwoord voor de beheerder wordt
gevraagd.
NB
Nadat de Lync-toepassing is uitgeschakeld en voor de eerste keer opnieuw start,
vraagt het u mogelijk om een wachtwoord of meldt het zich uit zichzelf aan. In beide
gevallen zal de Lync-toepassing uitschakelen en opnieuw starten.
6. Ga door naar de volgende procedure.
Aanmelden en de schermen configureren
Aanmelden en de schermen configureren
1. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De SMART-licentieovereenkomst wordt weergegeven.
2. Lees de SMART-licentieovereenkomst voor eindgebruikers en klik daarna op Accept
(Accepteren).
Het dialoogvenster
Conferencing Microphone Configuration
(Configuratie van
conferentiemicrofoon) verschijnt.
3. Selecteer Use the table microphone (De tafelmicrofoon gebruiken) en klik vervolgens op
OK (OK).
BELANGRIJK
U kunt deze instelling later niet veranderen, dus zorg ervoor dat u de juiste optie
selecteert.
Er verschijnt een dialoogvenster
First things first
en een dialoogvenster waarin u wordt
gevraagd om de scherminstellingen te controleren.
4. Selecteer in het
First things first
Use recommended settings (Aanbevolen instellingen
gebruiken) en klik vervolgens op Accept (Accepteren).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
29
5. Klik in het dialoogvenster waarin u wordt gevraagd om de weergegeven
scherminstellingen te selecteren, op OK.
Er verschijnt een tweede dialoogvenster en het configuratiescherm opent.
6. Configureer in het Configuratiescherm de schermen als volgt:
BELANGRIJK
o
Lijn de bovenkant van alle schermen uit zoals weergegeven in bovenstaand
diagram.
o
Stel de console in als hoofdscherm door op de miniaturen te klikken en daarna
Makeî„¥thisî„¥my main display (Maak dit mijn hoofdscherm) te selecteren.
o
Positioneer de console naar de rechterkant van het interactieve flatpanels zoals
weergegeven in bovenstaand diagram.
o
U kunt deze instellingen later niet wijzigen, zorg er daarom voor dat u de schermen
correct configureert.
TIP
Om ieder scherm vast te stellen, drukt u op Identify (Identificeer). Elk schermnummer
verschijnt kort op het scherm.
7. Klik in het configuratiescherm op Apply (Toepassen) en klik vervolgens op OK.
8. Klik in het dialoogvenster op OK.
De Lync-toepassing start opnieuw op.
9. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Microsoft-licentieovereenkomst wordt weergegeven.
10. Lees de Microsoft-licentieovereenkomst voor eindgebruikers en klik vervolgens op
Accept (Accepteren).
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
11. Ga door naar de volgende procedure.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
30
SMART-instellingen configureren
SMART-hardware configureren
1. Klik op OEM Settings (OEM-instellingen) en daarna op SMART Settings (SMART-
instellingen).
SMART-instellingen verschijnt.
2. Klik op SMART Room System Settings (Instellingen SMART Room System).
3. Definieer de openingsuren van uw organisatie als volgt:
a. Als de werkdagen van uw bedrijf uit 12 uur bestaan, selecteert u 12 Hour Setting (12-
uursinstelling) en selecteert u vervolgens het betreffende tijdsbestek in het
vervolgkeuzemenu.
OF
Als de werkdagen van uw bedrijf niet uit 12 uur bestaan, selecteert u Custom Setting
(Aangepaste instelling) en selecteert u vervolgens de begin- en eindtijden van de
werkdag van uw organisatie.
b. Selecteer de dagen van de week waarop uw bedrijf actief is.
NB
Uw room system gaat naar de slaapstand buiten de openingsuren die u in dit scherm
vaststelt.
4. Klik op SMART Hardware Settings (SMART-hardware-instellingen).
5. Controleer of alle onderdelen van uw room system op dit scherm staan vermeld. Zorg
ervoor dat een onderdeel dat niet is vermeld, goed is aangesloten op het Lync-apparaat.
6. Ga door naar de volgende procedure.
Aanraakbesturing kalibreren en ijken op de interactieve flatpanels
1. Als SMARTî„¥Settings (SMART-instellingen) niet is geopend in de vorige procedure, dan
klikt u op OEM Settings (OEM-instellingen) en vervolgens op SMART Settings (SMART-
instellingen).
SMART-instellingen verschijnt.
2. Klik op Connection Wizard (Verbindingswizard).
De wizard
SMART Connection
(SMART-verbinding) verschijnt. De wizard detecteert de
interactieve producten van uw SMART Room System.
3. Selecteer het eerste interactieve flatpanel uit de lijst en klik vervolgens op Next
(Volgende).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
31
4. Selecteer Product is being set up for the first time (Product wordt voor de eerste keer
geconfigureerd), en klik daarna op Next (Volgende).
5. Klik op Calibrate (Kalibreren).
Het kalibratiescherm verschijnt op de console.
6. Verplaats het kalibratiescherm naar het geselecteerde interactieve flatpanel door op de
spatiebalk op het toetsenbord te drukken of op de knop Orient (IJken) op de
kleurkeuzemodule van het interactieve flatpanel.
NB
Als u een room system met twee interactieve flatpanels wilt configureren dan moet u
vaststellen welk interactief flatpanel u in stap 3 hebt geselecteerd. Om dit vast te
stellen, kunt u stap 7 voltooien op het interactieve flatpanel waarnaar u het
kalibratiescherm hebt verplaatst. Als het kalibratiescherm niet reageert op aanraking op
dit interactieve flatpanel, verplaats dan het kalibratiescherm naar het andere
interactieve flatpanel en herhaal vervolgens stap 7.
7. Kalibreer het interactieve flatpanel met de instructies op het scherm.
Het ijkingsscherm verschijnt op het geselecteerde interactieve flatpanel.
8. IJk het interactieve flatpanel met de instructies op het scherm.
NB
Als u een doel aanraakt op het ijkingsscherm of op het kalibratiescherm, maar niet
doorgaat naar het volgende kalibratiescherm, drukt u op de knopOrient (IJken) om
naar het volgende interactieve flatpanel te verplaatsen en probeert u het opnieuw.
9. Klik op Next (Volgende) en klik vervolgens op Finish (Voltooien).
10. Als u een room system met twee interactieve flatpanels wilt configureren, herhaal dan
stappen 2 tot en met 9 voor het tweede interactieve flatpanel.
NB
U hoeft de console niet te kalibreren of te ijken.
11. Ga door naar de volgende procedure.
De camera optimaliseren
1. Als SMARTî„¥Settings (SMART-instellingen) niet is geopend in de vorige procedure, dan
klikt u op OEM Settings (OEM-instellingen) en vervolgens op SMART Settings (SMART-
instellingen).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
32
SMART-instellingen verschijnt.
2. Klik op SMARTî„¥Hardware Settings (SMART-hardware-instellingen).
3. Klik op het pictogram van de camera.
4. Klik op Preview (Voorbeeld).
Het venster
Camera Configuration
(Cameraconfiguratie) wordt geopend.
5. Selecteer de frequentie van de hoofdstroomkabel voor uw land (50 Hz of 60 Hz), stel
pannen, kantelen en zoomen in op de grootte van de vergaderruimte en klik op OK.
NB
Opties voor digitaal pannen en kantelen zijn enkel beschikbaar wanneer de camera is
ingezoomd.
6. Klik op OK.
SMARTî„¥Settings (SMART-instellingen) wordt afgesloten.
7. Ga door naar de volgende procedure.
Lync Room System-software configureren
NB
De volgende procedure bevat de door SMART aanbevolen configuratie voor Lync Room
System-software voor een typische opstart van Lync-infrastructuur. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor Microsoft Lync Room System
voor uitgebreide installatie-
informatie (zie
Voorbereidingsinformatie
op paginaî„¥9).
Lync Room System-software configureren
1. Klik op Lync Settings (Lync-instellingen) en stel daarna de volgende
besturingselementen in:
Control (Beheren) Procedure
Aanmeldgegevens
User Name
(Gebruikersnaam)
Typ de volledige domeinnaam van het Lync-account in één of
twee indelingen, afhankelijk van hoe de servers van uw
organisatie zijn geconfigureerd (bijvoorbeeld
uwdomeinnaam\ruimte1 of ruimte1@uwdomeinnaam.nl).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
33
Control (Beheren) Procedure
SIP URI
Type de SIP URI van uw Lync account (bijvoorbeeld
ruimte1@uwdomeinnaam.nl).
NB
Als de domeinnaam die in de SIP URI van het Lync-account
anders is dan de domeinnaam op het Lync Web Service-
certificaat, raadpleeg
Vertrouwde domeinen aan uw room
system toevoegen
op paginaî„¥83.
Wachtwoord
Typ het wachtwoord van het Lync-account.
Proxy Credentials
(Proxyreferenties)
Selecteer Use Lync Account credentials (Gebruik referenties
Lync-account).
Configuratiemodi Als uw organisatie een gemengde omgeving behoudt van Lync
2010- en Lync 2013-serverpools, selecteer Manual (Handmatig)
en typ vervolgens het adres van de Lync 2013-serverpool in het
venster
Internal Server Name
(Interne servernaam).
Kwaliteitscontrole U kunt ook de functie Klantervaringsprogramma inschakelen om
te helpen met probleemoplossing.
Bezig met
aanmelden
U kunt ook Full (Volledig) in de vervolgkeuzelijst selecteren en
Windows®Event Logging inschakelen om te helpen met
probleemoplossing.
TIP
U kunt deze informatie opnemen in de
Softwareconfiguratiehandleiding van SMART
Room System voor Microsoft Lync
zodat u deze later kunt raadplegen.
2. Klik op System Settings (Systeeminstellingen), en klik daarna op Network Connections
(Netwerkverbindingen).
Het venster
Network Connections
(Netwerkverbindingen) wordt geopend.
3. Klik met de rechtermuisknop op Local Area Connection (LAN-verbinding) en selecteer
vervolgens Properties (Eigenschappen).
Het dialoogvenster
Local Area Connection Properties
(Eigenschappen voor LAN-
verbinding) wordt weergegeven.
4. Selecteer Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) (Internetprotocol versie 4 (TCP/IPv4))
en klik daarna op Properties (Eigenschappen).
Het dialoogvenster
Internet Protocol Version 4 (TCP/IPv4) Properties
(Internetprotocol
versie 4 (TCP/IPv4)) verschijnt.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
34
5. Selecteer Obtain DNS server address automatically (Verkrijg automatisch het DNS-
serveradres).
OF
Selecteer Use the following DNS server addresses (Gebruik de volgende DNS-
serveradressen), en typ daarna de DNS-serveradressen van uw domein in de
selectievakken
Preferredî„¥DNSî„¥server
(Geprefereerde DNS-server) en
Alternateî„¥DNSî„¥server
(Alternatieve DNS-server).
6. Selecteer Validate settings upon exit (Valideer instellingen bij afsluiten), en klik daarna
op OK.
7. Sluit het dialoogvenster
Local Area Connection Properties
(Eigenschappen voor LAN-
verbinding) en alle andere open vensters en dialoogvensters.
8. Klik op Password Renewal (Wachtwoord vernieuwen), en schakel Auto-Renew Password
(Automatisch wachtwoord vernieuwen) uit.
9. Ga door naar de volgende procedure.
De status controleren van de productsleutel
van Lync Room System-software
De status controleren van de productsleutel in versie 15.05 of eerder van Lync Room
System-software
1. Klik op OEM Settings (OEM-instellingen), en klik vervolgens op SRS Licensing Tool
(Licentiehulpprogramma SRS).
2. Klik op Check Status (Status controleren).
Als uw organisatie een productsleutel voor Lync Room System-software heeft
uitgegeven via een KMS-server, dan geeft het
statusvenster
aan dat het room system
een licentie heeft. Anders geeft het
statusvenster
aan dat het room system geen licentie
heeft.
NB
Het kan enkele uren duren voordat de KMS-server de productsleutel aan het room
system toewijst, dit is afhankelijk van de instellingen van de KMS-server.
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
35
3. Als het room system een licentie heeft, ga dan door met de volgende procedure.
OF
Als het room system geen licentie heeft, kunt u het volgende doen:
o
Wacht totdat de KMS-server de productsleutel aan het room system heeft
toegewezen en herhaal vervolgens stap 1 en 2.
NB
U kunt de Lync Room System-software blijven gebruiken tijdens de proefperiode.
o
Type de code voor meerdere activeringen (MAK, multiple activation key) van
Microsoft die in het venster
MAK key
(MAK-sleutel) staat en klik vervolgens op click
Activate Key (Sleutel activeren) en ga door naar
Uw room system testen
op
volgende pagina (Uw room system testen).
De status controleren van de productsleutel in versie 15.06 of later van Lync Room System-
software
1. Klik op Lync License (Lync-licentie).
Als uw organisatie een productsleutel voor Lync Room System-software heeft
uitgegeven via een KMS-server, dan geeft het
statusvenster
aan dat het room system
een licentie heeft. Anders geeft het
statusvenster
aan dat het room system geen licentie
heeft.
2. Als het room system een licentie heeft, ga dan door met de volgende procedure.
OF
Als het room system geen licentie heeft, kunt u het volgende doen:
o
Wacht totdat de KMS-server de productsleutel aan het room system heeft
toegewezen en herhaal vervolgens stap 1.
NB
U kunt de Lync Room System-software blijven gebruiken tijdens de proefperiode.
o
Selecteer Multiple Activation Key (MAK) (Code voor meerdere activeringen), typ de
MAK van Microsoft in het venster
Enter a key
(Sleutel invoeren), klik op Activate Key
(Sleutel activeren), en ga door naar
Uw room system testen
op volgende pagina (Uw
room systeem testen).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
36
Uw room system testen
Uw room system testen
1. Klik op Lync Settings (Lync-instellingen).
2. Klik op Make a Test Call (Een testoproep uitvoeren) en volg de aanwijzingen op het
scherm om de oproepfuncties te testen als uw organisatie een Lync-server op locatie
gebruikt.
3. Klik op Test Meet Now (Nu testvergaderen) en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm om de serveraansluitingen en videofuncties te testen.
4. Als u geen testoproep of testvergadering kunt voltooien, wacht u één of twee minuten en
probeert u stappen 2 en 3 opnieuw.
TIPS
o
Als u dan nog steeds geen testoproep of testvergadering kunt voltooien, kunt de
Lync-accountgegevens van het room system controleren door deze op een
andere computer met Lync 2013-clientsoftware te gebruiken.
o
Als de audio te luid of te zacht is, dan kunt u de audio-instellingen aanpassen in het
tabblad
Lync Settings
(Lync-instellingen).
HOOFDSTUK 4
DE SOFTWARE VAN UW ROOM SYSTEM CONFIGUREREN
37
5. Klik op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten).
De Lync-toepassing start opnieuw op in vergaderingsmodus:
o
De kalender van de vergaderruimte komt tevoorschijn wanneer het room system
verbinding maakt met de Microsoft Exchange-server.
o
De naam van de vergaderruimte en de knop
Meet Now
(Nu vergaderen) komen
tevoorschijn beneden de kalender wanneer het room system verbinding maakt met
de Microsoft Exchange-server.
NB
Klik nogmaals op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten) als de Lync-
toepassing in de beheerdersmodus start, om af te sluiten en de Lync-toepassing in
vergadermodus te starten.
TIPS
o
Als de Lync-toepassing geen verbinding maakt met de Lync-server, kunt u een
computer met Lync 2013-clientsoftware gebruiken om de Lync-accountgegevens
te controleren.
o
Als de Lync-toepassing geen verbinding maakt met de Microsoft Exchange-server,
kunt u een computer met een internetbrowser gebruiken om u aan te melden bij
Microsoft Outlook® Web Acces met de Lync-accountgegevens. Hiermee kunt u
controleren of het Lync-account toegang heeft tot de Microsoft Exchange-
kalender.
Hoofdstuk 5
39
Hoofdstuk 5: Uw room system gebruiken
Vergaderingen plannen 39
Uw room system inschakelen 40
Vergaderingen starten 41
Vergaderingen beheren met de console 42
Computers aansluiten op uw Room System 45
Software installeren voor SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge 46
Een gastlaptop verbinden met bescherming van video-aansluitingen en
SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge 46
Een gastlaptop verbinden met Lync-clientsoftware 47
Een computer in de ruimte verbinden 48
Aanraking ijken 50
De whiteboardfunctie gebruiken 51
Gebruikers met speciale behoeften ondersteunen 52
Vergaderingen beëindigen 54
Dit hoofdstuk biedt een overzicht over hoe gebruikers een vergadering kunnen plannen en
uitvoeren met uw SMARTî„¥Roomî„¥System- en Lync Room System-software.
Vergaderingen plannen
Met Microsoftî„¥Outlook op hun pc's kunnen gebruikers Lync-vergaderingen plannen en het
SMARTî„¥Roomî„¥System als bron boeken.
Een nieuwe Lync-vergadering plannen
1. Start Outlook en klik vervolgens op Calendar (Kalender).
2. Klik op Home (Start) en klik vervolgens op New Lync Meeting (Nieuwe Lync-vergadering).
NB
Voor gebruikers met oudere versies van Lync-software is deze knop gemarkeerd als
New Online Meeting
(Nieuwe online vergadering).
Een nieuwe Lync-vergadering opent.
3. Selecteer een datum en tijd voor de vergadering, typ een onderwerp en extra gegevens
en voeg vervolgens deelnemers en de vergaderruimte.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
40
4. Wijzig zo nodig de vergaderopties:
a. Klik op Meeting Options (Vergaderingsopties).
Het dialoogvenster
Lync Meeting Options
(Opties voor Lync-vergadering) wordt
weergegeven.
b. Wijzig de vergaderopties.
NB
De besturingselementen in dit dialoogvenster verschillen afhankelijk van hoe uw
organisatie Lync Server heeft geconfigureerd.
c. Klik op OK.
5. Stuur de uitnodiging voor de vergadering naar de deelnemers en bronnen.
Een bestaande vergadering omzetten naar een Lync-vergadering
1. Start Outlook en klik vervolgens op Calendar (Kalender).
2. Zoek de vergadering in de kalender en dubbelklik erop.
De vergadering wordt geopend.
3. Klik op Appointment (Afspraak) en klik vervolgens op Lync Meeting (Lync-vergadering).
NB
Voor gebruikers met oudere versies van Lync-software is deze knop gemarkeerd als
Online Meeting
(Online vergadering).
4. Voeg het room system toe als bron.
5. Verstuur de vergaderingupdate naar de deelnemers en bronnen.
Uw room system inschakelen
De interactieve flatpanels van uw room system hebben twee sensoren voor
aanwezigheidsdetectie op het frame die mensen tot op 5 meter afstand kunnen detecteren
wanneer het room system in de standby-modus is.
Als de sensoren vaststellen dat er iemand in de kamer is, dan gaat het room system aan. Als
aanwezigheidsdetectie is uitgeschakeld, dan kunt u het room system handmatig inschakelen
door op de knop Aan/Standby te drukken aan de voorkant van het bedieningspaneel van
elk interactief flatpanel.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
41
Vergaderingen starten
Nadat het room system aan gaat, geven de interactieve flatpanels en de console de planning
van het room system weer als een verzameling vierkanten:
l Als het room system voor een vergadering is geboekt, dan verschijnen de details van de
vergadering en
Join
(Deelnemen) in het vierkant.
l Zodra het room system beschikbaar is, verschijnt
Free
(Vrij) in het vierkant.
NB
Als de planning van het room system niet direct verschijnt of niet juist wordt bijgewerkt, dan
kan er een probleem zijn met de verbinding tussen de Lync Room System-software en de
Microsoft Exchange-server (zie
Softwareproblemen oplossen
op paginaî„¥82).
Gebruikers kunnen een geplande vergadering bijwonen als het room system is geboekt, of ze
kunnen een ad hoc-vergadering maken zodra het room system beschikbaar is.
Een vergadering bijwonen
1. Druk op het vierkant van de vergadering of op de interactieve flatpanels van de console.
NB
De planning toont alleen die Lync-vergaderingen waaraan het room system als bron is
toegevoegd. Als een vergadering niet als een vierkant in de planning wordt
weergegeven, zet de vergadering dan om naar een Lync-vergadering en voeg het
room system als bron aan de vergadering toe (zie
Vergaderingen plannen
op
paginaî„¥39).
2. Als de vergadering privé is, typ dan de betreffende aanmeldgegevens in de
tekstvensters in en klik vervolgens op Join (Bijwonen).
De console geeft een reeks tabbladen weer voor het beheren van de vergadering (zie
Vergaderingen beheren met de console
op volgende pagina). De interactieve flatpanels
geven maximaal vijf video's van verbonden deelnemers weer in de galerie.
Een ad hoc-vergadering maken
1. Druk op Meet now (Nu vergaderen) op de console.
2. Voeg deelnemers aan de vergadering toe.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
42
3. Druk op Start Meeting (Vergadering beginnen).
De console geeft een reeks tabbladen weer voor het beheren van de vergadering (zie
Vergaderingen beheren met de console
beneden). De interactieve flatpanels geven de
video's van verbonden deelnemers weer in de galerie.
TIP
Als de Lync-infrastructuur verbinden via POTS ondersteunt, druk dan op Dial Pad
(Telefoontoetsenbord) en gebruik het telefoontoetsenbord om een persoon te bellen
die het room system gebruikt. Om het audiogesprek in een videovergadering om te
zetten, drukt u op Startî„¥Video (Video starten) en drukt u op Inviteî„¥Moreî„¥People (Meer
personen uitnodigen).
Vergaderingen beheren met de console
Met de console kunnen gebruikers de vergadering en de functies van het room system
beheren. Meestal zit de gebruiker die de vergadering heeft georganiseerd vooraan en
bedient de console tijdens de vergadering.
Tijdens de vergadering kunnen gebruikers de volgende tabbladen op de console gebruiken
en tonen:
Tab Inhoud Acties
Content (Inhoud) De naam van de
deelnemer die op dit
moment presenteert en
de inhoud die geupload is
naar de vergadering,
inclusef PowerPoint-
bestanden en whiteboard-
sessies.
l
Druk op een inhoudsitem en klik
vervolgens op Startî„¥Presenting
(Beginnen met presenteren) om een
item te presenteren.
l
Druk op Stopî„¥Presenting (Stop met
presenteren) als u klaar bent.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
43
Tab Inhoud Acties
Participants
(Deelnemers)
Een lijst met deelnemers
van de vergadering
NB
Als er meer dan 30
deelnemers van de
vergadering zijn,
verschijnt de lijst van
deelnemers niet.
l
Druk op de naam van een deelnemer en
selecteer vervolgens de betreffende
optie uit het menu:
o
De audio van de deelnemer
dempen of hoorbaar maken
o
De video van de deelnemer aan de
galerie vastspelden zodat deze
altijd zichtbaar is
o
Het spotlicht op de deelnemer
vergrendelen of ontgrendelen
o
De deelnemer van de vergadering
verwijderen
l
Druk op Invite More People (Meer
personen uitnodigen) om meer
deelnemers uit te nodigen.
l
Druk op Mute Audience (Publiek
dempen) om de audio van alle
deelnemers te dempen, behalve de
deelnemer die op dit moment
presenteert.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
44
Tab Inhoud Acties
Display
(Beeldscherm)
Weergave-opties voor de
interactieve flatpanels van
het room system
l
Selecteer voor room systems met één
interactief flatpanel uit een van de
volgende opties:
o
Gallery & Content (Galerie en
inhoud) om de inhoud van de
galerie en gedeelde inhoud weer
te geven
o
Gallery (Galerie) om de galerie
weer te geven
o
Presentation (Presentatie) om
alleen gedeelde inhoud weer te
geven
o
Speaker (Spreker) om alleen de
video van de presenterende
deelnemer weer te geven
o
Speaker & Content (Spreker en
inhoud) om zowel de video van de
presenterende deelnemer als
gedeelde inhoud weer te geven
l
Selecteer voor room systems met twee
interactieve flatpanels uit een van de
volgende opties:
o
Gallery & Content (Galerie en
inhoud) om de galerie op het ene
interactieve flatpanel en de
gedeelde inhoud op het andere
interactieve flatpanel weer te
geven
o
Speaker (Spreker) om de video van
de presenterende deelnemer op
het ene interactieve flatpanel en de
gedeelde inhoud op het andere
interactieve flatpanel weer te
geven
o
Gallery View (Galerieweergave) om
de galerie op beide interactieve
flatpanels weer te geven
l
Schakel Preview (Voorbeeldweergave)
in om de video van de camera van het
room system weer te geven
IM Instant messages (IM's) die
tijdens de vergadering zijn
gedeeld
Druk op het veld Input (Invoer) en
gebruik vervolgens het toetsenbord op
het scherm om een IM te typen. Alle
deelnemers in de vergadering kunnen
alle IM's zien.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
45
Naast de tabbladen heeft de console een werkbalk met de volgende knoppen:
Knop Procedure
Stop Video (Video
stoppen)
De video van de vergaderruimte stoppen.
Hold Call (Gesprek in
de wacht zetten)
De video van de vergadering stilzetten en de audio dempen.
Mute Room (Ruimte
dempen)
De microfoons van de vergaderruimte dempen.
Speaker off
(Luidspreker uit)
De luidsprekers van de vergaderruimte dempen.
Room Volume
(Ruimtevolume)
Verplaats de schuifbalk om het volume aan te passen.
Dial Pad
(Telefoontoetsenbord)
Een telefoontoetsenbord weergeven om de telefoonfuncties van
de Lync Room System-software te gebruiken (Als de Lync-
infrastructuur een POTS-brug ondersteunt).
New Whiteboard
(Nieuw whiteboard)
Een nieuw whiteboard-bestand maken.
Email Whiteboard
(Whiteboard e-mailen)
Het whiteboard-bestand e-mailen.
Leave Meeting
(Vergadering verlaten)
Verbreek de verbinding van het room system met de Lync-
vergadering (zie
Vergaderingen beëindigen
op paginaî„¥54).
Computers aansluiten op uw Room System
Gebruikers kunnen het room system verbinden aan een gastlaptop (op tijdelijke basis) of aan
een computer in de ruimte (op permanente basis) om de computerweergave tijdens een
vergadering te delen.
NB
Deelnemers op afstand die met de vergadering verbinden via bepaalde smartphones en
andere mobiele apparaten kunnen de gedeelde computerweergaven niet zien vanwege de
beperkingen van de Lync-clientsoftware voor die apparaten.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
46
Software installeren voor SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
SMART raadt aan dat u de volgende (of latere) versies van SMARTMeetingPro®PE-software,
SMARTî„¥Inkâ„¢ en SMART-productstuurprogramma's installeert op alle computers die u wilt
verbinden met uw SMARTî„¥Roomî„¥System met gebruik van de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-
bridge:
Software Windows
besturingssystemen
Macî„¥OSî„¥X
besturingssysteemsoftware
SMARTî„¥Meetingî„¥Pro PE-software 1.2.206.0 1.2.166.0
SMARTî„¥Ink 2.2.366.0 2.2.276.0
SMARTî„¥-productstuurprogramma's 11.6.1019.0 11.6.1033.1
Met deze software kunt u de functies van de interactieve flatpanels optimaal benutten,
communiceren met toepassingen door deze aan te raken en met digitale inkt over inhoud
schrijven of tekenen.
BELANGRIJK
Als u een computer van Mac hebt, moet u SMART-productstuurprogramma's installeren om
uw computer te kunnen gebruiken met de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge.
De nieuwste versies van SMART-software downloaden en installeren
1. Ga naar smarttech.com/downloads.
2. Klik op Choose a version (Een versie kiezen) onder
SMART Meeting Pro PE (Personal
Edition) software
, en selecteer vervolgens de meest recente versie voor uw
besturingssysteem.
3. Klik op Download (Downloaden), en sla het installatieprogramma op in een tijdelijke map
op uw computer.
4. Dubbelklik op het installatieprogramma.
5. Voer de instructies op het scherm uit om de SMART-software te installeren.
Een gastlaptop verbinden met bescherming van video-
aansluitingen en SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
Als de bescherming van video-aansluitingen niet verbonden is met een computer in de ruimte
(zie
Een computer in de ruimte verbinden
op paginaî„¥48), kunnen gebruikers de bescherming
gebruiken om hun laptops te verbinden en hun weergaven te delen.
Als het room system een SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge en Lync Room System-software
15.11 heeft, kunnen gebruikers ook de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge met hun laptop
verbinden om interactie vanaf een interactief flatpanel in te schakelen.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
47
De weergave van een gastlaptop delen met de bescherming van video-aansluitingen
1. Verbind de gastlaptop met het room system met gebruik van de HDMI-kabel of VGA-
kabel van de bescherming van video-aansluitingen.
2. Druk op Yes (Ja) wanneer de console u vraagt de weergave te delen.
3. Verbreek de verbinding van de HDMI-kabel of VGA-kabel van de bescherming van
video-aansluitingen met uw laptop als u klaar bent.
De weergave van een gastlaptop delen en interactie van een interactief flatpanel inschakelen
1. Stel uw laptop in zoals beschreven in
Software installeren voor SMARTî„¥Roomî„¥System
USB-bridge
op vorige pagina.
2. Verbind de gastlaptop met het room system met gebruik van de HDMI-kabel of VGA-
kabel van de videoaansluitingsbescherming en de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge.
3. Druk op Yes (Ja) wanneer de console u vraagt de weergave te delen.
4. IJk de aanraking indien nodig (zie
Aanraking ijken
op paginaî„¥50).
5. Verbreek de verbinding van de HDMI-kabel of VGA-kabel van de bescherming van
video-aansluitingen en de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge met uw laptop als u klaar
bent.
Een gastlaptop verbinden met Lync-clientsoftware
Gebruikers kunnen ook de weergaven van hun laptops delen door aan een vergadering deel
te nemen met Lync-clientsoftware op de laptop.
Als een gebruiker een PowerPoint-bestand deelt tijdens een Lync-vergadering, kunnen
andere gebruikers schrijven op het gedeelde PowerPoint-bestand
Een gastlaptop verbinden
1. Neem deel aan de vergadering op de laptop met gebruik van de clientsoftware van Lync.
2. Als u ter plaatse deelneemt aan de vergadering, druk dan op Yes (Ja) wanneer u daarom
wordt gevraagd om te bevestigen dat u zich in de vergaderruimte bevindt.
OF
Als u op afstand deelneemt aan de vergadering, druk dan op No (Nee) wanneer u daarom
wordt gevraagd om te bevestigen dat u zich niet in de vergaderruimte bevindt.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
48
Schrijven of tekenen op een gedeeld PowerPoint-bestand
1. Een gastlaptop verbinden (zie
Een gastlaptop verbinden
op vorige pagina).
2.
Klik op Presentation (Presentatie), selecteer PowerPoint en deel vervolgens het
PowerPoint-bestand.
NB
Als u ervoor kiest om de PowerPoint-toepassing te delen in plaats van een specifiek
PowerPoint-bestand, kunt u niet schrijven of tekenen op het PowerPoint-bestand.
3. Klik op Content (Inhoud), en selecteer vervolgens Takeî„¥Overî„¥asî„¥Presenter (Overnemen
als presentator) (op de console).
OF
Druk op de modusbalk (pijl naar boven of beneden), en druk op Yes (Ja) wanneer u
daarom wordt gevraagd om over te nemen als presentator (op interactieve flatpanels).
4. Druk op de modusbalk, druk op Annotate (Aantekeningen maken), en schrijf of teken
vervolgens met uw vinger of een van de pennen voor interactieve flatpanels.
5. Druk op Stop Presenting (Stop met presenteren) op de gastlaptop als u klaar bent.
Een computer in de ruimte verbinden
Als u een computer in de ruimte wilt verbinden met uw room system dient u de functie Room
PC View in te schakelen. Gebruikers kunnen vervolgens de weergave van de computer in de
ruimte delen door op de juiste besturingselementen te drukken op de console.
Als het room system een SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge en firmwareversie 15.11 heeft, kunt
u ook de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge met de computer in de ruimte verbinden om
interactie vanaf een interactief flatpanel in te schakelen.
AANTEKENINGEN
l De functie Room PC View is alleen beschikbaar in versies 15.10 of later van Lync Room
System-software. U kunt de nieuwste versie van Lync Room System-software
downloaden en installeren of uw room system in het Lync Admin Console instellen om
automatisch updates te installeren (zie
Software en firmware bijwerken
op paginaî„¥60).
l Zorg ervoor dat het netwerkvergaderingsbeleid van uw organisatie compatibel is met
Room PC View.
De functie Room PC View inschakelen
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
49
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Druk op System Settings (Systeeminstellingen).
5. Zet Room PC View aan.
6. Druk op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten).
De weergave van de computer in de ruimte delen tijdens een vergadering
1. Zorg ervoor dat de computer in de ruimte is verbonden met het room system en dat de
videopoort van de computer in de ruimte actief is.
2. Druk op Content (Inhoud) op de console.
3. Druk op Desktop/Device (Bureaublad/apparaat), en druk vervolgens op Start Presenting
(Beginnen met presenteren).
De weergave van de computer in de ruimte verschijnt op een van de interactieve
flatpanels.
AANTEKENINGEN
o
Als de computer in de ruimte is verbonden met een SMARTî„¥Roomî„¥System USB-
bridge en is ingesteld zoals beschreven in
Software installeren voor
SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
op paginaî„¥46, kunnen gebruikers met de
computer communiceren door het interactieve flatpanel aan te raken.
o
U moet misschien de aanraking ijken (zie
Aanraking ijken
op volgende pagina).
4. Druk op Desktop/Device (Bureaublad/apparaat), en druk vervolgens op Stop Presenting
(Stoppen met presenteren) als u klaar bent.
De weergave van de computer in de ruimte delen buiten een vergadering
1. Zorg ervoor dat de computer in de ruimte is verbonden met het room system met de
HDMI-kabel of VGA-kabel van de bescherming van video-aansluitingen.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
50
2.
Druk op Room PC View op de console.
De weergave van de computer in de ruimte verschijnt op een van de interactieve
flatpanels.
AANTEKENINGEN
o
Als de computer in de ruimte is verbonden met een SMARTî„¥Roomî„¥System USB-
bridge en is ingesteld zoals beschreven in
Software installeren voor
SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
op paginaî„¥46, kunnen gebruikers met de
computer communiceren door het interactieve flatpanel aan te raken.
o
U moet misschien de aanraking ijken (zie
Aanraking ijken
beneden).
3.
Druk op Room PC View wanneer u klaar bent.
Aanraking ijken
U dient aanraking te ijken op elke computer die u verbindt met uw room system met gebruik
van de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge. De procedure voor het ijken van aanraking verschilt
afhankelijk van of SMART-productstuurprogramma's op de computer zijn geïnstalleerd.
U moet de ijkingsprocedure later wellicht herhalen als de aanraking niet accuraat is. Dit kan
gebeuren als u de resolutie op de computer aanpast of een andere computer met uw room
system verbindt.
Aanraking ijken wanneer SMART-productstuurprogramma's zijn geïnstalleerd
1. Zorg ervoor dat de computer is verbonden met het room system.
2.
Druk op de knop Orientation (IJking) in de kleurkeuzemodule van het interactieve
flatpanel.
Het ijkingsscherm verschijnt op de weergave van het interactieve flatpanel.
AANTEKENINGEN
o
Als u een computer verbindt die is geconfigureerd om het bureaublad te
dupliceren op meerdere apparaten, dan verschijnt het ijkingsscherm op zowel de
weergave van het interactieve flatpanel als op de computerweergave.
o
Als u een computer verbindt die is geconfigureerd om het bureaublad over
meerdere weergaven uit te breiden en het ijkingsscherm verschijnt op de
computerweergave in plaats van op de weergave van het interactieve flatpanel,
druk dan op de knop Orientation (IJking) totdat het ijkingsscherm verschijnt op
de weergave van het interactieve flatpanel.
3. Volg de aanwijzingen op het scherm om aanraking te ijken.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
51
Aanraking ijken wanneer SMART-productstuurprogramma's niet zijn geïnstalleerd (alleen
voor besturingssystemen met Windows)
NB
Deze procedure is afhankelijk van de versie van Windows en uw systeemvoorkeuren.
1. Zorg ervoor dat de computer is verbonden met het room system.
2. Open het bedieningspaneel.
3. Druk op Hardware and Sound (Hardware en geluid), en daarna op Tablet PC Settings
(Tablet PC-instellingen).
Het dialoogvenster
Tablet PC Settings
(Tablet PC-instellingen) verschijnt.
4. Selecteer de juiste weergave in de vervolgkeuzelijst
Display
(Weergave) en druk dan op
Calibrate (Kalibreren).
Het dialoogvenster
Calibrate pen or touch input screens
(Identificeer scherm met pen- of
aanraakinvoer) verschijnt.
5. Druk op Touch input (Invoer aanraking).
Het oriëntatiescherm verschijnt.
6. Volg de aanwijzingen op het scherm om aanraking te ijken.
De whiteboardfunctie gebruiken
Gebruikers kunnen de pen en wisser van het interactieve flatpanel gebruiken om met digitale
inkt te schrijven, te tekenen of deze te wissen in een whiteboard-bestand. Ze kunnen ook met
hun vingers schrijven of tekenen en vuisten of handpalmen gebruiken om te wissen.
Naast digitale inkt gebruiken om te schrijven, tekenen en wissen, kunnen gebruikers digitale
inkt en andere objecten in het whiteboard-bestand verplaatsen en aanvullende whiteboard-
bestanden maken.
Een whiteboard-bestand openen in een vergadering
1. Druk op New Whiteboard (Nieuw whiteboard) op de console of op een van de
interactieve flatpanels.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
52
2. Schrijf of teken met digitale inkt.
AANTEKENINGEN
o
Deelnemers op afstand zien de whiteboardsessie in realtime en kunnen hun eigen
digitale inktnotities toevoegen als onderdeel van de samenwerking.
o
Deelnemers op afstand die met de vergadering verbinden via bepaalde
smartphones en andere mobiele apparaten kunnen whiteboardsessies niet zien
vanwege de beperkingen van de Lync-clientsoftware voor die apparaten.
3. Druk zodra u gereed bent op Email Whiteboard (Whiteboard e-mailen) om het
whiteboard-bestand te e-mailen.
Een whiteboard-bestand openen buiten een vergadering
1. Druk op Start Whiteboard (Whiteboard starten) op de console of op een van de
interactieve flatpanels.
2. Schrijf of teken met digitale inkt.
3. Druk zodra u gereed bent op Email Whiteboard (Whiteboard e-mailen) om het
whiteboard-bestand te e-mailen.
Gebruikers met speciale behoeften
ondersteunen
Lync Room System-software bevat de volgende functies ter ondersteuning van gebruikers
met speciale behoeften.
l Thema's met hoog contrast
l Schermverteller
l Schermvergrootglas
NB
Deze opties zijn alleen beschikbaar in nieuwere versies van Lync Room System-software. U
kunt de nieuwste versie van Lync Room System-software downloaden en installeren of uw
room system in het Lync Admin Console instellen om automatisch updates te installeren (zie
Software en firmware bijwerken
op paginaî„¥60).
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
53
Een thema met hoog contrast toepassen
1. Druk op Options (Opties) op de console.
2. Druk op Dark Theme (Donker thema) om een thema met hoog contrast met lichte tekst en
afbeeldingen op een donkere achtergrond toe te passen.
OF
Druk op Light Theme (Licht thema) om een thema met hoog contrast met donkere tekst
en afbeeldingen op een lichte achtergrond toe te passen.
Lync Room System-software verschijnt in het geselecteerde thema.
NB
Druk op Options (Opties) op de console en druk vervolgens op Default Theme
(Standaard Thema) om terug te keren naar het standaard thema.
De schermverteller gebruiken
1. Controleer of de luidsprekers goed zijn aangesloten en goed werken.
2. Druk op Options (Opties) op de console en druk vervolgens op Start Narrator (Verteller
starten).
Het dialoogvenster
Microsoft Narrator
(Microsoft Verteller) verschijnt.
3. Stel de besturingselementen in in het dialoogvenster
Microsoft Narrator
(Microsoft
Verteller).
TIP
Druk voor meer informatie over de besturingselementen in het dialoogvenster
Microsoft Narrator
(Microsoft Verteller) op Quick Help.
4. Gebruik de schermverteller om de tekst op het scherm voor te lezen.
Het schermvergrootglas gebruiken
1. Druk op Options (Opties) op de console en druk vervolgens op Start Magnifier
(Vergrootglas starten).
De werkbalk
Vergrootglas
verschijnt.
2. Stel de besturingselementen in in de taakbalk
Magnifier
(Vergrootglas).
TIP
Druk voor meer informatie over de besturingselementen in de taakbalk
Vergrootglas
en druk vervolgens op Help .
3. Gebruik het schermvergrootglas om tekst en afbeeldingen op het scherm te vergroten.
HOOFDSTUK 5
UW ROOM SYSTEM GEBRUIKEN
54
Vergaderingen beëindigen
Aan het eind van een vergadering kunnen gebruikers op Leave Meeting (Vergadering
verlaten) drukken op de console om de verbinding van het room system met de Lync-
vergadering te verbreken. De Lync-vergadering eindigt zodra alle deelnemers zijn vertrokken.
Hoofdstuk 6
55
Hoofdstuk 6: Uw room system onderhouden
Aanbevolen hulpmiddelen 56
Uw room system op afstand beheren 56
De Lync Room System Adminstrative Web Portal installeren 57
De Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal gebruiken 57
Software en firmware bijwerken 60
Uw room system uitschakelen 61
De interactieve flatpanels onderhouden 63
De interactieve flatpanels kalibreren 63
De interactieve flatpanels ijken 65
De schermen reinigen 66
De aanwezigheidssensoren schoonmaken 66
De cameraschermen en reflecterende tape schoonmaken 67
Onderhoud ventilatie 67
Condensatie voorkomen 68
Een penpunt vervangen 68
De standaarden gebruiken voor toegang tot aansluitingen 69
De console onderhouden 70
De camera onderhouden 70
De microfoons onderhouden 71
De luidsprekers onderhouden 71
De kabelverbindingen van uw room system controleren 71
De installatie van uw room system controleren 71
Uw room system verwijderen en transporteren 72
Uw room system is zodanig ontworpen dat het geen of minimale reiniging en ander
onderhoud behoeft.
Als uw room system reiniging of ander onderhoud vereist of als uw organisatie machtigt tot
periodieke reiniging of ander onderhoud van de IT-infrastructuur, volg dan de aanwijzingen in
dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
56
Aanbevolen hulpmiddelen
De volgende hulpmiddelen worden aanbevolen, en vakkundige, opgeleide installateurs en IT-
specialisten behoren ze beschikbaar te hebben voor onderhoud en probleemoplossing:
Activiteit Aanbevolen hulpmiddelen
Hardwareondersteuning
l
Papier en potlood
l
Ladder
l
Rolmaat
l
Schroevendraaiers, waaronder met platte punten en
kruiskopschroevendraaier nr. 1 en 2
l
Zaklamp
l
Nylon kabelbevestigingen
l
Kniptang voor kabelbevestiging
Testen van hardware-
isolatie
l
USB-kabel van 5 m
l
USB-kabel van 5 m met mini-B-aansluiting
l
actieve USB-verlengkabel van 5 m
l
HDMI-kabel van 6,3 m
l
Functionele reserve-Lync-toepassing
l
Functionele reserveconsole en elektriciteitsvoeding
l
Functionele reservecamerakit
l
Functionele reservemicrofoon en audioverwerkingskit,
inclusief kabels
l
Functionele reserveluidsprekerkit, inclusief kabels
l
Functionele reservestroomvoorzieningen voor de camera,
audioprocessor en luidsprekers voor room systems met
SMARTî„¥Board 8055i interactieve flatpanels
IT-toegang
l
IT-beheerder met kennis van de Lync-infrastructuur van uw
organisatie
l
Afstandsbediening van SMARTî„¥Board interactief flatpanel
l
USB-toetsenbord en muis
l
Laptop met Outlook en Lync-clientsoftware, die is
verbonden met de Lync-infrastructuur van uw organisatie
l
Internettoegang voor documentatie en andere bronnen
(zieî„¥
Overige documentatie en hulpbronnen
op paginaî„¥8)
l
Alternatieve audiobron, zoals een draagbare muziekspeler
Uw room system op afstand beheren
Met het Lync Room System Administrative Web Portal kunt u op afstand diagnostische
informatie verzamelen om de status van uw SMART Room System te beheren.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
57
NB
Naast het op afstand beheren van uw room system met het Lyncî„¥Roomî„¥System
Administrative Webî„¥Portal, kunt u het beheren met de Lync Infrastructure Environment-
beheerhulpmiddelen zoals de Systemî„¥Center Operationsî„¥Manager (SCOM). Zie
microsoft.com/download/details.aspx?id=29256 voor meer informatie.
De Lync Room System Adminstrative Web Portal installeren
De Lync Room System Adminstrative Web Portal installeren
1. Download het installatiebestand op microsoft.com/en-
us/download/details.aspx?id=40329.
2. Volg de instructies op technet.microsoft.com/en-us/library/dn436324.aspx om uw
omgeving te configureren voor de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal en
vervolgens de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal te installeren.
De Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal gebruiken
Wanneer u de LyncRoomSystem Administrative WebPortal hebt geïnstalleerd, kunt u deze
voor het volgende gebruiken:
l Het wachtwoord, het kamerlabel en de audiovolumes van een room system instellen
l De informatie en status van een room system weergeven
l Het diagnostieke logboek van een room system opslaan
l Een room system opnieuw starten
Aanmelden bij de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal
1. Start uw internetbrowser.
2. Ga naar het volgende adres:
https://
[Computer]
/lrs
Waar
[Computer]
staat voor het adres van de computer waarop u de Lyncî„¥Roomî„¥System
Administrative WebPortal hebt geïnstalleerd.
3. Typ uw gebruikersnaam en wachtwoord in de daarvoor bestemde velden.
4. Klik op Sign in (Aanmelden).
De pagina
Lync Room System Admin Portal
wordt getoond. De tabel op deze pagina
bevat belangrijke informatie voor alle room systems op het netwerk van uw organisatie.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
58
Het wachtwoord, het kamerlabel en de audiovolumes van een room system instellen
1. Meld u aan bij de Lync Room System Adminstrative Web Portal (zie
Aanmelden bij de
Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal
op vorige pagina).
2. Klik op de Room Name (Naam ruimte)-koppeling van het room system.
3. Klik op Settings (Instellingen).
4. Stel de volgende regelingen in:
Controle
overnemen
Procedure
Aanmeldgegevens
Wachtwoord
Voer het wachtwoord van het room system in en klik vervolgens
op Set (Instellen).
Wachtwoord
tonen
Selecteer het selectievakje om het wachtwoord weer te geven.
Ruimtelabel
Label
Voer het label van het room system in en klik vervolgens op
Update (Bijwerken).
Audio
Standaard
luidsprekervolume
Verplaats de schuifbalk naar rechts om het standaard
luidsprekervolume te verhogen of beweeg de schuifbalk naar
links om het standaard luidsprekervolume te verlagen, en klik
vervolgens op Setî„¥Defaultî„¥Volumes (Standaardvolumes
instellen).
Standaard
microfoonvolume
Verplaats de schuifbalk naar rechts om het standaard
microfoonvolume te verhogen of beweeg de schuifbalk naar
links om het standaard microfoonvolume te verlagen, en klik
vervolgens op Setî„¥Defaultî„¥Volumes (Standaardvolumes
instellen).
Standaard
beltoonvolume
Verplaats de schuifbalk naar rechts om het standaard
beltoonvolume te verhogen of beweeg de schuifbalk naar links
om het standaard beltoonvolume te verlagen, en klik vervolgens
op Setî„¥Defaultî„¥Volumes (Standaardvolumes instellen).
5. Klik op Sign out (Afmelden) wanneer u klaar bent.
De informatie en status van een room system weergeven
1. Meld u aan bij de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal (zie
Aanmelden bij de
Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal
op vorige pagina).
2. Klik op de Room Name (Naam ruimte)-koppeling van het room system.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
59
3. Klik op Details.
Er komt een pagina tevoorschijn waarop de informatie van het room system staat, zoals
de naam, hardwareonderdelen en softwareversies.
4. Klik op Health (Status).
Er komt een pagina tevoorschijn waarop de status van het room system staat, zoals de
status van de netwerkverbinding en audio- en videoapparaten.
5. Klik op Sign out (Afmelden) wanneer u klaar bent.
De diagnostieke logboeken van een room system opslaan
1. Meld u aan bij de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal (zie
Aanmelden bij de
Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal
op paginaî„¥57).
2. Klik op de Room Name (Naam ruimte)-koppeling van het room system.
3. Klik op Logging (Vastleggen).
4. Voer de locatie in waar u de diagnostische logboeken wilt opslaan in het vakje
Save to
(Opslaan) en klik vervolgens op Save Logs (Logboeken opslaan).
5. Klik op Sign out (Afmelden) wanneer u klaar bent.
Een room system opnieuw starten
1. Meld u aan bij de Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal (zie
Aanmelden bij de
Lyncî„¥Roomî„¥System Administrative Webî„¥Portal
op paginaî„¥57).
2. Klik op de Room Name (Naam ruimte)-koppeling van het room system.
3. Klik op Logging (Vastleggen).
4. Druk op Restart Console (Console opnieuw starten) om de console opnieuw te starten.
OF
Druk op Restart PC (Pc opnieuw starten) om de Lync-toepassing opnieuw te starten.
5. Klik op Sign out (Afmelden) wanneer u klaar bent.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
60
Software en firmware bijwerken
Uw room system controleert iedere nacht op een geplande tijd middels Windows Update of
er updates voor de software en firmware beschikbaar zijn. Als die er zijn, dan worden updates
automatisch geïnstalleerd en wordt het systeem opnieuw ingeschakeld.
U kunt ook handmatig controleren of er updates zijn.
Handmatig controleren op updates
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Druk op Web Updates (Internetupdates).
5. Druk op Check Updates and Install (Updates controleren en installeren).
Lync Room System-software controleert automatisch op updates en installeert ze.
6. Druk op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten).
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
61
Uw room system uitschakelen
Voor sommige onderhoudsprocedures moet u uw room system uitschakelen.
Uw room system uitschakelen
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Restart (Opnieuw starten).
2. Als de schermen leeg zijn of het SMART-logo verschijnt, voltooi dan de juiste procedure
voor het formaat van de kamer:
Formaat ruimte Procedure
Extra kleine ruimte
a.
Houd de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining
zes seconden ingedrukt.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Kleine ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
62
Formaat ruimte Procedure
Middelgrote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Middelgrote ruimte
met dubbele
panelen
a.
Houd de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining
zes seconden ingedrukt.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Extra grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
63
De interactieve flatpanels onderhouden
Voer de volgende taken regelmatig uit om de interactieve flatpanels van uw room system te
onderhouden:
l Kalibreer en ijk de interactieve flatpanels wanneer dat noodzakelijk is
l Reinig het scherm
l Reinig de aanwezigheidsdetectiesensoren
l Reinig de cameraschermen en reflecterende tape
l Onderhoud ventilatie
l Verhinder condensatie
l Vervang penpunten volgens noodzaak
De interactieve flatpanels kalibreren
Digitale camera's in de hoeken van de interactieve flatpanels volgen de positie van de
pennen, wisser en uw vinger op de schermen, en zenden de informatie vervolgens naar de
SMART-productstuurprogramma's die deze informatie vertalen naar muisklikken, digitale inkt
of het verwijderen van inkt op de betreffende locatie. Met kalibratie worden de positie en
hoeken van de camera's bepaald, zodat deze accuraat de locatie van aanraking op de
interactieve flatpanels kunnen identificeren.
Gewoonlijk behoeft u alleen de interactieve flatpanels te configureren gedurende de initiële
configuratie (zie
SMART-instellingen configureren
op paginaî„¥30 (Configureren)). In de
volgende situaties kan het echter nodig zijn om de interactieve flatpanels te kalibreren na de
initiële configuratie:
l Digitale inkt verdwijnt wanneer gebruikers schrijven of tekenen.
l De omgevingsverlichting wordt gewijzigd.
BELANGRIJK
l U hebt de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het
room system nodig om de interactieve flatpanels te kalibreren.
l Als er een foutmelding verschijnt terwijl u de interactieve flatpanels kalibreert, neem
dan contact op met uw SMART-reseller of SMART-ondersteuning
(smarttech.com/contactsupport).
Een interactief flatpanel kalibreren
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
64
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Druk op OEM Settings (OEM-instellingen) en druk vervolgens op SMART Settings
(SMART-instellingen).
SMART-instellingen verschijnt.
5. Druk op SMART Hardware Settings (SMART-hardware-instellingen).
6. Druk op het pictogram van het interactieve flatpanel dat u wilt kalibreren.
7. Selecteer Advanced Settings (Geavanceerde instellingen) in de vervolgkeuzelijst.
8. Druk op Calibrate (Kalibreren).
Het kalibratiescherm verschijnt. Dit kan enige tijd duren.
NB
Als het kalibratiescherm niet op het geselecteerde interactieve flatpanel verschijnt,
verplaats deze dan naar het geselecteerde interactieve flatpanel door te drukken op
de spatiebalk op het toetsenbord of de knop Orient (IJken) op de
kleurkeuzemodule van het interactieve flatpanel.
9. Druk op het rode doel met de punt van een pen van het interactieve flatpanel. Houd de
punt in het midden van het doel totdat dit groen kleurt, en til daarna de pen op.
Het doel gaat naar de volgende locatie.
BELANGRIJK
Houd de pen loodrecht op het scherm.
NB
U kunt een doel opnieuw kalibreren door op de knop Keyboard (Toetsenbord) of de
knop Right-click (Klikken met rechts) op de kleurkeuzemodule te drukken.
10. Blijf net zolang op de doelen drukken totdat de kalibratie is voltooid.
Er verschijnt een bericht dat de kalibratie is gelukt en het ijkingsscherm verschijnt.
11. IJk het interactieve flatpanel (zie
De interactieve flatpanels ijken
op volgende pagina).
12. Druk op OK op de console.
SMARTî„¥Settings (SMART-instellingen) wordt afgesloten.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
65
13. Druk op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten) op de console.
Het room system schakelt opnieuw in.
De interactieve flatpanels ijken
Gewoonlijk behoeft u alleen de interactieve flatpanels te ijken gedurende de initiële
configuratie (zie
SMART-instellingen configureren
op paginaî„¥30 (Configureren)). Het kan echter
noodzakelijk zijn om de interactieve flatpanels opnieuw te ijken indien de locatie van de
gebruikersaanraking onjuist wordt geïnterpreteerd (een aanwijzer verschijnt op een andere
locatie dan die van het werkelijke contact of op een ander scherm dan het scherm dat wordt
aangeraakt).
BELANGRIJK
U hebt de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system nodig om de interactieve flatpanels te ijken. U kunt de interactieve flatpanels niet in
de vergadermodus ijken.
Een interactief flatpanel ijken
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4.
Druk op de knop Orient (IJken) in de kleurkeuzemodule van het interactieve flatpanel.
Het ijkscherm verschijnt.
5. Gebruik een interactieve flatpanelpen om op de rode doelen te drukken wanneer deze
verschijnen. Houd de punt van de pen in het centrum van ieder doel en neem vervolgens
de pen weg.
Het doel gaat naar het volgende ijkingspunt.
BELANGRIJK
Houd de pen loodrecht op het scherm.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
66
6. Ga door tot u op alle doelen hebt gedrukt.
Het ijkingsscherm wordt gesloten.
7. Druk op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten) op de console.
Het room system schakelt opnieuw in.
8. Als hierdoor de afwijking in de aanraakbesturing niet wordt gecorrigeerd, dan moet u het
interactieve flatpanel kalibreren (zie
De interactieve flatpanels kalibreren
op paginaî„¥63).
De schermen reinigen
Volg deze instructies om de schermen van de interactieve flatpanels te reinigen zonder de
anti-spiegelingslaag of andere productcomponenten te beschadigen.
LET OP
l Gebruik geen permanente of uitwisbare stiften op de schermen. Als uitwisbare stiften
worden gebruikt op de schermen, verwijder de inkt dan zo snel mogelijk met een
pluisvrije, niet schurende doek.
l Wrijf niet over de schermen met dicht of ruw materiaal.
l Oefen geen druk uit op de schermen.
l Gebruik geen schoonmaakmiddel of glasreiniger op de schermen. Hierdoor kunnen de
schermen verslechteren of ontkleuren.
l Raak de zwarte reflecterende tape tussen de schermen en het kader niet aan en zorg
ervoor dat deze strook droog blijft. Als deze strook is beschadigd, dan beïnvloedt dat
de werking van de aanraaktechnologie.
De schermen reinigen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61) en koppel
vervolgens de elektriciteitsbronnen los van de interactieve flatpanels.
2. Veeg over de schermen met een pluisvrije, niet-schurende en niet-statische doek.
De aanwezigheidssensoren schoonmaken
Ieder interactieve flatpanel heeft twee aanwezigheidssensoren op het frame. De sensoren
dienen geregeld te worden gecontroleerd op stof en dienen te worden gereinigd als duidelijk
is dat er stofophopingen zijn.
LET OP
Gebruik geen perslucht, water, chemicaliën of reinigingsmiddelen om de sensoren schoon
te maken.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
67
De aanwezigheidssensoren schoonmaken
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61) en koppel
vervolgens de elektriciteitsbronnen los van de interactieve flatpanels.
2. Veeg voorzichtig de sensoren af met een pluisvrije doek.
De cameraschermen en reflecterende tape schoonmaken
De DViT-technologie in de interactieve flatpanels gebruikt vier camera's in de hoeken van de
frames en het reflecterende materiaal tussen de schermen en de omlijstingen. Als er teveel
stof ophoopt op de cameraschermen of de reflecterende tape, dan kan dat de prestatie van
de aanraaktechnologie verminderen.
Deze gebieden dienen geregeld te worden gecontroleerd op stof en dienen te worden
gereinigd als duidelijk is dat er stofophopingen zijn.
LET OP
l Gebruik geen perslucht om de cameraschermen of randen te reinigen.
l Gebruik geen water, chemicaliën of reinigingsmiddelen.
l Toepassing van teveel druk tijdens het reinigen van de tape of camera's kan de tape
en de camera's beschadigen en prestatieproblemen of fouten veroorzaken.
Het camerascherm en reflecterende tape reinigen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61) en koppel
vervolgens de elektriciteitsbronnen los van de interactieve flatpanels.
2. Veeg voorzichtig in de bovenste hoeken van het camerascherm en de reflecterende
tape, langs de bovenkant van de interactieve flatpanelschermen met een pluisvrije doek.
3. Veeg voorzichtig langs de zijden van het scherm van de interactieve flatpanelschermen.
4. Veeg voorzichtig over de onderste hoeken van het camerascherm en de reflecterende
strook langs de onderkant van het scherm van de interactieve flatpanelschermen.
Onderhoud ventilatie
De interactieve flatpanels hebben ventilatie nodig zodat de koelingsventilatoren kunnen
functioneren. Stofophopingen in de ventilatieopeningen kunnen het koelen belemmeren en
tot storingen leiden.
l Reinig elke maand de toegankelijke ventilatieopeningen met een droge doek.
l Gebruik een stofzuiger met een smal slanguiteinde om de ventilatieopeningen aan de
achterzijde geregeld te reinigen.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
68
LET OP
Plaats het interactieve flatpanel niet in een ruimte met buitengewoon veel stof, vocht of
rook of gebruik deze niet in een dergelijke ruimte.
Condensatie voorkomen
Het interactieve flatpanelscherm bevat lagen glas waarin condensatie kan worden gevormd,
vooral onder de volgende omstandigheden:
l Extreme temperaturen met hoge luchtvochtigheid
l Snelle veranderingen in luchtvochtigheid die zich kunnen voordoen wanneer u het room
system gebruikt bij water, zoals een gootsteen, zwembad, waterkoker of ventilator van
een airconditioning
l Blootstelling aan direct zonlicht
Verdampen van condensatie van de interactieve flatpanels
1. Verwijder, indien mogelijk, de oorzaak van de luchtvochtigheid van het room system.
2. Stel de kamertemperatuur in op een normaal gebruiksbereik.
3. Schakel het room system gedurende 2 tot 3 uren in.
4. Neem contact op met uw SMART-reseller of SMART-ondersteuning
(smarttech.com/contactsupport) indien de luchtvochtigheid op het scherm niet verdampt.
Een penpunt vervangen
Vervang een versleten penpunt tijdig om schade aan de anti-spiegelingslaag van uw
interactieve flatpanel te verhinderen. Er worden vervangende penpunten met uw room
system meegeleverd, en u kunt bijkomende vervangingen aanschaffen bij uw erkende
SMART-reseller (smarttech.com/where) of de SMART Parts Store (parts.smarttech.com).
Een penpunt vervangen
1. Houd de versleten penpunt vast met een tang en wrik de penpunt los.
2. Druk de vervangende punt in de pen.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
69
De standaarden gebruiken voor toegang tot aansluitingen
Voor sommige onderhouds- en probleemoplossingsprocedures kunt u toegang tot de
aansluitingen van de interactieve flatpanels nodig hebben. U kunt de standaarden gebruiken
om toegang te verkrijgen tot deze aansluitingen.
De standaarden gebruiken
1. Geef de standaardvergrendelingen vrij door ze naar beneden te
trekken.
2. Trek de onderzijde van het interactieve flatpanel weg
van de muur.
3. Druk de standaarden naar boven en naar de muur.
NB
Wanneer u het onderhoud of de probleemoplossing hebt voltooid en niet langer
toegang tot de aansluitingen nodig hebt, drukt u de standaarden naar beneden, drukt
de vergrendelingen omhoog en plaatst het interactieve flatpanel terug in de
oorspronkelijke positie.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
70
De console onderhouden
Volg deze instructies om het scherm van de console te reinigen zonder de anti-
spiegelingslaag of andere productcomponenten te beschadigen.
LET OP
l Wrijf niet over het scherm met dicht of ruw materiaal.
l Oefen geen overmatige druk uit op het scherm.
l Gebruik geen schoonmaakmiddel of glasreiniger op het scherm. Hierdoor kunnen het
scherm verslechteren of ontkleuren.
Het scherm reinigen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61) en koppel
vervolgens de elektriciteitsbron los van de console.
2. Veeg over het scherm met een pluisvrije, niet-schurende doek om vingerafdrukken en
kleine ophopingen te verwijderen.
OF
Breng een reinigingsoplossing voor laptopschermen aan op een pluisvrije, niet-
schurende doek en veeg vervolgens met het doek over het scherm om grotere
ophopingen te verwijderen.
LET OP
Breng niet rechtstreeks reinigingsoplossingen voor laptopschermen of andere
vloeistoffen op het scherm aan.
De camera onderhouden
LET OP
Raak de cameralens nooit rechtstreeks aan, zelfs niet om deze te reinigen. Rechtstreekse
aanraking van de cameralens kan krassen of andersoortige schade veroorzaken, waardoor
de prestaties van de camera verslechteren.
U moet de cameralens alleen reinigen indien er een zichtbare opeenhoping van stof is.
Gebruik een bus met edelgas of een blaasbalg om het stof van de lens te blazen. Blaas het
stof niet met uw mond weg, omdat dit speekseldruppels op de lens kan afzetten.
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
71
De microfoons onderhouden
Volg deze aanwijzingen om de microfoons te reinigen.
De microfoons reinigen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61).
2. Veeg over de microfoons met een pluisvrije, niet-schurende en niet-statische doek.
De luidsprekers onderhouden
Volg deze aanwijzingen om de luidsprekers te reinigen.
De luidsprekers reinigen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61).
2. Veeg over de luidsprekers met een pluisvrije, niet-schurende en niet-statische doek.
De kabelverbindingen van uw room system
controleren
Inspecteer de kabels van uw room system regelmatig om ervoor te zorgen dat deze goed zijn
verbonden. Door de kabeltrekontlasting te gebruiken, zorgt u ervoor dat kabels goed
aangesloten blijven en voorkomt u technische problemen die gepaard gaan met verbroken
kabels.
De installatie van uw room system controleren
Inspecteer de hardware-installatie van uw room system regelmatig om ervoor te zorgen dat
het veilig blijft.
l Controleer of de bevestigingslocatie geen sporen van schade of slijtage vertoont.
l Controleer op losse schroeven, gaten, vervormingen of andere mogelijke problemen
met het bevestigingselement.
Raadpleeg een professionele installateur wanneer u schade of slijtage ontdekt.
Inspecteer de software-installatie van uw room system door een testoproep te maken (zie
Uw
room system testen
op paginaî„¥85).
HOOFDSTUK 6
UW ROOM SYSTEM ONDERHOUDEN
72
Uw room system verwijderen en transporteren
WAARSCHUWING
Alleen vakkundige en opgeleide installateurs behoren uw room system te verwijderen.
LET OP
l Bewaar de oorspronkelijke verpakking zodat u het room system opnieuw in kunt
pakken met zoveel mogelijk originele verpakking. Dit verpakkingsmateriaal is
ontworpen met optimale bescherming voor schokken en trillingen. Als de
oorspronkelijke verpakking niet meer beschikbaar is, dan kunt u dezelfde verpakking
direct aanschaffen bij uw erkende SMART-reseller (smarttech.com/where).
l Door uw room system te vervoeren zonder correcte verpakking vervalt uw garantie en
kan het product beschadigd raken.
Hoofdstuk 7
73
Hoofdstuk 7: Problemen met uw room system
oplossen
Hardwareproblemen oplossen 73
Serienummers vinden 74
Elektriciteits- en statuslampen vinden 75
Problemen oplossen met de interactieve flatpanels 76
Problemen oplossen met de console 78
Problemen oplossen met de camera 79
Problemen oplossen met de microfoons 80
Problemen oplossen met de luidsprekers 80
Problemen oplossen met verbonden computers 81
Softwareproblemen oplossen 82
Problemen oplossen met de kalender 83
Problemen oplossen met gedeelde PowerPoint-bestanden 83
Duur van opnieuw opstarten verkorten 83
Vertrouwde domeinen aan uw room system toevoegen 83
Uw room system testen 85
In dit hoofdstuk worden gegevens verschaft die nodig zijn voor het oplossen van eenvoudige
problemen die zich kunnen voordoen bij de hardware en software van uw room system.
Voor de
probleemoplossingsstructuur van het SMARTî„¥Roomî„¥System voor Microsoftî„¥Lync
en
andere probleemoplossingsbronnen, raadpleegt u de SMART-kennisbank (zie
î„¥Kennisbank
op
paginaî„¥10).
Hardwareproblemen oplossen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe algemene problemen met de hardware van uw room
system kunnen worden opgelost. Als problemen blijven bestaan of niet in dit hoofdstuk zijn
opgenomen, neem dan contact op met uw SMART-reseller of SMART-ondersteuning
(smarttech.com/contactsupport).
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
74
Serienummers vinden
Alle belangrijke onderdelen van uw room system hebben een serienummer.
Onderdeel Plaats van het serienummer
Interactief flatpanel Onderkant van het interactieve flatpanel aan de linkerkant
AANTEKENINGEN
l
Verschaf bij het aanvragen van technische ondersteuning
aan SMARTî„¥Support het linker serienummer van het
interactieve flatpanel.
l
U kunt ook bij het serienummer van de interactieve
flatpanel komen via het schermmenu.
SBID 8055i
SERIAL NUMBER
(SERIENUMMER)
op
paginaî„¥103
SBID 8070i-G4
SERIAL NUMBER
(SERIENUMMER)
op
paginaî„¥111
SBID 8084i-G4
Serial Number (Serienummer)
op paginaî„¥125
Lync-toepassing Brede zijde van de Lync-toepassing
Console Onderkant van de console
Camera Bovenzijde van de camera naast de ondersteuningslamp
Tafelmicrofoons Onderzijde van iedere microfoon
Audioverwerker Smalle zijde van de audioprocessor
Luidsprekers Achterzijde van iedere luidspreker
Het is nuttig om deze serienummers op een veilige plaats op te bergen. Hiervoor kunt u de
Softwareconfiguratiehandleiding van SMART Room System voor Microsoft Lync
gebruiken
die bij uw room system is geleverd.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
75
Elektriciteits- en statuslampen vinden
De onderdelen van uw room system hebben elektriciteits- en statuslampen, die u kunt
gebruiken bij het oplossen van algemene problemen met het room system.
Nr. Onderdeel Licht
1 Interactief flatpanel Elektriciteit
2 Interactief flatpanel Status van aanraaksysteem
3 Console Elektriciteit en status
4 Camera Vastleggen van video
5 Camera Ondersteuning
6 Microfoons Microfoon
7 Luidsprekers Stroom
NB
De volgende stroom- en statuslampjes worden niet getoond in het bovenstaande diagram:
l Lampjes voor elektriciteit, vasteschijfactiviteit en netwerkverbinding op de Lync-
toepassing
l Elektriciteitslampje op de Lync-toepassingsomheining (alleen room systems met
SMART Board 8055i interactieve flatpanels)
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
76
Problemen oplossen met de interactieve flatpanels
Gebruik de volgende tabel om problemen op te lossen met de interactieve flatpanels van uw
room system.
Lampjes Status van
interactief flatpanel
Problemen Oplossingen
Elektriciteit:
Uit
Aanraaksysteem:
Uit
Geen
elektriciteitstoevoer
De interactieve flatpanels
behoren elektriciteit te
ontvangen, maar dit
gebeurt niet.
Zorg ervoor dat de interactieve
flatpanels zijn aangesloten op de
hoofdelektriciteitstoevoer en dat
de elektriciteitsschakelaars zijn
ingeschakeld.
Elektriciteit:
Stabielrood
Aanraaksysteem:
Uit
Uit De interactieve flatpanels
zijn uitgeschakeld.
Druk op de knoppen
Power/Standby (Aan/standby)
op de besturingspanelen aan de
voorzijden van de interactieve
flatpanels om ze in te schakelen.
Elektriciteit:
Stabieloranje
Aanraaksysteem:
Uit
Standby-modus Het interactieve flatpanel
schakelt niet in wanneer u
de ruimte binnenkomt.
l Aanwezigheidsdetectie
inschakelen (zie paginaî„¥95).
l Verminder de ruimtetemperatuur
om het verschiltussen de
omgevingstemperatuur en de
lichaamstemperatuur te
vergroten.
l Ga dichter bijde interactieve
flatpanels staan of maak grotere
gebaren.
l Verwijder glazen, acrylische of
andere materialen tussen u en de
aanwezigheidsdetectiesensoren.
De interactieve flatpanels
schakelen weer in nadat ze
zijn uitgeschakeld.
l Vergroot de herinschakelingstijd,
dat is de tijd tussen wanneer u de
ruimte verlaat en wanneer de
aanwezigheidsdetectiesensoren
beweging beginnen waar te
nemen.
l Sluit alle vensterluiken en
gordijnen om ervoor te zorgen
dat er geen verhittend zonlicht de
aanwezigheidsdetectiesensoren
raakt.
De interactieve flatpanels
schakelen weer in wanneer
er geen mensen aanwezig
zijn.
l Verwijder bronnen van grote
temperatuurwisselingen
(luchtbevochtigers,
airconditioning,
verwarmingssysteem).
l Sluit alle vensterluiken en
gordijnen om ervoor te zorgen
dat er geen verhittend zonlicht de
aanwezigheidsdetectiesensoren
raakt.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
77
Lampjes Status van
interactief flatpanel
Problemen Oplossingen
Elektriciteit:
Stabielgroen
Aanraaksysteem:
Snel knipperend
oranje
Inschakelen De statuslamp blijft snel
oranje knipperen
gedurende meer dan één
minuut.
Schakelhet interactieve flatpanel
uit (zie paginaî„¥61), wacht een
aantal minuten en schakel
vervolgens het interactieve
flatpanel opnieuw in.
1
Elektriciteit:
Stabielgroen
Aanraaksysteem:
Langzaam
knipperend oranje
Firmware bijwerken De statuslamp blijft
langzaam oranje knipperen
gedurende meer dan vijf
minuten.
Schakelhet interactieve flatpanel
uit (zie paginaî„¥61), wacht een
aantal minuten en schakel
vervolgens het interactieve
flatpanel opnieuw in.
2
Elektriciteit:
Stabielgroen
Aanraaksysteem:
Knipperend of stabiel
groen
Ingeschakeld zonder
aanraakbesturing
Er is geen
aanraakbesturing.
l GebruikSMARTî„¥Board
Diagnostics, hetgeen beschikbaar
is vanuit SMARTî„¥Settings (zie
paginaî„¥87), om het probleem op
te lossen.
l Zorg ervoor dat de USB-kabel is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9).
Elektriciteit:
Stabielgroen
Aanraaksysteem:
Stabielgroen
Ingeschakeld met
aanraakbesturing
Het scherm is leeg. l Druk bij SMART Board 8055i
interactieve flatpanels op INPUT
(INVOER) op de
afstandsbediening totdat u
HDMI1 selecteert.
Druk bij SMARTî„¥Board 8070iG4
en 8084iG4i interactieve
flatpanels op INPUT (Invoer) op
de afstandsbediening totdat u
HDMI3/PC selecteert.
l Zorg ervoor dat de HDMI-kabel is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9).
De afbeelding is onstabiel
of onscherp.
Maak de HDMI-kabel vast op
beide aansluitingspunten.
De afbeelding is te licht, te
donker of is van slechte
kwaliteit.
Druk op AUTO SETUP
(AUTOMATISCH INSTELLEN) of
AUTO (AUTOMATISCH) op de
afstandsbediening van uw
interactieve flatpanel om de
videoinstellingen automatisch in
te stellen.
Er bevindt zich een
hardnekkige afbeelding op
het scherm.
Schakelhet interactieve flatpanel
zolang uit als de afbeelding op het
scherm is verschenen.
1
Schakelbij SMART Board 8055i interactieve flatpanels ook de Lync-toepassing in door op de aan-/uitknop te drukken op
de Lync-toepassingsomheining (achter het linker interactieve flatpanel).
2
Schakelbij SMART Board 8055i interactieve flatpanels ook de Lync-toepassing in door op de aan-/uitknop te drukken op
de Lync-toepassingsomheining (achter het linker interactieve flatpanel).
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
78
Lampjes Status van
interactief flatpanel
Problemen Oplossingen
Wanneer u het interactieve
flatpanel aanraakt, is het
aanraakpunt niet op de
juiste locatie.
l U raakt het scherm niet onder
rechte hoeken aan (zie
smarttech.com/kb/131299).
l IJk het interactieve flatpanel (zie
paginaî„¥65).
Een schermgebied
antwoordt niet op uw
aanraking.
OF
Wanneer u in digitale inkt
tekent, zijn de lijnen
gebroken.
l Zorg ervoor dat er niets voor het
scherm is geplakt.
l Verwijder obstakels van de
reflecterende tape-inkeping.
l Gebruikgelijkblijvende druk bij het
tekenen in digitale inkt.
l Sluit gordijnen of zonwering of
dim lichtbronnen.
l Kalibreer uw interactieve
flatpanel (zie paginaî„¥63).
U probeert iets te wissen
met de wisser, maar in
plaats daarvan tekent u
met digitale inkt. U ziet geen
lampje knipperen op de
kleurkeuzemodule.
Vergroot het initiële aanraakpunt
van uw wisser.
U probeert in digitale inkt te
tekenen, maar wist digitale
inkt.
l U moet de andere vingers en uw
handpalm van het interactieve
flatpanel afhalen terwijl u schrijft.
Het interactieve flatpanel
interpreteert deze als een wisser.
l Gebruikeen kleinere aanwijzer,
zoals de pen.
Uw room system schakelt
niet uit wanneer mensen
de kamer verlaten.
l Aanwezigheidsdetectie
inschakelen (zie paginaî„¥95).
Uw room system schakelt
uit wanneer mensen
aanwezig zijn.
l Vergroot de tijd voordat het
interactieve flatpanel automatisch
uitschakelt.
Problemen oplossen met de console
Gebruik de volgende tabel om problemen op te lossen met de console van uw room system.
Aan-/uitlampje Console-status Problemen Oplossingen
Uit Geen
elektriciteitstoevoer
De console behoort
elektriciteit te ontvangen,
maar dit gebeurt niet.
Zorg ervoor dat de console is
aangesloten op de
elektriciteitstoevoer, zoals
weergegeven in de installatie-
instructies (zie paginaî„¥9).
Stabieloranje Elektriciteit wordt
ontvangen maar niet
verbonden met de
Lync-toepassing
Er is een probleem met het
Lync-apparaat of de
interactieve flatpanels.
Zie de probleemoplossingstabel
in paginaî„¥76.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
79
Aan-/uitlampje Console-status Problemen Oplossingen
Stabielgroen Elektriciteit wordt
ontvangen en
verbonden met de
Lync-toepassing
Het scherm is leeg. Zorg ervoor dat de HDMI-kabel is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9).
Het console-scherm
verschijnt op het
interactieve flatpanel en
niet op de console.
l Volg de aanwijzingen in
paginaî„¥28 (Aanmelden en de
schermen configureren) om de
room system-software op de
juiste wijze te configureren.
l Zorg ervoor dat de kabel vanuit
de HDMI 1-aansluiting op het
Lync-apparaat is verbonden met
de console.
Er is geen
aanraakbesturing.
l GebruikSMARTî„¥Board
Diagnostics, hetgeen beschikbaar
is vanuit SMARTî„¥Settings (zie
paginaî„¥87), om het probleem op
te lossen.
l Zorg ervoor dat de USB-kabel is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9).
Problemen oplossen met de camera
Gebruik de volgende tabel om problemen op te lossen met de camera van uw room system.
Lampjes Camerastatus Problemen Oplossingen
Opnemen van video:
Uit
Onderhoud:
Uit
Geen
elektriciteitstoevoer
De camera behoort
elektriciteit te ontvangen,
maar dit gebeurt niet.
Zorg ervoor dat de camera op de
elektriciteitstoevoer is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9) en dat het room system
ingeschakeld is.
Opnemen van video:
Uit
Onderhoudslampje:
Knipperend oranje
Firmware bijwerken De ondersteuningslamp
blijft oranje knipperen
gedurende meer dan vijf
minuten.
Sluit de elektriciteitskabel tijdelijk
af van de camera en sluit deze
opnieuw aan na enkele
seconden.
Opnemen van video:
Uit
Onderhoudslampje:
Knipperend rood
Hardware-fout De video-uitvoer van de
camera verschijnt niet.
Sluit de elektriciteitskabel tijdelijk
af van de camera en sluit deze
opnieuw aan na enkele
seconden.
Opnemen van video:
Uit
Onderhoudslampje:
Stabielrood
Hardware-fout (de
USB-kabel is niet op
de juiste wijze
aangesloten)
De video-uitvoer van de
camera verschijnt niet.
Zorg ervoor dat de USB-kabel
vanuit de camera is aangesloten
op de Lync-toepassing.
Opnemen van video:
Rood
Onderhoudslampje:
Groen
Ingeschakeld, maar
legt geen video vast
De video-uitvoer van de
camera verschijnt niet,
hoewel dat wel zou
moeten.
Voer een room system-test uit
(zie paginaî„¥85).
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
80
Lampjes Camerastatus Problemen Oplossingen
Opnemen van video:
Groen
Onderhoudslampje:
Groen
Ingeschakeld, en legt
video vast
De video-uitvoer van de
camera verschijnt niet.
Open de privacy-sluiter. (De
privacy-sluiter is gemarkeerd met
een rode stip om aan te geven
wanner deze is gesloten.)
De videokwaliteit is
armzalig.
Voer een room system-test uit
(zie paginaî„¥85).
Problemen oplossen met de microfoons
Gebruik de volgende tabel om problemen op te lossen met de microfoons van uw room
system.
Microfoonlamp Microfoonstatus Problemen Oplossingen
Uit Geen
elektriciteitstoevoer
De microfoons behoren
elektriciteit te ontvangen,
maar dit gebeurt niet.
Zorg ervoor dat de camera op de
elektriciteitstoevoer is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9) en dat het room system
ingeschakeld is.
Rood Ingeschakeld,maar
gedempt
Deelnemers op afstand
kunnen deelnemers in de
ruimte niet horen.
Schakelhet dempen uit in de Lync
Room System-software (of druk
op de microfoonknop op de
tafelmicrofoons).
Groen Ingeschakeld, en niet
gedempt
Deelnemers op afstand
kunnen deelnemers in de
ruimte nog steeds niet
horen.
Voer een room system-test uit
(zie paginaî„¥85).
Problemen oplossen met de luidsprekers
Gebruik de volgende tabel om problemen op te lossen met de luidsprekers van uw room
system.
Aan-/uitlampje Luidsprekerstatus Problemen Oplossingen
Uit Geen
elektriciteitstoevoer
De luidsprekers behoren
elektriciteit te ontvangen,
maar dit gebeurt niet.
Zorg ervoor dat de camera op de
elektriciteitstoevoer is
aangesloten, zoals weergegeven
in de installatie-instructies (zie
paginaî„¥9) en dat het room system
ingeschakeld is.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
81
Aan-/uitlampje Luidsprekerstatus Problemen Oplossingen
On (Aan) Aan U kunt geen geluid horen. l Schakelde audiodemping uit in
Lync Room System-software.
l Stel het volume hoger in Lync
Room System-software.
l Controleer bijSMARTî„¥Board
8070i-G4 interactieve flatpanels
of de audio-invoer is ingesteld op
IN2
(zie paginaî„¥110).
Controleer bijSMARTî„¥Board
8084iG4 interactieve flatpanels of
AUDIO2-invoer is ingesteld op
HDMI3/PC
(zie paginaî„¥120).
3
l Controleer of de audioprocessor
stroom krijgt en is aangesloten
zoals weergegeven in de
installatie-instructies (zie
paginaî„¥9).
U kunt geluid horen, maar
het is zeer zacht.
Stel het volume met behulp van
de console hoger in de
instellingen van Lync Room
System-software.
U kunt geluid horen, maar
het is vervormd of er is een
echo.
Eén of meer audiosystemen van
deelnemers op afstand
veroorzaken de vervorming of
echo.Demp individuele
deelnemers op afstand totdat u
de deelnemers op afstand met
problematische audiosystemen
kunt identificeren. Vraag deze
deelnemers op afstand om
problemen met hun
audiosystemen op te lossen.
Problemen oplossen met verbonden computers
Als video-invoer vanuit een aangesloten gastlaptop of computer in de ruimte niet verschijnt op
de interactieve flatpanels, doe dan het volgende:
l Zorg ervoor dat de HDMI-kabel of de VGA-kabel vanuit de bescherming van video-
aansluitingen op de juiste wijze is aangesloten op de computer.
l Zorg ervoor dat de bescherming van video-aansluitingen op de juiste wijze is
aangesloten op het room system.
3
Bij room systems met SMART Board 8055i interactieve flatpanels zijn de luidsprekers niet verbonden met de
interactieve flatpanels.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
82
l Voor gastlaptops:
o
Zorg ervoor dat de externe schermaansluiting van de laptop is ingeschakeld.
NB
Afhankelijk van de laptop kan de externe schermaansluiting automatisch
ingeschakeld zijn, of kan het noodzakelijk zijn om een toets op het toetsenbord in
te drukken. Zie de documentatie van de laptop voor aanwijzingen.
o
Als er op de console gevraagd wordt om het scherm te delen met de andere
aanwezigen, druk dan op Yes (Ja).
l Voor computers in de ruimte:
o
Zorg ervoor dat de functie Room PC View is ingeschakeld (zie
Een computer in de
ruimte verbinden
op paginaî„¥48).
o
Druk op de console op Content (Inhoud), Start Presenting (Beginnen met
presenteren) en vervolgens op Start Presenting (Beginnen met presenteren) (als u
zich in een vergadering bevindt) of op Room PC View (als u zich niet in een
vergadering bevindt).
Als aanraking niet werkt voor een verbonden gastlaptop of computer in de ruimte, doe dan
het volgende:
l Zorg ervoor dat de SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge juist is verbonden met het room
system en de computer.
l Zorg ervoor dat de benodigde software is geïnstalleerd op de computer (zie
Software
installeren voor SMARTî„¥Roomî„¥System USB-bridge
op paginaî„¥46).
l IJk de aanraking (zie
Aanraking ijken
op paginaî„¥50).
Softwareproblemen oplossen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe algemene problemen met de software van uw room
system kunnen worden opgelost.
Voordat u problemen met de software van uw room system oplost, dient u te controleren of
de nieuwste versies van de software zijn geïnstalleerd (zie
Software en firmware bijwerken
op
paginaî„¥60).
Als problemen blijven bestaan of niet in dit hoofdstuk zijn opgenomen, neem dan contact op
met Microsoft.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
83
Problemen oplossen met de kalender
Als de kalender van de Lync Room System-software niet verschijnt op de console en
interactieve flatpanels, of als deze aangeeft dat de ruimte vrij is voor 24 uren terwijl u weet dat
deze voor vergaderingen is geboekt, dan is er een probleem met de verbinding tussen het
room system en de Microsoft Exchange-server van uw organisatie. Neem voor assistentie met
deze en andere netwerkproblemen contact op met de netwerkbeheerder van uw organisatie.
Problemen oplossen met gedeelde PowerPoint-bestanden
Gebruikers kunnen PowerPoint-bestanden delen met het room system (zie
Een gastlaptop
verbinden met Lync-clientsoftware
op paginaî„¥47). Als deelnemers geen digitale inkt over een
PowerPoint-bestand kunnen schrijven of tekenen, zorg er dan voor dat de gebruiker het
PowerPoint-bestand deelt (en niet het scherm, een deel van het scherm of de PowerPoint-
toepassing) en dat toestemmingen zijn ingesteld zodat evenwel degene die presenteert of
iedereen in digitale inkt kan schrijven of tekenen over het bestand.
Duur van opnieuw opstarten verkorten
Als u merkt dat het lang duurt voordat het room system opnieuw is opgestart wanneer u
instellingen aanpast, kunt u ongebruikte Microsoft-taalpakketten verwijderen om de duur van
het opnieuw opstarten te verkorten. Zie voor meer informatie
De duur van het opstarten en
opnieuw opstarten van een SMARTî„¥Roomî„¥System voor Microsoftî„¥Lync verbeteren
(knowledgebase.force.com/?q=000014391).
Vertrouwde domeinen aan uw room system toevoegen
Als de domeinnaam die in de SIP URI van het Lync-account wordt gebruikt anders is dan de
domeinnaam op het Lync Web Service-certificaat, dan kan uw room system wellicht niet
worden verbonden met de Lync-server. Als dit voorkomt, komt er een dialoogvenster
tevoorschijn waarin u wordt gevraagd of u dit certificaat vertrouwd, maar dit dialoogvenster
verdwijnt vervolgens snel.
U moet in deze situatie de domeinnaam zoals die is gespecificeerd in de velden
Subject
Name
(Onderwerpsnaam) en
Common Name
(Algemene naam) van het Lync Web Service-
certificaat toevoegen aan het room system.
LET OP
Let goed op wanneer u de editor voor het Windows-register opent. Als u iets niet goed
wijzigt in het Windows-register, dan kunt u het besturingssysteem van de Lync-toepassing
beschadigen.
Een vertrouwd domein toevoegen aan uw room system
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
84
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Sluit een muis en toetsenbord aan op de Lync-toepassing.
5. Druk op System Settings (Systeeminstellingen), en druk daarna op Network Connections
(Netwerkverbindingen).
Configuratiescherm verschijnt.
6. Typ regedit in de adresbalk.
Het venster
Registry Editor
(Register-editor) verschijnt.
7. Blader naar en open in het linkerpaneel HKEY_LOCAL_
MACHINE\SOFTWARE\Policies\Microsoft\Office\15.0\Lync.
8. Klik met de rechtermuisknop en selecteer New > String Value (Nieuw >
Tekenreekswaarde) in het rechterpaneel.
Er verschijnt een nieuwe tekenreeks.
9. Typ TrustModelData en druk op ENTER.
10. Klik met uw rechtermuisknop op tekenreeks die u in stappen 8 en 9 hebt aangemaakt en
selecteer vervolgens Modify (Aanpassen).
Het dialoogvenster
Edit String
(Tekenreeks bewerken) verschijnt.
11. Typ de domeinnaam in die is gespecificeerd in de velden
Subject Name
(Onderwerpnaam) en
Common Name
(Algemene naam) van het Lync Web Service-
certificaat in het vakje
Value data
(Waardegegevens) en druk vervolgens op OK.
12. Sluit het venster
Registry Editor
(Register-editor).
13. Koppel de muis en het toetsenbord af.
14. Klik op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten).
Het room system schakelt opnieuw in.
HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN MET UW ROOM SYSTEM OPLOSSEN
85
Uw room system testen
Als uw specifieke probleem niet werd besproken in de voorgaande paragrafen of als de
oplossingen in de voorgaande paragrafen uw probleem niet verhelpen, dan kunt u uw room
system testen.
NB
U hebt de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system nodig om de een room system-test te voltooien.
Een room system-test voltooien
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Druk op Lync Settings (Lync-instellingen).
5. Druk op Make a Test Call (Een testoproep uitvoeren) en volg de aanwijzingen op het
scherm om de oproepfuncties te testen.
NB
U kunt alleen een testoproep maken als uw organisatie een Lync-server op locatie
gebruikt.
OF
Druk op Test Meet Now (Nu testvergaderen) en volg vervolgens de aanwijzingen op het
scherm om de serveraansluitingen en videofuncties te testen.
6. Als u geen testoproep of testvergadering kunt voltooien, wacht u één of twee minuten en
probeert u stap 5 opnieuw.
7. Druk op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw starten).
Het room system schakelt opnieuw in.
Appendix A
87
Appendix A: De Lync-beheerdersconsole en
SMART-instellingen gebruiken
De Lync-beheerdersconsole en SMART-instellingen openen 87
Lync-beheerdersconsoleregelingen 88
Besturingselementen van SMART-instellingen 94
U kunt de Lync-beheerdersconsole en SMART-instellingen openen via de console.
NB
U hebt de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system nodig om de Lync-beheerdersconsole en de SMART-instellingen te openen.
De Lync-beheerdersconsole en SMART-
instellingen openen
De Lync-beheerdersconsole en SMART-instellingen openen
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Wijzigingen maken (zie
Lync-beheerdersconsoleregelingen
op volgende pagina).
5. Als u wijzigingen wilt maken aan SMART-instellingen, drukt u op OEM Settings(OEM-
instellingen), vervolgens op SMARTî„¥Settings(SMART-instellingen), en vervolgens maakt u
wijzigingen (zie
Besturingselementen van SMART-instellingen
op paginaî„¥94), en drukt u
op OK.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
88
6. Als u de wijzigingen wilt toepassen, drukt u op Apply & Restart (Toepassen en opnieuw
starten).
OF
Als u de wijzigingen niet wilt toepassen, drukt u op Undo & Restart (Ongedaan maken en
opnieuw starten).
De Lync-toepassing start opnieuw op in vergaderingsmodus.
Lync-beheerdersconsoleregelingen
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Lync Settings (Lync-instellingen)
Aanmeldgegevens
User Name
(Gebruikersnaam)
Typ de volledige domeinnaam van het
Lync-account in één of twee indelingen,
afhankelijkvan hoe de servers van uw
organisatie zijn geconfigureerd
(bijvoorbeeld uwdomeinnaam\ruimte1 of
ruimte1@uwdomeinnaam.nl).
U kunt deze informatie opnemen in
de
Softwareconfiguratiehandleiding
van SMART Room System voor
Microsoft Lync
.
SIP URI
Type de SIP URI van uw Lync account
(bijvoorbeeld
ruimte1@uwdomeinnaam.nl).
U kunt deze informatie opnemen in
de
Softwareconfiguratiehandleiding
van SMART Room System voor
Microsoft Lync
.
Als de domeinnaam die in de SIP URI
van het Lync-account anders is dan
de domeinnaam op het Lync Web
Service-certificaat, raadpleeg
Vertrouwde domeinen aan uw room
system toevoegen
op paginaî„¥83.
Wachtwoord
Typ het wachtwoord van het Lync-account. U kunt deze informatie opnemen in
de
Softwareconfiguratiehandleiding
van SMART Room System voor
Microsoft Lync
.
Proxy Credentials (Proxyreferenties)
Geen
Selecteer dat u geen gegevens wilt
invoeren voor proxyverificatie.
SMART raadt u aan om de Lync-
accountgegevens te gebruiken voor
proxyverificatie.
Lync-accountgegevens
van gebruiker
Selecteer dit om de Lync-accountgegevens
te gebruiken die u hebt opgegeven in de
sectie
Credentials
(Gegevens) voor
proxyverificatie.
Overige gegevens
Selecteer dat u andere gegevens wilt
gebruiken voor proxyverificatie.
Typ de gebruikersnaam in het vakje
User
name
(Gebruikersnaam) en het
wachtwoord in het vakje
Password
(Wachtwoord).
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
89
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Configuratiemodi
Automatisch
Selecteer of het automatisch opsporen van
DNS-records van uw organisatie is
ingesteld om automatisch te koppelen met
de Lync 2013-serverpool.
Handmatig
Selecteer dit als het automatisch opsporen
van DNS-records van uw organisatie niet is
ingesteld om automatisch te koppelen met
de Lync 2013-serverpool, bijvoorbeeld
wanneer uw organisatie een gemengde
omgeving behoudt van Lync 2010- en Lync
2013-serverpools.
Typ het adres van de Lync 2013-serverpool
in het venster
Internal Server Name
(Interne servernaam).
Audio
Standaard
luidsprekervolume
Verplaats de schuifbalknaar rechts om het
standaard luidsprekervolume te verhogen.
OF
Verplaats de schuifbalknaar links om het
standaard luidsprekervolume te verlagen.
Standaard
microfoonvolume
Verplaats de schuifbalknaar rechts om het
standaard microfoonvolume te verhogen.
OF
Verplaats de schuifbalknaar links om het
standaard microfoonvolume te verlagen.
Standaard beltoonvolume
Verplaats de schuifbalknaar rechts om het
standaard beltoonvolume te verhogen.
OF
Verplaats de schuifbalknaar links om het
standaard beltoonvolume te verlagen.
Een testoproep maken
Druk hierop om de oproepfuncties van het
room system te testen
Zie
Uw room system testen
op
paginaî„¥85.
Nu vergaderen-test
Druk hierop om de functies van de
serververbindingen en de video van het
room system te testen.
Zie
Uw room system testen
op
paginaî„¥85.
Kwaliteitscontrole
Aanmelden voor het
klantervaringsprogramma
Inschakelen om Microsoft toestemming te
geven om informatie over configuratie,
veelvoorkomende gebruikte functies en
problemen te verzamelen om toekomstige
versies van Lync Room System-software te
verbeteren.
OF
Uitschakelen om Microsoft geen
toestemming te geven om deze informatie
te verzamelen.
SMART raadt u aan om Microsoft
toestemming te geven om informatie
te verzamelen.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
90
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Bezig met aanmelden
Laat ons
ondersteuningsteam u
helpen
Selecteer Uit om het vastleggen uit te
schakelen.
OF
Selecteer Licht om het vastleggen van
overzichtsinformatie en het verzamelen
van informatie over specifieke problemen
in te schakelen.
OF
Selecteer Volledig om het vastleggen van
gedetailleerde informatie in te schakelen.
SMART raadt u aan om volledig
vastleggen in te schakelen.
Bekijk de Aanvullende
privacyverklaring voor Microsoft Lync
voordat u deze instelling wijzigt.
Schakelook Windows
Event logging
(Gebeurtenissenregistratie
van Windows) in...
Inschakelen om Windows Event logging
(Gebeurtenissenregistratie van Windows)
in te schakelen.
OF
Uitschakelen om Windows Event Logging
(Gebeurtenissenregistratie van Windows)
uit te schakelen.
SMART raadt u aan om Windows
Event Logging
(Gebeurtenissenregistratie van
Windows) in te schakelen.
Bekijk de Aanvullende
privacyverklaring voor Microsoft Lync
voordat u deze instelling wijzigt.
Systeeminstellingen
Monitor Layout (Beelschermindeling)
Inhoud op het linker
scherm weergeven
Inschakelen om inhoud die gebruikers
delen met anderen op het linker
interactieve flatpanel weer te geven.
OF
Uitschakelen om geen inhoud die
gebruikers delen met anderen op het linker
interactieve flatpanel weer te geven.
Deze regeling is beschikbaar voor
grote room systems.
Zelfstudie-diavoorstelling
Inschakelen om de zelfstudie in te
schakelen. Gebruikers kunnen de
zelfstudie op de interactieve flatpanels
weergeven om te leren hoe ze room
systems moeten gebruiken.
OF
Uitschakelen om de zelfstudie uit te
schakelen.
Room PC View
SchakelOn (in) om de functie Room
PCî„¥View in te schakelen. Gebruikers
kunnen het scherm van een verbonden
computer in de ruimte tonen of verbergen
vanaf de console.
OF
SchakelOff (uit) om de functie Room PC
View uit te schakelen.
De functie Room PC View is alleen
beschikbaar in versies 15.10 of later
van Lync Room System-software. U
kunt de nieuwste versie van Lync
Room System-software downloaden
en installeren of uw room system in
het Lync Admin Console instellen om
automatisch updates te installeren
(zie
Software en firmware bijwerken
op paginaî„¥60).
Zorg ervoor dat het
netwerkvergaderingsbeleid van uw
organisatie compatibel is met Room
PC View.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
91
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Configuratiescherm
System Properties
(Systeemeigenschappen)
Druk om het dialoogvenster
Systeemeigenschappen
te openen.
In het dialoogvenster
Systeemeigenschappen
kunt u de
systeemeigenschappen van de Lync-
toepassing weergeven en beheren,
waaronder de computernaam en het
netwerk-id.
User Setting
(Gebruikersinstellingen)
Druk om het dialoogvenster
Gebruikeraccounts
te openen.
In het dialoogvenster
Gebruikeraccounts
kunt u de
gebruikers- en beheerdersaccounts
die u hebt gemaakt tijdens de initiële
configuratie van uw room system-
software weergeven en beheren.
Certificate Manager
(Certificaatbeheerder)
Druk om het venster
Certificaten
te
openen.
In het venster
Certificaten
kunt u
certificaten weergeven en beheren,
die worden gebruikt door de Lync-
toepassing om identiteit van de
persoon of het apparaat te
controleren, een service te verifiëren
of bestanden te coderen.
Event Viewer
(Gebeurtenisviewer)
Druk om het venster
Gebeurtenisviewer
te
openen.
In het venster
Gebeurtenisviewer
kunt u de gebeurtenislogboeken van
de Lync-toepassing weergeven en
beheren.
Internet Settings
(Internetinstellingen)
Druk om het dialoogvenster
Interneteigenschappen
te openen.
In het dialoogvenster
Interneteigenschappen
kunt u
internetgerelateerde opties instellen,
waaronder Internet-
beveiligingszones en
privacyvoorkeuren.
Network Connections
(Netwerkverbindingen)
Druk om het venster
Netwerkverbindingen
te openen.
In het venster
Netwerkverbindingen
kunt u de status van de
netwerkverbinding van een Lync-
toepassing weergeven en
netwerkopties instellen, waaronder
het DNS-serveradres (zie
Lync Room
System-software configureren
op
paginaî„¥32).
Windows Firewall
Druk om het venster
Windows Firewall
te
openen.
In het venster
Windowsî„¥Firewall
kunt
u de status van Windows Firewallop
de Lync-toepassing weergeven of
deze instellen.
Datum en tijd
Druk om het dialoogvenster
Datum en tijd
te openen.
In het dialoogvenster
Datum en tijd
kunt u de datum, tijd en tijdzone
instellen.
Regio en talen
Druk om het dialoogvenster
Regio en taal
te openen.
In het dialoogvenster
Regio en taal
kunt u regio- en taalopties instellen,
waaronder datum- en tijdsindelingen,
toetsenbordindelingen en
weergavetalen.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
92
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Internetupdates
Lync room system-versie
Toont de huidige versie van Lync room
system-software die is geïnstalleerd op het
room system.
Microsoft Updates
Downloaden van Microsoft
Update-server
Selecteer om Microsoft-updates te
downloaden van de Microsoft Update-
server.
Downloaden van WSUS-
server
Selecteer om Microsoft-updates te
downloaden van de Windows Server
Update Services (WSUS)-server van uw
organisatie.
Typ de URL van de WSUS-server in het
tekstvak.
OEM Updates
Downloaden van OEM-
server
Selecteer om SMART-updates te
downloaden van de SMART-server.
SMART raadt u aan om updates van
hun server te downloaden.
Downloaden van interne
server
Selecteer om SMART-updates te
downloaden van een interne server.
Typ de URL van de interne server in het
tekstvak.
Updatefrequentie
Automatische updates
Selecteer om updates automatisch te
downloaden en te installeren wanneer
deze beschikbaar zijn.
OF
Wis om updates handmatig te downloaden
en te installeren.
Controleren op updates en
installeren
Druk om handmatig te controleren op
updates en deze te installeren.
Zie
Software en firmware bijwerken
op paginaî„¥60.
Dagelijkse onderhoudstijd
Selecteer het moment van de dag waarop
u onderhoudscontroles wilt uitvoeren.
Selecteer een tijd buiten normale
werkuren.
Fabrieksinstellingen herstellen
Het apparaat opnieuw
instellen naar
fabrieksbeeld
Druk om het room system opnieuw in te
stellen naar fabriekswaarden.
Zie
Het room system opnieuw
instellen naar fabriekswaarden
op
paginaî„¥139.
Wachtwoord vernieuwen
Wachtwoord automatisch
vernieuwen
Inschakelen om het automatische
vernieuwen van het Lync-
accountwachtwoord in te schakelen, en typ
vervolgens het aantal dagen tussen het
vernieuwen van het wachtwoord in het
venster
Vernieuwingsfrequentie in dagen
.
OF
Uitschakelen om het automatische
vernieuwen van het Lync-
accountwachtwoord uit te schakelen.
SMART raadt u aan om het
automatische vernieuwen van het
Lync-accountwachtwoord uit te
schakelen.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
93
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Accounttype
Op locatie
Selecteer als uw organisatie een Lync-
server op locatie gebruikt.
Office 365â„¢
Selecteer als uw organisatie gebruikt
maakt van een door Office 365â„¢ gehoste
Lync Server, en typ vervolgens het
verbindingspunt in het venster
Office 365-
verbindingspunt
.
OEM-instellingen
SMART-instellingen
Druk om SMART-instellingen te openen. Zie
Besturingselementen van
SMART-instellingen
op volgende
pagina.
SRS-licentiehulpprogramma
Druk om de status van de productsleutel
van uw room system te controleren en een
MAK-sleutel op te geven als uw Lync-
infrastructuur niet is voorzien van een KMS-
server.
Dit besturingselement is alleen
beschikbaar voor versie 15.05 of
eerder van de Lync Room System-
software.
Zie
De status controleren van de
productsleutelvan Lync Room
System-software
op paginaî„¥34.
Lync-licentie
Sleutelbeheerservice (KMS)
Druk hierop als uw Lync-infrastructuur een
KMS-server bevat.
Dit besturingselement is alleen
beschikbaar voor versie 15.06 of later
van de Lync Room System-software.
Zie
De status controleren van de
productsleutelvan Lync Room
System-software
op paginaî„¥34.
Code voor meerdere
activeringen (MAK)
Druk hierop als uw Lync-infrastructuur
geen KMS-server bevat, en voer
vervolgens een MAK-code in.
Dit besturingselement is alleen
beschikbaar voor versie 15.06 of later
van de Lync Room System-software.
Zie
De status controleren van de
productsleutelvan Lync Room
System-software
op paginaî„¥34.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
94
Besturingselementen van SMART-instellingen
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Instellingen SMART Room System
Openingsuren
12-uursinstelling
Selecteer als de werkdagen van uw bedrijf uit
12 uur bestaan en selecteer vervolgens het
betreffende tijdsbestek in het
vervolgkeuzemenu.
Uw room system gaat naar de
slaapstand buiten de bedrijfsuren die u
op deze pagina vaststelt.
Aangepaste instelling
Selecteer als de werkdagen van uw bedrijf
niet uit 12 uur bestaan en selecteer
vervolgens de begin- en eindtijden van de
werkdag van uw organisatie.
Werkdagen
Selecteer de dagen van de week waarop uw
bedrijf actief is.
SMART Board-instellingen
SMART Board
Bij room systems met twee interactieve
flatpanels zijn er twee
SMARTî„¥Board
-
pagina's onder
SMART-hardware-
instellingen
(één voor elkinteractief
flatpanel).
IJken
Druk om het interactieve flatpanel ijken. Zie
De interactieve flatpanels ijken
op
paginaî„¥65.
Instellingen voor afdrukstand en uitlijning
Snel (4 punten)
Selecteer om alle vier uitlijningspunten te
gebruiken.
De Snelle ijking is geschikt voor de
meeste doeleinden. U kunt een snelle
ijking uitvoeren om het interactieve
flatpanel met minimale onderbreking te
ijken.
Standaard (9
punten)
Selecteer om negen uitlijningspunten te
gebruiken.
De standaard ijking is iets preciezer.
Breedte (12 punten)
Selecteer om twaalf uitlijningspunten te
gebruiken.
De brede ijking is geschikt voor
interactieve flatpanels met breedbeeld.
Fijn (20 punten)
Selecteer om twintig uitlijningspunten te
gebruiken.
Standaardwaarden
Druk om de ijkingsinstellingen te herstellen
naar de standaardwaarden.
Geavanceerde instellingen
Kalibreren
Selecteer om het interactieve flatpanel te
kalibreren.
Zie
De interactieve flatpanels kalibreren
op paginaî„¥63.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
95
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Nabijheidinstellingen
De
nabijheidsfunctie
inschakelen
Selecteer om de aanwezigheidsdetectie in te
schakelen.
Als u deze opties in SMARTî„¥-instellingen
wijzigt, dan worden de wijzigingen
getoond op het schermmenu van het
interactieve flatpanel (zie paginaî„¥103
voor SMARTî„¥Board 8055i interactieve
flatpanels,paginaî„¥112 voor
SMARTî„¥Board 8070iG4 interactieve
flatpanels of paginaî„¥123 voor
SMARTî„¥Board 8084iG4 interactieve
flatpanels). Als u deze opties echter
wijzigt in het schermmenu, dan worden
de wijzigingen niet getoond in de
SMARTî„¥-instellingen.
Minimale
slaapstand
Typ hoe lang het interactieve flatpanel wacht
voordat het weer beweging waarneemt (in
minuten).
Standaardwaarden
Druk om de aanwezigheidsdetectie te
herstellen naar de standaardwaarden.
Info en instellingen
hardware
Selecteer om informatie over het interactieve
flatpanel weer te geven, waaronder het
serienummer en de firmare- en
softwareversies.
SMART Camera
Voorbeeld
Druk om een voorbeeldafbeelding van de
camera weer te geven, selecteer de
frequentie van de hoofdstroomkabel voor uw
land (50 Hz of 60 Hz) en stel Pannen,
Kantelen en Zoomen in op de grootte van de
vergaderruimte.
Zie
De camera optimaliseren
op
paginaî„¥31.
Info en instellingen
hardware
Selecteer om informatie over de camera,
waaronder het serienummer, weer te geven.
Aanvullende
informatie
Druk om aanvullende informatie over de
camera weer te geven.
Console voor Room System
Kalibreren
Druk om de console te kalibreren.
Info en instellingen
hardware
Selecteer om informatie over de console,
waaronder het serienummer, weer te geven.
Audiovergadersysteem
Info en instellingen
hardware
Selecteer om informatie over het
audiosysteem, waaronder het serienummer,
weer te geven.
Aanvullende
informatie
Druk om aanvullende informatie over het
audiosysteem weer te geven.
Informatie over software en productondersteuning
Contact opnemen met
Ondersteuning
Druk om contactinformatie voor SMART-
ondersteuning weer te geven.
Informatie over deze
Software
Druk om versie-informatie en juridische
informatie voor de SMART-software weer te
geven die is geïnstalleerd op de Lync-
toepassing.
APPENDIX A
DE LYNC-BEHEERDERSCONSOLE EN SMART-INSTELLINGEN GEBRUIKEN
96
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Hulpmiddelen
Diagnostische
gegevens
Druk om SMART Board-diagnose te openen. U mag SMART Board-diagnose alleen
uitvoeren na overleg met SMART-
ondersteuning.
Taken
SMART-product
ijken/uitlijnen
Druk om de interactieve flatpanels te ijken. Zie
De interactieve flatpanels ijken
op
paginaî„¥65.
Wizard Verbindingen
Druk om de Wizard Verbindingen uit te
voeren om de interactieve flatpanels te
verbinden,kalibreren en ijken.
Zie
Aanraakbesturing kalibreren en
ijken op de interactieve flatpanels
op
paginaî„¥30.
Appendix B
97
Appendix B: Het schermweergavemenu van het
interactieve flatpanel gebruiken
Het schermweergavemenu openen 97
Instellingen wijzigen in het schermmenu 98
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8055i interactief flatpanel 99
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel 106
Schermweergavemenu van SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief flatpanel 115
U kunt het schermweergavemenu ook openen met de afstandsbediening of het
menubedieningspaneel.
Het schermweergavemenu openen
U kunt het schermweergavemenu openen middels de afstandsbediening of het
menubedieningspaneel dat is geplaatst aan de onderzijde van het interactieve flatpanel.
De afstandsbediening vereist twee 1,5 V AAA-batterijen.
WAARSCHUWING
De risico's verlagen die gepaard gaan met een lekkende batterij:
l gebruik alleen batterijen van het type AAA
l gebruik oude en nieuwe batterijen niet door elkaar heen
l plaats de pluspool (+) en de minpool (-) bij de plus- en mintekens op het
afstandsbediening
l laat de batterijen niet lange tijd in de afstandsbedienining zitten
l verhit de batterijen niet, maak ze niet open, zorg dat er geen kortsluiting ontstaat en stel
de batterij niet bloot aan vuur of hoge temperaturen
l vermijd contact met de ogen en huid indien batterijen hebben gelekt
l gooi lege batterijen en onderdelen weg conform de voorschriften van de toepasselijke
regelgeving
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
98
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op het klepje aan de onderkant van de afstandsbediening en open de klep.
2. Verwijder de aanwezige batterijen.
3. Plaats twee nieuwe 1,5 V AAA-batterijen in de afstandsbediening.
4. Maak de klep weer dicht.
Instellingen wijzigen in het schermmenu
Instellingen wijzigen in het schermmenu
1. Druk op de knop MENU op het menubedieningspaneel of de afstandsbediening.
Het schermweergavemenu wordt weergegeven.
2. Druk op de pijlen omhoog en omlaag om een menu te selecteren, en druk vervolgens op
SET (INSTELLEN) of OK (OK).
3. Druk op de pijlen omhoog en omlaag om een menuoptie te selecteren.
4. Druk op de pijlen naar links en rechts om de instelling van een menuoptie te wijzigen.
OF
Druk op de pijl naar rechts om het submenu van de menuoptie te openen. (Herhaal
stappen 3 en 4 om instellingen in het submenu te wijzigen.)
5. Druk op MENU totdat het schermweergavemenu sluit.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
99
Schermweergavemenu van
SMARTî„¥Boardî„¥8055i interactief flatpanel
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
PICTURE (BEELD)
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODUS)
STANDARD
(STANDAARD)
sRGB
SPORT
GAME (SPEL)
USER(GEBRUIKER)
AMBIENT
(OMGEVING)
DYNAMIC
(DYNAMISCH)
Stelt de afbeeldingsmodus Selecteer USER
(GEBRUIKER) om
helderheid, contrast,
scherpte en andere
opties van
PICTURE
(BEELD) aan uw
voorkeuren aan te
passen.
Selecteer AMBIENT
(OMGEVING) om
helderheid in te stellen
op basis van het
verlichtingsniveau van
de ruimte en om alle
andere opties van
PICTURE
(BEELD) aan
te passen.
Selecteer één van de
andere waarden van
deze optie om
helderheid, contrast,
scherpte en andere
opties van
PICTURE
(BEELD) in te stellen
met
standaardwaarden.
U kunt ook drukken op
de knop
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) op de
afstandsbediening.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
0–100 Stelt de algemene
helderheid van het beeld en
de achtergrond
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
CONTRAST (CONTRAST)
0–100 Stelt de helderheid van de
afbeelding ten opzichte van
de achtergrond
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
100
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
SHARPNESS (SCHERPTE)
0–100 Stelt de beeldscherpte U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
BLACK LEVEL (ZWARTNIVEAU)
0–100 Stel het helderheidsniveau
in de donkerste delen van
het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
TINT (TOON)
0–100 Stelt de beeldtoon U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
COLOR(KLEUR)
0–100 Stelt de kleurdiepte van het
beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) of
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
COLORTEMPERATURE (KLEURTEMPERATUUR)
COLORTEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
NORMAL
(NORMAAL)
WARM (WARM)
USER(GEBRUIKER)
COOL (KOUD)
Stelt de kleurtemperatuur Selecteer USER
(GEBRUIKER) om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld aan uw wensen
aan te passen.
Selecteer één van de
andere waarden van
deze optie om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld in te stellen met
standaardwaarden.
RED (ROOD)
0–100 Stelt de hoeveelheid rood in
het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) in
COLORî„¥TEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
selecteert.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
101
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
GREEN (GROEN)
0–100 Stelt de hoeveelheid groen
in het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) in
COLORî„¥TEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
selecteert.
BLUE (BLAUW)
0–100 Stelt de hoeveelheid blauw
in het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
USER (GEBRUIKER) in
COLORî„¥TEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
selecteert.
AMBIENT (OMGEVING)
IN BRIGHT (IN HELDERE)
1–100 Stelt de beeldhelderheid
voor helder verlichte
ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
minder zijn dan de
waarde van
INî„¥DARK
(IN DONKERE).
IN DARK(IN DONKERE)
0–99 Stelt de beeldhelderheid
voor slecht verlichte ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
meer zijn dan de
waarde van
INî„¥BRIGHT
(IN HELDERE).
IN BRIGHT LUX (IN HELDERE, IN
LUX)
100–1000 Stelt het
beeldhelderheidsniveau
voor helder verlichte
ruimten in lux
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
minder zijn dan de
waarde van
INî„¥DARKî„¥LUX
(IN
DONKERE,IN LUX).
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
102
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
IN DARKLUX (IN DONKERE, IN
LUX)
50–950 Toont het
beeldhelderheidsniveau
voor slecht verlichte ruimten
in lux
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
meer zijn dan de
waarde van
INî„¥BRIGHTî„¥LUX
(IN
HELDERE,IN LUX).
SENSINGî„¥LUX (LUX
WAARNEMEN)
[n.v.t.] Toont het huidige
verlichtingsniveau van de
ruimte in lux
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
NOISE REDUCTION
(RUISONDERDRUKKING)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Beeldruisonderdrukking in-
of uitschakelen
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
AFBEELDING TERUGSTELLEN
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
PICTURE
(BEELD) naar de
standaardwaarden
BIJSTELLEN De opties in dit menu zijn niet toepasbaar op het SMARTî„¥Roomî„¥System.
AUDIO (GELUID) De opties in dit menu zijn niet toepasbaar op het SMARTî„¥Roomî„¥System.
OSD
LANGUAGE (TAAL)
[Talen] Stelt de taal van het
schermweergavemenu
OSD TURN OFF (SCHERM
UITSCHAKELEN)
5–240 Stelt de inactiviteitsduur in
waarna het
schermweergavemenu
wordt uitgeschakeld (in
seconden)
OSD H-POSITION (SCHERM H-
POSITIE)
0–100 Stelt de horizontale positie
van het
schermweergavemenu in
OSD V-POSITION (SCHERM V-
POSITIE)
0–100 Stelt de verticale positie van
het schermweergavemenu
in
INFORMATION OSD
(SCHERMINFORMATIE)
3–10
OFF (UIT)
Specificeert hoe lang het
gegevensmenu wordt
getoond wanneer een
gebruiker de video-invoer
wijzigt of op de knop
DISPLAY (WEERGAVE) op
de afstandsbediening drukt
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
103
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
MONITORINFO (MONITORINFO)
MODEL NAME (MODELNAAM)
[n.v.t.] Toont het modelnummer
van het interactieve
flatpanel
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
SERIAL NUMBER (SERIENUMMER)
[n.v.t.] Toont het serienummer van
het interactieve flatpanel
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
OSD TRANSPARENCY
(SCHERMDOORZICHTIGHEID)
TYPE1 (SOORT 1)
TYPE2 (SOORT 2)
OFF (UIT)
Stelt de doorzichtigheid van
het schermweergavemenu
OSD RESET (SCHERM
TERUGSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
OSD
(SCHERMWEERGAVE)
naar de standaardwaarden
SETUP (INSTELLINGEN)
POWERSAVE
(BESPARINGSMODUS)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Schakelt de
besparingsmodus in of uit
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
STAND-BYMODUS
STANDBY
ECO STANDBY
Stelt de standby-modus om
elektriciteitsverbruik te
verminderen
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
DDC CI
(TWEERICHTINGENCOMMUNICATI
E)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt
tweerichtingencommunicati
e en besturing van het
interactieve flatpanel in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
SCAN MODE (SCANMODUS)
UNDERSCAN
(ONDERSCANNE
N)
OVERSCAN
(OVERSCANNEN)
Stelt de scanmodus in De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
NABIJHEIDSBESTURING
PROXIMITY (NABIJHEID)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt
aanwezigheidsdetectie in of
uit
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
STANDBY in
STANDBYî„¥MODE
(STANDBY-MODUS)
selecteert.
Als u deze optie wijzigt
in SMARTî„¥-instellingen
(zie paginaî„¥94), dan
verschijnt de wijziging
in het schermmenu. Als
u deze optie echter
wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in de
SMARTî„¥-instellingen
niet getoond.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
104
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
TIJD TOT OPNIEUW
INSCHAKELEN
1–10 Stelt hoe lang het
interactieve flatpanel wacht
voordat het weer beweging
waarneemt (in minuten)
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
ENABLE
(INSCHAKELEN) in
PROXIMITY
(NABIJHEID)
selecteert.
Als u deze optie wijzigt
in SMARTî„¥-instellingen
(zie paginaî„¥94), dan
verschijnt de wijziging
in het schermmenu. Als
u deze optie echter
wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in de
SMARTî„¥-instellingen
niet getoond.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
15–240 Stelt wanneer het
interactieve flatpanel
automatisch uitschakelt (in
minuten)
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien u
ENABLE
(INSCHAKELEN) in
PROXIMITY
(NABIJHEID)
selecteert.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
0–100 Stelt de helderheid van het
welkomstscherm
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
WARMTESTATUS
FAN1 (VENTILATOR 1)
[n.v.t.] Toont de status van de
eerste ventilator
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
FAN2 (VENTILATOR 2)
[n.v.t.] Toont de status van de
tweede ventilator
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
SENSOR1 (SENSOR 1)
[n.v.t.] Toont de temperatuur die
door de eerste sensor is
waargenomen
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
SENSOR2 (SENSOR2)
[n.v.t.] Toont de temperatuur die
door de tweede sensor is
waargenomen
Deze optie geeft alleen
informatie. U kunt deze
niet wijzigen.
FAN CONTROL (VENTILATORBESTURING)
COOLING FAN
(KOELVENTILATOR)
ON (AAN)
AUTO
(AUTOMATISCH)
Stelt de ventilator in
voortdurende werking (ON)
of alleen in werking
wanneer de
sensortemperatuur hoger is
dan de optimale
sensortemperatuur (AUTO)
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
105
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
FAN SPEED
(VENTILATORSNELHEID)
LOW (LAAG)
HIGH (HOOG)
Stelt de snelheid van de
ventilator
SENSOR1 (SENSOR 1)
35–55 Stelt de optimale
temperaturen voor de
eerste sensor (in graden
Celsius)
SENSOR2 (SENSOR2)
35–55 Stelt de optimale
temperaturen voor de
tweede sensor (in graden
Celsius)
USB SETTING (USB-INSTELLING)
USB1 (USB 1)
VGA1 (VGA 1)
VGA2 (VGA 2)
DVI (DVI)
DPORT (D-POORT)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Stelt de video-invoer voor de
USB 1-aansluiting,of
schakelt de aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
USB2 (USB 2)
VGA1 (VGA 1)
VGA2 (VGA 2)
DVI (DVI)
DPORT (D-POORT)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Stelt de video-invoer voor de
USB 2-aansluiting,of
schakelt de aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
USB3
VGA1
VGA2 (VGA 2)
DVI (DVI)
DPORT (D-POORT)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Stelt de video-invoer voor de
USB 3-aansluiting,of
schakelt de aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
SETUP RESET (INSTELLINGEN
OPNIEUW INSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
SETUP
(INSTELLING) in op
de standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
FACTORY RESET
(FABRIEKSINSTELLINGEN
HERSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in alle
menu's naar de
standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
106
Schermweergavemenu van
SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief
flatpanel
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
PICTURE (BEELD)
PICTURE MODE
(AFBEELDINGSMODUS)
STANDARD
(STANDAARD)
CINEMA/sRGB
(BIOSCOOP/sRG
B)
SPORT (SPORT)
GAME (SPEL)
USER
(GEBRUIKER)
AMBIENT
(OMGEVING)
DYNAMIC
(DYNAMISCH)
Stelt de afbeeldingsmodus Selecteer USER
(GEBRUIKER) om
helderheid, contrast,
scherpte en andere
opties van
PICTURE
(BEELD) aan uw
voorkeuren aan te
passen.
Selecteer AMBIENT
(OMGEVING) om
helderheid in te stellen
op basis van het
verlichtingsniveau van
de ruimte en om alle
andere opties van
PICTURE
(BEELD) aan
te passen.
Selecteer één van de
andere waarden van
deze optie om
helderheid, contrast,
scherpte en andere
opties van
PICTURE
(BEELD) in te stellen
met
standaardwaarden.
U kunt ook drukken op
de knop
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) op de
afstandsbediening.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
0–100 Stelt de algemene helderheid
van het beeld en de
achtergrond
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
CONTRAST (CONTRAST)
0–100 Stelt de helderheid van de
afbeelding ten opzichte van de
achtergrond
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
of AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
107
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
SHARPNESS (SCHERPTE)
0–100 Stelt de beeldscherpte U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
of AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
BLACK LEVEL (ZWARTNIVEAU)
0–100 Stel het helderheidsniveau in de
donkerste delen van het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
of AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
TINT (TOON)
0–100 Stelt de beeldtoon U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
of AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
COLOR(KLEUR)
0–100 Stelt de kleurdiepte van het
beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
of AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
COLORTEMPERATURE (KLEURTEMPERATUUR)
COLORTEMPERATURE
(KLEURTEMPERATUUR)
NORMAL
(NORMAAL)
WARM (WARM)
USER
(GEBRUIKER)
COOL (KOUD)
Stelt de kleurtemperatuur Selecteer USER
(GEBRUIKER) om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld aan uw wensen
aan te passen.
Selecteer één van de
andere waarden van
deze optie om de
hoeveelheid rood,
groen en blauw in het
beeld in te stellen met
standaardwaarden.
RED (ROOD)
0–100 Stelt de hoeveelheid rood in het
beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
in
COLORî„¥TEMPERATUR
E
(KLEURTEMPERATUU
R) selecteert.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
108
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
GREEN (GROEN)
0–100 Stelt de hoeveelheid groen in
het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
in
COLORî„¥TEMPERATUR
E
(KLEURTEMPERATUU
R) selecteert.
BLUE (BLAUW)
0–100 Stelt de hoeveelheid blauw in
het beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u USER (GEBRUIKER)
in
COLORî„¥TEMPERATUR
E
(KLEURTEMPERATUU
R) selecteert.
AMBIENT (OMGEVING)
IN BRIGHT (IN HELDERE)
1–100 Stelt de beeldhelderheid voor
helder verlichte ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
minder zijn dan de
waarde van
INî„¥DARK
(IN DONKERE).
IN DARK(IN DONKERE)
0–99 Stelt de beeldhelderheid voor
slecht verlichte ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
meer zijn dan de
waarde van
INî„¥BRIGHT
(IN
HELDERE).
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
109
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
IN BRIGHT LUX (IN HELDERE, IN
LUX)
100–1000 Stelt het
beeldhelderheidsniveau voor
helder verlichte ruimten in lux
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
minder zijn dan de
waarde van
INî„¥DARKî„¥LUX
(IN
DONKERE,IN LUX).
IN DARKLUX (IN DONKERE, IN
LUX)
50–950 Toont het
beeldhelderheidsniveau voor
slecht verlichte ruimten in lux
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u AMBIENT
(OMGEVING) in
PICTUREî„¥MODE
(AFBEELDINGSMODU
S) selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
meer zijn dan de
waarde van
INî„¥BRIGHTî„¥LUX
(IN
HELDERE,IN LUX).
SENSINGî„¥LUX (LUX
WAARNEMEN)
[n.v.t.] Toont het huidige
verlichtingsniveau van de
ruimte in lux
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
NOISE REDUCTION
(RUISONDERDRUKKING)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Beeldruisonderdrukking in- of
uitschakelen
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
S-Video of
componentvideo is
geselecteerd als
video-invoer.
PICTURE RESET (AFBEELDING
TERUGSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
PICTURE
(BEELD) naar de
standaardwaarden
ADJUST (AANPASSEN) De opties in dit menu zijn niet toepasbaar op het SMARTî„¥Roomî„¥System.
AUDIO (GELUID)
BALANCE (BALANS)
L50–R50 Brengt het volume van links en
rechts in evenwicht
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
110
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
TREBLE (HOGE TONEN)
L50–R50 Stelt het geluid met hoge tonen De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
BASS (BAS)
L50–R50 Stelt het geluid met lage tonen De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
LINE OUT (GELUIDSUITVOER)
FIXED (VAST)
VARIABLE
(VARIABEL)
Stelt de audio-uitvoer Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
HDMI3/PC LINE OUT (AUDIO-
UITVOER VAN HDMI3/PC)
FIXED (VAST)
VARIABLE
(VARIABEL)
Stelt de audio-uitvoer voor de
computer in de ruimte (HDMI
3/PC)
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
AUDIO INPUT (AUDIO-INVOER)
DPORT (D-
POORT)
USB (USB)
IN1 (INVOER1)
IN2 (INVOER 2)
IN3 (INVOER 3)
HDMI3/PC
ANALOG
(HDMI3/PC
ANALOOG)
HDMI3/PC
DIGITAL
(HDMI3/PC
DIGITAAL)
Stelt de audio-invoerbron U kunt ook drukken op
de knop
AUDIOî„¥INPUT
(AUDIO-INVOER) op
de afstandsbediening.
Deze optie moet zijn
ingesteld op IN2 voor
het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
LEFT SPEAKER (LINKER
LUIDSPREKER)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Schakelt de linker luidspreker in
of uit
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
RIGHT SPEAKER(RECHTER
LUIDSPREKER)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Schakelt de rechter luidspreker
in of uit
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
AUDIO RESET (AUDIO OPNIEUW
INSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
AUDIO
(GELUID) in op de
standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
OSD
LANGUAGE (TAAL)
[Talen] Stelt de taal van het
schermweergavemenu
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
111
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
OSD TURN OFF (SCHERM
UITSCHAKELEN)
5–240 Stelt de inactiviteitsduur in
waarna het
schermweergavemenu wordt
uitgeschakeld (in seconden)
OSD H-POSITION (SCHERM H-
POSITIE)
0–100 Stelt de horizontale positie van
het schermweergavemenu in
OSD V-POSITION (SCHERM V-
POSITIE)
0–100 Stelt de verticale positie van het
schermweergavemenu in
INFORMATION OSD
(SCHERMINFORMATIE)
3–10
OFF (UIT)
Specificeert hoe lang het
gegevensmenu wordt getoond
wanneer een gebruiker de
video-invoer wijzigt of op de
knop DISPLAY (WEERGAVE) op
de afstandsbediening drukt
MONITORINFO (MONITORINFO)
MODEL NAME (MODELNAAM)
[n.v.t.] Toont het modelnummer van
het interactieve flatpanel
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
SERIAL NUMBER
(SERIENUMMER)
[n.v.t.] Toont het serienummer van het
interactieve flatpanel
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
OSD TRANSPARENCY
(SCHERMDOORZICHTIGHEID)
TYPE1 (SOORT 1)
TYPE2 (SOORT 2)
OFF (UIT)
Stelt de doorzichtigheid van het
schermweergavemenu
OSD RESET (SCHERM
TERUGSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
OSD
(SCHERMWEERGAVE) naar de
standaardwaarden
SETUP (INSTELLINGEN)
POWERSAVE
(BESPARINGSMODUS)
ON (AAN)
OFF (UIT)
Schakelt de besparingsmodus
in of uit
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
STANDBY MODE (STANDBY-
MODUS)
STANDBY
ECO STANDBY
Stelt de standby-modus om
elektriciteitsverbruik te
verminderen
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
DDC CI
(TWEERICHTINGENCOMMUNICA
TIE)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt
tweerichtingencommunicatie
en besturing van het
interactieve flatpanel in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
SCAN MODE (SCANMODUS)
UNDERSCAN
(ONDERSCANNE
N)
OVERSCAN
(OVERSCANNEN)
Stelt de scanmodus in De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
112
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
FBC CONTROL
(BEDIENINGSPANEEL AAN DE
VOORZIJDE)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt het bedieningspaneel
aan de voorzijde in of uit
Wijzig de
standaardwaarde van
deze optie niet.
MONITORID (BEELDSCHERM-ID)
1–100 Stelt de id van het interactieve
flatpanel
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
PROXIMITY CONTROL (NABIJHEIDSBESTURING)
PROXIMITY (NABIJHEID)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt
aanwezigheidsdetectie in of uit
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u STANDBY in
STANDBYî„¥MODE
(STANDBY-MODUS)
selecteert.
Als u deze optie wijzigt
in SMARTî„¥-instellingen
(zie paginaî„¥94), dan
verschijnt de wijziging
in het schermmenu.
Als u deze optie
echter wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in
de SMARTî„¥-
instellingen niet
getoond.
TIJD TOT OPNIEUW
INSCHAKELEN
1–10 Stelt hoe lang het interactieve
flatpanel wacht voordat het
weer beweging waarneemt (in
minuten)
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u ENABLE
(INSCHAKELEN) in
PROXIMITY
(NABIJHEID)
selecteert.
Als u deze optie wijzigt
in SMARTî„¥-instellingen
(zie paginaî„¥94), dan
verschijnt de wijziging
in het schermmenu.
Als u deze optie
echter wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in
de SMARTî„¥-
instellingen niet
getoond.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
113
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
AUTOMATISCH
UITSCHAKELEN
15–240 Stelt wanneer het interactieve
flatpanel automatisch
uitschakelt (in minuten)
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u ENABLE
(INSCHAKELEN) in
PROXIMITY
(NABIJHEID)
selecteert.
BRIGHTNESS (HELDERHEID)
0–100 Stelt de helderheid van het
welkomstscherm
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
CEC (BESTURING VAN
CONSUMENTENELEKTRONICA)
ENABLE
(INSCHAKELEN)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Schakelt ondersteuning van
consumentenelektronicabesturi
ng op HDMI-invoeren in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
HEAT STATUS (WARMTESTATUS)
FAN1 (VENTILATOR 1)
[n.v.t.] Toont de status van de eerste
ventilator
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
FAN2 (VENTILATOR 2)
[n.v.t.] Toont de status van de tweede
ventilator
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
SENSOR1 (SENSOR 1)
[n.v.t.] Toont de temperatuur die door
de eerste sensor is
waargenomen
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
SENSOR2 (SENSOR2)
[n.v.t.] Toont de temperatuur die door
de tweede sensor is
waargenomen
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
FAN CONTROL (VENTILATORBESTURING)
COOLING FAN
(KOELVENTILATOR)
ON (AAN)
AUTO
(AUTOMATISCH)
Stelt de ventilator in
voortdurende werking (ON) of
alleen in werking wanneer de
sensortemperatuur hoger is
dan de optimale
sensortemperatuur (AUTO)
FAN SPEED
(VENTILATORSNELHEID)
LOW (LAAG)
HIGH (HOOG)
Stelt de snelheid van de
ventilator
SENSOR1 (SENSOR 1)
35–55 Stelt de optimale temperaturen
voor de eerste sensor (in
graden Celsius)
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
114
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
SENSOR2 (SENSOR2)
35–55 Stelt de optimale temperaturen
voor de tweede sensor (in
graden Celsius)
USB SETTING (USB-INSTELLING)
USB1 (USB 1)
VGA1 (VGA 1)
VGA2 (VGA 2)
DVI (DVI)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Stelt de video-invoer voor de
USB 1-aansluiting in of schakelt
de aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
USB2 (USB 2)
VGA1 (VGA 1)
VGA2 (VGA 2)
DVI (DVI)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
DISABLE
(UITSCHAKELEN)
Stelt de video-invoer voor de
USB 2-aansluiting in of schakelt
de aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
SETUP RESET (INSTELLINGEN
OPNIEUW INSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in het menu
SETUP
(INSTELLING) naar de
standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Lync® ROOM RESET (OPNIEUW
INSTELLEN VAN Lync® ROOM)
[n.v.t.] Stelt opties in alle menu's naar
de standaardwaarden (voor
SMARTî„¥Roomî„¥Systems)
U gebruikt deze optie
wanneer u het
SMARTî„¥Roomî„¥System
voor de eerste keer
configureert (zie
Uw
room system voor de
eerste keer starten
op
paginaî„¥18).
FACTORY RESET
(FABRIEKSINSTELLINGEN
HERSTELLEN)
[n.v.t.] Stelt alle opties in alle menu's
naar de standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥System.
Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
115
Schermweergavemenu van
SMARTî„¥Boardî„¥8070i-G4-SMP interactief
flatpanel
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
PICTURE (BEELD)
Afbeeldingsmodus
Afbeeldingsmodus
Vivid (Levendig)
Standard
(Standaard)
Ambient (Omgeving)
Expert1 (Expert 1)
Expert2 (Expert 2)
Stelt de afbeeldingsmodus SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op Standard.
De andere opties in
het menu
Picture
Mode
(Afbeeldingsmodus)
wijzigen afhankelijk
van de waarde die u
selecteert voor deze
optie.
De opties die in deze
tabel zijn
opgenomen, zijn de
opties die
verschijnen wanneer
u Vivid (Levendig),
Standard
(Standaard) of
Ambient (Omgeving)
in deze optie
selecteert.
U kunt ook op de
knop PSM drukken
op de
afstandsbediening.
In Bright (In heldere)
1–100 Stelt de beeldhelderheid voor
helder verlichte ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u Ambient
(Omgeving) in
Picture
Mode
(Afbeeldingsmodus)
selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
minder zijn dan de
waarde van
In Dark
(In donkere).
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
116
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
In Dark (In donkere)
0–99 Stelt de beeldhelderheid voor
slecht verlichte ruimten
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u Ambient
(Omgeving) in
Picture
Mode
(Afbeeldingsmodus)
selecteert.
De waarde van deze
menuoptie kan niet
meer zijn dan de
waarde van
In Bright
(In heldere).
Light Threshold
(Drempelwaarde van licht)
[Getal] Stelt de drempelwaarde van het
licht
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u Ambient
(Omgeving) in
Picture
Mode
(Afbeeldingsmodus)
selecteert.
Sensing Lux (Lux
waarnemen)
[n.v.t.] Toont het huidige
verlichtingsniveau van de ruimte
in lux
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
Backlight (Beeldschermlicht)
0–100 Stelt het beeldschermlichtniveau
van het beeld
SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 100.
Contrast
0–100 Stelt de helderheid van de
afbeelding ten opzichte van de
achtergrond
SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 84.
Helderheid
0–100 Stelt de algemene helderheid van
het beeld en de achtergrond
SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 63.
U kunt ook op de
knoppen
BRIGHTNESS
(HELDERHEID)
drukken op de
afstandsbediening.
Sharpness (Scherpte)
0–50 Stelt de beeldscherpte SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 0.
Verzadiging
0–100 Stelt de verzadiging van het beeld SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 55.
Tint (Toon)
R50–G50 Stelt de beeldtoon SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 0.
Color Temp.
(Kleurtemperatuur)
W50–C50 Stelt de kleurtemperatuur van het
beeld
SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op 0.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
117
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
Advanced Control (Geavanceerde besturing)
Dynamic Contrast
(Dynamisch contrast)
Low (Laag)
Medium (Middel)
High (Hoog)
Off (Uit)
Stelt het dynamisch contrast SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen.
Dynamic Color
(Dynamische kleur)
Low (Laag)
High (Hoog)
Off (Uit)
Stelt de dynamische kleur SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen
Clear White (Helderwit)
Low (Laag)
High (Hoog)
Off (Uit)
Stelt de kleur van helderwit SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen.
Preferred color (Voorkeurskleur)
Skin Color (Huidskleur)
-5–5 Stelt de voorkeurskleurwaarde
voor huid in het beeld
Grass Color (Graskleur)
-5–5 Stelt de voorkeurskleurwaarde
voor gras in het beeld
Sky Color (Luchtkleur)
-5–5 Stelt de voorkeurskleurwaarde
voor lucht in het beeld
Super Resolution
(Superresolutie)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt superresolutie in of uit
Gamma (Gamma)
Low (Laag)
Medium (Middel)
High (Hoog)
Stelt het gamma SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op Low (Laag).
Picture Option (Beeldoptie)
Noise Reduction
(Ruisonderdrukking)
Low (Laag)
Medium (Middel)
High (Hoog)
Off (Uit)
Stelt ruisonderdrukking van het
beeld
SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen.
MPEG Noise Reduction
(MPEG-ruisonderdrukking)
Low (Laag)
Medium (Middel)
High (Hoog)
Off (Uit)
Stelt MPEG-ruisonderdrukking
van het beeld
SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen.
Zwartniveau
High (Hoog)
Low (Laag)
Stel het helderheidsniveau in de
donkerste delen van het beeld
SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op Low (Laag).
LEDLocal Dimming (Lokaal
dimmen van LED)
Low (Laag)
Medium (Middel)
High (Hoog)
Stelt het niveau van lokaal
dimmen van LED om helderheid
in de donkerste delen van het
beeld te verminderen
SMART raadt u aan
om deze optie uit te
schakelen.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
118
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
TruMotion (TruMotion)
TruMotion (TruMotion)
Smooth (Vloeiend)
Clear (Helder)
Clear Plus (Helder-
plus)
User (Gebruiker)
Off (Uit)
Stelt TruMotion SMART raadt u aan
om deze optie in te
stellen op Smooth
(Vloeiend).
De-Judder (Onttrillen)
0–10 Vermindert trilling van het beeld U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u User (Gebruiker) in
TruMotion
(TruMotion)
selecteert.
De-Blur (Ontwazen)
0–10 Vermindert wazigheid van het
beeld
U kunt deze optie
alleen wijzigen indien
u User (Gebruiker) in
TruMotion
(TruMotion)
selecteert.
Afbeelding opnieuw instellen
Yes (Ja)
No (Nee)
Stelt alle opties in het menu
Picture Mode
(Afbeeldingsmodus) naar de
standaardwaarden
Aspect Ratio (Beeldverhouding)
16:9
Just Scan
(Onderzoeken)
Set By Program
(Instellen per
programma)
4:3
Zoom (In- en
uitzoomen)
Cinema Zoom 1
(Bioscoop-zoom 1)
Stelt de beeldverhouding Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
Picture Wizard II (Beeld-wizard
II)
[n.v.t.] Opent Picture Wizard II (Beeld-
wizard II), die u kunt gebruiken
om de beeldkwaliteit van het
oorspronkelijke beeld aan te
passen
Scherm
[n.v.t.] Toont de huidige invoertijd Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
SOUND (GELUID)
Geluidsmodus
Standard
(Standaard)
User Setting
(Gebruikersinstellin
g)
Stelt de geluidsmodus De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
119
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
Virtual Surround (Virtueel
omgevingsgeluid)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt virtueel
omgevingsgeluid in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Clear Voice II (Heldere stem II)
Clear Voice II (Heldere stem
II)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt de functie Clear Voice II
(Heldere stem II) in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
AV Sync. (Audio-visuele synchronisatie)
AV Sync. (Audio-visuele
synchronisatie)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt audio-visuele
synchronisatie in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Speaker (Luidspreker)
-5–15 Stelt het luidsprekerniveau voor
audio-visuele synchronisatie
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Bypass (Omloop)
[n.v.t.] Schakelt omloop van luidsprekers
in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Sound Setting (Geluidsinstelling)
Balance (Balans)
L50–R50 Brengt het volume van links en
rechts in evenwicht
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Speaker (Luidspreker)
Internal (Intern)
External (Extern)
Off (Uit)
Schakelt de interne luidsprekers
in, schakelt de externe
luidsprekers in, of schakelt audio
in het algemeen uit
Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
Line Output (Audio-uitvoer)
Fixed (Vast)
Variable (Variabel)
Stelt de audio-uitvoer Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
HDMI3/PC Line Output
(Audio-uitvoer van HDMI
3/PC)
Fixed (Vast)
Variable (Variabel)
Stelt de audio-uitvoer voor de
computer in de ruimte (HDMI
3/PC)
Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
120
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
Audio Input (Audio-invoer)
Audio In 1 (Audio-invoer 1)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DPORT (D-POORT)
DVI-D (DVI-D)
VGA (VGA)
Component
(Component)
Composite
(Composiet)
Disable
(Uitschakelen)
Specificeert een video-invoer ter
verbinding met AUDIO1, of
schakelt AUDIO1 uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Audio In 2 (Audio-invoer 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DPORT (D-POORT)
DVI-D (DVI-D)
VGA (VGA)
Component
(Component)
Composite
(Composiet)
Disable
(Uitschakelen)
Specificeert een video-invoer ter
verbinding met AUDIO2, of
schakelt AUDIO2 uit
Deze optie moet zijn
ingesteld op
HDMI3/PC voor het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m.
Audio In 3 (Audio-invoer 3)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DPORT (D-POORT)
DVI-D (DVI-D)
VGA (VGA)
Component
(Component)
Composite
(Composiet)
Disable
(Uitschakelen)
Specificeert een video-invoer ter
verbinding met AUDIO3 , of
schakelt AUDIO3 uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
121
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
USB Audio (USB-audio)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
DPORT (D-POORT)
DVI-D (DVI-D)
VGA (VGA)
Component
(Component)
Composite
(Composiet)
Disable
(Uitschakelen)
Specificeert een video-invoer ter
verbinding met de USB-audio-
invoer, of schakelt de USB-audio-
invoer uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
HDMI3/PC (HDMI 3/PC)
Analog (Analoog)
Digital (Digitaal)
Specificeert of de HDMI3/PC-
audio-invoer analoog of digitaal is
Deze optie moet zijn
ingesteld op Analog
(Analoog) voor het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m.
TIME (TIJD)
Clock (Klok)
Date (Datum)
1–31 Specificeert de huidige datum
Month (Maand)
Jan.–Dec. Specificeert de huidige maand
Year (Jaar)
2010–2040 Specificeert het huidige jaar
Hour (Uur)
00–23 Specificeert het huidige uur
Minute (Minuut)
00–59 Specificeert de huidige minuut
Off Time (Uitschakeltijd)
[n.v.t.] Laat u tijden inplannen waarop
het interactieve flatpanel
automatisch uitschakelt
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
On Time (Inschakeltijd)
[n.v.t.] Laat u tijden inplannen waarop
het interactieve flatpanel
automatisch inschakelt
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Sleep Timer (Sluimertimer)
10–240
Uit
Specificeert de inactiviteitsduur (in
minuten) waarna het interactieve
flatpanel uitschakelt of de
sluimertimerfunctie uitschakelt
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
OPTION (OPTIE)
Language (Taal)
[Talen] Stelt de taal van het
schermweergavemenu
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
122
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
ISM Method (ISM-methode)
Normal (Normaal)
Color Wash
(Kleurenwas)
Stelt de methode voor
minimalisering van
beeldviscositeit (image stickiness
minimization, ISM)
ISM verhindert dat
statische beelden die
op dezelfde locatie
gedurende lange
tijdsperioden
verschijnen,
inbranding van het
scherm veroorzaken.
Key Lock (Sleutelvergrendeling)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt sleutelvergrendeling in
of uit
FailOver (Overschakelen)
Mode (Modus)
Off (Uit)
Auto (Automatisch)
Handmatig
Schakelt de
overschakelingsmodus in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
DPM Select (DPM Select)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt DPM Select in of uit De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
DivX® VOD(Video on demand
van DivX)
Registration
(Aanmelden)
Deregistration
(Afmelden)
Meldt video on demand van DivX
(VOD) aan
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Initial Setting (Oorspronkelijke
instelling)
Yes (Ja)
No (Nee)
Stelt alle opties in alle menu's
naar de standaardwaarden
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Set ID (id instellen)
1–255 Stelt de id van het interactieve
flatpanel
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Standby Mode (Standby-modus)
Standby (Sluimeren) Stelt de standby-modus om
elektriciteitsverbruik te
verminderen
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
123
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
Proximity Control (Nabijheidsbesturing)
Proximity Control
(Nabijheidsbesturing)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt aanwezigheidsdetectie
in of uit
Als u deze optie
wijzigt in SMARTî„¥-
instellingen (zie
paginaî„¥94), dan
verschijnt de
wijziging in het
schermmenu. Als u
deze optie echter
wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in
de SMARTî„¥-
instellingen niet
getoond.
Re-enable Time
(Herinschakelingstijd)
1–10 Stelt hoe lang het interactieve
flatpanel wacht voordat het weer
beweging waarneemt (in
minuten)
Als u deze optie
wijzigt in SMART-
instellingen (zie
paginaî„¥94), dan
verschijnt de
wijziging in het
schermmenu. Als u
deze optie echter
wijzigt in het
schermmenu, dan
wordt de wijziging in
de SMARTî„¥-
instellingen niet
getoond.
Auto Power Off (Automatisch
uitschakelen)
15–240 Stelt wanneer het interactieve
flatpanel automatisch uitschakelt
(in minuten)
Welcome OSD
(Schermweergave van
welkom)
Enabled
(Ingeschakeld)
Disable
(Uitschakelen)
Schakelt het welkomscherm in of
uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Welcome Timeout (Duur van
welkomscherm)
5–30 Stelt hoe lang het welkomscherm
verschijnt (in seconden)
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Ready State Brightness
(Helderheid van
gereedheidsstatus)
0–100 Stelt de helderheid van het
welkomstscherm
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
124
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
USB Setting (USB-instelling)
USB 1 (USB 1)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
DVI-D (DVI-D)
DPORT (D-POORT)
VGA (VGA)
Disable
(Uitschakelen)
Stelt de video-invoer voor de USB
1-aansluiting,of schakelt de
aansluiting uit
Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
USB 2 (USB 2)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
DVI-D (DVI-D)
DPORT (D-POORT)
VGA (VGA)
Disable
(Uitschakelen)
Stelt de video-invoer voor de USB
2-aansluiting,of schakelt de
aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
USB 3 (USB 3)
HDMI1 (HDMI 1)
HDMI2 (HDMI 2)
HDMI3/PC (HDMI
3/PC)
DVI-D (DVI-D)
DPORT (D-POORT)
VGA (VGA)
Disable
(Uitschakelen)
Stelt de video-invoer voor de USB
3-aansluiting,of schakelt de
aansluiting uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
Lync® Room Reset (Opnieuw
instellen van Lync® Room)
Reset (Opnieuw
instellen)
Cancel (Annuleren)
Stelt opties in alle menu's naar de
standaardwaarden (voor
SMARTî„¥Roomî„¥Systems)
U gebruikt deze optie
wanneer u het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m voor de eerste
keer configureert (zie
Uw room system
voor de eerste keer
starten
op paginaî„¥18
(Uw room system
voor de eerste keer
inschakelen).
CEC (BESTURING VAN
CONSUMENTENELEKTRONIC
A)
Enabled
(Ingeschakeld)
Disable
(Uitschakelen)
Schakelt ondersteuning van
consumentenelektronicabesturin
g op HDMI-invoeren in of uit
De optie is niet
toepasbaar op het
SMARTî„¥Roomî„¥Syste
m. Wijzig de
standaardwaarde
niet.
FBC Control (Bedieningspaneel
aan de voorzijde)
On (Aan)
Off (Uit)
Schakelt het bedieningspaneel
aan de voorzijde in of uit
Wijzig de
standaardwaarde
van deze optie niet.
APPENDIX B
HET SCHERMWEERGAVEMENU VAN HET INTERACTIEVE FLATPANEL GEBRUIKEN
125
Optie Waarden Functie Aantekeningen
(indien van
toepassing)
SUPPORT (ONDERSTEUNING)
Model/Type (Model/soort)
[n.v.t.] Toont het modelnummer van het
interactieve flatpanel
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
Software Version
(Softwareversie)
[n.v.t.] Toont het firmware-
versienummer van het
interactieve flatpanel
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
Serial Number (Serienummer)
[n.v.t.] Toont het serienummer van het
interactieve flatpanel
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
Customer Service Center
(Klantenondersteuningscentru
m)
[n.v.t.] Verschaft de contactgegevens
van SMARTî„¥Support (SMART-
ondersteuning)
Deze optie geeft
alleen informatie. U
kunt deze niet
wijzigen.
Appendix C
127
Appendix C: Uw room system op afstand
beheren met Intel AMT
Uw room system configureren 128
Uw room system op afstand beheren 130
De ingebouwde webbeheerinterface gebruiken 131
Software voor beheer gebruiken 131
Externe toegangssoftware gebruiken 131
Beveiliging 133
Poorten 133
Intel MEBx-besturingselementen 134
Referenties 138
Intel AMT maakt deel uit van Intel vPro®-technologie, die gebruikt wordt in de Lync-toepassing
van uw SMARTî„¥Roomî„¥System.
U kunt Intel AMTî„¥ gebruiken om uw room system op afstand te beheren. U moet eerst Intel
AMT inschakelen en configureren op de Lync-toepassing voordat u het kunt gebruiken. U kunt
vervolgens verbinding maken met het room system en het op afstand besturen met een van
de volgende opties:
l De ingebouwde webbeheerinterface
l Software voor beheer, zoals Open MDTK
l Software voor toegang op afstand, zoals DameWare® of VNC®ViewerPlus
In deze bijlage wordt uitgelegd hoe u uw room system voor Intel AMT configureert en hoe u
Intel AMT gebruikt om het room system op afstand te beheren.
BELANGRIJK
l Stel een beheerderswachtwoord in voor de BIOS (onder Security > Administrator
Password (Beveiliging > Beheerderswachtwoord) en wijzig het standaard wachtwoord
voor de Intel Management Engine BIOS-extensie (MEBx) om te voorkomen dat
gebruikers wijzigingen in de configuratie aan kunnen brengen voor Intel AMT.
l Sla de BIOS- en Intel MEBx-wachtwoorden op een veilige plaats op, want deze
wachtwoorden kunnen niet eenvoudig worden hersteld wanneer ze verloren zijn.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
128
Uw room system configureren
U moet Intelî„¥AMT inschakelen en vervolgens configureren voordat u uw room system op
afstand kunt beheren met Intel AMT.
Intel AMT inschakelen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61).
2. Sluit een USB-toetsenbord aan op de Lync-toepassing.
3. Schakel het room system in door de juiste procedure voor het formaat van de ruimte te
voltooien:
Formaat ruimte Procedure
Extra kleine ruimte
a.
Druk op de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Kleine ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
129
Formaat ruimte Procedure
Middelgrote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Middelgrote ruimte
met dubbele
panelen
a.
Druk op de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Extra grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
130
4. Druk op de toets DELETE (VERWIJDEREN).
De Lync-toepassing schakelt over naar de BIOS-modus.
5. Blader naar het tabblad Advanced (Geavanceerd).
6. Selecteer AMT Configuration (Configuratie van AMT), en druk vervolgens op ENTER.
7. Stel
Intel AMT
in op Enabled (Ingeschakeld).
8. Druk op ESC.
9. Blader naar het tabblad Save & Exit (Opslaan en sluiten).
10. Selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en sluiten) en selecteer
vervolgens Yes (Ja).
Het room system schakelt opnieuw in.
11. Druk op CTRL+P voordat het opstartscherm van Windows verschijnt.
Intel MEBx wordt geopend.
12. Ga door naar de volgende procedure.
Intel AMT configureren
1. Voer het standaard Intel AMT-wachtwoord (admin) in wanneer daarom wordt gevraagd,
en wijzig dan het Intel AMT-wachtwoord volgens de instructies op het scherm.
2. Selecteer Intel® AMT Configuration (Configuratie van AMT) en druk vervolgens op
ENTER.
3. Selecteer Activate Network Access (Netwerktoegang activeren) en druk vervolgens op
ENTER.
4. Druk op Y.
NB
Zie
Intel MEBx-besturingselementen
op paginaî„¥134 (MEBx-besturingselementen) voor
meer informatie over andere MEBx-besturingselementen.
5. Selecteer MEBX Exit (MEBX afsluiten) en selecteer vervolgens Y.
Het room system schakelt opnieuw in.
Uw room system op afstand beheren
Nadat u uw room system hebt geconfigureerd voor Intel AMT kunt u er verbinding mee maken
en het op afstand beheren.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
131
De ingebouwde webbeheerinterface gebruiken
De Lync-toepassing voor uw room system heeft een ingebouwde webpagina voor het beheer
van Intelî„¥AMT:
http://
[Het IP-adres van uw room system of volledig gekwalificeerde domeinnaam
(FQDN)]
:16992
Het room system moet zijn verbonden met een stroombron en het netwerk om het op afstand
te beheren. U hoeft het echter niet uit te voeren. Met de webpagina kunt u het volgende op
afstand doen:
l Het room system opnieuw starten
l Het room system uitschakelen
l Het room system in de BIOS-modus starten
l Lokale systeemgebruikersaccounts en -rechten beheren (geen gebruikersaccounts van
besturingssystemen)
Software voor beheer gebruiken
Open MDTK (opentools.homeip.net/open-manageability) is open source-software voor
beheer die krachtige administratieve hulpmiddelen biedt voor uw room system en andere
apparaten met Intel AMT. Openî„¥MDTK laat u Intelî„¥AMT-beveiligingscertificaten zien, de
mogelijkheden van Intelî„¥AMT van het room system beoordelen, de ingebouwde
webbeheerinterface in- of uitschakelen, Intelî„¥AMT IP-adressen wijzigen, geavanceerde IP-
instellingen inschakelen, Intelî„¥AMT-gebruikersaccounts bewerken, mogelijkheden van
Intelî„¥AMT op afstand geheel uitschakelen voor een doelsysteem, en meer. Openî„¥MDTK levert
geen externe toegangssoftware, maar u kunt het wel gebruiken om VNC Viewer Plus te
starten (zie
Externe toegangssoftware gebruiken
beneden).
Zie msp.intel.com/management-consoles voor extra beheersoftware die werkt met Intel vPro-
technologie.
Externe toegangssoftware gebruiken
De volgende procedures tonen hoe u verbinding maakt met uw room system met DameWare
en VNC Viewer Plus. U kunt echter met elke externe toegangssoftware die Intel AMT-KVM
(Keyboard Video Mouse, toetsenbord video muis)-verbindingen ondersteunt, verbinding
maken met uw room system.
Nadat u verbinding hebt gemaakt met uw room system, kunt u alle in deze handleiding
genoemde administratieve taken uitvoeren, waaronder het herstarten van het room system in
beheerdersmodus en het wijzigen van de configuratie in Lync Admin-console en SMART-
instellingen.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
132
NB
Wanneer u verbinding maakt met een room system met externe toegangssoftware,
verschijnt er een oranje en gele rand om de schermen van het room systeem en knippert er
een pictogram in de rechterbovenhoek om aan iedereen in de kamer aan te tonen dat u op
afstand verbinding maakt met het room system.
Verbinding maken met uw room system met DameWare
1. Start DameWare.
2. Klik op Connect (Verbinden).
Het scherm
Remote Connect
(Op afstand verbinden) verschijnt.
3. Typ het IP-adres voor het room system in het vak
Host
.
4. Typ admin in het vak
User ID
(Gebruikers-ID).
5. Typ het Intelî„¥AMT-wachtwoord dat u hebt aangegeven in
Intel AMT configureren
op
paginaî„¥130 (AMT configureren) in het vak
Password
(Wachtwoord).
6. Selecteer Use Intel AVT KVM (Intel AVT KVM gebruiken).
7. Klik op Connect (Verbinden).
8. Druk op F1 en vervolgens op ENTERî„¥om het scherm van het room system te selecteren
dat u wilt bekijken.
NB
Als u een ander scherm wilt bekijken, moet u de verbinding met het room system
verbreken en er vervolgens opnieuw verbinding mee maken.
Verbinding maken met uw room system met VNC Viewer Plus
1. Start VNC Viewer Plus.
2. Selecteer None (Geen) in de vervolgkeuzelijst
Encryption
(Versleuteling).
3. Selecteer Intel® AVT KVM in de vervolgkeuzelijst
Connection Mode
(Verbindingsmodus).
4. Klik op Connect (Verbinden).
5. Typ de Intel AMT-gebruikersnaam (admin) en het wachtwoord dat u hebt aangegeven in
Intel AMT configureren
op paginaî„¥130 (AMT configureren) wanneer u daarom wordt
gevraagd.
6. Druk op F1 en vervolgens op ENTERî„¥om het scherm van het room system te selecteren
dat u wilt bekijken.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
133
Beveiliging
Externe communicaties van Intel AMT worden beveiligd door TLS, een protocol dat
communicatie door een publiek netwerk beveiligt en verifieert. Zie voor meer informatie
Referenties
op paginaî„¥138.
Poorten
Zorg ervoor dat de volgende poorten open zijn voor gebruik door Intel AMT:
Poort Beschrijving Gebruik
16992 Intel AMT HTTP WS-beheerberichten van en naar Intel AMT
NB
Deze poort is alleen open op het netwerk
wanneer Intel AMT is geconfigureerd of tijdens
het configuratieproces. Vanaf versie 6.0 is de
poort optioneel open wanneer TLS is
ingeschakeld. De poort is lokaal altijd open.
16993 Intel AMT HTTPS WS-beheerberichten van en naar Intel AMT
wanneer TLS is ingeschakeld
16994 Intel AMT-
doorverwijzing/TCP
Doorverwijsverkeer — serieel-over-LAN (SOL),
IDE-omleiding (IDER) en Intelî„¥KVM met gebruik
van Intel AMT-verificatie
NB
Het inschakelen van de doorverwijsluisteraar
schakelt deze poort in.
16995 Intel AMT-
doorverwijzing/TLS
Doorverwijsverkeer—SOL, IDER en IntelKVM met
gebruik van IntelAMT-verificatie—wanneer TLS is
ingeschakeld
NB
Het inschakelen van de doorverwijsluisteraar
schakelt deze poort in.
623 ASF extern beheer en
regelingsprotocol
(ASF-RMCP, Remote
Management and Control
Protocol)
RMCP-pings
NB
Deze poort is een standaard DMTF-poort en
accepteert WM-beheerverkeer. Deze is altijd
ingeschakeld.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
134
Poort Beschrijving Gebruik
664 DMTF-protocol voor veilig
webservicebeheer buiten
de band
Veilige ASF-RMCP
Veilige RMCP-pings
NB
Deze poort is een standaard DMTF-poort en
accepteert WM-beheerverkeer. Deze is altijd
ingeschakeld.
5900 Virtual Network
Computing (VNC)-
programma voor beheer
op afstand
KVM-kijkers die geen Intel AMT-verificatie
gebruiken maar in plaats daarvan de standaard
VNC-poort
Intel MEBx-besturingselementen
Hieronder volgen de regelingen in Intel MEBx:
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Intel® ME algemene instellingen
ME-wachtwoord wijzigen
Typ een nieuw Intelî„¥AMT-wachtwoord. Het standaard wachtwoord is
admin.
U wordt gevraagd om het
wachtwoord te wijzigen als u Intel
MEBx voor het eerst opent.
SMART raadt u aan de
standaardinstelling van de regeling
niet te wijzigen.
Lokale FW-update
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
lokale firmware-updates in te schakelen.
OF
Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) om
lokale firmware-updates uit te schakelen.
OF
Selecteer Password Protected
(Beveiligd met wachtwoord) om lokale
firmware-updates te beveiligen met het
Intelî„¥AMT-wachtwoord.
SMART raadt u aan de
standaardinstelling van de regeling
niet te wijzigen.
Aan/uit-knop
Intel® ME AAN in sluimerstatus
van host
Selecteer een energiepakket. SMART raadt u aan de
standaardinstelling van de regeling
niet te wijzigen.
Inactief time-out
Typ de time-out voor inactief (in minuten). SMART raadt u aan de
standaardinstelling van de regeling
niet te wijzigen.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
135
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Intel® AMT-configuratie
Functies selecteren voor
beheerbaarheid
Selecteer Enabled (Ingeschakeld). U moet de functieselectie voor
beheerbaarheid inschakelen om
uw room system op afstand te
beheren met Intelî„¥AMT.
SOL/IDER/KVM
Gebruikersnaam en
wachtwoord
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
gebruikersverificatie te vereisen voor
serieel-over-LAN/IDE-omleiding
(SOL/IDER)-sessies.
SOL
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om toe
te staan dat de invoer/uitvoer van het
room system wordt doorverwezen naar
een beheerserverconsole.
IDER
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om toe
te staan dat het room system wordt
opgestart door een beheerconsole van
een extern schijfimage.
KVM-functies selecteren
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
Intel KVM in te schakelen.
Oudere doorverwijsmodus
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om de
poort te allen tijde open te houden
wanneer doorverwijzing is ingeschakeld
in Intel MEBx.
Toestemming van de gebruiker
Opt-in voor gebruiker
Selecteer KVM om toestemming van de
lokale gebruiker te vereisen voor beheer
op afstand met Intel KVM.
OF
Selecteer None (Geen) om geen
toestemming van de lokale gebruiker te
vereisen.
Deze regeling heeft geen invloed
op uw room system.
Als u opt-in voor gebruikers hebt
ingeschakeld voor Intelî„¥KVM,
worden gebruikers om een
sleutelcode gevraagd.De
gebruikers moeten deze
sleutelcode aan de beheerder
geven die op afstand verbinding
probeert te maken met het room
system.
Opt-in configureren vanuit
externe IT
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
externe gebruikers toe te staan het opt-
inbeleid voor gebruikers aan te passen.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
136
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Wachtwoordbeleid
Selecteer Default Password Only
(Alleen standaard wachtwoord) om
wijzigen van het Intelî„¥AMT-wachtwoord
vanaf de netwerkinterface toe te staan
als het standaard wachtwoord nog niet is
gewijzigd.
OF
Selecteer During Setup and
Configuration (Tijdens instelling en
configuratie) om wijzigen van het
Intelî„¥AMT-wachtwoord vanaf de
netwerkinterface alleen toe te staan
tijdens installatie en configuratie.
OF
Selecteer Anytime (Altijd) om wijzigen
van het Intelî„¥AMT-wachtwoord vanaf de
netwerkinterface te allen tijde toe te
staan.
Instellen van netwerk
Intel® ME-netwerknaaminstellingen
Hostnaam
Typ de hostnaam voor Intel AMT. Als u een ingestelde hostnaam
configureert, wees er dan zeker
van dat deze hetzelfde is als de
hostnaam van het
besturingssysteem van Windows
om stabiliteit te garanderen.
Domeinnaam
Typ de domeinnaam voor Intel AMT.
Gedeelde/toegewezen
FQDN
Selecteer Shared (Gedeeld) om een
FQDN te gebruiken die met de host
wordt gedeeld.
OF
Select Dedicated (Toegewezen) om een
toegewezen FQDN voor Intel MEBx te
gebruiken.
Dynamische DNS-update
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om toe
te staan dat firmware actief het IP-adres
en FQDN registreert op het
domeinnaamsysteem (DNS)î„¥met gebruik
van het dynamische DNS (DDNS)-
updateprotocol.
OF
Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) om
deze functie uit te schakelen.
Interval periode-update
Typ de interval (in minuten) waarop de
firmware DDNS-updateclient periode-
updates verstuurt.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u dynamische DNS-update
inschakelt.
TTS
Typ hoe lang (in seconden) de record niet
moet worden opgeruimd in DSN-server.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u dynamische DNS-update
inschakelt.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
137
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
TCP/IP-instellingen
Bekabeld LAN IPv4-configuratie
DHCP-modus
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
TCP/IP-instellingen door een dynamische
hostconfiguratieprotocol (DHCP)-server
te configureren.
OF
Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) om
de TCP/IP-instellingen handmatig te
configureren.
IPv4-adres
Typ het IPv4-adres voor het room
system.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u DHCP hebt uitgeschakeld.
Subnetwerkmaskeradres
Typ het subnetwerkmaskeradres voor
het room system.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u DHCP hebt uitgeschakeld.
Standaard gateway-
adres
Typ het standaard gateway-adres voor
het room system.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u DHCP hebt uitgeschakeld.
Voorkeurs-DSN-adres
Typ het voorkeurs-DSN-adres voor het
room system.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u DHCP hebt uitgeschakeld.
Alternatief DSN-adres
Typ het alternatieve DSN-adres voor het
room system.
Deze regeling is alleen beschikbaar
als u DHCP hebt uitgeschakeld.
Netwerktoegang activeren
Selecteer Y om Intel MEBx over te
schakelen naar de status NA inrichting
als alle netwerkinstellingen zijn
geconfigureerd.
OF
Selecteer N om deze functie uit te
schakelen.
U moet netwerktoegang activeren
om uw room system met Intel AMT
op afstand te beheren.
Configuratie netwerktoegang
ongedaan maken
Selecteer Full Unprovision (Inrichting
volledig ongedaan maken) om de
netwerkconfiguratie volledig te
herstellen.
OF
Selecteer Partial Unprovision (Inrichting
gedeeltelijk ongedaan maken) om de
netwerkconfiguratie te herstellen met
uitzondering van de instellingen voor de
vooraf gedeelde sleutel (Pre-shared key,
PSK), instellingen voor externe
configuratie en netwerkinstellingen.
Externe installatie en configuratie
Huidige inrichtingsmodus
Bekijk de huidige inrichtings-TLS-modus:
openbare sleutelinfrastructuur (Public
Key Infrastructure, PKI), PSK of Geen.
Inrichtingsrecord
Bekijk de inrichtings-PSK/PKI-gegevens
voor het room system.
Inrichtingsserver IPv4/IPv6
Typ het poortnummer voor de
inrichtingsserver van Intel AMT.
De standaardpoort is 9971.
APPENDIX C
UW ROOM SYSTEM OP AFSTAND BEHEREN MET INTEL AMT
138
Controle overnemen Procedure Aantekeningen (indien van
toepassing)
Inrichtingsserver FQDN
Typ de FQDN van de inrichtingsserver
die wordt genoemd in het certificaat.
RCFG
Configuratie starten
Selecteer Y om externe configuratie te
activeren.
OF
Selecteer N om externe configuratie niet
te activeren.
TLS PSK
PID en PPS instellen
Typ het inrichtings-ID (Provisioning ID,
PID) en de vooraf gedeelde
inrichtingssleutel (provisioning pre-
shared key, PPS) in de dash-indeling.
Configuratie starten
Selecteer Y om de PID en PPS te
verwijderen.
OF
Selecteer N om de PID en PPS niet te
verwijderen.
TLS PKI
Externe configuratie
Selecteer Enabled (Ingeschakeld) om
externe configuratie in te schakelen.
OF
Selecteer Disabled (Uitgeschakeld) om
externe configuratie uit te schakelen.
PKI DNS-achtervoegsel
Typ het PKI DNS-achtervoegsel.
Hashes beheren
Selecteer om hashes te beheren in het
room system.
Referenties
l
Kennismaken met de Intel vPro Platform Solution Manager
software.intel.com/en-us/blogs/2013/04/19/
introducing-the-intel-vpro-platform-solution-manager
l
Handleiding Intel AMT begint hier
software.intel.com/en-us/articles/
intel-active-management-technology-start-here-guide-intel-amt-9
l
Intel AMT implementatie- en referentiegids
software.intel.com/sites/manageability/AMT_Implementation_and_Reference_Guide
Appendix D
139
Appendix D: Het room system opnieuw
instellen naar fabriekswaarden
In deze bijlage wordt uitgelegd hoe het room system naar fabriekswaarden kan worden
hersteld.
In de meeste situaties moet u het room system opnieuw instellen vanuit het scherm
Settings
(Instellingen). Als het room system echter in een onherstelbare staat is of het scherm
Settings
(Instellingen) door andere redenen niet toegankelijk is, dan kunt u het room system vanuit de
BIOS opnieuw instellen.
Het room system vanuit het scherm Settings (Instellingen) opnieuw instellen
1. Druk op de console achtereenvolgens op Options (Opties) en Settings (Instellingen).
Het scherm
Enter your credentials
(Voer uw aanmeldingsgegevens in) verschijnt.
2. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerdersaccount van het room
system in de tekstvakken in en druk vervolgens op Authenticate (Verifiëren).
Het room system schakelt opnieuw in.
3. Voer het wachtwoord van het beheerdersaccount van het room system in en druk
vervolgens op ENTER.
De Lync-beheerdersconsole verschijnt.
4. Druk op Web Updates (Internetupdates).
5. Druk op Reset the Device to Factory Image (Het apparaat opnieuw instellen naar
fabrieksbeeld).
Het room system schakelt opnieuw in en de software wordt opnieuw ingesteld naar de
fabriekswaarden.
6. Voltooi de procedure in
De software van uw room system configureren
op paginaî„¥17.
Het room system vanuit de BIOS opnieuw instellen
1. Schakel uw room system uit (zie
Uw room system uitschakelen
op paginaî„¥61).
2. Sluit een USB-toetsenbord aan op de Lync-toepassing.
APPENDIX D
HET ROOM SYSTEM OPNIEUW INSTELLEN NAAR FABRIEKSWAARDEN
140
3. Schakel het room system in door de juiste procedure voor het formaat van de ruimte te
voltooien:
Formaat ruimte Procedure
Extra kleine ruimte
a.
Druk op de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Kleine ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
Middelgrote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van het interactieve
flatpanel aan.
APPENDIX D
HET ROOM SYSTEM OPNIEUW INSTELLEN NAAR FABRIEKSWAARDEN
141
Formaat ruimte Procedure
Middelgrote ruimte
met dubbele
panelen
a.
Druk op de aan-/uitknop op de Lync-toepassingsomheining.
b.
Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
Extra grote ruimte Zet de schakelaar aan de onderkant van beide interactieve
flatpanels aan.
4. Druk op de toets DELETE (VERWIJDEREN).
De Lync-toepassing schakelt over naar de BIOS-modus.
5. Blader naar het tabblad Advanced (Geavanceerd).
6. Selecteer Recovery Function (Herstelfunctie) en druk vervolgens op ENTER.
7. Stel
Image Recovery
(Beeldherstel) in op Enabled (Ingeschakeld).
8. Druk op ESC.
APPENDIX D
HET ROOM SYSTEM OPNIEUW INSTELLEN NAAR FABRIEKSWAARDEN
142
9. Blader naar het tabblad Save & Exit (Opslaan en sluiten).
10. Selecteer Save Changes and Exit (Wijzigingen opslaan en sluiten) en selecteer
vervolgens Yes (Ja).
Het room system schakelt opnieuw in en de software wordt opnieuw ingesteld naar de
fabriekswaarden.
11. Voltooi de procedure in
De software van uw room system configureren
op paginaî„¥17.
Appendix E
143
Appendix E: Naleving milieuregels voor
hardware
SMART Technologies steunt mondiale inspanningen om ervoor te zorgen dat elektronische
apparatuur wordt vervaardigd, verkocht en weggegooid op een veilige en milieuvriendelijke
manier.
Regelgeving voor afval van elektrische en
elektronische apparatuur en batterij (WEEE- en
batterijrichtlijnen)
Elektrische en elektronische apparaten en batterijen bevatten substanties die
schadelijk kunnen zijn voor de omgeving en voor de gezondheid van de mens. Het
afvalcontainersymbool met een rood kruis er door heen, betekent dat de producten
niet bij het reguliere afval mogen worden afgedankt maar alleen in de daarvoor bestemde
recycling.
Batterijen
De afstandsbediening bevat 1,5 V AAA-batterijen. Batterijen dienen correct gerecycled en
afgevoerd te worden.
Meer informatie
Zie smarttech.com/compliance voor meer informatie.
Index
145
A
aan-/uitlampje 75
aanmeldgegevens Zie:î„¥wachtwoorden
aantekeningen 47
aanwezigheidsdetectiesensoren 95
configureren 103, 112
het room system inschakelen met 40
schoonmaken 66
Aanwezigheidsdetectiesensoren
over 2
problemen oplossen 76
accessoires 5
achtergrondverlichting, problemen met 14
ad hoc-vergaderingen 41
Administrative Web Portal Zie:î„¥Lync Room
System Adminstrative Web Portal
afstandsbediening 97
afstandsbewaking en -beheer 56, 127
agenda
gebruiken om vergaderingen bij te
wonen 41
testen 36, 83
airconditioning 14, 68
AMT Zie:î„¥Intel AMT
audioprocessor 4
B
batterijen 97, 143
bedieningspanelen
problemen oplossen 78
schoonmaken 70
beeldschermlicht 116
beheerdersaccounts 27
belichting 14
beltoon 58, 89
bescherming van video-aansluitingen 5
C
camera's
meer informatie 4
optimaliseren 31, 95
problemen oplossen 79
schoonmaken 70
certificaten 91
chemicaliën 67
computers Zie:î„¥laptops
computers in de ruimte 5, 48, 81, 90, Zie
ook:î„¥laptops
condensatie 68
consoles
configureren 29
informatie en instellingen bekijken 95
meer informatie 4
vergaderingen beheren 42
contrast 99, 106, 116
D
DameWare 132
datum en tijd 28, 91
deelnemers, vergadering 43
dempen 45
deuren 14
diagnostische logboeken 59
digitaal pannen, kantelen en zoomen 4
digitale inkt 47
documentatie 8
domeinen 83
DViT-technologie 3
E
e-mail 51
Exchange Zie:î„¥Microsoft Exchange
expresberichten 44
INDEX
146
extra grote ruimtes 7
extra kleine ruimtes 6
F
fabrieksstandaard 92, 139
firewall 91
firmware-updates 60
G
galerie van deelnemers 44
gastlaptops Zie:î„¥laptops
gebeurtenislogboeken 91
gebruikersnamen 27, 32, 88
geluid
configureren 95, 109, 118
delen 2
onderhouden 71
problemen oplossen 80
gesprekken
testen 36, 85
glasreiniger 66, 70
grote ruimten 7
grote vergaderingen 43
H
hardware-installatie 13, 71
hardware-isolatie testen 56
hardwareverwijdering 72
HDMI 5, 81
helderheid 99, 106, 116
herstel 139
hulpmiddelen, aanbevolen 56
I
ijken 30, 65, 94, Zie ook:î„¥kalibreren
inkt 47
installatie-instructies 9, 13, 71
Intel AMT
beveiliging 133
configureren 130
inschakelen 128
over 127
uw room system beheren met 130
Intel MEBx 130
interactieve flatpanels
configureren 18, 29, 94
het schermweergavemenu gebruiken 97
meer informatie 3
onderhoud 63
problemen oplossen 76
Internetinstellingen 91
internetupdates 92
K
kabelbevestigingen 56
kabelcircuits 5
kabels
gebruiken om hardwareproblemen te
isoleren 56
kabelontspanning gebruiken met 71
kalibreren 30, 63, 94, Zie ook:î„¥ijken
kennisbank 10
Klantervaringsprogramma 33, 89
kleine ruimten 6
kleurtemperatuur 100, 107, 116
KMS-servers 11, 34
kwaliteitscontrole 33, 89
L
labels 58
ladders 56
landen 27, 91
laptops 5, 46, 81, Zie ook:î„¥computers in de
ruimte
licenties Zie:î„¥productcodes
lichten 75
locatie voor installatie van uw room system 14
lokale bouwvoorschriften 14
luidsprekers
dempen 45
het standaard volume instellen
voor 58, 89
meer informatie 5
problemen oplossen 80
schoonmaken 71
Lync-infrastructuur 2, 11
Lync-toepassingen 4, 17
INDEX
147
Lync 2010 33, 89
Lync room system-software
gebruiken 39
over 2
troublehsooting 82
Lync Room System-software
configureren 32
productsleutel voor 34
Lync Room System Adminstrative Web
Portal 56
Lync Web Service-certificaat 83
M
MAK's 11, 34
markeerstiften 66
MDTK openen 131
MEBx Zie:î„¥Intel MEBx
media, ingeschakeld in PowerPoint-
bestanden 47
microfoons
aansluiten van aanvullende 5
dempen 45
meer informatie 4
problemen oplossen 80
schoonmaken 71
standaardvolume instellen voor 58, 89
Microsoft-updates 92
Microsoft Exchange
testen toegang tot 36
voorbereiden voor u room system 11
Microsoft Lync-infrastructuur Zie:î„¥Lync-
infrastructuur
Microsoft Lync-toepassingen Zie:î„¥Lync-
toepassingen
Microsoft Lync room system-
software Zie:î„¥Lync room system-
software
Microsoft Office 365 93
Microsoft Outlook 39, 56
Microsoft PowerPoint 2, 47, 83
middelgrote ruimten 6
muis 18
muurstandaardkits 5
N
nylon kabelbevestigingen 56
O
Office 365â„¢ Zie:î„¥Microsoft Office 365
omgevingsverlichting 101, 108
onderhoud van room systems 55
ondersteuning
Microsoft 82
SMART 10
openingsuren 30, 94
opstarten 2, 41
Outlook Zie:î„¥Microsoft Outlook
P
panelen met
aanraakbesturing Zie:î„¥interactieve
flatpanels
pennen, vervangen van punten voor 68
permanente stiften 66
poorten 14
poorten, Intel AMT 133
privacy 4
problemen oplossen 73
productcodes 34
proxy-verificatie 33, 88
R
regio's 27, 91
rolmaten 56
rook 68
room system
op afstand herstarten 59
weergeven van informatie en status van 58
room systems
accessoires voor 5
eigenschappen van 2
gebruiken 39
herstellen 139
inschakelen 18, 40
installeren hardware 13, 71
INDEX
148
onderdelen van 3
over 1
problemen oplossen 73
software en firmware bijwerken voor 60
testen 85
testing (room systems
testen) 36
turning off (room system
uitschakelen) 61
vergelijken 6
voorbereiden op 11
S
samenwerking 2
schermen
controlepanelen Zie:î„¥consoles
interactieve flatpanels Zie:î„¥interactieve
flatpanels
schermtoetsenbord 44
schermvergrootglas 53
schermverteller 53
schermweergavemenu 97
scherpte 100, 107, 116
schoonmaken
camera's 70
de aanwezigheidsdetectiesensoren 66
interactieve flatpanelcamera's en
kanalen van reflecterende tape 67
luidsprekers 71
microfoons 71
schermen van interactief flatpanel 66
schrijven 47
schroevendraaiers 56
SCOM 57
serienummers 74, 95
SIP URIs 33, 83
sleutels Zie:î„¥productcodes
sluiters, camera 4
SMART-instellingen 30, 94
SMART-updates 92
SMART Board interactieve
flatpanels Zie:î„¥interactieve
flatpanels
SMART Room System USB-bridge
aanraking ijken 50
een computer aansluiten op 48
een gastlaptop aansluiten op 47
over 5
software installeren voor 46
SMART Room Systems Zie:î„¥room systems
software-updates 60
softwareconfiguratie 17
speciale voorkeuren 52
specificaties 8
standaarden 69
status 58
statuslampjes 75
stof 14, 67-68, 70
stofzuigers 67
stroombesparingsmodus 30
T
talen 27, 91, 102, 110
tekenen 47
telefoonfuncties 42, 45
telefoontjes
converteren naar vergaderingen 42
telefoontoetsenbord 42, 45
testoproepen 36, 85, 89
thema's 53
thema's met hoog contrast 53
tijd Zie:î„¥datum en tijd
tijdzones 28
TLS 133
toegankelijkheid 52
toetsenborden
op het scherm 44
physical (toetsenborden
fysiek) 18
toon 100, 107, 116
training 10
transport 72
trekontlasting, kabel 71
trilling 14, 72
U
uitsparingen 14
uitwisbare stiften 66
updates 92
USB-bridge Zie:î„¥SMART Room System
USB-bridge
INDEX
149
V
vastleggen 33, 59, 90
ventilatie 14, 67
verbindingen, toegang krijgen tot 69
vereisten 11, 18
vereisten netwerk 11
vergaderingen
beëindigen 54
beginnen 41
beheren met de console 42
bestaande vergaderingen naar Lync-
vergaderingen converteren 40
inhoud presenteren tijdens 45, 51
plannen 39
vergrootglas Zie:î„¥schermvergrootglas
vermogen 14
verpakking 72
verteller Zie:î„¥schermverteller
vertrouwde domeinen 83
VGA 5, 81
video's 2, 44, Zie ook:î„¥camera's
VNC Viewer Plus 132
vochtigheid 68
volume 36, 45, 80, 89
W
wachtwoorden 27, 33, 58, 88, 92, 130
water 67
Web Portal Zie:î„¥Lync Room System
Adminstrative Web Portal
Web Service-certificaat 83
WEEE- en accuvoorschriften 143
weergavevelden 4
whiteboardfunctie 2, 51
Windows Firewall 91
Windows Server Update Services-server 92
Z
zaklampen 56
zelfstudie 10, 90
zonlicht 68
zwartniveau 100, 107, 117
SMART TECHNOLOGIES
smarttech.com/support
smarttech.com/contactsupport
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158

SMART Technologies SRS-LYNC-L (two 8070i-G4) Referentie gids

Categorie
Tv's
Type
Referentie gids