Terug naar inhoudsopgave
Provisionering: Het installatie- en configuratieproces voltooien
Dell™ Systeembeheerhandleiding
Een configuratieservice gebruiken om de provisionering te voltooien
De MEBx-interface gebruiken om de provisionering te voltooien
De computer moet worden geconfigureerd voordat de Intel
®
AMT-mogelijkheden gereed zijn voor interactie met de beheertoepassing. Er zijn twee methoden
voor het voltooien van het provisioneringsproces (een minst ingewikkelde en een meest ingewikkelde):
l Configuratieservice – MeteenconfiguratieservicekuntuhetvolledigeprovisioneringsprocesmetslechtséénklikvoltooienvanafeenGUI-console op
de server op elke computer die geschikt is voor Intel AMT. De velden PPS en PID worden ingevuld met behulp van een bestand dat door de
configuratieservice is gemaakt en opgeslagen op een USB-massaopslagapparaat.
l MEBx-interface – De IT-beheerder configureert handmatig de instellingen van de Management Engine BIOS Extension (MEBx) op elke computer die
gereed is voor Intel AMT. De velden PPS en PID worden ingevuld door de alfanumerieke codes van 32 en 8 tekens gemaakt door de configuratieservice
in de MEBx-interface te typen.
Een configuratieservice gebruiken om de provisionering te voltooien
Een USB-opslagapparaat gebruiken
In deze sectie wordt besproken hoe u Intel®AMT met behulp van een USB-opslagapparaat installeert en configureert. U kunt lokaal wachtwoorden,
provisonerings-ID's (PID) en provisioneringssleutelcodes (PPS) met een USB-sleutel instellen en configureren. Dit wordt ook wel USB-provisionering genoemd.
Met USB-provisionering kunt u handmatig computers instellen en configureren zonder de problemen die gepaard gaan met het handmatig intypen van
gegevens.
USB-provisionering werkt alleen als het MEBx-wachtwoord is ingesteld op het fabriekswachtwoord admin. Als het wachtwoord is gewijzigd, stelt u het
fabriekswachtwoord opnieuw in door de CMOS te wissen. Raadpleeg "System Setup" in de Gebruikshandleiding van uw computer voor instructies.
Hieronder vindt u een standaard installatie- en configuratieprocedure met een USB-sleutel. Zie Intel AMT configureren met de toepassing Dell Client
Management voor gedetailleerde instructies voor het configureren met Altiris®Dell™ClientManager(DCM).
1. Een IT-technicus steekt een USB-sleutel in een computer met een beheerconsole.
2. De technicus vraagt via de console lokale installatie- en configuratiegegevens op bij een installatie- en configuratieserver (SCS).
3. De SCS doet het volgende:
¡ De juiste wachtwoorden en de PID- en PPS-sets genereren
n Deze gegevens in de database opslaan
n De gegevens aan de beheerconsole doorgeven
4. De beheerconsole schrijft het wachtwoord en de PID- en PPS-sets naar het bestand setup.bin op de USB-sleutel.
5. De technicus brengt de USB-sleutel naar de tijdelijke locatie waar de nieuwe voor Intel AMT geschikte computers zich bevinden. De technicus doet het
volgende:
¡ Indien nodig computers uitpakken en aansluiten
¡ De USB-sleutel in een computer steken
¡ Die computer inschakelen
6. De BIOS van de computer detecteert de USB-sleutel.
¡ Als de BIOS deze heeft gevonden, zoekt deze naar het bestand setup.bin aan het begin van de sleutel. Ga naar stap 7.
¡ Als de USB-sleutel of het bestand setup.bin niet wordt gevonden, moet u de computer opnieuw opstarten. Negeer de resterende stappen.
7. De BIOS van de computer geeft een bericht weer dat de installatie en configuratie automatisch wordt uitgevoerd.
¡ De eerste beschikbare record in het bestand setup.bin wordt in het geheugen gelezen. Bij het proces gebeurt het volgende:
n De headerrecord van het bestand wordt gevalideerd
n De volgende beschikbare record wordt gevonden
n Als deze procedure met succes wordt voltooid, wordt de huidige record ongeldig gemaakt zodat deze niet meer kan worden gebruikt.
¡ Het proces plaatst het geheugenadres in het parameterblok van de MEBx.
¡ Het proces roept de MEBx op.
8. De MEBx verwerkt de record.
9. De MEBx geeft een voltooiingsbericht op het scherm weer.
10. De IT-technicus schakelt de computer uit. De computer is nu in de installatietoestand en kan worden gedistribueerd naar gebruikers in een Enterprise-
modusomgeving.
11. Herhaal stap 5 als er meerdere computers zijn.
Neem voor meer informatie over installeren en configureren vanaf een USB-sleutel contact op met de leverancier van de beheerconsole.
Vereisten voor een USB-sleutel
De USB-sleutel moet aan de volgende vereisten voldoen om Intel AMT ermee te kunnen installeren en configureren:
l Hij moet groter zijn dan 16 MB.
l Hij moet zijn geformatteerd met het FAT16-bestandssysteem.
l De sectorgrootte moet 1 KB zijn.
l De USB-sleutel is niet opstartbaar.
l Het bestand setup.bin moet het eerste bestand op de USB-sleutel zijn. De USB-sleutel mag geen andere bestanden bevatten, ongeacht of het nu
verborgen, verwijderde of andersoortige bestanden zijn.
Intel AMT configureren met de toepassing Dell Client Management
HetstandaardgeleverdeconsolepakketisdetoepassingDell™ClientManagement(DCM).IndezesectievindtudeprocedurevoorhetinstallerenvanIntel®
AMT met het DCM-pakket. Zoals eerder vermeld in dit document, zijn er bij derden een aantal andere pakketten verkrijgbaar.
De computer moet door de DNS-server zijn geconfigureerd en opgemerkt voordat u dit proces kunt starten. Bovendien is er een USB-opslagapparaat vereist
dat moet voldoen aan de vereisten uit de vorige sectie.
Het kenmerk van de beheersoftware is dat deze niet altijd dynamisch of real-time is. Als u de computer de opdracht geeft iets te doen, bijvoorbeeld opnieuw
opstarten, moet de computer nogmaals opnieuw worden opgestart om de opdracht uit te voeren.