IS 8 - 9.5 9 - 10.2
mase
71
NL
In het geval van brand mag geen
water worden gebruikt voor het doven, maar moeten
brandblusapparaten worden gebruikt.
Als er zich problemen voordoen
o u uitleg nodig heeft, neem dan contact op met de
SERVICE-dienst van Mase.
2. BESCHRIJVING VAN DE GENERATOR
2.1 Algemeen
De stroomopwekkingsgroepen IS 8 en SI 8.5 zijn
ontworpen om gemakkelijk aan boord van schepen te
kunnen worden geïnstalleerd.
De geluiddempende kast, gemaakt van isolerende panelen
van gelakt zeewaardig aluminium, geeft gemakkelijk
toegang tot de motor en de wisselstroomgenerator voor
het uitvoeren van onderhouds- en controlewerkzaamheden,
en zorgt tegelijkertijd voor een aanzienlijke verlaging van
het geluidsniveau.
De 4-takt diesel motor met directe injectie, gebouwd door
Yanmar, is uiterst betrouwbaar en robuust; de emissies
aan de uitlaat zijn in overeenstemming met de CARB-
normen.
De wisselstroomdynamo, van het synchrone, 4-polige
type, zonder borstels, heeft een elektronische
spanningsregelaar (SR7) die de stabiliteit ±5% ervan ten
opzichte van de nominale waarde garandeert.
De grote lostrekcapaciteit van de wisselstroomdynamo
maakt de stroomopwekkingsgroep zeer geschikt voor het
voeden van elektromotoren van air-conditioners,
ontziltingsinstallaties, compressoren, enz.
De stroomopwekkingsgroep beschikt over een lokaal
bedieningspaneel (afb 3 ref. 4) waarop zich de bedieningen
en de controle-instrumenten bevinden.
2.2 Koelsysteem
De motor van de stroomopwekkingsgroep wordt gekoeld
door de circulatie in een gesloten circuit van koelvloeistof
die de warmte afgeeft aan zeewater door middel van een
warmtewisselaar (afb. 3 ref. 20).
Deze warmtewisselaar, gemaakt van kopernikkel, is
speciaal ontworpen door mase om de motor zeewaardig
te maken.
Een tweede warmtewisselaar zorgt voor koeling van de
lucht in de geluidgedempte kast en de lucht die nodig is
voor ventilatie van de wisselstroomdynamo.
Bij installatie moeten een brandstofcircuit van zeewater
voor koeling en een afvoersysteem voor de
verbrandingsgassen en het water dat gebruikt is voor de
koeling, worden aangebracht.
2.3 Bedieningspaneel
Op de stroomopwekkingsgroep zit een bedieningspaneel
voor de besturingen voor het starten en stoppen. Een
motorbeschermingsmodule (afb. 4 ref. 5) beheert de
beschermingen van de stroomopwekkingsgroep, door de
motor in het geval van storingen te stoppen en de
geconstateerde afwijking aan te geven door de lampjes.
- Als het groene controlelampje RUN (afb. 4 ref. 6)
brandt, signaleert het dat de groep in werking is en
dat er geen storingen worden waargenomen.
- Als het rode controlelampje BATT (afb. 4 ref. 9)
brandt, signaleert het dat de wisselstroomdynamo
van de batterijlader defect is.
- Als het rode controlelampje OIL (afb. 4 ref. 7)
brandt, signaleert het dat de druk van de motorolie
onvoldoende is.
- Als het rode controlelampje °C brandt, signaleert
het dat de temperatuur van de koelvloeistof of van het
water dat circuleert in de warmtewisselaars, te hoog
is.
- Als het rode controlelampje °C brandt, signaleert
het dat de wikkelingen van de wisselstroomdynamo
te hoge temperaturen hebben bereikt.
Op het bedieningspaneel zitten verder:
- een tweepolige magnetothermische schakelaar (afb.
4 ref. 2), die de stroomtoevoer onderbreekt in het
geval van overbelasting en kortsluiting.
- een thermische schakelaar (afb. 4 ref. 3) ter
bescherming van de elektrische
laagspanningsinstallatie tegen kortsluiting.
- een urenteller (afb. 4 ref. 1);
- de start- en stopknop van de stroomopwekkingsgroep
(afb. 4 ref. 5).
De stroomopwekkingsgroep is voorbereid voor aansluiting
via een connector op het afstands-startpaneel, door
mase als optie geleverd, dat eventueel kan worden
geïnstalleerd op het bedieningspaneel.
Er zijn twee verschillende modellen afstand-startpanelen
leverbaar, zoals te zien op afbeelding 5.
De eenvoudigste uitvoering heeft een start- en stopknop
(afb. 5 ref. 1), een groen controlelampje (afb. 5 ref. 2)
dat aangeeft dat de groep gestart is, als het gaat branden.
De tweede uitvoering van het afstandsbedieningspaneel
(afb. 5 ref. 3) voorziet, afgezien van de start- en
stopknop, in een instrument dat de drukwaarde van de
motorolie aangeeft (afb. 5 ref. 4) en een instrument dat
de temperatuur van de koelvloeistof aangeeft (afb. 5 ref.
5).
Als het afstand-startpaneel is aangesloten, is het niet
mogelijk de stroomopwekkingsgroep te starten vanaf het
lokale paneel.
ls er onderhoudswerkzaamheden
worden uitgevoerd op de stroomopwekkingsgroep,
moet de negatieve pool van de startaccu worden
afgekoppeld om onopzettelijke starts te vermijden.