110133.02 3
Electric diaphragm pump EMP140B
Leidingen
Voor leidingschema’s zie blz. 14.
Gebruik voor de leidingen inwendig versterkte slang met een inwen-
dige diameter van 38 mm (1 1/2”). Niet versterkte slang zal gemak-
kelijk knikken en aan de zuigzijde van de pomp zal, bij gebruik, de
slang mogelijk dichtklappen.
Houdt de lengte van de slangen, ter plaatse van de pomp, zodanig
ruim dat bij werkzaamheden zowel de pomp als de zuigslang boven
het vloeistofniveau in de tank kunnen worden gebracht.
Vermijd scherpe knikken in de slangen.
Monteer alle verbindingen met goede slangklemmen, 2 per aanslui-
ting; elke lekkage zal stankoverlast geven!
Om stankoverlast te voorkomen moet de huidoorvoer onder de wa-
terlijn worden geplaatst. Voorzien een onder de waterlijn geplaatste
huiddoorvoer altijd van een afsluiter.
Plaatsing van een U-bocht met beluchter (of beluchting) in de af-
voerslang is noodzakelijk indien (onder elke mogelijke hellingshoek)
zowel:
- het vloeistofniveau van de te verpompen vloeistof zich onder de
waterlijn bevindt;
- de huiddoorvoer waar de vloeistof naar buiten wordt gepompt
zich onder de waterlijn bevindt.
Hevelwerking wordt hiermee voorkomen.
Elektrische installatie
Controleer of de spanning vermeld op de elektromotor overeen-
komt met de boordspanning.
De minimale draaddoorsnede van de aansluitkabels is 2,5 mm
2
. Het
spanningsverlies tussen accu en pomp mag niet meer dan 10% van
de voedingsspanning bedragen. Pas bij een (12 Volt) installatie met
een totale kabellengte (plus- en minkabel gezamenlijk) van meer
dan 19 m een draaddoorsnede van 4 mm
2
toe.
Sluit de voedingsspanning aan zoals in het aansluitschema is aange-
geven. Zie tekening, blz. 15.
In de pluskabel moet een schakelaar* en een zekering** worden op-
genomen.
*) De schakelaar moet geschikt zijn voor een stroom van 10 A.
**) Zekering: bij 12 Volt 10 A
bij 24 Volt 7,5 A
WaarschuWing
Bij langdurig gebruik kan de motor heet worden!
Zorg er voor dat elektrische bedrading e.d. niet in contact komt
met het motorhuis.
3 Onderhoud
Spoel een vuilwatertank, waar een elektrische membraanpomp op
aangesloten is, na het leegpompen door. Schakel hierna de pomp in
om het spoelwater weg te pompen; vuilresten in pomp en slangen
worden nu ook weggespoeld.
Indien toch verontreinigingen in de kleppen van de pomp zijn ach-
tergebleven leidt dit tot een verminderde pompcapaciteit.
Reinig de kleppen indien noodzakelijk. Verwijder daarvoor de des-
betreende slangpilaar, verwijder de klep en reinig deze.
Monteer het geheel in omgekeerde volgorde.
Indien de installatie langdurig niet gebruikt wordt dient toch regel-
matig de pomp in werking te worden gesteld. Een correct functione-
ren van de kleppen wordt hierdoor gewaarborgd.
Winterklaar maken
Het gehele vuilwatersysteem dient te allen tijde afgetapt te worden
om kapot vriezen te voorkomen.
Aftappen
Neem de zuigslang los en laat de pomp enkele minuten droog draai-
en.
4 Technische gegevens
Elektromotor
Type : Permanent-magneet gelijkstroommotor
Spanning : 12 V = 24 V =
Stroom, maximaal : 8 A 5 A
Pomp
Type : Zelfaanzuigende membraanpomp
Capaciteit, bij
0 m opvoerhoogte : 27 I/min
Max. zuighoogte : 3 meter waterkolom
Max. pershoogte : 5 meter waterkolom
Max. zuighoogte + pershoogte:
5 meter waterkolom
Materiaal
Pomphuis : Kunststof
Slangpilaren : Kunststof
Membraan : Neopreen rubber
Kleppen : Natuurrubber 60-65˚SH.
Lantaarnstuk : Aluminium, gecoat
Aansluitingen
Voor slang : 38 mm inwendig (1 1/2’’)
Gewicht : 3,7 kg