Documenttranscriptie
Algemeen
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur
inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging).
De ingangs- en/of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt
zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd,
moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere
onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen of stroomonderbrekers.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het
product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd
1
Appendix
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte,
fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden, of met gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze
met betrekking tot het gebruik van het toestel onder toezicht staan van of instructies hebben
gekregen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten
onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het toestel spelen.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
IT
Probeer nooit niet-oplaadbare of bevroren batterijen op te laden.
ES
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden.
Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het
product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften
van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd.
DE
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking
als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel
te worden uitgevoerd.
FR
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (batterij). Zelfs
als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij
de ingangs- en/of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij
uit voor het plegen van onderhoud.
NL
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de
veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De
apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt.
EN
1.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen
niet geblokkeerd zijn.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning- en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van
het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur
wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –40°C en
70°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag,
opladen, herladen en verwijderen van de batterij.
2
EN
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorption – float – storage
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden
ingesteld voor verschillende soorten accu's. De adaptieve functie past het laadproces
automatisch aan het accugebruik aan.
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en
overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch
verlengd om de accu volledig te laden.
3
Appendix
Programmeerbaar relais
De Multi is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is ingesteld als alarm
relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden,
bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
IT
PowerAssist – doe meer met uw aggregaat of walstroom (alleen 800VA- en 1200VAmodellen)
Deze functie voegt nog een dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de
MultiPlus Compact het beschikbare vermogen van het aggregaat of de walaansluiting
verdubbelt. Waar piekvermogen vaak slechts kortstondig nodig is, is het mogelijk om de
grootte van het benodigde aggregaat te verkleinen of omgekeerd om meer vermogen te
verkrijgen met de vaak slechts beperkte walaansluiting. Als de belasting afneemt, wordt de
reservestroom gebruikt om de accu weer op te laden.
ES
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom
Met het Multi Control bedieningspaneel kan een maximale wal- of aggregaatstroom
ingesteld worden. De Multi houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt
voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
DE
Geschikt voor parallel- en voor driefase-bedrijf
Tot zes omvormers kunnen parallel geschakeld worden om een groter vermogen te kunnen
leveren.
De omvormers kunnen bovendien in 3-fase-configuratie worden geschakeld.
FR
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de
Multi overschakelen van lader bedrijf op omvormer bedrijf en de voeding van de
aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische
apparaten ongestoord blijven functioneren.
NL
Multi functioneel
De basis van de Multi is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en
omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de Multi een groot aantal
vaak unieke mogelijkheden zoals hieronder beschreven.
Schade wegens overmatige gasvorming voorkomen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie
met een hoge absorptiespanning, dan wordt schade, door overmatige gasvorming,
voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken wanneer de
gasspanning is bereikt.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet wordt gebruikt: de Opslagfunctie
De Opslag-functie wordt geactiveerd wanneer de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen.
In dat geval wordt de drijfspanning verminderd tot 2,2V/cel (13,2V voor 12V accu) om
gasvorming en corrosie van de positieve platen te voorkomen. Eens per week wordt de
spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt
stratificatie van het elektrolyt en sulfatering, een voorname oorzaak van vroege
accustoringen.
Twee DC-uitgangen om twee accu's te laden
De eerste DC-aansluitklem kan de volle uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld
voor het laden van een startaccu, is begrensd op 1A en heeft een iets lagere
uitgangsspanning.
Verhoogde levensduur van de accu: temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd bij het product) dient om de laadspanning te
verminderen wanneer de accutemperatuur toeneemt. Dit is bijzonder belangrijk voor
onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen.
Meer over accu's en laden
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis te
downloaden van onze website www.victronenergy.com Support & Downloads’
Algemene Technische Informatie). Voor meer informatie over de adaptieve laadkarakteristiek
verwijzen wij u naar ‘Algemene Technische Informatie’ op onze website.
2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen
Als de Multi wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het
elektriciteitsnet, moet conformiteit met de netcode mogelijk zijn door de netcode van het land,
waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te
schakelen of de met de netcode samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi, dient een extern
gecertificeerd interface-apparaat te worden gebruikt om de Multi op het elektriciteitsnet aan te
sluiten.
4
3.1 On/off/charger only schakelaar
5
Appendix
Opmerking met betrekking tot firmware-versies <=xxyy466:
Wanneer gecombineerd met een VE.Bus smart dongle, CCGX, Venus GX of iets gelijkaardigs
zal de Hoofd "on/off/charger-only" schakelaar beperkte functionaliteit hebben.
De hoofdschakelaar kan steeds gebruikt worden om de Multi uit te schakelen. Om de Multi
terug in te schakelen echter terwijl het toestel met een live AC-input verbonden is, moet niet
enkel de hoofdschakelaar in de “aan”-positie geschakeld worden, nadien moet de eigenlijke
“aan”-actie gestart worden via de gebruikersinterfaceschakelaar. Dit kan bijvoorbeeld
rechtstreeks gaan via het CCGX-scherm en besturingen, via afstandsbediening op VRM of in
geval van de VE.Bus smart dongle via VictronConnect.
Dit gedrag ligt vast in firmware-versie xxyy467.
IT
Afstandsbediening is mogelijk met een drie standen schakelaar of met het Multi Control
paneel. Het Multi Control paneel heeft een eenvoudige draaiknop waarmee de maximum
stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie Power Control in hoofdstuk 2.
Voor de juiste DIP switch instellingen, zie §5.4.1.
ES
3.2 Afstandsbediening
DE
TIP: Wanneer u uw Multi gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat,
de schakelaar in de positie ‘charger only’ wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het
wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken.
FR
Wanneer de schakelaar op ‘charger only’ wordt gezet, zal alleen de acculader van de Multi
aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld
naar de ‘AC-out’ aansluiting.
NL
Wanneer de schakelaar op ‘on’ wordt geschakeld, werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED ‘inverter on’ zal gaan branden.
Als er op de ‘AC-in’ aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze na controle en
goedkeuring worden doorgeschakeld naar de ‘AC-out’ aansluiting. De omvormer wordt
uitgeschakeld, de gele LED ‘Charger’ zal branden en de lader treedt in werking.
Als de spanning op de ‘AC-in’ aansluiting wordt afgekeurd, zal de omvormer worden
ingeschakeld.
EN
3. BEDIENING
3.3 LED aanduidingen
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer/Acculader
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de
belasting.
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan
De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting.
overbelasting, of
accu spanning laag, of
omvormer temperatuur hoog
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan
De omvormer is uitgeschakeld door een van de volgende alarmen:
Alarm: overbelasting, of
accu spanning laag, of
omvormer temperatuur hoog, of
DC rimpelspanning te hoog.
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan
De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in float mode.
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan.
PowerControl en PowerAssist:
De AC-ingang is doorgeschakeld en de laadstroom is nul.
De omvormer is ingeschakeld en, in geval van PowerAssist, helpt hij de
AC-ingang door extra vermogen aan de belasting te leveren (zie
paragraaf 2.1).
On / Off / Charger-only schakelaar = Aan.
Energieopslagsysteem (ESS):
De AC-ingangsspanning is doorgeschakeld.
De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting of
overvloedig vermogen aan het elektriciteitsnet.
6
Alleen acculader
NL
FR
On / Off / Charger-only schakelaar = alleen acculader
De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de float of
opslag modus.
EN
On / Off / Charger-only schakelaar = alleen acculader
De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de bulk mode of
absorption mode.
DE
IT
4. INSTALLATIE
4.1 Locatie
Dit product dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht
mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 10cm te worden
vrijgehouden voor koeling.
b.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende
consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piekvermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het product nooit direct boven de accu’s.
Voor de montage zie appendix G.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel etc. in de directe
omgeving.
7
Appendix
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
a.
ES
Opmerking: De Multi schakelt uit als vier uitzonderlijke gebeurtenissen binnen 30 seconden
optreden.
De Multi kan worden gereset door deze eerst uit en daarna weer in te schakelen.
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Multi volledig te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden
gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie de
onderstaande tabel.
12/500/20
24/500/10
48/500/6
12/800/35
24/800/16
48/800/9
16
10
6
25
16
10
100 - 400
40 - 200
25 - 150
Aanbevolen
kabeldikte (mm2)
1,5 5 m
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
60 - 300
30 - 150
20 - 100
12/1200/50
24/1200/25
48/1200/13
35
25
10
Aanbevolen
kabeldikte (mm2)
1,5 5 m
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
150 - 700
70 - 400
35 - 200
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Sluit accukabels aan op de Multi en de accu, zie appendix A.
Verkeerd om aansluiten zal schade aan het product veroorzaken (de zekering in de Multi kan
worden beschadigd).
Gebruik PZ 2-schroevendraaier voor Multi 500/800VA en 24V/48V 1200VA.
Gebruik platte schroevendraaier van 6,5 mm voor Multi 12V 1200VA
Interne DC zekering
Automotive Bolt-Down Fuse
MIDI or BF1 fuse 32V
MIDI or BF1 fuse 58V
500VA
12V - 24V
800VA
12V - 24V
1200VA
12V - 24V
500VA
48V
800VA
48V
1200VA
48V
125A – 60A
-
150 - 80A
-
200 - 100A
-
30A
40A
50A
Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
8
Appendix
9
IT
Druk de ingangsspanning-connector (G-ST18i Female-connector) in de contra maleconnector.
Druk de uitgangsspanning-connector (G-ST18i male-connector) in de contra femaleconnector.
ES
Procedure (zie appendix A)
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC uitgang kan op G-ST18i male-connector worden aangesloten (eerst de connector los
trekken).
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar
rechts: ‘N’ (nulleider), aarde, en ‘L1’ (fase).
De AC ingang kan direct worden aangesloten op de G0st18i female-connector. Gebruik een
drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts ‘L1’
(fase), aarde, ‘N’ (nulleider).
DE
De Multi is voorzien van in- en uitgang connector aan de onderkant, zie appendix 1. De
wal- of netaansluiting dient met behulp van een drie-aderige kabel op de connector te
worden aangesloten. Maak gebruik van een drie-aderige kabel met een soepele kern en
een doorsnede van tenminste 2,5mm².
FR
De Multi: is voorzien van een aardrelais (zie appendix B) dat de N uitgang
automatisch met de behuizing verbindt wanneer geen externe
wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe
wisselspanning voeding wordt aangeboden, zal het aardrelais openen voordat
het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix 2). Dit is om goede werking van
een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding verzekerd worden
met de aarddraad van de wisselspanning ingang. Zo niet, dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting over het algemeen niet aan te bevelen in verband met
galavanische corrosie.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator.
NL
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging). De ingangs- en/of uitgangsklemmen en/of het aardpunt aan
de buitenkant van het product, moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging.
EN
4.3 Aansluiten AC kabels
4.4 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen nog een aantal opties worden aangesloten.
4.4.1 Startaccu
De Multi heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten
appendix A. Trickel laaduitgang wordt beschermd door automatische overstroom- en
overbelastingsbeveiliging (uitschakelstroom 1A Imax = 5,5A)
4.4.2 Temperatuursensor
Voor temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten (zie Appendix A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min-pool van de accu
worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C.
Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt
Absorptie spanning. In de instel-mode werkt de temperatuur compensatie niet.
4.4.3 Afstandsbediening
Het product kan op twee manieren op afstand bediend worden:
- Met een externe drie standen schakelaar
- Met een Multi Control Panel
Zie §5.5.1. voor de juiste DIP switch instellingen.
4.4.4 Programmeerbaar relais
De Multi is voorzien van een programmeerbaar relais, dat standaard is geprogrammeerd als
alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd
worden, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
4.4.5 Parallelle aansluiting zie bijlage C.
De MultiPlus kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor
wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTPkabels. Het systeem (één of meerdere MultiPlus-units plus een optioneel bedieningspaneel)
moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van MultiPlus-units moet aan de volgende voorwaarden voldaan
worden:
- Maximaal zes parallel geschakelde units.
- Alleen identieke apparaten mogen parallel worden geschakeld.
- De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- Indien een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de
accu’s en het DC-verdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de
aansluitingen tussen het verdeelpunt en de MultiPlus-units.
- Plaats de MultiPlus-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en
aan de zijkant van de units.
- De UTP-kabels moeten met een splitter van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het
afstandspaneel). Aansluiting/splitter toegestaan. Zie Bijlage C.
- Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de
temperatuur van meerdere accu’s moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere MultiPlusunits in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiPlus). De temperatuurcompensatie tijdens het
opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet.
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
10
EN
NL
4.4.6 Driefase-configuratie zie bijlage D.
De MultiPlus kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt
een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels
en een splitter (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (MultiPlus-units plus
een optioneel controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.5.
Opmerking: de MultiPlus is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
FR
DE
ES
IT
Appendix
11
5. INSTELLINGEN
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De Multi wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn over het algemeen geschikt
voor toepassing van 1 apparaat.
Er hoeft dan niets ingesteld te worden.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s!
Raadpleeg de documentatie van uw accu’s of vraag advies bij uw accu-leverancier!
Multi standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie
Input frequency range
Input voltage range
Omvormer spanning
Standalone / parallel / 3-fase
Search mode
Ground relay
Lader on/off
Batterijlading algoritme
Laadstroom
Accu type
Automatisch egalisatie laden
Absorption spanning
Absorption tijd
Float spanning
Storage spanning
Herhaalde Absorption Tijd
Herhaald Absorption Interval
Bulk Beveiliging
AC in stroomgrens
UPS function
Dynamic current limiter
WeakAC
BoostFactor
Programmeerbaar relais
12
50Hz
45 – 65Hz
180 -265VAC
230VAC
standalone
off
on
on
vier traps Adaptive met BatterySafe mode
100% van de maximum laadstroom
Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt
voor Victron AGM Deep Discharge)
off
14.4 / 28.8 / 57,6V
tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd)
13.8 / 27.6 / 55,2V
13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar)
1 uur
7 dagen
off
12A (= instelbare stroomgrens tbv
PowerControl)
on
off
off
2
alarm functie
De standaardproductinstellingen zijn voor autonoom bedrijf. Zie voor parallel- of driefaseconfiguratie paragraaf 4.4.5. en 4.4.6.
Search mode
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search
mode houdt in dat de Multi uitschakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel
laag is. Iedere 2 seconden zal de Multi even aanschakelen. Als de belasting dan de
ingestelde waarde overschrijdt, blijft de Multi aan. Zo niet, dan gaat de Multi weer uit.
Instelbaar met DIP switches.
De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveau’s kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabrieksinstelling is:
‘UIT’: 30 Watt
‘AAN’: 60 Watt
AES (Automatic Economy Switch)
In plaats van ‘search mode’ kan ook de AES gekozen worden.
13
Appendix
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling .
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een split-phase systeem te maken
- een 3-fasesysteem te maken
IT
Omvormer spanning
Uitgangsspanning van de Multi bij accu bedrijf.
Instelbaar: 210 – 245V
ES
Input voltage range
Spanning bereik dat door de Multi geaccepteerd wordt. De Multi synchroniseert binnen dit
bereik met de op AC ingang aanwezige spanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk
aan de spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens 180 - 230V
Bovengrens 230 - 270V
DE
Input frequency range
Ingang frequentie bereik dat door de Multi geaccepteerd wordt. De Multi synchroniseert
binnen dit bereik met de frequentie van de op de AC ingang aanwezige spanning. De
frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 – 65Hz; 45 – 55Hz; 55 – 65Hz
FR
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
NL
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend
zijn. Meer informatie is te vinden in de help files van de software configuratie programma’s
(zie paragraaf 5.3).
EN
5.2 Verklaring instellingen
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting
met ca. 20% verlaagt, door de sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Ground relay (zie appendix B)
Met dit relais (H) wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de
teruglever veiligheidsrelais in de AC ingangen open is. Dit om de correcte werking van
aardlekschakelaars in de uitgang te verzekeren.
Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie
uitgezet worden (gebruik VEConfigure).
De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor
een beschrijving.
Dit is de beste laadkarakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s
voor andere mogelijkheden.
Accu type
De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200,
en buisjesplaat stationaire accu’s (tubular plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling
kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld Victron AGM Deep Discharge
en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat natte accu’s.
Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden.
Automatisch egalisatie laden
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s. Bij deze instelling wordt de
maximale absorptie spannig verhoogd tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens
absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde maximum
stroom.
Absorption tijd
Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal
geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’ laad karakteristiek gekozen wordt, is de absorption tijd
vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt. Indien ten behoeve
van snel laden een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!), is
4 uur beter.
Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval
Zie hoofdstuk 2
Bulk Beveiliging
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een
langere laadtijd zou kunnen duiden op een systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten accu
cel).
AC-in stroombegrenzing
Dit is de stroomgrens instelling waarbij PowerControl in werking treden.
Instelling bereik: van 2,7A tot 16A.
De fabrieksinstelling is 12A
UPS function
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de Multi praktisch zonder onderbreking naar
omvormerbedrijf wanneer de AC op de ingang wegvalt. De Multi is dan toe te passen als
Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding) voor gevoelige apparatuur
zoals computers of communicatie systemen.
14
Appendix
15
IT
VEConfigure software
Met behulp van VEConfigure kan het relais ook voor andere functies geprogrammeerd
worden, bijvoorbeeld een generator start/stop signaal.
ES
Programmeerbaar relais
Het programmeerbare relais is standaard ingesteld als alarm relais, dat wil zeggen dat het
relais afvalt in geval van een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna te warm, rimpel op de
ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag).
DE
BoostFactor
Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy
getrainde installateur!
FR
WeakAC
De ingangsstroom van de lader van de Multi is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke
vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks
werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk vervormde
spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens
zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamic current limiter’ aan en reduceer desnoods de
maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen.
NL
Dynamic current limiter
Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een
statische omvormer (zogenaamde ‘inverter’ generatoren). Bij deze generatoren wordt het
toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt lawaai, brandstof verbruik
en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt
bij een plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden
nadat de motor op toeren is.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt, zal de Multi laadstroom verminderen totdat de
ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van de generator de tijd om op
toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op
plotselinge belasting variaties.
EN
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor
gebruik van deze instelling: de Multi zou voortdurend omschakelen naar omvormer bedrijf.
Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te zetten. Dan reageert de Multi
minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de
omschakeltijd naar omvormer bedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (de meeste
computers, klokken van huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van.
Advies: UPS function uit zetten wanneer de Multi niet wil synchroniseren of voortdurend
terugschakelt naar omvormer bedrijf.
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
Alle instellingen kunnen worden veranderd door middel van een computer.
Veel gebruikte instellingen kunnen gewijzigd worden door DIP switches, zie par. 5.5.
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
- VEConfigure3 software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
- Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) interface en een RJ45 UTP-kabel.
Als alternatief kan de interface MK2.2b (VE.Bus naar RS232) en een RJ45 UTP-kabel worden
gebruikt.
5.4 Instellen met DIP switches
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door DIP switches.
Dit gaat als volgt:
a) Schakel de Multi aan, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de
ingang. De Multi werkt dan in omvormer bedrijf.
b) Stel de DIP switches in zoals gewenst.
c) Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 6 ‘on’ en daarna
weer ‘off’ te schakelen.
5.4.1. DIP switch 1
Standaard instelling: om het product met de ‘On/Off/Charger Only’’ te bedienen, schakel ds 1:
‘uit’
Wanneer gecombineerd met het Digital Multi Control paneel, moet een VE.Bus smart dongle,
CCGX, Venus GX of gelijkaardig, DIP-schakelaar 1 ook in de "uit" stand.
Instelling voor bediening met een afstandsbedieningsschakelaar met 3 posities: ds 1: ‘aan’
De schakelaar met 3 posities moet met kabel verbonden zijn aan terminal H, zie bijlage A.
Er kan maar één apparaat op afstand verbonden zijn door bijv. een schakelaar of een
Digital Multi Control paneel.
16
5.4.2 DIP switch 2 tot 6
EN
NL
Met deze DIP switches kunnen de volgende instellingen gedaan worden:
- Laadspanning
- Omvormer frequentie
- Search mode uit of aan
Ds2-ds3: instellen van het laad algoritme
ds2=off
ds3=off
(standaard)
14.4
28.8
57.6
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
8
ds2=on
ds3=off
14.1
28.2
56.4
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
8
ds2=off
ds3=on
14.7
29.4
58.8
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
5
ds2=on
ds3=on
15.0
30.0
60.0
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
6
Ds 4: omvormer frequentie
Ds 5: Search mode
off = 50Hz
off = uit
Bedoeld voor
Gel Victron Deep
Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep
Discharge
Gel Victron Long
Life (OPzV)
Gel Exide A600
(OPzV)
Gel MK battery
LI-ion (LiFePO4)
AGM Victron Deep
Discharge
Buisjesplaat OPzS
accu’s in semi-float
mode
AGM spiral cell
Buisjesplaat tractie
accu’s of OPzS
accu’s in cyclic
mode
on = 60Hz
on = aan
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 6 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
17
Appendix
Absorptie
tijd (uren)
IT
Storage
spanning
ES
Float
spanning
DE
Absorptie
spanning
FR
Ds2-ds3
5.4.3 Voorbeelden
Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor standalone bedrijf
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling
Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC ingang
bepaald door het paneel en niet door de in de Multi opgeslagen waarde.
DS-1 3 stand. schak.
DS-2 Laadspanning
DS-3 Laadspanning
DS-4 Frequentie
DS-5 Zoekmodus
DS-6 Opslaan
off
off
off
off
off
→
←
Voorbeeld 1: (fabrieksinstellingen)
1
geen 3 standen
schakelaar angesloten
2, 3
GEL 14.4 V
4
Frequentie: 50Hz
5
Search Mode off
6
Opslaan: off→ on→ off
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
off
off
off
off
→
on
←
Voorbeeld 2:
1
geen 3 standen
schakelaar aangesloten
2, 3
AGM 14,7V
4
Frequentie: 50Hz
5
Search Mode off
6
Opslaan: off→ on→ off
DS-1
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
→
on
on
on
on
on
←
Voorbeeld 3:
1
3 standen schakelaar
verbonden
2, 3
Buisjes plaat 15V
4
Frequentie: 60Hz
5
Search Mode on
6
Opslaan: off→ on→ off
Sla de instellingen op in het microprocessor geheugen door DIP switch 6 ‘on’ en daarna weer
‘off’ te schakelen.
Bij acceptatie van de settings zullen de ‘Charger’en ‘Alarm’ LEDs knipperen.
6. ONDERHOUD
De Multi vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te
controleren. Voorkom dat de Multi vochtig wordt en houd het apparaat schoon.
18
Oplossing
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
Processor staat in uit-mode
De LED ‘alarm’
knippert
De LED ‘alarm’
knippert
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan
de nominale belasting.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
De LED ‘alarm
brandt
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande vooralarm omstandigheden.
19
Appendix
De LED ‘alarm’
knippert
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere
en/of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
Controleer de accukabels en
accu-aansluitingen. Wees er
zeker van dat de
accucapaciteit voldoende is,
verhoog deze eventueel.
Zie de bovenstaande
oplossingen
IT
De LED ‘alarm’
knippert
ES
Oorzaak
De accuspanning is te hoog of
te laag.
DE
Probleem
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De omvormer
werkt niet
FR
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
NL
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel
worden opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/of acculader worden uitgevoerd, dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden
losgekoppeld van de omvormer.
EN
7. FOUTZOEKSCHEMA
Probleem
De lader werkt
niet
De accu wordt niet
volledig opgeladen
De accu wordt
overladen.
Oorzaak
De netspanning of –frequentie is
buiten het bereik.
Verkeerde laadstroom.
Een slechte accu-aansluiting.
Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2x de accucapaciteit.
Controleer de accu-aansluitingen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
De capaciteit van de accu is te
groot.
De interne DC zekering is kapot.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Sluit een accu aan met een
kleinere capaciteit en verhoog de
laadstroominstelling.
Omvormer is defect.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Een slechte accu.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Vervang de accu.
Een te kleine accu.
Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit.
Sluit een temperatuursensor aan.
De accu staat te warm.
De laadstroom zakt De accu is oververhit (>50°C)
terug naar 0 zodra
de absorptie fase
ingaat
De accu temperatuur sensor is
stuk
20
Oplossing
Zorg dat de netspanning
tussen 185VAC en 265VAC
komt te liggen en dat de
frequentie overeenkomt met de
instelling.
- Plaats de accu in een koelere
ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen
een interne sluiting heeft
Maak het stekkertje van de
temperatuur sensor in de Multi
los.
Reset de Multi door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer aan te
zetten.
Indien de laad functie nu weer
goed is, moet de temperatuur
sensor vervangen worden.
MultiPlus 12/500/20
MultiPlus 24/500/10
MultiPlus 48/500/6
PowerControl / PowerAssist
MultiPlus 12/800/35
MultiPlus 24/800/16
MultiPlus 48/800/9
Ja / Nee
MultiPlus 12/1200/50
MultiPlus 24/1200/25
MultiPlus 48/1200/13
Ja / Ja
Maximale doorschakelstroom (A)
NL
12 Volt
24 Volt
48 Volt
EN
8. TECHNISCHE SPECIFICATIES
16
9,5 – 17V
19 – 33V
FR
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
38 – 66V
Uitgangsspanning: 230VAC ± 2%
Frequentie: 50Hz ± 0,1%
Uitgang (1)
800VA
1200VA
430W
700W
1000W
Continu vermogen bij 40°C (W)
400W
650W
900W
Continu vermogen bij 65°C (W)
300W
400W
600W
Piek vermogen (W)
900W
1600W
2400W
92 / 93 / 94%
93 / 94/95%
6 / 6 / 7W
7 / 7 / 8W
10 / 9 / 10W
Search mode
2 / 2 / 3W
2 / 2 / 3W
3 / 3 /3W
IT
90 / 91 / 92%
Nullast (W)
Maximaal rendement (%)
ES
500VA
Continu vermogen bij 25°C (W)
DE
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3)
LADER
Ingangspanning: 187-265 VAC
Frequentie: 45-65Hz
Laadspanning 'absorption' (V DC)
14,4 / 28,8 / 57,6
Laadspanning 'float' (V DC)
13,8 / 27,6 / 55,2
Laadspanning 'opslag' (V DC)
13,2 / 26,4 / 52,8
Laadstroom accessoire accu (A) (4)
20 / 10 / 6
Laadstroom startaccu (A)
35 / 16 / 9A
50 / 25 / 13A
1A (alleen beschikbaar op 12V en 24V modellen)
Temperatuur sensor
Ja
ALGEMEEN
Programmeerbaar relais (5)
Ja
Beveiligingen (2)
a–g
Temperatuur bereik: -40 tot +65°C
Vocht (niet condenserend): max 95%
Algemeen
BEHUIZING
Materiaal & kleur: staal/kunststof (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
Algemeen
Accu-aansluiting
16 / 10 / 10mm²
230 V AC-aansluiting
25 / 16 / 10 mm²
35 / 25 / 10 mm²
G-ST18i connectors
Gewicht
Afmetingen (hxbxd in mm)
4,4kg
6,4kg
8,2kg
311 x 182 x 100
360 x 240 x 100
406 x 250 x 100
NORMEN
Veiligheid
EN-IEC 60335-1, EN-IEC 60335-2-29, EN 62109-1
EN 55014-1, EN 55014-2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-3-3
IEC 61000-6-1, IEC 61000-6-2, IEC 61000-6-3
Emissie / Immuniteit
Automotive Directive
1) Kan worden ingesteld op 60Hz en op 240V
2) Beveiligingen
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230VAC Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
ECE R10-4
3) Niet lineaire belasting, crest faktor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen alarm, DC-onderspanning of
start/stop-functie aggregaat
Nominale AC-waarde: 230V/4A
Nominale DC-waarde: 4A tot 35VDC en 1A tot 60VDC
21
Appendix
AC Ingang
Appendix D:
Bijlage D:
Annexe D :
Anhang D:
Apéndice D:
Appendice D:
three-phase connection
driefasige aansluiting
connexion triphasée
drei-Phasen-Betrieb
conexión trifásica
collegamento trifase
Appendix E:
Bijlage E:
Annexe E :
Anhang E:
Apéndice E:
Appendice E:
charge algorithm
laadalgoritme
algorithme de charge
ladealgorithmus
algoritmo de carga
algoritmo di carica
NL:
Vierfasig opladen:
Bulk: Ingezet wanneer de lader is opgestart. Er wordt constante stroom toegepast, totdat de gasspanning is
bereikt (14,4V of 28,8V, temperatuurgecompenseerd).
Battery Safe: Als voor het snel opladen van een accu een hoge laadstroom in combinatie met een hoge
absorptiespanning is gekozen, voorkomt de Multi schade door overmatige begassing door automatisch de
snelheid van de spanningsverhoging te begrenzen zodra de gasspanning is bereikt. De Battery Safe-periode
maakt deel uit van de berekende absorptietijd.
Absorptie: Een constante spanning om de batterij volledig op te laden. De absorptietijd is gelijk aan 20x bulktijd
of de ingestelde maximale absorptietijd, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet.
Vlotterspanning: Er wordt vlotterspanning toegepast om de accu volledig opgeladen te houden en te
beschermen tegen zelfontlading.
Opslag: Na een dag laden met vlotterspanning schakelt de lader over op opslag. Dit is 13,2V resp. 26,4V (voor
een 12V- en 24V-oplader). Dit zal het waterverlies tot een minimum beperken. Na een instelbare tijd (standaard
= 7 dagen) zal de lader de Herhaaldelijke Absorptie inzetten gedurende een instelbare tijd (standaard = 1 uur).
FR:
Charge en 4 étapes :
Bulk : Mode présenté quand le chargeur est démarré. Un courant continu est appliqué jusqu'à ce que
la tension nominale de la batterie soit atteinte, en fonction de la température et de la tension d'entrée,
après quoi une puissance constante est appliquée jusqu'au point où un gazage excessif débute
(14,4 V resp. 28,8 V, température corrigée).
Battery Safe : La tension appliquée à la batterie augmente de manière progressive jusqu’à ce que la
tension d’absorption soit atteinte. Le mode « Battery safe » fait partie de la durée d’absorption
calculée.
Absorption : La période d’absorption dépend de la période Bulk. La durée d’absorption maximale est
celle qui est configurée.
Float : La tension Float est appliquée pour maintenir la batterie complètement chargée.
Tension : Après un jour de charge Float, la tension de sortie est réduite à un niveau de stockage.
Ce qui représente resp 13,2 V et 26,4 V (pour un chargeur de 12 V et 24 V). Ceci limitera au
minimum les pertes d’eau quand la batterie est stockée durant la saison hivernale.
Après un certain temps qui peut être défini (par défaut = 7 jours), le chargeur va entrer en mode Absorption
répétée pour une période de temps qui peut aussi être ajustée (par défaut = 1 heure) pour « rafraîchir la
batterie ».