Victron energy Phoenix Multi(Plus) Compact de handleiding

Categorie
Acculaders
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
GB NL F D Appendix
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Algemeen
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen
voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde
toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs als de apparatuur is
uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de
wisselstroomvoeding en de batterij uit voor het plegen van onderhoud.
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de
voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door
gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant
van de batterij om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp.
Installatie
Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt.
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in -en/ of
uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan
de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is
beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke
inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel
nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-
instellingen van het product zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de
regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat
de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd.
Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere
dan de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en
verwijderen van de batterij.
2
1 BESCHRIJVING
1.1 Algemeen
Multi Compact -functioneel (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact)
De basis van de Multi Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en
omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de
Multi Compact / MultiPlus Compact een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a.
PowerControl en PowerAssist.
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de
Multi Compact overschakelen van lader bedrijf op omvormer bedrijf en de voeding van de
aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische
apparaten ongestoord blijven functioneren. De maximale stroom die geschakeld kan worden
bedraagt 16 A Multi Compact.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom (alleen Multi Compact/
MultiPlus Compact)
De Multi Compact kan enorm veel laadstroom leveren en dus grote accubatterijen laden. Dat
betekent een zware belasting voor de wal aansluiting of het aggregaat. Met het Phoenix Multi
Control (bedieningspaneel) kan een maximale wal- of aggregaatstroom ingesteld worden. De
Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden
alleen de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie
van de MultiPlus Compact
Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt
parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen.
Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt
mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U
stelt de walstroom in met een simpele 0 tot 16 A draaiknop op het Phoenix Multi Control.
Opm 1: Igv parallel bedrijf met een generator mag het vermogen van de generator niet
minder zijn dan 75% van het vermogen van de Multi(Plus) Compact. (voorbeeld: een
generator. geschikt voor parallel bedrijf met een Multi(Plus) Compact 12/1200/50 moet een
vermogen van minstens 900 VA hebben)
Opm 2: De uitgangsspanning van een generator kan sterk vervormd zijn. In dat geval moet
de “AC waveform check” uitgezet worden. Zie p 20.
3
GB NL F D Appendix
1.2 Acculader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact)
Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorption – float – opslag
Het microprocessor gestuurde ‘adaptieve’ accu management systeem kan afgeregeld worden
voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan
het gebruik van de accu.
De juiste hoeveelheid lading: aangepaste absorptie tijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en
overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptie tijd automatisch
verlengd teneinde de accu volledig te laden.
Beperking van veroudering door overmatig gassen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een
verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de
gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig
gassen in de eindfase van de laadcyclus voorkomen.
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet gebruikt wordt: de opslag
functie
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact schakelt over op ‘opslag’ wanneer er
gedurende meer dan 24 uur geen ontlading plaatsvindt. De spanning wordt dan verlaagd tot
2,2 V/cel (13,2 V voor een 12 V accu). De accu zal dan nauwelijks meer gassen en corrosie
van de positieve platen wordt zoveel mogelijk beperkt. Eens per week wordt de spanning
verhoogd tot absorptie niveau om de accu weer bij te laden; dit voorkomt stratificatie van het
elektrolyt en sulfatering.
Twee uitgangen om 2 accu’s te laden
De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact heeft 2 uitgangen waarvan er 1 de volle
uitgangsstroom kunnen leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een
startaccu, is begrensd op 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Verhogen van de levensduur van de accubatterij: temperatuur compensatie
Bij iedere Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact wordt een temperatuursensor
meegeleverd. De temperatuur sensor zorgt ervoor dat de laadspanning afneemt wanneer de
accutemperatuur stijgt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders
mogelijk door overladen uitdrogen.
Meer over accu’s en acculaden
In ons boek ‘Elektriciteit aan boord’ kan U meer lezen over accu’s en het laden van accu’s
(gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en beschikbaar op www.victronenergy.com) Voor de
adaptieve laadkarakteristiek zie ook onder Technical Information op onze website.
5
GB NL F D Appendix
2 BEDIENING
2.1 On/off/charger only schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “AC-
in” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en goedkeur worden
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de gele
LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op
dat moment van toepassing is zal de gele LED branden (bulk en of absorption) of de gele
LED knippert (float).
Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden
ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de
Phoenix Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning
wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting.
TIP: Als u uw Phoenix Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het
schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat
bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken.
2.2 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact kan optioneel met het Phoenix Multi Control paneel worden
bediend. Met dit paneel kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen.
Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale
laadstroom instellen. De Phoenix Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden
wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan.
Het laadgedeelte van de Phoenix Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan
door middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Phoenix Multi
Control paneel (AC ingangsstroom op 0 zetten).
Voor de Phoenix Inverter Compact dient u het Phoenix Inverter Control paneel te
gebruiken.
2.3 Speciale laad-mode Equalizing
Het dient de aanbeveling dat bepaalde Typ batterijen eens in de maand extra nageladen te
worden. In de Equalizing modus gaat de Phoenix Multi Compact gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor
een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend
gaan knipperen.
De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat
er extra wordt nageladen.
6
Forced absorption
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een
Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Phoenix Multi
Compact gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption
spanning laden. De gele led Charger brandt.
De Phoenix Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in
deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control )
op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de Phoenix Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen
zoals hierna beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder
beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig
omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de
desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat
het apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij
gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control
is dit geen probleem.
1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote
control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan.
2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een AC-
ingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.)
3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”.
Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het
omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
4. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED
“alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de
“bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar “on”
gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet.
Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption” naar
“on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet.
Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float” mode.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de
schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”.
Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
7
GB NL F D Appendix
2.4 LED aanduidingen
LED uit
LED knippert
LED brandt
Omvormer
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en
levert vermogen aan de belasting.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De omvormer is ingeschakeld en levert
vermogen aan de belasting.
Voor-alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur hoog
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De omvormer is uitgeschakeld.
Alarm: overbelasting, of
accu spanning te laag, of
omvormer temperatuur te hoog, of
DC rimpelspanning was te hoog
(slechte verbinding!).
8
Acculader
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de bulk mode en of
absorption mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader laadt in de float mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
en de lader is uitgeschakeld.
De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn
eindwaarde (accu spanning) bereiken.
Lader staat in bulk protection Mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in bulk of absorption mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en de
lader staat in float mode.
inverter
on
charger
off
alarm
charger only
De netspanning is doorgeschakeld en er is
een vooralarm: overbelast of de lader is
warm.
9
GB NL F D Appendix
Phoenix Remote Control indicatie (optioneel)
PowerControl
inverter on
mains on
overload
bulk
low battery
absorption
temperature
float
on
charger only
off
Opm: Wanneer de LED’s “overload” en “low battery” tegelijk branden is apparaat
uitgeschakeld tgv te hoge rimpel op de gelijkspanning.
10
3 INSTALLATIE
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
3.1 Inhoud van de doos
De doos van de Phoenix Multi Compact bevat de volgende zaken:
Phoenix Multi Compact
Gebruikershandleiding&Installatiehandleiding.
Zakje met aansluitmateriaal met daarin:
Temperatuursensor.
Vijf bevestigingsschroeven.
Bevestigingsplaat
Waarschuwingssticker laadstroom.
3.2 Locatie
De Phoenix Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden
geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van
tenminste 50mm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
Kortere levensduur.
Lagere laadstroom.
Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De Phoenix Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de
achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Anhang A.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal
monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd
de afstand tussen de Phoenix Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het
spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch
vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving
geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe
omgeving.
Formatted: Bu
Formatted: Bu
Formatted: Bu
Formatted: Bu
11
GB NL F D Appendix
3.3 Benodigdheden
Een kruiskop schroevendraaier (PH 2) voor het verwijderen van het front.
Drie-aderige kabel.
3.4 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Phoenix Multi Compact volledig te kunnen benutten dient uitsluitend
gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de
juiste dikte. Zie tabel.
24/800 24/1200 12/800 12/1200 12/1600
48/1600 24/1600
48/1200
Aanbevolen
kabeldikte (mm
2
)
1,5
1
Æ 5 m 16 25 35 50 70
5 Æ 10 m 35 50 70 100 140
1) standaard voorzien van 1,5m kabel.
24/800 24/1200 12/800 12/1200 12/1600
48/1600 24/1600
48/1200
Aanbevolen
accucapaciteit (Ah)
40 – 200 40 – 400 100 – 400 150 – 700 200 – 700
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet
accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”,
downloadbaar van onze website.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
Sluit de accukabel aan: de + (rood) aan (linkerzijde).
Sluit de accukabel aan: de - (zwart) aan (rechterzijde), zie Anhang A.
Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
Formatted: Bu
Formatted: Bu
Formatted: Bu
12
3.5 Aansluiten AC kabels
Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Zie hiervoor de volgende
instructies:
a) De Phoenix Inverter Compact heeft een vrij zwevende uitgangspanning. De
behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de buitenkant van het
product. De N uitgang moet geaard worden om verzekerd te zijn van de goede
werking van een aardlek schakelaar.
b) De Phoenix Multi / MultiPlus Compact: is voorzien van een aard relais (zie
Aappedix 2) dat de N uitgang automatisch met de behuizing verbint
wanneer geen externe wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer
een externe wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais
openen voordat het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix 2). Dit is om
goede werking van een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te
verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding vezekerd worden
met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galavanische corrosie.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator.
Phoenix Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector aan de onderkant van de
Multi Compact, zie appendix 1. De wal -of netaansluiting dient met behulp van een
drie-aderige kabel op de G-ST18i connector te worden aangesloten. Maak gebruik van een
drie-aderige kabel met een soepele kern en een doorsnede van 1,5 mm² (800VA) en
2,5mm²(1600VA).
Procedure
Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk:
De AC apparatuur kan direct op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de
connector los trekken)
Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar
rechts: “N” (nulleider) ,aarde, en “L1” (fase)
De AC netspanning kan direct worden aangesloten op de G0st18i female-connector. Gebruik
een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts
“L1” (fase) ,aarde, “N” (nulleider).
Druk de netspannings-connector G-ST18i Female-connector in de contra male-connector
(achterste).
Druk de belastings-connector G-ST18i male-connector in de contra female-connector
(voorste).
Formatted: Bu
Formatted: Bu
13
GB NL F D Appendix
3.6 Aansluitopties
Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten.
3.6.1 Startaccu
De Phoenix Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor
het aansluiten appendix 1.
14
3.6.2 Temperatuursensor (Multi Compact/ MultiPlus Compact)
Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden
aangesloten (zie Anhang A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu
worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C.
Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt
Absorptie spanning. In de instel mode werkt de temperatuur compensatie niet.
10.0
10.5
11.0
11.5
12.0
12.5
13.0
13.5
14.0
14.5
15.0
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60
Battery temperature
Volts
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
Volts
3.6.3 Afstandsbediening
De Phoenix Multi Compact is op twee manieren op afstand te bedienen.
Met alleen een externe schakelaar.
Met een “Remote Control ” ofwel afstandsbedieningspaneel.
Voor het aansluiten van de schakelaar zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van alleen een externe schakelaar dient u met het volgende
rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
Mag niet worden aangesloten als er een afstandsbedieningspaneel is aangesloten.
Voor het aansluiten van een afstandsbedieningspaneel zie Bijlage A.
Indien gebruik wordt gemaakt van een afstandsbedieningspaneel dient u met het volgende
rekening te houden:
Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat.
3.6.4 Extern Alarm Relais en Virtual Switch
Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden tbv
alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum belasting is
66V 40mA.
De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure.
Formatted: Bu
Formatted: Bu
Formatted: Bu
15
GB NL F D Appendix
4 INSTELLINGEN
Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
Lees voor het wijzigen goed de instructies.
Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan.
4.1 Standaard instellingen
Omvormer spanning 230 Vac
Lader aan of uit aan = on
Laadcurve Adaptive charging, gel accu’s
Laadstroom 75% van de nominale laadstroom
Absorption spanning 14.4V / 28.8V / 57.6 Vdc
Absorption Tijd/ Maximale Absorption tijd 4 uur
Float spanning 13.8V / 27.6V / 55.2 Vdc
Repeated Absorption Tijd 1 uur
Repeated Absorption Interval 7 dagen
Bulk Beveiliging on
AC Waveform Check on
PowerAssist (alleen MultiPlus) on
Generator/ Shore Current 12A
Systeem frequentie - Multi Compact/ MultiPlus Compact = automatisch
- Inverter Compact = 50 Hz
AES (Automatic Economy Switch) off
4.2 Instellingen die met de dipswitches gewijzigd kunnen worden
Type Accu Type Absorption spanning Float spanning Maximum
absorption
tijd
1
(standaard)
Sonnenschein
Dryfit A200
Gel
14.4 V 28.8 V 57.6V 13.8 V/
13.2V
27.6 V/
26.4V
55.2V
52.8V
4 uur
2 Tractie
(buisjesplaat)
15.0 V 30.0 V 60.0V 13.8 V/
13.2V
27.6 V/
26.4V
55.4V
52.8V
6 uur
3 Semi Tractie
1
(vlakke plaat)
14.4 V 28.8 V 57.6V 14.0 V/
13.2V
28.0 V/
26.4V
56V
52.8V
5 uur
4 Alt.
1
14.8 V 29.6 V 59.2V 14.0 V/
13.2V
28.0 V/
26.4V
56V
52.8V
5 uur
1
De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en
chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen
worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek
"Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com
). De lader staat standaard afgeregeld voor
het laden van gel accu’s zoals de Sonnenschein Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere Typn
accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact hierop
(met behulp van VEConfigure) aanpassen. De Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale
laadstroom.Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een
stroom van 0.1 tot 0.2x de capaciteit.
16
Dipswitch instellingen
DS-1 off
DS-2
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS-1
off
DS-2
on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS1=off
Bij gebruik van:
Remote Control
DS-2 = off
DS-1 wordt niet gebruikt moet altijd op Off staan.
Accu laad curve
DS-1 off
DS-2 on
DS-3 off
DS-4 off
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS-1 off
DS-2 on
DS-3 x x
DS-4 x x
DS-5
DS-6
DS-7
DS-8
DS3=off,DS4=off = Typ 1 (gel)
DS3=on,DS4=off = Typ 2
DS3=off,DS4=on = Typ 3
DS3=on,DS4=on = Typ 4
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on
en weer terug
naar off. De instelling van DS3-DS4 is nu actief.
17
GB NL F D Appendix
Omvormer frequentie
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5 off
DS-6
DS-7
DS-8
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5 x x
DS-6
DS-7
DS-8
DS5=off = 50Hz
DS5=on = 60Hz
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug
naar off. De instelling van DS5 is nu actief.
AES (Automatic Economy Switch)
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6 off
DS-7
DS-8
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6 x x
DS-7
DS-8
DS6=off = normaal
DS6=on = economy
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug
naar off.De instelling van DS6 is nu actief.
Generator/ Walstroom
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7 off
DS-8
DS-1 off
DS-2 on
DS-3
DS-4
DS-5
DS-6
DS-7 x x
DS-8
DS7=off = MainsLimit 16 Amp
DS7=on = MainsLimit 6 Amp
Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug
naar off. De instelling van DS7 is nu actief.
18
4.3 De “adaptive charging” laad curve
64 32
60 30
56 28
52 26
48 24
44 22
40 20
Charge current
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
Time
Amps
Charge voltage
10
11
12
13
14
15
16
Time
Volts
4-laad karakteristieken:
Bulk-mode: Eerste deel van de laadcurve. Constante stroom wordt toegevoerd tot de gasspanning wordt bereikt. (14.4V resp.
28.8V, temperatuur gecompenseerd)
Battery Safe Mode: Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde
laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de
spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen voorkomen.
Absorptie-mode: De accu wordt met een constante spanning geladen. De absorptie tijd is 20x de bulk tijd tenzij de ingestelde
maximum absorptie tijd wordt bereikt.
Float-mode: Float spanning wordt toegevoerd om de accu volledig geladen te houden.
Reduced Float: Na een dag Float laden wordt overgeschakeld naar reduced Float. Deze is 13,2V resp. 26,4V. (voor 12V en 24V
laders) Dit voorkomt water verlies tot een minimum wanneer de accu langere tijd niet wordt gebruikt.
Na een ingestelde tijd (standaard = 7 dagen) zal de lader overgaan in de Repeated Absorption-mode voor een ingestelde tijd.
(standaard = 4 kwartieren)
Bulk uren
1 dag
float
7 dagen
reduced float
Absorptie
1 uur Repeated Absorption
7 dagen
reduced
20 x Bulk-uren of
Max. Absorption time
Battery Safe
mode
64 32
60 30
56 28
52 26
48 24
44 22
40 20
19
GB NL F D Appendix
4.4 Instelling lader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact)
De nu volgende instellingen kunnen alleen gewijzigd worden met VEConfigure software
Lader aan/ uit (standaard: aan)
De lader van de Phoenix Multi Compact kan desgewenst ook uitgeschakeld worden.
4.4.1 De 3 voorgeprogrameerde laadcurves:
De Fixed laadkarakteristiek biedt de absorption spanning voor een bepaalde (vast
instelbare) tijd aan. Na de absorptionfase wordt een bepaalde (wederom vast instelbare) tijd
de floatspanning aangeboden, om daarna periodiek gedurende een (meestal kortere) tijd
weer de absorptionspanning aan te bieden.
De Adaptieve laadkarakteristiek biedt de absorptionspanning aan gedurende een tijd
afhankelijk van de lading die tijdens bulk is geleverd. Daarna volgt een floatfase van 24 uur,
waarna naar 13/ 26V (gereduceerd float) wordt teruggeschakeld. Net als bij de Fixed
laadkarakteristiek wordt ook hier periodiek een absorptionfase aangehouden.
Adaptieve laadkarakteristiek met BatterySafe mode (standaard instelling)
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een
verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de
gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig
gassen voorkomen.
4.4.2 Overige lader instellingen:
De laadstroom is standaard ingesteld op 75% van de maximale laadstroom. Voor veel
toepassingen zal deze stroom te hoog zijn. Om te voorkomen dat de accu’s defect raken is
het noodzakelijk om de laadstroom aan te passen naar 0,1-0,2x de accucapaciteit.
De stapgrootte is 1A.
Absorptionspanning (standaard 14.4V / 28.8V)
De absorptionspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V. De stapgrootte is 0,05 V
Absorptiontijd/ maximale absorptiontijd (standaard 4 uur)
Deze instelling bepaalt bij de fixed laadkarakteristiek hoelang de lader de absorptionspanning
aanbiedt. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt deze instelling wat de maximale tijd is
dat de lader de absorptionspanning aanbiedt.
De (maximale) absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 8 uur.
De stapgrootte is 1 uur.
Floatspanning
De floatspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V De stapgrootte is 0,05 V.
Herhaalde absorptiontijd (standaard 1 uur)
De herhaalde absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 72 kwartier.
De stapgrootte is 1 kwartier
Herhaald absorptioninterval (standaard 7 dagen)
Het herhaald absorptioninterval, kan worden ingesteld van 1 tot 45 dagen. De stapgrootte is
1 dag.
20
4.5 Bijzondere instellingen (alleen instelbaar met VEConfigure software)
Bulkbescherming aan/ uit (standaard: aan)
Als de lader na 10 uur in de bulkfase te hebben geladen de absorption spanning nog niet
heeft bereikt kan het zijn dat de accu defect is. Om verdere schade te voorkomen zal de lader
na 10 uur bulk automatisch worden uitgeschakeld. De rode LED ”alarm” gaat dan branden.
AC Waveform Check (standaard: aan)
De Phoenix Multi Compact controleert of the netspanning niet alleen de juiste voltage heeft,
maar ook de juiste sinus vorm. Indien de Phoenix Multi Compact niet goed functioneert
op een generator kan deze functie worden uitgeschakeld.
PowerContol: omgaan met beperkte generator/ walstroom
Ter bescherming van de generator of van de walstroomaansluiting wordt de laadstroom
zodanig ingesteld dat de gezamenlijk afgenomen stroom door de lader en de AC verbruikers
niet boven de ingestelde stroom komt.
Als het AC verbruik boven de ingestelde stroom komt, zal de lader uitschakelen en de “mains
on” LED gaan knipperen. Het is nu mogelijk dat de walzekering doorslaat of de generator
door overbelasting uitschakelt. In dat geval zal de Multi Compact proberen om te schakelen
naar omvormerbedrijf.
De generator/ walstroom kan worden ingesteld van 2 tot 16A.
De stapgrootte is 1A.
Bij gebruik van het Remote Control paneel wordt de walstroom instelling bepaald door dit
paneel.
Wanneer de aan de Phoenix Multi Compact aangeboden spanningsvorm niet zuiver
sinusvorming is, bestaat de kans dat de Phoenix Multi Compact deze niet zal accepteren. U
kunt deze detectie uitschakelen door de shore current limiter naar “0” te draaien.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie
van de MultiPlus Compact (standaard: aan)
Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt
parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen.
Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt
mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U
stelt de walstroom in met een simpele 0 tot 16 A draaiknop op het Phoenix Multi Control
paneel.
Noot 1: Voor de goede werking van PowerAssist dient minstens 2A netvoeding of een
aggregaat met ten minste hetzelfde vermogen als de MultiPlus beschikbaar te zijn.
Noot 2: Sommige moderne generatoren generen de wisselstroom m. b. v. een statische
omvormer. Het toerental van deze generatoren wordt meestal teruggeregeld bij geringe
belasting. Indien met VEConfigure de “Dynamic Current Limit”functie aangezet wordt zal de
MultiPlus een plotselinge belastingsprong opvangen totdat de motor van het aggregaat weer
op volle toeren draait.
21
GB NL F D Appendix
Extern Alarm Relais en Virtual Switch (standaard: uitgeschakeld)
Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden tbv
alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum belasting is
66V 40mA.
De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure.
4.6 Onderhoud
De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen
eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact vochtig wordt en
houd het apparaat schoon.
22
5 FOUTZOEKSCHEMA
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden
opgespoord.
Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DC-
belastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden
losgekoppeld van de omvormer.
Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur.
Probleem Oorzaak Oplossing
De omvormer
werkt niet
wanneer deze
wordt
ingeschakeld
De accuspanning is te hoog of
te laag.
Zorg dat de accuspanning
binnen de juiste waarde is.
De omvormer
werkt niet
Processor staat in uit-mode Ontkoppel de netspanning.
Schakel de omvormer uit.
Wacht 4 seconden.
Schakel de omvormer weer
aan.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 1: de
accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer
de accu aansluitingen.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 2: de belasting
op de omvormer is hoger dan de
nominale belasting.
Ontkoppel een deel van de
belasting.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3: lage
accuspanning en te hoge
belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel
een deel van de belasting of
plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/
of dikkere accukabels.
Controleer de dynamo.
De LED “alarm”
knippert.
Voor-alarm, alt. 3:
rimpelspanning op de DC-
aansluiting overschrijdt
1,25Vrms.
Controleer de accukabels en
accuaansluitingen. Wees er
zeker van dat de accucapaciteit
voldoende is, verhoog deze
eventueel.
De LED “lalarm”
brandt.
De omvormer is uitgeschakeld
als gevolg van voortduring van
een van bovenstaande voor-
alarm omstandigheden.
Zie de bovenstaande
oplossingen
23
GB NL F D Appendix
Probleem Oorzaak Oplossing
De netspanning of –frequentie is
buiten het bereik.
Zorg dat de netspanning
tussen 185 VAC en 265 VAC
komt te liggen en dat de
frequentie overeenkomt met de
instelling.
De lader werkt
niet
De thermische onderbreker is
geactiveerd.
Reset de 16 A thermische
onderbreker.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
Verkeerde laadstroom. Stel de laadstroom in tussen 0,1
en 0,2x de accucapaciteit.
Een slechte accuaansluiting. Controleer de accuaansluitingen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
De capaciteit van de accu is te
groot.
Sluit een accu aan met een
kleinere capaciteit en verhoog de
laadstroominstelling.
De interne DC zekering is kapot. Omvormer is defect.
De accu wordt
overladen.
De absorptionspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de absorptionspanning af
op een goede waarde.
De floatspanning is op een
verkeerde waarde ingesteld.
Regel de floatspanning af op een
goede waarde.
Een slechte accu. Vervang de accu.
Een te kleine accu. Reduceer de laadstroom of
gebruik een accu met een hogere
capaciteit.
De accu staat te warm. Sluit een temperatuursensor aan.
De laadstroom zakt
terug naar 0 zodra
de absrptie fase
ingaat
De accu is oververhit (>50°C) - Plaats de accu in een koelere
ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen
een interne sluitng heeft
De accu temperatuur sensor is
stuk
Maak het stekkertje van de
temperatuur sensor in de Multi
los.
Reset de Multi door deze uit te
schakelen en na minstens 4
seconden wachten weer aan te
zetten.
Indien de laad functie nu weer
goed is moet de temperatuur
sensor vervangen worden.
24
6 TECHNISCHE SPECIFICATIES
6.1 ALGEMEEN
Ventilatie Geforceerde convectie (intern)
Temperatuurbereik
- Tijdens werking
- Bij opslag
-20 – +50 °C
-25 – +60 °C
Uitgang kortsluitvast
Overbelasting
Accuspanning te hoog
Accuspanning te laag
230V netspanning op de uitgang van de omvormer
DC Ingangsrimpel te hoog
transformator
Electronic & Powerstage
Beveiligd
Temperatuur beveiligd
Batterij (als de sensor is
aangesloten)
Relatieve vochtigheid 0 - 95%
EMC Elektromagnetische compatibiliteit volgens EMC richtlijn
EMC 89/336 EEC
Emissie EN 55014 (1993) en EN50081-1
EN61000-3-2
EN61000-3-3
Immuniteit EN 55104 (1995)
Veiligheid Laagspannings-norm:
73/23/EEG en 93/68/EEG
EN60335-1 en EN60335-2-29
Automotive 95/54/EC
25
GB NL F D Appendix
6.2 Omvormer
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
24/1600
/ 40
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600 48/1200 48/1600
Ingangsspanning-
bereik (Vdc)
9,5 -16,1 19,0 - 32,2
38,0 - 64,4
Inschakelspanning
(Vdc)
10,9 21,8
43,6
Uitschakel-
spanninglaag
(Vdc)
9,0 18,0
56
Uitschakel-
spanning hoog
(Vdc)
16,1 32,2
64,4
rimpelspanning
(Vrms)
Max. 1,25Vrms
Ingangsstroom
Nominaal (A)
65 100 130 35 50 65 25 35
Ingangsstroom
Maximaal (A)
85 130 170 40 65 85 30 40
Vermogens-
verbruik onbelast
(W)
8 8 8 12 12 12 15 15
Economy 5 5 5 9 9 9 12 12
DC veiligheids-
zekering (A)
200 250 250 80 125 125 150 150
Output (Vac) 230 ± 1%
Output Voltage
Range (Vac)
185–245
Frequentie (Hz) 50/60 ±0,01% (kristal)
Uitgangs-spanning Pure sinewave
THD Max. 5%
Arbeidsfactor Alles toegestaan
Economy DS6=on
load < +/- 25W
145VAC top=300V
speciaal aangepast voor SL- PL- and TL lampen (normale lichtsterkte) and klokken
Geen lineaire
belasting, crest
factor 3:1 (VA)
25ºC)
800 1200 1600 800 1200 1600 1200 1600
Nominaal
vermogen (W)
(cos ϕ = 1,0; 25ºC)
650 1000 1300 650 1000 1300 1000 1300
Nominaal
vermogen (W)
(cos ϕ = 1,0; 40ºC)
600 900 1100 600 900 1100 900 1100
Opstart vermogen
(W)
1900 2000 2300 1900 2600 3000 2600 3000
Inschakelgedrag De nominale uitgangsspanning is aanwezig binnen 20mS
Rendement Pnom 87% 86% 84% 88% 87% 86% 87% 86%
efficiency
½ Pnom
90% 88% 87% 90% 89% 87% 90% 88%
kortsluitstroom 10 12 13 10 12 13 13 15
26
6.3 Accu lader
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
24/1600
/ 40
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
Ingangsspanning
(Vac)
200–250
Afschakel spanning
(Vac)
<180 en >270
Frequentie(Hz) 45 – 55 of 55 – 65
Bij 230 Vac (AC uit onbelast) Maximale
ingangstroom (A)
2,7A 3,9A 5,6A
2,5A 3,8A 6,3A
Ingangs-zekering
(TCB) 250 Vac
16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A
Rendement 84% 82% 81% 85% 84% 83% 85% 84%
Cos ϕ / power factor
1,0
Absorption
Laadspanning
default (Vdc)
14,40 28,80 57,6
Float laadspanning
default (Vdc)
13,80 27,60 55,2
Uitgang
oplaadspanning
(Vdc)
Min./max.
8 – 16 11 - 32 22 - 64
Laad karakteristiek 4-staps automatisch
Nominale startaccu-
stroom (A)
4
Toegestane accu-
rimpel (Vrms)
Max. 1,25
Acculekstroom,
wanneer de Multi
Compact is
uitgeschakeld (mA)
1mA
27
GB NL F D Appendix
6.4 Schakelen tussen omvormer en AC ingang
Maximaal doorgeschakeld vermogen
(begrensd door een 16 A Thermal Circuit Breaker)
3600W
Omschakeltijd van omvormer naar netspanning 0 ms
1
Omschakeltijd van netspanning naar omvormer
(U batt >10,5V)
0 ms
1
Netspanningfout detectie tijd. 4ms tot 20ms
Omschakelspanning AC ingang naar omvormer. 180Vac
Omschakelspanning van omvormer naar AC ingang 187Vac
Min. - Max. frequentie bereik (50Hz/60Hz) 45 – 55Hz of 55 – 65Hz
1
Doordat de omvormer en netspanning een korte tijd parallel werken is er geen omschakeltijd.
6.5 Mechanisch
12/800
/ 35
12/1200
/ 50
12/1600
/ 70
24/800
/ 16
24/1200
/ 25
24/1600
/ 40
48/1200
/ 12
48/1600
/ 20
12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600 48/1200 48/1600
Behuizing aluminium, beschermingsklasse IP21
kleur blue RAL 5012
Afmetingen (H
x W x D)
375 mm x 215 mm x 115mm (zie Anhang A)
gewicht (kg) 9 10 10 9 10 10 10 10
Batterij
aansluitkabel
1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m 1,5 m
AC in/out
aansluiting
2 * G-ST18i connector 2,5 mm²
Startbatterij
aansluiting:
1,5 mm
2
draden Aansluitingen op printplaat
(connector geschikt voor 1 mm
2
draden)
Remote switch (connector voor 3 draden Ø 1mm
2
)
Batterij temperatuur sensor (connector for 2 wire Ø 1mm
2
)
Externe
connection:
sensing,
remote switch
Alarm: transistor, open collector 33V 40mA
(connector voor 2 draden Ø 0,5 mm
2
)
Seriële
interface
Voor Phoenix Remote Control
Voor MK met VE-configure software

Documenttranscriptie

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit product is ontworpen en getest overeenkomstig internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de bestemde toepassing te worden gebruikt. GB WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN. Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron. (batterij) Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding en de batterij uit voor het plegen van onderhoud. NL Algemeen F Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd. D Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas -of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant van de batterij om u ervan te verzekeren dat het product bestemd is voor gebruik in combinatie met de batterij. De veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van de batterij dienen altijd te worden opgevolgd. WAARSCHUWING: Til geen zware lasten zonder hulp. Lees de installatievoorschriften in de bedieningshandleiding voordat u de apparatuur inschakelt. Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in -en/ of uitgangsklemmen van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product bevindt zich een extra aardingspunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel nooit door een ander Typ. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel. Controleer voordat u het apparaat inschakelt, dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratieinstellingen van het product zoals beschreven in de handleiding. Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in de regen of in een stoffige omgeving. Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte rondom het product is voor ventilatie en dat de ventilatie-openingen niet zijn geblokkeerd. Verzeker u ervan dat de vereiste spanning niet hoger is dan de capaciteit van het product. Vervoer en opslag Zorg ervoor dat de netspanning en batterijkabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product. Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele verpakking. Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen. Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de batterij met betrekking tot vervoer, opslag, opladen, herladen en verwijderen van de batterij. 1 Appendix Installatie 1 BESCHRIJVING 1.1 Algemeen Multi Compact -functioneel (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact) De basis van de Multi Compact is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing. Daarnaast heeft de Multi Compact / MultiPlus Compact een groot aantal vaak unieke mogelijkheden, o.a. PowerControl en PowerAssist. Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact) In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de Multi Compact overschakelen van lader bedrijf op omvormer bedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord blijven functioneren. De maximale stroom die geschakeld kan worden bedraagt 16 A Multi Compact. PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom (alleen Multi Compact/ MultiPlus Compact) De Multi Compact kan enorm veel laadstroom leveren en dus grote accubatterijen laden. Dat betekent een zware belasting voor de wal aansluiting of het aggregaat. Met het Phoenix Multi Control (bedieningspaneel) kan een maximale wal- of aggregaatstroom ingesteld worden. De Multi Compact houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is. PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie van de MultiPlus Compact Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen. Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt de walstroom in met een simpele 0 tot 16 A draaiknop op het Phoenix Multi Control. Opm 1: Igv parallel bedrijf met een generator mag het vermogen van de generator niet minder zijn dan 75% van het vermogen van de Multi(Plus) Compact. (voorbeeld: een generator. geschikt voor parallel bedrijf met een Multi(Plus) Compact 12/1200/50 moet een vermogen van minstens 900 VA hebben) Opm 2: De uitgangsspanning van een generator kan sterk vervormd zijn. In dat geval moet de “AC waveform check” uitgezet worden. Zie p 20. 2 1.2 Acculader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact) NL F De juiste hoeveelheid lading: aangepaste absorptie tijd Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een diepe ontlading wordt de absorptie tijd automatisch verlengd teneinde de accu volledig te laden. GB Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorption – float – opslag Het microprocessor gestuurde ‘adaptieve’ accu management systeem kan afgeregeld worden voor verschillende soorten accu’s. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan het gebruik van de accu. D Beperking van veroudering door overmatig gassen: begrensde spanningsstijging Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen in de eindfase van de laadcyclus voorkomen. Appendix Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet gebruikt wordt: de opslag functie De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact schakelt over op ‘opslag’ wanneer er gedurende meer dan 24 uur geen ontlading plaatsvindt. De spanning wordt dan verlaagd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor een 12 V accu). De accu zal dan nauwelijks meer gassen en corrosie van de positieve platen wordt zoveel mogelijk beperkt. Eens per week wordt de spanning verhoogd tot absorptie niveau om de accu weer bij te laden; dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering. Twee uitgangen om 2 accu’s te laden De Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact heeft 2 uitgangen waarvan er 1 de volle uitgangsstroom kunnen leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het laden van een startaccu, is begrensd op 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning. Verhogen van de levensduur van de accubatterij: temperatuur compensatie Bij iedere Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact wordt een temperatuursensor meegeleverd. De temperatuur sensor zorgt ervoor dat de laadspanning afneemt wanneer de accutemperatuur stijgt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door overladen uitdrogen. Meer over accu’s en acculaden In ons boek ‘Elektriciteit aan boord’ kan U meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis verkrijgbaar bij Victron Energy en beschikbaar op www.victronenergy.com) Voor de adaptieve laadkarakteristiek zie ook onder Technical Information op onze website. 3 2 BEDIENING GB 2.1 On/off/charger only schakelaar Voor de Phoenix Inverter Compact dient u het Phoenix Inverter Control paneel te gebruiken. 2.3 Speciale laad-mode Equalizing Het dient de aanbeveling dat bepaalde Typ batterijen eens in de maand extra nageladen te worden. In de Equalizing modus gaat de Phoenix Multi Compact gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde. Indien er een Multi Control aangesloten heeft zal het “bulk” en “absorption” LED afwisselend gaan knipperen. De Equalizing modus geeft een hogere laadspanning dan de meeste gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld voordat er extra wordt nageladen. 5 Appendix De Phoenix Multi Compact kan optioneel met het Phoenix Multi Control paneel worden bediend. Met dit paneel kunt u status en of alarmen van Multi Compact aflezen. Omdat de beschikbare walstroom vaak beperkt is, kan men met het paneel de maximale laadstroom instellen. De Phoenix Multi Compact beperkt het eigen verbruik voor het laden wanneer de totale walstroom over het ingestelde maximum dreigt te gaan. Het laadgedeelte van de Phoenix Multi Compact kan buiten werking worden gesteld. Dit kan door middel van een instelling (VE-configure) of door gebruik te maken van het Phoenix Multi Control paneel (AC ingangsstroom op 0 zetten). D 2.2 Afstandsbediening F TIP: Als u uw Phoenix Multi Compact gebruikt op een schip zorg er dan voor dat, als u het schip verlaat, de schakelaar in de positie “charger only” wordt gezet. Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer inschakelt en uw accu’s leeg raken. NL Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig. De omvormer zal aanschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden. Als er op de “ACin” aansluiting spanning wordt aangesloten zal deze na controle en goedkeur worden doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de gele LED “charger” zal branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de gele LED branden (bulk en of absorption) of de gele LED knippert (float). Als de spanning op de “AC-in” aansluiting wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld. Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal alleen de acculader van de Phoenix Multi Compact aanschakelen indien er netspanning aanwezig is. Deze spanning wordt doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. Forced absorption In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een Absorption spanning te laden. In de Forced Absorption modus gaat de Phoenix Multi Compact gedurende de ingestelde maximale absorption tijd met de normale Absorption spanning laden. De gele led Charger brandt. De Phoenix Multi Compact is zowel vanaf het remote control, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (front, remote control ) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat. Om de Phoenix Multi Compact in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven. LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik van het remote control is dit geen probleem. 1. Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote control schakelaar voor zover aanwezig) in de stand “on” staan. 2. Zorg ervoor dat de Phoenix Multi Compact laadt. (Er dient dus een ACingangsspanning te zijn, controleer of de gele LED “charger” brandt.) 3. Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”. Let op: het omschakelen zelf moet snel gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden. 4. De groene LED “on= bulk”, gele LED “charger=absorption” en rode LED “alarm=float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de “bulk”, “absorption” en “float” LED elk gedurende 2 seconden branden. • Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “groen=bulk” naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Equalizing' gezet. • Indien de schakelaar tijdens het branden van de LED “geel=absorption” naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Forced Absorption' gezet. • Indien er niet geschakeld wordt in voorgaande lader gaat over op “float” mode. Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat “on” kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel omgeschakeld worden naar “charger only”. Dit zal de laadtoestand niet wijzigen. 6 2.4 LED aanduidingen GB LED uit LED knippert LED brandt NL Omvormer inverter alarm alarm inverter charger alarm Batterij bedrijf. De omvormer staat aan en levert vermogen aan de belasting. charger only on off charger only on off charger only De omvormer is ingeschakeld en levert vermogen aan de belasting. Voor-alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur hoog Appendix charger off D inverter on F charger De omvormer is uitgeschakeld. Alarm: overbelasting, of accu spanning te laag, of omvormer temperatuur te hoog, of DC rimpelspanning was te hoog (slechte verbinding!). 7 Acculader inverter charger alarm inverter charger alarm inverter charger alarm inverter charger alarm inverter charger alarm inverter charger alarm 8 on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de bulk mode en of absorption mode. charger only on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader laadt in de float mode. charger only on off charger only on off De netspanning is doorgeschakeld en de en de lader is uitgeschakeld. De lader kan niet in een bepaalde tijd zijn eindwaarde (accu spanning) bereiken. Lader staat in bulk protection Mode. De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in bulk of absorption mode. charger only on off De netspanning is doorgeschakeld en de lader staat in float mode. charger only on off charger only De netspanning is doorgeschakeld en er is een vooralarm: overbelast of de lader is warm. Phoenix Remote Control indicatie (optioneel) GB PowerControl bulk low battery absorption temperature float on F mains on NL inverter on overload charger only D off Appendix Opm: Wanneer de LED’s “overload” en “low battery” tegelijk branden is apparaat uitgeschakeld tgv te hoge rimpel op de gelijkspanning. 9 3 INSTALLATIE Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden geïnstalleerd. 3.1 Inhoud van de doos De doos van de Phoenix Multi Compact bevat de volgende zaken: Phoenix Multi Compact Gebruikershandleiding&Installatiehandleiding. Zakje met aansluitmateriaal met daarin: Temperatuursensor. Vijf bevestigingsschroeven. Bevestigingsplaat Waarschuwingssticker laadstroom. Formatted: Bu Formatted: Bu Formatted: Bu 3.2 Locatie De Phoenix Multi Compact dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het apparaat dient een ruimte van tenminste 50mm te worden vrijgehouden voor koeling. Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties: Kortere levensduur. Lagere laadstroom. Lager piek vermogen of geheel afschakelen van de omvormer. Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s. De Phoenix Multi Compact is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing gaten en een beugelbevestiging aangebracht, zie Anhang A. Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden maar verticaal monteren is de beste montage. In deze positie is de koeling namelijk optimaal. De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te blijven. Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Houd de afstand tussen de Phoenix Multi Compact en de accu zo kort mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken. In alle apparatuur waarin sprake is van het omvormen van een groot elektrisch vermogen, moet uit voorzorg dit product in een hittebestendige omgeving geïnstalleerd worden. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving. 10 Formatted: Bu 3.3 Benodigdheden GB Een kruiskop schroevendraaier (PH 2) voor het verwijderen van het front. Drie-aderige kabel. 24/1200 12/800 24/1600 12/1200 12/1600 16 35 25 50 35 70 50 100 70 140 24/1200 12/800 24/1600 12/1200 12/1600 40 – 400 100 – 400 150 – 700 200 – 700 D Appendix Aanbevolen 2 kabeldikte (mm ) 1 1,5 Æ 5 m 5 Æ 10 m 24/800 48/1600 48/1200 1) standaard voorzien van 1,5m kabel. 24/800 48/1600 48/1200 Aanbevolen accucapaciteit (Ah) 40 – 200 F Om de capaciteit van de Phoenix Multi Compact volledig te kunnen benutten dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende capaciteit en van accukabels met de juiste dikte. Zie tabel. NL 3.4 Aansluiten accukabels Formatted: Bu Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor als U werkt met lage capacitiet accu’s. Raadpleeg uw leverancier of relevante secties uit onze boek “electriciteit aan boord”, downloadbaar van onze website. Procedure Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk: Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken. Voorkom kortsluiting van de accukabels. Sluit de accukabel aan: de + (rood) aan (linkerzijde). Sluit de accukabel aan: de - (zwart) aan (rechterzijde), zie Anhang A. Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken. Formatted: Bu Formatted: Bu 11 3.5 Aansluiten AC kabels Dit is een product uit veiligheidsklasse I. (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging) De in - en/ of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Zie hiervoor de volgende instructies: a) De Phoenix Inverter Compact heeft een vrij zwevende uitgangspanning. De behuizing moet geaard worden met het aard punt aan de buitenkant van het product. De N uitgang moet geaard worden om verzekerd te zijn van de goede werking van een aardlek schakelaar. b) De Phoenix Multi / MultiPlus Compact: is voorzien van een aard relais (zie Aappedix 2) dat de N uitgang automatisch met de behuizing verbint wanneer geen externe wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat het ingang veiligheids relais sluit (zie appendix 2). Dit is om goede werking van een op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren. - In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding vezekerd worden met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan dan moet de behuizing geaard worden. - In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot). - Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de walaansluiting i. h. a. niet aan te bevelen i. v. m. galavanische corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie tranformator. Phoenix Multi Compact is voorzien van in en uitgang connector aan de onderkant van de Multi Compact, zie appendix 1. De wal -of netaansluiting dient met behulp van een drie-aderige kabel op de G-ST18i connector te worden aangesloten. Maak gebruik van een drie-aderige kabel met een soepele kern en een doorsnede van 1,5 mm² (800VA) en 2,5mm²(1600VA). Procedure Ga voor het aansluiten van de AC kabels als volgt te werk: De AC apparatuur kan direct op G-ST18i male-connector worden aangesloten. (eerst de connector los trekken) Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts: “N” (nulleider) ,aarde, en “L1” (fase) De AC netspanning kan direct worden aangesloten op de G0st18i female-connector. Gebruik een drie-aderige kabel. De aansluitpunten zijn duidelijk gecodeerd. Van links naar rechts “L1” (fase) ,aarde, “N” (nulleider). Druk de netspannings-connector G-ST18i Female-connector in de contra male-connector (achterste). Druk de belastings-connector G-ST18i male-connector in de contra female-connector (voorste). 12 Formatted: Bu Formatted: Bu 3.6 Aansluitopties GB Naast de standaardaansluitingen kunnen er nog een aantal opties worden aangesloten. 3.6.1 Startaccu NL De Phoenix Multi Compact heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Zie voor het aansluiten appendix 1. F D Appendix 13 3.6.2 Temperatuursensor (Multi Compact/ MultiPlus Compact) Voor het temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten (zie Anhang A). De sensor is geïsoleerd en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd. De standaard uitgangsspanningen voor Float en Absorptie zijn 25°C. Reduced Float spanning volgt de Float spanning en Raised Absorptie spanning volgt Absorptie spanning. In de instel mode werkt de temperatuur compensatie niet. 30 29 28 27 26 25 Volts 24 23 22 21 20 15.0 14.5 14.0 13.5 13.0 Volts 12.5 12.0 11.5 11.0 10.5 10.0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Battery temperature 3.6.3 Afstandsbediening De Phoenix Multi Compact is op twee manieren op afstand te bedienen. Met alleen een externe schakelaar. Met een “Remote Control ” ofwel afstandsbedieningspaneel. Voor het aansluiten van de schakelaar zie Bijlage A. Indien gebruik wordt gemaakt van alleen een externe schakelaar dient u met het volgende rekening te houden: Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat. Mag niet worden aangesloten als er een afstandsbedieningspaneel is aangesloten. Voor het aansluiten van een afstandsbedieningspaneel zie Bijlage A. Indien gebruik wordt gemaakt van een afstandsbedieningspaneel dient u met het volgende rekening te houden: Werkt alleen als de schakelaar van de Phoenix Multi Compact op “on” staat. 3.6.4 Extern Alarm Relais en Virtual Switch Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden tbv alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum belasting is 66V 40mA. De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure. 14 Formatted: Bu Formatted: Bu Formatted: Bu 4 INSTELLINGEN GB NL Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektrotechnicus. Lees voor het wijzigen goed de instructies. Tijdens het laden moeten accu’s in een droge, goed geventileerde ruimte staan. 4.1 Standaard instellingen F Omvormer spanning 230 Vac Lader aan of uit aan = on Laadcurve Adaptive charging, gel accu’s Laadstroom 75% van de nominale laadstroom Absorption spanning 14.4V / 28.8V / 57.6 Vdc Absorption Tijd/ Maximale Absorption tijd 4 uur Float spanning 13.8V / 27.6V / 55.2 Vdc Repeated Absorption Tijd 1 uur Repeated Absorption Interval 7 dagen Bulk Beveiliging on AC Waveform Check on PowerAssist (alleen MultiPlus) on Generator/ Shore Current 12A Systeem frequentie - Multi Compact/ MultiPlus Compact = automatisch - Inverter Compact = 50 Hz AES (Automatic Economy Switch) off D Appendix 4.2 Instellingen die met de dipswitches gewijzigd kunnen worden Type Accu Type 1 Sonnenschein (standaard) Dryfit A200 Gel 2 Tractie (buisjesplaat) 1 3 Semi Tractie (vlakke plaat) 1 4 Alt. 1 Absorption spanning Float spanning Maximum absorption tijd 14.4 V 28.8 V 57.6V 13.8 V/ 13.2V 27.6 V/ 26.4V 55.2V 52.8V 4 uur 15.0 V 30.0 V 60.0V 28.8 V 57.6V 14.8 V 29.6 V 59.2V 27.6 V/ 26.4V 28.0 V/ 26.4V 28.0 V/ 26.4V 55.4V 52.8V 56V 52.8V 56V 52.8V 6 uur 14.4 V 13.8 V/ 13.2V 14.0 V/ 13.2V 14.0 V/ 13.2V 5 uur 5 uur De optimale absorption spanning van vlakke plaat loodzuur accu’s hang af van mechanische en chemische eigenschappen. Accu's met een hoog antimoon gehalte kunnen in het algemeen geladen worden met een lagere absorption spanning dan accu's met een laag antimoon gehalte. (Zie het boek "Electriciteit aan boord van jachten" op www.victronenergy.com). De lader staat standaard afgeregeld voor het laden van gel accu’s zoals de Sonnenschein Dryfit A200 accu. Vraag bij gebruik van andere Typn accu’s aan uw acculeverancier de juiste laadspanningen en laat zonodig de Phoenix Multi Compact hierop (met behulp van VEConfigure) aanpassen. De Laadstroom staat ingesteld op 75% van nominale laadstroom.Vaak is dit een te hoge laadstroom. De meeste accu’s dienen geladen te worden met een stroom van 0.1 tot 0.2x de capaciteit. 15 Dipswitch instellingen DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off DS1=off off ← on Bij gebruik van: Remote Control DS-2 = off DS-1 wordt niet gebruikt moet altijd op Off staan. Accu laad curve DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off off off DS3=off,DS4=off DS3=on,DS4=off DS3=off,DS4=on DS3=on,DS4=on 16 DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 on = = = = Typ 1 (gel) Typ 2 Typ 3 Typ 4 off x x on x x „ ƒ Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS3-DS4 is nu actief. Omvormer frequentie on off off on x x „ ƒ F Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS5 is nu actief. D = 50Hz = 60Hz DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 NL DS5=off DS5=on off GB DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 DS6=off DS6=on off on off = normaal = economy DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 Appendix AES (Automatic Economy Switch) off on x x „ ƒ Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off.De instelling van DS6 is nu actief. Generator/ Walstroom DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 DS7=off DS7=on off on off = MainsLimit 16 Amp = MainsLimit 6 Amp DS-1 DS-2 DS-3 DS-4 DS-5 DS-6 DS-7 DS-8 off on x „ x ƒ Opslaan: druk schakelaar DS-8 naar on en weer terug naar off. De instelling van DS7 is nu actief. 17 4.3 De “adaptive charging” laad curve C h a rg e c u rre n t 120% 100% 80% Am ps 60% 40% 20% 0% T im e V o l ts C h a rg e v o lta g e 64 32 16 Battery Safe mode 64 32 60 30 15 60 30 56 28 14 20 x Bulk-uren of Max. Absorption time 56 28 52 26 13 52 26 48 24 12 48 24 44 22 1 1 44 22 40 20 1 0 T im e 40 20 Bulk uren Absorptie 1 dag float 7 dagen reduced float 4-laad karakteristieken: 7 dagen reduced 1 uur Repeated Absorption Bulk-mode: Eerste deel van de laadcurve. Constante stroom wordt toegevoerd tot de gasspanning wordt bereikt. (14.4V resp. 28.8V, temperatuur gecompenseerd) Battery Safe Mode: Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen voorkomen. Absorptie-mode: De accu wordt met een constante spanning geladen. De absorptie tijd is 20x de bulk tijd tenzij de ingestelde maximum absorptie tijd wordt bereikt. Float-mode: Float spanning wordt toegevoerd om de accu volledig geladen te houden. Reduced Float: Na een dag Float laden wordt overgeschakeld naar reduced Float. Deze is 13,2V resp. 26,4V. (voor 12V en 24V laders) Dit voorkomt water verlies tot een minimum wanneer de accu langere tijd niet wordt gebruikt. Na een ingestelde tijd (standaard = 7 dagen) zal de lader overgaan in de Repeated Absorption-mode voor een ingestelde tijd. (standaard = 4 kwartieren) 18 4.4 Instelling lader (alleen Multi Compact / MultiPlus Compact) De nu volgende instellingen kunnen alleen gewijzigd worden met VEConfigure software GB Lader aan/ uit (standaard: aan) De lader van de Phoenix Multi Compact kan desgewenst ook uitgeschakeld worden. NL 4.4.1 De 3 voorgeprogrameerde laadcurves: 4.4.2 Overige lader instellingen: De laadstroom is standaard ingesteld op 75% van de maximale laadstroom. Voor veel toepassingen zal deze stroom te hoog zijn. Om te voorkomen dat de accu’s defect raken is het noodzakelijk om de laadstroom aan te passen naar 0,1-0,2x de accucapaciteit. De stapgrootte is 1A. Absorptionspanning (standaard 14.4V / 28.8V) De absorptionspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V. De stapgrootte is 0,05 V Absorptiontijd/ maximale absorptiontijd (standaard 4 uur) Deze instelling bepaalt bij de fixed laadkarakteristiek hoelang de lader de absorptionspanning aanbiedt. Bij de adaptieve laadkarakteristiek bepaalt deze instelling wat de maximale tijd is dat de lader de absorptionspanning aanbiedt. De (maximale) absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 8 uur. De stapgrootte is 1 uur. Floatspanning De floatspanning is in te stellen van 12-16/ 24-32V De stapgrootte is 0,05 V. Herhaalde absorptiontijd (standaard 1 uur) De herhaalde absorptiontijd kan worden ingesteld van 1 tot 72 kwartier. De stapgrootte is 1 kwartier Herhaald absorptioninterval (standaard 7 dagen) Het herhaald absorptioninterval, kan worden ingesteld van 1 tot 45 dagen. De stapgrootte is 1 dag. 19 Appendix Adaptieve laadkarakteristiek met BatterySafe mode (standaard instelling) Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde laadspanning, dan zal de Phoenix Multi Compact / MultiPlus Compact nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen voorkomen. D De Adaptieve laadkarakteristiek biedt de absorptionspanning aan gedurende een tijd afhankelijk van de lading die tijdens bulk is geleverd. Daarna volgt een floatfase van 24 uur, waarna naar 13/ 26V (gereduceerd float) wordt teruggeschakeld. Net als bij de Fixed laadkarakteristiek wordt ook hier periodiek een absorptionfase aangehouden. F De Fixed laadkarakteristiek biedt de absorption spanning voor een bepaalde (vast instelbare) tijd aan. Na de absorptionfase wordt een bepaalde (wederom vast instelbare) tijd de floatspanning aangeboden, om daarna periodiek gedurende een (meestal kortere) tijd weer de absorptionspanning aan te bieden. 4.5 Bijzondere instellingen (alleen instelbaar met VEConfigure software) Bulkbescherming aan/ uit (standaard: aan) Als de lader na 10 uur in de bulkfase te hebben geladen de absorption spanning nog niet heeft bereikt kan het zijn dat de accu defect is. Om verdere schade te voorkomen zal de lader na 10 uur bulk automatisch worden uitgeschakeld. De rode LED ”alarm” gaat dan branden. AC Waveform Check (standaard: aan) De Phoenix Multi Compact controleert of the netspanning niet alleen de juiste voltage heeft, maar ook de juiste sinus vorm. Indien de Phoenix Multi Compact niet goed functioneert op een generator kan deze functie worden uitgeschakeld. PowerContol: omgaan met beperkte generator/ walstroom Ter bescherming van de generator of van de walstroomaansluiting wordt de laadstroom zodanig ingesteld dat de gezamenlijk afgenomen stroom door de lader en de AC verbruikers niet boven de ingestelde stroom komt. Als het AC verbruik boven de ingestelde stroom komt, zal de lader uitschakelen en de “mains on” LED gaan knipperen. Het is nu mogelijk dat de walzekering doorslaat of de generator door overbelasting uitschakelt. In dat geval zal de Multi Compact proberen om te schakelen naar omvormerbedrijf. De generator/ walstroom kan worden ingesteld van 2 tot 16A. De stapgrootte is 1A. Bij gebruik van het Remote Control paneel wordt de walstroom instelling bepaald door dit paneel. Wanneer de aan de Phoenix Multi Compact aangeboden spanningsvorm niet zuiver sinusvorming is, bestaat de kans dat de Phoenix Multi Compact deze niet zal accepteren. U kunt deze detectie uitschakelen door de shore current limiter naar “0” te draaien. PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat of walstroom: de unieke “meehelp” functie van de MultiPlus Compact (standaard: aan) Met de MultiPlus Compact kunt U nog een stap verder gaan. De MultiPlus Compact werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting en verdubbelt het beschikbare vermogen. Tijdelijk te weinig stroom? De MultiPlus Compact haalt extra energie uit de accu en helpt mee! Nog stroom over? De MultiPlus Compact maakt er gebruik van om de accu te laden. U stelt de walstroom in met een simpele 0 tot 16 A draaiknop op het Phoenix Multi Control paneel. Noot 1: Voor de goede werking van PowerAssist dient minstens 2A netvoeding of een aggregaat met ten minste hetzelfde vermogen als de MultiPlus beschikbaar te zijn. Noot 2: Sommige moderne generatoren generen de wisselstroom m. b. v. een statische omvormer. Het toerental van deze generatoren wordt meestal teruggeregeld bij geringe belasting. Indien met VEConfigure de “Dynamic Current Limit”functie aangezet wordt zal de MultiPlus een plotselinge belastingsprong opvangen totdat de motor van het aggregaat weer op volle toeren draait. 20 GB Extern Alarm Relais en Virtual Switch (standaard: uitgeschakeld) Er is een open collector uitgang beschikbaar waarop en relais aangesloten kan worden tbv alarm en andere signaleringen (o. a. een generator start signaal). De maximum belasting is 66V 40mA. De functie van de open collector uitgang kan geprogrammeerd worden met VEConfigure. NL 4.6 Onderhoud F De Phoenix Multi Compact vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom dat de Phoenix Multi Compact vochtig wordt en houd het apparaat schoon. D Appendix 21 5 FOUTZOEKSCHEMA Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Voordat testen met de omvormer en/ of acculader worden uitgevoerd dienen de DCbelastingen te worden losgekoppeld van de accu’s en de AC-apparatuur dient te worden losgekoppeld van de omvormer. Indien de fout niet opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy distributeur. Probleem De omvormer werkt niet wanneer deze wordt ingeschakeld De omvormer werkt niet Oorzaak De accuspanning is te hoog of te laag. Oplossing Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde is. Processor staat in uit-mode De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 1: de accuspanning is laag. Voor-alarm, alt. 2: de belasting op de omvormer is hoger dan de nominale belasting. Voor-alarm, alt. 3: lage accuspanning en te hoge belasting. Ontkoppel de netspanning. Schakel de omvormer uit. Wacht 4 seconden. Schakel de omvormer weer aan. Laad de accu op of controleer de accu aansluitingen. Ontkoppel een deel van de belasting. De LED “alarm” knippert. De LED “alarm” knippert. Voor-alarm, alt. 3: rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,25Vrms. De LED “lalarm” brandt. De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van voortduring van een van bovenstaande vooralarm omstandigheden. 22 Laad de accu’s op, ontkoppel een deel van de belasting of plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere accukabels. Controleer de dynamo. Controleer de accukabels en accuaansluitingen. Wees er zeker van dat de accucapaciteit voldoende is, verhoog deze eventueel. Zie de bovenstaande oplossingen Oorzaak De netspanning of –frequentie is buiten het bereik. Stel de laadstroom in tussen 0,1 en 0,2x de accucapaciteit. Controleer de accuaansluitingen. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. De capaciteit van de accu is te groot. De interne DC zekering is kapot. Regel de floatspanning af op een goede waarde. Sluit een accu aan met een kleinere capaciteit en verhoog de laadstroominstelling. Omvormer is defect. De absorptionspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. De floatspanning is op een verkeerde waarde ingesteld. Een slechte accu. Regel de absorptionspanning af op een goede waarde. Regel de floatspanning af op een goede waarde. Vervang de accu. Een te kleine accu. Reduceer de laadstroom of gebruik een accu met een hogere capaciteit. Sluit een temperatuursensor aan. De accu temperatuur sensor is stuk Appendix De accu staat te warm. De laadstroom zakt De accu is oververhit (>50°C) terug naar 0 zodra de absrptie fase ingaat D De accu wordt overladen. Reset de 16 A thermische onderbreker. F De accu wordt niet Verkeerde laadstroom. volledig opgeladen. Een slechte accuaansluiting. NL De thermische onderbreker is geactiveerd. Oplossing Zorg dat de netspanning tussen 185 VAC en 265 VAC komt te liggen en dat de frequentie overeenkomt met de instelling. GB Probleem De lader werkt niet - Plaats de accu in een koelere ruimte - Verlaag de laadstroom - Kijk of een van de accucellen een interne sluitng heeft Maak het stekkertje van de temperatuur sensor in de Multi los. Reset de Multi door deze uit te schakelen en na minstens 4 seconden wachten weer aan te zetten. Indien de laad functie nu weer goed is moet de temperatuur sensor vervangen worden. 23 6 TECHNISCHE SPECIFICATIES 6.1 ALGEMEEN Ventilatie Temperatuurbereik - Tijdens werking - Bij opslag Beveiligd Relatieve vochtigheid EMC Emissie Immuniteit Veiligheid Automotive 24 Geforceerde convectie (intern) -20 – +50 °C -25 – +60 °C Uitgang kortsluitvast Overbelasting Accuspanning te hoog Accuspanning te laag 230V netspanning op de uitgang van de omvormer DC Ingangsrimpel te hoog Temperatuur beveiligd transformator Electronic & Powerstage Batterij (als de sensor is aangesloten) 0 - 95% Elektromagnetische compatibiliteit volgens EMC richtlijn EMC 89/336 EEC EN 55014 (1993) en EN50081-1 EN61000-3-2 EN61000-3-3 EN 55104 (1995) Laagspannings-norm: 73/23/EEG en 93/68/EEG EN60335-1 en EN60335-2-29 95/54/EC 6.2 Omvormer 24/800 / 16 24/800 24/1200 24/1600 / 25 / 40 24/1200 24/1600 9,5 -16,1 19,0 - 32,2 10,9 21,8 9,0 18,0 16,1 32,2 48/1200 48/1600 / 12 / 20 48/1200 48/1600 38,0 - 64,4 NL 43,6 56 F 64,4 D Max. 1,25Vrms 65 100 130 35 50 65 25 35 85 130 170 40 65 85 30 40 8 8 8 12 12 12 15 15 5 200 5 250 5 250 9 80 9 125 9 125 12 150 12 150 Appendix Ingangsspanningbereik (Vdc) Inschakelspanning (Vdc) Uitschakelspanninglaag (Vdc) Uitschakelspanning hoog (Vdc) rimpelspanning (Vrms) Ingangsstroom Nominaal (A) Ingangsstroom Maximaal (A) Vermogensverbruik onbelast (W) Economy DC veiligheidszekering (A) Output (Vac) Output Voltage Range (Vac) Frequentie (Hz) Uitgangs-spanning THD Arbeidsfactor Economy DS6=on load < +/- 25W Geen lineaire belasting, crest factor 3:1 (VA) 25ºC) Nominaal vermogen (W) (cos ϕ = 1,0; 25ºC) Nominaal vermogen (W) (cos ϕ = 1,0; 40ºC) Opstart vermogen (W) Inschakelgedrag Rendement Pnom efficiency ½ Pnom kortsluitstroom 12/1200 12/1600 / 50 / 70 12/1200 12/1600 GB 12/800 / 35 12/800 230 ± 1% 185–245 50/60 ±0,01% (kristal) Pure sinewave Max. 5% Alles toegestaan 145VAC top=300V speciaal aangepast voor SL- PL- and TL lampen (normale lichtsterkte) and klokken 800 1200 1600 800 1200 1600 1200 1600 650 1000 1300 650 1000 1300 1000 1300 600 900 1100 600 900 1100 900 1100 1900 2000 2300 1900 2600 3000 2600 3000 87% 90% De nominale uitgangsspanning is aanwezig binnen 20mS 86% 84% 88% 87% 86% 87% 88% 87% 90% 89% 87% 90% 86% 88% 10 12 13 10 12 13 13 15 25 6.3 Accu lader 12/800 12/1200 12/1600 24/800 / 35 / 50 / 70 / 16 Ingangsspanning (Vac) Afschakel spanning (Vac) Frequentie(Hz) Maximale ingangstroom (A) Ingangs-zekering (TCB) 250 Vac Rendement Cos ϕ / power factor Absorption Laadspanning default (Vdc) Float laadspanning default (Vdc) Uitgang oplaadspanning (Vdc) Min./max. Laad karakteristiek Nominale startaccustroom (A) Toegestane accurimpel (Vrms) Acculekstroom, wanneer de Multi Compact is uitgeschakeld (mA) 26 24/1200 24/1600 / 25 / 40 48/1200 / 12 48/1600 / 20 200–250 <180 en >270 45 – 55 of 55 – 65 Bij 230 Vac (AC uit onbelast) 2,5A 3,8A 6,3A 2,7A 3,9A 5,6A 16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A 16A 84% 82% 81% 85% 83% 85% 84% 14,40 84% 1,0 28,80 13,80 27,60 55,2 8 – 16 11 - 32 22 - 64 4-staps automatisch 4 Max. 1,25 ≤ 1mA 57,6 6.4 Schakelen tussen omvormer en AC ingang GB Maximaal doorgeschakeld vermogen 3600W (begrensd door een 16 A Thermal Circuit Breaker) Omschakeltijd van omvormer naar netspanning 0 ms 1 Omschakeltijd van netspanning naar omvormer 0 ms 1 (U batt >10,5V) Netspanningfout detectie tijd. 4ms tot 20ms Omschakelspanning AC ingang naar omvormer. 180Vac Omschakelspanning van omvormer naar AC ingang 187Vac Min. - Max. frequentie bereik (50Hz/60Hz) 45 – 55Hz of 55 – 65Hz 1 Doordat de omvormer en netspanning een korte tijd parallel werken is er geen omschakeltijd. NL F Seriële interface 12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600 / 35 / 50 / 70 / 16 / 25 / 40 12/800 12/1200 12/1600 24/800 24/1200 24/1600 aluminium, beschermingsklasse IP21 blue RAL 5012 375 mm x 215 mm x 115mm (zie Anhang A) 9 1,5 m 10 1,5 m 10 1,5 m 9 1,5 m 10 1,5 m 10 1,5 m 48/1200 / 12 48/1200 10 1,5 m 48/1600 / 20 48/1600 10 1,5 m 2 * G-ST18i connector 2,5 mm² 2 1,5 mm draden Aansluitingen op printplaat (connector geschikt voor 1 mm2 draden) Remote switch (connector voor 3 draden Ø 1mm2) Batterij temperatuur sensor (connector for 2 wire Ø 1mm2) Alarm: transistor, open collector 33V 40mA (connector voor 2 draden Ø 0,5 mm2) Voor Phoenix Remote Control Voor MK met VE-configure software 27 Appendix Behuizing kleur Afmetingen (H x W x D) gewicht (kg) Batterij aansluitkabel AC in/out aansluiting Startbatterij aansluiting: Externe connection: sensing, remote switch D 6.5 Mechanisch
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Victron energy Phoenix Multi(Plus) Compact de handleiding

Categorie
Acculaders
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor