Documenttranscriptie
1. VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
EN
Algemeen
NL
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen voordat u
het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest conform de internationale normen. De apparatuur mag enkel worden gebruikt voor de bedoelde
toepassing.
FR
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld, kan er een
gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de ingangs- en of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselspanningsvoeding uit en
ontkoppel de accu voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
ES
Gebruik het product nooit op plaatsen, waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de specificaties van de accufabrikant
om te waarborgen dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. Neem altijd de veiligheidsvoorschriften van de accufabrikant in
acht.
DE
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Verwijder het paneel aan de voorkant
niet en stel het product niet in bedrijf als niet alle panelen zijn gemonteerd. Alle onderhoudswerkzaamheden dienen door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd.
WAARSCHUWING: til geen zware voorwerpen zonder hulp.
SE
Installatie
Lees de installatieaanwijzingen voordat u met de installatie begint.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang nooit een beveiliging door een ander
type component. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt of de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen van het
product, zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur wordt gebruikt onder de juiste bedrijfsomstandigheden. Gebruik het product nooit in een vochtige of
stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er rondom het product steeds voldoende vrije ruimte is voor ventilatie en dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Zorg er daarom voor dat zich geen chemische stoffen, kunststofonderdelen,
gordijnen of andere soorten textiel enz. in de onmiddellijke omgeving van de apparatuur bevinden.
Vervoer en opslag
Zorg er bij opslag of transport van het product voor dat de netstroom- en accukabels zijn losgekoppeld.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade als de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan de originele
verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur dient te liggen tussen -20°C en 60°C.
Raadpleeg de handleiding van de accufabrikant voor informatie over transport, opslag, opladen, herladen en afvalverwijdering van de
accu.
1
Appendix
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardingsklem ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen van
de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van het product
bevindt zich een extra aardpunt. Als u vermoedt dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product buiten bedrijf worden gesteld
en worden beveiligd tegen per ongeluk opnieuw inschakelen; neem hiervoor contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige firmware nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Wanneer dit nummer
begint met 19 of 20 dan heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de MultiPlus is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de MultiPlus een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningsstoring of als het aggregaat wordt uitgeschakeld, zal de MultiPlus overschakelen op omvormerbedrijf en
de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische apparaten ongestoord
blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS-functionaliteit). Dit maakt de MultiPlus zeer geschikt als noodstroomsysteem
in industriële en telecommunicatietoepassingen. De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 16A of 50A,
afhankelijk van het model.
Extra AC-uitgang
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een extra uitgang beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu in werking is.
Voorbeeld: een elektrische boiler die enkel in bedrijf mag zijn als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Nagenoeg onbegrensd vermogen dankzij parallelschakeling
Tot 6 MultiPlus-units parallel worden geschakeld. Zo kan met zes 48/5000/70 eenheden bijvoorbeeld een uitgangsvermogen van 24
kW / 30 kVA met 420 A laadvermogen worden bereikt.
Driefaseschakeling
Drie eenheden kunnen worden geconfigureerd voor driefase-uitgang. Maar dat is nog niet alles: tot 6 sets van drie eenheden kunnen
parallel worden geschakeld voor een omvormervermogen van 72 kW / 90 kVA en een laadcapaciteit van meer dan 1200 A.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom
De MultiPlus kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat. Daarom
kan er een maximale stroom ingesteld worden. De MultiPlus houdt dan rekening met andere stroomverbruikers en gebruikt voor het
opladen enkel de stroom die nog ‘over’ is.
PowerAssist – Doe meer met uw aggregaat en walstroom: met de “meehelp”-functie van de MultiPlus
Deze functie voegt nog een extra dimensie toe aan het principe PowerControl doordat de MultiPlus de capaciteit van de alternatieve
bron aanvult. Waar piekstroom zo vaak enkel kortstondig nodig is, zorgt de MultiPlus ervoor dat onvoldoende wal- of generatorstroom
onmiddellijk wordt gecompenseerd met stroom van de batterij. Als de belasting afneemt, wordt de reservestroom gebruikt om de accu
weer op te laden.
Met deze unieke functie is het ‘walstroomprobleem’ voorgoed opgelost: zwaar elektrisch gereedschap, afwasmachine,
wasmachine, elektrische kookplaat kunnen nu allemaal draaien met 16 A walstroom of zelfs nog minder. Bovendien kan een
kleiner aggregaat worden geïnstalleerd.
Drie programmeerbare relais
Het relais kan voor allerlei toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
Frequentiewisseling
Als zonneomvormers zijn aangesloten op de uitgang van een Multi of Quattro wordt het teveel aan zonne-energie gebruikt om de accu's
weer op te laden. Zodra de absorptiespanning is bereikt, schakelen de Multi of Quattro de zonneomvormer uit door de
uitgangsfrequentie met 1 Hz aan te passen (bijvoorbeeld van 50 Hz naar 51 Hz). Zodra de accuspanning iets is gedaald, keert de
frequentie terug naar normaal en worden de zonneomvormers weer gestart.
Ingebouwde accumonitor (optioneel)
De ideale oplossing als Multi’s of Quattro’s onderdeel uitmaken van een hybride systeem (dieselaggregaat, omvormer/laders,
opslagaccu en alternatieve energie). De ingebouwde accumonitor kan zo worden ingesteld dat deze het aggregaat start en stopt:
- Start van een vooringesteld % van het ontladingsniveau en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringestelde accuspanning en/of
- start (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
- Stop bij een vooringestelde accuspanning of
- stop (met een vooringestelde vertraging) nadat de bulklading is voltooid en/of
- stop (met een vooringestelde vertraging) bij een vooringesteld belastingsniveau.
Zonne-energie
De MultiPlus is uiterst geschikt voor zonne-energietoepassingen. Hij kan in zowel autonome systemen worden gebruikt als ook in
netgekoppelde systemen.
2
NL
FR
Programmeerbaar met DIP-schakelaars, VE.Net-paneel of pc
De MultiPlus wordt gebruiksklaar geleverd. Drie eigenschappen staan ter beschikking om, indien gewenst, bepaalde instellingen te
kunnen wijzigen:
- De meest belangrijke instellingen (inclusief parallel bedrijf van tot drie apparaten en 3-fasebedrijf) kan heel eenvoudig met DIPschakelaars worden gewijzigd.
- Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctionele relais, kunnen worden gewijzigd met een VE.Net-paneel.
- Alle instellingen kunnen worden gewijzigd met een pc en gratis software die kan worden gedownload op onze website
www.victronenergy.com
EN
Autonoom bedrijf als de netspanning uitvalt
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een kleine warmtekrachtcentrale of andere duurzame energiebronnen hebben in
potentie een autonome energievoorziening, waarmee essentiële apparatuur (CV-pompen, koelkasten, vriezers, internetaansluitingen) in
bedrijf kan worden gehouden tijdens een stroomuitval. Een probleem is echter dat de netgekoppelde duurzame energiebronnen
uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een MultiPlus en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze worden opgelost: de
MultiPlus kan de netspanning tijdens een stroomuitval vervangen. Als de duurzame energiebronnen meer vermogen dan nodig
produceren, zal de MultiPlus het teveel gebruiken om de accu’s op te laden, terwijl de MultiPlus bij een tekort extra vermogen zal
leveren via de accu.
DE
ES
2.2 Acculader
Adaptieve 4-traps laadkarakteristieken: bulk – absorptie – druppel – opslag
Het adaptieve accubeheersysteem, aangedreven door een microprocessor, kan worden ingesteld op verschillende soorten accu's. De
adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het accugebruik.
SE
De juiste hoeveelheid lading: variabele absorptietijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatige gasvorming te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptietijd automatisch verlengd om de accu volledig op te laden.
Minder onderhoud en veroudering als de accu niet wordt gebruikt: met de opslag-modus
De opslag-modus wordt geactiveerd als de accu gedurende 24 uur niet wordt ontladen. In de opslag-modus wordt de open spanning
verminderd tot 2,2 V/cel (13,2 V voor 12V-accu) om gasvorming en corrosie van de positieve platen tot een minimum te beperken. Eén
keer per week wordt de spanning opnieuw verhoogd tot absorptieniveau om de accu weer 'bij te laden'. Dit voorkomt stratificatie van het
elektrolyt en sulfatering, de hoofdoorzaak van voortijdig falen van de accu.
Twee DC-uitgangen om twee accu's op te laden
De hoofd-DC-aansluitklem kan de volledige uitgangsstroom leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het opladen van een startaccu, is
beperkt tot 4 A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Langere levensduur van de accu: door temperatuurcompensatie
De temperatuursensor (meegeleverd met het product) dient om de laadspanning te verminderen als de accutemperatuur stijgt. Dit is
vooral belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s die anders mogelijk uitdrogen door overlading.
Accuspanningsdetectie: de juiste laadspanning
Het spanningsverlies door de kabelweerstand kan worden gecompenseerd door gebruik te maken van de spanningsdetectievoorziening
om de spanning rechtstreeks op de DC-bus of op de aansluitklemmen van de accu te kunnen meten.
Meer over accu's en opladen
In ons boek ‘Altijd Stroom’ kunt u meer lezen over accu’s en het opladen van accu’s. Het is gratis verkrijgbaar op onze website (zie
www.victronenergy.com -> Support -> Technische Informatie). Voor meer informatie over adaptief opladen zie de Technische Informatie
op onze website.
2.3 Eigen verbruik – zonne-energie-opslagsystemen
Voor meer informatie zie ons witboek Eigen verbruik en onafhankelijk zijn van het elektriciteitsnet met de Victron Energy Storage
Hub (opslaghub).
De bijbehorende software kan worden gedownload van onze website.
Als de Multi/Quattro wordt gebruikt in een configuratie, waarin deze energie teruggeeft aan het elektriciteitsnet, moet conformiteit met de
netcode mogelijk zijn door de netcode van het land, waarin deze wordt gebruikt, in te stellen via VEConfigure.
Op deze manier kan de Multi/Quattro aan de plaatselijke voorschriften voldoen.
Zodra de code is ingesteld, is een wachtwoord vereist om de netcodeconformiteit uit te schakelen of de met de netcode
samenhangende parameters te wijzigen.
Als de plaatselijke netcode niet wordt ondersteund door de Multi/Quattro, dient een extern gecertificeerd interface-apparaat te worden
gebruikt om de Multi/Quattro op het elektriciteitsnet aan te sluiten.
De Multi/Quattro kan ook worden gebruikt als bidirectionele omvormer in parallel bedrijf met het elektriciteitsnet, geïntegreerd in een
door de klant ontworpen systeem (PLC of ander systeem) dat de regellus en meting van het elektriciteitsnet verzorgt, zie
http://www.victronenergy.com/live/system_integration:hub4_grid_parallel
3
Appendix
Schade door overmatige gasvorming beperken: met de BatterySafe-modus
Als, om de laadtijd te verkorten, wordt gekozen voor een hoge laadstroom in combinatie met een hoge absorptiespanning, dan wordt
schade door overmatige gasvorming voorkomen door de stijgingssnelheid van de spanning automatisch te beperken als de
gasvormingsspanning is bereikt.
3. BEDIENING
3.1 Schakelaar on/off/charger only
Als de schakelaar op “on” wordt gezet, is het apparaat volledig functioneel. De omvormer wordt ingeschakeld en de led “inverter on”
gaat branden.
Als er op de “AC-in”-aansluiting spanning wordt aangesloten, zal deze, als de waarde binnen de specificaties valt, worden
doorgeschakeld naar de “AC-out” aansluiting. De omvormer wordt uitgeschakeld, de led “mains on” gaat branden en de lader begint
met opladen. Afhankelijk van de laadmodus gaan de leds "bulk" (bulklading), "absorption" (absorptielading) of "float" (druppellading)
branden.
Als de spanning op de “AC-in ”-aansluiting wordt afgewezen, zal de omvormer worden ingeschakeld.
Als de schakelaar op “charger only” wordt gezet, zal alleen de acculader van de MultiPlus-unit worden ingeschakeld (als er netspanning
aanwezig is). In deze modus wordt de ingangsspanning tevens doorgeschakeld naar de “AC-out”-aansluiting.
OPMERKING: Als alleen de laadfunctie nodig is, moet erop worden gelet dat de schakelaar in de stand “charger only” wordt gezet.
Hiermee voorkomt u dat bij het wegvallen van de netspanning de omvormer wordt ingeschakeld en uw accu’s leeg raken.
3.2 Afstandsbediening
De afstandsbediening is mogelijk met een 3-wegschakelaar of met het Multi Control-paneel.
Het Multi Control-paneel heeft een eenvoudige draaiknop, waarmee de maximale stroom van de AC-ingang kan worden ingesteld: zie
PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie en geforceerde absorptie
3.3.1 Egalisatie
Tractie-accu's moeten regelmatig extra worden opgeladen. In de egalisatiemodus gaat de MultiPlus gedurende een uur met een
verhoogde spanning laden (1 V boven de absorptiespanning voor een 12V-accu, 2 V voor een 24V-accu). De laadstroom wordt dan
beperkt tot 1/4 van de ingestelde waarde. De leds “bulk” en “absorption” gaan dan afwisselend knipperen.
De egalisatiemodus levert een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten daarom worden losgekoppeld
voordat er extra wordt opgeladen.
3.3.2 Geforceerde absorptie
Onder bepaalde omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een bepaalde tijd met een absorptiespanning te laden. In de
modus Geforceerde Absorptie gaat de MultiPlus gedurende de ingestelde maximale absorptietijd met de normale absorptiespanning
laden. De led “absorption” gaat branden.
3.3.3 Egalisatie of geforceerde absorptie activeren
De MultiPlus is zowel via de afstandsbediening als met de schakelaar op het voorpaneel in deze beide toestanden worden gebracht.
Voorwaarde is wel dat alle schakelaars (op het voorpaneel, de afstandsbediening als op het paneel) in de stand “on” worden gezet en
geen enkele schakelaar in de stand “charger only” staat.
Om de MultiPlus is deze toestand te brengen, moet de onderstaande procedure worden gevolgd.
Als de schakelaar zich niet in de juiste stand bevindt nadat u deze procedure hebt gevolgd, kan deze eenvoudig eenmalig worden
omgeschakeld. Hiermee wordt de laadtoestand niet gewijzigd.
OPMERKING: het omschakelen van “on” naar “charger only” en terug, zoals hieronder beschreven, dient op een snelle manier te
gebeuren. De schakelaar moet zo worden omgeschakeld dat de middenstand als het ware wordt ‘overgeslagen’. Als de schakelaar ook
maar even in de stand “off” blijft staan, loopt u het risico dat het apparaat wordt uitgeschakeld. In dat geval dient u weer bij stap 1 te
beginnen. Met name bij gebruik van de schakelaar op het voorpaneel is enige oefening gewenst. Bij gebruik van de afstandsbediening
is dit geen probleem.
Procedure:
1. Controleer of alle schakelaars (bv. op het voorpaneel, op de afstandsbediening of de schakelaar op het afstandspaneel voor zover
aanwezig) in de stand “on” staan.
2. Het activeren van de egalisatie of de geforceerde absorptie is alleen zinvol als de normale laadcyclus is voltooid (de lader bevindt
zich dan in de modus 'Float').
3. Activeren:
a. Zet de schakelaar snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
b. Zet de schakelaar snel weer terug van "charger only" naar "on" en laat de schakelaar 0,5 tot 2 seconden in deze stand staan.
c. Zet de schakelaar nog eens snel van "on" naar "charger only" en laat de schakelaar in deze stand staan.
4. Op de MultiPlus (en, indien aangesloten, op het Multi Control-paneel) gaan nu de drie leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” 5 keer
knipperen.
5. Vervolgens gaan de leds “Bulk”, “Absorption” en “Float” elk gedurende 2 seconden branden.
a. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Bulk” brandt, schakelt de lader over op egalisatie.
b. Als de schakelaar op “on” wordt gezet, terwijl de led “Absorption” brandt, schakelt de lader over op geforceerde absorptie.
c. Als de schakelaar op “on” wordt gezet nadat de drie leds zijn gaan branden, schakelt de lader over op druppellading (Float).
d. Als de schakelaar niet is omgezet, blijft de MultiPlus in de modus “charger only” en schakelt daarna over op druppellading.
4
3.4 Led-aanduidingen
EN
led uit
led knippert
led brandt
mains on
Absorption
on
off
charger
only
charger
on
temperature
inverter on
overload
off
charger
only
low battery
temperature
inverter
on
Bulk
inverter on
overload
off
absorption
Float
charger
only
charger
mains on
low battery
temperature
on
inverter on
overload
off
Float
charger
only
charger
mains on
Bulk
absorption
Float
Bulk
absorption
Float
De accu is bijna leeg.
low battery
temperature
inverter
on
off
charger
only
charger
mains on
De omvormer is uitgeschakeld door
overbelasting of kortsluiting.
inverter
Bulk
absorption
Het nominale vermogen van de
omvormer is overschreden. De led
“overload” (overbelasting) knippert
Appendix
charger
mains on
low battery
SE
Float
De omvormer is ingeschakeld en
levert stroom aan de belasting.
inverter
Bulk
absorption
overload
ES
mains on
inverter on
DE
Float
inverter
FR
Bulk
NL
Omvormer
charger
inverter on
overload
De omvormer is uitgeschakeld door
een te lage accuspanning.
low battery
temperature
inverter
on
off
charger
only
inverter on
overload
De interne temperatuur bereikt een
kritiek niveau.
low battery
temperature
5
charger
mains on
Bulk
absorption
Float
inverter
on
off
charger
only
charger
mains on
Bulk
absorption
Float
on
off
charger
only
Float
on
off
charger
only
Float
on
off
charger
only
Float
on
charger
only
Float
6
inverter on
low battery
De omvormer wordt uitgeschakeld
door een te hoge rimpelspanning op
de accu-aansluitingen.
temperature
inverter on
low battery
De AC-ingangsspanning is
doorgeschakeld en de lader voert
een bulklading uit.
temperature
inverter on
low battery
De voedingsspanning is
doorgeschakeld en de lader is
ingeschakeld.
De ingestelde absorptiespanning
echter is nog niet bereikt.
(BatterySafe-modus)
temperature
inverter
on
Bulk
absorption
temperature
overload
off
charger
mains on
low battery
-Als de leds afwisselend knipperen,
is de accu bijna leeg en wordt het
nominale vermogen overschreden.
-Als "overload" en "low battery"
tegelijkertijd knipperen, is de
rimpelspanning op de accuaansluitingen te hoog.
inverter
Bulk
absorption
overload
overload
charger
mains on
inverter on
inverter
Bulk
absorption
temperature
overload
Acculader
charger
mains on
low battery
De omvormer is uitgeschakeld,
omdat de temperatuur van de
elektronica te hoog is.
inverter
Bulk
absorption
overload
inverter
charger
mains on
inverter on
inverter on
overload
off
charger
only
low battery
temperature
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een
absorptielading uit.
mains on
Bulk
Float
on
off
charger
only
inverter on
overload
low battery
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader voert een druppellading
uit.
NL
absorption
inverter
EN
charger
temperature
FR
charger
Bulk
Float
off
charger
only
inverter on
overload
low battery
De netspanning is doorgeschakeld
en de lader bevindt zich in de
egalisatiemodus.
ES
absorption
on
DE
mains on
inverter
temperature
SE
Speciale aanduidingen
PowerControl
mains on
Bulk
absorption
Float
inverter
on
off
charger
only
Power Assist
charger
mains on
inverter on
overload
low battery
temperature
on
inverter on
overload
off
Float
De AC-ingang is doorgeschakeld.
De AC-uitgangsspanning is gelijk
aan de vooringestelde maximale
ingangsstroom. De laadstroom is
verlaagd naar 0.
inverter
Bulk
absorption
Appendix
charger
charger
only
low battery
De AC-ingang is doorgeschakeld,
maar de belasting vereist meer
stroom dan de vooringestelde
maximale ingangsstroom. De
omvormer is ingeschakeld om de
vereiste extra stroom te leveren.
temperature
7
4. INSTALLATIE
Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een gekwalificeerde
elektromonteur.
4.1 Locatie
De MultiPlus dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd, zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een ruimte van tenminste 10 cm te worden vrijgehouden voor koeling.
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
- Kortere levensduur.
- Lagere laadstroom.
- Lager piekvermogen of volledige uitschakeling van de omvormer.
- Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
De MultiPlus is geschikt voor wandmontage. Voor de montage bevat de behuizing aan de achterkant een haak en twee gaten (zie
bijlage G). Het apparaat kan horizontaal of verticaal worden geplaatst. Voor een optimale koeling wordt de voorkeur gegeven aan
verticale plaatsing.
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed toegankelijk te
blijven.
Houd de afstand tussen het product en de accu zo klein mogelijk om het spanningsverlies over de kabels tot een minimum te beperken.
Om veiligheidsredenen dient dit product te worden geïnstalleerd in een
hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld
chemicaliën, synthetische onderdelen, gordijnen of ander textiel, enz. in de directe
omgeving.
4.2 Aansluiten van de accukabels
Om de volledige capaciteit van het product te kunnen benutten, dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende
capaciteit en van accukabels met de juiste doorsnede. Zie tabel.
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
Aanbevolen DC-zekering
24/5000/120
400–1400
400 A
48/5000/70
200–800
200 A
2x 50 mm2
2x 90 mm2
1x 70 mm2
2x 70 mm2
Aanbevolen doorsnede (mm2) per +
en - aansluitklem
0–5m
5 – 10 m
* ‘2x’ betekent twee plus- en twee min-kabels.
Opmerking: De interne weerstand is een belangrijke factor als met accu's met lage capaciteit wordt gewerkt. Raadpleeg uw leverancier
of de relevante hoofdstukken in ons boek “Altijd stroom” dat op onze website kan worden gedownload.
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om kortsluiting bij de
accu te voorkomen.
Maximaal aanhaalmoment: 11 Nm
Voorkom kortsluiting van de accukabels.
- Verwijder de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing en verwijder het voorpaneel.
- Sluit de accukabels als volgt aan: zie Bijlage A.
- Draai de moeren stevig vast om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te houden.
8
4.3 Aansluiten van de AC-kabels
EN
NL
De MultiPlus is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met
een aardingsklem ter beveiliging). De wisselstroomingangs- en/of uitgangsklemmen en/of het aardingspunt aan de buitenkant van het
product moeten om veiligheidsredenen voorzien zijn van een
onderbrekingsvrij aardingspunt.
FR
De MultiPlus is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat de
neutrale uitgang automatisch met de behuizing verbindt als er geen
externe wisselspanningsvoeding beschikbaar is. Als een externe
wisselspanningsvoeding beschikbaar is, zal het aardrelais zich openen
voordat het ingangsveiligheidsrelais zich sluit. Dit zorgt voor een goede
werking van de op de uitgang aangesloten aardlekschakelaar.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding worden
gewaarborgd met de aarddraad van de wisselspanningsingang. Anders
moet de behuizing worden geaard.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met een walstroomstekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aardverbinding
verbreken. In dat geval moet de behuizing worden verbonden met het
chassis (van het voertuig) of met de romp of aardplaat (van de boot).
- Op boten is de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting niet aan te bevelen in verband met mogelijke galvanische
corrosie. De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatietransformator.
DE
ES
Appendix
- AC-in (zie bijlage A)
De AC-ingangskabel kan worden aangesloten op het klemmenblock “AC–in”.
Van links naar rechts: “PE” (aarde), “N” (nul) en “L” (fase). Maximaal aanhaalmoment: 6 Nm.
De AC-ingang moet zijn beveiligd met een zekering of magnetische contactverbreker voor 100 A of minder en de doorsnede
van de kabel moet hieraan zijn aangepast. Als de ingangswisselspanning lager ligt, moeten de zekering of magnetische
contactverbreker hieraan worden aangepast.
SE
U vindt de klemmenblokken op de printplaat, zie Bijlage A. De wal- of voedingskabel dient met behulp van een drie‑aderige kabel op de
MultiPlus te worden aangesloten.
- AC-out-1 (zie bijlage A)
De wisselstroomvermogenskabel kan direct worden verbonden met het klemmenblok "AC-out". Maximaal aanhaalmoment: 6 Nm.
Met de PowerAssist-functie kan de MultiPlus tot 5 kVA (dat is 5000 / 230 = 22 A) bij piekvermogensbehoefte aan de uitgang toevoegen.
Samen met een maximale ingangsstroom van 100 A betekent dit dat de uitgang tot 100 + 22 = 122 A kan leveren.
Een aardlekschakelaar en een zekering of contactverbreker passend bij de verwachte belasting moet in serie worden
opgenomen in het uitgangsvermogen en de doorsnede van de kabel moet hieraan worden aangepast. Het maximaal toelaatbare
vermogen van de zekering of contactverbreker is 122 A.
- AC-out-2 (zie bijlage A)
Een tweede uitgang is beschikbaar die de belasting in geval van voeding via de accu onderbreekt. Op deze klemmen wordt apparatuur
aangesloten die alleen functioneert als wisselstroomspanning beschikbaar is bij AC-in, zoals bv. een elektrische boiler of een
airco. Maximaal aanhaalmoment: 6 Nm.
De belasting bij AC-out-2 wordt direct onderbroken als de MultiPlus overschakelt naar accuvoeding. Zodra de wisselstroomvoeding
weer bij AC-in-1 beschikbaar is, wordt de belasting bij AC-out-2 weer met een vertraging van ca. 2 minuten aangesloten. Dit, zodat het
aggregaat zich weer kan stabiliseren.
AC-out-2 kan belastingen aan tot 50A. Een aardlekschakelaar en zekering met een max. vermogen van 50A moet in serie worden
geschakeld met de AC-out-2.
Opmerking: Met belastingen die zijn aangesloten op AC-out-2 wordt rekening gehouden bij de instelling van de stroomlimiet voor
PowerControl / PowerAssist. Belastingen die niet direct zijn aangesloten op de AC-voeding worden niet opgenomen in de instelling van
de stroomlimiet voor PowerControl / PowerAssist.
9
4.4 Optionele aansluitingen
Er zijn meerdere aansluitmogelijkheden:
4.4.1 Tweede accu
De MultiPlus heeft een aansluiting voor het opladen van een startaccu. Zie voor de aansluiting Bijlage A.
4.4.2 Spanningsdetectie
Er twee kunnen detectiedraden worden aangesloten om mogelijke verliezen via de accukabels tijdens het opladen te compenseren.
Gebruik draden met een doorsnede van minimaal 0,75 mm2. Zie voor het aansluiten bijlage 0.
4.4.3 Temperatuursensor
De meegeleverde temperatuursensor kan worden gebruikt voor temperatuurgecompenseerd laden (zie Bijlage A) De sensor is
geïsoleerd en moet op de minpool van de accu's worden gemonteerd.
4.4.4 Afstandsbediening
Het apparaat kan op twee manieren op afstand worden bediend.
- Met een externe schakelaar (aansluitklem L, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar op de MultiPlus-unit op “on” is gezet.
- Met een Multi Control-paneel (verbonden met één van de twee RJ48-stekkerbussen B, zie bijlage A). Werkt alleen als de schakelaar
op de MultiPlus op “on” is gezet.
Er kan maar één afstandsbediening worden verbonden, bijv. een schakelaar of een afstandsbedieningspaneel.
4.4.5. Programmeerbare relais
Het relais kan voor allerlei toepassingen worden geprogrammeerd, bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat.
4.4.6 Programmeerbare analoge/digitale ingangs-/uitgangspoorten
Deze poorten kunnen worden gebruikt voor meerdere doeleinden. Een toepassing is communicatie met het BMS of een lithiumionaccu.
4.4.7 AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu
in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt
aangesloten.
4.4.8 Parallelle aansluiting
De MultiPlus kan parallel worden geschakeld met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels. Het systeem (één of meerdere MultiPlus-units plus een optioneel
bedieningspaneel) moet daarna worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Bij het parallel schakelen van MultiPlus-units moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- Maximaal zes parallel (per fase) geschakelde units.
- Alleen identieke apparaten mogen parallel worden geschakeld.
- De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- De AC-ingangskabels naar elke unit alsmede de AC-uitgangskabels naar elke unit moeten ook dezelfde lengte en doorsnede hebben
(de lengte naar de AC-ingang mag verschillen van de lengte naar de AC-uitgang).
Daarnaast moeten de AC-ingangs- en -uitgangskabels naar elke unit dezelfde minimale weerstand van 4 milliohm hebben (om een
overmatige onbalans in de AC-stroom tussen parallel geschakelde eenheden als gevolg van verschillen in de klem- en
relaisovergangsweerstand te voorkomen).
Dientengevolge dient de minimale lengte van de AC-ingangs- en -uitgangskabels als volgt te zijn:
Kabeldoorsnede 6 mm² (9 AWG): min. lengte 0,7 meter
Kabeldoorsnede 10 mm² (7 AWG): min. lengte 1,2 meter
- Indien een plus- en min-DC-verdeelpunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DCverdeelpunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het verdeelpunt en de MultiPlusunits.
- Plaats de MultiPlus-units dicht bij elkaar, maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en aan de zijkant van de units.
- De UTP-kabels moeten direct van de ene unit op de andere worden aangesloten (en op het afstandspaneel). Er mag geen gebruik
gemaakt worden van aansluit-/verdeeldozen.
- Op slechts één unit in het systeem hoeft een accutemperatuursensor te worden aangesloten. Als de temperatuur van meerdere accu’s
moet worden gemeten, kunt u ook de sensoren van andere MultiPlus-units in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per MultiPlus). De
temperatuurcompensatie tijdens het opladen van de accu reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet.
- De spanningssensor moet worden aangesloten op de master (zie paragraaf 5.5.1.4).
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem worden aangesloten.
4.4.9 Driefase-configuratie
De MultiPlus kan ook worden gebruikt in een 3-fase wye (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt
met behulp van standaard RJ45 UTP-kabels (dezelfde als voor parallelle schakeling). Het systeem (MultiPlus-units plus een optioneel
controlepaneel) dient daarna te worden geconfigureerd (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.8.
Opmerking: de MultiPlus is niet geschikt voor 3-fase delta (Δ) configuratie.
10
5. CONFIGURATIE
Instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde
elektrotechnicus.
Lees de aanwijzingen grondig door voordat u wijzigingen doorvoert.
Tijdens het instellen van de lader moet de AC-ingang worden verwijderd.
NL
•
•
EN
•
5.1 Standaardinstellingen: klaar voor gebruik
Waarschuwing:
mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie van
de fabrikant of vraag advies bij uw acculeverancier!
50 Hz
45 - 65 Hz
180 - 265 VAC
230 VAC
standalone
uit
aan
aan
viertraps adaptief met BatterySafe-modus
75% van de maximale laadstroom
Victron Gel Deep Discharge
(ook geschikt voor Victron AGM Deep Discharge)
uit
14,4 / 28,8 / 57,6 V
tot 8 uur (afhankelijk van bulkladingstijd)
13,8 / 27,6 / 55,2 V
13,2 / 26,4 / 52,8 V (niet instelbaar)
1 uur
7 dagen
aan
50A (= instelbare stroomgrens voor functies PowerControl en PowerAssist)
aan
uit
uit
2
50A
aan
alarmfunctie
ES
SE
Appendix
Automatisch egalisatie laden
Absorptiespanning
Absorptietijd
Druppelladingsspanning
Opslagspanning
Herhaalde absorptietijd
Absorptieherhalingsinterval
Bulkbeveiliging
AC-ingangsstroomlimiet
UPS-functie
Dynamische stroombegrenzer
WeakAC
BoostFactor
Hulpuitgang
PowerAssist
Programmeerbaar relais
DE
MultiPlus-standaardfabrieksinstellingen
Frequentie omvormer
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsspanningsbereik
Omvormerspanning
Standalone / parallel / 3-fase
AES (Automatic Economy Switch)
Aardrelais
Lader aan/uit
Acculaadkarakteristiek
Laadstroom
Accutype
FR
De MultiPlus wordt geleverd met standaardfabrieksinstellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat.
5.2 Uitleg bij de instellingen
Hieronder volgt een korte uitleg bij de instellingen die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie vindt u in de help-bestanden van de
softwareconfiguratieprogramma’s (zie paragraaf 5.3).
Frequentie omvormer
Uitgangsfrequentie als er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50 Hz; 60 Hz
Ingangsfrequentiebereik
Ingangsfrequentiebereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de ACingangsfrequentie. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz
Ingangsspanningsbereik
Spanningsbereik dat door de MultiPlus wordt geaccepteerd. De MultiPlus synchroniseert binnen dit bereik met de AC-ingangsspanning.
De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens: 180 - 230 V
Bovengrens: 230 - 270 V
Opmerking: de standaardinstelling voor de ondergrens van 180 V is enkel bedoeld voor standalone werking. In geval van
parallel geschakelde hoofvermogen- of 3-fasesystemen moet de instelling voor de ondergrens van de ingangsspanning
worden verhoogd naar 210 V of meer.
Omvormerspanning
Uitgangsspanning van de MultiPlus bij accubedrijf.
Instelbaar: 210 – 245 V
11
Standalone / parallel bedrijf / 2-3-fase-instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormervermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel geschakeld)
- een 3-fasesysteem te maken door te stapelen (enkel voor MultiPlus-units met een uitgangsspanning van 120 V)
- een 3-fasesysteem te maken met een aparte autotransformator: zie datasheet en handleiding van de VE-autotransformator
- een 3-fasesysteem te maken.
De standaardproductinstellingen zijn voor autonoom bedrijf. Zie voor parallel, driefase- of éénfasebedrijf paragraaf 5.3., 5.4 en 5.5.
AES (Automatic Economy Switch)
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting verlaagd met ca. 20% door de
sinusspanning iets te 'versmallen'. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Search Mode (zoekmodus)
In plaats van de AES-modus kan ook de search mode (enkel met behulp van VEConfigure) worden gekozen.
Als de 'search mode' is ingeschakeld, wordt het stroomverbruik bij nullast verlaagd met ca. 70%. De 'search mode' houdt in dat de
MultiPlus wordt uitgeschakeld als er geen belasting is of als deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de MultiPlus even inschakelen. Als
de uitgangsstroom een ingesteld niveau overschrijdt, blijft de omzetter werken. Zo niet, dan gaat de omvormer weer uit.
De belastingsniveaus “uitschakeling” en “ingeschakeld blijven” van de zoekmodus kunnen met VEConfigure worden ingesteld.
De fabrieksinstelling is:
Uitschakelen: 40 watt (lineaire belasting)
Inschakelen: 100 watt (lineaire belasting)
Niet instelbaar met DIP-schakelaars. Enkel van toepassing in standalone-configuratie.
Aardrelais (zie bijlage B)
Met dit relais (E) wordt de nulleider van de AC-uitgang met het frame geaard als het terugleverveiligheidsrelais open is. Dit om de
correcte werking van aardlekschakelaars in de uitgang veilig te stellen.
- Als een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens het omvormerbedrijf, dan moet deze functie worden uitgeschakeld voor de schakelaar
N te verzetten (zie bijlage A).
- Indien nodig, kan een extern aardrelais worden aangesloten (voor een éénfasesysteem met een aparte autotransformator).
Wisselschakelaar N (zie bijlage A).
Acculaadalgoritme
De standaardinstelling is ‘viertraps adaptief met BatterySafe-modus’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is het aanbevolen laadalgoritme. Zie de helpbestanden van de softwareconfiguratieprogramma’s voor andere mogelijkheden.
De ‘vaste’ modus kan worden geselecteerd met DIP-schakelaars.
Accutype
De standaardinstelling is het meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200 en stationaire buisjesplaataccu’s
(OPzS). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s worden gebruikt: bv. Victron AGM Deep Discharge en andere AGM-accu’s en
vele soorten open vlakke-plaataccu’s. Met DIP-schakelaars kunnen vier laadspanningen worden ingesteld.
Automatische egalisatielading
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaattractie-accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptiespanning verhoogd tot 2,83
V/cel (34 V voor een 24V-accu) nadat tijdens absorptieladen de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de ingestelde
maximumstroom.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ (laadkarakteristiek van buisjesplaattractieaccu's) in VEConfigure.
Absorptietijd
Deze is afhankelijk van de bulktijd (adaptieve laadkarakteristiek), zodat de accu optimaal wordt opgeladen. Als de ‘vaste’
laadkarakteristiek wordt gekozen, staat de absorptietijd vast. Voor de meeste accu’s is een maximale absorptietijd van 8 uur geschikt.
Als voor snelladen een extra hoge absorptiespanning is gekozen (kan alleen bij natte open accu’s!), wordt de voorkeur gegeven aan 4
uur. Met DIP-switches kan een tijd van acht of vier uur worden ingesteld. Bij de adaptieve laadcurve bepaalt dit de maximale
absorptietijd.
Opslagspanning, herhaalde absorptietijd, absorptieherhalingsinterval
Zie hoofdstuk 2. Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Bulkbeveiliging
Als deze instelling op ‘on’ staat, wordt de bulklaadtijd beperkt tot max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden op een
systeemfout (bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
AC-ingangsstroomlimiet
Dit is de instelling van de stroomlimiet, waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
PowerAssist-instellingsbereik:
Van 6,3 A tot 100 A.
Fabrieksinstellingen: 50 A
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Altijd Stroom’ of de vele beschrijvingen van de unieke PowerAssist-functie op onze website
www.victronenergy.com.
12
NL
FR
Dynamische stroombegrenzer
Bedoeld voor aggregaten, waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘omvormer’-aggregaten). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld als de belasting laag is: dat beperkt lawaai,
brandstofverbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een plotselinge
verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Als deze instelling op ‘on’ wordt gezet, zal de MultiPlus beginnen met het leveren van extra vermogen op een laag
aggregaatuitgangsvermogen en langzaam meer leveren tot de ingestelde stroomlimiet is bereikt. Hierdoor krijgt de motor van het
aggregaat de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ aggregaten die traag reageren op plotselinge belastingvariaties.
EN
UPS-functie
Als deze instelling op ‘on’ staat en de wisselspanning op de ingang wegvalt, schakelt de MultiPlus praktisch zonder onderbreking over
naar omvormerbedrijf. De MultiPlus kan dan worden gebruikt als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding)
voor gevoelige apparatuur, zoals computers of communicatiesystemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling - de MultiPlus zou
voortdurend overschakelen op naar omvormerbedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te schakelen. De
MultiPlus reageert dan minder snel op afwijkingen in de ingangswisselspanning. Hierdoor wordt de omschakeltijd naar omvormerbedrijf
wat langer, maar de meeste apparatuur (de meeste computers, klokken of huishoudelijke apparatuur) ondervindt hier geen hinder van.
Advies: UPS-functie uitschakelen als de MultiPlus niet synchroniseert of voortdurend terugschakelt naar omvormerbedrijf.
DE
ES
WeakAC
Sterke vervorming van de ingangsspanning kan tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Als WeakAC (lage
wisselspanning) wordt ingesteld, accepteert de lader ook een sterk vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de
opgenomen stroom.
Advies: WeakAC inschakelen als de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de ’dynamische
stroombegrenzer’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van het aggregaat te voorkomen.
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom met ongeveer 20% verminderd.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
SE
Appendix
BoostFactor
Wijzig deze instelling alleen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
Drie programmeerbare relais
De MultiPlus is voorzien van 3 programmeerbare relais. Het relais kan voor allerlei andere toepassingen worden geprogrammeerd,
bijvoorbeeld als startrelais voor een aggregaat. De fabrieksinstelling van het relais in positie I (zie bijlage A, rechts boven) is ‘alarm’.
Niet instelbaar met DIP-schakelaars.
AC-hulpuitgang (AC-out-2)
Naast de gebruikelijke ononderbroken uitgang, is er een tweede uitgang (AC-out-2) beschikbaar die de belasting ontkoppelt als de accu
in bedrijf is. Voorbeeld: een elektrische boiler of airco die enkel mag werken als het aggregaat draait of er walstroom beschikbaar is.
Als de accu werkt, wordt de AC-out-2 onmiddellijk uitgeschakeld. Als er AC-voeding beschikbaar is, wordt de AC-out-2 opnieuw
gekoppeld met een vertraging van 2 minuten, zodat een aggregaat kan worden gestabiliseerd voordat er een zware belasting wordt
aangesloten.
13
5.3 Configuratie via de pc
Alle instellingen kunnen worden gewijzigd via een pc of met een VE.Net-paneel (behalve bij de multifunctionele relais en de
VirtualSwitch bij gebruik van VE.Net).
De meest algemene instellingen kunnen worden gewijzigd via de DIP-schakelaars (zie paragraaf 5.5).
OPMERKING:
Deze handleiding is bedoeld voor producten met firmware xxxx400 of hoger (waarbij x staat voor een willekeurig getal)
Het firmwarenummer is te vinden op de microprocessor, na het verwijderen van het voorpaneel.
Oudere eenheden, waarvan het 7-cijferige nummer begint met 26 of 27, kunnen worden geüpdate. Het nummer begint met 19 of 20
heeft u een oude microprocessor en is het niet mogelijk om deze te updaten naar 400 of hoger.
Voor het wijzigen van instellingen via de pc heeft u het volgende nodig:
•
VEConfigure3-software: kan gratis worden gedownload op www.victronenergy.com.
•
Een MK3-USB (VE.Bus naar USB) imterface
Als alternatief kan de MK2.2b interface (VE.Bus naar RS232) gebruikt worden (RJ45 UTP kabel is dan nodig).
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een softwareprogramma, waarmee systemen met maximaal 3 Multi-units (parallel- of
driefasebedrijf) op eenvoudige wijze kunnen worden geconfigureerd.
U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.3.2 VE.Bus System Configurator
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 of meer Multi-units moet de software VE.Bus System
Configurator worden gebruikt. U kunt de software downloaden op www.victronenergy.com.
5.4 Configuratie met een VE.Net-paneel
Hiervoor hebt u een VE.Net-paneel en de ‘VE.Net-naar-VE.Bus-omvormer’ nodig.
Met VE.Net zijn alle parameters toegankelijk, met uitzondering van de multifunctionele relais en de VirtualSwitch.
14
5.5 Configuratie met DIP-schakelaars
EN
Een aantal instellingen kan worden gewijzigd met DIP-schakelaars (zie bijlage A, positie M).
DE
Het is ook mogelijk om meer AC-fases (éénfase of 3-fase) met 2 of 3 Multi-units te creëren. In dat geval wordt de Multi in fase L1 de
Leader genoemd. De Multi's in fase L2 (en L3 indien beschikbaar) genereren dezelfde AC-frequentie, maar volgen L1 met een vaste
fasewissel. Deze Multi's worden volgers genoemd.
FR
Opmerking m.b.t. de gebruikte terminologie:
Een systeem, waarin meer dan één Multi wordt gebruikt om een enkele AC-fase te creëren, wordt een parallel systeem genoemd. In dit
geval zal één van de Multi's de hele fase regelen, deze wordt de master genoemd. De anderen, slaves genoemd, luisteren naar de
master om hun actie te bepalen.
NL
Opmerking: Let er bij het wijzigen van de instellingen met DIP-schakelaars in een parallel of éénfase-/3-fasesysteem op dat niet alle
instellingen bij alle Multi-units van toepassing zijn. Dit, omdat sommige instellingen worden voorgeschreven door de Master of Leader.
Sommige instellingen zijn alleen relevant in de Master/Leader (d.w.z. deze zijn niet relevant in een slave of in een volger). Andere
instellingen zijn niet relevant voor slaves, maar wel relevant voor volgers.
ES
Als meer Multi's per fase worden gebruikt in een éénfase of 3-fasesysteem (bijvoorbeeld 6 Multi's worden gebruikt om een 3fasesysteem te bouwen met 2 Multi's per fase), is de Leader van het systeem ook de Master van fase L1. De volgers in fase L2 en L3
nemen ook de rol van Master op zich in fase L2 en L3. Alle anderen zin dan slaves.
Het instellen van een parallel of éénfase/3-fasesystemen dient door software te gebeuren, zie paragraaf 5.3.
Als u zich niet wilt bezighouden met of een Multi nu master, slave of volger is, is de eenvoudigste en meest directe manier om
alle instellingen op alle Multi's hetzelfde te doen.
SE
TIP:
Algemene procedure:
Appendix
Schakel de Multi in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De Multi werkt dan in omvormerbedrijf.
Stap 1: Stel de DIP-schakelaars in voor:
- de vereiste stroomlimiet van de AC-ingang (niet van toepassing voor slaves)
- AES (Automatic Economy Switch)
(alleen van toepassing voor systemen met 1 Multi per fase)
- beperking van de laadstroom
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K) om de
instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld. U kunt nu de DIP-schakelaars weer gebruiken om de resterende
instellingen toe te passen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen, stel de DIP-schakelaars in voor:
- Laadspanningen
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Absorptietijd
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Adaptief opladen
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
- Dynamische stroombegrenzer
(niet van toepassing voor slaves)
- UPS-functie
(niet van toepassing voor slaves)
- omvormerspanning
(niet van toepassing voor slaves)
- omvormerfrequentie
(alleen van toepassing voor Master/Leader)
Houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste knop rechts van de DIP-schakelaars) om de instellingen op te slaan nadat
de DIP-schakelaars in de stand positie zijn gezet. U kunt de DIP-schakelaars nu in de gekozen stand laten staan, zodat u de ’overige
instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Opmerkingen:
- De DIP-schakelaarfuncties worden beschreven van boven naar beneden. Omdat de bovenste DIP-schakelaar het hoogste nummer (8)
heeft, starten de beschrijvingen met schakelaar nummer 8.
Lees voor parallelle of 3-fasemodus de volledige instellingsprocedure en maak een aantekening van de vereiste DIPschakelaarinstellingen voordat u deze daadwerkelijk implementeert.
Gedetailleerde instructie:
5.5.1 Stap 1
5.5.1.1 Stroombegrenzing AC-ingang (standaard: 50 A)
Als de stroombehoefte (Multi belasting + acculader) de ingestelde stroom dreigt te overschrijden, verlaagt de MultiPlus eerst de
laadstroom (PowerControl) en levert, indien nodig, vervolgens extra stroom via de accu (PowerAssist).
De AC-ingangsstroomlimiet kan via de DIP-schakelaars worden ingesteld op acht verschillende waarden.
Met het Multi Control-paneel kan een variabele stroomlimiet worden ingesteld voor de AC-ingangsspanning.
15
Procedure
De AC-ingangsstroomlimiet kan worden ingesteld met de DIP-schakelaars ds8, ds7 en ds6 (fabrieksinstelling: 50 A).
Procedure: stel de DIP-schakelaars in op de vereiste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6,3 A (1,4 kVA bij 230 V)
off off on = 10 A (2,3 kVA bij 230 V)
off on off = 12 A (2,8 kVA bij 230 V)
off on on = 16 A (3,7 kVA bij 230 V)
on off off = 20 A (4,6 kVA bij 230 V)
on off on = 25 A (5,7 kVA bij 230 V)
on on on = 30 A (6,9 kVA bij 230 V)
on on on = 50 A (11,5 kVA bij 230 V)
Meer dan 50 A: met VEConfigure-software
Opmerking:Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine aggregaten is soms aan de zeer optimistische kant.
De stroomgrens moet dan veel lager worden ingesteld dan uit de gegevens van de fabrikant blijkt.
5.5.1.2 AES (Automatic Economy Switch)
Procedure: stel ds5 in op de vereiste waarde:
ds5
off = AES uit
on = AES aan
Opmerking: De AES-optie is alleen effectief als de unit standalone wordt gebruikt.
5.5.1.3 Begrenzing acculaadstroom (standaardinstelling 75%)
Voor een lange levensduur dient bij accu's een laadstroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah te worden toegepast.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een 24V/500Ah-accubank: 50 A tot 100 A.
De meegeleverde temperatuursensor past automatisch de laadspanning aan aan de accutemperatuur.
Als een snellere lading – en dus een hogere stroom – is vereist:
- De meegeleverde temperatuursensor dient altijd te worden geplaatst, omdat snel opladen kan leiden tot een flinke temperatuurstijging
van de accubank. De laadspanning zal worden aangepast aan de hogere temperatuur (d.w.z. worden verlaagd) door de
temperatuursensor.
- De bulkladingstijd zal soms zo kort zijn dat een vaste absorptietijd meer brengt (voor ‘vaste’ absorptietijd zie ds5, stap 2).
Procedure
De acculaadstroom kan worden ingesteld in vier stappen, met de DIP-schakelaars ds4 en ds3 (fabrieksinstelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
Opmerking: als WeakAC is ingeschakeld, wordt de maximale laadstroom verlaagd van 100% naar ongeveer 80%.
5.5.1.4 DIP-schakelaars ds2 en ds1 worden niet gebruikt tijdens stap 1.
BELANGRIJKE OPMERKING:
Als de laatste 3 cijfers van de Multi-firmware in het bereik van 100 liggen (dus het firmwarenummer xxxx1xx is (x staat voor
een willekeurig nummer)), dan worden ds1 & ds2 gebruikt om een Multi in te stellen op standalone, parallel- of driefasebedrijf.
Raadpleeg hiervoor de betreffende handleiding.
16
5.5.1.5 Voorbeelden
EN
Voorbeelden van instellingen:
on
on
on
on
off
off
off
on
on
on
on
on
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
off
off
off
on
on
on
on
off
off
off
off
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
on
off
off
off
off
Stap 1, voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in: 50 A
5 AES: off
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
8, 7, 6 AC-in: 16 A
5 AES: off
4, 3 laden: 100%
2, 1 Standalone
8, 7, 6 AC-in: 30 A
5 AES: on
4, 3 laden: 50%
2, 1 Standalone
Wij adviseren om de instellingen te noteren en deze notitie op een veilige plek te bewaren.
SE
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Up' 2 seconden lang ingedrukt (bovenste knop
rechts van de DIP-schakelaars, zie bijlage A, positie K). De leds 'overbelasting' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te
geven dat de instellingen zijn geaccepteerd.
ES
Stap 1, voorbeeld 3:
DE
Stap 1, voorbeeld 2:
FR
Stap 1, voorbeeld 1
(fabrieksinstelling):
8, 7, 6 AC-in: 50 A
5 AES: off
4, 3 laadstroom: 75%
2, 1 Standalone-modus
off
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
NL
DS-8 AC-ingang
DS-7 AC-ingang
DS-6 AC-ingang
DS-5 AES
DS-4 laadstroom
DS-3 laadstroom
DS-2
St.alonemodus
DS-1 St.alonemodus
De DIP-schakelaars kunnen nu worden gebruikt om de resterende instellingen toe te passen (stap 2).
ds8-ds7: Instelling van de laadspanningen (niet van toepassing voor L2, L3)
ds8-ds7
Absorptiespanning
Druppellaadspanning
Opslagspanning
off
off
14,1
28,2
56,4
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
off
on
14,4
28,8
57,6
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
on
off
14,7
29,4
58,8
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
on
on
15,0
30,0
60,0
13,8
27,6
55,2
13,2
26,4
52,8
Geschikt voor
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK-accu
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
Vaste buisjesplaataccu (OPzS)
AGM Victron Deep Discharge
Buisjesplaat- of OPzS-accu’s in
semi-druppelmodus
AGM spiraalcelaccu's
Buisjesplaattractieaccu’s in
cyclische modus
ds6: absorptietijd 8 of 4 uur (n.v.t. voor L2, L3)
on = 8 uur
off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (n.v.t. voor L2, L3)
on = actief
off = inactief (inactief = vaste absorptietijd)
ds4: dynamische stroombegrenzer
on = actief
off = inactief
ds3: UPS-functie
on = actief
off = inactief
ds2: omvormerspanning
on = 230 V
off = 240 V
ds1: omvormerfrequentie (n.v.t. voor L2, L3)
on = 50 Hz
(het brede ingangsfrequentiebereik (45-55 Hz) staat standaard op 'on')
Opmerking:
-
off = 60 Hz
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'on' staat, stelt ds6 de maximale absorptietijd in op 8 uur of 4 uur.
Als het “adaptieve laadalgoritme” op 'off' staat, wordt de absorptietijd door ds6 (vast) ingesteld op 8 uur of 4 uur.
17
Appendix
5.5.2 Stap 2: Overige instellingen
De resterende instellingen zijn niet van toepassing (n.v.t.) voor slaves.
Enkele van de resterende instellingen zijn niet van toepassing voor volgers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1 aan
het hele systeem opgelegd. Als een instelling voor L2-, L3-apparaten niet van toepassing is, wordt dit uitdrukkelijk vermeld.
Stap 2: Voorbeeldinstellingen
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (omdat de fabrieksinstellingen worden ingevoerd via de pc worden alle DIP-schakelaars van een
nieuw product op ‘off’ gezet en vertegenwoordigen deze niet de daadwerkelijke instellingen in de microprocessor.).
DS-8 laadspanning
DS-7 laadspanning
DS-6 absorptietijd
DS-5 adaptief laden
DS-4 dyn. stroombegr.
DS-3 UPS-functie:
DS-2 spanning
DS-1 frequentie
on
on
on
on
on
on
off
off
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4 V
6 Absorptietijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dynamische stroombegrenzing: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
on
off
off
off
off
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1 V
6 Abs.tijd: 8 uur
5 Adap. laden: aan
4 Dyn. stroombegr.: uit
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 230 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
on
on
off
off
off
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7 V
6 Abs.tijd: 8 uur
5 Adap. laden: aan
4 Dyn. stroombegr.: aan
3 UPS-functie: uit
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 50 Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
off
off
off
off
off
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 buisjesplaat 15 V
6 Abs.tijd: 4 uur
5 Vaste abs.tijd
4 Dyn. stroombegr.: uit
3 UPS-functie: aan
2 Spanning: 240 V
1 Frequentie: 60 Hz
Om de instellingen op te slaan nadat de vereiste waarden zijn ingesteld: houd de knop 'Down' 2 seconden lang ingedrukt (onderste
knop rechts van de DIP-schakelaars). De leds 'temperatuur' en 'accu bijna leeg' gaan knipperen om aan te geven dat de
instellingen zijn geaccepteerd.
De DIP-schakelaars kunnen in de gekozen stand worden gelaten, zodat de ’overige instellingen’ altijd weer terug te vinden zijn.
18
EN
6. ONDERHOUD
De MultiPlus vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat om alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en
olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
NL
7. STORINGSAANDUIDINGEN
FR
Via de onderstaande procedures kunnen de meeste fouten snel worden geïdentificeerd. Als u een fout niet kunt oplossen, neem dan
contact op met uw Victron Energy-leverancier.
7.1 Algemene storingsaanduidingen
Geen uitgangsspanning op
AC-out-2.
MultiPlus in omvormermodus
Defecte zekering F3 (zie bijlage
A).
Contactverbreker of zekering in
de
AC-in-ingang is open door
overbelasting.
Verhelp overbelasting of
kortsluiting bij AC-out-2 en
vervang zekering F3 (16 A).
Overbelasting of kortsluiting bij
AC-out-1 of AC-out-2
verwijderen en
zekering/contactverbreker
resetten.
Zorg dat de accuspanning
binnen het juiste bereik ligt.
De MultiPlus schakelt niet
over op aggregaat of
netvoeding.
Omvormerbedrijf niet
gestart als ingeschakeld.
De omvormer schakelt uit, omdat
de accuspanning te laag is.
De omvormerbelasting is hoger
dan de nominale belasting.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge belasting.
De omgevingstemperatuur is
hoog of de belasting is te hoog.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
afwisselend.
Lage accuspanning en veel te
hoge belasting.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” knipperen
tegelijkertijd.
De rimpelspanning op de DCaansluiting overschrijdt 1,5
Vrms.
De leds “accu bijna leeg” en
“overbelasting” branden.
De omvormer is uitgeschakeld
door een veel te hoge
rimpelspanning op de ingang.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
Laad de accu op of controleer
de accu-aansluitingen.
Verlaag de belasting.
Appendix
De led “accu bijna leeg”
knippert.
De led “accu bijna leeg”
brandt.
De led “overbelasting”
knippert.
De led “overbelasting”
brandt.
De led “temperatuur”
knippert of brandt.
De accuspanning is veel te hoog
of te laag. Geen spanning op
DC-aansluiting.
De accuspanning is laag.
SE
Oplossing
ES
Oorzaak
DE
Probleem
Verlaag de belasting.
Plaats de omvormer in een
koele en goed geventileerde
omgeving of verlaag de
belasting.
Laad de accu's, koppel de
belasting los of verlaag deze
of plaats accu's met een
grotere capaciteit. Monteer
kortere en/of dikkere
accukabels.
Controleer de accukabels en
accu-aansluitingen. Controleer
of de accucapaciteit
voldoende hoog is en verhoog
deze, indien nodig.
Plaats accu's met een grotere
capaciteit. Monteer kortere
en/of dikkere accukabels en
reset de omvormer
(uitschakelen en weer
inschakelen).
19
Eén alarmled
brandt en het
tweede knippert.
De lader werkt niet.
De omvormer is uitgeschakeld
doordat een alarm is geactiveerd
door een brandende led. De
knipperende led geeft aan dat de
omvormer door het alarm zou worden
uitgeschakeld.
De AC-ingangsspanning of -frequentie
ligt niet binnen het bereik.
Contactverbreker of zekering in de
AC-in-ingang is open door
overbelasting.
De accuzekering is doorgebrand.
De lader werkt niet.
De led “Bulk”
knippert
De LED "Mains on"
brandt.
De accu wordt niet
volledig opgeladen.
De accu wordt
overladen.
De laadstroom
daalt naar 0 zodra
de
absorptieladingsfas
e wordt gestart.
Zorg ervoor dat de ACingangsspanning tussen 185 VAC en
265 VAC ligt en dat de frequentie
binnen het bereik ligt
(fabrieksinstelling 45-65 Hz).
Overbelasting of kortsluiting bij ACout-1 of AC-out-2 verwijderen en
zekering/contactverbreker resetten.
Vervang de accuzekering.
De vervorming van de ACingangsspanning is te groot (normaal
gesproken aggregaatvoeding).
De MultiPlus bevindt zich in de modus
“bulkbeveiliging”, dus de maximale
bulklaadtijd van 10 uur is overschreden.
Schakel de instellingen WeakAC en
dynamische stroombegrenzer in.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
De druppellaadspanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te laag).
De beschikbare oplaadtijd is te kort om
de accu volledig op te kunnen laden.
De absorptietijd is te kort. Bij adaptief
laden kan dit worden veroorzaakt door
een extreem hoge laadstroom ten
opzichte van de accucapaciteit, zodat
de bulkladingstijd te kort is.
De absorptiespanning is ingesteld op
een onjuist niveau (te hoog).
De druppellaadspanning is ingesteld
op een onjuist niveau (te hoog).
Accu verkeert in slechte toestand.
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
Kies een langere oplaadtijd of een
hogere laadstroom.
Verlaag de laadstroom of kies de
‘vaste’ laadkarakteristieken.
De accutemperatuur is te hoog (door
slechte ventilatie, veel te hoge
omgevingstemperatuur of veel te hoge
laadstroom).
De accu is oververhit (>50°C)
Verbeter de ventilatie, plaats de
accu's in een koelere omgeving,
verlaag de laadstroom en sluit de
temperatuursensor aan.
─ Plaats de accu in een koelere
omgeving
─ Verlaag de laadstroom
─ Controleer of één van de
accucellen een interne
kortsluiting heeft
Koppel de temperatuursensorstekker
in de MultiPlus los. Als het opladen
weer goed werkt na ca. 1 minuut,
dient de temperatuursensor te
worden vervangen.
Controleer uw accu's.
OPMERKING:
U kunt de foutmodus resetten door de
Een dergelijk lange laadtijd zou kunnen MultiPlus uit- en weer in te schakelen.
duiden op een systeemfout
(bijvoorbeeld een kortgesloten accucel). De standaardfabrieksinstelling van de
MultiPlus voor de modus
“bulkbeveiliging” is ingeschakeld. De
modus “bulkbeveiliging” kan alleen
worden uitgeschakeld via
VEConfigure.
De laadstroom is veel te hoog en start Stel de laadstroom in op een niveau
zo een voortijdige absorptielading.
tussen 0,1 en 0,2 keer de
accucapaciteit.
Slechte accuaansluiting.
Controleer de accuaansluitingen.
De accutemperatuursensor is defect
20
Kijk in deze tabel voor de juiste
maatregelen m.b.t. deze
alarmtoestand.
Stel een juist niveau voor de
absorptiespanning in.
Stel een juist niveau voor de
druppellaadspanning in.
Vervang de accu.
7.2 Speciale ledaanduidingen
EN
(zie voor de normale ledaanduidingen paragraaf 3.4)
DE
ES
SE
Appendix
"Mains on" knippert en er is geen
uitgangsspanning.
FR
De leds absorptielading en druppellading
knipperen synchroon (tegelijkertijd).
Storing spanningssensor. De
spanning gemeten bij de
spanningsdetectie-aansluiting
wijkt te veel af (meer dan 7 V) van
de spanning bij de positieve en
negatieve aansluiting van het
apparaat. Het betreft
waarschijnlijk een aansluitfout.
Het apparaat blijft in normaal
bedrijf.
OPMERKING: Als de led "inverter
on" knippert in tegenfase, dan
betreft dit een VE.Busstoringscode (zie onderstaand).
De gemeten accutemperatuur
heeft een uiterst onwaarschijnlijke
waarde. De sensor is
waarschijnlijk defect of onjuist
aangesloten. Het apparaat blijft in
normaal bedrijf.
OPMERKING: Als de led
"inverter on" knippert in
tegenfase, dan betreft dit een
VE.Bus- storingscode (zie
onderstaand).
Het apparaat bevindt zich in de
modus "charger only" en er is
netvoeding beschikbaar. Het
apparaat weigert de netvoeding of
is nog bezig met synchroniseren.
NL
De leds bulklading en absorptielading knipperen
synchroon (tegelijkertijd).
7.3 VE.Bus-ledaanduidingen
Apparatuur, die is geïntegreerd in een VE.Bus-systeem (een parallel- of 3-faseconfiguratie) kan zogenaamde VE.Bus-ledaanduidingen
bieden. Deze ledaanduidingen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen: OK-codes en storingscodes.
7.3.1 VE.Bus-OK-codes
Als de interne toestand van een apparaat is orde is, maar het apparaat nog niet kan worden gestart, omdat één of meer andere
apparaten in het systeem een storingsstatus aangeven, zullen de apparaten die in orde zijn een OK-code aangeven. Hierdoor is het
opsporen van storingen in een VE.Bus-systeem mogelijk, omdat apparaten die geen aandacht nodig hebben ook als zodanig kunnen
worden herkend.
Belangrijke aanwijzing: OK-codes worden alleen weergegeven als een apparaat zich niet in de omvormer- of oplaadmodus bevindt!
- Een knipperende led "bulk" geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
- Een knipperende led "float" geeft aan dat het apparaat kan opladen.
OPMERKING: In principe moeten alle andere leds uit zijn. Als dat niet het geval is, is de code geen OK-code.
De volgende uitzonderingen zijn echter van toepassing:
- De bovenstaande speciale ledaanduidingen kunnen samen met de OK-codes optreden.
- De led "accu bijna leeg" kan samen met de OK-code functioneren die aangeeft dat het apparaat kan opladen.
7.3.2 VE.Bus-storingscodes
Een VE.Bus-systeem kan verschillende storingscodes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de leds "inverter on", "bulk",
"absorption" en "float".
Om een VE.Bus-storingscode juist te kunnen interpreten, moet de volgende procedure worden gevolgd:
1. Het apparaat dient een storing te hebben (geen AC-uitgangsspanning).
2. Knippert de led "inverter on"? Indien niet, dan is er geen VE.Bus-storingscode.
3. Als één of meer van de leds "bulk", "absorption" of "float" knippert, dat dient dit knipperen in tegenfase van de led "inverter on" te
gebeuren, d.w.z. de knipperende leds zijn uit als de led "inverter on" aan is en omgekeerd. Is dit niet het geval, dan is er geen VE.Busstoringscode.
4. Controleer de led "bulk" en bepaal welke van de drie onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Kies de juiste kolom en rij (afhankelijk van de leds "absorption" en "float") en bepaal de storingscode.
6. Bepaal de betekenis van de code in onderstaande tabellen.
21
Aan alle onderstaande voorwaarden moet worden voldaan!:
Het apparaat heeft een storing! (Geen AC-uitgangsspanning)
Omvormer-led knippert (tegengesteld tot de leds Bulk, Absorption of Float)
Tenminste één van de leds Bulk, Absorption en Float brandt of knippert
led Bulk is uit
led Bulk knippert
knipper
t
aan
uit
0
3
6
knipper
t
1
4
7
aan
2
5
8
led Bulk
led Absorption
led Float
22
led Absorption
uit
led Float
led Float
led Absorption
led Bulk brandt
led Absorption
uit
knippert
aa
n
uit
9
12
15
knippert
10
13
16
aan
11
14
17
led Float
4.
5.
6.
uit
knippert
aan
uit
18
21
24
knippert
19
22
25
aan
20
23
26
Code
Betekenis:
Oorzaak / oplossing:
1
Het apparaat is uitgeschakeld, omdat
één van de andere fases in het systeem
is uitgeschakeld.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
4
Geen enkel ander apparaat
gedetecteerd.
Controleer de communicatiekabels.
5
Overspanning bij AC-uitgang.
Controleer de AC-kabels.
10
Systeemtijdsynchronisatieprobleem
opgetreden.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Controleer de
communicatiekabels.
14
Apparaat kan geen gegevens
overdragen.
Controleer de communicatiekabels (er zou kortsluiting kunnen zijn ontstaan).
16
Het systeem is uitgeschakeld, omdat
het een zogenaamd uitgebreid systeem
is en er geen ‘dongle’ is aangesloten.
Sluit een dongle aan.
17
Eén van de apparaten heeft de rol van
‘master’ op zich genomen, omdat de
originele master heeft gefaald.
Controleer de falende unit. Controleer de communicatiekabels.
18
Overspanning is opgetreden.
Controleer de AC-kabels.
22
Dit apparaat kan als ‘slave’ fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model. Het dient te worden
vervangen.
24
Overschakelsysteembeveiliging gestart.
25
Firmware-incompatibiliteit. Eén van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
26
Interne fout.
Het systeem is niet juist geconfigureerd. Configureer het systeem opnieuw.
Storing in de communicatiekabel. Controleer de kabels en schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in.
Dit dient in juist geïnstalleerde apparatuur niet op te treden. Schakel alle
apparatuur uit en daarna weer in. Als het probleem opnieuw optreedt,
controleer dan de installatie.
Mogelijke oplossing: verhoog de ondergrens van de ACingangsspanning naar 210 VAC (fabrieksinstelling is 180 VAC)
1) Schakel alle apparatuur uit.
2) Schakel het apparaat dat deze storing aangeeft in.
3) Schakel alle andere apparaten één voor één in tot de storingsmelding weer
optreedt.
4) Update de firmware in het laatste apparaat dat is ingeschakeld.
Dient niet op te treden. Schakel alle apparatuur uit en daarna weer in. Neem
contact op met Victron Energy als het probleem blijft bestaan.
MultiPlus
EN
8. Technische specificaties
24/5000/120-100 230V
AC-ingang
NL
PowerControl / PowerAssist
48/5000/70-100 230V
Ja
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC
100
Minimale AC-voedingsstroomcapaciteit voor
PowerAssist (A)
6,3
FR
Maximale doorvoerstroom (A)
Ingangsfrequentie: 45 – 65 Hz
OMVORMER
Uitgang (1)
19 – 33
38 – 66
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2%
Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
5000
Continu uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (W)
4000
4000
Continu uitgangsvermogen bij 40°C / 104°F(W)
3700
3700
Continu uitgangsvermogen bij 65°C / 150°F(W)
3000
3000
Piekvermogen (W)
10000
10000
Maximaal rendement (%)
94
95
Nullast (W)
30
35
AC-ingang
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC
Ingangsfrequentie: 45 – 55 Hz
Vermogensfactor: 1
28,8
57,6
Laadspanning 'druppellading' (V DC)
27,6
55,2
Opslagmodus (V DC)
26,4
52,8
Laadstroom service-accu (A) (4)
120
70
Appendix
Laadspanning 'absorptielading' (V DC)
Laadstroom startaccu (A)
SE
5000
ES
Cont. uitgangsvermogen bij 25°C / 77°F (VA)(3)
LADER
DE
Ingangsspanningsbereik (V DC)
4
Accutemperatuursensor
Ja
ALGEMEEN
Hulpuitgang
Max. 50 A
Multifunctioneel relais (5)
Ja, 3x
Beveiligingen (2)
Communicatiepoort VE.Bus
Schakelt uit als er geen externe AC-bron beschikbaar is
a-g
Voor parallel en driefase bedrijf, remote monitoren en systeemintegratie
Comm. port algemeen
Ja, 2x
Algemene kenmerken
Bedrijfstemp.: -40 tot +65°C (-40 - 150°F) (ventilatorkoeling)
Vochtigheidsgraad (geen condensvorming) : max. 95%
BEHUIZING
Algemene kenmerken
Accuaansluiting
Materiaal en kleur: aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
M8 bouten (2 positieve en 2 negatieve aansluitingen)
230 V AC-aansluitingen
M6 bouten
Gewicht (kg)
30
Afmetingen (hxbxd in mm)
444 x 328 x 240
NORMEN
Veiligheid
Emissie / immuniteit
NEN-EN 60335-1, NEN-EN 60335-2-29
NEN-EN 55014-1, NEN-EN 55014-2, NEN-EN 61000-3-3
1) Kan worden aangepast aan 60Hz; 120V 60Hz op aanvraag
2) Beveiliging
a. Kortsluiting uitgang
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. 230 VAC op omvormeruitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet-lineaire belasting, topfactor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Programmeerbaar relais dat kan worden ingesteld op een algemeen alarm,
DC-onderspanning of start/signal-functie aggregaat
Nominale AC-waarde: 230 V/4 A
Nominale DC-waarde: 4 A tot 35 VDC, 1 A tot 60 VDC
23
APPENDIX A:
ANNEXE A :
APÉNDICE A:
APPENDIX A:
Overview connections
Vue d’ensemble des connections
Conexiones generales
Översikt kontakter
EN:
A
B
C
D
E
F
G
H
I
K
L
M
N
P
AC input M6 AC IN-1 Left to right: L (phase), N (neutral).
2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation.
AC output M6 AC OUT-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
AC output M6 AC OUT-2. Left to right: N (neutral), L (phase).
Terminals for: (left to right)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux input 1
Aux input 2
GND-relay
Starter battery plus + (starter battery minus must be connected to service battery minus)
Programmable relay contacts K1
Programmable relay contacts K2
Double M8 battery minus connection.
Double M8 battery positive connection.
Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
Alarm contact: Left to right: NC, NO, COM.
Push buttons for set-up mode
Primary ground connection M8 (PE).
DIP switches for set-up mode.
Slide switches, factory setting SW1= off position, SW2 = off position.
SW1: Off = internal GND relay selected, On = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E).
SW2: No application. To be used for future features.
AC IN-1, AC OUT-1 and AC OUT-2 M6 earth connection (ground).
NL:
A
B
C
D
E
F
G
H
I
K
L
M
N
P
Wisselspanning ingang M6 AC IN-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
2x RJ45 connector voor afstandsbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf.
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-2. Van links naar rechts: N (nul),L (fase).
Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts)
Voltage sense
Temperature sensor
Aux ingang 1
Aux ingang 2
GND-relais
Start accu plus + (de min van start accu moet vebonden zijn met de min van de service accu)
Relais contacten K1
Relais contacten K2
Dubbele M8 accu min aansluiting.
Dubbele M8 accu plus aansluiting.
Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
Alarm contact: Van links naar rechts: NC, NO, COM.
Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
Primaire aarde M8.
Instel DIP switches.
Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= onderste stand (uit), SW2 = onderste stand (uit)
SW1: Uit = intern GND-relais geselecteerd, Aan = extern GND-relais geselecteeerd (extern aardrelais aan te sluiten
via klemmen, zie E).
SW2: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst.
Aarde aansluiting M6 voor zowel AC IN-1, AC OUT-1 en AC OUT-2.
Block diagram
Schéma bloc
Diagrama de bloques
Blockdiagram
EN
APPENDIX B:
ANNEXE B :
APÉNDICE B:
APPENDIX B:
NL
FR
DE
ES
SE
Appendix
* See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”.
* Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering”
* Voir le tableau du Chapitre 4.2 « Fusible CC recommandé ».
* Ver tabla en Capítulo 4.2 “Fusible CC recomendado”.
* Se tabellen i avsnitt 4.2 "rekommenderad DC-säkring".
APPENDIX E:
ANNEXE E :
APÉNDICE E:
APPENDIX E:
Charge characteristic
Courbe de charge
Características de carga
Laddningsegenskaper
Charge current
120%
100%
80%
Amps 60%
40%
20%
0%
Time
Volts
Charge voltage
16
15
14
13
12
11
10
Time
EN
4-stage charging:
Bulk
Entered when charger is started. Constant current is applied until nominal battery voltage is reached, depending on temperature and input voltage, after which
constant power is applied up to the point where excessive gassing is starting (14.4V resp. 28.8V, temperature compensated).
Battery Safe
The applied voltage to the battery is raised gradually until the set Absorption voltage is reached. The Battery Safe Mode is part of the calculated absorption time.
Absorption
The absorption period is dependent on the bulk period. The maximum absorption time is the set Maximum Absorption time.
Float
Float voltage is applied to keep the battery fully charged
Storage
After one day of float charge the output voltage is reduced to storage level. This is 13,2V resp. 26,4V (for 12V and 24V charger). This will limit water loss to a
minimum when the battery is stored for the winter season.
After an adjustable time (default = 7 days) the charger will enter Repeated Absorption-mode for an adjustable time (default = one hour) to ’refresh’ the battery.
NL
4-fase-lading:
Bulklading
Deze start als de lader wordt ingeschakeld. Een constante stroom wordt toegepast tot de nominale accuspanning is bereikt, afhankelijk van de temperatuur en de
ingangsspanning, waarna een constante stroom wordt toegepast tot er overmatige gasvorming optreedt (14,4 V resp. 28,8 V, temperatuurgecompenseerd).
Battery Safe-modus
De op de accu toegepaste spanning wordt langzaamaan verhoogd tot de ingestelde absorptiespanning is bereikt. De Battery Safe-modus maakt onderdeel uit van
de berekende absorptietijd.
Absorptielading
De absorptieladingstijd hangt af van de bulkladingstijd. De maximale absorptieladingstijd is de ingestelde Maximale absorptietijd.
Druppellading
De druppelladingsspanning wordt toegepast om de accu volledig opgeladen te houden.
Opslaglading
Na een dag druppellading wordt de uitgangsspanning verlaagt tot het opslagladingsniveau. Dit is 13,2 V resp. 26,4 V (voor een 12V- resp. 24V-lader). Hierdoor
wordt het verlies van water tot een minimum beperkt als de accu gedurende de winter is opgeslagen.
Na een aanpasbare tijd (standaard = 7 dagen) start de lader in de Herhaaldelijke absorptie-modus gedurende een aanpasbare tijd (standaard = een uur) om de
accu te ’verversen’.