De relaisset op de warmtepomp bevestigen
De relaisset zorgt ervoor dat er geen sprake is van herbevriezing in de
lekbak wanneer het ontdooien is afgerond.
Het K6-relais heet drie instelopties aan de voorkant, waarmee u de
functie, tijd en het bereik van het relais aan kunt passen.
Dr (FUNCTIE) staat voor “Delay on release”, wat betekent dat de voe-
ding gehandhaafd blijft terwijl u de andere twee instellingen aanpast.
TIME (TIJD) geeft aan hoeveel tijdseenheden er zijn geteld voordat de
voeding wordt onderbroken.
RANGE (BEREIK) geeft aan hoe lang een eenheid meegaat.
Afbeelding 5: de relaisset wordt aan de warmtepomp bevestigd.
Nummer Naam
1
Ontdooikaart
2
Klemmenstrook, 125
3
Relais K5, Phoenix
4
Relais K6, Carlo Gavazzi
10. Monteer cijferring 125 en de afdekking op de klemmenstrook.
11. Bevestig de klemmenstrook en de twee relais zoals in de afbeel-
ding 5 hierboven aangegeven.
12. Stel relais K6 in op de standaardinstelling zoals hieronder in de
afbeelding 6 aangegeven:
Afbeelding 6: standaardinstelling voor relais K6.
Deze instelling zorgt ervoor dat de voeding nog 0,5 uur (5 x 0,1h) in
stand wordt gehouden nadat het ontdooien is afgerond.
Elektrische aansluiting op de warmtepomp
13. Installeer de kabel met aansluitklemmen tussen relais K5
3
(A1, A2) en ontdooikaart
1
(382, 383). Sluit A1 op 383 en A2
op 382 aan. (De kabels hebben overeenkomende markeringen
waar ze moeten worden aangesloten.)
14. Installeer de lange blauwe kabel tussen relais K6
4
(A2) en N1.
15. Installeer de lange grijze kabel tussen K6
4
(18) en klemmen-
strook 125
2
.
16. Installeer de grijze aangesloten kabels volgens de onderstaande
figuur 7.
11
A1
K5 K6
217
(230VAC)
K6
(Y1)
K6
(A1)
K6
(15)
K5
(11)
K5
(14)
15 Y1
14
217
Afbeelding 7: Kabels installeren.
Elektrische aansluiting op buitenunit
0V
230V
Ventilator, hoge snelheid
Ventilator, motorbevei-
liging is uitgeschakeld
Ventilator, lage snelheid
Ontdooisensor
Warmte, lekbak
Accessoires
Verwarmingskabel
Afbeelding 8: elektrische aansluiting voor buitenunit.
17. Haal het zijpaneel van de buitenunit los en verwijder deze.
18. Voer de transformatorkabel in de aansluitkast van de buitenunit
in.
19. Sluit de transformatorkabels aan op de neutrale klemmenstrook
(N/220) en klemmenstrook 126.
20. Indien nodig voert u de verwarmingskabel voor de aansluitkast
van de buitenunit door.
21. Sluit de verwarmingskabels aan op de neutrale klemmenstrook
(N/220) en klemmenstrook 127.
22. Sluit een 230 VAC-voeding van de nieuwe klemmenstrook 125
in de warmtepomp aan op klemmenstrook 125 in de aansluit-
kast van de buitenunit.
23. Plaats de zijplaten terug.
0p
In
Id
Io
Dr
R
Rb
FUNCTION
0,1s
1s
6s
60s
0,1h
1h
10h
RANGE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
TIME
FUNCTIE: Ingesteld op Dr
(delay on release)
TIJD: Ingesteld op 5
BEREIK: Ingesteld op 0,1h