Enraf-Nonius Tecarpuls-II Handleiding

Type
Handleiding
Tecarpuls-II
NL109-1731750-40 IFU
0123
Gebruiksaanwijzing
Pagina 2 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Afbeeldingen
Voorzijde van apparaat
Afb. 1
1 Besturingsapparaat
2 Instelknop voor intensiteit
3 Display
4 Instelknop voor therapieduur
5 Opening voor SD-kaart
6 Handstuk met elektrode
7 Common-elektrode
2
3
4
5
1
6
7
Pagina 3 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Achterzijde van apparaat
Afb. 2
Schakelaars en 8 Aan-uitschakelaar
aansluitbussen 9 Ventilatieopening
10 Typeplaatje
11 NE-aansluitbus voor:
11.1 Kabel voor Common-elektrode met grijze aansluiting (4 pennen)
11.2 Handstuk met grijze aansluiting (4 pennen)
12 Active-aansluitbus voor:
12.1 Kabel voor Common-elektrode met witte aansluiting (8 pennen)
12.2 Handstuk met witte aansluiting (8 pennen)
13 Aansluiting voor netvoedingskabel
10
9
8
13
11 / 11.1 / 11.2
12 / 12.1 / 12.2
9
Pagina 4 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Weergaven/display
Afb. 3
Displayweergaven
14 Statusregel
15 Knoppen op het scherm
16 Knoppen op de navigatiebalk
17 Knop op de statusbalk
Afb. 4
Navigatiebalk
Functiebeschrijvingen
(A) Terug
Hiermee gaat u een pagina terug of naar het
startscherm
(B) Therapie
Hiermee gaat u naar het therapiescherm
(C) Favorieten
Hiermee gaat u naar het gedeelte Favorieten
(D) Protocollen
Hiermee gaat u naar de protocollen
(E) Opslaan
Hiermee gaat u naar het opslaggedeelte
16
15
E
D
C
B
A
14
17
Pagina 5 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Accessoires
Afb. 5
Handstukken Handstuk met grijze Handstuk met witte
aansluiting (4 pennen) aansluiting (8 pennen)
Elektroden Resistieve elektroden Capacitieve elektroden
S: 30 mm S: 30 mm
M: 50 mm M: 50 mm
L: 70 mm L: 70 mm
Common-elektroden Common-elektrode Common-elektrode zelf-
140 mm x 240 mm klevend 105 mm x 200 mm
Common- Common-elektrodekabel met Common-elektrodekabel
elektrodekabel grijze aansluiting (4 pennen) met witte aansluiting (8
pennen)
Contactcrème Contactcrème
Houder Houder voor elektroden en handstuk
Siliconenhuls Antislip-huls voor handstuk
Pagina 6 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Toelichting bij de symbolen
Algemeen waarschuwingssymbool: Dit symbool verwijst naar de gevaren van
het apparaat.
In de gebruikshandleiding is dit een symbool voor gevaar en
waarschuwingen.
Let op!
In de gebruikshandleiding is dit symbool een
waarschuwing voor mogelijke materiële schade.
Producten die gemarkeerd zijn met het nevenstaande symbool mogen niet bij
het huisvuil worden weggegooid.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
Neem de gebruiksaanwijzing in acht
Symbool voor in-/uitschakeling
Serienummer
Batchcode
Artikelnummer
GTIN-nummer (identificatienummer)
Fabrikant
Pagina 7 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Fabricagedatum
Vermelding van de hoeveelheid
Uiterste gebruiksdatum
Niet-steriel
Apparaattype BF
Het apparaat geeft energie af in de vorm van
niet-ioniserende elektromagnetische straling.
CE-markering met nummer van de aangemelde instantie
Medisch hulpmiddel
Niet opnieuw gebruiken
Niet gebruiken als de verpakking beschadigd is
Beschermen tegen hitte (zonlicht)
Temperatuurlimieten
Vochtigheidslimieten
Atmosferische-druklimieten
Pagina 8 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Deze zijde boven
Breekbare inhoud
Droog houden
Niet stapelen
Recyclebaar
Active
Actieve aansluitbus
NE
NE-aansluitbus
Pagina 9 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Inhoud
Afbeeldingen ............................................................................................................................................................. 2
Voorzijde van apparaat ......................................................................................................................................................... 2
Achterzijde van apparaat ..................................................................................................................................................... 3
Weergaven/display ................................................................................................................................................................. 4
Accessoires ................................................................................................................................................................................. 5
Toelichting bij de symbolen ................................................................................................................................................ 6
1 Indicaties/contra-indicaties ...................................................................................................................... 10
2 Bijwerkingen / Beoogd gebruik / Werking ......................................................................................... 11
3 Gebruiksinstructies ...................................................................................................................................... 12
4 Waarschuwingen .......................................................................................................................................... 14
5 Tecarpuls-II in het kort ........................................................................................................................... 16
6 Inbedrijfstelling van het systeem ........................................................................................................... 17
6.1 Montage van de kabels ............................................................................................................................................... 17
6.2 Zelfklevende elektrode ................................................................................................................................................ 18
7 Configuratie ................................................................................................................................................... 20
8 Bedieningshandleiding .............................................................................................................................. 21
8.1 Aanbevelingen voor het gebruik ............................................................................................................................. 21
8.2 Verloop van de behandeling ..................................................................................................................................... 22
8.3 Schermen en knoppen ................................................................................................................................................. 23
8.4 Protocollen ....................................................................................................................................................................... 25
8.5 Favorieten.......................................................................................................................................................................... 26
9 Technische informatie ................................................................................................................................ 27
10 Reiniging, desinfectie ................................................................................................................................. 28
11 CE-markering ................................................................................................................................................. 30
12 Levering en accessoires ............................................................................................................................. 31
13 Combinaties van apparatuur ................................................................................................................... 32
14 Veiligheid en onderhoud .......................................................................................................................... 33
14.1 Veiligheid ........................................................................................................................................................................ 33
14.2 Onderhoud ..................................................................................................................................................................... 33
15 Functietest ...................................................................................................................................................... 34
16 Veiligheidstechnische controle Meettechnische controle ........................................................ 35
17 Functie-uitval, foutmelding/fouten oplossen, verwijdering......................................................... 36
18 EMC-verklaring van de fabrikant ........................................................................................................... 39
Geldig voor het apparaat ThermoTK / Tecarpuls-II.
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van het apparaat. De handleiding moet bij
het apparaat worden bewaard om altijd beschikbaar te zijn voor degenen die het apparaat
moeten bedienen.
De gebruiksaanwijzing is geldig vanaf november 2020.
Pagina 10 van 44 NL109-1731750-40 IFU
1 Indicaties/contra-indicaties
Indicaties
Pijnbehandeling bij acute en chronische pijn
Ontstekingen van het musculoskeletale systeem
Verbetering van de bloedcirculatie in het spierweefsel
Spierontspanning door detonisering van de musculatuur
Weefselregeneratie na lichamelijke activiteit
Triggerpunten
Contra-indicaties
Pacemaker en alle andere actieve implantaten
Hoorapparaten
Metalen implantaten en andere metalen voorwerpen in het elektrische
veld, zoals koperen spiraaltjes
Toepassing nabij maligne/benigne tumoren
Zwangerschap
Trombosen
Actieve artrosen en ontstekingen
Open wonden
Therapie op slijmvliezen
Verlaagde huid- of lichaamstemperatuur
Behandeling van het hoofd
Behandeling boven het hart
Epilepsie
Angina pectoris
Hart- en vaatstoornissen
Nerveuze klachten
Neoplasieën
Bloedstollingsstoornissen
Tromboflebitis
Stoornissen in de temperatuurgevoeligheid
Voorzichtigheid is geboden bij personen
die sensibiliteitsstoornissen vertonen
die niet in staat zijn pijn adequaat te uiten
die onder invloed zijn van drugs en/of alcohol, omdat hoge belastingen
van de bloedsomloop en niet-adequate behandelingsreacties niet
uitgesloten kunnen worden.
Pagina 11 van 44 NL109-1731750-40 IFU
2 Bijwerkingen / Beoogd gebruik / Werking
Bijwerkingen
Bij een correcte dosering en inachtneming van de contra-indicaties zijn geen
bijwerkingen bekend.
Beoogd gebruik
De Tecarpuls-II is een medisch diathermieapparaat voor uitwendige
weefselverwarming op de menselijke huid met het doel om de
weefseltemperatuur te verhogen en daarmee de bloedcirculatie in het
behandelde gebied te verbeteren. Dit dient voor behandeling van specifieke
aandoeningen van het musculoskeletale systeem om pijn of
spierverkrampingen te verminderen.
Bovendien wordt de Tecarpuls-II in de sportfysiotherapie ingezet voor
spierontspanning
voorbereiding van de spier op lichamelijke inspanning
preventie van blessures
tegengaan van spiervermoeidheid
behandeling van directe of indirecte traumata
Gebruikers
De Tecarpuls-II is uitsluitend bedoeld voor medische professionals zoals
artsen, therapeuten en medisch ondersteunend personeel. Verder gelden er
geen beperkingen voor gebruikers.
Patiëntendoelgroep
De Tecarpuls-II mag niet worden gebruikt bij zuigelingen en kleine kinderen.
De Tecarpuls-II mag niet worden gebruikt bij patiënten die voldoen aan de
genoemde contra-indicaties. Verder gelden er geen beperkingen voor de
patiëntendoelgroep.
Werking
Het apparaat maakt gebruik van elektromagnetische velden van 460 resp. 540
kHz om door wisselwerking met het weefsel een temperatuurverhoging te
bereiken. Daarbij wordt in weefsels met een hogere elektrische weerstand
meer vermogen gebruikt dan in weefsel dat beter geleidt. In de capacitieve
modus worden vooral weefselstructuren nabij het oppervlak (subcutaan
vetweefsel en daaronderliggend spierweefsel) verwarmd. De resistieve modus
daarentegen dient voor verwarming van dieperliggende lagen (pezen,
banden).
Interne organen worden nauwelijks verwarmd, omdat deze meestal zijn
omgeven door een beschermende laag vet of andere structuren.
In vergelijking met de Common-elektrode ontstaat in het kleinere handstuk
met de elektrode een verdichting van veldlijnen. Dit dient dus voor de
therapie.
Pagina 12 van 44 NL109-1731750-40 IFU
3 Gebruiksinstructies
Voordat het apparaat bij de patiënt wordt gebruikt, moet de gebruiker zich
vertrouwd hebben gemaakt met de gebruiksaanwijzing en de specifieke
behandelmethoden, alsook de indicaties/contra-indicaties, de
waarschuwingen en de gebruiksinstructies. Verder moeten andere
informatiebronnen met betrekking tot de therapie in acht worden genomen.
Meld alle ernstige gebeurtenissen die zich in samenhang met dit product
voordoen altijd aan de fabrikant en de verantwoordelijke instanties.
Let op!
De Tecarpuls-II mag niet in hygiënisch kritische medische zones zoals OK-
ruimten, intensive-careafdelingen of EHBO-afdelingen worden geplaatst of
gebruikt.
Let op!
Voordat het apparaat in bedrijf wordt gesteld, moet worden gecontroleerd of
het voorgeschreven geaarde stopcontact wordt gebruikt (elektrische installatie
volgens DIN VDE 0100 deel 710 of vergelijkbaar). Het apparaat mag daarbij
uitsluitend worden aangesloten met de bijgeleverde netvoedingskabel. De
netvoedingskabel moet worden beschermd tegen mechanische belasting.
Let op!
Voor medische elektrische apparaten gelden speciale voorzorgsmaatregelen
ten aanzien van de elektromagnetische compatibiliteit (EMC). Daarom moeten
deze volgens de EMC-instructies in de begeleidende documenten worden
geïnstalleerd. Zie daartoe hoofdstuk 18 'EMC-verklaring van de fabrikant'.
Gebruik van dit apparaat in de nabijheid van sterke elektromagnetische velden
(zoals tomografen, röntgen- of diathermische apparatuur) kan de
functionaliteit van het apparaat verstoren. Neem een veiligheidsafstand van 5
meter in acht.
De Tecarpuls-II is niet geschikt voor gebruik in zones met een explosieve,
brandbare of verbranding bevorderende omgeving.
Bij gebruik moet het apparaat zo worden geplaatst, dat de centrale
stroomvoorziening van het apparaat direct te bereiken is, zodat het op ieder
moment van de netvoeding gescheiden kan worden.
Om gevaar voor een elektrische schok te vermijden moet de
netvoedingsstekker van het apparaat vóór alle onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden uit het stopcontact worden getrokken.
Inspecteer het apparaat en de therapieonderdelen voordat u deze gebruikt. In
geval van beschadigingen mogen deze niet worden gebruikt.
Let op!
Er mogen alleen accessoireonderdelen van de firma Enraf-Nonius B.V. worden
gebruikt die bedoeld zijn voor dit apparaat. Dat geldt in het bijzonder voor
kabels en elektroden. De Tecarpuls-II mag met geen enkel ander medisch of
niet-medisch apparaat worden gecombineerd.
Pagina 13 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Tijdens de levensduur van het apparaat mogen er geen wijzigingen in het
apparaat of het medische systeem worden aangebracht.
Wijzig dit apparaat nooit zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Let op!
Als er geen SD-kaart in het apparaat is geplaatst, worden in het menu
'Protocollen' geen beelden weergegeven.
Pagina 14 van 44 NL109-1731750-40 IFU
4 Waarschuwingen
Behandelinstructies over de plaats, duur en intensiteit van behandeling
vereisen medische kennis en mogen alleen door erkende artsen, therapeuten
en andere medische professionals worden gegeven. Deze instructies dienen
absoluut te worden gevolgd.
Tijdens de therapie mag de patiënt niet zonder toezicht worden achtergelaten.
Het uitvoeren van intercraniale, transcardiale en cervicaal-occipitale
behandelingen is verboden. Het negeren hiervan kan leiden tot gevaar voor
de patiënt.
Het is verboden een patiënt gelijktijdig op het Tecarpuls-II-systeem en een
chirurgisch apparaat voor hoge frequenties aan te sluiten. Als dit wordt
genegeerd, kan er gevaar ontstaan voor de patiënt, vooral door brandwonden
onder de elektroden.
Inzet in natte gebieden is niet toegestaan; als dit wordt genegeerd, kan ernstig
letsel ontstaan en kan zowel de patiënt als de gebruiker in gevaar komen.
Gebruik het handstuk nooit zonder elektrode of met een beschadigde
elektrode. Het negeren hiervan kan leiden tot gevaar voor de patiënt.
De Common-elektrode moet altijd over een groot oppervlak contact maken
met de patiënt. Anders kunnen er ongewenste verdichtingen van de veldlijnen
ontstaan en daarmee letsel bij de patiënt.
Tijdens de behandeling moet er dus altijd op worden toegezien dat deze
elektrode goed contact maakt.
De werking van bepaalde geïmplanteerde elektrische voorzieningen zoals
pacemakers kan door de behandelingen met langegolfapparatuur worden
verstoord.
Doorgaans mogen patiënten niet aan langegolftherapie worden onderworpen
wanneer zij in het te behandelen lichaamsdeel een verlaagd warmte- en
pijngevoel hebben.
Langegolftherapie mag bij patiënten niet door de kleding heen worden
gegeven. Bovendien mag deze niet worden toegepast bij patiënten die
metalen voorwerpen, zoals sieraden of metaalhoudende kleding (zoals
metalen knopen, drukknopen of metaaldraad) dragen.
Lichaamsdelen van de patiënt die metalen implantaten bevatten (zoals een
pen in een bot, een spiraaltje, enz.) moeten doorgaans van behandeling
worden uitgesloten.
Pagina 15 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Zie erop toe dat hoorapparaten en andere elektronische apparaten die de
patiënt op het lichaam draagt vóór de behandeling worden verwijderd.
Patiënten mogen niet in aanraking komen met geleidende onderdelen die
geaard zijn of die een hoge capaciteit ten opzichte van de aarde hebben en
die ongewenste paden voor het hogefrequentiebereik zouden kunnen
vormen. In het bijzonder mogen er geen behandeltafels of stoelen met
metalen frames worden gebruikt.
Leidingen naar de elektrode moeten zo worden geplaatst dat contact met de
patiënt of met geleidende of energie absorberende voorwerpen wordt
vermeden.
In het apparaat wordt niet-ioniserende straling opgewekt.
Gebruik de zelfklevende Common-elektrode uitsluitend voor een behandeling
bij één patiënt en gooi deze na de behandeling weg. Bij herhaald gebruik kan
er kruisbesmetting optreden, of kan de kleefkracht zijn afgenomen waardoor
er brandwonden ontstaan.
Zorg dat het handstuk met de elektrode tijdens het gebruik nooit op de ogen
is gericht.
Zorg dat het handstuk met de elektrode niet op metalen oppervlakken (bijv.
een bed, wasbekken, apparaatbehuizing, enz.) is gericht.
Zorg dat het apparaat niet wordt geopend. Wanneer het apparaat wordt
geopend, kan er levensgevaarlijke spanning optreden.
Zorg dat de ventilatieopeningen aan de achterzijde van het apparaat vrij
worden gehouden.
Zorg dat de netvoedingskabel direct van het stroomnet wordt gescheiden
wanneer er vloeistof of vreemde voorwerpen in de behuizing terechtkomen.
Zorg dat het apparaat door een geautoriseerde servicemedewerker wordt
gecontroleerd voordat het weer in gebruik wordt genomen.
Als u het apparaat volledig van de netvoeding wilt loskoppelen, trekt u de
netvoedingskabel uit het stopcontact..
Als het uitgangsvermogen te laag lijkt of er geen vermogen ingesteld kan
worden, kan dit worden veroorzaakt door een verkeerd gebruik van de
neutrale
elektrode of een slecht contact in de aansluiting van de neutrale elektrode. In
dat geval moet worden gecontroleerd of de neutrale elektrode en de
aansluitingen correct worden gebruikt voordat het uitgangsvermogen
opnieuw wordt verhoogd.
Pagina 16 van 44 NL109-1731750-40 IFU
5 Tecarpuls-II in het kort
Wat is de Tecarpuls-
II?
Een geavanceerd, innovatief therapiesysteem voor
dieptewarmtetherapie.
Wat doet de
Tecarpuls-II?
Bij gebruik wordt een voor de patiënt niet voelbare hoogfrequente
stroom toegepast.
Deze hoogfrequente stroom dringt in de vorm van elektromagnetische
energie in het weefsel en wordt daar omgezet in warmte.
Wat zijn de
voordelen van de
Tecarpuls-II?
Het moderne, overzichtelijke kleurendisplay met weergave van alle
relevante parameters voor de therapie, en de moderne touchbediening
zorgen voor gemak en motivatie bij de behandeling.
Individuele instellingen voor de programmastart en een heldere,
eenvoudige menustructuur bieden de gebruiker optimaal comfort.
Door de compacte vormgeving is het apparaat in de praktijk
ruimtebesparend en zeer geschikt voor inzet bij mobiel gebruik.
Het bijzondere van
de Tecarpuls-II
De Tecarpuls-II kan als integratieve therapie met vrijwel alle andere
handmatige therapieprocessen worden gecombineerd of als
afzonderlijke therapie worden toegepast.
Met drie gemakkelijk te vervangen elektroden van een verschillend
formaat is optimale aanpassing aan het te behandelen gebied mogelijk.
Opmerking:
het gebruik van dit apparaat is voorbehouden aan medici
(bijv. artsen, therapeuten, andere medische professionals).
Pagina 17 van 44 NL109-1731750-40 IFU
6 Inbedrijfstelling van het systeem
6.1 Montage van de kabels
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking
siliconenhuls:
Opmerking:
Voor de therapie zijn een actieve en een neutrale elektrode (Common-
elektrode) nodig.
Ongeacht welke methode wordt gekozen voor uitvoering van de
behandeling,
wordt het vermogen altijd afgegeven via de uitgang ACTIVE
en de patiëntstroomkring wordt gesloten via de neutrale elektrode.
Het gebruik van de siliconenhuls dient voor comfortabele bediening van
het handstuk voor de gebruiker. Daartoe wordt de huls met de breed
uitlopende zijde op de elektrodeaansluiting op het handstuk aangebracht.
De Tecarpuls-II biedt verschillende manieren om de behandeling
uit te voeren.
Dynamisch1: 1 dynamische elektrode (gebruik alleen de bus 'active',
anders wordt de dynamische elektrode niet gedetecteerd!)
+ 1 statische Common-elektrode
Dynamisch2: 2 dynamische elektroden
Handsfree: 2 statische zelfklevende elektroden
Zorg dat het apparaat op een stabiele ondergrond staat.
Opmerking:
Zorg dat de netvoedingsschakelaar op het apparaat op '0' staat.
Netvoedingskabel
aansluiten
Sluit de netvoedingskabel aan op de daartoe bestemde bus (13) op het
apparaat en verbind de kabel met de netvoeding.
Opmerking:
Het apparaat mag alleen worden aangesloten op geaarde stopcontacten.
Methode Dynamisch 1
1 dynamische elektrode + 1 statische Common-elektrode
Handstuk aansluiten
Sluit het handstuk met de witte aansluiting aan op de witte aansluitbus
ACTIVE.
Opmerking:
Zorg dat er een elektrode in het handstuk is geplaatst die correct en
volledig op het handstuk zit.
Common-elektrode
met kabel verbinden
Bevestig de connector van de kabel aan het lipje van de Common-
elektrode (herbruikbare elektrode of zelfklevende elektrode voor eenmalig
gebruik).
Common-
elektrodekabel
aansluiten
Sluit de Common-elektrodekabel met de grijze aansluiting aan op de grijze
aansluitbus NE.
Pagina 18 van 44 NL109-1731750-40 IFU
6.2 Zelfklevende elektrode
Methode Dynamisch 2
2 dynamische elektroden
Handstuk aansluiten
Sluit het handstuk met de witte aansluiting aan op de witte aansluitbus
ACTIVE.
Sluit het handstuk met de grijze aansluiting aan op de grijze aansluitbus
NE.
Opmerking:
Zorg dat er een elektrode in het handstuk is geplaatst die correct en
volledig op het handstuk zit.
Zorg dat u op beide handstukken hetzelfde type elektrode
hebt aangesloten (ofwel beide capacitief of beide resistief).
Let op de grootte van de elektroden.
De volgende combinaties worden aanbevolen:
S + M, M + L.
Methode Handsfree
2 statische zelfklevende elektroden
Common-
elektrodekabel
aansluiten
Sluit de Common-elektrodekabel met de grijze aansluiting aan op de grijze
aansluitbus NE.
Sluit de elektrodekabel met de witte aansluiting aan op de witte
aansluitbus ACTIVE.
Common-elektrode
met kabel verbinden
Bevestig de connectors van de kabels elk aan het lipje van de zelfklevende
Common-elektrode.
Elektrode met kabel
verbinden
Bevestig de connector van de kabel aan het lipje van de zelfklevende
elektroden.
Apparaat
uitschakelen
Schakel het apparaat uit met de tuimelschakelaar (8).
Als u het apparaat volledig van de netvoeding wilt loskoppelen, trekt u de
netvoedingskabel eruit.
Let op!
Alle kabels moeten worden beschermd tegen beknelling of andere
mechanische beschadigingen.
Pagina 19 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Gebruiks-
instructies
Wanneer u de zelfklevende elektroden gebruikt, dient u de volgende
gebruiksinstructies in acht te nemen:
Waarschuwingen/
voorzorgs-
maatregelen
1. Nadat u de elektrode uit de verpakking hebt gehaald, controleert u of
deze niet is beschadigd.
2. Kies voor toepassing van de elektroden de musculatuur die goed
doorbloed is.
3. Zorg dat de te behandelen oppervlakken grondig zijn gereinigd en
droog zijn.
4. Let op dat u goed en gelijkmatig huidcontact maakt en strijk alle
randen glad. Voorkom dat er vloeistoffen in het gebied komen waar u
contact maakt.
5. Verbind de elektroden met de connectors van de kabels aan het
daarvoor bedoelde lipje.
6. Sluit de kabels aan op de aansluitbussen op het apparaat.
7. Verwijder de elektroden na gebruik van de huid door deze langzaam
vanaf een hoek los te trekken. Als u de elektroden snel lostrekt, kan
de huid beschadigd raken.
Als er onvoldoende contact met de huid wordt gemaakt over het
totale kleefoppervlak, kunnen er brandwonden op de huid ontstaan
of kan er minder vermogen worden afgegeven.
Als er zeer veel vermogen wordt afgegeven, kan dit tot problemen
leiden.
Controleer het gelijkmatige huidcontact met de patiënt,
de klemmen, aansluitkabels en verbindingen.
Controleer alle accessoires waarmee u de therapie uitvoert op hun
goede werking. Als er geen probleem wordt gedetecteerd, vervangt u
de actieve accessoires vóór de behandeling.
De elektrode mag op geen enkele manier op maat worden geknipt of
worden aangepast.
Bewaar de elektrode droog en vrij van direct zonlicht. De aanbevolen
temperatuur voor opslag ligt tussen 5°C en 30°C.
Gebruik de elektrode niet meer nadat de uiterste
houdbaarheidsdatum is verstreken.
Pagina 20 van 44 NL109-1731750-40 IFU
7 Configuratie
Opmerking:
De volgende beschrijvingen zijn gebaseerd op de fabrieksinstellingen.
Configuratiemenu
Configuratie
selecteren
In het configuratiemenu kunnen fabrieksinstellingen worden gewijzigd
en individueel worden aangepast.
Druk op de knop 'Configuratie' (1) om het beeldscherm 'Configuratie' te
openen.
Welkomsttekst
Taal
Start
Beeldschermbeveiliging
Tonen
Volume
Helderheid
Koppeling
Load default
Service
Softwareversie
Wanneer u op de knop 'Welkomsttekst' drukt, wordt het alfabetische
toetsenbord geopend waarmee u een welkomsttekst in het startscherm
kunt opgeven.
Wanneer u de knop 'Taal' kiest, wordt een selectievenster met
verschillende talen geopend.
U kunt met de pijltoetsen door de lijst bladeren. Selecteer de gewenste
taal direct op de bijbehorende regel.
Druk op de knop 'Start' om een keuze te maken uit de startinstellingen
'Protocollen', 'Favorieten' en 'Therapie'.
Druk op de knop 'Beeldschermbeveiliging' om de
beeldschermbeveiliging in of uit te schakelen.
Wanneer u het display direct aanraakt of aan de linker- of rechterknop
draait, wordt de slaapmodus uitgeschakeld.
Druk op de knop 'Tonen' om de signaaltonen in of uit te schakelen. Als
'Tonen uit' is ingeschakeld, is de functie voor instelling van het volume
uitgeschakeld.
Instelmogelijkheid voor het volume van de signaaltonen. U stelt de
waarde in met de pijltoetsen.
Instelmogelijkheid voor helderheid van het beeldscherm. U stelt de
waarde in met de pijltoetsen.
Instelmogelijkheid (0 100%) voor de grenswaarde van de koppeling. U
stelt de waarde in met de pijltoetsen.
Druk op de knop 'Load default' om de standaardinstellingen van de
fabriek te herstellen.
Dit menu is alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers.
Druk op de knop 'Softwareversie' om een venster met informatie over de
huidige softwareversie te openen.
Pagina 21 van 44 NL109-1731750-40 IFU
8 Bedieningshandleiding
8.1 Aanbevelingen voor het gebruik
Opmerking:
De volgende aanbevelingen dienen alleen als leidraad en moeten
vanzelfsprekend aan de individuelen situatie van de patiënt
worden aangepast.
Modi
1. Capacitieve modus: voor toepassing op structuren die dicht aan het
oppervlak liggen, zoals musculatuur.
2. Resistieve modus: voor toepassing op dieper liggende structuren, zoals
pezen en banden.
Frequenties
460 kHz capacitief/resistief
540 kHz capacitief/resistief
afwisselend (460/540 kHz) capacitief/resistief
Bedrijfsmodi
continu
gepulst
Elektroden
Plaatsing van de
Common-elektrode
Opmerking:
Contactcrème
Opmerking:
Behandeltijd:
Dosering:
Opmerking:
Elk 3 elektroden voor capacitief gebruik en resistief gebruik in verschillende
grootten:
L/M: voor toepassingen op een groter oppervlak
S: voor toepassingen op een klein oppervlak
De Common-elektrode moet indien mogelijk onder het te behandelen
gebied worden geplaatst.
Wordt de therapie uitgevoerd met 2 bewegende elektroden,
dan wordt de Common-elektrode in deze modus een actieve
behandelelektrode.
Een optimale energieoverdracht kan alleen in combinatie met de speciale
geleidende crème worden gegarandeerd.
Met de contactcrème kan de therapeut optimaal met de elektrode over de huid
glijden. De crème is huidvriendelijk en ook te gebruiken bij een zeer gevoelige
huid.
Afhankelijk van de grootte van het te behandelen gebied en de toestand van
de aandoening is de aanbevolen behandeltijd 10 tot 20 minuten.
De dosering moet een aangenaam gevoel van warmte geven en is afhankelijk
van de subjectieve ervaring van de patiënt.
De patiënt moet tijdens de therapie aandachtig in het oog worden gehouden.
Pagina 22 van 44 NL109-1731750-40 IFU
8.2 Verloop van de behandeling
Opmerking:
De volgende beschrijvingen zijn gebaseerd op de fabrieksinstellingen.
Opmerking:
Alle toetsen, menu's en submenu's worden direct op het scherm met de
vingers bediend.
Therapiescherm
openen
Druk op de knop 'Start' om het therapiescherm te openen.
Elektrode selecteren
Selecteer de capacitieve of resistieve elektrode voor de gewenste therapie
en plaats deze correct in het handstuk.
Common-elektrode
selecteren
Contactcrème
aanbrengen
Selecteer de geschikte Common-elektrode voor de gewenste therapie.
Breng de crème aan op het te behandelen gebied en verdeel de crème
gelijkmatig over het gehele oppervlak van het behandelgebied.
Bij gevoelige patiënten is het raadzaam om op de Common-elektrode
eveneens crème aan te brengen.
Opmerking:
Elektrode plaatsen
Vermogen instellen
Bij gebruik met zelfklevende elektroden is nooit crème nodig. Het
contactvlak van de Common-elektrode met de huid mag nooit kleiner zijn
dan het vlak van de behandelelektrode. Een behandeling zonder Common-
elektrode is niet mogelijk.
Plaats de elektrode op het geselecteerde behandelpunt/-gebied.
Stel het gewenste vermogen in met de linker instelknop.
Het ingestelde vermogen wordt weergegeven in het staafdiagram.
Start van de therapie
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
De therapie begint zodra u op de knop 'Start' drukt.
Als niet op de knop 'Start' wordt gedrukt, wordt geen vermogen afgegeven.
Het vermogen kan tijdens de therapie met de instelknop worden verhoogd of
verlaagd.
De therapie moet pas worden gestart nadat de elektrode op de patiënt is
aangebracht.
Einde van de
therapie:
Opmerking:
Na afloop van de therapietijd klinkt een akoestisch signaal.
2-fasenprogramma:
Als een 2-fasenprogramma wordt gebruikt, moet na afloop van fase 1 voor
fase 2 de modus handmatig worden ingesteld, moeten de elektroden worden
vervangen en moet de aanbevolen therapie worden ingesteld. De therapie
moet voor fase 2 opnieuw worden gestart.
Pagina 23 van 44 NL109-1731750-40 IFU
8.3 Schermen en knoppen
Beschrijving van de
schermelementen en
knoppen
(1) Start/Stop
(2) Vermogen
Druk op de knop 'Start/Stop' om de vermogensafgifte te starten resp. te
stoppen.
In het staafdiagram wordt het momenteel ingestelde vermogen weergegeven.
Deze waarde wordt ingesteld met de linker instelknop.
Instelmogelijkheid vermogensbereik resistieve modus:
0 150 W/ modus Handsfree: max. 60 Watt
Instelmogelijkheid vermogensbereik capacitieve modus:
0 250 VA
(3) Koppeling
Visuele koppelings-
weergave op het
handstuk
(4) Modus/
frequentie
Procentuele weergave van de grenswaarde van de koppeling.
Groene LED brandt: voldoende koppeling
Groene LED knippert: onvoldoende koppeling
Druk op de knop (4) om een selectievenster met 2 knoppen te openen waarin
u de modus en frequentie kunt instellen.
Als u direct de bovenste knop kiest, wordt de gewenste modus ingesteld:
Resistief
Capacitief
Hands Free
Als u direct de onderste knop kiest, wordt de gewenste frequentie ingesteld:
460 kHz
540 kHz
460 kHz/540 kHz afwisselend, instelbaar van 2 9 seconden
4
6
7
3
5
1
Pagina 24 van 44 NL109-1731750-40 IFU
(5) Bedrijfsmodus
Geeft de ingestelde bedrijfsmodus weer.
Bedrijfsmodi:
Continu
Gepulst
De ingestelde bedrijfsmodus heeft een blauwe achtergrond.
Druk direct op het symbool als u de bedrijfsmodus wilt wijzigen.
Als de bedrijfsmodus Gepulst actief is, wordt na keuze van het symbool
een selectievenster geopend waarin de impuls-pauzeratio tussen
1 en 10 seconden kan worden ingesteld. U stelt de waarde in met de
pijltoetsen onder het staafdiagram.
Opmerking:
Instelmogelijkheden:
Resistief: continu, gepulst
Resistief afwisselend: continu
Capacitief: continu, gepulst
Capacitief afwisselend: continu
Hands Free: continu, gepulst; afwisselend
In de bedrijfsmodus 'Hands Free' kan alleen de frequentie worden geselecteerd.
De bedrijfsmodus is resistief.
(6) Tijd
Geeft de therapietijd aan. In te stellen van 1 - 60 minuten.
Deze waarde wordt ingesteld met de rechter instelknop.
(7) Opslaan
Druk op de knop 'Opslaan' om een alfabetisch toetsenbord te openen
waarmee u een individuele naam voor het programma invoert en deze
instellingen onder Favorieten opslaat.
Opmerking:
De koppelingsbewaking is in de fabriek ingesteld op een waarde van 50%. Als u
een waarde van 0% instelt, wordt de koppelingsbewaking gedeactiveerd en
loopt de therapietijd verder door zonder dat er energie wordt overgedragen.
Pagina 25 van 44 NL109-1731750-40 IFU
8.4 Protocollen
Protocollen
Het menu 'Protocollen' dient ter ondersteuning bij de therapiekeuze en biedt
uitvoerige informatie over het gebruik.
Selectie van de
lichaamszone
U selecteert de gewenste lichaamszone door op een van de witte kaders te
drukken.
Ziektebeeld
selecteren
Nadat u de gewenste lichaamszone hebt geselecteerd, wordt het venster met
ziektebeelden van de geselecteerde lichaamszone geopend.
De keuze voor het ziektebeeld wordt direct op de betreffende regel gemaakt.
Acuut/Chronisch
selecteren
Therapie-
informatie
Therapieprogramma
selecteren
De keuze voor het gedifferentieerde ziektebeeld
'Acuut/Chronisch' wordt direct op de betreffende regel gemaakt.
Nadat u een gedifferentieerd ziektebeeld hebt geselecteerd, wordt een
volgend venster geopend met uitvoerige therapie- en behandelinformatie.
Bij meerdere pagina's met therapie-informatie is een staafdiagram actief.
U kunt omhoog of omlaag scrollen met de pijltoetsen.
Druk op de knop 'Start' om het therapiescherm met het betreffende
programma te openen.
Pagina 26 van 44 NL109-1731750-40 IFU
8.5 Favorieten
Favorieten
De in het therapiescherm gewijzigde en opgeslagen programma's worden
door het opslaan bewaard onder Favorieten.
Lijst Favorieten
De programma's kunnen in de lijst Favorieten
1. voor therapie worden opgeroepen:
daarvoor kiest u het gewenste programma direct op de betreffende regel.
2. worden verwijderd:
daarvoor drukt u op de knop 'Wissen' (blauwe achtergrond).
Als u het programma direct op de regel selecteert, wordt het gewist.
Pagina 27 van 44 NL109-1731750-40 IFU
9 Technische informatie
Netspanning
100 V 240 V~/50/60 Hz
Vermogensopname
Max. 300 VA
Uitgangsvermogen
150 W effectief bij 500 Ω in de resistieve modus
250 VA effectief bij 500 Ω in de capacitieve modus
60 W effectief bij 500 Ω in de modus 'Hands Free'
Interval: stappen van 1 W/VA tot 10 W/VA
stappen van 5 W/VA vanaf 10 W/VA
Frequentie
460 kHz/540 kHz
Nauwkeurigheid
± 20 %
Beschermingsklasse
I
Toepassingsklasse
Toepassingsgedeelte BF: Common-elektrode, handstuk met elektroden
Modi
Capacitief/Resistief
Bedrijfsmodi
Continu/Gepulst
Afmetingen
B 322 mm x H 135 mm x D 234 mm
Gewicht
3,5 kg (besturingsapparaat zonder accessoires)
Gebruik
10°C tot 40°C, 10% tot 85% rel. luchtvochtigheid, niet-condenserend
bij 700 hPa 1060 hPa
Transport/
opslag
-10 °C tot 50 °C, 10 % tot 90 % rel. luchtvochtigheid, niet-condenserend
bij 500 hPa 1060 hPa
Opmerking:
Opslag en transport alleen in de originele verpakking.
Opmerking:
Vermogensweergave W/VA
het apparaat meet de afgegeven stroom en spanning afzonderlijk voor grotere
veiligheid.
Met deze parameters wordt de weergegeven vermogensafgifte berekend.
Om fysische redenen moet dit in de resistieve modus in W en in de
capacitieve modus in VA worden gedaan.
Technische wijzigingen voorbehouden!
Pagina 28 van 44 NL109-1731750-40 IFU
10 Reiniging, desinfectie
Voordat service- en reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd, moet het
apparaat altijd met de hoofdschakelaar zijn uitgeschakeld en moet de
netvoedingsstekker uit het stopcontact zijn getrokken.
Zorg altijd dat er bij het reinigen geen vocht in het systeem/handstuk
binnendringt. Gebruik geen sprays.
Als er bij de reiniging/desinfectie vocht in het apparaat terechtkomt, stelt u
het apparaat buiten bedrijf, beschermt u het tegen opnieuw in gebruik nemen
en neemt u contact op met de service.
Zorg dat bij reiniging/desinfectie de opschriften van het apparaat (bijv.
waarschuwingen, opschrift van stelelementen, typeplaatje) niet worden
beschadigd.
Het apparaat en het therapieonderdeel gelden bij toepassing op een
letselvrije en gezonde huid ten aanzien van hygiëne als niet-kritiek.
Opmerking:
Alle therapieonderdelen die met de patiënt in contact kunnen komen, moeten
bij de eerste inbedrijfstelling en vóór het eerste contact met de patiënt worden
gereinigd om resten van de productie en verpakking te verwijderen. De
behuizing van het apparaat en de netvoedingskabels komen niet dicht bij de
patiënt.
Behuizing
Handstuk
Elektroden
Common-elektrode
(van aluminium)
Reiniging
De behuizing en alle therapieonderdelen kunnen bij zichtbaar vuil worden
gereinigd met commercieel verkrijgbare alcoholvrije
kunststofreinigingsmiddelen. Veeg de oppervlakken af met een volgens de
voorschriften van de fabrikant van het reinigingsmiddel bevochtigde, niet-
druipende zachte doek totdat het vuil is verwijderd.
Desinfectie
Wij raden aan minstens een keer per week en bij tekenen van mogelijke
contaminatie een desinfectie uit te voeren. Overleg hierover met de
hygiënespecialist. Voer vóór de desinfectie altijd een reiniging uit.
Voer de desinfectie uit met een alcoholvrij, gebruikelijk en voor kunststof
geschikt apparatuurdesinfectiemiddel.
De behuizing en alle therapieonderdelen kunnen worden gedesinfecteerd met
een veegdesinfectiemiddel. Gebruik daarvoor een commercieel verkrijgbaar
alcoholvrij desinfectiemiddel voor metaal en kunststoffen met een bactericide,
virucide en schimmeldodende werking. Neem de gebruiksinstructies van de
betreffende fabrikant in acht. Veeg alle oppervlakken af met een volgens de
voorschriften van de fabrikant van het desinfectiemiddel bevochtigde, niet-
druipende zachte doek of voorbevochtigde desinfectiedoekjes (zogeheten
'wipes').
Neem eventueel ook voorschriften voor afdrogen of nareiniging in acht.
Opmerking:
Alle therapieonderdelen van het apparaat die in contact komen met de patiënt,
moeten na ieder gebruik volgens de instructies voor herverwerking worden
gereinigd en gedesinfecteerd. Neem bij het gebruik van desinfectiemiddelen de
gebruiksaanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht.
Pagina 29 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Voorzichtig: Als brandbare oplossingen voor reiniging of desinfectie worden
gebruikt, moet voldoende tijd worden gewacht om de oplossingen te laten
verdampen voordat het apparaat wordt gebruikt. Anders kan er brand
ontstaan.
Opmerking:
Gebruik het apparaat alleen in een hygiënisch probleemloze omgeving.
Pagina 30 van 44 NL109-1731750-40 IFU
11 CE-markering
Dit product heeft een CE-markering
0123
volgens de EG-richtlijn voor medische hulpmiddelen 93/42/EEG en voldoet
aan de daaraan ten grondslag liggende eisen van bijlage I van deze richtlijn.
Het product is geclassificeerd als een klasse IIa-product volgens bijlage IX van
de richtlijn.
Fabrikant
Gefabriceerd voor
Zimmer MedizinSysteme GmbH
Junkersstraße 9
89231 Neu-Ulm, Duitsland
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127
3047 AT Rotterdam, Nederland
Pagina 31 van 44 NL109-1731750-40 IFU
12 Levering en accessoires
Art.nr.
Levering
1731901
1 besturingsapparaat Tecarpuls-II
0731800
1 handstuk met witte aansluiting (8 pennen)
0731801
1 handstuk met grijze aansluiting (4 pennen)
50601055
1 Common-elektrodekabel (210 cm) met witte aansluiting (8 pennen)
50601060
1 Common-elektrodekabel (210 cm) met grijze aansluiting (4 pennen)
50601080
1 elektrodenset (elektrode resistief, 30 mm; elektrode resistief, 50 mm;
elektrode resistief, 70 mm; elektrode capacitief, 30 mm; elektrode
capacitief, 50 mm; elektrode capacitief, 70 mm)
1731800
1 Common-elektrode (140 x 240 mm)
1731801
50601065
2 zelfklevende elektroden (105 x 200 mm)
2 siliconenhuls
1 houder voor elektroden en handstuk
6 contactcrème (170 gr)
1 netvoedingskabel
1 gebruiksaanwijzing
Art.nr.
Accessoires
0731800
1 handstuk met witte aansluiting (8 pennen)
0731801
1 handstuk met grijze aansluiting (4 pennen)
50601055
1 Common-elektrodekabel (210 cm) met witte aansluiting (8 pennen)
50601060
1 Common-elektrodekabel (210 cm) met grijze aansluiting (4 pennen)
50601020
1 elektrode resistief, 30 mm
50601025
1 elektrode resistief, 50 mm
50601030
1 elektrode resistief, 70 mm
50601035
1 elektrode capacitief, 30 mm
50601040
1 elektrode capacitief, 50 mm
50601045
1 elektrode capacitief, 70 mm
50601080
1 elektrodenset (elektrode resistief, 30 mm; elektrode resistief, 50 mm;
elektrode resistief, 70 mm; elektrode capacitief, 30 mm; elektrode
capacitief, 50 mm; elektrode capacitief, 70 mm)
1731800
1 Common-elektrode (140 x 240 mm)
1731801
50601090
1 1 paar zelfklevende elektroden (105 x 200 mm)
1 Siliconenhuls, VE 10 stuks.
1731802
1 contactcrème (1,9 liter met 2 hervulbare dispensers en 1 dispenserpomp)
1 netvoedingskabel
1 gebruiksaanwijzing
1 houder elektroden en handstuk
Pagina 32 van 44 NL109-1731750-40 IFU
13 Combinaties van apparatuur
Voor de Tecarpuls-II zijn door de fabrikant geen combinaties met andere apparaten of verbindingen
met andere medische of niet-medische apparaten voorzien.
Iedereen die in weerwil van deze voorschriften apparaten combineert en daarmee een medisch
systeem creëert, doet dit op eigen risico.
Pagina 33 van 44 NL109-1731750-40 IFU
14 Veiligheid en onderhoud
14.1 Veiligheid
De Tecarpuls-II wordt conform de huidige geldende normen voor medische hulpmiddelen
geproduceerd en getest.
Enraf-Nonius B.V. aanvaardt alleen verantwoordelijkheid voor de veiligheid en betrouwbaarheid van
het apparaat, als:
het apparaat tijdens gebruik is aangesloten op een voorgeschreven geaard stopcontact en de
elektrische installatie voldoet aan DIN VDE 0100 deel 710 of vergelijkbare normen;
het apparaat volgens de gebruiksinstructies wordt gebruikt;
uitbreidingen, nieuwe instellingen of wijzigingen alleen worden uitgevoerd door personen die
daartoe door Enraf-Nonius B.V. zijn gemachtigd;
de gebruiker vóór gebruik van het apparaat en het handstuk inclusief elektrode gecontroleerd heeft
of de functionele veiligheid, de algemene staat en de mechanische integriteit in orde zijn;
het apparaat uitsluitend door personeel met een relevante training wordt gebruikt;
het apparaat niet in ruimten met explosiegevaar en/of een brandgevaarlijke atmosfeer wordt
gebruikt; en
het apparaat onmiddellijk van de netvoeding wordt gescheiden zodra er vloeistof naar binnen
dringt.
Het apparaat bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker onderhouden kunnen worden.
14.2 Onderhoud
Voordat service- en reinigingswerkzaamheden worden uitgevoerd, moet het
apparaat altijd met de hoofdschakelaar zijn uitgeschakeld en moet de
netvoedingsstekker uit het stopcontact zijn getrokken.
Elektroden/
Common-elektrode
Zelfklevende
elektrode
Controleer het oppervlak van de elektroden en de Common-elektroden
regelmatig op scheurtjes en andere beschadigingen. Als een oppervlak is
beschadigd, moet het onderdeel worden vervangen.
Controleer het oppervlak regelmatig op scheurtjes en andere
beschadigingen. Bij een beschadigd oppervlak of gebrekkig
kleefvermogen moet de elektrode worden vervangen.
Neem de gebruiksinstructies op de verpakking van de elektrode in acht.
Elektrodekabel
Controleer regelmatig of de elektrodekabel van het handstuk en de
Common-elektrode intact zijn. In geval van een beschadiging moet het
onderdeel worden vervangen.
Elektroden
Zorg dat een elektrode bij het verwisselen tot aan de aanslag in het handstuk
wordt gestoken.
Connector
Controleer regelmatig of de connector van de elektrodekabel nog in goede
staat verkeert.
Pagina 34 van 44 NL109-1731750-40 IFU
15 Functietest
Functietest
Controleer regelmatig de werking van het handstuk en de elektrode.
Controleer regelmatig of het handstuk en de elektroden geen beschadigingen
vertonen.
Voer de test als volgt uit:
Sluit het handstuk met de witte aansluiting aan op het apparaat.
Plaats een elektrode op het handstuk.
Sluit de Common-elektrode met de grijze aansluiting aan
op het apparaat.
Bevestig de connector van de kabel aan het lipje van de
Common-elektrode.
Geen melding, de werking is gegarandeerd.
Bij de melding 'Handstuk niet gedetecteerd' controleert u of de juiste
elektrode is geselecteerd en deze correct op het handstuk is aangebracht.
Als de fout opnieuw optreedt, moet u absoluut contact opnemen met de
service/klantenservice.
Pagina 35 van 44 NL109-1731750-40 IFU
16 Veiligheidstechnische controle Meettechnische controle
Voor het apparaat Tecarpuls-II is in Duitsland geen veiligheidstechnische
controle en ook geen meettechnische controle vereist.
In Duitsland gelden onder meer de verordening MPBetreibV (verordening
voor gebruikers van medische hulpmiddelen) en het DGUV V3 (voorschrift ter
voorkoming van ongevallen elektrische installaties en bedrijfsmiddelen) in
de geldende actuele versie.
Deze moeten bij gebruik van het product in acht worden genomen.
Opmerking:
Deze voorschriften zijn van toepassing op gebruik van het apparaat in
Duitsland.
Neem eventueel afwijkende nationale voorschriften in uw eigen land in acht.
Pagina 36 van 44 NL109-1731750-40 IFU
17 Functie-uitval, foutmelding/fouten oplossen, verwijdering
Uitval van het
handstuk/
Geen
vermogensafgifte
Mogelijk oorzaak 1:
Handstuk is niet correct op het apparaat aangesloten
Oplossing voor oorzaak 1:
Controleer of het handstuk correct op het apparaat is aangesloten.
De stekker moet volledig zijn vergrendeld.
Controleer de kabel van het handstuk op beschadigingen of knikken.
Mogelijk oorzaak 2:
De elektrodekabel is niet correct op het apparaat aangesloten of de connector
van de elektrodekabel is niet correct met de Common-elektrode verbonden.
Oplossing voor oorzaak 2:
Controleer of de elektrodekabel correct op het apparaat is aangesloten. De
stekker moet volledig zijn vergrendeld.
Controleer of de connector correct met de Common-elektrode is verbonden.
Mogelijk oorzaak 3:
Door vervuiling van de connector is er geen goed contact tussen de
connector en de Common-elektrode.
Oplossing voor oorzaak 3:
Reinig de connector.
Pagina 37 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Geen vermogens-
overdracht
Mogelijk oorzaak 1:
Als glijmiddel wordt geen geleidende crème gebruikt.
Oplossing voor oorzaak 1:
Zorg dat u uitsluitend contactcrème gebruikt.
Mogelijk oorzaak 2:
Intern kabeldefect
Oplossing voor oorzaak 2:
Controleer dit door de test 'Kabelcontrole' uit te voeren.
Neem in geval van een foutmelding contact op met de service/klantenservice.
Uitval van het
apparaat
Geen reactie op de hoofdschakelaar/display blijft donker
Mogelijk oorzaak 1:
Verbinding met het elektriciteitsnet
Oplossing voor oorzaak 1:
Controleer of de voedingsstekker goed in het stopcontact zit en de
apparaatstekker stevig in de bus van het apparaat is gestoken.
Controleer de netvoedingskabel op beschadigingen.
Controleer het stroomnet en het stopcontact.
Mogelijk oorzaak 2:
Zekering
Oplossing voor oorzaak 2:
In de ingangsbus voor netvoeding van het apparaat bevinden zich
fijnzekeringen die de netvoeding in geval van een elektrisch probleem
onderbreken. Open de klep en controleer de zekeringen. Vervang eventueel
de defecte zekering.
Vervang de zekering alleen door een zekering met exact dezelfde
naam/waarde. Controleer vooraf de stroomvoorziening volledig op mogelijke
fouten.
Als de fout opnieuw optreedt, moet u absoluut contact opnemen met de
service/klantenservice.
Pagina 38 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Foutmelding/
fouten oplossen
Klantenservice
Centrale
218 Fout bij het lezen van de SD-kaart
Controleer of de kaart helemaal naar binnen is geschoven en goed zit.
219 Lijst Favorieten is vol
Verwijder enkele programma's uit de lijst Favorieten.
224 Communicatiefout
Schakel het systeem uit en weer in.
901 Handstuk niet herkend
Sluit het handstuk met de witte aansluiting (8 pennen)
aan op het apparaat.
902 Het aangesloten elektrodetype is verkeerd
Controleer het type van de elektrode en sluit de juiste elektrode
aan op het handstuk.
903 Te hoge temperatuur
Onderbreek de vermogensafgifte tot het systeem is afgekoeld.
Incidenteel zijn apparaatstoringen op te lossen door uitschakelen, 5 seconden
wachten en weer inschakelen van het systeem.
Reparaties en servicewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door iemand die door Enraf-Nonius is geautoriseerd.
Als de storingen vaak optreden of niet op te lossen zijn, moet u absoluut
contact opnemen met de service/klantenservice.
U bereikt de klantenservice via uw contactpersoon van de buitendienst of via
de centrale.
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127
3047 AT Rotterdam, Nederland
Tel. +31 10 20 30 600
Fax +31 10 20 30 699
www.enraf-nonius.com
Verwijdering
Het apparaat mag alleen in de originele verpakking worden teruggestuurd
naar de fabriek. In Duitsland mag het apparaat alleen via de fabriek tot afval
worden verwerkt.
Buiten Duitsland wordt de verwijdering binnen Europa overgenomen door de
handelaar die Enraf-Nonius vertegenwoordigt.
Verpakkingsmaterialen mogen niet in handen van kinderen komen, want ze
vormen een gevaar voor verstikking.
Pagina 39 van 44 NL109-1731750-40 IFU
18 EMC-verklaring van de fabrikant
Het apparaat Tecarpuls-II is ontwikkeld volgens erkende regels van de techniek; de gegevens
over beoogd gebruik van de componenten zijn in acht genomen.
De Tecarpuls-II mag niet worden gebruikt in de buurt van actieve hoogfrequente
chirurgische apparaten of MRI-apparaten, die sterke elektromagnetische interferentie
kunnen veroorzaken.
De Tecarpuls-II is uitsluitend bedoeld en getest voor gebruik door professionele instellingen
in de gezondheidszorg, zoals ziekenhuizen.
De Tecarpuls-II heeft geen essentiële vermogenskenmerken die door elektromagnetische
interferentie beïnvloed kunnen worden.
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit apparaat naast andere apparaten of hiermee
gestapeld moet worden vermeden omdat het kan leiden tot een verkeerde werking. Als een
dergelijk gebruik toch noodzakelijk is, moeten dit apparaat en de andere apparaten
voortdurend in het oog worden gehouden om te controleren of ze normaal werken.
De elektromagnetische compatibiliteit van het apparaat Tecarpuls-II is tot stand gebracht
met het originele apparaat met de originele accessoires.
WAARSCHUWING: Het gebruik van andere accessoires, omvormers en kabels dan die door
de fabrikant van deze apparatuur zijn gespecificeerd of geleverd, kan resulteren in
verhoogde elektromagnetische emissie of verminderde elektromagnetische immuniteit van
deze apparatuur en daardoor leiden tot een verkeerde werking.
Het apparaat Tecarpuls-II bevat geen vervangbare componenten, kabels of andere
onderdelen die kunnen leiden tot vermindering van de EMC.
WAARSCHUWING: Draagbare HF-communicatieapparatuur (inclusief randapparatuur zoals
antennes) moeten op een afstand van minstens 30 cm (12 inch) tot ieder onderdeel van het
apparaat Tecarpuls-II worden gebruikt, inclusief door de gebruiker aangegeven kabels.
Anders kan het vermogen van dit apparaat worden verminderd.
Dit apparaat is alleen voor bepaalde frequenties getest op immuniteit voor hoogfrequente
straling. In de nabijheid optredende transiënten met andere frequenties kunnen leiden tot
storingen in de werking. De geteste frequenties worden vermeld in tabel 4.
Het apparaat Tecarpuls-II bevat geen componenten die tijdens de levensduur van het
apparaat verouderen en tot een verslechtering van de elektromagnetische compatibiliteit
kunnen leiden. Daarom is voor de garantie van een essentiële veiligheid tijdens de
levensduur van het apparaat geen onderhoud nodig.
Alle tests zijn volgens de standaard IEC 60601-1-2 Ed. 4.0 uitgevoerd. Er zijn geen andere
standaarden en voorschriften voor elektromagnetische compatibiliteit toegepast.
Pagina 40 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Tabel 1
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant elektromagnetische interferentie
Het apparaat Tecarpuls-II is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die
hieronder is gespecificeerd. De klant of de gebruiker van het apparaat Tecarpuls-II dient ervoor te
zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Emissietests
Emissietests
Emissietests
HF-storingsemissie conform
CISPR 11
Groep 2
Het apparaat Tecarpuls-II moet
elektromagnetische energie uitzenden om
zijn bedoelde functie te vervullen.
Elektronische apparatuur in de nabijheid
kan hierdoor worden beïnvloed.
HF-storingsemissie conform
CISPR 11
Klasse A
Het apparaat Tecarpuls-II is geschikt voor
gebruik in alle omgevingen, inclusief in
woonomgevingen en omgevingen die
direct op het openbare elektriciteitsnetwerk
zijn aangesloten waarop ook gebouwen zijn
aangesloten die worden gebruikt voor
woondoeleinden.
Harmonische emissies volgens
IEC 61000-3-2
Klasse A
Emissies van
spanningsfluctuaties/flikkeringen
conform IEC 61000-3-3
hieraan wordt
voldaan
Tabel 2
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant elektromagnetische immuniteit
Het apparaat Tecarpuls-II is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die
hieronder is gespecificeerd. De klant of de gebruiker van het apparaat Tecarpuls-II dient ervoor te
zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Elektrostatische
ontlading (ESD)
conform IEC 61000-4-2
±8 kV
contactontlading
± 2 kV, ± 4 kV, ± 8
kV,
±15 kV
luchtontlading
±8 kV contactontlading
± 2 kV, ± 4 kV, ± 8 kV,
±15 kV luchtontlading
Vloeren moeten gemaakt
zijn van hout, beton of
keramische tegels. Bij
kunststofvloerbedekkinge
n moet de relatieve
luchtvochtigheid minstens
30% bedragen.
Snelle elektrische
transiënten/bursts
conform IEC 61000-4-4
± 2 kV
100 kHz
herhalingsfrequentie
± 2 kV
100 kHz
herhalingsfrequentie
De geleverde kwaliteit van
de voedingsspanning
moet corresponderen met
die van een typische
zakelijke of
ziekenhuisomgeving.
Piekspanningen
(surges) conform IEC
61000-4-5
(buitengeleider
buitengeleider)
± 0,5 kV, ± 1 kV
± 0,5 kV, ± 1 kV
Pagina 41 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Piekspanningen
(surges) conform IEC
61000-4-5
(buitengeleider
aarde)
± 0,5 kV, ± 1 kV, ± 2
kV
± 0,5 kV, ± 1 kV, ± 2 kV
Spanningsdalingen
conform IEC 61000-4-
11
0% UT; 0,5 perioden
Bij 0°, 45°, 90°, 135°,
180°, 225°, 270° en
315°
0% UT; 0,5 perioden
Bij 0°, 45°, 90°, 135°,
180°, 225°, 270° en 315°
De netvoedingskwaliteit
dient die van een
typische kantoor- of
ziekenhuisomgeving
te zijn.
Wanneer de gebruiker van
de Tecarpuls-II ook bij
onderbrekingen van de
stroomvoorziening het
gebruik moet voortzetten,
is het raadzaam de
Tecarpuls-II voor gebruik
aan te sluiten op een
ononderbroken
stroomvoorziening of
accu.
0% UT; 1 periode
en
70% UT; 25/30
perioden
Eenfasig: bij 0°
0% UT; 1 periode
en
70% UT; 25/30 perioden
Eenfasig: bij 0°
Spanningsonderbrekin
gen conform IEC
61000-4-11
0% UT; 250/300
perioden
0% UT; 250/300
perioden
Magnetisch veld bij de
spanningsfrequentie
(50/60 Hz) conform IEC
61000-4-8
30 A/m
50 Hz of 60 Hz
30 A/m
50 Hz
Magnetische velden bij de
netfrequentie moeten
voldoen aan de typische
waarden zoals die in een
kantoor- of
ziekenhuisomgeving te
vinden zijn.
Opmerking: UT is de netwisselspanning vóór toepassing van het testniveau.
Pagina 42 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Tabel 3
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant elektromagnetische immuniteit
Het apparaat Tecarpuls-II is bedoeld voor gebruik in de elektromagnetische omgeving die
hieronder is gespecificeerd. De klant of de gebruiker van het apparaat Tecarpuls-II dient ervoor te
zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Immuniteitstests
Geleide storingen door
HF-velden conform IEC
61000-4-6
3 V
0,15 MHz 80
MHz
6 V in ISM-band
tussen 0,15 MHz
en 80 MHz
80 % AM bij 1
kHz
3 V
0,15 MHz 80 MHz
6 V in ISM-band tussen
0,15 MHz en 80 MHz
80% AM bij 1 kHz
Nabij apparaten met
het volgende symbool
is interferentie
mogelijk:
Uitgestraalde
elektromagnetische HF-
velden conform IEC
61000-4-3
3 V/m
80 MHz 2,7 GHz
80 % AM t/m
1 kHz
3 V/m
80 MHz 2,7 GHz
80 % AM bij 1 kHz
Pagina 43 van 44 NL109-1731750-40 IFU
Tabel 4
Elektromagnetische immuniteit voor HF-radiocommunicatieapparatuur
Testfrequentie
(MHz)
Band
(MHz)
Service
Modulatie
Maximale
energie
(W)
Afstand
(m)
Immuniteits
testniveau
(V/m)
385
380 390
TETRA 400
Pulsmodulatie
18 Hz
1,8
0,3
27
450
430 470
GMRS 460,
FRS 460
FM
± 5 kHz
afwijking
1 kHz sinus
2
0,3
28
710
704 787
LTE-band
13, 17
Pulsmodulatie
217 Hz
0,2
0,3
9
745
780
810
800 960
GSM
800/900,
TETRA
800, iDEN
820,
CDMA
850, LTE-
band 5
Pulsmodulatie
18 Hz
2
0,3
28
870
930
1720
1700 1990
GSM 1800;
CDMA
1900;
GSM 1900;
DECT;
LTE-band
1,3, 4, 25;
UMTS
Pulsmodulatie
217 Hz
2
0,3
28
1845
1970
2450
2400 2570
Bluetooth,
WLAN,
802.11
b/g/n,
RFID 2450,
LTE-band
7
Pulsmodulatie
217 Hz
2
0,3
28
5240
5100 5800
WLAN
802.11 a/n
Pulsmodulatie
217 Hz
0,2
0,3
9
5500
5785
NL109-1731750-40
Copyright:
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127 | 3047 AT | Rotterdam | Nederland
Tel: +31 (0)10-20 30 600 | [email protected]
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Enraf-Nonius Tecarpuls-II Handleiding

Type
Handleiding