DeWalt DW0811 Handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
Handleiding
Page 13
INSTRUCTIEHANDLEIDING
DeWALT Industrial Tool Co., D-65510 Idstein, Germany
(March 2017) Onderdeelnr. 79002845 Copyright © 2017 DeWALT
DW0811
Zelfnivellerende 360° lijn-/kruislijnlaser
ALS U VRAGEN OF OPMERKINGEN OVER DIT INSTRUMENT OF EEN ANDER DEWALT-
INSTRUMENT HEBT, KUNT U ONS GRATIS BELLEN VIA: 1-800-4-DEWALT (1-800-433-9258).
Veiligheid
WAARSCHUWING: Teneinde het risico op letsel te reduceren, dient u de
veiligheidshandleiding die met uw product is meegeleverd te lezen. U kunt de handleiding
ook online bekijken via www.DeWALT.eu.
Het gebruik van bedieningselementen, het maken van aanpassingen of het uitvoeren van
procedures die afwijken van de bedieningselementen, aanpassingen of procedures die in
dit document worden beschreven, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling.
WAARSCHUWINGSLABELS
Voor uw gemak en veiligheid, is het volgens label op uw laser aangebracht.
LET OP: LASERSTRALING - NIET IN DE STRAAL STAREN. KLASSE 2-LASERPRODUCT.
Laserinformatie
De DW0811-laser is een product van klasse 2 dat voldoet aan 21 CFR 1040.10 en 1040.11 met
uitzondering van afwijkingen conform laserkennisgeving nr. 50, gedateerd 24 juni 2007.
PRODUCTOVERZICHT
Het DW0811-laserinstrument is zelfnivellerend en kan worden gebruikt voor horizontale
(waterpas), verticale (loodrechte) en rechthoekige uitlijning. Dit instrument wordt volledig in elkaar
gezet geleverd en is voorzien van functies waarmee u het snel en gemakkelijk kunt opzetten. Vóór
het gebruik zorgen dat u naast de veiligheidshandleiding, ook alle instructies in deze handleiding
hebt gelezen en begrepen.
Specificaties
SPECIFICATIES
Lichtbron Halfgeleidende laserdiode
Lasergolflengte 630–680 nm zichtbaar
Laservermogen < 1,0 mW (per straal) KLASSE 1 LASERPRODUCT
Werkbereik ±100' (30 m) met detector
Nauwkeurigheid* (verticaal) ± 5/32" bij 30' (± 4 mm bij 10 m)
Nauwkeurigheid* (niveau) ± 5/32" bij 30' (± 4 mm bij 10 m)
Indicatoren Knipperlampje: batterij bijna op
Knipperende laser: kantelbereik overschreden
Stroombron 3 batterijen van AA-formaat (4,5V DC)
Bedrijfstemperatuur 20 °F tot 120 °F (-10 °C tot 50 °C)
Opslagtemperatuur -5 °F tot 140 °F (-20 °C tot 60 °C)
Omgeving IP54
Toetsenblok, modes en LED.
Aan/uit-schakelaar..
De aan/uit-schakelaar bevindt zich op de achterkant van het instrument, zoals weergegeven in
afbeelding 1 (A). Wanneer de schakelaar (A) zich in de stand UIT/VERGRENDELD bevindt, blijft de
eenheid uitgeschakeld en wordt de pendule vergrendeld.
Wanneer de aan/uit-schakelaar (A) in de stand AAN/ONTGRENDELD staat, is de eenheid
ingeschakeld, wordt de pendule uit de vergrendelde stand gehaald en wordt er een zelfnivellering
uitgevoerd.
Toetsenblok
Het toetsenblok aan de bovenkant van het instrument voorziet in activeringstoetsen voor de
selectie van laserpunten en/of de lijnfunctie.
Indicator dat de batterij bijna op is.
De DW0811 is uitgerust met een indicator op het toetsenblok die aangeeft wanneer de batterij bijna
op is (zie afbeelding 2). Het indicatorlampje bevindt zich op het toetsenblok. Wanneer het lampje
knippert, zijn de batterijen bijna op en moeten ze worden vervangen. De laser blijft mogelijk nog even
werken terwijl het laatste restje stroom uit de batterijen wordt gehaald. Nadat er nieuwe batterijen
zijn geplaatst en wanneer de laser weer is ingeschakeld, blijft het indicatorlampje groen branden.
Niet waterpas-indicator
De DW0811 is uitgerust met een niet waterpas-indicator op het toetsenblok (zie afbeelding 2).
Wanneer
het kantelbereik (hoek > 4°) is overschreden, beginnen zowel de LED als de laserstraal te knipperen.
De knipperstraal duidt aan dat het kantelbereik is overschreden en dat het instrument NIET
WATERPAS (OF LOODRECHT) IS EN NIET MAG WORDEN GEBRUIKT VOOR HET BEPALEN OF
MARKEREN VAN EEN WATERPASPUNT (OF LOODRECHT PUNT). Probeer de laser op een egaler
oppervlak neer te zetten.
Batterijen en vermogen
Voor uw laserinstrument zijn 3 x AA-batterijen nodig. (B)
Gebruik alleen nieuwe, hoogwaardige batterijen voor de beste resultaten.
Zorg dat de batterijen goed werken. Als het indicatorlampje aangeeft dat de batterijen bijna op
zijn, moet u ze vervangen.
U kunt de levensduur van de batterijen verlengen door de laser uit te zetten als u hem niet
gebruikt en geen laserstralen markeert.
Opzetten
DE LASER WATERPAS MAKEN
Dit instrument biedt zelfnivellering. Het is in de fabriek gekalibreerd om automatisch de loodlijn te
vinden, zolang het instrument op een egaal oppervlak binnen een hoek van 4° staat. Zolang het
instrument correct is gekalibreerd, hoeven er geen handmatige aanpassingen te worden uitgevoerd.
Als u zeker wilt weten dat uw werk nauwkeurig is, controleert u regelmatig of uw laser nog correct
is gekalibreerd. Zie Kalibratietest ter plaatse.
Voordat u probeert de laser in gebruik te nemen, moet u controleren of de eenheid stevig is
neergezet op een glad, egaal oppervlak.
Markeer altijd het midden van de punt of het patroon dat door de laser wordt gecreëerd.
Door extreme temperatuurveranderingen kunnen interne onderdelen zich soms verplaatsen.
Dit heeft gevolgen voor de nauwkeurigheid. Controleer tijdens het werken regelmatig of het
instrument nog nauwkeurig is. Zie Kalibratietest ter plaatse.
Als u de laser laat vallen, moet u controleren of uw laser nog goed is gekalibreerd. Zie
Kalibratietest ter plaatse.
BEDIENING
De laser in- en uitschakelen (afb. 6)
Plaats de uitgeschakelde laser op een stabiel, egaal oppervlak. Schakel de laser in door de aan/
uit-schakelaar (A) naar de stand AAN/ONTGRENDELD te schuiven.
Schakel de gewenste functie in of uit met behulp van het toetsenblok (B) dat zich aan de zijkant
van het instrument bevindt. Het instrument kan een horizontale lijn (C) en een verticale lijn (D) van
360° projecteren.
U schakelt de laser weer uit door de aan/uit-schakelaar (A) in de vergrendelde stand te schuiven.
De DW0811 is uitgerust met een vergrendeld pendulemechanisme. Deze functie wordt pas
geactiveerd wanneer de laser wordt uitgeschakeld.
Gebruik van de laser
De stralen zijn waterpas of loodrecht zolang de kalibratie is gecontroleerd (zie Kalibratietest ter
plaatse) en de laserstraal knippert niet (zie Niet waterpas-indicator).
Het instrument kan worden gebruikt om punten over te brengen met behulp van een willekeurige
combinatie van vijf stralen en/of een horizontale lijn.
DE LASER MET ACCESSOIRES GEBRUIKEN
De laser is uitgerust met zowel een vrouwelijke draad van 1/4" x 20 als een vrouwelijke draad
van 5/8" x 11 aan de onderkant van de eenheid. Deze snoeren mogen worden gebruikt
om bestaande of toekomstige DEWALT-accessoires aan te sluiten. Gebruik alleen DEWALT-
accessoires gespecificeerd voor gebruik met dit product. Volg de instructies die bij de accessoires
zijn bijgesloten.
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DeWALT worden aangeboden, niet met dit
product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit instrument gevaarlijk zijn. Gebruik
daarom om het risico op letsel te minimaliseren, alleen door DeWALT aanbevolen accessoires met dit product.
De accessoires die voor uw instrument worden aanbevolen, zijn tegen extra kosten verkrijgbaar bij uw
plaatselijke dealer of een geautoriseerd servicecenter. Als u hulp nodig hebt bij het vinden van accessoires,
neemt u contact op met DeWALT Industrial Tool Co.,
D-65510 Idstein, Germany,
call 1-800-4-DeWALT
(1-800-433-9258) of bezoekt u onze website: www.DeWALT.eu.
Als u vragen of opmerkingen hebt, kunt u contact met ons opnemen.
1-800-4-DeWALT • www.dewalt.eu
NL
Page 14
Kalibratietest ter plaatse
Nauwkeurigheid van nivellering
(zie afbeelding 1)
De kalibratiecontrole moet worden uitgevoerd met een afstand die niet korter is dan de afstand
van de toepassingen waarvoor u het instrument gaat gebruiken.
1. Plaats het laserinstrument op een statief, dicht bij muur 1 (zie afb. 1). Schakel zowel een
horizontale als een verticale lijn in. Markeer de kruising van de punten P1.
2. Draai het laserinstrument 180° en markeer punt P2 bij de kruising van de lijnen op muur 2.
3. Verplaats het laserinstrument dichter naar muur 2 en lijn punt P3 uit op het eerder gemarkeerde
punt P2
4. Draai het laserinstrument 180° en markeer punt P4 op muur 1.
5. Meet de verticale afstand tussen P1 en P4 om tot punt D3 te komen.
Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden
gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter.
Afstand tussen muren Afmeting tussen markeringen
(D3)
10' (3 m) 1/8" (3 mm)
20' (6 m) 7/32" (5,5 mm)
30' (10 m) 5/16" (8 mm)
Nauwkeurigheid van de horizontale straal
(zie afbeelding 2)
1. Plaats het laserinstrument zoals weergegeven, met de laser aan. Richt de verticale straal
naar de eerste hoek of een ingesteld referentiepunt. Meet de helft van de afstand tussen
D1 en markeringspunt P1.
2. Draai het laserinstrument en lijn de naar voren gerichte verticale laserstraal uit met punt
P1. Markeer punt P2 waar de horizontale en verticale laserstralen elkaar kruisen.
3. Roteer het laserinstrument en richt de verticale straal op de tweede hoek of een ingesteld
referentiepunt. Markeer punt P3 zodanig, dat deze verticaal wordt uitgelijnd met punt P1
en P2.
4. Meet de verticale afstand D2 tussen het hoogste en laagste punt.
5. Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden
gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter.
Afstand tussen muren Afmeting tussen markeringen
(D3)
10' (3 m) 1/8" (3 mm)
20' (6 m) 7/32" (5,5 mm)
30' (10 m) 5/16" (8 mm)
Nauwkeurigheid van de verticale straal
(zie afbeelding 3)
1. Meet de hoogte van een referentiepunt om afstand D1 vast te stellen. Plaats het
laserinstrument zoals weergegeven, met de laser aan. Richt de verticale straal naar het
referentiepunt. Markeer punt P1, P2 en P3 zoals weergegeven.
2. Verplaats het laserinstrument naar de tegenovergestelde kant van het referentiepunt en lijn
dezelfde verticale straal uit met P2 en P3.
3. Meet de horizontale afstanden tussen P1 en de verticale straal vanaf de tweede locatie.
4. Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden
gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter.
Afstand tussen muren Afmeting tussen markeringen
(D3)
10' (3 m) 1/8" (3 mm)
20' (6 m) 7/32" (5,5 mm)
30' (10 m) 5/16" (8 mm)
Figure 3
D
1
2
D
1
2
D
1
2
D
1
2
Figure 1
P
1
D
1
P
2
P
1
D
1
P
3
P
2
P
2
D
2
P
1
P
3
P
1
D
1
D
1
2
Figure 2
P
1
L
D
1
2 x L
P
2
P
3
D
2
P
1
P
4
L
1
L
2
P
1
L
D
1
2 x L
P
2
P
3
P
4
H
J
H
FIG. 4
A
B
360 º
C
D
FIG. 5
E
FIG. 6
FIG. 7

Documenttranscriptie

NL Specificaties Lichtbron Halfgeleidende laserdiode Lasergolflengte 630–680 nm zichtbaar Laservermogen < 1,0 mW (per straal) KLASSE 1 LASERPRODUCT Werkbereik ±100' (30 m) met detector Nauwkeurigheid* (verticaal) ± 5/32" bij 30' (± 4 mm bij 10 m) Nauwkeurigheid* (niveau) ± 5/32" bij 30' (± 4 mm bij 10 m) Indicatoren Knipperlampje: batterij bijna op Knipperende laser: kantelbereik overschreden Stroombron 3 batterijen van AA-formaat (4,5V DC) Bedrijfstemperatuur 20 °F tot 120 °F (-10 °C tot 50 °C) Opslagtemperatuur -5 °F tot 140 °F (-20 °C tot 60 °C) Omgeving IP54 DW0811 Zelfnivellerende 360° lijn-/kruislijnlaser Toetsenblok, modes en LED. INSTRUCTIEHANDLEIDING 1-800-4-DeWALT • www.dewalt.eu Als u vragen of opmerkingen hebt, kunt u contact met ons opnemen. SPECIFICATIES DeWALT Industrial Tool Co., D-65510 Idstein, Germany (March 2017) Onderdeelnr. 79002845 Copyright © 2017 DeWALT ALS U VRAGEN OF OPMERKINGEN OVER DIT INSTRUMENT OF EEN ANDER DEWALTINSTRUMENT HEBT, KUNT U ONS GRATIS BELLEN VIA: 1-800-4-DEWALT (1-800-433-9258). Veiligheid WAARSCHUWING: Teneinde het risico op letsel te reduceren, dient u de veiligheidshandleiding die met uw product is meegeleverd te lezen. U kunt de handleiding ook online bekijken via www.DeWALT.eu. Het gebruik van bedieningselementen, het maken van aanpassingen of het uitvoeren van procedures die afwijken van de bedieningselementen, aanpassingen of procedures die in dit document worden beschreven, kan leiden tot gevaarlijke blootstelling aan straling. WAARSCHUWINGSLABELS Voor uw gemak en veiligheid, is het volgens label op uw laser aangebracht. Aan/uit-schakelaar.. De aan/uit-schakelaar bevindt zich op de achterkant van het instrument, zoals weergegeven in afbeelding 1 (A). Wanneer de schakelaar (A) zich in de stand UIT/VERGRENDELD bevindt, blijft de eenheid uitgeschakeld en wordt de pendule vergrendeld. Wanneer de aan/uit-schakelaar (A) in de stand AAN/ONTGRENDELD staat, is de eenheid ingeschakeld, wordt de pendule uit de vergrendelde stand gehaald en wordt er een zelfnivellering uitgevoerd. Toetsenblok Het toetsenblok aan de bovenkant van het instrument voorziet in activeringstoetsen voor de selectie van laserpunten en/of de lijnfunctie. Indicator dat de batterij bijna op is. De DW0811 is uitgerust met een indicator op het toetsenblok die aangeeft wanneer de batterij bijna op is (zie afbeelding 2). Het indicatorlampje bevindt zich op het toetsenblok. Wanneer het lampje knippert, zijn de batterijen bijna op en moeten ze worden vervangen. De laser blijft mogelijk nog even werken terwijl het laatste restje stroom uit de batterijen wordt gehaald. Nadat er nieuwe batterijen zijn geplaatst en wanneer de laser weer is ingeschakeld, blijft het indicatorlampje groen branden. Niet waterpas-indicator De DW0811 is uitgerust met een niet waterpas-indicator op het toetsenblok (zie afbeelding 2). Wanneer het kantelbereik (hoek > 4°) is overschreden, beginnen zowel de LED als de laserstraal te knipperen. De knipperstraal duidt aan dat het kantelbereik is overschreden en dat het instrument NIET WATERPAS (OF LOODRECHT) IS EN NIET MAG WORDEN GEBRUIKT VOOR HET BEPALEN OF MARKEREN VAN EEN WATERPASPUNT (OF LOODRECHT PUNT). Probeer de laser op een egaler oppervlak neer te zetten. Batterijen en vermogen • • • • Voor uw laserinstrument zijn 3 x AA-batterijen nodig. (B) Gebruik alleen nieuwe, hoogwaardige batterijen voor de beste resultaten. Zorg dat de batterijen goed werken. Als het indicatorlampje aangeeft dat de batterijen bijna op zijn, moet u ze vervangen. U kunt de levensduur van de batterijen verlengen door de laser uit te zetten als u hem niet gebruikt en geen laserstralen markeert. Opzetten DE LASER WATERPAS MAKEN Dit instrument biedt zelfnivellering. Het is in de fabriek gekalibreerd om automatisch de loodlijn te vinden, zolang het instrument op een egaal oppervlak binnen een hoek van 4° staat. Zolang het instrument correct is gekalibreerd, hoeven er geen handmatige aanpassingen te worden uitgevoerd. Als u zeker wilt weten dat uw werk nauwkeurig is, controleert u regelmatig of uw laser nog correct is gekalibreerd. Zie Kalibratietest ter plaatse. • Voordat u probeert de laser in gebruik te nemen, moet u controleren of de eenheid stevig is neergezet op een glad, egaal oppervlak. • Markeer altijd het midden van de punt of het patroon dat door de laser wordt gecreëerd. • Door extreme temperatuurveranderingen kunnen interne onderdelen zich soms verplaatsen. Dit heeft gevolgen voor de nauwkeurigheid. Controleer tijdens het werken regelmatig of het instrument nog nauwkeurig is. Zie Kalibratietest ter plaatse. • Als u de laser laat vallen, moet u controleren of uw laser nog goed is gekalibreerd. Zie Kalibratietest ter plaatse. BEDIENING De laser in- en uitschakelen (afb. 6) • Plaats de uitgeschakelde laser op een stabiel, egaal oppervlak. Schakel de laser in door de aan/ uit-schakelaar (A) naar de stand AAN/ONTGRENDELD te schuiven. • Schakel de gewenste functie in of uit met behulp van het toetsenblok (B) dat zich aan de zijkant van het instrument bevindt. Het instrument kan een horizontale lijn (C) en een verticale lijn (D) van 360° projecteren. • U schakelt de laser weer uit door de aan/uit-schakelaar (A) in de vergrendelde stand te schuiven. De DW0811 is uitgerust met een vergrendeld pendulemechanisme. Deze functie wordt pas geactiveerd wanneer de laser wordt uitgeschakeld. Gebruik van de laser De stralen zijn waterpas of loodrecht zolang de kalibratie is gecontroleerd (zie Kalibratietest ter plaatse) en de laserstraal knippert niet (zie Niet waterpas-indicator). Het instrument kan worden gebruikt om punten over te brengen met behulp van een willekeurige combinatie van vijf stralen en/of een horizontale lijn.  LET OP: LASERSTRALING - NIET IN DE STRAAL STAREN. KLASSE 2-LASERPRODUCT. Laserinformatie De DW0811-laser is een product van klasse 2 dat voldoet aan 21 CFR 1040.10 en 1040.11 met uitzondering van afwijkingen conform laserkennisgeving nr. 50, gedateerd 24 juni 2007. PRODUCTOVERZICHT Het DW0811-laserinstrument is zelfnivellerend en kan worden gebruikt voor horizontale (waterpas), verticale (loodrechte) en rechthoekige uitlijning. Dit instrument wordt volledig in elkaar gezet geleverd en is voorzien van functies waarmee u het snel en gemakkelijk kunt opzetten. Vóór het gebruik zorgen dat u naast de veiligheidshandleiding, ook alle instructies in deze handleiding hebt gelezen en begrepen. Page 13 DE LASER MET ACCESSOIRES GEBRUIKEN De laser is uitgerust met zowel een vrouwelijke draad van 1/4" x 20 als een vrouwelijke draad van 5/8" x 11 aan de onderkant van de eenheid. Deze snoeren mogen worden gebruikt om bestaande of toekomstige DEWALT-accessoires aan te sluiten. Gebruik alleen DEWALTaccessoires gespecificeerd voor gebruik met dit product. Volg de instructies die bij de accessoires zijn bijgesloten. WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door DeWALT worden aangeboden, niet met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit instrument gevaarlijk zijn. Gebruik daarom om het risico op letsel te minimaliseren, alleen door DeWALT aanbevolen accessoires met dit product. De accessoires die voor uw instrument worden aanbevolen, zijn tegen extra kosten verkrijgbaar bij uw plaatselijke dealer of een geautoriseerd servicecenter. Als u hulp nodig hebt bij het vinden van accessoires, neemt u contact op met DeWALT Industrial Tool Co., D-65510 Idstein, Germany, call 1-800-4-DeWALT (1-800-433-9258) of bezoekt u onze website: www.DeWALT.eu. Figure 1 Kalibratietest ter plaatse (zie afbeelding 1) De kalibratiecontrole moet worden uitgevoerd met een afstand die niet korter is dan de afstand van de toepassingen waarvoor u het instrument gaat gebruiken. 1. Plaats het laserinstrument op een statief, dicht bij muur 1 (zie afb. 1). Schakel zowel een horizontale als een verticale lijn in. Markeer de kruising van de punten P1. 2. Draai het laserinstrument 180° en markeer punt P2 bij de kruising van de lijnen op muur 2. 3. Verplaats het laserinstrument dichter naar muur 2 en lijn punt P3 uit op het eerder gemarkeerde punt P2 4. Draai het laserinstrument 180° en markeer punt P4 op muur 1. 5. Meet de verticale afstand tussen P1 en P4 om tot punt D3 te komen. Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter. Afstand tussen muren D1 D1 Nauwkeurigheid van nivellering D1 D1 2 2 P1 P1 D1 2 D1 Afmeting tussen markeringen (D3) D1 2 P1 10' (3 m) 1/8" (3 mm) 20' (6 m) 7/32" (5,5 mm) P1 5/16" (8 mm) P3 30' (10 m) P2 D2 P2 P2 P3 D1 2 Nauwkeurigheid van de horizontale straal (zie afbeelding 2) Figure 2 P1 1. 2. 3. 4. 5. Plaats het laserinstrument zoals weergegeven, met de laser aan. Richt de verticale straal naar de eerste hoek of een ingesteld referentiepunt. Meet de helft van de afstand tussen D1 en markeringspunt P1. Draai het laserinstrument en lijn de naar voren gerichte verticale laserstraal uit met punt P1. Markeer punt P2 waar de horizontale en verticale laserstralen elkaar kruisen. Roteer het laserinstrument en richt de verticale straal op de tweede hoek of een ingesteld referentiepunt. Markeer punt P3 zodanig, dat deze verticaal wordt uitgelijnd met punt P1 en P2. Meet de verticale afstand D2 tussen het hoogste en laagste punt. Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter. Afstand tussen muren P4 D1 L D1 P2 2xL P2 P3 L 2xL L1 1/8" (3 mm) 20' (6 m) 7/32" (5,5 mm) 30' (10 m) 5/16" (8 mm) P3 L2 Afmeting tussen markeringen (D3) 10' (3 m) P1 P1 P4 D2 Figure 3 Nauwkeurigheid van de verticale straal (zie afbeelding 3) 1. 2. 3. 4. Meet de hoogte van een referentiepunt om afstand D1 vast te stellen. Plaats het laserinstrument zoals weergegeven, met de laser aan. Richt de verticale straal naar het referentiepunt. Markeer punt P1, P2 en P3 zoals weergegeven. Verplaats het laserinstrument naar de tegenovergestelde kant van het referentiepunt en lijn dezelfde verticale straal uit met P2 en P3. Meet de horizontale afstanden tussen P1 en de verticale straal vanaf de tweede locatie. Als de afmeting groter is dan de hieronder weergegeven waarden, moet de laser worden gerepareerd bij een geautoriseerd servicecenter. Afstand tussen muren FIG. 5 B A FIG. 4 Afmeting tussen markeringen (D3) 10' (3 m) 1/8" (3 mm) 20' (6 m) 7/32" (5,5 mm) 30' (10 m) 5/16" (8 mm) 360 º D FIG. 6 H J FIG. 7 Page 14 C E H
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

DeWalt DW0811 Handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
Handleiding