Beta 1464AP Handleiding

Type
Handleiding
12
GEBRUIKSHANDLEIDING
NL
BETA 1464AP
TESTER VOOR HET HOGEDRUKSYSTEEM BIJ COMMON RAIL-MOTOREN
BESCHRIJVING
De tester die u zojuist hebt aangeschaft is een onmisbaar instrument om bij het common rail-inspuitsysteem de juiste diagnosen
te kunnen stellen.
Wanneer een common rail-motor problemen heeft bij het starten of lopen is het hogedrukcircuit de eerste parameter die moet
worden gecontroleerd.
De meeste testers die op dit moment in de handel verkrijgbaar zijn meten niet de werkelijke druk, maar vangen het signaal op
van de druksensor die in het voertuig is geïnstalleerd. Ze geven een druk aan die is gebaseerd op de waarde die door de sensor
wordt afgelezen.
Deze tester is in staat de werkelijke druk van het hogedrukcircuit van de common rail-systemen te controleren door een hogedruk
manometer (2000 bar) en exibele hogedrukslangen te gebruiken.
De tester is voorzien van een overdrukklep waarmee de maximumdruk kan worden gemeten die door de pomp kan worden
verkregen.
De exibele slangen maken een gemakkelijke aansluiting op het inspuitsysteem mogelijk.
Bereik van de sensor
Maximumdruk exibele slangen
Maximumlengte exibele slangen
Koppeling exibele slangen
Verpakking
0 – 2000 bar
2000 bar
500 mm
2 eenheden M12x150 en 2 eenheden M14x150
Plastic koffertje met hoge dichtheid EVA
KENMERKEN
GEBRUIKSAANWIJZING
Functioneringsproef van de motor
Deze tester is bijzonder gebruiksvriendelijk. Om de druk van het circuit bij lopende motor te testen, moet één van de
hogedrukslangen worden vervangen door de tester voorzien van twee exibele slangen.
Over het algemeen wordt de verbinding verricht door de hogedrukslang te vervangen die de hogedrukpomp verbindt met de
inspuitrail.
Bij sommige voertuigen kan de toegang tot de hogedrukpomp moeilijk zijn. In dat geval kan de verbinding worden verricht door
een van de slangen te vervangen die de inspuitrail op de injectors aansluiten, aangezien de druk gelijk is op alle punten van
het hogedrukcircuit.
Alle slangen die in de volgende afbeelding (Fig. 1) worden getoond kunnen worden vervangen door de hogedruktester.
Om de tester op de goede wijze aan de sluiten, handelt u als volgt:
• Zoek een hogedrukslang die eenvoudig toegankelijk is.
• Draai de koppelingen van de slang los en verwijder ze. Het is raadzaam ze op een plek op te bergen waar ze niet vuil kunnen
worden, aangezien eventuele sporen vuil in het inspuitcircuit het inspuitsysteem kunnen beschadigen.
• Kies de exibele slangen die afhankelijk van de schroefdraad van de connectors van de auto geschikt zijn, wat M12x150 of
M14x150 kan zijn.
• Verzeker u ervan dat ze niet vuil zijn om te voorkomen dat er vuildeeltjes in het inspuitsysteem terechtkomen. Monteer de
exibele slangen in de “T”-sensor, zodat een geheel wordt verkregen zoals wordt weergegeven in Fig. 2.
Fig. 1
Fig. 2
Naar de rail Van de pomp
13
GEBRUIKSHANDLEIDING
NL
• Als de tester eenmaal in elkaar is gezet steekt u de twee vrije uiteinden in de connectors van het inspuitsysteem.
• Start de motor en controleer of de druk 300 bar is als de motor met het laagste toerental draait. Vanwege de lucht die in de
tester aanwezig is, is het normaal dat er wat tijd voor nodig is voordat de motor start als de tester eenmaal is gemonteerd.
• Indien de motor een probleem heeft waardoor hij niet start, moet u eraan denken dat de druk van de rail alleen met de
startmotor de 300 bar moet bereiken.
• Als de motor eenmaal is gestart kunt u gas geven om te kijken of de druk juist toeneemt.
RESULTAAT VAN DE TEST
De belangrijkste parameter die moet worden gecontroleerd is de waarde van 300 bar, die moet worden bereikt wanneer de
motor met het laagste toerental draait of door de startmotor te laten lopen. Wanneer de druk juist is kunt u concluderen dat het
lagedrukcircuit het goed doet en de hogedrukpomp de minimumdruk afgeeft die nodig is om de motor correct te starten.
Wanneer de druk goed is maar de motor niet start, moet het probleem worden opgespoord, wat niets met de hogedrukpomp te
maken zal hebben. Het probleem kan een elektrische storing zijn, de injector betreffen, enz,
Wanneer de druk de geëiste waarde niet bereikt, handelt u als volgt:
• Meet de druk aan de inlaat van de pomp met een lagedruktester.
• Wanneer de druk aan de inlaat van de pomp juist is, moet de maximumdruk van de pomp worden gecontroleerd. (Zie paragraaf
“Maximumdruk van de pomp”).
VOORZORGSMAATREGELEN OM REKENING MEE TE HOUDEN
• Aangezien met bijzonder hoge drukken moet worden gewerkt, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden
getroffen om verwonding te voorkomen (draag een beschermende bril en handschoenen, koppel de onder druk staande slang
niet los, enz.)
• De exibele slangen zijn bestand tegen hoge interne druk. Het is dus van wezenlijk belang ze zodanig te monteren dat
afknelling en verdraaiing worden voorkomen, aangezien ze beschadigd kunnen raken bij interne sneeën.
• Bij de common rail inspuitsystemen is schoonhouden een erg belangrijke factor. Voordat u een slang aansluit, controleert u of
de tester of welk ander element dan ook perfect schoon is.
De maximumdruk van de pomp testen
Sommige hogedrukpompen koppelen de derde zuiger los wanneer een lage druk is vereist. Op die manier werken ze met
slechts twee zuigers en heeft de motor minder vermogen nodig. De derde zuiger wordt door een relais ingeschakeld wanneer
een druk wordt bereikt van 600-700 bar.
Wanneer u zich ervan verzekerd hebt dat de druk bij het laagste toerental juist is of wanneer er geen druk in de rail is, controleert
u of de druk hogere waarden kan bereiken dan 1050 bar, wat wil zeggen dat de pomp optimaal werkt. Om deze test te verrichten
moet de tester worden aangesloten zoals wordt getoond in Fig. 3, ofwel door een slang vanaf de uitlaat van de pomp op de tester
aan te sluiten en de andere koppeling van de tester met de meegeleverde metalen dop af te sluiten.
De set wordt compleet met een es voor het opvangen van afvaldieselolie geleverd. Sluit de slang op de klep aan om het teveel
aan dieselolie op te vangen.
Wanneer de startmotor wordt gestart moet de druk hoger zijn dan 1050 bar. Het bereiken van die waarde geeft aan dat de pomp
het goed doet. Anders zijn de pomp of de regelaar beschadigd.
Fig. 3
Uitlaat dicht
vanaf de pomp

Documenttranscriptie

NL GEBRUIKSHANDLEIDING BETA 1464AP TESTER VOOR HET HOGEDRUKSYSTEEM BIJ COMMON RAIL-MOTOREN BESCHRIJVING De tester die u zojuist hebt aangeschaft is een onmisbaar instrument om bij het common rail-inspuitsysteem de juiste diagnosen te kunnen stellen. Wanneer een common rail-motor problemen heeft bij het starten of lopen is het hogedrukcircuit de eerste parameter die moet worden gecontroleerd. De meeste testers die op dit moment in de handel verkrijgbaar zijn meten niet de werkelijke druk, maar vangen het signaal op van de druksensor die in het voertuig is geïnstalleerd. Ze geven een druk aan die is gebaseerd op de waarde die door de sensor wordt afgelezen. Deze tester is in staat de werkelijke druk van het hogedrukcircuit van de common rail-systemen te controleren door een hogedruk manometer (2000 bar) en flexibele hogedrukslangen te gebruiken. De tester is voorzien van een overdrukklep waarmee de maximumdruk kan worden gemeten die door de pomp kan worden verkregen. De flexibele slangen maken een gemakkelijke aansluiting op het inspuitsysteem mogelijk. KENMERKEN Bereik van de sensor Maximumdruk flexibele slangen Maximumlengte flexibele slangen Koppeling flexibele slangen Verpakking 0 – 2000 bar 2000 bar 500 mm 2 eenheden M12x150 en 2 eenheden M14x150 Plastic koffertje met hoge dichtheid EVA GEBRUIKSAANWIJZING Functioneringsproef van de motor Deze tester is bijzonder gebruiksvriendelijk. Om de druk van het circuit bij lopende motor te testen, moet één van de hogedrukslangen worden vervangen door de tester voorzien van twee flexibele slangen. Over het algemeen wordt de verbinding verricht door de hogedrukslang te vervangen die de hogedrukpomp verbindt met de inspuitrail. Bij sommige voertuigen kan de toegang tot de hogedrukpomp moeilijk zijn. In dat geval kan de verbinding worden verricht door een van de slangen te vervangen die de inspuitrail op de injectors aansluiten, aangezien de druk gelijk is op alle punten van het hogedrukcircuit. Alle slangen die in de volgende afbeelding (Fig. 1) worden getoond kunnen worden vervangen door de hogedruktester. Fig. 1 Om de tester op de goede wijze aan de sluiten, handelt u als volgt: • Zoek een hogedrukslang die eenvoudig toegankelijk is. • Draai de koppelingen van de slang los en verwijder ze. Het is raadzaam ze op een plek op te bergen waar ze niet vuil kunnen worden, aangezien eventuele sporen vuil in het inspuitcircuit het inspuitsysteem kunnen beschadigen. • Kies de flexibele slangen die afhankelijk van de schroefdraad van de connectors van de auto geschikt zijn, wat M12x150 of M14x150 kan zijn. • Verzeker u ervan dat ze niet vuil zijn om te voorkomen dat er vuildeeltjes in het inspuitsysteem terechtkomen. Monteer de flexibele slangen in de “T”-sensor, zodat een geheel wordt verkregen zoals wordt weergegeven in Fig. 2. Naar de rail 12 Van de pomp Fig. 2 NL GEBRUIKSHANDLEIDING • Als de tester eenmaal in elkaar is gezet steekt u de twee vrije uiteinden in de connectors van het inspuitsysteem. • Start de motor en controleer of de druk 300 bar is als de motor met het laagste toerental draait. Vanwege de lucht die in de tester aanwezig is, is het normaal dat er wat tijd voor nodig is voordat de motor start als de tester eenmaal is gemonteerd. • Indien de motor een probleem heeft waardoor hij niet start, moet u eraan denken dat de druk van de rail alleen met de startmotor de 300 bar moet bereiken. • Als de motor eenmaal is gestart kunt u gas geven om te kijken of de druk juist toeneemt. RESULTAAT VAN DE TEST De belangrijkste parameter die moet worden gecontroleerd is de waarde van 300 bar, die moet worden bereikt wanneer de motor met het laagste toerental draait of door de startmotor te laten lopen. Wanneer de druk juist is kunt u concluderen dat het lagedrukcircuit het goed doet en de hogedrukpomp de minimumdruk afgeeft die nodig is om de motor correct te starten. Wanneer de druk goed is maar de motor niet start, moet het probleem worden opgespoord, wat niets met de hogedrukpomp te maken zal hebben. Het probleem kan een elektrische storing zijn, de injector betreffen, enz, Wanneer de druk de geëiste waarde niet bereikt, handelt u als volgt: • Meet de druk aan de inlaat van de pomp met een lagedruktester. • Wanneer de druk aan de inlaat van de pomp juist is, moet de maximumdruk van de pomp worden gecontroleerd. (Zie paragraaf “Maximumdruk van de pomp”). VOORZORGSMAATREGELEN OM REKENING MEE TE HOUDEN • Aangezien met bijzonder hoge drukken moet worden gewerkt, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden getroffen om verwonding te voorkomen (draag een beschermende bril en handschoenen, koppel de onder druk staande slang niet los, enz.) • De flexibele slangen zijn bestand tegen hoge interne druk. Het is dus van wezenlijk belang ze zodanig te monteren dat afknelling en verdraaiing worden voorkomen, aangezien ze beschadigd kunnen raken bij interne sneeën. • Bij de common rail inspuitsystemen is schoonhouden een erg belangrijke factor. Voordat u een slang aansluit, controleert u of de tester of welk ander element dan ook perfect schoon is. De maximumdruk van de pomp testen Sommige hogedrukpompen koppelen de derde zuiger los wanneer een lage druk is vereist. Op die manier werken ze met slechts twee zuigers en heeft de motor minder vermogen nodig. De derde zuiger wordt door een relais ingeschakeld wanneer een druk wordt bereikt van 600-700 bar. Wanneer u zich ervan verzekerd hebt dat de druk bij het laagste toerental juist is of wanneer er geen druk in de rail is, controleert u of de druk hogere waarden kan bereiken dan 1050 bar, wat wil zeggen dat de pomp optimaal werkt. Om deze test te verrichten moet de tester worden aangesloten zoals wordt getoond in Fig. 3, ofwel door een slang vanaf de uitlaat van de pomp op de tester aan te sluiten en de andere koppeling van de tester met de meegeleverde metalen dop af te sluiten. De set wordt compleet met een fles voor het opvangen van afvaldieselolie geleverd. Sluit de slang op de klep aan om het teveel aan dieselolie op te vangen. Wanneer de startmotor wordt gestart moet de druk hoger zijn dan 1050 bar. Het bereiken van die waarde geeft aan dat de pomp het goed doet. Anders zijn de pomp of de regelaar beschadigd. Uitlaat dicht vanaf de pomp Fig. 3 13
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Beta 1464AP Handleiding

Type
Handleiding