13
GEBRUIKSHANDLEIDING
NL
• Als de tester eenmaal in elkaar is gezet steekt u de twee vrije uiteinden in de connectors van het inspuitsysteem.
• Start de motor en controleer of de druk 300 bar is als de motor met het laagste toerental draait. Vanwege de lucht die in de
tester aanwezig is, is het normaal dat er wat tijd voor nodig is voordat de motor start als de tester eenmaal is gemonteerd.
• Indien de motor een probleem heeft waardoor hij niet start, moet u eraan denken dat de druk van de rail alleen met de
startmotor de 300 bar moet bereiken.
• Als de motor eenmaal is gestart kunt u gas geven om te kijken of de druk juist toeneemt.
RESULTAAT VAN DE TEST
De belangrijkste parameter die moet worden gecontroleerd is de waarde van 300 bar, die moet worden bereikt wanneer de
motor met het laagste toerental draait of door de startmotor te laten lopen. Wanneer de druk juist is kunt u concluderen dat het
lagedrukcircuit het goed doet en de hogedrukpomp de minimumdruk afgeeft die nodig is om de motor correct te starten.
Wanneer de druk goed is maar de motor niet start, moet het probleem worden opgespoord, wat niets met de hogedrukpomp te
maken zal hebben. Het probleem kan een elektrische storing zijn, de injector betreffen, enz,
Wanneer de druk de geëiste waarde niet bereikt, handelt u als volgt:
• Meet de druk aan de inlaat van de pomp met een lagedruktester.
• Wanneer de druk aan de inlaat van de pomp juist is, moet de maximumdruk van de pomp worden gecontroleerd. (Zie paragraaf
“Maximumdruk van de pomp”).
VOORZORGSMAATREGELEN OM REKENING MEE TE HOUDEN
• Aangezien met bijzonder hoge drukken moet worden gewerkt, moeten alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen worden
getroffen om verwonding te voorkomen (draag een beschermende bril en handschoenen, koppel de onder druk staande slang
niet los, enz.)
• De exibele slangen zijn bestand tegen hoge interne druk. Het is dus van wezenlijk belang ze zodanig te monteren dat
afknelling en verdraaiing worden voorkomen, aangezien ze beschadigd kunnen raken bij interne sneeën.
• Bij de common rail inspuitsystemen is schoonhouden een erg belangrijke factor. Voordat u een slang aansluit, controleert u of
de tester of welk ander element dan ook perfect schoon is.
De maximumdruk van de pomp testen
Sommige hogedrukpompen koppelen de derde zuiger los wanneer een lage druk is vereist. Op die manier werken ze met
slechts twee zuigers en heeft de motor minder vermogen nodig. De derde zuiger wordt door een relais ingeschakeld wanneer
een druk wordt bereikt van 600-700 bar.
Wanneer u zich ervan verzekerd hebt dat de druk bij het laagste toerental juist is of wanneer er geen druk in de rail is, controleert
u of de druk hogere waarden kan bereiken dan 1050 bar, wat wil zeggen dat de pomp optimaal werkt. Om deze test te verrichten
moet de tester worden aangesloten zoals wordt getoond in Fig. 3, ofwel door een slang vanaf de uitlaat van de pomp op de tester
aan te sluiten en de andere koppeling van de tester met de meegeleverde metalen dop af te sluiten.
De set wordt compleet met een es voor het opvangen van afvaldieselolie geleverd. Sluit de slang op de klep aan om het teveel
aan dieselolie op te vangen.
Wanneer de startmotor wordt gestart moet de druk hoger zijn dan 1050 bar. Het bereiken van die waarde geeft aan dat de pomp
het goed doet. Anders zijn de pomp of de regelaar beschadigd.
Fig. 3
Uitlaat dicht
vanaf de pomp