Aeg-Electrolux KM7100000M Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

KM7100000
NL
OVEN GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar
minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om
al uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
9 Beschrijving van het product
10 Voor het eerste gebruik
11 Bedieningspaneel
13 Dagelijks gebruik
14 Magnetronstand
16 Klokfuncties
17 Automatische programma's
18 Gebruik van de accessoires
19 Extra functies
20 Nuttige aanwijzingen en tips
39 Onderhoud en reiniging
41 Problemen oplossen
42 Montage
46 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw
persoonlijke veiligheid en informatie
over het voorkomen van schade aan
het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens het apparaat te installeren of te gebruiken:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Uit respect voor het milieu
Voor de correcte werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installa-
tie of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over
het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kin-
deren mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als
het apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de toetsblokkering als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
Verander de specificaties van dit product niet. Risico op letsel en beschadiging van het
apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Montage
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem con-
tact op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade
te voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport Sluit geen bescha-
digd apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens
de installatie.
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit omhoog aan de handgreep.
4
Veiligheidsinformatie
De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contac-
topening hebben met een minimale breedte van 3mm.
U dient te beschikken over de juiste isolatievoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke-
ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
Zorg dat de keukenkast de benodigde afmetingen heeft voordat u met de installatie
begint.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Het apparaat kan niet op een voetstuk worden geplaatst.
Ingebouwde ovens en ingebouwde fornuizen worden bevestigd met een speciaal aan-
sluitsysteem. Om schade aan het apparaat te voorkomen dient u alleen een apparaat
te gebruiken met apparaten van dezelfde fabrikant.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Dit apparaat moet worden geaard.
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of
beschadigd raken achter het apparaat.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker -
indien van toepassing.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat
niet voor commerciële of industriële doeleinden.
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Zo voorkomt u lichame-
lijk letsel of schade aan eigendommen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De binnenkant van het apparaat en de accessoires worden heet tijdens gebruik. Er kun-
nen brandwonden ontstaan. Gebruik ovenhandschoenen wanneer u toebehoren of pan-
nen plaatst of verwijdert.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan de
emaille van de oven te voorkomen.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan
staat. Er kan hete stoom ontsnappen. Hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet
met aluminiumfolie;
Veiligheidsinformatie
5
plaats heet water niet direct in het apparaat;
haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Verkleuring van het emaille heeft geen effect op de werking van het apparaat, het is
dus geen defect in de zin van het recht op garantie.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
De deur dient altijd gesloten te worden bij het koken, ook tijdens het grillen.
Magnetron
Schakel het apparaat alleen in als er eten in is geplaatst. Zonder eten kan het apparaat
overbelast raken.
Gebruik alleen kookgerei dat geschikt is voor de magnetron . Zie "Gebruik, tabellen
en tips: geschikt kookgerei en materialen".
Om te voorkomen dat het apparaat verroest door de ontsnapping van stoom, droogt u
het apparaat na elk gebruik met een doek.
Laat het apparaat niet zonder toezicht werken wanneer u voedsel verwarmt of kookt
in wegwerpbare bakjes, gemaakt van plastic, papier of ander ontvlambaar materiaal.
Als er rook ontstaat, houdt u het apparaat gesloten. Schakel het apparaat uit en haal
de stekker uit het stopcontact. Gebruik het apparaat niet als het niet goed functioneert.
Wanneer u vloeistoffen verwarmt, moet u altijd een koffielepel of glazen staafje in de
houder plaatsen, om vertraagd koken te voorkomen. Bij vertraagd koken wordt de kook-
temperatuur bereikt zonder dat u de typische stoombellen ziet.
Als u de houder schudt, kan de vloeistof plotseling overkoken of hevig gaan spuiten.
Gevaar voor brandwonden!
Prik eten met 'vel' of 'schil', zoals aardappelen, tomaten, worstjes, een paar keer met
een vork in voordat u het in de magnetron plaatst, zodat het eten niet barst.
Zorg dat er een minimale temperatuur van 70°C is bereikt wanneer u eten kookt/ver-
warmt. Raadpleeg hiertoe de gegevens over vermogen en tijd in de tabellen. Gebruik
geen kwik- of vloeibare thermometers om de temperatuur van het eten te controleren.
Voedsel dat met microgolven wordt verwarmd, geeft warmte aan het kookgerei af.
Gebruik ovenwanten of iets dergelijks om uw handen te beschermen!
Zorg dat u de gerechten niet te lang kookt, door het vermogen en de tijd te hoog in te
stellen. Het voedsel kan uitdrogen, verbranden of op sommige plekken hard worden.
De binnenkant van de oven, het verwarmingselement van de grill en de accessoires
worden heet wanneer het apparaat in werking is. Hanteer deze elementen voorzichtig
en gebruik ovenwanten of iets dergelijks om uw handen te beschermen. Gevaar voor
brandwonden!
Metalen objecten moeten minimaal 2 cm van de wanden en deur van het apparaat
verwijderd zijn. Als u zich hier niet aan houdt, kunnen er vonken ontstaan en kan het
apparaat beschadigd raken.
Tenzij u hiertoe andere instructies ontvangt, mag u geen aluminiumfolie gebruiken.
Zorg dat er niets tussen de deur en het deurframe vast komt te zitten.
Houd de deurstrip, de oppervlakken van de deurstrip en de binnenkant van het appa-
raat altijd schoon. Vuil in het apparaat kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
6
Veiligheidsinformatie
Laat geen brandbare materialen in de oven achter. Deze kunnen in brand vliegen wan-
neer de oven wordt ingeschakeld.
Verwarm babyvoeding altijd in potjes of flessen met de dop of het deksel eraf. Roer of
schud goed na het verwarmen. Zorg dat de temperatuur niet te hoog is voordat u de
babyvoeding aan het kind geeft.
Het apparaat niet gebruiken:
Om eieren in hun schaal en slakken te koken, omdat ze kunnen barsten. Bij gebakken
eieren, moet u het eigeel eerst doorprikken.
Om bakolie te verwarmen (voor fondue, frituren) of drank met een hoog alcoholgehal-
te. Dit vliegt spontaan in brand! Pas op voor explosiegevaar!
Om stevig gesloten houders te verwarmen, zoals blikken, flessen en potjes.
Om dieren, stoffen, graankussens, gelkussens en andere ontvlambare materialen te dro-
gen. Brandgevaar!
Met kookgerei gemaakt van porselein, keramisch materiaal of aardewerk met kleine
gaatjes, d.w.z. op handgrepen of ongeglazuurde bodems. Er kan vocht in de openingen
komen, waardoor het kookgerei bij verhitting kan barsten.
Onderhoud en reiniging
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhouds-
handelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Er kunnen
brandwonden ontstaan. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Gebruik een diep bakblik voor vochtige taarten om te voorkomen dat het fruitsap per-
manente vlekken maakt.
Voor uw persoonlijke veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen dient u het ap-
paraat alleen met water en zeep te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of
bijtende producten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplin-
teren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze
te vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Reinig het katalytisch emaille niet (indien van toepassing).
Brandgevaar
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht
ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Veiligheidsinformatie
7
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het
apparaat.
Ovenlampje
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt.
Er bestaat risico op elektrische schokken!
Service-afdeling
Alleen een bevoegd servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
de service-afdeling.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Afvalverwerking van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer door en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in
het apparaat opgesloten raken. Er bestaat een gevaar voor verstikking.
8
Veiligheidsinformatie
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
1 2
8
3
9
5
6
7
4
3
2
1
1 Bedieningspaneel
2 Elektronische tijdschakelklok
3 Grill en verwarmingselement
4 Magnetrongenerator
5 Ovenlampje
6 Ventilator- en verwarmingselement
7 Glazen bodem, verwijderbaar
8 Geleiders, verwijderbaar
9 Roosterstanden
Ovenaccessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Beschrijving van het product
9
Bakplaat
Voor gebak en koekjes
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Dagtijd instellen en wijzigen
Het apparaat werkt pas als u de tijd heeft ingesteld.
Als het apparaat wordt aangesloten op de stroomtoevoer of na een stroomonderbreking,
gaat het symbool voor de tijd
knipperen. Raak of aan om de tijd in te stellen.
Tijd veranderen:
1. Blijf
aanraken tot het symbool knippert.
2. Raak
of aan om de tijd in te stellen.
Het display geeft de tijd weer en het knipperen stopt na ongeveer 5 seconden.
U kunt alleen de tijd instellen als:
het kinderslot is uitgeschakeld.
de kookwekker
is uitgeschakeld.
de bereidingsduur
is uitgeschakeld.
de eindtijd
is uitgeschakeld.
alle ovenfuncties zijn uitgeschakeld.
10
Voor het eerste gebruik
BEDIENINGSPANEEL
Elektronische tijdschakelklok
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Sensorveld Functie Beschrijving
1
- DISPLAY Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
START/SNELSTART
MAGNETRON
Een functie starten.
De magnetronfunctie met maximale instellingen
wanneer het apparaat is uitgeschakeld.
3
OMLAAG Een ovenfunctie instellen.
4
OMHOOG Een ovenfunctie instellen.
5
MAGNETRONFUNCTIE Een magnetronfunctie instellen (ook wanneer
het apparaat uit staat).
6
PROGRAMMAKEUZE-
KNOP
Een automatisch programma instellen (ook wan-
neer het apparaat uit staat).
7
SNEL OPWARMEN Raak aan om de opwarmtijd te verkorten.
8
MIN De temperatuur of tijd instellen.
9
PLUS De temperatuur of tijd instellen.
10
KLOK De klokfunctie instellen.
11
STOP Een functie annuleren of instellingen herstellen.
Het apparaat uitschakelen.
Bedieningspaneel
11
Display
431 2
8 7 6 5
1 Geheugen: P
2 Magnetronfunctie
3 Weergave van temperatuur/tijd/magnetronvermogen
4 Weergave van gewicht
5 Weergave van klokfuncties/klok
6 Voorverwarmindicatie
7 Automatische programma's
8 Ovenfuncties
Algemene aanwijzingen
•Gebruik
om de geselecteerde functie te bevestigen. Als u de functie niet binnen 30
seconden met
bevestigt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Als de ovendeur tijdens de werking wordt geopend, stopt de functie. Sluit de ovendeur
en gebruik
om de functie weer te activeren. Als u de functie niet binnen 30 secon-
den met
bevestigt, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
•Gebruik
om de actieve functie uit te schakelen. Als u wilt doorgaan, gebruikt u .
•Gebruik
twee keer om het apparaat uit te schakelen.
Wanneer u de functie instelt, verschijnt de functie in het display en begint de tempera-
tuur te stijgen of wordt de tijd afgeteld.
Wanneer u een functie instelt of de ovendeur opent, gaat het lampje aan.
De ovenlamp gaat na 10 minuten uit wanneer de deur open gaat en de oven niet in
werking is.
Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie instelt, lichten de balkjes in het symbool een voor een op. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, verdwijnt de voorverwar-
mindicatie van het display.
Restwarmte-indicatie
Na het koken toont het display de restwarmtetemperatuur als die hoger is dan 40°C.
12
Bedieningspaneel
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
U kunt het apparaat gebruiken in:
handmatige modus -u stelt de ovenfunctie, de temperatuur en de kooktijd handmatig
in.
automatische programma's -voor het bereiden van een gerecht als u geen kennis of
ervaring met koken hebt.
De ovenfunctie instellen
1. Raak of aan om een ovenfunctie in te stellen.
Op het display wordt een automatische temperatuur weergegeven.
2. Gebruik
om de ovenfunctie in te schakelen.
Gebruik om de ovenfunctie uit te schakelen.
Ovenfuncties
Functies Gebruik
Ventitherm® Multi He-
telucht
Voor het braden en bakken op twee niveau's tegelijkertijd.
Infratherm
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte
op één niveau. Voor het maken van een bruin korstje en
gratineren.
Grill
Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Ontdooien/drogen
Voor het ontdooien en drogen van kruiden, fruit en groen-
ten.
Oventemperatuur wijzigen
Raak of aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te verhogen of te verlagen.
Snel opwarmen
De snelwarmfunctie verlaagt de opwarmtijd.
LET OP!
Leg geen voedsel in het apparaat wanneer de snelwarmfunctie is ingeschakeld.
1. Stel de ovenfunctie in en wijzig indien nodig de automatische temperatuur.
2. Raak
aan. Het symbool verschijnt op de display. Als de functie snel opwarmen
aan staat, gaan de balkjes van de opwarmindicatie één voor één knipperen.
Als het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, gaan de balkjes van de opwar-
mindicatie branden. Er klinkt een geluidssignaal. Het symbool
gaat uit in het display.
Nu werkt de ovenfunctie automatisch en kunt u het eten in het apparaat doen.
Dagelijks gebruik
13
MAGNETRONSTAND
Magnetronfuncties
Functies Beschrijving
Magnetron
Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het ver-
warmen van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ontdooien van
vlees of fruit en het koken van groenten en vis.
Combi Gebruik de Combi om de oven- en magnetronfunctie tegelijkertijd te ge-
bruiken. Om gerechten korter te koken en tegelijkertijd een bruin korstje
te geven.
Snelle start
Voor het inschakelen van de magnetronfunctie wanneer het apparaat
uit staat. Met een druk op het sensorveld
wordt het maximale vermo-
gen van de magnetron gebruikt. Werkt tussen 30 seconden en 7 minuten.
De magnetronfunctie instellen
1. Als het nodig is, raakt u aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Blijf
aanraken om het vermogen van de magnetron aan te passen. U kunt het ver-
mogen aanpassen tussen 1000 W en 100 W, in stappen van 100 W.
3. Raak
of aan om de duurfunctie voor de magnetron in te stellen (raadpleeg
"Duur van magnetron instellen").
4. Gebruik
om de magnetronfunctie in te schakelen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een ge-
luidssignaal. De magnetronfunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sen-
sorveld aan om een geluidssignaal te stoppen.
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de magnetron, het vermogen wijzigen (raak
aan), evenals de duur (raak aan).
De Combi-functie instellen
1. Als het nodig is, raakt u aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Raak
of aan om een ovenfunctie in te stellen.
3. Als het nodig is, raakt u
of aan om de temperatuur in te stellen.
4. Blijf
aanraken om het vermogen van de magnetron in te stellen (maximaal 600 W).
5. Raak
of aan om de tijd voor de duurfunctie in te stellen. Zie "Duur van
magnetron instellen".
De maximale duur van de Combi-functie is 59 minuten.
6. Raak
aan.
De tijd begint af te tellen en op het display verschijnt het symbool
.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een ge-
luidssignaal. De Combi-functie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensor-
veld aan om het geluidssignaal te stoppen.
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de Combi-functie, het vermogen wijzigen
(raak
aan), evenals de duur (raak aan).
14
Magnetronstand
De snelstartfunctie instellen
1. Gebruik zo nodig om het apparaat uit te schakelen.
2. Gebruik
om de duur van de magnetron in te stellen.
Elke keer dat u aanraakt, worden er 30 seconden aan de duur van de magnetron toe-
gevoegd.
Het apparaat begint op het maximale vermogen te werken.
3. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een ge-
luidssignaal. De magnetronfunctie wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sen-
sorveld aan om het geluidssignaal te stoppen.
U kunt te allen tijde tijdens de werking van de magnetron, het vermogen wijzigen (raak
aan), evenals de duur (raak aan).
Voorbeelden van kooktoepassingen voor de instellingen van het vermogen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Vermogeninstelling Gebruik
1000 Watt
•900 Watt
•800 Watt
•700 Watt
Verwarmen van vloeistof
Dichtschroeien aan het begin van het kook-
proces
Koken van groenten
Smelten van gelatine en boter
•600 Watt
•500 Watt
Ontdooien en verwarmen van bevroren maal-
tijden
Een maaltijd op een bord verwarmen
Stoofpot sudderen
Eiergerechten koken
•400 Watt
•300 Watt
•200 Watt
Maaltijden door laten koken
Delicaat voedsel koken
Babyvoeding verwarmen
Rijst laten sudderen
Delicaat voedsel verwarmen
Kaas smelten
•100 Watt Vlees, vis en brood ontdooien
Kaas, room en boter ontdooien
Fruit en cake ontdooien (gebak)
Gistdeeg laten rijzen
Koude gerechten en drankjes verwarmen
Magnetronstand
15
KLOKFUNCTIES
Klokfuncties
SYM-
BOOL
FUNCTIE BESCHRIJVING
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd.
Wanneer de tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal. De-
ze functie heeft geen invloed op de werking van de oven.
DUUR Gebruik de duur om in te stellen hoe lang de oven in werk-
ing moet zijn.
min
DUUR VAN MAGNE-
TRON
Gebruik de duur om in te stellen hoe lang de magnetron in
werking moet zijn.
EINDE Gebruik einde om in te stellen wanneer de oven moet stoppen.
DAGTIJD Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, ver-
anderen of opvragen. Zie 'De dagtijd instellen'.
De klok instellen
1. Schakel het apparaat in en stel een ovenfunctie en temperatuur in (niet nodig voor
kookwekker en dagtijd).
2. Blijf drukken op
totdat het display de benodigde klokfunctie en het bijbehorende
symbool toont, bijv. kookwekker
.
3. Raak
of aan om de benodigde tijd in te stellen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende twee minuten een ge-
luidssignaal. “00.00” gaat aan op het display en de bijbehorende functieindicator knip-
pert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het ge-
luidssignaal uit te schakelen.
Duur van magnetron instellen
1. Stel de functie en het vermogen van de magnetron in.
2. Raak
of aan om de benodigde duur in te stellen.
3. Gebruik
om de functie voor de duur van de magnetron in te schakelen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluids-
signaal. "00.00" verschijnt in het display en het bijbehorende functie-indicatielampje knip-
pert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak een sensorveld aan om het ge-
luidssignaal uit te schakelen.
U kunt de duur van de magnetron wijzigen wanneer de tijd wordt afgeteld.
Duur van magnetron instellen:
tussen 0 en 2 minuten in stappen van 5 seconden
tussen 2 en 5 minuten in stappen van 10 seconden
tussen 5 en 10 minuten in stappen van 20 seconden
tussen 10 en 20 minuten in stappen van 30 seconden
vanaf 20 minuten in stappen van 1 minuut
16
Klokfuncties
De maximale instelling voor de duur van de magnetron instellen:
700 Watt tot 1000 Watt - 0 tot 7 minuten en 40 seconden
100 Watt tot 600 Watt - 0 tot 59 minuten
Algemene aanwijzingen:
Als u een klokfunctie hebt ingesteld, gaat het symbool knipperen gedurende ongeveer
5 seconden. Gedurende deze 5 seconden moet u
of aanraken om de tijd in te
stellen.
Als u de tijd hebt ingesteld, blijft het symbool knipperen gedurende ongeveer 5 secon-
den. Na deze 5 seconden gaat het symbool branden. De ingestelde tijd op de kookwek-
ker begint te verstrijken. Voor Bereidingsduur en Einde begint de tijd af te lennen na-
dat de functie start.
Als u het begin van de bereidingstijd wilt uitstellen, gebruik dan de functie Einde
.
Als u de bereidingstijd eerder wilt beëindigen (voor het eind van de klokfuncties) ge-
bruik dan
.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Automatische programma's
Zie de recepten in "Automatische programma's" voor meer informatie.
Een programma instellen
1. Als het nodig is, raakt u
aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Raak
aan om het menu met de automatische programma's te openen.
3. Raak
of aan om een automatisch programma in te stellen (P1 tot P12).
Het display geeft het automatische gewicht " gr " weer, en het symbool
knippert.
Raak
of aan om het gewicht van het voedsel in te stellen tussen 100 g en
1500 g (P5 tot P12, maximaal 1000 g).
Als u het gewicht verandert, wordt de duur dat de magnetron in werking zal zijn,
automatisch ook veranderd.
Stel altijd het onderste gewicht in. Als het gewicht van een brood bijvoorbeeld 460 g is,
stelt u 400 g in.
4. Raak
aan om het programma in te schakelen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, weerklinkt er gedurende 2 minuten een geluids-
signaal. Het symbool
knippert. Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld. Raak
een knop aan om het geluidssignaal te stoppen.
Bij sommige programma's wordt de warmhoudfunctie aan het einde van de magnetron-
duur automatisch ingeschakeld. Er klinkt een geluidsignaal en op het display wordt "HH"
weergegeven.
Automatische programma's
17
Geheugenfunctie
Gebruik de geheugenfunctie om een favoriete instelling op te slaan.
1. Stel de ovenfunctie, de temperatuur en de klokfuncties in: Duur
en/of Einde .
2. Houd
2 seconden ingedrukt totdat er een geluidssignaal weerklinkt. De instelling
wordt bevestigd.
De geheugenfunctie inschakelen
1. Als het nodig is, raakt u
aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Raak
aan om de opgeslagen instelling in te stellen.
3. Raak
aan om de geheugenfunctie in te schakelen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De ovenaccessoires plaatsen
Alle ovenaccessoires hebben een kleine inkeping aan de rechteronderkant en de linker-
rand om de veiligheid te verhogen.
Zorg er altijd voor dat deze inkeping zich aan de achterkant van de oven bevindt. Deze
inkeping gaat ook kantelen tegen.
Bakplaat:
Schuif de bakplaat tussen de geleidestangen van
het ovenniveau
18
Gebruik van de accessoires
Bakrooster:
Schuif het rooster in de oven en zorg ervoor dat
de pootjes naar onder wijzen.
Schuif het rooster tussen de geleidestangen van
het ovenniveau
Door de hoge rand rond het rooster wordt voor-
komen dat schotels wegglijden.
EXTRA FUNCTIES
Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de
oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan
de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld.
Kinderbeveiliging
U kunt het apparaat niet inschakelen als de kinderbeveiliging in werking is.
De kinderbeveiliging in-/uitschakelen:
1. Schakel het apparaat
uit. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd
en tegelijkertijd ingedrukt tot SAFE aan of uit gaat in het display.
Geluidsignaal
Het geluidsignaal in-/uitschakelen:
1. Schakel het apparaat
uit.
2. Houd
en gelijktijdig ingedrukt gedurende ongeveer 2 seconden tot er een ge-
luidssignaal klinkt.
Automatische uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld:
Als een ovenfunctie in werking is.
Als u de oventemperatuur niet verandert.
In het display knippert de laatst ingestelde temperatuur.
Oventemperatuur Uitschakeltijd
30 °C -120 °C 12,5 u.
120 °C - 200 °C 8,5 u.
200 °C -250 °C 5,5 u.
OFF verschijnt op het display.
De oven starten na een automatische uitschakeling
Extra functies
19
Schakel de oven uit. Wanneer u het apparaat inschakelt, kunt u de oven weer gebruiken.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn
afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat
u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en
de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tij-
dens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten lan-
ger zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschil-
len verminderen tijdens het bakproces.
Bakken op één gebruiksniveau
Ovenfunctie: Ventitherm® Multi Hetelucht
Bakken in vormen
Gerecht Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min)
Tulband of brioche 1 160-170 50-60
Moskovisch gebak/vruchtencake 1 150-170 70-90
Cake, zacht 1 160-180 25-40
Taartbodem van zandtaartdeeg 2
170-190
1)
10-25
Taartbodem - roerdeeg 2 150-170 20-25
Dichte appeltaart 1 160-180 50-60
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal
geplaatst)
1 180-190 65-80
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 2 170-190 30-70
Kwarktaart 1 160-180 60-90
1) Oven voorverwarmen
20
Nuttige aanwijzingen en tips
Cakes/pasteitjes/gebak op bakblik
Gerecht Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min)
Vlechtbrood/broodkrans 1 160-180 30-40
Kerststol 1 160-180 40-60
Brood (roggebrood) 1 180-200 45-60
Roomsoezen/tompoezen 2 170-190 30-40
Biscuitrol 2
200-220
1)
8-15
Kruimeltaart (droog) 2 160-180 20-40
Boter-/suikerkoek 2
180-200
1)
15-30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roerdeeg) 2 160-180 25-50
Vruchtentaart op zandtaartdeeg 2 170-190 40-80
Plaatkoek met kwetsbare garnering (bij-
voorbeeld kwark, room, amandelvulling)
2 150-170 0:40-80
Pizza (met veel garnering) 2
190-210
1)
20-40
Pizza (dunne korst) 2
230
1)
12-20
Turks brood 2
230
1)
10-20
Zwitsers fruitgebak 2 190-210 35-50
Koekjes
Gerecht Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min)
Zandkoekjes 2 160-180 6-20
Spritsgebak 2 160 10-40
Roerdeegkoekjes 2 160-180 15-20
Eiwitgebak, schuimgebak 2 80-100 120-150
Bitterkoekjes 2 100-120 30-60
Schuimgebakjes 2 160-180 20-40
Bladerdeeg 2
180-200
1)
20-30
Bolletjes 2 210-230 20-35
Kleine cakes (20 stuks/bakplaat) 2
170
1)
20-30
Bakken op meer dan één niveau - koekjes/kleine cakes/taartjes, pasteitjes/broodjes
Gerecht Ventitherm ® Multi Hetelucht
2 niveaus
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Zandkoekjes 2 / 3 160-180 15-35
Spritsgebak 2 / 3 160 20-60
Roerdeegkoekjes 2 / 3 160-180 25-40
Nuttige aanwijzingen en tips
21
Gerecht Ventitherm ® Multi Hetelucht
2 niveaus
Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Eiwitgebak, schuimgebak 2 / 3 80-100 130-170
Bitterkoekjes 2 / 3 100-120 40-80
Klein gistgebak 2 / 3 160-180 30-60
Bladerdeeg 2 / 3
180-200
1)
30-50
1) Oven voorverwarmen
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is te
licht van kleur
Verkeerde ovenniveau Plaats de cake lager
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te hoge oventemperatuur
Stel de oventemperatuur iets
lager in
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te korte baktijd
Baktijd verlengen. Baktijden
kunnen niet worden verkort
door hogere baktemperatu-
ren
De cake zakt in (wordt klef,
klonterig, streperig).
Te veel vocht in het deeg.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenmachi-
nes
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Oventemperatuur verhogen
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd.
De oventemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlengen.
Gebak wordt ongelijkmatig
bruin
Het deeg is niet gelijkmatig ver-
deeld
Verdeel het deeg gelijkmatig
over de bakplaat
Gebak wordt niet gaar binnen
de aangegeven baktijd
Te lage temperatuur.
Oveninstelling iets hoger in-
stellen
Tabel voor soufflés en gegratineerde gerechten
Ovenfunctie: Ventitherm® Multi Hetelucht
Gerecht Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min)
Pastaschotel 1 180-200 30-50
Lasagne 1 180-200 25-40
Groentegratin
1)
1 160-170 15-30
Baguettes au gratin
1)
1 160-170 15-30
Zoete ovenschotels 1 180-200 40-60
Visschotels 1 180-200 30-60
22
Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Rekstand Temperatuur (°C) Tijd (min)
Gevulde groente 1 160-170 30-60
Aardappelgratin 2 180-200 40-50
1) Oven voorverwarmen
Tabel diepvriesproducten
Gerecht Ovenfunctie Rekstand Temperatuur (°C) Tijdsinstelling
Diepvriespizza Ventitherm ® Mul-
ti Hetelucht
3 volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Patates frites
1)
(300-600 g)
Infratherm 3 200-220 volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Baguettes Ventitherm ® Mul-
ti Hetelucht
3 volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
Fruitcake Ventitherm ® Mul-
ti Hetelucht
3 volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
volgens aanwij-
zingen van de fa-
brikant
1) Patat frites tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren
Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct aanbraden met de grill/braadpan of op een rooster
boven de grill/braadpan (indien aanwezig).
Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder dek-
sel braden.
Tabel braadstukken
Ovenfunctie: Ventitherm® Multi Hetelucht
Pork
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Schouderstuk, nekstuk, ham (1000-1.500
g)
1 170-190 90-120
Karbonade, gerookte varkenslende
(1000-1500 g)
1 180-200 60-90
Gehakt (750-1.000 g) 1 180-200 45-60
Varkensschenkel, voorgekookt
(750-1.000 g)
1 170-190 90-120
Nuttige aanwijzingen en tips
23
Rundsvlees
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Stoofvlees (1000-1.500 g) 1 180-200 120-150
Rosbief of ossenhaas, per cm dikte 1
210-230
1)
0:06-0:09 per
cm dikte
1) Oven voorverwarmen
Kalfsvlees
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Stoofvlees (1000-1.500 g) 1 170-190 150-120
Kafsschenkel (1500-2000 g) 1 170-190 120-150
Lamsvlees
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Lamsbout (1000-1.500 g) 1 170-190 75-120
Lamsrug (1000-1.500 g) 1 180-200 60-90
Kort te braden stukken vlees op de bakplaat
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Worstje "Cordon bleu" 1
220-230
1)
5-8
Braadworst 1
220-230
1)
12-15
Schnitzel of karbonade, gepaneerd 1
220-230
1)
15-20
Rissoles 1
210-220
1)
15-20
Vis (stoven)
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Hele vissen (1000-1.500 g) 1 210-220 45-75
Gevogelte
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Kip (1000-1500 g) 1 190-210 45-75
Halve kip (per 400-500 g) 1 200-220 35-50
Stukken gevogelte (per 200-250 g) 1 200-220 35-50
Eend (1500-2000 g) 1 180-200 75-105
24
Nuttige aanwijzingen en tips
Game
Gerecht Rekstand Temperatuur
(°C)
Tijd (min.)
Hazenrug, hazenbout (tot 1.000 g) 1
220-230
1)
25-40
Ree-/hertenrug (1500-2.000 g) 1 210-220 75-105
Ree-/hertenbout (1500-2.000 g) 1 200-210 90-135
Grill
Grill met maximale temperatuurinstelling
Gebruik de grill met de ovendeur gesloten.
Gebruik het grillrooster met de bakplaat bij het grillen.
De grilltijd is slechts een richtlijn.
Grilltabel
Gerecht Rekstand Bereidingstijd (min.)
1e kant 2e kant
Rissoles 3 8-10 6-8
Varkenshaas 2 10-12 6-10
Worstjes 3 8-10 6-8
Runderfilet, kalfsbiefstukken 3 6-7 5-6
Ossenhaas, rosbief (ca. 1 kg) 2 10-12 10-12
Geroosterd brood
1)
3 4-6 3-5
Brood met iets erop 2 8-10 ---
1) Grillrooster zonder bakplaat gebruiken
Infratherm
Ovenfunctie: Infratherm
Gerecht Temperatuur (°C) Bakplaat Oven-
rek
Tijd (min.) draaien na...
minuten
Rekstand
Kip (900-1000 gr.) 180-200 1 2 50-60 25-30
Gevulde varkensrollade
(2000 gr.)
180-200 1 2 90-95 45
Pastaschotel 180 --- 2 30 ---
Aardappelgratin 200 --- 2 20-23 ---
Gnocchi, au gratin 180 --- 2 20-23 ---
Bloemkool met Hollandaise-
saus
200 --- 2 15 ---
Nuttige aanwijzingen en tips
25
Ontdooien
Ovenfunctie: Ontdooien/Drogen (Temperatuurinstelling 30°C)
Pak het eten uit en leg het op een plaat op het eerste rooster op de bodem.
Niet afdekken om de ontdooitijd te verkorten.
Ontdooitabel
Gerecht Tijd (min.) Nadooitijd
(min)
Opmerking
Kip 1.000 g 100-140 20-30 Kip op een omgedraaid schoteltje in
een groot bord leggen.
Halverwege omdraaien
Vlees, 1000 g 100-140 20-30 Halverwege de bereidingstijd omdraai-
en
Vlees, 500 g 90-120 20-30 Halverwege de bereidingstijd omdraai-
en
Forel, 150g 25-35 10-15 ---
Aardbeien, 300g 30-40 10-20 ---
Boter, 250g 30-40 10-15 ---
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15 Klop de nog licht bevroren slagroom
Taart, 1.400 g 60 60 ---
Drogen
Ovenfunctie: Ontdooien/drogen
Gebruik hiervoor een met boterhampapier of bakpapier belegde plaat
Stop de oven voor een beter resultaat halverwege de droogtijd, open de deur en laat
het één nacht afkoelen om het drogen te voltooien.
Droogtabel
Gerecht Temperatuur (°C) Rekstand Tijd (u)
1 stand 2 stand
Bonen 75 2 2 / 3 6-9
Paprikareepjes 75 2 2 / 3 5-8
Soepgroenten 75 2 2 / 3 5-6
Paddenstoelen 50 2 2 / 3 6-9
Zuurkool 40-50 2 2 / 3 2-4
Pruimen 75 2 2 / 3 8-12
Abrikozen 75 2 2 / 3 8-12
Schijfjes appel 75 2 2 / 3 6-9
Peren 75 2 2 / 3 9-13
26
Nuttige aanwijzingen en tips
Inmaken/wecken
Ovenfuncties Ventitherm® Multi Hetelucht
Gebruik alleen weckflessen van dezelfde afmetingen.
Gebruik geen wekglazen met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste rek van de bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes wekflessen van één liter op het bakrooster.
Vul de flessen tot hetzelfde niveau en sluit ze af met een klem.
De flessen mogen elkaar niet raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij
1 liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel).
Inmaaktabel - Bessen
In te maken eetwaar Temperatuur
(°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Bereidingstijd bij
100°C (min)
Aardbeien, bosbessen, frambo-
zen, rijpe kruisbessen
160-170 35-45 ---
Onrijpe kruisbessen 160-170 35-45 10-15
Inmaaktabel - Steenvruchten
In te maken eetwaar Temperatuur
(°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Bereidingstijd bij
100°C (min)
Peren, kweeperen, pruimen 160-170 35-45 10-15
Inmaaktabel - Groente
In te maken eetwaar Temperatuur
(°C)
Inmaken/wecken tot
het parelen begint
(min)
Bereidingstijd bij
100°C (min)
Wortels
1)
160-170 50-60 5-10
Komkommers 160-170 50-60 ---
Gemengde pickles 160-170 50-60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160-170 50-60 15-20
1) In de oven bewaren nadat u de oven stopt
Magnetron
Informatie over bediening
Algemeen:
Na het inschakelen van het apparaat, laat u het voedsel een paar minuten rusten (zie
magnetrontabellen: rusttijd).
Verwijder de verpakking van aluminiumfolie, metalen bakjes, etc. voordat u het voed-
sel in de magnetron zet.
Nuttige aanwijzingen en tips
27
Koken:
Kook het eten zo mogelijk bedekt met materiaal dat geschikt is voor gebruik in de mag-
netron. Kook voedsel alleen onbedekt, als u een korstje op het eten wilt.
Voor gekoeld of bevroren eten is een langere kooktijd nodig.
Gerechten met saus moeten van tijd tot tijd worden geroerd.
Groenten met een stevige structuur, zoals wortel, doperwten of bloemkool, moeten in
water worden gekookt.
Draai grotere stukken halverwege de kooktijd om.
Snij groenten zo mogelijk in stukjes van gelijke grootte.
Gebruik platte, brede schalen of borden.
Vlees, gevogelte, vis ontdooien:
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een klein omgekeerd bord met een bakje
eronder of op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooivloeistof kan weglopen.
Draai het voedsel halverwege de ontdooitijd om. Verdeel de stukken zo mogelijk op-
nieuw en verwijder de stukken die al zijn ontdooid.
Boter, gebakjes, kwark ontdooien:
Niet helemaal in het apparaat ontdooien, maar gedeeltelijk op kamertemperatuur la-
ten ontdooien. Dit geeft een meer gelijkmatig resultaat. Verwijder metalen of alumini-
um verpakking of onderdelen voordat u begint te ontdooien.
Fruit, groenten ontdooien:
Fruit en groenten die rauw moeten worden verwerkt, niet volledig in het apparaat ont-
dooien, maar gedeeltelijk op kamertemperatuur.
Fruit en groenten die moeten worden gekookt, kunnen rechtstreeks op hoog vermo-
gen worden gekookt, zonder het eerst te ontdooien.
Kant-en-klaargerechten:
Kant-en-klaargerechten in metalen verpakking of plastic bakjes met metalen afdek-
king, mogen alleen in de magnetron worden ontdooid of verwarmd, als ze speciaal zijn
ontworpen voor geschikt gebruik in de magnetron.
U moet de op de verpakking afgedrukte instructies van de fabrikant volgen (d.w.z. me-
talen afdekking verwijderen en plastic folie doorprikken).
Geschikt kookgerei en materialen
Materiaal van de pannen Magnetron
Grill
Ontdooien Verwar-
men
Koken
Ovenbestendig glas en porselein (zonder
metalen onderdelen, d.w.z. vuurvast, hitte-
bestendig glas)
X X X X
Niet-ovenbestendig glas en porselein
1)
X -- -- --
Glas en keramisch glas gemaakt van oven-
bestendig/vriesbestendig materiaal (d.w.z.
arcoflam), grillrooster
X X X X
28
Nuttige aanwijzingen en tips
Materiaal van de pannen Magnetron
Grill
Ontdooien Verwar-
men
Koken
Keramisch materiaal
2)
, aardewerk
2)
X X X --
Hittebestendig plastic tot 200°C
3)
X X X --
Karton, papier
X -- -- --
Huishoudfolie
X -- -- --
Bakpapier met magnetronveilige afdich-
ting
3)
X X X --
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
email, gietijzer
-- -- -- X
Bakvormen, zwarte lak of siliconenlaag
3)
-- -- -- X
Bakplaat
-- -- -- X
Braadpannen, d.w.z. Crostino of Crunch-
bord
-- X X --
Kant-en-klare maaltijden in de verpak-
king
3)
X X X X
1) Zonder zilveren, gouden, platinum of metalen laag/versieringen
2) Zonder kwarts of metalen onderdelen, geen metaalhoudende glazuur
3) Houd u aan de maximale temperaturen die door de fabrikant worden vermeld!
X geschikt
-- niet geschikt
Andere dingen om rekening mee te houden...
Eten heeft verschillende vormen en kwaliteiten. Eten wordt voorbereid in verschillende
hoeveelheden. Daarom verschillen de benodigde tijden en het benodigde vermogen
voor ontdooien, verwarmen en koken. Als grove richtlijn: Een dubbele hoeveelheid =
bijna een dubbele bereidingstijd
Bij verwarmen in de magnetron wordt de warmte vanuit het eten zelf geproduceerd.
Daarom kunnen de borden niet tegelijkertijd worden verwarmd. Verwarmde gerechten
moeten daarom worden geroerd of omgedraaid, speciaal als het gaat om grotere hoe-
veelheden.
De rusttijd wordt in de tabellen gegeven. Laat het eten rusten, in het apparaat of er-
buiten, zodat de warmte gelijkmatiger wordt verdeeld.
U krijgt betere resultaten met rijst als u een platte, brede schaal gebruikt.
Nuttige aanwijzingen en tips
29
Bereidingstabel voor de magnetron
Vlees ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Hele stukken vlees 500 200 10-12 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Steak 200 200 3-5 5-10 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen ver-
wijderen.
Half-om-half gehakt 500 200 10-15 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen ver-
wijderen.
Goulash 500 200 10-15 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen ver-
wijderen.
Gevogelte ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Kip 1000 200 25-30 10-20 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedek-
ken.
Kip (borst) 100-200 200 3-5 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedek-
ken.
Kippenboutjes 100-200 200 3-5 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedek-
ken.
Eend 2000 200 45-60 20-30 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien,
ontdooide delen met
aluminiumfolie bedek-
ken.
30
Nuttige aanwijzingen en tips
Vis ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Hele vis 500 100 10-15 15-20 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Visfilets 500 100 10-12 15-20 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Worstjes ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Gesneden worst 100 100 2-4 20-40 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Zuivelproducten ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Kwark 250 100 10-15 25-30 Aluminiumdelen ver-
wijderen, halverwege
de bereidingstijd om-
draaien.
Boter 250 100 3-5 15-20 Aluminiumdelen ver-
wijderen, halverwege
de bereidingstijd om-
draaien.
Kaas 250 100 3-5 30-60 Aluminiumdelen ver-
wijderen, halverwege
de bereidingstijd om-
draaien.
Room 200 100 7-12 20-30 Aluminium deksel ver-
wijderen, halverwege
de bereidingstijd roe-
ren.
Nuttige aanwijzingen en tips
31
Cake/gebak ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Gistdeeg 1 stuk 100 2-3 15-20 Bord halverwege de
bereidingstijd om-
draaien.
Kwarktaart 1 stuk 100 2-4 15-20 Bord halverwege de
bereidingstijd om-
draaien.
Cake (gebak) 1 stuk 100 1-2 15-20 Bord halverwege de
bereidingstijd om-
draaien.
Droge cake 1 stuk 100 2-4 15-20 Bord halverwege de
bereidingstijd om-
draaien.
Fruitcake 1 stuk 100 1-2 15-20 Bord halverwege de
bereidingstijd om-
draaien.
Brood 1000 100 15-20 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Gesneden brood 500 100 8-12 10-15 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Broodjes 4 broodjes 100 5-8 5-10 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Fruit ontdooien
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Aardbeien 300 100 8-12 10-15 Bedekt ontdooien, hal-
verwege de berei-
dingstijd roeren.
Pruimen, kersen,
frambozen, bramen,
abrikozen
250 100 8-10 10-15 Bedekt ontdooien, hal-
verwege de berei-
dingstijd roeren.
32
Nuttige aanwijzingen en tips
Ontdooien, smelten
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Chocolade / chocola-
delaagje
150 600 2-3 --- Halverwege de berei-
dingstijd roeren.
Boter 100 200 2-4 --- Halverwege de berei-
dingstijd roeren.
Ontdooien, verwarmen
Gerecht Magnetron
Grootte (g) Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Babyvoeding in potjes 200 300 2-3 --- Halverwege de berei-
dingstijd roeren. Con-
troleer de tempera-
tuur!
Babymelk (fles, 180
ml)
200 1000 0:20-
0:40
--- Lepel in de fles steken,
roeren en tempera-
tuur controleren!
Kant-en-klaarmaaltijd 400-500 600 4-6 5 Aluminium afdekking
verwijderen, halver-
wege de bereidingstijd
omdraaien.
Bevroren kant-en-
klaarmaaltijden
400-500 400 14-20 5 Aluminium afdekking
verwijderen, halver-
wege de bereidingstijd
omdraaien.
Melk 1 kopje, on-
geveer 200
ml
1000 1:15-
1:45
--- Lepel in het bakje doen.
Water 1 kopje, on-
geveer 200
ml
1000 1:30-2 --- Lepel in het bakje doen.
Saus 200 ml 600 1-2 --- Halverwege de berei-
dingstijd roeren.
Soep 300 ml 600 2-4 --- Halverwege de berei-
dingstijd roeren.
Nuttige aanwijzingen en tips
33
Bereidingstabel
Gerecht Magnetron
Grootte
(g)
Vermo-
gen
(Watt)
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Hele vis 500 500 8-10 --- Afgedekt koken, het
bakje tijdens het berei-
den meerdere malen
omdraaien.
Visfilets 500 500 6-8 --- Afgedekt koken, het
bakje tijdens het berei-
den meerdere malen
omdraaien.
Groenten met een korte
bereidingstijd, vers
1)
500 600 12-16 --- Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roe-
ren.
Groenten met een korte
bereidingstijd, bevro-
ren
1)
500 600 14-18 --- Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roe-
ren.
Groenten met een lange
bereidingstijd, vers
1)
500 600 14-20 Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roe-
ren.
Groenten met een lange
bereidingstijd, bevro-
ren
1)
500 600 18-24 --- Ongeveer 50 ml water
toevoegen, afgedekt
bereiden, halverwege
de bereidingstijd roe-
ren.
Gekookte aardappelen 800 g +
600 ml
1000 5-7 300 W /
15- 20
Bedekt bereiden, hal-
verwege de berei-
dingstijd roeren.
Rijst 300 g +
600 ml
1000 4-6 --- Bedekt bereiden, hal-
verwege de berei-
dingstijd roeren.
1) Alle groenten afgedekt in de container koken. De aangegeven tijden zijn slechts richtlijnen en hangen af van
het type en de kwaliteit van de ingrediënten.
Tabel voor de Combi-functie
Bereidingsfuncties: Hete lucht met ringvormig verwarmingselement
+ magnetron
of Infratherm + magnetron
34
Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Bak-/braad-
gerechten
Oven-
functie
Temp.
(°C)
Magne-
tron
(Watt)
Roos-
ter-
stand
Tijd
(min)
Opmerking
Soufflés /
met gerasp-
te kaas
Ovenschaal
op rooster
+
180 600 1 25-35
Soufflés/ge-
gratineerde
gerechten
Ovenschaal
op rooster
+
180 600 1 30-40
Eend 2000 g Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
Eerst
230
daar-
na
180
300
300
1 40-60 Na 15 min. om-
draaien, dan
180°C, 10 min.
laten rusten.
Visfilets 350
g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
230 600 1 15-20 Gevuld, gerold,
gekruid
Visschotel
1400 g
Glazen ser-
vies
+
180 300 1 30-40
Heel gevo-
gelte
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
200 300 1 30-40 Na 20 min. om-
draaien.
Halve kip Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
200 300 1 25-35 Na 15 min. om-
draaien.
Gehakt 650
g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
180 300 1 30-40 5 min. laten
rusten.
Kipdrum-
sticks
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
210 600 1 20-25 Na 15 min. om-
draaien.
Gebraden
kalfsvlees
1000 g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
210 300 1 30-40 Na 25 min. om-
draaien, onbe-
dekt, dan 5
min. laten rus-
ten.
Aardappel-
gratin
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
180 600 1 20-25 Kaas toevoe-
gen.
Lamsbout
met been
1000 g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
180 300 1 30-40 5 min. laten
rusten.
Lamsbout
zonder been
1000 g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
200 300 1 30-40 5 min. laten
rusten.
Nuttige aanwijzingen en tips
35
Gerecht Bak-/braad-
gerechten
Oven-
functie
Temp.
(°C)
Magne-
tron
(Watt)
Roos-
ter-
stand
Tijd
(min)
Opmerking
Lasagne
1200 g
Ovenschaal
op rooster
+
230 400 1 25-30
Pastascho-
tel 1800 g
Ovenschaal
op rooster
+
230 400 1 30-35 Na 20 min. roe-
ren.
Gevulde pa-
prika
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
230 400 1 20-25 Halve paprika's
met kaas-/
groentevulling
Runder-
braadstuk
1000 g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
180 400 1 60-70 10. min. laten
rusten, een
keer omdraai-
en, afgedekt
bereiden.
Varkens-
braadstuk,
hals 1200 g
Glazen ser-
vies op roos-
ter
+
230 400 1 55-65 5 min. laten
staan, een keer
draaien.
De aangegeven bereidingstijden en -temperaturen zijn slechts richtlijnen en hangen af
van het type en de kwaliteit van de ingrediënten.
Tips voor de magnetron
Resultaat Oplossing
U kunt de gegevens over de hoeveelheid
voedselbereiding niet vinden.
Zoek naar gelijksoortig eten. Verhoog of verlaag de
bereidingstijd aan de hand van deze richtlijn: Een
dubbele hoeveelheid = bijna een dubbele berei-
dingstijd De helft van de hoeveelheid = de helft
van de bereidingstijd
Het eten is te droog. Verlaag de bereidingstijd of selecteer een lager ver-
mogen.
Het eten is nog steeds niet ontdooid,
heet of gekookt nadat de bereidingstijd is
verstreken.
Stel een langere bereidingstijd in of selecteer een ho-
ger vermogen. Merk op dat grotere gerechten een lan-
gere bereidingstijd nodig hebben.
Als de bereidingstijd is verstreken, is het
eten aan de rand verbrand, maar in het
midden nog steeds niet gaar.
Kies de volgende keer een lager vermogen en een lan-
gere bereidingstijd. Roer vloeistoffen, zoals soep, hal-
verwege.
Testgerechten in overeenstemming met IEC 60705
(magnetronvermogen van 1000 Watt)
De kwaliteit en functie van magnetrons worden door testinstituten met behulp van spe-
ciale gerechten getest.
36
Nuttige aanwijzingen en tips
Gerecht Vermo-
gen
(Watt)
Oven-
func-
ties
Rooster-
standen
Tijd
(min)
Rusttijd
(min)
Opmerking
Eiercustard
(12.3.1)
300 Glazen
bodem
30-40 120 Het gerecht na de helft
van de bereidingstijd
een keer omdraaien.
Eierdeeg
(12.3.2)
600 Glazen
bodem
8-10 5
Gehaktbrood
bereiden
(12.3.3)
500 Glazen
bodem
20-22 5 Afdekken, halverwege
de bereidingstijd een
keer omdraaien.
Aardappelgra-
tin (12.3.4)
500 1 40 5
Cake (12.3.5) 200 2 20 5
Gegrilde kip
1200 g (12.3.6)
300 1 35 5 Na 15 min. omdraaien.
Gehakt ont-
dooien (13.3.)
100 Glazen
bodem
15-20 5 Na de helft van de be-
reidingstijd omdraaien,
ontdooide stukjes ver-
wijderen.
Frambozen
ontdooien (B.
2.1)
100 Glazen
bodem
11-13 5 Afdekken
Automatische programma's
Gebruik om een van de 12 automatische programma's in te stellen (zie "Automatische
programma's").
Program-
ma
Functie Recept gewicht Tijd aan
de hand
van voor-
instelling
Warm-
houdfunc-
tie "HH"
Voorin-
stelling
min. max.
P 1
Ont-
dooi-
en
Gevogelte 1000 g 100 g 1500 g 19 min.
40 secon-
den,
Nee
P 2
Vlees 800 g 100 g 1500 g 17 min.
36 secon-
den,
Nee
P 3
Vis 1000 g 100 g 1500 g 15 min.
20 secon-
den,
Nee
P 4
Brood 500 g 100 g 1500 g 6 min. Nee
Nuttige aanwijzingen en tips
37
Program-
ma
Functie Recept gewicht Tijd aan
de hand
van voor-
instelling
Warm-
houdfunc-
tie "HH"
Voorin-
stelling
min. max.
P 5
Ko-
ken
Bevroren
groenten,
klein + 50
ml water
800 g 100 g 1000 g 15 min.
44 secon-
den,
Ja
P 6
Bevroren
groenten,
groot + 50
ml water
800 g 100 g 1000 g 22 min.
56 secon-
den,
Ja
P 7
Verse
groenten,
klein + 50
ml water
800 g 100 g 1000 g 24 min. Nee
P 8
Verse
groenten,
groot + 50
ml water
800 g 100 g 1000 g 26 min.
40 secon-
den,
Nee
P 9
Aardappe-
len + 100
ml water
600 g 100 g 1000 g 17 min.
12 secon-
den,
Nee
P 10
Vis 1000 g 100 g 1000 g 21 min.
40 secon-
den,
Ja
P 11
Combi-
func-
tie
+
Aardappel-
gratin
1000 g 400 g 1800 g 30 min. Ja
P 12
+
Kip 1000 g 400 g 1400 g 30 min. Ja
AARDAPPELGRATIN (4-5 personen)
Ingrediënten:
750 g aardappelen
100 g Gruyère of Emmentaler kaas, geraspt
•1 ei
75 ml melk of room
38
Nuttige aanwijzingen en tips
2 eetlepels boter
1/2 eetlepel tijm
1 teentje knoflook, geschild
zout, peper, nootmuskaat
Voorbereiding:
Schil de aardappelen, snijd ze in dunne plakken van zo'n 3 mm, droog ze af en bestrooi
ze met zout en peper.
Plaats de helft van de aardappelschijfjes in een ingevette ovenschaal. Strooi er geraspte
kaas over. Leg de overige aardappelschijfjes er bovenop en strooi de rest van de kaas ero-
verheen.
Pers het teentje knoflook en vermeng dit met de eieren, melk en tijm. Voeg een beetje
zout toe en giet het mengsel over de aardappelen.
Schaaf de boter in kleine stukjes en verdeel dit over het gerecht.
Instelling Roosterstand Tijdsinstelling
P 11 AARDAPPELGRATIN
2 30 min.
KIP 1200 G
Ingrediënten:
1 kip (1000 - 1200 g)
2 eetlepels olie
zout, peper, paprika, kerriepoeder
Voorbereiding:
Was de kip en dep hem droog met keukenpapier.
Meng de kruiden met de olie en bestrijk de kip daarmee gelijkmatig aan de binnen- en
buitenkant.
Leg daarna de kip met de borstzijde naar beneden in een vuurvaste schaal of in een gla-
zen schaal met inzetstuk met gaatjes (extra accessoire).
De kip halverwege de baktijd omdraaien.
Na het eerste geluidssignaal controleren of het vlees gaar is. Zo nodig verder laten bra-
den gedurende de resterende braadtijd tot het 2e geluidssignaal (ongeveer 10 min.).
Instelling Roosterstand Tijdsinstelling
P 12 KIP 1200 G
2 30 min.
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te bruinen.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Onderhoud en reiniging
39
Opmerkingen over schoonmaken:
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreiningen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agres-
sieve reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Dit kan de
anti-aanbaklaag beschadigen.
Verwijderen van de inschuifrails
U kunt de geleiders verwijderen om de zijwan-
den te reinigen.
Til de geleiders op en trek ze naar buiten.
Installeer de geleiders in omgekeerde volgorde.
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Er bestaat risico op elektrische schokken.
De ovenlamp en het afdekglas kunnen heet zijn.
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel het apparaat uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
LET OP!
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade
aan het afdekglas en de ovenruimte.
Het ovenlampje vervangen/afdekglaasje schoonmaken
Om schade aan het ovenlampje en de glazen afdekking te voorkomen, een doek op de
bodem van de oven leggen.
Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de
ovenlamp verbranden.
40
Onderhoud en reiniging
1. Verwijder de linkergeleiders.
2. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
3. Reinig het afdekglas.
4. Vervang de ovenlamp zo nodig met de
relevante tegen 300°C, G9 hittebesten-
dige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
5. Plaats het afdekglas terug.
6. Installeer de geleiders.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat wordt niet warm. Het apparaat is uitgeschakeld. Schakel het apparaat in.
Het apparaat wordt niet warm. De dagtijd is niet ingesteld. Stel de klok in. Zie 'De dagtijd
instellen'.
Het apparaat wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen juist zijn.
Het apparaat wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg "Automatisch uit-
schakelen".
Het apparaat wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet warm. De zekering is uitgeschakeld. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neem dan contact
op met een erkende installa-
teur.
Het ovenlampje brandt niet. Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
De magnetron werkt niet. De ovendeur is niet goed ge-
sloten.
Sluit de ovendeur.
De magnetron werkt niet. De deurafdichting en de opper-
vlakken rondom de afdichting
zijn vuil.
Maak de deurafdichting en de
oppervlakken rondom de af-
dichting schoon.
De magnetron werkt niet. Het sensorveld Start is niet ge-
bruikt.
Raak het sensorveld Start aan.
Problemen oplossen
41
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
"d" brandt in het display en de
oven wordt niet warm.
De ventilator werkt niet.
De testfunctie is ingeschakeld. Schakel het apparaat uit.
Houd
en tegelijkertijd
ingedrukt totdat er een sig-
naal te horen is en "d" van het
display verdwijnt.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De benodigde gegevens voor de service-afdeling staan op het typeplaatje. Het typepla-
tje bevindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen aan de DIN 68930 norm
42
Montage
1a
375
594
567
594
252
388
20
380-383
min.
550
min.
560
13
1b
375
min.
567
594
252
388
388
380-383
594
550
380
560
min.
20
13
Montage
43
375
13
375
380
380
380-383
375
388
388
388
567
594
252
594
20
min.
550
min. 560
1c
44
Montage
90
0
3
2x3,5x25
13
20
4
Montage
45
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit
product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel
waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het ver-
pakkingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
46
Milieubescherming
47
www.aeg-electrolux.com/shop 892937524-A-312010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Aeg-Electrolux KM7100000M Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor