Zanussi ZVEXM8K1 Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZVEXM8K1
NL Gebruiksaanwijzing
Combimagnetron
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-informa-
tie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor verwondingen of schade die voortvloeit uit de onjuiste
installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de instructies altijd op
een veilige, toegankelijke plek voor toekomstig gebruik.
DE VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
PERSONEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen. Kinderen jonger dan 8 jaar oud en
personen met zware en complexe beperkingen dienen altijd uit
de buurt van het apparaat te worden gehouden, tenzij ze
voortdurend onder toezicht staan.
Laat kinderen niet spelen met het apparaat.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
WAARSCHUWING: Houd kinderen en huisdieren uit de buurt
van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Makkelijk
toegankelijke onderdelen worden heet tijdens gebruik.
Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat en de
kabel vervangen.
2
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient te
voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Voordat u welke onderhoudshandeling dan ook verricht, dient u
de stekker van het apparaat uit het stopcontact te trekken.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
structuur installeert.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat niet in als het leeg is. Metalen delen in de
ovenruimte kunnen elektrische vonken veroorzaken.
Tijdens bereiding in de magnetron zijn geen metalen
voedselbakjes en drinkbekers toegestaan. Deze vereiste is niet
van toepassing als de fabrikant heeft aangegeven dat het
formaat en de vorm van het metalen voorwerp geschikt is voor
bereiding in de magnetron.
WAARSCHUWING: Als de deur, scharnieren/handgrepen of
deurafdichtingen zijn beschadigd, mag het apparaat niet
worden gebruikt tot hij is gerepareerd door een vakkundig
persoon.
WAARSCHUWING: Alleen een vakkundig persoon kan
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden uitvoeren waarvoor
de afdekking moet worden verwijderd die beschermd tegen
blootstelling aan magnetronenergie.
3
WAARSCHUWING: Verwarm geen vloeistoffen of andere
levensmiddelen in afgesloten houders. Deze kunnen dan
ontploffen.
Gebruik alleen hulpstukken die geschikt zijn voor gebruik in de
magnetron.
Let bij het opwarmen van voedsel in plastic of papieren houders
op het apparaat vanwege de mogelijkheid tot zelfontbranding.
Het apparaat is bedoeld voor het opwarmen van voedsel en
dranken. Het drogen van levensmiddelen of kleding en het
opwarmen van warmhoudpads, slippers, sponzen, vochtige
doekjes en dergelijke kan leiden tot letsel, zelfontbranding of
brand.
Als rook wordt waargenomen, zet dan het apparaat uit of trek
de stekker uit het stopcontact en houd de deur gesloten om
vlammen te doven.
Het in de magnetron opwarmen van dranken kan ertoe leiden
dat het langer duurt voordat het kookpunt wordt bereikt. Pas op
als u de houder uit de magnetron haalt.
De inhoud van melkflesjes en potjes babyvoeding moet worden
geroerd of geschud en de temperatuur moet voor consumptie
worden gecontroleerd om brandwonden te voorkomen.
Eieren in de schaal en hele hardgekookte eieren mogen niet in
het apparaat worden opgewarmd omdat ze dan kunnen
ontploffen, zelfs nadat de magnetronverwarming is beëindigd.
Het apparaat moet regelmatig worden gereinigd en
voedselresten dienen te worden verwijderd.
Het niet schoonhouden van het apparaat kan leiden tot
beschadigingen aan het oppervlak hetgeen weer een negatief
effect kan hebben op de levensduur van het apparaat wat weer
kan leiden tot een gevaarlijke situatie.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
4
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-eisen
voldoet.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Controleer voordat u het apparaat monteert of
de ovendeur onbelemmerd opent.
Het apparaat is uitgerust met een elektrisch
koelsysteem. Het heeft elektrische stroom
nodig.
De stevigheid van de inbouwkast moet voldoen
aan de DIN 68930-norm.
Minimumhoogte kast
(Minimumhoogte kast
onder werkblad)
444 (460) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voor-
kant van het apparaat
455 mm
Hoogte van de achter-
kant van het apparaat
440 mm
Breedte van de voor-
kant van het apparaat
595 mm
Breedte van de achter-
kant van het apparaat
559 mm
Diepte van het appa-
raat
567 mm
Ingebouwde diepte
van het apparaat
546 mm
Diepte met open deur 882 mm
Minimumgrootte venti-
latieopening. Opening
geplaatst aan de on-
derkant van de achter-
zijde
560x20 mm
Lengte netvoedingska-
bel. Kabel wordt in de
rechterhoek van de
achterzijde geplaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 3.5x25 mm
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen adapters met meerdere stekkers
en verlengkabels.
Zorg dat u de netstekker en het netsnoer niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat of de niche onder
het apparaat, met name niet als deze werkt of
als de deur heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Als het stopcontact los zit, mag u de stekker
niet in het stopcontact steken.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik enkel correcte isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en
netsnoer.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
5
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
De magnetronfunctie mag niet worden gebruikt
om de oven voor te verwarmen.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
leg geen aluminiumfolie op de bodem van
de ruimte in het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij staal is niet
van invloed op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met
gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan voor
dat de deur nooit gesloten is als het apparaat in
werking is. Warmte en vocht kunnen achter een
gesloten meubelpaneel ophopen en schade aan
het apparaat, de behuizing of de vloer
veroorzaken. Sluit het meubelpaneel niet tot het
apparaat compleet is afgekoeld na gebruik.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met een
erkend servicecentrum.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Zorg ervoor dat de ovenruimte en de deur na elk
gebruik worden afgeveegd. Stoom
geproduceerd tijdens de werking van het
apparaat condenseert op de wanden en kan
roest veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Vet en voedsel dat in het apparaat achterblijft,
kan brand en elektrische vonken veroorzaken
wanneer de magnetronfunctie werkt.
Maak het apparaat schoon met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
BINNENVERLICHTING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Met betrekking tot de lamp(en) in dit product en
reservelampen die afzonderlijk worden verkocht:
Deze lampen zijn bedoeld om bestand te zijn
tegen extreme fysieke omstandigheden in
huishoudelijke apparaten, zoals temperatuur,
trillingen, vochtigheid, of zijn bedoeld om
informatie te geven over de operationele status
van het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn niet
geschikt voor verlichting in huishoudelijke
ruimten.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
6
AFVALVERWERKING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1 2
8
4
3
1
2
3
6
4
5
7
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Verwarmingselement
4
Magnetrongenerator
5
Lamp
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
BEDIENINGSPANEEL
ELEKTRONISCHE TIJDSCHAKELKLOK
21 3 4 5 6 7 8 9 10 11
7
Gebruik de sensorvelden om het apparaat te bedienen.
Sensorveld Functie Omschrijving
1
-
DISPLAY Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN/UIT Het apparaat in- en uitschakelen.
3
OPTIES Een ovenfunctie of een automatisch programma instel-
len.
4
MAGNETRON De magnetronfunctie inschakelen. Druk als de functie
actief is op deze tiptoets om het magnetronvermogen
te wijzigen.
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de uitsparing of de temperatuur van
de kerntemperatuursensor instellen en controleren (in-
dien aanwezig). Als je deze gedurende drie seconden
ingedrukt houdt, wordt de functie Snel opwarmen in-
en uitgeschakeld.
6
OMLAAG Omlaag gaan in het menu.
7
OMHOOG Omhoog gaan in het menu.
8
OK / Magnetron snel
starten
Een selectie of instelling bevestigen. De magnetron-
functie inschakelen als het apparaat is uitgeschakeld.
Elke druk op deze tiptoets voegt 30 seconden toe aan
de duur.
9
OVENLAMP Het ovenlampje in- of uitschakelen.
10
KLOK De klokfuncties instellen.
11
KOOKWEKKER Om de kookwekker in te stellen.
DISPLAY
A B C
DEFG
A. Ovenfunctiesymbool
B. Temperatuur/tijd/magnetronvermogen
C. Weergave Klok/restwarmte/kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Lampje opwarmen / lampje Snel opwarmen
G. Nummer van een ovenfunctie/het programma
8
Andere indicaties op het display:
Symbool Naam Beschrijving
Automatisch programma U kunt een automatisch programma kiezen.
Magnetronfunctie De magnetronfunctie werkt.
/
kg / g Een automatisch programma met gewichtin-
voer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Watt U kunt het vermogen voor de magnetronfunc-
tie instellen.
Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt.
Temperatuur De actuele temperatuur wordt aangegeven.
Temperatuur U kunt deze temperatuur wijzigen.
Licht U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
VOORVERWARMINDICATIE
Als u de verwarmingsfunctie inschakelt, verschijnt
. De balkjes geven aan dat de temperatuur in de
oven toe- of afneemt.
Wanneer de oven de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, verdwijnen de balkjes van het display.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder all accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit de oven.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'.
Reinig de oven en accessoires voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails
terug in de beginstand.
TIJD INSTELLEN
Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet,
blijven alle symbolen op het display enkele
seconden branden. In de volgende seconden toont
het display de softwareversie.
Als de weergave van de softwareversie uit gaat,
verschijnt h en 12:00 op het scherm.
1. Raak of aan om het uur in te stellen.
2. Tik op .
3. Raak of aan om de minuten in te
stellen.
4. Raak of aan.
Het display Temperatuur/Tijd geeft de nieuwe tijd
weer.
TIJD VERANDEREN
Je kunt de dagtijd alleen wijzigen als het apparaat
aanstaat.
Meerdere malen aanraken totdat knippert op
het display.
Zie 'De tijd instellen' om een nieuwe dagtijd in te
stellen.
9
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
VERWARMINGSFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
Bakken op maximaal twee
rekstanden tegelijkertijd en
voedsel drogen.
Stel de temperatuur 20 °C
tot 40 °C lager in dan voor
Boven- /onderwarmte.
Pizza-functie
Voor het bakken van pizza.
Voor intensieve bruining en
een knapperige bodem.
Boven- /
onderwarmte
Voor het bakken en braden
op één rekstand.
Lage tempera-
tuur garen
Voor het bereiden van mals
en sappig braadvlees.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten
met een knapperige bodem
en het inmaken van voed-
sel.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De ont-
dooitijd hangt af van de
hoeveelheid en dikte van
het voedsel.
Warm houden
Om het voedsel warm te
houden.
Grill
Voor het roosteren van dun-
ne stukjes voedsel en voor
het maken van toast.
Bevroren ge-
rechten
Om kant-en-klaar-gerech-
ten (bijv. patat, aardappel-
partjes of loempia's) kro-
kant te maken.
Ovenfunctie Applicatie
Turbo grill
Voor het braden van grote-
re stukken vlees of gevo-
gelte met botten op één ni-
veau. Voor gratineren en
bruinen.
De lamp kan tijdens bepaalde
ovenfuncties automatisch uitgaan bij
een temperatuur die lager is dan 60°
C.
INSTELLEN: VERWARMINGSFUNCTIES
1. Schakel de oven in met .
Het display geeft de ingestelde temperatuur, het
symbool en het nummer van de verwarmingsfunctie
weer.
2. Druk op of om een verwarmingsfunctie
in te stellen.
3. Druk op . Anders start de oven na 5
seconden automatisch.
Als u de oven activeert en geen verwarmingsfunctie
of programma instelt, wordt de oven na 20
seconden automatisch uitgeschakeld.
INSTELLEN: TEMPERATUUR
Druk op of om de temperatuur in stappen
te wijzigen: 5 °C.
Als de oven een ingestelde temperatuur heeft
bereikt, klinkt er een signaal en verdwijnt de
opwarmaanduiding.
HOE TE CONTROLEREN: TEMPERATUUR
U kunt de huidige temperatuur in de oven
controleren als de functie of het programma in
werking is.
1. Druk op
.
Het display geeft de temperatuur in de oven aan.
2. Druk op of het display toont weer na 5
seconden automatisch de ingestelde
temperatuur.
INSTELLEN: SNEL OPWARMEN
Leg geen voedsel in de oven wanneer de functie
Snel opwarmen is ingeschakeld.
10
De functie Snel opwarmen is maar op een aantal
opwarmingsfuncties beschikbaar. Als de fouttoon in
het instellingenmenu ingeschakeld staat, klinkt het
signaal als de functie Snel opwarmen voor de
ingestelde functie beschikbaar is. Raadpleeg het
menu 'De instellingen gebruiken' in het hoofdstuk
'Overige functies'.
De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd.
Om de functie Snel opwarmen in te schakelen
drukt u op en houdt u deze langer dan 3
seconden vast.
Als de functie Snel opwarmen is ingeschakeld
toont het display knipperende balken.
MAGNETRONSTAND
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
MAGNETRONFUNCTIES
Functies Omschrijving
Magnetron Creëert de warmte direct in het eten. Gebruik de magnetron voor het verwar-
men van kant-en-klare maaltijden en drankjes, het ontdooien van vlees of fruit
en het bereiden van groenten en vis.
Combi Gebruik de Combi om de oven- en magnetronfunctie tegelijkertijd te gebrui-
ken. Om gerechten korter te bereiden en tegelijkertijd een bruin korstje te ge-
ven.
Snelle start Voor het inschakelen van de magnetronfunctie wanneer het apparaat uit
staat. Met een druk op het sensorveld wordt het maximale vermogen van
de magnetron gebruikt. Werkt: 30 seconden ingedrukt.
DE MAGNETRONFUNCTIE INSTELLEN
Schakel het apparaat uit om de normale
magnetronfunctie te gebruiken.
1. Tik op om de magnetronfunctie in te
schakelen.
Het display toont het symbool en het
standaardmagnetronvermogen.
2. Tik op of om het magnetronvermogen
te wijzigen. Het vermogen kan worden
gewijzigd in stappen van 100 W.
3. Tik op om de DUUR in te stellen. Zie "De
DUUR instellen". Bevestig met om de
magnetronfunctie te starten.
Als u de DUUR niet instelt en de
magnetronfunctie direct start met
dan is de duur 30 seconden.
Elke keer als u deze tiptoets
aanraakt, worden er 30 seconden
aan de duur toegevoegd.
Als u niet tikt op , schakelt het
apparaat na 20 seconden uit.
De maximum instelling van de DUUR
is 90 minuten.
U kunt het magnetronvermogen op elk
moment wijzigen (tik op en dan op
of ) en de DUUR (tik op )
als de magnetronfunctie in werking is.
4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
weerklinkt er gedurende 2 minuten een
geluidssignaal. De magnetronfunctie wordt
automatisch uitgeschakeld. Raak een
sensorveld aan om het geluidssignaal uit te
schakelen.
Tik op om het apparaat uit te schakelen.
11
Als u op tikt of de deur opent,
stopt de functie. Tik om deze weer te
starten op .
De maximale tijd van de magnetronfuncties is
afhankelijk van het door u ingestelde
magnetronvermogen:
MAGNETRONVERMO-
GEN
MAXIMUMTIJD
100 - 600 W -
Meer dan 600 W 7 minuten
DE COMBIFUNCTIE INSTELLEN
1. Activeer een ovenfunctie. Zie "Ovenfunctie
instellen".
2. Raak aan en volg dezelfde stappen als bij
het instellen van de magnetronfunctie.
De combifunctie is niet beschikbaar met de functie
EINDE, SET + GO.
Als u de functie EINDE instelt voor
de normale ovenfunctie, dan wijzigt het
naar de DUUR in de Combifunctie.
Als u de functie DUUR instelt voor
de normale ovenfunctie, dan blijft die
actief voor de Combifunctie. Als de
ingestelde DUUR langer is dan 90
minuten, dan is het niet mogelijk om de
combifunctie te activeren.
Wanneer u de magnetronfunctie in de Combi-
modus gebruikt, mag het magnetronvermogen niet
meer dan 600 W bedragen.
DE SNELSTARTFUNCTIE INSTELLEN
1. Raak aan om het apparaat uit te schakelen.
2. Raak aan om de snelle start-functie in te
schakelen.
Elke keer als u aanraakt, worden er 30
seconden aan de bereidingsduur toegevoegd.
U kunt het magnetronvermogen
wijzigen (raadpleeg “Magnetronfunctie
instellen”).
3. Raak aan om de tijd voor de duurfunctie in
te stellen. Zie "De DUUR instellen".
KLOKFUNCTIES
TABEL KLOKFUNCTIES
Klokfunctie Applicatie
TIMER MET OPTEL-
FUNCTIE
Het tellen instellen dat aantoont hoe lang het apparaat in werk-
ing is. Deze functie heeft geen invloed op de werking van het
apparaat.
DAGTIJD De tijd instellen. Zie 'De dagtijd instellen' om de tijd te wijzigen.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
12
Klokfunctie Applicatie
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Berei-
dingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt (uitstel)
als het apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en
uitgeschakeld.
SET+GO Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanraking van
het sensorveld met de benodigde instellingen gestart.
TIMER MET OPTELFUNCTIE
De timer met optelfunctie is niet
geactiveerd als Duur of Einde zijn
ingesteld.
De timer met optelfunctie begint met tellen als het
apparaat met opwarmen start.
1. Raak om de timer met optelfunctie te resetten
aan.
2. Raak aan totdat op het display "00:00"
staat en de timer met optelfunctie weer
opnieuw begint te tellen.
DE DUUR INSTELLEN
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie
en de temperatuur in.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat het display
weergeeft.
knippert op het display.
3. Raak of aan om de minuten van de
DUUR in te stellen.
4. Raak
aan om te bevestigen.
5. Gebruik of om de uren van de DUUR
in te stellen.
Als u tijdens het instellen van de
DUUR of aanraakt,
schakelt het apparaat over naar de
instelling van de functie EINDE.
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende twee minuten een geluidssignaal.
en tijdinstelling knippert in het display. Het
apparaat wordt uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan, of open de ovendeur om
het geluidssignaal te stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
HET EINDE INSTELLEN
1. Activeer het apparaat en stel een ovenfunctie
en de temperatuur in.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat het display
weergeeft.
knippert op het display.
3. Gebruik of om het EINDE in te stellen
en of om te bevestigen. U stelt eerst de
minuten en dan de uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt, klinkt er
gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Symbool en de tijdinstelling knipperen in het
display. Het apparaat wordt uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan, of open de ovendeur om
het geluidssignaal te stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
INSTELLEN: SET + GO
U kunt de Set + Go-functie alleen gebruiken als de
Duur is ingesteld.
1. Stel een verwarmingsfunctie en temperatuur in.
2. Stel de Duur in.
3. Druk herhaaldelijk op tot op het display
knippert.
4.
Druk op om de Set + Go-functie in te
stellen.
Het display geeft en weer met een indicator.
Deze indicatie wordt weergegeven wanneer de
klokfunctie wordt geactiveerd.
5. Tik op een tiptoets (behalve AAN / UIT) om de
Set + Go-functie te starten.
DE KOOKWEKKER INSTELLEN
Gebruik de KOOKWEKKER om een aftelling in te
stellen. Deze functie heeft geen invloed op de
werking van de oven. U kunt de KOOKWEKKER
op elk gewenst moment instellen, ook als het
apparaat uit staat.
1. Tik op .
13
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik of om de KOOKWEKKER in
te stellen. U moet eerst seconden en dan
minuten en uren instellen.
3. Tik op . Anders start de KOOKWEKKER na
vijf seconden automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt, weerklinkt er
gedurende twee minuten een geluidssignaal en
knipperen "00:00" en in het display.
4. Raak een tiptoets aan, of open de ovendeur om
het geluidssignaal te stoppen.
DE TIJDVERTRAGINGSFUNCTIE INSTELLEN
DUUR en EINDE kunnen tegelijkertijd
worden gebruikt, wanneer het apparaat op een later
tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. In
dit geval wordt de DUUR
eerst ingesteld, en
dan EINDE (zie "De DUUR instellen" en "Het
EINDE instellen").
Wanneer de tijdvertragingsfunctie
wordt ingeschakeld, geeft het display
het statische symbool van de
ovenfunctie weer, met een punt en
. De punt geeft aan welke
klokfunctie zich op het display voor de
klok-/restwarmte bevindt.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Er zijn 9 automatische recepten. Gebruik een
automatisch programma of een recept als u geen
kennis over of ervaring in het bereiden van een
gerecht hebt. Het display toont de rekstand en de
standaardkooktijden voor alle automatische
programma's.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
Programmanummer Programmanaam
1 VLEES
2 INGEVROREN GROENTEN
3 HELE KIP
4 MUFFINS
5 PIZZA
6 AARDAPPELGRATIN
7 SUIKERTAART
8 WITBROOD
9 GEBRADEN VLEES
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display toont en het nummer van het
automatische programma.
3. Raak
of aan om het automatische
programma te kiezen.
4. Raak aan of wacht vijf seconden tot het
apparaat na vijf seconden automatisch begint.
14
Als u een automatisch programma
kiest met magnetronstand, dan
start het apparaat niet automatisch
als u de deur niet sluit. Bevestig
nadat u de deur heeft gesloten de
selectie met .
5. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende twee minuten een geluidssignaal.
Het symbool knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
6. Raak een tiptoets aan, of open de deur om het
geluidssignaal te stoppen.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S MET
GEWICHTINVOER
Als u het gewicht van het vlees instelt, berekent het
apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op
.
3. Raak of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: kooktijd, duursymbool,
, een standaard gewicht, een maateenheid (kg,
gr).
4. Raak aan. Anders worden de instellingen
na vijf seconden automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen met
of . Tik op .
6. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er
gedurende twee minuten een geluidssignaal.
knippert.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan, of open de deur om het
geluidssignaal te stoppen.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ACCESSOIRES PLAATSEN
Gebruik uitsluitend geschikt kookgerei en materiaal.
Raadpleeg hoofdstuk 'Hints en tips', kookgerei en
materiaal geschikt voor de magnetron.
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de
veiligheid. Deze inkepingen voorkomen bovendien
omkanteling. De hoge rand rond het rooster
voorkomt dat het kookgerei van het rooster afglijdt.
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen
van de inschuifrailen zorg ervoor dat de
pootjes omlaag wijzen.
15
Bakplaat:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen
van de inschuifrail.
Bakrooster, Bakplaat:
Plaats de plaat tussen de geleiders van de
inschuifrails en het bakrooster op de gelei-
ders erboven.
EXTRA FUNCTIES
HET KINDERSLOT GEBRUIKEN
Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per
ongeluk in werking wordt gesteld.
1. Schakel het apparaat uit met om de functie
te activeren. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
SAFE verschijnt op het display.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen.
GEBRUIK VAN DE
FUNCTIEVERGRENDELING
U kunt de functie alleen inschakelen als de oven in
werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een ovenfunctie per
ongeluk wordt ingeschakeld.
1. Zet de oven aan om de functie in te schakelen.
2. Schakel een ovenfunctie of -instelling in.
3. Houd en gedurende ten minste 2
seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een signaal.
Er verschijnt 'vergrendelt' op het display.
Herhaal stap 3 om de functievergrendeling uit te
schakelen.
U kunt de oven uitschakelen als de
functievergrendeling aan is. Als u de
oven uitzet, schakelt de
functievergrendeling uit.
GEBRUIK VAN HET INSTELMENU
Het instellingenmenu laat u toe om functies in het
hoofdmenu te activeren en deactiveren. Het display
toont SET en het nummer van de instelling.
Beschrijving In te stellen waarde
1 SET+GO AAN / UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN / UIT
3
TOETSVOLUME
1) KLIKKEN / PIEPEN / UIT
4 FOUTTOON AAN / UIT
16
Beschrijving In te stellen waarde
5 HELDERHEID LAAG / MEDIUM / HOOG
6 SERVICEMENU -
7 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1) Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Druk op en houd 3 seconden ingedrukt.
Het display geeft SET1 weer en "1" knippert.
2. Druk op of om de instelling te doen.
3. Druk op .
4. Druk op of om de waarde van de
instelling te wijzigen
5. Druk op .
Druk om het Instelmenu te verlaten op of houd
ingedrukt.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om veiligheidsredenen schakelt de oven na
bepaalde tijd uit als er een ovenfunctie in werking is
en u geen instellingen wijzigt.
(°C) (u)
30 - 115 12,5
120 - 195 8,5
200 - 230 5,5
De automatische uitschakeling werkt niet met de
functies: Binnenverlichting, Duur, Vertragingstijd,
Eindtijd, Lage temperatuur garen.
HELDERHEID VAN HET DISPLAY
Er zijn twee standen voor de helderheid van het
display:
Helderheid 's nachts - wanneer het apparaat uit
staat, is de helderheid van het display tussen
22:00 en 06:00 lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts een
tiptoets aanraakt (behalve AAN/UIT), keert
het display gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld. Wanneer de
kookwekker eindigt, keert het display terug
naar helderheid voor 's nachts.
KOELVENTILATOR
Als de oven in werking is, wordt de koelventilator
automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van
de oven koel te houden. Als u de oven uitschakelt,
kan de koelventilator blijven werken totdat de oven
is afgekoeld.
AANWIJZINGEN EN TIPS
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
17
KOOKADVIEZEN
De temperatuur en kooktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van
de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Uw oven kan anders bakken of roosteren dan de oven die u tot nu toe gebruikt heeft. De onderstaande
tabellen tonen aanbevolen instellingen voor temperatuur, kooktijd en rekstand voor specifieke soorten
voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling niet kunt vinden, zoek dan naar een soortgelijk recept.
MAGNETRONAANBEVELINGEN
Laten we koken!
Plaats het voedsel op een plaat die zich onderin de magnetronruimte bevindt.
Draai het voedsel halverwege de ontdooi- en bereidingstijd om of roer het door.
Roer vloeibare gerechten zo nu en dan door.
Roer het voedsel voor het opdienen door.
Dek het voedsel voor bereiding en opwarming af.
Ga met de lepel eerst door de fles of het glas bij het verwarmen van dranken om een betere warmte-
verdeling te garanderen.
Plaats het voedsel in de oven zonder verpakkingsmateriaal. De verpakte kant-en-klaar-maaltijden kun-
nen alleen in de oven worden geplaatst als de verpakking magnetronbestendig is (raadpleeg de infor-
matie op de verpakking).
Bereiding met magnetron
Ontdooien in de magnetron
Bereid voedsel afgedekt. Als u een korst wilt, be-
reid dan het voedsel zonder het deksel.
Bak de gerechten niet te gaar door het vermo-
gen en de tijd te hoog in te stellen. Het voedsel
kan uitdrogen, verbranden of brand veroorzaken.
Gebruik de oven niet om eieren of slakken in hun
schelpen te koken, omdat ze kunnen barsten.
Prik het eigeel van gebakken eieren in voordat ze
worden opgewarmd.
Prik voedsel met huid of schil diverse malen in
voordat u het bereidt.
Snij groenten in stukjes van gelijke grootte.
Nadat u de oven uitschakelt, neemt u het voedsel
uit en laat u het een aantal minuten staan.
Plaats het bevroren, uitgepakte voedsel op een
klein omgekeerd bord met een bakje eronder of
op een ontdooirek of plastic zeef, zodat de dooi-
vloeistof kan weglopen.
Verwijder telkens de stukken die zijn ontdooid.
Om groenten en fruit te koken zonder ze eerst te
ontdooien, kunt u een hoger magnetronvermo-
gen gebruiken.
VOOR DE MAGNETRON GESCHIKT
KOOKGEREI EN MATERIALEN
Gebruik in de magnetron alleen kookgerei en
materiaal dat hiervoor bestemd is. Gebruik
onderstaande tabel als referentie.
Controleer de specificaties van het kookgerei/
materiaal voor gebruik.
18
Kookgerei/materiaal
Magnetronfunctie
Combimagnetronfunctie
Bezig met
ontdooien
Verwarmen,
Koken
Ovenbestendig glas en porselein zonder
metalen onderdelen, bijv. hittebestendig
glas
Niet-ovenbestendig glas en porselein on-
der zilveren, gouden, platina of metalen
laag/versieringen
X X
Glas en glaskeramiek van ovenbestendig/
diepvriesbestendig materiaal
Keramiek en aardewerk zonder kwartz of
metalen onderdelen en metaalhoudend
glazuur
X
Keramiek, porselein en aardewerk met
ongeglazuurde onderkant of met kleine
gaatjes, bijv. op handvaten
X X X
Tot 200 °C hittebestendige kunststof X
Karton, papier X X
Huishoudfolie X X
Ovenfolie met magnetronveilige sluiting X
Ovenschotels gemaakt van metaal, d.w.z.
emaille, gietijzer
X X
Bakblikken, zwarte lak of met siliconen
coating
X X
Bakplaat X X X
Bakrooster X X
Kookgerei voor magnetrongebruik, bijv.
pan voor knapperige gerechten
X X
BAKKEN
Gebruik voor de eerste baksessie de lagere
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan
de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake
niet overal even bruin. Als de cake niet overal even
bruin wordt, hoeft u de temperatuurinstelling niet te
wijzigen. De verschillen verminderen tijdens het
bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld
zijn, verdwijnt de vervorming.
19
BAKTIPS
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is niet voldoende ge-
bakken.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rek-
stand.
De cake zakt in en wordt
klef, of streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets lager in.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur hoger in.
Te lange baktijd. Stel volgende keer een kortere bak-
tijd in.
De cake wordt ongelijk-
matig gebakken.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
Stel volgende keer een langere bak-
tijd en een lagere oventemperatuur
in.
Het cakebeslag is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verspreid de volgende keer het ca-
kebeslag gelijkmatig over de bak-
plaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de in het recept
aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te laag. Stel de volgende keer de oventem-
peratuur iets hoger in.
BAKKEN OP ÉÉN OVENNIVEAU
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
BAKKEN IN BAKVORMEN
(°C) (min)
Taartbodem - zandtaartdeeg, verwarm de oven voor 170 - 180 10 - 25
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25
Biscuitgebak 140 - 150 35 - 50
Tulband / Brioche 150 - 160 50 - 70
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 160 70 - 90
Zandgebak / Fruitgebak 140 - 160 70 - 90
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
20
BAKKEN IN BAKVOR-
MEN (°C) (min)
Biscuitgebak 160 35 - 50 2
Kwarktaart, gebruik een diepe pan 160 - 170 60 - 90 1
Appeltaart, 2 blikken Ø20 cm 180 70 - 90 1
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Hetelucht.
Gebruik de bakplaat, tenzij anders aangegeven.
CAKE/GEBAK
(°C) (min)
Kruimeltaart, droog 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht cakedeeg), ge-
bruik een diepe pan
150 - 160 35 - 55
Vruchtencake van zanddeeg 160 - 170 40 - 80
Verwarm de lege oven voor, tenzij anders aangegeven.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
Gebruik de bakplaat.
CAKE/GEBAK/BROOD
(°C) (min)
Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 180 - 200 10 - 20 2
Roggebrood eerst: 230 eerst: 20 2
dan: 160 - 180 dan: 30 - 60
Beboterde amandeltaart / Suikerkoek 190 - 210 20 - 30 2
Roomsoezen / Eclairs, voorverwarming is niet nodig 190 - 210 20 - 35 2
Plaatbrood / Broodkrans, voorverwarming is niet no-
dig
170 - 190 30 - 40 2
Vruchtentaart (gemaakt van gistdeeg/zacht cake-
deeg)
170 35 - 55 1
Plaatkoek met delicate garnering (bijvoorbeeld
kwark, room, puddingvulling)
160 - 180 40 - 80 2
Christstollen 160 - 180 50 - 70 2
21
Gebruik de functie: Hetelucht.
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 1
Koekjes gemaakt van sponsdeeg 150 - 160 15 - 20 1
Koekjes van bladerdeeg, verwarm de oven voor 170 - 180 20 - 30 1
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaaien/taar-
ten
140 20 - 35 1
Cakejes, verwarm de oven voor 160 20 - 35 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 1
Makarons 100 - 120 30 - 50 1
Eiwitgebak/schuimgebak / Schuimgebakjes 80 - 100 120 - 150 1
Verwarm de lege oven voor.
Gebruik de tweede rekstand.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
KOEKJES EN BISCUITS
(°C) (min)
Broodjes 190 - 210 10 - 25
Zandtaartdeeg / Deegreepjes voor op vlaaien/taarten 160 20 - 30
Cakejes 170 20 - 35
OVENSCHOTELS EN GEGRATINEERDE GERECHTEN
Gebruik de eerste rekstand.
(°C) (min)
Stokbroden bedekt met
gesmolten kaas
Hetelucht 160 - 170 15 - 30
Groentegratin, verwarm
de oven voor
Turbo grill 160 - 170 15 - 30
Lasagne Boven- /onderwarmte 180 - 200 25 - 40
Visschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 30 - 60
22
(°C) (min)
Gevulde groente Hetelucht 160 - 170 30 - 60
Zoete ovenschotels Boven- /onderwarmte 180 - 200 40 - 60
Pasta gebakken Boven- /onderwarmte 180 - 200 45 - 60
TIPS VOOR BRADEN
Gebruik hittebestendig kookgerei.
Geroosterd mager vlees bedekt (u kunt
aluminiumfolie gebruiken).
Braad grote vleesstukken direct in de diepe
bakplaat of op een bakrooster boven de bakplaat.
Doe wat water in de bakplaat om te voorkomen dat
druipend vet verbrandt.
Draai het braadstuk na 1/2 - 2/3 van de gaartijd.
Rooster vlees en vis in grote stukken (1 kg of
meer).
Bedruip vleesstukken meerdere malen met hun
eigen sap tijdens het roosteren.
BRADEN
Gebruik de eerste rekstand.
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
RUND-
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Stoofvlees 1 - 1,5 200 230 60 - 80
Gebruik de functie: Turbo grill.
VARKENS-
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Schouder /
Nek / Hamlap
1 - 1,5 200 160 - 180 50 - 70
Gehaktbrood 0,75 - 1 200 160 - 170 35 - 50
Varkensschen-
kel, voorge-
kookt
0,75 - 1 200 150 - 170 60 - 75
Gebruik de functie: Turbo grill.
23
KALFS-
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Geroosterd
kalfsvlees
1 200 160 - 180 50 - 70
Kalfsschenkel 1,5 - 2 200 160 - 180 75 - 100
Gebruik de functie: Turbo grill.
LAMS-
VLEES
(kg)
(W) (°C) (min)
Lamsbout /
Geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 200 150 - 170 50 - 70
Gebruik de functie: Turbo grill.
GEVOGEL-
TE
(kg)
(W) (°C) (min)
Gevogelte, por-
ties
0,2 - 0,25 elk 200 200 - 220 20 - 35
Halve kip 0,4 - 0,5 elk 200 190 - 210 25 - 40
Kip, haantje 1 - 1,5 200 190 - 210 60 - 80
Eend 1,5 - 2 200 180 - 200 80 - 110
Gebruik de functie: Boven- /onderwarmte.
VIS
(kg)
(W) (°C) (min)
Hele vis 1 - 1,5 200 210 - 220 30 - 45
Gebruik de functie: Hetelucht.
24
GERECHTEN
(kg)
(W) (°C) (min)
Zoet gerecht 200 160 - 180 20 - 35 1
Gekruide gerech-
ten met gekookte
ingrediënten (nood-
les, groente)
400 - 600 160 - 180 20 - 45 1
Gekruide gerech-
ten met rauwe in-
grediënten (aardap-
pelen, groente)
400 - 600 160 - 180 30 - 45 2
KNAPPERIG BAKKEN MET: PIZZA-FUNCTIE
Warm de lege oven voor het koken voor.
Gebruik de derde rekstand.
PIZZA
(°C) (min)
Pizza, dunne
korst
200 - 230 15 - 20
Pizza, dikke
korst, gebruik
een diepe pan
180 - 200 20 - 30
Taarten 180 - 200 40 - 55
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorrai-
ne / Zwitserse
flan
170 - 190 45 - 55
PIZZA
(°C) (min)
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90
Appeltaart, be-
dekt
150 - 170 50 - 60
Groentetaart 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
230 10 - 20
Bladerdeeg-
taart
160 - 180 45 - 55
Flammkuchen 230 12 - 20
Pierogi 180 - 200 15 - 25
GRILL
Alleen dunne stukken vlees of vis grillen.
Warm de lege oven voor het koken voor.
Gebruik de eerste rekstand.
Plaats een braadpan op de eerste rekstand om vet op te vangen.
Gebruik de functie: Grill.
25
GRILLEN
(°C)
(min) (min)
1e kant 2e kant
Rosbief, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30
Varkenshaas 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsvlees 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrugfilet 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 0,5 kg - 1 kg 210 - 230 15 - 30 15 - 30
BROOD BAKKEN
Voorverwarmen wordt niet aanbevolen.
Gebruik de tweede rekstand.
BROOD
(°C) (min)
Witbrood 180 -
200
40 -
60
Stokbrood 200 -
220
35 -
45
Brioche 160 -
180
40 -
60
Ciabatta 200 -
220
35 -
45
Roggebrood 180 -
200
50 - 70
Volkoren brood 180 -
200
50 - 70
BROOD
(°C) (min)
Volkorenbrood 170 -
190
60 -
90
LAGE TEMPERATUUR GAREN
Met deze functie bereidt u vlees en vis op magere
wijze mals. De functie is niet van toepassing op
gevogelte, vet varkensgebraad, gebraad.
1. Bak het vlees 1 - 2 minuten aan beide zijden
aan in een pan op een hoog vuur.
2. Plaats het vlees in de braadslede of direct op
het bakrooster. Zet een plaat onder het rooster
om vet op te vangen.
Kook altijd zonder deksel terwijl u deze functie
gebruikt.
3. Selecteer de functie: Lage temperatuur garen.
U kunt gedurende de eerste 10 minuten de
temperatuur instellen op een temperatuur
tussen de 80 °C en 150 °C. De standaard is
90 °C.
4. Na 10 minuten verlaagt de oven automatisch de
temperatuur tot 80 °C.
26
Gebruik de eerste rek-
stand.
(kg)
(°C) (min)
Rosbief 1 - 1,5 150 120 - 150
Runderfilet 1 - 1,5 150 90 - 110
Geroosterd kalfsvlees 1 - 1,5 150 120 - 150
Steak 0,2 - 0,3 120 20 - 40
BEVROREN GERECHTEN
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel
op een bord.
Bedek het voedsel niet.
Gebruik de derde rekstand tenzij anders
aangegeven.
Gebruik de functie: Hetelucht.
ONTDOOIEN
(°C) (min)
Pizza, bevroren 200 -
220
15 - 25
American pizza, be-
vroren
190 -
210
20 - 25
Pizza, gekoeld 210 -
230
13 - 25
Pizzasnacks, bevro-
ren
180 -
200
15 - 30
Frietjes, dun, tussen
het bakken door 2 tot
3 keer omdraaien
210 -
230
20 - 30
Frietjes, dik, tussen
het bakken door 2 tot
3 keer omdraaien
210 -
230
25 - 35
Aardappelschijfjes /
Kroketjes, tussen het
bakken door 2 tot 3
keer omdraaien
210 -
230
20 - 35
ONTDOOIEN
(°C) (min)
Rösties 210 -
230
20 - 30
Lasagne / Cannello-
ni, vers, gebruik de
tweede rekstand
170 -
190
35 - 45
Lasagne / Cannello-
ni, bevroren, gebruik
de tweede rekstand
160 -
180
40 - 60
Vleugels van kippen 190 -
210
20 - 30
ONTDOOIEN
Haal het gerecht uit de verpakking en plaats het op
een bord.
Dek het voedsel niet af, want dat kan de ontdooitijd
verlengen.
Plaats voor grote porties voedsel een omgedraaid
bord op de bodem van de ovenruimte. Leg het
voedsel op een diepe schaal en zet deze bovenop
het bord in de oven. Verwijder indien nodig de
bakplaatsteunen.
Gebruik het eerste ovenniveau.
27
(kg)
(min)
Ontdooitijd
(min)
Verdere ontdooitijd
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be-
reidingstijd om-
draaien.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de be-
reidingstijd om-
draaien.
Forel 0,15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 0,3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0,25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht
bevroren slagroom.
Taart 1,4 60 60 -
INMAKEN
Gebruik de functie Onderwarmte.
Gebruik alleen weckpotten van dezelfde
afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een draai- of
bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik de eerste rekstand.
Zet niet meer dan zes weckflessen van 1 liter op
het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en sluit ze af met
een klem.
De potten mogen elkaar niet aanraken.
Doe ongeveer 1/2 liter water in de bakplaat om
voldoende vocht in de oven te geven.
Als de vloeistof in de weckpotten begint te borrelen
(na ca. 35 - 60 minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de temperatuur tot 100 °C
(raadpleeg de tabel).
Stel de temperatuur in op 160 - 170 °C.
ZACHTE VRUCH-
TEN
(min)
Kooktijd tot het sud-
deren begint
Aardbeien / Bosbes-
sen / Frambozen / rij-
pe kruisbessen
35 - 45
STEEN-
VRUCHTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudderen
begint
(min)
Door blijven
koken op
100 °C
Perziken /
Kweeperen /
Pruimen
35 - 45 10 - 15
28
GROENTEN
(min)
Kooktijd tot
het sudderen
begint
(min)
Door blijven
koken op
100 °C
Wortelen 50 - 60 5 - 10
Komkommers 50 - 60 -
Gemengde
augurken
50 - 60 5 - 10
Koolrabi /
Erwten / As-
perge
50 - 60 15 - 20
DEHYDRATEREN
Gebruik de derde rekstand.
(°C) (u)
Bonen 60 - 70 6 - 8
(°C) (u)
Paprika’s 60 - 70 5 - 6
Soepgroen-
ten
60 - 70 5 - 6
Champig-
nons
50 - 60 6 - 8
Kruiden 40 - 50 2 - 3
Pruimen 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 8 - 10
Schijfjes ap-
pel
60 - 70 6 - 8
Peren 60 - 70 6 - 9
BEREIDING MET MAGNETRON
Tips voor de magnetron
Bereidings-/ontdooiresultaten Mogelijke oorzaak Oplossing
Het eten is te droog. Het vermogen was te hoog.
De kooktijd was te lang.
Zet lager vermogen of/en kor-
tere kooktijd.
Het eten is nog steeds niet ont-
dooid, heet of gekookt nadat de
bereidingstijd is verstreken.
De kooktijd was te kort. Stel langere kooktijd in. Het
magnetronvermogen niet ver-
hogen.
Het eten is oververhit aan de
randen, maar nog niet voldoende
gekookt in het midden.
Het magnetronvermogen was
te hoog.
Zet lager vermogen en een lan-
gere kooktijd.
ONTDOOIEN
Plaats de voedselcontainer op de bodem van de ruimte.
29
VLEES/VIS
Stel het vermogen in op 100 W, tenzij an-
ders aangegeven.
(kg)
(min) Rusttijd (min)
Steak 0,2 5 - 7 5 - 10
Gehakt, ingesteld op 200 W 0,5 7 - 8 5 - 10
Kip 1 30 - 35 10 - 20
Kippenborst 0,15 5 - 9 10 - 15
Dijen van kippen 0,15 5 - 9 10 - 15
Hele vis 0,5 10 - 15 5 - 10
Visfilet 0,5 12 - 15 5 - 10
ZUIVELPRODUCTEN
Zet het vermogen op 100 W.
(kg)
(min) Rusttijd (min)
Boter 0,25 4 - 6 5 - 10
Geraspte kaas 0,2 2 - 4 10 - 15
CAKE EN BROOD
Stel het vermogen in op 200 W, tenzij an-
ders aangegeven.
(min) Rusttijd (min)
Plaatkoek 1 stuk 2 - 3 15 - 20
Kwarktaart, ingesteld op 100 W 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Droge cake 1 stuk 2 - 4 15 - 20
Brood 1 kg 15 - 18 5 - 10
Gesneden brood 0,2 kg 3 - 5 5 - 10
Broodjes 4 stuks 2 - 4 2 - 5
FRUIT
(kg)
(W) (min) Rusttijd (min)
Fruit 0,25 100 5 - 10 10 - 15
30
OPNIEUW VERWARMEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Babyvoeding in potjes 0,2 kg 300 1 - 2 -
Babymelk, plaats een lepel in de fles 180 ml 600 0:20 -
0:40
-
Melk 200 ml 1000 1 - 1:30 -
Water 200 ml 1000 1:30 - 2 -
Saus 200 ml 600 1 - 3 -
Soep 300 ml 600 3 - 5 -
Ingevroren kant-en-klaar-maaltijden 0,5 kg 400 10 - 15 2 - 5
Kant-en-klaargerecht 0,5 kg 600 6 - 9 2 - 5
SMELTEN
(kg)
(W) (min) Rusttijd (min)
Chocolade / Chocoladeglazuur 0,15 300 2 - 4 1 - 2
Boter 0,1 400 00:30 -
01:30
-
KOKEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Hele vis 0,5 kg 500 8 - 10 2 - 5
Visfilet 0,5 kg 400 4 - 7 2 - 5
Verse groenten 0,5 kg + 50 ml
water
600 5 - 15 -
Groenten, ingevroren 0,5 kg + 50 ml
water
600 10 - 20 -
Gepofte aardappelen 0,5 kg 600 7 - 10 -
Rijst 0,2 kg + 400 ml
water
600 15 - 18 -
31
KOKEN
(W) (min) Rusttijd (min)
Popcorn - 1000 1:30 - 3 -
Combimagnetronfunctie
Combineer de functies: Turbo grill en Magnetron.
(kg)
(W) (°C) (min)
Rusttijd
(min)
Halve kip, gebruik
de tweede rek-
stand
0,55
x 2
stuks
Ronde glazen
schotel, Ø 26
cm
300 220 40 5
Gegratineerde
aardappelen, ge-
bruik de tweede
rekstand
1 Ronde glazen
schotel
300 200 40 10
Gebraden var-
kensnek, gebruik
de eerste rek-
stand
1 Glazen schotel
met zeef
300 200 70 10
AANBEVOLEN VERMOGENSINSTELLINGEN VOOR VERSCHILLENDE SOORTEN VOEDSEL
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
700 - 1000 W
Koken van groenten
Dichtschroeien aan het begin
van het kookproces
Verwarmen van vloeistof
32
500 - 600 W
Eiergerechten koken
Stoofpot sudderen
Een maaltijd op een
bord verwarmen
Ontdooien en verwar-
men van bevroren
maaltijden
300 - 400 W
Smelten van
kaas, chocolade,
boter
Rijst laten sud-
deren
Babyvoeding
verwarmen
Koken/verwarmen
van delicaat voed-
sel
Doorgaan met
koken
100 - 200 W
Ontdooien van brood
Ontdooien van fruit en
gebak
Kaas, room en boter
ontdooien
Ontdooien van vlees,
vis
INFORMATIE VOOR TESTINSTITUTEN
Testen volgens IEC 60705.
Gebruik het bakrooster, tenzij anders aangegeven.
MAGNETRONFUNC-
TIE
(W)
(kg)
(min)
Biscuitgebak 600 0.475 Bottom 7-9 Draai halverwege de
bereidingstijd de
container 1/4 om.
Gehaktbrood 400 0.9 2 25-32 Draai halverwege de
bereidingstijd de
container 1/4 om.
Eiervla 500 1 Bottom 18 -
Ontdooien van
vlees
200 0.5 Bottom 7-8 Draai het vlees hal-
verwege de berei-
dingstijd om.
33
Maak gebruik van het bakrooster.
COMBI-
MAGNE-
TRON-
FUNCTIE
(W) (°C) (min)
Ca-
ke0,7 kg
Hetelucht +
magnetron
100 180 2 29 - 31 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Aardap-
pelgra-
tin1,1 kg
Turbo grill +
MW
400 180 1 40 - 45 Draai halverwege
de bereidingstijd
de container 1/4
om.
Kip1,1 kg Turbo grill +
MW
200 200 1 45 - 55 Doe het vlees in
een ronde glazen
kom en draai het
na 20 minuten be-
reidingstijd om.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Reinigings-
middelen
Maak de voorkant van de oven schoon met een zachte doek, warm water en een
mild reinigingsmiddel.
Gebruik een reinigingsoplossing om metalen oppervlakken te reinigen.
Reinig vlekken met een mild reinigingsmiddel.
Dagelijks ge-
bruik
Reinig de uitsparing telkens na gebruik. Vetophoping of andere resten kunnen
brand veroorzaken.
Reinig voorzichtig de bovenkant van de oven om resten en vet te verwijderen.
Bewaar het voedsel niet langer dan 20 minuten in de oven. Droog de uitsparing na
elk gebruik met een zachte doek.
Accessoires
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek
met warm water en een mild reinigingsmiddel. De accessoires niet in de afwasma-
chine reinigen.
Reinig de antiaanbakaccessoires niet met agressieve reinigingsmiddelen of scher-
pe voorwerpen.
34
HOE TE VERWIJDEREN: INSCHUIFRAILS/
Verwijder de inschuifrails om de oven te reinigen.
Stap 1 Schakel de oven uit en wacht tot deze afgekoeld is.
Stap 2 Trek de inschuifrails voorzichtig
naar boven toe uit de voorste
ophanging.
2
3
1
Stap 3 Trek de inschuifrail bij de voor-
kant uit de zijwand.
Stap 4 Trek de inschuifrails uit de ach-
terste ophanging.
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
HET LAMPJE VERVANGEN
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken.
Het lampje kan heet zijn.
1. Schakel de oven uit. Wacht tot de oven
afgekoeld is.
2. Trek de oven uit het stopcontact.
3. Plaats een doek op de bodem van de holte.
LET OP! Houd de halogeenlamp altijd
met een doek vast om te voorkomen
dat er vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp en verwijder
het.
2. Reinig de glasafdekking.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300°C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inschake-
len of bedienen.
De oven is niet aangesloten op
een stopcontact of is niet goed
geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed is
aangesloten op het stopcon-
tact (zie het aansluitdiagram in-
dien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
35
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling
is actief.
Raadpleeg 'Automatisch uit-
schakelen'.
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg "Het kinderslot ge-
bruiken".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgeslagen. Ga na of de zekering de oor-
zaak van de storing is. Als de
zekeringen keer op keer door-
slaan, neemt u contact op met
een erkende installateur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Als de oven uit staat, toont het
display de tijd niet.
Het display is uitgeschakeld.
Raak en tegelijkertijd
aan om het display opnieuw te
activeren.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de oven-
ruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden
niet langer dan 15 - 20 minu-
ten in de oven staan.
Het display toont een foutcode
die niet in deze tabel staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
ONDERHOUDSGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper ofeen erkende
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan
de voorkant van de binnenkant van de oven.
Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
36
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
37
*
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867362266-A-492020
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Zanussi ZVEXM8K1 Handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
Handleiding