Telair Energy 8012 GAS Handleiding

Type
Handleiding
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
1
GEBRUIKS- EN
ONDERHOUDSHANDLEIDING
EN
INSTALLATIE VOORSCHRIFTEN
NL
ENERGY
8012 GAS
M
ei
2008
GENERATORS
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
2
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING ...................................................................................................................................... 5
1.1 Doel en toepassingsgebied van de handleiding ........................................................................ 5
1.2 Symbolen en definities .............................................................................................................. 5
1.3 Algemene informatie ................................................................................................................. 5
2 IDENTIFICATIE VAN HET GENERATORAGGREGAAT ................................................................ 6
2.1 Onderdelen (Fig. 1) ................................................................................................................... 6
2.2 Identificatieplaatje (Fig. 2) ......................................................................................................... 6
2.3 Totale afmetingen ..................................................................................................................... 6
2.4 Fiche technique ........................................................................................................................ 7
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG .......................................................................................... 7
3.1 Opslag ...................................................................................................................................... 7
3.2 Gewicht ..................................................................................................................................... 8
3.3 Hantering .................................................................................................................................. 8
4 INSTALLATIE ................................................................................................................................. 8
4.1 Inleidende informatie ................................................................................................................. 8
4.2 Bevestiging van het generatoraggregaat ................................................................................... 8
4.3 Bevestiging van de drukregelaar ............................................................................................... 9
4.4 Voorbereiding voor de elektrische aansluiting ......................................................................... 10
4.5 Elektrische aansluiting op de accu .......................................................................................... 10
4.6 Elektrische aansluiting van de belasting .................................................................................. 10
4.7 Elektrische aansluiting van hulpkabels .................................................................................... 11
4.8 Aansluiting van het elektronische bedieningspaneel ............................................................... 11
4.9 Aansluiting van een extra geluiddemper ................................................................................. 12
5 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING ....................................................................................... 14
5.1 Veiligheid van de machines .................................................................................................... 14
6 GEBRUIK VAN HET GENERATORAGGREGAAT ....................................................................... 14
6.1 Beschrijving van het bedieningspaneel ................................................................................... 14
6.2 Handbediende werking ........................................................................................................... 15
6.3 Automatische werking ............................................................................................................. 15
6.4 Controle- en alarmfuncties ...................................................................................................... 15
6.5 Werkingsvoorschriften ............................................................................................................ 16
6.6 Uitschakelen van de generatoraggregaten .............................................................................. 16
6.7 Informatie over ongeoorloofd gebruik ...................................................................................... 17
6.8 Nuttige tips .............................................................................................................................. 17
7 AANWIJZINGEN M.B.T. HET ONDERHOUD ............................................................................... 17
7.1 Onderhoudsoverzicht .............................................................................................................. 17
7.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen vakmensen voor nodig zijn ...................................... 17
7.3 Controle van het motoroliepeil ................................................................................................. 18
7.4 Onderhoudswerkzaamheden waar wel vakmensen voor nodig zijn ........................................ 18
7.4.1 Verversen van de motorolie ............................................................................................. 18
7.4.2 Onderhoud van het luchtfilter ........................................................................................... 19
7.4.3 Onderhoud van de bougies .............................................................................................. 19
7.4.4 Afstelling van de spanning ............................................................................................... 20
8 ONTMANTELING .......................................................................................................................... 20
9 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN............................................................................................... 20
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
3
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN ....................................................................................... 21
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 8012 GAS ................................................................................... 22
TEKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 8012 GAS ......................................................... 24
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
4
Via E. Majorana , 49 48022 Lugo (RA) ITALY
EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
volgens de Machinerichtlijn 89/392/EEG, bijlage IIA
Hierbij wordt verklaard dat de generator, waarvan de gegevens hieronder vermeld worden, ontworpen en
geconstrueerd is op een manier die in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en
gezondheidseisen zoals bepaald door de Europese Richtlijn ten aanzien van de Veiligheid van Machines.
Deze verklaring is niet geldig meer indien er zonder onze schriftelijke goedkeuring wijzigingen aan de machine
aangebracht worden.
Machine: GENERATORAGGREGAAT
Model: ENERGY 8012 GAS
Serienummer: ………………..
Referentierichtlijnen:
Machinerichtlijn (89/392/EEG) in de versie 91/31/EEG
Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG)
Elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEG) in de versie 93/31/EEG
In het bijzonder toegepaste geharmoniseerde normen: EN 292-1; EN 292-2, EN 60204-1.
DATUM ........ 29/04/2008..........
DE PRESIDENT
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
5
1 INLEIDING
Lees alvorens ook maar
iets aan het generatoraggregaat te gaan
doen eerst deze handleiding aandachtig
door.
1.1 Doel en toepassingsgebied van de
handleiding
Deze handleiding is geschreven door de
Constructeur met het doel alle inlichtingen en
aanwijzingen te verstrekken die noodzakelijk
zijn om alle handelingen in het kader van het
onderhoud en het gebruik van het
generatoraggregaat op een juiste en veilige
manier te kunnen verrichten.
De handleiding maakt onlosmakelijk deel uit
van het materiaal dat bij de levering van het
generatoraggregaat inbegrepen is; de
handleiding dient gedurende heel de
levensduur van het generatoraggregaat goed
bewaard te worden en dient beschermd te
worden tegen alle invloeden waardoor de
handleiding aangetast kan worden. De
handleiding moet altijd bij het
generatoraggregaat zitten ook indien het
apparaat op een nieuw voertuig gnstalleerd
wordt of indien het apparaat van eigenaar
verwisselt. De inlichtingen die in deze
handleiding opgenomen zijn, zijn bestemd voor
degenen die het generatoraggregaat zullen
installeren en voor al degenen die bij het
onderhoud en het gebruik betrokken zijn. In de
handleiding is het doel vastgesteld waarvoor
het apparaat geconstrueerd is en de
handleiding bevat alle inlichtingen die
noodzakelijk zijn om een veilig en juist gebruik
ervan te waarborgen. De constante
inachtneming van de aanwijzingen die in deze
handleiding staan is een garantie voor de
veiligheid van de gebruiker, een zuinig bedrijf
en een langere levensduur van het apparaat.
Om het lezen ervan te bevorderen is de
handleiding ingedeeld in verschillende delen
waarin de belangrijkste beginselen naar voren
komen; raadpleeg de beschrijvende
inhoudsopgave om de verschillende
onderwerpen snel te kunnen vinden.
De tekstgedeelten waar niet aan voorbij
gegaan mag worden zijn vetgedrukt en worden
voorafgegaan door de hieronder afgebeelde en
vastgestelde symbolen.
Er wordt dringend geadviseerd om datgene wat
in deze handleiding en in de documenten
waarnaar verwezen wordt staat aandachtig te
lezen; alleen op die manier wordt ook na
verloop van tijd de goede werking van het
generatoraggregaat, de betrouwbaarheid ervan
en de bescherming van personen en
voorwerpen tegen schade gewaarborgd.
Opmerking: De inlichtingen die in deze
publicatie opgenomen zijn, zijn juist op het
moment van het ter perse gaan van deze
publicatie, maar kunnen zonder voorafgaand
bericht gewijzigd worden.
1.2 Symbolen en definities
In dit boekje is gebruik gemaakt van “grafische
veiligheidssymbolen” die het doel hebben om
de verschillende gevarenniveaus of belangrijke
informatie snel te vinden
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ernstige ongelukken of mogelijke schade aan
de gezondheid kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
ongelukken of mogelijke schade aan
voorwerpen kan leiden.
Vermaning die op een
potentieel gevaarlijke situatie duidt die tot
storingen in de werking of schade aan de
machine kan leiden.
De tekeningen worden bij wijze van voorbeeld
verstrekt. Ook als het apparaat waar u over
beschikt verschilt van de illustraties die in deze
handleiding opgenomen zijn gelden de
veiligheid en de aanwijzingen eveneens voor
dat apparaat.
De constructeur, bij het hanteren van een
beleid in het kader waarvan ernaar gestreefd
wordt het product constant te ontwikkelen en te
vernieuwen, kan zonder voorafgaand bericht
wijzigingen aanbrengen.
1.3 Algemene informatie
Het generatoraggregaat ENERGY 8012 GAS
is ontwikkeld om geïnstalleerd te worden op
voertuigen. Het generatoraggregaat is in staat
om stroom met een spanning van 13,5 V
gelijkstroom te leveren.
Het model ENERGY 8012 GAS moet met LPG
gevoed worden.
Om ervoor te zorgen dat de
generatoraggregaten een zo laag mogelijk
geluidsniveau voortbrengen zijn de
generatoraggregaten van de serie ENERGY
voorzien van een geluiddichte kast die aan de
binnenkant geïsoleerd is.
De apparaten zijn makkelijk toegankelijk voor
onderhoudswerkzaamheden en zijn uitgerust
met een afstandsbedieningspaneel dat in het
voertuig geïnstalleerd kan worden.
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
6
2 IDENTIFICATIE VAN HET
GENERATORAGGREGAAT
2.1 Onderdelen (Fig. 1)
1 Geluiddichte kast
2 Steunbeugels
3 Klep
4 Sluiting van de klep
5 Sticker met technische gegevens
6 Trillingsdempende steun
7 Verankeringsbeugel
8 Elektronisch bedieningspaneel
9 Steunprofiel voor snoeren en gasslang
10 Borgschroef voor schuifblad
11 Gastoevoerslang
12 Aanslagschroef schuifblad helemaal uit
2.2 Identificatieplaatje (Fig. 2)
1 Model generatoraggregaat
2 Code van het model
3 Serienummer
4 Bouwjaar
5 Vermogensfactor
6 Maximum stroom
7 Nominale spanning
8 Gewicht
9 Streepjescode
2.3 Totale afmetingen
Op figuur 3 zijn de totale afmetingen van de
generatoraggregaten.
3
2
1
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
7
2.4 Fiche technique
ENERGY
MOTOR
8012 GAS
Type
Ééncilinder, viertakt LPG, kopkleppen,
luchtgekoeld
Motor
Yamaha MZ 175 GAS
Cilinderinhoud
cm
3
171
Boring x slag
mm
66 x 50
Max. brandstofverbruik
1,2 l/h
Brandstof
LPG of Propaan pure als het koud is
Ontstekingssysteem
Elektronisch
Bougie
BPR4ES
Inhoud motoroliecarter
liter
0,6
Toerenregelaar
Automatisch met middelpuntvliedende krachten
DYNAMO
8012 GAS
Type
Rotor met klauwpolen – Stator met borstels en
ingebouwde gelijkrichter – Aparte
spanningsregelaar
Maximum vermogen
Watt
945
Continu vermogen
Watt
945
Spanning
Volt
13,5
Gelijkstroomuitgang
Ampère
70
Isolatieklasse rotor
H
Isolatieklasse stator
F
Koeling
Centrifugaalventilator
GENERATOR
8012 GAS
Totaal gewicht
kg
52
Afmetingen
(L x B x H)
mm
555 x 385 x 295
Startsysteem
Elektrisch / Handmatig - Automatisch
Toevoersysteem
Drukregelaar
Geluidsniveau
82 (56 dBA
7 m)
Werkingsuren h
7
3 TRANSPORT, HANTERING, OPSLAG
3.1 Opslag
De generator wordt met het oog op het transport
met een adequate kartonnen verpakking en een
houten steunplateau beschermd. De generator
moet horizontaal opgeslagen worden op een
overdekte, droge en geventileerde plaats.
Bij het gebruik van de
generator in koude omgeving, raden wij
het gebruik van propaan in een hoger
percentage aan ( tot een maximum tem-
peratuur van -15 ° )
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
8
De verpakking mag niet
ondersteboven geplaatst worden. De juiste
stand blijkt uit het betreffende symbool (
)
dat op de verpakking aangegeven staat.
3.2 Gewicht
Het bruto gewicht inclusief verpakking bedraagt:
ENERGY 8012 GAS: 52 kg
3.3 Hantering
De generatoraggregaten kunnen inclusief de
verpakking met behulp van gewone hef- en
transportwerktuigen verplaatst worden.
De dozen zijn voorzien van afstandshouders
waardoor het mogelijk is de vorken van de
palletwagens erin te steken.
Tijdens het ophijsen en
verplaatsen van de apparaten moeten de
veiligheids- en de ongevalpreventi-
evoorschriften in acht genomen worden. Er
dienen hef- en transportwerktuigen gebruikt
te worden waarvan het draagvermogen groter
is dan de last die opgehesen dient te worden.
4 INSTALLATIE
4.1 Inleidende informatie
Alvorens het generator-
aggregaat te installeren is het absoluut
noodzakelijk om deze aanwijzingen te lezen
om geen installatiefouten te begaan.
De generator moet op een
zodanige manier geïnstalleerd worden dat
rechtstreekse waterinfiltraties in de dynamo via
de diverse inlaatopeningen vermeden worden;
hij moet dus beschermd worden
.
Een verkeerde installatie van het generator-
aggregaat kan onherstelbare schade aan het
apparaat berokkenen en de veiligheid van de
gebruiker in gevaar brengen.
Mocht de installatie van het generatoraggregaat
niet overeenstemmen met de aanwijzingen die in
deze handleiding opgenomen zijn dan wijst de
fabrikant elke aansprakelijkheid voor de slechte
werking en de veiligheid van de
generatoraggregaten op grond van de
Machinerichtlijn 89/392/EEG van de hand.
Bovendien kan de fabrikant op geen enkele wijze
aansprakelijk gesteld worden voor schade aan
voorwerpen of personen.
De installatiewerkzaa-
mheden mogen uitsluitend door vakmensen
die naar behoren geïnstrueerd zijn uitgevoerd
worden.
4.2 Bevestiging van het generatoraggregaat
De generatoraggregaten model ENERGY 8012
GAS zijn standaard uitgerust met beugels voor
de verankering met extra trillingsdempers (Fig. 4,
Ref. 1). Met behulp van de beugels kan het
generatoraggregaat opgehangen worden.
Deze montagewijze biedt de volgende voordelen:
Het apparaat neemt minder ruimte in beslag, het
apparaat kan snel geïnstalleerd worden en men
kan er snel bij komen om er klein en groot
onderhoud aan te plegen.
Het is belangrijk dat u zich ervan verzekert dat er
rondom de kap van het generatoraggregaat
voldoende ruimte is voor de doorlaat van lucht
voor de koeling; u moet bovendien minimaal 20
mm ruimte tussen de kap en de delen daar om
heen vrij laten.
Als het generatoraggregaat achter een wiel van
het voertuig terechtkomt moet ervoor gezorgd
worden dat er geen water dat bij regen van
het wiel opspat in het generatoraggregaat
terecht kan komen.
4
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
9
Er moet gecontroleerd
worden of het als de klep open is mogelijk is
om het schuifblad van de motor eruit te
trekken (Fig. 9).
4.3 Bevestiging van de drukregelaar
Samen met het generatoraggregaat wordt een
geschikte drukregelaar (Fig. 5 Ref. 4) die reeds
afgesteld is en een één meter lange gasslang
(Fig. 5 Ref. 2) geleverd die zowel op het
generatoraggregaat (Fig. 5 Ref. 1) als op de
drukregelaar aangesloten is.
De drukregelaar moet met behulp van de
speciale gaten in de 3 vleugels (Fig. 7 Ref. 1)
bevestigd worden.
Er wordt op gewezen dat
de drukregelaar NIET in de leefruimte
geïnstalleerd mag worden. Hij moet
bovendien op een geventileerde plaats
aangebracht worden.
Tussen de drukregelaar van Telair (Fig. 5 Ref. 4)
en de gasfles mag er geen enkel
drukregelsysteem geplaatst worden.
De gasslang (Fig. 5 Ref. 5) die van de
drukregelaar rechtstreeks op de gasfles (Fig. 5
Ref. 6) aangesloten moet worden wordt niet
meegeleverd.
Voor deze aansluiting moet de installateur een
geschikte goedgekeurde slang gebruiken die
voorzien is van de nodige koppelingen.
Het is VERBODEN om de
aansluiting zowel op de drukregelaar als op
de gasfles tot stand te brengen zoals getoond
op Fig. 6.
De juiste aansluiting is zoals getoond op Fig. 7
met een speciale slang waar de koppeling (6) op
vastgezet is.
Doe de spits toelopende ring (7) ertussen, houd
de zeskantmoer (8) met een steeksleutel vast en
draai de klemmoer (9) aan.
Bij het gebruik van de
generator in koude omgeving, raden wij
het gebruik van propaan in een hoger
percentage aan
( tot een maximum
temperatuur van -15 ° )
6
7
5
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
10
4.4 Voorbereiding voor de elektrische
aansluiting
Gebruik de speciale sleutel om het slot open te
maken en verwijder het voorste paneel.
Verwijder daarna aan beide kanten de
borgschroef (Fig. 8 Ref. 2) van het onderste blad.
Trek het onderste blad met de motor tot aan de
borg (Fig. 8 Ref. 3) eruit.
Als u het onderste blad met de motor er helemaal
uit wilt trekken moet u ook de borgschroeven
(Fig. 8 Ref. 3) eruit draaien.
De elektrische
aansluitingen op het generatoraggregaat
moeten door vakmensen uitgevoerd worden.
4.5 Elektrische aansluiting op de accu
Om het generatoraggregaat in werking te kunnen
stellen moet de aansluiting op de accu van het
voertuig tot stand gebracht worden met een
kabel die aan de geldende voorschriften voldoet,
die voorzien is van een kabelmantel en waarvan
de doorsnede in tabel 1 staat.
Daartoe is het generatoraggregaat voorzien van
twee speciale klemmen (Fig. 10 Ref. 1) die
gebruikt moeten worden voor de aansluiting van
de plus- en minpool van de accu.
Sluit de kabel van de pluspool (rode kabel) op de
klem die reeds van een rode kabel voorzien is
aan en de kabel van de minpool op de klem die
reeds van een zwarte kabel voorzien is. De kabel
van de minpool moet dezelfde doorsnede
hebben als de pluskabel en moet zowel met de
minpool van de accu als met het chassis van het
voertuig verbonden worden.
U moet zich ervan overtuigen dat het contact
goed is en indien nodig de lak of de roest van het
oppervlak verwijderen en de verbinding met vet
beschermen.
De capaciteit van de accu die voor het starten
gebruikt moet worden mag niet minder zijn dan
100 A/h.
De geluiddichte kast is voorzien van een
steunprofiel voor snoeren dat gebruikt moet
worden voor de doorvoer van de aansluitkabels
van de accu (Fig. 8 Ref. 1).
Het steunprofiel voor snoeren voorkomt dat er
water in het generatoraggregaat komt.
Controleer zorgvuldig of
de positie van de aansluiting van de
stroomopnameleiding van 12 Volt
gelijkstroom juist is. Door een verkeerde
aansluiting kan het generatoraggregaat
onherstelbaar beschadigd worden of kan er
gevaarlijke kortsluiting ontstaan.
4.6 Elektrische aansluiting van de belasting
Eventuele verbruikers van 12 V gelijkstroom
moeten van de accu van de generator genomen
worden met een speciaal daarvoor bemeten
kabel. De kabel van de minpool moet dezelfde
doorsnede hebben als de pluspool.
Hoewel het
generatoraggregaat aan de binnenzijde
uitgerust is met een zekering, die ervoor zorgt
dat in geval van overbelasting of kortsluiting
de stroomtoevoer onderbroken wordt (Fig. 10
Ref. 5) is het verstandig dat er in het
schakelpaneel van het voertuig een
thermische magneetschakelaar gemonteerd
wordt die zodanig afgesteld is dat de
stroomtoevoer naar de verbruikers
onderbroken wordt als de stroomopname
boven de 70 ampère stijgt.
TABEL 1
Aansluiting
accu
Kabellengte
< 6 m > 6 m
Doorsnede
mm
2
25 35
8
9
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
11
4.7 Elektrische aansluiting van hulpkabels
De hulpkabels die aangesloten moeten worden
zijn er twee en deze zijn allebei voorzien van een
gepolariseerde connector.
Kabel van generator naar bedieningspaneel.
Wordt standaard meegeleverd en is 5 meter
lang. Controleer of de lengte voldoende is
voor het gekozen traject van de generator
naar het schakelpaneel. Op aanvraag zijn er
grotere lengten verkrijgbaar. Zie ook
paragraaf 4.8. Nadat u de kabel door het
steunprofiel voor snoeren (Fig. 8 Ref. 1) heeft
laten lopen moet u de witte connector op de
vaste connector (Fig. 10 Ref. 3) die in de
generator en boven de zekeringen geplaatst
is aansluiten en daarbij de insteekrichting
aanhouden.
Kabel van generator naar drukregelaar.
Wordt standaard bij de generator geleverd en
is reeds op de drukregelaar aangesloten.
Nadat u de kabel door het steunprofiel voor
snoeren (Fig. 8 Ref. 19 heeft laten lopen
moet u de witte driepolige connector op de
vaste connector (Fig. 10 Ref. 2) die in de
generator in de buurt van de 12 V
gelijkstroomklemmen geplaatst is aansluiten.
4.8 Aansluiting van het elektronische
bedieningspaneel
Kies de plaats waar u het bedieningspaneel in
het voertuig wilt aanbrengen en boor een
rechthoekig gat dat de volgende afmetingen
heeft: 30 x 32 mm. Nadat u de verbindingskabel
die afkomstig is van de generator (paragraaf 4.7)
uit het gat heeft laten lopen moet u de zwarte
connector van de kabel aan de achterkant van
het elektronische paneel aansluiten. Bevestig
daarna het elektronische bedieningspaneel (Fig.
11) met zelftappende schroeven maat 3 x 20 mm
en controleer of de achterkant niet tegen andere
oppervlakken aankomt; bevestig het plastic
omrandingsprofiel door er voorzichtig op te
drukken totdat u hoort dat de bevestigingslipjes
vastklikken.
11
10
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
12
4.9 Aansluiting van een extra geluiddemper
Om het door het generatoraggregaat
voortgebrachte geluid in sterkere mate te
beperken, is de mogelijkheid voorhanden om aan
de buitenkant een extra geluiddemper te
installeren (optie).
De extra geluiddempingsset code 02482 bestaat
uit:
een geluiddemper code 02019 (Fig. 12 Ref.
1).
één meter flexibel stuk pijp van staal code
00433 (Fig. 12 Ref. 2).
twee klembandjes om de aansluitingen vast te
zetten code 00543 (Fig. 12 Ref. 3).
één koppeling voor flexibele pijp code 03645
(Fig. 12 Ref. 4).
Om de geluiddemper op het generatoraggregaat
aan te sluiten moeten eerst de klep (Fig. 13 Ref.
2) met de speciale sleutel (Fig. 13 Ref. 1) en de
kap van de uitlaat (Fig. 13 Ref. 3) verwijderd
worden.
Verwijder alle onderdelen van de vlamdover (Fig.
14 Ref. 2 3 – 4 5) van de uitlaat (Fig. 14 Ref.
1).
13
14
12
15
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
13
Nadat u de koppeling code 03645 (Fig. 15 Ref. 2)
in het uiteinde van de uitlaat (Fig. 15 Ref. 1)
gestoken heeft moet u een klein gat in het
uiteinde van de uitlaat maken zodat er een
zelftappende schroef in gedaan kan worden
waarmee de koppeling aan het uiteinde van de
uitlaat vastgezet kan worden (Fig. 16 Ref. 2).
Steek daarna de flexibele pijp code 00433 (Fig.
16 Ref. 5) in de koppeling (Fig. 16 Ref. 3).
Zet de pijp met het klembandje code 00543 vast
(Fig. 16 Ref. 4).
Bevestig de flexibele pijp (Fig. 17 Ref. 2) op het
uiteinde van de geluiddemper aan de inlaatzijde
(Fig. 17 Ref. 1) en gebruik daarbij het andere
meegeleverde klembandje (Fig. 17 Ref. 3).
Breng de onderdelen van de vlamdover (Fig. 18
Ref. 2 3 4 5) weer op het uiteinde van de
geluiddemper aan en gebruik de daarbij de
gelaste stang op de geluiddemper en bevestig
deze op een punt waar geen elektrische kabels
of brandstofslangen lopen.
Gebruik geen
geluiddempers die niet door geleverd
zijn. Door geluiddempers waarvan de grootte
niet geschikt is kan schade aan de motor
toegebracht worden.
18
17
16
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
14
5 AANWIJZINGEN M.B.T. DE WERKING
De generator wordt
zonder motorolie geleverd.
Giet er reinigingsolie voor viertakt
benzinemotoren in, soort multigrade, met
SAE viscositeit die geschikt is voor het
gebruiksklimaat (zie de tabel en de
gedetailleerde aanwijzingen die in de
gebruiks- en onderhoudshandleiding van
de motor staan).
De generator Energy 8012-G bestaat uit
verbrandingsmotoren die aangesloten zijn op een
wisselstroomdynamo die gelijkstroom kan
produceren. Deze wordt in een kast van
geïsoleerde metaalplaten gemonteerd die
geluiddicht gemaakt zijn met speciale
geluiddempende materialen.
De verbrandingsmotor wordt via een van tevoren
afgestelde drukregelaar die standaard aan de
buitenkant gemonteerd is van gas voorzien.
Dit generatoraggregaat kan tot een hoogte van
1000 meter boven de zeespiegel functioneren.
5.1 Veiligheid van de machines
De generatoraggregaten zijn voorzien van
volledig afgesloten kappen en het gevaar bestaat
dus niet dat men in aanraking kan komen met
bewegende delen, bijzonder hete oppervlakken
of onder spanning staande geleiders.
De kleppen zijn uitgerust met openingen met
sloten. De sleutels mogen niet binnen het bereik
van kinderen of personen die er geen verstand
van hebben gehouden worden.
De generatoraggregaten
mogen uitsluitend gebruikt worden als de
klep dicht is.
Houd brandbare stoffen zoals benzine, verf,
oplosmiddelen enz. uit de buurt van de
generatoren.
Verzeker u ervan dat de hete delen van de
generatoraggregaten niet in aanraking komen
met licht ontvlambare materialen.
Raak de generatoraggregaten of de
elektrische verbindingen niet met natte
handen aan.
Vervang de zekeringen of de thermische
schakelaars niet door nieuwe onderdelen met
een hogere ampèresterkte.
Eventuele controles van elektrische
onderdelen moeten verricht worden terwijl de
motor uitgeschakeld is en dit mag uitsluitend
door vakmensen gedaan worden.
De generatoraggregaten zijn gemaakt volgens de
veiligheidsvoorschriften die in de EG-verklaring
van overeenstemming vermeld staan.
6 GEBRUIK VAN HET
GENERATORAGGREGAAT
6.1 Beschrijving van het bedieningspaneel
De generatoraggregaten model Energy 8012
worden geleverd met een automatisch
elektronisch afstandsbedieningspaneel waarmee
het in- en uitschakelen en de automatische en
handbediende werkingsfuncties bediend kunnen
worden.
Bovendien is het mogelijk om de
werkingsomstandigheden te controleren.
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
15
Het paneel bestaat uit de volgende onderdelen:
1 ON/OFF schakelaar voor de in- en
uitschakelfunctie
2 AUTO/MAN schakelaar voor de automatische
of handbediende werkingsfunctie
3 Display
4 Omschakelknop tijd of voltmeter
5 Reset
6 Indicatielampje “generator in werking”
(knippert)
7 Indicatielampje “automatische
werkingsfunctie”
8 Indicatielampje “niet gestart”
9 Indicatielampje “onderhoud vereist”
10 Indicatielampje “brandstof in reserve”
11 Indicatielampje “accu geladen”
12 Indicatielampje “minimum oliepeil”
13 Indicatielampje “hoge temperatuur”
6.2 Handbediende werking
Zet de AUTO/MAN schakelaar (2) op de stand
MAN en zet de ON/OFF schakelaar (1) daarna
op de stand ON. Op de display (3) zal 8
seconden lang de aanduiding WAIT
weergegeven worden, waarna het elektronische
bedieningspaneel met de 1
e
automatische
startprocedure van het generatoraggregaat zal
beginnen. Als de motor na afloop van deze fase
gestart is zal het indicatielampje “generator in
werking” (6) beginnen te knipperen.
Als de motor niet gestart is wordt deze
automatische procedure maximaal 4 keer
herhaald. Als de motor na afloop van de
volledige cyclus niet gestart is zal het
indicatielampje “niet gestart” (8) gaan branden.
Als alleen het indicatielampje “niet gestart” (8)
blijft branden is het mogelijk om de
startprocedure meerdere keren te herhalen.
Als het na diverse pogingen niet lukt om het
generatoraggregaat te starten moet u zich tot de
servicedienst wenden.
Tijdens de handbediende werkingsfunctie wordt
het totaal aantal werkingsuren van de generator
op de display (3) weergegeven.
Als u op de omschakelknop tijd of voltmeter drukt
wordt het aantal werkingsuren vanaf het laatste
onderhoud weergegeven.
6.3 Automatische werking
Zet de AUTO/MAN schakelaar (2) op de stand
AUTO en zet de ON/OFF schakelaar (1) daarna
op de stand ON.
Het indicatielampje “automatische
werkingsfunctie” (7) zal gaan branden en als de
accu waarmee de generator van stroom voorzien
wordt een hogere spanning heeft dan 11,5 Volt
zal het indicatielampje “accu geladen” (11) gaan
branden.
Als er op de aansluitpolen van de 12 VDC
klemmen van de generator een spanning van
minder dan 11,5 Volt is gaat het indicatielampje
“accu geladen” (11) uit en begint de generator
met de startprocedure die lijkt op die van de
werking op de handbediende stand.
Tijdens de automatische werkingsfunctie wordt
het totaal aantal werkingsuren van de generator
op de display (3) weergegeven. Als u op de
omschakelknop tijd of voltmeter drukt zal de
spanning die op de aansluitpolen van de 12 VDC
klemmen aanwezig is of op de aansluitpolen van
de accu weergegeven worden.
Als de accu geladen is gaat het indicatielampje
“accu geladen (11) branden en zorgt het
elektronische bedieningspaneel ervoor dat de
generator uitgeschakeld wordt.
6.4 Controle- en alarmfuncties
3 DISPLAY: Als het generatoraggregaat gestart
is wordt het totaal aantal werkingsuren
weergegeven als u op de omschakelknop tijd of
voltmeter drukt, tijdens de handbediende werking
wordt het aantal werkingsuren vanaf het laatste
onderhoud weergegeven. Als u tijdens de
automatische werkingsfunctie op de
omschakelknop tijd of voltmeter drukt zal de
spanning die op de aansluitpolen van de 12 VDC
klemmen aanwezig is of op de aansluitpolen van
de accu weergegeven worden.
4 OMSCHAKELKNOP TIJD en VOLTMETER:
Op de MAN stand (2) moet hij ingedrukt worden
om de werkingsuren die na de laatste keer dat de
motorolie ververst is verstreken zijn op de display
te laten weergeven. Op de AUTO stand (2) moet
hij ingedrukt worden om de spanning op de
aansluitpolen van de 12 VDC klemmen te laten
weergeven.
5 RESET: Als de display tekens laat zien die
geen enkel logisch verband hebben moet het
paneel opnieuw ingesteld worden. Druk op de
resettoets en zet terwijl u de toets ingedrukt
houdt het paneel aan. Als er 4 nullen (0000) op
de display verschijnen is het paneel opnieuw
ingesteld.
6 INDICATIELAMPJE “GENERATOR IN
WERKING”: Dit lampje knippert tijdens de juiste
werking van de generator.
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
16
7 INDICATIELAMPJE AUTOMATISCHE
WERKINGSFUNCTIE”: Dit lampje blijft
gedurende de hele tijd dat de AUTO functie (2)
geselecteerd is branden.
8 INDICATIELAMPJE “NIET GESTART”: Als dit
lampje gaat branden dan duidt dit erop dat het
generatoraggregaat na alle vier de startpogingen
niet gestart is.
9 INDICATIELAMPJE ONDERHOUD
VEREIST”: Dit lampje knippert als er 50
werkingsuren verstreken zijn en als het nodig is
om het motoroliepeil te controleren. Als het
lampje daarentegen continu blijft branden dan
duidt dit erop dat er 100 werkingsuren verstreken
zijn en dat de motorolie ververst moet worden.
Telkens als de motorolie ververst wordt moet de
servicedienst de timer resetten en weer bij nul
laten beginnen. Om het knipperen te resetten
moet u de omschakelknop (4) indrukken en moet
u hem ingedrukt houden terwijl u het
elektronische paneel met de schakelaar (1)
aanzet.
10 INDICATIELAMPJE “GAS IN RESERVE”: Als
er in de gastank een detector van het
reserveniveau geplaatst is kan de speciale kabel
die zich in de generator bevindt aangesloten
worden (Fig. 10 Ref. 4). Op die manier gaat het
lampje branden als het gasniveau onder het
reserveniveau gedaald is.
11 INDICATIELAMPJE “ACCU GELADEN”: Dit
lampje gaat gedurende de hele tijd dat er een
hogere spanning dan 11,5 Volt op de
aansluitpolen van de 12 VDC klemmen in de
generator is branden.
12 INDICATIELAMPJE “MINIMUM
MOTOROLIEPEIL”: Als dit lampje gaat branden
dan duidt dit erop dat het motoroliepeil onder het
minimum gedaald is. Een veiligheidssysteem
zorgt ervoor dat de motor automatisch
uitgeschakeld wordt om defecten te voorkomen.
13 INDICATIELAMPJE “HOGE
TEMPERATUUR”: Dit lampje gaat branden als
de temperatuur van het generatoraggregaat
boven de veiligheidswaarde stijgt en dan wordt
de motor tegelijkertijd gestopt.
6.5 Werkingsvoorschriften
Het lampje dat in de generator aangebracht is
(Fig. 10 Ref. 7) gaat alleen tijdens de startfase
branden en dient om de bekrachtiging voor het
starten aan de dynamo te geven.
Er wordt op gewezen dat de accu die op de 12
VDC klemmen van de generator aangesloten is
zowel de functie heeft om de motor te starten als
om de door de generator verstrekte energie te
verzamelen; de waarde hiervan moet dus
minimaal 100 ampère zijn.
De generator Energy 8012 zorgt er op de
automatische werkingsstand niet alleen voor dat
hij inschakelt als de accu leeg is maar ook als er
een dusdanige belasting ingeschakeld wordt dat
de accuspanning onder de 11,5 Volt daalt.
Door een hogere belasting
dan de hoeveelheid energie die op dat
moment beschikbaar is van de accu in te
schakelen kan de generator niet ingeschakeld
worden vanwege te weinig spanning.
Als het voertuig niet
gebruikt wordt, wordt geadviseerd om de
generator regelmatig te starten om te
garanderen dat de accu altijd geladen is.
Er wordt op gewezen dat afhankelijk van de
toestand van de accu, het aantal accu’s dat
aangesloten is en de temperatuur van het
seizoen de tijd die de generator tijdens de
automatische werkingsfunctie voor het opladen
nodig heeft kan verschillen.
Over het algemeen is de tijd die voor het opladen
nodig is naarmate de temperatuur daalt korter.
6.6 Uitschakelen van de
generatoraggregaten
De generatoraggregaten worden uitgeschakeld
door de schakelaar (1) op de stand “OFF” te
zetten.
IHet generatoraggregaat
is uitgerust met een verbrandingsmotor, de
brandstof die gebruikt wordt is dus bijzonder
brandbaar.
Onder de kap worden de uitlaatgassen geleid
die onvermijdelijk behoorlijk heet zijn
ondanks het feit dat zij vermengd worden met
de koellucht.
Raak de gedeelten van de kap in de buurt van
de uitlaat niet aan en steek uw handen of
verschillende voorwerpen niet in de kap.
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
17
6.7 Informatie over ongeoorloofd gebruik
De generatoraggregaten
mogen alleen door bevoegde vakmensen
geïnstalleerd worden die daarbij de door de
constructeur verstrekte aanwijzingen in acht
moeten nemen. De generatoraggregaten mogen
uitsluitend gebruikt worden voor het
voortbrengen van elektrische stroom op
voertuigen die uitgerust zijn met een elektrische
installatie die aangelegd is volgens de
voorschriften en op basis van het geleverde
elektrische vermogen
.
6.8 Nuttige tips
Tijdens de inloopperiode is het belangrijk dat de
nieuwe motor tenminste tijdens de eerste 50
werkingsuren niet aan een grotere belasting dan
70% van de nominale belasting blootgesteld
wordt.
7 AANWIJZINGEN M.B.T. HET
ONDERHOUD
Gebruik uitsluitend
originele reserveonderdelen. Door het
gebruik van reserveonderdelen die niet van
gelijkwaardige kwaliteit zijn kan het
generatoraggregaat beschadigd worden. De
periodieke controles en afstellingen zijn heel
belangrijk om het hoge prestatieniveau te
kunnen behouden. Door regelmatig
onderhoud bent u verder verzekerd van een
lange levensduur van het
generatoraggregaat.
Alvorens controles of
onderhoudswerkzaamheden aan het
generatoraggregaat uit te voeren moet de
ON/OFF schakelaar van het bedieningspaneel
op de stand OFF gezet worden en de
AUTO/MAN schakelaar van het
bedieningspaneel op de stand MAN.
Daarna moet de rode 12 V gelijkstroomkabel
van de aansluitklem (Fig. 10 Ref. 1)
losgekoppeld worden.
Op die manier kan er veilig gewerkt worden
omdat de generator niet plotseling kan gaan
functioneren.
7.1 Onderhoudsoverzicht
Zie de tabel onderaan de bladzijde.
7.2 Onderhoudswerkzaamheden waar geen
vakmensen voor nodig zijn
Om deze controles te verrichten moet de klep
van het generatoraggregaat opengedaan worden
en moeten in verband hiermee de volgende
voorzorgsmaatregelen genomen worden.
1 Het generatoraggregaat mag niet in werking
zijn en alle onderdelen ervan moeten koud
zijn.
2 Laat het generatoraggregaat afkoelen.
PERIOD
I
EKE SERVICE INTERVAL
L
Binnen de aangegeven termijnen of na het
aangegeven aantal bedrijfsuren te verrichten
afhanklijk van wat zich het eerst voordoet.
Na elk
gebruik
Eerste
maand of
20 uur
Elke ma-
anden of
100 uur
Elke jaar
of
300 uur
Motorolie
Inspecteren
Verversen
(2) (2)
Luchtfilter
Reinigen
(1) (2)
Bougies
Inspecteren -
schoonmaken
(2)
Kleppen stelling
Controleren -
afstellen
(2)
Tank met brandstoffilter
Schoonmaken
(2)
Minimum toerental of frequentie
Afstellen
(2)
Ophangpunten trillingsdempers
Controleren
(2)
Brandstofleidingen
Controleren (indien
nodig vervangen)
Na elke twee jaar
Opmerkingen: (1) vaker schoonmaken indien het apparaat in een zeer stoffige omgeving wordt gebruikt
(2) deze werkzaamheden mogen uitsluitend door vakmensen uitgevoerd worden
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
18
7.3 Controle van het motoroliepeil
Verwijder de olievuldop met de oliepeilstok en
maak de peilstok (Fig. 23 Ref. 1) schoon.
Steek de peilstok er weer in maar draai hem
niet vast.
Trek de oliepeilstok er weer uit en controleer
of het oliepeil zich tussen de beide inkepingen
(min. en max.) bevindt. Wanneer het oliepeil
zich onder de minimum inkeping bevindt moet
de hoeveelheid olie weer op peil gebracht
worden door er geadviseerde motorolie in te
gieten (raadpleeg de gebruiks- en
onderhoudshandleiding van de motor).
Doe de dop met de peilstok er weer op en
draai hem goed vast.
Pas op dat u niet boven
het maximum aangegeven peil komt omdat er
hierdoor storingen in de werking van het
generatoraggregaat kunnen ontstaan.
Alle controles van het
motoroliepeil moeten verricht worden terwijl
het generatoraggregaat volledig horizontaal
staat.
7.4 Onderhoudswerkzaamheden waar wel
vakmensen voor nodig zijn
Met het oog op sommige
onderhoudswerkzaamheden is het mogelijk om
het motor-dynamoblok eruit te halen door de
borschroef (Fig. 8 Ref. 2) van het onderste blad
er aan beide kanten uit te draaien.
Op die manier is het makkelijk om bij alle
inwendige delen van het generatoragregaat te
komen om alle grote
onderhoudswerkzaamheden of reparaties uit te
voeren.
7.4.1 Verversen van de motorolie
Gebruik een reinigende olie voor
vierslagbenzinemotoren type multigrade met een
SAE viscositeit die geschikt is voor het
bedrijfsklimaat (zie de tabel en de gedetailleerde
aanwijzingen die in de gebruiks- en
onderhoudshandleiding van de motor vermeld
staan).
Om het aftappen van de motorolie te
vergemakkelijken verdient het de voorkeur om de
motor circa 3 - 5 minuten warm te laten draaien;
op die manier is de olie vloeibaarder en kan het
aftappen sneller en op een volledigere wijze
gebeuren.
Draai de speciale dop op het oliecarter (Fig. 25
Ref. 1), waar u via een opening die aan de
onderkant van de geluiddichte kast aangebracht
is (Fig. 18 Ref. 2) bij kunt komen, los en laat alle
olie in een opvangbak lopen.
Draai na afloop hiervan de dop er weer op en
breng het oliepeil in het oliecarter weer op het
juiste niveau door er via de speciale vulopening
(Fig. 23 Ref. 2) olie in te gieten.
21
20
19
Voor een koud
klimaat
Voor een warm
klimaat
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
19
Voor wat de hoeveelheid olie betreft die in het
carter gegoten moet worden moet u
onderstaande tabel raadplegen (tab. 2).
Table 2
MOD. Hoeveelheid olie (liter)
Energy 8012 GAS
0,6
Hete olie kan brandwonden veroorzaken.
Als u de motor met een onvoldoende
oliepeil laat draaien kan de motor ernstig
beschadigd worden.
Controleer het oliepeil terwijl de motor
uitgeschakeld is.
De verbruikte olie mag niet
achteloos weggegooid worden maar moet bij
de afvalverwerkings-/ recyclingbedrijven
ingeleverd worden, waarbij de wettelijke
voorschriften die in het land waar dit gedaan
wordt gelden in acht genomen moeten
worden.
7.4.2 Onderhoud van het luchtfilter
het luchtfilter vuil is dan
vermindert de luchtstroom naar de carburateur.
Om storingen in de werking van de carburateur
te voorkomen moet het luchtfilter regelmatig
gecontroleerd worden. Als de motor in een
bijzonder stoffige omgeving gebruikt wordt,
wordt geadviseerd het luchtfilter telkens voor
het starten te controleren
.
Gebruik geen diesel of
oplosmiddelen met een laag verdampingspunt
voor de reiniging van het filterelement van het
luchtfilter, hierdoor kunnen namelijk vlammen
en ontploffingen ontstaan.
Laat de motor nooit zonder luchtfilter functioneren;
door het stof dat in de lucht zit slijt de motor binnen
korte tijd.
Om bij het filterelement te kunnen komen moet het
deksel van het luchtfilter (Fig. 24 Ref. 3) verwijderd
worden, nadat de beide schroeven waarmee het
deksel aan het luchtfilterhuis bevestigd is
losgedraaid zijn.
Verwijder het filterelement (Fig. 26 Ref. 1) en was
het element met een oplossing van een neutraal
reinigingsmiddel af en spoel het goed na; laat het
filterelement goed opdrogen en dompel het daarna
in schone motorolie. Wring het element goed uit om
het van de overtollige olie te ontdoen.
Vervang het filterelement alleen als uit een visuele
controle blijkt dat het element niet meer intact is
.
7.4.3 Onderhoud van de bougies
Gebruik voor beide modellen generatoraggregaten
bougies model BP6ES, BPR6ES (NGK) W20EP-U,
W20EPR-U (ND) of bougies van andere
constructeurs maar die van hetzelfde soort als de
aangegeven bougies zijn.
Gebruik nooit bougies met een andere
warmtegraad dan aangegeven
.
Haal de kap van de bougie af (Fig. 26 Ref. 2)
en haal met een speciale sleutel de bougie
eruit.
Verricht een visuele controle. Vervang de bougie
indien de bougie duidelijke tekenen van slijtage
vertoont of als de isolator defect of beschadigd
is.
Maak de bougie met een staalborstel schoon als
de bougie opnieuw gebruikt kan worden.
Meet de afstand tussen de elektroden met een
diktemeter op. De juiste afstand moet tussen de
0.7 en de 0.8 mm liggen (Fig. 23).
23
22
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
20
Corrigeer de afstand indien nodig door de
elektrode aan de zijkant te buigen.
Controleer of de onderlegring van de bougie in
goede staat verkeert en draai de bougie daarna
weer met de hand aan om te voorkomen dat hij
er verkeerd in komt te zitten.
Draai de bougie vervolgens met het juiste
aanhaalmoment aan (zie de aanwijzingen die
in de gebruiks- en onderhoudshandleiding van
de motor staan).
Als er een nieuwe bougie
gemonteerd wordt moet u hem een halve slag
draaien nadat de bougie de dichtingsring
ingedrukt heeft. Indien u daarentegen dezelfde
bougie, die u daarvoor verwijderd heeft, weer
monteert moet u de bougie een kwartslag
draaien nadat de bougie de dichtingsring
ingedrukt heeft.
De bougie moet goed
aangedraaid worden. Een niet goed
geplaatste bougie kan erg heet worden en
beschadigingen aan de motor veroorzaken.
7.4.4 Afstelling van de spanning
De generator is tijdens het proefdraaien afgesteld
op 2800 toeren per minuut om een juiste
spanning op de uitgangsklemmen te kunnen
verkrijgen.
Voor het eventueel bijstellen van de afstelling
moet toestemming aan ons gevraagd worden en
dit moet in ieder geval door vakmensen gedaan
worden.
Het afstellen van de spanning moet gedaan
worden als de motor warm is zonder dat er een
belasting ingeschakeld is en als de generator in
werking is (Fig. 24 Ref. 1).
Draait u de schroef met de wijzers van de klok mee
(naar rechts) dan neemt het motortoerental en dus
ook de spanning toe.
Draait u de schroef tegen de wijzers van de klok in
(naar links) dan neemt het motortoerental en dus
ook de spanning af
.
8 ONTMANTELING
Indien het generatoraggregaat ontmanteld moet
worden moet u zich tot een gespecialiseerde
garage wenden
.
9 TE GEBRUIKEN BLUSMIDDELEN
In geval van brand mag u de kap van het
generatoraggregaat absoluut niet opendoen en
mag u uitsluitend goedgekeurde brandblussers
gebruiken.
Gebruik nooit water om
de vlammen die in het generatoraggregaat zijn
ontstaan te doven
.
Bij het gebruik van de
generator in koude omgeving, raden wij
het gebruik van propaan in een hoger
percentage aan ( tot een maximum tem-
peratuur van -15 ° )
24
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
21
ALGEMENE GARANTIEVOORWAARDEN
TELAIR verleent garantie op haar producten voor gebreken door materiaal-
en/of fabrieksfouten.
Het recht op garantie op nieuwe motoren geldt gedurende een periode van
24 maanden vanaf het moment van levering aan de eindgebruiker of
gedurende maximaal 2000 bedrijfsuren, afhankelijk van welke van deze
maximum termijnen het eerste bereikt wordt. In ieder geval verloopt de
garantieperiode uiterlijk na 26 maanden (28 maanden als de levering
buiten Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
Voor wat betreft elektrische en hydraulische onderdelen, slangen, riemen,
dichtingselementen, injectieverstuivers, koppelingen, transmissie is de
garantietermijn 12 maanden vanaf het moment van levering aan de
eindgebruiker of maximaal 2000 bedrijfsuren afhankelijk van welke van
deze maximum termijnen het eerste bereikt wordt. In ieder geval verloopt
de garantieperiode uiterlijk na 14 maanden (16 maanden als de levering
buiten Europa plaatsvindt) na levering franco fabriek.
De kosten van smeermiddelen en verbruiksmaterialen zullen in ieder geval wel
in rekening gebracht worden.
Eventuele verzendkosten zijn voor rekening van de koper en de kosten van
inspecties waar de koper om gevraagd heeft en die door TELAIR aanvaard zijn,
zijn ook voor rekening van de koper.
De garantie is alleen geldig als:
de klant de periodieke onderhoudsvoorschriften in acht genomen heeft en als
de klant zich indien nodig onmiddellijk tot het dichtstbijzijnde servicecentrum
gewend heeft;
de klant in staat is om een bewijs te laten zien waaruit de verkoopdatum blijkt
(rekening of kassabon).
Het bewijs moet zodanig bewaard worden dat het intact blijft en moet bij het
aanvragen van service aan het Servicecentrum van TELAIR getoond worden.
In ieder geval wordt elk recht van de koper op het volgende uitgesloten geacht:
het contract te ontbinden;
schadevergoeding voor schade aan personen en voorwerpen te vragen;
in geval van gebreken of storingen aan het product om verlenging van de
garantie te vragen.
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
22
ELEKTRISCH SCHEMA ENERGY 8012 GAS
ROSE
GRUS
ROOD
ZWART
BRUIN
GEEL
PAARS
BLAUW
WIT
GROEN
BRUIN
WIT
GEEL
BLAUW
GROEN
ORANJE
ROSE
ZWART
ROOD
ZWART
ROOD
ORANJE
ROSE
WIT
WIT
GRUS
GRUS
GEEL
ROOD
WIT
BLAUW
GROEN
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
23
Denomination
Zekering 4 A
NTC zomer-/wintervulling
Startmotor
Ontstekingsspoel
Bekrachtigingslamp
Elektromagnetische gasklep
Drukregelaar
Vlotter motorolie
Temperatuurvoeler choke
Temperatuurvoeler motor
Vlotter brandstofreserve
Pos.
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Denomination
Elektronisch bedieningspaneel
Stekkerverbinding bedieningspaneel
Startrelais
Elektronische kaart
Stekkerverbinding drukregelaar
Rotor
Wisselstroomdynamo
Stator
Stekkerverbinding brandstofreserve
Vermogensklemmenstrook
Zekering 80 A
Pos.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
24
TEKENING VOOR ONDERDELENLIJST ENERGY 8012 GAS
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
25
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
26
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
27
Pos.
Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
1
03895
N. 1
Cofano superiore
Upper hood
Capot supérieur
Obere Haube
Bovenste kap
Capo superior
2
00632
N. 7
Antivibrante
Vibration damper
Antivibratoire
Schwingungsdämpfendes
Element
Trillingsdemper
Anti-vibrador
3
01671
N. 2
Staffa ancoraggio
Anchor clamp
Bride de fixation
Befestigungsbügel
Verankeringsbeugel
Estribo de anclaje
4
03805
N. 1
Tassello Portacavi Gas
Gas cable holder
Serre-câbles Gaz
Aufnahme Kabel/Gassch.
Steunprofiel voor sno-
eren/gasslang
Pasador Porta-cables Gas
5
03904
N. 1
Isolante Superiore Cofano
Upper hood insulation
Isolation supérieure coffre
Isolierung für obere Haube
Isolatie boven voor kap
Aislante Superior Capó
6
03906
N. 1
Isolante Sinistro Cofano
Left hood insulation
Isolation Gauche Coffre
Isolierung links für Haube
Isolatie links voor kap
Aislante Izquierdo Capó
7
03907
N. 1
Isolante Posteriore Cofano
Rear hood insulation
Isolation Arrière Coffre
Isolierung hinten für Haube
Isolatie achter voor kap
Aislante Trasero Capó
8
03905
N. 1
Isolante Destro Cofano
Right hood insulation
Isolation Droite Coffre
Isolierung rechts für Haube
Isolatie rechts voor kap
Aislante Derecho Capó
9
03894
N. 1
Basamento cassa
Case base
Base de la caisse
Kasten-Grundrahmen
Onderstel kast
Base caja
10
03903
N. 1
Isolante Basamento
Base insulation
Isolation Base
Isolierung für Grundrahmen
Isolatie voor onderstel
Aislante Base
11
03809
N. 1
Barriera Antirumore Poste-
riore
Rear antinoise barrier
Barrière anti-bruit Arrière
Lärmbarriere hinten
Geluidsbarrière achter
Barrrera Anti-ruido Trasero
12
03807
N. 1
Barriera Antirumore Destra
Right antinoise barrier
Barrière Antibruit Droite
Lärmbarriere rechts
Geluidsbarrière rechts
Barrrera Anti-ruido Derecha
13
01829
N. 1
Lamiera di chiusura sportel-
lo
Door closing plate
Tôle de fermeture de porte
Türblech
Afdekplaat deurtje
Chapa cierre puerta
14
01224
N. 1
Serratura
Lock
Serrure
Schloss
Slot
Cerradura
15
01830
N. 1
Convogliatore marmitta
Muffler conveyor
Convoyeur pot
d’échappement
Auspufftopf-Leitblech
Geleider knaldemper
Transportador silenciador
escape
16
01833
N. 1
Piastrina di scarico
Exhaust plate
Plaquette d’échappement
Auslassplatte
Uitlaatplaatje
Chapa de descarga
17
01827
N. 1
Chiusura convogliamento
marmitta
Muffler conveyance closure
Fermeture du convoyeur pot
d’échappement
Verschluss des Auspufftopf-
Leitblechs
Afdekking geleider knal-
demper
Cierre transportador silen-
ciador escape
18
01061
N. 1
Marmitta
Muffler
Pot d’échappement
Auspufftopf
Knaldemper
Silenciador de escape
19
01178
N. 1
Fascetta
Clamp
Collier
Schelle
Bandje
Abrazadera
20
02058
N. 2
Rondella piana
Plain washer
Rondelle plate
Flachscheibe
Platte onderlegring
Arandela plana
21
02057
N. 1
Rete metallica
Wire netting
Grille métallique
Metallgitter
Metalen rooster
Red de alambre
22
01177
N. 1
Terminale di scarico
Muffler end pipe
Partie terminale pot
d’échapp.
Auspuff-Endrohr
Uiteinde uitlaat
Tubo de descarga
23
03742
N. 1
Staffa Supporto Alternatore
Alternator support bracket
Bride Support Alternateur
Tragbügel für Lichtmaschine
Steunbeugel voor dynamo
Estribo Soporte Alternador
24
01432
N. 1
Tappo olio
Oil plug
Bouchon de l’huile
Ölschraube
Oliedop
Tapon aceite
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
28
Pos.
Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
25
00980
N. 1
Raccordo olio motore YA-
MAHA
YAMAHA motor oil fitting
Raccord huile moteur YA-
MAHA
Ölanschluss für YAMAHA-
Motor
Oliekoppeling YAMAHA
motor
Empalme aceite mot. YA-
MAHA
26
02115
N. 1
Guarniz 14X20X1.5 AL-
LUMINIO
Gasket 14X20X1.5 ALU-
MINUM
Joint 14X20X1.5 ALUMI-
NIUM
Dichtung 14X20X1.5
ALUMINIUM
Afdichting 14X20X1.5
ALUMINIUM
Junta 14X20X1.5 ALU-
MINIO
27
01409
N. 1
Scatola filtro aria
Air filter box
Boîtier du filtre à air
Luftfiltergehause
Behuizing luchtfilter
Cajà filtro aire
28
02812
N. 1
Rete porta filtro
Filter holding net
Filet porte-filtre
Filtertragnetz
Filterhoudernet
Red porta-filtro
29
02060
N. 1
Filtro aria
Air cleaner
Filtre à air
Luftfilter
Luchtfilter
Filtro aire
30
02271
N. 1
Coperchio filtro aria
Air filter lid
Couvercle du filtre à air
Luftfilterdeckel
Kap luchfilter
Tapa filtro aire
31
04030
N. 1
Regolatore dell’Alternatore
Alternator regulator
Régulateur de l'Alternateur
Regler der Lichtmaschine
Regelaar dynamo
Regulador del Alternador
32
03928
N. 1
Staffa Sostegno Regolato-
re
Regulator bearing bracket
Bride de Support du
Régulateur
Tragbügel für Regler
Steunbeugel voor regelaar
Estribo Soporte Regulador
33
02314
N. 1
Termostato 45°
Thermostat 45°
Thermostat 45°
Thermostat 45°
Thermostaat 45°
Termostato 45°
34
01128
N. 1
Termostato 90°
Thermostat 90°
Thermostat 90°
Thermostat 90°
Thermostaat 90°
Termostato 90°
35
01176
N. 1
Motore YAMAHA
YAMAHA motor
Moteur YAMAHA
Motor YAMAHA
YAMAHA motor
Motor YAMAHA
36
02743
N. 1
Candela
Plug
Bougie
Zündkerze
Bougie
Bujia
37
04031
N. 1
Cavo raccordo GAS-8012
GAS-8012 fitting cable
Câble raccord GAS-8012
Verbindungskabel GAS-
8012
Verbindingskabel GAS-
8012
Cable de empalme GAS-
8012
38
03796
N. 1
Cavo 5 m da generatore a
Pannello di controllo
5 m cable from generating
set to control panel
Câble 5 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
5 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
5 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
Cable 5 m de generador a
panel de control
39
03797
N. 1
Cavo 7 m da generatore a
Pannello di controllo
7 m cable from generating
set to control panel
Câble 7 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
7 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
7 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
Cable 7 m de generador a
panel de control
40
03798
N. 1
Cavo 10 m da generatore
a Pannello di controllo
10 m cable from generat-
ing set to control panel
Câble 10 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
10 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
10 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
Cable 10 m de generador
a panel de control
41
03799
N. 1
Cavo 15 m da generatore
a Pannello di controllo
15 m cable from generat-
ing set to control panel
Câble 15 m du Générateur
au Panneau de Contrôle
15 m Kabel von Generator
zu Bedienpanel
15 m kabel van generator
naar bedieningspaneel
Cable 15 m de generador
a panel de control
42
03790
N. 1
Pannello di controllo E-
NERGY 8012 G
ENERGY 8012 G control
panel
Tableau/contrôle ENERGY
8012 G
Bedienpanel ENERGY
8012 G
Schakelpaneel ENERGY
8012 G
Panel de control ENERGY
8012 G
43
03763
N. 1
Lampada 12 V / 3 W
12 V / 3 W lamp
Lampe 12 V / 3 W
Lampe 12 V / 3 W
Lamp 12 V / 3 W
Bombilla 12 V / 3 W
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
29
Pos.
Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
44
03765
N. 1
Portalampade
Lamp holder
Douilles
Lampenhalterung
Lamphouder
Portabombilla
45
02884
N. 1
Fusibile 80 A
80 A fuse
Fusible 80 A
80 A Sicherung
Zekering 80 A
Fisible 80 A
46
02883
N. 1
Potafusibile 80 A
80 A fuse carrier
Tableau des fusibles 80 A
80 A Sicherungshalter
Zekeringhouder 80 A
Portafusible 80 A
47
01405
N. 2
Morsetto LEGRAND 2x35
LEGRAND 2x35 terminal
Borne LEGRAND 2x35
Klemme LEGRAND 2x35
Aansluitklem LEGRAND
2x35
Borne LEGRAND 2x35
48
04032
N. 1
Cablaggio + Circuito stam-
pato
Wiring + Printed circuit
Câblage + Circuit imprimé
Verkabelung + Gedruckte
Schaltung
Bedrading + Gedrukte
schakeling
Cableado + Circuito Im-
preso
49
04033
N. 1
Cablaggio di potenza
Power wiring
Câblage de puissance
Leistungskabel
Vermogensbedrading
Cableado de potencia
50
03823
N. 1
Fondo Scatola di Coman-
do
Control box bottom
Base Boîtier de
Commande
Boden der Steuerbox
Bodem besturingskast
Fondo escala de Mando
51
03440
N. 4
Distanziale Esagonale
M3x8
Hexagonal M3x8 spacer
Entretoise Hexagonale
M3x8
Distanzstück Sechskant
M3x8
Zeskantafstandshouder
M3x8
Separador Hexagonal
M3x8
52
00235
N. 1
Zoccolo per Relè 12 V/70 A
Base for 12 V/70 A relay
Culot pour Relais 12 V/70 A
Sockel für Relais 12 V/70 A
Sokkel voor relais 12 V/70 A
Zócalo para Relé 12 V/70 A
53
00093
N. 1
Relè 12 V/70 A
12 V/70 A Relay
Relais 12 V/70 A
Relais 12 V/70 A
Relais 12 V/70A
Rele 12 V/70 A
54
03822
N. 1
Scatola di Comando
Control box
Boîtier de Commande
Steuerbox
Besturingskast
Caja de Mando
55
01603
N. 1
Piastra fissaggio Potafusi-
bile 4 A
Fastening plate for 4 A fu-
se carrier
Plaque de fixation tableau
des fusibles 4 A
Befestigungsplatte 4 A Si-
cherungshalter
Bevestigingsplaat Zeker-
inghouder 4 A
Placa fijación Portafusible
4 A
56
01605
N. 1
Potafusibile 4 A
4 A fuse carrier
Tableau des fusibles 4 A
4 A Sicherungshalter
Zekeringhouder 4 A
Portafusible 4 A
57
02688
N. 1
Fusibile 4 A
4 A fuse
Fusible 4 A
4 A Sicherung
Zekering 4 A
Fisible 4 A
58
03764
N. 1
Spia verde
Green warning light
Voyant vert
Grüne Kontrollleuchte
Groen controlelampje
Piloto verde
59
00931
N. 2
Rondella in alluminio
Aluminium washer
Rondelle en aluminium
Alu-Scheibe
Onderlegring van alumi-
nium
Arandela aluminio
60
01936
N. 1
Prolunga
Extension
Rallonge
Verlängerung
Verlengstuk
Prolonga
61
00810
N. 1
Tappo
Cap
Bouchon
Kappe
Dop
Tapon
62
00478
N. 1
Raccordo 90° 1/8 MF
1/8 MF union elbow
Raccord 90° 1/8 MF
Anschlussstuck 90° 1/8 MF
Koppeling 90° 1/8 MF
Empalme 90° 1/8 MF
63
04034
N. 1
Statore alternatore
Alternator stator
Stator de l’alternateur
Stator der Lichtmaschine
Stator dynamo
Estator alternador
64
04035
N. 1
Rotore alternatore
Alternator rotor
Rotor de l’alternateur
Rotor der Lichtmaschine
Rotor dynamo
Rotor alternador
65
00299
N. 1
Motore EL. 12 V 0,30 kW
El. Motor 12 V 0.30 kW
Moteur él. 12 V 0,30 kW
Elektromotor 12 V 0,30 kW
El. motor 12 V 0,30 kW
Motor el. 12 V 0,30 kW
66
03739
N. 1
Flangia attacco Alternatore
Alternator connecting flange
Bride de fixation de
l'Alternateur
Befestigungsflansch für
Lichtmaschine
Bevestigingsflens dynamo
Brida conexión Alternador
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
30
Pos.
Code Q.tà
Descrizione
Description
Dèsignation
Bezeichnung
Denomination
Descripcion
67
03727
N. 1
Corona Dentata
Ring gear
Couronne dentée
Zahnkranz
Tandkrans
Corona Dentada
68
03773
N. 1
Mozzo Flangiato
Flanged hub
Moyeu à bride
Flanschnabe
Flensnaaf
Cubo Embridado
69
01023
N. 1
Ventola
Fan
Ventilateur
Lüfterrad
Ventilator
Ventilador
70
01431
N. 1
Fusione ATR 2503/C1
ATR 2503/C1 Casting
Moulage ATR 2503/C1
Gussteil ATR 2503/C1
Gietwerk ATR 2503/C1
Fundicion ATR 2503/C1
71
05522
N. 4
Vite M 6x100
M 6x100 Screw
Vis M 6x100
Schraube M 6x100
Schroef M6x100
Tornillo M 6x100
72
01351
N. 1
Miscelatore Gigleur 2,7
Gicleur 2.7 mixer
Mélangeur Gigleur 2,7
Mischer Gigleur 2,7
Menger Gigleur 2,7
Mezclador Gigleur 2,7
73
03834
N. 1
Raccordo GAS a 90°
GAS union elbow
Raccord GAZ à 90°
GAS Anschluss 90°
GAS aansluiting 90°
Conexión GAS a 90º
74
03855
N. 1
Tubo raccordo GAS
GAS union pipe
Tuyau de raccord GAZ
GAS Anschlussleitung
GAS aansluitpijp
Tubo conexión GAS
75
03422
N. 1
Anello di serraggio
Locking ring
Bague de serrage
Arretierring
Klemring
Anillo de apretado
76
03423
N. 1
Ghiera di serraggio
Locking ring nut
Douille de serrage
Befestigungsschraube
Klemmoer
Virola de apretado
77
04042
N. 1
Raccordo uscita GAS
GAS output fitting
Raccord sortie GAZ
Anschluss Ausgang GAS
GAS uitlaatkoppeling
Conexión salida GAS
78
00931
N. 1
Rondella in alluminio
Aluminium washer
Rondelle en aluminium
Alu-Scheibe
Onderlegring van alumi-
nium
Arandela aluminio
79
02292
N. 1
Bobina Choke 12 V / 18 W
Choke 12 V / 18 W coil
Bobine étrangleur 12 V / 18
W
Spule Choke 12V/18V
Chokespoel 12 V / 18 W
Capuchón Choke 12 V / 18
W
80
01349
N. 1
Riduttore Pressione GAS
GAS pressure reducer
Manodétendeur GAZ
GAS Druckreduzierer
GAS drukregelaar
Reductor Presión GAS
81
01344
N. 1
Bobina GAS 12 V
GAS 12 V coil
Bobine GAZ 12 V
Spule GAS 12 V
Gasspoel 12 V
Capuchón GAS 12 V
82
05570
N. 1
Raccordo ingresso GAS
GAS input fitting
Raccord d'admission GAZ
Anschlusss Eingang GAS
GAS inlaatkoppeling
Conexión entrada GAS
Vers. 001
Energy 8012 G
NL
31
Aantekeningen
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
...............................................................................................................................................................
Energy 8012 G
Vers. 001
NL
32
Contro Copertina
Telair
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Telair Energy 8012 GAS Handleiding

Type
Handleiding