Alpha innotec LW 161HV de handleiding

Type
de handleiding
NL
Lucht/Water-warmtepompen
Binnenopstelling
Installatie- en
gebruikershandleiding
LW 161 H(L)/V
83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding
2
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
A.u.b. eerst lezen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het
gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het product
en dient in de directe omgeving van het apparaat te wor-
den bewaard. Ze moet beschikbaar blijven zolang het appa-
raat wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershand-
leiding aan de volgende gebruikers van het apparaat door.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens met
de werkzaamheden aan en met het apparaat te beginnen.
Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid’. Volg alle aanwijzingen vol-
ledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen bevat
die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of onduide-
lijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de lokale partner
van de fabrikant raadplegen.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor
meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten dat
u de parameters van het juiste model volgt.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor de perso-
nen die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrouwe-
lijk mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd.
Deze mag noch geheel noch gedeeltelijk en in geen enke-
le vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd,
in elektronische systemen worden opgeslagen of in een an-
dere taal worden vertaald, zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant.
Pictogrammen
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogram-
men. De betekenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd vak-
personeel.
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar let-
sel of de dood kan leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar
letsel of de dood kan leiden.
VOORZICHTIG!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middel-
zwaar of lichter letsel kan leiden.
LET OP
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële schade
kan veroorzaken.
AANWIJZING.
Gemarkeerde informatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Dit zijn adviezen om u te helpen energie, grond-
stoffen en kosten te besparen.
Verwijzing naar andere passages van de installatie-
en gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fabri-
kant.
3
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN
GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN ..............................................................................2
PICTOGRAMMEN ..................................................................................2
DOELMATIG GEBRUIK ......................................................................... 4
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID ...............................................4
EG-CONFORMITEIT..............................................................................4
VEILIGHEID ..............................................................................................4
KLANTENSERVICE ................................................................................. 5
GARANTIE/VRIJWARING ....................................................................5
VERWIJDERING ......................................................................................5
WERKWIJZE VAN WARMTEPOMPEN ..............................................6
TOEPASSINGSGEBIED ...........................................................................6
ENERGIEMETING ...................................................................................6
BEDRIJF ...................................................................................................... 6
SCHOONHOUDEN VAN HET APPARAAT .....................................7
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT ..............................................7
Reinigen en spoelen van componenten ....................................... 7
STORING ..................................................................................................7
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
LEVERINGSOMVANG ...........................................................................8
Hoofdcomponenten ......................................................................... 9
OPSTELLING EN MONTAGE ..............................................................9
Opstellingsplaats ...............................................................................9
Geluid ................................................................................................10
Transport naar de opstellingsplaats ............................................11
Opstelling .......................................................................................... 14
Montage van de luchtkanalen .......................................................14
Montage/aansluiting op het verwarmingscircuit .......................18
Condensafvoer ................................................................................18
DRUKBEVEILIGING .............................................................................18
CIRCULATIEPOMP ............................................................................... 19
BUFFERVAT .............................................................................................19
WARMWATERBEREIDING ................................................................19
BUFFER WARM TAPWATER ............................................................... 19
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..........................................................19
SPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN
VAN DE INSTALLATIE ..................................................................21
Waterkwaliteit van het vul- en
aanvullende water volgens VDI 2035 ...................................21
ISOLATIE VAN DE HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN ...........22
MONTAGE VAN HET BEDIENINGSELEMENT .............................23
MONTAGE EN DEMONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM .......24
Veiligheidstemperatuurbegrenzer................................................25
OVERSTORTVENTIEL .......................................................................... 26
Instellen van het overstortventiel ...............................................26
DEMONTAGE ........................................................................................26
TECHNISCHE GEGEVENS/LEVERINGSOMVANG......................27
VERMOGENSCURVES .........................................................................28
Verwarmingsvermogen/COP / opgenomen vermogen /
drukverlies warmtepomp
MAATSCHETSEN
LW 160H/V ......................................................................................29
LW 160HL/V ....................................................................................29
OPSTELLINGSSCHEMA’S
Opstellingsschema versie 1 ..........................................................30
Opstellingsschema versie 2 ..........................................................31
Opstellingsschema versie 3 ..........................................................32
Opstellingsschema versie 4 ..........................................................33
HYDRAULISCHE INTEGRATIE
Geschakelde buffervaten ............................................................... 34
Scheidingsbuffervat .........................................................................35
Legenda hydraulische integratie ...................................................36
AANSLUITSCHEMA .............................................................................37
STROOMSCHEMA’S ............................................................................38
EG-CONFORMITEITSVERKLARING...............................................43
4
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Doelmatig gebruik
Het apparaat mag uitsluitend voor het bestemde doel wor-
den gebruikt. D.w.z.:
als verwarming,
als bereiding van warm tapwater.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de tech-
nische parameters worden gebruikt.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’.
AANWIJZING.
Meld de warmtepomp of het warmtepompsysteem
aan bij het lokale energiebedrijf.
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door on-
juist gebruik van het apparaat wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn com-
ponenten zijn uitgevoerd die niet conform deze
handleiding worden;
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn com-
ponenten onvakkundig worden uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan het apparaat zijn uit-
gevoerd die niet in deze handleiding beschreven
worden en waarvoor de fabrikant geen uitdrukke-
lijke schriftelijke toestemming heeft gegeven;
indien het apparaat of componenten in het apparaat
zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van
de fabrikant veranderd, omgebouwd of gedemon-
teerd worden.
EG-conformiteit
Het apparaat is voorzien van de CE-markering.
EG-conformiteitsverklaring.
Veiligheid
Het apparaat is gebruiksveilig, indien gebruikt voor het be-
stemde doel. Het apparaat is ontworpen en gebouwd vol-
gens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke
DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installatie-
en gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, al-
vorens met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit
geldt ook voor personen die al met een dergelijk apparaat
hebben gewerkt of door de fabrikant zijn opgeleid.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal gelden-
de ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften naleven.
Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van bescher-
mende kleding.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij – 90 se-
conden wachten = restspanning aan de in-
verter – en beveilig deze tegen herinschake-
len, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerd vakpersoneel (verwar-
mings-, koelinstallatie- en elektromonteurs)
mag aan dit apparaat en de componenten
ervan werken.
WAARSCHUWING!
Het apparaat bevat koudemiddel!
Indien er koudemiddel door een lek ont-
snapt, kan dit persoonlijk letsel en milieu-
schade veroorzaken. Daarom:
Installatie uitschakelen.
De door de fabrikant geautoriseerde
klantenservice op de hoogte stellen.
LET OP
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
koppel dit apparaat nooit van het stroomnet los,
behalve als het moet worden geopend.
5
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LET OP
De warmtepomp uitsluitend binnen opstellen en al-
leen met buitenlucht als warmtebron gebruiken. De
luchtkanalen moeten in de buitenlucht uitmonden.
Ze mogen niet versmald of geblokkeerd worden.
Maatschets en opstellingstekening van het betref-
fende type apparaat.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat pas in, als de luchtka-
nalen gemonteerd zijn.
Tref aan de ventilatorkant maatregelen om
letsel door de roterende ventilator uit te
sluiten (bovenaardse luchtkanaaluitgang: be-
schermrooster tegen weersinvloeden; indien
luchtkanaaluitgang onderaards: bescherm-
rooster tegen regen; beide producten zijn
niet in de leveringsomvang inbegrepen).
LET OP
Het is niet toegestaan om de warmtepomp in een
ventilatiesysteem te integreren. Het is niet toege-
staan om de afgekoelde lucht te gebruiken om te
koelen.
LET OP
De omgevingslucht op de plaats waar de warmte-
pomp is opgesteld en de lucht die als warmtebron
wordt aangezogen, mogen absoluut geen corro-
sieve bestanddelen bevatten!
Bestanddelen zoals ammoniak, zwavel, chloor, zout,
rioolgassen, rookgassen enz. kunnen schade aan de
warmtepomp veroorzaken, die zelfs tot een com-
plete uitval of total loss van de warmtepomp kan
leiden!
Opstelling dicht bij de kust is wel mogelijk.
VOORZICHTIG!
In de luchtuitlaatzone is de temperatuur van
de lucht ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de lucht-
uitlaatzone een ijslaag ontstaan. De warmte-
pomp zo opstellen, dat de lucht niet wordt
uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installa-
teur of bij de lokale partner van de fabrikant.
Voor een actuele lijst en andere partners van de fabrikant,
zie:
DE: www.alpha-innotec.de
EU: www.alpha-innotec.com
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoop-
documenten terugvinden.
AANWIJZING.
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en
garantieaangelegenheden.
Verwijdering
Als het apparaat wordt afgedankt, dienen de lokaal gelden-
de wetten, richtlijnen en normen voor de terugwinning, re-
cycling en verwijdering van hulpstoffen en onderdelen van
koelmachines te worden nageleefd.
‘Demontage’.
6
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Werkwijze van warmtepompen
Warmtepompen werken volgens het principe van een koel-
kast: dezelfde techniek, maar met omgekeerde opbrengst.
De koelkast onttrekt warmte aan de levensmiddelen. De-
ze geeft hij via lamellen aan de achterkant af aan de ruimte.
De warmtepomp onttrekt warmte uit de lucht, de bodem
of het grondwater in onze directe omgeving. Deze verkre-
gen warmte wordt in het apparaat voor verder gebruik ge-
schikt gemaakt en aan het verwarmingswater doorgegeven.
Al vriest het dat het kraakt, de warmtepomp kan toch al-
tijd nog genoeg warmte winnen om een huis mee te ver-
warmen.
Voorbeeldschets van een brine-waterwarmtepomp met
vloerverwarming:
4
4 = nuttige energie
ca.
3
4 = milieu-energie
ca.
1
4 = toegevoerde elektrische energie
Toepassingsgebied
Rekening houdend met de omgevingssituatie, toepassings-
grenzen en geldende voorschriften kan elke warmtepomp
in een nieuwe of bestaande verwarmingsinstallatie worden
ingebouwd.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’.
Energiemeting
Behalve de documentatie van de efciency van de installa-
tie, wordt door EEWärmeG (Duitse wet op het gebruik van
duurzame energie voor verwarming) ook een energiemeting
(hierna WME) verplicht. De WME is bij lucht/water-warmte-
pompen voorgeschreven. Bij brine/water- en water/water-
warmtepompen moet een WME pas vanaf een aanvoertem-
peratuur ≥ 35°C worden geïnstalleerd. De WME moet de
complete warmte-energieafgifte (verwarming en warm tap-
water) aan het gebouw registreren. Bij warmtepompen met
een energiemeting gebeurt de analyse via de regelaar. Deze
geeft in kWh de thermische energie aan die in het verwar-
mingssysteem werd afgegeven.
Bedrijf
Door uw besluit om een warmtepomp of warmtepomp-
systeem te gaan gebruiken, zult u jarenlang bijdragen aan de
bescherming van het milieu vanwege de geringe emissies en
het lage primaire energieverbruik van het systeem.
Het warmtepompsysteem wordt bediend en gestuurd met
de verwarmings- en warmtepompregelaar.
AANWIJZING.
Let op de juiste instellingen van de regelaars.
Handleiding van de verwarmings- en warmte-
pompregelaar.
Als u uw warmtepomp of warmtepompinstallatie op efci-
ente en milieuvriendelijke wijze als verwarming wilt gebrui-
ken, let dan op het volgende:
ENERGIEBESPARINGSTIP
Vermijd onnodig hoge aanvoertemperaturen.
Hoe lager de aanvoertemperatuur aan de cv-
waterzijde, des te efciënter werkt de installatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Ventileer ruimtes liever kort en krachtig. Deze ma-
nier van ventileren vermindert het energieverbruik
in vergelijking met voortdurend openstaande ra-
men en bespaart energie.
7
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Schoonhouden van het
apparaat
De buitenzijde van het apparaat kan met een vochtige doek
en normale schoonmaakmiddelen worden gereinigd.
Gebruik geen reinigings- en onderhoudsmiddelen die schu-
ren of zuur en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadi-
gen het oppervlak en kunnen eventueel technische schade
aan het apparaat veroorzaken.
Onderhoud van het apparaat
Het koudemiddelcircuit van de warmtepomp heeft geen pe-
riodiek onderhoud nodig.
Volgens de EU-verordening (EG) 517/2014 zijn lekcontroles
en het bijhouden van een logboek bij bepaalde warmtepom-
pen voorgeschreven!
Logboek voor warmtepompen, hoofdstuk ‘Instruc-
ties voor het gebruik van het logboek’.
De componenten van het verwarmingscircuit en de warm-
tebron (ventielen, expansievaten, circulatiepompen, lters,
vuilvangers) moeten indien nodig, maar ten minste jaarlijks,
door gekwaliceerd vakpersoneel (verwarmings- of koelin-
ginstallateurs) gecontroleerd of gereinigd worden.
Wij raden u aan een onderhoudscontract met een gespeci-
aliseerd bedrijf af te sluiten. Deze zal de benodigde onder-
houdswerkzaamheden regelmatig uitvoeren.
LET OP
Controleer regelmatig of het condensaat onge-
hinderd uit het apparaat kan weglopen. Hiervoor
dienen de condensaatbak in het apparaat en de
condenswaterafvoer regelmatig te worden gecon-
troleerd op verontreiniging/verstopping en indien
nodig te worden gereinigd.
REINIGEN EN SPOELEN VAN COMPONENTEN
VOORZICHTIG!
Componenten mogen alleen worden gerei-
nigd en doorgespoeld door onderhoudsper-
soneel dat door de fabrikant daartoe is ge-
autoriseerd. Er mogen alleen vloeistoffen
worden gebruikt die de fabrikant heeft aan-
bevolen.
Als de condensor met chemisch schoon-
maakmiddel gespoeld is, moet het systeem
geneutraliseerd en intensief met water
doorgespoeld worden. Houd daarbij reke-
ning met de technische gegevens van de fa-
brikant van de warmtewisselaar.
Storing
Bij storingen kunt u de oorzaak uitlezen via het diagnose-
programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Gebruikers- en installatiehandleiding van de ver-
warmings- en warmtepompregelaar.
VOORZICHTIG!
Alleen door de fabrikant geautoriseerd klan-
tenservicepersoneel mag onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden aan de compo-
nenten van het apparaat uitvoeren.
Houd er rekening mee dat er geen storing gemeld wordt,
als de veiligheidstemperatuurbegrenzer aan het elektrische
verwarmingselement geactiveerd is (afhankelijk van het type
apparaat).
‘Inbedrijfstelling’, hoofdstuk ‘Veiligheidstempera-
tuurbegrenzer’.
8
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Leveringsomvang
Voorbeeldopstelling van de leveringsomvang:
Aanzicht 1:
Aanzicht 2:
Warmtepomp met een compleet
hermetisch gesloten compressor, alle
veiligheidsonderdelen voor de bewaking van
het koudemiddelcircuit, een ingebouwde
verwarmings- en warmtepompregelaar, in
het apparaat gemonteerde sensoren voor de
meting van de temperatuur van het hete gas
en de aanvoer- en retourtemperatuur van het
cv-water, en een slang voor de condensafvoer
(op de warmtepomp aangesloten),
geïntegreerde circulatiepomp:
UPM GEO 25-85 180 PWM
.
Controleer de geleverde goederen visueel op zicht-
bare beschadiging.
Controleer of de levering volledig is.
Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren.
AANWIJZING.
Controleer het apparaattype. Controleer de lucht-
uitblaasrichting van het apparaat.
Apparaten met de afkorting L in het typenummer
blazen de lucht naar links uit (vanaf bedieningszijde
gezien).
TOEBEHOREN DAT NOODZAKELIJK IS VOOR EEN GOEDE
WERKING
LET OP
Gebruik uitsluitend origineel toebehoren van de fa-
brikant van het apparaat.
Luchtkanalen (met luchtkanaaltoebehoren) moeten extra
worden besteld.
ANDER TOEBEHOREN
Het installatietoebehoren (exibele koppelingen) voor
lucht/water-warmtepompen voor binnenopstelling moet u
extra bestellen.
9
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
HOOFDCOMPONENTEN
1
2
1 ventilator
2 schakelaar
3
4
2
1
1 verdamper
2 elektrische verwarmingselement
3 compressor
4 condensor
HOOFDCOMPONENTEN
1 ventilator
2 condensor
3 compressor
4 schakelaar
5
Opstelling en montage
Bij alle werkzaamheden geldt:
AANWIJZING.
Neem de lokaal geldende voorschriften ter voor-
koming van ongevallen, de wettelijke voorschriften,
verordeningen en richtlijnen in acht.
AANWIJZING.
Let op de geluidswaarden van het betreffende type.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’,
hoofdstuk ‘Geluid’.
OPSTELLINGSPLAATS
VOORZICHTIG!
De warmtepomp mag uitsluitend binnen in gebou-
wen worden opgesteld.
De opstellingsruimte dient vorstvrij en droog te
zijn.
WAARSCHUWING!
Neem de ter plaatse geldende normen,
richtlijnen en voorschriften in acht, met na-
me het minimaal noodzakelijke ruimtevolu-
me in afhankelijkheid van het koudemiddel-
volume van de betreffende warmtepomp-
installatie (EN 378-1).
Koudemiddel Grenswaarde
R 134a 0,25 kg/m³
R 404A 0,48 kg/m³
R 407C 0,31 kg/m³
R 410A 0,44 kg/m³
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’,
hoofdstuk ‘Algemene apparaatgegevens’.
Minimaal ruimtevolume =
Koudemiddelvolume (kg)
Grenswaarde (kg/m³)
AANWIJZING.
Bij een opstelling van meerdere warmtepompen
van hetzelfde type hoeft slechts met één warmte-
pomp rekening te worden gehouden.
Bij opstelling van meerdere warmtepompen van
verschillende typen, moet de warmtepomp die de
meeste ruimte in beslag neemt, in aanmerking wor-
den genomen.
10
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
GELUID
Bij de betreffende opstellingsschema’s voor lucht-wa-
terwarmtepompen moeten de geluidsemissies van de
warmtepompen in acht worden genomen. De desbetreffen-
de regionale voorschriften moeten worden nageleefd.
AANWIJZING.
De volgende geluidsdrukniveaus zijn rekenwaar-
den. Andere opstellingssituaties, aangrenzende ge-
bouwen of geluidweerkaatsende vlakken kun-
nen het niveau verhogen. Een nauwkeurige bepa-
ling van het betreffende geluidsdrukniveau is alleen
door een meting ter plaatse mogelijk, wanneer de
warmtepomp al is opgesteld.
De volgende geluidsdrukniveaus ontstaan in afhankelijkheid van de afstand en de opstellingsvariant met richtfactor Q (zie te-
keningen):
LW 161
H(L)/V
Afstand tot de warmtepomp in m
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Richt-
factor Geluidsdrukniveau bij max. verwarmingsvermogen in dB(A)
Q
2
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
4
52 46 42,5 40 38 36,4 35,1 33,9 32,9 32 31,2 30,4 29,7 29,1 28,5 27,9 27,4 26,9 26,4 26
8
55 49 45,5 43 41 39,4 38,1 36,9 35,9 35 34,2 33,4 32,7 32,1 31,5 30,9 30,4 29,9 29,4 29
De richtfactor Q voor de verschillende opstellingsvarianten:
Q = 4
Q = 8
Bij 2 of meerdere apparaten van hetzelfde type warmtepomp
moet de betreffende niveaustijging worden opgeteld bij het
betreffende geluidsdrukniveau uit de volgende tabel:
Aantal n even luide
geluidsbronnen
Niveaustijging
∆ L in dB
1 0,0
2 3,0
3 4,8
4 6,0
5 7,0
6 7,8
7 8,5
8 9,0
9 9,5
10 10,0
12 10,8
Bij verschillende, niet even luide apparaten kan de niveausti-
jging uit het volgende diagram worden afgelezen:
Niveaustijging in dB
Niveauverschil in dB
Voorbeeld: Wanneer het niveauverschil tussen twee niet-ge-
lijke geluidsbronnen 5 dB bedraagt, dan resulteert dit in een
extra niveaustijging van 1,2 dB.
11
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
TRANSPORT NAAR DE OPSTELLINGSPLAATS
Om transportschade te vermijden, dient u het verpakte ap-
paraat met een vorkheftruck naar de denitieve plaats van
opstelling te transporteren.
Als transport naar de denitieve plaats van opstelling met
een heftruck niet mogelijk is, kunt u de warmtepomp ook
met een steekwagen of met behulp van buizen transporte-
ren.
Het apparaat optillen met behulp van buizen.
WAARSCHUWING!
Het apparaat is niet op een houten pallet
bevestigd. Bij het transport bestaat gevaar
voor omvallen! Gevaar van persoonlijk letsel
en materiële schade.
Adequate maatregelen treffen om het
gevaar voor omvallen te voorkomen.
LET OP
Trek of til niet aan componenten of hydraulische
aansluitingen tijdens het transport.
LET OP
Kantel het apparaat niet meer dan 45° (in alle rich-
tingen).
HET APPARAAT OPTILLEN MET BEHULP VAN BUIZEN
Het apparaat LW kan met
3
4" - respectievelijk 1"-buizen
worden opgetild (niet bijgeleverd). Hiervoor zijn passende
boorgaten in het frame van het apparaat aangebracht.
De onderste afdekplaten aan de voor- en achterzijde
van het apparaat verwijderen.
1 Snelsluitschroeven
2 Onderste afdekplaten
Hiervoor de snelsluitschroeven losdraaien. Draai deze
90° naar links.
De onderste afdekplaat bovenaan schuin naar voren
trekken, uitlichten en veilig neerzetten.
12
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De buizen door de gaten in het frame steken.
1
1
11
1 Gaten in het frame, voor- en achterzijde
De draadbomen en de componenten van het apparaat
niet met de buizen beschadigen. De buizen voorzichtig
langs de draadbomen en de componenten van het ap-
paraat heen steken.
Het apparaat met ten minste vier personen aan de bui-
zen optillen en naar de plaats van opstelling brengen.
VOORZICHTIG!
Het apparaat horizontaal dragen en tegen
verschuiving beveiligen.
Het apparaat op de plaats van opstelling neerzetten.
Verzeker u ervan dat het basisframe van het apparaat
plat op de ondergrond ligt.
Buizen verwijderen.
Als de elektrische aansluiting niet onmiddellijk daarna
wordt uitgevoerd, dient de onderste afdekplaat aan de
bedieningszijde weer te worden aangebracht.
INSCHUIFBARE VENTILATOR
Om het apparaat in kleine kelderruimten en door smalle
deuren of gangen te kunnen transporteren, kan de ventila-
tor ca. 10 cm in de kast worden geschoven:
LET OP
Schuif de ventilator alleen voor een transport in de
kast en trek hem direct na het transport weer uit
de kast.
De onderste afdekplaat aan de ventilatorzijde van het
apparaat verwijderen. Hiervoor de snelsluitschroeven
losdraaien. Draai deze 90° naar links.
1 Snelsluitschroeven
2 Onderste afdekplaten
13
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Vervolgens aan beide zijden de geleidestaven telkens
ophangen in de sleutelgatvormige gaten van de boven-
ste plaatstrip binnen in het apparaat.
Aan de binnenzijde van het apparaat alle vier de moe-
ren (M12) van de schroefverbindingen van de ventila-
tor losdraaien en samen met de sluitringen wegnemen.
De ventilator in de richting van de verdamper tot aan
de bovenste plaatstrip in het apparaat schuiven.
1 bovenste plaatstrip binnen
in het apparaat
De bijgeleverde schroeven M12 x 40 (2x) door de ven-
tilator en de bovenste plaatstrip steken en met moe-
ren M12 bevestigen.
De onderste afdekplaat bovenaan schuin naar voren
trekken, uitlichten en veilig neerzetten.
De schroeven aan de onderzijde van de bovenste af-
dekplaat verwijderen.
De afdekplaat schuin optillen, uitlichten en veilig neer-
zetten.
Vervolgens ook de zijplaten van het apparaat verwijde-
ren en op een veilige plek neerzetten.
Aan de ventilator de beide bijgeleverde geleidestaven
door de plaatstrip en ventilator steken.
14
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
MONTAGE VAN DE LUCHTKANALEN
LET OP
Gebruik alleen origineel toebehoren of door de fa-
brikant aanbevolen luchtkanalen.
Monteer de luchtkanalen uitsluitend volgens het
opstellingsschema van uw type apparaat.
Opstellingsschema voor het betreffende apparaat-
type.
ASSEMBLAGE EN MONTAGE VAN DE WANDDOORVOER(EN)
Neem de elementen voor de assemblage van de wand-
doorvoer(en) uit de betreffende doos.
Steek eerst 2 bij elkaar horende elementen van de
wanddoorvoer(en) ineen, zoals afgebeeld op de teke-
ning. Gebruik hiervoor het bijgeleverde glijmiddel.
Breng daarna een volgend element aan, zoals afgebeeld.
Het apparaat op de plaats van opstelling neerzetten.
Verzeker u ervan dat het basisframe van het apparaat
plat op de ondergrond ligt en het apparaat waterpas
staat.
De bevestigingsmoeren aan de bovenste plaatstrip los-
draaien en de bijbehorende schroeven verwijderen.
Aansluitend de ventilator uit het apparaat trekken en
weer aan het frame van het apparaat vastschroeven
(sluitringen niet vergeten).
De geleidestaven verwijderen en alle afdekplaten weer
aan het apparaat aanbrengen.
OPSTELLING
Stel het apparaat op een stevige, horizontale, bij voorkeur
akoestisch geïsoleerde ondergrond met voldoende draag-
vermogen op. Verzeker u ervan dat de ondergrond geschikt
is voor het gewicht van de warmtepomp.
VOORZICHTIG!
I
n de luchtuitlaatzone is de temperatuur van
de lucht ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de lucht-
uitlaatzone een ijslaag ontstaan.
De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht
niet wordt uitgeblazen op een weg waar ge-
lopen wordt.
LET OP
Kantel het apparaat niet meer dan 45° (in alle rich-
tingen).
AANWIJZING.
Neem het opstellingsschema voor het betreffende
type apparaat in acht. Bouwgrootte en minimale af-
standen in acht nemen.
Opstellingsschema voor het betreffende apparaat-
type.
Stel het apparaat zo op, dat de kant van de schakelkast
(= bedieningszijde) te allen tijde toegankelijk is.
15
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Draai de reeds ineengestoken delen 90° en breng on-
deraan het laatste element aan.
Draai de reeds ineengestoken delen nogmaals 90° en
breng de laatste verbinding tot stand.
Stabiliseer de wanddoorvoer aan de binnenzijde met
behulp van de bijgeleverde spaanplaten.
Plaats de wanddoorvoer vanaf de buitenkant van
het huis in het metselwerk. Dit kan ofwel in de ruw-
bouwfase gebeuren (door inmetseling) …
AANWIJZING.
De wanddoorvoeren moeten 1 cm uit de afge-
werkte buitengevel uitsteken.
1 Buitenzijde van het metselwerk
2 Wanddoorvoer in het metselwerk
aanbrengen (1 cm uit de afgewerkte
buitengevel laten uitsteken)
… of achteraf (met montageschuim in het metselwerk
bevestigen):
1 Afgewerkte buitengevel
AANWIJZING.
Wanddoorvoeren dienen voor de bevestiging in
de muuropening, ter voorkoming van koudebrug-
gen met het metselwerk en voor de montage van
een draadgaasrooster of een beschermrooster te-
gen weersinvloeden of regen.
ASSEMBLAGE EN MONTAGE VAN DE LUCHTKANALEN
Neem de elementen voor de assemblage van de lucht-
kanalen uit de betreffende doos.
Het ineensteken van de luchtkanalen gebeurt zoals be-
schreven in het hoofdstuk ‘Assemblage en montage van
de wanddoorvoer(en)’, .
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
BEVESTIGING VAN DE LUCHTKANALEN AAN DE
WARMTEPOMP
De montagelijst vastklikken en met speciale schroeven
bevestigen op de daarvoor aan het luchtkanaal voor de
luchtinlaatzijde bedoelde plaatsen.
Het bijgeleverde aansluitframe op de kant van het
luchtkanaal plakken.
Het luchtkanaal aan de betreffende luchtopening van
de luchtinlaatzijde positioneren.
Aan de luchtinlaatzijde van de warmtepomp 4 van de
bijgeleverde spanveren in de daarvoor bedoelde gaten
bevestigen.
De spanveren in de op het luchtkanaal vastgeschroefde
montagelijst haken.
De beschermkappen op de montagelijst bevestigen.
De stappen aan de luchtuitlaatzijde herhalen.
AANWIJZING.
Niet vergeten:
Als de luchtkanalen aan de warmtepomp beves-
tigd zijn, dient de nog bestaande opening tussen de
wanddoorvoer en het luchtkanaal te worden afge-
sloten, door de bijgeleverde zwelband aan te bren-
gen.
AANWIJZING.
Bevestig de luchtkanalen met geschikte maatrege-
len aan het plafond.
BEVESTIGING VAN DE LUCHTKANALEN IN DE
WANDDOORVOER
Trek de bijgeleverde roldichting over een uiteinde van
een luchtkanaal.
Schuif het luchtkanaal met dit uiteinde in de wand-
doorvoer.
1 Wanddoorvoer
2 Luchtkanaal
3 Roldichting
4 Zwelband (pas na montage van
de apparaataansluitingsbevestiging
aanbrengen)
AANWIJZING.
Als het andere uiteinde van het luchtkanaal aan de
warmtepomp is bevestigd, dient de nog bestaande
opening tussen de wanddoorvoer en het luchtkanaal
te worden afgesloten, door de bijgeleverde zwel-
band aan te brengen.
17
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Breng het draadgaasrooster in het inbouwframe aan.
Plaats het beschermrooster tegen weer of regen op
het inbouwframe in de wanddoorvoer en schroef het
vast.
8 x
AANWIJZING.
Ligt de wanddoorvoer boven het maaiveld, dan
dient het beschermrooster tegen weersinvloeden
te worden aangebracht.
Is de wanddoorvoer in een lichtschacht (onder het
maaiveld) geplaatst, dan dient het beschermrooster
tegen regen te worden aangebracht.
De stappen aan de luchtuitlaatzijde herhalen.
MONTAGE VAN DE AFDEKLIJST
Schroef de afdeklijst op de wanddoorvoer van de luchtin-
laat- en luchtuitlaatzijde.
AANWIJZING.
De afdeklijst heeft geen technische functie. Hij
dient slechts om een visueel aantrekkelijke over-
gang met het wandoppervlak te creëren.
MONTAGE VAN HET DRAADGAASROOSTER EN HET
BESCHERMROOSTER TEGEN WEER OF REGEN
Neem het draadgaasrooster en het beschermrooster
tegen weer of regen, inclusief inbouwframe en bevesti-
gingsmateriaal, uit de doos.
Vanaf de buitenzijde van het huis dient u het inbouw-
frame in de wanddoorvoer van de luchtinlaatzijde te
steken en vast te schroeven.
8 x
18
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De aansluitingen voor de verwarmingswateruitlaat (aan-
voer) en verwarmingswaterinlaat (retour) zijn overeenkom-
stig aan het apparaat gemarkeerd.
Positie van de aansluitingen, zie maatschets voor
het betreffende apparaattype.
CONDENSAFVOER
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via de aan
het apparaat voorgemonteerde slang voor condensafvoer
worden afgevoerd. Hiervoor dient de slang voor condensaf-
voer te worden verbonden met een waterafvoer.
Plaatsing van de aansluiting voor condensafvoer, zie
maatschets van het betreffende apparaattype.
1 Slang voor condensafvoer binnen in het apparaat
2 Aansluiting voor condensafvoer aan
de buitenkant van het apparaat
LET OP
Leg de in het apparaat voorgemonteerde slang
voor condensafvoer zo in het apparaat, dat deze
een sifon vormt (zoals op de afbeelding).
Het condenswater mag uitsluitend via een trechtersifon in
de riolering worden afgevoerd. Deze sifon moet altijd toe-
gankelijk zijn.
Drukbeveiliging
Het verwarmingscircuit in overeenstemming met de lokaal
geldende normen en richtlijnen voorzien van een veilig-
heidsklep en expansievat.
In het verwarmingscircuit dienen tevens afsluiters, terug-
slagkleppen en voorzieningen om het circuit te vullen en
leeg te maken, te worden geïnstalleerd.
MONTAGE/AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT
LET OP
Het apparaat in het verwarmingscircuit in overeen-
stemming met het hydraulische schema integreren,
afhankelijk van het apparaattype.
Parallelschakeling van meerdere warmtepompen is
niet mogelijk.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
Controleer of de diameters en lengtes van de buizen van
het verwarmingscircuit groot genoeg zijn.
De hydraulische inrichting moet van een buffervat voorzien
worden, waarbij het vereiste volume afhankelijk is van het
apparaattype.
Zie ‘Buffervat’, pagina 19
LET OP
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen aan
het apparaat altijd tegen verwringen, om de kope-
ren leidingen binnen in het apparaat tegen bescha-
diging te beschermen.
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens het
apparaat erop aan te sluiten.
AANWIJZING.
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmings-
circuit kunnen storingen veroorzaken.
Voorzie de verwarmingswateruitgang (aanvoer) en ver-
warmingswaterinlaat (retour) aan warmtepompzijde
van afsluiters.
AANWIJZING.
Door de montage van deze afsluiters kan de con-
densor van de warmtepomp indien nodig worden
gespoeld.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwar-
mingscircuit met behulp van exibele koppelingen uit-
voeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om over-
dracht van resonantie naar de leidingen tegen te gaan.
AANWIJZING.
Flexibele koppelingen zijn als toebehoren verkrijg-
baar.
19
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Buffer warm tapwater
Als de warmtepomp ook warm water dient te produce-
ren, moet u een speciaal buffervat voor warm water in het
warmtepompsysteem integreren. Het opslagvolume moet
zo worden gekozen, dat tijdens een spertijd van het ener-
giebedrijf toch de benodigde hoeveelheid warm tapwater
beschikbaar is.
De warmtewisselende oppervlakte van het warmwaterbuf-
fervat moet zo gedimensioneerd zijn, dat het verwarmings-
vermogen van de warmtepomp met een zo klein mogelijk
verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur wordt over-
gedragen. Wij bieden u graag een warmwaterbuffervat uit
ons assortiment aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw
warmtepomp.
Integreer het warmwaterbuffervat in de warmtepompin-
stallatie volgens het hydraulische schema dat bij uw systeem
behoort.
Elektrische aansluiting
Bij alle werkzaamheden geldt:
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij – 90 se-
conden wachten = restspanning aan de in-
verter – en beveilig deze tegen herinschake-
len, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Neem de geldige EN-, VDE- en/of lokale vei-
ligheidsvoorschriften in acht bij de installatie
en uitvoering van werkzaamheden aan elek-
trische aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen van
de bevoegde energiebedrijven (indien van
toepassing)!
AANWIJZING.
Alle kabels die onder spanning staan, moeten wor-
den gestript, voor ze in de kabelgoot van de scha-
kelkast worden gelegd!
Circulatiepomp
De circulatiepomp is in het apparaat ingebouwd. Er is slechts
één PWM-signaal voor de circulatiepomp beschikbaar, daar-
om moet de warmtapwaterlading met een omschakelklep
via de uitgang BUP plaatsvinden. Stroomloos open is gelijk
aan verwarming.
Buffervat
Voor de hydraulische integratie van de warmtepomp is een
buffervat in het verwarmingscircuit noodzakelijk. Als de
kleppen in het verwarmingscircuit gesloten zijn, zorgt de-
ze buffer voor een minimale looptijd van de warmtepomp.
Minimaal volume van het buffervat voor tijdelijke opslag 200
Warmwaterbereiding
Voor de warmwaterbereiding met de warmtepomp is naast
het verwarmingscircuit een extra (parallel) verwarmings-
watercircuit benodigd. Bij de integratie van dit circuit moet
erop worden gelet dat de warmwaterlading niet door het
buffervat van het verwarmingscircuit wordt geleid.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
20
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
VOEDINGSAANSLUITING
Als het apparaat gesloten is, de onderste afdekplaten
aan de bedieningszijde openen.
‘Opstelling’.
De elektrische schakelkast van het apparaat openen.
Voorbeeld van een geopende
elektrische schakelkast
De 230V-voedingskabel, de voedingskabel voor de cir-
culatiepompen en de kabel voor de buitentempera-
tuursensor door de rubberen doorvoerbuisjes aan de
afdekplaat in het apparaat steken.
De rubberen doorvoerbuisjes aan de afdekplaat uit-
snijden.
Plaats van de rubberen doorvoerbuisjes voor de
kabels, zie de maatschets van het betreffende appa-
raattype.
De leidingen door de rubberen doorvoerbuisjes in het
apparaat schuiven.
Op deze manier worden de leidingen binnen in het ap-
paraat via een gesloten kabelgoot naar de klemmen
van het schakelbord geleid.
Voer de elektrische aansluiting uit volgens het aansluit-
schema van het betreffende apparaattype.
Aansluitschema van het betreffende apparaattype
LET OP
Controleer of de voeding van de compressor goed
is aangesloten, rechts draaiveld!
Als de compressor in de verkeerde richting draait,
kan er zware, onherstelbare schade aan de com-
pressor ontstaan.
LET OP
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een vermogensschakelaar vol-
gens IEC 60947-2 die op alle polen is aangesloten
en een afstand van ten minste 3 mm tussen de con-
tacten heeft.
Een aardlekschakelaar type B volstaat.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’,
hoofdstuk ‘Elektriciteit’.
AANWIJZING.
Bij apparaten met een geïntegreerd elektrisch ver-
warmingselement is het verwarmingselement stan-
daard op 9 kW (6kW) aangesloten. Het kan op het
relais Q op 6 kW (4kW) = 2 fasewerking, hier-
voor Q5/6 losklemmen. Of op 3kW (2kW) = 1 fa-
sewerking, hiervoor Q5/6 en Q5/4 losklemmen.
De waarden tussen haakjes zijn voor het 6 kW-ver-
warmingselement. Losgemaakte kabels van lasdop-
pen voorzien. Alle bovengenoemde fases mogen
losgemaakt worden (veiligheids-temperatuurbe-
grenzer).
AANWIJZING.
Het bedieningselement van de verwarmings- en
warmtepompregelaar kan door middel van een ge-
schikte netwerkkabel worden verbonden met een
computer of netwerk, om de verwarmings- en
warmtepompregelaar dan van daaruit te besturen.
Als dit gewenst is, dient tijdens de elektrische aan-
sluitingswerkzaamheden een afgeschermde net-
werkkabel (categorie 6, met RJ45-connector) door
het apparaat te worden gelegd en parallel met de
reeds gelegde regelkabel van de verwarmings- en
warmtepompregelaar door het frontpaneel van het
apparaat te worden gestoken.
De elektrische schakelkast van de warmtepomp slui-
ten.
De onderste afdekplaat aanbrengen.
21
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
LET OP
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn, alvo-
rens het in bedrijf wordt gesteld.
WATERKWALITEIT VAN HET VUL- EN
AANVULLENDE WATER VOLGENS VDI 2035
DEEL I EN II IN WARMWATERVERWARMINGSINSTALLATIES
Moderne, energie-efciënte warmtepompinstallaties wor-
den steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde techniek
bereiken deze installaties een zeer goed rendement. Het
feit dat steeds minder ruimte voor warmteopwekkers be-
schikbaar is, heeft ertoe geleid dat compacte apparaten met
steeds kleinere doorsnedes en hoge warmteoverdracht
worden ontwikkeld. Hierbij neemt ook de complexiteit van
de installaties en het gebruik van veelsoortige materialen
toe, wat met name bij het corrosiegedrag een belangrijke
rol speelt. Het verwarmingswater beïnvloedt niet alleen het
rendement van de installatie, maar ook de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten van
een installatie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden van VDI
2035 deel I en deel II te worden nageleefd voor een correct
bedrijf van de installaties. Uit onze praktijkervaring is geble-
ken dat de veiligste en meest storingsvrije werking wordt
bereikt door de zogenoemde zoutarme werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbevelin-
gen met betrekking tot steenvorming en het voorkomen
hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwarmingsinstal-
laties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de eisen ter
vermindering van corrosie aan verwarmingswaterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
GRONDBEGINSELEN VAN DEEL I EN DEEL II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwater-
verwarmingsinstallaties is gering, als
- een vakkundige planning en inbedrijfstelling plaatsvindt;
- de installatie corrosietechnisch gesloten is;
- een voldoende gedimensioneerde drukhouder geïnte-
greerd is;
- de richtwaarden voor het verwarmingswater in acht wor-
den genomen;
- de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en onder-
houden.
Er dient een installatieboek met de relevante planningsgege-
vens te worden bijgehouden (VDI 2035).
MOGELIJKE SCHADE BIJ NIET-NALEVING
- Storingen en uitval van onderdelen en componenten (bijv.
pompen, kleppen)
- Interne en externe lekkages (bijv. van warmtewisselaars)
- Verkleining van doorsneden en verstopping van onderde-
len (bijv. warmtewisselaars, buisleidingen, pompen)
- Materiaalmoeheid
- Vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
- Vermindering van de warmteoverdracht (vorming van
aanslag, afzettingen) en daarmee samenhangende geluiden
(bijv. kookgeluiden, stroomgeluiden)
KALK – DE ENERGIEKILLER
Het vullen met onbehandeld drinkwater leidt er onvermij-
delijk toe dat alle calcium als ketelsteen neerslaat. Het gevolg
is dat aan de warmteoverdrachtsvlakken van de verwarming
kalkaanslag ontstaat. Hierdoor daalt het rendement en stij-
gen de energiekosten. Volgens een vuistregel betekent een
kalkaanslag van 1 millimeter al een rendementsverlies van
10%. In extreme gevallen kan hierdoor zelfs schade aan de
warmtewisselaars ontstaan.
ONTHARDING VOLGENS VDI 2035 – DEEL I
Als het drinkwater vóór het vullen van de verwarming vol-
gens de richtlijnen van VDI 2035 wordt onthard, kan er zich
geen ketelsteen vormen. Zo wordt kalkaanslag en de nega-
tieve invloed hiervan op de complete verwarmingsinstallatie
doeltreffend en duurzaam voorkomen.
CORROSIE – EEN ONDERSCHAT PROBLEEM
VDI 2035 deel II gaat dieper op de corrosieproblematiek in.
De ontharding van het verwarmingswater kan onvoldoende
blijken. De pH-waarde kan de grenswaarde van 10 aanzien-
lijk overschrijden. Er kunnen pH-waarden van meer dan 11
optreden, die zelfs rubberen afdichtingen beschadigen. Zo is
weliswaar aan de richtlijnen van VDI 2035, blad 1 voldaan,
maar schrijft VDI 2035, blad 2 een pH-waarde tussen 8,2 en
maximaal 10 voor.
Wanneer aluminium materialen worden gebruikt, wat in
veel moderne verwarmingsinstallaties het geval is, dan mag
een pH-waarde van 8,5 niet worden overschreden, omdat
22
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
anders corrosie dreigt (aluminium wordt zonder de aanwe-
zigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet alleen
het vul- en aanvullende verwarmingswater worden onthard,
maar moet het verwarmingswater ook adequaat worden
geconditioneerd. Alleen zo kunnen de voorschriften van
VDI 2035 en de aanbevelingen en inbouwinstructies van de
warmtepompfabrikant worden nageleefd.
Blad 2 van VDI 2035 wijst bovendien op de verlaging van het
totale zoutgehalte (geleidbaarheid). Het risico van corrosie
is bij gebruik van volledig ontzout water veel kleiner dan bij
gebruik van zouthoudend, dus onthard water.
Drinkwater bevat, ook als het vooraf werd onthard, opge-
loste, corrosieve zouten, die door het gebruik van verschil-
lende materialen in het verwarmingssysteem als elektro-
lyten werken en zo het corrosieproces versnellen. Dit kan
uiteindelijk zelfs tot puntroestvorming leiden.
MET DE ZOUTARME WERKWIJZE OP SAFE SPELEN
Met de zoutarme werkwijze treden bovengenoemde pro-
blemen helemaal niet op, omdat noch corrosieve zouten
zoals sulfaten, chloriden en nitraten, noch het alkaliseren-
de natriumhydrogeencarbonaat in het verwarmingswater
voorkomen. De corrosieve eigenschappen zijn bij volledig
ontzout water zeer laag, bovendien kan er zich ook geen
ketelsteen vormen. Dit is de ideale werkwijze bij geslo-
ten verwarmingscircuits, omdat met name ook een gerin-
ge zuurstoftoevoer naar het verwarmingscircuit kan wor-
den getolereerd.
Bij het vullen van de installaties met volledig ontzout water
stelt de pH-waarde zich normaal gesproken door zelfalkali-
sering in het ideale bereik in. Indien nodig kan door toevoe-
ging van chemicaliën zeer eenvoudig tot een pH-waarde van
8,2 worden gealkaliseerd. Zo wordt de optimale bescher-
ming van de gehele verwarmingsinstallatie bereikt.
CONTROLE
Van doorslaggevend belang is de analytische registratie en
controle van de betreffende waterwaarden
en van de toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daarom
dienen deze met geschikte watertestapparatuur regelmatig
te worden gecontroleerd.
VERWARMINGSCIRCUIT EN WARMWATERBUFFERVAT
DOORSPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN
Om het warmwaterbuffervat te ontluchten, moeten ver-
warmingscircuit en warmwaterlaadcircuit gelijktijdig wor-
den doorgespoeld.
Verwarmingscircuit doorspoelen, vullen en ontluchten
Aanvullend de condensator van de warmtepomp ont-
luchten.
De onderste afdekplaat openen.
De ontluchtingsklep openen.
Na de ontluchting de onderste afdekplaat sluiten.
Isolatie van de hydraulische
aansluitingen
De exibele koppelingen en de vaste leidingen van het ver-
warmingscircuit moeten worden geïsoleerd.
AANWIJZING.
Voer de isolatie uit zoals door de lokaal geldende
normen en richtlijnen is voorgeschreven.
23
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Montage van het
bedieningselement
In het frontpaneel van het apparaat bevinden zich op ver-
schillende hoogtes telkens 4uitsparingen voor de bevesti-
ging van het bedieningsdeel:
1 Vier bovenste uitsparingen
2 Vier onderste uitsparingen
Aan de achterzijde van het bedieningsdeel bevinden zich
4 haken, waarmee het bedieningsdeel aan het frontpaneel
van het apparaat kan worden opgehangen:
Steek de haken van het bedieningsdeel in de uitsparin-
gen in het frontpaneel van het apparaat (hetzij in de
bovenste, of in de onderste uitsparingen).
Voorbeeld: bedieningsdeel in de bovenste uitsparingen.
Duw het opgehangen bedieningsdeel naar beneden, tot
het vastklikt.
Steek de regelkabel van de verwarmings- en warmte-
pompregelaar in de rechter bus aan de onderzijde van
het bedieningsdeel.
AANWIJZING.
Via de linker bus aan de onderzijde van het bedie-
ningsdeel kan een verbinding met een computer of
netwerk tot stand worden gebracht, om de verwar-
mings- en warmtepompregelaar van daaruit te kun-
nen besturen. Voorwaarde hiervoor is dat tijdens
de elektrische aansluitingswerkzaamheden een af-
geschermde netwerkkabel (categorie 6) door het
apparaat werd gelegd.
Gebruiksaanwijzing van de verwarmings- en warm-
tepompregelaar, uitgave ‘Installateur’, hoofdstuk
‘Webserver’.
Is deze netwerkkabel geïnstalleerd, dan dient de
RJ45-connector van de netwerkkabel in de linker
bus van het bedieningsdeel te worden gestoken.
AANWIJZING.
De netwerkkabel kan ook later nog altijd worden
geïnstalleerd. Om de kabel te kunnen aansluiten,
dient wel eerst het afdekscherm te worden gede-
monteerd.
24
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Montage en demontage van
het afdekscherm
MONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM
AANWIJZING.
Het afdekscherm is standaard aangebracht voor de
situatie waarin het bedieningsdeel in de bovenste
uitsparingen van het frontpaneel wordt gestoken.
Werd het bedieningsdeel in de onderste uitsparin-
gen van het frontpaneel gestoken, dan dient u eerst
het blinde deksel aan het afdekscherm te verwij-
deren en vervolgens boven het logo weer aan te
brengen.
Afdekscherm bij de aevering:
1 Uitsparing voor het bedieningsdeel
2 Logo
3 Blind deksel
Ga als volgt te werk:
Steek het afdekscherm eerst onderaan in de daar-
voor bedoelde sleuven van het frontpaneel.
Klik vervolgens de
lippen van het afdekscherm eerst
aan één zijde van beneden naar boven in de daar-
voor bedoelde sleuven van het frontpaneel vast.
Klik aansluitend aan de andere zijde de lippen
van het afdekscherm van beneden naar boven in de
daarvoor bedoelde sleuven van het frontpaneel vast.
Duw ten slotte de bovenste lippen van het afdek-
scherm in de daarvoor bedoelde sleuven van het front-
paneel.
DEMONTAGE VAN HET AFDEKSCHERM
Om het afdekscherm te demonteren, moeten de lippen
eerst aan één zijde compleet worden losgemaakt, met
druk op het midden van het afdekscherm. Maak daar-
na de lippen aan de andere zijde los.
25
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Inbedrijfstelling
GEVAAR!
Het apparaat mag uitsluitend met gemon-
teerde luchtkanalen, beschermroosters te-
gen weersinvloeden resp. regen en gesloten
afdekplaten in bedrijf worden gesteld.
AANWIJZING.
Inbedrijfstelling moet tijdens het verwarmingsmo-
dus van de warmtepomp worden uitgevoerd.
Controleer de installatie nog eens grondig en werk de
installatiechecklist af.
Website van de fabrikant.
De installatiecontrole helpt schade aan de warmte-
pompinstallatie te voorkomen, die door een onvakkun-
dige uitvoering kan ontstaan.
Controleer of ...
het rechts draaiveld van de voedingsstroom (com-
pressor) juist is aangesloten;
de opstelling en montage van de warmtepomp
in overeenstemming met deze installatie- en gebrui-
kershandleiding zijn uitgevoerd;
de elektrische installatie vakkundig is uitgevoerd;
de stroomvoorziening van de warmtepomp uitge-
rust is met een vermogensschakelaar volgens IEC
60947-2 die op alle polen is aangesloten en een af-
stand van ten minste 3 mm tussen de contacten
heeft;
het verwarmingscircuit doorgespoeld, gevuld en
grondig ontlucht is;
alle schuiven en afsluiters van het verwarmingscircuit
geopend zijn;
alle leidingen en componenten van de installatie
dicht zijn.
Vul het opleveringsprotocol voor warmtepompinstalla-
ties zorgvuldig in en onderteken het.
Website van de fabrikant.
In Duitsland en Oostenrijk
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepomp-
installaties en de installatiechecklist naar de klanten-
service van de fabrikant.
In andere landen
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepomp-
installaties en de installatiechecklist naar de lokale
partner van de fabrikant.
De inbedrijfstelling van de warmtepompinstalla-
tie wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier zijn
kosten mee verbonden!
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER
In het elektrische verwarmingselement is een veiligheids-
temperatuurbegrenzer ingebouwd (afhankelijk van het ap-
paraattype). Als de warmtepomp uitvalt of als er lucht in
het systeem zit, controleer dan of de resetknop van deze
veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd. Druk de
knop indien nodig weer in.
1 Veiligheidstemperatuurknop aan het
elektrische verwarmingselement
2 Resetknop
AANWIJZING.
Indien de veiligheidstemperatuurbegrenzer gerea-
geerd heeft, dan wordt dit in de verwarmings- en
warmtepompregelaar aangegeven.
26
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Overstortventiel
CONTROLEREN EN INSTELLEN VAN HET OVERSTORTVEN-
TIEL (ALLEEN BIJ SERIËLE BUFFERAANSLUITING NODIG)
Al in de IBN-assistent bestaat de mogelijkheid om in het
geval van een seriële bufferaansluiting het overstortventiel
overeenkomstig het hydraulische systeem in te stellen.
Bevestig de IBN-assistent of voer de instelling uit via:
Service >> Instellingen >> Efciënte pomp.
Het menu-item ‘Overstortventiel instellen’ is standaard op
‘Nee’ ingesteld. De instelfunctie voor het overstortventiel is
gedeactiveerd
stuursignaal UWP is de indicatie van het momenteel
gevraagde pompvermogen in %.
De werkelijke doorstroming is de huidige doorstro-
ming (meetnauwkeurigheid +/- 200 l/h).
INSTELLEN VAN HET OVERSTORTVENTIEL
Het overstortventiel volledig openen, de verwarmings-
circuits sluiten.
Het menu-item ‘Overstortventiel instellen’ van ‘Nee’
op ‘Ja’ zetten, zo wordt de circulatiepomp voor 100%
aangestuurd – de pomp komt op snelheid..
Wanneer het stuursignaal UWP 100% bereikt is, het
overstortventiel in die mate sluiten, dat de maximale
doorstroming (zie technische gegevens) kan worden
gegarandeerd..
Indien men het menu ‘Overstortventiel instellen’ ver-
laat of na uiterlijk 1 uur schakelt de circulatiepomp
weer naar de standaardregeling om.
Te openen kleppen voor CV-circuit.
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en bevei-
lig deze tegen inschakelen, voordat u het ap-
paraat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerde verwarmings- of koe-
lingmonteurs mogen de warmtepomp uit de
installatie demonteren.
LET OP
Apparaatcomponenten, koudemiddel en olie die-
nen volgens de geldende voorschriften, normen
en richtlijnen gerecycled of vakkundig afgevoerd te
worden.
DEMONTAGE VAN DE BUFFERBATTERIJ
LET OP
Alvorens de verwarmings- en warmtepomprege-
laar tot schroot wordt verwerkt, dient de buffer-
batterij van de processorprintplaat te worden ver-
wijderd. De batterij kan met een schroevendraaier
worden uitgeschoven. De batterij en alle elektro-
nische onderdelen dienen milieuvriendelijk te wor-
den afgevoerd.
27
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Technische gegevens/leveringsomvang
Apparaatnaam LW 161H(L)/V
Verwarmingsvermogen/COP 813583
A10/W35 min./max. kW 5,8 — 17,4
A7/W35 min./max. kW 5,6 — 16,1
A7/W55 min./max. kW 6,5 — 17,1
A2/W35 min./max. kW 4,9 — 14,2
A-7/W35 min./max. kW 4,0 — 13,9
A-7/W55 min./max. kW 4,0 — 14,7
A10/W35 deellastbedrijf kW ı COP 10,0 I 4,87
A7/W35 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 5,8 I 4,33
A7/W55 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 9,1 I 2,73
A7/W55 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 12,0 I 3,31
A2/W35 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 8,1 I 4,20
A-7/W35 volgens EN14511 vollastbedrijf kW ı COP 13,9 I 3,21
A-7/W55 volgens EN14511 vollastbedrijf kW ı COP 14,7 I 2,41
Toepassingsgrenzen
Verwarmingsvermogen warmwaterbereiding constant kW ~ 12kW
Verwarmingscircuit bij nominaal debiet °C 20¹ – 60²
Aanvullende bedrijfspunten bij nominaal debiet °C A> -15 / 65²
Warmtebron °C -20 – 35
Geluid
Geluidsdrukniveau afstand 1 m tot rand van het apparaat min./max. binnen dB(A) 38 — 49
Geluidsdrukniveau afstand 1 m de luchtaansluiting min./max. buiten dB(A) 34 — 51
Geluidsvermogenniveau in aansluiting op EN 12102 min./max. binnen dB(A) 46 — 57
Geluidsvermogenniveau in aansluiting op EN 12102 min./max. buiten dB(A) 40 — 57
Warmtebron
Luchtdebiet bij maximale externe druk m³/h 4400
Maximale externe druk Pa 25
Verwarmingscircuit
Volumestroom (pijp dimensionering) l/h 2000
Vrije opvoerhoogte ı drukverlies ı volumestroom bar ı bar ı l/h 0,513 ı 0,157 ı 2000
Regelbereik circulatie pomp verwarmingskring min. / max. l/h 1000 — 2000
Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk bar 3,0
Algemene apparaatgegevens
Gewicht totaal kg 362
Koudemiddel type ı inhoud … ı kg R410A ı 3,8
Vrije doorsnede luchtkanalen mm
Elektrische gegevens
Spanningscode beveiliging op alle polen warmtepomp **) … ı A 3~/N/PE/400V/50Hz ı C25
Spanningscode beveiliging stuurspanning **) … ı A 1~/N/PE/230V/50Hz ı B16
Spanningscode beveiliging elektrisch verwarmingselement **) ı A 3~/N/PE/400V/50Hz ı B16
Opgenomen vermogen A7/W35 max. (min.) toerental kW 4,3 (1,4)
Stroomverbruik ı cosφ A7/W35 max. (min.) toerental A ı … 13,5 (4,0) ı 0,7 (0,7)
Max. machinestroom ı max. opgenomen vermogen A | kW 22 ı 8,0
Aanloopstroom: direct ı met softstarter A ı A 5 ı -
Beschermingsgraad IP 20
Vermogen elektrisch verwarmingselement 3 ı 2 ı 1 fase kW ı kW ı kW 9 ı 6 ı 3
Circulatiepomp verwarmingscircuit opgenomen vermogen ı stroomverbruik nom. kW ı A 0,087 ı 0,71
Overige apparaatinformatie Bijgeleverd of geïntegreerd
Verwarmings- en warmtepompregelaar • ja — nee
Buscommunicatiekabel naar het apparaat • ja — nee
Krachtkabel naar apparaat • ja — nee
Circulatiepomp verwarmingscircuit • ja — nee
Overstortventiel • ja — nee
Flexibele koppelingen verwarmingscircuit • ja — nee
Veiligheidsklep • ja — nee
Expansievat verwarmingscircuit: leveringsomvang ı volume ı voordruk • ja — nee ı l ı bar — ı — ı —
¹) verwarmingswater retour ²) verwarmingswater aanvoer
*) afhankelijk van componenttoleranties, toerental en debiet **) lokale voorschriften in acht nemen
28
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda: 823232a
“”
Volumestroom verwarmingswater
Temp„
Temperatuur warmtebron
Qh min/max Minimaal en maximaal mogelijk verwarmingsvermogen
∆p”
Vrije opvoerhoogte warmtepomp
VRIJE OPVOERHOOGTE
Bezeichnung:
Seite: 1
823295
Legende: NEU!
“” Volumenstrom Heizwasser
Temp„ Temperatur Wärmequelle
Qh min/max minimale und maximale mögliche Heizleistung
∆p” Freie Pressung Wärmepumpe
LW 160H(L)/V
823295
Datei: 823295 Leistungs- Druckverlustkurven LW 161H(L)V.xls
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
Leistungs-Druckverlustkurven
- / PEP012-2017 / Döring / 14.02.2018
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp„ (°C)
Qh min/max (kW)
35°C
50°C
65°C
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3
“” (m³/h)
∆p (bar)
Bezeichnung:
Seite: 1
823295
Legende: NEU!
“” Volumenstrom Heizwasser
Temp„ Temperatur Wärmequelle
Qh min/max minimale und maximale mögliche Heizleistung
∆p” Freie Pressung Wärmepumpe
LW 160H(L)/V
823295
Datei: 823295 Leistungs- Druckverlustkurven LW 161H(L)V.xls
Leistungs-Druckverlustkurven
- / PEP012-2017 / Döring / 14.02.2018
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp„ (°C)
Qh min/max (kW)
35°C
50°C
65°C
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3
“” (m³/h)
∆p (bar)
Vermogenscurves LW 161H(L)/V
29
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda: NL819355a
Alle afmetingen in mm.
A
Vooraanzicht
B
Zijaanzicht van links
D
Zijaanzicht van rechts
E
Achteraanzicht
LR
Luchtrichting
Pos. Naam
1
Bedieningselement
2
Verwarmingswateruitgang
(aanvoer)
G 5/4" ISO 228
3
Verwarmingswateringang (retour)
G 5/4" ISO 228
4
Doorvoeren voor elektrische en
sensorkabels
5
Condensslang Ø i 30
Lengte vanaf apparaat 1 m
0
1780
0
116
795
1
0
800
843
1578
1620
0
115
158
893
935
1050
1115
<55
4x M8
0
90
574
397
0
186
260
398
5
2
3
4
0
800
843
1578
1620
0
115
158
893
935
4x M8
E
D
B
A
LR
Legende: D819356a
Technische Änderungen vorbehalten.
Alle Maße in mm.
A Vorderansicht
B Seitenasicht von links
D Seitenansicht von rechts
E Rückansicht
LR Luftrichtung
8
7
6
5
4
3
2
1
www.ait-deutschland.eu
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
ait-deutschland GmbH
1
1
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
a
Zust.
Änderungstext
ÄM 999/2016
Datum
25.1.2016
Von
DM
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:30
1:15
Det. Maßstab
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
25.1.2016
Markieton
toleranz
Allgemein-
Oberflächen
ArtikelNr.
Schutzvermerk ISO 16016 beachten
DIN ISO 2768 -c
Markieton
25.1.2016
Aepfelbach
19.3.2010
DM
RA
25.1.2016
19.3.2010
ÄM 999/2016
PEP 028/2009
-
a
819356
LW 140L, LW 180L, LW 320HL
Maßbild
0
1780
0
795
911
1
0
800
843
1578
1620
0
115
158
893
935
1050
1115
<
55
4x M8
0
90
397
574
0
186
260
398
2
3
5
4
0
800
843
1578
1620
0
115
158
893
935
4x M8
E
D
BA
LR
Legende: D819355b
Technische Änderungen vorbehalten.
Alle Maße in mm.
A Vorderansicht
B Seitenasicht von links
D Seitenansicht von rechts
E Rückansicht
LR Luftrichtung
8
7
6
5
4
3
2
1
www.ait-deutschland.eu
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
ait-deutschland GmbH
1
1
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
b
a
Zust.
Änderungstext
ÄM 999/2016
PEP 024/2010
Datum
21.10.2010
20.1.2016
Von
RA
DM
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:30 1:30
Det. Maßstab
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
20.1.2016
Markieton
toleranz
Allgemein-
Oberflächen
ArtikelNr.
Schutzvermerk ISO 16016 beachten
DIN ISO 2768 -c
Markieton
20.1.2016
Aepfelbach
19.3.2010
DM
RA
RA
20.1.2016
21.10.2010
19.3.2010
PEP 024/2010
ÄM 999/2016
PEP 028/2009
-
a
b
819355
LW 140, 180, LW 180H
Maßbild
LW 161H/V Maatschetsen
LW 161HL/V
30
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
200
800
800
1000
9
>2100
<
300 1020
0
+
20
1780
1210
KA
OKF
> 2965
>
2350
FWS
1020
0
+
20
795
1050
B2
B1
5
3
5
1
1
2
FA
FA
≥150
G
7
6
1
V1
BS
LRR
LRL
8
7
6
5
4
3
2
1
www.alpha-innotec.de
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
Alpha-InnoTec GmbH
Schutzvermerk nach DIN 34 beachten
1
4
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
Aufstellungsplan
819336
b
a
-
Zust.
Änderungstext
PEP 032/2009
PEP 024/2010
PEP 032/2009
Datum
25.1.2010
16.6.2010
25.10.2010
DH
Von
DH
RA
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:35
1:40
Det. Maßstab
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
21.1.2010
Haderdauer
25.10.2010
Aepfelbach
toleranz
Allgemein-
DIN ISO 2768 -c
Oberflächen
ArtikelNr.
LW 140, LW 140L, LW180, LW 180L, LW180H
Pos. Naam Afmeting
Legenda: NL819336b-1
B1 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
2340
2260
Alle afmetingen in mm.
B2 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
920
840
Pos. Naam
V1 Versie 1 1 Toebehoren: wanddoorvoer 1000 x 1000 x 420
OKF Bovenkant afgewerkte vloer 2 Toebehoren: luchtkanaal 900 x 900 x 1000
FA Afgewerkte buitengevel 3 Toebehoren: luchtkanaalbocht 900 x 1050 x 1450
LR Luchtrichting 5 Inbouw boven het maaiveld
Toebehoren: beschermrooster tegen
weersinvloeden 1045 x 1050
LRR Luchtrichting bij apparaten met ventilator rechts
LRL Luchtrichting bij apparaten met ventilator links
BS Bedieningszijde
FWS Dikte afgewerkte wand 6 Inbouw in lichtschacht
Toebehoren: beschermrooster tegen regen
1045 x 1050
KA
G
Condensafvoer
Detail inbouw in lichtschacht
7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer
min. vrije doorsnede 0,75 m
2
Diagonale afmeting van de warmtepomp = 2050 mm 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden
Indien de afstanden tot het minimum worden
beperkt, dient men de luchtkanalen in te korten.
Dit heeft een aanzienlijke verhoging van het
geluidsdrukniveau tot gevolg!
Opstellingsschema versie 1 LW 161H(L)/V
31
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
>2100
<
300
1020
0
+
20
1780
1210
KA
OKF
>
2925
>
2350
FWS
1020
0
+
20
795
1050
B2
B1
200
800
800
1000
9
5
5
1
2
3
1
FA
FA
≥150
G
7
6
1
V2
LRL
BS
LRR
8
7
6
5
4
3
2
1
www.alpha-innotec.de
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
Alpha-InnoTec GmbH
Schutzvermerk nach DIN 34 beachten
2
4
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
Aufstellungsplan
819336
b
a
-
Zust.
Änderungstext
PEP 032/2009
PEP 024/2010
PEP 032/2009
Datum
25.1.2010
16.6.2010
25.10.2010
DH
Von
DH
RA
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:35
1:40
Det. Maßstab
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
21.1.2010
Haderdauer
25.10.2010
Aepfelbach
toleranz
Allgemein-
DIN ISO 2768 -c
Oberflächen
ArtikelNr.
LW 140, LW 140L, LW180, LW 180L, LW180H
Pos. Naam
Afmeting
Legenda: NL819336b-2
B1 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
2340
2260
Alle afmetingen in mm.
B2 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
920
840
Pos. Naam
V2 Versie 2 1 Toebehoren: wanddoorvoer 1000 x 1000 x 420
OKF Bovenkant afgewerkte vloer 2 Toebehoren: luchtkanaal 900 x 900 x 1000
FA Afgewerkte buitengevel 3 Toebehoren: luchtkanaalbocht 900 x 1050 x 1450
LR Luchtrichting 5 Inbouw boven het maaiveld
Toebehoren: beschermrooster tegen weersinvloeden
1045 x 1050
LRR Luchtrichting bij apparaten met ventilator rechts
LRL Luchtrichting bij apparaten met ventilator links
BS Bedieningszijde
FWS Dikte afgewerkte wand 6 Inbouw in lichtschacht
Toebehoren: beschermrooster tegen regen
1045 x 1050
KA
G
Condensafvoer
Detail inbouw in lichtschacht
7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer
min. vrije doorsnede 0,75 m
2
Diagonale afmeting van de warmtepomp = 2050 mm 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden
Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt,
dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een
aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot
gevolg!
Opstellingsschema versie 2
LW 161H(L)/V
32
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
200
800
800
1000
9
>2100
<
300
1780
1210
KA
OKF
>3430
>
2350
FWS
1020
0
+
20
1020
0
+
20
1500
B2
1050
795
2023
1
5
1
5
3
3
8
FA
≥150
G
7
6
1
V3
LRL
BS
LRR
8
7
6
5
4
3
2
1
www.alpha-innotec.de
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
Alpha-InnoTec GmbH
Schutzvermerk nach DIN 34 beachten
3
4
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
819336
b
a
-
Zust.
PEP 032/2009
PEP 024/2010
PEP 032/2009
Datum
25.1.2010
16.6.2010
25.10.2010
DH
Von
DH
RA
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:35
1:40
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
21.1.2010
Haderdauer
25.10.2010
Aepfelbach
toleranz
Allgemein-
Oberflächen
ArtikelNr.
LW 140, LW 140L, LW180, LW 180L, LW180H
Pos. Naam Afmeting Legenda: NL819336b-3
B2 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
390
310
Alle afmetingen in mm.
Pos. Naam
V3 Versie 3 1 Toebehoren: wanddoorvoer 1000 x 1000 x 420
OKF Bovenkant afgewerkte vloer 3 Toebehoren: luchtkanaalbocht 900 x 1050 x 1450
FA Afgewerkte buitengevel 5 Inbouw boven het maaiveld
Toebehoren: beschermrooster tegen weersinvloeden
LR Luchtrichting
LRR Luchtrichting bij apparaten met ventilator rechts 1045 x 1050
LRL Luchtrichting bij apparaten met ventilator links
BS Bedieningszijde 6 Inbouw in lichtschacht
Toebehoren: beschermrooster tegen regen 1045 x 1050
FWS Dikte afgewerkte wand
KA Condensafvoer 7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer
min. vrije doorsnede 0,75 m
2
G Detail inbouw in lichtschacht
8 Luchttechnische scheiding: diepte 1000 mm,
hoogte …
… bij lichtschachtmontage 1000 mm
… boven maaiveld 1700 mm
300 mm boven beschermrooster tegen weersinvloeden
Diagonale afmeting van de warmtepomp = 2050 mm 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden
Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt, dient
men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een aanzienlijke
verhoging van het geluidsdrukniveau tot gevolg!
Opstellingsschema versie 3
LW 161H(L)/V
33
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
200
800
800
1000
9
>2100
<
300
1780
1210
KA
OKF
> 4430
>
2350
FWS
1020
0
+
20
1020
0
+
20
B2
795
1050
3023
5
5
1
3
2
1
3
FA
≥150
G
7
6
1
V4
BS
LRR
LRL
8
7
6
5
4
3
2
1
www.alpha-innotec.de
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
Alpha-InnoTec GmbH
Schutzvermerk nach DIN 34 beachten
4
4
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
Aufstellungsplan
819336
b
a
-
Zust.
Änderungstext
Datum
DH
Von
DH
RA
Blatt
von
Gewicht
Maßstab
1:35
1:40
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
toleranz
LW 140, LW 140L, LW180, LW 180L, LW180H
Pos. Naam
Afmeting
Legenda: NL819336b-4
B2 Bij dikte afgewerkte wand 240 tot 320
Bij dikte afgewerkte wand 320 tot 400
390
310
Alle afmetingen in mm.
Pos. Naam
V4 Versie 4 1 Toebehoren: wanddoorvoer 1000 x 1000 x 420
OKF Bovenkant afgewerkte vloer 2 Toebehoren: luchtkanaal 900 x 900 x 1000
FA Afgewerkte buitengevel 3 Toebehoren: luchtkanaalbocht 900 x 1050 x 1450
LR Luchtrichting 5 Inbouw boven het maaiveld
Toebehoren: beschermrooster tegen weersinvloeden
1045 x 1050
LRR Luchtrichting bij apparaten met ventilator rechts
LRL Luchtrichting bij apparaten met ventilator links
BS Bedieningszijde
FWS Dikte afgewerkte wand 6 Inbouw in lichtschacht
Toebehoren: beschermrooster tegen regen 1045 x 1050
KA Condensafvoer
G Detail inbouw in lichtschacht 7 Op de bouw: lichtschacht met waterafvoer
min. vrije doorsnede 0,75 m
2
Diagonale afmeting van de warmtepomp = 2050 mm 9 Minimumafstand voor servicedoeleinden
Indien de afstanden tot het minimum worden beperkt,
dient men de luchtkanalen in te korten. Dit heeft een
aanzienlijke verhoging van het geluidsdrukniveau tot
gevolg!
Opstellingsschema versie 4
LW 161H(L)/V
34
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Geschakelde buffervaten LW 161H(L)/V
35
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
ScheidingsbuffervatLW 161H(L)/V
36
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda hydrauliek
140304
1
Warmtepomp
51
Scheidingsbufferva
t
TA/A Buitensenso
r
2
Vloerverwarming/radiatore
n
52
Gas- of olieketel TBW/B Warmtapwatersenso
r
3
Flexibele koppeling
53
Houtstookketel TB1/C Aanvoersensor mengcircuit 1
4
Apparaatondergrond Sylomer-stroke
n
54
Warmtapwaterbufferva
t
D Vloertemperatuurbegrenze
r
5
Afsluiter met aftap
55
Brinedrukschakelaa
r
TRL/G Sensor externe retour (scheidingsbuffervat
)
6
Expansievat bijgeleverd
56
Zwembadwarmtewisselaa
r
STA Leidingregelklep
7
Veiligheidsklep
57
Aardwarmtewisselaa
r
TRL/H Sensor retour (hydraulische module duaal
)
8
Afsluite
r
58
Ventilatie in de wonin
g
9
Circulatiepomp verwarming (HUP
)
59
Platenwarmtewisselaa
r
10
Terugslagklep
61
Koelbufferva
t
79
Motorklep
11
Temperatuurregeling individuele ruimt
e
65
Compactverdele
r
80
Mengklep
12
Overstortventiel
66
Ventilatorconvectoren
81
Warmtepomp-buiteneenheid Split leveringsomvan
g
13
Dampdichte isolatie
67
Warmtapwaterbuffervat zonne-energi
e
82
Hydraulische binneneenheid Split leveringsomvan
g
14
Circulatiepomp warm tapwater (BUP
)
68
Scheidingsbuffervat zonne-energi
e
83
Circulatiepomp
15
Mengcircuit driewegmengklep (MK1 ontlading
)
69
Multifunctioneel bufferva
t
84
Omschakelklep
16
Expansievat (niet inbegrepen, van klant
)
71
Hydraulische module duaa
l
113
Aansluiting aanvullende warmteopwekke
r
18
Verwarmingselement verwarming (ZWE
)
72
Buffervat hangend BT1 Buitensenso
r
19
Mengcircuit vierwegmengklep (MK1 lading
)
73
Buisdoorvoe
r
BT2 Aanvoersenso
r
20
Verwarmingselement warm tapwater (ZWE
)
74
VenTowe
r
BT3 Retoursenso
r
21
Mengcircuit circulatiepomp (FP1
)
75
Leveringsomvang hydrauliektower duaa
l
BT6 Warmtapwatersenso
r
23
Voedingskanaal circulatiepomp (ZUP) (Compact-apparaat omklemm
76
Drinkwaterstation BT12 Aanvoersensor condensato
r
24
Manomete
r
77
Toebehoren water/water-booste
r
BT19 Sensor elektrisch verwarmingselemen
t
25
Circulatiepomp verwarming + warm tapwater (HUP
)
78
Leveringsomvang water/water-booster optionee
l
BT24 Sensor aanvullende warmteopwekke
r
26
Omschakelklep warm tapwater (BUP) (B = stroomloos open
)
27
Verwarmingselement verwarming + warm tapwater (ZWE
)
28
Circulatiepomp brine (VBO
)
Extra printplaat:
29
Vuilvanger (max. 0,6 mm zeefgrootte
)
15
Mengcircuit driewegmengklep (MK2-3 ontlading
)
30
Opvangreservoir voor brinemengsel
100
Ruimtethermostaat koeling toebehoren optionee
l
17
Temperatuurverschilregeling (SLP
)
31
Muurdoorvoe
r
101
Regeling (niet inbegrepen, van klant
)
19
Mengcircuit vierwegmengklep (MK2 lading
)
32
Toevoerleiding
102
Dauwpuntbewaking toebehoren optionee
l
21
Mengcircuit circulatiepomp (FP2-3
)
33
Brineverdele
r
103
Ruimtethermostaat koeling bijgelever
d
22
Circulatiepomp zwembad (SUP
)
34
Aardcollecto
r
104
Leveringsomvang warmtepom
p
44
Driewegmengklep (koelfunctie MK2
)
35
Aardsonde
105
Modulekast koelcircuit uitneembaa
r
47
Omschakelklep zwembadbereiding (SUP) (B = stroomloos open
)
36
Grondwater bronpom
p
106
Specifiek glycolmengsel
60
Omschakelklep koelbedrijf (B = stroomloos open
)
37
Wandconsole
107
Bescherming tegen verbranding / thermische mengkle
p
62
Energiemete
r
38
Flowswitch
108
Zonne-energiepompgroe
p
63
Omschakelklep zonne-energiecircuit (B = stroomloos open
)
39
Zuigbron
109
Overstortventiel moet worden geslote
n
64
Koelcirculatiepomp
40
Infiltratiebron
110
Leveringsomvang hydrauliektowe
r
70
Scheidingsstation zonne-energi
e
41
Spoelappendage verwarmingscircui
t
111
Houder voor extra verwarmingselemen
t
TB2-3/C Aanvoersensor mengcircuit 2-3
42
Circulatie circulatiepomp (ZIP
)
112
Minimumafstand tot thermische ontkoppeling van de mengkle
p
TSS/E Sensor temperatuurverschilregeling (lage temperatuur
)
43
Brine-waterwarmtewisselaar (koelfunctie
)
TSK/E Sensor temperatuurverschilregeling (hoge temperatuur
)
44
Driewegmengklep (koelfunctie MK1
)
TEE/F Sensor externe energiebron
45
Verzegelde afsluite
r
46
Vul- en aftapkraan
48
Warmtapwaterlaadcirculatiepomp (BLP
)
49
Stromingsrichting grondwate
r
50
Buffervat verwarming
Belangrijke opmerking!
Deze hydraulische schema’s zijn schematische voorstellingen en dienen als hulpmiddel! Ze komen niet in de plaats van de door u
uit te voeren planning! In deze hydraulische schema’s zijn afsluitorganen, ontluchtingen en
veiligheidstechnische maatregelen niet compleet ingetekend! De landspecifieke normen, wetten en voorschriften moeten in acht wo
rden genomen! De buisdimensionering dient volgens de nominale volumestroom van de
warmtepomp resp. de vrije opvoerhoogte van de geïntegreerde circulatiepomp te worden uitgevoerd! Voor gedetailleerde informatie
en advies kunt u terecht bij onze verkooppartner die voor u bevoegd is!
37
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LW161H-V
-
-F11
-X10
-A2
-Q6
-F12
-X10
-F10 -F13
-X10
HUP/ZUP
K13
-X10
-A5
EVU
Legenda:
Bedrijfsmiddel
A1
A2
A3
A5
F10
F11
F12
F13
K13
Klemmen
OUT1
OUT2
OUT3
OUT4
OUT5
OUT6
OUT7
OUT8
NTC2
NTC3
NTC4
NTC5
NTC8
IN3
IN4
IN5
X10
Q6
HUP
BUP
ZUP
Afkorting
ZW2
ZIP
FP1
MA1/MIS
MZ1/MIS
ZUP
BUP
HUP
TA
TBW
TB1
TRLext.
TRL
EVU1
EVU2
STB FBH
ZW2
MIS
-X3-1
FP1
NL
Functie
Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6,3A/230VAC
Warmtepomp
Onderverdeling huisinstallatie
Warm kraanwater of buffer
3-polige leidingbeveiligingsschakelaar compressor volgens IEC 60947-2
Motorbeveiligingsschakelaar regelaar
Motorbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming
Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming 2
Beveiliging elektr. verwarmingselement warm kraanwater of buffer
Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 2 (alternatief centrale storing)
Circulatiepomp
Pomp mengcircuit 1 potentiaalvrij contact
Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 open
Laad/Ontlaad/Koelmengklep 1 dicht
Hulpcirculatiepomp
Warm kraanwater circulatiepomp/omschakelklep
Circulatiepomp verwarmingscircuit
Buitenvoeler
Sensor/thermostat warm kraanwater
Voeler mengcircuit 1
Externe retourvoeler
Retourvoeler
Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd
Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd
Veiligheidstemperatuurbegrenzer vloerverwarming, brug indien niet geïnstalleerd
Klemlijst in schakelkast warmtepomp; L/N/PE-verdeling voor externe 230V-apparaten
Beveiliging aanvullende verwarming
ZIP
831229
-X3-2 -X4
-A1
-X5-1 -X5-2
123 45678
12 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
Blatt
Bl.
1
1
3 4567
AIT
831229
Stromlaufplan
ait-deutschland GmbH
PEP012/2017
30.01.2018
AP
1~N/PE/230V/50Hz
1N
3
PE
2/T1
4/T2
6/T3
3~N/PE/400V/50Hz
5
L1
L1
3~N/PE/400V/50Hz
5
L2
L3
N
PE3~N/PE/400V/50Hz
5
1
2
3
4A1A2
L
L
N
2
N
PE
PE
A1A2
ZW2
OUT8
OUT7
OUT6
OUT5
OUT4
OUT3
OUT2
OUT1
N
N
L
IN1
IN2
IN3
IN4
IN5
L1
L1
L1
NTC1
GND1
NTC2
TA
GND2
NTC3
TBW
GND3
NTC4
TB1
GND4
NTC5
TRL ext.
GND5
NTC6
GND6
NTC7
GND7
NTC8
TRL
GND8
NTC9
GND9
-A3
Änderung Datum
Datum
Bearbeiter
Geprüft
NormName
30.01.2018
Pfleger
R.
blauw
bruin
zwart
M
Aansluitschema
LW 161H(L)/V
38
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Stroomschema 1/4
LW 161H(L)/V
LW161H-V
-
-X10
Legenda:
Bedrijfsmiddel
3~N/PE/400V/50Hz
3~N/PE/400V/50Hz
E22
E23
F1
F6
G1
M1
Q6
R20-R22
RF1
T10-T11
X10
1L1 1L2
ZW1
HDP
VENT
VD1
ZW1
PFC
1L3
-Q6
-E22
NL
Functie
L1,L2,L3,N,PE; voeding compressor; rechts draaiveld absoluut noodzakelijk!
1L1,1L2,1L3,1N,PE; voeding bijverwarming
Hulpverwarming
Sproeierverwarming ventilator
Hogedrukpressostaat
Zekering ventilator
Ventilator
Compressor
Beveiliging aanvullende verwarming
Netsmoorkleppen
Netfilter
Omvormer
Aansluitstrip in schakelkast warmtepomp
817453
1~
-G1
-E23
-F6
PFC
-X10
3~
-M1
-R6
-F1
123 45678
12 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
Blatt
Bl.
1
4
3 4567
AIT
817453
Stromlaufplan
ait-deutschland GmbH
PEP012/2017
08.01.2018
AP
1N
PE
2/T1
4/T2
6/T3
/2.B3
2/T1
4/T2
6/T3
1/L1
3/L2
5/L3
L1
A+
GND
B-
N
PE
N
/2.C1
E23
/2.B2
B (D-)
/2.C4
A (D+)
/2.C4
GND
/2.C4
21
C6A
-RF1
-R20
L1
L2 -R21
L3
-R22
N
PE
-T10
U
V
VD1
W
PE
THG
swsw
P
MOD +5V
/2.B4
Mod Gnd
/2.B4
Mod -
/2.B4
Mod +
/2.B4
M
M
Änderung Datum
Datum
Bearbeiter
Geprüft
NormName
08.01.2018
Pfleger
R.
ZW1
1
2
3
4
5
6
PE
1 2PE 34 321
L1_OUTL1_IN
L2_OUT
GRN
L2_IN
L3_OUTL3_IN
-T11
DC-IN
DC+IN
DC-OUT
DC+OUT
L1
L2
L3 U
V
W
DC-OUT
DC+OUT
DC+IN
DC-IN
1
2
3
5
6
4
2
3
4
1
A1A2
rood
zwart
wit
groen
39
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Stroomschema 2/4
LW 161H(L)/V
LW161H-V
-
1~N/PE/230V/50Hz
-K50
Legenda:
Bedrijfsmiddel
1~N/PE/230V/50Hz
K20
K22
K23
K50
Q6
STB
X10
X20
-J5
-X10
AV
EXL
EXM
ZW1
-J9
-Q6
NL
Functie
L/N/PE: Voeding regelaar
Ontdooiventiel
Ontdooiventiel
Elektronische expansieklep verwarmen
Regelaarprintplaat koudecircuit
Beveiliging aanvullende verwarming
Veiligheidstemperatuurbegrenzer elektrischverwarmingselement
Aansluitstrip in schakelkast warmtepomp
Veiligheidstemperatuurbegrenzer elektrischverwarmingselement
817453
-J14
-X10
-K20
-J20
-STB
-Q6
-J15 -J22
-X20
-J11
-K22
-J7
-K23
123 45678
12 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
Blatt
Bl.
2
4
3 4567
AIT
817453
Stromlaufplan
ait-deutschland GmbH
PEP012/2017
08.01.2018
AP
N
/1.A4
L
L
N
N
PE
PE
1
B3
1314
2
E23
/1.A4
1
228
N
1
2
A1A2
4
MOD +5V
/1.B8
B (D-)
/1.A4
A (D+)
/1.A4
GND
/1.A4
3
Mod Gnd
/1.B8
2
Mod -
/1.B8
1
Mod +
/1.B8
groen
1
X1
X5
X6
X4
X3
X2
wit
2
bruin
3
MOD-GND
/4.D6
MOD-A
/4.D6
MOD-B
/4.D6
PE
/4.C1
N
/4.C1
L
/4.C1
6
EEV
54321 6
EVI
54321
Änderung Datum
Datum
Bearbeiter
Geprüft
NormName
24.09.2014
Pfleger
R.
1234
1234
1234
1234
1234
1
red
brown
blue
orange
yellow
white
red
brown
blue
orange
yellow
white
40
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Stroomschema 3/4 LW 161H(L)/V
LW161H-V
-
-K50
Legenda:
Bedrijfsmiddel
B10
B11
B12
K50
R1
R2
R3
R4
R5
HD
ND
EVI
TSG1
TSG3
TFL
TVL
TWE
-B12
-J10
NL
Functie
Hogedruksensor
Lagedruksensor
Druksensor EVI
Regelaarprintplaat koudecircuit
Zuiggassensor compressor
Zuiggassensor EVI
Vloeistoftemperatuur vóór EEV verwarmen/omkeer
Aanvoervoeler
Bron-in voeler
-B10
817453
-B11
-J13
-X100
-R3
-R2 -R1
-J21
-R5 -R4
SEC Board
123 45678
12 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
Blatt
Bl.
3
4
3 4567
AIT
817453
Stromlaufplan
ait-deutschland GmbH
PEP012/2017
08.01.2018
AP
EVI
I
P
65
HD
I
P
43
ND
I
P
21 6
10
EEV
TFL
5
9
4
8
EVI
TSG3
3
7
2
6
TSG1
1
5
4
4
TWE
3
3
2
2
TVL
1
1
J5 J9 J12 J14 J17 J20
J15
J19
J11
J7
J10J13J21J25J26
J22
Änderung Datum
Datum
Bearbeiter
Geprüft
NormName
15.12.2017
Pfleger
R.
ws br ws br ws br
1
1
11111
1
LPEN1212121212
41
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Stroomschema 4/4LW 161H(L)/V
LW161H-V
-
-K30
Legenda:
Bedrijfsmiddel
K11
K30
M6
R6
R9
R20
-X1
HUP
TRL
CW
1~
-M6
-X3-1
NL
Functie
Bedieningselement
Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6,3A/230VAC
Verwarmingspomp energiezuinig
Retourvoeler
Codeerweerstand
Weerstand
817453
4,64kOhm
-X3-2
20,5kOhm
-X4
-X5-1
-X5-2
-R6 -R9
-X6
-X10
-X9
-K11
-X11
123 45678
12 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
Blatt
Bl.
4
4
3 4567
AIT
817453
Stromlaufplan
ait-deutschland GmbH
PEP012/2017
08.01.2018
AP
PE
/2.D6
N
/2.D6
L
/2.D6
PE
N
L
br bl
HUP
PE
OUT8
OUT7
OUT6
OUT5
OUT4
OUT3
OUT2
OUT1
N
N
L
IN1
IN2
IN3
IN4
IN5
L
L
L
NTC1
GND1
NTC2
GND2
NTC3
GND3
NTC4
GND4
NTC5
GND5
NTC6
GND6
NTC7
GND7
NTC8
TRL
GND8
NTC9
CW
GND9
GND1
A2
3
AGP1
4
AIN1
AGP2
MOD-GND
/2.C6
MOD-A
/2.C6
MOD-B
/2.C6
AIN2
AGND1
AOUT1
AGND2
AOUT2
6
5
4
GND/LIN/12V
3
2
1
M
Änderung Datum
Datum
Bearbeiter
Geprüft
NormName
08.01.2018
Pfleger
R.
bl
br
bk
-R20
bruin
blauw
wit / blauw
1
2
3
4
RJ45
321
PE
42
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
43
Technische wijzigingen voorbehouden | 83061600aNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
ait-deutschland GmbH
Industriestraße 3
D-95359 Kasendorf
E info@alpha-innotec.de
W www.alpha-innotec.de
alpha innotec – een merk van ait-deutschland GmbH
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Alpha innotec LW 161HV de handleiding

Type
de handleiding