Alpha innotec LW 160HAV de handleiding

Type
de handleiding
NL
83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding
Lucht/Water-Warmtepompen
Buitenopstelling
Installatie- en
gebruikershandleiding
LW 160 H-A/V
2
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
A.u.b. eerst lezen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor het
gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het product
en dient in de directe omgeving van het apparaat te wor-
den bewaard. Ze moet beschikbaar blijven zolang het appa-
raat wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershand-
leiding aan de volgende gebruikers van het apparaat door.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens met
de werkzaamheden aan en met het apparaat te beginnen.
Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid’. Volg alle aanwijzingen vol-
ledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen bevat
die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of onduide-
lijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de lokale partner
van de fabrikant raadplegen.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor
meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten dat
u de parameters van het juiste model volgt.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor de perso-
nen die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrouwe-
lijk mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd.
Deze mag noch geheel noch gedeeltelijk en in geen enke-
le vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd,
in elektronische systemen worden opgeslagen of in een an-
dere taal worden vertaald, zonder schriftelijke toestemming
van de fabrikant.
Pictogrammen
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogram-
men. De betekenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd vak-
personeel.
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar let-
sel of de dood kan leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar
letsel of de dood kan leiden.
VOORZICHTIG!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middel-
zwaar of lichter letsel kan leiden.
LET OP
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële schade
kan veroorzaken.
AANWIJZING.
Gemarkeerde informatie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Dit zijn adviezen om u te helpen energie, grond-
stoffen en kosten te besparen.
Verwijzing naar andere passages van de installatie-
en gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fabri-
kant.
3
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN
GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN ..............................................................................2
PICTOGRAMMEN ..................................................................................2
DOELMATIG GEBRUIK ......................................................................... 4
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID ...............................................4
EG-CONFORMITEIT..............................................................................4
VEILIGHEID ..............................................................................................4
KLANTENSERVICE ................................................................................. 5
GARANTIE/VRIJWARING .................................................................... 5
VERWIJDERING ...................................................................................... 5
WERKWIJZE VAN WARMTEPOMPEN .............................................. 6
TOEPASSINGSGEBIED ........................................................................... 6
ENERGIEMETING ...................................................................................6
BEDRIJF ...................................................................................................... 6
SCHOONHOUDEN VAN HET APPARAAT .....................................7
ONDERHOUD VAN HET APPARAAT ..............................................7
Reinigen en spoelen van componenten ....................................... 7
STORING ..................................................................................................7
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
LEVERINGSOMVANG ........................................................................... 8
Hoofdcomponenten ......................................................................... 9
OPSTELLING EN MONTAGE .............................................................. 9
Opstellingsplaats ...............................................................................9
Transport naar de opstellingsplaats .............................................. 9
Geluid ................................................................................................10
Opstelling .......................................................................................... 11
Luchtgeleidingskappen aanbrengen .............................................12
Montage/aansluiting op het verwarmingscircuit .......................14
Condensafvoer ................................................................................15
DRUKBEVEILIGING .............................................................................15
CIRCULATIEPOMP ...............................................................................15
Toelaatbare inbouwposities circulatiepomp ..............................15
Technische gegevens circulatiepomp ..........................................16
BUFFERVAT .............................................................................................16
WARMWATERBEREIDING ................................................................16
BUFFER WARM TAPWATER ............................................................... 16
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..........................................................16
Voedingsaansluiting .........................................................................16
Aansluiting van de buskabel aan warmtepompzijde ................ 18
SPOELEN, VULLEN EN ONTLUCHTEN
VAN DE INSTALLATIE .................................................................. 19
ISOLATIE VAN DE HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN ...........20
INBEDRIJFSTELLING ............................................................................ 21
Veiligheidstemperatuurbegrenzer................................................21
OVERSTORTVENTIEL .......................................................................... 22
Istellen van het overstortventiel ..................................................22
DEMONTAGE ........................................................................................22
Demontage van de bufferbatterij ................................................22
TECHNISCHE GEGEVENS/LEVERINGSOMVANG......................23
VERMOGENSCURVES .........................................................................24
Verwarmingsvermogen/COP / opgenomen vermogen /
drukverlies warmtepomp
MAATSCHETSEN ..................................................................................25
OPSTELLINGSSCHEMA ......................................................................26
HYDRAULISCHE INTEGRATIE
Geschakelde buffervaten ............................................................... 27
Scheidingsbuffervat .........................................................................28
Legenda hydraulische integratie ...................................................29
AANSLUITSCHEMA .............................................................................30
STROOMSCHEMA’S ............................................................................31
EG-CONFORMITEITSVERKLARING...............................................35
4
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Doelmatig gebruik
Het apparaat mag uitsluitend voor het bestemde doel wor-
den gebruikt. D.w.z.:
als verwarming,
als bereiding van warm tapwater.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de tech-
nische parameters worden gebruikt.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’.
AANWIJZING.
Meld de warmtepomp of het warmtepompsysteem
aan bij het lokale energiebedrijf.
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door on-
juist gebruik van het apparaat wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn com-
ponenten zijn uitgevoerd die niet conform deze
handleiding worden;
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn com-
ponenten onvakkundig worden uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan het apparaat worden
uitgevoerd die niet in deze handleiding beschreven
zijn en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming heeft gegeven;
indien het apparaat of componenten in het apparaat
zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van
de fabrikant veranderd, omgebouwd of gedemon-
teerd worden.
EG-conformiteit
Het apparaat is voorzien van de CE-markering.
EG-conformiteitsverklaring.
Veiligheid
Het apparaat is gebruiksveilig, indien gebruikt voor het be-
stemde doel. Het apparaat is ontworpen en gebouwd vol-
gens de huidige stand van de techniek en alle toepasselijke
DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installatie-
en gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, al-
vorens met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit
geldt ook voor personen die al met een dergelijk apparaat
hebben gewerkt of door de fabrikant zijn opgeleid.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal gelden-
de ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften naleven.
Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van bescher-
mende kleding.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij – 90 se-
conden wachten = restspanning aan de in-
verter – en beveilig deze tegen herinschake-
len, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerd vakpersoneel (verwar-
mings-, koelinstallatie- en elektromonteurs)
mag aan dit apparaat en de componenten
ervan werken.
WAARSCHUWING!
Het apparaat bevat koudemiddel!
Indien er koudemiddel door een lek ont-
snapt, kan dit persoonlijk letsel en milieu-
schade veroorzaken. Daarom:
Installatie uitschakelen.
De door de fabrikant geautoriseerde
klantenservice op de hoogte stellen.
LET OP
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
koppel dit apparaat nooit van het stroomnet los,
behalve als het moet worden geopend.
5
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LET OP
De warmtepomp uitsluitend buiten opstellen en
alleen met buitenlucht als warmtebron gebruiken.
De luchtgeleidende zijden mogen niet versmald of
geblokkeerd worden.
Maatschets en opstellingstekening van het betref-
fende type apparaat.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat nooit in, als de lucht-
geleidingskappen gedemonteerd zijn.
LET OP
Het is niet toegestaan de warmtepomp in een ven-
tilatie-installatie te integreren. Het is niet toege-
staan om de afgekoelde lucht te gebruiken om te
koelen.
LET OP
De omgevingslucht op de plaats waar de warmte-
pomp is opgesteld en de lucht die als warmtebron
wordt aangezogen, mogen absoluut geen corro-
sieve bestanddelen bevatten!
Bestanddelen zoals ammoniak, zwavel, chloor, zout,
rioolgassen, rookgassen enz. kunnen schade aan de
warmtepomp veroorzaken, die zelfs tot een com-
plete uitval of total loss van de warmtepomp kan
leiden! Opstelling dicht bij de kust is wel mogelijk.
VOORZICHTIG!
In de luchtuitlaatzone is de temperatuur van
de lucht ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de lucht-
uitlaatzone een ijslaag ontstaan. De warmte-
pomp zo opstellen, dat de lucht niet wordt
uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installa-
teur of bij de lokale partner van de fabrikant.
Voor een actuele lijst en andere partners van de fabrikant,
zie:
DE: www.alpha-innotec.de
EU: www.alpha-innotec.com
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoop-
documenten terugvinden.
AANWIJZING.
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en
garantieaangelegenheden.
Verwijdering
Als het apparaat wordt afgedankt, dienen de lokaal gelden-
de wetten, richtlijnen en normen voor de terugwinning, re-
cycling en verwijdering van hulpstoffen en onderdelen van
koelmachines te worden nageleefd.
‘Demontage’.
6
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Werkwijze van warmtepompen
Warmtepompen werken volgens het principe van een koel-
kast: dezelfde techniek, maar met omgekeerde opbrengst.
De koelkast onttrekt warmte aan de levensmiddelen. De-
ze geeft hij via lamellen aan de achterkant af aan de ruimte.
De warmtepomp onttrekt warmte uit de lucht, de bodem
of het grondwater in onze directe omgeving. Deze verkre-
gen warmte wordt in het apparaat voor verder gebruik ge-
schikt gemaakt en aan het verwarmingswater doorgegeven.
Al vriest het dat het kraakt, de warmtepomp kan toch al-
tijd nog genoeg warmte winnen om een huis mee te ver-
warmen.
Voorbeeldschets van een brine-waterwarmtepomp met
vloerverwarming:
4
4 = nuttige energie
ca.
3
4 = milieu-energie
ca.
1
4 = toegevoerde elektrische energie
Toepassingsgebied
Rekening houdend met de omgevingssituatie, toepassings-
grenzen en geldende voorschriften kan elke warmtepomp
in een nieuwe of bestaande verwarmingsinstallatie worden
ingebouwd.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’.
Energiemeting
Behalve de documentatie van de efciency van de instal-
latie, wordt door EEWärmeG (Duitse wet op het gebruik
van duurzame energie voor verwarming) ook een energie-
meting (hierna WME) verplicht. De WME is bij lucht/water-
warmte-pompen voorgeschreven. Bij brine/water- en water/
water-warmtepompen moet een WME pas vanaf een aan-
voertemperatuur ≥ 35°C worden geïnstalleerd. De WME
moet de complete warmte-energieafgifte (verwarming en
warm tapwater) aan het gebouw registreren. Bij warmte-
pompen met een energiemeting gebeurt de analyse via de
regelaar. Deze geeft in kWh de thermische energie aan die
in het verwarmingssysteem werd afgegeven.
Bedrijf
Door uw besluit om een warmtepomp of warmtepompsys-
teem te gaan gebruiken, zult u jarenlang bijdragen aan de be-
scherming van het milieu vanwege de geringe emissies en
het lage primaire energieverbruik van het systeem.
Het warmtepompsysteem wordt bediend en gestuurd met
de verwarmings- en warmtepompregelaar.
AANWIJZING.
Let op de juiste instellingen van de regelaars.
Handleiding van de verwarmings- en warmtepomp-
regelaar.
Als u uw warmtepomp of warmtepompinstallatie op efci-
ente en milieuvriendelijke wijze als verwarming wilt gebrui-
ken, let dan op het volgende:
ENERGIEBESPARINGSTIP
Vermijd onnodig hoge aanvoertemperaturen.
Hoe lager de aanvoertemperatuur aan de verwar-
mingswaterzijde, des te efciënter werkt de instal-
latie.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Ventileer ruimtes liever kort en krachtig. Deze ma-
nier van ventileren vermindert het energieverbruik
in vergelijking met voortdurend openstaande ra-
men en bespaart energie.
7
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Schoonhouden van het
apparaat
De buitenzijde van het apparaat kan met een vochtige doek
en normale schoonmaakmiddelen worden gereinigd.
Gebruik geen reinigings- en onderhoudsmiddelen die schu-
ren of zuur en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadi-
gen het oppervlak en kunnen eventueel technische schade
aan het apparaat veroorzaken.
Onderhoud van het apparaat
Het koudemiddelcircuit van de warmtepomp heeft geen pe-
riodiek onderhoud nodig.
Volgens de EU-verordening (EG) 517/2014 zijn lekcontroles
en het bijhouden van een logboek bij bepaalde warmtepom-
pen voorgeschreven!
Logboek voor warmtepompen, hoofdstuk ‘Instruc-
ties voor het gebruik van het logboek’.
De componenten van het verwarmingscircuit en de warm-
tebron (ventielen, expansievaten, circulatiepompen, lters,
vuilvangers) moeten indien nodig, maar ten minste jaarlijks,
door gekwaliceerd vakpersoneel (verwarmings- of koe-
linginstallateurs) gecontroleerd of gereinigd worden.
De aanzuig- en uitblaasopeningen moeten regelmatig (af-
hankelijk van de plaats van opstelling) op verontreiniging
onderzocht en indien nodig gereinigd worden.
LET OP
Controleer regelmatig of het condensaat ongehin-
derd uit het apparaat kan weglopen. Hiervoor die-
nen de condensaatbak in het apparaat en de con-
denswaterafvoer regelmatig te worden gecontro-
leerd op verontreiniging/verstopping en indien no-
dig te worden gereinigd.
IJsafzetting op beschermrooster.
Als de temperatuur bij een zeer hoge luchtvochtigheid tot
onder het vriespunt daalt, kan aan het beschermrooster van
de luchtgeleidingskappen ijsvorming optreden. Om een sto-
ringsvrij bedrijf te garanderen, dient het ijs regelmatig te
worden verwijderd!
Wij raden u aan een onderhoudscontract met een gespeci-
aliseerd bedrijf af te sluiten. Deze zal de benodigde onder-
houdswerkzaamheden regelmatig uitvoeren.
REINIGEN EN SPOELEN VAN COMPONENTEN
VOORZICHTIG!
Componenten mogen alleen worden gerei-
nigd en doorgespoeld door onderhoudsper-
soneel dat door de fabrikant daartoe is ge-
autoriseerd. Er mogen alleen vloeistoffen
worden gebruikt die de fabrikant heeft aan-
bevolen.
Als de condensor met chemisch schoon-
maakmiddel gespoeld is, moet het systeem
geneutraliseerd en intensief met water
doorgespoeld worden. Houd daarbij reke-
ning met de technische gegevens van de fa-
brikant van de warmtewisselaar.
Storing
Bij storingen kunt u de oorzaak uitlezen via het diagnose-
programma van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Gebruikers- en installatiehandleiding van de ver-
warmings- en warmtepompregelaar.
WAARSCHUWING!
Alleen door de fabrikant geautoriseerd klan-
tenservicepersoneel mag onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden aan de compo-
nenten van het apparaat uitvoeren.
Houd er rekening mee dat er geen storing gemeld wordt,
als de veiligheidstemperatuurbegrenzer aan het elektrische
verwarmingselement geactiveerd is (afhankelijk van het ty-
pe apparaat).
‘Inbedrijfstelling’, hoofdstuk ‘Veiligheidstempera-
tuurbegrenzer’.
8
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Leveringsomvang
Voorbeeldopstelling van de leveringsomvang:
(TWEE VERPAKKINGSEENHEDEN)
Verpakkingseenheid 1:
Luchtgeleidingskappen (2 stuks,
telkens één kap per doos)
Verpakkingseenheid 2:
Basisapparaat met een compleet
hermetisch gesloten compressor,
alle veiligheidsonderdelen voor de
bewaking van het koelmiddelcircuit
en een slang voor condensafvoer
(op de warmtepomp aangesloten).
1 Circulatiepomp UP 25-85 PWM (bijgeleverd)
Doe eerst dit:
Controleer de geleverde goederen visueel op zicht-
bare beschadiging.
Controleer of de levering volledig is.
Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren.
AANWIJZING.
Controleer het apparaattype.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’.
TOEBEHOREN DAT NOODZAKELIJK IS VOOR EEN GOEDE
WERKING
LET OP
Gebruik uitsluitend origineel toebehoren van de fa-
brikant van het apparaat.
Een verwarmings- en warmtepompregelaar, uitgevoerd als
wandregelaar, is noodzakelijk voor een correcte functie.
De warmtepomp vormt pas in combinatie met de verwar-
mings- en warmtepompregelaar een functionele eenheid.
Verwarmings- en warmtepompregelaar 2.1
(voor wandmontage)
De communicatie tussen warmtepomp en regelaar ge-
beurt via een door de opdrachtgever te leggen kabel
(I(Y) STY 2x2x0,6 mm²).
ANDER TOEBEHOREN
Het installatietoebehoren (exibele koppelingen) voor
lucht/water-warmtepompen voor buitenopstelling moet u
extra bestellen.
9
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
HOOFDCOMPONENTEN
1 verdamper
2 condensor
3 compressor
4 ventilator
5 schakelaar
Opstelling en montage
Bij alle werkzaamheden geldt:
AANWIJZING.
Volg de lokaal geldende voorschriften ter voorko-
ming van ongevallen, de wettelijke voorschriften,
verordeningen en richtlijnen op.
AANWIJZING.
Let op de geluidswaarden van het betreffende type.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’,
hoofdstuk ‘Geluid’.
OPSTELLINGSPLAATS
LET OP
Het apparaat mag uitsluitend buiten gebouwen
worden opgesteld.
Maatschets en opstellingstekening van het betref-
fende type apparaat.
TRANSPORT NAAR DE OPSTELLINGSPLAATS
Om transportschade te vermijden, dient u het verpakte ap-
paraat met een handpalletwagen, vorkheftruck of kraan naar
de denitieve plaats van opstelling te transporteren.
WAARSCHUWING!
Bij het heffen van de houten pallet en bij het
transport bestaat gevaar voor omvallen! Kans
op letsel en beschadiging van het apparaat.
Met meerdere personen werken.
Adequate maatregelen treffen om het
gevaar voor omvallen te voorkomen.
LET OP
Trek of til niet aan componenten of hydraulische
aansluitingen tijdens het transport.
LET OP
Kantel het apparaat niet meer dan 45° (in alle rich-
tingen).
10
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
GELUID
Bij de betreffende opstellingsschema’s voor lucht-wa-
terwarmtepompen moeten de geluidsemissies van de
warmtepompen in acht worden genomen. De desbetreffen-
de regionale voorschriften moeten worden nageleefd.
AANWIJZING.
De volgende geluidsdrukniveaus zijn rekenwaar-
den. Andere opstellingssituaties, aangrenzende ge-
bouwen of geluidweerkaatsende vlakken kun-
nen het niveau verhogen. Een nauwkeurige bepa-
ling van het betreffende geluidsdrukniveau is alleen
door een meting ter plaatse mogelijk, wanneer de
warmtepomp al is opgesteld
De volgende geluidsdrukniveaus ontstaan in afhankelijkheid van de afstand en de opstellingsvariant met richtfactor Q (zie te-
keningen):
LW 160
H-A/V
Afstand tot de warmtepomp in m
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Richt-
factor Geluidsdrukniveau bij max. verwarmingsvermogen in dB(A)
Q
2
55 49 45,5 43 41 39,4 38,1 36,9 35,9 35 34,2 33,4 32,7 32,1 31,5 30,9 30,4 29,9 29,4 29
4
58 52 48,5 46 44 42,4 41,1 39,9 38,9 38 37,2 36,4 35,7 35,1 34,5 33,9 33,4 32,9 32,4 32
8
61 55 51,5 49 47 45,4 44,1 42,9 41,9 41 40,2 39,4 38,7 38,1 37,5 36,9 36,4 35,9 35,4 35
De richtfactor Q voor de verschillende opstellingsvarianten:
Q = 2
Q = 4
Q = 8
Bij 2 of meerdere apparaten van hetzelfde type warmtepomp
moet de betreffende niveaustijging worden opgeteld bij het
betreffende geluidsdrukniveau uit de volgende tabel:
Aantal n even luide
geluidsbronnen
Niveaustijging
∆ L in dB
1 0,0
2 3,0
3 4,8
4 6,0
5 7,0
6 7,8
7 8,5
8 9,0
9 9,5
10 10,0
12 10,8
Bij verschillende, niet even luide apparaten kan de niveausti-
jging uit het volgende diagram worden afgelezen:
Niveaustijging in dB
Niveauverschil in dB
11
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Voorbeeld: Wanneer het niveauverschil tussen twee niet-ge-
lijke geluidsbronnen 5 dB bedraagt, dan resulteert dit in een
extra niveaustijging van 1,2 dB.
OPSTELLING
Plaats het apparaat op een stabiel en horizontaal fundament
met voldoende draagvermogen. Controleer of het funda-
ment geschikt is voor het gewicht van de warmtepomp. Als
fundament kunnen materialen worden gebruikt die aan de-
ze eisen voldoen (beton, stoeptegels, …). Het oppervlak
rondom het luchtuitlaatbereik van de warmtepomp moet
waterdoorlaatbaar zijn.
LET OP
In de luchtuitlaatzone is de temperatuur van de
lucht ca. 5 K lager dan de omgevingstemperatuur.
Onder bepaalde klimatologische omstandigheden
kan daardoor in de luchtuitlaatzone een ijslaag ont-
staan.
De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht niet
wordt uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.
AANWIJZING.
Neem het opstellingsschema voor het betreffende
type apparaat in acht. Bouwgrootte en minimale af-
standen in acht nemen.
Opstellingsschema voor het betreffende apparaat-
type.
VOORBEREIDING VAN DE OPSTELLING
De onderste afdekplaten aan de kant van de elektri-
sche schakelkast en aan de wateraansluitingszijde van
het apparaat verwijderen.
1 Snelsluitschroeven
2 Onderste afdekplaten
Snelsluitschroeven losdraaien. 90° naar links draaien.
De onderste afdekplaat aan beide kanten bovenaan
schuin naar voren trekken, uitlichten en veilig neerzet-
ten.
HET APPARAAT OPTILLEN MET BEHULP VAN BUIZEN
ACHTERZIJDE:
LET OP
De draadbomen en de componenten van het appa-
raat niet met de buizen beschadigen.
Het apparaat met ten minste vier personen met behulp van
de buizen optillen en op de sokkel plaatsen. Verzeker u er-
van dat het basisframe van het apparaat plat op de onder-
grond ligt.
12
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
HET APPARAAT OPTILLEN MET EEN KRAAN
De planken aan de zijkant van de houten pallet verwij-
deren.
Bevestigingsmiddelen onder het apparaat door steken.
Hierbij latten of kanthout tussen de bevestigingsmidde-
len en het apparaat aanbrengen, om drukschade aan de
kast te voorkomen, of de afdekplaten demonteren (de-
montagehandleiding, zie ‘Aanbrengen van de luchtgelei-
dingskappen’).
A Vooraanzicht (bedieningszijde)
B Zijaanzicht 1
WAARSCHUWING!
De bevestigingsmiddelen niet te dicht bij el-
kaar en niet te veel in het midden aanbren-
gen, anders kan het apparaat omvallen!
C Zijaanzicht 2
LET OP
De bevestigingsmiddelen aan de zijkant van de ven-
tilator aanbrengen. De bevestigingsmiddelen mogen
niet op de ventilator drukken, als ze belast worden.
Het apparaat met de kraan optillen en op de sokkel
plaatsen. Verzeker u ervan dat het basisframe van het
apparaat plat op de sokkel ligt.
LUCHTGELEIDINGSKAPPEN AANBRENGEN
WAARSCHUWING!
Roterende onderdelen aan het apparaat.
Om veiligheidsredenen dienen, alvorens an-
dere werkzaamheden te beginnen, de beide
luchtgeleidingskappen aan het apparaat te
worden gemonteerd.
Indien dit nog niet gebeurd is, de onderste afdekplaten
aan de kant van de elektrische schakelkast en aan wa-
teraansluitingszijde verwijderen.
Hiervoor de twee snelsluitschroeven aan de onderste
afdekplaten losdraaien.
De afdekplaten elk aan de bovenkant naar voren klap-
pen, uit het frame halen en veilig neerzetten.
13
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Luchtgeleidingskappen monteren
LET OP
Voor het begin van de montage eerst de bescherm-
folie van de luchtgeleidingskappen verwijderen.
De luchtgeleidingskappen elk aan de messingbussen
aan de bovenkant van het frame inhangen.
1 Oog aan de luchtgeleidingskap
2 Messingbus aan het apparaatframe
De luchtgeleidingskappen elk aan de kant van de elek-
trische schakelkast (= bedieningszijde) en aan de wa-
teraansluitingszijde aan het apparaatframe vastschroe-
ven.
1 Onderste afdekplaten
De bovenste afdekplaten van het apparaat verwijderen.
Hiervoor de twee schroeven aan de onderkant van de
bovenste afdekplaten losdraaien.
De afdekplaten elk aan de onderkant naar voren klap-
pen, uit het deksel heffen en veilig neerzetten.
1 Deksel van het apparaat
2 Bovenste afdekplaten
Het deksel van het apparaat is door de bovenste af-
dekplaten bevestigd. Na de demontage van de boven-
ste afdekplaten ligt het deksel los. Het deksel verwijde-
ren en veilig neerzetten.
14
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
MONTAGE/AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT
LET OP
Het apparaat in het verwarmingscircuit in overeen-
stemming met het hydraulische schema integreren,
afhankelijk van het apparaattype. Parallelschakeling
van meerdere warmtepompen is niet mogelijk.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
Controleer of de doorsnede en lengte van de leidingen
van het verwarmingscircuit (inclusief aardleidingen tussen
warmtepomp en gebouw) voldoende gedimensioneerd zijn.
De hydraulische inrichting moet van een buffervat voorzien
worden, waarbij het vereiste volume afhankelijk is van het
apparaattype.
Zie ‘Buffervat’ pagina 16.
LET OP
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen aan
het apparaat altijd tegen verwringen, om de kope-
ren leidingen binnen in het apparaat tegen bescha-
diging te beschermen.
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens het
apparaat erop aan te sluiten.
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmingscircuit kunnen
storingen veroorzaken.
Voorzie de verwarmingswateruitgang (aanvoer) en ver-
warmingswaterinlaat (retour) aan warmtepompzijde
van afsluiters.
Door de montage van de afsluiters kunnen de verdam-
per en de condensor van de warmtepomp indien nodig
worden doorgespoeld.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwar-
mingscircuit met behulp van exibele koppelingen uit-
voeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om over-
dracht van resonantie naar de leidingen tegen te gaan.
Het deksel van het apparaat weer op het frame leggen.
De bovenste afdekplaten elk in het deksel inhangen.
Onderaan aan het frame van het apparaat vastschroe-
ven.
De luchtgeleidingskappen zijn nu gemonteerd. U kunt
de montage- en installatiewerkzaamheden aan het ap-
paraat uitvoeren en na de voltooiing van de werkzaam-
heden de onderste afdekplaten aanbrengen (zie bij
‘Elektrische aansluiting’).
15
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
AANWIJZING.
Flexibele koppelingen zijn als toebehoren verkrijg-
baar.
1 Aansluiting verwarmingswateringang (retour)
2 Aansluiting verwarmingswateruitgang (aanvoer)
De condenswaterslang zo in het toestel leggen, dat
deze niet in contact kan komen met koudemiddellei-
dingen.
Controleren of de vorstvrije afvoer van het condens-
water gegarandeerd is.
Opstellingsschema voor het betreffende apparaat-
type.
Planningshandboek warmtepomp.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
CONDENSAFVOER
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via een con-
densaatleiding met een doorsnede van ten minste 50 mm
vorstvrij worden afgevoerd. Bij waterdoorlaatbare onder-
gronden is het voldoende om het condenswater verti-
caal ten minste 90 cm diep in de bodem te leiden. Als het
condenswater in een drainage of in de riolering afgevoerd
wordt, moet ervoor worden gezorgd dat de buis vorstvrij
en op afschot wordt gelegd.
Het condenswater mag uitsluitend via een trechtersifon in
de riolering worden afgevoerd. Deze sifon moet altijd toe-
gankelijk zijn.
Drukbeveiliging
Het verwarmingscircuit in overeenstemming met de lo-
kaal geldende normen en richtlijnen voorzien van een veilig-
heidsklep en expansievat.
In het verwarmingscircuit dienen tevens afsluiters, terug-
slagkleppen en voorzieningen om het circuit te vullen en
leeg te maken, te worden geïnstalleerd.
Circulatiepomp
De pompkabel mag niet worden verlengd. Daarom dient de
afstand zo te worden gekozen, dat de kabellengte voldoen-
de is. Een verkorten van de kabel is wel toegestaan.
Max. ca. 2,4 m kabellengte
Er is slechts één PWM-signaal voor de circulatiepomp be-
schikbaar, daarom moet de warmwaterlading met een om-
schakelklep via de uitgang BUP plaatsvinden.
Stroomloos open is gelijk aan verwarming.
TOELAATBARE INBOUWPOSITIES CIRCULATIEPOMP
Alleen de volgende installatiemogelijkheden zijn toegestaan:
ZULÄSSIGEEINBAULAGENUMWÄLZPUMPE
Die Umwälzpumpe wird in folgender
Konfiguration der Wärmepumpe zur
AußenaufstellungimLieferumfangbeigepackt:
 
Die Flussrichtung (Auslieferungszustand nach
unten drückend) kann vor Ort durch Lösen und
Drehen des Pumpenkopfes um 180°C angepasst
werden.
.
GehenSiehierzuwiefolgtvor:
1. ggf.Leitungabsperrenund
Pumpenstreckeentleeren
2. 4SchraubenamPumpenkopflösen
3. Pumpenkopfanheben
4. Pumpenkopfum180°drehen
5. Pumpenkopfeinsetzenundbefestigen
6. BeiBeliebenkanndasPumpentypenschild
ebenfallsgedrehtwerden
HINWEIS
Die Umwälzpumpe darf nur senkrecht verbaut
werden. Daraus ergeben sich zwei zugelassene
Installationsmöglichkeiten:
1. senkrecht, nach un ten drückend
Auslieferungszustand
2. senkrecht,nachobendrückend
Pumpengehäuseum180°drehen
3. waagrecht,nachobendrückend
Pumpengehäuseum180°drehen
4. waagrecht,nachuntendrückend
Auslieferungszustand
HINWEIS
Der Pumpenko p f darf sich keinesfalls oberhalb
bzw. unterhalb einer waagrechten Rohrführung
sein!
TECHNISCHEDATENUMWÄLZPUMPE
Heizwassertemperaturen 10°Cbis+95°C
Umgebungstemperaturen 0°Cbis+55°C
Raumluftfeuchte (rel.) max.95%
180°
De pompkop kan indien nodig als volgt worden gedraaid:
ZULÄSSIGEEINBAULAGENUMWÄLZPUMPE
Die Umwälzpumpe wird in folgender
Konfiguration der Wärmepumpe zur
AußenaufstellungimLieferumfangbeigepackt:
 
Die Flussrichtung (Auslieferungszustand nach
unten drückend) kann vor Ort durch Lösen und
Drehen des Pumpenkopfes um 180°C angepasst
werden.
.
GehenSiehierzuwiefolgtvor:
1. ggf.Leitungabsperrenund
Pumpenstreckeentleeren
2. 4SchraubenamPumpenkopflösen
3. Pumpenkopfanheben
4. Pumpenkopfum180°drehen
5. Pumpenkopfeinsetzenundbefestigen
6. BeiBeliebenkanndasPumpentypenschild
ebenfallsgedrehtwerden
HINWEIS
Die Umwälzpumpe darf nur senkrecht verbaut
werden. Daraus ergeben sich zwei zugelassene
Installationsmöglichkeiten:
1. senkrecht, nach unten drückend
Auslieferungszustand
2. senkrecht,nachobendrückend
Pumpengehäuseum180°drehen
3. waagrecht,nachobendrückend
Pumpengehäuseum180°drehen
4. waagrecht,nachuntendrückend
Auslieferungszustand
HINWEIS
Der Pumpenkopf darf sich keinesfalls oberhalb
bzw. unterhalb einer waagrechten Rohrführung
sein!
TECHNISCHEDATENUMWÄLZPUMPE
Heizwassertemperaturen 10°Cbis+95°C
Umgebungstemperaturen 0°Cbis+55°C
Raumluftfeuchte (rel.) max.95%
180°
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Buffer warm tapwater
Als de warmtepomp ook warm water dient te produce-
ren, moet u een speciaal buffervat voor warm water in het
warmtepompsysteem integreren. Het opslagvolume moet
zo worden gekozen, dat tijdens een spertijd van het ener-
giebedrijf toch de benodigde hoeveelheid warm tapwater
beschikbaar is.
De warmtewisselende oppervlakte van het warmwaterbuf-
fervat moet zo gedimensioneerd zijn, dat het verwarmings-
vermogen van de warmtepomp met een zo klein mogelijk
verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur wordt over-
gedragen. Wij bieden u graag een warmwaterbuffervat uit
ons assortiment aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw
warmtepomp.
Integreer het warmwaterbuffervat in de warmtepompin-
stallatie volgens het hydraulische schema dat bij uw systeem
behoort.
Elektrische aansluiting
Bij alle werkzaamheden geldt:
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij – 90 se-
conden wachten = restspanning aan de in-
verter – en beveilig deze tegen herinschake-
len, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Neem de geldige EN-, VDE- en/of lokale vei-
ligheidsvoorschriften in acht bij de installatie
en uitvoering van werkzaamheden aan elek-
trische aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen van
de bevoegde energiebedrijven (indien van
toepassing)!
VOEDINGSAANSLUITING
Als het apparaat gesloten is, de afdekplaat openen.
De voedingskabel wordt door de opening in de bo-
demplaat getrokken en door de kabelgoot naar de
schakelruimte geleid.
Evt. leiding afsluiten en pompgedeelte legen.
4 schroeven aan de pompkop losdraaien.
Pompkop optillen.
Pompkop 180° draaien.
Pompkop aanbrengen en bevestigen.
Desgewenst kan het typeplaatje van de pomp eveneens
worden gedraaid.
TECHNISCHE GEGEVENS CIRCULATIEPOMP
Omgevingstemperaturen 0°C tot +55°C
Luchtvochtigheid in de ruimte (rel.) max. 95%
Buffervat
Voor de hydraulische integratie van de warmtepomp is een
buffervat in het verwarmingscircuit noodzakelijk. Het ver-
eiste volume van het buffervat wordt berekend aan de hand
van de volgende formule:
V
buffervat
=
minimaal doorstroomvolume verwarmingscircuit/uur
10
Voor het minimale doorstroomvolume van het ver-
warmingscircuit, zie het overzicht ‘Technische gege-
vens/leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Verwarmingscir-
cuit’.
Bij mono-energetische lucht/water-installaties moet het
buffervat in de verwarmingswateruitlaat (aanvoer) vóór het
overstortventiel worden geïntegreerd.
Warmwaterbereiding
Voor de warmwaterbereiding met de warmtepomp is naast
het verwarmingscircuit een extra (parallel) verwarmings-
watercircuit benodigd. Bij de integratie van dit circuit moet
erop worden gelet dat de warmwaterlading niet door het
buffervat van het verwarmingscircuit wordt geleid.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
17
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LET OP
Controleer of de voeding van de compressor goed
is aangesloten, rechts draaiveld!
Als de compressor in de verkeerde richting draait,
kan er zware, onherstelbare schade aan de com-
pressor ontstaan.
LET OP
De stroomvoorziening van de warmtepomp moet
uitgerust zijn met een vermogensschakelaar vol-
gens IEC 60947-2 die op alle polen is aangesloten
en een afstand van ten minste 3 mm tussen de con-
tacten heeft.
Een aardlekschakelaar type A volstaat.
Op de waarde van de uitschakelstroom letten.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’,
hoofdstuk ‘Elektriciteit’.
AANWIJZING.
Bij apparaten met een geïntegreerd elektrisch ver-
warmingselement is het verwarmingselement stan-
daard op 9 kW aangesloten. Het kan desgewenst
ook op het relais 3 kW of 6 kW worden aangeslo-
ten.
1 Kabelgoot
2 Opening in de bodemplaat
De voedingskabel op de volgende klempunten aanslui-
ten:
1 230 V
2 Verwarmingselement
3 Compressor
AANWIJZING
Voorbeeld voor aftakkingen van de belasting. De
aansluitingen moeten volgens het aansluitschema
worden uitgevoerd. Er mag geen stuurspanning op
de klemmen 28 en 1N worden gezet (zie stroom-
schema).
De voedingskabel in een beschermende buis tot aan de
doorvoer van het gebouw leggen en van daaruit verder
tot de groepenkast.
De voedingskabel op de stroomvoorziening aansluiten.
18
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De buskabel in overeenstemming met het aansluit-
schema en de elektrische schema’s van het betreffende
apparaattype op de verwarmings- en warmtepompre-
gelaar aansluiten.
‘Aansluitschema’s’ en ‘Elektrische schema’s’ van het
betreffende apparaattype.
Handleiding van de verwarmings- en warmtepomp-
regelaar.
Loze leidingen aan apparaatzijde afdichten.
Afdekplaten aan de warmtepomp vastschroeven.
De onderste afdekplaten elk schuin in het frame van
het apparaat zetten, bovenaan tegen het frame klappen
en de snelsluitschroeven vastdraaien.
AANSLUITING VAN DE BUSKABEL AAN WARMTEPOMPZIJDE
De verbinding tussen de warmtepomp en de verwarmings-
en warmtepompregelaar wordt via een buskabel tot stand
gebracht.
AANWIJZING.
Bij het leggen van de kabels binnen in het gebouw
dient er rekening mee te worden gehouden dat
niet-afgeschermde elektriciteitsleidingen (voeding
buitenapparaat) en afgeschermde leidingen (mod-
bus) gescheiden van elkaar moeten worden gelegd.
De buskabel wordt net zoals de voedingskabels door
de opening in de bodemplaat en via de kabelgoot naar
de schakelruimte geleid …
1 Kabelgoot
(door de opdrachtgever te installeren,
aanbevolen kabeltype I(Y) STY 2x2x0,6 mm²)
… en op de printplaat X20 aangesloten.
1 Klemmen voor buskabel
De buskabel in een beschermende buis tot aan de
doorvoer van het gebouw leggen en van daaruit verder
tot aan de verwarmings- en warmtepompregelaar.
19
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Er dient een installatieboek met de relevante planningsgege-
vens te worden bijgehouden (VDI 2035).
MOGELIJKE SCHADE BIJ NIET-NALEVING
- Storingen en uitval van onderdelen en componenten (bijv.
pompen, kleppen)
- Interne en externe lekkages (bijv. van warmtewisselaars)
- Verkleining van doorsneden en verstopping van onderde-
len (bijv. warmtewisselaars, buisleidingen, pompen)
- Materiaalmoeheid
- Vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
- Vermindering van de warmteoverdracht (vorming van
aanslag, afzettingen) en daarmee samenhangende geluiden
(bijv. kookgeluiden, stroomgeluiden)
KALK – DE ENERGIEKILLER
Het vullen met onbehandeld drinkwater leidt er onver-
mijdelijk toe dat alle calcium als ketelsteen neerslaat. Het
gevolg is dat aan de warmteoverdrachtsvlakken van de
verwarming kalkaanslag ontstaat. Hierdoor daalt het ren-
dement en stijgen de energiekosten. Volgens een vuistre-
gel betekent een kalkaanslag van 1 millimeter al een ren-
dementsverlies van 10%. In extreme gevallen kan hierdoor
zelfs schade aan de warmtewisselaars ontstaan.
ONTHARDING VOLGENS VDI 2035 – DEEL I
Als het drinkwater vóór het vullen van de verwarming vol-
gens de richtlijnen van VDI 2035 wordt onthard, kan er zich
geen ketelsteen vormen. Zo wordt kalkaanslag en de nega-
tieve invloed hiervan op de complete verwarmingsinstallatie
doeltreffend en duurzaam voorkomen.
CORROSIE – EEN ONDERSCHAT PROBLEEM
VDI 2035 deel II gaat dieper op de corrosieproblematiek in.
De ontharding van het verwarmingswater kan onvoldoende
blijken. De pH-waarde kan de grenswaarde van 10 aanzien-
lijk overschrijden. Er kunnen pH-waarden van meer dan 11
optreden, die zelfs rubberen afdichtingen beschadigen. Zo is
weliswaar aan de richtlijnen van VDI 2035, blad 1 voldaan,
maar schrijft VDI 2035, blad 2 een pH-waarde tussen 8,2 en
maximaal 10 voor.
Wanneer aluminium materialen worden gebruikt, wat in
veel moderne verwarmingsinstallaties het geval is, dan mag
een pH-waarde van 8,5 niet worden overschreden, omdat
anders corrosie dreigt (aluminium wordt zonder de aanwe-
zigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet alleen het
vul- en aanvullende verwarmingswater worden onthard,
maar moet het verwarmingswater ook adequaat worden
Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
LET OP
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn, alvo-
rens het in bedrijf wordt gesteld.
WATERKWALITEIT VAN HET VUL- EN AANVULLENDE
WATER VOLGENS VDI 2035
DEEL I EN II IN WARMWATERVERWARMINGSINSTALLATIES
Moderne, energie-efciënte warmtepompinstallaties wor-
den steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde techniek
bereiken deze installaties een zeer goed rendement. Het
feit dat steeds minder ruimte voor warmteopwekkers be-
schikbaar is, heeft ertoe geleid dat compacte apparaten met
steeds kleinere doorsnedes en hoge warmteoverdracht
worden ontwikkeld. Hierbij neemt ook de complexiteit van
de installaties en het gebruik van veelsoortige materialen
toe, wat met name bij het corrosiegedrag een belangrijke
rol speelt. Het verwarmingswater beïnvloedt niet alleen het
rendement van de installatie, maar ook de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten van
een installatie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden van
VDI2035 deel I en deel II te worden nageleefd voor een
correct bedrijf van de installaties. Uit onze praktijkervaring
is gebleken dat de veiligste en meest storingsvrije werking
wordt bereikt door de zogenoemde zoutarme werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbevelin-
gen met betrekking tot steenvorming en het voorkomen
hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwarmingsinstal-
laties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de eisen ter
vermindering van corrosie aan verwarmingswaterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
GRONDBEGINSELEN VAN DEEL I EN DEEL II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwater-
verwarmingsinstallaties is gering, als
- een vakkundige planning en inbedrijfstelling plaatsvindt;
- de installatie corrosietechnisch gesloten is;
- een voldoende gedimensioneerde drukhouder geïnte-
greerd is;
- de richtwaarden voor het verwarmingswater in acht wor-
den genomen;
- de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en onder-
houden.
20
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
geconditioneerd. Alleen zo kunnen de voorschriften van
VDI 2035 en de aanbevelingen en inbouwinstructies van de
warmtepompfabrikant worden nageleefd.
Blad 2 van VDI 2035 wijst bovendien op de verlaging van het
totale zoutgehalte (geleidbaarheid). Het risico van corrosie
is bij gebruik van volledig ontzout water veel kleiner dan bij
gebruik van zouthoudend, dus onthard water.
Drinkwater bevat, ook als het vooraf werd onthard, opge-
loste, corrosieve zouten, die door het gebruik van verschil-
lende materialen in het verwarmingssysteem als elektroly-
ten werken en zo het corrosieproces versnellen. Dit kan
uiteindelijk zelfs tot puntroestvorming leiden.
MET DE ZOUTARME WERKWIJZE OP SAFE SPELEN
Met de zoutarme werkwijze treden bovengenoemde pro-
blemen helemaal niet op, omdat noch corrosieve
zouten zoals sulfaten, chloriden en nitraten, noch het alka-
liserende natriumhydrogeencarbonaat in het verwarmings-
water voorkomen. De corrosieve eigenschappen zijn bij vol-
ledig ontzout water zeer laag, bovendien kan er zich ook
geen ketelsteen vormen. Dit is de ideale werkwijze bij ge-
sloten verwarmingscircuits, omdat met name ook een ge-
ringe zuurstoftoevoer naar het verwarmingscircuit kan
worden getolereerd.
Bij het vullen van de installaties met volledig ontzout water
stelt de pH-waarde zich normaal gesproken door zelfalkali-
sering in het ideale bereik in. Indien nodig kan door toevoe-
ging van chemicaliën zeer eenvoudig tot een pH-waarde van
8,2 worden gealkaliseerd. Zo wordt de optimale bescher-
ming van de gehele verwarmingsinstallatie bereikt.
CONTROLE
Van doorslaggevend belang is de analytische registratie en
controle van de betreffende waterwaarden
en van de toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daarom
dienen deze met geschikte watertestapparatuur regelmatig
te worden gecontroleerd.
Het verwarmingscircuit vullen en ontluchten.
Aanvullend de ontluchtingsklep aan de condensor van
de warmtepomp openen. De condensor ontluchten.
Isolatie van de hydraulische
aansluitingen
De exibele koppelingen en de vaste leidingen van het ver-
warmingscircuit moeten buiten dampdiffusiedicht worden
geïsoleerd.
Voer de isolatie uit zoals door de lokaal geldende normen
en richtlijnen is voorgeschreven.
LET OP
De vaste leidingen van het verwarmingscircuit
moeten buiten onder de vorstgrens worden gelegd.
Controleer de dichtheid van alle hydraulische aanslui-
tingen. Voer een drukproef uit.
Isoleer alle aansluitingen, verbindingen en leidingen van
het verwarmingscircuit en de warmtebron.
21
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
In andere landen
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompin-
stallaties en de installatiechecklist naar de lokale part-
ner van de fabrikant.
De inbedrijfstelling van de warmtepompinstalla-
tie wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier zijn
kosten mee verbonden!
VEILIGHEIDSTEMPERATUURBEGRENZER
In het elektrische verwarmingselement is een veiligheids-
temperatuurbegrenzer ingebouwd (afhankelijk van het ap-
paraattype). Als de warmtepomp uitvalt of als er lucht in
het systeem zit, controleer dan of de resetknop van deze
veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd. Druk de
knop indien nodig weer in.
1 Veiligheidstemperatuurknop aan het
elektrische verwarmingselement
2 Resetknop
AANWIJZING.
Indien de veiligheidstemperatuurbegrenzer gerea-
geerd heeft, dan wordt dit in de verwarmings- en
warmtepompregelaar aangegeven.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Het apparaat mag uitsluitend in bedrijf wor-
den gesteld met gemonteerde luchtgelei-
dingskappen en gesloten afdekplaten.
AANWIJZING.
Inbedrijfstelling moet tijdens het verwarmingsmo-
dus van de warmtepomp worden uitgevoerd.
Controleer de installatie nog eens grondig en werk de
installatiechecklist af.
Website van de fabrikant.
De installatiecontrole helpt schade aan de warmte-
pompinstallatie te voorkomen, die door een onvakkun-
dige uitvoering kan ontstaan.
Controleer of ...
het rechts draaiveld van de voedingsstroom (com-
pressor) juist is aangesloten;
de opstelling en montage van de warmtepomp
in overeenstemming met deze installatie- en gebrui-
kershandleiding zijn uitgevoerd;
de elektrische installatie vakkundig is uitgevoerd;
de stroomvoorziening van de warmtepomp uit-
gerust is met een vermogensschakelaar volgens
IEC60947-2 die op alle polen is aangesloten en een
afstand van ten minste 3 mm tussen de contacten
heeft;
het verwarmingscircuit doorgespoeld, gevuld en
grondig ontlucht is;
alle schuiven en afsluiters van het verwarmingscircuit
geopend zijn;
alle leidingen en componenten van de installatie
dicht zijn.
Vul het opleveringsprotocol voor warmtepompinstalla-
ties zorgvuldig in en onderteken het.
Website van de fabrikant.
In Duitsland en Oostenrijk
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepomp-
installaties en de installatiechecklist naar de klanten-
service van de fabrikant.
22
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Overstortventiel
CONTROLEREN EN INSTELLEN VAN HET OVERSTORTVEN-
TIEL (ALLEEN BIJ SERIËLE BUFFERAANSLUITING NODIG)
Al in de IBN-assistent bestaat de mogelijkheid om in het
geval van een seriële bufferaansluiting het overstortventiel
overeenkomstig het hydraulische systeem in te stellen.
Bevestig de IBN-assistent of voer de instelling uit via:
Service >> Instellingen >> Efciënte pomp.
Het menu-item ‘Overstortventiel instellen’ is standaard op
‘Nee’ ingesteld. De instelfunctie voor het overstortventiel is
gedeactiveerd
stuursignaal UWP is de indicatie van het momenteel
gevraagde pompvermogen in %.
De werkelijke doorstroming is de huidige doorstro-
ming (meetnauwkeurigheid +/- 200 l/h).
ISTELLEN VAN HET OVERSTORTVENTIEL
Het overstortventiel volledig openen, de verwarmings-
circuits sluiten.
Het menu-item ‘Overstortventiel instellen’ van ‘Nee’
op ‘Ja’ zetten, zo wordt de circulatiepomp voor 100%
aangestuurd – de pomp komt op snelheid..
Wanneer het stuursignaal UWP 100% bereikt is, het
overstortventiel in die mate sluiten, dat de nominale
doorstroming (zie technische gegevens) kan worden
gegarandeerd..
Indien men het menu ‘Overstortventiel instellen’ ver-
laat of na uiterlijk 1 uur schakelt de circulatiepomp
weer naar de standaardregeling om.
Te openen kleppen voor CV-circuit .
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend
door gekwaliceerde elektromonteurs wor-
den uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij – 90 se-
conden wachten = restspanning aan de in-
verter – en beveilig deze tegen herinschake-
len, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwaliceerde verwarmings- of koe-
lingmonteurs mogen de warmtepomp uit de
installatie demonteren.
LET OP
Apparaatcomponenten, koudemiddel en olie die-
nen volgens de geldende voorschriften, normen
en richtlijnen gerecycled of vakkundig afgevoerd te
worden.
DEMONTAGE VAN DE BUFFERBATTERIJ
LET OP
Alvorens de verwarmings- en warmtepomprege-
laar tot schroot wordt verwerkt, dient de buffer-
batterij van de processorprintplaat te worden ver-
wijderd. De batterij kan met een schroevendraaier
worden uitgeschoven. De batterij en alle elektro-
nische onderdelen dienen milieuvriendelijk te wor-
den afgevoerd.
23
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Apparaatnaam LW 160H-A/V
Verwarmingsvermogen/COP 813561a
A10/W35 min./max. kW 5,8 — 17,4
A7/W35 min./max. kW 5,6 — 16,1
A7/W55 min./max. kW 6,5 — 17,1
A2/W35 min./max. kW 4,9 — 14,2
A-7/W35 min./max. kW 4,0 — 13,9
A-7/W55 min./max. kW 4,0 — 14,7
A10/W35 deellastbedrijf kW ı COP 10,0 I 4,87
A7/W35 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 5,8 I 4,33
A7/W55 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 9,1 I 2,73
A7/W55 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 12,0 I 3,31
A2/W35 volgens EN14511 deellastbedrijf kW ı COP 8,1 I 4,20
A-7/W35 volgens EN14511 vollastbedrijf kW ı COP 13,9 I 3,21
A-7/W55 volgens EN14511 vollastbedrijf kW ı COP 14,7 I 2,41
Toepassingsgrenzen
Verwarmingsvermogen warmwaterbereiding constant kW ~ 12kW
Verwarmingscircuit bij nominaal debiet °C 20¹ – 60²
Aanvullende bedrijfspunten bij nominaal debiet °C A> -15 / 65²
Warmtebron °C -20 – 35
Geluid
Geluidsdrukniveau afstand 1 m tot rand van het apparaat min./max. binnen dB(A)
Geluidsdrukniveau afstand 1 m tot rand van het apparaat min./max. buiten dB(A) 34 – 52
Geluidsvermogenniveau in aansluiting op EN 12102 min./max. binnen dB(A)
Geluidsvermogenniveau in aansluiting op EN 12102 min./max. buiten dB(A) 42 – 60
Warmtebron
Luchtdebiet bij maximale externe druk m³/h 4400
Maximale externe druk Pa
Verwarmingscircuit
Volumestroom (pijp dimensionering) l/h 2000
Vrije opvoerhoogte ı drukverlies ı volumestroom bar ı bar ı l/h 0,593 ı 0,077 ı 2000
Regelbereik circulatie pomp verwarmingskring min. / max. 1000 — 2000
Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk bar 3,0
Algemene apparaatgegevens
Gewicht totaal kg 310
Koudemiddel type ı inhoud … ı kg R410A ı 3,8
Vrije doorsnede luchtkanalen mm
Elektrische gegevens
Spanningscode beveiliging op alle polen warmtepomp **) … ı A 3~/N/PE/400V/50Hz ı C25
Spanningscode beveiliging stuurspanning **) … ı A 1~/N/PE/230V/50Hz ı B16
Spanningscode beveiliging elektrisch verwarmingselement **) ı A 3~/N/PE/400V/50Hz ı B16
Opgenomen vermogen A7/W35 max. (min.) toerental kW 4,3 (1,4)
Stroomverbruik ı cosφ A7/W35 max. (min.) toerental A ı … 13,5 (4,0) ı 0,7 (0,7)
Max. machinestroom ı max. opgenomen vermogen A | kW 22 ı 8,0
Aanloopstroom: direct ı met softstarter A ı A 5 ı -
Beschermingsgraad IP 24
Vermogen elektrisch verwarmingselement 3 ı 2 ı 1 fase kW ı kW ı kW 9 ı 6 ı 3
Circulatiepomp verwarmingscircuit opgenomen vermogen ı stroomverbruik nom. kW ı A 0,087 ı 0,71
Overige apparaatinformatie Bijgeleverd of geïntegreerd
Verwarmings- en warmtepompregelaar • ja — nee
Buscommunicatiekabel naar het apparaat • ja — nee
Krachtkabel naar apparaat • ja — nee
Circulatiepomp verwarmingscircuit • ja — nee
Overstortventiel • ja — nee
Flexibele koppelingen verwarmingscircuit • ja — nee
Veiligheidsklep • ja — nee
Expansievat verwarmingscircuit: leveringsomvang ı volume ı voordruk • ja — nee ı l ı bar — ı — ı —
¹) verwarmingswater retour ²) verwarmingswater aanvoer
*) afhankelijk van componenttoleranties, toerental en debiet **) lokale voorschriften in acht nemen
Technische gegevens/leveringsomvang
24
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda: 823233a
“”
Volumestroom verwarmingswater
Temp„
Temperatuur warmtebron
Qh min/max Minimaal en maximaal mogelijk verwarmingsvermogen
∆p”
Vrije opvoerhoogte warmtepomp
VRIJE OPVOERHOOGTE
Bezeichnung:
Seite: 1
- / - / Döring / 05.09.2014 823233a
Datei: 823233a Leistungs- Druckverlustkurven LW 160H-AV.xls
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
Leistungs-Druckverlustkurven
- / PEP001-2013 / Döring / 25.03.2014 LW 160H-A/V
Temp„ Temperatur Wärmequelle
Qh min/max minimale und maximale mögliche Heizleistung
∆p” Freie Pressung Wärmepumpe
823233
Legende: neu!
“” Volumenstrom Heizwasser
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp„ (°C)
Qh min/max (kW)
35°C
50°C
65°C
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3
“” (m³/h)
∆p (bar)
Bezeichnung:
Seite: 1
- / - / Döring / 05.09.2014 823233a
Datei: 823233a Leistungs- Druckverlustkurven LW 160H-AV.xls
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
Leistungs-Druckverlustkurven
- / PEP001-2013 / Döring / 25.03.2014 LW 160H-A/V
Temp„ Temperatur Wärmequelle
Qh min/max minimale und maximale mögliche Heizleistung
∆p” Freie Pressung Wärmepumpe
823233
Legende: neu!
“” Volumenstrom Heizwasser
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
-20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 30 35
Temp„ (°C)
Qh min/max (kW)
35°C
50°C
65°C
0,0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3
“” (m³/h)
∆p (bar)
LW 160H-A/V Vermogenscurves
VERWARMINGSVERMOGEN
25
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda: NL819436
Alle maten in mm.
A Vooraanzicht
B Zijaanzicht
C Bovenaanzicht doorsnede (zonder afdekplaten en kappen)
1
Verwarmingswateruitgang (aanvoer)
R 1 1/4"
2 Verwarmingswateringang (retour) R 1 1/4"
3 Condensslang: buiten-Ø 36x3
4 Bodemplaat
LR Luchtrichting
LW 160H-A/VMaatschetsen
26
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
>100
50
6
3
4
1134
879
>
2300
140 290
154190
800
1150
≥1350 ≥3050
≥5300
≥3100
>
1700
4
3
5
21
LR
A
C
≥ ...
Aufstellungsplan ist gültig für:
PL 2009, und älter: LW 250A, LW 260A
PL 2010, LW 140A-180A, LW 320HA
Ab Nov. 2010,LW 140A-180A, LW 180HA
8
7
6
5
4
3
2
1
www.alpha-innotec.de
D - 95359 Kasendorf
Industriestraße 3
Alpha-InnoTec GmbH
Schutzvermerk nach DIN 34 beachten
1
1
Ers. d.
Ers. f.
A
B
C
D
E
F
F
E
D
C
B
A
4
3
2
1
Benennung
BG4: LW 140A, 180A, LW 180HA
819377
a
-
Zust.
Änderungstext
PEP 028/2009
PEP 024/2010
Datum
19.3.2010
25.10.2010
RA
Von
RA
Blatt
von
Werkstoff
Gewicht
Maßstab
1:20 1:35
Det. Maßstab
Datum
Name
Erstellt
Gepr.
Norm.
18.3.2010
Aepfelbach
25.10.2010
Aepfelbach
toleranz
Allgemein-
Oberflächen
ArtikelNr.
Aufstellungs/- Sockelplan
Legenda: NL819377a
Alle maten in mm.
A Vooraanzicht
C Bovenaanzicht
≥ … Minimumafstanden
1 Uitsparing in de sokkel
2 Verwarmingsbuis voor verwarmingswateraanvoer/-retour
3 Loze leiding voor elektrische kabels, diameter ten minste 70 mm
4 Diameter condenswaterafvoer ten minstens 50 mm
5 Waterdoorlaatbaar oppervlak (kiezel, ...) in de luchtuitlaatzone
6 Sokkel
LR Luchtrichting
LW 160H-A/V Opstellingsschema
27
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Geschakelde buffervaten LW 160H-A/V
28
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
ScheidingsbuffervatLW 160H-A/V
29
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Legenda hydrauliek
140304
1
Warmtepomp
51
Scheidingsbufferva
t
TA/A Buitensenso
r
2
Vloerverwarming/radiatore
n
52
Gas- of olieketel TBW/B Warmtapwatersenso
r
3
Flexibele koppeling
53
Houtstookketel TB1/C Aanvoersensor mengcircuit 1
4
Apparaatondergrond Sylomer-stroke
n
54
Warmtapwaterbufferva
t
D Vloertemperatuurbegrenze
r
5
Afsluiter met aftap
55
Brinedrukschakelaa
r
TRL/G Sensor externe retour (scheidingsbuffervat
)
6
Expansievat bijgeleverd
56
Zwembadwarmtewisselaa
r
STA Leidingregelklep
7
Veiligheidsklep
57
Aardwarmtewisselaa
r
TRL/H Sensor retour (hydraulische module duaal
)
8
Afsluite
r
58
Ventilatie in de wonin
g
9
Circulatiepomp verwarming (HUP
)
59
Platenwarmtewisselaa
r
10
Terugslagklep
61
Koelbufferva
t
79
Motorklep
11
Temperatuurregeling individuele ruimt
e
65
Compactverdele
r
80
Mengklep
12
Overstortventiel
66
Ventilatorconvectoren
81
Warmtepomp-buiteneenheid Split leveringsomvan
g
13
Dampdichte isolatie
67
Warmtapwaterbuffervat zonne-energi
e
82
Hydraulische binneneenheid Split leveringsomvan
g
14
Circulatiepomp warm tapwater (BUP
)
68
Scheidingsbuffervat zonne-energi
e
83
Circulatiepomp
15
Mengcircuit driewegmengklep (MK1 ontlading
)
69
Multifunctioneel bufferva
t
84
Omschakelklep
16
Expansievat (niet inbegrepen, van klant
)
71
Hydraulische module duaa
l
113
Aansluiting aanvullende warmteopwekke
r
18
Verwarmingselement verwarming (ZWE
)
72
Buffervat hangend BT1 Buitensenso
r
19
Mengcircuit vierwegmengklep (MK1 lading
)
73
Buisdoorvoe
r
BT2 Aanvoersenso
r
20
Verwarmingselement warm tapwater (ZWE
)
74
VenTowe
r
BT3 Retoursenso
r
21
Mengcircuit circulatiepomp (FP1
)
75
Leveringsomvang hydrauliektower duaa
l
BT6 Warmtapwatersenso
r
23
Voedingskanaal circulatiepomp (ZUP) (Compact-apparaat omklemm
76
Drinkwaterstation BT12 Aanvoersensor condensato
r
24
Manomete
r
77
Toebehoren water/water-booste
r
BT19 Sensor elektrisch verwarmingselemen
t
25
Circulatiepomp verwarming + warm tapwater (HUP
)
78
Leveringsomvang water/water-booster optionee
l
BT24 Sensor aanvullende warmteopwekke
r
26
Omschakelklep warm tapwater (BUP) (B = stroomloos open
)
27
Verwarmingselement verwarming + warm tapwater (ZWE
)
28
Circulatiepomp brine (VBO
)
Extra printplaat:
29
Vuilvanger (max. 0,6 mm zeefgrootte
)
15
Mengcircuit driewegmengklep (MK2-3 ontlading
)
30
Opvangreservoir voor brinemengsel
100
Ruimtethermostaat koeling toebehoren optionee
l
17
Temperatuurverschilregeling (SLP
)
31
Muurdoorvoe
r
101
Regeling (niet inbegrepen, van klant
)
19
Mengcircuit vierwegmengklep (MK2 lading
)
32
Toevoerleiding
102
Dauwpuntbewaking toebehoren optionee
l
21
Mengcircuit circulatiepomp (FP2-3
)
33
Brineverdele
r
103
Ruimtethermostaat koeling bijgelever
d
22
Circulatiepomp zwembad (SUP
)
34
Aardcollecto
r
104
Leveringsomvang warmtepom
p
44
Driewegmengklep (koelfunctie MK2
)
35
Aardsonde
105
Modulekast koelcircuit uitneembaa
r
47
Omschakelklep zwembadbereiding (SUP) (B = stroomloos open
)
36
Grondwater bronpom
p
106
Specifiek glycolmengsel
60
Omschakelklep koelbedrijf (B = stroomloos open
)
37
Wandconsole
107
Bescherming tegen verbranding / thermische mengkle
p
62
Energiemete
r
38
Flowswitch
108
Zonne-energiepompgroe
p
63
Omschakelklep zonne-energiecircuit (B = stroomloos open
)
39
Zuigbron
109
Overstortventiel moet worden geslote
n
64
Koelcirculatiepomp
40
Infiltratiebron
110
Leveringsomvang hydrauliektowe
r
70
Scheidingsstation zonne-energi
e
41
Spoelappendage verwarmingscircui
t
111
Houder voor extra verwarmingselemen
t
TB2-3/C Aanvoersensor mengcircuit 2-3
42
Circulatie circulatiepomp (ZIP
)
112
Minimumafstand tot thermische ontkoppeling van de mengkle
p
TSS/E Sensor temperatuurverschilregeling (lage temperatuur
)
43
Brine-waterwarmtewisselaar (koelfunctie
)
TSK/E Sensor temperatuurverschilregeling (hoge temperatuur
)
44
Driewegmengklep (koelfunctie MK1
)
TEE/F Sensor externe energiebron
45
Verzegelde afsluite
r
46
Vul- en aftapkraan
48
Warmtapwaterlaadcirculatiepomp (BLP
)
49
Stromingsrichting grondwate
r
50
Buffervat verwarming
Belangrijke opmerking!
Deze hydraulische schema’s zijn schematische voorstellingen en dienen als hulpmiddel! Ze komen niet in de plaats van de door u uit te voeren planning! In deze hydraulische schema’s zijn afsluitorganen, ontluchtingen en
veiligheidstechnische maatregelen niet compleet ingetekend! De landspecifieke normen, wetten en voorschriften moeten in acht worden genomen! De buisdimensionering dient volgens de nominale volumestroom van de
warmtepomp resp. de vrije opvoerhoogte van de geïntegreerde circulatiepomp te worden uitgevoerd! Voor gedetailleerde informatie en advies kunt u terecht bij onze verkooppartner die voor u bevoegd is!
30
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
-F10 -F12 -F13
A1
A2
-K13
-F11
A1
A2
sw
NTC6
A2
-X10
OUT7
Q6
N
-X5-2
A3
3~N/PE/400V/50Hz
A1
3~N/PE/400V/50Hz
2
M
N
N
1
-X7
GND4
AGND1
EVU
L
3~N/PE/400V/50Hz
GND1
M
TBW
GND5
-X5-1
PE
GND6
3
B16 A
IN1
1~N/PE/230V/50Hz
AGP2
PE
Modbus
AGND2
AOUT2
ZIP
1~N/PE/230V/50Hz
NTC5
55
A
IN3
OUT5
bl
OUT2
IN2
NTC1
-X4
NTC8
-X3-2
N
B
GND2
ZW2
AIN2
AOUT1
A5
GND3
X10 modbus
L
TB1
HUP
NTC2
N
OUT4
GND8
N
IN5
L1
3
OUT6
L1
/ A
5
TRL
L1
NTC9
2
IN4
AGP1
AIN1
PE
FP1
OUT1
OUT3
ZUP
OUT8
4
A4
NTC4
GND
12V
Motorbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming
/ B
br
Pomp mengcircuit 1
-X3-1
HUP / ZUP
TA
GND7
TBW
NL831181
OUT4
Klemmen in schakelkast wandregelaar
-X6
ZUP
Warmtepomp
IN4
F10
Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd
A1
IN1
NTC2
ZIP
Hulpcirculatiepomp
MZ1/MIS
Regeling 230V
Klemmen
EVU2
3
4
K13
NTC5
Beveiliging elektr. verwarmingselement warm kraanwater of buffer
OUT3
Q1
Beveiliging a.u.b. opmaken uit technische specificaties
OUT1
Stuursignaal van aanvullende warmteopwekker 2
HUP
1
ZW2/SST
Motorbeveiligingsschakelaar regelaar
OUT5
NTC3
F11
F12
NTC4
OUT7
IN3
Onderverdeling huisinstallatie
OUT6
OUT8
X10
MA1/MIS
A4
EVU1
IN2
3-pol. motorbeveiligingsschakelaar compressor; Opgelet: Rechts draaiveld is noodzakelijk!
FP1
Circulatiepomp
BUP
A3
NTC3
NTC8
TB1
Functie
GND9
Externe retourvoeler
2
-X9
TRL ext.
NTC7
IN5 Veiligheidstemperatuurbegrenzer vloerverwarming, brug indien niet geïnstalleerd
STB FBH
MIS
PE
Voeler mengcircuit 1
Warm kraanwater of buffer
OUT2
Tapwater omschakelklep
A2
A5
BUP
Afkorting
Legenda:
F13
TRL
Sensor/thermostat warm kraanwater
Charge/Décharge/Mélangeur 1 fermeture
X7:L,N,PE
Vermogensbeveiligingsschakelaar aanvullende verwarming 2
Buitenvoeler
Retourvoeler
Benaming
TRL ext.
Contact voor energiebedrijf; bij vrijgave gesloten; brug indien geen spertijd
TA
Circulatiepomp verwarmingscircuit
Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC
Charge/Décharge/Mélangeur 1 ouverture
Klemmenlijst in schakelkast wandregelaar; N/PE-verdeling voor externe 230V toestellen
25.04.2014
1
A. Pfleger
1/1
Achim Pfleger 22.05.2013
Wandregelaar/HZ-IO
831181
1 2 3 4 5 6 7 8
1
2 3 4 5 6 7 8
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
LW 160H-A/V Aansluitschema
31
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
1N.
-X10
2
1
-Q6
/2.8
-E22
ZW1
1PE
4
3
6
5
1
2
-Q1
/2.3
L1
3
4
L2
5
6
L3
N
-X10
PE
-R20
L1 L2 L3 PE
U V W PE
2
4
1
5
4
2
1
-T10
M
3
U
V
W
PE
-M1
VD1
-R21 -R22
CSR
D Mod G
/2.10
D Mod -
/2.10
D Mod +5V
/2.9
D Mod +
/2.10
1
2
-F6
C6A
M
1
-E23
L1 N PE
GND
-G1
N
/2.1
E23
/2.7
B (D-)
/2.10
A (D+)
/2.10
GND
/2.10
Netsmoorkleppen
L3
R20-R22
3
sw
B
A
WH
ZW1
M1
1
3
Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp
X10
Zekering ventilator
F6
1L2
VD1
sw
L1
2
Inverter compressor
Beveiliging aanvullende verwarming
sw
T10
Beveiliging compressor 1
3
-M1
1
L2
WH
PE
Carterverwarming ventilator
1L1,1L2,1L3,N,PE; invoer bijverwarming
Q1
br
L1,L2,L3,PE; invoer vermogen compressor; rechtsomdraaiend veld verplicht vereist!
Bedrijfsmiddel
1
4
RD
1L1
Functie
3~N/PE/400V/50Hz
VENT Ventilator
Q6
4
1L3
G1
RD
6
YE
2
Hulpverwarming
NL817396
Legende:
3~N/PE/400V/50Hz
2
ZW1
WH
sw
3~N/PE/400V/50Hz
br
E23
E22
Compressor 1VD1
5
3~N/PE/400V/50Hz
PE
20.02.2014
1
Achim Pfleger
-
1/4
Achim Pfleger 14.02.2013
LW 160H-A / V
817396
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
Stroomschema 1/4 LW 160H-A/V
32
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
N
/1.12
L
-J5
L
-X10
N
N
PE
PE
P
sw
sw
-F1
HDP
A1
A2
-Q1
1
-J9
13
14
-Q6
8
2 1
-J12
13
14
-Q1
3
2
E23
/1.12
1
-J14
2
28
-X10
-K20
N
1
-J20
2
ϑ
-STB
A1
A2
-Q6
4
-J15
D Mod +5V
/1.8
3
D Mod G
/1.8
2
D Mod -
/1.8
GND
/1.12
A (D+)
/1.12
B (D-)
/1.12
1
D Mod +
/1.8
3
-J22
2
32
3232
4
44
-X20
1 6
-J11
EXL
5 4
rd br bl or ye wh
-K22
EEV
3 2 1 6
-J7
EXM
5 4
rd br bl or ye wh
-K23
EVI
3 2 1
21
/1.2
43
/1.2
65
/1.2
13 14
3
12
/1.3
34
/1.3
56
/1.3
13 14
5
Bedrijfsmiddel
1~N/PE/230V/50Hz
Elektronische expansieklep verwarmings-/omkeerbedrijf
K20
1~N/PE/230V/50Hz
230VAC
Q6
F1
K22
Functie
Q1
K50
HDP
Veiligheidstemperatuurbegrenzer verwarmingsstaaf
Beveiliging compressor
STB
X10
Elektronische expansieklep stoom-/vloeistofinjectie
K23
Beveiliging aanvullende verwarming
-K50
X20 Aansluitprintplaat modbus
EXM
EXL
Aansluitingenlijst in schakelkast warmtepomp
VD1
NL817396
Regelaarprintplaat koudecircuit
L,N,PE; invoer regeling
Legende:
ZW1
Ontdooiventiel
Hogedrukpressostaat
20.02.2014
2
Achim Pfleger
-
2/4
Achim Pfleger 14.02.2013
LW 160H-A / V
817396
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
LW 160H-A/V Stroomschema 2/4
33
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
6
-J10
I
P
ws br
-B12
EVI
5 4
I
P
ws br
-B10
HD
3 2
I
P
ws br
-B11
ND
1
ϑ
6
-J13
10
-X100
-R3
TFL
EEV
5
9
ϑ
4
8
-R2
TSG3
EVI
3
7
ϑ
2
6
-R1
TSG1
1
5
ϑ
4
-J21
4
-R5
TWE
3
3
ϑ
2
2
-R4
TVL
1
1
R1
Bedrijfsmiddel
R4
K50
HD
TWE
Zuiggassensor compressor
-K50
B10
EVI
Functie
Warmtebron inlaatvoeler
R2
Regelaarprintplaat koudecircuit
AanvoervoelerTVL
Legende:
NL817396
R3
Zuiggassensor EVI
B12
TFL
TSG3
Vloeistoftemperatuur vóór EEV verwarmen/omkeer
B11 Lagedruksensor
Druksensor EVI
R5
Hogedruksensor
ND
TSG1
20.02.2014
3
Achim Pfleger
-
3/4
Achim Pfleger 14.02.2013
LW 160H-A / V
817396
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
Stroomschema 3/4 LW 160H-A/V
34
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
J5 J9 J12 J14 J17 J20
J15
J19
J22
J11
J7
J10J13J21J25J26
1
1
1
11111
LPEN1212121212
SEC Board
20.02.2014
4
Achim Pfleger
4/4
Achim Pfleger 27.02.2013
LW 160H-A / V
817396
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Bl von Anz
Naam
Datum
Toestand
Bladnr.
Bewerking
Datum
Wijziging
LW 160H-A/V Stroomschema 4/4
35
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054500dNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
2006/42/EG 2009/125/EG
2006/95/EG 2010/30EU
2004/108/EG
*97/23/EG
2011/65/EG
II
A1
ait-deutschland GmbH
Industrie Str. 3
93359 Kasendorf
Germany
EG-Richtlijnen
Benoemde instantie:
TÜV-SÜD
Industrie Service GmbH (Nr.:0036)
EN 61000-3-2/-3-3
Bedrijf:
Jesper Stannow
Hoofd Ontwikkeling Verwarming
Categorie
* Bouwgroep drukapparatuur
EN 378
15029001
15029001
LW 121A-HT 2
LW 140A-LUX 2.0
LW 180A-LUX 2.0*
100540
100546
100547
100625
100543
100544
100545
Apparaattype
Artikelnummer 2
Artikelnummer 1
15031841
15031841
15031941
LW 140A-HT 2
LW 160H-AV-LUX 2.1
LW 71A-HT 1
15031941
LW 180A-HT 2
100545HT202
100544
15031941
100545
15031941
Module
Kasendorf, 14.12.2015
Plaats, datum:
Ondertekening
EN ISO 12100-1/2
100625LUX01
100540HT102
100541HT102
100542HT202
LW 81A-HT 1
LW 101A-HT 2
100541
100542
100543HT202
100544HT202
15077701
Geharmoniseerde EN
EN 349
EN 60529
EN 60335-1/-2-40
EN ISO 13857
EN 55014-1/-2
100540LUX02
100541LUX02
100542LUX02
100543LUX02
100544LUX02
bevestigd dat de als volgt aangeduide toestellen in de door ons in omloop gebrachte uitvoering, aan de
eisen van de geharmoniseerde EG-richtlijnen, de EG-veiligheidsstandaards en de productspecifieke EG-
standaards voldoet.
Bij wijzigingen aan een of meerdere toestellen vervalt de geldigheid van deze verklaring.
Aanduiding van de Warmtepomp/de Toestellen
EG-conformiteitsverklaring
volgens de
Machinerichtlijn 2006/42/EG, bijlage II A
100545LUX02
De ondergetekende
Warmtepomp
LW 251A-LUX 2.0*
LW 310A-LUX 2.0*
100546LUX02
100547LUX02
100540
15029001
15029001
Bestelnummer
100541
100542
100543
15029001
15029001
LW 71A-LUX 2.0
LW 81A-LUX 2.0
LW 101A-LUX 2.0
LW 121A-LUX 2.0
15029001
15029001
ait-deutschland GmbH
Industriestraße 3
D-95359 Kasendorf
E info@alpha-innotec.de
W www.alpha-innotec.de
alpha innotec – een merk van ait-deutschland GmbH
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Alpha innotec LW 160HAV de handleiding

Type
de handleiding