ProForm PETL81711 1481023 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Modelnr. PETL81711.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn on-
derdelen die ontbreken of bescha-
digd zijn, neem dan contact op met
de winkel waar u dit product hebt
gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees voor gebruik van dit ap-
paraat alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding. Bewaar deze handleiding
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
www.iconeurope.com
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING ........................................................ 2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN .................................................. 3
VOORDAT U BEGINT ...................................................................... 5
MONTAGE ............................................................................... 6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ................................................................. 13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................... 22
PROBLEMEN OPLOSSEN ................................................................. 23
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN ........................................................ 26
LIJST MET ONDERDELEN ................................................................. 27
GEDETAILLEERDE TEKENING ............................................................. 28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE ........................................................Laatste pagina
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met
dit product inbegrepen. Plak de stickers op de
aangegeven plaatsen over de Engelse waars-
chuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
252913
English Translation:
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
25683
French
Spanish
Italian German
Dutch
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
3
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen boven de
35 jaar, of personen met bestaande gezond-
heidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte
achter de loopband en 0,6 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen of lucht-
roosters blokkeert. Leg een matje onder de
loopband om uw vloer of de vloerbedekking
te beschermen.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar
en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 136
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop-
band gebruiken.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die ver-
strikt kan raken in de loopband. Atletisch on-
dersteunende kleding wordt aanbevolen voor
zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trai-
ningsschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 13). Geen enkel ander ap-
paraat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14)
snoer dan niet langer is dan 1,5 m.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elek-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het elektrische snoer of de
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 23 als de loopband niet
goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN
TE ZETTEN op pagina 15).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle be-
langrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
18. De hartslagmonitor is geen medisch instru-
ment. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
kunnen de juistheid van de metingen aantas-
ten. De hartslagmonitor dient slechts om een
algemene hartslagtrend te meten, als hulp-
middel bij uw oefeningen.
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de schake-
laar in de uitstand [OFF] wanneer u de loop-
band niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina
5 voor de locatie van de stroomonderbreker.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of ver-
plaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE
LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
op pagina 22.) U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat de opbergver-
grendeling het onderstel stevig in de opslag-
stand houdt.
22. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschre-
ven in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend te worden
uitgevoerd door een erkende onderhoudsver-
tegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commerci-
eel of voor verhuur.
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ern-
stig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u on-
middellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
PROFORM
®
710 ZLT loopband. De 710 ZLT loopband
biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden die
ontwikkeld zijn om het oefenen thuis doeltreffender en
prettiger te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt
u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze
minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere
loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voor-
dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Lade
Sleutel/Clip
Schakelaar
Loopband
Kussen van
het Loopvlak
Voetleuning
Afstelschroeven van
de Ruststandrol
Bedienings-
paneel
Hartslagmonitor
Lengte: 183 cm
Breedte: 86 cm
Gewicht: 97 kg
6
MONTAGE
Montage moet door twee personen worden uitgevoerd. Plaats de loopband op een open plek en verwijder
het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt ge-
monteerd. Aandacht: de onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een
smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de
verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal en heeft geen invloed op de werking van de loopband.
Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een
zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroeven-
draaier , Verstelbare moersleutel , schaar en Punttang .
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Om
schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken. Er
zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#8 x 1/2"
Aardingschroef
(1)–1
3/8" Stertussenring
(5)–6
3/8" Moer (3)–4
#8 x 3/4"
Schroef (6)–18
5/16" Stertussenring
(8)–2
1/4" x 5/8"
Schroef (9)–4
1/4" Stertussenring
(11)–4
3/8" x 2" Bout (13)–1
3/8" x 2 1/2" Bout (2)–2
3/8" x 3 1/2" Schroef (4)–6
3/8" x 1 3/4" Bout (12)–1
1/4" x 1 3/4"
Schroef (10)–4
5/16" x 3 1/4" Schroef (7)–2
3/8" x 1 3/4" Patch Bolt (12)–1
1/4" x 1 3/4"
Patch Bolt (10)–4
5/16" x 3 1/4"
Patch Bolt (7)–2
7
3. Zoek de Linker Staander (75) die staat aange-
geven met “Left” of “L” (L of Left geeft links aan;
R of Right geeft rechts aan). Laat een tweede
persoon de Linker Staander bij het Basis (80)
houden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (75) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander
(70) vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
door de Linker Staander is getrokken.
3
1. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Maak een Wiel (81) vast aan de Basis (80) met
een 3/8" x 2 1/2" Bout (2), en een 3/8" Moer (3).
Draai de Moer niet te vast. Het wiel moet vrij
kunnen draaien.
Maak het andere Wiel (niet afgebeeld) op
dezelfde manier aan de andere kant van de
Basis (80) vast.
1
81
80
2
3
70
75
75
Bind-
draad
70
Binddraad
2. Verwijder de banden die de Draad van de
Staander (70) aan de Basis (80) bevesti-
gen. Trek de Draad van de Staander en de
Aardingsdraad van de Basis (92) door het
aangegeven gat in de Basis.
Bevestig de Aardingsdraad van de Basis (92)
vast aan de Basis (80) met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (1).
Druk een Basiskapje (77) in elke kant van de
Basis (80). Plaats de Doorvoerhuls (67) in het
vierkante gat in de Basis.
70
2
Gat
1
92
77
80
67
80
8
5. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel
(83) naar beneden gericht op een zacht
ondervlak om krassen op de Basis van het
Bedieningspaneel te voorkomen.
Verwijder de Schroeven (A) uit het Onderstel
van het Bedieningspaneel (87). Verwijder het
Onderstel van het Bedieningspaneel. Gooi de
Schroeven weg.
4. Houd de Linker Staander (75) tegen de Basis
(80) vast. Zorg dat u de bedrading niet bekl-
emt. Plaats een 3/8" x 3 1/2" Schroef (4) met
een 3/8" Stertussenring (5) in het bovenste gat
van de Linker staander.
Steek de 3/8" x 3 1/2" Schroef (4) gedeeltelijk
door de Linker Staander (75). Schuif vervol-
gens een Schroeftussenstuk (93) aan het
ene uiteinde van de schroef. Draai de schroef
gedeeltelijk in het Basis (80).
Draai nog eens twee 3/8" x 3 1/2" Schroeven (4)
gedeeltelijk met twee 3/8" Sterringen (5) in de
Linker Staander (75); draai de Schroeven nog
niet volledig vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
75
93
4
5
5
4
80
Draden
83
87
5
A
A
9
7. Plaats het uiteinde van de Linker Handleuning
(71) in de Buis van het Onderstel van het
Bedieningspaneel (87). Houd het onderste uit-
einde tegen de Linker Staander (75).
Bevestig de Linker Handleuning (71) met
twee 1/4" x 1 3/4" Schroeven (10), twee 1/4"
Stertussenringen (11), en twee 1/4" x 5/8"
Schroeven (9) zoals afgebeeld; Draai de
Schroeven nog niet helemaal vast.
Maak de Rechter Handleuning (niet getoond)
op dezelfde manier vast.
6. Bevestig het Onderstel van het
Bedieningspaneel (87) op de Linker en Rechter
Staander (75, 76) met twee 5/16" x 3 1/4"
Schroeven (7) en twee 5/16" Stertussenringen
(8). Draai de Schroeven niet volledig vast.
87
76
75
8
7
8
7
6
9
11
7
75
10
71
87
10
9. Steek de aardingsdraden in het bediening-
spaneel terwijl u het bedieningspaneel plaatst
op de Linker en Rechter Staanders (75, niet
afgebeeld). Zorg dat bedrading niet beklemd
raakt.
Bevestig het bedieningspaneel met acht #8 x
3/4" Schroeven (6) (vier zijn afgebeeld); draai
alle acht schroeven aan en zet ze dan vast.
Draai de schroeven niet te vast aan.
Steek de draden in de Linker Staander (75).
Draai de tien Schroeven (7, 9 en 10) (slechts
een kant is afgebeeld) vast.
Zie stap 4. Draai de zes 3/8" x 3 1/2" Schroeven
(4) volledig vast.
6
9
Bedienings-
paneelmodule
9
7
6
10
75
Draden
8. Zoek de draad in het bedieningspaneel. Gebruik
de draad om de aardingsdraden uit het gat in het
bedieningspaneel te trekken.
Houd het bedieningspaneel met de hulp van een
tweede persoon dichtbij de Linker Staander (75).
Verbind de Draad van de Staander (70) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET.
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (70).
Sluit de aardingsdraden aan en verwijder de
draad.
Geaarde
Draden
Bedieningspaneel-
module
Binddraad
70
8
70
75
Draad
van het
Bedienings-
paneel
Geaarde
Draden
Bandje
11
10. Bevestig het bedieningspaneel met zes #8 x
3/4" Schroeven (6) aan de Onderkant van de
Sensorstang (90) ; draai alle zes Schroeven
aan en zet ze dan vast. Draai de Schroeven
niet te vast aan.
10
Bedienings-
paneel-
module
6
6
6
90
11. Maak de Linkerkap van de Handleuning (73)
vast aan het onderste uiteinde van de Linker
Handleuning (71) vast met twee #8 x 3/4"
Schroeven (6). Zorg dat u de schroeven niet
te vast draait.
Druk de Linkerkap van de Handleuning (73) en
de Rechterkap van de Handleuning (74) samen
rond de Linker Handleuning (71) en de Linker
Staander (75).
Maak de kappen (niet getoond) vast rond de
Rechter Handleuning (72) zoals hierboven
beschreven.
11
75
71
6
73
74
72
12
14. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de inbussleutel
goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 24 en 25).
12. Breng daarna het Onderstel (49) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Laat een tweede per-
soon het Onderstel vasthouden totdat stap
13 voltooid is.
Richt de Opbergvergrendeling (51) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Basis (80)
met een 3/8" x 2" Bout (13) en een 3/8" Moer
(3).
13. Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (51) aan de Onderstel
(49) met een 3/8" x 1 3/4" Bout (12) en een 3/8"
Moer (3).
Breng het Onderstel (49) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op pagina 22).
51
49
3
13
80
Grote
Loop
Vergren-
delknop
51
49
12
3
13
12
13
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
UK
DU
GR
RU
HU
CZ
FR/
SP/
PL
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
14
ETHR61510
(HRTL61510)
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedienings-
paneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere
talen op het meegeleverde stickervel. Plak
de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend en
prettig te oefenen. U kunt wanneer u de handmatige
instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe
feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw
hartslag meten door gebruik te maken van de inge-
bouwde handgreep met hartslagmonitor of door middel
van de optionele hartslagmonitor.
Aanvullend biedt het bedieningspaneel zestien vooraf
ingestelde oefeningen—acht afvaloefeningen en acht
tijdsoefeningen. Elke oefening regelt automatisch de
snelheid en de helling van de loopband wanneer het u
door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit Live module zodat
de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten
kan worden door middel van een optionele iFit Live
module. U kunt, met de iFit Live module, oefeningen
downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen,
resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere
hardlopers racen en vele andere keuzes raadplegen.
Voor aankoop van de iFit Live module gaat u naar
www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete oefeningmuziek of
audioboek via het stereogeluidssysteem van het bedi-
eningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, raadpleeg pagina 15.
Raadpleeg pagina 15 om de handmatige instelling
te gebruiken. Raadpleeg pagina 17 om een afkoel-
modus te gebruiken. Raadpleeg pagina 18 om een
toesteloefening te gebruiken. Raadpleeg pagina 19
om een iFit-oefening te gebruiken. Raadpleeg pa-
gina 20 om het stereogeluidssysteem te gebruiken.
Voor het aanschaffen van de optionele hartslag-
monitor, kijk u op pagina 20. Voor de informatiemo-
dus kijkt u op pagina 21.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedi-
eningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopplatform
te voorkomen. De eerste keer dat u de loopband
gebruikt, dient u de uitlijning van de loopband te
bestuderen en het midden van de loopband aan te
passen indien dit nodig is (zie pagina 25).
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
15
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
het stopcontact (zie pagina
13). Zoek vervolgens naar
de aan/uit-schakelaar op het
onderstel van de loopband
bij het stroomsnoer. Druk de
schakelaar in de reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als
de displays oplichten als het stroomsnoer wordt
ingestoken en de schakelaar in de resetstand
is gezet, gaat de demostand aan. Om de de-
mostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop
[STOP] enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE
INFORMATIEMODUS op pagina 21 om de demo-
stand uit te schakelen wanneer de displays blijven
branden.
Ga op de voetleun-
ing van de loopband
staan. Zoek naar de
clip die aan de sleu-
tel vastzit en schuif
de clip aan de taille-
band van uw kleding.
Plaats de sleutel in
het bedieningspa-
neel. Kort daarna zal
de display oplichten. BELANGRIJK: bij een noodsitu-
atie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel
trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stil-
stand komt. Test de clip door voorzichtig een paar
stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het
bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel
niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de
lengte van de clip bij.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Ontdek welke meeteenheid is geselecteerd, zie de
INFORMATIEMODUS op pagina 21. Voor de een-
voud zijn alle instructies in deze afdeling in kilometers
aangegeven.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Indien de handmatige modus niet is geselecteerd,
drukt u op de handmatige toets [MANUAL] op het
bedieningspaneel.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Versnellingstoets [SPEED] of een van
de Genummerde Sneltoetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets worden in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u een
oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband
naar wens aanpassen door de snelheidstoename
en afname toetsen in te drukken. Steeds als u een
van de toetsen indrukt, zal de snelheidsinstelling
met 0,1 Km/u aanpassen; als u een toets ingedrukt
houdt, verandert de snelheid met stapjes van 0,5
Km/u. Aandacht: na het drukken op de toets kan
het even duren voordat de loopband de geselect-
eerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de Genummerde
Snelheidstoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk worden aangepast tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display knipperen. Om de
loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets
Start of op de toets Snelheidstoename.
Resetten
ETHR61510
(HRTL61510)
Clip
Sleutel
16
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de Hellingstoename [INCLINE] of -afname toets
of op een van de Genummerde Hellingstoetsen
[QUICK INCLINE]. Elke keer als u op een van de
toetsen drukt, zal de helling geleidelijk veranderen
tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
•Deverlopentijd[TIME]
•Deafstand[DISTANCE]dieuhebtgewandeldof
gelopen
•Deintensiteitsbalk[INTENSITY]vandeoefening
•Hetaantalbijbenaderingverbrandecalorieën
[CALORIES]
•Dehellingstand[INCLINE]vandeloopband
•Hetaantalverticalegeklommenmeters[VERT.
FEET]
•Desnelheid[SPEED]vandeloopband
•Uwhartslag(ziestap6oppagina17)
•Hetscherm
Het scherm heeft meerdere display keuzes. Druk
op de toets verhogen en verlagen naast de Enter-
toets [ENTER] totdat het gewenste tabblad wordt
weergegeven.
HettabbladHelling[INCLINE]zaleenproelvan
de hellingsinstellingen van de oefening aangeven.
Een nieuw segment zal aan het einde van ieder
minuut verschijnen. Het tabblad Snelheid [SPEED]
zaleenproelvandesnelheidsinstellingenvan
de oefening aangeven. Het My Trail-tabblad [MY
TRAIL] zal een route van 400 m (1/4 Meile) aange-
ven. De knipperende rechthoek geeft uw vordering
aan tijdens uw oefening. Het My Trail-tabblad zal
het aantal rondjes aangeven dat u voltooit.
Het tabblad Calorie [CALORIE] zal het bij benade-
ringaantalcalorieëndatuverbrandheeftaange-
ven. De hoogte van ieder segment geeft het aantal
verbrandecalorieënaandattijdensdatsegment
verbrand is. Aandacht: wanneer u het calorietab-
blad gebruikt, toont de calorieweergave het ge-
schatteaantalverbrandecalorieënperuur.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
Druk op de Thuis-toets [HOME] om naar het
standaardmenu terug te keren (raadpleeg de
INFORMATIE MODUS op bladzijde 21 om het
standaardmenu in te stellen). Druk, indien nodig,
nogmaals op de Thuis-toets.
Het symbool “draadloos”
aan de bovenkant van de
display zal, wanneer de
iFit Live module aange-
sloten is, de sterkte van
het draadloos signaal
aangeven. Vier staafjes
geeft volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
17
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor
draagt en tegelijkertijd de optionele hartslag-
sensor van de handgreep gebruikt, geeft het
bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig
weer. Zie pagina 20 voor meer informatie over de
borstkas hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep
hartslagmoni-
tor gebruikt,
verwijdert u het
plastic laagje
van de metalen
contactpunten op
de sensorstang.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn.
Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleun-
ing staan en houdt u de sensorstang met de met-
alen contactpunten op uw handpalmen ongeveer
tien seconden vast – beweeg uw handen niet.
Hethartsymbooltjeinhetcalorieënschermzalmet
elke hartslag knipperen, een of twee streepjes zul-
len verschijnen en uw hartslag wordt aangegeven.
Voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde,
dient u de contactpunten gedurende 15 secon-
den vast te houden.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand van de loopband in
de laagste positie. De helling van de loopband
moet zich in de laagste stand bevinden wan-
neer u de loopband wilt opbergen anders kan
de loopband beschadigd worden. Haal vervol-
gens de sleutel uit het bedieningspaneel en be-
waar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge-
bruiken, zet u de schakelaar in de uitstand
[OFF] en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voorti-
jdig slijten.
DE AFKOELMODUS
Druk herhaaldelijk op de toets Afkoelen [COOL
DOWN] om de afkoelmodus te kiezen. De loopband
zal zich tot de laagste stand instellen en de loopband
zal geleidelijk langzamer gaan draaien, een keer per
minuut voor vijf minuten, tenzij de loopband al met een
snelheid van ongeveer 3,2 km/u ronddraait. Na vijf mi-
nuten vertraagt de loopband tot een stop.
Contacts
18
EEN OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pa-
gina 15.
2. Kies een oefening.
DrukherhaaldelijkopdeCalorieëntoets
[CALORIES] of de Tijd-toets [TIMED] om een toe-
steloefening te kiezen totdat de gewenste oefening
op het scherm verschijnt.
As u een toesteloefening selecteert, zal de display
de naam, de totale tijd, de afstand, de maximale
hellinginstelling en de maximale snelheidsinstelling
van de oefening weergeven. Bovendien zal
ereenproelvandesnelheidsinstellingen
van de oefening op het scherm verschijnen.
Wanneeruvooreencalorieënoefeningkiest,
danzalbijbenaderinghetaantalcalorieëndat
u zult verbranden in de naam van de oefening
verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening te
beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt,
zal de loopband zich automatisch aanpassen aan
de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oe-
fening. Houd de handleuningen vast en begin met
wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er
is één hellinginstelling en één tempo-instelling
geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht:
dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan
worden geprogrammeerd voor opeenvolgende
segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
proelopde
snelheid en de
helling keuze
aangegeven
zodat u uw
vordering kunt volgen. De knipperende balk van
hetproelstelthethuidigeoefeningsegmentvoor.
De hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstandsinstellingen van het huidige segment
aan. Aan het einde van elk segment, is een serie
geluiden te horen en begint het volgende segment
vanhetproelteknipperen.Deloopbandzal,als
er een andere snelheids- en/of hellingsinstelling
voor het volgende segment geprogrammeerd
is, automatisch de nieuwe snelheids- en/of
hellingsinstelling instellen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelknippertindedisplay
en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal
vertragen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven calorieëndoel is
een schatting van het aantal calorieën dat
u tijdens de oefening verbranden zult. Het
feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt, hangt
af van uw metabolische waarde. Daarnaast
heeft een handmatige wijziging van de snelheid
of de helling van de loopband tijdens de
oefening effect op het aantal calorieën dat u
zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens
de oefening te hoog of te laag staat, dan kunt
u de instelling handmatig overschrijven door
te drukken op de toetsen Snelheid en Helling
[INCLINE], als het volgende segment van de
oefening begint, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstellingen voor het volgende segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. De tijd
zal op de display knipperen. Druk op de Starttoets
of op de Snelheidstoename toets om de oefening
te hervatten. De loopband begint bij ongeveer 2
km/uur te bewegen, Als het volgende onderdeel
van de oefening begint, zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en
hellinginstelling voor dat volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 16. De display zal de
verstreken tijd in plaats van de resterende tijd
aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 17.
6. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 17.
Huidig Segment
19
EEN IFIT LIVE OEFENING GEBRUIKEN
Aandacht: u heeft een optionele iFit Live module
nodig om een iFit Live oefening te kunnen doen. Voor
aankoop van de iFit Live module gaat u naar
www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op
de voorkant van deze handleiding. U dient toegang
te hebben tot een computer met een internetverbinding
en een USB-poort. Daarnaast dient u ook toegang
te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een
802.11b router met geactiveerde SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund). Een
iFit.com-lidmaatschap is ook vereist. Aandacht: het kan
zijn dat www.iFit.com niet in uw taal beschikbaar is.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 15.
2. Steek de iFit Live module in het
bedieningspaneel.
Zie de instructies van de iFit Live module om de iFit
Live module in te steken.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de
blootstellingsvereisten, dienen de antenne en
de zender in de iFit Live module minstens 20
cm afstand te hebben van alle personen en
mogen ze niet vlakbij of aangesloten zijn op
een andere antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker
geregistreerd is, vanuit het iFit Live hoofdscherm
van gebruiker wisselen. Druk op de toetsen
verhogen en verlagen naast de Enter-toets
[ENTER] om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit Live workout.
Druk op een van de iFit Live toetsen [IFIT LIVE] om
een iFit Live workout te kiezen. U moet, voordat
oefeningen worden gedownload, ze aan uw lijst op
www.iFit.com toevoegen.
Druk op de iFit Live toets om de volgende
oefening in uw planning te downloaden. Druk
op de Mijn Trainer-toets [MY TRAINER], de Mijn
Kaarten-toets [MY MAPS], de Wereld Tour-toets
[WORLD TOUR], of de Evenement-toets [EVENT
TRAINING]om de volgende oefening van dat type
op uw lijst te downloaden. Druk op de competitie
[COMPETE] toets om aan een race deel te
nemen die u al eerder gekozen heeft. Voor meer
informatie over de iFit Live oefeningen, gaat u
naar www.iFit.com.
De display zal, wanneer u een iFit Live Workout
kiest, de tijdsduur van de workout, de afstand die
u zult wandelen of lopen, en het bij benadering
aantalcalorieëndatuzultverbrandenaangeven.
De display kan ook de naam van de workout
aangeven. De display zal, als u een competitie
oefening kiest, aftellen totdat de race begint.
Aandacht: elke iFit Live-toets kan ook twee demo-
oefeningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen
te gebruiken, haalt u de iFit Live module van het
bedieningspaneel af en drukt u op een van de iFit
Live-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 18.
Tijdens sommige oefeningne zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een
audio-instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen
(zie DE INFORMATIEMODUS op bladzijde 21).
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop [STOP]. De tijd
zal op de display knipperen. Druk op de Starttoets
[START] of op de Snelheidstoename [SPEED]
toets om de oefening te hervatten. De loopband zal
met de snelheidsinstelling van het eerste segment
van de oefening beginnen te draaien. Echter, als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
20
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 16.
De Mijn Pad [MY TRAIL] keuze zal een kaart van
het pad waarop u loopt en rent of een piste met
het aantal rondjes die u aan het voltooien bent
aangeven.
Het tabblad Competitie [COMPETE], zal tijdens
een competitie-oefening, uw vordering tijdens de
race aangeven. De bovenste lijn van het scherm
zal laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft
tijdens de race. De andere lijnen zullen uw top vier
concurrenten aangeven. Het einde van het scherm
geeft het einde van de race aan.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 17.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 7 op pagina 17.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit Live modus.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken af te spelen via de
stereoluidsprekers van het bedieningspaneel, moet
u uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke
audio-speler op het bedieningspaneel aansluiten via de
MP3-aansluiting.
Om de MP3-aansluiting te gebruiken, zoekt u het
audiosnoer en steekt deze in de MP3-aansluiting.
Steek dan het audiosnoer in een aansluiting op
uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke
audio-speler. Zorg dat het audiosnoer volledig is
aangesloten.
Druk dan op de toets afspelen op uw MP3-speler, CD-
speler of andere persoonlijke audio-speler. Pas het
volume aan op uw persoonlijke audio-speler, of druk
op de toetsen volume verhogen en verlagen op het
bedieningspaneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de
CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer
of een ander vlak oppervlak in plaats van op het
bedieningspaneel.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
Of het nu uw doel is om vet te verbranden om om uw
bloedvatenstelsel te versterken, het belangrijkste bij het
bereiken van de beste resultaten is om de juist hartslag
tijdens de oefeningen te behouden. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om voortdurend uw
hartslag te meten tijdens uw oefening, en dat zal u
helpenupersoonlijketnessdoelentebehalen. Voor
aankoop van de optionele hartslagmonitor kijkt u
op de voorkant van deze handleiding.
21
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u de toets
Stop [STOP] ingedrukt terwijl u de sleutel terugplaatst
in het bedieningspaneel en daarna de toets Stop weer
loslaat. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de
volgende informatie worden afgebeeld:
De Tijd [TIME] display geeft het aantal uren aan dat de
loopband gebruikt is.
De afstand [DISPLAY] display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft
aangeven.
De onderste display zal de status van de iFit Live
module aangeven. Als een iFit Live module wordt
aangesloten, toont het scherm de woorden WIFI
MODULE. De display zal, als een USB-module
aangesloten is, de woorden USB/SD MODULE
aangeven. Als er geen module is aangesloten, toont
de display de woorden NO IFIT MODULE.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen
weergeven. Druk op de toets verlagen naast de
Enter-toets [ENTER] om elk van de volgende
schermen te selecteren:
1. UNITS: Druk op de Enter-toets om de
meeteenheid te wijzigen. Om de afstand in mijlen
te bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand
in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
2. DEMO: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als
deloopbandwordtgeëtaleerdineenwinkel.
Terwijl de demostand is aangezet, kunt u het
bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer
u het snoer in het stopcontact steekt, de
stroomonderbreker in de resetpositie geplaatst
wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel
gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan
blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet
werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm
verschijnen wanneer de demostand aan is. Om de
demostand aan of uit te zetten, kunt u op de Enter-
toets drukken.
3. CONTRAST LVL: druk op de toetsen Helling
[INCLINE] verhogen en verlagen om het
contrastniveau van de display aan te passen.
Als een module is aangesloten, kunt u ook het
volgende scherm selecteren:
4. TRAINER VOICE: druk op de Enter-toets om
de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te
zetten.
Als een iFit Live module is aangesloten, kunt u ook de
volgende schermen selecteren:
5. DEFAULT MENU: het standaardmenu zal
verschijnen wanneer u de sleutel in het
bedieningspaneel steekt, of wanneer u de Thuis
[HOME] toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de
Enter-toets om het handmatige hoofdscherm of de
iFit Live-scherm als standaardmenu te kiezen.
6. CHECK WIFI STATUS: druk op de Enter-toets om
de status van uw iFit Live module te bekijken. Het
onderste scherm toont het softwareversienummer,
de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit Live
server.
7. SEND/RECEIVE DATA: druk om oefeningen, de
oefeninglogboeken en de updates te verzenden
en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het
proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS
DONE op het scherm verschijnen.
Om de informatiemodus te verlaten, dient u de sleutel
uit het bedieningspaneel te halen.
22
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de
loopband opbergt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet
op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze
eerst op te klappen zoals aan de linkerkant staat
beschreven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop
in de opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen
twee mensen voor nodig zijn om de loopband te
verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het
onderstel van de loopband met uw rechterhand
vast. Trek vervolgens de vergrendelknop
naar links. BELANGRIJK: draai niet aan de
vergrendelknop. Druk, indien nodig, het onderstel
iets naar voren. Draai het onderstel naar onderen
en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen
onderstel stevig met beide handen vast en
laat zakken op de vloer. OPGELET: houd het
onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen
en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën
en houd uw rug recht.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Handleuning
Onderstel
Wiel
Onderstel
1
1
Vergrendelknop
2
Onderstel
23
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Zoek het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het stroomsnoer in een goed geaard
stopcontact is gestoken (zie pagina 13). Als u
een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen
een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14) snoer dat niet
langer is dan 1,5 m.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg
er dan voor dat de sleutel zich goed in het
bedieningspaneel zit.
c. Controleer de schakelaar op het onderstel van de
loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar
zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw
in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de
schakelaar weer in.
SYMPTOOM: de stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer
in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het
stopcontact. Als het is aangesloten op het
stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf
minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing
wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het
bedieningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel toont een demostand, die
ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt
geëtaleerdineenwinkel.Alshetschermverlicht
blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand
ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen,
houdt u de Stop-knop [STOP] enkele seconden
ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht
zijn, raadpleegt u de INFORMATIEMODUS op
pagina 21 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
en TREK HET STROOMSNOER UIT HET
STOPCONTACT. Plaats de loopband in de
opbergpositie (raadpleeg DE LOOPBAND
INKLAPPEN op pagina 22).
Verwijder vervolgens de twee aangegeven #8 x
3/4" Schroeven (6).
PROBLEMEN OPLOSSEN
Resetten
Doorge-
slagen
c
6
6
a
24
Laat de loopband zakken (zie DE LOOPBAND
OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 22).
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (6). Schuif dan
voorzichtig de Motorkap (57) eraf.
Zoek de Snelheidsensor (95) en de Magneet (44)
aan de linkerkant van de Katrol (43). Draai de Katrol
tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor.
Zorg dat het gat tussen de Magneet en de
Snelheidssensor ongeveer 3mm is. Draai de #8 x
3/4" Truss Kopschroef (19) indien nodig los, verplaats
de Snelheidssensor lichtjes en maak de Schroef
weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) vast
met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en
laat de loopband een paar minuten draaien om de
snelheidsmeting na te kijken.
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop [STOP] en Snelheid
[SPEED] verhogen in, plaats de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de beide toetsen los.
Druk op de toets Stop en druk dan op de toets
Helling verhogen of verlagen. De loopband stijgt
automatisch naar het maximale hellingsniveau en
keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor
wordt het hellingsysteem gekalibreerd. Als de
helling niet kalibreert, druk dan op de Stoptoets en
dan opnieuw op de Hellingtoename [INCLINE] of –
afname toets. Als het hellingsysteem is gekalibreerd,
dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3-aansluiting, 1 mm
2
(maat 14) snoer
dan niet langer is dan 1,5 m.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en
kan de loopband beschadigd raken. Verwijder
de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van
de ruststandrol een kwartslag naar links met de
inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden zit. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het
loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit
van de loopband verslechteren en leiden
tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat
de loopband aanvullende smering nodig heeft,
raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
57
6
6
Vooraan-
zicht
95
3 mm
19
44
43
Afstelschroeven van de Ruststandrol
5–7 cm
b
25
SYMPTOOM: de loopband zit niet in het midden en
slipt als er op wordt gelopen
a. Als de loopband zich niet in het midden
begeeft, dient u eerst de sleutel te verwijderen
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
TE HALEN. Als de loopband naar links is
verschoven, kunt u de inbussleutel gebruiken
om de linker bijstelschroef van de ruststandrol
een halve slag naar rechts te draaien; als de
loopband naar rechts is verschoven kunt u de
linker bijstelschroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband
niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed in het midden zit.
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Draai beide bijstelschroeven van de ruststandrol
een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als
de loopband goed vastzit moet u elke rand van de
loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: er lopen lijnen over de display van
het bedieningspaneel
a. Als er lijnen verschijnen in de display van het
bedieningspaneel, raadpleegt u de INFORMATIE-
MODUS op pagina 21 en past u het contrastniveau
van de display aan.
a
b
26
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oe-
feningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefe-
ninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of
uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en
voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor
het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag ge-
bruiken als gids voor het vinden van het juiste intensi-
teitniveau.Degraekhierondertoontdeaanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
uuwleeftijdonderaandegraek(leeftijdenwordenaf-
gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal-
len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe-
riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi-
teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met
uw hartslag in het middelste nummer van uw trainings-
zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-
oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere pe-
rioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20
tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro-
gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu-
ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig
en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw
adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekkenverhoogtdeexibiliteitvandespierenen
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi-
maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin-
gen de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: voor-
dat u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar of personen met bestaande ge-
zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hart-
slag over het algemeen.
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Stametlichtgebogenknieënenbuiglangzaamvanuituwheupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer.Strekken:achillespees,achterkantvandeknieënenrug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespe-
zen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet
plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw
heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15
seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan
en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zitmetdezolenvanuwvoetentegenelkaaraanenuwknieënnaar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Her-
haal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
27
AANTEKENINGEN
28
AANTEKENINGEN
29
LIJST MET ONDERDELEN Modelnr. PETL81711.0 R1111A
1 11 #8 x 1/2" Aardingschroef
2 2 3/8" x 2 1/2" Bout
3 6 3/8" Moer
4 6 3/8" x 3 1/2" Schroef
5 6 3/8" Stertussenring
6 43 #8 x 3/4" Schroef
7 2 5/16" x 3 1/4" Schroef
8 2 5/16" Stertussenring
9 4 1/4" x 5/8" Schroef
10 4 1/4" x 1 3/4" Schroef
11 4 1/4" Stertussenring
12 1 3/8" x 1 3/4" Bout
13 1 3/8" x 2" Bout
14 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
15 2 3/8" x 1 3/8" Bout
16 2 1/2" x 2 1/4" Bout
17 2 1/2" Moer
18 3 Kapclip
19 25 #8 x 3/4" Truss Kopschroef
20 2 3/8" x 1 1/2" Bout
21 2 3/8" Slotmoer
22 2 Helling Motortussenstuk
23 2 1/4" x 3/8" Schroef
24 4 Schroef van Loopband Geleider
25 2 5/16" x 1 1/4" Bout
26 2 5/16" Flensmoer
27 2 5/16" x 1 3/4" Bout
28 2 5/16" Tussenring
29 2 5/16" Moer
30 1 1/4" Stootkussen Tussenring
31 11 #8 x 1/2" Schroef
32 1 1/4" x 1 3/4" Schroef
33 2 M6 Moer
34 1 Inbussleutel
35 1 5/32" Inbussleutel
36 2 Kussen van het Loopvlak
37 1 Linker Voetleuning
38 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
39 1 Loopvlak
40 1 Loopband
41 2 Riemgeleider
42 2 Rubberen Tussenstuk
43 1 Aandrijfrol/Katrol
44 1 Magneet
45 1 Klem van de Snelheidssensor
46 1 Motoraandrijfriem
47 1 Aandrijfmotor
48 2 Tussenstuk van het Onderstel
49 1 Onderstel
50 1 Rechter Voetleuning
51 1 Opbergvergrendeling
52 1 Rechterachtervoet
53 1 Linkerachtervoet
54 1 Kapje van de Rechtervoetleuning
55 1 Linkerkap
56 1 Ruststandrol
57 1 Motorkap
58 2 Tussenstuk van het Hellingonderstel
59 1 Hellingonderstel
60 1 Hellingmotor
61 1 Controller Aardingsdraad
62 1 Controller
63 3 Binddraad
64 1 Plaat van de Onderpan
65 1 Schakelaar
66 1 Stroomsnoer
67 1 Doorvoerhuls
68 1 Onderpan
69 2 Rechterkap
70 1 Draad van de Staander
71 1 Linker Handleuning
72 1 Rechter Handleuning
73 2 Kap van de Linkerhandleuning
74 2 Kap van de Rechterhandleuning
75 1 Linker Staander
76 1 Rechter Staander
77 4 Basiskapje
78 2 Waarschuwingssticker
79 4 Kussentje van de Basis
80 1 Basis
81 2 Wiel
82 1 Sleutel/Clip
83 1 Basis van het Bedieningspaneel
84 1 Behuizing van de Module
85 1 Audiosnoer
86 1 Bedieningspaneel
87 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
88 2 Kap voor het Onderstel van het
Bedieningspaneel
89 2 Aardingsdraad Bedieningspaneel
90 1 Onderkant van de Sensorstang
91 2 Aardingsdraad Bedieningspaneel
92 1 Aardingsdraad van de Basis
93 2 Schroeftussenstuk
94 8 Tussenring van het Onderstel
95 1 Snelheidssensor
96 2 Isolator van het Onderstel
97 2 M6 Bout
98 2 1/4" Isolatorbout
99 5 #8 Stertussenring
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
100 1 Elektrabeugel
101 1 Contactdoos
102 1 Engels Stroomsnoer
103 1 Filterbeugel
104 1 Filter
105 1 Motorisolator
106 2 Motorbus
* Gebruikershandleiding
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet
getoond.
31
51
27
25
24
24
41
41
42
38
39
50
49
14
34
37
32
30
27
23
47
29
42
28
29
28
33
19
19
52
19
53
6
6
6
6
14
26
55
3
54
25
40
43
44
36
12
46
48
48
67
16
104
19
45
19
19
19
19
26
19
19
19
19
13
1
16
16
35
56
94
94
94
94
36
33
19
19
94
94
94
95
96
97
98
98
97
96
19
94
31
96
98
98
96
31
31
31
31
31
97
97
3
12
1
1
99
103
104
106
105
32
GEDETAILLEERDE TEKENING A Modelnr. PETL81711.0 R1111A
6
1
66
67
65
61
63
62
1
58
59
58
18
20
21
60
22
6
57
6
64
3
3
17
17
20
21
6
18
18
6
6
6
6
6
68
6
6
1
99
1
99
100
102
66
101
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. PETL81711.0 R1111A
33
80
78
15
5
5
77
15
4
4
78
4
4
76
77
2
81
3
19
3
2
81
19
79
67
70
10
11
10
11
9
9
71
72
74
73
7
8
6
75
6
1
19
19
5
5
69
69
74
73
7
8
79
79
79
92
93
93
77
77
6
6
34
GEDETAILLEERDE TEKENING C Modelnr. PETL81711.0 R1111A
95
12
94
33
114
112
91
31
85
82
83
31
31
84
6
86
88
88
89
87
90
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
6
1
6
6
6
6
35
GEDETAILLEERDE TEKENING D Modelnr. PETL81711.0 R1111A
Onderdeel Nr. 324052 R1111A Gedrukt in China © 2011 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol-
gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden ge-
gooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet wor-
den gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwer-
ken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met
uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PETL81711 1481023 de handleiding

Type
de handleiding